Skip to content

C230 v1.20

C. 230, pp. 2-6.

Donderdag den {17950416} 16 April 1795.

’s voormiddags, present de Edele Heer Commissaris, de Heer Gezachebber en de Heeren Leden Le Sueur en van Rijneveld

Na resumptie en approbatie op den 8 en10 deezer genoomen is geleezen eene Missive door de WelEdele Groot Achtb: Heeren Bewindhebberen ter kaamer Zeeland sub dato 20 october A:o P:o aan deeze Regeeringe geschreeven, tot bijgeleide van hunner WelEdele Groot Achtb: kamer Schip Voorland op den 11 deezer in Baaijfals gearriveerd en voorts eene andere Missive door de Heere der Hooge indiasche regeeringe sub dato 21 Maart A: P: aan deezen Raade gericht en per ‘t Engelsch Scheepje The Swallow op den 14 deezer Maand van S:t Helena alhier aangebracht, waarbij Hunne Hoogedelheedens deezer Regeering aanschrijven dat weldezelve, Milord Macartneij hadde verzocht, de Retourscheepen van ‘t gepasseerde Jaar aan Kaap de Goede Hoop geduurende de verdere rheize naar Europa onder zijn Ed:s convooij te willen neemen, bij al ‘t welk door den edelen Heer Commissaris gecommuniceerd zijnde den aankomst in Baaijfals op den 12 deezer van ‘s Lands Schip van oorlog Medemblik , zo is verstaan van dat een en ander deeze aanteekening te houden.

Vervolgens geliefde den edelen Heer Commissaris ter tafel te produceeren een verklaring verleend door de opper en Deksofficieren van ‘t voorwaards gem: Schip Voorland , waarbij blijkt dat zij zich door zwaare storm in de onvermijdelijke noodzaaklijkheid hebben gevonden twee Lootsen in naame Frans Naerebout en Cornelis Dogger bij zich aan Boord te houden en dat gemelde Lootzen alhier aangekomen zijnde, zijn Ed: de eerste hadt doen plaatzen op ‘t voor Zeeland repatrieerend Schip de Mentor en de tweede op ‘t amsterdamsch Retourschip Houglij terwijl zijn Ed: aan ieder der gezeide Lootzen uit ‘s Comp:s Cassa tot ‘t inkoopen van kleederen, waarvan zig geheel ontbloot bevonden had laaten verstrekken 20 Rd:s dewelke dus per Factuur de kamer Zeeland zullen worden aangereekend

Wijders is verstaan te approbeeren de aanstelling door de Overheden van gedacht Schip Voorland gedaan, van Carel Wiese tot Bootsmansmaat Jan karseboom, Hannes Laars en Jan hendrik Wagener tot quartiermeesters mitsg:s Jan Coenraad Willem Smeding tot Scheeps Corporaal, alles echter onder gunstige nadere approbatie van de WelEdele Groot achtb: Heeren der Hooge Indiase Regeering van wien alle dezelve Persoonen, zo wel de bevestiging in de gemelde qualiteiten als de daartoe staande Gagien zullen moeten imploreeren

Laatstelijk geliefde den edelen Heer Commissaris den Raade te bedeelen, dat op aanstaande Zondag door zijn Ed: naar Baaij fals zou worden afgezonden een detachement van Honderd Infanteristen en Vijftig Artilleristen, voorzien van de nodige officieren om aldaar den dienst te verrichten en dat zijn Ed: naar ‘s Comp:s Post Muizenburg had laaten brengen twee Vrachten Garst en Twee Vrachten Hooij, om aldaar des nodig tot Paardevoeder te worden gebruikt

Aldus geresolveert ende gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten daage en Jaare voorsZ:

[Signed:] A: J: Sluijsken

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] J: J: Le Sueur

[Signed:] W: S: V: Rijneveld

C. 230, pp. 7-42.

Maandag den {17950420} 20 April 1795

’s voormiddags present de edele Heer Commissaris de Heere Gezachhebber en de Heeren Leeden Le Sueur en van Ryneveld

De Resolutien ter Vergadering van den 16 deezer genomen geresumeerd en geapprobeerd geworden zijnde, wierd vervolgens door den edelen Heer Commissaris ter tafel geproduceerd, drie notariëele actes sub dato 9 deezer voor de Notaris Jan Daniel Karnspek en zeekere getuigen gepasseert door de Schippers der naar Baaijfals verzonden Particuliere Scheepen Dordrecht , de Vrouwe Agatha en den Geertruij en Petronella waarbij protesteeren teegens de gemelde Verzending naar Baaijfals met alle de gevolgen van dien, van welke actes verstaan is bij voorkomende geleegendheid Copia authenticq aan te bieden aan de Wel Edele Groot Achtb: Heeren Bewindhebberen, ter kamer Amsterdam bij wien de dree gezegde Bodems zijn ingehuurd

Uit twee door de Overheeden van ‘s Comp:s Schip Voorland en de Pacquetboot de Star respectivelijk ingediende Eisschen en daarop gevolgd Bericht van den Equipagiemeester Jan Arnoud Voltelen, gebleeken zynde welke Equipagiegoederen aan eerstgemelde Bodem tot ‘t vorderen van deszelfs reize naar Batavia en welke aan de Pacquetboot de Star tot gebruik voor een rond Jaar behoren te worden verstrekt, zo is verstaan de gemelde Verstrekkingen, gevolg te doen neemen

dan vermits uit eene pro Memoria door gezegde Equipagiemeester aan den Heere Hoofdadministrateur ingedient is komen te consteeren dat van

welke aan de pacquetboot de Star moeten worden verstrekt niets in zijne administratie aan handen komt te zijn, zo is verstaan denzelven Equipagiemeester tot den inkoop van dit een en ander te qualificeeren zo als hij daartoe gequalificeerd word bij deeze.

Den gezegde Equipagiemeester by voorm: Pro Memoria alverder voorgedragen hebbende, het gebrek waarin men zig daaglijks vind aan ligte Yzertrossen en pik, beide Articulen die in de tegenswoordige omstandigheden ook niet bij particulieren kunnen worden bekoomen, zo is bij den Raade beslooten, om uit ‘s Lands Cargazoen van het in Baaifals geankerd leggend uitkomend Schip Voorland ten dienste deezes Gouvernements te ligten

zo nochtans dat bij aanbreng van de gemelde Articulen uit Nederland voor dit Gouvernement wederom eene gelijke quantiteit zal worden verzonden naar Batavia, in restitutie van ‘t geen thans heeft moeten worden geligt, van welk een en ander aan de Wel Edele Groot achtb: Heeren Bewindhebberen eerbiedig kennisse zal worden gegeeven.

De Capitein Luitenant van het meergenoemd Schip Voorland Jan Boodt zich door indispositie verhinderd vinden, de reize van hier naar Batavia per die Bodem ter vervorderen, en uit dien hoofde verzocht hebbende ter zijner herstelling eene nadere Scheepsgeleegendheid te mogen afwachten, zo is bij den Raade goedgevonden en dienvolgens beslooten aan dat verzoek te defereeren gelyk geschied bij deeze, zullende dus de Gagie van den gezegde Cap:n Luitenant Boodt moeten stilstaan tot tijd en wijlen dat hy wederom op een van ‘s Comp:s Bodems zal kunnen geplaatst worden, terwijl ter plaatsvulling hem Boodt op het Schip Voorland is bevorderd de Luit:t Gerrit Herklots G: Z: en tot Luitenant de Sous Luitenant Johannes Janssen beide onder approbatie van de Wel Edele Groot achtb: Heeren der hooge indiase Regeering van wien dezelve bevorderde personen zo de bevestiging in deeze hunne respective qualiteiten als de daartoe staande Gagie zullen moeten imploreeren

Hierna is geleezen een Rapport aan den edelen Heer Commissaris ingedient, door de Commissie welke zijn Ed: op verzoek van den Schipper Godlieb Jaager voerende het particulier ingehuurd Schip Dordrecht , heeft benoemd om de lekkagie welke zig aan die Bodem bevind te examineeren, uit welk Rapport gebleeken zijnde dat het Lek door de volbeladenheid van het Schip niet heeft kunnen worden gevonde, doch van zeer weinig importantie kwam te zijn, zo is verstaan Copia authenticq van dat Rapport bij voorkomende geleegendheid aan te bieden aan de WelEdele Groot achtb: Heeren Bewindhebberen ter presidiale kamer te Amsterdam en daarvan deeze aanteekening te houden

Uit een door de Overheden van de Pacquetboot de Star onder presentatie van Eeden verleende Verklaring gebleeken zijnde dat een Vat met 250 lb gezoute Spek aan boord van dat Vaartuig ten eene maale bedorven en oneetbaar geraakt, door ouderdom als zijnde voor twee Jaaren geleeden verstrekt geworden, zo is verstaan ‘t zelve bedorven Spek te laaten afschrijven en wederom een gelijke quantiteit van 250 lb aan die Bodem te doen verstrekken, en wierd ten deezen aanzien door den edelen Heer Commissaris gecommuniceerd dat het voorzeide onbruikbaar Spek ter ordre van zijn Ed: door de ordinaire Gecommitteerdens in Zee was geworpen.

Vervolgens geliefde den edelen Heer Commissaris te bedeelen, dat voor de directie van Canton in China , onder anderen was geeischt eene zeer geringe quantiteit fijne kaapse Wijnen, waarvan de leverantie niet was bedongen, bij het Contract van aanbesteeding met den Burger Jacobus Johannes van den Bergh over de benodigde Wijnen aangegaan, doch dat de gezegde van den Bergh hadde aangenoomen dezelve geringe leverantie voor de volgende prijzen te willen doen, als

waarop beslooten is het voorzeide aanbod door den Burger Jacobus Johannes van den Bergh gedaan te accepteeren zo als geschied bij deeze, zullende dus de voorn: Wijnen van hem ontfangen naar China verzonden en derwaards aangereekend worden.

Aan Landdrost en Heemraden van Zwellendam bij besluit deezer tafel van den 15 October Jongstleeden gelast geworden zijnde, den Raade te dienen van derzelver consideratie en bericht over onderscheidene persoonen onder hun District, welke ingevolge de nevens gedacht besluit aan hem toegezonden Lijsten verzoek hebben gedaan van de betaaling hunner achterstallige recognitiepenningen, geheel dan wel ten deele ontheft te worden, zo is ter voldoening daaraan door gedacht Colegie aan deeze Regeeringe geaddresseert het volgend Vertoog

Aan den Wel Edele Groot achtb: Heer Abraham Josias Sluijsken Raad ordinair van Neerlands India en Commissaris van Kaap de Goede Hoop en dies Ressorte & & & den Wel Ed: achtb: Heer Gezachhebber en den Ed: Heeren Raden van Politie

‘Wel Edele Groot Achtb: Heer en E: Achtb: Heeren!’

‘De onderget: Landdrost en Heemraden der Colonie Zwellendam ter sessie van den 24 Januarij deezes Jaars in opvolging aan ‘t geordonneerde bij Extract Raadsbesluit van Uwel Ed: Groot Achtb: en E: achtb:s de dato 15 October laatsleeden, aan den Wel Edelen Heer ontfanger Generaal ingevolge ‘t door zijn WelEd: ten zelven dage aan UwelEd: Groot achtb: en E: achtb: ingediend Vertoog hebbende gesuppediteerd zodanige mogelijke elucidatien en berigt, als bij de ons toegezondene Lijsten sub L:s A. B. C. en D. nopens de daarbij gementioneerde Persoonen en Leeningsplaatzen zijn gevorderd en welk Bericht door welgem: Edele Heer ontfanger aan den eerstonderget: Landdrost is teruggezonden geworden met bevel, nadien de Resolutie van gemelde 15 october bij ons niet wel zoude begreepen zijn, desweegens aan Uwel Ed: Groot achtb: en E: achtb: rapport te doen zo hebben wij thans de Eer UwelEd: Groot achtb: en E: achtb: te berigten en wel in de eerste plaatze onder.’

‘Litt A:o Dat de arme daarbij gespecificeerde Leeden welke buiten staat zijn hunne achterstallige recognitie te konnen opbrengen en van welkers voldoening dan ook als wanhopig, provisioneel door UwelEd: Groot achtb: en E: Achtb: zijn vrij gesprooken niet alleen door dit Colegie zal onder ‘t oog werden gebracht de verpligting, die weegens deeze aan hen betoonde geneegendheid en consideratie op hen legd, maar dat zij ook bij Publicatie zijn gelast in ‘t vervolg, Jaarlijks zonder verzuim hunne recognitie penningen behoorlijk op te brengen.’

‘Met betrekking tot de sub Litt: B. gementioneerde Persoonen hebben wij de Eer UwelEd: Groot achtb: en E Acht: te berigten, dat men wezentlijk in het oog gehad heeft, dat die Leeden meriteerden van de helft hunner achterstallige Recognitie te worden ontheeven en vrijgesprooken, ten einde daar door in staat te worden gesteld van tijd tot tijd en niet ogenbliklijk als zijnde zulks voor hen volstrekt onmogelijk de andere helft te kunnen opbrengen, en zijn bereids die menschen insgelijks ter voldoening aan ‘t door den WelEd: Heer ontfanger gevorderde tot de Jaarlijkse voldoening hunner recognitie en betaaling der resteerende achterstallige helft ingevolge Publicatie van de Hoog edele Heeren Commissarissen Generaal de dato 20 februarij 1793 geadhorteerd Uwel Ed: Groot achtb: en E: achtb: zullen ‘t ons wel ten gelden gelieven te duiden als wij de vrijheid gebruiken aantemerken dat wij wezentlijk overtuigd zijn dat Lambert Saaijman, Fredrik Botha en Jacobus Francois Joubert in die omstandigheeden verseeren dat de helft hunner ten agteren staande recognitie penningen kan afgeschreeven worden, dog dat die Lieden waarschijnlijk uit vreeze van aan de Kaap komende gearresteerd te zullen worden de penningen welke zij in mindering hunner agterstal hebben voldaan of bij particulieren ter leen genomen, of wel door het verkoopen van eenige Goederen bij een verzameld hebben.’

‘De onderget: de Eer hebbende UwelEd: Groot achtb: en E: Achtb: bij deeze een lopie der Lijst gem:t Litt: C: met de door ons daar opgegeevene en in margine gestelde elucidatien aan te bieden nemen wyders de vryheid Uwel Ed: Groot achtb: en E: achtb: te verzeekeren dat thans buiten staat zijn om de Sub L: D: verlangde ophelderingen te konnen meede deelen, dog dat zij zonder verzuim dienaangaande met den meesten spoed de vereischte indagatien zullen doen, om als dan zonder eenige verzuim Uwel Ed: Groot achtb: en E: Achtb: te dienen van berigt, terwijl echter de Persoonen Jacobus Oortuijzen, Nicolaas Haarhof, Johannes Cornelis Barhauzen, Gerrit van Rooijen en de Wed: Swanepoel bereids zyn ontbooden om de van hun gevorderd Verklaaringen te doen passeeren en na gedaan recollement beëedigen’

‘De Onderget:s hoopende aan ‘t geordonneerde van Uwel Ed: Groot achtb: en E: achtb: te hebben voldaan hebben de Eer deezen voor needrig Berigt te laaten dienen’

Zwellendam den 12 Maart 1795’

’/ geteekend / A: A: Faure P: Pienaar L: de Jager H: Muller P: du Preez’

na lecture van welk Vertoog bij den Raade is goedgevonden en dienvolgens beslooten het zelve te stellen in handen van den Heere Boekhouder van ‘s Lands Generaale Inkomsten met en beneevens de daarbij gevoegde Lijsten ten einde den Raade te berichten welke besluiten zo ten aanzien van de daarbij voorkomende onvermogende Persoonen als anderzints zouden kunnen worden genoomen.

Landdrost en Heemraaden voormeld ter voldoening aan het besluit deezer Tafel van de 5 December anno passato aan deezen Raade geaddresseerd hebbende een Lijst van zodanige europeaanse Ingezeetenen als zig onder hun District met er woon bevinden, zo is goed gevonden dezelve Lijst te doen geworden aan den Chef en Visitateur der Soldijen Clemens Mathiessen Junior met last daarvan tot zuivering van de Soldijboeken deezes Gouvernements het vereischt gebruik te maken.

Nog door Landdrost en Heemraden voorm: bij Missive verzoek gedaan zijnde om ter oorzaake van de steeds omzwervende Bosjesmans hottentotten en Bergschelmen onder het District van Zwellendam te moogen worden voorzien van 1000 lb Buskruit 2000 lb Loot en 1000 P:s Vuursteenen, zo is verstaan aan dat verzoek in zo verre te defereeren dat aan gemelde Colonie zal worden verstrekt.

dan vermits den Landdrost der Colonie Zwellendam Antonij Alexander Faure tot nu toe in gebreeken is gebleeven, omme ter voldoening aan het besluit deezer Tafel van den [.....] behoorlijke Reekening en verantwoording te doen van ‘t Buskruit Loot en Vuursteenen ten behoeve van zijn District verstrekt. zo zal dezelve bij Extract deezer nogmaals worden geordonneert en gelast van al ‘t geene hij van voorzeide Articulen op dato van gemelde Resolutie restant heeft gehad, en vervolgens heeft ontfangen specifiecque verantwoording te doen, en daar meede na behooren continueeren.

De geweezen Baas van ‘s Comp:s Post de Zoetemelksvalleij Marthinus Theunisse aan deezen Raade geaddresseerd hebbende het onderstaand Request

Aan den Wel Edele Groot achtb: Heer Abraham Josias Sluijsken Raad ordinair van Neerlands India, mitsg:s Commissaris van Kaap de Goede Hoop en den ressorte van dien & & &

‘Wel Edele Groot Achtb: Heer!’

‘Geeft met Eerbied te kennen Uwel Ed: Groot achtb: onderdanige Dienaar den Baas van ‘s Comp:s Post aan de Zoetemelks valleij Marthinus Theunissen.’

‘Hoe den Suppl:t reeds zeedert den Jaare 1764. als Baas van ‘s Comp: Post aan de Buffeljagtsrivier en vervolgens ook als zodanig aan de Zoetemelksvalley dienst gedaan hebbende dikwerf zo tot reparatie van de Post zelve, als het aanhuuren van Hottentotten tot oppassinge van ‘s Comp: Vee en reparatien van ‘s Comp: wagens zeer veele penningen uit zyn eigen zak heeft moeten uitschieten zonder daarvoor immer de geringste voldoeninge te hebben bekoomen, als alleen dat hem eerst door den Wel Edele Achtb: Heer Gouverneur Rijk Tulbach is vergund geworden om ter goedmaking van die kosten uit ‘s Comp:s omstreeks de Posten leggende Bosschen, eenig hout te moogen kappen en Kaapwaards opbrengen.’

‘dat de penningen uit zodanige Houtwerken geprovenieerd, ook altoos hebben gedient tot eene toelaag of middel van bestaan zo wel voor de Baas als voor ‘t Volk op de Post bescheiden, als dewelke alle geen ander inkoomen of teevens onderhoud genieten als hunne Gagie en kostgeld van de E: Comp: onder dewelke den Supp:t dus gewoon is, dienaangaande eene evenreedige verdeeling te maaken.’

‘Dat zulks ook in zelvervoegen aan den Suppl:t is vergund geworden door den Wel Ed: Groot achtb: Heer Gouverneur van Plettenberg en dat wanneer den Wel Ed: Gestr: Heer Gouverneur van de Graaf deszelfs bestier aanvaarde zijn Ed: eerst aan den Supp:t die uit hoofde voorsZ om de voortduuring van die concessie kwam te verzoeken heeft geordonneert geen hout meer op te rijden met bijvoeging dat zijn Ed: Gestr: als overtuigd dat de Baas en zelfs de geheele Post van de bloote Gagie der E: Comp onmogelyk konde bestaan en een voortgang van ‘s Comp:s werk zonder andere zwaare kosten niet langer plaats konde hebben aan den Suppl:t uit ‘s Comp: kas zodanige toelaag zoude bezorgen als met de billijkheid zoude worden overeenkomstig geacht’

‘Dat eenige Maanden daarna den gem: Ed: Gestr: Heere van den Graaff, den Supp:t heeft doen Kaapwaards komen en aangezegt dat er uit ‘s Comp:s kas geene toelaag tot onderhoud van de post konden worden verstrekt en dat derhalven het oprijden van hout voor den onderget: zoude blijven op den ouden Voet.’

‘Dat zulks dan ook is gecontinueerd tot dat in den voorleeden Jaare aan den Supp:t en de overige Baasen der ‘s Comp: Posten bij publicatie van [.....] het kappen van hout op eene pœnaliteit van Rd:s 200:- voor ieder Vragt is verbooden geworden wanneer den Supp:t daarmeede ook dadelijk heeft doen ophouden’

‘dat den Suppl:t overtuigd van de vaderlijke zorgen en welmeenentheid welke UwelEd: Groot achtb: zo wel voor de belangens der Ed: Maatschappij en Ingezeetenen als haare dienaaren, in alle deszelfs beschikkingen doet doorstraalen, zich de vrijheid heeft aangematigd al het voorenstaande eerbiedig ter kennisse te brengen en in welderzelver wijze overweeging met alle verschuldigde onderdanigheid voor te stellen.’

‘Dat er door de E: Comp: noch nimmer een Wagenmaker nog Smit, op ‘s Comp: post aan Zoetemelks Valleij als ambagtslieden is te goed gedaan, veel min eenige andere kosten die dagelijks tot voortzetting van het werk en in standhouding van Gebouwen en andere ‘s E: Comp: effecten worden vereijscht’

‘Al het welke den Suppl:t eerbiedig de vrijheid neemt in den vaderlijke Schoot en gewoone ontferming Uwer Wel: Ed: Groot achtb: needer te leggen, en van UwelEd: Groot achtb: mitsdien needrig te verzoeken dat het van Welderzelver gunstig welbehagen zijn moge, aan den Suppl:t te vergunnen om maandelijks Een wagen Vracht Hout tot onderhoud van de post, den Baas en ‘t post volk te mogen kappen, zullende den Suppl:t eene diergelijke concessie aan hem verleende zijnde wel naauwkeurig zorgen dat de gezegde bepaling niet werden overtreeden en dat aldus het kappen van ‘t voorsZ hout niets anders geschiede, als tot het gem: einde nodig is, en waarlyk zo den Suppl:t zig niet ten eenemaale tot armoede wil gebragt zien, in deezen tot in standhouding van de post zelve en voortgang van ‘t welk word vereischt.’

‘T welk doende &.’

’/ get / M: Theunissen.’

zo is den Raade in overweeging genomen, dat daar aan den gezegde Theunissen, eerst bij besluit deezer tafel van den 4 November 1793 uit hoofde van zijne langjaarige diensten en gedwongen ontslag uit den dienst der E: Comp in huur is afgestaan de plaats het Ziekenhuis voor een geringe betaling van Rd:s 24:- ‘s Jaars en hij vervolgens bij Resolutie van den 27 der gem: Maand van de betaaling dier huurpenningen is ontheeven, onder conditie dat hy het opzicht over de gem Post de Zoetemelksvalleij zou blijven waarneemen, zonder daarvan eenige bezolding van de Compagnie te genieten, hij ook geene reedenen hoegenaamd kan hebben om bij deeze faveurs nog andere te verzoeken vooral de permissie om in de Bosschen langs de gem: post leggende, en welke met uitzondering van alle In en Opgezeetenen altoos enkel en alleen ten behoeve der Compagnie zijn gebruikt ten zijnen voordeele of schadeloosstelling alle Maanden een Vracht Hout te moogen kappen en dezelve ter verkoop Kaapwaards te brengen, alzo dezelve permissie niets anders zou kunnen te weegen brengen dan geduurige verzoeken van de kant der Burgers om in deeze Particuliere betrekking met den gezegde Theunissen gelijk te worden gesteld en het weigeren van die verzoeken geen genoegzaame grond zou hebben om klachten en misnoegen, voor te koomen, en derhalven ook beslooten het verzoek door hem Theunissen bij zijne gezegde Requeste gedaan te declineeren en te wijzen van den hand, zo als het zelve van den hand geweezen en gedeclineerd word bij deeze; zullende echter zo wanneer door den Suppl:t eenige onkosten zullen moeten worden geimpendeert om eenig Hout voor de Compagnie te kappen of Kaapwaards te vervoeren, dezelve onkosten aan hem naar billijkheid uit haare Cassa worden betaald.

dan vermits uit het gemelde Requeste den Raade is koomen te blijken dar de bezolding door hem Theunisse voor heen genooten, zedert het besluit deezer tafel van den 27 November 1793 volgens welke hem wel is toebetrouwd en opgedragen, het toezicht over de post de Zoetemelksvalleij en als wat daartoe gehoord, doch zonder daarover eenige bezolding van de Compagnie te genieten niet teegenstaande dit besluit aan hem tot nu toe maandelijks is uitgereikt en door hem ontfangen, zo zal de Chef en Visitateur der Soldijen Clemens Matthiessen J:r bij Extract deezer worden gelast te zorgen dat de Gagie, Kostgelden en Emolumenten bij den meergen: Mart:s Teunissen zedert den 27 November 1793 tot heeden genooten, door hem Theunissen ten spoedigste aan den E: Compagnie worden gerembourseerd en betaald, omme hem vervolgens bij de Soldijboeken deezes Gouvernements onder afgeschreeven Gagie te laten voortloopen.

Door de ordinaire Gecommitteerde Johannes Henricus Fisscher, de onderafgesZ gagie gestelde adsistent Rijk Arnoldus Mauritius Cloete en Jannetje Smuts weduwe wylen den Burger Tobias Jurgens bij Requeste verzoek gedaan zijnde omme respectivelijk ieder in eigendom te mogen hebben een strookje Gronds geleegen in deeze Tafelvalleij , zo is verstaan alle dezelve Requesten te stellen in handen van Commissarissen uit den Raade van Justitie met last te onderzoeken of de uitgaave van de door de Suppl:ten respectivelijk verzogte stukken gronds aan hem zouden kunnen worden afgestaan zonder aan den Comp:s ofte aan eenige der Ingezeetenen prejuditie toetebrengen, omme vervolgens te taxeeren hoe veele door ieder hunner voor die verkrijging tot eene erkentenisse aan de E: Comp: zou behooren te worden voldaan en over dit een en ander den Raade te dienen van derzelver Consideratien en Bericht.

De Sous Luitenant der Burgerije Coenraad Nelson, almeede bij Requeste verzoek gedaan hebbende om de eigendom van een stukje Lands geleegen in deeze Tafelvalleij , achter het Land aan hem bij besluit deezer Tafel van den 23 April anno passato in eigendom afgestaan, zo is bij overweeging dat de uitgaave van het als nu verzochte Land even dezelve klachten en moeilijkheeden zoude kunnen veroorzaaken, als die welke omtrend het geene geene hen in den voorleeden Jaare in eigendom is vergunt hebben plaats gehad, bij den Raade beslooten dat verzoek te declineeren en te wijzen van den hand, zo als het zelve gedeclineerd en van den hand geweezen word bij deeze.

De Burger Petrus Johannes Theron bij Requeste verzoek gedaan hebbende, om de eigendom van een stukje Lands ter groote van 2 Morgen 450 quadraat roeden, geleegen onder ‘t District van Drakenstein in ‘t Land van Waveren aan de Witsenbergen het welk volgens besluit van Landdrost en Heemraden van Stellenbosch en Drakenstein aan hem onder betaling eener Recognitie van Honderd Guldens indiase waarde, zou kunnen worden afgestaan, zo is by den Raade goedgevonden en dienvolgens beslooten aan des Supp:s verzoekt te defereeren, wordende dus het door hem verzochte Land aan hem in eigendom afgestaan, mits daarvoor aan de Comp: tot eene erkentenisse betaalende eene Som van Een honderd Guldens of Rd:s 33 1/3 en voorts onder zodanige bepaalingen als door Landdrost en Heemraaden bij hun gedacht Resolutie zijn opgegeeven.

Door den Burger Jacob de Villiers Jacobsz bij requeste verzoek gedaan hebbende om te moogen worden bevrijd van de betaaling van ‘s Heeren Gerechtigheid bij ‘t ontfangen van transport en opdracht van zeekere plaats door wijlen zijne Moeder Catharina Booijen weduwe wylen den oud Heemraad Jacob de Villiers de oude bij haare testamentaire dispositie de dato 19 Junij 1784 aan hem vermaakt voor eene Somma van Twintig duizend Guldens, zo is verstaan aan dat verzoek te defereeren voor zo verre zijn aandeel of erfportie in de nalatenschap van zijne voorm: Moeder betraagd en hem dus in de waarde van dit huis zoude zijn te beurt gevallen zonder meer en zal daarvan by Extract deezer kennisse worden gegeeven aan den Heere Boekhouder van ‘s Lands Generaal Inkomsten ten einde te strekken tot zijn Ed: informatie en naricht

Vervolgens is geleezen een Request door den Burger Barend Fredrik Liebenberg aan deeze Regeering geaddresseerd luidende als volgt.

Aan den Wel Edele Groot achtb: Heer Abraham Josias Sluijsken, Raad ordinair van Neerlands India, mitsgaders Commissaris van Kaap de Goede Hoop en den Ressorte van dien & & & beneevens den WelEdele achtb: Heer Gezaghebber en de verdere Ed: achtb: Rade van Politie

‘Wel Edele Groot Achtb: Heer! en E: Achtb: Heeren!’

‘Geeft met verschuldigde eerbied te kennen Uwer WelEd: Groot achtb: en E: Achtb: zeer onderdanige en gehoorzaame Dienaar Barend Fredrik Liebenberg in huwelijk hebbende Magdalena Johanna Mouton weduwe wylen den Burger Joseph de Clerq.’

‘Dat evengemelde zijne Huisvrouw Magdalena Johanna Mouton na het overlijden van wylen haar gezegde man uit den gemeenschappelijken Boedel per publicque Vendutie heeft gekogt zeekere plaats genaamd de Vogel valei bij de Rodezands Cloof voor eene Somma van ƒ29000:- waarvan hij Suppl:t gaarne wenschte Transport en opdragt te ontfangen.’

‘En nadien volgens bijleggende Extract uit de weesboeken alhier blijkt, dat aan de Supp:ten meerm: Huisvrouw weegens haar gerechte helft in voorsZ haar gemeenschappelijken boedel competeerde en ook in Reekening’


is gevalideerd Rd:s 7079:33
mitsg:s als Erfgenaam d:o 1179:45
dus te zamen een Montant van Rd:s 8259:30

is gevalideerd Rd:s 7079:33
mitsg:s als Erfgenaam d:o 1179:45
dus te zamen een Montant van Rd:s 8259:30

‘zo neemt den Supp:t de vrijheid van UwelEd: Groot Achtb: en E: achtb: reverentelijk te verzoeken dat nadien Weesmeesteren de gezegde Plaats aan des Suppliants Huisvrouw in voldoening haarer voorsZ Erffenis staan te cedeeren, met uitkeering door de Suppl:t van ‘t geen op de Kooppenningen te kort komt, bedragende een montant van Rd:s 1407:2: het welk van Uwel Ed: Groot achtb: en E: achtb: gunstig welbehagen zijn mooge, den Suppl:t uit hoofde voormeld, te ontheffen van de betaling van het Heeren Regt ter concurrentie van voorsZ bedragen van Rd:s 8259:30: neemende den Suppl:t voorts aan van het surplus ‘s Lands Gerechtigheeden naar behooren te voldoen.’

‘’T welk doende &:’

’/ get / B: F: Liebenberg.’

en na deliberatie over het daarbij voorkomend verzoek om bevrijd te blijven van de betalingen van ‘s Heeren Geregtigheid van de Kooppenningen der plaats door des Supp:ts Huisvrouwe Magdalena Johanna Mouton gekocht uit de gemeenschappelijke Boedel van haar en wijlen haar eerste Man Joseph de Clercq goedgevonden en dienvolgens beslooten aan dat verzoek in zo verre te defereeren, dat den Supp:t bij het transport van gedachte plaats zal zijn bevrijd van de betaling van ‘s Heeren Gerechtigheid voor de helft van de ƒ29000:- kooppenningen haar uit de gemeenschappelijke Boedel competeerende en van dat gedeelte der gemelde Somma ‘t welk haar als Erfgenaam van haare Man toekomt, doch voor niet verder, zullende hiervan bij Extract deezer informatie worden gegeeven aan den Heere Boekhouder van ‘s Lands generaale Inkomsten ten einde te strekken tot zijn naricht

De Capitein ter zee Nicolaas Acker aan deezen Raade gericht hebbende het volgend Request

Aan den Wel Edele Groot achtb: Heer Abraham Josias Sluijsken, Raad ordinair van Neerlands India mitsgaders Commissaris & & & en den Ed: achtb: Raad van Politie deezes Gouvernements

‘Wel Edele Groot Achtb: Heer en E: Achtb: Heeren!’

‘Den onderafgeschreeven Gagie gestelde Capitein ter zee Nicolaas Acker uit UwelEd: Groot achtb: en E: achtb: Vergaderinge de Eer gehad hebbende Een Extract Resolutie in dato 20 Maart Jongstleeden te ontfangen waarbij door Uwel Ed: Groot achtb: en E: achtb: aan dezelve gelast word om Rd:s 250:- in ‘s Comp: Cassa te betaalen ter Vergoeding van 50 Lasten rijst die door den Suppl:t in den Jaare 1790 / doen het Schip Zoutman Commandeerende / volgens aanschrijving der hooge indiase Regeering te min in dien Bodem gelaaden waare.’

‘Dan dewijl den Suppl:t uit zijne nog onder hem berustende papieren, quitantien &:a ontwaard heeft dat hij in steede van 50 Lasten te min zelfs circa 33 Lasten meer in voorm: Bodem van Batavia op Java heeft aangebracht booven den 500 Lasten die ord:r in een Schip van 150 Voeten worden gelaaden zo neemt hij de vrijheid ten bewijzen hiervan een specificque Lyst, van zijne toen ingehad hebbende Lading onder Bijlaage N:o1 hierbij gevoegd, aan Uwel Edele Groot Achtb: en E: achtb: aantebieden’

‘Dat hij Supp:t ook van den E: Visitateur en Hoofd der Soldijen Matthiessen aangezegt geworden dat hij ook nog op zijn Soldij Reekening moest belast worden voor zyne 2/3 aandeel voor ƒ116:3:12 weegens 3 halve legers die bij den aankost van voorn: Schip Zoutman , van Java te Batavia in Maij 1790 door de Scheepsoverheeden te kort zijn uitgeleevert geworden.’

‘Den nederigen Suppl:t neemt almeede de vrijheid Uwel Ed: Groot Achtb: en E: achtb: ter kennisse te brengen dat hy met meergemelde Bodem den 18 Mei 1790 van Joana ter Rheede Samarang is gearriveerd, dat hij van den toen aldaar zynde WelEd: Gestr: Heer Gouverneur Greeve is geordonneerd geworden, om tegens des anderen daags zich gereed te houden met een brief van zeer veel aangeleegendheid voor den Hooge Indiase Regeering te Batavia te vertrekken, dat hij dien Brief de volgende dag saturdagmiddag van zyn WelEdele Gestrenge ontfangen heeft, met strik bevel zig terstond aan zijn Boord te begeeven en na Batavia te zijlen welke geëerde ordre door den Supp:t direct is geobedieerd geworden dog bij zijne komst aan Boord ontdekte, dat drie heele Leggers die van Samarang voor Batavia afgescheept waaren geworden niet in het Schip waaren ontfangen en dewijl hij Supp:t begreepe dat het te rug blijven dier 3 Leggers niet konde opweegen aan den spoed die vereischt wierd, in het opvolgen der ordres van den WelEdele Heer Gouverneur, zo is denzelve terstond onder zeil gegaan, en heeft dus de drie heele leggers, blijkens de hierbij geannexeerde Copia authenticq Verklaring, onder N:o 2 agter uitgezeild, waarvan hij bij zijn aankomst te Batavia aan den WelEdele Groot achtb: Heer Directeur, verslag heeft gedaan, en den origineele Verklaring overgegeeven, aan zijn Wel Ed: Groot achtb: zijnde hij Supp:t bij zijn vertrek van Batavia na herwaards, op zijn Soldijreekening daar niet belast voor geweest.’

‘Den Supp:t neemt dus met alle gepaste eerbied de stoutmoedigheid zich tot Uwel Ed: Groot Achtb: en E: Achtb: te wenden met nedrig verzoek dat het UwelEd: Groot Achtb: en E: Achtb: mogen behaagen, om zodanig een gunstig besluit te neemen, als het UwelEd: Groot achtb: en E: Achtb: zal goedvinden om den Suppl:t van de twee bovengem: belastingen te ontheffen’

‘’T welk doende &.’

’/ geteekend / N: Acker’

zo is na deliberatie over dezelve Requeste bij den Raade bestgedacht, en dienvolgens beslooten Copia daarvan beneevens dies Bijlaagen bij eerstvoorkoomende geleegendheid aan te bieden aan de Wel Edele Groot achtb: Heeren Bewindhebberen met beede op des Suppliants verzoek om ontheffing ter erlangen van de daar bij vermelde belastingen, een gunstig reguard te willen slaan.

Na dit alles geliefde den Edelen Heer Commissaris den Raade te bedeelen dat zijn Ed: twee Cannoniers van de eerste Classe in naame Claas de Harder en Lodewijk Sneider uit hoofde van hun allezints slegt gedrag hadt gedeporteerd tot Soldaat en als zodanig doen plaatsen op het naar Batavia gedestineerd Schip Voorland

Laatstelijk in overweeging genomen zijnde dat het bij deeze meergenoemd Schip Voorland door de Hooggebiedende Heeren Majores is gedestineerd naar het Rijk van China en dus zo wel de belangens der Maatschappij als de voorgeschreeven destinatie koomen te vorderen dezelve Bodem in dit vergevorderd Jaargetij deszelfs reize te doen voortzetten te meer daar ‘s Lands Schip van oorlog Medemblik ter herstelling van zijne Equipagie nog eenige tyd in Baaij fals zal moeten vertoeven, het onzeeker is wanneer de Scheepen onder Convooi van gemeld oorlog Schip te gelijk met voorland uit Texel gezeild alhier zullen aanlanden en de berichten van Mauritius te kennen geeven dat van daar geen kapers in Zee zouden zijn, zo is om alle deeze reedenen bij den Raade beslooten gedacht Schip Voorland op den 27 deezer maand weer en wind daartoe dienende deszelfs reize uit Baaijfals naar Batavia te doen aanneemen.

Aldus geresolveerd ende gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten daage en Jaare voorschr:

[Signed:] A: J: Sluijsken

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] J: J: Le Sueur

[Signed:] W: S: V: Ryneveld

C. 230, pp. 43-76.

Vrijdag den {17950424} 24 April 1795.

’s voormiddags, present de edelen Heer Commissaris, de Heer Gezachhebber en de Heeren Leeden Le Sueur en van Ryneveld.

De Resolutien ter sessie van de 20 deezer genomen geresumeerd en geapprobeerd geworden zijnde, geliefde den edelen Heer Commissaris den Raade te bedeelen dat zijn Ed: uit Baaijfals rapport hadt ontfangen van het arrivement aldaar van ‘s Lands Fregat van oorlog de Scipio en ‘s Lands brik van oorlog de Comeet , met alle de neevens deeze derwaards gedepecheerde Retourbodems met uitzondering alleen van het particulier ingehuurd Schip de Geertrui en Petronella

De Capitein ter Zee, welke ingevolge het genoteerde bij de Resolutien van den 4 deezer door den edelen Heer Commissaris zijn gecommitteerd geweest, tot ‘t examineeren der gebreeken, welke zig aan ‘t in Baaijfals geankerd leggend Schip de Castor koomen te bevinden aan Welgemelde edele Heer Commissaris over hunne bevinding in deeze ingedient hebbende het volgend Rapport.

Aan den Wel Edele Groot achtb: Heer Abraham Josias Sluijsken Raad ordinair van Nederlands India, mitsgaders Commissaris deezes Gouvernements en den Ressorte van dien & & &.

‘Wel Edele Groot Achtb: Heer.’

‘Ingevolge UwelEd: Groot Achtb: zeer gehonoreerd bevel, hebben wij onderget: Capiteins ter zee expres gecommitteerd ons begeeven naar Baaijfals en aldaar ons vervoegd aan Boord van ‘s E: Comp: aldaar geankerd Schip de Castor ten einde ten overstaan van den Equipagiemeester deezes Gouvernements en in het byweezen van den Gezachhebber dier Bodem gedachte Bodem met alle naauwkeurigheid te examineeren en van de gebreeken welke zig aan het gedacht Schip komen te bevinden UwelEd: Groot achtb: te berigten, en teffens optegeeven de wijze op dewelke dezelve met de meeste spoed en minsten kosten zullen kunnen worden gerepareerd, en of het gem: Schip de Castor daar door in staat zal kunnen worden gebracht in de Maand Junij aanstaande deszelfs reize naar de Plettenbergsbaaij te kunnen voortzetten, doende van deeze bevinding aan UwelEd: Groot achtb: in geschrifte zodanig dat zulks des gerequireerd solemneel te kunnen bekragtigen’

‘ten fine waarvan wij de eer hebben UwelEd: Groot Achtb: in deezen te berigten dat wij met de uitterste naauwkeurigheid zulks hebben verrigt en bevonden de meeste houten in het ruim vergaan, waartoe verscheide oplangers of Catten spooren zoude nodig zijn, die eerst, in het Bos moeten gekapt worden en vervolgens los van binnen geboeit, en als dan wanneer het Schip absolut gekield moetende worden van buiten zoude moeten worden ingeboeit alles het welk zeer veel moeite, tijd en kosten zal veroorzaaken, kunnende wy dan nog niet weeten wat gebreeken zig aan de buitenhuid & in de ruim en daarop onder op doen zullen, die van het uiterste belang kunnen bevonden worden, en deeze moeite tot niets zoude kunnen brengen zijnde het grootste gebrek van dat Schip dat de houte in de kimme door haar vervuuring en verrotting, geen steun kunnen geeven, en het Schip aldaar met werken in zee zijn waater maaken moet, alzo het Schip van buiten naar de laatste knien, die wij in ‘t dusschen deks gezet hebben geen werking in de Lijfnaaden der dekken bevonden hebben, en dat naar dit Schip behoorlyk gecalmaaijd, gecalvaat en voor de steeven naaden als ook in de Boegen met lood goed voorzien zijn deeze Reis om Hout nog zal kunnen naar Plettenbergsbaaij onderneemen Zeerampen en nooden waar door den Sterveling niet kan instaan er buite geslooten.’

‘Hiermeede hoopen de ondergeteek:s aan UwelEd: Groot Achtb: intentie te zullen hebben voldaan laaten zij dit dienen van Berigt’

Baaijfals den 19 April 1795’

‘als Gecommitteerdens’

‘get N: Acker N: Klopper M: van Eijk P: v: Wijngaarden Joh: Kenieuter’

‘in mijnen bijweezen’

‘/get/ J: F: Gerhardt’

‘ten mijnen overstaan’

’/ get / J: A: Voltelen’

zo is nadien uit het zelve bericht volkoomen consteerd dat de beduchtheid deezes Raads omtrend de slegte toestand van dien Kiel meer dan te veel bewaarheid is geworden, dewijl dezelve alhier onmogelijk kan worden gepareerd, om eene reize naar Plettenbergsbaaij te onderneemen. bij den Raade goedgevonden en dienvolgens beslooten Copia authenticq van voorzeid berigt nog per de aanweezende Retourscheepen aantebieden aan de Wel Edele Hoog Achtb: Heeren Bewindhebberen gecommitteerd ter ilustre Vergadering van Zeeventienen met allereerbiedigst doch niet minder instantig verzoek omme uit aanmerking dat ‘t gedacht Schip de Castor onmogelijk kan dienen tot de eindens waartoe een permanent Schip aan deezen Uithoek niet te ontbeeren is, wel de goedheid te willen hebben dit Gouvernement te laaten voorzien van een ander Bodem, bekwaam om de noodzaaklijke tochten, welke op deeze Custen meestal in het ruuwste Jaargetij moeten worden gedaan, behoorlijk te kunnen volvoeren, dan vermits het meermeld Schip de Castor ingevolge het Bericht van Gecommitteerdens des noods nog een enkelde tocht naar Plettenbergsbaaij zal kunnen doen, zo is alverder dat de hoogste noodzaaklijkheid het zelve vorderd alzoo men dermaaten meede van Houtwerken onvoorzien is, dat buiten des zoo wel de Comp: als de Colonie in den groote ongeleegentheid geraaken zal, verstaan dezelve Bodem in de maand Junij eerstkomende derwaards te laaten vertrekken, omme van daar aftehalen het inlandsch Hout voor Reekening van de Compagnie ingekogt en opgelegd waarbij Extract deezer kennisse zal worden gegeeven, aan Gecommitteerdens over de gezegde Baai ten einde te strekken tot hunne informatie en naricht.

Vervolgens geliefde den edelen Heer Commissaris den Raade te bedeelen, dat de kopers van het Wrak van het in den voorleeden Jaare aan Zoetendaalds vallei gestrand keizerlijk Schip La Jardiniere daarvan geborgen en herwaards gebragt hebbende twaalf Yzere Canons, zijn Ed: de Majoor en Chef der Artillerij George Coenraad Kuchler hadde gelast dezelve Stukken te probeeren en vervolgens te tauxeeren teegens welke prijs voor Reekening van de Compagnie zouden kunnen worden overgenoomen, en dat zijn Ed: daarover hadde ontfangen het volgend Schriftelijk Rapport.

Aan den WelEd: Groot achtb: Heer Abraham Josias Sluijsken Raad ordinair van Neerlands India mitsg:s Commissaris over ‘t Gouvernement van Kaap de Goede Hoop en den Ressorte van dien & & &.

‘Wel Edele Groot Achtb: Heer!’

‘Den ondergeteekende heeft de Eer aan UwelEd: Groot achtb: te rapporteeren, als dat denzelve ingevolge van Uwel Edele Groot achtb: zeer gerespecteerde ordres de 12 Canons, dewelke door den Baas Theunissen en den Burger W: Otto van overbergen wel van ‘t onlangs verongelukte keizerlijke Schip alhier zijn aangebragt behoorlijk heeft doen examineeren en probeeren dezelve zijn alle goed en bruikbaar, en van Caliber als volgt.’

‘Tot ‘t probeeren van voorn: Canon is verbruikt het volgende.’

‘Voor 3 Canons à 6 lb’

‘Voor 7 Canons à 5 1/2 lb ofte 6 lb kleine’

‘Voorts is nog tot ‘t probeeren eenige gezwinde londt en Zwavel verbruikt. zo dat tot de geheele Proef verconsumeert zijn’

‘Vermits nu Uwel Edele Groot Achtb: goedgevonden heeft dat den ondergeteekende voornoemde 12 Canons na dezelve gexamineerd, geprobeerd en bruikbaar geacht te hebben meede zoude doen tauxeeren zo vermeend den onderget: als dat gem: Canons waardig zijn het volgende’


de 2 Yzere Canons à 8 lb ƒ360:-:-
d:o 10 d:o d:o d:o 6 d:o d:o 1440:-:-
te zamen ƒ1800:- ofte
  Rd:s 750:-

de 2 Yzere Canons à 8 lb ƒ360:-:-
d:o 10 d:o d:o d:o 6 d:o d:o 1440:-:-
te zamen ƒ1800:- ofte
  Rd:s 750:-

‘zijnde deeze taxatie door my na den inhoud van hun gewigt gedaan als weegende voorn: 12 Canons circa 20000 lb te zaamen.’

‘Verhoopende hiermeede aan het Hooggeacht bevel van Uwel Edele Groot achtb: pligtschuldig te hebben voldaan zoo betuige met het diepste respect mij te noemen.’

‘Wel Edele Groot Achtb: Heer’

‘Uwel Edele Groot achtb: zeer gehoorz: en onderd: Dienaar’

’/ get / G: C: Kuchler’

uit welk Rapport gebleeken zijnde dat de voorzeide twaalf Yzere Canons als.

goed en in bruikbaare staat zijn bevonden, zo is verstaan dezelve volgens de gedaane tauxatie voor eene Somma van Rd:s 750:- voor Reekening van de Compagnie over te neemen, omme zo bij de Negotieboeken als bij die van de Artillerie ingenoomen en verantwoord te worden. zullende voorts het bij voormeld Rapport opgegeeven Buskruit en Kogels & tot het probeeren van die stukken gebruikt, op Reekening van onkosten extra ordin:r afgeschreeven moeten worden.

Uit een Rapport van Gecommitteerde Leeden uit den Raade van Justitie, welke op orde van den Ed: Heer Commissaris ten overstaan van den adjunct Fiscaal Neethling hebben gevaceerd om te doen naweegen en op te neemen de tarras van de Jongst van Batavia ontfangen Canassers met Poederzuiker gebleeken zijnde dat dezelve tarra door elkanderen is bevonden 38 lb per Canasser. zoo is verstaan dezelve tarra aan den Dispencier te valideeren en het meerder bedragen dier tarra dan, waarvoor dit Gouvernements is bereekend onder overzending van Copia authenticq van gezegd Rapport naar Batavia te rug te doen reekenen

Ingevolge de last bij besluit van den 8 deezer gegeeven aan den Negotieoverdrager Henricus Coens Voget door hem bericht zijnde dat zonder eenige vreeze voor ongerief van de aan handen zijnde indiase Producten zou kunnen worden verkogt

Zo is verstaan de verkooping van dit een en ander ingevolge het geresolveerde ter sessie van den 8 deezer op den 5 en 6 der aanstaande Maand Mei te doen voortgang neemen

Uit een Rapport van den Heer Fiscaal van Rijneveld beneevens Gecommitteerde Leden uit den Raade van Justitie, gebleeken zijnde, dat ten hunne overstaan wederom zijn gestempeld de volgende Zeguls

zo is verstaan alle dezelve Zeguls volgens gewoonte te doen inneemen

Landdrost en Heemraden van Stellenbosch en Drakenstein ter voldoening aan het geen bij besluit deezer tafel van den 6 Februarij deezes Jaars is gelast geworden bericht hebbende dat het Land waarom den Burger Pieter Coenrady als toen bij Requeste verzoek heeft gedaan als nog aan hem zou kunnen worden uitgegeeven zonder prejuditie voor de Comp: of iemand der Ingezeetenen zo is verstaan ‘t zelve Land ter groote van twee morgen aan gedachte Pieter Coenrady in eigendom af te staan, onder zodanige Conditien als door Landdrost en Heemraden zyn opgegeeven en onder voldoening der door hen bepaalde Recognitie van Rd:s 90 ten behoeve der E: Comp:

De Capitein Luitenant der Burgerije Dirk Gijsbert van Reenen, zo voor zig zelfs als naamens Willem Basson, Christiaan Gobrecht en de Wed:we Johannes Mosterd ingedient hebbende het volgend Request

Aan den Wel Ed: Groot achtb: Heer Abraham Josias Sluijsken Raad ordinair van Neerlands India, mitsg:s Commissaris over ‘t Gouvernement Kaap de Goede Hoop en den ressorte van dien & & & beneevens den WelEd: achtb: Heer Gezaghebber en de Wel Ed: Heeren Raden van Politie

‘Wel Edele Groot Achtb: Heer! en E: Achtb: Heeren!’

‘Geeft met verschuldigde eerbied te kennen Uwer welEd: Groot achtb: en E: achtb: zeer onderdanige en gehoorzaame Dienaar den Capitein Luit:t der Burgerije alhier Dirk Gijsbertus van Reenen, zo voor zig als uit naam van de meede Burgers Willem Basson Christiaan Gobrecht en de Weduwe wylen den Burger Johannes Mosterd’

‘Dat de Supp:ten als Bezitters der plaatzen het klijgat ‘t kersenbosch de roode vallei en de twee kuilen allen in ‘t Zwartland geleegen, voormaals en tot nu toe tot drenking van hun Vee hebben gejouisseerd van ‘t ongestoord genot van de Vygevalleij tusschen dezelve plaatsen geleegen.’

‘Dan dat den tweede Supp:t voor eenige maanden heeft kunnen goedvinden dezelve plaats op zijnen naam op ‘t ontfanger generaals Comptoir te laaten aanteekenen waardoor de andere Supp:ten van het voor hunne plaatzen tot drenking van het daarop gehouden worden Vee zo onontbeerlijk gebruik derzelve Vallei zijn ontstooken geworden.’

‘Dat denzelven echter uit overtuiging dat de voorn: Plaatsen der Supp:ten zonder het redelijk genot der voorsZ vallleij niet bestaanbaar zouden kunnen zijn op verzoek der overige Supp:ten met hun overeengekoomen is, om tot drenking van hun eigen en met uitzondering van vreemd Vhee waartoe zich een ieder hunner heeft verbonden by UwelEd: Groot achtb: en E: achtb: ‘t gebruik der meergem: Valleij te verzoeken’

‘En daar de onbestaanbaarheid van alle deeze plaatzen zonder het genot derzelve Vallei ten vollen consteerd uit eene Verklaring door den Veldwachtmeester van ‘t zwartlandsche District verleend en welke zy tot nadere opheldering de vrijheid gebruiken WelEd: Groot achtb: en E: achtb: neevens deezen in allen eerbied aan te bieden zoo wenden de Suppl:ten zich in allen ootmoed tot Uwel Edele Groot achtb: en E: achtb: humble verzoekende de meergemelde Vygevalleij aan hun tot drenking van het Vee op de gemelde plaatsen aangehouden wordende goedgunstiglijk te willen afstaan’

‘’T welk doende &.’

’/ get / D: G: van Reenen’

zo is bij den Raade goedgevonden en dienvolgens beslooten dezelve Requeste te stellen in handen van Commissarissen uit den Raade van Justitie met last te onderzoeken en den Raade te berichten of de plaats de Vygervalleij waarvan het zig aldaar bevinden Water, volgens het geposeerde bij gemeld Request voor den Supplianten plaatzen onontbeerlijk is, aan hunne gezegde Plaatzen op zodanige wijze, als zij zijn koomen te verzoeken zou kunnen worden gevoegd, zonder aan iemand der opgezeetenen ‘t zij in het uitspannen en drenken van Vhee of anderzints hinderlijk te zijn

Hierop is geleezen een Request van den Burger Bartholomeus Eberg aan deeze Vergadering geaddresseerd, luidende als volgd

Aan den WelEd: Groot achtb: Heer Abraham Josias Sluijsken, Raad ordinair van Nederlands india mitsg:s Commissaris van Kaap de Goede Hoop en den Ressorte van dien & & & beneevens den Ed: achtb: Heer Gezaghebber en de wel Edele Heeren Raden van Politie

‘Wel Edele Groot Achtb: Heer en E: Achtb: Heeren!’

‘Geeft met verschuldigde Eerbied te kennen UwelEd: Groot Achtb: en E: Achtb: onderdanige en gehoorzame Dienaar den Burger Bartolomeus Eberg’

‘Hoe hij Suppl:t gaarne in eigendom mogte bezitten zeeker strookje Gronds ter groote van Vijf honderd treeden in het vierkant en geleegen agter den Leeuwenberg omme daarop garst te kunnen zaaien Reedenen waarom de Suppl:t zich bij deeze tot UwelEd: Groot Achtb: en E: Achtb: keert met nedrig verzoek, het voorzeide Stukje Gronds aan hem goedgunstig in eigendom af te staan - zynde hij Supp:t bereid daarvoor aan de E: Comp: te betalen ‘t geen hoogstdezelve zullen vinden naar billykheid te behooren, dan daar het zoude kunnen gebeuren dat Uwel Edele Groot achtb: en E: achtb: uit hoofde van de bezwaaren door ‘t Colegie van Heeren Commissarissen uit den Raade van Justitie tegens de uitgaave van ‘t in den gepasseerde Jaare door den Burger Jan Visser agter den Leeuwenbil boven ‘t zogenaamde Sociteitshuis verzochte stuk gronds geopperd, het verzoek van den Supp:t zouden gelieven te wijzen van den hand. zo neemt hij verder de vrijheid Uwel Ed: Groot achtb: en E: achtb: te verzoeken, Commissarissen voormeld ten zijnen kosten tot de inspectie van dat Land te benoemen, alzo de bezwaaren tegens de uitgaave van het door voorm: Visser verzochte Land, op het door hem thans verzocht wordend van geene applicatie kunnen worden gemaakt terwyl onvermindert het verschil in de groote van deeze Landerijen het zijnen vermits den verren afstand van deezen Hoofdplaatze en de moeilijkheid om derwaards te koomen tot geene weide voor ‘t vee der In en opgezeetenen kan worden gebruikt’

’/ onderstond / ‘T welk doende & /get / B: Ebergh.’

en na deliberatie over dezelve Requeste en by overweeging dat het door den Suppl:t verzochte Land meer dan eens aan andere Burgers is geweigerd, en dat ook de uitgaave daar van volgens het voor heen geadviseerde van Commissarissen uit den Raade van Justitie zeer gevaarlijk zou kunnen zijn, goedgevonden en dienvolgens beslooten des Supp:s verzoek te declineeren en te wyzen van den hand zo als geschied bij deeze.

Nog geleezen zynde een Request door den Burger Hendrik Christiaan Herhold aan deeze Regeeringe gericht, luidende

Aan den Wel Edele Groot achtb: Heer Abraham Josias Sluijsken Raad ordinair van Neerlandsch India, mitsg:s Commissaris van kaap de Goede Hoop, en den Ressorte van dien & & &, beneevens den Ed: achtb: Heer Gezaghebber en E: achtb: Raad van Politie

‘Wel Edele Groot Achtb: Heer en E: Achtb: Heeren!’

‘Geeft met verschuldigde Eerbied te kennen Uwer Wel Edele Groot Achtb: en E: Achtb:s zeer onderdanige en gehoorzaame Dienaar Hendrik Christiaan Herhold Burger alhier’

‘Dat den Supp:t voor eenige tijd gepasseerd van deszelfs van de E: Comp: per publicque Vendutie gekogte Plaats de Schuur onder het kaaps District geleegen aan den Chirurgijn Christoffel Coenraad Prediger heeft verkocht een stukje Lands ter groote van 7 Morgen, waarvan hij echter het gewoone Transport niet kan doen, vermits dezelve plaats en dus ook gevolglijk het gem: Stuk Land op eene kusting ten behoeve van de E: Comp: groot ƒ42400 is verbonden.’

‘En nadien des Supp:s Broeder Jan Daniel Herhold en den Burger Joachim Daniel Hiebner die zig voor de gem: Capitaal als Borgen hebben geinterponeerd hunne toestemming hierinne hebben gegeeven, zo wend den Suppliant zig zeer onderdanig tot Uwel Edele Groot achtb: en E: Achtb: ootmoedig verzoekende hen te permitteeren het neevens gem: stuk Lands aan gem: Prediger te mogen transporteeren’

‘En neemd den Supp:t nog de vryheid UwelEd: Groot achtb: en E: Achtb: ootmoedig te verzoeken aan hem in Erfpacht te willen verleenen zeekere strookje gronds ter groote van circa 6 à 7 Morgen booven deszelfs meergemelde Plaats geleegen.’

‘’T welk doende &.’

’/ get / H: C: Herholdt’

zo is bij overweeging van de onbevoegdheid waarin deeze Regeering zich bevind, omme het gedeelte van de geweezen ‘s Comp:s post de Schuur ‘t welk de Suppliant aan den oppermeester Prediger heeft verkocht, te ontheffen van de belasting, welke daar op ten behoeve en tot securiteit van de Comp:a is hechtende voor het grootste gedeelte der Kooppenn: waarvoor den Suppl:t de Post de Schuur in zijn geheel heeft gekogt en die dus ook tot de volkoomen betaaling toe in zijn geheel verbonden moet blijven, bij den Raade beslooten dat gedeelte van des Supp:s verzoek van de hand wyzen, zo als geschied bij deeze, dan ten aanzien van het door den Supp:t in Erfpacht verzogte Land is goedgevonden Commissarissen uit den Raade van Justitie te gelasten zo als dezelve gelast word bij deeze naauwkeurig te onderzoeken en den Raade te berichten, of de uitgaave daarvan kan geschieden zonder aan de E: Comp: of aan iemand der Ingezeetenen eenige præjuditie toetebrengen.

de ten deeze Gouvernemente gebannen Chineesch Tjam Liotko aan deeze Raade ingedient hebbende het volgend Suppliecq

Aan den Wel Edele Groot achtb: Heer Abraham Josias Sluijsken Raad ordinair van Neerlands India mitsg:s Commissaris over ‘t Gouvernem:t van Kaap de Goede Hoop en den ressorte van dien & & & beneevens den Wel Edele Achtb: Heer gezaghebber en de Wel Edele Heeren Raden van Politie

‘Wel Edele Groot Achtb: Heer en E: Achtb: Heeren!’

‘Geeft ootmoedig te kennen den in A:o 1764 naar dit Gouvernement gebannen Chinees Tjam Liotko’

‘Dat blykens de geeerbiedigde Missive sub dato 4 November A: P: door de WelEdele Groot achtb: Heeren der Hooge Indiasche Regeering aan Uwel Edele Groot achtb: en E: Achtb:s geschreeven aan den Supp:t is verleend, Pardon, met recommandatie hem Supp:t met eene der eerst naar Batavia vertrekkende Scheepen naar derwaarts over te zenden.’

‘Dat den Suppl:t ten gevolge van deeze hooggunstige dispositie gaarne zoude wenschen, met eene der eerst vertrekkende Scheepen van hier na Batavia te vertrekken, om die reedenen de vrijheid gebruikt van Uwel Ed: Groot Achtb: en E: Achtb: eerbiedigst te verzoeken hen daartoe goedgunstig permissie te verleenen.’

‘En daar den Supp:t tot oppassing van hem in zijn hoogen ouderdom, alhier heeft ingekogt Twee Slaaven in naamen Tjintjaij van Temor en Flora van Bougies, welke hem Supp:t geduurende zijn confinement ten deeze Gouvernemente altoos trouw en Eerlijk hebben gedient en voor welke trouwe diensten den Supp:t dus ook gaarne zoude wenschen dezelve billijker wijze te beloonen, waartoe hy Supp:t zich echter ten deeze Gouvernemente buiten het vermogen vind gesteld, om dat de behoeftige toestand van hem Supp:t niet toelaat die gelden te betaalen die vereischt werden tot het bekopen hunner Vrydom alhier en al was het ook dat hij zich daartoe in staat bevond, zo zoude nochtans die Slaaven tot de bitterste armoede moeten vervallen, door dien zij geenen middelen weeten bij der hand te neemen, om zig zelve het nodig onderhoud te verschaffen’

‘Daar den Supp:t nochtans het vooruitzicht heeft om te Batavia aangekoomen zijnde gem: Slaven op eene billijke wijze te beloonen, zo is ‘t om die reeden dat den Suppl:t almeede van UwelEd: Groot Achtb: en E: Achtb: zeer ootmoedig verzoekt meergen: Slaaven, beneevens een door hem alhier aangenomen Kind in naam Kinsime oud 5 Maanden met zig naar Batavia te mogen meedeneemen, en weegens zijne bekrompene omstandigheeden gratieuselijk vrij te schenken de betaaling van transport en kostgelden voor dikwilsgemelde Twee Slaaven’

‘T welk doende &’

’/ geteek / Tjam Liotko’

zo is na deliberatie over dat verzoekschrift bij den Raade beslooten des Suppliants verzoeken bevrijd te blijven van de betaling van transport en kostgeld voor een Slaaf een Slavin en Een Kind, welke hij met zich naar Batavia wil neemen, niet te treeden zullende dus het zelve Transport en kostgeld door hem aan de E: Comp: moeten worden betaald zo nogthans dat wanneer hij in het volstrekt onvermogen mogt zijn ‘t zelve alhier te voldoen, de betaling daarvan als dan bij zijn aankomst te Batavia zal moeten geschieden.

Hierop geliefde den edelen Heer Commissaris den Raade te bedeelen dat de Capitein Luit:t der Artillerij Adrianus de Vogel aan zijn Ed: bij Requeste voorgedragen hebbende, hoe zijne klimmende Jaren en aanhoudende zwakke Lichaamsgesteldheid hem meer en meer in ‘t onvermogen stelden zynen dienst naar behooren waarteneemen, met verzoek om behoudens gagie en Emolumenten van dezelve dienst gedispenseerd te moogen worden, dat hij Edele Heer Commmissaris zo zeer overtuigd van de waarheid deezer voordracht als van de allezints armoedige omstandigheeden waarin ged:te Capitein Luit:t de Vogel zich bevind, hem van dienst bij ‘t artillerie corps hadde gedispenseerd, behoudens deszelfs Gagie en Emolumenten doch dat zijn Ed: zo door deeze schikking in de tegenswoordige omstandigheeden het gedacht Corps niet van een officier te berooven, als om ‘t voltallig houden der officieren niet te doen strekken tot nadeel of beswaar van de Comp:e bij het Corps der Artillerie hadde geadvanceerd.

Tot Capitain Luitenant

de Luitenant Johan Daniel Stephan

tot Luitenant

de ordinaire Vuurwerker Johan Christiaan Frederissie

tot ordinaire Vuurwerker

de Extra ord:re Vuurwerker Laurens Cornelissen en

Tot extra ordiniare Vuurwerker

de Bombardier Andries Godlieb Benrich, alle op hunne thans winnende gagie en Emolumenten en onder hun loopende Verbanden

Nog geliefde welgem:e Heere Commissaris te communiceeren dat zijn Ed: in plaatse van de door zijn Ed: volgens het aangeteekende sessie van den 20 deezer gedeporteerde twee Canoniers van de eerste Classe, wederom als zodanig had bevorderd de Canoniers van de tweede Classe Coenraad Eichelaar en Christiaan Ritberg met de Gagie van ƒ20:- per maand en onder een nieuw verband van drie Jaaren dat zijn Ed: voorts op den 13 deezer in dienst der E: Comp:e als Cannoniers van de tweede Classe hadt aangenoomen Simon Blitz met de bezolding van ƒ [.....] ‘s maands en onder een driejaarig verband, dat zijn Ed: ook uit aanmerking dat vier onder meesters in ‘s Comp:s Hospitaal ontbreeken onder de gewoone Gagie van ƒ20:- per maand als zodanig hadde geplaatst de van ‘t Schip Siam door indispositie alhier verbleeven ondermeester in ‘s Comp:s Hospitaal Francois La Mormanijlle en de per het particulier Schip de Geertruij en Petronella van Batavia alhier aangekoomen geweezen Ondermeester in dienst der E: Comp: Jacobus Marinus Smit de eerste onder zijn loopend verband, en laatstgem: onder een nieuw verband van drie Jaaren, dat zijn Ed: de door indispositie alhier verbleeven Luitenant van het Schip de Resolutie Gerrit Belmer had geplaatst op het Schip Voorland , om daarmeede na Indien te vertrekken.

Vervolgens door den edelen Heer Commissaris ter tafel geproduceerd zynde, een generaale Lijst der onderofficieren, gemeene Militaire, Matroosen, en Ambachtslieden welke onder het genot der bepaalde premien van Rd:s 25:- voor drie Jaaren en Rd:s 10:- voor een Jaar wederom nieuwe verbanden hebben aangegaan, zo is verstaan dezelve premien navolgens die Lyst te doen betaalen en daarvan deeze aanteekening te houden.

In overweeging genoomen zynde, dat de Heer Christoffel Brandt, welke zich bij besluit deezer tafel van den 19 Maart 1793 gecommitteerd vind tot ‘t teekenen der cartonnen Munten van Rd:s 3 en 2 door zyn Ed: verblijf in Baaijfals zich onmogelijk in staat vind voor het tegenswoordige die munten te teekenen zo is verstaan daartoe te committeeren zo als geschied by deeze, de Heer Fiscaal Willem Stephanus van Rijneveld, omme te beginnen met N:o [.....] waarvan aan het Publicq bij Publicatie en afixie van Billetten de nodige kennisse zal worden gegeeven.

Laatstelijk is op verzoek van den Heere Hoofdadministrateur goedgevonden en dienvolgens beslooten, omme den Boode deezes Raads voortaan ten behoeve van den Hoofdadministrateur in der tijd te doen stellen suffisante cautie ten bedragen van Rd:s 5000:- voor de Vendubrieven van Goederen voor Reekening der E: Comp: verkogt wordende, en welke aan hem door gedachte Heer Hoofdadministrateur als Vendumeester van ‘s Compagnies Goederen ter in casseering zullen worden afgegeeven en toevertrouwd.

Terwijl den edelen Heer Commissaris nog kennisse gaf, dat zich op Morgen voor eenige daagen stond te begeeven na de Baaijfals ten einde aldaar door den Ingenieur met communicatie en overleg van de aanweezende kapiteins van den staat nog twee losse Batterijen te doen opwerpen ter defensie van die Baaij en de aldaar thans leggende Scheepen.

Aldus geresolveerd ende gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten daage en Jaare voorsZ:

[Signed:] A: J: Sluijsken

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] J: J: Le Sueur

[Signed:] W: S: V: Ryneveld

C. 230, pp. 77-92.

Vrijdag {17950501} Primo Mei 1795.

‘S Voormiddags, present de edelen Heer Commissaris, beneevens de Heer Gezachhebber en de Heer Fiscaal van Rijnveld.

Na Resumptie en approbatie der Resolutien op den 24:e der evenafgeweeken maand April genoomen. zijn geleezen de Brieven per het in Baaïfals op den 25:e passato gearriveerd Ceilon ‘s Retourschip de Zuidpool aangebracht, onder welke zich bevind eene Missive door den Heere Gouverneur en Raad te Colombo Sub dato 18:e februarij jongstleeden aan deeze Regeering gericht, van welke zo wel als van de andere ontfangene Papieren Extracten en Copyen zullen worden afgegeeven aan alle welke den inhoud daarvan concerneerd; terwijl ten aanzien van de Remarques door de Ceilonse Regeeringe gemaakt over de gezoute kool in den voorleeden Jaare van hier derwaards gezonden, als waarvan de Vaten niet vol zijn geweest, de Leverancier van dat Articul onder afgaave van Extract deezer zal worden gelast behoorlijk te zorgen dat de E: Compagie hieromtrent bij ‘t vervolg wel en naar luid van zijn Contract word behandeld.

Welgemelde Regeeringe al verder verzogt hebbende dat de Gelden welke van den geweezen Equipagiemeester te Gale Abo alhier onder zijne Gemachtigdens zijn berustende ten spoedigste in s’ Compagnies Cassa mogten worden geteld, en ‘t zij naar Ceïlon dan wel Batavia ten goede gebracht, zo is verstaan dezelve Gemachtigdens zijnde den Capitijn van het Regiment de Meuron Johannes Zorn en den geweezen Capitijn Luitenant ter Zee Cornelis Adriaansen bij Extract deezer te gelasten omme alle de penningen welke zij van hunne gezegde Principaal nog onder hunne berusting hebben binnen Veertien dagen na dato deezes alhier inS’ Compagnies Cassa te tellen, ten einde het Gouvernement Ceilon ten goede gebracht te worden.

Uit een Rapport van Zee capitijns die gecommitteerd zijn geweest om te examineeren de gebreeken welke zich bevinden aan het kluijfhout en een Ankerstok van het in baaïfals leggend Schip de Surcheance gebleeken zijnde dat die beïde Houten uitgevreeten, gescheurd en verrot zijn; zo is verstaan het gemeld Schip de Surcheance van een nieuw kluijfhout en een nieuwe Ankerstok te laaten voorzien.

de Overheeden van het Retourschip de Zuidpool bij hunnen aankomst aan deezen Uithoek gerapporteerd hebbende dat zich aan hunne onderhebbende Bodem eenige gebreeken kwaamen te bevinden, en deeze gebreeken ter ordre van de edele Heere Commissaris door Zeecapiteins nauwkeurig geexamineerd zynde, zo is door hen desweegens aan welgemelde Heere Commissaris ingedient het volgend Bericht.

Aan den Wel Edele Groot Achtb: Heer M:r Abraham Josias Sluijsken Raad ordinair van Nederlandsch India, mitsgaders Commissaris over dit Gouvernement en den Ressorte van dien &c &c &c:

‘WelEdele Groot-achtb: Heer!’

‘De ondergeteekende Capiteins ter Zee A: Rogge en G: Havestein, door UwelEdele Groot Achtb: gelast zijnde, om zich geadsisteerd door den Baas der Scheepstimmerlieden naar boord te begeeven van het hier van Cijlon gearriveerde Schip de Zuidpool en aldaar ten overstaan van den, den dienst van Equipagiemeester alhier waarneemende Capitein Nicolaas Acker te Examineeren de gebreeken welke zich aan dat Schip en deszelfs tuig bevinden en de wijze op welke die ten spoedigsten kunnen worden hersteld, met opgaave van het daartoe benodigde voornamentlijk moetende onderzoeking doen, en berichte of voor de gekraakte Mast een nieuwe benoodigde is, dan of die op een andere wijze voldoende kan worden verholpen, doende van het een en ander aan UwelEdele Groot achtb: behoorlijk Rapport in Scriptis’

‘Ingevolge deeze zo zeer gerespecteerde order hebbe wij ondergeteekende ons vervoegd aan boord van gemelde Schip geadsisteerd zijnde met den Meester Knecht der Scheepstimmerlieden; en aldaar zeer nauwkeurig gevisiteerd alle derzelver gebreeken, en bevonden dat de Groote Mast aan deszelfs agterkant beneeden de Standers gekraakt is, loopende deeze Kraak met een Splinter tot circa 5 a 6 Voet na beneeden, kunnende dezelve met een wang aan de achterkant van onder het ezelshoofd, tot op Circa 10 a 12 Voet van het dek daarop te leggen van 8 ijzere Spijlbanden voorzien weder behoorlijk in staat gebracht worden.’

‘de top der fokkemast aan bakboord een Lange Scheur hebbende, moet met twee ijzere banden daarop gelegt wordende, weeder voorzien worde.’

‘de Groote en voorsteng zijn beïde aan de hielingen gescheurd, waardoor de ijzere plaat van het Slothout geheele ingedrukt is, echter kunnende dezelve met 3 yzere banden aan de hieling der groote en 1 dito band aan de Voorsteng, zoo meede in ïeder een bout door geslaage weder in staat gesteld worden.’

‘de voormarszijlrae is gekraakt in het midden, de Kruiszeil rhâe is dwars af, dus diend deeze bodem van twee nieuwe weder in plaats van de gebrookene voorzien te worden zoo meede is een Lijzijlspier ook dwars af, waarvoor ook een andere in deszelfs plaatz diend verstrekt te worden.’

‘Voorts hebben wij aan wederzijde boven de Kooper huid eenige planken der verdubbeling geheel af bevonden daar andere vooraan gespykerd dienen te worden, zijnde dit Schip van dit voorzien zijnde in Staat zijn Reïs te vervolgen.’

‘Aan Uwel Edele Groot achtb: intentie hoopende voldaan te hebben, hebben wij deEer dit te laaten dienen voor bericht.’

Simonsbaaï den 27:e April 1795.’

‘Als Gecommitteerdens’

’/:get:/ C: Rogge f: Havestein S: V: Wyngaarden’

‘in myn byweeze’

’/ get:/ J: A: van de Putte’

‘ten mijne overstaan’

’/ get:/ N: Acker’

na welkers lectuure verstaan is de Reparatien aan het Schip de Zuidpool ten Spoedigste te doen bewerkstelligen, zodanig als door Gecommitteerdens bij hun voorsz:e bericht is opgegeeven, ten einde die bodem daardoor in Staat te brengen gelijktydig met de aanweezende Retourscheepen deszelfs reïze van hier naar Nederland te kunnen aanvaarden.

Nog geexamineerd zijnde de Eisch van behoeftens voor gemeld Schip de Zuidpool , met het daarop gevolg bericht van den Equipagiemeester Jan Arnout Voltelen zo is verstaan de verstrekking der benodigdheeden aan die bodem ingevolge dat bericht te doen gevolg neemen

Hierna geliefde den edelen Heer Commissaris ter tafel te produceeren eene Reekening door den eerste Schrijver van S Lands Fregat van Oorlog de Scipio geformeerd, ten bedragen van Rd:s 20:2:- over het Schrijven der Seïnboeken aan SCompagnies Scheepen de Mentor , Cromhout en de Meermin en daarbij te communiceeren, dat den Heere Capitain de Jongh aan zijn Ed: hadt voorgedragen, dat daar alle de Capitijns der Koopvaardij Scheepen, welke zo in Nederland als Elders onder Convooï van Oorlogscheepen worden gesteld, voor de aan hen overgegeeven wordende Seinboeken ten kosten van hunne Rheders betaalen, zijn Schrijver ook de Overheeden van S Compagnies gemelde bodems tot die betaling hadt aangemaand, doch dat deeze zich daaraan hadden onttrokken, onder voorgeeven dat zij deeze kosten uit hunne eïge privé beursen niet konde draagen, met verzoek aan zijn Ed: om den gemelde Schrijver van zijn Schip daarover Schadeloos te willen doen houden; over welk een en ander gedelibereerd en in aanmerking genoomen zijnde dat daar de noodzaaklijkheid vorderd dat aan de Overheeden van S Compagnie’s Scheepen wanneer onder Convooï van Vaartuigen van Oorlog worden gesteld, ook word inhandigd de Seinen door den Commandant bepaald, dezelve Seinen ook zoo als omtrent de Koopvaardij scheepen plaats heeft aan de geene die dezelve vervaardigd behooren betaald te worden, en men van de Capiteins van S Compagnies Scheepen niet kan vergen deeze onkosten voor hunne Reekening te neemen of uit hunne privé beurzen te betaalen, zo is bij den Raade beslooten, omme het gemeld bedraagen van Rd:s 20:2: voor het vervaardigen der gezegde drie Seinboekjes uit de Cassa der E Compagnie aan den eerste Schrijver van S Lands Fregat van Oorlog de Scipio te doen betaalen, omme op Reekening van Onkosten van Scheepen belast te worden.

de Equipagiemeester Jan Arnout Voltelen bij een Schriftelyke Memorie voorgedraagen hebbende de noodzaaklijkheid om de Landsboot voor het aanstaande Wintersaïsoen te voorzien van de vereischt wordende Noordwest-Touwen en kleine dreggetouwen, zonder dat de daartoe vereïscht wordende Cabeltouwen in S Compagnies Magazijnen in voorraad koomen te zijn; zo is verstaan de gezegde Equipagiemeester te qualificeeren gelyk dezelve gequalificeerd word bij deeze, tot den inkoop voor de minstmogelijke prijs van

mitsgaders nog een Vat Harpuis waaraan insgelijks volgens de gemelde Memorie gebrek komt te zijn.

Uit drie Rapporten van Gecommitteerdens tot ‘t teekenen der kleïne muntstukken gebleeken zijnde dat wederom door hen zijn vervaardigd.

zo is verstaan dezelve Muntstukken met een bedraage van DuC:s 350: ofte Rd:s 525: zo bij de Negotieboeken als bij die van de groote Geld Cassa te laaten inneemen en beantwoorden.

door het eerwaarde Colegie van Weesmeesteren deezer steede bij Requeste verzoek gedaan zijnde, tot de emancipatie van twee Lyfeigenen in naamen Eva en Catrijn van de Kaap toebehoord hebbende wijlen den Burger Johannes van Aarden, welkers boedel ter beheering van de Weeskamer is vervallen; zo is verstaan dat verzoek te accordeeren gelyk ‘t zelve geaccordeerd word bij deeze, onder Conditie dat voor elk der gezegde Lijfeigenen aan de diaconiearmen deezer Hoofdplaatse zal worden betaald eene Somma van Rd:s 50:- en bovensdien gesteld de gewoone borgtocht dat dezelve Lijfeïgenen binnen den tijd van 20 Jaaren niet tot Lasten van de gezegde diaconie zullen koomen of haar om eenige alimentatie verzoeken.

Hierna wierd door den edelen Heer Commissaris ter tafel geproduceerd eene acte Sub dato 18:e februarij deezes Jaars te Colombo verleend door den Heere Deobald von Hughel Colonel Commandant van het in Soldij van de E Compagnie Staande Regiment van Wurtemberg , volgens welke door hem onder approbatie van deeze Regeering, ter plaatsvulling van den alhier op den 11:e Julij 1793 overleeden Luitenant bij ‘t depot Frast, wederom tot tweede Luitenant bij gedacht Regiment was benoemd, de bij gezegd depôt dienst doende Cadet Sergeant Martin, met coursneeming van de tot die qualiteit Staande gagie en emolumenten van den dag dat gemelde Frast is koomen te overlijden, en hij Martin zijnen dienst bij ‘t depôt heeft waargenoomen, en is ten deeze aanzien verstaan dezelve nominatie conform de capitulatie van het Regiment van Wurtemberg en de bepaaling omtrent het depot door de Hoogedele Heeren Commissarissen generaal bij hoogstderzelver Resolutie van den [.....] gemaakt, te approbeeren en te confirmeeren, zo als geschied bij deeze, wordende dienvolgens de genoemde Cadet Sergeant Martin aangesteld tot tweede Luitenant bij ‘t Regiment van Wurtemberg , en zal het Hoofd en Visitateur der Soldijen Clemens Matthiessen Junior, bij Extract deezer worden gelast aan hem te doen geworden het Supplement zijner gagie en emolumenten zedert den 11:e Julij 1793. dat hij den dienst als officier in plaatse van den Overleedenen Frast bij ‘t depot alhier heeft waargenoomen.

Nog wierd door den edelen Heer Commissaris gecommuniceerd, dat zyn Ed: ter vervulling van de vaceerende plaats van Timmermansbaas op het Ambachtsquartier wederöm tot Baas Timmerman aldaar heeft aangesteld de onderafgesz:e gagie alhier geremoreerd hebbende Timmerman Anthon Niks ende zulks met de gagie van ƒ20: per maand en onder een nieuw verband van drie Jaaren.

Laastelijk geliefde den edelen Heer Commissaris kennisse te geeven dat zijn Ed: hadt goedgevonden om de Borgen ingevolge S Compagnies orders door zijn Edele als directeur van Souratta voor zijn Ed: vertrek van daar gesteld van deeze hunne Borgtocht te ontslaan, mitsgaders dat zich blykens de acte welke zijn Ed: kwam te produceeren wederom voor de bepaalde Somma van Rd:s 100000: hadden geïnterponeerd de Heer Fiscaal van Rijneveld en de vice Præsident van ‘t Colegie van Weesmeesteren Pieter Laurens Cloete. met verzoek dat dezelve acte bij Missive deeze Regeeringe mogt worden toegezonden aan den Heere Directeur en Raad te Souratta , aan welke verzoek bij Eerstvoorkomende geleegendheid zal worden voldaan.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten daage en Jaare voorschreeve

[Signed:] A: J: Sluijsken

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] W: S: V: Rijneveld

C. 230, pp. 93-126.

Vrijdag den {17950508} 8:e Meï 1795.

‘S voormiddags, present de edelen Heer Commissaris, de Heer Gezachhebber en de Heeren Leeden Le Sueur en van Ryneveld

Na resumptie der Resolutien op den 1:e deezer loopende maand genoomen wierd door den edelen Heer Commissaris gecommuniceerd de behouden aankomst in Baaifals van het Ceïlon ‘s Retourschip Alblasserdam , mitsgaders van de Chinase retourscheepen Washington , de Zeelilij , Siam en de Zwaan en zoo meede van de van Batavia retourneerende Pacquetboot de Vlijt , en daarbij teffens ter tafel geproduceerd de Eisschen van benodigdheeden door de Overheeden der gemelde Bodems tot ‘t doen der verdere thuisreise geformeerd met de daarop gevolgde berichten van den Equipagiemeester Jan Arnout Voltelen, ingevolge van welke berichten verstaan is de verstrekkingen te doen voortgang neemen, ten eïnde de gemelde Bodems in staat te brengen met en beneevens de overige in Baaïfals leggende Retourbodems op de eerste ordre naar het Vaderland te kunnen vertrekken.

Voorts is geleezen het onderstaande Rapport, door de Capiteins ter Zee Antonij Rogge, Ulke Barends en J: A: van der Putte aan den edelen Heer Commissaris ingedient, over de door hen gedaane examinatie der gebreeken welke zich aan het China ‘s Retourschip de Zwaan bevinden, luidende als volgd.

Aan den WelEdele Groot achtb: Heer Abraham Josias Sluijsken, Raad van Nederlandsch India, mitsgaders Commissaris van Kaap de Goede Hoop en den Ressorte van dien etc: etc: etc:a

‘Wel Edele Groot achtb: Heer!’

‘De Ondergeteekende Capiteins ter Zee A Rogge, U Barends en J: A: van der Putte door UwelEdele Groot achtb: Expres gecommitteerd zynde, om zich te begeeven aan boord van het onlangs van China alhier gearriveerde Schip de Zwaan , en aldaar ten overstaan van den waarneemende Equipagiemeester Nicolaas Acker, in het byweezen van den Capitijn dier Bodem en geadsisteerd door den Meesterknecht der Scheepstimmerlieden P: V: Wijngaarden zeer Exact te onderzoeken welke gebreeken zich aan dat Schip komen te bevinden, en van deeze hunne verrichtingen behoorlyk Rapport in geschrifte te doen aan UwelEdele Groot Achtb:,’

‘Ingevolge deeze gerespecteerde order, hebben wij ons vervoegd aan boord van dat Schip en bij nauwkeurig onderzoek bevonden, dat de Steevennaad op de hoogte van 21 tot 23 Voet aan beïde zyde opengewerkt was, het welk door behoorlijk gebreeuwd en geklaijmaaïd en de naaden met kooper en mos daar onder bespijkerd weder kan voorzien worden, voorts dien onder de twee bovenste haaken van het Roer, twee halve maanen gelegt te worden, om het slaan derzelve te beletten, deeze bodem van de genoemde gebreeken gerepareerd zijnde kan dezelve op de minst kostende en meest spoedigste wijze weeder in Staat gesteld worden om zijn Reïs te vervorderen.’

‘Aan UwelEdele Groot Achtb: order voldaan hopende te hebben, hebben wij de Eer dit te laaten dienen voor bericht.’

‘Simonsbaaï den 6:e Mei 1795’

‘Als gecommitteerdens’

’/:get:/ U: Barends A: Rogge J: A: van de Putte P: V: Wyngaarden’

‘in mijn bijweezen’

’/:get:/ J: Olhoff’

‘Ten mijne Overstaan’

‘/get:/ N:s Acker’

en na dies lectuure bij den Raade goedgevonden en dienvolgens beslooten, de geringe Reparatiën welke aan het gezegd Schip de Zwaan moeten worden gedaan, ten Spoedigste te effectueeren, zo en indiervoegen als door Gecommitteerdens is opgegeeven.

Per evenegemeld Schip Alblasserdam alhier van Ceilon aangebracht zynde een partij Lijwaaten, beneevens eenige Vijgertrossen ten behoeve deezes Gouvernements, zo is verstaan den Heere Resident der Baaifals Christoffel Brandt te gelasten alle de aangebrachte Lijwaaten te ontlossen om vervolgens per de Pacquetboot de Star ditheen gebracht te worden, terwijl de Vijgertouwen en Vijgertrossen door zyn Ed: in ontfangst zullen moeten worden genoomen om in Baaifals te verblijven en aldaar verantwoord te worden.

Aan boord van het China ‘s RetourSchip Washington zich bevindende 1200 p:s ledige Peperzakken die door de Overheden van die Bodem te Batavia hadden behooren te worden uitgeleeverd zonder dat zij daartoe geleegendheid hebben gehad, zo is uit aanmerking van het overgroot gebrek aan zakken waaraan men reeds voor lange ten deeze Gouvernemente is geweest, zonder dat daarinne heeft kunnen worden voorzien, bij den Raade beslooten, dezelve 1200 p:s leedige Peperzakken uit het gezegd Schip Washington ten behoeve deezes Gouvernements te ligten en dezelve als niet bij de factuuren van die Bodem bekend Staande ongetaxeerd te laaten inneemen, waarvan kennisse zal worden gegeeven aan de WelEdele Groot achtb: Heeren der Hooge indiase Regeering met verzoek het bedragen van dezelve zakken wel dit heen te willen laaten aanreekenen.

de Heere Colonel Gordon bij eene Schriftelyke nota voorgedragen hebbende, dat het Garnizoen deszelfs ordinaire Kleding niet hadt kunnen bekoomen, door dien behalven eenige andere Artikulen, niets tot onderkleeding gezonden is, en ook Waarschijnlijk binnen kort niet zal worden aangebracht, met verzoek dat omme hieräan zo veel mogelijk te remedieeren uit de aanweezende Chinase Retourscheepen mogten worden geligt 1200 p:s Wit Nankingslinnen, omme daarvan aan ieder Soldaat twee p:s tot onderkleeding te verstrekken, zo is verstaan, aan dat verzoek te defereeren zo als geschied bij deeze, en zal dienvolgens den Heere Resident Brand worden gelast uit het in Baaïfals geankerd leggend Retourschip de Zwaan te ligten en per de Pacquetboot de Star herwaards te zenden 1200 p:s Wit Nankings Linnen om aan den Heere Gordon voor het Garnisoen te worden verstrekt

Wyders is beslooten den gemelde Heere Resident Brandt te gelasten uit het Ceilons Retourschip Alblasserdam , ten behoeve deezes Gouvernements te lichten, twee Baalen Canneel zo om daarvan de gewoone verstrekkingen te doen, als om dezelve beneevens de van Batavia ontfangen overige Sorteeringe van Specerijen aan de Ingezeetenen te verkoopen.

In aanmerking genoomen zijnde dat de Retourscheepen welke in Baaïfals zijn temporiseerende zeedert hun vertrek van hier tot nu toe van de meede gegeevene provisiën hebben moeten verstrekken, en dat hierdoor voor hun vertrek van hier eene aanzienlijke vermindering in deeze provisiën zou kunnen ontstaan en het ook bovensdien beeter is de Zeevarenden Versch Voedzel te doen genieten, dan hen met met gezout Vleesch en Spek te Spijzigen. zo is verstaan den meergenoemde Heere Resident Brand te gelasten aan alle de in Baaïfals leggende Scheepen de gewoone naverstrekkingen van Vleesch, Brood en Groente te laaten genieten.

door Jacobus Johannes Vos en George Fredrik Goetz, Eigenaars en rheders van het Kaapsch particulier Scheepje de dankbaare Africaan ingediend zijnde het volgend Request.

Aan den WelEdele Groot Achtb: Heer Abraham Josias Sluijsken Raad ordinair van Nederlandsch Indien, mitsgaders Commissaris over ‘t Gouvernement van Kaap de Goede Hoop en den Ressorte van dien &c &c &c beneevens den WelEdele Achtb: Heer Gezachhebber en de WelEdele Heeren raaden van Politie.

‘WelEdele Groot Achtb: Heer! en E Achtb: Heeren!’

‘Geeven met alle verschuldigde Eerbied te kennen Uwer WelEdele Groot Achtb: en E Achtb: zeer onderdanige en gehoorzaame dienaaren Jacobus Johannes Vos, en George Fredrik Goetz, Eigenaars en Rheders van ‘t Brigantijnscheepje de dankbaare Africaan .’

‘Dat gemeld Scheepje ingevolge de door UwelEdele Groot achtb: en E Achtb: verleende permissie op den 8:e Augustus Anno passato van hier vertrokken zijnde naar Batavia aldaar op den 7:e October is gearriveerd, vervolgens den 4:e december van Indias Hoofdplaatse vertrokken den 13:e Januarij uit Straat zunda geraakt en den 13:e Maart Jongstl: ter deezer Rheede behoude gearriveerd’

‘Dat de Supplianten door ‘t overlijden van den Schipper Thomas Janssen, gezegd Scheepje gecommandeerd hebbende, zich in ‘t volstrekt onvermoogen hebben bevonden aan UWelEdele Groot achtb en E: Achtb: bij dies aankomst te doen een exacte opgaave van de aangebrachte laading, en zich dus genecessiteerd hebben bevonden van den WelEdele Groot achtb: Heer Commissaris te verzoeken, en ook gunstig hebben geobtineerd de permissie om hunne Lading te ontscheepen, voor welk gunstbewijs zij welgemelde edelen Heer Commissaris bij deeze hun Eerbiedige en verschuldigde dank betuigen.’

‘Dat ‘t meergemeld Scheepje ontlost geworden zynde bevonden is de Lading te bestaan in ‘t volgende, als’

‘Van alle welke goederen, na dat de Suppl:te uit de zich aan boord bevonden hebbende papieren dies kostende hebben kunnen ontdekken, ‘t bepaald inkoomend Recht aan den Heere Fiscaal deezes Gouvernements behoorlyk is betaald geworden.’

‘Dat de Supplianten te raade geworden zijnde hunne voorzeide Bodem wederöm tot eene nieuwe togt aan te leggen, neevens deeze UWelEdele Groot achtb: en E: Achtb: aan beiden de Zeebrieven en ‘t Paspoort door Hoogstdezelve voor de vorige tocht van gemelde Scheepje hooggunstig verleend, beneevens ‘t Journaal geduurende de Reize van de Kaap naar Batavia en van daar herwaards gehouden met de Reekening van het aan boord geweest zijnde en zich per Restant aldaar nog bevindend Bussekruit en andere Ammunitie alles Conform de ordonnantie deswegens gestatueeerd, ten einde van alle deeze papieren door UwelEdele Groot achtb: en E Achtb: zodanig gebruik te kunnen worden gemaakt als weldezelve zullen vinden te behooren.’

‘Dat de Supplianten zo als zij de Eer hadden zo even te zeggen te raade zijn geworden hun Scheepje wederom Rhijsvaardig te brengen, deszelfs destinatie ook wederom hebben bepaald naar Batavia, en dienvolgens van UWelEdele Groot achtb: en E Achtb: zijn verzoekende ‘t zelve op nieuw te willen doen voorzien van de nodige Zeebrieven en Paspoorten, en teffens aan hen te permitteeren daarin te mogen aflaaden de volgende Caabse Producten, als.’


20000 lb Boter
5000 d:o Zeep
18000 d:o gedroogde Vruchten in zoorten
600000 p:s Amandelen
70000 d:o Ockernooten
8 halve Leggers kaapse Madera Wijn
30 Aamen
26 halve aamen Constantia wijn
100 d:o d:o ingelegde groentens, en
800 lb thuinzaaden in Zoort.

20000 lb Boter
5000 d:o Zeep
18000 d:o gedroogde Vruchten in zoorten
600000 p:s Amandelen
70000 d:o Ockernooten
8 halve Leggers kaapse Madera Wijn
30 Aamen
26 halve aamen Constantia wijn
100 d:o d:o ingelegde groentens, en
800 lb thuinzaaden in Zoort.

‘Dat de Suppl:ten ingevolge ‘t Placaat door de Hoogedele Heeren Commissarissen Generaal g’emaneerd behoorlyke borgtocht hebben gesteld ten faveur der geene van de Equipagie van gemeld Scheepje in hunne dienst verminkt mogte geraaken welke borgtocht zij de Vryheid neemen UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: ter hooggunstige approbatie aan te bieden.’

‘Dat de Supplianten haare geheele Equipagie voltallig gebracht hebbende eenlijk een Chirurgijn koomen te ontbeeren, van UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: ootmoedig zyn verzoekende aan den Chirurgijn van de Pacquetboot de Star Larcher zijn ontslag uit den dienst der E Compagnie te willen geeven en hem te permitteeren in die der Supplianten over te gaan.’

‘Nog neemen de Supplianten de Vrijheid UWelEdele Groot achtb: en E Achtb: aan te bieden de Lyst van zodanige Provisien en Scheepsbehoeftens als zij noodzakelijk oordeelen in ‘t Scheepje de dankbaare Africaan te moeten afscheepen met bêde dat UWelEdele Groot Actb: en E Achtb: daartoe permissie mag worden verleend.’

‘Laatstelijk bieden de Supplianten UWelEdele Groot achtb: en E Achtb: aan de Rolle der Officieren en Mattroosen waarmeede onder afwachting van Gods zeegen hun meergenoemd Scheepje de dankbaare Africaan deszelfs reise zal aanvaarden met ootmoedig verzoek dat door dezelve Equipagie naar luid der Placaaten aan handen van UWelEdele Groot achtb: en E Achtb: ofte aan handen van welderzelver gecommitteerdens de Eed van trouwe mag worden gepresteerd.’

‘’T welk doende &c:a’

’/:get:/: J:s J:s Vos G: f: Goetz.’

over welk Request gedelibereerd zijnde, zo is verstaan alle de verzoeken door de Supplianten daarbij gedaan gaave te accordeeren zo als dezelve geaccordeerd worden bij deeze, zullende zij dienvolgens worden voorzien van het nodige paspoort en Zeebrieven om het Scheepje de dankbaare Africaan naar Batavia af te zenden belaaden met alzulke kaapse Producten en provisiën als door hen zijn opgegeeven, terwijl de door hen overgelegde Zeebrieven en Paspoorten van de vorige reize zullen worden geroiëerd, om beneevens het Journaal van die reize en alle de overige daartoe relatie hebbende Papieren geseponeerd te worden, en is voorts aan den Chirurgijn van de Pacquetboot de Star Theodorus Constantijn L’ Archér toegestaan zijn ontslag uit den dienst der E Comp:e en gepermitteerd om in die der gemelde Rhêders van het Scheepje de dankbaare Africaan over te gaan.

Vervolgens geliefde den edelen Heer Commissaris ter tafel te produceeren de Missive door de WelEdele Groot achtb: Heeren der Hoogindiase Regeeringe Sub dato 19:e december anno passato aan dit Gouvernement gericht, beneevens de Brieven per het Ceilon ‘s Retourschip Alblasserdam van ‘s Compagnies Ministers en bediendens te Colombo , Paleacatta , Souratta en Gale ontfangen, alle welke geleezen zijnde, zo is verstaan over zodanige daarbij voorkomende poincten als rescriptie vorderen by bekwaame geleegendheid nader te delibereeren.

Dan vermits uit de Missive van S Compagnies Ministers te Souratta en het daarnevens gevoegd Factuur is koomen te blyken, dat in voldoening op den Eisch voor dit Gouvernement voor den jaare 1794 onderscheidene Lywaaten ter verdere verzending herwaards zijn afgescheept naar Ceilon , doch aldaar bij gebrek aan Scheepsruimte hebben moeten verblyven en dus hier door zal kunnen worden geexcuseerd de petitie ten behoeve deezes Gouvernements voor den jaare 1795 bij Missive van den 4:e September anno passato van Souratta gedaan, zo is by den raade goedgevonden omme hiervan bij eerstvoorkomende geleegendheid, bij gebrek aan directe occasie over Batavia, kennisse te geeven aan den Heere Directeur en Raad te Souratta , met verzoek de van hier voor den Jaare 1795 gedaane Eisch voor den jaare 1796 in zijn geheel te willen voldoen.

Regenten van het Hospitaal aan den edelen Heer Commissaris voorgedragen hebbende, dat de Coffyboonen welke ten behoeve der zieken zyn aangehouden en aan dat Huis verstrekt worden, door den langen tyd dat alhier leggen veel van derzelver vereischt wordende qualiteiten hebben verlooren, met verzoek dat de verstrekkingen van Coffyboonen aan het Hospitaal mogten geschieden uit de in deezen jaare ontfangene; zo is verstaan aan dat verzoek te defereeren gelyk geschied bij deeze, zullende dienvolgens van de jongstaangebragte Coffijboonen zo veel blyven opgeslaagen als vereischt word om de verstrekkingen aan het Hospitaal geduurende dit jaar gaande te houden en daarentegen bij de eerst op handen zynde publiecque Verkoping van indiase Producten tegens den 15:e en 16:e deezer loopende Maand bepaald, verkogt worden al de Coffyboonen die ter verstrekking aan ‘t Hospitaal zyn aangehouden.

Hierna geliefde den edelen Heer Commissaris den raade te bedeelen, dat reeds bij het aanvaarden van het Hoofd gebied over dit Gouvernement ontwaard hebbende, het gebrek aan kleine Munten, en teffens overwoogen dat hieräan op geene betere nog zekerder wijze zou kunnen worden geremedieerd dan door de introductie van kopere Speciën, ter waarde van drie, twee en een Stuiver, zijn Ed: ook de Hooggebiedende Heeren Majores hiervan hadt kennisse gegeeven, doch dat ‘t zelve gebrek aan kleingeld tot bijzondere belemmering Schade en misnoegen der Ingezeetenen vooral der Schamele gemeente zodanig meer en meer toegenoomen hebbende, dat geringe betalingen onmogelyk kunnen worden vereffend, zyn Ed: oordeelde van het uitterste belang te zijn om van de Hooge indiase Regeeringe te verzoeken bij eerstvoorkomende geleegendheid wel; herwaards te willen zenden Hondert duizend ponden Japansch Staafkoper om tot het Slaan der gezegde Munten van 1, 2, en 3 Stuivers te worden geëmploiëerd; waarover gedelibereerd zijnde, zo is verstaan zich met de propositie van den edelen Heer Commissaris in deeze volkoomen te confirmeeren, en zal dienvolgens bij allereerstvoorkomende geleegendheid de hooge indiase Regeeringe eerbiedig worden verzocht dit Gouvernement ten Spoedigste van Hondert duizend ponden Japansch Staafkoper te willen laaten voorzien om tot het Slaan van kleine Munten te worden geemploiëerd.

Vervolgens is beslooten om de bij bataviasche Eisch voor deezen jaare, gevraagde veertig duizend ponden Boter ten Spoedigste en voor de minstmogelijke prijs te laaten inkoopen, ten einde in gereedheid te kunnen worden gebracht om bij eerstvoorkomende geleegendheid naar indias Hoofdplaats te worden verzonden.

de Burger Hermanus Scholts zich aan deeze Regeeringe geaddresseerd hebbende met het ondervolgend Request.

Aan den WelEdele Groot achtb: Heer Abraham Josias Sluijsken Raad ordinair van Nederlandsch India en Commissaris over ‘t gouvernement van Kaap de Goede Hoop en den Ressorte van dien &c &c &c: benevens den E Achtb: Heer Gezachhebber en WelEdele Heeren Raade van Politie.

‘WelEdele Groot Achtb: Heer! en E Achtb: Heeren!’

‘met verschuldigde Eerbied neemt de Vrijheid te kennen te geeven, UWer WelEdele Groot achtb: en E Achtb: zeer onderdanige en gehoorzaame dienaar Fredrik Arnold Heijneman in qualiteit als Gemachtigde van den Landbouwer Hermanus Schols.’

‘dat des Suppliants principaal aan S Comp:s Post de Clapmuts heeft geleeverd een getal van 10 p:s bekwaame Trekossen blykens quitantie door den Opzichter aldaar verleend, dewelke den Suppliant qq de vrijheid neemt deezen in allen eerbied te annexeeren.’

‘Reedenen waaromme den Suppl:t qq zich keerd tot UWelEdele Groot achtb: en E Achtb: ootmoedigst verzoekende dat ‘t voorsz:e getal van 10 P:r ossen mag Strekken in mindering van de op zyne principaal bij de E Comp:ie in Leening hebbende Veeplaatsen, ten agteren Staande Recognitie penningen’

‘T welk doende &c:a’

’/:get:/ F: A: Hijneman qq’

zo is nadien uit de nevensgedachte Requeste gevoegde quitantie van den Baas van S Comp:s Post de Clapmuts consteerd, dat de Suppliant aan den gemelde Post wezendlijk aan de E Compagnie heeft geleeverd 10 p:s bekwaame Trekossen, zo is verstaan deeze leverantie te doen strekken in mindering der Recognitie welke den Suppliant op deszelfs Leeningsplaatsen aan de E Comp:ie Schuldig is. waarvan Extract zal worden afgegeeven aan de Heere Boekhouder van S Lands generaale Inkomsten, ten einde daaromtrent het nodige te bezorgen.

Wyders is aan den Capitijn Gualterus Adrianus van Velsen; voerende het China ‘s Retourschip Washington op zijn deswegens gedaan verzoek gepermitteerd, zyne Slavinne Clarinda van Malabar te mogen ontslaan uit Slaafsche dienstbaarheid en te Stellen in vrijdom, mits daarvoor aan de Diaconie armen der hervormde Gemeente alhier betaalende eene Somma van Rd:s 50:- en bovensdien Stellende voldoende Caütie dat de gezegde Slavinne binnen den bepaalde tijd van twintig jaaren niet tot lasten van gemelde diaconie zal koomen.

de Commies der Magazijnen Fredrik Langerman aan deeze Regeeringe gericht hebbende de volgende Memorie

Aan den WelEdele Groot achtb: Heer Abraham Josias Sluijsken Raad ordinair van Nederlandsch Indiën mitsgaders Commissaris over het Gouvernement van Kaap de Goede Hoop en den Ressorte van dien &c &c &c.

‘WelEdele Groot achtb: Heer!’

‘Ontfangen hebbende een Extract uit een bericht van Heeren Gecommitteerdens over ‘t Arsenaal aan UWelEdele Groot achtb: ingedient, met de daarop in den Raade van Politie genoomen marginaale dispositiën op den 27:e February LL.’

‘In welk bericht Heeren Gecommitteerdens te kennen geeven, hoe dat onder de Fenaille aan Imhoff 14 p:s Affuiten in soort gelyk hier onder gespecificeerd Staat gevonden worden dewelke onbruikbaar zyn, als.’

‘zijnde deeze 11 p:s Affuiten in gebruik op de Batterijen geweest en door den tijd onbruikbaar geworden als zijnde het Hout verrot, en het yzer door de Roest verteerd.’

‘de overige 3 p:s zijnde’

‘of Schoon nooit of ten minste weinig in gebruik geweest, zijn meede onbekwaam, om dat de Kust affuit van een slegte Constructie en de wal affuiten reeds gedeeltelijk verrot zijn.’

‘De Ondergeteekende vermeend dus /: onder Eerbiedige Correctie:/ dat voorn:e 14 p:s Affuiten behoorende uit Elkander geslaagen, het zig nog aan dezelve bevindende bruikbaar Yzer gesorteerd en afgewoogen te worden gelyk meede aan het nog bruikbaare Hout dient te geschieden, de 14:e P:s Affuiten van de Artillerie boeken afgeschreeven en daarenteegen het Yzer op het Ambachtsquartier of Elders ingenoomen te worden. Het Hout kan meede wanneer het zelve verwerkt is tot Stelblokken, Stelhouten klossen van Laadgereetschappen, Spiegels voor Druiven, Blikkedoozen, en bakjes voor kogels &c:a ingenoomen worden.’

‘Verhoopende hiermeede aan dit Articul van ‘t Extract te hebben voldaan, zoo hebben de Eer Respestueuselijk te verblyven.’

‘WelEdele Groot Achtbaare Heer!’

‘Uwe WelEdele Groot achtb: zeer gehoorz:e en onderdanige dienaar’

’/:get:/ F: Langerman’

‘Cabo de Goede Hoop den 6:e Meij 1795’

‘Gezien /:get:/ G: C: Kuchler’

over welke Memorie gedelibereerd zynde, zo is bij den Raade beslooten omme de daarby vermelde 14 affuiten bij de boeken te laaten afschrijven, omme vervolgens uit elkander te worden geslaagen en het daarvan koomend oud Ijzer bij de Negotieboeken en die der Artillerie ongetaxeerd in te neemen ten einde te kunnen worden verstrekt en verbruikt, waar zulks ten meeste voordeele van de Compagnie te passe koomen zal.

Hieröp geliefde den edelen Heer Commissaris den raade kennisse te geeven, dat zyn Ed: tot deszelfs bijzondere Surprise was voorgedragen en g’informeert geworden, dat de officieren der Burgerije ter deezer Hoofdplaatse zig meer en meer van het bywoonen der Burger krijgsvergadering abzenteerden, zodanig dat het getal der presente leeden zomtijds niet toereikende is om de aldaar ter verhandeling voorvallende zaaken te kunnen afdoen, en dat daar bij de Instructie voor den gemelde Krygsraad vastgesteld, voor dit verzuim geene pœnaliteiten zijn bepaald, de noodzakelykheid om in deeze eene geregulde ordre van zaaken te betrachten, vorderde dat hierinne wierd voorzien, en is na deliberatie daarover goedgevonden en dienvolgens beslooten ten einde dezelve Officieren in deezen daar anderzints blyken geeven van haare Yver en attachement aan den dienst van het Vaderland meede te verpligten tot het assisteeren der Krygsvergaderingen, bij den Raade is goedgevonden en dienvolgens beslooten, omme bij ampliatie van de Instructie voor den Burgerkrygsraad op den 6:e September 1768 gearresteerd thans nader te bepaalen en te arresteeren, gelyk bepaald en gearresteerd word by deeze, dat niemand Leeden van den Burgerkrygsraad het by woonen der Vergaderingen van dezelve op eene boete van Rd:s 10 voor de Capitijns en Rd:s 5 voor de Subalterne Officieren, telkens ten profyte van de Burger Cassa te verbeuren zal mogen verzuimen dan om reedenen van ziekte ofte wanneer door bezigheeden het zij ten nutte van het algemeene of ten nutte van de Compagnie daarin wierden verhinderd, of dat omstandigheeden plaats hadden die hunne teegenswoordigheid in de Krygsvergadering onmogelyk maakten, van al het welk zij als dan valable bewijzen zullen moeten overleggen aan den Burgerkrygsraad, welke bij deeze word geauthoriseerd over dies wettigheid en het appliceeren der gezegde boete te jugeeren.

Bij deeze geleegendheid wierd door den edelen Heer Commissaris den Raade bedeeld, dat de Capityns der Burgerije aan Stellenbosch aan zijn Ed: hadden voorgedraagen, derzelver bezwaaren, dat bij de jongstontworpen en ter sessie van den 16:e Januarij jongstleeden gearresteerde Ranglijst, in navolging van de vorige, was gesteld, de Capitijns der Kaapsche, Stellenbosche , Zwellendamse en Graaffe Rynetse Burgerije, zonder dat daarbij is gelegd dat deselve zoude moeten volgen na hunne anciëniteit, of den dag dat tot Capityns der Burgerije zyn aangesteld, en dat daar uit zoude kunnen worden afgeleid, dat de jongste Capitijn der Kaapse Burgerije den rang toekwam boven een Capitijn van de Burgerije der buitendistricten die voor hem in deeze qualiteit was aangesteld, met verzoek dat ter ontruiming van die bedenkingen zo ten aanzien van de Capityns als van de Subalterne officieren mogt worden voorzien; over al het welke gedelibereerd en daar in aanmerking genoomen zijnde dat tusschen de Burgers van de Hoofdplaatse en die der respective buitendistricten, als gezamentlyke Burgers deezer Colonie geene het allerminste onderscheid kan plaats hebben, maar een ieder hunner ‘t zij aan de Hoofdplaatse dan wel in de buitendistricten domicilieeren, naar de graden die zij in de Burgerstand bekleeden, navolgens de datum hunner aanstellingen behooren te worden gelyk gesteld als een lichaam en tot eenen en dezelve dienst gehouden weezende; zo is dan ook bij den Raade beslooten omme ter ontruiming van alle verkeerde interpretatien, welke daaraan reeds mogten zijn of nog zouden kunnen worden gegeeven, bij ampliatie van de gezeide Ranglijst op den 16:e Januarij deezes jaars gearresteerd, te bepaalen zo als bepaald word bij deeze, dat de Capitijns en voorts alle verdere Officieren der kaapse, Stellenbosche , Zwellendamse en Graaffe reinetse Burgerije zullen volgen na derzelver anciënniteit.

Nog wierd door den edelen Heer Commissaris den raade bedeeld, dat voor eenige dagen beide de Notarissen zich van de Kaap naar buiten begeeven hebbende, iemand welke zich genoodzaakt vond te testeeren, daarïn zou zijn verhinderd geworden indien Gecommitteerde Leeden uit den raade van justitie zijn begeerd Testament niet hadden vervaardigd, en dat daar de gemelde Beamptschrijvers altoos voor het algemeem dienstvaardig moeten zijn ‘t dus ook noodzaaklyk kwam te weezen dat door deeze Regeeringe wierden gemaakt zodanige bepalingen als langs welke men zich verzeekerd konde houden, dat het bedoeld nut bij de aanstelling van Notarissen kon worden verkreegen. en is na deliberatie hierover bij den Raade beslooten te bepaalen, zo als bepaald word bij deeze dat wanneer een der Notarissen zich in de verplichting bevind zich naar buiten te begeeven hij daarvan in persoon zyn Confrater zal moeten verwittigen, en dat zoo wanneer deeze zich meede genoodzaakt mogt vinden van de Hoofdplaatse te gaan, hij dezelve als dan niet zal moogen verlaaten zonder daarvan behoorlyke kennisse te geeven aan den Heere Præsident van den Raade van Justitie of bij absentie van deeze aan het op zijn Ed: volgend Lidt van gemelde Raade, ten einde bij voorkomende geleegendheid, staande het noodzaaklyk afweezen van beide Notarissen omtrent de waarneeming van hun Ampt ordre te kunnen stellen.

Laatstelijk gaf den edelen Heer Commissaris kennisse, dat zijn Ed: den adsistent ter Secretarije van Justitie Johan Bernhard Hoffman, wiens eerste verband op den 16:e Maart jongstleeden was koomen te expireeren, in gagie had verhoogd tot ƒ24:- per maand, onder een nieuw verband van Vyf Jaaren, ‘t welk zo wel als de vermeerderde gagie zal worden gereekend te zijn ingegaan met de expiratie van zijn eerste verband.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten daage en jaare voorschreeve.

[Signed:] A: J: Sluijsken

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] J: J: Le Sueur

[Signed:] W: S: V: Rijneveld

C. 230, pp. 127-137.

Zaturdag den {17950509} 9:e Mei 1795

‘S voormiddags, present de edele Heer Commissaris, de Heer Gezachhebber en de Heeren Leeden Le Sueur en van Rijneveld.

Wierd door den edelen Heer Commissaris te kennen gegeeven, dat de Burgers Evert Heugh en Leopold Heuzer gisteren zich bij zijn Ed: hadden vervoegd en namens den Capitein Johan Adam Stahlman, Capitein van het alhier onlangs van Mauritius aangeland deensch particulier Schip de Emelia van Tranquebar , aan zyn Ed: hadden ter hand gesteld eene Notitie van zodanige Goederen als zich in dat Scheepje vinden afgelaaden, luidende als Volgd.

‘Extract Factura van den Capitijn Johan Adam Stahlman commandeerende het aanweezende deensch Schip Emelia fra Tranquebar over zodanige Goederen als denzelven nedrigst Solliciteerd teegens op neevens gaande Lijst gementioneerde Caabse Producten te moogen landen, als’


10 Baalen inhoudende
  400 p:s grove Passo comprido 12 Punj:s a 2 Pag:s 16 fan: P: 1066:16:-:-
8 d:o 320 d:o d:o dito 14 Punj:s a 3 P: d:o 960:-:-
1 d:o 40 d:o d:o d:o 16 d:o d:o 3 1/2 d:o d:o 140:-:-
4 d:o 400 d:o gemeene Slave doeken a 10 fan:s d:o 166:16:-
2 d:o 400 d:o ordinaire grove tranquebarse Chitse a 16 fan:s d:o 266:16:-
1 d:o 100 d:o 4 draets grof wit zyldoek a 1 pag d:o 100:-:-
    P:s 2700:-:-
  of Courant Ropijen d:o 8100:-:-
2000 P:s Jatij Legger duigen a 400 Liv':s 't C:to maakt P:s 320:-:-
12 Bosse yzere Legger banden weegende 250 lb ijder Bos a 312 Liv: au 10 Sols d:o 150:-:-
  Piasters d:o 470:-:-
6 Baalen Coffij, en
60 kleine zakken Madagascarse Rijst
50 p:s Slaven, als
  p:s Slaven Jongens van Madagascar
  d:o d:o Meiden d:o d:o
  d:o d:o Jongens d:o Mosambicque
  d:o d:o Meiden d:o

10 Baalen inhoudende
  400 p:s grove Passo comprido 12 Punj:s a 2 Pag:s 16 fan: P: 1066:16:-:-
8 d:o 320 d:o d:o dito 14 Punj:s a 3 P: d:o 960:-:-
1 d:o 40 d:o d:o d:o 16 d:o d:o 3 1/2 d:o d:o 140:-:-
4 d:o 400 d:o gemeene Slave doeken a 10 fan:s d:o 166:16:-
2 d:o 400 d:o ordinaire grove tranquebarse Chitse a 16 fan:s d:o 266:16:-
1 d:o 100 d:o 4 draets grof wit zyldoek a 1 pag d:o 100:-:-
    P:s 2700:-:-
  of Courant Ropijen d:o 8100:-:-
2000 P:s Jatij Legger duigen a 400 Liv':s 't C:to maakt P:s 320:-:-
12 Bosse yzere Legger banden weegende 250 lb ijder Bos a 312 Liv: au 10 Sols d:o 150:-:-
  Piasters d:o 470:-:-
6 Baalen Coffij, en
60 kleine zakken Madagascarse Rijst
50 p:s Slaven, als
  p:s Slaven Jongens van Madagascar
  d:o d:o Meiden d:o d:o
  d:o d:o Jongens d:o Mosambicque
  d:o d:o Meiden d:o

‘Cabo de Goede Hoop den 8:e Meï 1795.’

’/:get:/ J: Stahlman’

met verzoek dat aan de gemelde Capityn mogt worden gepermitteerd alle dezelve Goederen alhier te ontlaaden en voor dies provenue wederom in te koopen en naar Tranquebar te vervoeren zodanige hierlandse producten als door hem bij de ondervolgende Notitie zyn bekend gesteld.

‘Nota, van zodanige Goederen, als den onderget: Deensche Capitein onderdanigst verzoekt, teegens op neevensgaand Extract factura gespecificeerde Goederen te mogen inruilen en na deszelfs bodem afscheepen als.’

‘Voor Provisie en Scheepsgebruik’

‘Cabo de Goede Hoop den 8:e Mei 1795.’

’/:get:/ J: Stahlman’

dat hij edele Heer Commissaris na dat dit verzoek aan zijn Ed: was gedaan, directe opgeeïscht hebbende de passen, Factuuren en andere papieren tot gedacht Schip gehoorende, daaruit wel was gebleeken dat Schip en lading toebehoord aan zeekere Jacob Luxdorff Schmidt, Burger en Inwooner te Tranquebar en dus Deensch Eigendom kwam te zijn, doch teffens dat die Bodem nu laatst van Mauritius was vertrokken, dus ook vermeend hadt hierinne niets te doen dan na van deeze Vergadering ingenoomen te hebben derzelver adviesen of aan het gemeld verzoek van den Capitijn Stahlman zou behooren te worden voldaan dan niet, over welk een en ander met allen aandacht gedelibereerd en daarbij aan de eene zijde in aanmerking genoomen zynde, dat hoe zeer ook uit de overgelegde papieren tot Schip en Lading betrekkelyk consteerd dat ‘t zelve aan een Deensche Onderdaan behoord, het afvaardigen van den Bodem van Mauritius eerst naar Madagascar om aldaar Slaaven en Rijst in te neemen, en vervolgens herwaards om in ruiling voor dies Lading wederom te verkrijgen een Lading van zodanige hierlandsche Producten als waaraan te Mauritius groot gebrek is, en nergens anders in de nabijheid van dat Eiland dan van de Kaap kunnen worden bekoomen de onderneeming van de Capitein Stahlman en zijn voorgegeeven destinatie van hier naar Tranquebar ten uitterste Suspect moet voorkoomen te meer daarom veele andere articulen te zwygen het door hem gevraagde Meel ten minsten geen object van Speculatie ter vervoer naar Tranquebar kan zijn, en aan de andere kant dat hoe zeer ook de door het Schip de Emelia aangebrachte Duigen, Hoepels, Lywaaten Slaaven etc:a koomen te zijn Articulen van de allernoodzaaklykste behoeftens tot voortzetting van den Landbouw in deeze Colonie en tot kleding koomen te zijn, en waaraan de Schaarsheid meer en meer toeneemd, en hoe zeer ook deeze Regeeringe verlangende is naar geleegendheeden om de In -en -Opgezeetenen te ontlasten van hunne overtollige Producten, het zo gewenscht voordeel wat daaruit natuurlijk moet voortvloeien niet zou kunnen opweegen het belang ‘t welk men moet Stellen om zo veel mogelijk te verhinderen dat de Eilanden Mauritius en Bourbon van deeze Uithoek niet van levensmiddelen worden voorzien, zo is dan ook by den Raade beslooten het verzoek namens de gezegde Capitein Johan Adam Stahlman gedaan te declineeren en te wyzen van den hand, zo als ‘t zelve van den hand geweezen en gedeclineerd word bij deeze, zullende dienvolgens den Heere Fiscaal deezes Gouvernements met alle mogelijke vigilantie zorgen dat van boord van het gemeld Deensch Schip de Emelia niets aan wal word gebracht en zo meede niets naar boord word gevoerd dan de volgende provisien welke den Raade voldoende oordeeld te zijn om zyne reise van hier naar Tranquebar te kunnen onderneemen en voortzetten Namentlijk

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Gooede Hoop Ten daage en jaare voorschreeve.

[Signed:] A: J: Sluijsken

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] J: J: Le Sueur

[Signed:] W: S: V: Ryneveld

C. 230, pp. 138-148.

Maandag den {17950511} 11:e Meï 1795.

‘S voormiddags, present de edelen Heer Commissaris, de Heer Gezachhebber en de Heeren Leeden Le Sueur en Van Rijneveld.

Is geleezen een Request door Jan Adam Stahlman aan deeze Regeeringe gericht, luidende als volgd,

Aan den WelEdele Groot achtb: Heer Abraham Josias Sluijsken Raad ordinair van Nederlands Indiën mitsgaders Commissaris over het Gouvernement van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &c: &c: &c: beneevens den WelEdele Achtb: Heer Gezachhebber en WelEdele Heeren Raaden van Politie

‘WelEdele Groot Achtb: Heer! en E: E: Achtb: Heeren!’

‘Geeft met alle verschuldigde eerbied te kennen UWer WelEdele Groot achtb: en E Achtb: zeer gehoorzaame en onderdanige Dienaar Johan Adam Stahlman Capityn en Carga van het voor eenige dagen ter deezer Rhêde gearriveerd Deensch Schip genaamt Emelie van Tranquebar , toebehoorende aan den Heer Johan Lurdorff Schmidt, Burger en Inwoonder te Tranquebar ; dat des Suppl:ts Bodem zich Vind belaaden met onderscheidene Goederen voor deezen Uithoek zeer benodigd, als, Lijwaaten, Rijst, Leggerduigen, Yzere banden, Staaven etc:a alle welke hij voorneemens is geweest alhier te verkoopen om voor dies provenue wederom aan te koopen een Parthij Kaapse Producten waaraan zo te Tranquebar als andere etablissementen in Indiën groote Schaarsheid is; dat den Suppl:t tot dat een en ander bij UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: eerbiedig verzoek hebbende laaten doen dit zy verzoek door Hoogstdezelve gedeclineerd en van den hand is geweezen geworden; dat den Suppl:s hoe zeer hij dit besluit ook Eerbiedigst zich nochtans daardoor in de allergrootste belemmering en verleegendheid bevind, nadien alles wat in zijn Schip is afgeladen niet anders dan met enorme verliezen te Tranquebar plaatse zijne destinatie, zal kunnen worden verkogt daar integendeel voor dezelve alhier als articuls waaraan de Schaarsheid zeer groot tot redelyke prijzen zouden kunnen worden verkreegen, en dat het dus voor hem in allen opzigten voordeeliger zou zelfs met een geballast Schip weederom naar Franquebar te rug te keeren.’

‘Alle reedenen om welke den Suppliant de vryheid neemt zich te keeren tot UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: ootmoedig verzoekende dat het Hoogstdezelve mogt behagen hem te permitteeren zijne aangebragte en Eenlijk alhier verkogt kunnende worden goederen ter deezer plaatse te moogen ontscheepen en verkoopen voor pergamente Munten, welke den Suppliant alhier zal laaten verblijven om in der tijd en wijlen tot den inkoop van kaapse Producten ter vervoer naar Tranquebar geemploiëerd te worden, teffens eerbiedigst verzoekende of om onder gelyke bepaaling zo wanneer zich daartoe de geleegendheid mogt presenteeren zyn gemelde Schip de Emelie alhier aan Burgers en Ingezeetenen deezer Colonie te verkoopen, of om zo veel ballastklippen daarin aftelaaden als vereischt worden om de reise naar Tranquebar van hier te kunnen onderneemen.’

‘Laatstelijk matigd zich de Suppliant nog de vryheid aan UWelEdele Groot achtb: en E Achtb: in alle onderdanigheid te verzoeken hem te willen permitteeren om zonder betaaling van Inkoomende Rechten te moogen ontscheepen en onder berusting van de Burgers Evert Heugh en Leopold Huizer te laaten, twee en zestig Stuks heele Leggers door hem meede gebracht, om met de verzochte Wynen en Brandewijnen te vullen ten einde alhier te verblyven tot er geleegendheid zal zyn die dranken naar Tranquebar te verzenden.’

‘’T Welk doende etc:e’

’/:get:/ J: A: Stahlmann.’

over welk Requeste met alle aandacht gedelibereerd en daarbij in aanmerking genoomen zijnde dat daar de verkoop der door de Suppliant aangebrachte Goederen tegens papiere geld, allezints voordeelig voor de Colonie komt te zijn, en ook nimmer tot voordeel van den vijand kan keeren, zo wanneer het provenue daarvan hier verblijft en niet gerealiseerd word in kaapse Producten voor en aleer de omstandigheeden der publiecque zaaken zulks zal toelaaten, en dat den Suppliant volgens zijne tweeledige voordracht of zyn Schip alhier verkoopt, of met het zelve geballast deezen Uithoek verlaat, zo is dan ook bij den raade beslooten, aan zijn gedaane verzoeken in zo verre te defereeren, dat aan hem

Eerstelijk zal weezen gepermitteerd zyne aangebrachte goederen en Slaven aan Ingezeetenen alhier te verkoopen teegens pergamente Munten, om daarvoor wanneer de Regeeringe indertijd geleegendheid mogt hebben zulks te permitteeren hem toetestaan dezelve te realiseeren in Landsproducten, zonder echter daaruit nu of voor t vervolg te mogen ofte kunnen afleiden dat tot deeze realisatie hem tot nu nog permissie was verleend.

Ten Tweede, Om zijn Schip de Emelie van Tranquebar aan Burgers en Ingezeetenen deezer Colonie te moogen verkoopen, ende zulks uit Consideratie dat daar de Hoog Edele Heeren Commissarissen Generaal bij hoogsderzelver generaale placaate van den 21:e September en 21 November 1792 aan de Ingezeetenen hebben gepermitteerd om geduurende den tijd van twee jaaren Scheepen van Vreemdelingen te koopen uit hoofde van de onmogelijkheid om zich daarvan uit Nederland te voorzien deeze onmogelykheid tot byzondere Schaden van de Ingezeetenen en van de Colonie in ‘t generaal door den ontstaane Oorlog meer en meer is vermeerderd, zonder dat men het vooruitzicht mag voeden dat hieromtrent binnen kort eenige verandering zal koomen, en

Ten derde, om de door hem aangebrachte twee em zestig leedige Leggers alhier te doen verblyven onder berusting van de Burgers Evert Heugh en Leopold Heuzer, om wanneer de Regeeringe daartoe verlof mogt geeven met Wijnen of Brandewynen gevuld verzonden te worden, onder Conditie nochtans, dat het bepaald inkoomen Recht zo wel als van alle de andere Goederen ook van deeze Leggers betaald zal worden, om by afscheep van gezegde Leggers aan gemelde Evert Heugh en Leopold Heuzer te worden gerestitueerd

Aan alle welke permissien echter door deezen Raade wel expresselijk word geaccrocheerd de verplichting dat den gemelde Capitijn Johan Adam Stahlman zyn Schip de Emelie van Tranquebar alhier niet verkoopende als dan daarmeede ter zyner keuse of ter deezer Rhêde zal moeten verblijven of vertrekken naar baaïfals , ten einde in het een of ander geval onder embargo te blyven leggen, en niet te vertrekken tot dat van deeze Regeering daartoe permissie zal hebben verzocht en erlangd van al het welk Extract zal worden afgegeeven aan den Heere Fiscaal, ten einde te Strekken tot zijn Ed: naricht en informatie.

de Capitein ter zee Gualterus Adrianus van Velsen, voerende het Chinaa ‘s Retourschip Washington , bij requeste verzoek gedaan hebbende om zyne aanstaande Huisvrouwe in naame Helena Elizabeth van Helsdingen, beneevens eene Vrije vrouwe genaamt Johanna van de Kaap ter haarer oppassinge per gemelde Bodem met zich naar ‘t Vaderland te neemen, zo is verstaan aan dat verzoek te defereeren zo als geschied by deeze onder voorwaarden dat door den Suppliant voor beide het gewoon transport- en kostgeld alhier in s Comp:s Cassa zal worden betaald.

Vervolgens geliefde den edelen Heer Commissaris den Raade te bedeelen dat per het Schip Alblasserdam van Ceilon alhier waaren aangekoomen 44 inlandsche Militaire omme alhier te verblijven tot dat geleegendheid zal zijn hen wederom derwaards te zenden, zonder dat neevens dezelve iets is ontfangen dan een Lyst waarbij is bekend gesteld hoeveel een ieder hunner verdient en wat daarvan ten behoeve van hunne familles moet worden ingehouden, waardoor men dus ignorant is van het Randsoen ‘t welk te Ceilon aan dezelve inlandsche Militairen worden verstrekt, en waarna de uitwerking alhier behoorde gereguleerd te worden, en is na deliberatie hierover bij den Raade goedgevonden aan de voorzeïde inlandsche Militairen te doen verstrekken, dezelve Randsoenen welke aan S Compagnies passeerende Soldaaten aan de Lienie verstrekt worden, met dat onderscheid dat aan hen in Steede van Vleesch aan hen dagelijks een levendig Schaap zal afgegeeven worden, en dat uit aanmerking dat zij in Indiën geen Brood maar rijst gebruiken, het halve Randzoen Brood aan hen in Rijst zal worden bereekend en verstrekt, terwijl aan de Officier die hen Commandeerd volgens het gebruik wat omtrent S Compagnies Militairen plaats heeft dubbeld Randzoen zal worden uitgereikt.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten daage en jaare voorschreeve

[Signed:] A: J: Sluijsken

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] J: J: Le Sueur

[Signed:] W: S: v: Rijneveld

C. 230, pp. 149-225.

Vrijdag den {17950522} 22:e Meï 1795.

‘S voormiddags, present de edelen Heer Commissaris, de Heer Gezachhebber en de Heeren Leeden Le Sueur en van Rijneveld.

De Resolutien op den 8, 9 en 11 deezer loopende maand genoomen, ter extraordinaire Vergadering van den 15:e deezer geresumeerd en geapprobeerd geworden zijnde, is heeden aanvankelijk door den edelen Heer Commissaris gecommuniceerd, de behouden aankomst in baaïfals van de Retourscheepen, Macassar , Ceilon , Noodholland en de Standvastigheid , mitsgaders dat de Overheeden van eerstgemelde Bodem bij deszelfs aankomst gerapporteerd hebbende dat zich eenige Leckagie aan hun Schip bevond, naar de oorzaaken van dat Lek direct was onderzoek gedaan door expres gecommitteerde Zee Capityns en dat zyn Ed: van deeze Commissie hadt ontfangen het volgend Bericht

Aan den Wel Edele Groot achtb: Heer Abraham Josias Sluijsken Raad ordinair van Nederlandsch Indien mitsgaders Commissaris van dit Gouvernement en den Ressorte van dien &c: &c: &c:

‘WelEdele Groot achtb: Heer!’

‘In opvolging van eene last ons door den E Achtb: Heer Brand Resident alhier gegeeven, hebben wij ondergeteekendens Capiteins ter zee Ulke Barends, en D: Wiesen in ‘t byweezen van den Capitein ter Zee F:r Marck Commandeerende het O I Comp:e alhier gearriveerd Schip Macassar ten overstaan van den Equipagiemeester J: A: Voltelen geassisteerd met den Baas Timmerman, nauwkeurig gevisiteerd de gebreeken die zig aan die Bodem volgens opgaaf aan UWelEdele Groot Achtb: door den Capitijn van gedachte Bodem gedaan bevinde bestaande in Een leckagie dewelke door de Overheeden niet konden worde opgegeeven waar dezelve zig bevinde mogt, alzoo en in de Hel zo wel als in het Scherpgat of Kruitgat niets te ontdekken is, dat wij egter vertrouwen zulks in de Steeve naaden moeten zoeken, waartoe het Schip voor eerst in het Gat moet worden gebragt ter ontdekking of het bij de voorsteeve, en het daar niet ontdekkende in de neus moet worden gebracht, omme te zien of het zig in de Steeven naaden der achtersteeven ontwaarden.’

‘zo ook dat het Roer aan land moet om verbust te worden.’

‘zynde de overige gebreeken, zo als dezelve aan UWelEdele Groot Achtb: zyn opgegeeven alle indiervoegen bevonden, dat dezelve te verhelpen zijn moetende die bodem voort van binnen en buiten gecalfaat worden.’

‘Hiermeede verhoopen wij aan UWelEdele Groot achtb: intentie voldaan te hebben en laaten dit dienen tot Bericht’

Simonsbaaï den 16:e Meï 1795.’

‘Als geCommitteerdens’

’/ get:/ U: Barends D: Wieze P: V: Wyngaarden’

‘ten mijne Overstaan’

’/ get / J: A: Voltelen’

Uit welk bericht gebleeken zynde dat ter ontdekking van het opgegeeven lek, zo wanneer ‘t zelve in de voorsteeven mogt zijn het Schip voor eerst in het Gat moet worden gebracht, en alzoo niet ontdekt wordende, als dan in de neus gebracht moet worden, omme het zelve in de Stevennaden van de Achtersteeven te zoeken, zo is dan ook bij den Raade beslooten de dispositie hieromtrent uitgesteld te laaten tot dat het nader bericht van gecommitteerde Zeekundigen zal weezen ingekoomen.

Uit twee Resolutien by den Scheepsraad van het Schip Macassar op den 26:e April jongstleeden genoomen gebleeken zijnde dat door den Scheepsraad waaren gedaan de volgende provisioneele bevorderingen als

Tot Sous Luitenant de Bootsmansmaat

Jochem dirk Bakker en

Tot Schieman, de Schiemansmaat

Hendrik Pagell,

zo is verstaan dezelve provisioneele aanstellingen te approbeeren, en mitsdien dezelve persoonen in hunne respective qualiteiten te bevestigen, onder halveering van gagie.

De Schipper Hendrik Sluijs, gevoerd hebbende het voormeld ingehuurd particulier Schip Noordholland , aan boord van gemelde bodem overleeden en in het gezach op die bodem opgevolged zijnde door den Opperstuurman J: G: de Weis, zo is door deeze bij den Edelen Heer Commissaris verzoek gedaan in het gezach op gemeld Schip te mogen worden erkend en als zodanig aan zijne Equipagie voorgesteld.

Over welk verzoek gedelibereerd en daarbij in aanmerking genoomen zynde,datof schoon naar luid van de Cherteparthij van het Schip Noordholland deeze Regeeringe geene aanstellinge van Schipper of andere Officieren kan doen,hetechter tot onderhoud van goede ordre op gedacht Schip zeer nuttig zoude kunnen weezen, wanneer dezelve Opperstuurman de Weis aan de verdere officieren en Gemeenen wierd voorgesteld, zo is bij den raade beslooten aan zijn verzoek te defereeren gelyk geschied bij deeze, en zal dienvolgens den Heere Rezident der Baaifals Christoffel Brandt bij Extract deezer werden gelast, omme zich te begeeven aan boord van het particulier ingehuurd Schip Noordholland ten einde aldaar voor de geheele Equipagie aan den meergenoemde Opperstuurman J: G: de Weis aan te zeggen dat deeze Regeeringe hem heeft gelieven te erkennen als Schipper ofte Bevelhebber op gezeide Bodem, met recommandatie zo aan de overige Officieren als gemeenen hem als zodanig te respecteeren en te gehoorzaamen.

Vervolgens geliefde den edelen Heer Commissaris den raade te bedeelen dat zijn Ed: uit aanmerking van de presente Ploegtijd, waardoor den Landman allernoodzaaklijkst ter voortzetting zijner arbeid zich op zyne bezittingen behoord te bevinden, goedgevonden hebbende om de Picquetten uit de buitendistricten van Stellenbosch en Drakenstein om ter deezer Hoofdplaatse wacht te houden, provisioneel met het thans aanweezende te doen cesseeren, te meer daar zich geene Scheepen meerder aldaar geankerd vinden en ook voor het uiteinde van de maand Augustus geene kunnen worden verwacht, daarvan bij Missive kennisse hadt gegeeven aan Landdrost en Krijgsofficieren van Stellenbosch , met last om tot nadere ordres tot gezeide Picquetten geene Manschappen verder te commandeeren, met aanbeveeling echter te zorgen dat zo bij Landdrost en krygsofficieren als bij derzelver onderhoorige Manschappen word betracht alle mogelijke waakzaamheid en oplettendheid om op het doen van Seinen van allarm ter verdeediging van hun Vaderland gereed te zyn en ten Spoedigste op te koomen.

Commissarissen uit den raade van Justitie aan deeze Vergadering in geschrifte bericht hebbende dat het Erf door den Burger Jan Carinus ter Sessie van den 4:e November jongstleeden in eïgendom verzocht, aan hem zou kunnen worden uitgegeeven zonder de E Compagnie of iemand der Ingezeetenen præjuditie toetebrengen, zo is verstaan omme conform dat Bericht ‘t zelve Erf ter groote van 61 quadraat Roeden en 144 dito Voeten in deeze Tafelvallei geleegen aan den gemelde Burger Jan Carinus in eïgendom afte staan en te vergunnen, zo als ‘t zelve aan hem afgestaan en vergund word bij deeze, onder voorwaarde echter dat door hem daarvoor tot erkentenisse aan de E Compagnie zal worden betaald eene Somma van Rd:s 200: waaröp dat Erf door Commissarissen uit den Raade van Justitie is getauxeerd geworden

Commisarissen uit den Raade van justitie ter voldoening aan het geen hen bij de besluiten deezer tafel van den 4:e November en 5:e december anno passato, mitsgaders 9 Januarij en 13:e Maart deezes jaars is gedemandeerd geworden, aan deezen Raade ingedient hebbende het volgend Bericht

Aan den WelEdele Groot achtb: Heer Abraham Josias Sluijsken Raad Ordinair van Nederlandsch Indien en Commissaris over ‘t Gouvernement van Kaap de Goede Hoop en den Ressorte van dien &c: &c: &c: beneevens den E Achtb: Heer Gezachhebber en WelEdele Heeren Raaden van Politie.

‘WelEdele Groot achtb: Heer!’

‘Bij de geeerde besluiten in UWelEdele Groot Achtb: vergadering op den 4:e November en 5:e december anno Pass:o mitsgaders 9 Januarij en 13 Maart deezes jaars genoomen, behaagde het hoogstdezelve Commissarissen uit den raade van justitie te gelasten, omme in gevolge het eerst, en de twee laatstgemelde besluiten van zodanige Strooken lands als door den Chirurgijn der Burgerije Andreas George Hendrik Teubes, Hilletje Smith wed:e wylen den Burger Willem Fersveld, beneevens de Burgers Arend van Breda, Servaas de Kok en Jan Smith jurriaansz: aan UWelEdele Groot achtb: en E Achtb: in eïgendom zyn verzocht, ten overstaan van den Heere Fiscaal deezes Gouvernements inspectie te neemen, ten eïnde wanneer bevonden mogte worden, dat de uitgaave daarvan niemand konde benadeelen, als dan dezelve Landerijen ten hunnen byweezen door den geswoore Landmeeter te laaten meeten en vervolgens te tauxeeren hoe veel de Suppl:ten Respective tot een erkentenis aan de E Comp:e zoude behooren te betaalen, mitsgaders omme ingevolge het tweede genoemd besluit te examineeren of en onder welke bepalingen het door den Oud burgerraad Johannes Matthias Bletterman verzocht gebruik van ‘t water uit zeekere fontein boven het bij hem bezeeten wordende Land geleegen ontspringende, aan denzelven zoude kunnen worden vergund, en zo meede omme te onderzoeken in hoe verre de beswaaren door den Burger Johannes Fredrik Hurling bij UWelEdele Groot achtb: en E Achtb: teegens de uitgaave van zeeker Strookje gronds aan den tweede ondergeteekende Johannes Smuts ingebracht gegrond komen te zijn dan niet’

‘Zo hebben Commissarissen voormeld ten eïnde aan deeze geerde beveelen te voldoen, de Eere UWelEdele Groot achtb: en E Achtb: voor te dragen het volgend Rapport door de Leeden die gecommitteerd zijn geweest de voorsz:e beveelen ter executie te brengen, aan hun ingedient, hierin bestaande.’

‘dat zij Gecommitteerdens het door den Burger Chirurgyn Andreas George Hendrik Teubes verzochte land geexamineerd en bevonden hebbende dat ten niemands nadeele konde werden üitgegeeven het zelve derhalven ter groote van 9 morgen 393 quadraat Roeden en 72 Voeten hadden getauxeerd op Rd:s 250: onder bepaling dat hij en de namaalige bezitters van dat Land gehouden zouden zyn, de helfte van ‘t water van het gebergte afkoomende en over dit Land loopende naar omtrend de plaats Bergvlie thans bij den Capitein der Burgerij Hendrik Oostwald Ecksteen bezeeten wordende te laaten afloopen.’

‘dat gecommitteerdens welke tot de examinatie en tauxatie van de door de wed:e wijlen den Burger Willem Fersveld, beneevens de Burgers Arend van Breda en Servaas de Kok verzochte Landerijen waaren benoemd, zich ter plaatse alwaar dezelve geleegen waaren, begeeven en de verzoekers derzelve zo wel, als de daar bij belang hebbende buuren voor hun hebbende laaten verschijnen ten eïnde aanwijzing te doen van ‘t land dat een ïeder hunner in eïgendom begeerden te hebben, door de weduwe Fersveld juist het zelfde Stuk was aangeweezen dat bereids door den Burger de Kok was verkoozen en afgestooken.’

‘dat gecommitteerdens voorn: daarop in aanschouw genoomen en nagegaan hadden, het Stuk land dat boven en tusschen de Tuin van gemelde Weduwe Fersveld en het door voorsz:e de Kok afgestooken stuk geleegen nog overvloedig groot bleef omme daarvan indien zij inclineeren mogt de door haar verzochte acht morgen te verkiezen, haar zulks voorgeslagen hadden ten eïnde daardoor alle hindnernisse in ‘t volvoeren van deeze aan hun opgedraage Commissie te ontruimen, doch dat zij dit aanbod niet hadden willen accepteeren, alzoo boven en behalven het voorgeeven, dat door de vergunning van dit Stuk land aan voorzeide de Kok haar tuin zodanig zou worden ingeslooten dat nog zij dan wel de namalige bezitters derzelve een doordrift zoude behouden voor ‘t Vee dat in der tijd daarop zoude willen of moeten aanhouden, vermeende over het aangebooden Stuk Land / : als naast en boven haaren thuin geleegen aan niemand kunnende worden uitgegeeven :/ naar welgevallen te kunnen disponeeren, zonder daarvan de eïgendom te verzoeken ofte voor het zelve Recognitie aan d E Compagnie te moeten betaalen.’

‘dat zij Gecommitteerdens daarop Vruchteloos eenige pogingen hadden aangewend omme meergemelde Weduwe Fersveld te disponeeren van haare pretentïen en beswaaren af te zien en zich met ‘t aangeweeze voor haare Tuin volgens getuigenis van een haerer borgen zijnde den Oud vice president van Commissarissen van Civiele en Huwelijkse zaaken Pieter van Breda nuttiger als het gepretendeerde en door voorwaards gemelde de Kok afgestooken Stuk Land te bevreedigen, zonder daarïnne gerëusseerd te zyn, derhalven uit aanmerking dat de beswaren door meerwelgemelde Wed:e Fersveld geopperd, en welke directe door de aanwijzing van het gesiteerd Stuk Land te ontruimen zoude zijn geweest, ingevalle zijn niet alle pogingen door hun Gecommitteerdens ten dien eïnde aangewend had gereprouveerd, niet Sufficiënt genoeg waaren om de door UWelEdele Groot achtb: en E Achtb: geordonneerde tauxatie en meeting, teegens welke gemelde Wed:e Fersveld zich hadt geopponeerd onverricht te laaten, waaren overgegaan omme met vrijlaating aan dezelve haare beswaaren desweegens nader bij geschrifte aan UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb:s ofte aan t Colegie van de ondergeteekendens in te brengen de Stukken lands naar aanwijzing van de Burgers Breda en de Kok door den geswoore Landmeeter te laaten meeten, en dezelve bij bevinding dat dies uitgaven konde geschieden zonder aan de belangens van de E Comp:e ofte die der Ingezeetenen nadeelig te zyn, getauxeerd hadden als volgd.’

‘dat van den Bürger Arend van Breda ter groote van 12 Morgen 196 quad:t Roeden en 72 d:o Voeten op Rd:s 125:-:-‘

‘d:o d:o d:o d:o Servaas de Kok ter groote van 2 Morgen 376 quad:t Roeden en 72 d:o Voeten, alle klijachtige grond op Rd:s 25:-‘

‘dat wijders de Leeden welke tot de inspectie en tauxatie van het door den Burger Jan Smith Jurriaansz: verzocht Stuk Land waaren gecommitteerd zich hadden begeeven ter plaatse alwaar het verzocht Stuk Land was leggende en na dat door den verzoeker het terrain derzelve was aangeweezen aan de aldaar present zynde belanghebbende buuren zynde geweest den Sous Luitenant der Burgerije Coenraad Nelson en den Burgers Sijmon van Blerck en Jan Luite afgevraagd of ook eenige belangens teegens de uitgaave van dit Land hadden intebrengen.’

‘dat daarop door den Burger Van Blerck was gedeclareerd, dat ingevalle het Land aan voorsz:e Smith in eïgendom wierd afgestaan, hij beneevens den Burger Luijte aan wien met ende beneevens ged:e Smith volgens de door de ondergeteekendens gemaakte en bij UWelEdele Groot achtb: en E: Achtb: overgenoomen bepalingen het gebruik van ‘t water ontspringende uit een fontien op het Land aan gemelde Nelson afgestaan, voor zeekere Uuren in ‘t Etmaal is vergund, en welke door een Sloot over het Land door Smith verzocht na een dam door hem Van Blerck expresse in de gemeene Sloot langs zijn thuin loopende, en waardoor het water naar de Pepergragt word afgeleid gelegd moet loopen zeer zeeker weinig van het hem toebedeelde in de voorschr: dam zullen kunnen ontfangen vermits vermeende de intentie van voorsz:e Smith te zijn om door het leggen van een dam, en de eerstgemelde Sloot het hem toebedeelde Water voor zynen Tuin op te zamelen, waardoor het Water zeer natuurlijk in deszelfs vrye loop na de door hem Van Blerk gelegde dam zoude worden verhinderd.’

‘dat op deeze declaratie door den Burger Jan Smith Jurriaansz was voorgebracht geworden dat hoe zeer ook het voorgeeven van voorsz:e Van Blerk, dat namentlijk de intentie van hem Smith zoude zijn om het water hem toebedeeld, door het leggen van een dam in de Sloot over het bij hem verzochte land lopende in deszelfs vrije loop te hinderen alleenlyk ten bût had, de verkrijging van het verzochte land beswaarlyk te maaken, hij daar alleenlijk zyn oogmerk was om het water uit zeekere zogenaamde Zwarte Rug in t land van ged:e Sous Luitenant Nelson seïverende en het gebruik daarvan na dat het bij denzelven niet meer nodig zou zijn aan hem vergund in een dam te verzamelen, en vervolgens naar zyn Tuin afte leïden geneegen was, omme ingevalle het UWelEdele Groot achtb: en E Achtb: mogt behaagen het Land aan hem af testaan te desisteeren van het aandeel hem van het water uit de voormaals questeuse fontein van den Sous Luitenant Nelson ontspringende toegelegd, te meer om dat hy van dat waater geen gebruik maaken kon, wijl gemelde Van Blerk zo als aan voorm:e gecommitteerdens was gebleeken de dam verlegd, en in steede van de Oude loop te laaten dezelve na beneeden hadt gebracht.’

‘dat gecommitteerdens het voorsz:e aanbod van den Burger Smith, welke hun dunkens gemelde Van Blerk de verzeekering van een ruimer en even zo ongestoord genot als voor heen van ‘t water in questie heeft gehad, kon de geeven, aan denzelven ter acceptatie voorgesteld hadden zonder dat daarinne waaren gereuseerd derhalven waaren overgegaan het Land navolgens aanwijzing van den verzoeken door den geswoore Landmeeter ter groote van 3 morgen 82 quadraat Roeden en 72 d:o Voeten te laaten meeten, en het zelve onder zodanige Conditien als hieronder Staan gestipuleerd getauxeerd op Rd:s 200.’

‘1) dat daar de pompen waardoor het Water na de Kaap word afgeleid annex het Land bij hem verzocht koomen te leggen, hij zal moeten gedoogen, dat dezelve des nodig goordeeld wordende in dertijd onverhinderd op het voorschr: land worden gelegd’

‘2) dat hij daar het zelve land meede een gedeelte komt te bevatten van de grond bij de gezamentlyke Ingezeetenen tot het bleeken en droogen van derzelver wasgoederen gebruikt wordende wel expresselijk verpligt zal zijn, om zeekere gedeelte van t zelve ter breete van 20 Voeten en ter zodanige diepte als het land is tot een doorgang te laaten, en eïndelijk’

‘3) dat hij zich zal moeten onthouden, het water aan de Burgers Van Blerk en Luijte uit de hiervoorengemelde Fontein alleen ontspringende toebedeeld op eenigerhande wijze, het zij door het leggen van dammen als anderszints in deszelfs vrije loop te hinderen veel min op te houden. terwijl daarenteegen den burger van Blerck door hun Gecommitteerdens was aangezegd, om den loop van ‘t water te veranderen en te laaten op dien voet, als het hem by de uitgaaf van ‘t voorsz:e land aan den Sous Luitenant Nelson door gecommitteerdens was aangeweezen geworden.’

‘dat voorts Gecommitteerdens tot het onderzoek of en onder welke bepalingen aan den Oud Burgerraad Johannes Matthias Bletterman zou kunnen worden vergund ‘t gebruik van ‘t Water ontspringende uit een fontijn eenige Schreeden boven het bij hem in eïgendom verkreegen Stuk land na bij het Laboratorium geleegen benoemd van gevoelen waaren dat het gebruik derzelver fontein aan gemelde Bletterman onder bepaling dat hij ingevolge zijne presentatien bij ‘t Request geallegueerd, wanneer in der tijd van’t water der voorsz:e fontein gebruik mogt willen maaken en dezelve twee pompen ofte Sluyskens zal moeten plaatsen waar ‘t eene zal moeten dienen om ‘t water na een dam tot het wassen van goederen in het algemeen gebruikt wordende en bij dezelve fontein geleegen te kunnen afleiden, en het andere om het water van zijnen Tuin af te brengen, zoude kunnen worden vergund, zonder daardoor de ingezeetenen te benadeelen.’

‘En dat eindelyk gecommitteerdens welke tot het onderzoek of de beswaaren door den Burger Johan fredrik Hurling bij UWelEdele Groot achtb: en E Achtb: teegen de uitgaave van zeeker Strookje gronds aan den tweede ondergeteekende Johannes Smuts ingebracht hebben gevaceerd gegrond koomen te weezen dan niet, ter voldoening hiernaan hebben gediend van bericht volgens welke is gebleeken dat het voorgeeven van gemelde Hurling, van namentlijk door de uitgave van het gemeld Strookje gronds belet te zijn geworden de voor zijn thuin onontbeerlijke behoeftens derwaards te kunnen doen Transporteeren ongefundeerd zijn geweest, alsoo de Weg na aftrek van het meergemeld Stukje Lands nog overvloedig breed was om met een waagen met 6 paerden bespannen na zijn thuin te rijden ingevalle de Situatie van den ingang derzelve zulks al permitteerde, en dat dus het Stukje Lands aan gezeide Smuts vergund door dezelve kan worden bebouwd, zonder het minste nadeel aan de Tuin van voorschr: Hurling toe te brengen.’

‘Commissarissen vertrouwen met dit een en ander aan de geeerde intentie van UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: te hebben voldaan, laaten deeze overigens vergezellen van de door den geswoore Landmeeter geformeerde kaarten der voorzeide Landerijen, en hebben de Eer zich met allen eerbied te noemen’

’/:Onderstond:/’

‘WelEdele Groot achtb: Heer en E: Achtb: Heeren Uwer WelEdele Groot achtb: en E: Achtb: zeer onderdanige en gehoorzaame dienaaren’

’/:get:/ W: f: V: Reede van Oudtshoorn, Joh:s Smuts, R: J: v: D: Riet, A:m Fleck, J: P: Baumgardt, H: A: Truter, C: Cruijwagen, J: P: Warnecke.’

’/: in margine:/ Kaap de Goede Hoop d:n 29:e April 1795.’

zo is na deliberatie over het zelve bericht bij den Raade beslooten zich daarmeede volkoomen te Conformeeren, en t zelve te converteeren in eene Resolutie deezes Raads zo als ‘t zelve geconverteerd word bij deeze, zullende dienvolgens aan de onderstaande persoonen in eïgendom worden uitgegeeven de volgende Strooken gronds, als

Aan den Burger George Hendrik Teubes een Stuk lands ter groote van 9 Morgen 393 quadraat Roeden en 72 dito Voeten geleegen annex zijn Woonplaats aan de Wynbergen onder betaling eener Recognitie van Rd:s 250:-

Aan den Burger Arend van Breda, een Stuk Lands ter groote van 12 Morgen 196 quadraat Roeden en 72 gelijke Voeten, geleegen in deeze Tafelvalleï onder de Tafelberg voor eene Somma van Rd:s 125:-

Aan den Burger Servaas de Kok een Stuk Land ter groote van 2 Morgen, 376 quadraat Roeden en 72 dito Voeten alles kleiachtig Land, geleegen in deeze Tafelvalleï meede onder de Windberg geleegen ende zulks onder betaling eener Recognitie van Rd:s 25:- en

Aan den Burger Jan Smit Jurriaansz: een Stuk land ter groote van 3 Morgen 82 quadrat Roeden en 72 gelyke Voeten, mits daarvoor aan de Compagnies betaalende eene Somma van Rd:s 200:- alles onder zodanige Servituuten, Condtien en bepalingen als door Commissarissen uit den Raade van Justitie bij hun gezegd Bericht zyn opgegeeven waarvan voor zo verre concerneerd het Land door den Buirger Jan Smith jurriaansz: verkreegen Extract zal worden toegezonden aan den burger Symon van blerck met last zich daarna zo wel als na het geen door Commissarissen voormeld weegens den loop van het Water is bepaald Stipte te gedraagen, en is wijders goedgevonden omme overeenkomstig het bericht van Commissarissen voormeld aan den oud burgerraad Johannes Matthias Bletterman aftestaan het door hem verzochte gebruik van zeekere fontein, zich bevindende in de nabijheid van een Stuk Land door hem van de E Compagnie in eigendom verkreegen, onder zodanige bepaalingen als door Commissarissen zyn opgegeeven waarvan kennisse zal worden gegeeven aan den Heere Fiscaal van Rijnveld ten einde te Strekken tot zyn Ed: naricht en informatie.

En vermits uit gedacht bericht al verder is gebleeken de ongegrondheid der beswaaren door den Burger Johan Fredrik Hurling bij zijne ter sessie van den 5:e december anno passato ingedient Requeste ingebracht teegens de uitgaave van een zeeker klein Strookje Gronds aan den burgerraad Johannes Smuts, zoo is bij den Raade beslooten de verzoeken door gemelde Hurling bij zijn voorzeide Requeste gedaan te declineeren en te wijzen van den hand, zo als dezelve gedeclineerd en van den hand geweezen worden by deeze.

Na dat op het voorzeide bericht van Commissarissen uit den Raade van justitie alle de voormelde besluiten waaren genoomen, geliefde den edelen Heer Commissaris ter tafel te produceeren een Request door Hilletje Smuts weduwe wijlen den Burger Willem Fersveld aan deeze Vergadering geaddresseerd luidende als volgd.

Aan den WelEdele Groot achtb: Heer Abraham Josias Sluijsken Raad Ordinair van Nederlandsch Indien, mitsgaders Commissaris over dit Gouvernement en der Ressorte van dien & & &:c mitsg:s den WelEdele Achtb: Heer Gezachhebber en den E Achtb: Raad van Politie

‘WelEdele Groot Achtb: Heer! en WelEdele Achtb: Heeren!’

‘Geeft met plichtschuldigen eerbied en onderdanigheid te kennen UWer WelEdele Groot achtb: en E Achtb: needrige dienaresse Hilletje Smuts weduwe wijlen den Burger Willem Fersfeld.’

‘Hoe zij Suppl:te voor eenigen tijd geleeden met haar naaste buurman den burger Arend van Breda overeengekoomen zijnde, ieder een gedeelte van het digt bij hunne tuinen leggend woest land te verzoeken ten einde het zelve met kreupel boom hout te beplanten, dienvolgens aan UWelEdele Groot achtb: en E: Achtb: een Requeste hadde gepresenteerd, met dat gevolg dat op den 27:e deezer twee Leeden Commissarissen uit den Edele Achtb: Raad van justitie neevens den geswooren Landmeeter ter plaatse Contentieus waaren verscheenen ten einde dat Land te meeten’

‘Dat de Suppl:te hoe zeer zij zich in den eersten opslag met de beste hoop hadde geflatteerd, vervolgens egter uit den mond van dezelve Heeren Gecommitteerdens tot haare uitterste verwondering had vernoomen, dat den burger Servaas de Kok, niet alleen insgelyks bij Requeste aan UWelEdele Groot achtb: en E Achtb: hadde verzogt maar dat ook de Requeste zo van de Suppliante als van gerept Breda en de Kock gelyktijdig aan UWelEdele Groot achtb: en E: Achtb: waaren gepresenteerd geworden, in een aspect als of de Suppl:te met hun was overeengekoomen ijder tot vergunning van een derde gedeelte van dat Land verzoek te doen.’

‘Dat de geswoore Landmeeter vervolgens overeenkomstig de appostille welke UWelEdele Groot achtb: en E: Achtb: op de voorsz:e Requesten hebben gelieven te verleenen de meeting zullende effectueeren de Suppliante als toen tot nog grooter Surprise heeft moeten ondervinden, dat gemelde de Kok juist dat zelfde gedeelte van het gedagte land hadde afgeperkt, dat door de Suppliante bij haar aan UWelEdele Groot achtb: en E: Achtb: gedaan verzoek was beoogd en bedoeld geworden, terwijl aan den Suppliante een ander Stuk wierd aangeweezen het welk haar in het minste niet convenieerd, Weshalven de Suppl:te aan de Commissie voornoemd verzogt die meeting te Staaken hun E E dienvolgens ook slegts twee Stukken land hadden doen meeten.’

‘Dan hoe zeer de Suppl:te ook aan de eene kant volkoomen overtuigd is, dat het in deezen ten vollen aan het goeddunken van UWelEdele Groot achtb: en E Achtb: afhangt het ged:e Stuk lands te gunnen aan wien, het weldezelve zal behaagen, zo houd zij zich egter aan de andere kant niet minder overtuigd dat UWelEdele Groot achtb: en E Achtb:s haar niet ten kwaade zullen duiden weldezelve in consideratie te geeven.’

‘1:e Dat haar thuin veel nader legt aan het Stuk Land om het welk neevens haar door voorwaards gemelde de Kok verzoek gedaan is.’

‘2:e dat het geheel Stuk in drieën verdeeld wordende niemand van hun die daarmeede begunstigd mogte worden in zulken gevalle eenig vooruitzicht heeft zyn arbeid die hij daaraan mogte koomen te besteeden immer beloond te zien.’

‘3:e dat daardoor wanneer er niet voor het algemeen een gedeelte vrij bleef de passagie voor Slaven die gezonden worden om aan den Tafelberg brandhout te kappen en anderen om aan den zogenaamde Platte klip linnengoed te wasschen, zoude worden benoomen.’

‘En het is met niet minder vertrouwen dat de Suppl:te de vryheid neemd zich te keeren tot UWelEdele Groot achtb: en E Achtb: met nedrig verzoek dat het weldezelve mogte behaagen zo uit aanmerking van de sobere bemiddeldheid van de Suppliante die met de alimentatie en opvoeding van een talryke famille gechargeerd is, als uit aanmerking der voorsz:e gementioneerde middelen, het Stuk land waartoe zijn nevens dikgemelde Servaas de Kok gelyktijdig by Requeste verzoek heeft gedaan, aan de Suppl:te bij preferentie te vergunnen zodanig, als het UWelEdele Groot achtb: en WelEdele Achtb: zullen gelieven te behaagen.’

‘’T welk doende &c:e’

’/ get:/ de Wed:e Fersfeld.’

Waarover gedelibereerd en daarbij in aanmerking genoomen zynde dat de beswaaren door de Suppl:te ingebracht over de uitgaave van het voorwaards gemelde Stuk lands aan den Burger Servaas de Kok geenzints van dien aart koomen te zijn dat den Raade daardoor zou kunnen worden bewoogen afte zien van haar besluit omme op voordracht van Commissarissen uit den Raade van Justitie welkers gecommitteerdens de klachten door de Suppliante gedaan ongefundeerd hebben gevonden, en geoordeeld dat het Land in questie aan den Burger Servaas de Kok kon worden uitgegeeven, zonder iemand te benadeelen, ‘t zelve land ook aan den gemelde De Kok af te staan. zo is dan ook bij den Raade beslooten de verzoeken door de Suppliante by haar gezegd Request gedaan te declineeren en te wyzen van den hand zo als geschied bij deeze.

door meergenoemd Colegie van Commissarissen uit den Raade van Justitie nog aan deezen Raade geaddresseerd zynde het ondervolgend Vertoog.

Aan de Wel Edele Groot achtb: Heer Abraham Josias Sluijsken Raad ordinair van Nederlands india en Commissaris over het Gouvernement van Kaap de Goede Hoop en den Ressorte van dien & & & beneevens den E Achtb: Heer Gezachhebber en Wel Edele Heeren Raaden van Politie.

‘WelEdele Groot achtb: Heer! en E Achtb: Heeren!’

‘Commissarissen uit den Raade van Justitie, wanneer ter voldoening aan UWelEdele Groot achtb: en E Achtb: Secreet besluit van den 27:e Februarij deezes jaars gevaceerd hebben omme de nodige billetten te vervaardigen ter inquartiering van de Manschappen, welke uit de Compagnien van de Burgerdragonders van Stellenbosch aan deeze Hoofdplaatse wierden verwagt en ook verscheenen zijn, zich in de onzeekerheid bevonden hebbende, of ook de predicanten zo der Hervormde, als die van de Lutherse gemeente alhier woonachtig, onder de verpligting moesten worden gereekend, omme /: daar aan ieder inwoonder alhier, welke niet geneegen mogten zijn den persoon welke volgens het door de ondergeteekendens verleend billet verpligt zyn te inquartieren te accepteeren vrijheid is gelaaten dezelve van den hand te kunnen wijzen met eene betaling van 10 Rd:s S maands:/ zo wel als de andere Ingezeetenen, de perzoonen tot de voorsz:e picquetten gehoorende te moeten van huisvesting voorzien zo neemen zij de vrijheid UWelEdele Groot achtb: en E: Achtb: dit poinct eerbiedig voor te dragen, met ootmoedig verzoek daarop zodanige dispositie te willen neemen en hun met dezelve te vereeren, als UWelEdele Groot achtb: en E Achtb: naar welderzelver wysheid zullen oordeelen te behooren’

‘Wijders bij Commissarisssen ontvangen zijnde het besluit in UWelEdele Groot achtb: en E Achtb: vergadering op den 13 Februarij JL: genoomen, waarbij hoogstdezelve hebben gelieven genoegen te neemen in de overeenkomst tusschen den meede geteekende Hendrik Pieter Warnecke en het geweezen Lidt hunner Vergadering Hendrik Justinus de Wet getroffen, dat de Colonies Graanmagazijnen welke volgens gemaakte Schikking van de ondergeteekendens op de eerstgemelde zoude moeten vallen, door den tweede genoemde konde worden waargenoomen onder zodanige bepalingen nochtans als in ‘t gemeld besluit Staan vermeld is door den eerstondergeteekende præsident, in eene expres ten dien einde belegde vergadering aan gemelde De Wet afgevraagd of geneegen was dezelve Magazijnen na volgens de gem:e bepalingen en dus onder de verantwoording van den meede geteekende Warnecke, die voor dezelve dan ook de door UWelEdele Groot achtb: en E Achtb: noodzakelyk geoordeeld en gerequireerde borgtocht zoude behooren te stellen, te blyven administreeren.’

‘gemelde De wet hierop betuigd hebbende dezelve Magazynen, hoe zeer ook anders geinclineerd waare, omme tot meede werking in het geen ter bevordering van de belangens derzelve mogt worden aangewend al het zijne te Contribueeren, onder de voorwaards gemelde bepalingen, en gevolglyk onder verantwoording van den Heere Warnecke niet te kunnen blyven administreeren, zo hebbben de ondergeteekendens, / gelet op de declaratie van den meede geteekende Warnecke by het leezen van ‘t gemeld besluit van den 13:e Februarij gedaan, dat namentlijk hoe zeer ook anders bereidwillig was aan de beveelen van UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: als zijne gebiederen gegeeven te obediëeren, echter onmogelyk van zich konde verkrijgen voor de administratie der gemelde Magazijnen direct ofte indirect borgtocht te Stellen, en dus ingevalle men hem met de administratie derzelve, / : terwijl gemelde de Wet zulks onder de voorsz:e bepalingen niet begeerde waarteneemen / wilde Chargeeren en daarvoor borgtocht doen Stellen, hij zich als dan in de onaangenaame noodzakelykheid zou vinden gebracht, deszelfs ontslag uit de ondergeteekendens Colegie bij UWel Edele Groot achtb: en E: Achtb: te moeten verzoeken, alzoo vermeende dat het zelve ten tijde dat zich met de administratie van de meergen:e Graanmagazijnen heeft gechargeerd geene andere eïndens hebbende kunnen bedoelen, dan om de belangens van de Colonie en dies ingezeetenen te helpen bevorderen, dus ook haare Leeden aan wien de administratie derzelve wierde opgedraagen, nimmer aan het Stellen van borgtocht behoorden onderheevig gemaakt te worden het besluit moeten neemen UWelEdele Groot achtb: en E: Achtb: van dit een en ander kennisse te geeven, gelyk zij doen bij deeze, met eerbiedig verzoek daarop zodanig te disponeeren als hoogst dezelve zullen vermeenen te behooren.’

‘Voorts bij de ondergeteekendens in aanmerking genoomen en ook verscheïde maalen klagten ingebracht zijnde, dat de ordres en Schikkingen omtrend het gebruik van ‘t water voor de Tuinen in deeze Tafelvalleij in den Jaare 1787 beraamd en gepubliceerd, waarbij gestatueerd is om het Water van Zaturdags S morgens te 7 S Zondags namiddags te 3 Uuren niet op te houden maar na de onderscheidene gragten van dit Vlek tot verversching en opvulling derzelve te laaten afloopen, mitsg:s dat daarenteegen een ieder die aan de voorsz:e gragten woond, verpligt zou zijn dezelve gragten voor zo verre zij huizinge Strekt, altoos Schoon en zindelyk te houden, zodanig zyn vervallen, dat zelve genoegzaam dagelijks leedig en met vulnissen opgevuld zijn, zo hebben zij ter voorzieninge hierin goedgevonden UWelEdele Groot Achtb: en E: Achtb: te verzoeken dezelve publicatie van den Jaare 1787 te willen laaten renoveeren.’

‘dan daar de goede uitwerkselen van de oogmerken in deeze Schikkingen bedoeld, noodzakelijkheid maakt de aanstelling van een perzoon tot opzichter over de Colonies waterloopen en gragten aan dewelke wierd toegekend, de macht, om zo bij nacht als dag de vrije toegang te hebben in alle de Tuinen van deeze Tafelvallei ten eïnde altijd en in allen gevallen te kunnen onderzoeken of aan de voorengemelde ordre door een ieder behoorlijk wierde voldaan, zo hebben de ondergeteekendens het besluit genoomen, omme daartoe te verkiezen en aan UWel Edele groot achtb: en E Achtb: voor te draagen den baas pademaaker in dienst van de Colonie Staande Johan Christiaan Boshardt die niet alleen daartoe bekwaam, maar ook bovensdien geneegen is zich te engageeren voor een jaarlijks douceur van Rd:s 30, met eerbiedig verzoek denzelven daartoe aan te Stellen, en ten eïnde deszelfs Rapporten in der tijd meerder geloof zouden moogen meriteeren als zodanig in den eed te willen neemen; en voorts omme van deeze aanstelling en Schikking wanneer dezelve by UWelEdele Groot achtb: en E Achtb: mogten worden goedgekeurd aan ‘t publiecq de nodige kennisse te geeven.’

‘De Schutkraal welke navolgens het daarvan bij vertoog van t Colegie van Commissarissen op den 3 April 1792 aan UWelEdele Groot achtb: en E achtb: vergadering ingediend plan, en het daarop gevolgd besluit van dien datum zoude hebben moeten worden geextrueerd, doch uit hoofde van den Slegte Situatie waarin de Colonies Cassa zich te dier tijd bevond onverricht gebleeven is, thans onder het opzicht als daartoe door de ondergeteekendens behoorlyk gequalificeerd voor eene Somma van Rd:s 1627:6:5. voltooit zynde, zo gebreuken zij de vryheid UWelEdele Groot Achtb: en E achtb: daarvan kennisse te geeven. met eerbiedig verzoek eene bepaling te willen maaken, hoe lange het Vhee dat in dezelve mogt worden gebragt aldaar zal kunnen worden aangehouden, en voorts hoedanig daarmeede wanneer na expiratie van die bepaalde tijd door den eigenaar niet mogt worden uitgenoomen zal moeten worden gehandeld, en zo van de oprichting als de bepalingen van de meergenoemde Schutkraal aan ‘t publiecq de nodige kennisse te geeven.’

‘den als noch continueerende administrateur over de Colonies Graanmagazijnen Hendrik Justinus de Wet aan de ondergeteekendens verzoek gedaan hebbende dat den eerste Bottelier van dezelve Magazynen Pieter Rijckart uit hoofde van deszelfs allezints onbekwaam gedrach van deeze bediening mogt worden afgezet, en tot eerste Bottelier bevorderd den tweede Bottelier der gemelde Magazijnen Willem Christiaan Hulman mitsgaders tot tweede Bottelier in plaatse van deeze, den in Baaifals bescheiden Mattroos Fredrik Gillove, zo neemen zij de vryheid UWelEdele Groot achtb: en E: achtb: te verzoeken hem te willen permitteeren den gemelden Rijckart van zyne bediening als Bottelier van de Colonies graanmagazijnen te ontslaan en de beide voorschr: persoonen met toevoeging van het door UWelEdele Groot achtb: en E: Achtb: aan de posten van eerste en tweede botteliers toegelegde douceurs als zodanig te moogen aanstellen.’

‘Volgens jaarlyks gebruik door de ondergeteekendens gerevideerd zynde de Staat reekening van de Colonies Cassa van den gepasseerden jaare 1794 hebben zij de Eer UWelEdele groot achtb: en E: Achtb: dezelve bij deezen in origineel aan te bieden, terwijl zy nog eindelijk de vrijheid gebruiken UWelEdele Groot achtb: en E Achtb: tot wykmeester in de Wyk N:o 9 in Steede van den uit die wijk gedelogeerden en vervolgens overleeden Hendrik Oostwald Ecksteen voor te draagen den Burger Johan Wilhelm Zulch.’

‘Hebbende Commissarissen overigens de Eer met alle achting te verblijven’

‘/Onderstond:/’

‘WelEdele Groot achtb: Heer en E: Achtb: Heeren, /: lager / UWelEdele Groot achtb: en E Achtb: zeer onderdanige en gehoorzaame dienaaren’

’/: was geteekend / W: f: v: Reede van Oudtshoorn, J:s Smuts, R: J: V d Riet, A Fleck, J: P: Baumgardt, H: A: Truter C:s Cruiwagen, H: P Warnecke / in margine:/ Kaap de Goede Hoop den 2:e Meij 1795.’

zo is na aandachtige deliberatie over de daarbij voorkomende poincten en gedaane voordrachten by den Raade beslooten, omme uit aanmerking dat de predikanten in alle plaatsen van de Republiecq der Vereenigde Nederlanden altoos zijn bevrijd van de inquartiering van Militairen en dat gewisselijk uit dien hoofde de dienstdoende en emeritus Leerraars ook steeds hier zijn geexcuseerd gebleeven om Burgers gehoorende tot de Piecquetten welke in tijden van oorlog ter defensie deezer hoofd plaatse uit de buitendistricten worden opgeroepen te herbergen, te verklaaren zo als verklaard word bij deeze, dat voortaan de eerwaarde Predikanten het zij dat dezelve den dienst verrigten of van dezelve Rusten en Emeritus zijn bevrijd zullen zyn en blyven om Burgers welke ter defensie deezer Hoofdplaatse zullen worden opgeroepen in quartier te neemen of op eenigerhande wijze tot hun herberging of bestaan te contribueeren.

Dan ten aanzien van het verzoek door Commissarissen voormeld gedaan, dat door deezen Raade, mogt worden beslisd of het Lidt hunner Vergadering gechargeerd met de administratie van S Colonies Graanmagazijnen, waarvan het bestier door de hoogedele Heeren Commissarissen Generaal aan hun Collegie is opgedraagen en door het zelve met bereidvaardigheid aanvaard, gehouden zou zijn voor deeze administratie borgtocht te Stellen, is, bij overweeging, dat dewijl Commissarissen uit den Raade van Justitie bij het aanvaarden van gezegde Administratie ten nutte van het algemeen, en bij het benoemen van een hunner Leeden om zich met dezelve administratie te chargeeren, geene de allerminste bedenkingen hebben moeten voeden of ‘t zelve Lidt hunner Vergadering gehouden was of zou kunnen worden om voor Eene administratie welke hem groote moeïten en zorgen aanbrengd nog een aanzienlyke borgtocht te Stellen, dewijl zij gewisselyk als dan die bedenkingen zouden hebben voorgedraagen aan de Hoogedele Heeren Commissarissen generaal en hoogstdezelve daardoor in Staat gesteld hieromtrent zodanige beschikkingen te maaken als nodig mogten hebben geoordeeld, bij den Raade beslooten de dispositie over het gemeld verzoek van Commissarissen uit den Rade van Justitie uitgesteld te laaten tot tijd en wylen dat welgemelde hunne hoogedelheedens aan deezen Uithoek zullen weezen te ruggekoomen, ten einde hoogstderzelver welbehaagen daarover te verneemen, of dat hunne hoogedelheedens deezen Raade desweegens met Stellige ordres zullen gelieven te vereeren, van welk besluit onder afgaave van Extract deezer kennisse zal worden gegeeven aan Commissarissen uit den Raade van Justitie en aan dat Colegie teffens betuigd worden ‘S Raads bijzondere verwondering over de bij Hun vertoog gevonden wordende declaratie welke den Burgerraad Hendrik Pieter Warnecke als Lidt van hunne Vergadering heeft goedgevonden te doen, en volgens welke hij in de zeer abusive onderstelling zoude Schynen te verseeren dat aan hem en ïeder een zoude toegelaaten zijn om zich naar welgevallen te kunnen onttrekken aan het waarneemen van Ampten en bedieningen waarmeede als burgers deezer Colonie door hunne wettige Overigheid zyn bekleed geworden ten nutte en dienst van het algemeen.

den Raade voorts genoegen neemende in de zorgvuldigheid van Commissarissen uit den Raade van justitie betoont, om te waaken dat de Schikkingen bij placaat deezer Regeeringe van den 3:e April 1787 bepaald en vastgesteld over de loop welke het water van de Tafelberg door de Tuinen in de Tafelvalleij afvloeïende, ten algemeene nutte moet houden, in hun geheel verblyven, zo zal conform het verzoek door Commissarissen voormeld gedaan het gezegd Placaat van den 31 April 1787 gerenoveerd en volgens gewoonte gepubliceerd worden.

En nadien het van de uitterste aangeleegendheid komt te zijn dat behoorlyke zorge worde gedraagen om het gezegd Placaat in vigeur te doen blijven en de overtreeders daarvan te kunnen doen achterhaalen, zo is alverder beslooten te amplecteeren het middel door Commissarissen uit den Raade van justitie tot dat eïnde voorgedraagen, wordende zij dienvolgens gequalificeerd en geauthoriseerd omme de Baas Pademaker in dienst der Colonie Johan Christiaan Boshardt, aan te stellen tot opzichter over S Colonie’s Waterloopen en Grachten, onder toelegging van een jaarlijks douceur van Rd:s 30:- uit de burger Cassa voor het waarneemen van deezen dienst, en zullen Commissarissen voormeld worden gelast, zo als zij gelast worden by deezen voor denzelven Opzichter te ontwerpen en aan deezen Raade ter approbatie voor te draagen eene instructie waarna zich zal hebben te gedraagen, en waarop den eed van zich getrouwelijk te zullen kwijten zal kunnen afleggen, omme vervolgens van deeze inrichting en aanstelling aan het Publiecq bij Publicatie en afixie van Billetten de nodige kennisse te kunnen geeven.

Insgelyks zullen Commissarissen uit den Raade van Justitie worden gequalificeerd en geauthoriseerd, zo als geschied bij deeze, omme te ontwerpen en ter approbatie aan deezen Raade voor te draagen, een Reglement voor de door hen uit sColonies Cassa op qualificatie deezer Regeeringe aangebouwde Schutkraal, omme vervolgens almeede van deeze Schikking by publicatie en afixie van Billetten aan de gezamentlijke In -en -Opgezeetenen de nodige kennisse te geeven.

Voorts is verstaan omme ingevolge ‘t verzoek door Commissarissen uit den Raade van Justitie gedaan, hen te authoriseeren, zo als zij geauthoriseerd worden by deeze, omme den eerste Bottelier van S Colonies Graanmagazijnen Pieter Rijckaart uit hoofde van deszelfs allezints onbekwaam gedrag van deeze zijne bediening af te zetten, mitsgaders om daartoe weder aan te stellen de tweede Bottelier Willem Christiaan Hulman en in dies plaatse tot tweede Bottelier de Matroos Fredrik Gillove beïde onder het genot van zodanige tractementen en douceurs als door deezen Raade op voordracht van Commissarissen uit den Raade van Justitie voor de eerste en tweede Bottelier van sColonies Graanmagazijnen zijn bepaald geworden.

Nog is verstaan te approbeeren de voordracht van Commisarissen uit den Raade van Justitie bij het laatste Lidt van hun genoemd bericht gedaan om Johan Willemn Zulch aan te stellen tot Wijkmeeser in de Wyk N:o 9, in Steede van den overleeden Wykmeester Hendrik Oostwald Ecksteen Hendriksz:, en vermits nog is koomen te overlyden de Wykmeester in de Wyk N:o 7 Andreas Jentze, zo zullen Commissarissen worden gelast ter vervulling van deeze post wederöm een ander geschikt persoon aan deezen Raade voor te draagen.

Hierna geliefde den edelen Heer Commissaris den Raade te bedeelen, dat van weegens het Colegie van Commisssarissen van civile en huwelijkse zaaken aan zyn Ed: was voorgedraagen, hoe zomwijlen door verkeerde opgaaven van de geene die na verkreegen permissie van zijn E: of de Gouverneurs in der tijd trouw ordonnantien laaten vervaardigen zo bij deeze ordonnantien als bij de publiecque huwelykse proclamatien welk ingevolge van dien in de Kerken worden gedaan aan deeze en geene Persoonen benaamingen worden toegekend welke hem uit hoofde hunner Stand in den dienst van de Compagnie ofte in den Burgerstaat als anderzints niet competeeren, met verzoek dat hieromtrent voorzieninge mogt worden gedaan, zo is na deliberatie over deeze voordracht en verzoek, bij den Raade goedgevonden en dienvolgens beslooten, te bepaalen en te statueeren zo als bepaald en gestatueerd word by deeze, dat zo wanneer by ‘t vervaardigen van trouwordonnantien door de daarbij vermelde persoonen ‘t zij Bruidegom of Bruid verkeerde of met de Waarheid Strijdende opgaaven, het zij van qualificatie ofte staat, weduwenaar ofte jongman, Weduwe of jonge Dochter, vrije geboorne of vrijgegeevene enz: worden gedaan, en daar üit by de proclamatiën voortkoomen benaamingen hen volgens de inrichting ten deeze Gouvernemente niet competeerede door den Bruidegom welke gehouden is deeze opgaave te doen, zal worden verbeurd Vyftig Ryksdaalers, waarvan een derde zal koomen ten profyte van den officier, een derde ten voordeele van de Burgercassa en de laatste derde ten profyte van den Aanbrenger.

Uit een bericht door den Heere Van Reede van Oudtshoorn ingedient gebleeken zijnde, dat door zyn Ed: en deszelfs meede gecommitterdens was vervaardigd en geteekend een p:s Cartonne Munt van Rd:s 5:- zo is verstaan t zelve p:s Cartonne Munt zo by de Negotie boeken als bij die van de groote Geldcassa te laaten inneemen en verantwoorden en is by deeze geleegendheid goedgevonden te bepaalen dat alle de Rapporten over het vervaardigen van cartonne Munten, welke in de eerste plaats door Heeren Leeden deezer Vergadering worden geteekend, ook door hun Ed: respectivelijk alleen zullen worden gedaan

Uit een Schriftelyk bericht van den Heere Christoffel Brandt en den koopman titulair Jan Pieter Baumgardt, als Commissarissen over het Houtmagazijn ingedient, gebleeken zijnde dat de Leerscheïen van inlandsch Geelhout welke zich in de gezegde Administratie koomen te bevinden onmogelijk duurder dan tegens 3 a 4 Stuivers het Stuk kunnen worden verkogt, zo is verstaan den Opziener van S Compagnies Houtmagazijn Pieter diederik Boonacker by extract deezer te gelasten dezelve Leerscheien teegens de zo evengenoemde of de hoogstmogelyke prijs van de hand te zetten.

Hierna geliefde den edelen Heer Commissaris ter tafel te produceeren de Memorie van debiteuren en Crediteuren uit de Negotie boeken deezes Gouvernements onder Ultimo Augüstus jongstleeden opgemaaakt, luidende als volgd.

‘Memorie der Debiteuren en Crediteuren welke met t Sluiten den Negotie boeken van Cabo de Goede Hoop onder Ultimo Aug:s 1794 by dezelve voortloopen en bekend Staan.’


Marginale dispositien genomen in Raade van Politie aan Kaap de Goede Hoop op Vrydag den 22 Meij 1795.
goedgevonden en Verstaan
  Debiteuren
tegenstaande Schuld vermits de Slegte tijden en alsoo daar van de Interesse word betaald te laaten voortloopen. Den Onderkoopman en Landmeeter Christoff Hieronimus Lyste ƒ3033:01:08
  welke debet haaren oorprong heeft uit kooppenningen van 4 Erven door hem van de E Comp:e den 18:e december 1786 gekogt en welke hem bij besluit der Regeering van den 10 October des gemelde Jaars onder behoorlyk verband en borgtocht teegens 6 p:rC:to Intrest gelaaten is
zo wel als de nevenstaande die zyne Borgtocht volgens Resolutie van den 6:e Maart JL: vernieuwd heeft. Den Burger Frans Hilgers d:o 3093:13:-
  deeze is in zelvervoegen voortkoomende uit een Restant van de Koopschat van Zeeker 3 Stuks Erven door hem op den 24 November 1786, van d E: Comp:ie gekogt en het welke hem insgelyks onder betaaling van 6 pC:s Intrest onder behoorlyk verband en borgtocht gelaaten is bij besluit van den 10 October des gemelde Jaars.
deeze laaten continueeren tot de Rendementen der Wynen op dewelke deeze Resteerende Somma vooruitverstrekt is, zullen zijn ontfangen Den Oud Heemraad van Stellenbosch Hendrik Cloete ƒ707:05:08
  In mindering van het geen gezeïde Cloete als bezitter van groot Constantia zal worden bevonden te competeeren uit de overwinst van de zeedert de Jaare 1789-1790 tot 1792-1793 inclusive door hem aan d E Comp:e geleeverde en na 't Patria verzonden Constantia wijnen is deeze Somma betaald volgens Resolutie van den 18:e Meij 1787.
Wanneer de tegenstaande inzelver voegen zal kunnen en behooren te worden geliquideerd. Den Burger Johannes Nicolaas Colyn ƒ3668:13:08
  Deeze Somma is inzelvervoegen afgegeeven volgens Resolutie van den 22:e July 1788 in Reekening van het geen voorm:e Colijn als bezitter van klein Constantia zal bevonden worden toe te koomen uit den overwinst van de meede door hem geleeverde en Patriawaards gezondene Constantia wynen zedert den Jaare 1776-1777 tot 1792-1793 inclusive
tegenstaande op den Vervaltyd te doen invorderen Den Burger Hendrik Vos ƒ9753:07:-
  Zynde de nog per Restant verschuldigde kooppenningen van het Landgoed het Nieuwland door hem op den 14:e Junij 1791. by openbaare Vendutie van de Maatschappij gekogt voor ƒ48766:13:8: Waarop de voorm:e Somma nog Schuldig is.
terwijl deeze zal moeten blyven voortlopen tot Haar Hoog Edelh:s zullen hebben gedisponeert op het Verzoek ter ontheffing door deeze Regeering gedaan bij Missive van den 6:e Decemb: 1793 Het verlies op de Tarwe van de Mosselbaaij d:o 11441:13:08
  deeze Reekening vind haaren Oorsprong in het verlies gevallen op de Tarwe uit de Mosselbaaij zoo in A:o 1788-1789 per 't Schip de Vrouwe Jacoba Johanna na indiasch Hoofdplaats gezonden is, en welk bedraagen dit Gouvernement ter Vergoeding door de Hooge indiasche Regeering is gedaan. aanreekening by factuur van den 28 Jan:y 1790.
de post van ƒ15039:7 te laaten voortloopen tot de dispositie van de HoogEd: Heeren Commissarissen Generaal zal weezen erlangd Vendupenningen d:o 34300:13:-
en het overige te doen in Cassa tellen. Deeze Reekeningen voortvloeiende uit zodanige SComp:s koopmanschappen, onbequaame goederen, en dies meer als Successive bij openbaare verkoopinge ten behoeve van gezeide Compagnie zijn verkogt geworden, is onder voorengemelde montant begreepen eene Somma van ƒ15839:7: die bekend staan onder de boode Claas Jacob Claassen, na aftrek van welke deeze Reekening zoude debet blijven
te blyven voortloopen tot de WelEdele Hoogachtb: de Heeren Majores en besluit zullen hebben gelieven te neemen omtrent het van dien Kiel alhier verbleeven Canon De Rheeders van het verongelukte Schip het Drietal Handelaars d:o 271:05:-
  heenkomende weegens betaalde ongelden voor het transporteeren van de van deezen bodem gesalveerde Canon welke zig nog in dit Gouvernement bevind.
Deeze almeede laaten voortloopen tot de dispositien van de Hooge indiase Regeeringe zal weezen erlangd op het by de Regering by Erbiedigen brief van de 6 Decemb:1793 gedaane voordragt ter ontheffing Belastingen en Vergoedingen d:o 46557:02:-
  Bij bataviasche factuur van den 31 July 1790 en 11 November 1791. is dit Gouvernement aangereekend zodanige posten, als door de Hooge Indiasche Regeeringe bij de dispositie op den Aanteekerningen van den Visitateur Generaal Neun op de kaapse Negotie boeken van den jaare 1781-1782 en 1782-1783 mitsgaders van 1783-1784 tot 1786-1787 op den 26 april 1790 en den 2:e Aug:s 1791 zyn verstaan alhier te moeten worden vergoed door die zulks incumbeerd, en van dewelke dienvolgens deeze apparte reekening is geformeerd tot er tijd hooggem:e Hooggebiedende zal hebben behaagd daaromtrend na ontfangst van het door deeze Regeering op bovengem: bevindinge gepaste Eerbiedig antwoord Sub dato 12 Novemb:r 1793. nader te disponeeren.
deeze Somma te laaten invorderen Den Koopman en Secretaris van Politie Mitsgaders Vendue-meester M:r Cornelis van Aerssen ƒ12800:13:08
  Dit bedraagende is het geene denzelven onder huidigen datum weegens Vendue gelden voor de E Comp:ie onder zyne berustinge heeft, na aftrek van het hem Competeerende Vendue Salaris.
zynde tegenstaande aan den Kompagnie voldaan Den Capitein der Burger Cavallerij Hendrik Oostwald Laubscher d:o 5192:-:-
  zijnde het geen per Resto van den Koopschat der door hem onder dato 12:e april 1891. bij publiecque Vendutie van de E Comp:e gekogte post het Vissershok genaamt onder huijdigen datum Schuldig is
gelyk meede de nevensgemelde De Drie Gebroeders Bastiaan Valentijn, Johannes Gijsbertus en Jacobus Arnoldus van Reenen d:o 12466:13:08
  Boovengemelde Somma zijn gedagte Gebroeders nog Schuldig op de Uitgeloofde kooppenningen van de door hun op den 15:e April 1791 by openbaare Verkoop van d E: Comp:e gekogte post de Gansekraal
tegenstaande Agterstallige Vendugelden te doen in Kassa tellen Den Koopman en Secretaris van Politie, mitsgaders Vendumeester Egbertus Bergh ƒ36349:15:-
  deeze Reekening Spruit voort uit Vendugelden van diverse van d E Comp:ie verkogte goederen by openbaare Vendutie ende zulks na aftrek van het Vendue Salaris.
Deeze te laaten voortloopen tot de verschyning van de laatste paaï volgens besluit deezes Raads van den 30:e Aug:s 1794 deezes jaars Den Burger Christiaan Herold d:o 23320:-:-
  zijnde het geen denzelven per Resto van den koopschat, waarvoor op den 6 September 1791 by openbaare Vendutie van d E Comp:ie heef ingekogt de post de Schuur op heeden Schuldig is.
Gelyk meede de nevenstaande meede volgens Resolutie van den 30:e Aug:s 1794. Den Burger Fredrik Kannemeïer d:o 9680:-:-
  welke bedraagen Voortspruit uit den koop van een Woonhuis en Tuintie annex S Comp:e pottebakkerije zo op den 21 Septb:r 1791. van de E Comp:ie by Vendutie heeft ingkogt en waarop 't voorm:t bedragen nog Schuldig is.
Het restant van deeze Schuld tot ƒ4356 op den vervaldag in kassa te ontfangen. Den Burger Carel Erasmus Wentzel ƒ8712:-:-
  Insgelijks oorspronkelyk uit den Koopschat van drie huizen en Erven bij Vendutie van d E Comp:ie op den 21 September 1791 ingekogt van welke nog de bovengemelde Somma Schuldig is.
Zoo meede het nog Resteerende op deeze Somma van zynde ƒ3996:13. Den Burger Jacobus Johannes van den Berg d:o 7993:06:08
  Inzelven voegen is deeze Schuld voortkoomende uit kooppenningen van een Wagthuis, pakhuis en Erven door hem by Vendutie van de 21 Septb:r 1791. van d E Comp:s gekogte, en waarop voorm: Somma heeden nog Schuldig is.
En alzoo de op tegenstaande nog ten agteren Staande ƒ5602:11- Den Burger Gideon Rossouw d:o 9269:07:-
  deeze is almeede oorspronkelyk uit Venduepenningen van een huis en Erve in de Baaïfals , zoo bij hem op den 24 Septb:r 1791 by openbaare Vendutien is verkogt, en waarop als nog het voorsz:de montant Schuldig is
En eindelijk de nog te kwaad zijnde op nevensgemelde tot ƒ1025:11:- Den Burger Philippus Bernardus Wolfaard ƒ2053:07:-
  In zelver maniere Spruit deeze Schuld uit de door hem op den 3 October 1791 almeede bij opentlijke vendutie gekogte plaats genaamt Nederburg .
deeze op den vervaldag doen incasseeren Den burger Captein Pieter Gerard van der Byl d:o 3520:-:
  deeze schuld is oorspronkelyk uit de door hem op den 21 November 1791 gekogte Veeposten de Rietvalleï op welkers kooppschat deeze Somma p:r Resto Schuldig is.
deeze Somma zederd gacresseerd zynde tot ƒ[.....] zal na expiratie van het uitstel van betaling dat hem by Resolutie van den verleend geworden is, moeten worden ingevorderd. Den oud Heemraad van Stellenbosch Gerhardus Hendrik Munnik d:o 584:07
  Uit de aan den zelven volgens Raadsbesluit van den 27:e Augustus 1792 uit S Comp:s Magazijnen verstrekte Equipagie en andere goederen tot bevordering zijner onderneeminge op het Wrak van het in de Saldanhabaaij gestrande Schip Middelburg uit 't Water op te winden is deeze schuld herkomstig
nog te laaten voortloopen tot de qualificatie van de Heeren Majores tot dies afschryving zal weezen erlangd De Colonie Graaff Reijnet ƒ4097:18:-
  deeze Somma is volgens besluit der Regeering van den 1 Aug:s 1792 herkomstig uit onderscheidene goederen welke uit de Magazijnen en pakhuizen van d E Comp:e zyn verstrekt en na derwaards verzonden, als benodigt tot het doen der Militaire Expedites teegens de Stroopende Bosjesmans Hottentotten en is volgens voorm:e besluit Provisioneel ten laste van deeze Reekening geboekt.
deeze Schuld tot op ƒ8145:- verminderd zynde is bij Resolutie van den 23 Jann: laatstleeden is aan zyne borgen tot dies voldoening nog verleend een uitstel van 11 Maanden waarom dan ook zal moeten blijven voortloopen tot die tijd verstreeken is Den Burger Sebastiaan Rothman d:o 21372:19:08
  deeze Somma is voorzeide Rothman op heeden nog Schuldig weegens een Restant der pagtpenningen: welke als generaale Pagter voor den Jaare 1791-1792 Schuldig was op te brengen en waartoe hem door de Hoog Edele Heeren Commissarissen Generaal op den 22:e November 1792. Twee Jaaren uitstel verleend geworden is
Vermits deezen man Insolvent en van denzelven niets te haelen is de tegenstaande op voorjaarige Winsten en Verliesen te laaten afschrijven Den burger Christiaan Bam ƒ110:02:08
  zijnde een Restant Schuld van de door hem als pagter der Kaapse koele wijnen en Brandewijnen uitgeloofde pagtpenningen voor den Jaare 1791-1792
deeze blyft voortloopen alsoo jaarlyks door de Leverancie van Vleesch verminderd De Gecontracteerde Slachters d:o 43977:16:08
  dit bedragende is aan dezelve volgens Resolutie van den 21 Aug:s 1792 voorgeschooten in anticipatie van 't montant van 't Vleesch dat door haar Volgens haare Verbintenis, Successive ten behoeve van d E Comp:ie word geleeverd, ende zulks onder behoorlijke Cautie.
deeze insgelyks te laten voortloopen tot dies bedraagen door den Chef van dat Corps in kassa zal worden voldaan en waartoe de Reekening aan de Hooge Regeering bij brief van den 17:e April 1794 aangeboden is 'T Regiment Wurtemberg d:o 19971:01:-
  deeze Reekening Spruit voort en is 't bedraagen van diverse goederen welke aan dat Corps alhier Sucessivelijk uit S Comp:s Pakhuizen &c:a zyn verstrekt geworden zeedert deszelfs arrivement tot 't depart van Indien om door dies Chef aan dezelve Comp: te worden betaald.
deeze Somma is in de Cassa voldaan Den Vaandrig der Burgerije Jacobus Johannes Vos ƒ7920:-:-
  voortspruitende uit den koopschat van het door hem van d E Comp:e op den 9 November 1792, by publcque Vendutie gekogte brigantijnscheepje de Helena Louiza op 't welke voorm: Somma nog schuldig is.
Hierover Haar Hoog Ed:s goedvinden nader zynde gevraagd bij Missive van den [.....] moet dezelve blyven voortloopen 'T verlies bij verkoop gevallen op de Talk in A:o 1791 van hier na Batavia verzonden d:o 1844:15:08
  Bij besluit van hunne HoogEdelheedens de Hooge Indiase Regeering van den 23:e November 1792. is dit Gouvernement voorsz: Somma aangereekend weegens Verlies het geene bij Verkoop gevallen is op 9298 lb Talk p:r 't Schip Willem de Vierde van hier in A:o 1791 na de hoofdplaats gezonden, ten einde door den geenen die zulx incumbeerd aan de E Comp:ie te worden vergoed
zo wel als de tegenstaande waarvoor als dienende tot den inkoop van Tarwe de Effecten van de Colonie verbonden zijn Commissarissen uit den Raad van Justitie ƒ187000:-:-
  dit bedraagen is aan opgemelde Commissarissen uit Cassa voorgeschooten tot den Inkoop van Tarwe ten behoeve van de Colonie Volgens de gunstige dispositie van de hoogEdele Heren Commissarissen Generaal en opgevolgde besluit van den 9:e februarij deezes Jaars
Terwyl tegenstaande als onder de Ingezeetenen op Interesse uitgezet meede continueeren moet. De Bank van Leening d:o 1430000:-:-
  Welke Somma aan de voorsz:e bank uit Cassa Sucessive is afgegeeven ten einde volgens de door Heeren Commissarissen Generaal gestatueerde odres en Reglementen onder de Ingezeetenen onder behoorlyke Hijpotheecquen en onder betaaling van de gestipuleerde Interessen door Commisssarissen aan gezeide Bank te worden uitgezet en beleend.
Deeze afgedaan zijnde Den Burger Daniel Hugo ƒ13616:16:-
  dit bedraagen is denzelven Schuldig als pagter van de kaapse koele wijnen voor den Jaare 1792-1793
Blyft tegenstaande voortloopen tot het Contract met denzelven Van Wielich zal weezen g'expireerd volgens Resolutie van d:n 17 X:br 1794 De Gecontracteerde Bakker van Wielich d:o 7362:04:08
  deeze Somma is denzelven Schuldig gebleeven weegens meerder ontfangen Tarwe als de Leverantie van brood en Meel aan de E Comp:ie in A:o .... heeft bedragen en waar voor volg: Raads besluit van den 14 feb:y 1793 behoorlijk Cautie is gesteld.
Tegenstaande Somma is door de ingewisselde oude papiere munt verantwoord De Gecommitteerdens tot 't inwisselen van oude Cartonnen en Papiere Munten ƒ6600:-:-
  zijnde zodanige Gelden als aan hun tot 't inwisselnen van voorm:e Munten van Weegens d E: Comp:e zijn ter hand gesteld, om behoorlijk verantwoord te worden.
deeze Somma blyft voortloopen tot de Hoog edele Heeren Commissarissen Generaal dan wel de Heeren Majores zelven zullen hebben bepaald de jaarlijkse Somma voor zyn Edelens defroijement Den WelEdele Groot Agtbaaren Heer Abraham Josias Sluijsken raad ordinair van Nederlandsch India, mitsg:s Commissaris over dit Gouvernement d:o 27500:-:-
  Voortkomende uit 't geene zijn WelEdele Groot achtb: Successivelijk uit S Comp:e Cassa hier genooten omme by de Negotie boeken daarvoor te worden gedebiteerd, tot tijd en wylen dat over een jaarlyks defroijement, door de Hoog Edele Heeren Commissarissen Generaal zal weezen gedisponeert.
Deeze Somma heeft haare vereevening gevonden door de geleeverde boter De Gecontracteerde Leverancier der Boter ƒ9717:18:08
  Spruitende uit zodanige penningen als aan hem tot den Inkoop van Boter uit s Comp:s Cassa zyn geanticipeerd geworden om van zijne Leverantie te worden gedecorteerd.
En deeze zal meede haar Verevening van den, zoo ras de van de Scheepjes en lading geproflueerde gelden door den Secretaris van Justitie in kassa zullen zijn geteld en onder de Geregtigdens verdeeld worden. Rekening van onkosten aan den alhier opgebragte Franse Scheepen d:o 6176:05:-
  Heene komende van t geene aan den Maatschappij op die bodems geplaats tot provisie is verstrekt, als meede 't geene tot nodig onderhoud dier kielen is geimpendeerd geworden alles gereekend teegens inkoops Prijzen
Tegenstaande Somma vind haare Verevening door de Wynen welke door den Aanneemner Successivelijk geleeverd worden De Gecontracteerde Leverancier der Kaapse wijnen en Brandewijn &c:e d:o 44000:-:-
  almeede zynen oorsprong neemende uit t geene aan hem invoege als meerm:e van S Comp:s Wege s voorgeschooten geworden.
tegenstaande geredresseerd zynde 'T Comptoir Batavia ƒ198:-:-
  Alzo dit bovenstaande bedraagen, uitmakende 't Recognitie geld van zodanige kassen Wijn en pypen bier 't Hoofd Comptoir onder dato deezes is ten goede gebragt, heeft men echter bij 't Sluiten der boeken ontwaard dat die penningen abusivelyk eerst in de Maand feb:y 1795 in s Comp:s Cassa zijn overgebragt.
deeze laaten voortloopen tot het Magazijn geheel zal vaardig zijn 'T Nieuwe Kruitmagazijn in de Baaïfals d:o 4689:13:08
  voortvloeïende uit t kostende der Bouwmaterialen en 't anticipeeren van een gedeelte der aanneem penningen tot voortzetting der Extructie van dat gebouw
tegenstaande door het officie fiscaal laaten invorderen. Den Capitijn Luitenant ter Zee Jan Pieter de Baehr d:o 381:01:08
  zynde 't beloop van zodanige penningen die dezelve ingevolge politiecque Raadsbesluit van den [.....] ter vergadering zyn opgelegt, weegens diverse goederen in de Baaïfals uit de aldaar aanweezende Retourscheepen in t Schip de Meermin overgescheept, en alhier te min uitgeleevert.

Marginale dispositien genomen in Raade van Politie aan Kaap de Goede Hoop op Vrydag den 22 Meij 1795.
goedgevonden en Verstaan
  Debiteuren
tegenstaande Schuld vermits de Slegte tijden en alsoo daar van de Interesse word betaald te laaten voortloopen. Den Onderkoopman en Landmeeter Christoff Hieronimus Lyste ƒ3033:01:08
  welke debet haaren oorprong heeft uit kooppenningen van 4 Erven door hem van de E Comp:e den 18:e december 1786 gekogt en welke hem bij besluit der Regeering van den 10 October des gemelde Jaars onder behoorlyk verband en borgtocht teegens 6 p:rC:to Intrest gelaaten is
zo wel als de nevenstaande die zyne Borgtocht volgens Resolutie van den 6:e Maart JL: vernieuwd heeft. Den Burger Frans Hilgers d:o 3093:13:-
  deeze is in zelvervoegen voortkoomende uit een Restant van de Koopschat van Zeeker 3 Stuks Erven door hem op den 24 November 1786, van d E: Comp:ie gekogt en het welke hem insgelyks onder betaaling van 6 pC:s Intrest onder behoorlyk verband en borgtocht gelaaten is bij besluit van den 10 October des gemelde Jaars.
deeze laaten continueeren tot de Rendementen der Wynen op dewelke deeze Resteerende Somma vooruitverstrekt is, zullen zijn ontfangen Den Oud Heemraad van Stellenbosch Hendrik Cloete ƒ707:05:08
  In mindering van het geen gezeïde Cloete als bezitter van groot Constantia zal worden bevonden te competeeren uit de overwinst van de zeedert de Jaare 1789-1790 tot 1792-1793 inclusive door hem aan d E Comp:e geleeverde en na 't Patria verzonden Constantia wijnen is deeze Somma betaald volgens Resolutie van den 18:e Meij 1787.
Wanneer de tegenstaande inzelver voegen zal kunnen en behooren te worden geliquideerd. Den Burger Johannes Nicolaas Colyn ƒ3668:13:08
  Deeze Somma is inzelvervoegen afgegeeven volgens Resolutie van den 22:e July 1788 in Reekening van het geen voorm:e Colijn als bezitter van klein Constantia zal bevonden worden toe te koomen uit den overwinst van de meede door hem geleeverde en Patriawaards gezondene Constantia wynen zedert den Jaare 1776-1777 tot 1792-1793 inclusive
tegenstaande op den Vervaltyd te doen invorderen Den Burger Hendrik Vos ƒ9753:07:-
  Zynde de nog per Restant verschuldigde kooppenningen van het Landgoed het Nieuwland door hem op den 14:e Junij 1791. by openbaare Vendutie van de Maatschappij gekogt voor ƒ48766:13:8: Waarop de voorm:e Somma nog Schuldig is.
terwijl deeze zal moeten blyven voortlopen tot Haar Hoog Edelh:s zullen hebben gedisponeert op het Verzoek ter ontheffing door deeze Regeering gedaan bij Missive van den 6:e Decemb: 1793 Het verlies op de Tarwe van de Mosselbaaij d:o 11441:13:08
  deeze Reekening vind haaren Oorsprong in het verlies gevallen op de Tarwe uit de Mosselbaaij zoo in A:o 1788-1789 per 't Schip de Vrouwe Jacoba Johanna na indiasch Hoofdplaats gezonden is, en welk bedraagen dit Gouvernement ter Vergoeding door de Hooge indiasche Regeering is gedaan. aanreekening by factuur van den 28 Jan:y 1790.
de post van ƒ15039:7 te laaten voortloopen tot de dispositie van de HoogEd: Heeren Commissarissen Generaal zal weezen erlangd Vendupenningen d:o 34300:13:-
en het overige te doen in Cassa tellen. Deeze Reekeningen voortvloeiende uit zodanige SComp:s koopmanschappen, onbequaame goederen, en dies meer als Successive bij openbaare verkoopinge ten behoeve van gezeide Compagnie zijn verkogt geworden, is onder voorengemelde montant begreepen eene Somma van ƒ15839:7: die bekend staan onder de boode Claas Jacob Claassen, na aftrek van welke deeze Reekening zoude debet blijven
te blyven voortloopen tot de WelEdele Hoogachtb: de Heeren Majores en besluit zullen hebben gelieven te neemen omtrent het van dien Kiel alhier verbleeven Canon De Rheeders van het verongelukte Schip het Drietal Handelaars d:o 271:05:-
  heenkomende weegens betaalde ongelden voor het transporteeren van de van deezen bodem gesalveerde Canon welke zig nog in dit Gouvernement bevind.
Deeze almeede laaten voortloopen tot de dispositien van de Hooge indiase Regeeringe zal weezen erlangd op het by de Regering by Erbiedigen brief van de 6 Decemb:1793 gedaane voordragt ter ontheffing Belastingen en Vergoedingen d:o 46557:02:-
  Bij bataviasche factuur van den 31 July 1790 en 11 November 1791. is dit Gouvernement aangereekend zodanige posten, als door de Hooge Indiasche Regeeringe bij de dispositie op den Aanteekerningen van den Visitateur Generaal Neun op de kaapse Negotie boeken van den jaare 1781-1782 en 1782-1783 mitsgaders van 1783-1784 tot 1786-1787 op den 26 april 1790 en den 2:e Aug:s 1791 zyn verstaan alhier te moeten worden vergoed door die zulks incumbeerd, en van dewelke dienvolgens deeze apparte reekening is geformeerd tot er tijd hooggem:e Hooggebiedende zal hebben behaagd daaromtrend na ontfangst van het door deeze Regeering op bovengem: bevindinge gepaste Eerbiedig antwoord Sub dato 12 Novemb:r 1793. nader te disponeeren.
deeze Somma te laaten invorderen Den Koopman en Secretaris van Politie Mitsgaders Vendue-meester M:r Cornelis van Aerssen ƒ12800:13:08
  Dit bedraagende is het geene denzelven onder huidigen datum weegens Vendue gelden voor de E Comp:ie onder zyne berustinge heeft, na aftrek van het hem Competeerende Vendue Salaris.
zynde tegenstaande aan den Kompagnie voldaan Den Capitein der Burger Cavallerij Hendrik Oostwald Laubscher d:o 5192:-:-
  zijnde het geen per Resto van den Koopschat der door hem onder dato 12:e april 1891. bij publiecque Vendutie van de E Comp:e gekogte post het Vissershok genaamt onder huijdigen datum Schuldig is
gelyk meede de nevensgemelde De Drie Gebroeders Bastiaan Valentijn, Johannes Gijsbertus en Jacobus Arnoldus van Reenen d:o 12466:13:08
  Boovengemelde Somma zijn gedagte Gebroeders nog Schuldig op de Uitgeloofde kooppenningen van de door hun op den 15:e April 1791 by openbaare Verkoop van d E: Comp:e gekogte post de Gansekraal
tegenstaande Agterstallige Vendugelden te doen in Kassa tellen Den Koopman en Secretaris van Politie, mitsgaders Vendumeester Egbertus Bergh ƒ36349:15:-
  deeze Reekening Spruit voort uit Vendugelden van diverse van d E Comp:ie verkogte goederen by openbaare Vendutie ende zulks na aftrek van het Vendue Salaris.
Deeze te laaten voortloopen tot de verschyning van de laatste paaï volgens besluit deezes Raads van den 30:e Aug:s 1794 deezes jaars Den Burger Christiaan Herold d:o 23320:-:-
  zijnde het geen denzelven per Resto van den koopschat, waarvoor op den 6 September 1791 by openbaare Vendutie van d E Comp:ie heef ingekogt de post de Schuur op heeden Schuldig is.
Gelyk meede de nevenstaande meede volgens Resolutie van den 30:e Aug:s 1794. Den Burger Fredrik Kannemeïer d:o 9680:-:-
  welke bedraagen Voortspruit uit den koop van een Woonhuis en Tuintie annex S Comp:e pottebakkerije zo op den 21 Septb:r 1791. van de E Comp:ie by Vendutie heeft ingkogt en waarop 't voorm:t bedragen nog Schuldig is.
Het restant van deeze Schuld tot ƒ4356 op den vervaldag in kassa te ontfangen. Den Burger Carel Erasmus Wentzel ƒ8712:-:-
  Insgelijks oorspronkelyk uit den Koopschat van drie huizen en Erven bij Vendutie van d E Comp:ie op den 21 September 1791 ingekogt van welke nog de bovengemelde Somma Schuldig is.
Zoo meede het nog Resteerende op deeze Somma van zynde ƒ3996:13. Den Burger Jacobus Johannes van den Berg d:o 7993:06:08
  Inzelven voegen is deeze Schuld voortkoomende uit kooppenningen van een Wagthuis, pakhuis en Erven door hem by Vendutie van de 21 Septb:r 1791. van d E Comp:s gekogte, en waarop voorm: Somma heeden nog Schuldig is.
En alzoo de op tegenstaande nog ten agteren Staande ƒ5602:11- Den Burger Gideon Rossouw d:o 9269:07:-
  deeze is almeede oorspronkelyk uit Venduepenningen van een huis en Erve in de Baaïfals , zoo bij hem op den 24 Septb:r 1791 by openbaare Vendutien is verkogt, en waarop als nog het voorsz:de montant Schuldig is
En eindelijk de nog te kwaad zijnde op nevensgemelde tot ƒ1025:11:- Den Burger Philippus Bernardus Wolfaard ƒ2053:07:-
  In zelver maniere Spruit deeze Schuld uit de door hem op den 3 October 1791 almeede bij opentlijke vendutie gekogte plaats genaamt Nederburg .
deeze op den vervaldag doen incasseeren Den burger Captein Pieter Gerard van der Byl d:o 3520:-:
  deeze schuld is oorspronkelyk uit de door hem op den 21 November 1791 gekogte Veeposten de Rietvalleï op welkers kooppschat deeze Somma p:r Resto Schuldig is.
deeze Somma zederd gacresseerd zynde tot ƒ[.....] zal na expiratie van het uitstel van betaling dat hem by Resolutie van den verleend geworden is, moeten worden ingevorderd. Den oud Heemraad van Stellenbosch Gerhardus Hendrik Munnik d:o 584:07
  Uit de aan den zelven volgens Raadsbesluit van den 27:e Augustus 1792 uit S Comp:s Magazijnen verstrekte Equipagie en andere goederen tot bevordering zijner onderneeminge op het Wrak van het in de Saldanhabaaij gestrande Schip Middelburg uit 't Water op te winden is deeze schuld herkomstig
nog te laaten voortloopen tot de qualificatie van de Heeren Majores tot dies afschryving zal weezen erlangd De Colonie Graaff Reijnet ƒ4097:18:-
  deeze Somma is volgens besluit der Regeering van den 1 Aug:s 1792 herkomstig uit onderscheidene goederen welke uit de Magazijnen en pakhuizen van d E Comp:e zyn verstrekt en na derwaards verzonden, als benodigt tot het doen der Militaire Expedites teegens de Stroopende Bosjesmans Hottentotten en is volgens voorm:e besluit Provisioneel ten laste van deeze Reekening geboekt.
deeze Schuld tot op ƒ8145:- verminderd zynde is bij Resolutie van den 23 Jann: laatstleeden is aan zyne borgen tot dies voldoening nog verleend een uitstel van 11 Maanden waarom dan ook zal moeten blijven voortloopen tot die tijd verstreeken is Den Burger Sebastiaan Rothman d:o 21372:19:08
  deeze Somma is voorzeide Rothman op heeden nog Schuldig weegens een Restant der pagtpenningen: welke als generaale Pagter voor den Jaare 1791-1792 Schuldig was op te brengen en waartoe hem door de Hoog Edele Heeren Commissarissen Generaal op den 22:e November 1792. Twee Jaaren uitstel verleend geworden is
Vermits deezen man Insolvent en van denzelven niets te haelen is de tegenstaande op voorjaarige Winsten en Verliesen te laaten afschrijven Den burger Christiaan Bam ƒ110:02:08
  zijnde een Restant Schuld van de door hem als pagter der Kaapse koele wijnen en Brandewijnen uitgeloofde pagtpenningen voor den Jaare 1791-1792
deeze blyft voortloopen alsoo jaarlyks door de Leverancie van Vleesch verminderd De Gecontracteerde Slachters d:o 43977:16:08
  dit bedragende is aan dezelve volgens Resolutie van den 21 Aug:s 1792 voorgeschooten in anticipatie van 't montant van 't Vleesch dat door haar Volgens haare Verbintenis, Successive ten behoeve van d E Comp:ie word geleeverd, ende zulks onder behoorlijke Cautie.
deeze insgelyks te laten voortloopen tot dies bedraagen door den Chef van dat Corps in kassa zal worden voldaan en waartoe de Reekening aan de Hooge Regeering bij brief van den 17:e April 1794 aangeboden is 'T Regiment Wurtemberg d:o 19971:01:-
  deeze Reekening Spruit voort en is 't bedraagen van diverse goederen welke aan dat Corps alhier Sucessivelijk uit S Comp:s Pakhuizen &c:a zyn verstrekt geworden zeedert deszelfs arrivement tot 't depart van Indien om door dies Chef aan dezelve Comp: te worden betaald.
deeze Somma is in de Cassa voldaan Den Vaandrig der Burgerije Jacobus Johannes Vos ƒ7920:-:-
  voortspruitende uit den koopschat van het door hem van d E Comp:e op den 9 November 1792, by publcque Vendutie gekogte brigantijnscheepje de Helena Louiza op 't welke voorm: Somma nog schuldig is.
Hierover Haar Hoog Ed:s goedvinden nader zynde gevraagd bij Missive van den [.....] moet dezelve blyven voortloopen 'T verlies bij verkoop gevallen op de Talk in A:o 1791 van hier na Batavia verzonden d:o 1844:15:08
  Bij besluit van hunne HoogEdelheedens de Hooge Indiase Regeering van den 23:e November 1792. is dit Gouvernement voorsz: Somma aangereekend weegens Verlies het geene bij Verkoop gevallen is op 9298 lb Talk p:r 't Schip Willem de Vierde van hier in A:o 1791 na de hoofdplaats gezonden, ten einde door den geenen die zulx incumbeerd aan de E Comp:ie te worden vergoed
zo wel als de tegenstaande waarvoor als dienende tot den inkoop van Tarwe de Effecten van de Colonie verbonden zijn Commissarissen uit den Raad van Justitie ƒ187000:-:-
  dit bedraagen is aan opgemelde Commissarissen uit Cassa voorgeschooten tot den Inkoop van Tarwe ten behoeve van de Colonie Volgens de gunstige dispositie van de hoogEdele Heren Commissarissen Generaal en opgevolgde besluit van den 9:e februarij deezes Jaars
Terwyl tegenstaande als onder de Ingezeetenen op Interesse uitgezet meede continueeren moet. De Bank van Leening d:o 1430000:-:-
  Welke Somma aan de voorsz:e bank uit Cassa Sucessive is afgegeeven ten einde volgens de door Heeren Commissarissen Generaal gestatueerde odres en Reglementen onder de Ingezeetenen onder behoorlyke Hijpotheecquen en onder betaaling van de gestipuleerde Interessen door Commisssarissen aan gezeide Bank te worden uitgezet en beleend.
Deeze afgedaan zijnde Den Burger Daniel Hugo ƒ13616:16:-
  dit bedraagen is denzelven Schuldig als pagter van de kaapse koele wijnen voor den Jaare 1792-1793
Blyft tegenstaande voortloopen tot het Contract met denzelven Van Wielich zal weezen g'expireerd volgens Resolutie van d:n 17 X:br 1794 De Gecontracteerde Bakker van Wielich d:o 7362:04:08
  deeze Somma is denzelven Schuldig gebleeven weegens meerder ontfangen Tarwe als de Leverantie van brood en Meel aan de E Comp:ie in A:o .... heeft bedragen en waar voor volg: Raads besluit van den 14 feb:y 1793 behoorlijk Cautie is gesteld.
Tegenstaande Somma is door de ingewisselde oude papiere munt verantwoord De Gecommitteerdens tot 't inwisselen van oude Cartonnen en Papiere Munten ƒ6600:-:-
  zijnde zodanige Gelden als aan hun tot 't inwisselnen van voorm:e Munten van Weegens d E: Comp:e zijn ter hand gesteld, om behoorlijk verantwoord te worden.
deeze Somma blyft voortloopen tot de Hoog edele Heeren Commissarissen Generaal dan wel de Heeren Majores zelven zullen hebben bepaald de jaarlijkse Somma voor zyn Edelens defroijement Den WelEdele Groot Agtbaaren Heer Abraham Josias Sluijsken raad ordinair van Nederlandsch India, mitsg:s Commissaris over dit Gouvernement d:o 27500:-:-
  Voortkomende uit 't geene zijn WelEdele Groot achtb: Successivelijk uit S Comp:e Cassa hier genooten omme by de Negotie boeken daarvoor te worden gedebiteerd, tot tijd en wylen dat over een jaarlyks defroijement, door de Hoog Edele Heeren Commissarissen Generaal zal weezen gedisponeert.
Deeze Somma heeft haare vereevening gevonden door de geleeverde boter De Gecontracteerde Leverancier der Boter ƒ9717:18:08
  Spruitende uit zodanige penningen als aan hem tot den Inkoop van Boter uit s Comp:s Cassa zyn geanticipeerd geworden om van zijne Leverantie te worden gedecorteerd.
En deeze zal meede haar Verevening van den, zoo ras de van de Scheepjes en lading geproflueerde gelden door den Secretaris van Justitie in kassa zullen zijn geteld en onder de Geregtigdens verdeeld worden. Rekening van onkosten aan den alhier opgebragte Franse Scheepen d:o 6176:05:-
  Heene komende van t geene aan den Maatschappij op die bodems geplaats tot provisie is verstrekt, als meede 't geene tot nodig onderhoud dier kielen is geimpendeerd geworden alles gereekend teegens inkoops Prijzen
Tegenstaande Somma vind haare Verevening door de Wynen welke door den Aanneemner Successivelijk geleeverd worden De Gecontracteerde Leverancier der Kaapse wijnen en Brandewijn &c:e d:o 44000:-:-
  almeede zynen oorsprong neemende uit t geene aan hem invoege als meerm:e van S Comp:s Wege s voorgeschooten geworden.
tegenstaande geredresseerd zynde 'T Comptoir Batavia ƒ198:-:-
  Alzo dit bovenstaande bedraagen, uitmakende 't Recognitie geld van zodanige kassen Wijn en pypen bier 't Hoofd Comptoir onder dato deezes is ten goede gebragt, heeft men echter bij 't Sluiten der boeken ontwaard dat die penningen abusivelyk eerst in de Maand feb:y 1795 in s Comp:s Cassa zijn overgebragt.
deeze laaten voortloopen tot het Magazijn geheel zal vaardig zijn 'T Nieuwe Kruitmagazijn in de Baaïfals d:o 4689:13:08
  voortvloeïende uit t kostende der Bouwmaterialen en 't anticipeeren van een gedeelte der aanneem penningen tot voortzetting der Extructie van dat gebouw
tegenstaande door het officie fiscaal laaten invorderen. Den Capitijn Luitenant ter Zee Jan Pieter de Baehr d:o 381:01:08
  zynde 't beloop van zodanige penningen die dezelve ingevolge politiecque Raadsbesluit van den [.....] ter vergadering zyn opgelegt, weegens diverse goederen in de Baaïfals uit de aldaar aanweezende Retourscheepen in t Schip de Meermin overgescheept, en alhier te min uitgeleevert.


Crediteuren
Van tegenstaande Jaarlyks wordende overgemaakt zoo veel als het aandeel in de toegestaane Somma voor assignatie bedraagd. Den Oud Burger Luitenant Barend Jacob Artois ƒ3906:09:08
  deeze Post is nog 't Resteerende van een Somma van ƒ32266:13:8, zoo als op den Laatsten November 1786 door deszelfs gemagtigde alhier in s Comp:s Cassa geseponeerd geworden is.
Zoo wel als van de tegenstaande zullen daardoor indertijd beïde haare verevening vinden Den Oud Burgerraad Johannes Matthias Bletterman d:o 1699:10:-
  dit bedragen is het Restant van eene Somma van 11608:16: door gezeide Bletterman in qualiteit als gemachtigde van den op 't Particulier Schip de Vreede bescheidene Schipper Thijs Ketel op Ult:o feb:y 1788 ins Comp: Cassa geseponeerd.
tegenstaande Post voor als nog te laaten voortloopen tot dat gevraagd word Diverse Persoonen te zaamen ƒ4:19:-
  zoo veel Competeerd dezelve weegens geleeverde houtwerken in de Blettenbergsbaaï aan d E Comp:e in den Jaare 1792-1793 welke nog niet hebben gevorderd.
tegenstaande blijft voortloopen Den Gefugeerde adsistent Quist Mullerstrom d:o 4887:05:-
  zynde 't geen door den Secretaris van Justitie in qualiteit als Sequester, in Cassa is overgebragt, in mindering van 't geen door voorm: Mullerström aan d E Comp:ee zou moeten betaalen voor door hem ontfangen S Heeren Gerechtigheid
tegenstaande betaald is Den Opperkoopman en President der Bank van Leening M:r Jacobus Johannes Le Sueur d:o 2871:10:-
  Zoo veel bedragt 't geen door hem in deszelfs voorige qualiteit als keldermeester van de toegestaane Spillagie der dranken aan d E Comp:ee is geleeverd. doch waar van vermits de Cassa Reekening Reeds geslooten was tot nog toe geen betaling is geschied.
Eindelijk wierd verstaan om tegenstaande Reekening van onkosten van den Oorlog na voorgegaane examinatie by de boeken af te Schryven en Copia's van die Reekening deezen te annexeeren om aldus zo wel aan de Hooge Indiase Regeering als aan de Hoog gebiedende Heeren Majores te worden aangebooden. Rekening van onkosten door den Oorlog tusschen de Fransche Natie en de Republiecq veroorzaakt d:o 86832:05:08:
  Zijnde 't bedragen van 't geen tot buitengewoon dienstgeld aan 't bataillon, d'Artillerie mitsg:s de Pennisten is betaald, als meede van zodanige provisien, dranken en andere goederen als 'er tot Aliminatie van 't pandoeren Corps etc:e zyn verstrekt, en eïndelijk al wat tot defensie van deeze Colonie is aangewend.

Crediteuren
Van tegenstaande Jaarlyks wordende overgemaakt zoo veel als het aandeel in de toegestaane Somma voor assignatie bedraagd. Den Oud Burger Luitenant Barend Jacob Artois ƒ3906:09:08
  deeze Post is nog 't Resteerende van een Somma van ƒ32266:13:8, zoo als op den Laatsten November 1786 door deszelfs gemagtigde alhier in s Comp:s Cassa geseponeerd geworden is.
Zoo wel als van de tegenstaande zullen daardoor indertijd beïde haare verevening vinden Den Oud Burgerraad Johannes Matthias Bletterman d:o 1699:10:-
  dit bedragen is het Restant van eene Somma van 11608:16: door gezeide Bletterman in qualiteit als gemachtigde van den op 't Particulier Schip de Vreede bescheidene Schipper Thijs Ketel op Ult:o feb:y 1788 ins Comp: Cassa geseponeerd.
tegenstaande Post voor als nog te laaten voortloopen tot dat gevraagd word Diverse Persoonen te zaamen ƒ4:19:-
  zoo veel Competeerd dezelve weegens geleeverde houtwerken in de Blettenbergsbaaï aan d E Comp:e in den Jaare 1792-1793 welke nog niet hebben gevorderd.
tegenstaande blijft voortloopen Den Gefugeerde adsistent Quist Mullerstrom d:o 4887:05:-
  zynde 't geen door den Secretaris van Justitie in qualiteit als Sequester, in Cassa is overgebragt, in mindering van 't geen door voorm: Mullerström aan d E Comp:ee zou moeten betaalen voor door hem ontfangen S Heeren Gerechtigheid
tegenstaande betaald is Den Opperkoopman en President der Bank van Leening M:r Jacobus Johannes Le Sueur d:o 2871:10:-
  Zoo veel bedragt 't geen door hem in deszelfs voorige qualiteit als keldermeester van de toegestaane Spillagie der dranken aan d E Comp:ee is geleeverd. doch waar van vermits de Cassa Reekening Reeds geslooten was tot nog toe geen betaling is geschied.
Eindelijk wierd verstaan om tegenstaande Reekening van onkosten van den Oorlog na voorgegaane examinatie by de boeken af te Schryven en Copia's van die Reekening deezen te annexeeren om aldus zo wel aan de Hooge Indiase Regeering als aan de Hoog gebiedende Heeren Majores te worden aangebooden. Rekening van onkosten door den Oorlog tusschen de Fransche Natie en de Republiecq veroorzaakt d:o 86832:05:08:
  Zijnde 't bedragen van 't geen tot buitengewoon dienstgeld aan 't bataillon, d'Artillerie mitsg:s de Pennisten is betaald, als meede van zodanige provisien, dranken en andere goederen als 'er tot Aliminatie van 't pandoeren Corps etc:e zyn verstrekt, en eïndelijk al wat tot defensie van deeze Colonie is aangewend.

‘Aldus geresolveerd in Raade van Politie aan Kaap de Goede Hoop op dato als booven.’

‘In ‘t Casteel de Goede Hoop den 31:e Aug:s 1794’

’/:get:/ J: I: Rhenius.’

over welke Memorie by den Raade zyn genoomen en gearresteerd zodanige besluiten als in margine van dezelve staan aangeteekend, van alle welke zo wel als uit de Memorie zelfs Extracten zullen worden afgegeeven aan alle ende een iegelyk die zulks aangaat.

de Burger Helmond Hartwich Luttig bij requeste verzoek gedaan hebbende om de eigendom van een Stukje gronds, ter groote van 86 quadraat Roeden en 16 gelyke Voeten, geleegen aan Drakenstein , en ‘t welk volgens Resolutie van Landdrost en Heemraaden de dato primo September anno passato aan hem zonder eenige prejuditie van de E Compagnie of iemand der Opgezeetenen kan worden uitgegeeven zo is verstaan des Suppliants voormeld verzoek te defereeren, gelyk geschied by deeze, wordende dienvolgens het door den Suppliant gevraagde Stukje gronds ter groote van 86 quadraat Roeden en 16 gelyke Voeten aan hem in eïgendom afgestaan, onder conditie nochtans dat door hem voor dies verkrijging aan de E Compagnie betaald zal worden een Sommetje van ƒ24: als eene Recognitie door Landdrost en Heenraaden voormeld bepaald

Ook is op het desweegens bij Requeste gedaan verzoek aan den Burger Joachim Daniel Hiebner gepermitteerd zijne Slavinne in naame Clara van de Kaap te moogen emancipeeren en te Stellen in vrijdom, onder voorwaarden dat door hem daarvoor aan de diaconie armen der hervormde Gemeente alhier zal worden opgebracht de gewoone Somma van Rd:s 50: en bovensdien gesteld de bepaalde Borgtocht dat dezelve Slavinne binnen den tijd van twintig jaaren niet tot lasten van de gemelde diaconie zal koomen.

Vervolgens is op verzoek van den Houtkapper aan het Paradijs Johannes Muller van Straalsond , welke de Compagnie zints den Jaare 1771, en dus by na 25 Jaaren heeft gedient, en bovensdien den ouderdom van ruim Zestig jaaren heeft bereikt, goedgevonden dezelve Johan Muller te gageeren met ƒ6: per maand, zo als dezelve gegageerd word bij deeze.

Na dit alles wierd door den edelen Heer Commissaris den Raade te kennen gegeeven, dat de Heere Van Reede Van Oudtshoorn als administrateur van S Compagnies Graanmagazijnen aan zijn Ed: voorgedragen hebbende dat de meerdere opleg van Tarwe en daardoor vermeerderd getal van Magazijnen onmogelijk hadt gemaakt alle de Granen door een Bottelier na behooren te laaten bewerken, met verzoek dat nog een tweede Bottelier mogt worden aangesteld, zyn Ed: uit overtuiging van de noodzaaklykheid aan dat verzoek hadde gedefereerd en dienvolgens tot tweede Bottelier in s Compagnies Graanmagazijnen had aangesteld de Soldaat Frans Christoffel Denicke, met de gagie van ƒ14 per maand en onder zijn lopend verband van Vijf Jaaren welke Gagie gereekend zal worden te zijn ingegaan met Primo februarij deezes Jaars, dat door hem deezen dienst ter preuve is waargenoomen; dat zyn Ed: voorts ontdekt hebbende hoe by de aanstelling van den Substituut Landdrost te Graaffe-Reijnet , Fredrik Eugenius Nerger aan dezelve abusivelijk was toegelegd de gagie van ƒ14 per maand, in Steede van ƒ20 tot die qualiteit Staande, dit abuis hadt laaten redresseeren, en aan hem Nerger toegelegd de bezolding van ƒ20 ‘S maands omme in te gaan met den dag zijner aanstelling, zijnde geweest den 14:e Augustus 1794. en dat zijn Ed: in dienst der E Compagnie als Matroos hadt aangenoomen Hendrik Schreuder van Keulen , met de gagie van ƒ12 S Maands en onder een verband van drie jaaren.

Laatstelyk in overweeging genoomen zynde dat door den aanbreng van onderscheidene Touwwerken per de in baaïfals leggende Scheepen de Geertruï en Willemstad & Boetzelaar de voorraad daarvan thans toelaat aan Batavia te rembourseeren de zwaare Touwen en Yzertrossen welke deeze Regeeringe zich genoodzaakt heeft gevonden, Successivelyk ten dienste der passeerende Scheepen uit de voor Batavia bestemde Cargazoenen te ligten, zo is bij den Raade beslooten, in genoemde Bodems te laaten verblyven de volgende Touwwerken, als

In het Schip de Geertruij

en in de Willemstadt en Boetzelaar

1 Zwaar Touw van 17 Duim

welk een en ander indias Hoofdplaats aangereekend zal worden.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten daage en Jaare voorschreeve

[Signed:] A: J: Sluijsken

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] J: J: Le Sueur

[Signed:] W: S: V: Rijneveld

C. 230, pp. 226-256.

Vrijdag den {17950529} 29:e Meï 1795,

‘S voormiddags present de edelen Heer Commissaris, de Heer Gezachhebber en de Heeren Leeden Le Sueur en van Rijneveld

De Resolutien op den 22:e deezer maand genoomen, geresumeerd en geapprobeerd geworden zynde, is vervolgens geleezen eene Memorie door den Heere Hoofdadministrateur ingedient, over de uitleevering der Goederen voor dit Gouvernement per de aanweezende retourscheepen Noordholland , Ceilon Macassar en de Standvastigheid aangebragt, luidende dezelve Memorie als volgd.

Aan den WelEdele Groot achtb: Heer Abraham Josias Sluijsken Raad ordinair van Neêrlands India, mitsgaders Commissaris over ‘t Gouvernement Kaap de Goede Hoop en de Ressorte van dien &c: &c: &c: beneevens de WelEdele Heeren Raaden van Politie.

‘WelEdele Groot achtbaaren Heer en WelEdele Heeren.’

‘Ingevolge Rapport van Ordinaire Gecommitteerde, heeft de ondergeteekende de Eer UWelEdele Groot achtb: en WelEd:s bij deeze aan te toonen de bevinding van diverse goederen, per de ondertenoemene Scheepen van Batavia voor dit Gouvernement aangebragt en ontlost; alles in vergelijking zo als dezelve op de origineele Factuuren zyn bekend gesteld geworden namentlijk’


P:r 't Schip Noordholland
500 p:s Gonnijzakken groote Bengaaler behoorlyk uitgeleevert.
200 lb Wasch Ruuw waarvan
  158 lb Uitgeleevert; dus
  42 d:o te min bedragende de afschrijving, zo als dezelve aan d' Opperhoofden worden gevalideerd
    3 p:rC:t uitmaakende
    6 lb Netto
9600 lb Rijst of 3 Lasten van 3200 lb ieder, waarvan
  8666 lb uitgeleevert, dus
  934 d:o te min, wordende de Scheepsoverheeden van Comp:s bodems op dit articul almeede gevalideert
    100 lb per Last of
    300 lb Netto
7181 lb Netto Poederzuiker in 30 Canassers, weegende
  7721 lb bruto volgens Factuur; doch met
  7749 d:o d:o uitgeleevert; dus
    28 lb aan 't bruto gewigt meerder zynde daarvan invoege voormeld de afschrijving 3 p:rC:to, dan wel
    215 lb Ruim
  1500 Bossen Rottang, waarvan
    1494 bossen uitgeleeverd, dus
    6 d:o te min
  4000 lb netto koffyboonen, volgens Factuur in 60 Zakken, doch 61 p:s uitgeleevert wegende
    3941 lb Netto, dus
    59 d:o te min, zynde de afscheeping in maniere als dikwilsgemeld 2 p:rC:t of
    80 lb Netto
  500 lb Thee behoorlyk uitgeleevert
  2250 d:o Peper, volgens Factuur in 25 Gonnij Zakken, dog 24 p:s uitgeleeverd, wegende
    2148 lb Netto; alzo
    102 d:o d:o te min, zynde de afschrijving
    2 p:rC:to, of
    45 lb Netto
  154 lb Netto foelij Raap of 2:e Zoort in 1 Zoekel weg:e
    176 lb Brutto; volgens Rapport uiterlijk wel geconditioneerd uitgeleeverd; doch bij naweging niet meerder bevonden, als
    171 lb Bruto te wegen, dus
    5 d:o op t bruto gewigt te min
1300 p:s Spoelkommen in 3 Kassen behoorlijk uitgeleverd
1 d:o Scheepel
2500 d:o Cajongmatten
1500 lb Cattoene Garen
    zynde de afschrijving 2 p:rC:t of
  30 lb Netto

P:r 't Schip Noordholland
500 p:s Gonnijzakken groote Bengaaler behoorlyk uitgeleevert.
200 lb Wasch Ruuw waarvan
  158 lb Uitgeleevert; dus
  42 d:o te min bedragende de afschrijving, zo als dezelve aan d' Opperhoofden worden gevalideerd
    3 p:rC:t uitmaakende
    6 lb Netto
9600 lb Rijst of 3 Lasten van 3200 lb ieder, waarvan
  8666 lb uitgeleevert, dus
  934 d:o te min, wordende de Scheepsoverheeden van Comp:s bodems op dit articul almeede gevalideert
    100 lb per Last of
    300 lb Netto
7181 lb Netto Poederzuiker in 30 Canassers, weegende
  7721 lb bruto volgens Factuur; doch met
  7749 d:o d:o uitgeleevert; dus
    28 lb aan 't bruto gewigt meerder zynde daarvan invoege voormeld de afschrijving 3 p:rC:to, dan wel
    215 lb Ruim
  1500 Bossen Rottang, waarvan
    1494 bossen uitgeleeverd, dus
    6 d:o te min
  4000 lb netto koffyboonen, volgens Factuur in 60 Zakken, doch 61 p:s uitgeleevert wegende
    3941 lb Netto, dus
    59 d:o te min, zynde de afscheeping in maniere als dikwilsgemeld 2 p:rC:t of
    80 lb Netto
  500 lb Thee behoorlyk uitgeleevert
  2250 d:o Peper, volgens Factuur in 25 Gonnij Zakken, dog 24 p:s uitgeleeverd, wegende
    2148 lb Netto; alzo
    102 d:o d:o te min, zynde de afschrijving
    2 p:rC:to, of
    45 lb Netto
  154 lb Netto foelij Raap of 2:e Zoort in 1 Zoekel weg:e
    176 lb Brutto; volgens Rapport uiterlijk wel geconditioneerd uitgeleeverd; doch bij naweging niet meerder bevonden, als
    171 lb Bruto te wegen, dus
    5 d:o op t bruto gewigt te min
1300 p:s Spoelkommen in 3 Kassen behoorlijk uitgeleverd
1 d:o Scheepel
2500 d:o Cajongmatten
1500 lb Cattoene Garen
    zynde de afschrijving 2 p:rC:t of
  30 lb Netto


P:r 't Schip Ceïlon
20 p:s Molen planken van 2 1/2 d:m uitgeleverd
100 d:o d:o d:o d:o 1 d:o

P:r 't Schip Ceïlon
20 p:s Molen planken van 2 1/2 d:m uitgeleverd
100 d:o d:o d:o d:o 1 d:o


P:r t Schip Macassar
50 p:s Molen planken van 2 d:m, uitgeleeverd.

P:r t Schip Macassar
50 p:s Molen planken van 2 d:m, uitgeleeverd.


P:r 't Schip de Standvastigheid
125 p:s Molen planken van 1 1/2 duim uitgeleeverd
50 d:o d:o d:o d:o 2 d:o
230 15 bossen p:s Mosch Windbooomen Naar luid der Bataviasche Factuur in a:o p:to Per 't Schip de Onderneeming Expres uit Nederland voor deezen Uithoek aangebracht, en in deezen bodem overgescheept, Edoch volgens verklaring van ordinaire Gecommitteerdens alhier niet uitgeleeverd.
      Hier omtrend staat aan te merken, dat een gelijke hoeveelheid, Mosch en Windboomen per 't meerm:er Schip de Onderneeming , alhier zijn uitgeleevert, volgens den inhoud der Stuagie Lyste, vermits 'er geen factuur van voorn:e goederen aan handen was. waaruit de Ondergeteekende vermeend, met grond te mogen veronderstellen dat ten dien opzichte een Erreur ten hoofd Comptoire heeft plaats gehad.

P:r 't Schip de Standvastigheid
125 p:s Molen planken van 1 1/2 duim uitgeleeverd
50 d:o d:o d:o d:o 2 d:o
230 15 bossen p:s Mosch Windbooomen Naar luid der Bataviasche Factuur in a:o p:to Per 't Schip de Onderneeming Expres uit Nederland voor deezen Uithoek aangebracht, en in deezen bodem overgescheept, Edoch volgens verklaring van ordinaire Gecommitteerdens alhier niet uitgeleeverd.
      Hier omtrend staat aan te merken, dat een gelijke hoeveelheid, Mosch en Windboomen per 't meerm:er Schip de Onderneeming , alhier zijn uitgeleevert, volgens den inhoud der Stuagie Lyste, vermits 'er geen factuur van voorn:e goederen aan handen was. waaruit de Ondergeteekende vermeend, met grond te mogen veronderstellen dat ten dien opzichte een Erreur ten hoofd Comptoire heeft plaats gehad.

‘In ‘t Casteel de Goede Hoop d:n 29:e Meij 1795’

’/:get:/ J: I: Rhenius’

over welke Memorie gedelibereerd zynde zo is bij den Raade goedgevonden en verstaan daaröp te neemen en te arresteeren zodanige besluiten als in margine van dezelve Staan aangeteekend.

Hieröp is geleezen een Request door Sijmon Koter, Schipper van het in baaifals geankerd leggend particulier Schip de Willemstad & Boetzelaar aan deezen Raade geaddresseerd, luidende als volgd.

Aan den WelEdele Groot achtb: Heer Abraham Josias Sluijsken Raad ordinair van Neerlandsch India mitsg:s Commissaris over ‘t Gouvernement van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien beneevens den E Achtb: Heer Gezachhebber en de WelEdele Heeren Raaden van Politie.

‘WelEdele Groot achtbaare Heer! en E Achtb: Heeren!’

‘Geeft met verschuldigde eerbied te kennen UWelEdele Groot achtb: en E: Achtb: zeer onderdanige en gehoorzaame dienaar Simon Koter Schipper van ‘t in Baaïfals geankerd Leggend Particulier Schip de Willemstad & Boetzelaer .’

‘Dat den Suppl:t ter Kamer Amsterdam voor welke uitgevaaren is volgens de ordres der E Comp:e voor neegen maanden geproviandeerd zijnde de drooge provisiën in Rijst, Gort, Erwten en Boone bestaande zo door de Lange reize als ten aanzien dat den Suppl:t zich ter vermeïding van het ongenoegen onder het volk over de ontoereikende verstrekking deezer articulen verplicht heeft gezien van de ordres op het Schafflyst bepaald af te gaan en dienvolgens ruimer verstrekkingen te doen, geheellyk is verconsumeerd geworde waardoor hy zich van de tot de reïze naar Batavia benodigde drooge Provisiën verstooken vind.’

‘Reedenen om dewelke den Suppl:t zich in allen ootmoed keerd tot UWelEd: Groot achtb: en E Achtb: onderdanig verzoekende aan zijne bodem boven en behalven de gewoone van hier meede gegeeven wordende provisien te willen laaten verstrekken de bovengemelde drooge Spijzen het een en ander bereekend voor Vier maanden’

‘’T welk doende’

’/:get:/ S:n Kooter.’

over welk Request gedelibereerd en daarbij in aanmerking genoomen zynde, dat of Schoon de reedenen door den Schipper Kooter gegeeven, waardoor hy zich van drooge provisien verstooken vind, geenzints van dat gewicht koomen te zijn, of door valable verklaringen zodanig beweezen dat men dezelve zou kunnen adopteeren, de noodzaaklykheid echter vorderd zyne gemelde Bodem niet van hier te laaten vertrekken zonder van de benodigde drooge Provisien voor de reize naar Batavia te zyn voorzien, zo is dan ook bij den Raade beslooten aan des Suppliants verzoek in deeze te defereeren en aan hem dienvolgens ten behoeve van zijnen onderhebbende Bodem te laaten verstrekken de ordinaire Randsoenen van Erwten, Boonen etc: voor den tijd van vier Maanden. zo nochtans dat hij dan wel zijne Rhêders, ‘t zij te Batavia ofte in Nederland, behoorlijke reekenschap en verantwoording zullen moeten doen van de Victualiën van weegens de E Compagnie aan gezegd Schip de Willemstad & Boetzelaar in het Vaderland vertstrekt. terwijl in zelvervoegen wierd verstaan om op de daartoe gedaane instantie van den Schipper van het gehuurde Schip de Geertruida aan hem een gelyke Verstrekking van 4 Maanden ordinaire Randsoen van Erwten boonen etc:e te laaten doen, onder dezelve Restrictie en bepaling.

de Luitenant op het Schip Macassar door eene zeer gevaarlyke ziekte genoodzaakt zijnde in het Hospitaal in baaifals te moeten verblijven, zo is op voordracht van den Equipagiemeester deezes Gouvernements Jan Arnout Voltelen, door den edelen Heer Commissaris wederom tot Luitenant op gedachte Bodem aangesteld de Sous Luitenant Samuel Silenderholm, mitsgaders tot Cadet der Marine op het Schip Ceïlon , in Steede van den aan boord van die Bodem overleeden Cadet, de jong Mattroos Cornelis Verstraaten, beïde met halveering van gagie, van welke aanstellingen de edelen Heer Commissaris deeze aanteekening heeft laaten houden.

de Capitein ter Zee Carel Jacob Brugman, voerende het Retourschip de Standvastigheid , bij Requeste verzoek gedaan hebbende, om zijne alhier gehuuwde Huisvrouwe in naamen Johanna Maria Jurgens, beneevens eene vrije meid genaamt Fima per gemelde Bodem met zich naar Nederland te neemen. zo is zulks aan hem gepermitteerd, onder conditie dat voor beide gemelde persoonen het gewoon transport -en -kostgeld door hem in s Comp:s Cassa alhier zal worden betaald.

de alhier door indispositie verbleeven Capitein Luitenant van het Schip Voorland Jannes Boodt aan deeze Raaden geaddresseerd hebbende het volgend Request

Aan den WelEdele Groot achtb: Heer Abraham Josias Sluijsken Raad ordinair van Neerlandsch Indiën, mitsgaders Commissaris van ‘t Gouvernement van Cabo de Goede Hoop ende den Ressorte van dien &c: &c: &c: beneevens den WelEdele Agtbaare Heer Gezachhebber en de WelEdele Heeren Leeden van den Politiecquen Raad.

‘WelEdele Groot achtb: Heer! en WelEdele Achtb: Heeren!’

‘Uwer welEdele Groot achtb: en E Achtb:s zeer onderdanige en gehoorzaamen dienaar Jannis Boodt, Capitein Luitenant per indispositie alhier verbleeven van ‘t onlangs na Batavia vertrokken, Oost-indisch Comp:s Schip Voorland ; neemt bij deezen zeer eerbiedig de vryheid, hoogstdezelve te verzoeken hem gunstige Permissie te verleenen, omme /: nadien hij voor ‘t tegenswoordige weder volkoomen hersteld komt te weezen:/ met een der thans in Baayfals leggende uitkomende Scheepen, behoudens Rang en qualiteit zyn reïze na Batavia te mogen vervorderen.’

‘En nadien de Suppl:t volgens zyne gehoudenisse, aan d E Comp:e verpligt is alhier te moeten betaalen de gewoone vragtpenningen ter Somma van ƒ125:- en tot welkers voldoening hij zig in ‘t presente geval niet in staat komt te bevinden, zo vervrijmoedigt hij zig alverder UWelEdele Groot achtb: en WelEdele Achtb: op ‘t alleronderdanigst te Solliciteeren, zijne Reekening daarmeede te doen belasten, dan wel daaromtrent zodanig te disponeeren als hoogstdezelve zullen goedvinden te behooren.’

‘’T welk doende etc:a’

’/:get:/ Jannis Boodt’

zo is na deliberatie over dezelve Requeste en bij overweeging dat den Suppliant als geene gagie trekkende zich onmogelijk alhier kan erneeren tot zo lange er zich eene geleegendheid zal op doen, hem in dienst der E Comp: op een van haare Bodems te plaatsen by den Raade beslooten des Suppliants verzoek te accordeeren, zullende hij dus worden geplaatst op een der in baaïfals leggende ingehuurde Scheepen, om daarmeede naar Batavia te vertrekken, terwijl het bij de Chertepartijen dier Bodems bepaald passagiegeld ten bedragen van ƒ125 hollandsch geld Reekening van den gemelde Boodt zullen worden belast, en daarvan kennisse worden gegeeven aan de WelEdele Hoog-achtb: Heeren Bewindhebberen, ten eïnde het gezegd Passagiegeld met de Rheders te kunnen verreekenen.

Hieröp geliefde den edelen Heer Commissaris den Raade te bedeelen, dat zyn Ed: met den Heere Hoofdadministrateur geexamineerd hebbende de factuuren van alle de van Ceilon jongstontfangene Lijwaaten, bij dies examinatie was gebleeken, dat een goed gedeelte derzelve ter voorziening van de Ingezeetenen, welke bij aanhoudendheid gebrek aan Lijwaaten hebben zou kunnen worden verkogt, en is ten deeze aanzien beslooten de publiecque Verkooping van zodanige Lywaaten als zonder Schroom van ongerief voor s Compagnies eige omslag zullen kunnen worden gemisd, te bepaalen op den 26:e en 27:e der eerstkoomende maand Junij, waarvan aan alle de gezamentlijke In -en -opgezeetenen deezer Colonie, bij afixie van Billetten directe kennisse zullen worden gegeeven. mitsgaders te Stellenbosch en Zwellendam .

Uit drie Rapporten ingedient door Gecommitteerdens tot ‘t teekenen der kleine pergamente Muntstukken gebleeken zijnde, dat door hen wederom waaren vervaardigd en geteekend,

zo is verstaan alle dezelve pergamente Munstukken met een bedragen van 216 2/3 ducaton ofte Rd:s 325:- zo bij de Negotieboeken als bij die van de groote Geldcassa te laaten inneemen en verantwoorden.

de Negotie -en -Soldijboeken deezes Gouvernements van ‘t boekjaar 1793 -1794 tot zo verre in gereedheid gebracht zijnde, dat kunnen worden geexamineerd, zo is beslooten tot dies examinatie te committeeren, zo als gecommitteerd worden bij deeze, de Heeren Leeden deezer Vergadering M:r Jacobus Johannes Le Sueur en William Ferdinand van Reede van Oudtshoorn, omme daarover volgens gewoonte te dienen van derzelver bericht.

de Apothecar in dienst der E Comp:ee alhier Johan Wilhelm Fredederich Smit, aan deeze Regeeringe ingedient hebbende het volgend Request

Aan den WelEdele Groot achtb: Heer Abraham Josias Sluijsken Raad ordinair van Nederlands India, en Commissaris over het Gouvernement van Kaap de Goede Hoop &c &c &c mitsgaders aan den Edele Achtb:e Heer Gezachhebber, en Edele Agtb: Raad van Politie

‘Wel Edele Groot achtb: Heer en Edele Achtbaare Heeren!’

‘Geeft met verschuldigde eerbied te kennen den ondergeteekende Johan Wilhelm Frederich Smit, Apothecar in dienst der E Compagnie alhier:’

‘Hoe den Suppl:tbuiten gemeenschap van goederenin huwelyk heeft Elizabeth de Buijs, wel eer weduwe wijlen den burger Willem Steedle. wier voornaamste effecten by acte antinuptiaal uitbehouden, hoofdzakelijk bestaan in twee huizen, het een geleegen in het blockN:en aldaarN:o 10mitsgaders het ander in het block NN en aldaar een gedeelte van N:o 5 en 7:’

‘Dat de nootzakelijke Reparatien en verbeeteringe welke die beïde huizen tot in Stand houding vorderen, door des Suppl:ts huisvrouwe niet konnende worden gedraagen, zij te raaden is geworden, gemelde twee Huizen aan den Suppl:t haaren man te verkoopen, voor zodanige zomma van penningen als waar op die huizen door Heeren gecommitteerdens uit den E Achtb: Raad van Justitie zijn getauxeert, namentlyk het eerstgemelde voor ƒ12000:- en het andere voor ƒ18000:- gelyk dan ook des Suppl:ts huisvrouwe uit kragte dier verkoop gereed Staat dezelve huizen aan den Suppl:t haaren man te cedeeren en Transporteeren.’

‘Dan daar deezen koop en verkoop tusschen man en Vrouw geschied, in effecte parabel Staat met zodanige afstand van huyzen en plaatsen etc:e, welke bij Testamentaire dispositien aan nabestaande voor bepaalde prijzen vermaakt, de geprelegateerde na usantie locaal van de betaling der S Heeren Regten ordinair worden g’ excuseerd. wend der Suppl:t het beleefdelyk tot UWelEdele Groot achtb: en Edele Achtb:s met needrig verzoek, dat het hoogst en wel dezelve goedgunstig moogen behaagen, hem Suppl:t uit hoofde voorschreeven wyl den verkoopdoor zijn huisvrouw aan hemis geschied, bij het ontfangen van Transport ook mag worden g’absolveerd van de betaaling der 25:e penning, die hij andersints wanneer hij deeze huizen uit de hand van vreemde waaren gekogt, in s Comp:s Cassa zouden moeten voldoen.’

‘T welk doende etc:e’

’/ get:/ J: W: f: Schmid.’

zo is na deliberatie over dezelve Requeste en by overweeging dat zo de daarbij vermelde vaste Goederen aan hem wierden getransporteerd door zijne Huisvrouwe al was hy zelfs in gemeenschap van Goederen met haar getrouwd, dit transport nimmer anders zou kunnen worden geconsidereerd als door haar aan een vreemde ofte die ten minsten in Cas van Overlijden geenig het minste regt ab intestato op dezelve hebben kan te zyn gedaan, en dus geenzints, gelyk den Suppliant by zijne requeste abusivelyk heeft geposeerd parabel kan worden gesteld met den afstand van plaatsen, huizen &c:a aan wettige Erfgenamen die ‘t zij in de neerdalende of klimmende Linie daartoe uit de natuur geregtigd zyn, en dezelve tog het zij in het geheel of ten deele verkrijgen moeten; by den Raade beslooten de verzoeken voor den Suppliant by zijne gemelde Requeste gedaan te declineeren en te wijzen van den hand, zo als ‘t zelve van den hand geweezen en gedeclineerd word bij deeze.

Van weegens den Burger Jan Baptiste de Vos, by requeste verzoek gedaan zijnde om de eigendom van een Stukje Lands, ter groote van 490 quadraat Roeden, geleegen aan den Hottentotshollands Cloof , onder het district van Stellenbosch , en ‘t welk aan hem blykens Resolutie bij Landdrost en Heemraaden op den 2:e Maart deezes jaars genoomen, zou kunnen worden üitgegeeven, zo is verstaan aan dat verzoek te defereeren, gelyk geschied bij deeze, wordende dienvolgens het verzochte Stukje Lands aan den gezegde Burger Jan Baptist de Vos in eigendom afgestaan, onder conditie dat hij voor dies verkrijging aan de Compagnie zal betaalen de door Landdrost en Heemraaden gefixeerde Somma van ƒ25:- indiase waarde.

de Burger Capitijn Luitenant Johannes Paulus Ecksteen pietersz:, by Requeste verzoek gedaan hebbende om de eigendom van een Stuk bergachtig en klipachtig Land, geleegen annex zyn plaats onder het Kaaps District om door hem tot ‘t aankweeken van Brandhout ontginnen en beplant te worden, zo is by den Raade beslooten, dezelve Requeste te stellen in handen van Commissarissen uit den Raade van Justitie, met last omme het door den Suppliant verzochte Land te examineeren, en bij bevinding dat de uitgaave daarvan kan geschieden zonder de E: Compagnie of iemand der Ingezeetenen te benadeelen, als dan ‘t zelve Land door den geswooren Landmeeter te laaten meeten en carteeren, omme vervolgens te tauxeeren hoeveel daarvoor aan de E Compagnie tot eene erkentenisse zou behooren te worden voldaan om over dit een en ander den Raade te dienen van derzelver bericht.

Voorts is geleezen een Request door den burgerkrygsraad deezer plaatse aan deeze Regeeringe geaddresseerd, luidende

Aan den WelEdele Groot achtb: Heer M:r Abraham Josias Sluijsken Raad ordinair van Nederlandsch Indiën mitsgaders Commissaris Generaal over Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien etc: &: &:

‘Geeven met allen verschuldigden Eerbied te kennen, de ondergeteekende Præsident van Cabo de Goede Hoop, waarbij zig ten deezen, voor zo veel des noods, voegd derzelver Secretaris Cajus Petrus Slotsboo.’

‘Dat zeedert eene geruime Reeks van Jaaren tot adsistentie der krygsraad Een Secretaris en een adjunct Secretaris der Burgerije zijn geweest ende zulks den Laatstgemelde ter adsistentie van de Eerstgemelden tot dat den geweezen Secretaris Johannes Adrianus Vermaak, zyne demissie als Secretaris erlangd hebbende dien Post door den laatst ondergeteekende eene geruime tijd alleen is waargenoomen, ongeacht de Burgerij thans in zijn geheelen ommeslag oneindig geextendeerder geworden is’

‘Weshalven den laatstondergeteekende aan den Eerstondergeteekende zulks heeft te kennen gegeeven met Instantig verzoek om /: buite præjudicie der gewoone Cassa als zulks voor zijn Reekening gaerne willende neemen:/ de ver vermeenigvuldiging der occupatien en zyne vorderende jaaren in aanschouw te neemen, en te willen bedagt zyn om van UWelEdele Groot achtb: te imploreeren, om een bequaam voorwerp neevens hem gevoegt te mogen hebben.’

‘Dat de ondergeteekendens van de hiervooren gedetaïlleerde motiven overtuigd vervolgens door eenige Leeden is opgegeeven, en thans onder gunstige approbatie egter is voorgedraagen den alhier Remoreerende Pieter Mastenbroek als een bedaard en tot dien Post allezints geschikt Subject.’

‘Waarom de ondergeteekende bij deezen de Vryheid neemen zig te wenden tot UWelEdele Groot achtbaare Referentelyk verzoekende, dat hoogstdezeve het behaage moge, aan den Secretaris / : den laatst ondergeteekende: ) als adjunct te zullen toevoegen evengemelde Pieter Mastenbroek.’

‘’T welk doende etc:a’

’/:geteekend:/ R: J: Gordon, P: J: Möller, A Horak, O Eksteen Jzoon, Josias Brink, S V Reenen, H: Dempers, B V Wielligh, H:k Smuts, M:s Pentz, Nelson, J: V D Poel, J: Bougard, J Bolleurs, S: Van Breda, P: V: Breda, Gie, L: Biel, Schikkerling And:s Brink, Al de Smidt, C:s P:s Slotsboo’

over welke Requeste gedelibereerd zynde, zo is bij den Raade beslooten, omme in het verzoek door den Burgerkrijgsraad daarbij gedaan in zo verre te condescendeeren, dat aan hen in leening zal worden afgestaan, zo als aan hen afgestaan word bij deeze, de door indispositie alhier verbleeven en zedert by den Luitenant van dezelve Burgerije Sebastiaan van Reenen in leening geweest zijnde Ziekentrooster in dienst der E Compagnie Pieter Mastenbroek, ten einde de tegenswoordige Secretaris van den Burgerkrygsraad Cajus Petrus Slotsboo uit hoofde van de by gezegde Requeste gealegueerde reedenen zonder eenig beswaar voor de Burgercassa in de waarneeming van dit zijn Ampt als Adjunct Secretaris te adsisteeren, ende zulks provisioneel tot tijd en wylen dat den gezegde Pieter Mastenbroek van de Hooggebiedende Heeren Majores zal hebben verzocht en erlangd het Burgerrecht deezer Colonie, als tot de bekleeding van gemeld functie noodzaaklyk vereischt wordende, of dat door de Burgerkrijgsraad uit den Burgerstand zal worden gevonden en aan deeze Regeeringe voorgedraagen een bekwaam persoon om het Ampt van adjunct Secretaris van den Burgerkrygsraad te kunnen bekleeden.

Door de onderafgeschreeven gagie alhier remoreerende Opperziekevader in S Compagnies Hospitaal Johan Wilhelm Brueckner verzoek gedaan zynde, om aan de ilustre Vergadering van zeeventienen te presenteeren Request ter obtenue van het Burgerrecht deezer plaatse, en zoo meede door den Chirurgijn by ‘t depôt van Wurtemberg alhier Fredrik Ludwich Liesching om bij welgemelde Vergadering te verzoeken dat zeekere Henrica Louisa Eberhardina Seubert, zuster van zynen Huisvrouwe permissie mogt erlangen, om onder de gewoone betaling dit heen te koomen, zo is verstaan aan deeze verzoeken te defereeren, zullende dienvolgens de door de Supplianten in duplo overgelegde Requesten aan de ilustre Vergadering van zeeventienen gericht, onder S Compagnies papieren naar Nederland worden verzonden

Na dit alles geliefde den edelen Heer Commissaris den Raade te Communiceeren dat zyn Edele ontfangen hebbende de onderstaande Memorie aan zijn Edele geaddresseerd door den Vendumeester ter deezer Hoofdplaatse Clemens Matthiessen Junior

Aan den WelEdele Groot achtb: Heer Abraham Josias Sluijsken Raad ordinair van Nederlandsch India, mitsgaders Commissaris van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &c &c &c

‘WelEdele Groot Achtb: Heer!’

‘Vermits den Vendu afslager Jan de Klerk door een langduurige, en volgens het algemeene gevoelen der practicijns doodelijke ziekte buiten staat is, zijn dienst naar behooren waar te neemen en den tweede boode Jacob Sinjeur zoo door het bedienen der Vergaderinge van UWelEdele Groot Achtb: als andere diensten, verhindert worde de aangeteekende verkoopingen zelfs te houden, maar door andere persoonen, aan den eerbiedigen vertoonder niet verbonden, moet laaten doen, die den dienst, alleenlyk uit Vriendschap waarneemende door het crediteeren van slegte betaalders, der ondergeteekende aan niet geringe verliesen kunnen exponeeren, en terwijl den bode der bank van Leening Gerrit Schierhout heeft aangeboden geduurende de ziekte van voorn: de Klerk, deszelfs dienst, zonder eenige belooningen daarvoor te genieten waar te neemen, zoo neemt den nedrigen Teekenaar de Vrijheid UWelEdele groot achtb: eerbiedigst te verzoeken hem te qualificeeren den gemelden Schierhout, tot het houden der Vendutien en incasseeren der vendugelden te mogen emploïeeren, en dat hy teevens bij absentie van den boode Sinjeur, door het houden van verkoopingen in de buiten districten de vergaderzaal van UWelEdele Groot Achtb: mag bedienen, en andere aan den post van boode g’attacheerde Diensten verrigten.’

‘’T welk doende &c:e’

’/:get:/ C:s Matthiessen J:r vendumeester’

hij Heere Commissaris bij overweeging van de noodzaaklykheid dat de verrichtingen aan de bediening der Bodes verknocht, geduurende de gevaarlyke indipositie van den eerste Boode deezer Vergadering Jan de Clercq na behooren worden waargenoomen, goedgevonden hadt den tweede Bode Jacob Sinjeur te qualificeeren om den dienst van eerste Bode waar te neemen - en in deszelfs plaats tot de waarneeming van den dienst van tweede tweede Boode van deeze Vergadering benoemd de Bode van de Bank van Leening Gerrit Schierhout, ‘t een en ander provisioneel en tot den gezegde Jan de Clercq van zijne ziekte zal weezen hersteld of overleeden.

Nog zynde overgelegd Eene door het Lid deezer Vergadering de Heer Egbertus Bergh Commissaris van de Plettenbergsbaaij geformeerde Staat en Inventaris van alle houtwerken welke zig thans in gezeide Baaï bevinden, moeten met een bijgevoegd project ofte voorslag van die van dezelve welke met het na den 15 Junij aanstaande derwaarts vertrekkende Schip de Castor van daar zouden dienen te worden afgehaald als het meest benodigd - en eindelyk nog een Lyst zoo wel van de aldaar die na nog verblyvende houtwerken, als van die welkers herschapping en bereiding weder zoude behooren te worden aanbesteed om het eerstvolgende jaar wederom eene Lading in gereedheid te hebben werd verstaan Commissarissen van voorn: Baaij te qualificeeren en te gelasten om de daar bij bekend gestelde Houtwerken voor het aanstaande jaar ter in gereedheid brenging aan te besteeden terwijl den Heer Hoofd administrateur den na de plettenbergsbaaij af te zenden Eisch zoo veel mogelyk na het voorzeide plan of project van Lading zal doen inrigten, als meede om aangezien de weinige zig aldaar bescheiden vindende Manschappen niet toereïkende kunnen zijn om de Castor met dezelve te laaden en in staat te brengen Spoedig weder na herwaards te koomen, daartoe des noods Slaven der aldaar wonende landlieden te doen huuren en daartoe de nodige ordres te geeven.

Laatstelyk geliefde den edelen Heer Commissaris den Raade te Communiceeren dat zyn Ed: de Matroos Johannes Michiel Fuijl, hadde aangesteld tot ordonnantieruiter te Stellenbosch met de gagie van ƒ14 per maand en onder zyn loopend verband.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten daage en jaare voorschreeve

[Signed:] A: J: Sluijsken

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] J: J: Le Sueur

[Signed:] W: S: V: Rijneveld

C. 230, pp. 257-262.

Woensdag den {17950603} 3 Junij 1795.

’s voormiddags, present de edele Heer Commissaris, beneevens de Heer Gezachhebber en de Heeren Leden Le Sueur en van Rijneveld.

Na dat de Resolutien op den 29:ste der jongst verloopen maand Mei genoomen geresumeerd en geapprobeerd waaren wierd ter voldoening aan het geen daarby aan den Heer Hoofdadministrateur is gedemandeerd geworden, door zyn Ed: ingedient een Eisch van zodanige inlandse Houtwerken de welke zich thans in de Plettenbergsbaay bevinden om in het derwaards bestemd Schip de Castor te worden afgescheept. - welke Eisch geexamineerd zijnde, zo is verstaan dezelve te arresteeren gelijk geschied by deeze, en zal daarvan Copia worden toegezonden aan Gecommitteerdens over de Plettenbergsbaay met last zich in de belading van het Schip de Castor daarna te gedraagen zullende voorts per evengemelde Bodem naar gedachte Baai worden verzonden een Metselaar en een Timmerman om aldaar tot reparatie van ‘s Compagnies Gebouwen geemploieërd te worden, en den Gezachhebber van meergenoemd Schip de Castor worden gelast van den Posthouder Meding over te neemen, zodanige der Arbeiders als naar deeze Hoofdplaatze moeten worden verzonden, om in derzelver Plaats gelijk getal Matroozen uit de Equipagie van de Castor aldaar als Arbeiders te laaten verblyven.

Uit een Rapport door den Commies der Magazijnen Fredrik Langerman aan den edelen Heer Commissaris ingedient gebleeken zynde, dat hij ter voldoening aan het besluit deezer Regeeringe van den 8 Mei laatsleeden de daarby vermelde 14 onbruikbaare Affuiten uit elkanderen hadt laaten slaan en van de daarvan gekoomen 3900 lb oud Yzer, 200 lb hadt afgegeeven aan het Ambachtsquartier en 3700 lb op bevel van den edelen Heer Commissaris verkogt à Rd:s 6 ‘t Cento, - zo is verstaan het provenu van gemeld verkogt Yzer in ‘s Compagnies Cassa te doen overbrengen, omme bij de Negotieboeken op reekening van Winst en Verlies ingenomen te worden.

Voorts is op het desweegens bij requeste gedaan verzoek aan ‘t eerwaarde Colegie van Weesmeesteren deezer steede toegestaan, omme eene Somma van Rd:s 952:15 in ‘s Comp:s Cassa te accepteeren en daarvoor te verleenen assignatien op de hooge indiasche Regeering met eerbiedig verzoek om dezelve Somma aan de weeskamer te Batavia wederom te willen doen uittellen teegens de gewoone korting.

Hierop geliefde den edelen Heer Commissaris den Raade te bedeelen, dat zijn Ed: op voordracht van den Ed: op voordracht van den Equipagiemeester Jan Arnoud Voltelen de quartiermeester Louis Roedolff had verhoogd in gagie tot ƒ18: per maand en de Scheepstimmerlieden Jan Godfried Getschen en Johan Philip Obermeyer tot ƒ36:- per maand, alle onder nieuwe verbanden van drie Jaaren, zo wel als de Gagie heden ingaande; - mitsgaders dat zijn Edele den Adsistent ter Secretarij van Justitie Christiaan Michael Lind in gagie hadt verhoogd tot ƒ24:- per maand, onder een nieuw vyfjaarig verband, zo wel als de Gagie ingaande met primo deezer dat zyn voorig verband is koomen te expireeren. - en dat zyn Edele op den 7 Maart deezes Jaars in dienst der E: Compagnie als Cadet de Marine hadt aangenoomen, en op het Schip de Castor geplaatst Constant Wilsenach van deezen Uithoek geboortig, met de Gagie van ƒ12:- per maand en onder een verband van drie Jaaren.

Laatstelijk zijn geresumeerd en geteekend de Missives door deeze Regeeringe sub dato heden zo aan de illustre Vergadering van Zeeventienen als aan de Wel Edele Groot achtbaare Heeren Bewindhebberen der respective kameren gericht, om per de in Baaijfals leggende Retourscheepen Ceilon , Macasser , de Standvastigheid en Noordholland te worden verzonden.

Aldus geresolveerd en de gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten daagen en Jaare voorsZ:

[Signed:] A: J: Sluijsken

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] J: J: Le Sueur

[Signed:] W: S: V: Rijneveld

C. 230, pp. 263-287.

Donderdag den {17950611} 11 Juny 1795

’s voormiddags, present de edele Heer Commissaris, de Heer Gezachhebber en de Heeren Leden Le Sueur en van Ryneveld.

Na resumptie en approbatie der Resolutien op den 3 deezer genoomen, is geleezen een Pro Memoria van den Equipagiemeester deezes Gouvernements Jan Arnoud Voltelen, waarbij verzocht te moogen worden gequalificeerd tot den inkoop van acht Riemhouten benodigd voor het Schip de Castor , zonder restant te zijn of met de in Baayfals leggende Scheepen te weezen aangebracht, en daarop beslooten de verzochte qualificatie tot den inkoop van 8 Riemhouten aan den gezegde Equipagiemeester te verleenen, zo als dezelve verleend word bij deeze.

Uit twee Rapporten door Gecommitteerdens tot ‘t teekenen der kleine pergamente Muntstukken ingedient, gebleeken zijnde dat door hen wederom waaren vervaardigt 4000 p:s van 24 Stuivers ieder, zo is verstaan dezelve Muntstukken met een bedragen van 1333 1/3 Ducaton ofte Rd:s 2000. bij de Negotieboeken deezes Gouvernements en bij die van de groote Geldcassa te laaten inneemen.

By deeze geleegendheid in overweeging genomen zijn de onmogelykheid waarin de Adjunct Fiscaal Gabriel Exter, door zyn verblijf in Baaijfals zich bevinden, om de pergamente Munten van 12 en 6 Stuivers waartoe hij met en beneevens den Boekhouder in het Slachthuis Carel David Wentzel is gecommitteerd, langer te kunnen teekenen. zo is verstaan dezelve Exter daarvan te ontslaan, en dienvolgens met en beneevens den gedachte Wentzel tot het teekenen der pergamente Muntstukken van12 en 6 Stuivers te committeeren, den Boekhouder Petrus Albertus van der Riet, zo als dezelve gecommitteerd word by deeze

De Burger Matthijs Marini als Aanneemer van de leverantie der voor de E: Compagnie benodigde Carwaat aan deezen Raade ingedient hebbende, het volgend Request

Aan den Wel Edele Groot achtb: Heer Abraham Josias Sluijsken Raad ordinair van Neerlandsch India mitsg:s Commissaris over het Gouvernement kaap de Goede Hoop en den ressorte van dien & & &, beneevens den Wel Ed: Achtb: Heer Gezachhebber en den Wel Edele Heeren Raden van Politie

‘Wel Edele Groot Achtb: Heer en E: Achtb: Heeren!’

‘Met verschuldigde Eerbied geeft te kennen Uwe Wel Edele Groot Achtb: en E: Achtb: zeer onderdanige en gehoorzaame dienaar Matthijs Marini Burger alhier.’

‘dat de Supp:t op den 30 April van het Jaar 1793 aanneemer geworden zijnde van de leverantie van Carwaat of gedroogde Visschen aan de E: Compagnie zijne Visscherij heeft aangelegd in de Houtbaaij , ten einde aan zyn engagementen daaromtrend naar behooren en op de voor hem convenabelste wijze te kunnen voldoen.’

‘dat de Supp:t echter verpligt zijnde de aldaar gevangene en gedroogde Visschen naar herwaarts over zee te moeten transporteeren, en in een Pakhuis ter verdere aflevering aan de E: Compagnie opslaan niet dan tot merkelijke vertraaging hierin zomwijlen door de onstuimigheid van de Zee belet word dezelve Visschen te kunnen doen overvoeren en dus genoodzaakt word om tot zijn groote schaade de gevangene en tot aflevering gereedgemaakte Carwaat in een Tent te moeten opslaan, en aan bederf bloot stellen.’

‘dat aan den Suppl:t ter voorzieninge hierinne het geschikt voorgekoomen is de oprichting van een Pondhok in de gezeide Baaij ten einde de gedroogde Carwaat in dezelve te kunnen opslaan, en vervolgens herwaards transporteeren; waaromme hy dus te raade is geworden zich te addreseeren tot Uwel Edele Groot Achtb: en E: Achtb: gelijk hij in allen eerbied is doende bij deezen, ootmoedigst verzoekende hem gunstig te permitteeren een Pondhok in de gemelde Houtbaaij , en aldaar in de zogenaamde Steenbrazenbaaij omtrent de aldaar geplaatste Batterij te mogen oprichten ende zulks om de gedroogde Carwaat voor zo lange hij ingevolge zyn Contract daarvan leverancier zal zijn indezelve op te slaan’

‘Nog neemt de Supp:t de vrijheid UwelEd: Groot Achtb: en E: achtb: te verzoeken, hem bij anticipatie op zijne gezeide leverantie uit de Compagnie Cassa te willen laaten betaalen eene Somma van Rd:s 400; omme daarmeede de kosten, welke hij in de gemelde Visscherij verpligt is te doen, te kunnen goedmaaken.’

‘’T welk doende &’

’/ get / M: Marini.’

zo is na deliberatie over dezelve Requeste bij den Raade beslooten om het eerste Lidt van des Suppliants verzoek, om namentlijk in de Houtbaaij een Pondhok te moogen op zetten ter voorkoming van alle ongeregeldheden te declineeren en te wijzen van den hand zo als geschied bij deeze; dan ten aanzien van des Suppliants verzoek om uit ‘s Compagnies Cassa te worden geadsisteerd met Rd:s 400:- by anticipatie op zyne leverantien, zo is verstaan dat verzoek te accordeeren mits door den Supp:t word gesteld behoorlijke cautie tot securiteit der E: Compagnie.

Landdrost en Heemraden van Stellenbosch en Drakenstein aan deeze Regeeringe geaddresseerd hebbende het volgend Vertoog.

Aan den Wel Ed: Groot Achtb: Heer Abraham Josias Sluijsken, Raad ordinair van Nederlands India, mitsg:s Commissaris over het Gouvernement van Kaap de Goede Hoop en den ressorte van dien & & & beneevens den Wel Edele Achtb: Heere Gezachhebber en den Wel Ed: Heeren Raaden van Politie

‘Wel Edele Groot Achtb: Heer! en E: Achtb: Heeren!’

‘Vertoonen met verschuldigde Eerbied Landdrost en Heemraden van Stellenbosch en Drakenstein hoe in der Vertoonders gehoudene ordinaire Vergadering van den 4 Maij J: L: door de Weduwe wijlen den oud Heemraad alhier Eduard Wium, verzoek zijnde gedaan omme het bakken en leveren van Brood zo ten gerieven van de Ingezeetenen deeses dorps als der gaande en komende man afzonderlijk te mogen exerceeren.’

‘De Vertoonders als ten vollen overtuigd dat behalve de faciliteit welke hier door aan verre de meeste der Dorpelingen zoude worden verschaft, ook te gelijk den rijzenden man van veel nut en gerief zoude zijn, nadien zich deeze van geen genoegzaam brood voor de rhijze kunnende voorzien hier door dikwijls zich in de noodzakelijkheid hebben bevonden dit onontbeerlijk voedzel van deeze of geene der Ingezeetenen alhier teegens willekeurige prijzen te moeten inkoopen, tot het verleenen van welke verzogte permissie en prævilegie de Vertoonders echter buiten expresse qualificatie van Uwel Edele Groot achtb: en E: Achtb: ten eemaal zijn onbevoegd.’

‘Reedenen waaromme de Vertoonders de vrijheid neemen hun te keren tot Uwel Edele groot achtb: en E: Achtb: met eerbiedig verzoek dat het van Hoogstderzelver welbehaagen gelieven te zijn de Vertoonders te qualificeeren, omme voorthaan jaarlijks het bakken en leeveren van Brood ten deesen dorpe te moogen aanbesteeden aan die geene welke de grootste quantiteit daarvan voor de minste prijs zal willen aanneemen te leeveren, met seclusie van alle andere zo en indiervoegen als zulks omtrend het dagelijks leeveren van versch Vleesch alhier plaats heeft.’

‘T welk doende &:’

’/ geteekend / A: L: Bletterman A: C: V: D: Bijl Jacob de Villiers S: J: Cats G: Roux A: Louw J: Z:, D: W: Hoffman’

zo is na deliberatie over ‘t zelve Vertoog bij den Raade goedgevonden en dienvolgens beslooten ‘t daarbij gedaan verzoek te accordeeren zo als geschied bij deeze wordende Landdrost en Heemraden van Stellenbosch en Drakenstein gequalificeerd, om jaarlijks aan te besteeden het bakken en leeveren van versch brood ten dorpe Stellenbosch op zodanige Conditien en Voorwaarden als zij met het algemeenen welzijn meest overeenkomstig zullen vinden

Weesmeesteren deezer Steede beneevens de eerwaarde Kerkenraad der lutersche Gemeente alhier aan deeze Vergadering gericht hebbende het volgend Request.

Aan den Wel Edele Groot Achtb: Heer Abraham Josias Sluijsken Raad Ordinair van Neerlandsch India, mitsgaders Commissaris over het Gouvernement van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien & & & beneevens den Wel Edele Achtbaren Heere Gezachhebber en de Wel Edele Heeren Raden van Politie.

‘Wel Edele Groot Achtb: Heer en E: E: Achtb: Heeren.’

‘Geeven reverentelijk te kennen Weesmeesteren deezer steede, als testamentaire Executeurs en Redderaars des boedels van wijlen den opperkoopman en oud Lidt in den Edelen Achtb: Raade van Politie den WelEdelen Heer Dirk Westerhoff beneevens Kerken rade der Luthersche Gemeente alhier’

‘Dat door wylen den Capitain der Artillerie Salom van Oms bij onderhandsche testamentaire dispositie die bij Vonnis van den achtbaaren Raade van Justitie des Casteels Batavia voor wettig is verklaard geworden, tot Erfgenaamen zijner nalaatenschap, als in de eene helfte wijlen opgemelde Heer Westerhoff en in de ander helfte de Lutherse Kerk benoemd zynde, onder de Erffenis meede is begreepen, zodanige Somma van Een duizend vierhondert Twee en zeventig Carolij Gulden een Stuiver en Vier penningen, als den overleedene bij de generaale Neederlandsche geoctroïeerde oost indische Compagnie te goed behouden heeft op twee p:s origineele Soldijreekeningen geslooten in ‘t Casteel de Goede Hoop Ult:o Aug:s 1789 & 1790. welke de Supplianten de vryheid neemen UwelEd: Groot achtb: en E: Achtb: hierneevens aan te bieden En vermits het voorsZ bedragen van ƒ1472:1:4 door den overleedene ten deeze Gouvernemente is te goed gemaakt, zo neemen de Supplianten almeede de vrijheid met verschuldigden Eerbied te verzoeken, dat het van UwelEdele Groot Achtb: en E: Achtb: gunstig welbehaagen mooge zijn die penningen uit ‘s E: Comp:s Cassa alhier op de gewoone wijze te doen uit betaalen.’

‘’T welk doende &’

’/ get / W: S: v: Rijneveld P: L: Cloete A: v: Bergh H: J: Fehrsen W: J: van Oosterzee A: Berrangé’

’/ get / A: L: Kolver C: Matthiessen J:r J: M: Elser J: G: Mader Jan Freislich E: F: Schrader S: Leibbrandt’

zo is bij den Raade beslooten aan het verzoek door de Supplianten gedaan te defereeren zo als geschied bij deeze, zullende dus de saldos van de nevensgedachte Requeste gevoegde Soldijreekeningen ten bedragen van ƒ1472:1:4 door wylen den Capitain der Artillerie Salomon van Ohms bij de E Comp: ten deeze Gouvernemente te goed gemaakt aan de Supplianten alhier uit ‘s Compagnies Cassa worden betaald de Gulden tegens 20 Stuivers

Voorts is op ‘t deswegens by requeste gedaan verzoek aan Weesmeesteren deezer Steede gepermitteerd uit slaafsche dienstbaarheid te ontstaan en in vrijdom te stellen zeekere slaaf genaamt Israel van de Kaap toebehoord hebbende aan wijlen de minderjaarige Dochter Jacoba Jacomina van de Kaap, mits dat voor gedachte Slaaf aan de Diaconie armen deezer Hoofdplaatze worde betaald eene Somma van Rd:s 50. en bovensdien gesteld de bepaalde borgtocht dat de gemelde Slaaf in den tijd van twintig jaaren niet tot lasten van dezelve Diaconie zal koomen te vervallen.

Vervolgens is goedgevonden om van de aangebrachte catoene Garens bij eerstvoorkomende geleegendheid per publiecque Vendutie zo veel te verkoopen als zonder vreeze van ongerief voor ‘s Compagnies omslag ten deeze Gouvernemente zal kunnen worden gemisd.

De Heer van Reede van Oudtshoorn als Administrateur van ‘s Compagnies Graanmagazijnen aan den edelen Heer Commissaris gerapporteerd hebbende, dat niettegenstaande alle mogelijke aangewende voorzorgen en moeite, eenige der Magazijnen onder zijn Ed: Administratie, zich van den Calander aangestooken vonden met verzoek dat ter zijner decharge eene Commissie mogt worden benoemd om van dezelve Magazijnen en de zuivere staat waarin de Graanen door hen zijn onderhouden, naauwkeurige inspectie te doen, zo is verstaan aan dat verzoek te defereeren, en tot dat einde te committeeren de Heeren Leden des Raads M:r Jacobus Johannes Le Sueur en Willem Stephanus van Ryneveld.

Vervolgens geresumeerd zynde de Staatreekening deezes Gouvernements over het Boekjaar van 1793 -1794, luidende als volgd.

‘Kort Vertoog van de Winsten beneevens de Voordeelen mitsg:s van de Lasten, welk de E: Comp:e in ‘t Kaapsch Gouvernement behaald en gedragen heeft; geduurende het Boekjaar 1793 -1794 en de zulks vergeleeken teegens het voorige Boekjaar van 1792-1793, en met de gemaakte bepaling bij de Memorie van Menage in dato 1755, Zo als by het sluiten der Boeken onder Ult:o Aug:s 1794. bevonden; is.’


i Generaal aanwijzing en vergelijking der Winsten en Lasten van dit, teegens het Boekjaar 1792-1793
de waare winsten van dit Boekjaar belopen ƒ144713:10:-
d:o zuivere 's Lands Inkomsten bedraagen d:o 443547:06:08 ƒ588260:16:08
In A:o 1792-1793 hebben het een en ander gerendeert   d:o 466551:11:-
      Dus meerder ƒ121709:05:08
De Ordinaire Last Reekening beloopt in dit Boekjaar   ƒ817881:12:08
in A:o P:o beloopen dezelve   d:o 860541:17:08
    Alzo thans minder d:o 42660:05:-
De meerdere Winsten en de mindere lasten te zamen getrokken zo blijkt dat het Boekjaar in vergelijking teegens het voorgaande is te vooren geraakt   ƒ164369:10:08
En op zich zelve genoomen, of als men van de gedragen Lasten tot ƒ817881:12:08
de Winsten detraheerd ten bedraagen van d:o 588260:16:08
Zo blykt dat in dit Boekjaar de Lasten de Winsten en voordeelen zijn geexeedeerd ƒ229620:16:-
Dan wanneer men, voor een ogenblik reflexteerd dat onder deeze meerdere Lasten worden gevonden de Zoldijen aan Land met ƒ321014:16:08
d:o der Dienaaren op de Permanente Scheepen d:o 6375:08:- ƒ327390:04:08
En dat deeze Somma wanneer nu nog ten minsten voor 2/3 gedeelte in Nederland wierd betaald dit Etablissement zoude ontheffen, van diezelve 2/3 deelen maakende   d:o 218260:03:-
Zoude volgens de bevoorens stand gegreepene ordres de Lasten in dit Boekjaar slegts meerder geweest zijn dan de Winsten en Inkomsten   ƒ11360:13:-

i Generaal aanwijzing en vergelijking der Winsten en Lasten van dit, teegens het Boekjaar 1792-1793
de waare winsten van dit Boekjaar belopen ƒ144713:10:-
d:o zuivere 's Lands Inkomsten bedraagen d:o 443547:06:08 ƒ588260:16:08
In A:o 1792-1793 hebben het een en ander gerendeert   d:o 466551:11:-
      Dus meerder ƒ121709:05:08
De Ordinaire Last Reekening beloopt in dit Boekjaar   ƒ817881:12:08
in A:o P:o beloopen dezelve   d:o 860541:17:08
    Alzo thans minder d:o 42660:05:-
De meerdere Winsten en de mindere lasten te zamen getrokken zo blijkt dat het Boekjaar in vergelijking teegens het voorgaande is te vooren geraakt   ƒ164369:10:08
En op zich zelve genoomen, of als men van de gedragen Lasten tot ƒ817881:12:08
de Winsten detraheerd ten bedraagen van d:o 588260:16:08
Zo blykt dat in dit Boekjaar de Lasten de Winsten en voordeelen zijn geexeedeerd ƒ229620:16:-
Dan wanneer men, voor een ogenblik reflexteerd dat onder deeze meerdere Lasten worden gevonden de Zoldijen aan Land met ƒ321014:16:08
d:o der Dienaaren op de Permanente Scheepen d:o 6375:08:- ƒ327390:04:08
En dat deeze Somma wanneer nu nog ten minsten voor 2/3 gedeelte in Nederland wierd betaald dit Etablissement zoude ontheffen, van diezelve 2/3 deelen maakende   d:o 218260:03:-
Zoude volgens de bevoorens stand gegreepene ordres de Lasten in dit Boekjaar slegts meerder geweest zijn dan de Winsten en Inkomsten   ƒ11360:13:-


ii Generaale vergelyking der Winsten en Lasten de gemaakte bepaling met de bygevoegde reedenen, waaruit de verschillen haaren oorsprong hebben
Voor de Winsten en Inkomsten is by Memorie van menagie gedateerd den 9 Mei 1755. gesteld op ƒ140000:-:-
en dezelve beloopen wel d:o 588260:16:08
dus meerder   ƒ448260:16:08
Welke meerder Inkomsten en Winsten voornamentlijk voortspruiten uit eene generaale vermeerdering van recognitie Gelden, S' Heeren Gerechtigheid van verkogte vaste Goederen, inkoomende rechten, zo als bevoorens door de Fiscaals genooten wierden de Intressen der bank van Leening als meede 't bedraagen der Tiendens & alles haaren oorpsrong vindende, zo in de meerdere bevolkt en uitgebreidheid deezer Colonie als in de door de Hoogedele Heeren Commissarisssen generaal gemaakte schikkingen
de Lasten zijn bij gezegde Memorie begroot op ƒ404000:-:-
thans bedragen dezelve wel d:o 817881:12:08
dus nu ook meerder   ƒ413881:12:08
Deeze vermeerdering der Lasten hoofzaakelijk toeteschryven aan de Gagien van een meerder getal Dienaaren, welke den aanwasch en uitgebreidheid der Colonie noodzaaklijkheid maaken, aan een veel grooter aantal Militairen, als bij de omme gemelde Memorie bepaalde 400 Koppen, / al schoon het present getal nog veel te zwak is tot verdeediging van dit etablissement / mitsgaders uit de Gagien dezelve genieten en thans alhier ter plaatse worden uitbetaald daar dezelve bevoorens ten laste der Nederlandsche Kassa pleegen te koomen en eindelijk uit de groote extensie der nodige fortficatie Werken, Batterijen & terwijl de ongelden van de depots van Meuron en Wurtemberg niet eijgentlijk kunnen worden gezegd tot de Lasten van dit Gouvernement te behooren.

ii Generaale vergelyking der Winsten en Lasten de gemaakte bepaling met de bygevoegde reedenen, waaruit de verschillen haaren oorsprong hebben
Voor de Winsten en Inkomsten is by Memorie van menagie gedateerd den 9 Mei 1755. gesteld op ƒ140000:-:-
en dezelve beloopen wel d:o 588260:16:08
dus meerder   ƒ448260:16:08
Welke meerder Inkomsten en Winsten voornamentlijk voortspruiten uit eene generaale vermeerdering van recognitie Gelden, S' Heeren Gerechtigheid van verkogte vaste Goederen, inkoomende rechten, zo als bevoorens door de Fiscaals genooten wierden de Intressen der bank van Leening als meede 't bedraagen der Tiendens & alles haaren oorpsrong vindende, zo in de meerdere bevolkt en uitgebreidheid deezer Colonie als in de door de Hoogedele Heeren Commissarisssen generaal gemaakte schikkingen
de Lasten zijn bij gezegde Memorie begroot op ƒ404000:-:-
thans bedragen dezelve wel d:o 817881:12:08
dus nu ook meerder   ƒ413881:12:08
Deeze vermeerdering der Lasten hoofzaakelijk toeteschryven aan de Gagien van een meerder getal Dienaaren, welke den aanwasch en uitgebreidheid der Colonie noodzaaklijkheid maaken, aan een veel grooter aantal Militairen, als bij de omme gemelde Memorie bepaalde 400 Koppen, / al schoon het present getal nog veel te zwak is tot verdeediging van dit etablissement / mitsgaders uit de Gagien dezelve genieten en thans alhier ter plaatse worden uitbetaald daar dezelve bevoorens ten laste der Nederlandsche Kassa pleegen te koomen en eindelijk uit de groote extensie der nodige fortficatie Werken, Batterijen & terwijl de ongelden van de depots van Meuron en Wurtemberg niet eijgentlijk kunnen worden gezegd tot de Lasten van dit Gouvernement te behooren.


iii Speciaale Vergelijking der Lasten van dit Gouvernement teegens die van 't voorige Boekjaar.
  1793-4 1792-3 meerder minder
Onkosten van Scheepen ƒ107925:18:- ƒ162916:04:- ƒ-:-:- ƒ54990:06:-
't Switserse Regiment de Meuron d:o 18650:-:08 d:o 10658:08:08 d:o 7991:12:- d:o -:-:-
't Regiment Wurtemberg d:o 16483:02:08 d:o 15479:10:- d:o 1003:12:08 d:o -:-:-
Randzoenen Ordinair d:o 145352:06:08 d:o 135490:13:- d:o 9861:13:08 d:o -:-:-
Onkosten Ordinair d:o 51877:14:08 d:o 60154:09:- d:o -:-:- d:o 8276:14:08
Onkosten extra Ordinair d:o 5027:- 08 d:o 3933:07:08 d:o 1093:13:- d:o -:-:-
Timmeragie en Reparatie d:o 16670:04:- d:o 14283:12:08 d:o 2386:11:08 d:o -:-:-
Fortficatien d:o 13057:12:08 d:o 6191:17:- d:o 6865:15:08 d:o -:-:-
Onkosten van 's Comp:s Leifeigenen d:o 22512:04:- d:o 23429:05:08 d:o -:-:- d:o 917:01:08
't Hospitaal d:o -:-:- d:o 28783:09:- d:o -:-:- d:o 28783:09:-
Reekening van Condemnatie d:o 10666:07:08 d:o 7388:15:08 d:o 3277:12:- d:o -:-:-
Onkosten van Chaloupen mindere Vaartuigen d:o 9885:16:08 d:o 10369:11:- d:o -:-:- d:o 483:14:08
Onkosten der permanente Scheepen onder dit Gouvernement d:o 7907:05:- d:o 15693:01:08 d:o -:-:- d:o 7785:16:08
Zoldijen der dienaaren op de permanente scheepen onder dit Gouvernement d:o 6375:08:- d:o 6897:03:- d:o -:-:- d:o 521:15:-
Zoldyen aan Land d:o 321014:16:08 d:o 326931:04:08 d:o -:-:- d:o 5916:08:-
Scheeps Zoldyen d:o 12023:04:08 d:o 12430:11:- d:o -:-:- d:o 406:19:08
Reekening van Tractement d:o 52452:11:08 d:o 19511:02:- d:o 32941:09:08 d:o -:-:-
  ƒ817881:12:08 ƒ860541:17:08 ƒ65421:19:08 ƒ108082:04:08

iii Speciaale Vergelijking der Lasten van dit Gouvernement teegens die van 't voorige Boekjaar.
  1793-4 1792-3 meerder minder
Onkosten van Scheepen ƒ107925:18:- ƒ162916:04:- ƒ-:-:- ƒ54990:06:-
't Switserse Regiment de Meuron d:o 18650:-:08 d:o 10658:08:08 d:o 7991:12:- d:o -:-:-
't Regiment Wurtemberg d:o 16483:02:08 d:o 15479:10:- d:o 1003:12:08 d:o -:-:-
Randzoenen Ordinair d:o 145352:06:08 d:o 135490:13:- d:o 9861:13:08 d:o -:-:-
Onkosten Ordinair d:o 51877:14:08 d:o 60154:09:- d:o -:-:- d:o 8276:14:08
Onkosten extra Ordinair d:o 5027:- 08 d:o 3933:07:08 d:o 1093:13:- d:o -:-:-
Timmeragie en Reparatie d:o 16670:04:- d:o 14283:12:08 d:o 2386:11:08 d:o -:-:-
Fortficatien d:o 13057:12:08 d:o 6191:17:- d:o 6865:15:08 d:o -:-:-
Onkosten van 's Comp:s Leifeigenen d:o 22512:04:- d:o 23429:05:08 d:o -:-:- d:o 917:01:08
't Hospitaal d:o -:-:- d:o 28783:09:- d:o -:-:- d:o 28783:09:-
Reekening van Condemnatie d:o 10666:07:08 d:o 7388:15:08 d:o 3277:12:- d:o -:-:-
Onkosten van Chaloupen mindere Vaartuigen d:o 9885:16:08 d:o 10369:11:- d:o -:-:- d:o 483:14:08
Onkosten der permanente Scheepen onder dit Gouvernement d:o 7907:05:- d:o 15693:01:08 d:o -:-:- d:o 7785:16:08
Zoldijen der dienaaren op de permanente scheepen onder dit Gouvernement d:o 6375:08:- d:o 6897:03:- d:o -:-:- d:o 521:15:-
Zoldyen aan Land d:o 321014:16:08 d:o 326931:04:08 d:o -:-:- d:o 5916:08:-
Scheeps Zoldyen d:o 12023:04:08 d:o 12430:11:- d:o -:-:- d:o 406:19:08
Reekening van Tractement d:o 52452:11:08 d:o 19511:02:- d:o 32941:09:08 d:o -:-:-
  ƒ817881:12:08 ƒ860541:17:08 ƒ65421:19:08 ƒ108082:04:08


Volgens het Vertoog hebben de Lasten in dit Gouvernement geduurende het Boekjaar 1792-3 beloopen ƒ889203:13:08
Onder welke montant meede is begreepen geweest het bedragen der Reekening van het geen door den oorlog met de fransche Natie extra heeft moeten worden bekostigd d:o 28661:16:-
Blykende dus dat na aftrek van dat bekostigde de Ordinaire Last Reekeningen in A:o 1792-3 hebben bedragen als bovengemeld.   ƒ860541:17:08
de Lasten van 't præsente Boekjaar onder die van 't voorige dewelke als toen bedraagen hebben, ƒ860541:17:08
gevoegd zynde ter Somma van d:o 817881:12:08
En het meerdere onder 't montant van 't mindere ten beloope van ƒ108082:04:08
gesteld, en van den andere gedecorteerd zynde met d:o 65421:19:08
Consteerd dat die van dit in vergelijking van 't jongst verweekene jaar minder zijn ƒ42660:05:- ƒ42660:05:-
De Reedenen van het meerdere en mindere bestaan in de Volgende, als
Onkosten van Scheepen   minder ƒ54990:06:-
Deeze minderheid is ten meeste deele toeteschrijven aan een kleiner getal Scheepen als in 't gepasseerde Jaar deezen Uithoek hebben aangedaan, en zoude deeze Reekening nog vrij minder bedragen by aldien de Scheepen Leijden en Drechterland uit hoofde van hun niet tijdig genoeg arrivement niet hadden moeten blijven overleggen mitsg:s de laatsgemelde vermits zijnen deplorapele staat alhier in de Saldahabaaij worden gekield en gerepareerd.

Volgens het Vertoog hebben de Lasten in dit Gouvernement geduurende het Boekjaar 1792-3 beloopen ƒ889203:13:08
Onder welke montant meede is begreepen geweest het bedragen der Reekening van het geen door den oorlog met de fransche Natie extra heeft moeten worden bekostigd d:o 28661:16:-
Blykende dus dat na aftrek van dat bekostigde de Ordinaire Last Reekeningen in A:o 1792-3 hebben bedragen als bovengemeld.   ƒ860541:17:08
de Lasten van 't præsente Boekjaar onder die van 't voorige dewelke als toen bedraagen hebben, ƒ860541:17:08
gevoegd zynde ter Somma van d:o 817881:12:08
En het meerdere onder 't montant van 't mindere ten beloope van ƒ108082:04:08
gesteld, en van den andere gedecorteerd zynde met d:o 65421:19:08
Consteerd dat die van dit in vergelijking van 't jongst verweekene jaar minder zijn ƒ42660:05:- ƒ42660:05:-
De Reedenen van het meerdere en mindere bestaan in de Volgende, als
Onkosten van Scheepen   minder ƒ54990:06:-
Deeze minderheid is ten meeste deele toeteschrijven aan een kleiner getal Scheepen als in 't gepasseerde Jaar deezen Uithoek hebben aangedaan, en zoude deeze Reekening nog vrij minder bedragen by aldien de Scheepen Leijden en Drechterland uit hoofde van hun niet tijdig genoeg arrivement niet hadden moeten blijven overleggen mitsg:s de laatsgemelde vermits zijnen deplorapele staat alhier in de Saldahabaaij worden gekield en gerepareerd.


'T Zwitserse Regiment de Meuron meerder ƒ7991:12:-
Oorsprongelijk uit een aanzienlijk getal Recruten, voor dat Corps dewelke alhier door gebrek van scheepsgelegenheid, een geruime tijd hebben moet worden gealimenteerd
'T Regiment Wurtemberg meerder ƒ1003:12:08
insgelijks voortspruitende uit de meerder Manschappen per diverse Scheepen voor dat Regiment aangebracht en alhier 't zy door Ziekte of ander omstandigheeden eenige tijd verbleeven.
Randzoenen Ordinair meerder ƒ9861:13:08
Veroorzaakt door een aantal van 190 Militairen, dewelke wel is waar in 't voorige Jaar reeds ten deeze Gouvernement waaren bescheiden edoch als toen slechts voor weinig tijd genooten hebben zodanige Randsoenen en kostgeld, hun thans voor een geheel Jaar is komen te competeeren, waar bij nog komt de uitbetaaling van Randzoenen, in gelde, welke in 't voorige Jaar ook maar slechts voor een korte tyd heeft plaats gehad.
Onkosten extra Ordinair meerder d:o 1093:13:-
deeze meerderheid vind haaren oorsprong in 't bekostigde tot 't inkoopen van Paarden en andere behoeftens tot 't doen eener Expeditie naar de Roggevelden .
Onkosten Ordinair minder ƒ8276:14:08
door de totaale afschaffing van 't inhuuren van Slaavan tot het aanbrengen van Brandhout, en 't minder uitbetaalde weegens het houden van Rypaarden mitsgaders de verder vermindering van den omslag is de verdere daaling van deeze Reekening veroorzaakt
Timmeragie en Reparatie meerder ƒ2386:11:08
by aldien de herbouwing van de afgebrande Stal ten bedragen van ƒ5940:- aan 's Comp:s post Muizenburg dewelke ingevolge ordre van Heeren Commissarissen Generaal, moest worden geeffectueerd / geen plaats hadde gehad zoude deeze lastpost minder zyn geweest dan in 't gepasseerde Jaar ƒ3553:09:08
Fortficatie meerder d:o 6865:15:08
aan 't ryloon van Zooden en klippen tot het aanbouwen van nieuwe en 't repareeren van de reeds aangelegde Sterktens, beneevens de daartoe verdere gebruikte boustoffen is de meerderheid van deeze Reekening toe te schrijven.
Onkosten van 's Comp:s Lyfeygenen minder ƒ917:01:08
vermits het getal derzelve minder is, dan in 't afgeloopene Jaar heeft men ook zo veel niet behoeve te bekostigen tot derzelver alimentatie
't Hospitaal minder d:o 28783:09:-
behalven deeze aanzienlijke minderheid is er nog een bedraagen van ƒ3070:7: op Reekening winst en Verlies overgeschreeven 't welke aan eene gepaste zuinigheid en goede ordre mitsg:s de loffelyke pogingen dewelke geduurig door de Regenten van dat Gesticht ten voordeelen van 't zelve worden aangewend is toe te schrijven.
Reekening van Condemnatie meerder d:o 3277:12:-
Dit meerder bedragen is alverder om / gelijk in 't voorleedene Jaar / te attribueeren aan een grooter getal Bannelingen, de welke alhier aan de gemeene werken dienst doende, gealimenteerd worden.
Onkosten van Chaloupen en mindere Vaartuigen minder ƒ483:14:08
Door eene toeneemende bezuiniging, heeft mindere Reekening wederom in zo verre verminderd
Onkosten der permanente Scheepen onder dit Gouvernement minder ƒ7785:16:08
Daar minderheid is oorsprongelijk door dien 't Schip de Meermin dit Jaar slechts over en weer naar Baaijfals heeft navigeerd daar 't zelve in 't voorleede Jaar ingevolge de ordres van de Hoog edele Heeren Commissarissen Generaal, tot 't doen eener tocht naar Zwartkopsrivier is aangeleegen en tot dat einde van 't nodige mogt worden voorzien.
Zoldyen der Dienaaren op de permanente Scheepen onder dit Gouvernement minder d:o 521:15:-
eenlijk toe te schryven aan een minder getal Zeevarende.
Zoldyen aan Land. minder d:o 5916:08:-
de mindere uitgereikte goede Maanden veroorzaakt; door een kleinder getal reconvalescenten aan de Linie, dan in 't Jongste afgeloopen Jaar is de voornaamste oorzaak, waaruit deeze vermindering zijn oorsprong neemt.
Scheeps Zoldyen minder d:o 406:19:08
Dewijl er in dit Boekjaar niet zo veel belastingen op de Reekeningen der Scheepsoverheeden hebben plaats gehad is deeze Reekening ook verminderd
Reekening van Tractement meerder d:o 329412:09:08
Het accressement van deeze Reekening in vergelyking van 't voorrige Boekjaar, spruit enkel voort, door dien als toen slechts de uitbetaaling voor eenige tyd heeft plaats gehad daar dezelve thans voor en geheel Jaar is geschied.

'T Zwitserse Regiment de Meuron meerder ƒ7991:12:-
Oorsprongelijk uit een aanzienlijk getal Recruten, voor dat Corps dewelke alhier door gebrek van scheepsgelegenheid, een geruime tijd hebben moet worden gealimenteerd
'T Regiment Wurtemberg meerder ƒ1003:12:08
insgelijks voortspruitende uit de meerder Manschappen per diverse Scheepen voor dat Regiment aangebracht en alhier 't zy door Ziekte of ander omstandigheeden eenige tijd verbleeven.
Randzoenen Ordinair meerder ƒ9861:13:08
Veroorzaakt door een aantal van 190 Militairen, dewelke wel is waar in 't voorige Jaar reeds ten deeze Gouvernement waaren bescheiden edoch als toen slechts voor weinig tijd genooten hebben zodanige Randsoenen en kostgeld, hun thans voor een geheel Jaar is komen te competeeren, waar bij nog komt de uitbetaaling van Randzoenen, in gelde, welke in 't voorige Jaar ook maar slechts voor een korte tyd heeft plaats gehad.
Onkosten extra Ordinair meerder d:o 1093:13:-
deeze meerderheid vind haaren oorsprong in 't bekostigde tot 't inkoopen van Paarden en andere behoeftens tot 't doen eener Expeditie naar de Roggevelden .
Onkosten Ordinair minder ƒ8276:14:08
door de totaale afschaffing van 't inhuuren van Slaavan tot het aanbrengen van Brandhout, en 't minder uitbetaalde weegens het houden van Rypaarden mitsgaders de verder vermindering van den omslag is de verdere daaling van deeze Reekening veroorzaakt
Timmeragie en Reparatie meerder ƒ2386:11:08
by aldien de herbouwing van de afgebrande Stal ten bedragen van ƒ5940:- aan 's Comp:s post Muizenburg dewelke ingevolge ordre van Heeren Commissarissen Generaal, moest worden geeffectueerd / geen plaats hadde gehad zoude deeze lastpost minder zyn geweest dan in 't gepasseerde Jaar ƒ3553:09:08
Fortficatie meerder d:o 6865:15:08
aan 't ryloon van Zooden en klippen tot het aanbouwen van nieuwe en 't repareeren van de reeds aangelegde Sterktens, beneevens de daartoe verdere gebruikte boustoffen is de meerderheid van deeze Reekening toe te schrijven.
Onkosten van 's Comp:s Lyfeygenen minder ƒ917:01:08
vermits het getal derzelve minder is, dan in 't afgeloopene Jaar heeft men ook zo veel niet behoeve te bekostigen tot derzelver alimentatie
't Hospitaal minder d:o 28783:09:-
behalven deeze aanzienlijke minderheid is er nog een bedraagen van ƒ3070:7: op Reekening winst en Verlies overgeschreeven 't welke aan eene gepaste zuinigheid en goede ordre mitsg:s de loffelyke pogingen dewelke geduurig door de Regenten van dat Gesticht ten voordeelen van 't zelve worden aangewend is toe te schrijven.
Reekening van Condemnatie meerder d:o 3277:12:-
Dit meerder bedragen is alverder om / gelijk in 't voorleedene Jaar / te attribueeren aan een grooter getal Bannelingen, de welke alhier aan de gemeene werken dienst doende, gealimenteerd worden.
Onkosten van Chaloupen en mindere Vaartuigen minder ƒ483:14:08
Door eene toeneemende bezuiniging, heeft mindere Reekening wederom in zo verre verminderd
Onkosten der permanente Scheepen onder dit Gouvernement minder ƒ7785:16:08
Daar minderheid is oorsprongelijk door dien 't Schip de Meermin dit Jaar slechts over en weer naar Baaijfals heeft navigeerd daar 't zelve in 't voorleede Jaar ingevolge de ordres van de Hoog edele Heeren Commissarissen Generaal, tot 't doen eener tocht naar Zwartkopsrivier is aangeleegen en tot dat einde van 't nodige mogt worden voorzien.
Zoldyen der Dienaaren op de permanente Scheepen onder dit Gouvernement minder d:o 521:15:-
eenlijk toe te schryven aan een minder getal Zeevarende.
Zoldyen aan Land. minder d:o 5916:08:-
de mindere uitgereikte goede Maanden veroorzaakt; door een kleinder getal reconvalescenten aan de Linie, dan in 't Jongste afgeloopen Jaar is de voornaamste oorzaak, waaruit deeze vermindering zijn oorsprong neemt.
Scheeps Zoldyen minder d:o 406:19:08
Dewijl er in dit Boekjaar niet zo veel belastingen op de Reekeningen der Scheepsoverheeden hebben plaats gehad is deeze Reekening ook verminderd
Reekening van Tractement meerder d:o 329412:09:08
Het accressement van deeze Reekening in vergelyking van 't voorrige Boekjaar, spruit enkel voort, door dien als toen slechts de uitbetaaling voor eenige tyd heeft plaats gehad daar dezelve thans voor en geheel Jaar is geschied.

‘In ‘t Casteel de Goede Hoop Ultimo Augustus 1794.’

’/ geteekend / J: I: Rhenius’

zo is verstaan dezelve Staatreekening in zijn geheel te approbeeren en daarvan deez aanteekening te houden

Hierna is beslooten om ten behoeve deezes Gouvernements voor den aanstaande Jaare 1796 van Batavia te eisschen, de volgende indiasche Producten zo om ‘s Compagnies wegen te worden verstrekt als om aan de In- en- Opgezeetenen verkogt te worden, namentlijk

100 Lasten Rijst
70000 lb Poederzuiker
1000 d:o Candyzuiker
2000 d:o Catoenegarens
1000 Gonnijzakken
3000 lb Peper
2000 bossen Rottang
30000 lb Coffyboonen.
400 d:o Wasch
500 d:o Thee
300 d:o Noten Muscaten
300 lb Nooten Muscaten
150 d:o Foulij
300 d:o Nagulen
2000 Spoelkommen
10 Jatij Balken van 7 en 8 d:m
4000 Jatij Duigen
8 Jatij Balken van 28 à 30 v:t 10 à 12 d:m
3000 Cajangmatten en
40 Pomphouten.
100 Lasten Rijst
70000 lb Poederzuiker
1000 d:o Candyzuiker
2000 d:o Catoenegarens
1000 Gonnijzakken
3000 lb Peper
2000 bossen Rottang
30000 lb Coffyboonen.
400 d:o Wasch
500 d:o Thee
300 d:o Noten Muscaten
300 lb Nooten Muscaten
150 d:o Foulij
300 d:o Nagulen
2000 Spoelkommen
10 Jatij Balken van 7 en 8 d:m
4000 Jatij Duigen
8 Jatij Balken van 28 à 30 v:t 10 à 12 d:m
3000 Cajangmatten en
40 Pomphouten.

Na dit alles geliefde de edele Heer Commissaris de Raade te communiceeren dat zijn Ed: ter plaatsvulling van den overleedenen eerste Bode deezes Raads Jan de Clercq daartoe wederom effectief hadde aangesteld de tweede Bode Jacob Sinjeur en tot tweede Bode de Bode van de Bank van Leening Gerrit Schierhout beide onder een nieuw verband van drie Jaare, en met de gagie tot deeze hunne qualiteiten respectivelyk staande

Aldus geresolveerd ende gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorsZ:

[Signed:] A: J: Sluijsken

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] J: J: Le Sueur

[Signed:] W: V: S: Ryneveld

C. 230, pp. 288-297.

Dingsdag den {17950623} 23:e Junij 1795

’s voormiddags present de edele Heer Commissaris de Heer Gezachhebber en de Heeren Leeden Gordon, Le Sueur, van Ryneveld, en Bergh.

Na resumptie de ordinaire Resolutien de 11 deezer loopende maand genomen, is geleezen een Request door den Heere Symon Dekker, Capitein ter Zee in dienst van den Staat der vereenigde Nederlanden, voerende het uit Baaifals vertrokken ‘s Lands Fregat van Oorlog Medenblik aan zijn Ed: sub dato 14 deezes gericht, en door den Capitain militair Johannes Zorn aan hem edele Heer Commissaris inhandigd, luidende als volgd.

Aan den Wel Ed: Groot achtb: Heer Abraham Josias Sluijsken Raad ordinair van Neerlands India mitsgaders Commissaris over het Gouvernement van Kaap de Goede Hoop en den Ressorte van dien & & &

‘Wel Edele Groot Achtb: Heer.’

‘Volgens het plan welk ik bij myn aankomst in deeze Colonie had geformeerd om ter vermyding van gestadige verzoeken bij Uwel Edele Gr: achtb: buiten de adsistentie der E: Comp: welke zig daartoe plegtig heeft verbonden gereekend, mij door middel van Menschen die mij vertrouwden te laaten voorzien, van al het geene ik benodigd was, om met mijn onderhebbend Schip Medenblik mijne verdere destinatie, waarmeede niets anders dan het belang van het Vaderland en dat van haare Maatschappij heeft kunnen worden bedoeld te vervorderen, heb ik aan den Heere Capitein Zorn die de goedheid heeft gehad, alle mijne reekeningen voor ingekogte Equipagiegoederen en andere Scheepsbehoeftens voor mij zonder eenige betragting van eigen belang te voldoen beloofd, daar voor te passeeren, Wisselbrieven op de Admaliriteit als een middel waarna een ieder Ingezeetenen deezer Colonie zig altoos greetig heeft betoond om hunne gelden over te maken en uit hoofde van welk den Heere Zorn ook reeds eene Wisselbrief groot ƒ3000:- van mij heeft aangenoomen.’

‘dan thans met gedachte Heere Zorn ter finale afreekeningen getreeden zynde bevind ik aan zijn Ed: noch schuldig te zijn eene Somma van Rd:s 2416:4: waarvoor insgelijks ten faveure van zijn Edele heb willen verleenen Wisselbrieven om door onse Admariliteit te worden betaald te worden, het welk door gem: Heere Zorn volstrekt is geweigerd aan te neemen, als prefereerende in de teegenswoordige omstandigheeden deeze Colonie liever betaald te worden in alhier roulleerende papieremunt dan in Wisselbrieven waarop men niet mag hoopen, dat voor als nog iemand der Ingezeetenen zijne geaccrediteerde Papiere munten zal opschieten’

‘Myne verpligting gevoelende om aan myne verbindtennisse voor het Vaderland aangegaan en waarvan ik aan het zelve verantwoording zal doen, als iemand die met publicq vertrouwen is vereerd te voldoen, en geene schulden natelaaten waaruit eenig nadenken zou kunnen ontstaan, als of door de ontvangene tijdingen het vertrouwen tusschen de Admiraliteit en Compagnie eenige inbreuk had geleeden. - zo neem ik de vrijheid Uwel Edele Groot Achtb: bij deeze te verzoeken, den meergenoemde Heere Capitein Zorn uit de Cassa der Compagnie te willen laten verstrekken, de voorseide Somma van Rd:s 2416:4: tot welkers ontfangst ik UwelEd: Groot achtb: verzoeke, den meergenoemde Heere Cap:n Zorn te willen admitteeren, qualificeerende zijn Edele tot den ontfangst daarvan bij deeze met verdere verzoek dat, na dat dezelve Som door hem Heer Zorn zal weezen ontfangen, deeze mijne Missive zal moogen strekken, tot zodanige bewijs van ontfangst, als door Uwel Ed: Groot Achtb: wanneer ik zelfs present was, zou hebben kunnen werden gerequireerd, om de meergenoemde Som van Rd:s 2416:4: door de Admiraliteit aan de Comp:e te doen restitueeren of met haar vereffenen’

‘Ik heb de Eer met alle gedistingueerde hoog agting te zijn’

‘Wel Edele Groot Achtb: Heer’

‘Uwel Ed: Groot Achtb: zeer gehoorzaame Dienaar’

’/ get / S:m Dekker.’

‘Aan Boord van ‘s Lands Fregat Medenblik den 14 Junij 1795.’

over welk Request met allen aandacht gedelibereerd en daar by in overweeging genomen zynde dat daar de beveelen van de ilustre Vergadering van Zeeventhienen meede brengen, om de benoodigdheden voor ‘s Lands Scheepen aan dezelve uit ‘s Compagnies Magazynen te laaten verstrekken, men ook niet wel aan dies Capitijn zou kunnen refuseeren de opschieting van Contanten uit de Cassa der E: Compagnie om dezelve benodigdheeden in te koopen, en dus ook het verzoek van den Heere Dekker gaarne zou zijn geaccordeerd wanneer hy ‘t zelve hadt gedaan bij zijn aanweezen alhier en zich dus in staat bevonden te onderteekenen, de Reekeningen welke daarvan door hem hadden behooren te worden onderteekend, - zo is by den Raade beslooten aan het verzoek door den Heere Cap:n Dekker bij zijne voorzeide requeste gedaan in zo verre te defereeren, dat aan den Capitijn militair Johannes Zorn uit ‘s Comp:s Cassa voor Reekening van den gemelde Heere Dekker als voerende ‘s Lands Fregat van oorlog Mendenblik zal worden betaald eenen Somma van Rd:s 2416:4:, ende zulks volgens den inhoud van het Request, ten behoeve van gedacht Schip om door het edelmogend Colegie ter Admiraliteit van het noorderquartier aan de E: Compagnie te worden gerembouseerd of met haar vereffend; zullende ten dien einde Copia van ‘t gemeld Request en van de ordonnantie welke den Capitein Zorn voor den ontfangst der penningen zal hebben gequiteerd, worden toegezonden, aan de illustre Vergadering van Zeeventhienen en het gezegd montant Patria aangereekend worden; terwijl echter den gemelde Capitein Johannes Zorn alvoorens de gedachte Somma te ontfangen zich bij notarieele Acte onder verband van zijn Persoon en Goedere, zal moeten verbinden omme zo wanneer de illustre Vergadering van Zeeventhienen mogt vermeenen, dat deeze betaaling niet hadt behoren te geschieden, of dat de Admiraliteit uit hoofde van het gebrek aan de gevisiteerde formaliteiten het remboursement daarvan mogt weigeren als dan de gezegde Somma van Rd:s 2416:4:- wederom aan de E: Comp: te zullen restitueeren en voldoen.

De Heer Colonel Gordon verzoek gedaan hebbende, dat de gelden welke van maand tot maand van de Gagie der Soldaten worden ingehouden en onder zijn Ed: berusting verblyven in betaling van de Monteeringstukken tot dat dezelve Monteering kan worden vereffend en dies kostende door hem Heere Gordon onder Ultimo Augustus van ieder Jaar in ‘s Compagnies Cassa worden gebracht in ‘s Comp:es groote Geldcassa mogten worden geseponeerd, zo wel als ‘t geen vervolgens maandelijks door zijn Ed: zal worden ingehouden tot dat onder Ult:o Aug:s aanstaande de reekening van Monteering zal kunnen worden vereffend, zo is verstaan aan dat verzoek te defereeren, zullende dus de Gelden welke de Heer Gordon thans in handen heeft en die zijn Ed: verder mogt willen seponeeren, in ‘s Comp:s Groote Geldcassa geborgen worden, en daarvan aan zijn Ed: door Gecommitteerdens over dezelve Cassa worden verleend behoorlijke Recipisse

Uit Zes Rapporten van Gecommitteerdens tot ‘t teekenen der kleine pergamente Muntstukken gebleeken zynde, dat door hen wederom waren vervaardigd

zo is verstaan dezelve Muntstukken, zo bij de Negotieboeken, als bij die van de groote Geldcassa te laaten inneemen met een bedragen van D:s 749:- ofte Rd:s 1123 1/2

Aldus geresolveerd ende gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorsZ

[Signed:] A: J: Sluijsken

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] J: J: Le Sueur

[Signed:] W: S: V: Ryneveld

C. 230, pp. 298-301.

Donderdag den {17950625} 25 Junij 1795.

’s voormiddags, present de edele Heer Commissaris, de Heer Gezachhebber en de Heeren Leden Le Sueur, van Reede van Oudtshoorn, van Ryneveld en Bergh.

Na resumptie en approbatie der Resolutien op gisteren genomen wierd door den edele Heer Commissaris den Raade kennisse gegeeven dat op gisteren in Baaifals was gearriveerd het particulier ingehuurd Retourschip de jonge Bonefacius zynde den 6 April van Batavia vertrokken waarmeede is ontfangen eene Missive door de Wel Edele Groot achtb: Heeren der hooge indiase Regeering aan deezen Raade sub dato 31 Maart deezes Jaars geschreeven, houdende recommandatie om ten deeze Gouvernemente te zorgen, dat geene particuliere Goederen hoegenaamd met ‘s Compagnies Scheepen naar Batavia worden worden gezonden dan na dat daarvan alvoorens de bepaalde vracht zal weezen betaald, en dezelve Goederen bekend gesteld bij het Manifest dat daarvan gemaakt moet worden.

mitsgaders eene Eisch van

met qualificatie om op gelyke voet als zulks voor de huishouding ten deeze Gouvernemente is geschied, eene aanbesteeding te doen over die Jaarlykse leverantie van 100 Leggers beste kaapse Wynazyn ten behoeve van indiase Hoofdplaatze aan welk een en ander verstaan is, voor zo veel maar immers mogelijk zal zijn te voldoen, en zullen Extracten uit dezelve Missive worden afgegeeven, aan alle die zulks aangaat.

Uit een Rapport van den geswooren Clercq Petrus Diemel gebleeken zijnde dat in een pacquet met 200 p:s zwart Carton aan hem afgegeeven om te doen bestempelen, 10 p:s te min waaren bevonden zo is verstaan dezelve 10 p:s Carton bij de Boeken te laaten afschryven

De Capitein Johannes Zorn ter voldoening aan ‘t besluit van gisteren aan den edelen Heer Commissaris ter hand gesteld hebbende eene zodanige acte als gevorderd is om aan hem vervolgens op het door den Heere Capitijn Sijmon Dekker commandeerende het van hier vertrokken ‘s Lands Fregat van Oorlog Medemblik voor reekening van hem Heere Dekker uit ‘s Comp:s Cassa te betalen eene Somma van Rd:s 2416:4:, zo is verstaan deeze betaling als nu te doen gevolg neemen en de gemelde Acte te seponeeren.

Aldus geresolveert ende gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorsZ

[Signed:] A: J: Sluijsken

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] J: J: Le Sueur

[Signed:] W: S: V: Rijneveld

C. 230, pp. 302-304.

Maandag den {17950629} 29 Junij 1795

bij omvraage, present de edele Heer Commissaris, de Heer Gezachhebber en de Heeren Leeden Le Sueur van Reede van Oudtshoorn van Rijneveld en Bergh

De koopman titulair Rijno Johannes van der Riet aan den edelen Heer Commisaris voorgedragen hebbende dat hij zich gechargeerd vindende met de uitbetaling aan de Burgers welke uit de Buitendistricten herwaards zijn opgekomen door het gestadig schrijfwerk daar aan verknocht zig buiten staat vond gesteld om de Pergamente Munten van 48 en 24 Stuivers, waarvan door de gezegde uitbetaalingen zelfs veel meerder dan gemeenlyk word vereischt, met verzoek om daarvan dienvolgens te moogen worden ontslaagen minste tot zo lange door hem de gezeide uitbetalingen zullen worden gedaan, Zo is bij omvraage ter ordre van den edelen Heer Commissaris gedaan, bij den Raade beslooten, om den gezeide Koopman titulair Ryno Johannes van der Riet te ontslaan van het teekenen der als nu gestempeld zynde tien duizend pergamente Muntstukken van 48 en 24 Stuivers en daartoe in zynen plaats te committeeren de koopman titulair Jan Pieter Baumgardt, waar van aan het publiecq bij afixie van Billetten de vereischte kennisse zal worden gegeeven.

Aldus geresolveert en de gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten daage en jaare voorsZ:e

[Signed:] A: J: Sluijsken

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] J: J: Le Sueur

[Signed:] W: S: V: Ryneveld

C. 230, pp. 305-306.

[ {179506} [.....] Junie 1795]

[.....]

aan den edelen Heer Commissaris voor te dragen de noodzaaklykheid om uit aanmerking van het nut dat in deeze omstandigheeden van de Burgerartilleristen kan worden getrokken, onder hen eenige bevorderingen te doen, zo is bij den Raade goedgevonden bij dezelve Burgerartilleristen, de volgende aanstellingen te doen als

Tot ordinaire Vuurwerker

de extraordinaire Vuurwerker Jan HendrikZen

Tot extraordinaire Vuurwerker

de Constapel Willem Hoppe en

Tot Adjudant

de Constapel Jan Furstenberg.

van al het welk aan den Burgerkrijgsraad bij Missive kennisse zal worden gegeeven

Aldus geresolveert ende gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorsZ

[Signed:] A: J: Sluijsken

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] J: J: Le Sueur

[Signed:] O: G: De Wet

[Signed:] W: S: V: Ryneveld

C. 230, pp. 307-314.

Donderdag den {17950709} 9 Julij 1795

’s voormiddags, alle present behalven de Heeren Gordon en van Reede van Oudtshoorn.

De sous Luitenant ter zee Hendrik Rodenbroek zich aan deezen Raade geaddresseerd hebbende met het volgend Request

Aan den Wel Edele Groot achtb: Heer Abraham Josias Sluijsken Raad ordinair van Neerlands India mitsg:s Commissaris over het Gouvernement kaap de Goede Hoop en den ressorte van dien & & & beneevens de achtb:e Politiecque Raad.

‘Wel Edele Groot Achtb: Heer en Ed: Achtb: Heeren!’

‘Met verschuldigde Eerbied geeft te kennen Uwel Edele Groot Achtb: en E: Achtb: onderdanige en gehoorzaame Dienaar Martinus Hendrik Rodenbroek sous Luitenant in dienst der E: Comp:e’

‘Dat den Suppl:t in voorsZ qualiteit met het Schip Ceylon in Baayfals aangeland zijnde, zich genoodzaakt heeft gezien door zwaare indispositie aldaar ten Hospitaale te moeten verblijven.’

‘dat de teegenwoordige omstandigheeden noodzaaklijk gemaakt hebbende de ordre dat de Supp:t zo wel als andere Impotenten, welken zich in Baayfals ten Hospitaale bevonden naar herwaards moeste koomen, den Supp:t dus ook om aan deeze geëerde ordre te voldoen, zich directe naar herwaards heeft begeeven. zonder in de geleegendheid te zijn gesteld geweest iets met zig te kunnen meede voeren, en dus met agterlating van al het geene hy in de waereld bezat’

‘dat den Supp:t zich daardoor in de bitterste armoede vindende gedompeld, en zich thans wederom in zo verre hersteld gevoel, dat hij in staat is zyn dienst te kunnen waarneemen. om die reedenen de wijsheid gebruijkt van UwelEdele Groot achtb: en Ed: Achtb: ootmoedigst te verzoeken, dat het Hoogstdezelve mogten behaagen, zijne Gagie welke van den dag dat hij ten Hospitaale is aangekoomen, is afgeschreeven geweest, goedgunstig wederom te laten cours neemen van den dag af dat hij ter deezer Hoofdplaatze is aangekoomen, zijnde geweest den 4 deezer maand Julij’

‘’T welk doende &:a’

’/ geteekend / M: H: Rodenbroek’

zo is na deliberatie over dezelve Requeste en by overweeging dat den Suppliant zedert deszelfs aan komst ter deezer Hoofdplaatze is geemploieerd tot het houden van Wacht op de Batterijen by den Raade beslooten aan het verzoek door den Supp:t gedaan te defereeren zo als geschied bij deeze zullende dus zijn stil gestaan hebbende Gagie wederom cours neemen en gereekend worden ingang te hebben genomen met den 4 deezer loopende maand.

Voorts geresumeerd zijnde een Eisch van benodigdheeden door de Overheden van de Pacquetboot de Star , ten behoeve van dat Vaartuig geformeerd beneevens het daarop gevolgd bericht van den Equipagiemeester Jan Arnoud Voltelen, zo is verstaan de verzochte verstrekkingen navolgens dat bericht voortgang te doen neemen.

Vervolgens is op de deswegens bij requeste gedaan verzoek en, aan de Weduwe wijlen Michiel Berning en den Weduwe wylen Jacob Wispeler toegestaan respectivelijk uit slaafsche dienstbaarheid te ontstaan, en in vrijdom te stellen haare Slavinnen in naame Wilhelmina en Dorathea van de Kaap, mits voor ieder van dezelve aan de Diaconij armen van de hervormde Gemeente deezer Hoofdplaatze, betaalende Vijftig Rijxdaalders, en daarenboven stellende de bepaalde borgtocht dat dezelve Slaaven binnen den tijd van twintig Jaaren niet tot laste van de gemelde Diaconie zullen komen

Uit een Rapport van gecommitteerde Leden uit den Raade van Justitie die gevaceerd hebben tot het stempelen van Zeguls, gebleeken zijnde, dat door hen wederom waaren vervaardigd

zo is verstaan dezelve Zeguls volgens gewoonte bij de Negotieboeken te laaten inneemen.

De Luitenant militair Frans Muller aan den edelen Heer Commissaris overgelegd hebbende drie stuks origineel Soldyreekeningen respectivelijk onder Ult:o augustus 1790. 1791. en 1792. in dit Casteel afgeslooten en per saldo van, welke hem van de E: Compagnie is competeerende eene Somma van ƒ1608:13:3 met verzoek dat dit bedragen aan hem uit ‘s Compagnies Cassa mogt worden voldaan, zo is by overweging dat het toestaan van dit verzoek geenzints kan strekken tot nadeel van de E Compagnie, welke altoos gehouden is dat montant aan den gezegde Muller in Nederland te moeten betaalen, goedgevonden en dienvolgens beslooten aan ‘t zelve verzoek te defereeren, zo als geschied bij deeze, zullende dienvolgens de gem: Saldos ten bedragen van ƒ1608:13:3 aan den genoemde Luitenant Frans Muller tegens intrekking van voorzeide Soldyreekeningen op de thans gewoone voet uit ‘s Comp:s Cassa worden voldaan.

Laatstelijk wierd door den edelen Heer Commissaris gecommuniceerd dat zijn Ed in dienst der E: Compagnie hadt aangenomen Adriaan Smuts van deezen Uithoek, als Soldaat met de daartoe staande Gagie, omme ten Guarnisoens comptoire dienst te doen, onder een verband van Vijf Jaaren, en dat zijn Ed: ter Secretarij van Politie hadt geplaatst de Jong Matroos Pieter Arbman, om aldaar meede als Soldaat aan de penne dienst te doen.

Aldus geresolveert ende gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorsZ

[Signed:] A: J: Sluijsken

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] J: J: Le Sueur

[Signed:] O: G: De Wet

C. 230, pp. 315-316.

Zaturdag den {17950711} 11 Julij 1795

bij omvraage alle present, behalven de Heeren Gordon, van Reede van Oudtshoorn en Bergh.

Uit een Notul by den Burgerkrijgsraad alhier op heeden gehouden gebleeken, zynde de door hen onder approbatie deezer Regeeringe gedaan aanstelling van Gerrit Munnik Junior, tot Veldwachtmeester in de Districten van de Saldanhabaay en Hoedjesbaai , in plaatse van den van daar gedelogeerde Veldwachtmeester Tieleman Roos, zo is by omvrage ter ordre van den edelen Heer Commissaris gedaan, by den Raade beslooten dezelve aan stelling te approbeeren zo als geschied bij deeze

Aldus geresolveerd ende gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorsZ

[Signed:] A: J: Sluijsken

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] J: J: Le Sueur

[Signed:] O: G: De Wet

C. 230, pp. 317-322.

Zaturdag den {17950718} 18 Julij 1795

’s voormiddags, present de edele Heer Commissaris, de Heer Gezachhebber, en de Heeren Leden de Wet, Brandt en Bergh

Is geleezen een request met drie Bylaagen door den geadmitteerd Procureur Johan Daniel Alders namens den Burger Andreas Gobrechts en deszelfs Huisvrouwe Maria Magdalena Burgers aan deezen Raade gericht luidende het zelve Request

Aan den WelEdele Groot Achtb: Heer Abraham Josias Sluijsken Raad ordinair van Neerlands India en Commissaris over ‘t Gouvernement kaap de Goede Hoop en den Ressorte van dien & & & beneevens den Ed: Achtb: Raad van Politie

‘Wel Edele Groot Achtb: Heer! en E: Achtb: Heeren!’

‘Geeft met verschuldigden Eerbied te kennen den ondergeteekende procureur Jan Daniel Alders, als daartoe blijkens de hier met allen Eerbied aangeannexeerde procuratie speciaal gequalificeerd zynde door den Burger Andries Gobregts en deszelfs Huisvrouwe Maria Magdalena Burgers.’

‘Hoe de Supp:ten hebben verkogt of wel over hebben gedaan, eerstelijk aan hun Zoon Christiaan Gobregts voor de Somma van Drie honderd Ryxdaalders een opstal genaamt de groote kuil geleegen aan den Piketsbergsvlakte , en voorts aan hun zoon Andries Gobregts de Jonge, voor Vijftien duizend Guldens Caabse Valuatie, hunne Woonplaats genaamd Ongegund , geleegen aan Riebeekscasteel .’

‘En daar deeze koop of overlaten in effecte paralel is met zodanige afstand van Huizen, Plaatzen welke bij testamentaire dispositie aan nabestaande voor bepaalde prijzen worden vermaakt, en als dan de geprelegateerde na usantie locaal van de betaling der ‘s Heeren Regten ordinaire worden geexcuseert; zo wenden de Supp:ten zig beleefdelijk tot Uwel Edele Groot Achtb: en E: Achtb: met needrig verzoek, dat het hoogst en wel dezelve goedgunstig mooge behaagen hun Supp:ten uit hoofde van voorsZ verkoop of overlating door de Supp:t aan hunne Kinderen is geschied bij het doen van het benodigde Transport, gemelde hunne Kinderen moogen werden geabsolveert van de betaling der 25:ste penning die zy anderzints wanneer deeze perceelen uit de hand van vreemde waren gekogt in ‘s E: Comp:s Cassa zoude moeten voldoen.’

‘’T welk doende &’

’/ get / J: D: Alders Procureur’

waarover gedelibereerd zijnde zo is uit aanmerking van de gegrondheid der Reedenen door de Supplianten by gebracht, verstaan aan derzelver verzoeken te defereeren zullende dienvolgens de Burger Christiaan Gobrechts aan wien de opstal van de plaats de groote kuil geleegen aan de picquetsbergvlakte voor eene Somma van Rd:s 300:- is vermaakt en de Burger Andries Gobrechts de Jonge, aan wien de plaats Ongegund geleegen aan de Riebeekscasteel voor eene Somma van ƒ15000:- is vermaakt, bij het ontfangen van transport der voorschreeve plaatsen van de betaling van ‘s Heeren Gerechtigheid geexcuseerd blijven.

Uit een Rapport van den ordinaire Gecommitteerdens David Kuuhl en Johannes Henricus Fisscher, gebleeken zynde dat door ‘t menigvuldig Water zints eergisteren en gisteren van de bergen afgevloeid, ‘t zelve tot meer dan drie Voeten hoogten heeft gestaan in het vertrek waar de provisien en andere behoeftens voor de Bandieten worden geborgen, en dat daardoor zoo bedorven verlooren was geraakt

zo is verstaan alle deeze bedorven en vermist geraakte provisien en andere benodigdheden te laaten suppleeren.

Laatstelijk geliefde de edele Heer Commissaris den Raade te communiceeren dat zijn Ed: de Soldaat Johannes Bokström van Arnhem hadde bevorderd tot Cadet militair met de daartoestaande Gagie van ƒ12 per maand en onder zijn loopend verband

Aldus geresolveert ende gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorschreeven.

[Signed:] A: J: Sluijsken

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] J: J: Le Sueur

[Signed:] O: G: De Wet

C. 230, pp. 323-324.

Vrijdag den {17950724} 24 July 1795.

’s voormiddags present de edele Heer Commissaris de Heer Gezachhebber en de Heeren Leden Le Sueur, de Wet, van Rijneveld en Bergh.

Wierd door den edelen Heer Commissaris gecommuniceerd dat zyn Ed: de Adsistent ter Secretarij van Justitie Johan Godfried Ruberto hadde geplaatst ter Weeskamer en dat zyn Ed: as Soldaaten aan de penne met de gewoone gagie en emolumenten in dienst der E: Compagnie hadt aangenomen, Leonardus Bernardus Heijneman en Willem de Waal, beide omme ter Secretary van Justitie hunnen dienst te presteeren

Aldus geresolveert ende gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorsZ:

[Signed:] A: J: Sluijsken

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] J: J: Le Sueur

[Signed:] O: G: De Wet

[Signed:] W: S: V: Ryneveld

C. 230, pp. 325-330.

Dingsdag den {17950720} 20:ste July 1795

’s voormiddags present de edele Heer Commissaris de Heer Gezachhebber en de Heeren Leden Le Sueur, de Wet, van Ryneveld en Bergh.

Uit een Rapport van expres gecommitteerde officieren der Artillerie gebleeken zyde dat door de overstroming van Water, welke voor eenige dagen alhier heeft plaats gehad, van den gevulde Cardoesen met aangebonden scherp, dewelke zich in de handkisten in de Kamer tegens over de Patrouillewacht tot reserve voor de Veldstukken op de Batterij Imhoff staande, bevonden hebben 91 gevulde Cardoesen met 1/3 Kogels zwaarte Buskruit gevuld door het Water ten eenemaale bedorven, mitsgaders een kip en drie bossen londt ten eenemaale onbruikbaar, zo is verstaan de 91 lb Buskruit, welke zich in gezeide Cardoesen hebben bevonden, zo wel als het gemeld Londt bij de Boeken te laaten afschryven

Uit een Rapport van Gecommitteerdens tot het teekenen der kleine pergamente Muntstukken gebleeken zynde dat door hen zijn vervaardigt

zo is verstaan alle dezelve Muntstukken met een bedraagen van Rd:s 5000 ofte Rd:s 7500:- zo by de Negotieboeken als bij die van de groote Geldcassa te laaten inneemen en verantwoorden

By een rapport van gecommitteerde Leden uit den Raade van Justitie gebleeken zijnde, dat ten hunnen overstaan waaren gestempeld.

zo is verstaan alle dezelve Zeguls volgens gebruik te laaten inneemen

Door den Burgerkrygsraad bij request verzoek gedaan zynde dat den Burgerwachtmeester Arend Josias van Breda, mogt worden aangesteld tot Adjudant Supernumerair, zo is verstaan aan dat verzoek te defereeren, gelijk geschied bij deeze, wordende dienvolgens de gezegde Wachtmeester Arend Josias van Breda, aangesteld tot adjudant supernumerair by de Burgercavallerie waarvan aan den Burgerkrijgsraad kennisse zal worden gegeeven.

Uit een Extract der Notulen bij den gemelde Burgerkrijgsraad op den 20:ste deezer gehouden, gebleeken zynde dat door hen onder approbatie deezer Regeeringe de volgende bevorderingen en aanstellingen waaren gedaan, als

Tot Wachtmeester bij de Compagnie Cavallerij van de roode Standaart

de Corporaal Johannes Sigmindus Grove ter plaatsvulling van den tot adjudant bevorderde Wachtmeester Joseph de Kok

Tot Corporaal onder de gemelde Compagnie

de Burger Marthinus Laurentius Neethling

Tot Sergeant onder de tweede Compagnie infanterie

de Sergeant bij ‘t Vrycorps Hermanus Barend Keytel, in plaatse van den van dienst ontslagen Sergeant George Christoffel Wolhuter

Tot Sergeant bij ‘t Vrycorps

de Corporaal Michiel Smuts Michielzoon

Tot Corporaal bij gezegde tweede Compagnie

de Corporaal bij ‘t Vrycorps Christiaan Abel Smit en

Tot Corporaal onder ‘t Vrycorps.

de Burger Bartolomeus Eberg.

zo is verstaan alle dezelve aanstellingen te approbeeren gelijk geschied bij deeze, en zal daarvan almeede aan den Burgerkrijgsraad alhier by Missive kennisse worden gegeeven.

Ook is goedgevonden de Sergeant Hendrik Ostermeijer wiens verbonden tyd den 27 februarij J: L: is geexpireerd in gagie te verhoogen tot ƒ24 per maand onder een nieuwe verband omme zo wel als de Gagie met de gezegde datum in te gaan

Laatstelijk geliefde den edelen Heer Commissaris den Raade te communiceeren, dat zijn Ed: op het door den Burgerkrijgsraad gedaan verzoek de Ziekentrooster Pieter Mastenbroek, welke door deeze Regeering bij besluit van den [.....] aan den Secretaris der Burgerij is toegestaan om hem als adjunct Secretaris te adsisteeren, hadde gesteld in Burgervrijdom, en dat zijn Ed: den Matroos Johannes Muller op zyne daartoe gedaan Sollicitatien overeenkomstig de qualificatie door de hooggebiedende Heeren Majores bij Missive van den 14 December 1792 aan deeze Regeeringe verleend, uit den dienst der E: Compagnie finaal hadde ontslagen en in Burgervrydom gesteld

Aldus geresolveert ende gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorsZ:

[Signed:] A: J: Sluijsken

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] J: J: Le Sueur

[Signed:] O: G: De Wet

[Signed:] W: S: V: Ryneveld

C. 230, pp. 331-333.

Zaturdag den {17950815} 15 August 1795

’s voormiddags, alle present

Bij overweeging van ‘t nut dat van de Burgerconstapels en de daartoe gehoorende Manschappen bij eene vijandelijke attacque op deeze Colonie kan worden verwacht, zoo dezelve van genoegzaame officieren zijn voorzien, zo is bij den Raade beslooten by het Corps der Burgerartillerie nog tot extraordinaire Vuurwerkers aan te stellen de Burgerconstapels Andries Heysse en Willem Lotter, waarvan bij Missive aan den Burgerkrijgsraad kennisse zal worden gegeeven.

Uit eenige Rapporten van Gecommitteerdens tot ‘t teekenen der pergamente Muntstukken, gebleeken zynde, dat door hen waaren vervaardigd

zo is verstaan alle dezelve Muntstukken met een bedragen duC: 7166 2/3 ofte Rd:s 10750 zo bij de Negotieboeken als by de groote Geldcassa te laten inneemen

Voorts is goedgevonden omme de Heere van Reede van Oudtshoorn uit hoofde van zyn Ed: meenigvuldige andere bezigheden in den dienst te ontslaan, van het teekenen der cartonne Muntstukken van Rd:s 5 en 4 en daartoe wederom te committeeren zo als gecommitteerd word bij deeze, de Heere Cassier Egbertus Bergh, aan welke beide Heeren daarvan by Extract deezer kennisse zal worden gegeeven en teffens daarvan aan het publiecq Notificatie worden gedaan.

Laatstelyk communiceerende de edele Heer Commissaris, dat zijn Ed: de Corporaal bij ‘t nationaal Battaillon Jacob Broens hadt bevorderd tot Sergeant en de Soldaat Michiel Burkard tot Corporaal, beide met de daartoe staande Gagie en onder nieuwe verbanden welk een en ander gereekend zal worden ingang te hebben genomen met den 11 der Jongstverloopen maand Julij, dat door beide de diensten waartoe thans respectivelijk zijn aangesteld provisioneel zijn waargenomen

Aldus geresolveert ende gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorsZ

[Signed:] A: J: Sluijsken

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] J: J: Le Sueur

[Signed:] O: G: De Wet

[Signed:] W: S: V: Ryneveld

C. 230, pp. 334-343.

Vrijdag den {17950828} 28 Augustus 1795

’s voormiddags, alle present behalven de Heer Gordon.

Wierd door den edelen Heer Commissaris ter tafel geproduceerd, het Vonnis door den Raade van Justitie deezes Gouvernements op gisteren geveld over de distribuatie van het zuiver Rendement der gerechtelyk verkogte fransche Prys Scheepjes le Penn en la Levrette luidende als volgd

Donderdag den 27 Augustus 1795

’s voormiddags present den Wel Edele Achtb: Heer Olof Godlieb de Wet, president, en alle de Leeden demptis de Heeren Cruijwagen en Truter beide bij occupatie

‘De Secretaris deezes Raads M:r Johannes Andreas Truter amptshalven requirant’

‘contra’

‘de E: Compagnie’

‘den Heere Equipagiemeester deezes Gouvernements’

‘den ordinaire Gecomitteerde Johannes Fischer.’

‘den gezwoore translateur Christiaan Godlob Höhne’

‘mitsgaders de verdere geinteresseerdens en geregtigdens by en tot het Rendement der door den Capitain Luitenant ter Zee Cornelis van Dijk gecommandeert hebbende de Pacquetboot de Star veroverden en alhier gerechtelijk verkogte prys Scheepen Le Penn , en La Levrette met derzelver lading ap- en- dependentien, alle ten deezen gerequireerdens omme derzelver ingediende Pretensien, en het desweegens door Heeren Gecommitteerdens uit deezen Raade gedaan Rapport, vonnis te hooren pronuntieeren’

‘De Raad, gehoord hebbende het Rapport van Heeren Gecommitteerdens, na overweeging van al ‘t geen reflectie meriteerde Recht doende uit naam ende van weegens de Hoog moogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, verklaard dat de penningen geproflueerd uit de gerechtelyke Verkooping der door den Capitein Luitenant Cornelis van Dyk als commandeerende de pacquetboot de Star , veroverde alhier opgebrachte prijs Scheepen Le Penn en La Levrette met derzelver lading ap- en- dependenten rendeerende blijkens de in judicio geproduceerde reekening eene Somma van Vijfthien duizend Twee hondert negen en Vyftig Ryxdaal:s en drie en twintig Stuivers, naar het voorschrift vervat in den generaalen Articulbrief voor de geoctroijeerde oost indische Compagnie bij hunne Hoogmogende vastgesteld op de volgende wyze zal worden gedistribueerd te weeten.’


Aan de E: Compagnie voor diverse Provisien, dranken, Equipagiegoederen uit 's Comp:s Magazijenen verstrekt, mitsgaders van zodanige Gelden als uit 's Comp: Cassa ten behoeven der voormelde Scheepen Le Penn en La Levrette zijn voldaan etc:a volgens specificque Reekening Ryxd:s 4029:-
den Heere Equipagiemeester deezes Gouvernements voor Boots en Schuitshuur tot het ontlossen der lading en aan Boord brengen van Ballast klippen, volgens daarvan synde twee Reekeningen d:o 765:-
den ordinaire Gecommitteerde Johannes Henricus Fisscher voor zodanige verschotten als door hem omtrend den lading zyn gedaan uitwyzens deszelfs gespecificeerde Reekening d:o 29:-
den geswooren Translateur Christiaan Godlob Höhne voor het in de nederduitsche taale, translateeren van de Papieren tot meermelde prijs Scheepen betrekkelijk, almeede volgens Reekening d:o 44:05
Aan den Burger Carel Gustaaf von Bratt voor reparatie van zodanige schaade, als door het bergen van een gedeelte der lading van voormelde Scheepen aan deszelfs pakhuis volgens attest van twee deskundige werkbaazen is veroorzaakt d:o 130:-
het gemeen Land van het geheel zuiver overschot, ten bedragen van Rijxd:s 10262 en 18 StV:s een Vyfde gedeelte of d:o 2052:22
aan zyne doorluchtige Hoogheid den Heere Prince van Orange en Nassauw, een dertigste gedeelte almeede van het geheel of d:o 342:05
Voorts van het geen als dan overig blijft zijnde Rd:s 7867:40 een zesthiende gedeelte tot buitgeld aan het Scheepsvolk van 's E: Comp:s pacquetboot de Star zodanig dat een ieder van hun waaronder de deks en onderofficieren na rato van de bezolding die hy wint daar uit zijn aandeel geniet bedraagende dit Zesthiende aandeel voor allen te zamen eene Somma van ofte d:o 491:36
voor Theodorus Constantijn Larger Chrirurgyn W:t Rx 34 Rd:s 27:45
d:o Martin Dolgrean Bootsman d:o 28 d:o 22:45
d:o Jan Mandel Timmerman d:o 28 d:o 22:45
d:o Michiel Jacob Wet Kok. d:o 28 d:o 22:45
d:o Christiaan Slegt Zeilemaker d:o 26 d:o 21:06
d:o Martin Schultz d:o d:o 22 d:o 18:02
d:o Hendrik Arends Matroos d:o 16 d:o 13:06
d:o Jurriaan Baarwing d:o d:o 16 d:o 3:06
d:o Daniel Hendriks d:o 16 d:o 13:06
d:o Johan Jacob Johansen. d:o 16 d:o 13:06
d:o Gustaaf Jenberg d:o 16 d:o 13:06
d:o Cornelis Cornelissen. d:o 16 d:o 13:06
d:o Stephan Hegt Matroos W:t d:o 16 d:o 13:06
d:o Auke Geertst d:o 16 d:o 13:06
d:o Albert Klaarman d:o 16 d:o 13:06
d:o Tjaard Jacobs d:o 16 d:o 13:06
d:o Fredrik Bermout d:o 16 d:o 13:06
d:o Gerrit Pieters d:o 16 d:o 13:06
d:o Jan Timmes d:o 16 d:o 13:06
d:o Andries Ikberg d:o 16 d:o 13:06
d:o Christiaan Litzouw d:o 12 d:o 09:43
d:o Hans Hendrik Scheurberg d:o 12 d:o 09:43
d:o Jan Klaassen d:o 12 d:o 09:43
d:o Claas Jochem Lange d:o 12 d:o 09:43
d:o Lourens Bezaan d:o 12 d:o 09:43
d:o Jan Fredrik Ehler d:o 11 d:o 09:02
d:o Roelof Marse d:o 11 09:02
d:o Hans Michiel Broekmulder d:o 11 d:o 09:02
d:o Frans Smit d:o 10 d:o 08:06
d:o Hendrik Gefkens d:o 10 d:o 08:06
d:o Pieter Muller d:o 10 d:o 08:06
d:o Swerus Pieters d:o 09 d:o 07:17
d:o Dirk Huskens d:o 09 d:o 07:17
d:o Daniel Sneijder d:o 09 d:o 07:17
d:o Jan Christiaan Vreese d:o 09 d:o 07:17
d:o Antonie Kramer d:o 09 d:o 07:17
d:o Jan Houtgraaf d:o 09 d:o 07:17
d:o Abam le Dumage d:o 09 d:o 07:17
d:o Andries Havers d:o 09 d:o 07:17
d:o Jan van Straalen d:o 08 d:o 06:26
d:o Hendrik Noens d:o 08 d:o 06:26
Sommeert als boven Rd:s 491:36
Wijders van het verder overschot ofte Ryxd: 7366:4 aan den als Gezachhebber op de pacquetboot de Star bij het neemen der meerm: twee prijs Scheepen Le Penn en La Levrette bescheiden geweest zynde capitein Luitenant Cornelis van Dijk een derde gedeelte, of d:o 2458:33
Een derde gedeelte of gelijk bedragen van aan de E: Comp:e ende zulx gelijk het articulbrief dicteerd voor het hazard, de Kosten en reparatie van haaren Bodem. d:o 2458:33
 
Terwijl op het resteerende derde gedeelte wederom in vier parten verdeeld zijnde word toegeweezen.
1:o aan den Heere Fiscaal deezes Gouvernements Willem Stephanus van Rijneveld als tot de confiscatie geprocedeert hebbende een vierde gedeelte ofte d:o 614:32
2:o Johan Vogler, als eerste Luitenant bij 't veroveren der beide prijs Scheepen bescheiden geweest zynde op voorm: Pacquetboot de Star eene gelijke vierde gedeelte of d:o 614:32
3:o den terzelver tijd op de pacquetboot de Star bescheiden geweest zijnde, tweeden of sous Luitenant Pieter Wouter almeede een vierde gedeelte ofte d:o 614:32
En zal het, laatste vierde gedeelte of d:o 614:32
het welk agtervolgens den geciteerden articulbrief zoude behooren te worden genooten, voor de helft door den opperstuurman en voor de wederhelft door den onder of minder Stuurman te zamen, overmits niemand zich als zodanig ten tijde van het verooveren der voorsZ prijzen op het pacquet de Star bescheiden, heeft bevonden accresseeren aan de partien van welke het zelve is gedetraheerd en afgetrokken en dienvolgens worden genooten door den Heere Fiscaal en de beide Luitenants voormeld in drie egaale deelen.
Maakt zich de in den hoofde deezes gemelde Somma   Rd:s 15259:23

Aan de E: Compagnie voor diverse Provisien, dranken, Equipagiegoederen uit 's Comp:s Magazijenen verstrekt, mitsgaders van zodanige Gelden als uit 's Comp: Cassa ten behoeven der voormelde Scheepen Le Penn en La Levrette zijn voldaan etc:a volgens specificque Reekening Ryxd:s 4029:-
den Heere Equipagiemeester deezes Gouvernements voor Boots en Schuitshuur tot het ontlossen der lading en aan Boord brengen van Ballast klippen, volgens daarvan synde twee Reekeningen d:o 765:-
den ordinaire Gecommitteerde Johannes Henricus Fisscher voor zodanige verschotten als door hem omtrend den lading zyn gedaan uitwyzens deszelfs gespecificeerde Reekening d:o 29:-
den geswooren Translateur Christiaan Godlob Höhne voor het in de nederduitsche taale, translateeren van de Papieren tot meermelde prijs Scheepen betrekkelijk, almeede volgens Reekening d:o 44:05
Aan den Burger Carel Gustaaf von Bratt voor reparatie van zodanige schaade, als door het bergen van een gedeelte der lading van voormelde Scheepen aan deszelfs pakhuis volgens attest van twee deskundige werkbaazen is veroorzaakt d:o 130:-
het gemeen Land van het geheel zuiver overschot, ten bedragen van Rijxd:s 10262 en 18 StV:s een Vyfde gedeelte of d:o 2052:22
aan zyne doorluchtige Hoogheid den Heere Prince van Orange en Nassauw, een dertigste gedeelte almeede van het geheel of d:o 342:05
Voorts van het geen als dan overig blijft zijnde Rd:s 7867:40 een zesthiende gedeelte tot buitgeld aan het Scheepsvolk van 's E: Comp:s pacquetboot de Star zodanig dat een ieder van hun waaronder de deks en onderofficieren na rato van de bezolding die hy wint daar uit zijn aandeel geniet bedraagende dit Zesthiende aandeel voor allen te zamen eene Somma van ofte d:o 491:36
voor Theodorus Constantijn Larger Chrirurgyn W:t Rx 34 Rd:s 27:45
d:o Martin Dolgrean Bootsman d:o 28 d:o 22:45
d:o Jan Mandel Timmerman d:o 28 d:o 22:45
d:o Michiel Jacob Wet Kok. d:o 28 d:o 22:45
d:o Christiaan Slegt Zeilemaker d:o 26 d:o 21:06
d:o Martin Schultz d:o d:o 22 d:o 18:02
d:o Hendrik Arends Matroos d:o 16 d:o 13:06
d:o Jurriaan Baarwing d:o d:o 16 d:o 3:06
d:o Daniel Hendriks d:o 16 d:o 13:06
d:o Johan Jacob Johansen. d:o 16 d:o 13:06
d:o Gustaaf Jenberg d:o 16 d:o 13:06
d:o Cornelis Cornelissen. d:o 16 d:o 13:06
d:o Stephan Hegt Matroos W:t d:o 16 d:o 13:06
d:o Auke Geertst d:o 16 d:o 13:06
d:o Albert Klaarman d:o 16 d:o 13:06
d:o Tjaard Jacobs d:o 16 d:o 13:06
d:o Fredrik Bermout d:o 16 d:o 13:06
d:o Gerrit Pieters d:o 16 d:o 13:06
d:o Jan Timmes d:o 16 d:o 13:06
d:o Andries Ikberg d:o 16 d:o 13:06
d:o Christiaan Litzouw d:o 12 d:o 09:43
d:o Hans Hendrik Scheurberg d:o 12 d:o 09:43
d:o Jan Klaassen d:o 12 d:o 09:43
d:o Claas Jochem Lange d:o 12 d:o 09:43
d:o Lourens Bezaan d:o 12 d:o 09:43
d:o Jan Fredrik Ehler d:o 11 d:o 09:02
d:o Roelof Marse d:o 11 09:02
d:o Hans Michiel Broekmulder d:o 11 d:o 09:02
d:o Frans Smit d:o 10 d:o 08:06
d:o Hendrik Gefkens d:o 10 d:o 08:06
d:o Pieter Muller d:o 10 d:o 08:06
d:o Swerus Pieters d:o 09 d:o 07:17
d:o Dirk Huskens d:o 09 d:o 07:17
d:o Daniel Sneijder d:o 09 d:o 07:17
d:o Jan Christiaan Vreese d:o 09 d:o 07:17
d:o Antonie Kramer d:o 09 d:o 07:17
d:o Jan Houtgraaf d:o 09 d:o 07:17
d:o Abam le Dumage d:o 09 d:o 07:17
d:o Andries Havers d:o 09 d:o 07:17
d:o Jan van Straalen d:o 08 d:o 06:26
d:o Hendrik Noens d:o 08 d:o 06:26
Sommeert als boven Rd:s 491:36
Wijders van het verder overschot ofte Ryxd: 7366:4 aan den als Gezachhebber op de pacquetboot de Star bij het neemen der meerm: twee prijs Scheepen Le Penn en La Levrette bescheiden geweest zynde capitein Luitenant Cornelis van Dijk een derde gedeelte, of d:o 2458:33
Een derde gedeelte of gelijk bedragen van aan de E: Comp:e ende zulx gelijk het articulbrief dicteerd voor het hazard, de Kosten en reparatie van haaren Bodem. d:o 2458:33
 
Terwijl op het resteerende derde gedeelte wederom in vier parten verdeeld zijnde word toegeweezen.
1:o aan den Heere Fiscaal deezes Gouvernements Willem Stephanus van Rijneveld als tot de confiscatie geprocedeert hebbende een vierde gedeelte ofte d:o 614:32
2:o Johan Vogler, als eerste Luitenant bij 't veroveren der beide prijs Scheepen bescheiden geweest zynde op voorm: Pacquetboot de Star eene gelijke vierde gedeelte of d:o 614:32
3:o den terzelver tijd op de pacquetboot de Star bescheiden geweest zijnde, tweeden of sous Luitenant Pieter Wouter almeede een vierde gedeelte ofte d:o 614:32
En zal het, laatste vierde gedeelte of d:o 614:32
het welk agtervolgens den geciteerden articulbrief zoude behooren te worden genooten, voor de helft door den opperstuurman en voor de wederhelft door den onder of minder Stuurman te zamen, overmits niemand zich als zodanig ten tijde van het verooveren der voorsZ prijzen op het pacquet de Star bescheiden, heeft bevonden accresseeren aan de partien van welke het zelve is gedetraheerd en afgetrokken en dienvolgens worden genooten door den Heere Fiscaal en de beide Luitenants voormeld in drie egaale deelen.
Maakt zich de in den hoofde deezes gemelde Somma   Rd:s 15259:23

‘Aldus gedaan en gevonnist aan Cabo de Goede Hoop den 13 Augustus 1795, mitsgaders gepronuntieerd den 27 daaraan volgende / lager / mij present / was get J: A: Truter Secretaris’

‘Accordeert / get / J: A: Truter Secretaris’

welke vonnis geexamineerd zijnde zo is bij den Raade beslooten, omme het geene de E: Compagnie uit hoofde van dezelve distributie competeerd ten bedraagen van Rd:s 2458:33; zo wel als de gedaane ongelden ter Somma van Rd:s 4029:- in haare Cassa te doen overbrengen ten eerste om de Reekening van oorlogsonkosten daarvoor te crediteeren en het tweede om daarmeede de gehouden onkostreekening voor gedachte prijs Scheepjes te vereffenen - zullende voorts de portien het gemeene Land en zijne doorluchtige hoogheid den Heere Prinse van Orange en Nassau bij de voorzeide distributie toegeweezen de eerste met Rijxdaalders 2052:22 en de tweede met Rijxdaalders 342:5: meede in ‘s Compagnies Cassa moeten worden overgebracht, omme daarvoor het gemeene Land en welgemelde zijne doorluchtige Hoogheid bij de Negotieboeken te crediteeren.

Uit een Rapport van Gecommitteerdens tot het teekenen der kleine pergamente Muntstukken gebleeken zynde dat door hen wederom in gereedheid waaren gebracht

zo is by den Raade goedgevonden dezelve Muntstukken met een bedragen van 166 2/3 Ducaton ofte Ryxdaalders 250:- zo by de Negotieboeken als bij die van de groote Geldcassa te laaten inneemen en verantwoorden.

Aldus geresolveerd ende gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten daage en jaare voorschreeven.

[Signed:] A: J: Sluijsken

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] J: J: Le Sueur

[Signed:] O: G: De Wet

[Signed:] W: S: V: Ryneveld

C. 230, pp. 344-346.

Vrijdag den {17950904} 4 September 1795

Bij omvraage alle present.

Uit een Rapport van Gecommitteerdens tot het teekenen der cartonne Muntstukken van Rd:s 2 en Rd:s 3 ieder gebleeken zynde, dat door hen waaren vervaardigd 1000 P:s a Rd:s 3 ieder zo is by den Raade beslooten alle dezelve Muntstukken met een bedragen van DuC: 2000 ofte Ryxd:s 3000. - zo by de Negotieboeken als bij die van de groote Geldcassa te laaten inneemen en verantwoorden

Voorts is op voorstel van den edelen Heer Commissaris goedgevonden om de Heeren Leden des Raads Christoffel Brandt en Egbertus Bergh te committeeren zo als dezelve gecommitteerd worden bij deeze, omme de Boeken van de Bank van leening onder Ultimo Augustus Jongstleeden geslooten volgens gewoonte te examineeren omme daarover te dienen van Rapport

Nog is op voordracht van Regenten van het Hospitaal goedgevonden om den Handlanger Jacobus Dentro te bevorderen tot Derdemeester en de Matroos Christiaan Frislen tot Timmerman in het Hospitaal beide onder nieuwe verbanden en met de gagie van ƒ14:- per maand waarvan die van eerstgemelde zal ingaan met de 2 Augustus jongstleeden dat den dienst van derdemeester provisioneel heeft waargenomen.

Laatstelyk is op voordracht van den Majoor en Chef der Artillerie George Coenraad Kuchler goedgevonden den Burger Hendrik Welchen aan te stellen tot Constapel bij de Burgercavallerie zo als dezelve aangesteld word by deeze.

Aldus geresolveert ende gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorschreeven.

[Signed:] A: J: Sluijsken

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] J: J: Le Sueur

[Signed:] O: G: De Wet

[Signed:] W: S: V: Ryneveld

C. 230, pp. 347-362.

Donderdag den {17950910} 10 September 1795

’s voormiddags, alle present

Aanvanklijk is geleezen een Rapport door den Gezachhebber van het uit Plettenbergsbaaij alhier gearriveerd Schip de Castor aan den edelen Heer Commissaris ingedient luidende als volgt.

‘Rapport aan den WelEd: Groot achtb: Heer A: J: Sluijsken, Raad ordinaire van Neerlands Indien mitsgaders Commissaris Generaal aan Kaap de Goede Hoop aangaande de teegenswoordige situatie van ‘s E: Comp:s pink Schip de Castor

‘Aan ‘t groote wand zijn twee hooft touwen gesprongen en geknoopt, de Gaffel der bezaan is 6 voeten afgebrooken, ‘t Schip zelve is zodanig aff en los, dat wij bij ‘t laden in de plettenbergsbaaij met geringe beweeging somtyds 3 maalen in het Etmaal van 27 à 28 duim moesten pompen den 19 Aug:s vertrokken van daar hadden mooij weer slegte zee pompen toen ijder wagt 17 à 18 duim lens eenmaal den 22 wierden van een storm uit den westen belopen moesten toen continueel pompen met 1 pomp en konden een minder dan 12 duim krijgen, dat de pompen op 4 d:m lens slaan; onder de groote en fokke rusten gingen de naden open en digt, konden anders uitwendig niet bespeuren den 23 was de zee meer verbolgender moesten toe wel met 2 pompen werken en wasten daar somtijs teegen aan schoon ‘t Schip geen Zeewater overnam, met klaren der Pompen hebben nagels daaruitgehaald die ten eenemaal vergaan waaren, zo een pomp onklaar geraakte en eer men een ander aan de gang hadde t geen gewis geen 7 minuten duurde was het Water tot twee Voeten aangewassen, en waren dan genoodzaakt om met alle magt te pompen om maar weder op pijl te komen, schoon ijder pomp een straal water maakt van 3 duim diameter naar dien tijd met mooij weer en zelfs tot tegenwoordig op de Rheede moeten met een pomp continueel pompen, vertrouwen ‘t schip zwak en af over het geheele lighaam is en dus weinig aan te repareeren gelijk Uwel Edele Groot Achtb: uit de rapporte der Commissie in Baaijfals , zeekerlijk meede zulk kunnen zien verklaren deeze bovenstaande Rapport de zuivre waarheid te zijn.’

‘Hopende hiermeede aan UwelEdele Groot achtb: g’eerde orders te hebben voldaan, en blijven met pligtschuldige Eerbied en Hoogachting’

‘UWEL Ed: Groot Achtb: dienstwillige dienaar’

’/ get / J: F: Gerhardt’

over welk Rapport gedelibereerd zijnde, zo is bij den Raade beslooten omme alvoorens op ‘t zelve te disponeeren de Capiteins ter Zee Francois Duminij en Nicolaas Acker te committeeren, en te gelasten zo als dezelve gecommitteerd en gelast worden bij deeze, omme geadsisteerd met de Baas der Scheepstimmerlieden Meindert van Eijk zich te begeeven aan Boord van het gedacht Schip de Castor en aldaar ten overstaan van de Equipagiemeester deezes Gouvernements Jan Arnoud Voltelen en in het bijweezen der Overheeden van gezegd Schip naauwkeurig te examineeren en na te gaan alle de gebreeken welke zich aan die Bodem bevinden, mitsgaders of en op welke wijze dezelve zouden kunnen worden gerepareerd, dan wel het geen anderzints ten meeste nutte en voordeel van de E Compagnie met gedacht Schip de Castor zou kunnen en behooren te worden gedaan, omme over dit een en ander ten spoedigste te dienen van derzelver consideratien en bericht.

Vervolgens is geleezen een Vertoog door Commissarissen van de Bank van Leening aan deeze Regeeringe geaddresseerd, luidende als volgd.

Aan den Wel Edele Groot Achtb: Heer A: J: Sluijsken Raad ordinair van Neerlands India, mitsgaders Commissaris over ‘t Gouvernement van Kaap de Goede Hoop, en den ressorte van dien & & & beneevens den E: Achtb: politiecquen Raad.

‘Wel Edele Groot Achtb: Heer en E Achtb: Heeren!’

‘Commissarissen der bank van Leening neemen needrigst de vrijheid onder ‘t oog van Uwel Edele Groot Achtb: en E: Achtb: te brengen, dat het 9:e articul van het Reglement voor hunne administratie dicteerd “dat de beleeningen op vaste Goederen wel voor korter maar niet voor langer mogen geschieden dan voor den tyd van twee Jaaren telkens, en het na expiratie van dien aan het goedvinden van Commissarissen word gelaten om in de vernieuwinge dier Capitalen al of niet te consenteeren”’

‘Dat hoe zeer het daalen der vaste Goederen zedert een geruimen tijd aan Commissarissen van de Bank wel geene genoegsaame gerustheid zoude hebben konnen verschaffen om zonder de minste limitatie de versogt wordende prolongaties te accordeeren, de tijds omstandigheden in welke de Colonie zig bevind, hun reeds in ‘t begin der Maand May hebben doen besluiten om daar de meeste Capitalen voor den tyd van Twee Jaaren waren opgenomen en op dien datum reeds zo veel tijd verlopen was dat een groot gedeelte der prolongatie nu successive zouden versogt worden. / dezulken waaromtrend behoorlijk aanzoek of sollicitatie zoude worden gedaan te accordeeren.’

‘Dan schoon Commissarissen van de bank wel gewenscht hadden dat de respective Debiteuren aan hunne verpligtingen desweegens op hun tijd voldaan hadden, en zig daar niet ongegrond meede vleyden, daar / zo ooit / thans de geleegendheid hiertoe gebooren scheen, overmits het generaal opontbod van alle de Ingezeetenen na deezen Hoofdplaats zij zig in hunne meening te leurgesteld vinden terwijl de minste der Debiteuren ten deezen opzigte aan hun engagement komen te voldoen, zo dat in de afgeloopen maand April’

‘Maij [.....]’

‘Junij [.....]’

‘Julij [.....]’

‘Augustus [.....]’

‘en dus in ‘t geheel. [.....]’

‘Debiteuren gemanqueert hebben om ‘t nodige verzoek te doen tot obtineering van prolongaties op hunne bij deezen Bank genegotieerde Capitalen niet teegenstaande Commissarissen zo wel Debiteuren als Borgen diverse maalen zoo door ‘s Banks Bode als procureur tot dit einde hebben doen aanmaanen.’

‘Terwijl Commissarissen UwelEd: Groot achtb: en E: achtb: ten deesen opzigten needrig versoeken in aanmerking te neemen dat ingevolge voorn: art:l van ‘t Reglement de Bankkennissen gespecificeert zijnde, dat de debiteuren zig verbinden om over twee Jaaren na het contracteeren dier Schulden het capitaal wederom te zullen voldoen en betalen, de Borgen wel eens exceptien zouden kunnen maaken, wanneer op zulke Capitaalen bij Commissarissen de prolongatien wierd geaccordeert als of zig niet verder dan voor de gem: tijd in de Bank kennissen gespecificeert hadden verbonden en zig dus na van dien tijd van hunne Borgtocht ontslagen zouden achten’

‘Dan dat Commissarissen om hier in zo veel mogelijk te voorsien by hunne Resolutien van 12 Nov: 1793. hadden beslooten om zo wel in de Bankkennissen welken voortaan zullen worden opgemaakt als in de eerst te formeeren actien van prolongatie voor de Bankkennissen welke tog reeds waaren gepresteerd te doen invoegen eene periode waarby de Borgen / welke dus dien laatstgem: prolongaties wederom op nieuw zullen moeten teekenen / zig verbinden om schoon ook indertyd Commissarissen op die schulden prolongatien wierden verleend, zij even wel als Borgen responsabel blijven en hunne Borgtogten niet te min te presteeren.’

‘Dat alhoewel Commissarissen nog vroegtydig dit inconvenient hebben zoeken te redresseeren en zeeker ook zoude geslaagd zijn indien de criticque omstandigheden in welke de Colonie zig bevind geene hinderpaal hier aan waaren geweest evenwel van de laatstgem: schulden voor thans nog exteeren.’

‘Bankkennissen uitmakende een Capitaal groot Rd:s [.....], welke nog op de voorsZ wijze zouden moeten vernieuwt worden zoude men in de volstrekste zin de uitgezette Capitaalen zeker konnen noemen.’

‘Commissarissen hebben vermeend verpligt te zijn om Uwel Ed: Groot Achtb: en E: achtb: dit een en ander breedvoerig te vertonen, en neemen eerbiedigst de vrijheid Uwel Ed: Groot achtb: en E: Achtb: te verzoeken, om op dit zo zij begrijpen, zo essentieel poinct tot securiteit van de Bank eene serieuse reflectie te slaan, en daar zij in deeze conjuncture van tyden niet wel de strenge maatregulen kunnen neemen hun andersints door UwelEd: groot achtb: en E: achtb: in handen gegeeven hun te injungeeren hoedanig zig daaromtrend te gedragen.’

‘Waarmeede de Eer hebben ons te teekenen.’

‘Wel Edele Groot Achtb: Heer en E: Achtb: Heeren!’

‘Uwel Ed: Groot Achtb: en E: achtb: onderdanige en gehoorz: Dienaren’

’/ geteekend / J: J: Le Sueur Joh:s Smuts C:s Matthiessen j:r’

over welk Vertoog gedelibereerd zijnde, zo is uit aanmerking dat het aan Commissarissen van de Bank van Leening bij haare Instructie is gedemandeert, om langs middelen en weegen van rechten zodanige der debiteuren van de Bank welke niet aan hunne verpligting voldoen, daartoe te constringeeren, ook aan hen naar luid van dezelve Instructie over te laten om de geene der gemelde Debiteuren welke verzuimd hebbende prolongatien hunner beleeningen te verzoeken en daarvoor hunne Borgen zich te laten verbinden door zodanige middelen als daartoe aan handen hebben of die welke zij kunnen inroepen of tot ‘t stellen van genoegzaame zekerheid voor de Bank van Leening of tot het opbrengen der verschuldigde Capitaalen te verpligten

Uit twee Rapporten van Gecommitteerdens tot ‘t teekenen van Cartonne Muntstukken gebleeken zijnde dat door hen waaren vervaardigd en geteekend

zo is verstaan alle dezelve Muntstukken met een bedragen van DuC: 32666 2/3 ofte Rd:s 49000. nog onder Ult:o Aug:s Jongstleeden, zo bij de Negotieboeken als bij die van de groote Geldcassa te laaten inneemen en verantwoorden.

Door den Heere van Reede van Oudtshoorn, als Commissaris over het post Comptoir ingedien zijnde de Reekening der Portpenningen in de Jongstverloopen zes maanden ten bedraagen van Rd:s 126:8, zo is beslooten het zelve bedragen in ‘s Comp:s Cassa te laaten overbrengen.

Laatstelijk geliefde den edelen Heer Commissaris den Raade te communiceeren dat het Lidt deezer Vergadering den Heere M:r Jacobus Johannes Le Sueur aan zijn Ed: by Requeste vertoond hebbende, dat de Inkomsten door hem in het voorleeden Boekjaar als president Commissaris van de Bank van Leening, en voor zo lange zijn Ed: geduurende ‘t zelve Boekjaar het presidie ter Weeskamer hadt waargenoomen niet meerder hadden beloopen dan Rd:s 2205:44: met verzoek dat dezelve zo als hij edele Heer Commissaris volgens het aangeteekende bij de Resolutien van den 5 December 1794 hadt gelieven te doen bij Suppletie uit ‘s Comp:s Cassa mogten worden gebracht tot op Rd:s 4000:- als de Somma welke de Hoogedele Heeren Commissarisssen Generaal schijnen te hebben bepaald tot een vast inkoomen voor de Leden deezer Vergadering, hij edele Heer Commissaris aan dat verzoek zoude defereeren en dienvolgens aan den gemelde Heere Le Sueur uit ‘s Comp:s Cassa laaten betaalen eene Somma van Rd:s 1794:4 omme dus zijne inkomsten van het voorgaande Boekjaar wederom te brengen tot eene Somma van Rd:s 4000 - onder expresse voorwaarden nochtans om daar zijn Ed de Inkomsten van den Heere Le Sueur in den voorleeden Jaare hadde gesuppleerd tot Rd:s 4000 onder approbatie van de Hoogedele Heeren Commissarissen Generaal, zonder dat zijn Ed: uit hoofde van de tegenswoordige omstandigheeden daaromtrend tot nu toe eenige dispositie van de hoogedele Heeren Commissarissen Generaal hadt ontfangen, den gemelde Heere Le Sueur verpligt en gehouden zal zijn om zo wanneer de Hooggebiedende Heeren Majores dan wel de Hoogedele Heeren Commissarissen Generaal deeze toelaage mogten desaprobeeren en daarvan restitutie vorderen zo het geene uit dien hoofde thans door den Heere Le Sueur zal worden genooten als het geene in den voorleeden Jaare heeft ontfangen bij eerste aanmaning door hem in ‘s Comp:s Cassa zal worden te ruggebracht en waartoe hij Heere Le Sueur zig ter deezer Vergadering heeft verbonden.

Aldus geresolveert ende gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorsZ

[Signed:] A: J: Sluijsken

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] J: J: Le Sueur

[Signed:] O: G: De Wet

[Signed:] W: S: V: Rijneveld