C231 v1.20
C. 231, pp. 2-4.¶
[ {179509} September 1795]
8 April 1795 post alia / mitsgaders dat alle redenen wel gewikt en nagedacht, mitsgaders de bedenkingen die zouden Kunnen worden geopperd op grond van redenen wederlegd Zynde aller voorals noch tot de aanhouding der aanweezende Retourscheepen plyten, zo mede daar niet alleen in de Houtbaai Kunnen worden gelegd, uit aanmerking dat aldaar niet meerder dan 6 of 7 Scheepen plaats Kunnen vinden, en het niet alleen moeijlijk en beswaarlyk zoude Zyn voor dat getal Scheepen in de Houtbaai binnen te Kunnen, en wederom Uit te zeilen, voornamentlyk op het zelver tydstip dat de overige Scheepen tot de Vloot gehoorende uit Baaijfals zouden vertrekken, daar uit deese wel met 16 Streeken van het Compas vertrekken Kunnen terwyl in de Houtbaai van niet meerder dan 10 Streeken tot dies verlaating kan worden gebruik gemaakt, en om Welke reedenen dan de Commandeerende Officiers van S’ Lands Fregatten de Heeren de Jongh en Clarisse, en den Equipagm:r Voltelen met dewelke hij Edele Heer Commissaris over dit onderwerp omstandig had gebesoigneerd, meede van advies waaren, dat de vloot niet behoorde te worden van een gescheiden of in differente baaien gelegd, maar in de voorm: falsbaaij te zamen gehouden, om van daar gesamentlijk haare reise naar ‘t lieve Vaderland te vervolgen, met combinatie van die Kielen welke voor der tyd nog van China en Indien in voorschr baaij moogen opdaagen, Zo is dan ook bij den Raade beslooten, omme alle de aanweesende Retourscheepen wel uit deeze Tafelbaay te depecheeren met de eerste goede gelegenheid na den 15 deser loopende maand April doch deselve te senden naar de Baaijfals ten einde aldaar te temporiseeren tot er eenige tydingen uit het Vaderland dan wel door vreemde Scheepen Zullen weesen ontvangen, omtrent de Uitslag der allarmeerende toestand waarin de republicq zig in Oct: & November laast bevond - terwijl de Scheepen thans in staat gebracht, en van al het nodige voorsien, immediaat en Zonder vertraging de reise uit Baaijfals zullen moeten onderneemen en vervolgen, wanneer die tijdinge zulx verder niet verhinderen sullen
Maandag den ii Meij 1795 beslooten op voordragt van den Ed:e Heer Commissaris Sluijsken om verschillende redenen waaronder voornamentlijkdien”( dat of schoon alles is aangewend en nog verder aangewend word om de Baaifals te brengen en te houden in Zodanige Staat van tegenweer, als de situatie de Baay en de aan handen zijnde geringd middelen maar eenigsints toelaaten een gering aantal vyandlyke Scheepen niettemin voldoende zouden zijn om de geheele retourvloot, die nevens de Uitkomende Comp:s Scheepen op het bestek de Ankergrond in Simons baay Zo na aan malkanderen hebben moeten worden vertuid, dat naauwlyks plaats tot Zwaaien hebben, door het in Brand steeken van deselve geheel te vernielen, te meer daar Zo min ter defensie van deese hoofdplaatse als van de Baaij fals uit aanmerking van het Zwak Guarnisoen iets anders heeft kunnen worden uitgevonden dan het Schieten met gloeiende Kogels, en dus om de vyandelyke Scheepen in brand te steeken, en dat dit middel van defensie bij, vyandelyke aanval gelukkende het eerst in brand geraakte Schip ogenbliklyk door dies Equipage zou worden verlaaten, en voor den vind af tussen S’ Comp: bodems dryven, waar door dus de verdediging zelfs zou Kunnen Strekken tot de allerafgryseljkste vertooning van verwoesting en de onherstelbaare Schaade van het Vaderland, dies Maatschappy en desselvs besittingen..” ) om alle de Retourbodems ten getalle van 16 in Staat te brengen om op den 18 deser, of met de eerste goede wind, welke na die datum sal waaijen, uit Baayfals te vertrekken en onder Convooi van S’ Lands Fregat van Oorlog de Scipio en s’ lands Brik de Comeet de reise naar Nederland te onderneemen.
C. 231, pp. 5-62.¶
Woensdag den {17950917} 17 September 1795
Secreet
alle present, behalven den Heere Brandt.
Het ter sessie van den 9 deeser door Commissarissen uit den Raad van Justitie ingediende en bij de Resolutien van dien dag ingeschreevene Vertoog, bij het welke haare bedugting aan deeze Regeering voordragen, dat er zig door den minderen Vertier en verzending van Tarwe geduurende dit Jaar / veroorzaakt door de voortduurende Oorlog welke de Republiecq genoodzaakt is tegen de Franschen te voeren, de geringe verzending na Indien en ‘t genoegzaam opgehouden debiet en mindere Vertier aan Vreemde Scheepen / eene aansienlijk restant van Tarwe bij de volgende recolte sullende moeten bevinden, daaruit zoude voortvloeijen dat de Landlieden genoodzaakt wierden haar Koorn voor de beuselagtige Prijzen die baatzuchtige en woekerende Ingezeetenen daarop zullen willen stellen, te moeten afstaan, en gelijk de Colonie daar door meer dan eens op den oever van haaren ondergang gebragt geworden was, nu ook een groot misnoegen en gemor onder de In -en -opgezeetenen te weeg brengen den Edelen Heer Commissaris genoodzaakt hebbende om aangezien de aangeleegendheid der saake met de gevolgen van dien, van een jeder van de Leeden des Raads te verzoeken en te requireeren derzelver schriftelijke adviesen, zo zyn op heden door dezelve aan zijn Edele aangebooden de volgende haare adviesen in schriptis.
Aan den Wel Edele Groot Achtb: Heer M:r Abraham Josias Sluijsken Raad ordinair van Neederlandsch India, mitsgaders Commissaris over ‘t Gouvernement van Kaap de Goede Hoop en den Ressorte van dien & & &
‘Op een Vertoog door Commissarissen uit den Raade van Justitie aan deeze Regeering ingedient waar bij zy hun zwarigheid te kennen geeven, over de onaangenaame gevolgen welke er moeten voortvloeijen uit de onmogelijkheid om in de aanstaande oogst, / gemerkt het groot restant, onder Ultimo December, in hunne Pakhuizen door de bij hun in dat Vertoog breeder opgegeeven reeden veroorzaakt / zo veel Tarwe te kunnen inslaan, als ingevolge de beraamde en bewerkstelligde schikkingen diende te geschieden; met verzoek dat deezen Raade daaromtrend in tijds de gepaste maatregulen geliefde te neemen: Heeft ‘t Uwel Edele Groot Achtb: behaagd van den ondergeteekende te requireen en zijn gevoelen, hoedanig hij zoude vermeenen, dat men in die omstandigheid behoorde te handelen.’
‘Weshalven hij de Eer heeft thans bij deezen hierop te zeggen.’
‘Dat hij / onder correctie / van oordeel is dat men behoorde te continueeren, omme even als reeds is geschied ‘t grootste gedeelte koorn van de buiten lieden te ontfangen, indien tot berging van ‘t zelve de noodige ruimte in het nieuw Hospitaal, konde gevonden worden, en wel te meer om dat.’
‘1 / Wanneer deeze inzaam niet geschied de Buitenlieden verpligt zouden zijn een aanzienlijke quantiteit van hun koorn als dan voor een laage prijs aan Particulieren van den hand te zetten; waar door onder dezelve niet alleen een groot gemor, en misnoegen zoude gebooren worden maar ‘t geen misschien zeer onaangenaame gevolgen voor de Regeering konde te weeg brengen.’
‘2 / Dat de gepriviligeerde Bakkers, door dien particulieren verkoop / : waar van een groot getal Inwoonderen van dit Vlek ongetwijffeld zal profiteeren, ten einde in Huis op een voordeeliger wyze te bakken / volstrekt buiten staat zullen geraaken, hun opgegeeven quantiteit welke zij uit de Pakhuizen teegens Rd:s 30:- de Vragt, verpligt zijn te ontfangen te kunnen verbakken en debiteeren, zulx zo wel zeer veel schaade aan dezelve zoude toegebragt, als boovendien het gantsche plan en inrigting met opzigt tot deeze Broodbakkers formeel om verre geworpen worden.’
‘3 / Moet hier uit al wijders proflueeren, dat gegoede lieden alleen zullen profiteeren van deeze verkoop, vermits zij in staat zijn, om het koorn zo wel tot hun gebruik op te slaan, als om ‘t zelve gevolgelijk ook veel beeter koop voor hunne Huishoudens te verbakken; terwijl de onvermogende Lieden, te midden van dit alles, het brood van de Bakkers zo veel duurder moetende ontfangen hun niet alleen het voordeel eener overvloed zoude worden onttrokken maar ook gevolgelijk tot een verbaast geklag over hardigheid aantijding geeven.’
‘En vermits dit aanzienlijk restant voor ‘t meeste gedeelte word veroorzaakt door den mindere Eisch van Batavia, als zijnde de laaste 150 Lasten minder voor dat Hoofdcomptoir, als in A:o 1793 en men ook teevens geen geleegendheid gehad heeft, uit hoofde van de aankomst der Ceilonsche Scheepen in Baaifals den Eisch van circa 5000 Mudden voor dat Gouvernement te kunnen voldoen’
‘Zo is den ondergeteekende al wijders van oodeel dat men de Hooge Regeering eerbiedig behoorde te verzoeken, de Jaarlyksche Eisschen eerder te augmenteeren als te verminderen, middelerwijl bij eene door deeze Regeering vast te stellene ordre om ingeval voorthaan een exportatie van koorn met vreemde Scheepen geschied / zo lang er een aanzienlijk restant blijft / dit niet aan Particulieren, maar uit de Pakhuizen op den Voet als aan den keizerlijke Agent Pelgrom afgeleeverd is, werd toegestaan: en deeze voorziening gevoegd by een schraale recolte, welke tog by ervaaring, volgens den loop der Saisoenen gereekend werd dikwerf om de drie of vier Jaaren te gebeuren; zoude naar ‘t idée van den ondergeteekende de te vreeze zwarigheid op welk een wijze met eene opgehoopte quantiteit eindelijk te handelen ongetwijffeld ten eenemaal uit den weg ruimen.’
‘Inmiddels hoop den ondergeteekende hier meede aan ‘t geëerd requisit van Uwel Edele Groot Achtb: te hebben voldaan, en laat deeze voor zijn nedrig advies dienen’
‘In t Casteel de Goede Hoop den 17 Sept:r 1794’
’/ geteekend / J: I: Rhenius’
‘Den Edelen Heer Commissaris van den Raadsleeden hebbende gelieven te vorderen derzelver advysen over den inhouden eener Memorie door Commissarissen uit den Raade van Justitie aan zijn Wel Edele Groot Achtb: in deezen Raad gepresenteerd, met betrekking tot de geringe opgaaven door de gepriviligeerde Bakkers gedaan van de Tarwe, welke zy tot hun bakneering voor ‘t aanstaande Jaar vermeenden nodig te hebben het welk ten gevolge zoude hebben, dat zy Commissarissen daar het groot restant, ‘t welk volgens eene bereekening door den Heere administrateur van ‘s E Compagnie Graan Maguazijnen ter deezer Tafel opengelegd, door dit verminderd vertier der Bakkers onder Ultimo December aanstaande zoude overblijven, zig buiten staat zouden bevinden, om ingevolge het gemaakt plan de koorn bouwende Landlieden van hun overtollig Graan te ontlasten, met de gevolgen welke daar uit natuurlijk te vreezen zouden zijn: vind zig de ondergeteekende niet weinig verleegen, en zeer huiverig om zyn gevoele te uitten’
‘Hij wenschte wel, dat men bij ‘t aangeeven van het plan, om den Landman zo veel mogelijk steeds van zyn overtollig Graan te ontdoen, het welk zonder twijffel niet dan tot ‘t grootste nut en voordeel voor denzelven moet verstrekken, en zeer te hoopen is, dat by voortduuring zal kunnen worden ter uitvoer gebracht, ook teevens bedacht waare geweest, wat zoude moeten en kunnen in het werk worden gesteld, wanneer het geval exteerde dat door een verminderd vertier, en bij eene gewenschte overvloedige recolte de Pakhuizen zodanig opgevuld geraaken, dat men buiten staat wierde gesteld, om dit nuttig Plan in allen deelen ter uitvoering te brengen: Dan daar evenwel een middel zal dienen te worden uitgedagt, waar door de gegronde bezorgtheid van gemelde Commissarissen voor eerst zal kunnen worden uit den weg geruimd, zo zoude de ondergeteekende van submis gevoele zijn, dat op de minstkostbaare wijze moeste worden uitgezien naar Pakhuizen, om, zo veel mogelijk voort ‘t teegenswoordige, bij den aanstaande graanen oogst, ingevolge het gemaakt plan, de Tarwe te kunnen bergen de ondergeteekende herhaald voor ‘t teegenswoordige, dewijl dog vermeend te moogen gelooven, dat de E: Compagnie bij deeze voor den Landman zoo gunstige dispositie zig niet kan hebben verpligt om in welke gevallen ook al het graan van denzelven tot haare eygen en zeekere schade aan te neemen. In de hoope ondertusschen dat de Goede voorzienigheid ons eerlang met de zogewenschte vreede zal verblijden of zulke omstandigheeden dien gebooren worden waar door wederom eene deure voor meerdere exportatie onzer Landsproducten worden geopend’
‘den 17 September 1794.’
’/ geteekend / J: J: Le Sueur’
‘de zwarigheid van Commissarissen uit den Raade van Justitie bij hun Vertoog ter Vergadering van den 3 deezer voorgesteld komen kortelijk hier op uit’
‘Dat vermits de Broodbakkers voor het aanstaande Jaar 1794 hebben opgegeeven 8290 Mudden Tarwe minder nodig te hebben als het gepasseerde Jaar, hier door onder Ult: December aanstaande het Restant van Tarwe bij hun eens zo groot zal zijn als zij behoorden te hebben.’
‘Dat zy dienvolgens bij de verwagt wordende recolte veel minder koorn van den Landman zullen kunnen ontfangen, als het vastgesteld plan meede brengd, en dat de Landlieden daar door waarschijnlijk met een goed gedeelte van hunne Tarwe belemmert blijvende of dezelve tegens prijzen die voor hun en den Landbouw ten uittersten nadeelig zijn, zullende moeten verkoopen men hier uit misnoegen en gemor bij hun verwagt.’
‘Het plan door de gezegde Commissarissen bedoelt, vervat zijnde bij ‘t aanschrijvens der Hoog Edele Heeren Commissarissen Generaal van den 14 December 1792, brengt een tweeledig oogmerk en voorzorg meede waar van ‘t eene strekt om zo voor s’ Compagnies omslag als voor den nooddrift der Ingezeetenen altijd een Jaar Tarwe in voorraad te doen zijn, en ‘t andere om de koornbouwende Ingezeetenen zeekerheid te verschaffen om zig van verre het aanzienlijkste gedeelte van het voornaamste Landsproduct de Tarwe Jaarlyks tot een behoorlijke prijs en teegen contante betaling te ontdoen.’
‘Hoogsgedagte Hoog Edele Heeren Commissarissen Generaal doen by vervolg van dezelve zeer geërbiedigde Missive blijken dat in de bepaling van de quantiteit welke tot ‘t een en ander einde zoude moeten dienen, men voornamentlijk heeft moeten te werk gaan na de weinige ruimte die toen ter tijd tot den inslag en berging der Tarwe aan handen te brengen was, en dat de bepaling van 75000 Mudden dies alleen na eene bereekening van die ruimte is geschikt geworden.’
‘Uit het aangehaalde blykt genoegsaam dat indien bij t constateeren van het gezegde Plan, een meerdere ruimte tot den inslag en berging van Tarwe te vinden was geweest, de bepaling der quantiteit zeer waarschijnlijk ook groter en wel na de bereekening van t geen tot het voorgesteld oogmerk dienstig wierd geoordeeld tot 95000 mudden zoude zijn genomen geworden; en dat dus indien er thans buiten ongeëvenreedigde kosten voor de Comp:e meer ruimte te vinden is, men na mijn inzien, geen zwarigheid zoude behoeven te maken, om die quantiteit eenigzints, na de presente omstandigheeden te suppleeren: te meer om dat Hun Hoog Edelheedens met het beraamen van de schikkingen tot den inslag der Tarwe gelijk gezegd een voorzorg hebben willen gebruiken om de Landlieden van ‘t aanzienlijkste gedeelte hunner Tarwe Jaarlijks tot een behoorlyke prijs te ontdoen: teegen welk oogmerk strijden zoude indien men de Landlieden met een groot gedeelte van hunne Tarwe liet zitten, zoo als dit ‘t gevolg zoude zijn in gevalle men zig aan eene na proportie der gehad hebbende ruimte gemaakte bepaling van 75000 mudden houdende, alleen zo veel aanneem als, na aftrek van ‘t aangeweezen restant onder Ultimo December aanstaande aan die quantiteit zal komen te ontbreeken.’
‘Men bevind dat er onder Ult:o Junij laatstleeden restant is geweest.’
‘
in s Comp:s Graanmagazyn | Mud 23715 7/8 | |
en bij Commissarissen uit den Raad van Justitie | d:o 23245 1/2 | |
te zamen Mudden | 46961 3/8 | |
van dit restant zal apparentelijk afgaan | ||
Uit 's Comp:s Graanmagazyn | ||
ter verzending na Batavia | Md:n 5000 | |
tot consumptie voor den omslag | d:o 4000 | |
mudden | 9000 | |
dit afgetrokken van | d:o 23715 7/8 | |
blijft er overig M:n | 14715 7/8 | |
waar by uit de najaarse leverantie der Landlieden calculeeren te zullen ontfangen worden | d:o 2000 | |
zo dat er onder Ult:o December 1794 bij de Comp:e restant zoude zyn | M:n 16715 7/8 | |
het voorsZ restant bij Commissarissen uit den Raad van Justitie is groot | M:n 23245 1/2 | |
men stelle dat daar van in vergelyking der verstrekking in het verweeken half Jaar met een dimunitie van 4145 mudden na den mindere opgaaf der Broodbakkers zal afgaan | d:o 12575 | |
Resteerd | Mud:n 10670 1/2 | |
dog dat uit de najaarsche leverantie der Landlieden daar by weder staat te worden ontfangen | 2000 | |
dan zoude er onder Ult:o December 1794. bij Commissarisssen uit den Raade van Justitie restant zijn | M:n 12670 1/2 |
in s Comp:s Graanmagazyn | Mud 23715 7/8 | |
en bij Commissarissen uit den Raad van Justitie | d:o 23245 1/2 | |
te zamen Mudden | 46961 3/8 | |
van dit restant zal apparentelijk afgaan | ||
Uit 's Comp:s Graanmagazyn | ||
ter verzending na Batavia | Md:n 5000 | |
tot consumptie voor den omslag | d:o 4000 | |
mudden | 9000 | |
dit afgetrokken van | d:o 23715 7/8 | |
blijft er overig M:n | 14715 7/8 | |
waar by uit de najaarse leverantie der Landlieden calculeeren te zullen ontfangen worden | d:o 2000 | |
zo dat er onder Ult:o December 1794 bij de Comp:e restant zoude zyn | M:n 16715 7/8 | |
het voorsZ restant bij Commissarissen uit den Raad van Justitie is groot | M:n 23245 1/2 | |
men stelle dat daar van in vergelyking der verstrekking in het verweeken half Jaar met een dimunitie van 4145 mudden na den mindere opgaaf der Broodbakkers zal afgaan | d:o 12575 | |
Resteerd | Mud:n 10670 1/2 | |
dog dat uit de najaarsche leverantie der Landlieden daar by weder staat te worden ontfangen | 2000 | |
dan zoude er onder Ult:o December 1794. bij Commissarisssen uit den Raade van Justitie restant zijn | M:n 12670 1/2 |
‘Deeze beiden Restanten bedragen te zamen 29385 3/8 en zoude dus, tot de bepaling van 75000 Mudden daar bij slegts mogen worden ontfangen 45614 5/8 mudden’
‘Uit een opulenten oogst hier te lande word door de ondervinding geleert dat de Landlieden doorgaans na de kaap opbrengen kunnen, grosso modi 60000 mudden Tarwe. wanneer nu van deeze 60000 Mudden / : gesteld dat de op handen zynde recolte van die opulentie wezen zal gelyk men verwagt :/ zo by de Compagnies als by Commissarissen uit den Raad van Justitie ontfangen wierden 45000 mudden tot suppletie der bepaling van 75000 Mudden, zouden de Landlieden zig belemmerd moeten vinden met 5000 Mudden Tarwe het geen voor hun in aanschouw genomen zynde de kosten die zy tot de graan culture, thans meer als voorheen bezwarend, aanwenden moeten tot geen gering nadeel verstrekken zoude.’
‘Indien men dan konde verwagten, dat zodanig opulente Tarwe oogsten eenige Jaare agter een op elkanderen zullen blyven volgen, zoude de bedenking en zwarigheid moeten onstaan hoe men, wanneer de Landlieden met het ontfangen van de gezegde 15000 Mudden wierden gesoulageerd en men bij vervolg Jaarlijks daarmeede continueerende, al dien voorraad opsloeg, ten laasten eenig middel zoude kunnen vinden zig daar van te ontlasten.’
‘Maar behalven dat de ondervinding heeft geleerd, dat zo eenige weinige Jaaren agter een den Tarwen oogst gezegend en opulent is geweest, er ook door de wijze beschikking der voorzienigheid andere Jaaren zijn gevolgd, welke inteegendeel zeer schraale oogsten uitleverden, die meer dan eens de alleruiterste bekommering voor de nooddruft der Ingezeetenen zelve hebben doen ontstaan, behalven dat men den nijveren Landman te deezer dagen, door gebrek aan Yzer tot het vervaardigen der benodigde werktuigen, buiten staat vind, het land tot den Tarwe oogst, ter gezette tijd, na zijn lust te ontginnen, vestige men eens het oog ter naspeuringe van de oorzaken eener minder als gewoon vertier en consumptie, en dat zal men bevinden dat ‘t manquement van exportatie, zo wel als de weinige relachen van vreemde Scheepen alhier, bijzonder meede dat men van het nabuurig Eiland Mauritius niet na gewoonte Tarwe alhier is komen afhalen, niet anders dan alleen aan ‘t thans subsisteerend verderflijk oorlog, waarmeede de Republiecq door Vrankryk aangevallen is, toeteschryven is.’
‘En men zal dan mogen hopen en verwagten dat zo dra dien oorlog zal weezen geëindigt, ‘t geen Godt geeven dat spoedig gebeuren mag, alle vorige thans gestopte debouchees dadelijk zullen weezen geopend.’
‘Indien dan deeze onze wensch vervuld word en wij te gelijker tijd die schraale Jaaren kwamen te ontmoeten, tot welkers vervulling den teegenswoordige overvloed verstrekken moet, zal men dan kunnen verantwoorden en zig niet moeten beklagen geen gebruik te hebben gemaakt van die middelen welke in den weg der Voorzienigheid, door menschelijke voorzorgen betamelijk aangewend, tot subsistentie der Ingezeeteen hadden kunnen verstrekken, maar dat men zelfs, uit ‘t oog missende het einde waartoe de Hoog Edele Heeren Commissarissen Generaal ‘t ontwerp tot den Jaarlyksen inzaam van voorraad aan Tarwe tevens noodzaaklyk hebben gevonden, namentlijk om door gepaste middelen voorzieninge te doen, tot subsistentie van den Landbouw teegen het groot bezwaar derzelve, in teegendeel door een al te verre getrokkene schroom en vreez, had toegelaten dat de graanbouwende Ingezeetenen zig met hun overvloedige Tarwe belemmerd hadden gevonden, of wel genoodzaakt waaren geworden dezelve tot zodanige prijzen van de hand te zetten dat zy de kosten van dies culture daar uit niet goed maken konden dat men daar door al verder dat nuttigst gedeelte der Ingezeetenen, welke door ‘t plan tot den opslag en berging van voorraad nu eenen gerustheid gevoeld van de vrugten hunner kosten en arbeid te zullen mogen genieten, daar inne te leur gesteld en ten contrarie als overtuigd had, dat ook deeze wijze maatregulen meede bij vervolg niets meer daar toe baten kunnen, en dat men dus eindelijk diezelve Ingezeetenen als ‘t waare gedrongen had, dien arbeid welke zonder grote kosten niet aan te wenden is, grotendeels te laaten varen, en te verwaarloozen, om op andere min nuttige of wel ligt verderflijke middelen van bestaan bedagt te zijn, waar van den gevolgen niet zijn te voorzien en welke met regt een waare grond tot schroom en vreez uitleeveren’
‘Andere redenen meer die de tegenswoordige tyds omstandigheden genoeg doen ontmoeten, voorbijstappende, zijn de bijgebragte voldoende geweest, om alle bedenkingen en zwarigheeden die anders zouden kunnen opkomen te doen ophouden en mij na zyne overweeging nog van advijs te doen zijn, gelijk met onderwerping aan betere, adviseeren bij deezen.’
‘Dat ingevalle tot den inslag en berging van 15000 mudden Tarwe, boven de bepaling van 75000 mudden geschikte ruimte te verkrygen mogt zijn, gelijk wel ligt ‘t buitengewoon klein getal zieken in ‘t Hospitaal, gedogen zal, die ruimte in dat gebouw aan te treffen, en dat den op handen koomende graane oogst weder zo opulent en gezegend mogt zijn, dat den Landman zig met met deeze 15000 Mudden Tarwe belemmert mogt vinden, dezelve als dan tot hun soulaas tegen den gestelden prijs behoord te worden ingeslagen en ontfangen; en zulks te meer om dat hier door nog niet volkomen zoude zijn vervuld die quantiteit Tarwe welke tot den gecalculeerden voorraad van een Jaar gelijk boven is gewaagd, behoord te verstrekken’
‘Kaap de Goede Hoop den 14 September 1794’
’/ geteekend / O: G: de Wet.’
‘De Wel Edele Groot Achtb: Heer Commissaris deezes Gouvernemente, in Hoogstdeszelfs qualiteit bij besluit van den 9:e deser van den Heere Gezachhebber en de verdere respective Heeren Raadsleeden hebbende gelieven te vorderen, derzelver schriftelyke advysen ende wel ieder afzonderlyk op ‘t bericht van Commissarissen uit den Raade van Justitie over de zwarigheid in den ontfangst van Tarwe, zal de onderget: alzo de eere hebben voor het zijne alhier uit te brengen’
‘Dat hij, onder correctie van begrip is, dat den ontfangst van koorn in den aanstaande Jaare 1795 behoord te worden gereguleerd naar maate dat ‘t restant onder Ult:o December aanstaande groter zal zyn, zo in de Magazijnen der E: Comp:e als in die van Commissarissen uit den Raade van Justitie, en daarentegen het vertier kleinder, om zoo doende de bepaalde voorraad onder Ultimo December 1795 van 20000 Mudden niet te surpasseeren.’
‘Wanneer men zonder in aanmerking te willen neemen ‘t grooter restant en kleinder Vertier in anno 1795 zoude willen inslaan 55000 Muddens Tarwe, de quantiteit welke voor Jaarlijks vertier voorkomt bij het Plan bij Haare Hoog Edelheedens de Hoof Edele Heeren Commissarissen Generaal gearresteerd, dan blykt uit de deezen verzellende bereekening dat men met het uiteinde van den Jaare 1795 restant zoude hebben 49604 7/8 mudden het geenen tot 59673 1/4 mudden zoude toeneemen wanneer men zo veel koorn in den aanstaande Jaare wilde ontfangen, als door de landlieden dit Jaar is geleevert geworden.’
‘Zeer waarschijnlyk is ‘t intusschen, dat wanneer den landman niet al zijn koorn aan de E: Comp:e en aan Commissarissen uit den Raade van Justitie zal kunnen leeveren, hij daar door genoodzaakt zal zijn, ‘t resteerende verre beneeden den waarde aan Particulieren te verkoopen, het geene in de eerste plaats miscontentement onder hen zoude kunnen veroorzaaken en in de Tweede ten gevolgen hebben de gedeeltelijke omverwerping van ‘t Plan bij voorsZ Heeren Commissarissen Generaal vastgesteld’
‘Dan hoe zeer ‘t ook te wenschen waare dat door gepaste maatregulen te beramen en in ‘t welk te stellen, dit een en ander konde worden geprevenieerd, zoude de ondergeteekende ‘t eenige middel, dat naar zijn begrip, daaromtrend aan handen komt te zijn, en daar in zoude koomen te bestaan, dat de Comp:e al ‘t koorn in den aanstaande Jaare van den Buitenman nam, niet durven emplecteeren: deels om dat men onder Ultimo deCember 1795 zig met zoo een grote quantiteit van Tarwe zoude vinden geembarasseert, dat men van de recolte van a:o 1796 niets zoude kunnen ontfangen; Terwijl tot het bewerken van dit meerder koorn en het nodige toezigt daar over te houden ook nog meerder Suppoosten en Slaaven zouden werden vereischt en deels! om dat de ondergeteekende ‘t vooruitzigt niet heeft, dat dat Koorn zonder merkelijk verlies aan de Maatschappij toe te brengen, in der tijd zoude kunnen worden van de hand gezet.’
’/ geteekend / W: F: van Reede van oudtshoorn’
‘overgegeeven in Raade den 17 September 1794’
‘Bereekening waaruit blijkt dat, wanneer het groter restant onder Ultimo December aanstaande en kleinder vertier niet in aanmerking wierde genomen en men gevolglijk in den Jaar 1795 overeenkomstig ‘t Plan bij Heeren Commissarissen Generaal gearresteerd zoude willen inslaan 55000 Mudden Tarwe, men als dan in beide de Magazijnen zo van den E: Compagnie als in die van Commissarissen uit den Raade van Justitie te zamen onder Ultimo December 1795 restant zoude hebben 49604 7/8 Mudden.’
‘
Het restant in beide de voorsZ Magazijnen bedroeg onder Ultimo Junij 1794 te zamen | Mudden Tarwe 46961 3/8 | |
zedert daar bij ontfangen en tot Ultimo December 1794 nog verder te ontfangen | d:o 7358 1/2 | |
Zouden te zamen maken | M:n T: 54319 7/8 | |
van Primo Junij Jongstgepasseerd verstrekt en tot Ultimo December 1794 nog verder te verstrekken, als Na Batavia te verzenden, waar onder een goed gedeelte bij enticipatie op den eisch van a:o 1795 | M:n T: 5000 | |
Aan de Gecontracteerde Bakker der E: Comp: Arend van Wielligh | d:o 3500 | |
Aan de particuliere Broodbakkers van dit Caabsche Vlek | d:o 11655 | d:o 20155 |
Zouden alzo onder Ult:o December 1794 in de Magazijnen, in steede van de bepaalde voorraad van 20000 Mudden komen te resteeren | M:n T: 34164 7/8 | |
Wanneer men in a:o 1795 overeenkomstig 't vastgesteld plan, waar bij het vertier toemaals is bereekend op 55000 Mudden zoude willen in slaan | d:o 55000 | |
Zoude dit met het restant onder Ultimo December 1795 te zamen bedragen | d:o 89164 7/8 | |
Men verondersteld, dat naar 't Jongst vertier, in a:o 1795 zal worden verstrekt, als. | ||
In voldoening der Bataviasche Eisch | M: T: 8325 | |
d:o d:o van die van Ceijlon | d:o 925 | |
NB of schoon dit vertier met betrekking tot ceilon by gebrek aan Scheepsgeleegendheid deezen Jaare plaatze heeft gehad | ||
Aan de Gecontracteerde Bakker der E Comp:e | 7000 | |
d:o d:o Burger Bakkers | d:o 23310 | |
In alles te zaamen Mudden Tarwe | 39560 | |
Zouden alzo na dit presumptivelijk vertier onder Ultimo December 1795 komen te resteeren, 't restant in den hoofde deezes gemelds van | d:o 49604 7/8 | |
Het geene de bepaalde ordre zoude surpasseeren met | d:o 29604 7/8 |
Het restant in beide de voorsZ Magazijnen bedroeg onder Ultimo Junij 1794 te zamen | Mudden Tarwe 46961 3/8 | |
zedert daar bij ontfangen en tot Ultimo December 1794 nog verder te ontfangen | d:o 7358 1/2 | |
Zouden te zamen maken | M:n T: 54319 7/8 | |
van Primo Junij Jongstgepasseerd verstrekt en tot Ultimo December 1794 nog verder te verstrekken, als Na Batavia te verzenden, waar onder een goed gedeelte bij enticipatie op den eisch van a:o 1795 | M:n T: 5000 | |
Aan de Gecontracteerde Bakker der E: Comp: Arend van Wielligh | d:o 3500 | |
Aan de particuliere Broodbakkers van dit Caabsche Vlek | d:o 11655 | d:o 20155 |
Zouden alzo onder Ult:o December 1794 in de Magazijnen, in steede van de bepaalde voorraad van 20000 Mudden komen te resteeren | M:n T: 34164 7/8 | |
Wanneer men in a:o 1795 overeenkomstig 't vastgesteld plan, waar bij het vertier toemaals is bereekend op 55000 Mudden zoude willen in slaan | d:o 55000 | |
Zoude dit met het restant onder Ultimo December 1795 te zamen bedragen | d:o 89164 7/8 | |
Men verondersteld, dat naar 't Jongst vertier, in a:o 1795 zal worden verstrekt, als. | ||
In voldoening der Bataviasche Eisch | M: T: 8325 | |
d:o d:o van die van Ceijlon | d:o 925 | |
NB of schoon dit vertier met betrekking tot ceilon by gebrek aan Scheepsgeleegendheid deezen Jaare plaatze heeft gehad | ||
Aan de Gecontracteerde Bakker der E Comp:e | 7000 | |
d:o d:o Burger Bakkers | d:o 23310 | |
In alles te zaamen Mudden Tarwe | 39560 | |
Zouden alzo na dit presumptivelijk vertier onder Ultimo December 1795 komen te resteeren, 't restant in den hoofde deezes gemelds van | d:o 49604 7/8 | |
Het geene de bepaalde ordre zoude surpasseeren met | d:o 29604 7/8 |
‘Cabo de Goede Hoop den 17 September 1794.’
’/ geteekend / W: F: van Reede van oudtshoorn’
‘Bereekening waaruit consteerd dat wanneer men in de aanstaande Jaare 1795. zo veel koorn van den Landman zoude willen inslaan, als van dit Jaar uit hoofde van ‘t kleinder Restant onder Ultimo December 1793 en groote vertier heeft plaats gehad, men als dan onder Ultimo December 1795 restant zoude hebben 59673 1/4 Mudden’
‘
Na de voorige bereeking zoude 't restant onder Ultimo December 1794 zijn | Mudden Tarwe 34164 7/8 |
Hier bij voor den aanstaande Jaare te ontfangen den ontfangst van dit Jaar gevoegd het welk zal komen te bedragen | d:o 65068 3/8 |
Maakt te zamen | Mudden T:we 99233 1/4 |
afgetrokken | |
het præsumptivelijk vertier van a:o 1795 | d:o 39560 |
Resteerd alzo onder Ultimo December 1795 het in den hoofde deezes gemeld bedragen van | d:o 59673 1/4 |
Dat de bepaalde ordre zoude te bovengaan met | d:o 39673 1/4 |
Na de voorige bereeking zoude 't restant onder Ultimo December 1794 zijn | Mudden Tarwe 34164 7/8 |
Hier bij voor den aanstaande Jaare te ontfangen den ontfangst van dit Jaar gevoegd het welk zal komen te bedragen | d:o 65068 3/8 |
Maakt te zamen | Mudden T:we 99233 1/4 |
afgetrokken | |
het præsumptivelijk vertier van a:o 1795 | d:o 39560 |
Resteerd alzo onder Ultimo December 1795 het in den hoofde deezes gemeld bedragen van | d:o 59673 1/4 |
Dat de bepaalde ordre zoude te bovengaan met | d:o 39673 1/4 |
‘Cabo de Goede Hoop den 17 September 1794’
’/ geteekend / W: F: van Reede van oudtshoorn.’
‘Den ondergeteekende Cassier met behoorlijke attentie ingezien hebbende het Vertoog van Commissarissen uit den Raade van Justitie roulleerende over de zwarigheeden welke zig betrekkelijk den inslag van den bepaalden voorraad van Tarw tot de consumptie der Ingezeetenen komen voor te doen, / : waaromtrend door den Edelen Heer Commissaris in de laatst gehoudene bijeenkomst des Raads wegens de aangeleegendheid der zaake van den Heere Gezaghhebber benevens de verdere resp:e Heeren Leeden is gevorderd geworden, hoofd voor hoofd, derzelver afzonderlyke advyzen in eene volgende Vergaderingen te leeveren : / en by de voorsZ naauwkeurige examinatie van dat vertoog, aan hem Cassier al dadelyk zijnde komen te blyken dat de onvoorsiene omstandigheeden welke tot deeze zwarigheeden aanlijding hebben gegeeven, zig niet bepalen alleen tot de administratie aan de zorge van Commissarissen uit den Raade van Justitie toevertrouwd, maar ook eenen gelijken invloed hebben op alle de overige Maatregulen door Heeren Commissarissen Generaal beraamd, en doen in ‘t werk stellen om voorthaan altoos, zo wel ten behoeve deezer Colonie als ter voldoening der Indische Eisschen eene genoegzaame voorraad van Tarwe aan handen te hebben; Zo heeft hij gemeend, alvorens over tegaan tot het suppediteeren van zijne consideratien en advijs, aanvanklijk te moeten onderzoeken, welke oogmerken Hoogstgemelde Heeren Commissarissen Generaal kunnen gehad hebben, met ‘t introduceeren der schikkingen langs welke men thans tot den evengeciteerden voorraad moet koomen? hoedanig de bereekening is geweest, waar op Hoogstdezelve hunne dispositien hebben gegrond? en in hoe verre door afwyking van dees calculatie in ‘t oog te houden aan de salutaire intentien van Haar Hoog Edelheedens eenig derangement zoude kunnen werden te weege gebragt.’
‘Bij dit evengeciteerden onderzoek heeft den ondergeteekende ontwaard, dat het but van Heeren Commissarissen generaal met het emplecteeren der thans plaats hebbende maatregulen is geweest drie leedig, te weeten het conserveeren der Thiende voor de E: Comp:e teegens welkers opbrenging en betaling de Landlieden bereids herhaalde representatien hadden gedaan. de Verzorging eener bestendige geleegendheid aan die zelfde Landlieden om zig in ‘t vervolg altoos voor eene zeer aanneemelijke en bepaalde prijs van een goed gedeelte van de by hun gewonnen wordende Tarwe te kunnen ontdoen, en zo wel de Maatschappij als de Ingezeetenen deezer Hoofdplaatze voorthaan altoos buiten gebrek en verlegendheid te houden’
‘Ter beryking deezer eijndens calculeerden Heeren Commissarissen Generaal dat eigentlijk zoude werden vereischt eene quantiteit van 95000 Mudden Tarwe, als, voor den omslag der Maatschappij’
‘
Tot 't vertier in een rond Jaar | 10000 |
om voor een volgend Jaar in voorraad te zijn | 10000 |
Ter voldoening der Indische Eisschen | 15000 |
te zamen | 35000 |
Ten behoeve der Ingezeetenen | |
Tot de Consumptie in een rond Jaar | 30000 |
om voor een Jaar in voorraad te geraken | 30000 |
te zamen | 60000 |
Tot 't vertier in een rond Jaar | 10000 |
om voor een volgend Jaar in voorraad te zijn | 10000 |
Ter voldoening der Indische Eisschen | 15000 |
te zamen | 35000 |
Ten behoeve der Ingezeetenen | |
Tot de Consumptie in een rond Jaar | 30000 |
om voor een Jaar in voorraad te geraken | 30000 |
te zamen | 60000 |
‘Dan nadien de aanhouding der Pakhuizen tot berging en den verderen omslag ter bewerking, van een zo considerabel hoeveelheid koorns benodigd, niet alleen tot merkelijk bezwaar zoude hebben verstrekt, maar daar over zoude zijn geabsorbeerd geworden, zo niet al ‘t voordeel der gepercipieerde Tiende, dan dog een zeer groote gedeelte van dien, zo hebben haar Hoog Edelheedens, om dit een en ander te vermyden, en alzo hoogstderzelver wijze maatregulen met de meest mogelijkste æconomie en besparing te doen verzeld gaan, bepaald gehad, dat de gecalculeerde quantiteit Tarwe ten dienste der Maatschappij dezelfde blyvende gelijk de Specificatie hier boven aantoond, ten behoeve der Ingezeetenen slegts zoude werden ingeslagen, eene hoeveelheid van 40000 Mudden te weeten 30000 Mudden voor consumptie en 10000 Mudden tot voorraad voor een volgend jaar als Stellende Heeren Commissarissen Generaal dat in cas van schaarsheid ofte gebrek de 15000 Mudden Tarw ter voldoening der Indische Eisschen in computatie gebragt aangehouden werdende, zouden kunnen strekken ter suppletie van t deficit op de quantiteit ten dienste der Ingezeetenen werdende vereischt, invoegen de qualificatie tot den eersten inslag van Tarw, zig dan ook heeft bepaald tot 75000 Mudden in ‘t geheel en de nodige Pakhuizen daar voor zijn aangeschaft’
‘Wanneer de oplegging der voorsZ 75000 Mudden Tarw gedaan zijnde, de consumptie en verzending over een komstig de gemaakte bereekening was blyven continueeren dan zoude men niets anders te doen gehad hebben dan Jaarlijks voor ‘t verorberde en afgescheepte de restant blyvende 10000 mudden bij de E: Comp:e met 25000 andere mudden aan te vullen en bij ‘t gelijke restant van 10000 Mudden onder Commissarissen uit den Raade van Justitie insgelijks eene acquisitie te doen van nog 30000 mudden omme gestadig tot den eens bepaalden voorraad te geraaken en daar bij ook te blyven.’
‘Maar men heeft zig zeer onverwagts op eene gantsch onaangenaame wijze bedrogen gezien in de evengeciteerden overslag omtrend de hoeveelheid Tarwe die regulier Jaarlijks verorberd en van hier verzonden zoude werden welke ten bazis hadde verstrekt tot ‘t bepalen van den benodigden voorraad, Want niet alleen is de quantiteit Tarw door de gepreviligeerde Bakkers aan Commissarissen uit den Raade van Justitie ter voorziening der Ingezeetenen opgegeeven een groot vierde gedeelte minder als in den voorleeden Jaare, terwijl ook ‘t geen door den aanneemer der Leverantie van ‘t benodigde Brood voor den omslag der E: Comp:e werd verbruikt in een gelijke proportie verschild, maar differend voor al de Eisch voor Indien gedaan, als de helft kleinder zijnde dan die van Anno Passato’
‘Hier uit nu staande voort te vloeyen dat onder Ultimo December deezes Jaars een aanmerkelijk groter restant aan Tarwe, zo wel in de Maguazynen der E: Comp:e als in die zig onder de administratie van Commissarissen uit den Raad van Justitie bevinden aan handen zal worden gevonden, zonder dat zig voor als nog de minste vooruitzigten van een favorablen debouché en vervoer naar buiten s’ lands, of consumptie en vertier in de Colonie zelve komt voor te doen, leevert zulks een zeer embarrassant perspectif op, gemerkt men in deeze gesteldheid van zaaken zal moeten opteeren, om van twee kwade ‘t beste te kiesen of men namentlijk de Schikkingen en maatregulen door Heeren Commissarissen Generaal met opzigt tot de oplegging der benodigde quantiteiten Tarw beraamd in duigen zal laaten vallen, dan of men tot dies support met den inslag van dat graan in de bepaalde quantiteit zal voortvaaren, zonder te letten op de accumulatie, welke daar uit staat gebooren te worden, nog stille te staan op ‘t denkbeeld dat men door dees mesure in omstandigheeden zal kunnen geraaken, waar voor men geene uitkomsten zal weeten te vinden’
‘De groote vraag is dierhalven wat in dees gesteldheid van zaaken thans best doen te werden gedaan.’
‘Wil men zig bepaalen om met de aanstaande Leverantie bij Commissarissen uit den Rade van Justitie en zo ook bij de Compagnie den ontfangst te doen inrigten naar ‘t grooter restant en het minder vertier, ten einden bij de expiratie van het Jaar geen groter voorraad te hebben als 20000 Mudden in byde de administratien te zamen genoomen, als dan vervallen alle de bovengementioneerde schikkingen bij Heeren Commissarissen Generaal vastgesteld dadelijk van zelven, want de Landlieden in dat geval, met ‘t grootste gedeelte van hunnen oogst blijvende zitten, zonder geleegendheid te vinden om die ter exportatie van de hand te kunnen zetten, terwijl den aanneemer der Leverantie van ‘t Brood voor den ommeslag van de Compagnie, geenzints onder de verpligting legd om zijn benodigd koorn volstrektelijk uit de Maguazijnen der Maatschappij te moeten ontfangen, zo zal daar uit gebooren worden, dat eerst deezen aanneemer, en vervolgens ook de meeste gegoede Ingezeetenen zig voor een zeer lagen prijs van koorn zullen voorzien, de eerstgemelde om zig daar van in zijne Leverantie te bedienen en de Laatstgenoemde om zig door zelfs te bakken het nodige brood ter consumptie in hunne Huishoudingen beter koop te verzorgen, welk een en ander notoir ten gevolge moet hebben, dat de Tarw bij de E: Comp:e voor den ommeslag van dit Gouvernement ingeslagen, onverbruijkt zal blijven leggen en dat de neering der Bakkers vervallende, de afleeveringen uit de Maguazijnen van Commissarissen ten behoeve der Ingezeetenen insgelijks zeer important zullen verminderen, Ja zelfs wel ras meede geheellijk zullen cesseeren, wanneer dezelve Bakkers geleegendheid mogten kunnen vinden om contrarie derzelver verpligtingen uit de derde en vierde hand te bekomen, het nodige koorn ter verzorging der armen en behoeftigen die de faculteit en ‘t vermogen niet hebben van zelven te kunnen bakken.’
‘Daar men zig nu niet kan ontveinzen, dat het vervallen der Maatregulen bij Heeren Commissarissen Generaal beraamd om de Landlieden voor een raisonnable prijs van een groot deel huns oogsts t’ ontlasten onder dezelve Landlieden een zeer groot miscontentement zoude te weegen brengen, door dien de Leverantien aan de Compagnie cesseerende in een tijdstip dat er ter zaake van den oorlog, schier geene Particuliere vaart der Ingezeetenen ofte aankomst van vreemde Naties’ Scheepen is, alle Canaalen van debit zig daar door met eens zouden vinden gestopt, en dat miscontentement ook met reden zoude werden bespeurd onder de Classe der min vermogende Ingezeetenen aan deeze Hoofdplaatze, die gelijk hier even is gezegd, geene middelen genoeg bezittende om zelve goed koop te kunnen bakken, uit dien hoofde genoodzaakt zouden zijn, duurkoop bij de Bakkers ten offer te moeten blijven koomen en den ondergeteekende alle regtmatige reedenen van ontevreedenheid en gemor onder de Ingezeetenen als ten allen tijde Hoogstnadeelig voor de goede ordre, rust en tranquiliteit in een Land zijnde in de præsente conjuncturen van zo gevaarlijke uitzigten beschouwd dat naar zijn oordeel niets onbeproefd diend te werden gelaaten, om dezelve langs alle gepaste middelen en weegen voor te koomen en tegen te gaan’
‘Zo is hij, voor zig, om alle de vooren geallegueerde reedenen van oordeel en advijs, dat men het zwaarst ook zwaarst moetende doen weegen, dienvolgens in steede van iets te doen waar door de schikkingen bij Heeren Commissarissen Generaal beraamd zouden kunnen koomen te vervallen, alles behoord aan te wenden, om dezelve in stand te houden, aangezien de nadeelen die daar uit voor de Maatschappij zouden kunnen Proflueeren in geene vergelijking kunnen werden gebragt met de gevolgen, welke tegengestelde Maatregulen in den presenten quijnenden en neringlozen staat der Colonie onvermijdelijk zouden hebben, en dat men mits dien, na zig daar toe op de minstkostbaarste wijze de nodige bergplaatzen te hebben aangeschaft ongeagt de groter restanten welke onder Ultimo December aan handen zullen werden gevonden op nieuw zo bij Commissarissen uit den Raad van Justitie als bij de E: Comp:e behoord te doen inslaan de bepaalde quantiteit van 25000 Mudden en 30000 Mudden Tarwe respective, in de hope dat ‘t cesseeren van den presenten verderfelijken oorlog blijde uitkomsten tot afzetting van de alzo geaccumuleerden voorraad zal opleveren alvorens de recolte des aanstaanden Jaars 1795 zal komen in te vallen, dog met die voorzorge teffens dat bij aller eerste Scheepsgeleegendheeden, zo aan de Hoog gebiedende Heeren XVII als aan den Hoog Edele Heeren Commissarissen Generaal onder kennis geeving in welke criticque positie de Regeeringe zig alhier zoude bevinden, wanneer de voorschreeven uitkomsten mogten ontbreeken instandig werde verzogt, dat er middelen mogen werden beraamd om in Cas van noodzaaklijkheid voor ‘t teegenswoordige den overtolligen voorraad naar het vaderland te kunnen verzenden, en dat voor ‘t vervolg de Eisschen voor Indien te Batavia werden ingerigt in proportie der groote waar voor die Eisschen bij de bereekening van de benodigtheid in computatie zijn gebragt’
’/ geteekend E: Bergh’
‘overgegeeven in Rade den 17 September 1794.’
Welke met de vereischte attentie zijnde geresumeerd zo wierden die van den Heer Gezaghebber Rhenius beneevens de Heeren Le Sueur, de Wet en Bergh, bevonden daar in ten vollen over een te stemmen, dat zy de natuurlijke vraag welke uit het boovengemeld Vertoog van Commissarissen uit den Raade van Justitie afvloeide, namentlijk of de omstandigheeden der Colonie en ‘t behoud van dies Ingezeetenen, waar aan het belang van de Compagnie zoo onverdeelbaar is verknogt, mitsgaders het doen voortduuren en in stand houden van de wijze schikkingen van de Hoog Edele Heeren Commissarissen Generaal om jaarlijks de bepaalde quantiteiten Tarwe zo wel voor de Consumptie der Inwoonderen als ter verzendinge naar Indien, en ter voorkooming van gebrek in te slaan, al of niet vorderde om onaangezien dat den Presenten, grooten voorraad van Tarwe geoccasioneerd door een mindere Consumptie en veel geringer versending oorzaak weezen zal, dat ‘t restant van dezelve onder Ultimo December eerstkomende veel grooter is dan ‘t zelve behoorde te zijn, na volgens ‘t door welgemelde Heeren Commissarissen Generaal beraemd en gearresteerd plan in den aanstaande Jaare 1795 nog te continueeren, om de bepaalde quantiteit van 55000 Mudden Tarwe ten fine voorschreeven, van de Landbouwers te accepteeren en in te slaan, voor de daar voorgestelde prijzen; alle in de affirmative beantwoorden en om de bygezegde advisen ter needergestelde reedenen daar in over een stemmen om zoo de vereischte Bergplaatze kan worden gevonden, als dan onaangesien het waarschijnelijk groter restant als de bepaaling nog weder de geseide 55000 Mudden Tarwe te accepteeren zo heeft den Edelen Heer Commissaris, na alle de Leeden voor derzelver advisen bedankt te hebben verklaard zig met die van de bovengemelde Heeren Rhenius, Le Sueur, de Wet en Bergh ten vollen te conformeeren, en zulx boven de daarvoor bij geseide adviesen aangehaalde gewigtige reedenen, nog uit aanzien van de volgende niet minder dringende bedenkingen, en wel
1:mo Dat ‘t onmogelijk is om de heilzaame schikkingen van de Hoog Edele Heeren Commissarissen Generaal en ‘t plan om deeze Colonie voor gebrek te bewaaren in stand te houden wanneer den Koorn Bouwer by gebrek van Bergplaats genooddrongen word zijn koorn af te staan voor de Prijs welke baatzuctige lieden sullen goedvinden na haar eigene willekeur op ‘t zelve te stellen, om dat als dan de vermogende door haar Brood zelfs te bakken zig de laage prijs ten nutte makende de Schamele Gemeente die haar Brood bij den Backer moet kopen voor de daar opgestelde Prijs, uitgesloten blijvt om in den overvloed te deelen, zulx van verre uitsiende gevolgen weesen kan
2:do Dat de presente zeer onaangenaame omstandigheeden, meerder als ooit vorderen dat ‘t voorseide plan in rigeur blijven, niet alleen om de opgezeetenen in deeze ongelukkige tijden, daar door den oorlog allen uitvoer zo met Compagnies Scheepen als door de vrije vaart en de Scheepen van andere Natien gestremd is, en deeze Colonie voor alle haar benodigdheeden tot den Landbouw en wijn culture, mitsgaders tot kleeding haarer Slaaven enorme Prijzen betalen moet zelfs ‘t oude Yzer tot 14 Rd:s de 100 lb, veroorzaakt door dat geduurende 12 maanden geene van deeze articulen nog door de Compagnie gezonden, nog door Particulieren op vragt aagebragt geworden zijn, terwijl haaren Wijn voor de schadelijken Prijs van 10 Rd:s de Legger bij gebrek aan Bergplaats en Vaatwerk moeten verkoopen, zoo veel mogelijk te hulpe te koomen en voor een zeekere ruine te bewaaren, waar toe de Wel Edele Hoog Agtbaare Heeren Majores steeds en wel bijzonder bij Hoogstderzelver gevenereerde Missive van den 28 Julij 1785 haare vaderlijke zorge en toegeneegendheid zo duidelijk gemanifesteerd hebben, schoon ook de toenmaalige gevolgde Schaarsheid en zedert veranderde tijds omstandigheeden de uitvoeringe van die gunstige schikkingen buiten executie gehouden heeft
3:tie Dat ongereekend het verlies dat de Maatschappij in haare Tiende zoude lyden, wanneer den landman met zijne Tarwe beladen bleef, comen de opgezeetenen langs deezen weg in staat steld om haare verschuldigde recognitie gelden en zelfs de agterstallen van dien, / van welke dit Jaar eene aanzienlijke Somme te binnen gekomen is / en zo meede de Interessen aan de Bank van Leening enZ: op teleggen en te voldoen, waar toe anders onvermogen zullen zijn, en
4:to Dat men mag vaststellen dat zo ras het den Hemel zal behaagen om den Vreede aan ‘t lieve Vaderland te schenken, den afhaal van Tarwe door Vreemde, mitsgaders de verzendinge met eigen Scheepen vrij aanzienlijk weezen zal, ongereekend dan nog men alte veel malen ziet dat eenige Jaaren na een opulenten oogst door een misgewasch gevolgd word, buiten andere pregnante reedenen, die zijn Ed: alhier niet gevoeglijk oordeelde te beschrijven.
Weshalven dan, alzo het mede lidt der Vergadering den Heer van Reede van oudtshoorn welke volgens zijn hier boven in geschreeven advis van verschillende gedagten is, en overzulks verklaarde nog in dit besluit nog in die welke daar uit zullen voortvloeijen te kunnen concurreeren, door geseiden Edele Heer Commissaris en vorengemelde vier Leeden goedgevonden en besloten is, omme den ontfangst van Tarwe voor den aanstaande Jaare 1795 ofte van ‘t thans te veld staande gewasch, wederom te stellen volgens ‘t gemaakte plan door de Hoog Edele Heeren Commissarissen Generaal op Vijf en vijftig Duizend Mudden, en daar van door t volgende Placaat aan de In -en -opgezeetenen kennis te geeven ten einde dezelve daar door uit den waan waar in schijnen te zijn en de vrees welke daar door by dezelve is ontstaan, als zoude de Regeering haar slegts van een zeer geringe quantiteit Tarwe willen ontlasten, te brengen
‘Abraham Josias Sluijsken Raad van Neerlands India, mitsgaders Commissaris over ‘t Goüvernement van Kaap de Goede Hoop en den Ressorte van dien & & & beneevens den Raad, doen te weeten’
‘Dat wij in consideratie genoomen hebbende, dat ‘t presente Jaargetij wederom zodanige gelukkige oogst beloofd, dat ‘t den landman onmogelijk zal zijn om zig van zijne te winnene Tarwe te ontlasten, aangezien de verderfelijke oorlog die de republiecq tot haare eigene verdediging en behoud, genoodzaakt is teegen de Franschen te voeren, aan de In en opgezeetenen deezer Colonie verhindert, om gebruik te maken van de middelen door de Hoog Edele Heeren Commissarissen Generaal over geheel Indien en deeze Colonie, ten einde een bestendig vertier te verschaffen aan de Producten deezes Lands beraamd, zo daarinne door ons niet worden te hulpe gekomen, niet teegenstaande zig als nog in de Magazynen van de Compagnie en in die van Commissarissen uit den Raade van Justitie een aanzienlijke voorraad van bijna Vijftig duizend Mudden bevind, aan de eene zijde en aan den anderen kant; dat wij op de gunstige Voorzienigheid welke dit anders gezeegend Land zo dikwerf in noden uitkomst heeft gegeeven, vertrouwende, ons vleien, dat zo ras den voormelden oorlog zal weezen geëindigt, niet alleen de vrije vaart en handel mitsgaders alle andere geoorloofde bronnen van Vertier eenen weg tot het debiet, bijzonder meede van de Tarwe, openen zullen; hebben goedgevonden, ten einde om alle In en opgezeetenen, bij voortgang, meer en meer te betoonen onze oprechte zucht en neiging, om voor zo veel wij vermogen en immers doenlijk te maken is, hen van een zeer aanzienlijk en verre ‘t grootste gedeelte hunner Tarwe te ontlasten, en hen dus in staat te stellen om door noestheid en vlijt een bestaan voor hen en hunne Huisgezinnen te vinden, te bepaalen en vast te stellen, zoo als vastgesteld en bepaald word bij deeze: dat, onaangezien de voormelde groote voorraad die reeds aan handen is, nog wederom voor ‘t aanstaande Jaar bij den nieuwe oogst van Tarwe, zo als reeds Twee Jaaren na den anderen is geschied, van de gezamentlijke opgezeetenen zonder onderscheid in de Magazijnen van de Compagnie en in die van Commissarissen uit den Rade van Justitie zal worden ontfangen, de Tarwe welke door hen kaapwaards zal worden gebracht, tot eene quantiteit wederom van Vijf en Vijftig duizend Mudden, ende zulks teegens de bepaalde prijs, na aftrek der gerechtelijke Thiende de Compagnie competeerende van Rd:s 25 1/2 de vracht, in de hope dat ‘t de voorzienigheid zal behaagen, om door ‘t dempen van den tegenswoordige verderffelyken oorlog, geleegendheeden te doen ontstaat, om de overgroote voorraad welke men hier door gewisselijk zal erlangen, en Waar van de Maatschappij alweeder om de betaaling, berging, bewerking, en risico zal moeten bekostigen en dragen, van den hand te kunnen zetten: dan wel dat de nieuwe maatregulen door ons beraamd, om den uitvoer van Tarwe uit deeze Colonie te bevorderen moogen worden goedgekeurd en van eene gewenschte uitslag agtervolgd, terwijl wij, alle de In en opgezeetenen willen hebben gewaarschouwd en vermaand, gelijk wij hen vermaanen en waarschouwen tot den ontfangst van Vijf en Vijftig duizend Mudden Tarwe in den aanstaande Jaare of van den eerst verwacht wordende oogst, te beschouwen als thans alleen te zijn gemaakt en geschied, uit bijzondere consideratie voor den Ingezeetenen welvaard, in de droevige omstandigheeden door den oorlog veroorzaakt. &:a’
en is vervolgens geresolveerd en goedgevonden om van den voorseide 55000 mudden door Commissarissen uit den Raad van Justitie te laaten ontfangen, zo veel als onder Ultimo December eerstkomende zal worden bevonden nodigt te zijn, ter aanvulling van de 40000 mudden welke zo ter verstrekking als om in voorraad te hebben, haar bij ‘t meergenoemde plan Jaarlijks toegelegd zijn, terwijl de dan van voorsZ 55000 mudden overig zynde tarwe in ‘s Compagnies Graanmagazijnen zal moeten worden ontfangen en opgeslagen.
En om dat gedeelte van ‘t Hospitaal waarin nog geen koorn opgeslagen is, en uit hoofde van ‘t geringe getal zieken kan gemist worden, daar toe te doen in staat brengen, als zullende waarschijnelijk genoegzaam zijn om ‘t daar meede te stellen, zonder tot het inhuuren van Pakhuizen den toevlugt te neemen
Voorts om de Wel Edele Achtbare Heeren Majores met aanbieding van deeze Resolutie op de eerbiedigste en tevens dringenste wijze te bidden, om tog niet alleen deeze Colonie van de zo onontberelijke benodigdheeden voor den Landbouw en Wynculture als daar zijn, Yzer, Smeekolen, duigen en Yzere Banden waar van men ten eenemaale ontbloot is te willen voorzien, welke wanneer bij Publiecque Vendutie worden verkogt, een genoegzaam voordeel zullen afwerpen maar ook om in haare Hooge Wijsheid en zo veel zulx mogelijk te maken weezen zal te willen te hulpe koomen in ‘t Debit haarer Producten, waar toe thans nog door S’ Compagnies uit Indien retourneerende Scheepen, alzo die boorde vollaaden zijn, nog door de vrije vaart uit aansien van den oorlog, nog door vreemde Naties Scheepen welke deeze uithoek meer en meer schijnen te verlaten, genoegzaam geen geleegendheid overgebleeven is.
Terwijl den Edelen Heer Commissaris wel op zig heeft gelieven te neemen om bij eerste geleegendheid de Hoog Edele Commissarissen Generaal op ‘t allerinstantelykste te verzoeken, door Hoogstderzelver hooge magt ‘t derwaards te derigeeren, dat de Eisschen van Tarwe uit Indien en voornamentlijk van de Hoofdplaats, welke deezen Jaare aansienlijk minder als in den gepasseerden Jaare geweest zijn, zo veel mogelijk te maken is, mogen worden vermeerderd, En welk verzoek meede door deezen Raade aan de Hooge Indiasche Regeering bij de eerst af te gaane Missive eerbiedig zal worden gedaan
Aldus Geresolveerd ende gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorschreeven.
[Signed:] A: J: Sluijsken
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] E: Bergh
[Signed:] My present G: f: Goetz Secret:s
C. 231, pp. 63-70.¶
Maandag den {17950216} 16 Februarij 1795
Secreet
‘S Voormiddags, present de Edele Heer Commissaris beneevens de Heere Gezachhebber en de Heeren Leeden, Le Sueur, de Wet en Brandt.
Wierd door den Edelen Heer Commissaris den Raade te kunnen gegeeven, dat zyn Ed: niet dan met innig leedweezen uit de týdingen alhiër ingekoomen over de deplorable toestand waarin de Republicq der Vereenigde Nederlanden zich door den tegenswoordigen Oorlog bevind, ook onder anderen had moeten verneemen de allezints beklagenswaardige en Schadelyken invloed, die deeze toestand notoir heeft moeten hebben op de Zaaken van de generale oost indische Maatschappye der gemelde Republicq, vooral ten aanzien van de Staat haarer Financiën in Nederland, welke door de geringe Retoüren die zy zeedert eenige týd en voornamentlyk in het afgeloope Jaar heeft ontvangen, het achterblyven der Ceilonse retourbodems, de Stremming van den handel in het algemeen en de kostbaare uitrustingen welke de Maatschappy, in de twee Jongstverloope Jaaren naar Indien heeft gedaan, zodanig is verzwakt, dat zij zich genoodzaakt heeft gezien de betaaling der op haar verleende Assignatien te moeten opschorten; - dat zyn Ed: volkoomen overtuigd van de gevaarlyke invloed welke de bewustheid deezer toestand van zaaken op de gemoederen van de gezamentlyke In -en Opgezeetenen deezer Colonie vooral in de kwynende omstandigheeden waarin dezelve is, zou kunnen hebben, ook gaarne deeze bewustheid in zyn Ed: boezem zou hebben gesmoord, doch dat eene niet mindere overtuiging van de onmogelykheid dat S Comp:s financieele Staat binnen kort eene zodanige gerustige keer kan neemen, dat zij de op haar verleende assignatien en in andere ten faveur der Ingezeetenen van dit Land onvoldaan gebleeven pretentien zou kunnen voldoen, vooral daar men by onstentenis van eenige de allerminste tydingen van Batavia, Ceilon en andere etablissementen geenzints kan calculeeren waarin de Retouren voor dit loopende Jaar zullen bestaan, en of dezelve aanzienlijk genoeg zal zyn om te kunnen hoopen dat de Maatschappy daar door in staat zou kunnen geraaken aan haare engagementen te voldoen, - mitsgaders by aandachtige overweeging dat de tyd naderende waarin volgens ‘S Raads publicatie van den eerste January Jll de vier Tonnen Gouds tot de Jaarlijkse remise per assignatie naar Nederland in S Comp:s Cassa zullen moet worden ontfangen, zonder dat de Ingezeetenen tijding hebben erlangd offe hunne bevoorens geremmitteerde Sommen zijn betaald dan niet, de tijding van dies nonbetaaling, welke mogelijk bij arrivement van het eerste Vaartuig uit Nederland meer dan te Spoedig ruchtbaar zal kunnen worden, zeer zeeker een algemeen misnoegen zal moeten veroorzaaken en dit misnoegen vermeerderd worden zo wanneer men in de akelige onzeekerheid waarin deeze Regeering zich zo over de Staat der zaaken in Nederland als die van S Comp:s possessien en handel in geheel Indien bevind, mogt overgaan om de gezeide ƒ400.000:- wederom op de gewoone voet en bepaalde termijnen in s Comp:s Cassa te laten overbrengen, te meer daar deeze telling geschied en de assignatien voor dezelve verleend verzonden zijnde, vervolgens de tijding inkwam te betaalen, aan de Ingezeetenen aanleiding zou kunnen worden gegeeven tot de veronderstelling dat deeze Regeeringe daarvan eenige bewustheid had gehad en dus ook mogelijk tot vorderingen welke voor de Maatschappij zeer nadeelig en voor deeze Regeering allerkommerlykst en belemmerend zoude zijn, en waarvan de gevolgen niet zyn te bepaalen of te doordringen, ook hadt vermeend deeze bewustheid niet langer te moogen verbergen, en dat zyn Ed: dus ook deeze Vergadering extra ordinair hadt laaten convoceeren om daarvan openinge te geeven, in het volkoomendst vertrouwen dat niet alleen ieder Lidt van dezelve met zyn Ed: een gelyk gevoelig aandeel zal neemen in de droevige omstandigheeden waarin d’ Compagnie zich door gestadige tegenspoed en rampen vind gedompeld maar ook met zyn Ed: over de bewustheid dier omstandigheeden het allerdiepst geheim bewaaren, en in de verleegendheid waarin deeze Regeeringe zich desweegens bevind zodanige middelen beraamen als waar door zonder dat geheim als nog te openbaaren, het belang der Maatschappij en dat der Ingezeetenen zou kunnen worden betracht zonder de laatste tot eenige Schadelijke vermoedens te doen overgaan of hen aanleiding tot misnoegen te geeven.
Over al het welk aandachtelyk gedelibereerd geworden zijnde en daarby overwoogen, dat hoe zeer men ook aan de eene zyde mag vaststellen dat de Ingezeetenen tot nu toe geene volledige bewustheid hebben van den toestand van s Companies financieele zaaken, men echter zints den ontfangst der allarmeerende tijdingen over het Vaderland in ‘t algemeen, en zo meede door ‘t achterblijven van tijdingen uit Indien onder veele hunner eene huiverigheid heeft ontwaard om hunne gelden in S Comp:s Cassa ter remise naar Patria te tellen, in hun verlangen dat de termijnen tot de betaaling bepaald mogten worden geprolongeerd, en het dus in de gevolgen zeer nadeelig zou kunnen zijn, wanneer men volgens gewoonte de geene aan wien gepermitteerd word gelden te remitteeren tot de betaaling daarvan op de vastgestelde termijnen wilde aanmaanen, - het aan de andere kant zelfs voor ‘t tegenswoordige even zo nadeelig zoude zijn wanneer de In -en Opgezeetenen wierden verwittigd, dat geene der Gelden ter overmaaking aangebooden ontfangen zoude worden, om dat daaruit als van zelfs zou worden gebooren de verdenking als of deeze Regeeringe de Soliditeit en het vermoogen der Compagnie om aan haare engagementen te voldoen in twijffel trok, en waardoor de gestadige dagelijkse klachten van by gebrek aan geleegendheeden om gelden te remitteeren of producten te verzenden, geene Europische behoeftens, zelfs niet de allernoodzakelykste tot voortzetting van den Landbouw te kunnen bekoomen, meer en meer zouden toeneemen, - mitsgaders dat hoe zeer dit een en ander buiten tegenspraak is het echter met de belangens der Maatschappij geenzints kan Strooken om haar wederom uit dit Gouvernement te bezwaaren met de betaaling eener Somma van ƒ400.000 in Nederland, zonder voldoenend te zyn verzeekerd dat haare retouren uit Indien voor deezen Jaare aanzienlijk genoeg zullen weezen om te kunnen hoopen dat dit bezwaar door haar zal kunnen worden gedraagen, - Zo is dan ook bij den Rade unanime beslooten, omme ingevolge ‘t besluit deezer tafel van den 6 der loopende maand wel te doen procedeeren tot de repartitie van het geen een ieder der Ingezeetenen ter remise zal mogen tellen, zonder echter tot den ontfangst der Gelden over te gaan, zullende dus aan de geene welke zich daartoe ten Negotiecomptoir of in ‘S Compagnies Cassa zullen vervoegen, moeten worden aangezegd, dat aangezien de Retourscheepen nog niet zyn gearriveerd, hen nader zal worden bekend gemaakt Wanneer met den ontfangst te worden een begin zal worden gemaakt, ende zulks in afwachting dat deeze Regeering eerlang tydingen uit Indien zal moogen ontfangen over de toestand die zaaken en de retouren die de Maatschappy van daar in deezen Jaare kan verwachten, omme als dan nader te overweegen wat ‘S Comp:s belang en dat der Ingezeetenen van deeze Colonie, mitsgaders de pligt der Regeeringe in deeze zo netelige omstandigheeden koomen te vorderen, - zullende inmiddels en in allen gevalle niemand der Ingezeetenen aan wien gepermitteerd zal zijn gelden te remitteeren, tot de betaaling van het geheel of een gedeelte zijner aangeteekende Sommen mogen worden aangesprooken, maar aan hen volkoomen vryheid worden gelaaten, dezelve gelden te tellen dan niet
Dan vermits door deeze zo zeer noodzakelijke beschikkingen meer dan waarschijnlijk word, dat mogelyk niets of ten minsten zeer weinige gelden door de Ingezeetenen deezer Jaare in ‘S Comp: Cassa ter remise naar Nederland zullen worden geteld, en men onder anderen op den ontfangst der voorz: ƒ400000:- : heeft moeten calculeeren om de uitgaven welke dit Jaar moeten worden gedaan, gaande te kunnen houden zonder meerder Cartonne munt dan de Somma van Een Millioen Ryksdaalders door de Hoog Edele Heeren Commissarissen Generaal bepaald, in circulatie te brengen, - zo is bij overweeging van de noodzakelyheid dat by týds worden gezorgd om S Comp groote Geldcassa niet ontbloot te laten van Munten tot de gewoone uitgaaven, zo als nu door het waarschynlijk gemis van voorm: ƒ400000: erlangd te vreezen zoude zyn, als niet meerder inhebbende dan Rx 52269:- bij den Raade alverder beslooten, om in deeze zo zeer belemmerende omstandigheeden het gemelde Millioen Ryksdaalders welke in circulatie in deeze Colonie moogen zijn, te vermeerderen met nog 200000 Ryxdaalders aan Cartonne munt en te bepaalen op 1200000 Ryxd:s, mitsg:s om daartoe ten spoedigsten te doen Stempelen zo veel Cartonne Munt als tot vervulling van dezelve ontbreekt aan de reeds in roulance gebragte Ryxdaalders 1044695 en die te doen teekenen door dezelve Gecommitteerdens welke by besluit van den 19 Maart 1793 zijn benoemd tot de teekening en vervaardiging van het bovengezeide Millioen nieuw geld en waaraan tot nog toe niet verder als tot een bedraagen van 40600 Ryxd:s voldaan heeft behoeven te worden, uit hoofde van het oude geld dat zig teevens nog in roulance bevind, omme vervolgens bij de Negotieboeken ingenoomen en in ‘S Comp groote Geldcassa overgebracht te worden, - en is Laatstelyk ten deezen aanzien verstaan ‘t Letteren, nummeren en beschrijven der gemelde nieuwe munten in voege als volgd te laaten geschieden namentlyk, die van Rd:s 60, 50 en 40 door den Boekhouder Petrus Albertus van der Riet, van 30 en 20 door den adsistent Jacobus Blomhart, van Rx 10 door den adsistent Lambertis van der Poel van Rx 5 door den adsisten Arend de Waal j:r van Rx 4 door den adsistent Floris Meezer van Rx 3 door den Adsistent Pierre de Rubaix en die van d:o 2 door de Adsistent Ernst Jacques Herat
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorschreve
[Signed:] A: J: Sluijsken
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] C: Brandt
[Signed:] My present G: f: Goetz Secret:s
C. 231, pp. 71-85.¶
Vrijdag den {17950220} 20 Februarij 1795
Secreet
‘S Voormiddags present de Edele Heer Commissaris beneevens den Heer Gezachhebber en de Heeren Leeden Le Sueur, de Wet, Van Reede van Oudtshoorn en Bergh
Na resumptie en approbatie van de Secreete Resolutie ter jongste Sessie deezer raade op den 16 der loopende maand genoomen wierd door den Edelen Heer Commissaris de Vergadering te kennen gegeeven, dat wanneer zijn Ed: om dat gedeelte van gemelde Resolutie, waarbij is bepaald dat de thans rouleerende cartonne Munten zouden worden geaugmenteerd met Rxd:s 200000 en dus de Som welke aan de gezeide Munt in deeze Colonie circuleerd, gebracht worden op Twaalf maal Hondert duizend Ryxdaalers, ten spoedigste ter executie te leggen, op eergisteren ordres hadt gegeeven om met ‘t Stempelen van zodanige Munten als daartoe kwaamen te ontbreeken een aanvang te maaken, en vervolgens gisteren een gedeelte van de toen reeds gestempelde Cartonne munten ter teekening aan de respective Gecommitteerdens wilde afgeeven, by het onderzoek na de nummers waarmeede de nieuwe Stukken moesten worden beschreeven, tot zyn Ed grootste ontroering hadde ontwaard, dat van het Carton het welk ingevolge ‘t besluit dezer Regeeringe van den 19 Maart 1793 moest vervaardigd worden, door den Secretaris van den Rade van Justitie aangestempeld was en vervolgens ter beschrijving afgegeeven eene Somma van Ryxd:s 456000:- welke volgens het geen aan zyn Ed na ‘t desweegens bewerkstelligd onderzoek was gerapporteerd in voege als volgd gedeeltelijk waaren afgelangd, namentlyk
Aan den Heere M:r Jacobus Johannes Le Sueur, als daartoe Gecommitteerd neevens den Koopman titul:r Ryno Johannes van der Riet en den Onderkoopman Arend de Waal Arendsz: | |
2000 p:s a Rxd: 60 | Rxd:s 120000:- |
3000 d:o d:o d:o 50 | d:o 150000:- |
1000 d:o d:o d:o 40 | d:o 40000:- |
Aan den Heere Oloff Godlieb de Wet, als daartoe gecommitteerd neevens den Koopman Titulair Cornelis Cruijwagen en den Boekhouder Johannes Gysbertus Blankenbergh | |
2000 p:s a Rxd:s 30:- | Rxd:s 60000:- |
2000 d:o d:o d:o 20:- | d:o 40000:- |
1000 d:o d:o d:o 10:- | d:o 10000:- |
Aan de Heer William Ferdinand van Rhede van Oudtshoorn als daartoe gecommitteerd neevens den onderkoopman Oloff Marthini Bergh en den toenmaligen Boekhouder Petrus Johannes Truter | |
4000 p:s a Rd:s 5 | Rd:s 20000 |
1000 d:o d:o d:o 4 | d:o 4000 |
Aan den Heere Christoffel Brandt als daartoe gecommitteerd neevens den Koopman titulair Jan Pieter Baumgardt en den Boekhouder Petrus Diemel | |
2000 p:s a Rd:s 3:- | Rd:s 6000 |
3000 d:o d:o d:o 2:- | d:o 6000:- |
te zaamen uitmaakende voorm: Somma van | Rd:s 456000:- |
Aan den Heere M:r Jacobus Johannes Le Sueur, als daartoe Gecommitteerd neevens den Koopman titul:r Ryno Johannes van der Riet en den Onderkoopman Arend de Waal Arendsz: | |
2000 p:s a Rxd: 60 | Rxd:s 120000:- |
3000 d:o d:o d:o 50 | d:o 150000:- |
1000 d:o d:o d:o 40 | d:o 40000:- |
Aan den Heere Oloff Godlieb de Wet, als daartoe gecommitteerd neevens den Koopman Titulair Cornelis Cruijwagen en den Boekhouder Johannes Gysbertus Blankenbergh | |
2000 p:s a Rxd:s 30:- | Rxd:s 60000:- |
2000 d:o d:o d:o 20:- | d:o 40000:- |
1000 d:o d:o d:o 10:- | d:o 10000:- |
Aan de Heer William Ferdinand van Rhede van Oudtshoorn als daartoe gecommitteerd neevens den onderkoopman Oloff Marthini Bergh en den toenmaligen Boekhouder Petrus Johannes Truter | |
4000 p:s a Rd:s 5 | Rd:s 20000 |
1000 d:o d:o d:o 4 | d:o 4000 |
Aan den Heere Christoffel Brandt als daartoe gecommitteerd neevens den Koopman titulair Jan Pieter Baumgardt en den Boekhouder Petrus Diemel | |
2000 p:s a Rd:s 3:- | Rd:s 6000 |
3000 d:o d:o d:o 2:- | d:o 6000:- |
te zaamen uitmaakende voorm: Somma van | Rd:s 456000:- |
doch dat van alle de gezegde stukken cartonne Munt, Slechts geteekend waaren te rug gebracht, in S Comp groote geldcassa ontfangen en bij de Negotieboeken ingenoomen de volgende, als | |
2000 p:s a Rd:s 60 | |
1000 d:o d:o d:o 30 | |
1000 d:o d:o d:o 20 | |
3992 d:o d:o d:o 5 | |
1000 d:o d:o d:o 4 | |
2000 d:o d:o d:o 3 en | |
3000 d:o d:o d:o 2, | mitsgaders dat van de hiervoren gen: gestempelde Stukken |
1000 d:o d:o d:o 50:- | wederom in s Compagnies groote geld Cassa onder 't onbestempelde Carton waaren te rug gebracht; dat dus zyn Ed: daar alle de gezeide Muntstukken zijn gestempeld en ter teekeninge afgegeeven, voor dat zyn Ed: het Gezach deezes Gouvernements hadt aanvaard, zonder dat daarvan by de Negotieboeken of bij die van de groote geldcassa, door Zyn Ed meenigwerf geexamineerd eenige de minste traces zyn te vinden, bij deeze naspeuring dan ook voor de eerste rijze hadt ontdekt, dat zich ofschoon dezelve muntstukken reeds in de maanden April en Meij van 't Jaar 1793 zyn afgegeeven, zich nog onder de Gecommitteerdens tot dies teekening by besluit van den 19 Maart 1793 benoemd moesten zyn, bevindende |
doch dat van alle de gezegde stukken cartonne Munt, Slechts geteekend waaren te rug gebracht, in S Comp groote geldcassa ontfangen en bij de Negotieboeken ingenoomen de volgende, als | |
2000 p:s a Rd:s 60 | |
1000 d:o d:o d:o 30 | |
1000 d:o d:o d:o 20 | |
3992 d:o d:o d:o 5 | |
1000 d:o d:o d:o 4 | |
2000 d:o d:o d:o 3 en | |
3000 d:o d:o d:o 2, | mitsgaders dat van de hiervoren gen: gestempelde Stukken |
1000 d:o d:o d:o 50:- | wederom in s Compagnies groote geld Cassa onder 't onbestempelde Carton waaren te rug gebracht; dat dus zyn Ed: daar alle de gezeide Muntstukken zijn gestempeld en ter teekeninge afgegeeven, voor dat zyn Ed: het Gezach deezes Gouvernements hadt aanvaard, zonder dat daarvan by de Negotieboeken of bij die van de groote geldcassa, door Zyn Ed meenigwerf geexamineerd eenige de minste traces zyn te vinden, bij deeze naspeuring dan ook voor de eerste rijze hadt ontdekt, dat zich ofschoon dezelve muntstukken reeds in de maanden April en Meij van 't Jaar 1793 zyn afgegeeven, zich nog onder de Gecommitteerdens tot dies teekening by besluit van den 19 Maart 1793 benoemd moesten zyn, bevindende |
2000 p:s a | Rd:s 50:- ofte | Rd:s 100000 |
1000 d:o d:o | d:o 40:- d:o | d:o 40000 |
1000 d:o d:o | d:o 30:- d:o | d:o 30000 |
1000 d:o d:o | d:o 20:- d:o | d:o 20000 |
1000 d:o d:o | d:o 10:- d:o | d:o 10000 |
- 8 d:o d:o | d:o 5:- d:o | d:o 40 |
en dus te zaamen | Rd:s 200040:- |
2000 p:s a | Rd:s 50:- ofte | Rd:s 100000 |
1000 d:o d:o | d:o 40:- d:o | d:o 40000 |
1000 d:o d:o | d:o 30:- d:o | d:o 30000 |
1000 d:o d:o | d:o 20:- d:o | d:o 20000 |
1000 d:o d:o | d:o 10:- d:o | d:o 10000 |
- 8 d:o d:o | d:o 5:- d:o | d:o 40 |
en dus te zaamen | Rd:s 200040:- |
dat zyn Ed ten hoogsten gesurpreneerd en ontsticht over deeze behandeling nog gisteren avond met alle omzichtigheid en onder recommandatie van de in Zaaken van deezen aart zo hoogstnoodzakelijke Secretesse, de Heeren Le Sueur en de Wet daar van hadt onderrecht en teffens aan hun Ed gelast de nodige zorge te dragen dat alle de aan hun Ed ter teekening inhandigde cartonne Munten in welke staat die zich ook mogten bevinden, aan zyn Ed: wierden ter hand gesteld en dat hierop door den Heere Le Sueur over het aangaan der Vergadering aan zyn Ed waaren overgelegd
Welke door de nalatigheid van den Boekhouder Godfried Andries Watermijer, met de beschryving der Stukken van rd:s 60; 50 en 40 gechargeerd en aan hem tot dat einde ter hand gesteld, tot nu toe onbeschreeven waaren gebleeven. en door den Heere de Wet
alle welke door zyn Ed: geteekend, onder behoorlyke recipissen waaren ter hand gesteld aan den voormelden Koopman titulair Cornelis Cruijwagen, en door deeze aan dies laatste teekenaar den Boekhouder Johannes Gijsbertus Blankenberg, dewelke door zyne meenigvuldige bezigheeden als gezwoore Clercq ter Weeskamer hadt vergeeten de gemelde door hem geteekende Stukken aan den Heere Gezachhebber ter hand te stellen, en dat hy Ed: Heere Commissaris dus nodig hadt geoordeelt alle de voorzeide Muntstukken heeden morgen ter tafel van deezen Raade te brengen, onder byvoeging van
die volgens besluit van den 16:de deezer ter ordre van zynde op eergisteren zyn aangestempeld, mitsgaders nog
welke alle gestempeld, onder de ongestempelde Cartonnen en S Compagnies Groote Geldcassa zyn gevonden en laatstelyk nog 8 p:s a rd:s 5 ieder die den Heere Van reede van Oudtshoorn aan zyn Ed had overgelegd, als door den adsistent welke de Stukken van Rx:d 5 en 4 bevoorens heeft moeten beschrijven abusivelyk genommerd en dus onbruikbaar geworden zyn, ten einde zo omtrend dezelve als omtrend de Muntstukken welke by het vervolg mogten moeten worden geslaagen, zodanige rechtmatige ordre en behandeling te beraamen en in te voeren als geschikt zou worden gevonden, om voor ‘t vervolg in een zaak van zulk een overgroote aangeleegendheid als deeze, en omtrend welkers goede directie zo de Maatschappij als deeze Regeering en de gezamentlyke In -en -Opgezeetenen van dit Land het hoogste belang en vertrouwen moeten kunnen Stellen te zorgen dat de hoog noodzakelyke zorge en attentie in agt genomen word
Over al het welk aandachtig gedelibereerd zynde, zo is by den Raade goedgevonden en dienvolgens beslooten te bepaalen en te ordonneeren zo als bepaald en geordonneerd bij deeze
Eerstelijk, dat daar de ongestempelde Cartonnen volgens besluit van den 23 September anno passato reets by de Negotieboeken zyn ingenoomen geworden, ook wanneer nieuwe Munten moeten worden aangestempeld, dezelve aan den Secretaris van den Raad van Justitie, ten wiens overstaan deeze bestempeling geschied en daar voor verantwoordelyk is niet anders uit S Comp: groote geldcassa door den Heere Hoofdadministrateur zullen moogen worden afgegeeven dan op schriftelijke ordonnantie van den Hoofdgebieder met bekendstelling van derzelver couleuren, mitsg:s hoedanig bestempeld moeten worden, en dat den gemelde Secretaris voor den ontfangst van dat Carton op de gemelde ordonnantie zal moeten teekenen
Ten Tweeden dat het Carton bestempeld zynde, daarvan door den Secretaris van den Raade van Justitie zal moeten kennisse gegeeven worden aan den Hoofdgebieder in der tijd, ten einde hetzelve gestempeld Carton wederom op ordonnantie in S Comp groote geldcassa te doen overbrengen en by dies boeken zo wel als bij de Negotieboeken in te neemen onder de benaming vangestempeld Cartonmet specificatie van de quantiteit der Stukken in aantooning van de waarde waarmeede bestempeld zijn, en dat by afgave van al zulk gestempeld Carton, daar van door den Heer Hoofdadministrateur aan den Secretaris van Justitie zal worden verleend quitancie in forma.
Ten Derden, dat wanneer deeze gestempelde Munten vervolgens zullen moeten worden beschreeven en geteekend, dezelve op Schriftelyke ordonnantie als vooren zullen worden afgegeeven aan den eerste Gecommitteerde tot dies teekening, de welke voor dies ontfangst den Heere Hoofdadministrateur zal moeten quiteeren en voorts voor dies beschryving en teekening moeten zorgen, mitsg:s in alle deelen voor die Munten verantwoordelyk zijn, tot dat dezelve door hem en de Gecommitteerden geteekend in order aan den Heere Hoofdadministrateur zullen weezen inhandigd
Ten Vierden Wanneer dus deeze Cartonne Munten in alles gereed zyn om in circulatie te kunnen worden gebracht, de eerste Gecommitteerde tot dies teekening dezelve eigenhandig zal moeten overgeeven aan den Heere Hoofdadministrateur onder ontfangst van behoorlyke quitancie, met byvoegen van een Rapport door hem en zyne meede gecommitteerdens geteekend, houdende
van welk Rapport een afschrift meede zal moeten worden aangebooden aan den Edelen Heer Commissaris ofte den Hoofdgebieder in der tijd
Ten Vyfde Dat aldus volkomen vervaardigde en aan den Heere Hoofdadministrateur overgegeeven Cartonne Munten directe op Schriftelijke ordonnantie zullen moeten worden overgebracht in ‘S Compagnies groote Geldcassa, omme zo daarby als bij de Negotieboeken ten faveur van ‘t Comptoir Generaal ingenoomen te worden, en dus ook aangemerkt als geld in circulatie zynde, en
Laatstelijk, dat zo wanneer by de bestempeling, beschryving of teekening der Stukken eenige derzelve door abuizen ofte anderzints onbruikbaar mogten geraaken, daar van kennisse zal moeten worden gegeeven aan den Edelen Heer Commissaris ofte Hoofdgebieder in der tyd ten einde dezelve onbruikbaare geraakte Cartonnen wederom op ordonnantie in de groote Geldcassa te laaten brengen, om aldaar onder de benaaming vanonbruikbaar Cartonte worden ingenoomen, terwyl Jaarlijks door de Gecommitterdens die onder Ultimo Augustus de groote geldcassa en dus ook alle de sorteering en van ‘t gestempeld en ongestempeld Carton opneemen, by hun Rapport Specificq bekend zullen moeten Stellen de zich aldaar bevindende onbruikbaare Cartonnen, ten einde by de gewoone Memorie van den Heer Hoofdadministrateur gevoegd, by besluit deezer Regeering vernietigd te kunnen worden.
De voorz bepalingen aldus vastgesteld zijnde, is als een Sequeele van dien ten aanzien van alle de voorseide ter Tafel leggende cartonne Muntstukken, dan ook alverder beslooten
dat de
welke bestempeld zyn doch door de nalatigheid van den Boekhouder Godfried Andries Watermijer onbeschreeven gebleeven, op Schriftelyke ordonnantie in S Comp:s groote Geldcassa zullen worden overgebracht en ingenoomen, onder de benaming vangestempeld Carton;
dat de
welke gestempeld, beschreeven en geteekend, en dus volkoomen gereed zijn om in circulatie te worden gevoerd, insgelyks op ordonnantie in S Compagnies groote Geldcassa zullen worden overbracht, en zo by dezelve als by de Negotieboeken met dies waarde ingenoomen
dat almeede de
die volgens besluit van den 16 deeze ter order van den edelen Heer Commissaris zyn bestempeld, en voorts de
die gestempeld by de ongestempelde zyn gevonden, in dezelve groote Geldcassa zullen worden gebracht om ondergestempeld Cartonte worden ingenoomen,
en dat de
8 p:s a Rd:s 5 door den adsistent Jacobus Beekman abusivelijk verschreeven, insgelyks by meermelde groote geldcassa gebracht, en aldaar onder de benaming van onbruikbaar Carton ingenoomen zullen moeten worden
dan nadien door alle deeze ontdekkingen en daaruit voortgevloeide Schikkingen en wel voornamentlyk de overbrenging van een aanzienlijk Som van Rd:s 60000:- aan geheel vervaardigd en dus ter circulatie in gereedheid zynde Cartonne Munt, als van zelfs ten deele vervald dat gedeelte van het besluit ter Sessie van den 16 deezer genoomen, waarbij is bepaald, dat nog zou worden bestempeld, beschreeven en geteekend eene Somma van Rd:s 101305:- om het geld reeds in circulatie te brengen tot de uit dringende noodzakelykheid vastgesteld Som van Rd:s 1.200.000, zo is by den Raade beslooten, omme van het gedacht besluit in zo verre te resilieëren, dat de last daarby aan onderscheidene Gecommiteerdens tot het vervaardigen van nieuwe Munten gegeeven ook in zo verre zal moeten worden gehouden voor vervallen, dat door hen Slechts zal behoeven te worden vervaardigd eene Somma van 41305 Ryksdaalders - waartoe zullen moeten worden gebruikt de volgende van de hiervooren vermelde Cartons ingevolge gezegd besluit van den 16 deezer gestempeld, bestaande in
250 p:s a Rd:s 60 | Rd:s 15000:- |
250 d:o d:o d:o 40 | d:o 10000:- |
100 d:o d:o d:o 30 | d:o 3000:- |
665 d:o d:o d:o 20 | d:o 13300:- |
1 d:o d:o d:o 5 | d:o 5 |
te zaamen uitmakende | Rd:s 41305:- |
Waarby gevoegd wordende | |
primo het geld onder de Ingezeetenen rouleerende ten bedrage van | d:o 1.046.426:- |
2:dens het restant in de Groote geld Cassa | d:o 52.269 |
3:o de thans in gemelde Cassa over te brenge Som van | d:o 60.000 |
alles te zaamen zal uitmaaken de bij besluit van den 16 deezer bepaalde Somma van | Rx 1.200.000:- |
250 p:s a Rd:s 60 | Rd:s 15000:- |
250 d:o d:o d:o 40 | d:o 10000:- |
100 d:o d:o d:o 30 | d:o 3000:- |
665 d:o d:o d:o 20 | d:o 13300:- |
1 d:o d:o d:o 5 | d:o 5 |
te zaamen uitmakende | Rd:s 41305:- |
Waarby gevoegd wordende | |
primo het geld onder de Ingezeetenen rouleerende ten bedrage van | d:o 1.046.426:- |
2:dens het restant in de Groote geld Cassa | d:o 52.269 |
3:o de thans in gemelde Cassa over te brenge Som van | d:o 60.000 |
alles te zaamen zal uitmaaken de bij besluit van den 16 deezer bepaalde Somma van | Rx 1.200.000:- |
En is voorts ten aanzien van de bestempeling der Cartonne munten al verder beslooten, om de Stempels gebruikt wordende tot de Stukken van Zestig tot Twee Ryksdaalers inclusive voorthaan te laaten bewaaren in s Comp:s groote geldcassa, verseguld met het Secreet Cachet van de Compagnie onder den Edelen Heer Commissaris berustende, terwijl de Stempels tot de Stukken van 48, 24, 12 en 6 Stuivers als dagelijks gebruikt moetende worden tot het vervaardigen van Munten om ter uitwissing van de afgesleetenen te dienen, onder welgemelde Edele Heer Commissaris zullen verblyven
Na dit alles wierd door de Edelen Heer Commissaris den Raade bedeeld dat zyn Ed: niet kunnende nalaaten door het ontwaaren van de onvoorzichtige directie, welke by het vervaardigen en uitgeeven der Cartonne Munten heeft plaats gehad, waarschijnlijk van den aanvang dat in roulance gebracht is, te vreezen dat dit te eeniger tyd van nadelige gevolgen zoude kunnen worden gevonden ook directelyk hadt willen benoemen eene Commissie om te onderzoeken hoe veel Stukken der ingevoerde zoorten van pergamenten papieren en Cartonne Munten in hunne onderscheidene waarde alhier waaren vervaardigd, mitsg:s hoeveel van ieder derzelve wederom was vernietigd geworden, om uit de bevinding daar van te kunnen weeten, hoeveel Stukken van ieder waarde in de Colonie moeten circuleeren, doch dat zyn Ed: op de eerste informatien desweegens met verwondering hadt vernoomen, dat dit onderzoek volstrekt onmogelijk was, nadien nimmer bevoorens van de verbrande Muntstukken eenige Specificque aanteekeningen waaren gehouden, maar dat de Gecommitteerdens welke zulks hebben verricht, Slechts een generaal Rapport hebben gedaan van het geld door hen verbrand; Waarom zijn Ed, Schoon niet zullende nalaaten daaromtrend voor ‘t vervolg de meeste ordre te doen observeeren zich genoodzaakt vond te laten aanteekenen: dat hoe zeer ook als Hoofdgebieder verantwoordelijk weezen moet voor de Munten die onder zyn Ed: bestier zullen worden vervaardigd en de geene die daarvan in der tyd zullen worden vernietigd, echter geenzints aansprakelyk of verantwoordelyk wil zyn gehouden over de Schaadens of nadeelen die in der tyd onverhooptelijk zouden moogen worden bevonden uit het niet beraamen en vaststellen van de noodige voorzichtige Schikkingen by het invoeren der papiere Munten en de daaruit voortgevloeide zorgelooze directie in dit zo aangeleegen Stuk bevoorens gehouden, alle dezelve en de gevolgen van dien laatende ter verantwoording van die geene die daarvoor in der tyd en zedert volgens de verpligting van haare ampten hadden behooren te zorgen, zynde omtrend deeze aanteekening by de resumptie deezer Resolutie daags na dat dezelve was genoomen door den Heere Gezachhebber verzocht dat mog worden aangeteekend dat zyn Ed by het aanvaarden van het ampt van Hoofdadministrateur heeft bevonden dat de vernietigde papiere munten nimmer Specificq waarin opgegeeven met dies waarde, en deeze wyze laaten volgen; en dat of schoon zyn Ed: daarin als Gezachhebber hadde verandering gemaakt, zulks geheel vruchtbaar zoude zijn geweest dewyl de ordre om het vernietigd geld Specificq bekend te stellen om in der tyd van eenig nut te kunnen zyn by de eerste introductie van het papiere geld hadt behooren te worden ingevoerd
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd, In ‘t Casteel de Goede Hoop den daage en Jaare voorschreeve
[Signed:] A: J: Sluijsken
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] E: Bergh
[Signed:] My present G: f: Goetz Secret:s
C. 231, pp. 86-90.¶
Vrijdag den {17950227} 27 February 1795.
Secreet
‘S voormiddags, present de Edele Heer Commissaris, beneevens den Heere Gezachhebber en de Heeren Leeden Le Sueur, de Wet, Brandt en Bergh
Wierd door den Edelen Heer Commissaris den Raade bedeeld, dat zyn Ed ten uitterste bekommerd over de droevige toestand waarin zich ‘t Vaderland, door den Oorlog volgens de jongst alhier ontfangen tijdingen bevind, mitsgaders de onzeekerheid of en wanneer deeze al vernielende oorlog zal eindigen, en over de keer welke de publicque zaaken in Europa zouden kunnen neemen, vermeend hadt niet af te moogen zyn naauwkeurig te reverdeeren het plan tot defensie deezer Colonie, by den ontfangst der tyding van oorlog ontworpen en by Raadsbesluit van den 30 April 1793 gearresteerd mitsg:s te overweegen wat nog verder zou kunnen en behooren te worden gedaan om van de aanhanden hebbende middelen een zodanig gepast gebruik te maaken als maar immers mogelyk zal weezen, om bij eenen aanval op deeze Volkplanting den vijand af te keeren en dat zijn Ed: van de alleruiterste aangeleegendheid geoordeeld hadde den Raade te moeten voorstellen, omme bij ampliatie van het ged: plan van defensie, thans nog nader te bepaalen
dat by de Vier duizend ponden Buskruit, welke zich in het Magazyn ten dorpe Stellenbosch bevinden en aldaar bewaar worden om in cas van noodzakelykheid aan de opgezeetenen de Buitendistricten te worden verstrekt ofte anderzints gebruikt worden waar de noodzakelykheid zulks mogt koomen te requireeren, nog zal worden gevoegd eene gelyke quantiteit van Vier duizend ponden Buskruit, omme aldaar te verblyven, en dus de voorraad ter bewaring in gemeld Magazyn te brengen en geduurende deeze Zo zorgelijke tijden te laaten op Acht duizend ponden omme tot de gebuteerde eidens geëmploeieerd te kunnen worden
dat voorts, daar het Kruitmagazijn in Baayfals geheel voltooid is, hetzelve Magazijn per de permanente Vaartuigen welke naar die Baay zullen worden afgezonden, zal worden voorzien van zo veel Buskruit als nodig weezen zal om van de Batterijen in ged: Baaijfals by verschyning van een Vyand de nodige verdediging te kunnen doen, en dat daarby in de gezegde Baai zullen worden gevoegd de verders benodigde Ammunitie goederen
dat uit de Burgerdragonders van Stellenbosch en Drakenstein wederom zal worden opgeroepen een picquet van een Compagnie te Paard, van de nodige Wapenen en verder toerustingen voorzien om met de daarby benodigde officieren teegens den 15 der eerstkomende maand Maart naar deeze Hoofdplaatze te koomen, ten einde aldaar tot den dienst te worden geëmploeieerd, omme volgens gewoonte door andere te worden vervangen, op zodanige tijden als Landdrost en Krygsofficieren naar de omstandigheeden hunner Coloniën en de Situatie der Opgezeetenen zullen dienstig vinden te bepaalen, omme met dezelve Picquetten te continueeren tot den 15 Meij eerstkomende, als de gewoone tyd na welke de Tafelbaai niet meerder word aangedaan dan wel zo veel korter ofte langer, als de omstandigheeden noodzakelijk zullen maaken en deeze Regeeringe vinden te behooren
dat by onverhoopte attacque op deeze Hoofdplaatze op het eerste Sein van alarm den Heere Gezachhebber, mitsgaders de Heeren Leeden des Raads zich zullen moeten laaten vinden ter deezer Raadzaale en aldaar verblijven, waarvan echter uitgezonderd zullen zijn zodanige Heeren Leeden des Raads als het Pennistecorps commandeeren, of daarby als Capiteins dienst doen
dat by de voorraad van 35000 lb Beschuit en 10000 lb gezoute Vleesch welke ten deezen Casteele is opgelegd en bewaard word, nog zal worden gevoegd een genoegzaam quantiteit Wyn, Brandewyn, Azyn en Brandhout om wanner zulks noodzakelyk weezen mogt, daarvan gebruik te kunnen maaken
den Raade zich met alle deeze propositien van den edelen Heer Commissaris geconformeerd hebbende, zo is verstaan deselve te converteeren in een Secreet besluit dezeer Regeering gelyk geschied by deeze, en zal van het geen Landdrost en Krygsofficieren van Stellenbosch en Drakenstein betreft aan hen by Missive kennisse worden gegeeven, met bygevoegde last de nodige zorge te draagen dat de waagens vereischt wordende tot Transport van de voorwaards gemelde Vier duizend ponden Buskruit beneevens een bekwaam detachement uit de Burgery ter bewaaking van dat Buskruit ten Spoedigsten herwaards worde gezenden
Bij deeze gelegendheid geliefde den Edelen heer Commissaris den Raade te bedeelen dat zyn Ed: den Heere Collonel Gordon, als president van den Burgerkrygsraad, en den Heere van Reede van oudtshoorn als Commandant van ‘t Pennistecorps by Schriftelyke ordres had aangeschreeven, om in deeze zorgelyke tyden ieder in den zynen al het mogelyke te adhibeeren en te doen toebrengen wat Strekken kan om de Burgery van deeze Hoofdplaatze en het Pennisten Corps verder te stellen of te houden in zodanige Staat en voorzien van alles wat ter wapening en defensie nodig is, dat op het eerste Sein van alarm gereed zyn, om hun Vaderland ten dienste te staan, en meede onder ‘S Hemels hulpe te helpen verdeedigen, en ten welken einde dan ook de officieren van beide Corpsen zich zo min van de Kaap zullen behooren te verwyderen als mogelyk te maaken zijn zal
Laatstelijk word door den Edelen Heer Commissaris van Raade bedeeld dat zyn Ed noodzakelyk geoordeeld hadde den Equipagiemeester deezes Gouvernements Jan Arnoud Voltelen, mitsg:s de Capiteins ter zee Willem Udemans Junior en Nicolaas Acker expres te Committeeren omme zich te begeeven naar de Houtbaai , ten einde dezelve Baai met alle nauwkeurigheid te peilen en op te neemen, mitsg:s te onderzoeken welke bekwaame ankerplaats zich aldaar bevind, en hoe veel S Comp:s Scheepen indezelve zouden kunnen worden vertuid, zodanig dat voor oogschynlyke gevaaren beveiligd en door middel der zich in gemelde Baai bevinden Batterijen, teegens onverhoopte aanvallen beschermd te kunnen worden, omme na bevinding in deeze, zyn Ed: te dienen van derzelver Consideratie en bericht in geschrifte
Aldus Geresolveerd en Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en Jaare voorschreeve
[Signed:] A: J: Sluijsken
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] E: Bergh
[Signed:] My present G: f: Goetz Secret:s
C. 231, pp. 91-105.¶
Maandag den {17950302} 2 Maart 1795
Secreet
‘S Voormiddags, persent de edele Heer Commissaris, beneevens de Heer Gezachhebber, en de Heeren Leeden Van Rhede Van Oudtshoorn, Brandt en Bergh
Wierd door den Edelen Heer Commissaris den Rade te kennen gegeeven, dat wanneer op gisteren ter deezer Rheede was gearriveerd ‘t Deensch Partikulier Schip de Bellona , gecommandeerd door den Schipper Kroijer, ‘t welk den 3 Februarij Jongstleeden van Mauritius was vertrokken, kort na dies aankomst den Heer de Pelgrom aan wien zo wel uit hoofde der door hem in de maand Januarij van het afgelope Jaar aan deeze Regeering overgelegde Commissien of depeches, volgens welke Consul Generaal in geheel Indien van zyn Keizerlyke Majesteit, en Zyne Hoogheid den Groot Hertog van Toscanen en dus meede van een der aanzienlykste Bondgenooten van de Republicq weezen zoude, als meede voornamentlyk uit aanzien der benoodigdheedens en belangens van s Comp:s possessiën in het algemeen en van de Ingezeetenen deezer Colonie in ‘t byzonder op zijn desweegens met zo veel aandrang als betuigingen van zyne goede en loflyke oogmerken gedaan verzoek, om de Etablissementen van d’ E Comp:e in Indiën, en die van haare Bondgenooten, onder de Neutraale Toscaansche Vlagge van de voor hun onontbeerlyke producten deezer Colonie te voorzien, door hem Heere Commissaris blijkens Resolutie van den 17 van gezeide maand January is gepermitteerd, om de door hem per zyn Schip Le Marchand Toscan van Mauritius aangebrachte 3000 Baalen bourbonse Coffyboonen alhier te ontlaaden en te verkoopen om voor dies provenu aan gezegd Schip wederom te bezorgen een Lading Wijn, Tarwe, en andere Kaapse Producten, ten einde daar meede het Eiland Ceilon en andere bezittingen der E Compagnie, mitsg:s de possessien der Engelschen te voorzien, onder zodanige bepalingen en voorwaarden als by gedacht besluit van den 17 Januarij anno passato zyn gestipuleerd, en waarvan eene kwam te zyn, dat den gezeide Pelgrom alhier zoude verblijven, tot de terugkomst van zyn gemeld Schip ten einde te Strekken als eene Zekerheid en Borge voor ‘t gedracht van den Capitein van dien kiel en van de geene welke de maneance van dies lading was toevertrouwd - zich by zyn Ed: hadde vervoegd en aan hem gepresenteerd Acht Stuks autenticque papieren gequoteerd van L:a A tot L:a G beneevens twee gedetacheerde Stukken zonder Letteren alle te Mauritius gepasseerd voor de Greffiërs van het Tribunal aldaar, houdende hoofdzakelijk: dat het gemelde Schip le Marchand Toscan op den 18 Maart des voorleeden Jaars van hier vertrokken naar Ceilon , aan ‘t zelve op den 21 April, op de Zuiderbreete van 27 graden, en 52 graden lengte, was ontdekt, eene vermeerdering van Water by de Pompen, die by onderzoek gebleeken was te ontstaan uit eene opening in het achterschip zonder dat dezelve opening niet teegenstaande alle aan te wendene moeite onmogelyk kon worden gestopt; dat daarop den 2 Meij wanner ‘t Schip zich bevond op 22 graden Zuiderbreete en 52 a 54 graden lengte, het Lek zodanig is toegenoomen, dat het Water ieder Uur Veerthien duimen aangroeide, waar en booven nog het dwarshout van de pomp was gebrooken, zo dat het onmogelyk wierd dezelve lens te houden; dat in deeze omstandigheid, de Capitein van ‘t Schip, zyne officieren en Equipagie bij een geroepen hebbende, om in dit geval een besluit te neemen, door alle de Schepelingen wierd erkend, de onmogelykheid om de reize naar de plaats hunner bestemming ofte Ceilon voort tezettten, en zo meede om het Schip langer op Zee te houden, zonder zich aan de grootste gevaaren bloot te stellen, onder bedreiging der Matroozen dat zo den Capitein het Schip langer op Zee wilde houden, nieman hunnen een hand aan ‘t werk zou Slaan, dat dienvolgens het besluit was genoomen de naaste Haven aan te doen, ten einde een zekere Schipbreuk en een totaal verlies te ontgaan; dat navolgens dit besluit de Cours gericht hebbende, zy gelukkig den 8 Mey Mauritius in ‘t gezicht hebben gekreegen, en daags daaraan aldaar ten anker zyn gekoomen; dat het Schip eerst by dies aankomt en vervolgens na dies ontlossing, door expres daartoe benoemde Gecommitteerdens, in zodanige deplorable toestand was bevonden, dat de onkosten welke zouden hebben moeten worden aangewend, om het zelve wederöm in Staat te brengen Zee te kunnen kiezen, niet minder dan 452689 Livres - zouden hebben beloopen, dat men dus had moeten overgaan om het Schip by Publicq opveiling aan den man te brengen, dat voorts de Lading welke volgens de Cognoscementen door den Capitein Geacomo Pons geteekend hadt moeten worden uitgeleeverd aan Steffens Brady en Sansonij te Ceilon aan byde laatstgenoemde perzoonen, welke zich als Cargas aan boord van ‘t Schip La Marchand Toscan bevonden hebben gehad / : uit hoofde van eene ordre door het Gouvernement gegeeven :/ door den gemelde Capitein te Mauritius heeft moeten worden uitgeleeverd, en dat hy over de hindernissen die hem waaren toegebracht om aan het engagement door hem aangegaan, om de Lading te Ceilon aan Steffens, Brady en Sansonij uit te leeveren te voldoen, en Zyne daaruit gevolgde bezwaaren zich by het Tribunal van Koophandel te Land en ter zee by requeste geaddresseerd hebbende, deeze rechtsbank op den 23 Junij a:p: by definitive Vonnisse den genoemde Capitein Geacomo Pons hadden geauthoriseerd, om van gemelde Brady en Sansony te ontfangen de kwyting door Brady en Sansony alleën gedaan, zou valideren als of dezelve, door Steffens, Brady en Sansony was geschied, en dat den meergem: Capitein Geacomo Pons, uit krachte van dezelve, van zijne aangegaane verbintenisse zou zyn en blyven ontslagen, dat hoe zeer ook hy Edele Heer Commissaris uit de voorschr: acht Stukken door den Heere Pelgrom aan zynde overgelegd en welke niet alleen met de gewoone formaliteiten zyn bekleed, maar ook door het detail der omstandigheeden voor echt behooren te worden gehouden, aan al het geen daar by is betoogd, geloof had kunnen slaan, en dus den aanbreng der Lading van het Schip Le Marchand Toscan te Mauritius , toeschryven aan een zamenloop van droevige omstandigheeden die onmogelyk te voorzien en even zo men te veronderstellen zyn geweest, te meer daar ‘t aanbod van den Heere Pelgrom om in deeze Colonie te verblijven, tot de terugkomst van ‘t Schip Le Marchand Toscan , is aangenoomen geworden als een waarborg voor de vervulling zijner Verbintenisse, om die Lading naar Hollandse Etablissementen of die der Engelschen te doen vervoeren, en de Capitein Pons, mitsg:s de Cargas Brady en Sansony zich daartoe ter vergadering van den 10 Maart a: p: op de plegtigste wijze hebben verbonden, en welke plegtige verbintenisse alle goede trouw en geloof heeft moeten worden gesteld, nadien de eerste dier Cargas een gebooren Engelsman kwam te zijn, en de tweede door den Heer Pelgrom by zyne Missive zo als dezelve by de Resolutien van den 17 January a: p: is geinsereerd, word genoemd de oude Sansony, Burger te Colombo en een neef van de Heer Stevens, Sabandhar van gem: plaats, door hem alleen zullende zyn meede gebracht om zyn Loflyk voorneemen, om het Eiland Ceilon en andere Hollandse bezittigen van onontbeerlyke behoeftens te voorzien, wel te doen gelukken; dan dat hy edele Heer Commissaris neevens de meergenoemde Stukken, nog een negende en Thiende ongequoteerd, doch beide meede behoorlyk geauthoriseerd, gevonden hebbende, met betrekking tot de voorseide Cargas Brady en Sansonij, daaruit nog gisteren hadt laaten extraheeren en door den gezwore Translateur in ‘t Nederduitsche doen overzetten, die passages welke de meeste aandacht kwaamen te verdienen, luidende dat Translaat, als volgd
‘Extract uit de Notulen der Stadts Regeering van den Haven de la Montagne op ‘t Eiland Mauritius ‘
‘Den Negende May 1794, het derde Jaar der Republicq, ingevolge de Resolutien van de vergadering der Colonie van Isle de France in datis 6 en 9 Aug:s laatstleeden’
‘Wij Blevet, officier Municipaal vergezeld door den Burger Rouze, Schout, geadsisteerd door de Burgers Pissot en L habit, alle beide van de Guardes der Stads Regeering, hebben ons begeeven op de Rhede deezer Stad aan boord van een Schip met drie Masten, alwaar aangekoomen zijnde hebben wy den Capitein na hem onze last te hebben open gelegd, gevraagd om zijnen naam en dien van zyn Schip te moogen weeten’
‘Waarop hy heeft geantwoord, dat hy zich noemde Pons en zyn Schip Le Marchand Toscan !’
‘gevraagd ons te zeggen de plaatze van zyn afreize!’
‘heeft geantwoord te koomen van de Kaap de Goede Hoop, waar van daan hy is vertrokken den 18 Maart ‘S morgens om zich te begeeven naar ‘t Eiland Ceilon ‘
‘Voorts heeft ons den Capitein gezegd aan de Kaap te hebben gelaaten, de Burger Pelgrom en S:t Jean, als Gijzelaars weegens een Borgtocht in de papieren gemeld, en het woord van Eer der officieren van ‘t Schip, om niet naar het Eiland van Mauritius te Steevenen, waartoe zy echter om bovengem: reedenen zyn genoodzaakt geworden’
‘Extract uit de Resolutien der Regeering van ‘t Eiland Mauritius ‘
‘Na vertooning van een zeer wydloopige Memorie om de Laading van ‘t Schip Le Marchand Toscan wederom te mogen hebben, en weigeringe van weegens de Regeeringe, en na verscheide andere Vertoogen omtrend de aart van betalinge der gem: Lading en derzelver teegenstreevinge in naame van hun principaal, dat geene distributie mogt worden gedaan voor en alëer de prys zou zyn bepaald, door den geene die daar toe geregtigd is, voor ieder artikul in de factuur van ‘t Schip Le Marchand Toscan gemeld, en de aart van betaalinge, zynde’
’/ geteekend / In de Have de La Montagne den 18 Juny 1794’
‘Sansonij, Bradij en Geneve.’
‘Is beslooten dat dit gecommuniceerd werde aan den advocaat Fiskaal, Haven de La Montagne den 30:ste Prurial, ‘t tweede Jare der eenige en onverdeelbaare franse Republicq.’
’/:get:/ ourij President.’
‘De Regeeringe gehoord hebbende den advocaat Fiskaal heeft beslooten dat het verzoek om schadeloosstelling der Burgers Brady, Sansony en Geneve, welkers gedaane diensten aan de Colonie door den aanbreng der Ladinge, bestaande in Wyn Tarwe Meel Boter en andere Leevensmiddelen, de grootste aanmerking verdienen, zal worden overgebragt aan de vergadering van de Colonie’
‘Is insgelyks beslooten dat de Vergadering der Colonie zal worden verzogt om noopens de oppositien der Burgeren teegen de distributie van hunne Lading, voor en al eer de nodige bepaaling desweegens, door den geenen die daartoe gerechtigd is, zal zijn geschied, Uitspraak te doen’
‘De Regeering merkt aan dat het gemeen Sterk verzoekt, om de uitdeelinge deezer artikulen’
‘Haven de La Montagne den 1 Mesidor, in het tweede Jaar der eenige en onverdeelbaare Republicq’
’/: geteekend :/ Oury president’
‘Settinge van den 9 mesidor’
‘De Vergadering der Colonie arresteerd dat de Levensmiddelen uit de Lading van ‘t Toscaansch Schip en gecedeerd aan de Colonie door den administrateur der finantien, zullen worden betaald aan de proprietairs deezer ladinge, namentlyk der Wyn a 20 Lirves de Velt, en de Boter a 5 Livres het pond alles in papiere munt’
‘Arresteerd dat het overige der Levensmiddelen, die op order der Regeeringe in beslag genoomen en gedistribueerd geworden zijn, hun zal worden betaald, naar den prijs van den tax, in effective piasters, volgens de Wet’
‘Arresteerd dat het voordeel het welk de Colonie behaalen zal, op den verkoop der Tarwe door de gemelde Proprietairs aangebragt, hun zal worden ter hand gesteld in papiere munt als eene Schadeloosstellinge en als eene premie van aanmoediging’
‘Arresteerd eindelijk dat de Regeeringe hun zal laaten te rug geeven het fust der Wynen, waarvan de distributie gedaan zal zijn geworden’
’/: onderstond :/’
‘Accordeert met ‘t Origineel’
’/:get:/ B: Sauveget Secret:s’
‘Accordeert met het Fransch getranslateerd door mij’
’/ get / C: G: Höhne gesw: translateur’
En dat hy Edele Heer Commissaris zo uit de Singuliere voorwaardens welke de gemelde Brady en Sansony met en beneevens de daarby vermelde Geneve by de Regeeringe van Mauritius hebben weeten te verkrygen, mitsg:s de loftuigen over de diensten door hen aan den Colonie gedaan, door den aanbreng eener Lading van Tarwe, Meel, Boter, Wyn en andere leevensmiddelen, en zo meede de gunsten aan hen tot Schadeloosstellinge, en als eene premie van aanmoediging beweezen, en by overweeging dat, daar volgens de in den voorleeden Jaare alhier ontfange publicque nieuw papieren den Groot Hertog van Toscanen door de Engelschen zou zyn genoodzaakt geworden, zich tot Vyand van de Fransche natie te stellen, de Regeering van Mauritius zekerlijk niet omtrend het Schip en Lading van le Marchand Toscan , zonder byzondere reedenen of verbintenissen, dergelyke egards en faveurs zoude hebben uitgeoeffend, als waarvan het voorenstaand translaat getuigd, maar veelëer Schip en Lading tot goede prijs verklaard, als van zelfs hebbende moeten opmaaken, dat, in den toedracht deezer zaake niet tegenstaande de Sterke protestatien, beloften, verzeekeringe en verbindtenissen door den Chevalier de Pelgrom gedaan, gegeeven en aangenoomen, andere eindens zijn bedoeld, dan de geene welke aan deeze Regeeringe zyn voorgedraagen, met zo veel kleur en verzeekering van die goede trouwe en begeerte om tot nut van zyne Hoge Committenten en dies Bondgenooten in de teegenswoordige oorlog meede te werken, als men met recht van een man met een publicq Caracter bekleed mag en moet verwachten, zo dat het eenigzints ongeoorloofd en onverantwoordelyk zou zyn geweest dezelve propositien, in het tydstip waaren gedaan zijn onder de door hem zelfs aangebooden voorwaardens en bepalingen, niet te omhelzen of dat de voorwaards gemelde Brady en Sansonij aan wien de Heer de Pelgrom de volbrenging zyner aangegaan verbintenissen in deeze expeditie heeft opgedraagen en toebetrouwd gehad, navolgens de door hem aan haar voorgeschreeve en door hen plegtig aanvaarde Instructie dat vertrouwen verkragt hebben, en ter bejaging van zelfs belang, van zich hebben kunnen verkrijgen meede te werken het Schip Le Marchand Toscan en dies Lading te Mauritius in handen van de Franschen te doen geraaken - weshalven hy Edele Heer Commissaris dan ook noodzakelyk hadde geoordeeld, omme inmiddels dat alle de ten deezen aspecte ontfange papieren zullen weezen getranslateerd en dus in die Staat gebracht omme over derzelver aanmerkelijke contenu volkoomen te kunnen delibereeren en besluiten, deeze vergadering extra ordinair te doen convoceeren ten einde van dit een en ander ouvertures te geeven en omme, daarvolgens besluit deeze Tafel van den 9 January anno p:o, aan den meergenoemd Chevalier de Pelgrom is aangezegd geworden, dat ofschoon deeze Regeeringe geen vermoogen hadt hem in eenige publicq Caracter te ontfangen en te admitteeren, meer echter voor hun zou hebben die egards welke aan vreemde perzoonen van distinctie worden behoord; aan de Vergadering te proponeeren, omme aangezien hy Heere Pelgrom, volgens het genoteerde bij de Resolutien van den 17 der gemelde maand January, permissie heeft erlangd, zo lange in deeze Colonie te moogen verblyven, tot dat zyn Schip Le Marchand Toscan van desselvs expeditie naar Ceilon zou weezen te rug gekoomen, ook aan hun naamens deezer Regeering te doen aanzeggen dat daar de onmogelijkheid van deeze te rugkomst door de uitleevering der Lading en den verkoop van ‘t Schip le Marchand Toscan volkoomen bestaat en hy dus niets meerder in deeze Colonie te verrichten kunnende hebben, hy zich gereed zal moeten houden omme dezelve Colonie te kunnen verlaaten, met verzoek aan de Heeren Leeden des Raads hun Ed adviese op deez propositie hoofd voor hoofd te willen uitbrengen
de Heer Gezachhebber Rhenius zich met dezelve propositie volkoomen geconformeerd hebbende, betuigde den Heere van Rheede van Oudtshoorn, te vermeenen, dat de ingekoomen bewyzen behoorden te worden gesteld in handen van den fisaal, om dezelve te onderzoeken, ten einde wanneer de Fiskaal by dat onderzoek mogt bevonden, dat teegens hen ter zaake voorsch eenige actie zou kunnen en behooren te worden geinstitueerd, als dan met de tot voorz zaaken relative Stukken, opgezonden te worden aan zyne Hooge Committenten zynde zyne Keizerlyke Majesteit en den Groot Hertog van Toscanen, doch wanneer de Fiskaal by dat onderzoek mog bevinde, dat den Heere de Pelgrom ten deeze aanzien van alle acties bevryd zou kunnen blyven, hem als dan aan te zeggen deeze Colonie te moeten verlaaten, als iemand die alleen permissie verkreegen hebbende alhier te verblyven, tot dat zyn Schip zou weezen geretourneerd, door den verkoop van dat Schip thans in dezelve Colonie niet meerder behoord; de Heer Brandt zich met de popositie van de Edelen heer Commissaris geconformeerd hebbende betuigde de Heere Bergh zich te Conformeeren met het advys van den Heeren Van Rheede Van Oudtshoorn in zo verre als daar door aan de Heere Pelgrom het evacueeren van deeze Colonie zou worden belet, en aan de Fiskaal geleegendheid gegeeven te onderzoeken, of en welke actie teegens hun, ‘t zy hier dan wel in Europa zou kunnen worden geinstitueerd; te meer daar de kortheid des tyds nog niet had toegelaaten, alle de ontvange en tot voorzeide zaak relative Stukken te kunnen translateuren en dus dezelve behoorlyk nagaan
Na het uitbrengen van alle welke advyzen, den edelen Heer Commissaris op die van den Heere Van rheede van Oudtshoorn en Bergh heeft aangemerkt, dat het besluit om de Heer de Pelgrom te laaten aanzeggen zich gereed te moeten houden om deeze Colonie te verlaaten, Slechts als een gevolg kunnende worden erkend van de permissie aan hun verleend om indezelve te verblyven tot dat zyn Schip alhier zou weezen geretourneerd niet kan worden erkend als een bevel om illico van hier te gaan zonder voorkennisse van deeze Regeering, en waar toe de geleegendheid niet altoos aan handen Zyn ook op geenerhande wyze kan nadeelig weezen of verhinderen de actie welke de Fiskaal mogt verrmeenen dat uit hoofde van de rechten der hooge overigheid teegens hem zou kunnen worden geinstitueerd; en is dienvolgens bij de meerderheid beslooten omme aan den meergen: Heere Pelgrom namens deezer Regeering te laten aanzeggen zich gereed te moeten houden om deeze Colonie te verlaaten, Zo en in diervoegen als de propositie van den Ed Heer Commissaris is meede brengende
By de resumptie deezer Resolutien ter vergadering van den 6 Maart 1795, is door den Heere Bergh gedeclareerd dat zyn Ed uit de propositie van den Ed Heer Commissaris vermeend hebbende, de intentie te zyn, aan de Heer Pelgrom de faculteit te laaten, naar welgevallen uit deeze Colonie te gaan, en thans uit de extentie der Resolutien gezien hebbende, de bepalinge daaromtrend gemaakt, zich ook volkoomen met de propositie van den Ed Heer Commissaris was conformeerende.
Aldus Geresolveerd en Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorschreeve
[Signed:] A: J: Sluijsken
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] C: Brandt
[Signed:] E: Bergh
[Signed:] My present G: f: Goetz Secret:s
C. 231, pp. 106-114.¶
Woensdag den {17950408} 8 April 1795
Secreet
‘S voormiddags, present de Edele Heer Commissaris den Heere Gezachhebber en de Heer Van Ryneveld.
Wierd door den edelen Heer Commissaris den Raade te kennen gegeeven, dat door alle de aanweezende retourscheepen in Staat waaren gebracht, omme hunne reize van deezen uithoek naar ‘t Vaderland te vervorderen, en de tyd naderde dat ‘S Compagnies Bodems niet meerder in de Tafelbaai moogen ankeren zyn Ed by aandachtige overweeging van de allezints allarmeerende toestand, waaren de Republicq zich volgens de jongst ontfangene tydingen bevond, en de onzeekerheid waaren men door het achterblyven zo van Hollandse als andere Naties Scheepen uit Europa zich ten deezen Gouvernement bevind omtrend de publicque zaaken in Europa zyn Ed ook vermeend hadt voor den raade niet te mogen verbergen de bekneldheid waarin zich tot nu toe heeft gevonden om omtrend de gemelde Retourscheepen zodanige beschikkingen te beraamen en te bewerkstelligen, als de plicht deezer Regeeringe en de dierbare belangen van ‘t Vaderland en die van haare Maatscahppij in deeze allezints voorbeeldelooze omstandigheeden koomen te vereischen, dat hy Heere Commissaris om hier toe te kunnen geraaken met alle nauwkeurigheid hadt nagegaan de Schikkingen door de Regeering deezer Gouvernements bij den Jongsten oorlog met de Kroon van Engeland omtrend de als toen alhier aanweezende Scheepen den E Comp:e gemaakt, met alle de gevolgen en consequenten van dien en by dat onderzoek hadt bevonden dat het toenmalige verzenden der aanweezende Scheepen na de Saldanhabaaij volgens de besluiten deezer Regeering van den 2 April 1781 wanneer de tyding van die rupture door een Missive van den Heer Ambassadeur aan het Hof van Frankryk was aangebracht nimmer door de Vergadering van 17:nen gelaakt of afgekeurt geworden is, by haare brieven van den 8 December 1781 en 7 December 1782, by welke over die materie handelen; zyn Ed ook vermeende te mogen vast te stellen, dat de Hoog Gebiedende Heeren Majores veel minder zouden afkeuren wanneer men de aanweezende en allen naar ‘t Vaderland bestemde Scheepen teegenswoordig aanhield daar de zo zeekere als allarmeerende tijding is ontfangen dat de Franschen de Sterke vesting en Stad S Hertogenbosch den 10 October des voorleeden Jaars ingenoomen hebben, en teffens uit een Brief welke de Heer Chalmers, om der Bewindhebberen van de Zweedsche oost indische Compagnie aan zyn correspondent alhier den adsistent Isaac Strombom heeft geschreeven reedenen heeft te mogen veronderstellen, dat dezelve Franschen reeds den 8 November in het bezit van Nimweegen zyn geweest mitsg:s dat men preparatien maakte ter verdeediging van de Zuider zee, en dus vreezen moet dat zo den Hemel zulks niet op eene wonderbaare wyze heeft belet, een groot gedeelte der republicq althans de Landprovincien door de Franschen zullen zyn overmeesterd geworden. - dat zyn Ed alverder vermeende dat men dies ten eenenmaale te laaken Ja te condemneeren zoude zyn, wanneer men de aanweezende retourscheepen in de omstandigheeden waarin met weerwil mag en moet veronderstellen dat ‘t Vaderland zich bevinden kan van hier liet vertrekken, te meer wanneer daarby overwoogen word, zo als hy Edele Heer Commissasris betuigde zich in deezen omstandigheeden en by deeze gelegendheid gehouden te achten de Vergadering te mogen communiceeren, dat aan zyn Ed door den Heere eerste advocaat der Maatschappij M:r Petrus Jacobus Guepin, namens en met voorkennis van de Wel Edele Hoog achtbare Heeren Bewindhebberen by brief van den 10 october anno passato en dus bevoorens de overgaave van S Hertogenbosch by welgemelde Heere Advocaat bekend konde zyn het volgende is geschreeven: “Inmiddels word den Staat der republicquen zaaken alhier langs zo meer zorgelijk, de Vyand naderd van dag tot dag en heeft zich zelfs reeds van een gedeelte van het grond gebied deezer Republicq meester gemaakt.zo dat het volstrekt niet voor te zien so, welke de gevolgen na deeze criticque Situatie der publicque zaaken zullen zyn, en het allernoodzakelijkst is en blyft om altoosen in allen gevallezo aan de Kaap als in Indien op hoede te zijn om door geen Europische Vijand, wie het ook zoude moogen weezen te worden overvallen, waarvan UWel Edele Gestrenge mits dien ook verzocht word naar Batavia kennisse te geeven,terwijl de Vergadering van Zeeventhienen van haar kant niet zal afzijn om het zy by Ministrieele Brieven of wel onder den handUWelEdele Gestrenge nadere informatie omtrend den Stand der zaaken bij eerste bekwame gelegendheid te laten toekoomen” - en dat hij Heere Commissaris alles te zaamen overwoogen en voor zo verre de afgelegendheid deezer Colonie van ‘t Moederland toelaat in derzelver waarschynlyke gevolgen nagedacht hebbende in deeze zo belemmerende onzekerheid, tot behoud van ‘t aanzienlyk retour dat in de naar Patria bestemde Scheepen is afgelaaden geen ander middel heeft kunnen uitdenken en als de beste en zekerste weg heeft beschouwd omme alle de aanweezende retourscheepen, wanneer door den 15 deezer loopende maand April alhier geene nadere tydingen worden ontfangen, wel de eerste goede gelegendheid welke na die dag zich zal opdoen te laaten vertrekken naar Baaifals , terwijl de gezeide Scheepen ter rheede van de Tafelbaai niet wel langer kunnen worden opgehouden en die kielen uit Baaifals met een Noorden en Noord weste wind, welke zo in het laatste van de maand April als geduurende de maand Mey meestal aan deezen uithoek waaid, altoos voorspoedig kunnen vertrekken, te meer daar dezelve reeds nu in Staat zyn gebruikt en in Baayfals verder kunnen gehouden worden om op de eerst ontvangen tyding tot het aanvaarden der reize in gereedheid te zyn.
Over al het welke gedelibereerd zynde met alle aandacht die het groot gewicht der zaake vordert, is by dies raade in overweeging genoomen dat teegens deeze geproponeerde maatregulen
Eerstelijk zou worden tegengebracht dat de Wel Edele Groot Achtb: Heeren Bewindhebberen ter precidiale kamer Amsterdam, bij welderzelver Missive van den 10 Maart 1794 deeze Regeering hebben gelieven aan te schryven om de retourscheepen alhier niet op te houden maar dezelve ten eersten voort te zenden, met deeze byvoegingom dezelve niet op te houden, dan om reedenen van een zeer zeeker of allerwaarschijnlijkst gevaar, van welke reedenen deeze Regeeringe in dat geval aan de Vergadering van Zeeventhienen by aller eerste gelegendheid kennisse zou moeten geeven, doch dat hun teegen zeer gepast kan worden aangemerkt, dat de gezeide ordre niet alleenenkelis gegeeven omtrend de retourscheepen die uit Indien alhier zouden aankoomen geduurende dies Jaare 1794 zo als uitdrukkelyk word gezegt, maar dat ook die Missive is afgegaan in een tijd dat de zaaken van de Mogendheeden tegens de Franschen geälieerd een gunstige aanschouw hadden, en de Hooggebiedende Heere Majores niet hebben kunnen voorzien dat de Republicq op de allerongelukkigste en onverwachtste wyze zou worden geinvadeerd, te meer daar het eene onbetwistbare waarheid is, dat zy die in afgelegene gewesten beveelen ontfangen, dezelve moeten executeeren naar de omstandigheeden van tyden en Zaaken, - dat
ten Tweeden zou kunnen worden in aanmerking gebracht, dat den Heere advocaat Guepen, by zyne voormelde Missive namens de Edele Maatschappy aan den Edelen Heer Commissaris geschreeven geene Speciale melding maaktvan de retourvloot, waarteegen echter behoord te gelden dat de woorden:om in allen gevalle op hoede te zyn &:ameede op de Scheepen betrekkelijk moeten worden gemaakt, alzo de geene aan wien de Regeeringe is toebetrouwd van deeze Colonie zo wel voor de Scheepen der Maatschappij ten welkers nutte deeze Colonie voornamentlijk is gestigt, als voor ‘t Etablissement zelve gehouden is te zorgen. - dat nog
Ten derde Zou kunnen worden aangevoerd dat de toestand van de Maatschappy het vertrek der Scheepen absolut noodsakelyk maakt, doch waarteegen wederom moet worden geconsidereerd, dat hoe zeer deeze droevige waarheid niet kan worden ontkend het nogthans eer te prefereeren is om de Maatschappy naar haare Ladingen eenige tyd te doen wachten, als om daar van in ‘t geheel verstooken te worden door dezelve oogschynlyk in handen van eenen vyand te doen vallen
En by dit alles nog in overweeging genoomen zynde dat men volgens de booven aangehaalde toezegging van den Heeere advocaat Guepin, reedenen heeft om te veronderstellen eerlang met tydingen van de Hoog gebiedende Heeren Majores zelfs te zullen weezen voorzien of te langs andere weegen uit Europa te mogen ontfangen, en dat het zelfs nog het laatst van de maand Meij vroegtijdig genoeg is om van deezen uithoek vertrekkende in het laatst van September en dus voor den Winter in Nederland te zijn, zo de zaaken aldaar een gunstige keer mogten genoomen hebben, mitsg:s dat alle reedenen wel gewikt en nagedacht, mitsg:s de bedenkingen der zouden kunnen worden geopperd op grond van reedenen wederlegd zynde alles voor als noch tot de aanhouding der aanweezende retourscheepen plytin, en zo meede daar niet alleen in de Houtbaai kunnen worden gelegd, uit aanmerking dat aldaar niet meerder dan 6 of 7 Scheepen plaats kunnen vonden, en het niet alleen moeilyk en bezwaarlyk zoude zyn voor dat getal Scheepen in de Houtbaai binnen te koomen en wederom uit te zeilen voor namentlijk op hetzelve tydstip dat de overige Scheepen tot den vloot gehoorende uit Baaifals zouden vertrekken, daar uit deeze wel met 16 Streeken van het Compas vertrekken kunnen, terwyl in de Houtbaai van niet meerder dan 10 Streeken tot dies verlaating kan worden gebruik gemaakt en om welke reedenen dan de Commandeerende officieren van S Lands Fregatten de Heeren de Jongh en Clarisse en den Equipagiemeester Voltelen met dewelke hy Edele Heer Commissaris over dit onderwerp omstandig had gebesoigneerd meede van advies waaren, dat de vloot niet behoorde te worden van een geschieden of in differente baaien gelegd maar in de voorm: falsbaay te zamen gehouden, om van daar gezamentlijk haare reize naar ‘t lieve Vaderland te vervolgen, met combinatie van die kielen welke voor die tyd nog van China en Indien in voorsch baay mooge opdaagen, Zo is dan ook by den Raade beslooten, omme alle de aanweezende retourscheepen wel uit deeze Tafelbaai te depecheeren, met de eerste goed gelegendheid van den 15 deezer loopende maand April, doch dezelve te zenden naar de Baaifals ten einde aldaar te temporiseeren tot er eenige tijdingen uit het Vaderland, dan wel door vreemde Scheepen zullen weezen ontfangen, omtrend den uitslag der allarmeerende toestand in welke de Republicq zich in October en November laatstte bevind, - terwyl de Scheepen thans in Staat gebracht en van al het nodige voorzien immediaat en zonder vertraging de reize uit Baayfals zullen moeten onderneemen en vervolgen wanneer de tydingen zulx niet verder verhinderen zullen
Aldus Geresolveerd en Gearresteerd in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorschreeve.
[Signed:] A: J: Sluijsken
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] W: S: V: Rijneveld
[Signed:] My present G: f: Goetz Secret:s
C. 231, pp. 115-119.¶
Donderdag den {17950416} 16 April 1795
Secreet
‘S voormiddags present de Edele Heer Commissaris beneevens den Heere Gezachhebber en de Heeren Leeden Le Sueur en Van Rijneveld
Na dat de Secreete Resolutien ter Sessie van den 8 deezer loopende maand genomen geresumeerd en geapprobeerd was geworden, geliefde den Edelen Heer Commissaris ter tafel te produceeren, eenen Missive door den Heere Dekker, Commandeerende ‘t op den 12 deezes in baaifals gearriveerd ‘S Lands Schip van oorlog Medenblik daags na zyn aankomst aan zyn Ed geschreeven, luidende
‘Hoog Edele Gestrenge Heer!’
‘Ik heb de Eer by deeze aan UWelEdele Gestrenge te informeeren, als dat heeden met myn onderhebbende Fregat van oorlog Medenblik in de Simonsbaai ben gearriveerd, zynde op den 22 december a:p: uit Texel gezeild met een Convooi waar onder zich vier oost indische Compagnies Scheepen en 4 partikuliere Scheepen na de Oost indien gedestineerd bevonden, en van dewelke door Stormweer in ‘t Canaal geraakt ben, hadde gehoopt met dezelve weder op ‘t Eiland Teneriffe als aangeweezen rendez vous te Conjungeeren, doch alhoewel daar volgens mijne Instructie van den Commandant G: Oorthuis de bepaalde tyd uitgeleegen heb zo hebbe dog aldaar geen derzelve vernoomen het welke mij niet weinig enquieteerd alzo van ‘t Kruissen eener Fransche vloot geinformeerd was, & zo ik gelove dezelve door mij ook gezien is, het welk mij te waarschijnlyker voorkomt, alzo de tijding met een Schip op Teneriffe geconfomeerd wierd, er te dier tyd een Fransche Vloot op die hoogte waar ik dezelve vermeende bespeurd te hebben, gekreuijst hadt, die zoo der Scheepen niet spoedig hier arriveeren, ben bedacht dezelve in vyandelyke handen zullen genoomen zyn’
‘Ik zal niet manqueeren om U Hoog Edele Gestrengen by myn komst a Costy nadere ouverture van myne ontfangene instructie te geeven, waar meede niet verzuimen zal zo dra myne occupatien zulx maar zullen permitteeren als meede om verslag van eenige Hollandse Nouvellen te doen - ondertusschen kan UWelEdele Gestrenge meede deelen dat de franschen veele progresseien op de Hollandse frontieren gemaakt hebben dog men hoopte de vreede wel ras zoude geslooten zyn, en zo men voorgaf zoude de Heeren Brandt en Reeplaar naar Parijs gaan om daar over in onderhandeling te treeden edoch dat waare bij mijn vertrek nog maar losse geruchten’
‘Weetende voor het tegenswoordige niets meerder waardig om de attentie van U HoogEdele Gestrenge meede te fatigeeren, dus hebben de Eere na betuiging van de gedistingueerste hoog achting my met alle veniratie te noemen’
‘Hoog Edele Gestrenge Heer’
‘U Hoog Edele Gestrenge zeer onderdanige dienaar’
’/ get:/ S: Dekker.’
‘aan boord S Lands fregat van oorlog Medenblik geankerd in Simonsbaay den 13 April 1795’
welke Missive geleezen en daar by in aanmerking genoomen Zynde, dat hoe zeer den Raade ook heeft verbeid den ontfangst van zodanige tydingen uit Nederland als volgens welker min met gerustheid zoude kunnen overgaan om de aanweezende en tot vertrek volkoomen in gereedheid leggende Retourscheepen derzelver reize naar het Vaderland te doen onderneemen, het kort verslag van den Heere Dekker by zyne gezeide Missive gegeeven over de staat waarin de zaaken in Europa voornamentlijk in Nederland zich bevinden, ofschoon daar is bygevoegd de hoop tot vreede verder geschikt is om in steede van te ontruimen en weg te neemen de Scrupule door welke deeze Regeeringe zich by haar gemelde resolutie van den 8:ste der loopende maand genoodzaakt heeft gezien te moeten besluiten omme alle de aanweezende retourscheepen wel uit deeze Tafelbaai te depecheeren met de eerste goede gelegendheid die zich na heeden daartoe zou opdoen, doch dezelve te zenden naar Baaifals ten einde aldaar te temporeeren tot er eenige gerusstellende tydingen uit ‘t Vaderland dan wel door vreemde Scheepen Zouden weezen ontfangen, omme in dit geval inmediaat en zonder vertraaging de reize uit Baay fals te moeten onderneemen en vervolgen eerder vermederen moet dezelves zo is dan ook by den Raade beslooten, omme voorals noch by dat besluit te blyven persisteeren, zullenden dus de gemelde Retourscheepen na dat derzelver depeches Staande deeze Sessies geteekend zullen hebbe ontfangen ten Spoedigste moeten vertrekken naar Baaifals ten einde aldaar de nadere ordres deezer Regeering te blyven afwachten
Aldus geresolveerd & gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorschreve
[Signed:] A: J: Sluijsken
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] W: S: V: Rijneveld
[Signed:] My present G: f: Goetz Secret:s
C. 231, pp. 120-129.¶
Maandag den {17950511} 11 Meij 1795
Secreet
‘S voormidags present de Edele Heer Commissaris, beneevens den Heere gezachhebber en den Heeren Leeden Le Sueur en van Ryneveld
Geliefde den Edelen Heer Commissaris den Raade te kennen te geeven, dat daar ingevolge het Secreet besluit deezer Tafel van den 8 April jongstleeden, alle de ter deezer Rheede geankerd geweest zijnde Retourscheepen ten getalle van 9 kielen waaren afgevaardigd naar Baaifals , ten einde, om zodanige zwaarwichtige reedenen als by die Resolutie breedervoerig zijn omschreeven, aldaar te temporiseeren, tot er eenige tijdingen uit het Vaderland, dan wel door vreemde Scheepen alhier zouden weezen ontfangen, omtrend de uitslag van den allarmeerende toestand in welke de Republicq zich in October en November laatstleeden bevond, men alle mogelijke reedenen heeft gehad zich te vleien, dat deeze zo lang verbeide tijdingen zouden inkoomen, Spoedig genoeg, om de gemelde Retourscheepen te kunnen expediëeren, in een tydstip, dat dezelve voor de Winter in de havenen hunner bestemmingen zouden kunnen aanlanden te meer daar de Missive door den Wel Edele Gestrenge Heer advocaat der E: Compagnie M:r Petrus Jacobus Guepin aan den Edelen Heer Commissaris geaddresseerd en by gezeide Resolutie aangehaald, tot den ontfangst dier tydingen allen hoop gaf, en men bovensdien uit hoofde van het gewicht der zaake en het belang dat ieder natie, maar vooral het Vaderland, moet stellen, om een ommekeer van zaaken, ‘t zij die ten goede of ten kwaade mogt hebben plaats gehad, met allen Spoed, zo hier als in Indien bekend te doen worden hadt moogen vaststellen van de gevolgen welke de criticque positie waar in de Republicq zich in October en November laatsleeden bevond, ten minste als nu volkomen geinformeerd te zullen zijn geworden, en teffens gemunieerd met stellige beveelen, hoedanig te handelen met het aanzienlijk Retour ‘t welk de Hoog Gebiedende Heeren Majores bewust was dat in de eerste maanden van dit loopend Jaar, ter verdere voortzending naar Nederland, aan deezen Uithoek moest aankoomen; - dat echter tot nu toe geene ander tydingen ingekoomen zynde, dan het partikulier verslag door den Heere Capitein Dekker commandeerende het in Baaifals leggend ‘S Lands Fregat van oorlog Medenblik , by zyn Ed aankomst gedaan geinserreerd by de Secreete Resolutie van den 16 April jongstleeden en het welk deeze Regeeringe als thoen heeft doen overgaan om te persisteeren by haar besluit van den 8 April, en dienvolgens de Retourbodems verder te doen temporiseeren tot dat de betere of beslissende tydingen, die men op de zo evenaangehaalde gronden dagelyks mogt en moest verbeiden zouden weezen ingekoomen, intusschen het getal der Retourboodems in Baaifals , door den behouden aankomst der Scheepen de Zuidpool , Alblasserdam , Washington , Siam , de Zeelilij , de Zwaan en de Pacquetboot de Vlyt is aangegroeid tot 16 Kielen, alle te zaamen bevattende een Schat waar na de Maatschappij in haar tegenwoordige droevige omstandigheeden reikhalzende moet verlangen, en welkers gemis, alwaar het ook slechts voor een Jaar haar in de uitterste bekommernisse zoude moeten Storten; - dat hy Edele Heer Commissaris van de alleruitterste noodzakelijk geoordeeld hebbende om eindelyk daar het Jaar getyde reeds zoo verre verloopen is dat eene langere verbeiding na tydingen zelfs gevaarlyk word, tot een besluit te moeten koomen, of om de aanweezende Retourbodems naar Nederland te depecheeren, of om dezelve alhier aan te houden, met alle mogelijke aandacht hadt overwoogen
Eerstelyk dat de hoope en verwachting welke deeze Regeering heeft moogen en moeten hebben, om zo al niet door vreemde kielen, ten minsten door den aankomst van ‘s Lands Schip van oorlog Brakel of eenige der meede verwachtwordende Scheepen dier E Comp:e eenige beveelen ten aanzien der Retourscheepen te zullen moogen ontfangen, dan wel eenige tijdingen waar na de handelingen deezes Raads ten aanzien van dezelve zouden kunnen worden gericht, als nu na de aankomst in Baaifals der twee ingehuurde Scheepen de Geertrui en de Wilmstadt & Boetzelaar ten grooten deele zo niet geheel vervallen moet, alzo deeze gelyktijdig met S Comp:s Bodems en het gedacht Schip van oorlog uitgezeild zynde het achterblyven der laatsten, gewisselijk als van zelfs de veronderstelling moet doen opkoomen dat dezelve of in ander Havenen van Europa zyn binnen geloopen of dat hen ongelukken of rampen zyn te beurt gevallen
Ten Tweeden dat hoe zeer ook deezen Rade, bij haare voorzeide Secreete Resolutien van den 8 en 16 April laatsleeden, allezints met haare duure verplichting en het belang der Maatschappij overeenkomstig heeft bevonden de Retourscheepen af te zenden naar Baaifals , ten einde aldaar te temporiseeren tot den ontfangst der tijdingen welke men als toen, of door eige Scheepen, of door die van Vreemde natien te gemoed zag, het echter zeer gevaarlijk ja onverantwoordelijk zoude zijn aan dit temporiseeren eene zodanige uitgebreidheid te willem hechten, als waardoor alle de kostbaare Scheepen met hunne ingelaaden Schat, in steede van aan veronderstelde en gevreesd wordende zelfs aan oogschijnlijke gevaren zouden worden blootgesteld, terwijl wanneer deeze zo langverbeide tydingen mogten inkoomen in de aanstaande maand Juny of laater, en dus in een Saisoen wanneer de noordweste winden op deeze Custen doorstaan, het niet alleen twijffelachtig maar bykans onmogelyk is, dat een talryke vloot van meer den twintig kielen waar onder zich veele traage Zeilers bevinden met de Noordwestelijke winden, waar meede uit Baaifals in zee moeten Steeken tot in de Zuid oost passaat by elkanderen zou kunnen worden gehouden, maar ook zeer waarschijnlyk dat de Scheepen welke daar van afgeraakte en door teegenwinden en gevaarlyke Stroomen naar ‘t Rif van Anguilhas wierden gevoerd, of met aanmerkelijke Schadens zo als de ondervinding meer van te veel tot aanmerkelijke Schade van de Maatschappij heeft bevestigd, zich genoodzaakt zien de Baaien deezer uithoek wederom binnen te moeten loopen, of om alleen zonder in Staat van teegenweer, en dus in het grootste gevaar de Reize naar ‘t Vaderland te volbrengen en dat Schoon de Scheepen, in dat jaargety waaren zo als gezegd de Noord weste winden op deeze Custen doorstaan, vertrekkende, al alle deeze waarschynlyke gevaaren door den beschikking der goede voorzienigheid mogten ontkoomen en dies gecombineerd en onder hun Convooi de reize naar Europa vervolgen, het nochtans onbetwistbaar is, dat dezelve aldaar zouden aankoomen in het allerruuwste Jaargety, aan Stormen blootgesteld worden, en mogelyk buiten staat om als dan zodanige Havenen te bereiken, alls hun behoude en Veiligheid, mitsg:s het belang van het Vaderland en dat der Maatschappij noodzakelijk mogt hebben gemaakt, hun ter aandoening voorteschrijven
Ten Derden dat ofschoon alles is aangewend en nog verder aangewenden word om de Baaifals te brengen en te houden in zodanige staat van teegenweer als de Situatie dier Baai en de aanhanden zynde geringe middelen maar eenigzints toelaaten een gering aantal vyandelijke Scheepen, niettemin voldoende zouden zijn, om de geheele Retourvloot, die neevens de uitkomende Comp:s Scheepen op het bestek der Anker grond in Simonsbaai , zo na aan elkanderen hebben moeten worden vertuid, dat nauwlijks plaats tot zwaaiën hebben, door het in Brandsteeken van dezelve geheel te vernielen, te meer daar zo min ter defensie van deeze Hoofdplaatze als van de Baaifals , uit aanmerking van het zwak Garnisoen iets anders heeft kunnen worden uitgevonden, dan het Schieten met gloeiende kogels, en dus om de vyandelyke Scheepen in brand te Steeken, en dat dit middel van defensie, by vyandelyken aanval gelukkende het eerst in brand geraakte Schip ogenbliklijk door die Equipagie zou worden verlaaten en voor den wind af tusschen S Comp:s bodems drijven waar door dus die verdediging zou kunnen strekken tot de allerafgryslykste vertooning van verwoesting en de onherstelbaare Schade van ‘t Vaderland, dies Maatschappij en haar bezittingen - en
ten Vierden dat de jongst van Mauritius ontfangene tydingen meede brengen, dat niet alleen eenige Scheepen van oorlog en Kapers mitsg:s vier duizende Mannen gereed waaren om op de allereerste ordre te kunnen worden geemploeiëerd, maar dat by deeze macht nog zou worden gevoegd eenige Scheepen van oorlog en Zes duizend man diie volgens eenige berichten, uit Frankryk , en volgens andere uit Amerika wierden verwacht, waar door men dus op goede gronden mag en moet vreezen, dat de Franschen denkbeelden voeden om een aanval op deeze Colonie te waagen waarvan gewisselijk hun onvoldoend vermoogen tot nu toe weerhouden heeft, hoe zeer het meer en meer toeneemend gebrek te Mauritius , aan zodanige aldaar onontbeerlyke leevensmiddelen, als voorheen altoos van de Kaap wierden gehaald, hen hadt moeten noopen en nood zaaken deeze kans, hoe gevaarlyk ook te waagen.
Dat hy Edele Heer Commissaris, by dit alles wel overwoogen hebbende dat hoe zeer ook de allerdringenste noodzakelykheid vorderd, om tot een besluit te koomen om of de aanweezende rykgelaaden Retour bodems alhier aan te houden of om dezelve haare reize naar het Vaderland te doen aantreeden, zyn Ed: uit overtuiging dat met hoe veel oprechte yver en beleid hierinne ook mogt worden gehandeld, deeze handelwyze echter mogeljk noch, altoos zal worden beoordeeld naar den uitslag die dat besluit zou kunnen hebben ook lange in bedenking is geweest wat hier inne te moeten voorstellen en doen, doch dat zijn Ed alles wel gewikt en rypelijk overdracht hebbende, met die attentie welke de zorglijke omstandigheeden van het Vaderland, desselvs Maatschappy en haare bezittingen vorderd, en zich door het achterblyven van berichten en beveelen genoodzaakt ziende van twee uittersten, een te moeten kiezen, en dus zich ook te moeten bepaalen by de keuze van dat, het welk men in oprectheid, eerlykheid en goede trouw mogt bevinden het minste te kunnen Schaaden of waar door veronderstelde en gevreesde gevaaren, verwisseld kunnen worden teegens oogenschijnelyke en mogelyk zeekere, deeze Vergadering ten principaale hadt laaten Convoceeren omme aan dezelve op fundament van alle de hier voren aangevoerde argumente te preponeeren, om alle de in Baaifals ten getalle van 16 aanweezende Retourscheepen daar onder begreepen de Pacquetboot de Vlijt , niet langer naar nadere tydingen uit het Vaderland of die door vreemde Natien zouden kunnen en moogen worden aangebragt, te laaten temporeeren dan tot den 18 deezer loopende maand ten einde met de eerste goede wind die als dan of na die datum mogt waaien onder Convooi van ‘S Lands fregat van oorlog de Scipio en ‘S Lands brik van oorlog de Comeet , en onder afwachting van Godes zeegen de reize naar het Vaderland te aanvaarden, over al het welk gedelibereerd zynde, met allen den aandacht die het gewicht der zaaken vorderd, zo is by den Raade beslooten zich met de propositie van den Edelen Heer Commissaris volkoomen te Conformeeren, en dus om al het geene door zyn Ed is bygebracht, over te neemen, en met en beneevens de gezeide propositie te Converteeren en eene Resolutie deezes Raads gelyk hetzelve geconverteerd word by deeze, zullende dienvolgens alle de gezeide 16 Retourbodems in Staat worden gebracht, omme op den 14 deezer, of met de eerste goede wind, welke na die datum zal waaien uit Baaifals te vertrekken en onder Convooi van S Lands Fregat van oorlog de Scipio en ‘s Lands brik van oorlog de Comeet de reize naar Nederland te onderneemen
En dewyl door dit besluit de gezeide pacquetboot de Vlyt met de overige bodems desselvs reize naar Nederland Staat te aanvaarden, zo is uit hoofde dat het gemeld Vaartuigen by de Vloot tot een advies Jacht, zou kunnen worden gebruikt en mogelyk by aannadering aan ‘t Vaderland voor uit zou kunnen worden gezonden, om tyding van de aankomst der Scheepen te brengen, verstaan de depeches welke zich aan boord van die pacquetboot bevinden daaruit te ligten en op het Schip de Zuidpool als het beste bezeild Schip ter vervoer naar Nederland te plaatzen
Aldus geresolveerd en Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorschr:
[Signed:] A: J: Sluijsken
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] W: S: V: Rijneveld
[Signed:] My present G: f: Goetz Secret:s
C. 231, pp. 130-132.¶
Donderdag den {17950611} 11 Juny 1795
‘S avonds ten half elf uuren, present de Edele Heer Commissaris, de Heer Gezachhebber en de Heeren Leeden Gordon, Le Sueur, van Rheede van Oudtshoorn en Van Rijneveld
De Edele Heer Commissaris den Raad extra ordinair geconvoceerd hebbende, geliefde aan dezelve te kennen te geeven, dat zyn Ed heeden avond om 1/2 Zes Uuren van den Heere Resident hadt ontfangen eene Nota gedateerd Simonsbaai den 11 Junij 1795, S middags om half een uur, waarby aan zyn Ed Rapport worden gedaan dat in Baaifals kwam op te laveeren acht Scheepen, waar van de eene een Standaart voert, zonder Couleuren daar van te hebben kunnen verkennen, en geene vlaggen toonen; dat dit Rapport heeden avond over halfneegen is gevolgd van een andere Rapport door den op de Post Muizenburg bescheiden Mattroos Pieter Witstraaten, volgens welk van gedachte post was gezien dat deeze namiddig om vier uuren zeeven Scheepen op de Buitenrheede van Baaifals ten Anker waaren gekoomen, waarvan den Commandant zou hebben vertoond een Roode vlag met een Wit kruis; zonder dat men van Muizenburg hadt kunnen zien dat een der Scheepen zeilen by hadden, dat vervolgens nu voor ruim een half uur by zyn Ed: was ontfangen eene Nota gedateerd Simonsbaai den 11 Juny 1795 enby absentie van den Heer Resident op de Battery, geteekend door den adjunct Resident Johannes Henricus Brandt, woordelyk inhoudende:komt opzeilen acht Engelsche Scheepen, Capitein Dekker heeft een Chaloup na boord gezonden, zo het Engelsche of Vrienden zyn, zouden zy een Vlag hebben waaien laaten, maar tot nog toe geen Sein beantwoord, dus Vyandelyke Scheepenen dat zyn Ed dus van alle de Heeren Leeden des Raads afvorderde derzelver gevoelens, of men in de onzeekerheid waarin deeze allezints vague Rapporten zyn Ed hadden gebracht, zonder door zeekerder, ter welkers Spoedige afzending in Baaifals altoos gelegendheid zou hebben kunnen worden gevonden voorals nog uit deeze ongerustheid te zyn getrokken, de by het plan van defensie bepaalde Seinen tot oponthoud van de Landmilitie, directe zoude laaten afgaan dan niet.
de Heer Gezachhebber adviseerd het doen der Seinen noodzakelyk te achten om dat de consequenten welke daaruit zouden kunnen ontstaan wanneer deeze Seinen nodeloos gedaan wierden niet zouden kunnen evenäaren de consequentien, welke notoir moeten ontstaat, wanneer men in de teegenswoordige onzeekerheid geene Seine deedt, en nader hand de aangekoomen Scheepen waarlyk vyandelyke Scheepen wierden bevonden te zijn.
de Heer Gordon conformeerd zich met het advys van den Heere Gezachhebber, zo meede de Heer Le Sueur, de Heere Van Rheede Van Oudtshoorn ad idem, en den Heer Van Ryneveld insgelyks.
De Edele Heer Commissaris zich by deeze unanime advijzen gevoegd hebbende, zo is des nachts de klokke half elf uuren beslooten de Seinen van Alarm tot oponthoud van de Landmilitie te doen afgaan.
Aldus Geresolveerd en Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorschreve
[Signed:] A: J: Sluijsken
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] R: J: Gordon
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] W: F: V: Reede Van Oudtshoorn
[Signed:] W: S: V: Ryneveld
[Signed:] My present G: F: Goetz
C. 231, pp. 133-140.¶
Vrydag den {17950613} 13 Junij 1795
‘S morgens om half drie Uuren present de Edele Heer Commissaris de Heer Gezachhebber, en de Heeren Leeden Gordon, Le Sueur, van Rheede Van Oudtshoorn en Van Ryneveld
De omstandigheeden gevorderd hebbenende, dat alle de Heeren Leeden des Raads ten deezen Casteele hebben moeten verblyven, zo is de Vergadering, welke deeze nacht de klokke ruim half een Uur was gescheiden, wederom door den Edelen Heer Commissaris geconvoceerd, en door zyn Ed voorgedraagen, hoe dat zyn Ed: ogenbliklyk van den Heere Resident Brandt, hadt ontfangen, eene Missive gedateerd Simonsbaai den 11 Junij 1795, ‘S avonds ten neegen Uuren, houdende Rapport, dat op ged:t Uur de Chaloup van den Capitein Dekker te rug was gekoomen, meede brengende een Engelsch officier die by zyn aankomst ten deeze Casteele bevonden is geweest een Purser of Secretaris te zyn, welke aan hem Heere Resident een brief van den Heere admiraal Elphinstone in zijne gezeide Missive geincloseerd hadt ter hand gesteld, en dat hij Resident op het verzoek van gedachte officier hem van een Paard hadt voorzien om de boodschap van den Admiraal, waar meede hy zeide gechargeerd te zijn aan den Edelen Heer Commissaris over te brengen, - dat nevens gezegde Missive ten deezen Casteele aangekoomen zijnde, de gedachte Officier, hy Heere Commissaris uit desselfs handen hadt ontfangen eene Missive uit het Oost indische Huis te London , Sub dato 24 Maart 1795 door Bewindhebberen van de oost indische Compagnie aan zyn Ed: geschreeven, en dat zyn Ed deeze Vergadering expres hadt laaten convoceeren om van dit een en ander ouvertures te doen; waarop gezeide Missive van de Engelsche oost indische Compagnie, en die welke de Heer admiraal Elphinstone aan den Heere Resident Brandt heeft geschreeven geleezen zynde, wierden dezelve in ‘t engelsch bevonden, van volgende inhoud
‘To His Excellencij H: J: Sluijsken Governor of the Cape of Good Hope’
‘Sir,’
‘We the Secret Committee of the Englisch East India Companij, are extremely happij in availing ourselves of this opportunity te expres the high Sense we entertain of your polite and friendly communication with our Governor of S:t Helena , of which we have been fully informed by that Gentleman, and also of de verij handsome treatment experienced by Such of the Commanders of our Ships, as have had occasion to touch at the Cape for refreshments.’
‘We have requested Rear Admiral the Honorable Sir George Keith Elphinstone te deliver this Letter and flattering our Selves that the Admiral will meet with a friendly reception - We remain’
‘Sir’
‘Your verij obedient humble Servant’
’/: signed:/ W Devaynes John Manship’
‘East India House London 24:th March 1795’
‘His Britannick Majestys Ship Monarch the 10 June 1795’
‘Sir,’
‘Having arrived here in pursuance of His Britannick Majestys Command, and being in possession of very important infirmatien, as well as of a Letter written by his Serene Highness the Prince off Orange the Stadholder, I am earnestly to Request you will instantly dispatch an Express te communicate those circumstances to His Excellency the Governor at the Cape and to Colonel Gordon, and that you wil be pleased to inform them of mij anxietij to communicate with them, wherefore I shall be extremelij happij te See them on board the Ship Monarch under mij Command and to adopt any other mode, for seeing them they may be pleased to communicate’
‘I have the honor to be.’
‘Sir, Your most obedient humble Servant.’
’/ signed / G: K: Elphinstone. Com:r in Chief &:a’
‘P: S: If it is improper for His Excellency Governor to leave the Cape I Shall be glad to See Colonel Gordon.’
‘luidende de daar van directe in ‘t Hollandsch gemaakte translaaten als volgd.’
‘Aan zijne Excellency H: J: Sluijsken Gouverneur van Kaap de Goede Hoop’
‘Myn Heer!’
‘Wy de Secreete Commissie van de Engelsche oost indische Comp:e zijn ten uittersten gelukkig van ons te kunnen bedienen van deeze gelegendheid om UE te verzeekeren van de hooge achting welke wij gevoelen over UE polite en vriendelyke Communicatie met onze Gouverneur van S:t Helena , waar van wij door dien Heer ten vollen zyn geinformeerd geworden, gelyk ook van de goede behandeling ondervonden bij zodanige Capiteins van onze Scheepen, als nodig hebben gehad de kaap voor ververschingen aan te doen’
‘Wij hebben dus den Schoutbijnacht, den Heere George Keith Elphinstone verzocht deeze Letteren aan UE ter hand te stellen en ons flatteerende dat ged: Schoutbynacht een vriendelyke receptie zal ontmoeten, verblyven wy’
‘Myn Heer!’
‘UE zeer geh: en onderdanige dienaren’
’/: getek: / Devaynes John Manship’
‘in t Oost indisch Huis Londen den 24 Maart 1795’
’/: onderstond:/ getranslateerd door mij /: getekend / C: G: Hohne gesw: Transl:r’
‘Zyn Brittannische Majesteits Schip Monarch den 10 Juny 1795’
‘Myn Heer’
‘In navolging van zyne Brittische Majesteit ordre alhier gearriveerd en bezitter van importante informatien, zo wel als van een brief door Zyne doorluchtige Hoogheid de prince van orange en Stadhouder, verzoek ik vieriglyk dat UE directe een expresse geliefd af te zenden om deeze omstandigheeden aan zyne Excellence de Gouverneur van de Kaap en den Collonel Gordon te bedeelen en dat UE hun gelieve te informeeren van mijn verlangen om met hem in onderhandeling te treeden, waaromme ik my zeer gelukkig achten zal dezelve aan Boord van ‘t Schip Monarch het welk ik Commandeere te zien, of ander zodanige middelen ten dien einde te adopteeren als dezelve goed zullen vinden my te bedeelen’
‘Ik heb d’ Eere te zyn Mijn Heer’
’/: uwelEd: zeer ond en geh dienaar /: get:/ G: K: Elphinstone Com:r in Cheif &:r’
‘P S Indien het voor zyne Excellencie ongevoeglyk is de Kaap te verlaaten zal het my aangenaam weezen Collonel Gordon te zien’
by al het welke den Edelen Heer Commissaris nog geliefde te communiceeren, dat zyn Ed den Engelschen officier waarmeede eerstgenoemde Missive was ontfangen hebbende gevraagd, zo na de reedenen van den aankomst der Vloot, als na den toestand der zaaken in ‘t Vaderland, daarop geene andere dan zeer vague, en zo als het zyn Ed was voorgekoomen zeer achterhoudende antwoorden hadt ontfangen, dienvolgens ook vermeende, dat de verzoeken door den Admiraal Elphinstone, bij zyne aan den Heere Resident Brandt gerichte Missive gedaan, op eene behoorlyke wyze behoorden te worden afgeweezen, en dat zyn Ed dus van meening was aan den gezeiden Admiraal bij Missive kennisse te geeven, dat zyn Ed zich zo door den Heere Resident der Baaifals als door den afgezonden officier onderricht vond, van zyn Ed verlangen om zo aan hem edele Heer Commissaris, als aan den Heere Collonel Gordon te Communiceeren, de importante tydingen, zo wel als een brief van Zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Prince van Orange, Erfstadhouder der Republicq, waar van hij brenger zoude zyn - doch dat het voor het teegenswoordige niet in zyn Ed vermoogen was de Kaap te verlaaten, zo min als om van zich te verwyderen de Commandant en Chef van onze Troupes, met verzoek dat hy Heere Admiraal dienvolgens de goedheid wilde hebben herwaards aan hem Heere Commissaris, de voorzeide importante tijdingen en depeches met een Officier waarop hy Heere Admiraal zyn vertrouwen konde Stellen af te Zenden, - over al het welk met gepaste aandacht gedelibereerd zynde, zo is verstaan zich met deeze propositie van den Edelen Heer Commissaris volkoomen te conformeeren, zullende dezelve dienvolgens worden geconferteerd in een Resolutie deezes Raads, zo als geschied by deeze.
Waarna door den Edelen Heer Commissaris kennisse is gegeeven, dat op ordre van zyn Ed heden nacht naar Baaifals was afgevaardigd een detachement van 200 man Infanteristen en 100 Arthilleristen, en dat zyn Ed aan het Hoofd van dat detachement hadde geplaatst den Lieutenant Collonel der infanterie Carel Matthys Willem de Lille.
Aldus Geresolveerd en Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorschreve.
[Signed:] A: J: Sluijsken
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] R: J: Gordon
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] W: F: V: Reede Van Oudtshoorn
[Signed:] W: S: V: Rijneveld
[Signed:] My present G: f: Goetz Secret:s
C. 231, pp. 141-144.¶
Vrydag den {17950612} 12 Junij 1795
‘S Voormiddags present de edele Heer Commissaris, de Heer Gezachhebber en de Heeren Leeden Gordon, Le Sueur, van Rheede Van Oudtshoorn en Van Ryneveld
Geliefde den Edelen Heer Commissaris den Raade te bedeelen dat wanneer van dit Casteel, ingevolge het besluit in den voorleeden nacht genoomen, het Sein van alarm zo als by het plan van defensie is bepaald met twee Canonschooten was gedaan, zyn Ed het doen van het derde Schot, op welke alle de Corpsen naar de aan hen ter deezer Hoofdplaatze aangeweezen posten moeten marcheeren, hadde gepostponeerd, ten einde zo de Burgerij als t pennisten Corps niet nodeloos te vermoeien en af te matten, en dat zyn Ed daar van kennisse hadt gegeeven aan de officieren van beide Corpsen, met intematie om zich in alles gereed te houden, om op het doen van gedachte Schot gereed te zijn, zich ieder in den Seinen op hunnen post te laaten vinden - dat zyn Ed deeze morgen, aan het in den voorleeden nacht naar Muizenburg vertrokken detachement hadt nagezonden, de daar voor vereischte provisien en andere benodigdheeden, mitsg:s twee veldstukken en twee ammunitie waagens; en dat zyn Ed de nodige beveelen hadt uitgevaardigd om heeden namiddag een detachement te paard van Tachtig Man uit de Burgerdragonders naar Muizenburg te doen trekken ten einde aldaar post te vatten.
Vervolgens in overweeging genoomen zijnde de noodzakelijkheid om by tyds te zorgen dat de Burgerdragonders uit de buitendistricten, die op de gedaane Seinschooten tot opontbod, reeds van nu af zich in meenigte naar deeze Hoofdplaatze begeeven, van het nodig onderhoud zo voor hen als hunne paarden worden voorzien, zo is by overweeging van de volstrekte onmogelijkheid om alle de Manschappen welke van buiten alhier zullen aankoomen, by de Burgers en Ingezeetenen deezer hoofdplaatze te doen inquartieren, zonder aan beide zijde ongerief, misnoegen en gemor te verwekken, het welk in deeze zo Singuliere als onzeekere omstandigheid zorgvuldig moet worden vermeid, te meer daar en voorals noch in het onzeekere verseerd, hoe lange de opontboode Landmilitie alhier zal moeten vertoeven, en ‘t welk mogelyk weinig daagen kan duuren; - Zo is by den Rade beslooten aan alle de reeds opgekoomen en nog verwacht wordende Manschappen, tot hun onderhoud voor hen en hun paard, dagelyks uit S Comp Cassa te laaten verstrekken tien Schellingen, welke aan hen door Gecommitteerdens uit het Colegie van Commissarissen uit den Raade van Justitie zullen worden uitgereikt, met uitzondering echter der geene die naar baaifals of Muizenburg worden gedetacheerd, als aan welke Randsoenen en Paardevoeder word verstrekt
Hierna geliefde den Ed Heer Commissaris den Raade te bedeelen, dat zyn Ed nader overwogen hebbende, wat de Reedenen zouden kunnen zijn, waaromme den Heere admiraal Elphinstone by het aan doen van Baaifals niet zyne vlagge heeft vertoont, mitsg:s dat hy volgens het Rapport van den Heere Resident Brandt de Lands Officier hem door den Heere Capitein Dekker toegezonden zo lange aan boord heeft aangehouden, dat daar door het doen der Seinen is veroorzaakt en de geheele Buitenmilitie opontbooden, - zyn Ed den gemelde Heere Resident der Baaifals hadt aangeschreeven, dat hoe zeer zyn Ed, voorals nog niet kon of mogt denken dat den Admiraal Elphinstone eenige andere dan vriendelyke vues hadt, - nogthans met alle zorgvuldigheid de daaden en handelingen van den gezeiden Admiraal en zyne Scheepen gade te slaan, ten einde wanneer deeze eenige andere, dan wel, het geene God verhoede hostile beweegingen mogten aanduiden dezelve als dan op de bestgeschikste wijze te verhinderen en des noods geweld met geweld te keeren, met last hiervan Communicatie te geeven aan den Heere Capitein Dekker, met betrachting voor ‘t overige van de nodige Secretesse.
Laatstelyk is aan den procureur Bernardus de Vaal op zyn desweegens gedaan verzoek gepermitteerd, om een doosje of Castje met geld en papieren van aangelegendheid onder hem van zyne principaale berustende, uit hoofde van de Criticque positie waarin men zich ten deeze Gouvernemente bevind, in ‘S Comp:s groote geldcassa ter mogen Seponeeren, mits hetzelve behoorlyk verzegulende en beschryvende, om vervolgens door Gecommitteerdens over de groote geldcassa tegens recipisse te worden inhandigd, ten einde in S Comp groote geldcasa overgebracht en aldaar ter resico van den gemelde procureur Bernhardus de Vaal geseponeerd te blyven
Aldus Geresolveerd en Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorschreeve.
[Signed:] A: J: Sluijsken
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] R: J: Gordon
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] W: F: V: Reede Van Oudtshoorn
[Signed:] W: S: V: Ryneveld
[Signed:] My present G: f: Goetz Secret:s
C. 231, pp. 145-151.¶
Zaturdag den {17950613} 13 Juny 1795
‘S voormiddags, present de Edele Heer Commissaris, de Heer Gezachhebber en de Heeren Leeden Gordon, Le Sueur, Van Rheede van Oudtshoorn en van Ryneveld.
De Secreete Resolutien by deezen Raade op eergisteren en gisteren genoomen, geresumeerd en geapprobeerd geworden zynde, - geliefde den Edelen Heer Commissaris den Raade kennisse te geeven, dat zyn Ed heeden morgen van den Heere Resident der Baaifals Christoffel Brandt hadt ontfangen de twee volgende Missives.
‘Kaap de Goede Hoop’
Aan den Wel Edele Goot achtb Heer Abraham Josias Sluijsken Raad ordinair van Nederlands india mitsg:s Commissaris over het Gouvernement van Kaap de Goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a
‘Wel Edele Groot Achtb: Heer!’
‘Op UWel Edele Groot achtb: laatste ontfangene Missive van heeden morgen te zes Uuren afgezonden, neem ik de vryheid in allen Eerbied te dienen, dat ik my Strik zal houden aan alle door UWel Edele Groot achtb: aan my gegeevene ordres en daarvan niet zal afgaan, dan wanneer nadere beveelen zal hebben ontfangen, gelyk ik aan den Admiraal Elphinstone, zo wanneer zyn Wel Edele Gestrenge om ververschingen vraagt dezelve zal accordeeren dog geen Manschappen het zy impotenten als anderzints aan de wal permitteeren.’
‘Wat het nieuws betreft Wel Edele Groot achtb: Heer daarvan is men alhier tot nog toe ten eenemaale onkundig, vermits tot dit ogenblik niemand van het Esquader aan de wal is geweest, en het dies voor ons alhier alles een geheim blyft - den Capitein Dekker heeft op twee differente Scheepen zyne Officieren om nieuws gezonden, doch men houd zich zeer Secreet en wil van niets weeten, echter zal ik niet mankeeren zo mij iets ter ooren komt UWel Edele Groot achtb zulx ter Spoedigsten te laaten toekoomen.’
‘de acht Scheepen zyn alle te zamen onderzeil om met een Zuid weste wind deeze Rheede op te Laveeren’
‘Wanneer ‘t eene of het andere remarquabels voorvald zal ik niet manqueeren Uwel Edele Groot achtb nog heeden nader Rapport doen.’
‘Ik heb de Eer met alle achting mij te noemen.’
‘Wel Edele Groot Achtb Heer’
‘UWer Wel Ed Groot achtb gehoorzamen dienaar /: get / C Brandt’
’ Simonsbaai den 12 Juny 1795.’
‘Kaap de Goede Hoop’
Aan den Wel Edele Groot Achtb Heer Abraham Josias Sluijsken Raad ordinair van Nederlands india en Commissaris over het Gouvernement Kaap de Goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a
‘Wel Edele Groot Achtb Heer’
‘Ik heb de Eer UWel Edele Groot achtb te berichten, dat heeden tegens den avond de volgende Engelsche oorlog Scheepen ter deezer Rheede zyn ten anker gekoomen, als’
‘Den Equipagiemeester die aan boord van voorsch Heer Admiraal is geweest en verzogt om een notitie van de Scheepen mitsg:s de Sterkte van dezelve te moogen weeten, heeft hoogstged:e Heere admiraal Elphinstone hem eeniglyk het bovengemeld getal van Scheepen met derzelver Capiteins naamen en Sterkte van het geschut opgegeeven, en teffens nog 5 Scheepen na deeze vloot uit Europa Stonden te volgen, overigens heeft hy meergen: Equipagiemeester zeer vriendelyk op zyn heuste ontvangen gehad, twee daagen dat voorsch Vloot in het gezicht van dit Land is gekoomen, heeft hy vier Scheepen gezien presumtief de Vier Retourscheepen die van hier zyn vertrokken’
‘de Heer Generaal van de Troupen heeft my laaten verzoeken om een waagen voor hen te willen bestellen om met drie zijner Officieren op morgen ochtend ten Tien uuren van hier Kaapwaards op te gaan, ten einde de brieven aan UWel Edele Groot achtb: geaddresseerd eigenhandig overtegeven, ik heb overzulks niet mogen afzijn UWelEdele Groot achtb: daarvan in tijds kennisse te geeven.’
‘Ook is alhier Lieutenant Collonel de Lille heeden namiddag te 12 Uuren met zijne Troupes wel aangekoomen, waarna aan alle zijde Sterke patrouilles en wagten heb geplaats’
‘Waarmeede de Eer heb my met alle achting te teekenen’
‘Wel Edele Groot achtb Heer’
‘UWel Edele Groot achtb gehoorzamen dienaar’
’/: get / C: Brandt.’
’ Simonsbaai i 12 Juny 1795’
‘P S op het ogenblik word my van de Slange kop gerapporteerd dat aldaar 5 Scheepen in gezicht zyn.’
Waar beneevens door den Ed: Heer Commissaris gecommuniceerd zynde, dat zoo min uit Baaifals als Van Muizenburg eenige andere Rapporten hadt bekoomen, die deliberatien deezer Vergadering vereischten zo is verstaan van dit een en ander deeze aanteekening te houden
En nadien de by laatsgemelde Missive vermelde Generaal van de Troupes zich op de Engelsche Vloot bevinden volgens het daarby geposeerde, heeden namiddag ten deezen Casteele kan worden verwagt, zo geliefde den Edelen Heeren Commissaris de Heeren Leeden des Raads te verzoeken te intimeeren heden namiddag ten drie uuren ten Raadzaale present te zijn, omme zulks nodig oordeelende derzelver advysen te kunnen inneemen
Aldus Geresolveerd en Gearresteerd In t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorschreeven
[Signed:] A: J: Sluijsken
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] R: J: Gordon
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] W: F: V: Reede Van Oudtshoorn
[Signed:] W: S: V: Rijneveld
[Signed:] My present G: F: Goetz Secret:s
C. 231, pp. 152-171.¶
Zaturdag nagt den 13 en Zondag morgen den {17950613/17950614} 14 Juny 1795
present de Edele Heer Commissaris de Heer Gezachhebber en den Heeren Leeden Gordon, Le Sueur, van Reede van Oudtshoorn en Van Ryneveld
Geliefde den Edelen Heer Commissaris kennisse te geeven, dat zyn Ed gisteren avond hadt ontfangen eene Missive door den Heer Elphinstone, Admiraal van de in Baaifals gearriveerde Vloot en den Heere Craig, Generaal Majoor van zyne Brittannische Majesteits Landmacht, op heeden aan zyn Ed: geschreeven, luidende als volgd
‘Simons Bay on Board of His Majesty’s Ship monarch the 13:th June 1795.’
‘Sir’
‘In handing to you the Letter with which we are charged from His Serene Highness the Stadholder and which the Bearers Lieut:t Col:l m:c Kenzie and Captain Hardy of His Majesty’s navij, attended by M:r Ross secretarij to the major General will have the honor to deliver you, we think it may not be inexpedient, that we Should accompanij it with Some informatien of the Situation of affairs when we left Europe , in so far as relates to the united States , and of which it is possible you may not as yet have received intelligence.’
‘The Severity of an uncommon hard winter having rendered of no avail, those barriers which could alone give anij hopes of the armies of His Britannich Majesty, and of the united States , being able to with stand the infinitely Superior numbers of the Enemy; the latter Succeeded on penetrating into the provinces of Utrecht and Guelderland in the latter end of the month of Januarij and the army of his Majestij, having by this means been forced to retire across the Rhine into Germany , that of the united States incapable of resistance was obliged to Submit, In a few days the hole of the Seven provinces fell into the hands of the Enemij without Treaty, Capitulation or agreement of any kind, while the Prince of Orange and his Family, found themselves under the necessity of taking refuge in England ‘
‘The Fransch being thus masters of the Country it is scarsly necessarij to detail the consequences, In the Short Space which had elapsed before our departure immens contributions were ordered in the most arbitrarij manner; The grand Pensionarij, the Griffier, Count Bentinck and others were imprisioned, the Command of the fleet was taken from Admiral Kingsbergen, and given to an officier Sent from France for the purpose, while the former was also imprisioned, the Majestracy and ancient constitution of the great Towns were rapidly changing, Amsterdam , Harlem , and many others, being already municipalized, Revolutionarij Committees were every where instituting, and in Short, Franch principles and forms of Governement, were universally shewing themselves and taking place under the Guidance and protection of an armed - force, which indeed was not te be resisted - the States General however Still continued their Sitting but under the Control of the same armed force, they were directed to publish the orders of the convention only while their represantations on the impossibility of complying with the Requisitions made on the Country were answered by menaces of Military Execution’
‘Under thise circumstances it is to be Supposed that the Enemy will use their endeavours te reap the most benefit form their conquest, short lived as they must have every reason te apprehend it likely to be, from the extreme impossibility of ther being able to keep in Subjection a peaple, who have at all times exhibited the most unequivocal demonstration of their Love of independance and from the immense preperations making by the Coalesced powers for opening the next Compaign, with a force more proportioned to the extraordinary effort which the Enemy have been able to make this Year, but which have been too great for it to be possible that they should continue them an other’
‘His Brittannick majesty sensibly effected with the misfortunes of his ancient allies and friends has not failed to concert measures with His Serene Highness the Prince of orange to prevent if possible the total loss and alienation of their valuable possesions in the Indies, to which the French will naturally turn their attention and which if once in their possession, might be irretrievably so; it is in consequence of this concert between His Brittannick Majestij and His Serene Highness that we have the honour now of - delivering this letter from the Latter which the Bearers will hand to you, and which we mæke no doubt will meet with that attention from you Sir, which it demands, on account of the authority from which it proceeds as well as from the consideration of the intrest of the Company which you represent and those of the people of the Colony over which you preside. The necessity of anticipating the designs of the Enemy, if they should have formed anij Such, induced His Majesty to dispatch us on this Service, with Such a force only as could immediately assembled, and as was likely to effect the passage without the delay usually attendant upon large Fleets incumbered with Transport. we have however the honour to announce to you, that Such a one with a Land force Sufficient to Secure the Colony form any attempt which may be made upon it, was in Such forwardness when we Sailed, that it’s arrival maij be daily looked for, and in the mean time we flatter our selves, that the exertions which we feel every inclination te make in case of necessity wil enable us even with our present force, in cooperation with the internal Strength of the Settlement, of whose cordial assistance we Shall have no doubt, to withstand anij disultery attack, which is what alone can be formed by the Enemij, with the precipitation which would be requisite for it to pricede the armament of the arrival of which we are in daily expectation’
‘We have the Honour te be.’
‘Sir’
‘Your most obed:t hb:l Servants.’
’/:signed:/ G: K: Elphinstone Com:r in Chief J: H: Craig M G:l’
‘en volgens dies Translaat in het Hollands.’
‘In de Simonsbaai aan boord van Zijne Majesteits Schip Monarch den 13 Juny 1795.’
‘Wel Edele Groot achtb Heer!’
‘Terwijl wy UWelEdele Groot achtb: doen geworden de Missive, met welke zy door zyne doorluchtige Hoogheid den Stadhouder, gechargeerd geworden zyn, en welke de brengers den Luitenant Collonel M:c Kentzie en den Capitein ter Zee Hardij, beneevens den Heer Ross, Secretaris van den Generaal Majoor de Eere zullen hebben UWelEdele Groot Achtb: ter hand te Stellen, hebben wy gemeend niet ondienstig te zijn, dat wy dezelve Missive vergezeld lieten gaan met eenig naricht van den Staat der zaaken, toen wy Europa verlaaten hebben, in zo verre als die tot de vereenigde Staaten betrekkelyk is, en van welke UWelEdele groot achtb: mogelijk nog geene kundschap bekomen heeft.’
‘de Strengheid van een ongemeene harde winter nutteloos gemaakt hebbende die Barriers, welke alleen konden doen verhoopen dat de armeën van zyne Brittannische Majesteit en van de vereenigde Staaten in Staat zouden zyn, om de oneindelyk grooter magt van den vijand te wederstaan, gelukte het den laatstgemelde om in de provincien van Utrecht en Gelderland door te dringen, in het laatste gedeelte der maand Januarij; en de armée van zijne Majesteit daar door genoodzaakt geworden zijnde zich over den Rhyn naar Duitschland te retireeren en die der vereenigde Staaten onvermogens zijnde tegenstand te doen, was genoodzaakt Zich over te geeven. - In weinige daagen viel het geheel der Zeven provincien in de handen des vyands, zonder eenig tractaat, Capitulatie of overeenkomst, terwyl de Prince van Orange en hoogstdesselfs famillie zich genoodzaakt vonden de toevlucht naar Engeland te neemen’
‘de Franschen dus meesters van het land zynde, is het byna onnodig de gevolgen daarvan te detailleeren. In den korten tusschen tyd die voor ons vertrek verloopen is, zyn onnoemelyke Contributien op de aller willekeurigste wyze belast geworden; de Raad pensionaris, de Griffier, de Graaff Bentinck, wierden gevangen gezet, het Commando der Vloot wierd den admiraal Kinsbergen ontnoomen en aan een tot dien einde uit Frankrijk gezondenen Officier overgegeeven, terwyl den eerstgemelde insgelyks gevangen gezet wierd.’
‘de Regeering en de oude Constitutie der groote Steeden wierden Schielyk veranderdt, Amsterdam , Haarlem en veele andere reeds gemunicipalizeerd zijnde, wierden op alle plaatzen Revolutionaire Committees ingesteld, en binnen korten fransche grondbeginzelen en Regeerings formen vertoonden zich overal en greepen plaats onder het bestier en protectie van een gearmeerde macht, die inderdaad onwederstaanbaar was; de Staaten Generaal Continueerden echter nog haare zittingen, doch onder de Contrôle van dezelfde gearmeerde magt, wierden dezelve bestierd om de ordres alleen van de conventie uit te vaardigen, terwyl derzelver voorstellingen nopens de onmogelykheid, om de aan ‘t Land gedaan Requisitien of Eisschen te voldoen, beantwoord wierden, met bedreigingen van Militaire executie’
‘Onder deeze omstandigheden is het te vermoeden, dat den Vijand tragten zal het meeste voordeel te trekken uit zyne veroveringen, van korten duur als dezelve alle reden heeft te vreezen, dat die waarschijnelijk zijn zal, wegens de uitterste onmogelijkheid van desselvs vermogen om in onderdanigheid te houden een volk, het welk ten allen tijden de klaarblykelykste bewyzen van zyne Liefde tot onafhangelijkheid heeft opgeleverd, en wegens de oneindelyke preparatien die by de geallieerde mogendheeden gemaakt worden om de aanstaande veldtocht te beginnen met eene magt meer overeenkomstig met de ongemeene pogingen die den vyand vermogens is geweest - dit Jaar te maaken, dog welke te groot geweest zijn om mogelyk te weezen, dat hy die voor een andere Compagnie zoude kunnen Continueeren’
‘Zyne Brittannische Majesteit, gevoelig aangedaan over de ongelukken van hoogstdesselvs oude Bondgenooten en Vrienden, heeft niet nagelaaten met zyne Doorluchtige Hoogheid den Prince van orange, middelen, te beraamen, om, zo mogelyk voor te koomen, het geheele verlies en vervreemdinge van derzelver importante Bezittingen in de Indien, naar dewelke de Franschen zekerlyk hun aandacht zullen richten en welke indien eens en derzelver bezit, onherstelbaar zo zyn konden.’
‘Het is ingevolge van deeze beraaming tusschen zyne Brittannische Majesteit en zyne doorluchtige Hoogheid dat wij thans de Eer hebben de missive van laatstgemelde te overleveren, welke de brengers UwelEdele Groot achtb: ter hand zullen Stellen, en welke wy geenzints twyffelen of zal van U, Myn Heer! ontmoeten die attentie welke dezelve vereischt, uit hoofde van de authoriteit of gezach, van welke dezelve voortkomt, zo wel als uit overweeginge van de belangens der Maatschappy die UWel Edele Groot achtb: representeerd en van die der Inwooneren deezer Colonie, over welke UWelEdele Groot Achtb: gezach voerd’
‘De noodzakelykheid om de ontwerpen van den vyand voor te koomen, indien hy er eenige gemaakt mogte hebben, heeft zyne Majesteit bewoogen ons ten dien einde te depecheeren met zodanige magt alleen als direct by een kon worden gebracht, en als waarschynlyk de passage effectueeren konde zonder de vertraginge, waarmeede gewoonlyk groote Vlooten, door Transport Scheepen verzeld, gepaard gaat; wij hebben echter de Eer UWel Edele Groot achtb te melden, dat zulk eene met een genoegzaame Landwagt om de Colonie te beveiligen teegens alle aanval die op dezelve zoude kunnen worden gedaan, zodanig tot gereedheid was gevorderd, toen wij uitzeilden dat haar aankomst dagelyks verwagt worden kan, en inmiddels vleïen wy ons, dat de pogingen welke wy alle genegendheid voelen om des noods aan te wenden, ons niet onze tegenwoordige magt in Staat zal stellen, onder meede werking van de inwendige Sterkte van deeze volkplanting, aan welkers oprechte bijstand wij niet willen twyffelen, om tegenstand te bieden aan alle wufte aanvallen, welke de geene is die door den vyand alleen kan worden geformeerd, wegens de overhaasting die vereischt zou worden om den uitrusting voor te koomen die wy dagelyks alhier te gemoed zien’
‘Wy hebben d’ Eer te zyn!’
‘Wel Edele Groot achtb Heer!’
‘UwelEd Groot achtb gehoorzame en ootmoedige dienaaren /:’
’/ getekend / G: K: Elphinstone Com:d & Chief J: H: Craig G M:r’
‘Accordeert met ‘t origineel uit het Engelsch getranslateerd door mij /: get:/ C: G: Höhne gezw: Translateur’
‘Waarbij zyn Ed nog geliefde te communiceeren den inhoude eener hem door bovengemelde Heeren toegezonden Missive van zyne doorluchtige Hoogheid den Heere Prince van Orange, geschreeven te Kew in Engeland Sub dato 7 februarij deezes Jaars, woordelylk luidende’
‘Edele Ernfeste Vroome onze Lieve Getrouwe!’
‘Wy hebben nodig geacht UE by deeze aan te schryven en te gelasten om zo in het Fort als verders in UE onderhebbende Colonie te admitteeren de Troupes die van weegens zyne groot Brittannische Majesteit derwaards zullen worden gezonden, en op de Rheede in Baaifals of op zodanige andere plaatzen waar Scheepen met zekerheid kunnen leggen, de oorlogScheepen, Fregatten of gewapende vaartuigen die van wegens hoog gemelde zyne Groot Brittannische Majestyt derwaards zullen worden gezonden, en dezelve te considereeren als Troupes en Scheepen van een Mogendheid die in vriendschap en alliantie is met Hunne Hoog Mogenden, en die komen om te beletten, dat de Colonie door de Franschen werde geinvadeert’
‘Waarmeede’
‘Edele Ernfeste Vroome onze Lieve getrouwe - Wy beveelen in Gods heilige protectie, UE Goedwillige Vriend /:get:/ W: P: v orange, ter ordonnantie van zyn Hoogheid, by abs: van den geheimschryver / get / J: W: Boejink’
na lecture van welke Stukken door den Edelen Heer Commissaris in overweeging wierd gegeeven, dat ofschoon men door het achterblijven van legaale directe tydingen uit het Vaderland over den toestand der publicque zaaken aldaar, de Engelschen niet anders kan considereeren dan als Bondgenooten van den Staat der vereenigde Nederlanden, en dus ook behoord te bewyzen die gerieflykheeden welke men gewoon is aan Vrienden Scheepen te betoonen, zyn Ed echter vermeende dat men uit aanmerking van de Sensatie welke den aankomst van de gemelde vloot in de gemoederen der In- en- opgezeetenen hadt te weeg gebracht en de beduchting waarin zy niet onduidelyk Schynen te verseeren als of de gemelde Vloot alhier was aangeland om door de ontscheeping van desselvs Troupen deeze Colonie in bewaaring te neemen, - mitsg:s ter voorkoming van alle commotien en bloedstortingen, welke uit verkeerde begrippen zouden kunnen resulteeren, zo hierinne als omtrend alles wat den gezeide vloot en dies Troupes betreft de alleruitterste omzigtigheid, oplettendheid en waakzaamheid behoorden te betrachten, en dat zyn Ed dus nodig hadt geoordeeld deeze vergadering extra ordinair te laaten Convoceeren, om van de Heeren Leeden te vorderen derzelver advysen, hoedanig met de gezeide vloot best te handelen en wat dienvolgens aan ged: Admiraal en Generaal zou dienen te worden gerescribeerd.
Waarop den Heere Gezachhebber adviseeren te vermeenen dat de vloot als een vrienden vloot moest worden geadmitteerd, en dus wanneer zulks gevraagd wierd aan dezelve beweezen, zodanige gerieflykheeden als gewoonlyk gegeeven worden, doch dat niet anders, dan met het grootste menagement en omzichtigheid eenig volk van dezelve aan Land behoord te worden gelaaten
de Heer Gordon was van gevoelen dat de Troupes met de vloot aangekoomen, moeten worden geconsidereerd en ontfangen, even en in dier zelver voegen als in de voorige oorlog met de Fransche hulptroupes /: om dat zy geallieerden zyn en zoo als zy zich authenticq verklaaren:/ heeft plaats gehad, mits voor dies ontscheeping de nodige Schikkingen gemaakt worden, dat alles in de tegenswoordige orde verblyve, en dat het een ieder kennelyk zy dat de Colonie verblyft en verblyven zal aan haare wettige Souverain volgens de aloude Constitutie onzer glorieryke Republicq namentlijk aan Haar Hoog Mogende de Heeren Staaten Generaal der vereenigde Nederlanden met het Erfstadhouderschap van zyne Hoogheid den Heere prince van Orange /: zo als hy Collonel dit bezwooren heeft :/ en voorts onder haare tegenswoordige Regeering, en dat deeze hulptroupen in den dienst moeten Staan onder de ordres van den Edelen Heer Commissaris even als in de Jaaren 1781, 82 en 83 plaats heeft gehad met de Fransche hulptroupes
de Heer Le Sueur adviseerd dat men in de teegenswoordige droevige onzeekerheid waarin men is oor het achterblyven van eenige legaale narichten over de toestand der zaaken in ‘t Vaderland, niet anders kan doen dan aan de vloot te bewyzen die adsistentie en gerieflykheeden, aan Bondgenooten en vrienden gewoonlyk betoond wordende zonder nogthans de zich op de vloot bevindende Troupes alhier in Guarnisoen te neemen
de Heeren van Reede van Oudtshoorn en van Ryneveld conformeeren zich met het advys van den Heeren Gezachhebber
Weshalven dan ook by de meerderheid des Raads is beslooten de in deeze door den Ed Heer Commissaris den Heere Gezachhebber, mitsg:s de Heeren Leeden Le Sueur van Reede van Oudtshoorn en van Ryneveld uit gebrachte advysen te conferteeren in een Resolutie deezes Raads gelyk geschied by deeze zullende dienvolgens aan voorm: Heeren Admiraal Elphinstone en Generaal Craig, worden geaddresseerd de onderstaande Missive
‘Aan haare Excellentien de Hoog Edele Gestrenge Heeren G: K: Elphinstone, Schout- by- nacht en Commandant en Chef van zyne Brittannische Mas J: H: Graig, Generaal Majoor van gedachte Zyne Majestys Landmacht’
‘Hoog Edele Gestrenge Heeren!’
‘Wy hebben wel ontfangen de Missive waarmeede Uwe Excellentien den eerstondergeteekende Commissaris over dit Gouvernement op gisteren hebben gelieven te vereeren met de daarneevens gevoegde geërde Letteren door zijne doorluchtige Hoogheid den Heere Prince van orange aan den ondergeteekende geschreeven; - wy zullen de nodige ordres Stellen dat de Vloot door Uwe Excellentien gecommandeerd worden, van de nodige provisien en andere gerieflykheeden worden voorzien’
‘Dan vermits de omstandigheeden deezer Colonie niet gedoogen om gewapende Troupes of volk aan wal te laaten koomen, zo mogen wy niet afzyn UWe Excellentien te verzoeken, by provisie, geen volk anders als ongewaapend naar Land te zenden, en in zulke kleine getallen als mogelyk zal zyn’
‘Wy moogen voor ‘t overige niet afzyn Uwe Excellentien onze dankerkentenisse te betuigen voor de blyken van deelneeming welke zijne groot Brittannische Majesteit in het behoud deezer Colonie heeft gelieven te Stellen door Uwe Excellentien te authoriseeren dezelve te helpen verdeedigen, - zullende wy by onverhoopte vyandelyke aanval op deeze Colonie de vryheid neemen Uwe Excellentien te Solliciteeren ons met de macht welke Uwe Excellentien commandeeren te adsisteeren’
‘Wy moogen er echter tot Uwe Excellentien geruststellinge by voegen, dat wy ons in de gelukkige Situatie bevinden aan een Vyandelyke macht het Hoofd te kunnen bieden, en wy wenschten wel dat UWe Excellentien ons geliefden te informeeren, met welke eene macht van Militie Uwe Excellentien in zulk een Cas ons zouden kunnen adsisteeren’
‘Wy hebben de Eer ons met alle gedistinqueerde hoog achting te noemen’
‘Uwer Excellentien zeer ootmoedige en onderdanige dienaar’
‘De Commissaris en Raaden van Politie aan Kaap de Goede Hoop’
’/ geteekend / A: J: Sluijsken J: I: Rhenius R: J: Gordon J: J: Le Sueur W: F: van Reede van Oudtshoorn W: S: van Ryneveld.’
‘Actum ter Politiecque Vergadering In ‘t Casteel de Goede Hoop den 14 Juny 1795’
om afgezonden te worden zo dra dezelve Missive in de Engelsche taal zal weezen getranslateerd.
Vervolgens in overweeging genoomen zynde, de volstrekte onmogelykheid dat den Ed Heer Commissaris in deeze dringende omstandigheeden zich instaat kan bevinden, op alle de detailes die behooren te worden bezorgd, om de detachementen, welke zo uit de Militie als uit de Burgery zyn afgezonden, of nog afgezonden zullen worden, mitsg:s de reeds aan de Hoofdplaatze zynde en nog verwachtwordende burger dragonders uit de buitendistricten te voorzien van alles wat ter hunner verzorging word vereischt, gestadig ordre te stelden als waar door de afdoening van zaaken van het alleruitterst belang aan vertragingen zouden kunnen worden blootgesteld, zo is by den Raade beslooten te committeeren en te qualificeeren zo als gequalificeerd en gecommitteerd worden by deezen, het Lidt deezes Raads de Heer William Ferdinand van Reede van Oudtshoorn en den Burgerraad Johannes Andreas Truter, omme met overleg en communicatie van den Heere Hoofdadministrateur, dezelve detachementen waar zich die ook mogten bevinden, te laaten voorzien van de voor hun benodigde provisien en dranken, voeder voor hunne paarden, Tenten gereedschappen, en in een woord van alles wat zal worden vereischt, zoo tot verzorging en inkoop van dit een en ander als van dies Transport naar de plaatzen waar de detachementen zich zullen bevinden, alles zonder daarvan eenig verslag te doen aan den Ed: Heer Commissaris als op zyn Ed expres Requisit, echter gehouden blyvende, van hunne handelingen, ontfangst en uitgaven in deezen te houden behoorlyke aanteekeningen, ten einde by het eindigen deezer Commissie daaromtrend Reekening en verantwoording te doen
Van welk besluit Extracten zullen worden afgegeeven zo aan Gecommitteerdens voormeld als aan den Heere Hoofdadministrateur - mitsg:s aan den Heere Chef der militie Gordon, de Heer Resident der Baaifals en de Capiteins der Burgery van de buitendistricten, met last aan deeze laatste, zich omtrend alles wat de verzorging der detachementen betreft, aan gemelde Gecommitteerdens te addresseeren
Aldus geresolveerd en gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorschreve.
[Signed:] A: J: Sluijsken
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] R: J: Gordon
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] W: F: V: Reede van Oudsthoorn
[Signed:] W: S: V: Rijneveld
[Signed:] My present G f: Goetz Secret:s
C. 231, pp. 172-184.¶
Maandag den {17950615} 15 Juny 1795
S voormiddags present de Edele Heer Commissaris, de Heer Gezachhebber en de Heeren Leeden Gordon, Le Sueur, van Reede van Oudtshoorn en Van Ryneveld
Wierd door den Edelen Heer Commissaris ter Tafel geproduceerd eene Missive door den Heere Resident der Baaifals Christoffel Brandt op gisteren aan zyn Ed geschreeven, en heeden morgen ten acht uuren ontfangen luidende dezelve Missive als volgd.
‘Kaap de Goede Hoop’
Aan de Wel Ed Groot achtb Heer Abraham Josias Sluijsken Raad ordinair van Nederlands india mitsg:s Commissaris over ‘t Gouvernement van Kaap de Goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a
‘Wel Edele Groot Achtb: Heer!’
‘Ik heb by deeze d’ Eer UWelEdele Groot achtb: ter kennisse te brengen, dat den Admiraal Elphinstone met de Generaal Majoor van de Troupes die zich op deeze Scheepen bevinden, by mij aan wal zyn geweest, - Ik heb by die gelegendheid den Admiraal onderhouden van geene meerdere manschappen aan de wal te zenden, als hy noodzakelyk komt benodigd te weezen, het geen hy my direct heeft beloofd te zullen aankoomen, en teffens zal zorge dat de Vaartuigen en ‘t volk ter behoorlyker tyd aan boord zullen weezen. - ook heeft hy my verzocht om zyne Zieken aan wal te moogen brengen, en die het niet nodig hadden des nachts aan de wal te blyven /; of aan Scorbuticq Laboreerde / een plaats aan te wijzen, waar dat zy tot ververschinge onder toezicht van een officier des daags aan de wal zoude mogen koomen, om vervolgens des namiddags vroeg te rug wederom naar boord te gaan. – Ik heb zyn Hoog Edele Gestrenge te kennen gegeeven, dat ik zodanige permissie uit myn zelve niet konde geeven, maar dat ik UWelEdele Groot achtb: om de daartoe nodige verlof zoude Schrijven, gelyk ik de Eer heb by deeze te doen, waarinne hoogst ged:e Heer Admiraal dan ook genoegen heeft genoomen, doch daar by voegende, dat hy wenschte zulks hoe eerder hoe liever mogte geschieden, vermits het land en vrisse lucht zeer noodzakelyk kwam te weezen.’
‘Het ongelukkig noodlot dat ons Republicq is wedervaaren, zegd den Here Admiraal Uwel Edele Groot Achtb: reeds te hebben gemeld en ‘t geen UWelEdele Groot Achtb: verders des gelievigst uit de door my toegezonden nieuws papieren zal hebben gevonden, betuige ik dat my gevoelig heeft getroffen, - Myn vertrouwen is op hen die alle ongelukken bepaalen Steld, en ik wil overzulx hoopen en wenschen dat de voorzienigheid het eerlang onder die zelfde Regeeringsform mag brengen, die zedert zo lange Jaaren de roem van wysheid, Godvrucht en gematigheid is geweest, op dat wy binnen kort onze Republicq in zyne oude handvesten en rechten mag hersteld zien’
‘Waarmeede de vrijheid neeme my met alle hoogachting te teekenen’
‘WelEdele Groot Achtb: Heer!’
‘UWel Edele Groot achtb gehoorzame dienaar’
’/: getekend:/ C: Brandt.’
’ Simonsbaai den 14 Juny 1795’
over welke Missive met allen aandacht gedelibereerd zynde, zo is verstaan aan de daarby voorgedrage verzoeken door den Heere admiraal Elphinstone en den Heere Generaal Graig gedaan, in hun geheel te voldoen, zullende dienvolgens den gem: Heere Resident Brandt by Missive worden gequalificeerd en gelast aan den genoemde Heere Admiraal Elphinstine de in Baaifals leggende Engelsche vloot Commandeerende toetestaan om zyne zieken aan de wal te moogen laaten brengen, en aldaar ‘S nachts te doen verblyven, en om die geene der vlootelingen welke Scorbuticq mogten zijn een geschikte plaats aan te wyzen, alwaar zy onder toezicht van een hunner officieren dagelyks aan Land kunnen koomen, om vervolgens des namiddags vroeg wederom naar boord te gaan
Voorts zal gezeide Heere Resident Brandt worden gerecommandeerd om de voorsch Hoofd officieren en alle verdere, die vriendelykheeden te bewyzen, welke de beleefdheid vorderd aan een vrienden vloot te betoonen, altoos echter waakzaam zynde, om hoe zeer men ook tot nu toe geene reedenen heeft om dezelve vloot van iets te verdinken, de teegenswoordige tyden nogthans zo criticq alls wisselvallig zyn, de hoogste zorge te draagen zo voor de Colonie zelfs, als dat aan de onderdaanen van zyne Brittannische Majesteit geen ongemak werd toegebracht.
Hierna geliefde den Edelen Heer Commissaris kennisse te geeven dat zyn Ed heeden morgen nog naar Muizenburg hadt gezonden twee Veldstukken met de daartoe benodigde Ammunitie, om waar zulks vereischt word te kunnen worden geemploieeren.
Vervolgens is goedgevonden en verstaan het in Baaifals leggend Schip de Castor by de eerste goede wind die aldaar na heeden zal waaien, desselvs Reize te doen voortzetten naar Plettenbergsbaai - waarvan zal worden kennisse gegeeven aan den Heere Resident der gezeide Baai Christoffel Brandt.
Aldus Geresolveerd en Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorschreeve
[Signed:] A: J: Sluijsken
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] R: J: Gordon
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] W: F: V: Reede Van Oudtshoorn
[Signed:] W: S: V: Rijneveld
[Signed:] My present G: f: Goetz Secret:s
C. 231, pp. 177-184.¶
Dingsdag den {17950616} 16 Junij 1795.
‘S voormiddags present de Edele Heer Commissaris, de Heer Gezachhebber en de Heeren Leeden Gordon, Le Sueur van Reede Van Oudtshoorn en Van Ryneveld
Wierd door den Edelen Heer Commissaris aan de vergadering gecommuniceerd den inhoud van twee Missives door den Heere Resident der Baaifals gisteren avond aan zyn Ed geschreeven, niets anders behelzende dan dat hy de ordres aan hem ingevolge het besluit by deeze Regeeringe van gisteren morgen ten aanzien van de Engelsche Vloot gegeeven, prompt zoude opvolgen
Vervolgens is geleezen een Missive door den Heere Admiraal Elphinstone en den generaal Craig zonder datum, doch zeer zeeker gisteren aan den Edelen Heere Commissaris geschreeven - luidende als volgd.
‘Sir!’
‘We are this instant honored with the letter with which Lieut:t Col:l M:c Kenzie was entrusted in answer to that which we had the honour to write to You, - as it appears to us that a personal Conference may be the best means of conveying the informatien which is required of us, as well as of discussing the Several points which naturally arise to be considered from the circumstances of Your Letter - major General Craig will if agreeable to you do himself the honour of payng his respects to You at the Cape Town for that purpose’
‘Our own intentions being perfectly friendly we assure You that we have not the Smallest apprehension of any that are hostile existing against us, as however the Major General is in a public Station, Commanding his Majestys Troops, and as there is the appearance of a camp forming between this and the Cape Town , we do not think he would be Justifyable to His Sovereign, was he to quit his Command without the security of a written Safe Conduct, upon the receipt of which He will immediately attend you. - He will be accompanied by L:t Col:l M Kenzie, M:r Ross, two other officers of his Suite, together with two or three Servants.’
‘We have the Honour to be’
‘Sir!’
‘Your most obed:t and humb:e Servants’
’/:signed / G: K: Elpinstone J: H: Craig’
‘The Major of brigade Parkhill will have the honour of delivering this dispatch’
‘En volgens het daarvan gemaakte Translaat’
‘WelEdele Groot Achtb: Heer!’
‘Wy worden in dit moment vereerd met de Missive welke aan den Lieutenant Col:l M Kenzie toevertrouwd geworden is, in antwoord op die welke wy de Eere hadden aan UwelEdele Groot Achtb te Schryven’
‘daar het ons toescheind dat eene personeele Conferentie het beste middel zoude kunnen zyn omme te doen geworden de informatie die van ons word begeerd, zo wel als om nategaan de onverscheidene poincten, welke natuurlyk voortkoomen, om in overweeging te worden genoomen, uit de omstandigheeden van UwelEd Groot achtb Missive - de Generaal Major Craig, zal zo het UWelEdele groot achtb behaagd, hem ten dien einde de Eer aandoen, zyn opwagtig by UWelEdele Groot achtb: aan de Kaap te koomen maaken.’
‘Ons eigen voorneemen volmaakt vriendelyk zynde, verzekeren wij UWelEdele Groot achtb dat wy niet de geringste beduchtheid hebben, dat er eenige vyandelyke teegen ons zouden kunnen existeeren; dan vermits den Generaal Majoor zich in een publicque post vind gesteld, als Commandeerende zyne Majestijts Landmagt, en dat het Schynd dat er een Campement intusschen deeze plaats en de Kaap word geformeerd vermeenen wy dat het niet verschoonelyk voor zynen Souverain weezen zoude zo hy zyn Commando verliet zonder de verzeekering van een geschreeven vrijgeleide, op ontfangst van hetwelke hy terstond UWelEdele Groot achtb: zal gaan opwachten - Hy zal vergezeld worden door den Lieutenant Coll: M:c Kenzie, den Heer Ross en twee andere officieren van zyn gevolg, beneevens twee of drie bediendens.’
‘Wy hebben d’ Eer te zyn’
‘Wel Edele Groot Achtbaare Heer!’
‘UWel Ed Groot achtb: gehoorzaamste en onderdanige dienaar.’
’/: get:/ G: K: Elphinstone J: H: Craig’
‘den Majoor de Brigade Parkhill zal de Eere hebben deeze depeche te overleeveren.’
‘Accordeert met het origineeel uit het Engelsche getranslateerd door my geteekend. C: G: Hohne gezw: Translateur’
zo is na delaberatie over deselve Missive door den Edelen Heer Commissaris directe ontworpen zodanig antwoord als zyn Ed vermeende dat daarop behoorden te worden gegeeven luidende
‘Aan de Hoog Edele Gestrenge Heeren Sir George Keith Elphinstone K: B: Schout by nacht en Commandant en Chef en J: H: Craig Generaal Majoor, Commandeerende de Troepen van de vloot van zyne groot Brittannische Majesteit thans in Baaifals ‘
‘Hoog Edele Gestrenge Heeren!’
‘Gisteren avond te 10 uuren had ik d’ Eer van UWel Edele Gestrenges te ontfangen eene Missive zonder datum, welke ik echter beseffe dat gisteren geschreeven is’
‘In antwoord op welke ik verloff verzoeke UHEd Gestr te informeeren dat het my groot plaisier zal doen te worden vereerd met het bezoek, hetwelk den Generaal Majoor Craig voorneemens is by my te koomen doen tot de eindens in UHoog Edele Gestrenge brief vermeld’
‘dan vermits een yder Engelshman en voornamentlyk die in zynen Majesteits dienst, en betrouwd met eene verpligtende Commissie van den Bondgenoot van onze Republicq in dit Land zoo veilig, als in groot Brittannien kunnen gaan, zoude ik het nodige vertrouwen krenken tusschen de onderdaanen en dienaars van geallieerdens, zo ik UWelEdele Gestrenge een vrygeleide toezond’
‘Edog om voor te koomen dat den Generaal Majoor met desselfs gevolg geen zwarigheid ontmoete in geval UHEd Gestrenge op den weg iets mogt benodigen heb ik het genoegen hierin te Sluiten eene ordre voor den Resident in de Baai en voor de officier Commandeerende het detachement aan Muizenburg , om den Generaal daar meede te gerieven’
‘Ik heb d’ Eer te zyn.’
‘Hoog Edele Gestrenge Heeren!’
‘U Hoog Ed Gestrenge gehoorzaame en ootmoedige dienaar’
’/ geteekend / A: J: Sluysken.’
‘Kaap de Goede Hoop den 16 Juny 1795’
met welk antwoord alle de Heeren Leeden des Raads zich geconformeerd hebbende, zo is verstaan hetzelve te converteeren in eene Resolutie deezes Raads zo als geschied bij deeze.
Vervolgens in overweeging genoomen zynde de noodzakelykheid om in de zorgelyke omstandigheeden waarin de Colonie zich tegenswoordig bevind, met alle moogelyke attentie te waaken dat dezelve omstandigheeden niet door vreemdelingen naar andere gewesten worden overgebracht, en dat zulks wel mogelyk zoude kunnen geschieden door het der deezer Rheede leggend deensche Schip de Emelia , - zo is na aandachtige deliberatie hierover by den Raade beslooten hetzelve deensch Schip de Emelia te leggen onder embargo, zullende dienvolgens den Equipagiemeester deezes Gouvernements Jan Arnoud Voltelen worden gecommitteerd zo als hy gecommitteerd word by deeze, om zich, behoorlyk geadsisteerd te begeeven aan boord van gedacht Schip de Emelia , en van dies Capitein Johan Adam Stahlman af tevorderen het Roer van die Bodem, om naar wal gebracht en aldaar bewaard te worden - zullende voorts door den gezeide Equipagiemeester moeten worden gezorgd, om meermeld Schip te voorzien van de nodige ankers en Touwen en voorts alle mogelyke voorzorgen gebruikt om hetzleve in het teegenswoordige Saisoen voor gevaaren te beveiligen, -en eindelyk daarop moeten worden geplaatst zo veele Manschappen als vereischt worden, om te waaken dat het voorzeid embargo niet word verbrooken, of de voorzorgen tot beveiliging van ‘t Schip genoomen, ilusoir gemaakt
Aldus Geresolveerd en Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorschreeven
[Signed:] A: J: Sluijsken
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] R: J: Gordon
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] W: F: V: Reede Van Oudtshoorn
[Signed:] W: S: V: Ryneveld
[Signed:] My present G: f: Goetz Secret:s
C. 231, pp. 185-188.¶
Woensdag den {17950617} 17 Juny 1795
‘S voormiddags present de Edele Heer Commissaris den Heere Gezachhebber en den Heeren Leeden, Gordon, Le Sueur, van Reede van Oudtshoorn en van Ryneveld
Geliefde den Edelen Heer Commissaris den Raade te communiceeren, den inoud eener Missive door den Heere Resident der Baaifals Christoffel Brandt aan zyn Ed Sub dato gisteren geschreeven, luidende als volgd.
‘Kaap de Goede Hoop’
Aan de Wel Edele Groot achtb: Heer Abraham Josias Sluijsken Raad ordinair van Nederlands india en Commissaris over t Gouvernement van kaap de Goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a
‘Wel Edele Groot achtb Heer!’
‘Op dit ogenblik laat my de Heer Dekker zeggen, dat hy heeden morgen by de Heer Admiraal Elphinstone is geweest en hem kennisse gegeeven dat hy met de twee Scheepen de Wilmstadt & Boetzelaar en de Geertruida voornemens was zyne Reize aan te neemen, dat de Heer admiraal daarop hadde geantword dat hy alhier niet was gekoomen omme eenige onvriendelykheeden te doen, maar ter contrarie alles aan te wenden, wat hy tot bestwil aan de Colonie en aan ieder ingezeeten in ‘t byzonder in zo verre als die de Hollandsche Constitutie bleef aankleeven met mogelykheid konde verrichten en dat hy geene de minste intentie hadde hun nog zyne koopvaarders op te houden maar dat hy konde zeilen, wanneer hem zulks goed dacht, doch dat hy eeniglyk begeerde dat den Heeren Dekker hun een papier zoude passeeren, dat hy op het woord van Eer in geene fransche Havens zoude binnen loopen’
‘En daar de Heer Dekker nu ten Spoedigsten wil vertrekken, neem ik de vryheid UWelEdele Groot Achtb daar van kennisse te geeven, ten einde de depeches van voorsch Scheepen Boetzelaar & Willemstad en de Geertruida ten Spoedigsten kan worden afgezonden, waarna nu eeniglyk te wachten is’
‘Den eerste officier van de Heer Dekker heeft my teffens meede gedeeld, dat den Engelschen Admiraal, by geleegendheid, dat hy weegens desselvs vertrek Sprak, hem hadde gedeclareerd, dat hy hier was gekoomen als een vriend en niets vyandelyks in den zin hadde en zorgen zoude dat door hem ofte zyn volk geen hostiliteiten zoude gepleegd worden en dat ingevalle zulks aan hem mogt worden gedaan, dat hy als dan lievers direct met zyne gantsche vloot zoude vertrekken dan eenige de minste Satisfactie ofte repressailles te neemen, dog dat hy teffens als dan voor deeze Baai zoude blyven Kruisen de Franschen hier uittehouden, en niet te gedoogen, dat de Kaap door hun wierd genoomen; - als men op het woord van een admiraal moet geloof slaan, zoude men zekerlyk niets te vreezen hebben’
‘Ik heb niet moogen mankeeren UWelEdele groot achtb van dit een en ander ten Spoedigste kennisse te geeven, terwyl ik met de meeste hoogachting de Eere heb te teekenen.’
‘WelEdele Groot Achtb: Heer’
‘UWelEdele Groot achtb zeer gehoorzaamen dienaar’
’/ get:/ C: Brandt’
’ Simonsbai den 16 Juny 1795’
‘waarvan verstaan is deeze aanteekening te houden’
Aldus Geresolveerd en Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorschreeve
[Signed:] A: J: Sluijsken
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] R: J: Gordon
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] W: F: V: Rede Van Oudtshoorn
[Signed:] W: S: V: Ryneveld
[Signed:] My present G: f: Goetz Secret:s
C. 231, pp. 189-192.¶
Donderdag den {17950618} 18 Juny 1795
‘S voormiddags present den Edelen Heer Commissaris, den Heere Gezachhebber en de Heeren Leeden Gordon, Le Sueur van Rheede van Oudtshoorn en van Ryneveld
Wierd door den Edelen Heer Commissaris gecommuniceerd dat zyn Ed aan den Landdrost van Stellenbosch en Drakenstein Hendrik Lodewyk Bletterman eene Schriftelyke ordre hadt gezonden, om alle de Bastaard en Naturelle Hottentotten welke zich onder zyne district bevinden, en maar met eenige mogelykheid kunnen worden gemisd, naar Muizenburg te zenden, om aldaar te worden geëmploeiëerd tot zodanige eindens als nodig zullen worden geöordeeld; dat zyn Ed meede had ontfangen eene Missive van den Heere Resident der Baaifals Christoffel Brandt, eenlyk behelzende dat de Heer Generaal Majoor Craig vergezeld van eenige zyner officieren, heden morgen aan wal zouden koomen om zich naar deeze Hoofdplaatze te begeeven - en dat den Heere Cassier Egbertus Bergh, welke op zyn desweegens gedaan verzoek van het bywoonen der deliberatien van deezen Raade was ontslaagen, aan hem Edele Heer Commissaris hadt voorgedraagen zyn verlangen om de deliberatien deeze vergadering by te woonen op de plaats hem door den Edelen Heer Commissaris by de aanstelling van den Heer Fiskaal van Ryneveld aangeweezen - ten einde daar door te ontruimen alle de verdenkingen welke teegens hem Heere Bergh zouden kunnen ontstaan, as of hy zich en dit zorglyk tijdstip wilde onttrekken aan het adviseeren in zaaken waarmeede het behoud deezer Colonie was verknocht. - voor behoudens nochtans de dispositie welke het de Hoog Edele Heeren Commissarissen Generaal zal behaagen te neemen op de representatien door hem aan hunne Hoog Edelheedens gedaan, - van al het welk verstaan is deeze aanteekening te houden.
Aldus Geresolveerd en gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorschreeve
[Signed:] A: J: Sluijsken
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] R: J: Gordon
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] W: F: V: Reede van Oudtshoorn
[Signed:] W: S: V: Rijneveld
[Signed:] My present G: f: Goetz Secret:s
C. 231, pp. 193-199.¶
Vrydag den {17950619} 19 Juny 1795
‘S Voormiddags, present de edele Heer Commissaris, de Heer Gezachhebber en de Heeren Leeden Gordon, Le Sueur, van Reede van Oudtshoorn en Van Ryneveld
De Generaal Craig aan de edele Heer Commissaris verzoek gedaan hebbende om zyne informatien en vorderingen aan den Raade voor te draagen, zo is door hem, ter vergadering toegelaaten zynde, gedaan de volgende declaratie
‘The under signed in conjunction with Admiral Sir George Keith Elphinstone, has it in charge from his Brittannick Majestij, to invite and propose to the Government and Settlement of the Cape of Good Hope, to accept of, and put themselves under the protection of Great Great Britain until a General pacification, of the disturbances in Europa Shall take place, and that by the blessing of God, the ancient and legal Constitution of the Government of the united States being reestablished, His Majestij, maij be enabled to restore it to just and proper owners.’
‘In order to create as little inconvenience and detriment as possible from Such a change, the admiral and General are authorized to assure the Government and Inhabitants, that it is His majesty’s intention that the Laws, Customs and usages of the Inhabitants Shall Suffer no change alteration or infringement what ever’
‘That no fresh taxes Shall be levied on the inhabitants, His Majesty relying that they will of themselves provide for the expence of their internal Government’
‘That all Trade with Holland and the duch Settlements, being necessarily at an end, the Inhabitants Shall be permitted to Trade with the English East india Comp: Settlements, in the Same manner as the Subjects of the most favoured Nation and that with respect to all other Commerce, they Shall be allowed to carry it on, in the most advantageous manner.’
‘His Majestij Will take upon himself the payment of the Troops here, only requiring that they Should take a temporary oath of fidelity to Him till Such time as by the restoration of the legal constitution of Holland, theij are able te return to the obedience which they owe to their former master and that, to present any dissatisfaction or disturbance, on that Head, His Majesty will also pay any arrears if any Such Should be due them’
‘And lastly that the officers of Government Shall be left in the enjoyment of their Several and respective employments till His majestys pleasure is known’
’ Cape Town the 18 Juny 1795’
’/ signed / J: H: Craig Major General.’
‘luidende volgens dies Translaat’
‘Den ondergeteekende beneevens den admiraal Sir George Keith Elphinstone is door zyne Groot Brittannische Majesteit gelast om uittenodigen en te proponeeren aan het Gouvernement en Etablissement van de Kaap de Goede Hoop te accepteeren en zich te Stellen onder de protectie van Groot Brittannie tot dat er eene generale bevrediging der onlusten in Europa plaats vind, en tot dat, door Gods goedheid, de oude en wettige constitutie van het bestier der vereenigde Staaten hersteld zynde, zyne Majesteit in Staat zich zal bevinden om hetzelve aan desselvs rechtmatige en wettige eigenaaren wederom te kunnen geeven’
‘Ten einde om zo weinige inconvenienten en Schade als mogelyk door zulk eene verandering te verwekken, zyn den Admiraal en Generaal geauthoriseerd, om het Gouvernement en dies Ingezeetenen te verzeekeren, dat het de intentie van zyne Majesteit is dat de wetten, gewoonten en gebruiken der Ingezeetenen geene verandering of inbreuk hoegenaamd ondergaan zullen.’
‘Dat geene nieuwe belastingen op de Ingezeetenen zullen worden gelegd, zyne Majesteit vertrouwde dat zylieden van zelve zullen fourneeren de Kosten van derzelver inwendig Gouvernement of bestier’
‘Dat allen koophandel met Holland en de Hollandse Etablissementen noodwendig geeindigd zijnde, aan de Ingezeetenen zal worden gepermitteerd om met de Etablissementen van de Engelshe oost indische Compagnie, op dezelve wyze als de onderdaane van de meest begunstigde natie te mogen negotieeren, en dat met betrekking tot alle andere koophandel, aan hun zal worden toegestaan, om dezelve op de meestvoordeelige wyze te dryven’
‘Zyne Majesteit zal de betaaling der Troupes alhier op zich neemen, alleenlyk begeerende dat zij een temporeelen Eed van getrouwheid aan haar zouden afleggen, tot dat zy, door de herstelling van de wettige Constitutie van Holland in Staat gesteld zijn, om wederom tot de gehoorzaamheid te keeren, die zy aan haare voorige Meesters verschuldigd zijn, en dat, ten einde om alle ongenoegens en onlusten ten dien opzigte voor te koomen, zyne Majesteit insgelyks zal voldoen alle agterstallen van Soldyen, zo er eenige aan hun verschuldigd mogten zyn.’
‘En eindelyk dat de amptenaars van het Gouvernement, in het genot van derzelver onderscheidene en respective bedieningen zullen worden gelaaten tot dat het welbehaagen van zyne Majesteit bekend zal zyn’
‘Cabo de Goede Hoop den 18 Juny 1795’
’/ get / J: H: Craig, gen:r’
‘Accordeert met ‘t origineel, uit het Engelsche gestranslateerd door my /:get / C: G: Hohne gezw: Translateur’
Welke declaratie gehoord en den Heere Generaal Craig uit de Raadzaale geleid zynde, is vervolgens over dezelve declaratie met allen aandagt gedelibereerd en daarop beslooten, de voordragten en vorderingen door den Heere Generaal Craig namens zyne Brittannische Majesteit gedaan te declineeren en te wyzen van den hand zo als geschied by deeze - van welke besluit kennisse zal worden gegeeven door den Ed Heer Commissaris aan Burgerraaden deezer Steede, omme daarvan ten allenspoedigste communicatie te doen erlangen aan den gezamentlijke Burgerij - teegens welke besluit de Heer Gezachhebber Rhenius verzocht heeft te laaten aanteekenen; te vermeenen dat men ter voorkoming van een bloed bad en verdere onheilen voor de Colonie met de Engelsche Generaal Craig in onderhandeling behoorde te treeden om de Engelsche Troupes in cas noodzakelykheid in te neemen als hulptroupes, zo als omtrend de Franschen in de vorige oorlog heeft plaats gehad, vermits zyn Ed twyffeld of de macht welke men aan handen heeft wel toereikend is om de Colonie teegens de aanvallen van een geduchte vyand te verdeedigen - ingevolge van welk besluit aan den Heere Generaal Craig wierd geschreeven de volgende Missive
‘Hoog Edele Gestr Heer’
‘Wy hebben rypelyk overwoogen alles wat betrekking heeft tot de uitnodiging om te accepteeren en het Gouvernement mitsg:s Etablissement te Stellen onder de protectie zyn Majesteit van Groot Brittannien invoegen door U Hoog Edele deezen morgen aan ons gedaan, en wy vinden ons in Eer en Eed verpligt dezelve ten eenenmale te declineeren, voorgenoomen hebbende om met de magt die wy aan handen hebben ons zelven te verdedigen tegen ieder welke een aanval teegen deeze Colonie en wettige Constitutie van ons Vaderland die wy bezwooren hebben zo tragten te onderneemen’
‘Wy hebben de Eere te zyn, &:a &:a’
Aldus Geresolveerd en Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorschreeven
[Signed:] A: J: Sluijsken
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] R: J: Gordon
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] W: F: V: Reede Van Oudtshoorn
[Signed:] W: S: V: Ryneveld
[Signed:] My present G: f: Goetz Secret:s
C. 231, pp. 200-232.¶
Zondag den {17950621} 21 Juny 1795
‘S avonds present de Edele Heer Commissaris de Heer Gezachhebber en de Heeren Leeden Gordon, Le Sueur, van Reede van oudshoorn en Van Ryneveld
Aanvankelyk wierd door den Ed Heer Commissaris gecommuniceerd dat zyn Ed van den Landdrost van Zwellendam ogenblikkelyk hadt ontfangen de volgende Missive
‘Cabo de Goede Hoop’
Aan den Wel Ed Groot achtb Heer M:r Abraham Josias Sluijsken Raad ordinair van Nederlands india en Commissaris over het Gouvernement van Kaap de Goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a
‘Wel Edele Groot achtbare Heer!’
‘Ik neem nedrig de vryheid UWelEdele Groot achtb:n te berigten, dat op gisteren by de ordinair vergadering, waarin buiten my de Heemraaden Petrus Pienaar Hillegard Muller, Laurens de Jager en Pieter du Preez tegenswoordig waaren, circa de Klokke Thien uuren den Burger Paul Fouche, vergezeld door elf gewapende Burgers voor de drosdije verscheenen is’
‘dat gem: Fouche op zyn verzoek in de vergadering ongewapend verscheenen zynde uit naam van den Ritmeester Jacobus Botha en den oud Heemraad Ezaias Myer, gelast had dat niemand de Leeden, zig van Zwellendam zoude begeeven, met verzeekering dat dezelve wel dra hier zoude teegenswoordig zyn.’
‘Dat wy ten einde te verneemen wat die Heeren voor te dragen hadden, by elkanderen gebleeven zynde eindelyk dezelve namiddag om half drie uuren vergezeld van 60 gewaapende Burgers hadden zien op Zwellendam koomen en zich naar het Huis van den voorleezer begeeven’
‘dat wy vruchteloos tot vier uuren na de verscheening van die Heeren in vergadering gewacht hebbende, ik den Bode derwaards heb gezonden, met bericht dat wy ingevolge het uit hun nam door Fouche geordonneerde tot op dit ogenblik vergaderd waren gebleeven, en verzoek dat als nu geliefde te koomen, omme hunne belangens voor te dragen, doch dat den Bode te rug is gekoomen met antwoord en ordre van gemelde Botha dat niemand zich moest onderstaan van Zwellendam te vertrekken en dat zij heeden ochtend te 8 uuren alhier present zoude zyn, hebbende ik door gemelde Bode hen hierop in Substantie laaten weeten dat ik op myn verzoek een order had ontfangen en hun liet aanzeggen dat ik goed had gevonden teegen neegen uuren de vergadering te convoceeren, waarop weder tot antwoord ontfing, dat zy niet hadden laaten weeten den geheelen dag te moeten by een blyven, dat het zeer wel was, en dat zy op het door my bepaalde uur præsent zoude zyne.’
‘dat ingevolge van dien gemelde Botha Myer en den oud Heemraad George Fredrik Rautenbach, waar by den oud en fungeerd Heemraad Jacobus Steyn de oude en Hermanus Styn Hermanusz / beide volgens hun zeggen daartoe gedwongen / vergezeld met een aantal na gissing van Zestig gewapende manschappen, welke in ordre voor de Stoep bleeven staan, zich op ‘t bestemde uur in de Raadzaal hadden laaten vinden en gedeclareerd dat zy door het volk gedwongen waaren met hun herwaards te ryden en dat de Manschappen, ten einde hunner belangens voor te draagen voor de drostdye geschaard Stonden’
‘dat ik daarop aan dikwerf gemelde Myer, Rautenbach en Botha, den inhoud Uwer welEdele Groot achtb Missive van den 22 Mey JL: hebbende gecommuniceerd, dezelven daar zeer wel meede te vreeden zynde, wy vervolgens gezamentlyk op myn propositie ons op de Stoep begeeven en dezelve aan de meenigte door den Secretaris doen voorleezen hebben waarop den onder Graaffe Reinet Sorteerende Burger Petrus Jacobus Delport in antwoord gaf, wij erkennen hem wel voor Commissaris, maar met zyn brief komt hy te laat, hy hadt daarvoor moeten zorgen eer wy onderdrukt waren.’
‘dat vervolgens op ordre van gem: Delport wij door de meenigte gedwongen zijnde beneeden de Stoep op de vlakte te komen, desselvs Schoolmeester een Compagnies dienaar gend: Cornelis van Sprang /: na dat een kring van gewaapende Burgers ronds om ons geslooten was:/ een geschrift hadt voorgeleezen, opgepropt met Lasteringen en leugentaal tegens mij en den Capitein de Jager wegens ons gehouden gedrag op ‘t Commando tegens de Caffers, waar van het Slot was dat wy van ons ampt gedeporteerd en gevonnist wierden, om binnen drie daagen ons van de drostdije te begeeven of dat wy /: zo als woordelyks geleezen is:/ anders zoude zien, wat ons zoude overkoomen, waarop ik antwoorde, dat ik zonder voorkennisse van UwelEdele Groot achtb niet van hier zoude vertrekken, tenzy zylieden my met geweld en wel als arresteerd perzoonlyk Transporteerde, zo wierd my daarop door denzelven Delport in antwoord toegevoegd /: met my de vinger voor het aangezicht te houden:/Jy moet niet denken dat jy my krijgen zal, daar Jy my zoekt te brengen.’
‘dat zy hiermeede niet te vreeden zynde, eenen Pisanij welke ook wel de meeste woordewisseling tegen my had gehouden, den Secretaris van Hardenberg voor een Echtbreeker en Schelm had uitgemaakt, die uit de kring uitgejaagd moest worden, waarop de meenigte denzelven aangegreepen en uitgeslooten had, zynde vervolgens de beurt aan den Bode gekoomen, welke insgelyks na dat over diverse frauduleuse handelwijze was beschuldigd insgelyks van zyn ampt is ontzet, het Schild afgenoomen en desselfs Zoon in zyn plaats aangesteld, met bedreiging dat indien hy Boode zich niet Schielyk weg maakte zy hem dood zoude trappen.’
‘dat de meenigte van voor het woonhuis vertrokken Zynde, ik vervolgens de bovengem: Heemraaden en krygsofficieren heb doen binnen koomen, en afgevraagd of zy ook iets op myn perzoon en Regeering wist te zeggen, waarop eenpaarigneenwierd geantwoord, en diesweegens een Schriftelyk bewyz /: het welk de vryheid gebruike UWel Edele Groot achtb by deeze te laaten toekoomen:/ gepasseerd is, zynde meermelde Botha, Rautenbach en Myer daarop weder naar het Huis van gen: voorleezer vertrekken.’
‘Dat in den achtermiddag myn Schoolmeester Abraham Casparus Nieuhoff door een Guilliam de Swarth uit naam der verzamelde Burgeren afgehaald zynde dezelve door hen, niettegenstaande zyne gedaane remonstratien, tot Secretaris aangesteld en den Secretaris van Hardenberg gedwongen is, denzelven de papieren en Sleutel de Secretarije over te geeven’
‘dat hy Secretaris door dwang zeeker geperst, zulx gedaan, zig by my vervoegd en hetzelve gecommuniceerd hebbende kort daarna uit naam van de door de meenigte aangestelde Heemraaden, waarbij gemelde Botha adsisteerde te Huis geroepen zynde, hij wederom uit naam des volks gelast was geworden aan gem: Nieuhoff in presentie van de Heemraaden het Secretary over te geeven’
‘UWel Edele Groot achtb:s geëerde beveelen hierop afwagtende hebbe ik de Eer na UwelEdele Groot achtb in de protectie des allerhoogsten te hebben aanbevoolen met de meeste Eerbied te blyven’
‘Wel Edele Groot achtb Heer!’
‘UWelEdele groot achtb zeer onderdanige en gehoorzamen dienaar’
’/:was getekend:/ A: A: Faure.’
’ Zwellendam den 18 Juny 1795’
‘P S Ik heb op het ogenblik verneemen dat ik insgelyks zal gedwongen worden op morgen de drostdye aan de door het volk aangestelde Heemraaden over te geeven’
‘Wy ondergeteekende füngeerende oud Heemraaden en Krijgsofficieren, verklaaren den Heere Landdrost Anthonij Alexander Faure te erkennen voor een eerlyk en braaf man op wiens handel en wandel niets als eer en deugd te zeggen weet, en teffens in de qualiteit alwaar hy door de Regeering is aangesteld namentlyk als Koopman en Landdrost die Colonie Zwellendam die met ons altoos tot welzijn van deeze Colonie en Ingezeetenen heeft geregeerd’
’ Zwellendam den 18 Juny 1795’
’/: geteekend :/ P Pienaar, L. de Jager, H Müller, P. du Preez, J. Steyn, E Myer, G. F Rautenbach, J. J. Botha J C Steyn’
’/ onderstond /’
‘Na gedaane Collatie is deeze met zyn origineel en allen deelen accordeerende bevonden / Quod Testor’
’/: getekend / W: L: van Hardenbergh Secret:s’
over welke Missive de deliberatie üitgesteld heeft moeten worden door de Lecture van een Missive door den Heere admiraal Elphinstone en den Heere Generaal Majoor Craig aan den Edelen Heer Commissaris geschreeven luidende met de daarby vermelde proclamatie als volgd.
‘Sir!’
‘Major General Craig being this instant returned, and having taken in consideration the paper which he had the Honor to deliver te you Yesterday, we have thought that in a matter of such infinite importance to the happiness and welfare of thousands of both Nations it became us that no want of precision and formalitiy Should be attributed to us; and therefore as that paper was only signed by the Major General, & from the hasty manner in which it was drawn up was not So full and compleat in many respects as wat we proposed offering to your consideration - We have now the honor of enclosing you one of the Subject which we hope will fully answer every purpose of making His Brittannick Majestij’s intentions known, - and we have only to add that we trust, that from the Consideration of Justice, Humanity and attention to the Happiness of the people over whom you preside you will be induced to make the contents publick among them to be.’
‘Sir!’
‘Your most obedient and most Humb:l Servants’
‘on Board His Majestys Ship Monarch 20:th June 1795’
‘Whereas an armed Force acting under the pretended authority of the persons now exercising the powers of Government in France has entered into the territories of his Majesty’s anceint Allies their High Mightinesses the States General of the united provinces and whereas by the [.....] armed force, the established consitution and Government of the country has been overthrown, The Stadholder has been forced to leave the Country and take refuge in England -The ancient Magistrature and Government of the great Towns have been annihielated and an entire new form has been introduced - The officers of State in general have been deposed & improsioned - The publick property has been seized in the name of the French convention, the army disbanded en the Fleet put under the command of a French officer, and whereas by these acts the united provinces of the Netherlands can no langer be considered as enjoying a Government of their own, but as being subject to the National Convention of France , who in fact now govern them in the most arbitrary and oppresive manner, and have demanded contributions of Cloaths, provisions and money beyond the possibility of compliance, the representations of which have been answered by menaces of Militarry execution - and whereas among the other consequences attending his assumption of the Government by the authority of the pretended Government of Frence and the seizure of all publick property as wel as by the known principles now prevailing in France , it is apparent that the duch East india Company can no longer be said to exist, but that their Settlements & possessions wil be considered as becoming the property of France and wil be seized upon as Such, we do therefore by this proclamation, issued in virtue of his Majesty’s Command invite and require the Government and inhabitants of the Settlement of the Cape of Good Hope to accept & put themselves under the protection of His Said Majesty by delivering up the Said Settlement with its dependencies to the forces under our respective Commands, in order to prevent its falling into the hands of the Enemy, & to be held for the purpose aforesaid, until general pacification Shall have composed the differences now Subsisting in Europe and until it Shall please God that by the reestablishment of the ancient Constitution & Government of the united States His Majesty may be enabled te restore it to the legal and just owners.’
‘And as it the intention and wish of his Majesty that the Inhabitants of the Settlements instead of Suffering any inconvenience or detriment by accepting the proposition & requisition hereby made to them Should on the contrary benefits thereby as far as the circumstances and Situation of the Settlement will admit, - we do therefore make known that we are authorized & Commanded to assure the Inhabitants aforesaid that while they will remain under the protection & Government of His Majesty, no change or alteration or infringement will be made in their Laws & Customs /: other than any which may be desired by themselves:/ that no fresh Taxes Shall be imposed His Majestij relying that provision will be made by the inhabitants themselves, for defraying the expence of the internal Government of the Colony that the internal trade Shall be free.’
‘That permission will be granted to them to trade to and from the East india Companij’s possession with the Same advantages as are enjoyed by the most favoured nation - and that in General the inhabitants Shall be admitted to a full and free use of all the commercial advantages which their Situation and circumstances will admitt of, while every endeavour Shall be used to promote in their behalf, the improvement and extension of those advantages in the most liberal manner.’
‘And as from the situation of the dutch East india Companij it is evident, that it will not be anij longer in the power of their Servants here to procure the necessarij paij for the Troops raised for the service of the Settlement, we do herebij promise that we will not only take into His Majesty’s paij the hole or Such part of the Troops as maij be willing to take a temporarij oath of fidelity to His Majesty for the time that the Settlement maij remain in his possession, but that we will also paij to the said Troops any arrears of paij, which from the Same circumstances maij now appear to be due to them’
‘We do also further inform the Officers of Government, that in order to introduce as little change and to Subject them to as little inconvenience as possible, we will leave them in the enjoyment in their Several and respective employments until his Majestys pleasüre be known - and altho’ we should have thought Such an assurance unnecessarij, yet being inform’d that Some ill disposed persons have thought proper to Spread insinuations and reports to the contrarij, we do therefore here bij assure and pledge own several words and Honours, that private property Shall be by us held most sacred and secured ands protected where necessary by everij exertion in the power of the Forces under our command - who Shall be enjoined and by the utmost attention Shall be made te observe the Strictest discipline.’
‘And lastly to let the Government and Inhabitants fully into the intentions of His Majesty towards them with respect to their protection we do inform them that tho’ the wish to dispatch us with the least delay possible, has induced His Majesty to direct us to proceed on this Service with Such Troops only as could be brought on board the Ships of war, a very considerable land force fully competent to the purpose was prepared te follow us and the arrival of which we pledge our words maij be Shortly expected.’
‘To these declarations and assurance we have only to add, that as it appears that a large Sum in paper money is in circulation in the Settlement the Security of which resting only on that of dutch East india Company, most now be entirely destoyed, by which much distress and loss must ensue to the Inhabitants we have naturely considered this circumstance and altho’ from the extent and nature of this money being unkown in England - we have no instructions in that head and therefore being willing to avoid every possibility of the imputation of deceit on our parts, we do not think ourzelves at Liberty to make any particular or Specific assurace on the Subject, yet Sensible of its importance to the welfare and prosperity of the Settlement - we do promise that we will receive and carefully attend to every proposal and mode which the persons interested maij point out to us and will transmit them to England where we shall hope that Some mode may be fallen upon to lessen the loss at least if not to liquidate it entirely, and the more so as we know that property to a vast extent belonging to the dutch east India Companij is now Stopped and held in depot in the ports in England to prevent it falling into the hands of the Franch - This property it may be thought proper to apply & as far as depends upon us we will recommend that it may be applied to the purposes of liquidating the debts and claims of Such Settlements as may be entitled to the Consideration of Great Britain , by having put themselves under His Majesty’s protection’
’/:signed:/ G K Elphinstone Com:r in Cheif of H M fleet J: H: Craig Maj:r G:l’
‘Luidende dit een en ander volgens de daarvan gemaakte Translaaten als volgd’
Aan de Wel Edele Groot achtb Heere Gouverneur Sluysken.
‘Wel Edele Groot achtb Heer!’
‘Den Generaal Majoor Craig op dit moment te rug gekoomen zijnde en in overweeging genoomen hebbende het geschrift, hetwelk wy de Eer had aan Uwel Edele Groot achtb: ter hand te Stellen, hebben wij vermeend, dat, in eene zaak van zulk oneindelyk belang voor het geluk en de welvaart van duizende van beide Natien, het ons betaamde, dat geen gebrek aan nauwkeurigheid en formaliteit ons zoude worden toegeschreeven, en derhalven vermits het gem: geschrift door den Generaal Majoor alleen geteekend was, en weegens den haast en welke hetzelve was opgesteld in veelen opzichten niet zo volkoomen en compleet was, als wy voorneemens waaren hetzelve tot UWelEdele Groot achtb overweging aan te bieden, hebben wy thans d’ Eer hierin te Sluiten een geschrift nopens dit onderwerp, het welk wy hoopen dat ten vollen ons oogmerk om de intentie van zyne Groot Brittanische Majesteit bekend te maaken bereeken zal, en wij hebben er alleen by te voegen, dat wij vertrouwen, dat uit aanmerking van Rechtvaardigheid, Humaniteit en attentie voor het geluk des volks over het welk UWelEdele Groot achtb presideerd Uwel Edele Groot achtb: zal bewoogen hebben om den inhoud deezer onder hetzelve bekend te maaken’
‘Wy hebben de Eer te zijn.’
‘Wel Edele Groot Achtbare Heer!’
‘UWel Ed Groot achtb gehoorzaamste en ootmoedige dienaren’
’/: was getek / G: K: Elphinstone J: H: Craig G:l M:r’
‘aan boord van zyn Majesteit Ship Monarch den 20 Juny 1795’
‘Accordeert met het origineel uit Engelse getranslateerd door my /: get:/ C: G: Hohne gezw: Translateur’
‘Naardemaal eene gearmeerde magt, ageerende onder de gewaande authoriteit van de perzoonen thans uitoeffenende ‘t gezach van het bestier in Frankryk , zig in het grondgebied van zyne Majesteits oude Bondgenooten Haar Hoog Mogenden de Heeren Staaten Generaal der vereenigde Nederlanden, heeft gespoed, en nadien door de bemiddeling van deeze gewapende macht, de gevestigde constitutie en bestier van het Land omgeworpen en den Stadhouder genoodzaakt geworden is, om het Land te verlaaten en zyn toevlugt naar England te neemen - de oude overheid en bestiering der groote Steeden is vernietigd en eene geheele nieuwe wyze van Regeering ingevoerd.’
‘de Staatsdienaars en het Generaal zyn af en gevangen gezet, ‘S Lands eigendom is uit naam der Franschen in beslag genoomen, de Armeé is afgedankt, en de Zeemagt is onder bevel van een Fransche officier gesteld geworden’
‘En nademaal door deeze bedryven de vereenigde Staaten der Nederlanden niet langer kunnen worden aangemerkt als een bestier van haar eigen genietende, maar als onderworpen aan de nationaale Conventie van Frankrijk , welke inderdaad dezelve bestierd op de willekeurigste en onderdrukkendste wyze, en Contributien van kleederen, provisien en geld heeft geeischt, boven de mogelykheid van dezelve te kunnen fourneeren, de voorstellingen van welke onmogelykheid beantwoord zyn geworden door bedreigingen van Militaire executie - En nadien onder andere gevolgen, welke deeze aanmerking van het bestier of de authoriteit van het gewaand gezach van Frankrijk , en het beslag op het geheele ‘S Lands Eigendom verzeld, zo wel als door de bekende en thans in Frankrijk bovendrijvende grondbeginzelen oogenschynlyk is dat de Hollandsche oost indComp:e niet langer gezeg kan worden te existeeren, maar dat derzelver Etablissementen en Bezittingen zullen worden aangemerkt als het eigendom te zyn geworden van Frankryk en als zodanig in bezit zullen worden genoomen, doen wy derhalven, door deeze proclamatie, geëmaneerd uit kragte van zyn Majesteits bevel, uitnodigen en requireeren het Gouvernement en de Inwoonders van het Etablissement van Kaap de Goede Hoop, te accepteeren en zich te stellen onder de protectie van zynen gemelde Majesteit, door de overgaave van het gen: Etablissement en den Ressorte van dien aan de magt onder onze respective ordres, om voor te koomen dat hetzelve niet valle in de handen des Vyands, en om hetzelve ten voorschreeve oogmerke in bewaaring te houden, tot dat eene generale bevrediging zal hebben bygelegd de thans in Europa Subsisteerende verschillen, en tot dat het Gode zal behaagen, dat door de herstellinge van de oude Constitutie en bestier der vereenigde Staaten zyne Majesteit in Staat zal worden gesteld, om het zelve aan desselvs rechtmatige en wettige eigenaaren wederom te kunnen overgeeven’
‘En nadien het de intentie en wensch van zyne Majesteit is dat de Ingezeetenen der Colonie, in plaatse van eenig Inconvenient of Schade door de aanneeminge van de propositie en Requisitie, by deeze aan hun gedaan te lijden inteegendeel daar door bevoordeeld zouden worden zo verre als de omstandigheeden en de gelegendheid van de Colonie zulks zal toelaaten, doen wy hun derhalven weeten, dat wy geauthoriseerd en gelast zyn om de voormelde Ingezeetenen te verzeekeren, dat zo lang als dezelve onder de protectie en Bestier van zyne Majesteit zullen blyven geene verandering of inbreuk in hunne wetten en gewoontens zal gemaakt worden, except dezulke die zij zelve begeeren mogten’
‘Dat geene nieuwe belastingen zullen worden opgelegd Zyne Majesteit vertrouwende dat de Ingezeetenen zelve zullen zorgen om de koste van derzelver inwendig Gouvernement of Bestier te fourneeren’
‘dat permissie aan hun zal worden verleend om naar en van de Etablissementen van de oost indische Compagnie den koophandel te dryven, met dezelve voordeelen als genooten worden door de meest begunstigde Natie - en dat in het Generaal de Ingezeetenen geadmitteerd zullen worden tot een vollen en vrijen gebruik van alle de Commercieele voordeelen, die hunne gelegendheid en omstandigheeden zullen toelaaten, terwyl alle pogingen zullen worden gedaan om ten hunne faveure de verbeeteringe en uitbreidingen van die voordeelen op de milddadigste wijze te bevorderen’
‘En nadien het uit de Situatie van de Hollandsche oost indische Comp:e blykbaar is, dat het geenzints langer in het vermoogen van haare dienaars alhier zyn zal, om de nodige Soldy voor de Troupen, ten dienste deezer Colonie te verschaffen, belooven wij hiermeede dat wij niet alleen de geheele of zulk een gedeelte der Troupem en Soldy van zyne Majesteit zullen neemen als gewillg zullen zyn een temporeelen Eed van getrouwheid aan zyne Majesteit af te leggen, voor den tyd dat de Colonie in hoogst desselvs possissie verblyven mogt, maar wy zullen aan ged:e Troupes ook voldoen alle achterstallen van Soldyen die uit dezelfde omstandigheeden thans kunnen Schynen aan hun verschuldigd te zyn’
‘Voorts informeeren wij insgelyks de dienaaren, van het Gouvernement, dat om zo weinig verandering in te voeren en hun aan zo weinig ongelegendheid te onderwerpen als mogelyk is, Zullen zy hun in het genot van derzelver onderscheidene en respective bedieningen zullen laaten, tot dat het welbehaagen van zyne Majesteit bekend zal zyn’
‘En alhoewel wy zulk eene verzeekering onnodig zouden hebben geacht, egter geinformeerd zynde dat eenige kwalyk gezinde perzoonen goedgevonden hebben het teegendeel in te boezemen en te verspreiden, verzeekeren wy derhalven en verpanden onze respective woorden van Eer, dat het personeele Eigendom van elk en een iegelyk door ons als heilig gehouden, en des noods verzeekerd en beschermd zal worden door alle pogingen der magt onder ons bevel, - en dat de Sterkste krygstucht belast en met de grootste oplettendheid onderhouden worden zal.’
‘En eindelyk om aan het Gouvernement en aan de Ingezeetenen de intentie van zyne Majesteit jeegens hen aangaande hunne bescherming ten vollen bekend te maaken, doen wy hun te weeten, dat alhoewel de wensch om ons vertrek op het mogelykst te bespoeden, zyne Majesteit bewoogen heeft om ons ten voorsch einde af te zenden met zodanige Troupes alleen als in de Scheepen van Oorlog geëmbarqueerd konden worden, eene zeer aanzienlyke Landmacht, ten vollen geschikt tot het oogmerk, in gereedheid was gebragt om ons te volgen, en welkers aankomst wy onze woorden van Eer verpanden, binnen korten verwagt kan worden’
‘Tot deeze declaratien en verzeekeringen hebben wy alleenlyk nog by te voegen, dat daar het blykt dat eene groote Som van papiere munt in de Colonie in roulance is, welkers verzeekering alleen op die van de Hollandse oost indische Compagnie berustende is, thans ten eenenmaale moet vernietigd zyn, waar door veel Schaade en verlies op de Ingezeetenen vallen moet, wy rypelyk deeze omstandigheid in consideratie hebben genoomen, en alhoewel de uitgebreidheid en den aart van dit geld in Engeland onbekend is, en wij geene instructie dienaangaande hebben, en daarom wenschende alle mooglykheid tot eenige verwyting van misleidinge aan onzen kant te vermijden, vermogen wy niet om eenige byzondere en Specificque verzeekering ten dien opzichte te geeven’
‘Echter het gewigt gevoelende welk zulks hebben moeten op den welvaart en voorspoed van de Colonie, belooven wij, dat wij met oplettendheid zullen ontfangen en behartigen alle voorslagen en maatregulen, die de daarin belang hebbende perzoonen ons mogten koomen aan te wyzen - en wij zullen dezelve naar Engeland overzenden, alwaar wy hoopen willen dat eenig middel zal worden uitgedacht, om het verlies ten minsten te verminderen, zo niet geheelyk te vereffenen - En wy hoopen zulks te meer om dat wij weeten dat een eigendom van een groot bedragen, aan de Nederlandsche Maatschappy toebehoorende, thans aangehouden en in bewaaring gehouden word in de Havens van Engeland , om te beletten dat dezelve niet in de handen der Franschen valle, en welke eigendom het zoude kunnen worden goedgevonden /: en wij zullen zulks zo ver als het van ons afhangd, aanbeveelen :/ om te emploiëeren tot de vereffening der Schulden en Eisschen van zodanige Etablissementen als geregtigd mogten zyn tot de vergelding van groot Brittannie, door zich te hebben gesteld onder zyne Majesteits protectie’
’/: getekend / G K Elphinstone Comm: en Chef van de vloot J H Craig G:l M:r’
‘Accordeert met het origineel uit het Engelse getranslateerd door mij /: geteekend / C G Hohne gezw: Translateur’
Over welke beide Stukken met allen aandacht gedelibereerd zynde, zo is by den Raade beslooten te persisteeren by het besluit deezer tafel van den 19 der loopende maand, en dus de uitnodiging en requisitien by gezeide proclamatie gedaan nogmals finaal te declineeren en te wyzen van den hand, zo als geschied by deeze, van welk besluit onder afgaave van gezeide proclamatie door den edelen Heer Commissaris kennisse zal worden gegeeven aan het Colegie van Burgerraaden deezer Steede
Nog geliefde den Edelen Heer Commissaris den Raade te bedeelen, dat zyn Ed heeden in het Campement hadt ontfangen de volgende missive door den Heere Admiraal Elphinstone aan zyn Ed geschreeven
‘His Brittannick Majesty’s Ship Monarch the 21:th June 1795.’
‘Sir!’
‘I am not a little grieved, nor less astonished at the Sudden alteration of affairs at this place, after you had so recently assured me, that Supplies of every kind Should be afforded the Ships, that the Sick should be landed, & Men, without arms, permitted to walk on the Shore’
‘Yesterday morning I was Surprized at hearing, without the least prevocation on my part, that the Troops has marched in the night, and all the inhabitants fled, that my Supplies were cut off and no guard left over the Hospital wherefore I find my Self obliged te embark men in a dying State, & even such as are convalescent to prevent their depredations on the deserted Houses and Gardens, left unprotected, not daring to take the Liberty, without Your permission, to land Guards for their protection’
‘Captain Cust an officer of the English East India Company’s Service, altho in a bad State of health, enforms me he has been ordered out of the Town, and now Seeks the protection here, which you have denied him’
‘I have applied to M:r Brand to know the reason of all this proceedings he can give me no information Many of the Inhabitants have Sent to inform me that reports are circulated, that we are here for the purpose of seizing the Colony, by force, to Send the inhabitants to new Holland after confiscating their property and when I assured them of the Contrary, and told them that the General and I had fully explained our Instruction to the Gouvernor & Conceil, they replied they were kept into dark, and had not been Shewn a paper of any Sort on the Subject, and that they thought themselves entitled to be considered and consulted, where their interests were more deeply concerned than the Servants of the India Company.’
‘Hitherto the General and I have been extremely delicate in holding anij communication with the Colonij, excepting throug the Governor & Concil, and I have declined answering, or given evasive answers to Such of the Troops and Inhabitants as have applied to us, but, as we find that the people are kept in the dark, and our intentions misrepresented, we must, injustice to ourselves, take the most effectual methods in our power to make known His Majestij’s friendly intention towards the Inhabitants at large, however the interest of a few individuals may Suffer for the Public Good.’
‘We have the Honor to be’
‘Sirs!’
‘Your most obedient humble Servant’
‘/signed / G K Elphinstone’
‘luidende volgens de daarvan gemaakte Translaat’
‘Aan boord van zyne Majesteits Schip Monarch den 21 Juny 1795’
‘Wel Edele Groot achtb Heer!’
‘Ik vinde my niet weinig bezwaard en verbaasd over de Schielyke verandering van zaaken ter deezer plaatze, na dat UWelEdele Groot achtb my nog zo onlangs had verzeekerd, dat alle zoorten van provisien aan de Scheepen zou worden verleend, dat de zieken zouden worden aan de wal gebracht, en aan ongewaapende manschappen gepermitteerd aldaar te wandelen’
‘Gisteren ochtend Stond ik verbaasd by het hooren, dat zonder de geringste reeden van mijn kant daartoe te hebben gegeefen, de Troupes in den nacht gemarcheerd waren, dat alle de Inwoonders de vlugt genoomen hadden, dat myne verzorging van provisien afgesneeden en geene wagt over het Hospitaal gelaten was, weshalven ik my genoodzakt vinden om manschappen in eenen Stervenden Staat te embarqueeren en zelfs de geene die reconvalescent zyn, om hunne plondering op de verlaaten en onbeschermend gelaaten Huizen en Thuinen te voorkoomen vermits ik zonder UWelEd Groot achtb permissie de Vrijheid niet durf neemen om eenige wagt derzelver protectie aan Land te zetten’
‘Captain Cust, een officier in dienst van de Engelsche oost indische Compagnie, ofschoon in een Slegten Staat van gezondheid, informeerd mij, dat hy uit de Stadt geordonneerd geworden is en zoekt nu hier de protectie welke UWelEd Groot achtb hem geweigerd heeft.’
‘Ik heb my aan den Heer Brandt geaddresseerd om de reedenen van alle deeze handelingen te weeten, hy kan my geene informatie geeven - veele van de inwoonders hebben tot my gezonden om my te informeeren dat gerugten verspreid wierden, dat wy hier waaren met het oogmerk om de Colonie met geweld in te neemen, de inwoonders naar Nieuw Holland te zenden, na dat wy derzelver bezittingen zouden hebben geconfisqueert, en wanneer ik hen van het teegendeel verzeekerde en hun zeide dat den Generaal en ik onze Instructien ten vollen aan den Gouverneur en den Raad geexpliceerd hadden, repliceerden zy dat zy onweetend wierden gehouden, en dat aan hun geenig geschrift op dat onderwerp getoond geworden was, en dat zy zich geregtigd agten om in aanmerking genoomen en geraadpleeg te worden in een zaak by welke derzelver belangens meer als de dienaars der oost ind Comp:e geconcerneerd waaren’
‘Tot hiertoe zyn Generaal en ik ten uittersten delicaat geweest op het Stuk van eenige communicatie met de Colonie te houden, exept door den Gouverneur en den Raad, en ik hebbe geweigerd te antwoorden of ik hebbe uitvlugtige antwoorden gegeeven aan zodanige van de Troupes en Inwoonders als zig by ons geaddresseerd hebben, dog vermits wij bevinden dat het volk onweetend gehouden, en onze intentie, verkeerdelyk voorgedraagen word, moeten wy ons Zelzen het Recht aan doen om de kragtdadigste middelen in onze macht by de hand te neemen, om zyne Majesteits vriendelyke intentie bekend te maaken voor de inwoonders in het algemeen ofschoon de belangens van eenige weinige byzondere perzoonen voor het algemeene welzyn mogten koomen te leijden’
‘Ik heb de Eer te zyn’
‘Wel Edele Groot achtb Heer!’
‘UWer welEd Groot achtb gehoorzaamste en ootmoedige dienaar’
’/:get:/ G K Elphinstone’
‘Accordeert met het origineel uit het Engelse getranslateerd door mij / get / C G Hohne gezw Translateur’
over welke Missive met allen aandacht gedelibereerd zynde zo is daarop gearresteerd en geteekend het volgend antwoord
‘Aan Zyne Excellentie de Hoog Edele Gestr Heer G: K: Elphinstone Schout by nacht, Commandeerende zyn Brittannische Majesteits Zeemacht thans in Simonsbaai ‘
‘Hoog Edele Gestrenge Heer!’
‘De Missive waarmeede U Hoog Edele Gestrenge den eerstondergeteekende heeden heeft gelieven te vereeren heden avond ontfangen, en daarover ter onzer vergadering gedelibereerd zynde, omhelsen wy deeze gelegendheid om daarop te antwoorden, dat het gemis van provisien waarover U Hoog Edele Gestrenge klaegt, en waar van niets tot onze kennisse gekoomen is, zo wel als het vluchten der Ingezeetenen uit de Baaifals een gevolg is van de declaratie en uitnodiging welke den Heere Generaal Majoor Craig ter onzer Vergadering op voorgisteren heeft gedaan en die door ons aan de Colonisten kundig gemaakt is, terwijl nog door ons nog met ons weeten door iemand iets is geordonneerd of gedaan wat Strydig zou kunnen worden gehouden, met den inhoud van onze eerste Missive van den 14 deezer’
‘En daar wy geenzints kunnen twyffelen of U Hoog Edele Gestrenge zal ons wel toekennen, de macht om van de Troupes van onze wettige Souverain zodanig gebruik te maaken, als wy voor haar en de constitutie nodig oordeelen, zo mogen wy dezelve informeeren, dat zich thans nog in Baaifals bevind zo veel volk als benoodigd is om de posten zo aan ‘t Hospitaal als waar zulx verder zou kunnen worden vereischt te bezetten - terwyl wy teffens permissie verzoeken te moogen aanmerken dat het alleen van Uwer Hoog Edele Gestrenge beveelen heeft afgehangen, om de zieken en Convalescenten onder zodanig opzicht te Stellen als nodig was om de goede ordre onder hen te bewaaren en hen van dronkenschap af te houden’
‘Wy hebben de Eer te zijn’
‘Hoog Edele Gestrenge Heer!’
‘U Hoog Edele Gestr gehoorzaamste en onderdanige dienaaren &:a’
‘In ‘t Casteel de Goede Hoop den 21 Juny 1795’
‘Welk antwoord ten Spoedigsten aan den Heere Admiraal Ephinstone zal worden afgezonden’
Aldus Geresolveerd en Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorschreeven
[Signed:] A: J: Sluijsken
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] R: J: Gordon
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] W: F: V: Reede Van Oudtshoorn.
[Signed:] W: S: V: Ryneveld
[Signed:] My present G: f: Goetz Secret:s
C. 231, pp. 233-250.¶
Maandag den {17950622} 22 Juny 1795
‘S voormiddags present de Edele Heer Commissaris, de Heer Gezachhebber en de Heere Leeden Gordon, Le Sueur van Reede van Oudtshoorn en Van Ryneveld
Aanvanklyk geresumeerd en geapprobeerd geworden Zynde, de Resolutien ter vergadering van gisteren genoomen wierd door den Ed Heer Commissaris den Raade gecommuniceerd, dat zyn Ed ter sessie van den 18 deezer hebbende laaten aanteekenen, het verzoek van den Heere Cassier Egbertus Bergh aan zyn Ed gedaan om wederom in deeze Vergadering Sessie te neemen, op zodanige wyze en onder zodanige reserve als by die Resolutie is omschreeven, zonder dat hy Edele Heer Commissaris voor als toen nog op dat verzoek eenige dispositie hadt genoomen, - zyn Ed thans niet wilde afzyn ter kennisse van den Raade te brengen dat den gezeide Heere Bergh aan zyn Ed en deezen Raade had geaddresseerd het volgend Schriftuur.
Aan den WelEdele Groot achtb Heer Abraham Josias Slüijsken Raad ordinair van Nederlands india mitsg:s Commissaris over het Gouvernement van Kaap de Goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E achtb Heer Gezachhebber en de verdere Wel Edele Heeren Raaden van Politie
‘Wel Edele Groot achtb:r Heer en E: achtb: Heeren!’
‘Den ondergeteekende Cassier, op de declaratie door hun ‘S daags bevoorens aan den WelEdelen Groot achtb: Heere Commissaris gedaan, dat uit aanmerking der criticque tyds omstandigheeden, waarin men zich als toen kwam te bevinden en als nog Steeds verseerende blyft, geneegen was met ter zyde Stelling van alle partikulieren Consideratien, welke hem anderzints, daarvan zouden kunnen te rug houd, wederom Sessie te neemen in Raade, op zodanige plaats als door evengemelde Edelen Heere Commissaris by de promotie van den Heere van Ryneveld tot meede Lidt aan hem ondergeteekende is toegeweezen, mits zulks niet kwaame te prejudicieeren aan zyne Sustenuen en vorderingen des aangaande, tegens gisteren morgen te half tien uuren geconvoceert geworden zynde tot het bywoonen der vergaderinge zonder eenige præalable kennisse van zyne admissie te hebben bekoomen, heeft denzelven den Heere Secretaris Goetz verzogt hiervan aan wel opged:e Edelen Heere Commissaris de vereischte communicaie te willen geeven, met instantig verzoek dat aan hem, hoe eer zo liever, mogte worden gesuppediteerd Extract uit de Resolutien op eergisteren by den Raade genoomen, voor zo verre dezelve waaren rouleerende over de vorengeciteerde door hen gedaane declaratie, zich te kunnen bekwaamen, om op eene gepaste wyze wederom Sessie te kunnen neemen; dan is dat Extract tot nu toe by den ondergeteekende niet ontfangen, nog heeft hy zich mogen zien convoceeren tot de t’ zeedert gehoudene byeenkomsten des Raads, waaruit ilecieerende, dat zomtyds by UwelEd Groot Achtb: kan zyn ontstaan, de gedachte, dat hy zich heeft willen onttrekken om meede te helpen adviseeren tot het neemen van zodanige decisive besluiten als waartoe UWelEdele Groot achtb en E achtb zich gedwongen hebben gevonden gisteren te moeten komen, daar het intusschen zeeker is, dat hy niets minder is te wagten geweest dan dat materien van zulk een alleruitterst gewigt als by die gelegendheid het onderwerp van UWelEdele Groot achtb en E achtb deliberatien hebben uitgemaakt zouden zyn verhandeld geworden, en het niet adsisteeren by dies Uwer WelEdele Groot achtb en E achtb deliberatien intusschen eene louche zoude kunnen werpen op des ondergeteekendens denkwijze ingevalle met Stilswygen daarinne kwam te berusten; zo gebruikt hy de vryheid by deezen te verklaaren, dat hy wel verre van zig te hebben willen onttrekken aan de besluiten op gisteren by UwelEdele Groot achtb en E achtb: genoomen, en van de verantwoordelykheid aan dezelve besluiten veknogt, inteegendeel het zich tot een eer en waare genoegen zoude hebben laten Strekken tot dezelve besluiten te hebben mogen concurreeren, als alle kenmerken dragende van gepaste cordaatheid mitsg:s liefde tot eed en trouw; en dat hy dienvolgens dan ook niet alleen die besluiten avouceerd en beschouwd als met zyne medewerkinge genoomen, maar zich ook van gantschen harte gaarne onderwerpt aan de responsabiliteit, mitsg:s de periculen en gevaaren welke dezelve ten gevolge zouden kunnen hebben, die en alle andere van gelyke natuur en aard blydelyk niet UWelEdele Groot achtb en E achtb willende deelen en dragen, alwaaromme, hy dan ook met gepasten aandrang herhaald desselvs bovenomschreevene gedane instantie omme wederom in Raade te worden geadmitteerd, ten einde aldaar sessie te neemen op zodanige plaats als hem zal worden aangeweezen, zonder dat zulks nogthans præjudicieere aan des onderget: pretentien ten opzichte tot dezelve Sessie, zynde hy in dien gevalle bereid ende geneegen met Uwel Edele Groot achtb en E achtb in een gelyk lot te deelen en alles by te brengen dat van hun zal afhangen ter bevordering van ‘t belang der Republicq, mistg: de zeekerheid en het geluk deezer Colonie’
‘In t Casteel de Goede Hoop den 20 Junij 1795’
’/: getekend / E Bergh’
en dat hy Heere Commissaris hadde goedgevonden den Heere Bergh wederöm toetelaaten tot het bywoonen der deliberatien van deezen Raade, volgende op het Jongste Lidt van dezelve de Heer Fiskaal van Ryneveld, aan hem Heere Bergh overlaatende zodanige voorbehoudingen als by gemeld Schriftuur zyn ternedergesteld
de Heere Bergh hierop ter vergadering Sessie genoomen hebbende, wierd door den Heere Collonel Gordon aan den Ed Heer Commissaris aangebooden eene Missive aan zyn Ed deeze morgen ter handgesteld door een Purcher van een der in Baaifals leggende engelsche Scheepen door den admiraal Elphinstone aan hem gericht tot bygeleide van eene dergelyke proclamatie als welm: Heer Elphinstone en den Heere Generaal Majoor Craig zo aan deeze Regeeringe als aan den voorposten op Muizenburg en aan den aldaar Commandeerenden Colonel Lieutenant de Lille hadden gezonden, met verzoek dezelve proclamatie aan den Militairen ten deezen Gouvernemente ten deezen Gouvernemente te willen doen bekend maaken, - doch dat hy Heere Gordon vermeend hadt deeze bekendmaaking niet te kunnen of te moogen doen, maar volgens pligt hadt geoordeeld dezelve aan den Edelen Commissaris te moeten inhandigen, zo als kwam te doen - en is ten deesen aanzien verstaan de gemelde brief en proclamatie bij de overige ontfangene te Seponeeren den Heere Collonel Gordon te bedanken voor desselfs hierinne gehouden conduite, met betuiging zo van den Ed Heer Commissaris als van alle de Heeren Leeden der Vergadering, dat zy zich volkoomen verzeekerd houden van den ijver van gemelde Heer Hoofdofficier, zo wel tot het meede verdeedigen van deeze Colonie als het bewaaren van dezelve voor haare wettige Souverain en de handhaaving der wettige constitutie van het vaderland die elk bezwooren heeft; - als meede van de zeekere verwachting dat hy Heere Gordon als Hoofd en Commandant van de geheele Militaire macht alhier, voor zo veel zyn Ed maar immers vermag, zal zorgen dat dergelijke proclamatien, die zich langs andere weegen onder de Militaire mogten verspreiden, geene indrukken op hunne gemoederen maaken, of zy daardoor afgetrokken worden van den eed die zy gedaan hebben
Vervolgens geliefde den Ed Heer Commissaris den Raade te bedeelen, dat zyn Ed ingevolge het besluit by deezen Raade op gisteren avond genoomen, aan Burgerraaden deezer Steede hadt gecommuniceerd, de dispositie op de proclamatie door de Engelsche vlootvoogden aan deeze Regeeringe toegezonden, waarvan onder anderen ook aan hen een exemplaar was geworden, en dat gedachte Burgerraaden zich zo even by zyn Ed Colegialiter hadden vervoegd, en gerapporteerd, dat zy dezelve proclamatie en het daarop genoomen besluit deezer Regeeringe aan de Officieren der Burgerij en andere Burgers bekend gemaakt hebbende zy zo voor zich zelfs als namens de geheele Burgery de Regeeringe bedankte voor haare zorge en toegeneentheid om by de oude constitutie van het Vaderland te blijven, en dat de geheele Burgerij hadt gezwooren daarvan in geenen deelen te zullen afwyken
Hierop geliefde den Ed Heer Commissaris den Raade te bedeelen, dat zyn Ed bij overweeging van de dringende noodzakelykheid, om, in deeze zo gevaarlyke als zorgelyke omstandigheeden voor deeze Colonie, het militaire weezen, door gedistingueerde blyken van goedkeuring over betoonde ijver overleg en goed gedrag, meer en meer tot loffelyk pligt betrachten aan te moedigen, en gebruik maakende van de macht en authoriteit uit de boezem van de Staaten Generaal der verëenigde Nederlanden op de WelEdele Hoog achtb Heeren Bewindhebberen der generale nederlandsche geoctroeieerde Oost indische Compagnie nedergedaald, welke hun Wel Edele Hoog achtb hebben gelieven te doen overgaan op de Hoog Edele Heeren Commissarissen Generaal, en deeze goedgevonden hebben voor zo verre deeze Colonie betreft aan hem Heere Commissaris toetevertrouwen, goedgevonden hadt om ter bereiking van die gewigte eindens den Luitenant Collonel titulair en Majoor bij de Infanterie Carel Matthys Willem de Lille, aan te stellen tot Lieutenant Collonel effectief, en in dies plaats tot Majoor hadt bevordert den oudsten Capitein der Infanterie Willem Buissene, beide met de gagie en emolumenten tot deeze hunne respective qualiteiten bepaald; en dat zyn Ed aan alle de officieren van de infanterie en Arthillerie, welke zo door de Hoog Edele Heeren Commissarissen Generaal als door zyn Ed Successivelyk zyn bevorderd en aangesteld, op hunne voorheen in minder qualiteiten genooten hebbende gagien en Emolumenten, uit hoofde van de assidue dienst en werkzaamheid waarin gehouden worden en zeer waarschynlijk nog lange zullen moeten verblijven, hadde toegelegd de gagie en emolumenten, tot de door hen thans respectivelijk bekleed wordende qualiteiten Staande, het een en ander zo wel als hunne nieuwe verbanden heeden ingaande
Wyders geliefde den Edelen Heer Commissaris den Raade ouvertures te geeven van de by zyn Ed ontfangene Rapporten en Missives uit ‘t Campement aan Muizenburg en van Baaifals , onder welke zich kwam te bevinden eene Missive van den Heere Capiteins Simon Dekker, voerende ‘S Lands Fregat van oorlog Medenblik , op gisteren uit Baaifals gezeild, luidende dezelve Missive
‘Wel Edele Groot achtb Heer!’
‘Ik hebbe de eer UWel Edele Groot achtb dank te betuigen voor het aan my toegezonden Copie van ‘t door den General Craig geproponeerde in de vergadering, & voor de Communicatie van ‘t geresolveerde in gem: vergadering genomen, en verder komende ter beantwoording van UWelEdele Groot Achtb missive, zo diend dat my ben refereerende aan de myne deeze morgen aan UwelEdele Groot achtb toegezonden met byvoeging als dat in geene deelen entreeren kan / om aan het verzoek van Uwel Edele Groot achtb te voldoen / niet kunnende Resolveeren om een Fregat van den Staat en aan mij toevertrouwd op dusdanige wyze te verlaaten, en ten prooie over te laaten, te meer daar ik moreel verzeekerd ben, ik met mijn onderhebbende Manschappen hier niet van zo veel nut kan weezen, dan ik ben my met ‘S Lands Fregat van hier na de Indien te begeeven /: waartoe nu de gelegendheid nog ope is:/ om aldaar aan de Generale Commissie van weegens haare Hoog Mogenden de Communicatie te doen, van de Criticque omstandigheeden in deeze tegenswoordige tyde. Ik twyffele niet of UWelEd Groot achtb zult dit met UWelEd Groot achtb doordringend oordeel wel pondereeren dat myn voorneemen van hier te vertrekken, en waarby blijve persisteeren op de billykste en gegrondste reedenen is Steunende, moetende ik alles in het werk Stellen en zo veel ik kan myn devoir aanwenden om ‘t Fregat te behouden, waarvoor ik zo wel verantwoording verschuldigd ben, als Uwel Edele Groot achtb het voor het behoud van de Colonie is’
‘Ik hebbe niet gemanqueerd by ‘t ontfangen van UWelEdele Groot achtb: Missive de Schippers van de Scheepen onder myn Convooi zynde aan boord te Seinen, en hun opening van die Missive gedaan voor zo verre zulx hun was concerneerende hebbende hun heeden volgens inhoud myner instructie weeder ‘t geleide na Batavia aangebooden’
‘Waarmeede de Eer hebben met gedistingueerde agting te zyn’
‘WelEdele Groot achtb Heer Uwer welEd Groot achtb zeer ootm dienaar / get / S: Dekker waarvan verstaan is aanteekening te houden’
‘Aan boord ‘S Lands fregat van oorlog Medenblik geankerd in Simonsbaai den 20 Juny 1795’
Na dit alles is geresumeerd het antwoord door den Edelen Heer Commissaris ontworpen op de by de Resolutien van gisteren ingeschreeven Missive en proclamatie door de Engelsche vlootvoogden aan deeze Regeering geaddresseerd, luidende hetzelve antwoord als volgd
‘Aan haare Excellentien de Hoog Edele Gestrenge Heeren G K Elphinstone Schout by nacht Commandeerende zyne Brittannische Majesteits vloot en C H Craig Generaal Majoor Commandeerende Gedachte zijne Majesteits Landmagt thans in Simonsbaai ‘
‘Hoog Edele Gestrenge Heeren!’
‘Wy hebben de Eer gehad te ontfangen U Hoog Edele Gestr: Missive van gisteren, en wy kunnen ons niet genoegzaam verwonderen dat U Hoog Edele Gestrenge zo eensklaps aftreeden van de gevoelens welke wy en dezelve hebben verondersteld, namentlyk dat U Hoog Edele Gestr: door zyne Groote Brittannische Majesteit in de qualiteit als gealieërde en Bondgenoot van den Staat der Vereenigde Nederlanden in overleg met zyne doorluchtige Hoogheid den Heere Prince van orange Stadhouder der Republicq, herwaards waaren gezonden om deeze Colonie ingevalle dezelve door eenen vijand wierd aangevallen te helpen beschermen, en die wy U Hoog Ed Gestrenge gemeld hebben te zullen accepteeren, indien wy door eenen vyand mogten worden aangevallen, en den nood zulks kwam te vereisschen, - inmiddels dat wy ordres hebben gegeeven dat U Hoog Edele Gestrenge gelegendheid zouden vinden om haare Vloot van het nodige te voorzien en haar zieken aan wal te plaatzen buiten gewapend volk in welke ordre dan ook door ons tot nu toe geene alteratie is toegebracht, en ons thans beneevens de Colonie eerst inviteeren en nu requireeren, invoegen als by Uwer Hoog Edele Gestr geschrift vermeld Staat.’
‘daar bereids by onze voorige Missive van den 19 deezer hebben verklaard, dat wy voorgenoomen hebben, met de macht die wy aan handen hebben onszelven te verdeedigen teegens ieder een welke een aanval teegens deeze Colonie en de wettige constitutie van ons Vaderland die wij bezwooren hebben zou trachten te onderneemen, zo kunnen wy niets anders doen als deeze onze verklaring te herhaalen, onder by voeging dat zulks niet geschied door ons alleen, maar op de unanime instantien van de geheele Colonie’
‘En daar de proclamatie welke U Hoog Edele Gestr: hebben kunnen goedvinden alomme rond te doen brengen niets anders kan veroorzaaken dan eene verwydering tusschen de onze en de geene die wij als onze vrienden en Geallieerdens hebben gehouden, zo willen wy voor het opperweezen dat onze harten kend, en onze daaden beoordeeld, onschuldig zyn voor de fineste gevolgen, die dit zoude kunnen te weege brengen, dezelve alle laatende ter verantwoording van die geene welke daartoe aanleiding hebben gegeeven, en verder zouden geeven kunnen’
‘Wy hebben de Eer te zyn.’
‘Hoog Edele Gestrenge Heeren!’
‘UWer Hoog Ed Gestr: zeer onderdanige en gehoorzame dienaaren &:a’
‘In t Casteel de Goede Hoop den 22 Juny 1795’
Met welk antwoord alle de Heeren Leeden des Raads onder dankbetuiging aan den Ed Heer Commissaris geconformeerd hebbende, zo is verstaan hetzelve ontwerp in zyn geheel over te neemen en te converteeren in eene Resolutie deezes Raads gelyk geschied by deeze
Nog wierd door den Edelen Heer Commissaris gecommuniceerd de onderstaande Missive door zyn Ed aan Landdrost en Heemraaden te Zwellendam geschreeven luidende als volgd
’ Zwellendam ‘
‘Aan den Koopman Titulair Anthonij Alexander Faure Landdrost beneevens Heemraaden aldaar’
‘Goede Vrienden!’
‘Hoe is het mogelyk dat juist op een tijd wanneer zich ieder braaf burger die zyn vaderland en zyn geboorte plaats lief heeft en zig onder de wapenen begeeft om hetzelve te beschermen en te bewaeren, dat U Eden tyd passeeren met twisten en tweedragten welke altoos uit het harte van brave lieden behoorden verbannen te worden - hebben UE klagten waarom Se niet op een behoorlyke en betamelyke wyze gebragt ter kennisse van de Regeering, waar heeft die ooit haare voren geslooten, voor het geklagt der Burgers. Verre van daar, maar ik Sie tot myn harten leed dat er menschen gevonden worden die haar vaderland willen Storten in beroerten welke andere Landen en volken in de grootste elende hebben gestort, en die zij of haare kinderen met traanen zullen beschreien.’
‘Ik heb daarom in het vaste voorneemen om dit Land te bewaaren by haaren wettige Souverain en de Constitutie die wij alle bezwooren hebben, nodig geacht om UE allen by deezen te vermaanen en te waarschouwen dat UE zich gedraagen als mannen die haar Land lief hebben en haare overigheid gehoorzaam zijn, en die door my en haar meede Burgeren tot de verdediging van hetzelve zyn opgeroepen en al zeedert eenige dagen verwacht geworden zyn: met aanbeveeling om zich van deeze pligten niet te laaten aftrekken, door Snoode aanblaazers, welke door een inlandse broedertwist, in haare eige ingewanden wroeten, en het Land laaten verlooren gaan, terwyl ik UE verzeekere dat zo ras den vreede zal hersteld en het Land in ruste zyn UE zo eenige klagten hebben mogten die rechtmatig en gegrond zyn, dezelve in overweeging zullen genoomen, en daar aan zo veel mogelyk en billyk is worden te gemoed gekoomen, - wordende Landdrost en Heemraden gelast deeze waarschouwing aan een ieder der Burgers en opgezeetenen kennisse te geeven, ten einde een ieder zynen pligt voor oogen houde, en daaraan voldoe’
‘Waarmeede na groete blyve.’
‘UE Goede Vriend’
‘In ‘t Casteel de Goede Hoop den 22 June 1795’
‘waarvan verstaan is deeze aanteekening te houden’
Laatstelyk geliefde de Edele Heer Commissaris te laaten aanteekenen dat zyn Ed heeden morgen nog hadt gedetacheerd hondert Mannen Burgercavaleristen met de nodige officieren, omme te strekken tot versterking van de macht welke zich aan Muizenburg vind gecampeerd
Aldus Geresolveerd en Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorschreeve
[Signed:] A: J: Sluijsken
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] R: J: Gordon
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] W: F: V: Reede van Oudtshoorn
[Signed:] W: S: V: Ryneveld
[Signed:] E: Bergh
[Signed:] My present G: f: Goetz Secret:s
C. 231, pp. 251-256.¶
Dingsdag den {17950623} 23 Juny 1795
S voormiddags present als er den Edelen Heer Commissaris den Heere gezachhebber, beneevens de Heeren Leeden Gordon, Le Sueur, van Reede van Oudshoorn, van Ryneveld en Bergh.
Geliefde den Edelen Heer Commissaris den Raade te bedeelen de aankomst in Baaifals van het Amerikaansch Schip de Generaal Green ‘t welk den 10 Maart van Philadelphia was vertrokken
Voorts wierd door den Edelen Heer Commissaris de vergadering gecommuniceerd dat zyn Ed om dezelfde reedenen en motiven als by Secreet besluit deezer tafel van gisteren zyn omschreeven de Capitein Lieutenant der Infanterie Johannes Blesser hadt bevorderd tot Capitein effectief en dat zyn Ed voorts in overweeging genoomen hebbende dat door het bezetten van alle posten ter deezer Hoofdplaatze en in Baaifals , mitsgaders deezer noodzakelyke plaatsing van een genoegzaam getal officieren van de arthillerie by de detachementen, het getal der officieren by dat Corps ontoereikende was, met ingenoomen advies van den Heere Collonel Gordon als Chef van ‘S Compagnies Militie op de daartoe door den Majoor en Commandant der Arthillerie gedaane verzoek had goedgevonden bij dat Corps de volgende aanstellingen en bevorderingen te doen, namentlyk
Tot Extra ordinaire vuurwerken
den Bombardiers Hendrik Storm en Willem Adriaan de Wit.
Tot Bombardiers, de Cannoniers van de eerste Classe
J: C Heckman
J: H: Ungerer
W Schaeffer
A van Sittert
A van der Lith
Th Echard
D Verwij
S Eckard
O L Maasdorp
Tot Cannonniers van de eerste Classe de Cannoniers van de tweede Classe
J: D Ungerer
I Engelbende
I Dieleman
H: Meyboom
.....Volgraaff
.....Lindeberg
..... Verseveld
M: van Huysden
alle met de tot deeze qualiteiten respectivelyk staande gagie en Emolumenten, mitgaders onder de gewoone verbanden; dat aan hem edele Heere Commissaris zo door den Heere Chef van ‘S Comp Militie als door den Commandant der arthillerie zynde voorgedraagen de billykheid om aan de extra ordinaire vuurwerkers, als jongste officieren van de Arthillerie dezelve gagie en Emolumenten toeteleggen, als door de Vaandrigs der infanterie word genooten, zyn Ed uit overtuiging dat de extra ordinaire vuurwerkers alle de wachten moeten waarneemen; gelyk met de Vaandrig der infanterie en bovensdien den arbeidzaame dienst der arthillerie moeten execeeren, hadt goedgevinden aan den extra ordinaire vuurwerkers toe te leggen de gagie van Vaandrig ofte ƒ40:- per maand, met de daartoestaande Emolumenten, alles onder geëerde approbatie van de Heeren Majores in Patria
Hierna wierden door den Heere Collonel Gordon aan den Edelen Heer Commissaris aangebooden onderscheidene minuten van plans van defensie deezer Colonie, waarvan zyn Ed betuigde de afschriften reeds in den Jaare 1784 aan de Hoog Gebiedende Heeren Meesteren hadt gesuppediteerd, voor welke blyk van attentie den Heere Colonel Gordon door den Edelen Heer Com, bedankt geworden zynde, zo verstaan van dit alles deeze aanteekening te houden
Aldus Geresolveerd en Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop den dage en Jaare voorschr
[Signed:] A: J: Sluijsken
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] R: J: Gordon
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] W: F: V: Reede van Oudtshoorn
[Signed:] W: S: V: Rijneveld
[Signed:] E: Bergh
[Signed:] My present G: f: Goetz Secret:s
C. 231, pp. 257-265.¶
Woensdag den {17950624} 24 Juny 1795.
Secreet
‘S avonds, present den edelen Heer Commissaris, den Heere Gezachhebber en de Heeren Leeden Gordon, le Sueur, van Reede van Oudtshoorn, Van Ryneveld en Bergh.
Is geleezen een adres van de engelsche Vlootvoogden, luidende volgens dies Translaat in de hollandsche taal
‘Een Addresse aan den Gouverneur, den Raad, den Magistraaten en de Ingezeetenen der Colonie en Stad van Cabo de goede Hoop’
‘Myne Heeren!’
‘Het Spyt ons te verneemen, dat er een misverstand Schynd te hebben plaats gehad, omtrend onse beoogde Meeninge, om by Proclamatie bekend te maken zyne Majesteits Koninglyke Intentie jegens de Ingeseetenen van de Caab; eene omstandigheid waarvan men ligtelyk in onze geringe kennisse der hollandse Taal de Oorzaak vinden kan.’
‘In de eerste plaats, aangaande den Eed van Getrouwheid; Deeze kan alleen worden gerequireerd van de Militairen en de zodanigen die Bezolding van Zyne Majesteit genieten, en alleenlyk voor zolange Tyd als dezelve in Hoogstdeszelfs Soldy verblyven zullen.’
‘Bescherming en getrouwheid zyn Woorden van eenerleye Betekenis, en zyne Majesteits Bevelhebbers kunnen niet twyffelen aan de goede Intentie der Ingezeetenen, zonder hen de moeyte te geven hunne Wooningen te verlaaten, ten einde eenen Eed te doen, indien Zulks wierd gerequireerd.’
‘Wanneer Zyne majesteit Hoogstdeszelfs koninglyke Intentie door ons heeft te kennen gegeven, dat geene nieuwe Belastingen op de Inwoonders gelegd zouden worden, wierd daarmede niet gemeend, dat alle de vorige Belastingen blyven zouden, maar dat het ons vry zoude Staan, om, op verzoek van de Gemeente, eenige Belastinge die bezwaarend mogte zyn, of waarover zij regtmatige reden te klaagen zullen hebben in te trekken; en niets zal ons meerder genoegen verschaffen als Zyne Majesteits gunstige intentie te vervullen, door aan te hoor en te verligten alle welgegronde klagten, die door de Meerderheid der Inwoonders mogten worden voorgedragen.’
‘Eenige misverstand Schynd insgelyks te hebben plaats gevonden omtrend de papiere munt - Wy kunnen niet anders dan gevoelen dat dit een Onderwerp van eenige Zwarigheid weezen zal, en weshalven wy dat geene hebben geproponeerd het welk ons toescheen als het waarschynelykste Middel om eene Waarde aan dezelve Munt te doen byblyven, welke zy andersints verliezen moet, wegens de totale Ontstentenisse van de Nederlandsche Oost Indische Comp: op welkers behoud dezelve alleen berustende - Het zal ons aangenaam zyn, de denkbeelden te verneemen van Lieden die meer in dit Onderwerp ervaaren zyn, en wy hebben alleen de Ingezetenen te verzekeren, dat wy alle Maatregulen zullen aanneemen, welke ons toescheinen zullen, doenlyk en in ons verschoonelyk te zyn, om, is het mogelyk voor te komen of ten minsten te verminderen, een Inconvenient, waaraan dezelve bloot gesteld moeten zyn.’
‘Eene omstandigheid is ons aangebragt geworden, die wy aanmerken zouden, als te ongerymd om er eenige agt op te Slaan, zo wy niet vermanen, dat dezelve eenige Indruk op zommige der Ingezeetenen heeft gemaakt, namentlyk, dat de Inwoonders bloot zullen Staan te worden geprest, om te dienen aan boord van de Vloot, en zelfs dat eenige van dezelve naar de Botanybaay gezonden zullen worden; Op dit onderwerp hebben wij hen alleenlyk te verzekeren, dat beide de voorschreeve Maatregulen is ons ten eenenmaale ongeoorloofd zyn, en ons aan zwaare Straffe bloot Stellen zouden, zo wy dezelve wilden adopteeren.’
‘Dog wy gevoelen dat onze Onkunde in de hollandsche Taal ons bloot Stellen moet aan het Gevaar te werden kwalyk verstaan op eene Onderwerp, op het welk wy wenschen het meest verstaanbaar te zyn.’
‘Wy hebben derhalven te proponeeren, dat een aantal van Gecommitteerdens uit de Gemeente zich naar Baaifals mogen begeven, alwaar het ons aangenaam weezen zal, dezelve te ontmoeten, en hun op yder poinct te geven zodanige uitleggingen als zy mogten requireeren, en zulke als wy wel verzekerd zyn, dat hen zal voldoen, nopens de Goedheid van zyne Majesteits Intentiën, en nopens onze yverige wenschen om onze beste pogingen aan te wenden, om dezelve te vervullen.’
‘En nademaal verscheide byzondere Persoonen haar groote Beangstiging hebben betuigd, omtrend de aanmoediging die aan de Swarten en Slaaven mogt worden gegeeven, moeten wy aanmerken, dat wy alle diergelyke Stappen ten uittersten afkeuren, en zelfs zyn wy, in de tegenswoordige Omstandigheeden gereed, ingeval van eenige Oproer of Opstand, dezelve met alle onze magt te helpen dempen, en wy declareeren dat alle ten dien einde geëmployeerde manschappen wederom geëmbarqueerd zullen worden, op het moment dat den Gouverneur betuigd dezelve nog derzelver Bystand langer nodig te hebben.’
‘Wij zyn voorneemens om de Spoedigste Stappen te maken om onze Betaalingen in gereedgeld te doen, door hetzelve ten dien einde te bezorgen.’
‘Zyne Majesteit heeft ons herwaards gezonden met een oogmerk om de Tiranny van Frankryk tegenstand te bieden, dog met geene Intentie om een braaf Volk, onze oude Vrienden en Geallieerdens, in Slaverny te brengen.’
‘Aan boord van Zyne Majesteits Schip Monarch in de Simons baay , den 23 Juny 1795.’
’/:geteekend:/ G: K: Elphinstone en J: H: Craig’
‘Accordeert met het Origineel uit het Engelsche getranslateerd, door my.’
’/:get:/ C: G: Höhne gezw: Translat:r’
na lecture van welke adres den edelen Heer Commissaris den Raade geliefde te Communiceeren, dat zyn edele zich geinformeerd vond, hoe de Engelsche door hunne Zendelingen geleegendheid hadden weeten te verkygen Afschriften van de voorige Proclamatie in handen te stellen aan Matroosen en Militairen in Baaifals - dat daaruit en uit den promulgatie van het nu ontfangen geschrift, dat reeds deezen avond, even na dat hy Heere Commissaris den Brief ontfangen heeft, door eenen Purcher off Secretaris genaamd Ross aan den Burgerraad Smuts is t’ huis gebracht, niet anders kan voortspruiten, als twist en hatelykheden, onder de Ingezetenen en het Gemeen, dat doch gewoonlyk zeer weinig oordeel bezit, om de Zaaken naar waarheid te beschouwen of te beoordeelen, en daardoor verbrooken worden, die kalmte en rust in welke het de Regeeringe gelukt deeze Colonie tot nu te bewaaren, ‘t welk op het einde ten gevolgen moet hebben, dat Broeders en Broeders door tegenstrydigheid van gevoelens in het Harnas worden gejaagd, en de droevigste ongelukken waar aan men niet dan met Schrik kan gedenken, ten gevolge hebben, terwyl daar en boven het gedrag der Engelschen verre van gericht te zyn, om deeze Colonie te adsisteeren, in geval van een vyandelyken aanval, het aanzien krygt van gericht te zyn, om zich van dezelve Meester te maaken, op dusdanige wyze als die niet anders dan een inwendig bloedbad kan te weege brengen, alwaaromme hy edele Heer Commissaris zich in Eed Concientie en Eer verpligt vind, ten einde dit alles voor te koomen, en de Colonie te bewaaren, voor de wettige Souverain en de bezwooren Constitutie, om aan de Leeden deezer Regeeringe voor te slaan, en in Consideratie te geeven, om alle verdere onderhandelingen af te breeken, en niets meer te contribueeren, tot eene vriendelyke adsistentie welke aan de Engelsche Vloot tot nu toe beweezen is.
De Heer Rhenius is van gevoelen, dat men alle briefwisseling met de Engelschen omtrend dit poinct moet afbreeken, en hen daarvan voor het laatst kennisse geeven, - terwyl zyn Ed: vermeend, dat men uit hoofde, der gedaane belofte met de vriendelyke adsistentie behoord te Continueeren.
De Heer Gordon Conformeerd zich met ‘t advys van den Heere Gezachhebber, mits dat de Engelsche geen meerder Geschriften verspreiden.
De Heer le Sueur Conformeerd zich met de propositie van den edelen Heer Commissaris, onder byvoeging dat zyn Ed: van opinie was dat daarenboven wierd verbooden, dat niemand der Vlootelingen zich aan deeze zyde van Muizenburg mogt vertoonen, om Zeeker te zyn, dat door hen geene geschriften kunnen werden verspreid.
De Heer Van Oudtshoorn is van advys dat alle Communicatie met de Engelsche van heden af moet worden afgesneeden, en aan hen geene de allerminste gerieflykheden beweezen, dat voorts het Canon in Baaifals behoord te worden vernageld, en de zich aldaar bevindende Militairen naar Muizenburg gezonden, tot versterking van het Campement aldaar.
De Heer van Ryneveld declareerd, dat dewyl de Engelschen wel verre van zich te gedraagen, als onze Geallieerdens, integendeel ten allerduidelykste doen manifesteeren, hun oogmerk om zichop de een of andere wijzevan de Colonie Meester te maaken, - zyn Ed: zich dus met de propositie van den edelen Heer Commissaris volkoomen Conformeerd.
De Heere Bergh even dezelfde declaratie als den Heer van Ryneveld gedaan hebbende Conformeerd zich meede met het voorstel van den edelen Heer Commissaris.
Waardoor dus het besluit gevallen is, om alle verdere onderhandelingen met de Engelschen af te breeken, en niets meer te Contribueeren tot eene vriendelyke adsistentie, welke aan de engelsche Vloot tot nu toe beweezen is; zynde wyders verstaan dat van dit besluit door den edelen Heer Commissaris op morgen kennisse zal worden gegeeven aan Burgerraaden deezer Steede.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorschreeve
[Signed:] A: J: Sluijsken
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] R: J: Gordon
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] W: F: V: Reede Van Oudtshoorn
[Signed:] W: S: V: Rijneveld
[Signed:] E: Bergh
[Signed:] My present G: f: Goetz Secret:s
C. 231, pp. 266-272.¶
Donderdag den {17950625} 25 Juny 1795
‘S voormidags, present den edelen Heer Commissaris, de Heer Gezachhebber, en de Heeren Leden Gordon, le Sueur, van Reede van Oudtshoorn, Van Ryneveld en Bergh.
Na dat de Secreete Resolutien op gisteren avond genoomen geresumeerd en geapprobeerd geworden waaren, wierden door den edelen Heer Commissaris ter Tafel geproduceerd, het antwoord, ingevolge van dat besluit aan den Heere Admiraal Elphinstone en den Generaal Craig gericht, luidende.
‘Aan haare Excellenciën de Hoog Edele Gestrenge Heeren G: K: Elphinstone Schout by Nagt Commandeerende zyne Britanische Majesteit Vloot en C: H: Craig Generaal Major, Commandeerende zyne gedagte Majesteits Landmagt thans in Simonsbaay .’
‘Hoog Edele Gestrenge Heeren!’
‘Den eerstgetekenden in onze Vergadering gisteren Avond hebbende overgelegd Seker Geschrift g’intituleerd Address aan den Gouverneur, den Raad, den Magistraeten en de Ingesetenen der Colonie en Stad van Cabo de goede Hoop, vinden wy ons thans in den onaangenaame noodzakelykheid, en in Eer en Eed verpligt, om ons van alle verdere onderhandelingen te excuseeren.’
‘Wy hebben de Eer te zyn.’
‘Hoog Edele Gestrenge Heeren!’
‘U Hoog Ed: Gestr: onderdanige en dienstwillige Dienaaren’
‘In ‘t Casteel de goede Hoop den 25 Juny 1795.’
met welk ontwerp de Heeren Leeden des Raads zich geconformeerd hebbende, zo is het zelver ter Vergadering geteekend, om heden avond aan den Purcher of Secretaris door de gemelde Vlootvoogden afgezonden ter hand gesteld te worden.
Vervolgens geliefde den edelen Heer Commissaris den Raade te bedeelen, dat juist wanneer zyn Ed: Burgerraaden deeze morgen by zyn Ed: wilde ontbieden, om aan dat Collegie bekend te maaken, het ontfangen address van den Heere Admiraal Elphinstone en den Generaal Craig met het besluit daarop genoomen, deselve Burgerraaden, zich by zyn Ed: hadden vervoegd en ter hand gesteld een gecacheteerd Pacquet, door denzelven Purcher die het address voor deeze Regeeringe heeft overgebracht, aan den Burgerraad Smuts gisteren avond ter hand gesteld, doch door hem en zyne meede Burgerraaden ongeopend gelaaten, als hebbende beslooten ‘t zelve zodanig als was ontfangen, aan den edelen Heer Commissaris aan te bieden, dat zyn Ed: het pacquet geopend, en daarin niets anders gevonden hebbende, dan aen Afschrift van gemeld Address, op verzoek van geseide Burgerraaden ‘t zelve wederom aan hun hadt afgegeeven, om nevens de bevooren ontfangen proclamatie onder deselve geseponeerd te blyven; dat zyn Ed: by die gelegendheid aan de gedachte Burgerraden, hebbende kennisse gegeeven van het besluit deezer Regeeringe op meergenoemd Address genoomen, alle deselve zo voor hen - zelfs als namens de geheele Burgery, hadden betuigd, het byzonder genoegen, dat dezelve Cordaate dispositie algemeen hadt verwekt, met verzoek, dat ten einde om aan de engelsche Vlootvoogden eene overtuigende blyk te geeven zo van de eenstemmige gevoelens der Ingezeetenen als van hun vertrouwen op derzelver wettige Regeeringe, aan ‘t Colegie van Burgerraaden mogt worden gepermitteerd aan den Admiraal Elphinstone en den Generaal Craig te addresseeren de volgende Missive
Aan den WelEdele Gestr: Heere George Keith Elphinstone Admiraal en Ridder van d’ order van het Bad en James Henry Craig Generaal Major in dienst van zyne Groot Brittanische Majesteyd.
‘Wel Edele Gestr: Heeren!’
‘Aan ons Ondergeteekendens Burgerraaden deezer Plaatze, is zeer wel te hand gesteld geworden twee Addressen inhoudende Eene Proclamatie en eene andere Interpretatie, zo wel in het Engelsch als in de Nederduitsche Taal geschreeven, en na dat wy het Translaat met het Origineel eensluidende hebben bevonden, Zyn mij geresolveerd geweest den inhoud daar van aan de gezamentlyke Officieren der Burgerye te communiceeren, om langs dien weg, het aan de Gemeente te doen bekend worden, zo als wy dezelve ook ten dien einde daags daar aan op het Stadhuis hebben doen Convoceeren, en aan hun EE: de gansche Proclamatie klaar en duidelyk doen voorleezen, is hier over gedelibereerd, en eindelyk een eenpaarig besluit genomen, dat nadien aan hun zo wel als aan de gantsche Burgerye de dispositie door onze loffelyke Regeering op UWelEd: Gestr: Invitatie en Propositie genomen, ten vollen is bekend, by deeze te declareeren, niet alleen in dezelve te berusten maar teffens nu zich in alle de voorstellen die door UWelEd: Gestr: reets zyn gedaan, en nog mogte werden voorgeslagen, in allen deelen, met het Besluit en het daarop gegeeven en nog te geeven antwoord door de regeering ons te Conformeeren’
‘En nadien deeze onze rondborstige ongeveynsde en onveranderlyke decalaratie is, die wy zo wel voor ons als uit naam van de gezamentlyke Ingezeetenen doen, vertrouwen wy ook dat UWelEd: Gestr: ons met geene nadere addressen nog Interpretatie zullen vermoeyelyken daar wy kunnen betuigen dat den inhoud van die geene die by ons Zyn ontfangen, door ons allen zeer wel is begreepen, en van de hand geweezen.’
‘Wy hebben de Eer te zyn &’
’/:geteekend:/ Joh:s Smuts. G: H: Meyer. S: J: de Wet. A: Fleck. H: A: Truter en H: P: Warnecke.’
‘Cabo de goede Hoop den 24 Juny 1795’
over welk verzoek met allen aandacht gedelibereerd Zynde, zo is verstaan, omme uit aanmerking van de goede oogmerken, welke Burgerraaden, met het Schryven der gedachte Missive in dit byzonder geval hebben bedoeld, hen te permitteeren dezelve aan de Heer Admiraal Elphinstone en den Generaal Craig te doen afgaan.
Uit eene Missive Sub dato eergisteren, door den Posthoudende Sergeant in de Saldanhabaai aan den edelen Heere Commissaris geschreeven, gebleeken zynde, dat zich in gemelde Baai bevonden drie Landsboots gereed om naar de kaap te vertrekken, doch dat hy Posthouder vernoomen hebbende, de aankomst van een engelsche Vloot aan deezen Uithoek, de gez: Landsboots tot nadere ordres hadt opgehouden. - waarover gedelibereerd zynde, zo is verstaan de gem: Posthouder te gelasten de drie Landsboots zich in Saldahabaay bevindende ten Spoedigtse naar de Tafelbaai te doen vertrekken.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd. In ‘t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorschreeve.
[Signed:] A: J: Sluijsken
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] R: J: Gordon
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] W: F: V: Reede Van Oudtshoorn.
[Signed:] W: S: V: Rijneveld
[Signed:] E: Bergh
[Signed:] My present G: f: Goetz Secret:s
C. 231, pp. 273-277.¶
Vrydag den {17950626} 26 Juny 1795
‘S voormiddags, present de Edele Heer Commissaris de Heer Gezachhebber en de Heeren Leeden Le Sueur Van Reede van Oudshoorn van Ryneveld en Bergh
Geresumeerd en geapprobeerd geworden zijnde de Resolutien op gisteren genoomen, geliefde den Edelen Heer Commissaris den Raade te bedeelen, den inhoud eener Missive door de Schippers der in Baaifals leggende partikuliere Scheepen de Geertrui , de Wilmstadt & Boetzelaar en de Jonge Bonefacius aan zyn Ed geschreeven, luidende als volgd.
‘Wel Edele Groot Achtbare Heer!’
‘Alzo ons door den Wel Edele Heer Brand een brief van Uwel Ed groot achtb is voorgeleezen uit dewelke wy de Resolutie van Uwel Edele Groot achtb: hebben gezien, weegens onze onderhebbende Bodems ingevalle wy hier leggende mogt vyandelyk worden aangevallen op welke resolutie wy te zaamen hebben geraadpleegt en dat zelve voor ons ondoenelyk bevonden, alzo wy hier rondom in de hierleggende vloot legge, dus geen de minste kans omme te kunnen Landen, maar nu hebben wy na ryp overleg, goedgevonden omme de vrijheid te gebruiken om aan UE deeze af te zenden, in dewelke wij UWel Edele Groot achtb verzoeken, om orde van hier te vertrekken na de Tafelbaai , om reeden indien hier onverhoopt eene fransche vloot mogt arriveeren, wy dan zeekere zoude genoomen zijn, en indien eenige vyandelykheeden mogte plaats vatten met de thans hierleggende Vloot, zoude dan meede niet beeter zijn - wel is waar de tyd volgens de E Comp:e Instructien, thans niet is in de meergemelde Baai te leggen dus wy ons zoude moeten genoegen omme de verantwoording weegens ongelukken van weer en wind, met UWelEd Groot achtb te helpen draagen, en verantwoorden, daar wy ons by deeze ter verpligten, verwagte hierop zo Spoedig antwoord als mogelyk is, alzoo wy ons hier in een gewigtig tydstip bevinden’
‘Waarmeede ons met hoogachting de vryheid neemen te teekenen’
‘Wel Edele Groot achtb Heer!’
‘Uwer welEd Groot achtb: dienaaren’
’/:geteekend:/ M: de Vries, S Kooter, en J N: Croeze.’
’ Simonsbaay den 26 Juny’
‘P: S: indien UWel Edele Groot achtb: mogte resolveeren om ons te ordonneeren verzoeken dan een Sein vlag te bepaalen om voor de Tafelbaai koomende te kunnen toonen’
over welke Missive met allen aandacht gedelibereerd en daar by in aanmerking genoomen zynde dat dewyl de ged:e Schippers uit eige overtuiging van ‘t eminent gevaar waar aan hunne Bodems in Baaifals zyn blootgesteld, zelfs verzoek koomen te doen om die Baai te verlaaten en naar deeze Rheede te koomen, met aanbod om de gevaaren en Schaadens welke daaruit zoude kunnen worden te weege gebracht met d’ Comp:e te deelen, het eenigzints onverantwoordelyk zoude zyn, van de zeide deezer Regeering niet te willen meede werken, hen aan dat gevaar het welk waarschynlyk van dag tot dag zal aangroeiën, de mogelyk te onttrekken, zo is by den Raade beslooten, aan alle de drie gemelde Schippers by directe af te zendene Missive te gelasten, omme met de eerste goede gelegendheid welke zich daartoe zal opdoen met hunne onderhebbende Bodems Baaifals te verlaaten, ten einde naar de Tafelbaai te koomen - terwyl daar het formaat der gemelde Scheepen volkoomen geschikt is om dezelve te kunnen verkennen, zo om deeze als andere Reedenen onnoodig is geacht hen een Sein van verkenning te bepaalen, - van welk een en ander kennisse zal worden gegeeven aan den Heere Resident der Baaifals Christoffel Brandt, ten einde zich daar na te gedraagen -
Hierna geliefde den Edelen Heer Commissaris kennisse te geeven, dat zyn Ed de Lieutenant der Burger Cavalery aan Stellenbosch Johan Gerhard Cloete, hadde geauthoriseerd en aangesteld om de naturelle Hottentotten welke thans dienst doen te Commandeeren onder de ordres van den commandeerende officier der Burger cavalerie van deeze Colonie, aan Muizenburg of te elders, en de zulks met de titul van Capitein der Hottentotten, echter met deeze bepaling, dat hetzelve geene verandering zal maaken in zyne presente rang onder de voornoemde Cavalerie of in de Comp:e van den Capitein Hendrik Cloete junior, of zal kunnen Strekken tot prejuditie ofte nadeel van die Lieutenants onder ‘s Corps der Stellenbosche Burgery, welke onder als gemelde Johan Gerhard Cloete zyn, ingevalle van eenige vacatures
Aldus Geresolveerd en Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorschreve.
[Signed:] A: J: Sluijsken
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] W: F: V: Reede van Oudtshoorn
[Signed:] E: Bergh
[Signed:] My present G: f: Goetz Secret:s
C. 231, pp. 278-299.¶
Zaturdag den {17950627} 27 Juny 1795
‘S voormiddags present de Edele Heer Commissaris den Heere Gezachhebber en de Heeren Leeden Gordon, Le Sueur, van Reede van Oudshoorn, van Ryneveld en Bergh.
De Resolutien op gisteren genoomen geresumeerd en geapprobeerd geworden zynde, wierd vervolgens door den Edelen Heer Commissaris overgelegd eene Missive door den Heere Admiraal Elphinstone en den Heere Generaal Craig aan deezen Raade geschreeven luidende als volgd
’ Monarch , Simons bay 26:th June 1795’
‘Gentlemen!’
‘We have received the Letter dated the 22:th instant with which you have Honoured us’
‘We beg Leave to observe to you that we have in no instance, that we are aware of departed from the Sentiments which we have from the first declared Since our communication with you, In the first letter which we had the Honour to address to you and which accompanied that of His Serene Highness the Stadholder, we did not think it necessary to enter particularly into the exact nature of our mission, because we were led from our instructions to Suppose that it was distinctlij pointed out in His Serene Highness letter and we thought that it might be more agreable to you to be made acquainted with it by that communication than by anij one from us, We repeat now Gentlemen that the great and Sole principle which has actuated Hiss majestij in the Step which he has taken of sending a force to this Settlement has been to preserve the Colony for the States General and to protect and defend the Inhabitants from the misery and distruction which must ensue from the French obtaining possesion of it, and in doing so we again repeat to You also that our Instructions are to pursue every method whether of commerce or of any other nature which may tend to better the Condition of the Inhabitants’
‘We desire to assure you Gentlemen that as we honor brave men we Should be the first to approve of and to apploud your Resolution to defend yourselves, did the circumstance really require your doing so against an attack on the legal constitution of your Countrij but we feel infinite regret that we have occasion to recall to you recollection, that that legal constitution no longer exists were that not the case, the occasion for our coming here would probably not have existed either, and if it did, no difficulty, could present itself to our landing whatever force might be deemed necessary under the direction of an authoritij which would be derived from a legal Gouvernement at amity and in alliance with that of Britain, - but no Such Governement is at present to be recurred to, Holland is in fact a part of France , and if the Colony of the Cape of good Hope is to continue its allegiance to Holland, it also becomes a part of France . If the Conscientious attachment to their alligeance to Holland and the oath which they have taken should oblige the Inhabitants to adhere to the ordres of the States General, the arrival of these very ordres issued by the mandate of the French Convention maij convert us into Enemies to morrow, and excuse us if we add must Shortly do so - But we cannot believe that anij people can think themselves bound by an Oath to a Government while that Government is overthrown by an armed force, The Inhabitants of this Settlement are Surelij not bound by any oath or any tie to the French Convention - it is under these circumstances and these only that His Brittannick Majestij has invited and Required the Inhabitants of the Colonij to accept of his Gouvernment during the annihilation of their own, we have in his Majesty’s name pledged his Royal word for the Restoration of the Colonij the moment their own Government shall appear again, and His Majesty’s chief and great exertions are directed to the enabling it to do so, but it can not be expected that His Majesty Should in anij case Suffer a possession which may in Some Sort be considered as the Key of his own in the East, to fall in to the hands of His Enemy, and we are most Serious on our earnest exhortations that you will reflect on the awfull moment which may arrive when a Frech & English force maij be contending for the Superiorety within Your walls, Should it fall to us we Shall have Little obligation towards you whose friendship we Shall only have acquired by Victorij, Should it on the other hand remain to the French, they are more likely to consider you as Rebels as furnishing a pretence to the Confiscation of Your property, their first view in all their expeditions - we are rather at a loss to conceive the meaning of the last part of your Letter which regards the proclamation which we have dispensed we must beg te observe to you that this Step / : justifiable as it is itself:/ was not however adopted ‘till we had reason to believe, that the persons most immediately interested were kept in the dark as to our intentions & till after a British officer had been ordered out of the Town Solely for having Shewed a paper which General Craig had given him, which the General was under no obligation to keep Secret & the contents of whch the Governor informed the General he had himself laid before the Burghers - It is impossible to imagine for a moment that the acquainting the Inhabitants of a Countrij with the advantageous terms which we are instructed to offer them can alianate from us the minds of anij but of those who from interested motives or Jacobinical principles / if any Such there be:/ may wish to prevent their having their due weight - let these alone be answerable for the concequences, of their rejection, which we join with you Gentlemen in thinking maij be most unhappij - as however we have not yet received any answer from the Majestrates and Burghers we Shall Still hope that every Such unhappij concequences may be averted by their exertions to induce a compliance with a proposal made onlij for their own benefit’
‘We beg pardon for not Sending a translation owing to the absence of M:r Ross our only assistant in the dutch Language’
‘We have the Honor to be.’
‘Gentlemen’
‘Your most obedient en humble Servants /: signed:/ G: K: Elphinstone. J: H: Craig’
‘En volgens dies Translaat uit Hollandsch’
‘Aan boord van ‘t Schip Monarch den 26 Juny 1795’
‘Ten dienset van zyne Brittannische Majesteit’
Aan den Wel Edele Groot achtb Heere Gouverneur en den Raad van Kaap de Goede Hoop
‘Wel Edele Groot Achtb: Heeren! en E: Achtb Heeren!’
‘Wy hebben de Missive, gedateerd den 22 deezer ontfangen, waarmeede UWel Edele Groot achtb en E achtb ons hebben gelieven te vereëren’
‘Wy verzoeken om te mogen aanmerken, dat wy nimmer gewaar geworden zijn van eenigzints te zyn afgeweeken van de gevoelens die wy van begin af aan, zedert onze onderhandeling met UE, aan UwelEdele Groot achtb en E Achtb: betuigd hebben’
‘In de eerste Missive, die wy de Eere hadden aan UWelEdele Groot Achtb en E achtb te addresseeren, en dewelke vergezeld ging met die van zyne doorluchtige Hoogheid, den Heere Stadhouder agteden wy het niet nodig te zyn, om byzonderlyk in den eigentlyken aart van onze zending te treeden, vermits wy vermeenden uit onze Instructie te kunnen vermoeden, dat zulks duidelyk in Zyne doorluchtige Hoogheid Missive aangeweezen wierd, en wy dagten dat het UWelEdele Groot achtb en E achtb aangenaamer zoude weezen, door het gem: Schryven, als door eenige andere communicatie van onzen kant, daarvan verwittigd te worden wy herhaalen thans, Wel Edele Groot achtb Heer en E achtb Heeren, dat de groote en eenige oorzaak die zyne Majesteit bewoogen heeft en de demarches die hoogstdezelve gedaan heeft, door de afzendinge van eene Krygsmagt naar deeze Colonie is, om dezelve voor de Heeren Staaten Generaal te bewaaren, en de Inwoonders te beschermen en te verdeedigen teegens de Elende en de verwoestinge, die voortkoomen moesten zo de Franschen het bezit daarvan erlangden, en zodoende repeteeren wy aan UWel Edele Groot achtb en E achtb op nieuw insgelyks dat onze intentien meede brengen, om alle middelen het zy van onderhandeling of van eenge andere aart aan te wenden en te vervolgen als strekken kunnen om den staat der Ingezeetenen te verbeeteren’
‘Wy wenschen, Wel Edele groot achtb Heer en E achtb Heeren, U te verzeekeren dat daar wy braave Mannen hoogachten, wy de eerste zyn zouden om goed te keuren en te pryzen UW besluit van zigzelven te verdeedigen, zo de omstandigheeden weezentlijk vereischten om zulks te doen teegenseen aanval op de wettige constitutie van UW Vaderland, dog wij gevoelen een oneindig leedweezen dat wy genoodzaakt zyn U te moeten herinneren, dat die wettige Constitutie niet langer existeerd, was dit niet het geval, de oorzaak van onze komste herwaards zoude waarschynlyk insgelyks niet hebben geexisteerd, en zo ja, dan zoude zich geene zwarigheid kunnen opdoen tot onze landinge, hoe groote krygsmagts ook nodig mogt worden geacht, onder de directie van een authoriteit die van een wettig bestier, in Vriendschap en alliantie met dat van Brittannie , zoude weezen afgeleid; dog tot geenig zulk bestier kan Men thans zyn toevlugt neemen, Holland is in der daad een gedeelte van Frankryk , en zo de Colonie van de Kaap de Goede Hoop haare getrouwheid aan Holland continueerd, zal dezelve insgelyks een deel van Frankryk worden zo het gemoedelyk attachement aan derzelver getrouwheid aan Holland onder Eed die zij hebben afgelegd, de Inwoonders verpligten zoude, om de ordres der Staaten Generaals op te volgen, zoude de aankomst van deeze zelfde ordres geëmaneerd op bevel van de Fransche Conventie, ons morgen tot vyanden kunnen veranderen; en excuseerd ons zo wy byvoegen dat dit binnen korten het geval zyn moet, dog wy kunnen niet gelooven dat eenig volk zig verbonden agten kan, door een Eed aan een bestier, terwyl dat bestier door eene gearmeerde magt omvergeworpen is - de Ingezeetenen deezer Colonie zyn zekerlyk niet verbonden door eenigen Eed of eenig band, aan de Fransche conventie - het is onder deeze omstandigheeden en onder deeze alleenlyk, dat zyne Brittannische Majesteit heeft uitgenodigd en gerequireerd de ingezeetenen deezer Colonie om hoogstdesselvs bestier te acepteeren geduurende de vernietiging van hun eigen’
‘Wy hebben in den naam van zijne Majesteit hoogstdesselfs koninglyk woord verpand voor de herstelling der Colonie, zo dra haar eigen bestier wederom ten voorschyn komen zal - en zyne Majesteits voornaamste en grootste pogingen zijn gerigt om zig daartoe in Staat te stellen - dog het kan niet worden verwagt dat zyne Majesteit in eenig geval zoude kunnen dulden dat eene Colonie, welke eenigzints geconsidereerd kan worden als de Sleutel tot zyne eigene in Indien, in de handen van hoogstdesselvs vijand vallen zoude.’
‘En wij zyn ten hoogsten ernstig in onze yverigste vermaaningen, dat Uwel Edele Groot achtb en E achtb zullen gelieven in overweeginge te neemen het ontzaglyk ogenblik dat gebooren worden kan, wanneer eene Fransche en Engelsche Krygsmagt binnen uwe Muuren om de opperheerschappy zullen strijden, zouden dezelve ons ten deele vallen, zullen wy weinig verpligting hebben aan UE, welkers vriendschap wy allen door overwinning zullen hebben verworven, en zoude dezelve in het tegendeel aan de Franschen blyven, zullen dezelve U waarschynlijker aanmerken als Rebellen, om een pretext te vinden tot de Confiscatie van Uw eigendom, hun eerst oogmerk in alle haare verrichtingen’
‘Wy zyn bykans verlegen de meening van het laatste gedeelte van Uwe Missive te bevatten, ten opzichte der Proclamatie die wy verspreid hebben; wy moeten verzoeken om te mogen aanmerken dat deeze demarche / zo verschoonelyk als zy en haar zelven is, echter niet is gedaan geworden voor en aleër wy reedenen hadden te gelooven, dat de meest onmiddelykst belang hebbende perzoonen, onweetend gehouden wierden aangaande onze intentien, en na dat een Engelsch officier de Stad te verlaaten gelast geworden was, alleenlyk om dat een geschrift had vertoond, hetwelk den Generaal Craig hem gegeeven hadt, en hetwelk den Generaal onder geene verpligting was geheim te houden, en welkers inhoud door den Gouverneur zelve aan de Burgers bekend gemaakt geworden was, zo als ged:e Gouverneur den Generaal geinformeerd heeft’
‘Het is onmogelyk zich voor een ogenblik voor te Stellen, dat de kenniss geevinge aan de Ingezeetenen van een Land van de voordeelige voorwaarden, welke wy geinstrueerd zyn hun aan te bieden, de gemoederen van ons zoude kunnen vervreemden van eenige andere als van zodanigen die om reeden van eigenbelang of uit Jacobynsche Grondbeginzelen / : zo er zulke mogen weezen:/ wenschen moogen, om voor te koomen dat dezelve haare behoorlyke indruk make: Laat deeze alleen verantwoordelyk zyn voor de gevolgen hunner verwerpingen, die wy ons met u vereenigen in te denken de zy allerongelukkigst zyn kunnen - dan terwyl wy nog geenig antwoord van de Magistraaten en Burgers hebben ontfangen, willen wy nog verhoopen, dat alle zulke ongelukkige gevolgen mogen worden afgewend, door derzelver poginge om tot toestemming te beweegen van een voorstel, hetwelk alleen tot hun eigen voordeel gedaan is’
‘Wy bidden om vergiffenisse dat wy hier geen Translaat byvoegen, weegens de afweezigheid van den Heere Ross, onze eenigste bystand in de Hollandsche taal’
‘Wy hebben de Eere te zyn’
‘Wel Edele Groot achtb Heer en E: Achtb Heeren!’
‘Uwer wel Edele Groot achtb en E achtb gehoorzamen en ootmoedige dienaren’
’/:getekend / G K Elphinstone J: H: Craig’
‘Accordeert met het origineel uit het Engelsch getranslateerd door my /:get:/ C G Hohne gezwore Translateur’
‘Waarby door den Edelen Heer Commissaris gecommuniceerd zynde, dat zyn Ed op dezelve Missive hadt ontworpen het volgend antwoord.’
‘Aan haare Excellencien de Hoog Edele Gestrenge Heeren G: K: Elphinstone Schout by nacht Commandeerende zijne Brittannische Majesteits Vloot en G K Elphins Major Generaal Commandeerende gem: zyne Majesteits Landmagt, present in Simonsbaai ‘
‘Hoog Edele Gestrenge Heeren!’
‘Wy hebben de Eer gehad te ontfangen U Hoog Edele Gestrenge Missive van den 26:ste deezer, ofschoon ons ook verpligt vinden om ons te gedraagen aan onze Jongste van de 25:ste deezer vastelyk beslooten hebbende deeze Colonie te bewaaren voor de wettige constitutie van ons Vaderland en te beschermen teegens de geene welke daarop een aanval zouden willen doen, permitteeren wy ons echter op dezelve U Hoog Edele Gestrenge Missive aan te merken, ten einde aan U Hoog Edele Gestrenge de geheele Waereld en de nakomelingschap bekend zy de motiven en het fundament van ons gedrag dat de goedkeuring van God en Menschen moet wegdraagen - dat het verre is dat U Hoog Edele Gestrenge van den beginnen af zouden hebben gedeclareerd de Sentimenten welke thans manifesteeren, dezelve integendeel eerst hebben verklaard te zyn gekoomen om ons teegen een vyand behulpzaam te zyn, daar dezelve nu op een ongehoorde wyze vorderen om ons en de Colonie aan haar over te geeven, en een recht vermeenen te hebben om die voor haaren Soüverain te neemen.’
‘Bystand verdiend dankzegging selfs, dan wanneer eigen kragten genoegzaam zyn, en men dezelve niet nodig heeft, maar iemand te willen noodzaken iets af te staan dat hem is toevertrouwd is een daad van geweld die wy nimmer wenschen te ontmoeten van een oude geallieerde van ons Vaderland, onze geringe begrippen leiden ons om vast te stellen dat wy de benaming van Eer en trouwlooze verdienen zouden wanneer wy van ons verkrygen konden de om de ons toevertrouwde Colonie af te staan of over te geeven aan een Souverain welke de onze niet is en daarop geenig recht of aanspraak heeft, welke recht hebben UE om ons te ontslaan van den Eed aan onze Hooge Superieur gedaan, en welke Recht heeft het ryk van Engeland of eenige van de andere geallieerden van onzen Staat op deeze Colonie, zoude iemand welke goederen in bewaaring heeft van zyn Souverain, van zyn meede Burger Ja zelfs van een vreemden, met eenigen Schyn van Recht kunnen gedwongen worden om die aan een derde die dezelve uit hoofde van convenientie goedvond te vraagen over tegeeven, wy begrypen dat denzulken zich aan mein Eed en trouwloosheid voor God en Menschen Schuldig maaken zoude’
‘En de Reedenen welke UWelEd, daarteegen gelieven aan te voeren zyn te zwak om den minsten indruk op ons of de Burgeren en Ingezeetenen te maaken want is de Constitutie niet meer, waar is de onmogelykheid dat die kan worden hersteld zouden wy onze gehoorzaamheid aan de Republicq verkragten om dat dezelve door eenen vyand gedeeltelyk overmeesterd is, en waarvan wy zelfs nog van den Heer Stadhouder nog zelfs van een enkeld Regent van ons Vaderland eenige informatie hebben, integendeel hebbn wy beslooten hetzelve voor haar te bewaaren volgens onzen pligt tot de Constitutie zal hersteld zyn, en wy zullen hetzelve in gelyken voegen met alles beschermen teegens eenige magt welke de Fransche conventie tegens ons mogte goed vinden te zenden, terwyl wy betuigen van alle Jacobynse gevoelens zoo afkeerig te zyn als iemand immers weezen kan’
‘Hierby zouden wy ons antwoord kunnen laaten berusten, zo wy net gedwongen waaren, ten einde aan de Waereld te toonen dat wy nimmer de geheiligde Rechten van hospitaliteit verbraaken, om een woord te repliceeren op ons gedrag omtrend den Capitein in dienst van de Engelsche Compagnie Cust, dat wy vermeend hebben hem niet langer te kunnen laaten Jouisseeren van die genoeglykheeden waar van zeedert maanden tot herstelling zyner gezondheid had gebruik gemaakt, zo ras hy met publicq zaaken waartoe nog gewettigd nog gequalificeerd was melleerde, ten zelver tyd dat de Lieutenant Owen zich in gelyker voegen alhier bevindende, door den eerstgeteekende is te kennen gegeeven, dat met dezelve gereedheid als in het midden van Groot Brittannien alhier verblijven konde, zo als zig ook onder diezelfde toezegging Engelsche onderdaanen alhier bevinden’
‘Wy hebben de Eere te zyn’
‘&:a &:a’
‘In t Casteel de Goede Hoop den 27 Juny 1795’
zo is na dat den Edelen Heer Commissaris voor desselvs betoonde zorge en moeite in deezen genoomen door alle de Heeren Leeden des Raads was bedankt geworden by den Raade beslooten hetzelve antwoord in zyn geheel over te neemen en te converteeren in eene Resolutie deezes Raads gelyk hetzelve over genoomen en geconverteerd word by deeze
Nog wierd door den Edelen Heer Commissaris kennisse gegeeven dat zyn Ed: uit overtuiging van den noodzakelykheid dat by het Campement aan Muizenburg wierd geplaatst een bekwaam geneesmeester om de impotenten zo van de infanterie en Arthillerie als Burgery behoorlyk gade te slaan en te verzorgen, goedgevonden hadt de Chirurgyn by de Arthillerie Dédier Pallas aan te stellen tot Chirurgyn Majoor by de Infanterie en Arthillerie met een maandelykse bezolding van ƒ50 p:r maand, en het genot van dezelve Emolumenten welke door den eerste opperchirurgyn van ‘t Hospitaal alhier getrokken word
de Capitein der Burgercavalerie van Stellenbosch verzoek gedaan hebbende dat by eenige hunner Compagnien de volgende verschikkingen en aanstellingen mogten worden gedaan, als
Onder de Compagnie van den Capitein Hendrik Oostwald Laubscher Hendriksz:
Tot Sous Lieutenant Supernumerair den oudste Cornet Wouter de Vos dirkz ende zulks ter plaatsvulling van den Sous Lieutenant Willem van As, welke door lammigheid en Lichaamsgebreeken verhinderd word zyn dienst waar te neemen, zo nogthans dat wanneer hy van As mogt worden hersteld en zynen dienst wederom kunnen presteeren hy als dan by ‘t Corps zal kunnen invallen met behoud van zyne tegenswoordige ancienniteit
Onder de Compagnie van den Capitein Hendrik Cloete Junior
tot Cornet Gerrit Myburgh Philipz ter plaatsvulling van evengenoemde de Vos.
tot Eerste Lieutenant, den by het geheele Corps den dienst van adjudant waargenoomen hebbende eerste Lieutenant Willem Wium, ende zulks ter plaatsvulling van den eerste Lieutenant Johan Gerhard Cloete, welke by het Corps Hottentotten is geplaatst
tot Eerste adjudant om deezen dienst by het geheele Corps waar te neemen, den tweede adjudant Jacobus Faure, met de qualiteit van Cornet, en behoudens zyn rang boven de voormelde Meyburg, in cas van vacature van een plaats van een tweede Lieutenant
tot Tweede adjudant de Wachtmeester Pieter Malan danielzoon - en
tot Cornet Supernumerair de by het Corps Hottentotten geplaatste wachtmeester Joel daniel Herhold, om by vacature als Cornet bij ‘t Corps in te vallen met zyn rang van heeden.
Over welke verzoeken gedelibereerd zynde, zo is verstaan alle dezelve te accordeeren, zo als dezelve geaccordeerd worden by deeze, en zal daarvan by Missive kennisse worden gegeeven aan Landdrost en krygsofficieren van Stellenbosch en Drakenstein , ten einde zich daarna te gedraagen
Aldus Geresolveerd en Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorschreven
[Signed:] A: J: Slüijsken
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] R: J: Gordon
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] W: F: V: Reede Van Oudtshoorn
[Signed:] W: S: V: Rijneveld
[Signed:] E: Bergh
[Signed:] My present G: f: Goetz Secret:s
C. 231, pp. 300-306.¶
Zaturdag den {17950627} 27 Juny 1795
‘S avonds present den Edelen Heer Commissaris den Heere Gezachhebber, de Heeren Leeden Gordon, Le Sueur, Van Rheede Van Oudshoorn, Van Ryneveld en Bergh
Den Edelen Heer Commissaris den Raade express geconvoceerd hebbende, om te resumeeren de Secreete Resolutien bevoorens genoomen, en te teeken de Missive volgens het geresolveerde van heeden morgen aan den Heere admiraal Elphinstone en de Generaal Craig gericht, zo wierd onder verrichting van dit een en ander van den Heere Resident der Baaifals Christoffel Brandt ontfangen eene Missive door zyn Ed aan den Edelen Heer Commissaris heden gericht, tot bygeleide van een brief welke den Heere Admiraal Elphinstone aan hem Heere Brandt hadt geschreeven, had luidende als volgd.
‘His Brittannick Majesty’s Ship Monarch Simons Bay the 26:th June 1795.’
‘Sir!’
‘I was this afternoon informed by M:r Farquhar that you had desired him to acquaint me that all Supplies were in future to be refused to the Squadron of His Brittannick Majestys Ships under my Command, which gave me Surprise & Concern’
‘I have Since received an other message by an Officier of the Stately , from you, Saying that the Squadron will be Supplied with fresh Meat for to morrow’
‘This Sir is a Situation in which I can not remain, I must therefore beg te know upon what authority you have Sent me this two verbal messages, and decidedly te know what I am to depend upon there after that I may regulate my conduct accordingly’
‘I have the Honor to be.’
‘Sir!’
‘Your most ob:t humb:l Servant’
’/:signed / G K Elphinstone’
‘en volgens dies Translaat’
‘Aan boord van zyne Brittannische Majesteits Schip Monarch in de Simonsbaay den 26 Juny 1795’
‘Myn Heer!’
‘Ik ben deezen namiddag geinformeerd geworden door den Heer Farquhar, dat UE hem verzogt had my kennis te geeven dat alle provicien voor zijne Brittannische Majesteits Esquader, onder myn bevel, voorthaan geweigerd zouden worden, het welk my verbaasde en verleegen maakte’
‘Ik heb zeedert een ander boodschap ontfangen van UE, door een officier van ‘t Stately , zeggende dat het Esquader zal worden voorzien van versch vleesch voor morgen’
‘Deeze, is myn Heer! eene Situatie waarin ik niet kan blyven ik moet derhalven verzoeken te mogen weeten, op welke authoriteit UE my deeze beide mondelinge boodschappen gezonden heeft, en beslissend te mogen weeten, waarop ik my voor het vervolg verlaaten kan, op dat ik myn gedrag daarna kan reguleeren’
‘Ik heb de Eer te zyn’
‘Myn Heer’
‘UWelEd geh en ootm: dienaar’
’/ get / G K Elphinstone’
‘Accordeert met het origineel uit het Engelsh getranslateerd door my /: get / C G Hohne gezw Translateur’
Over welke Missive met allen aandacht gedelibereerd zynde, zo wierd door den Ed Heer Commissaris gedeclareerd, dat, daar de proclamatie en het address van den Engelschen Admiraal en Generaal, en byzonder haare Missive by de Resolutien deezer Tafel van heeden morgen ingeschreeven, genoegzaam Ja klaarblykelyk aan den dag leggen dat haare Instructien en voorneemens verre van te zyn om dit Etablissement teegens eenigen vyand te adsisteeren, alleenlyk zyn ingericht en tot oogmerk hebben om deeze Colonie in possesie te neemen, en van het moeder Land af te scheuren, - zyn Ed ook zo om deeze Reedenen als om de besluiten deezer tafel op den 22, 25 deezer maand, mitsg:s heeden morgen genoomen, waarvan met alle behoorlyken nadruk de Vlootvoogden kennisse is gegeeven, en ‘t laatste bevattende ‘S Raads onverzettelijk voorneemen om deeze Colonie niet aan den Engelschen over te geeven, zo even unanime is geteekend, in haar volle kragt en werking en dus buiten eenige de allerminste alteratie te laaten, waaruit eenige afwyking zou kunnen worden afgeleid van die grondbeginzelen welke eer, eed en pligt in deeze zo noodlottige omstandigheeden moeten inboezemen, als nog vermeende dat aan de Engelschen geene gerieflykheeden moeten worden beweezen, dan de zodanige welke de menschlievendheid onder de beschaafde volkeren van Europa , omtrend zieken gelukkiglijk heeft ingevoerd; dat dienvolgens den Heere Resident Brandt behoorde te worden aangeschreeven omme zodanige Zieken welke niet Transportabel zyn te doen Soigneeren en van het nodige voorzien; teffens om den Admiraal aan te zeggen dat men voor zodanige zieken als door hem mogten moeten worden achtergelaaten, alle nodige zorge zal laaten dragen - en dat hy overigens den admiraal zal moeten verzoeken de zieken welke daartoe maar eenigzints in Staat zyn, naar boord te doen voeren; met verzoek van hem Edele Heer Commissaris aan alle de Heeren Leeden des Raads, om hierover hoofd voor hoofd derzelver advysen te willen uitbrengen
Waarop den Heere Gezachhebber adviseerende, betuigde by zyn Ed: eerste Sentiment ter vergadering van den 24:ste deezer uitgebracht te blyven persisteeren om namentlyk wel alle communicatie met de Engelschen af te snyden, doch hen niettemin te laaten genieten de eens beloofde gerieflykheeden, waaronder zyn Ed de verzorging die zieken als een der eerste reekend
de Heer Gordon adviseerende, betuigde meede zich te houden aan zyn Ed eerste Sentiment, zo als hetzelve ter vergadering van den 24:ste deezer heeft uitgebracht, en zich dus ook met het gevoelen van den Heere Gezachhebber te confomeeren
den Heere Le Sueur betuigde zich volkoomen te conformeeren met het gevoelen van den Edelen Heer Commissaris
de Heer van Reede van Oudshoorn was van advijs dat men aan den Heere Elpinstone de vrye dispositie behoorde te laaten over ‘S Comp:s Hospitaal in Baaifals , tot herberging van zyn Zieken; dat voorts Zieken welke by het vertrek van de Vloot mogten achterblyven, naar de regulen van menschlykheid door ons zullen worden gesoigneerd, en overigens dat den Heere Resident Brandt zou dienen te worden gelast, zich zelfs met alle de geene die zich nog by hen bevinden, en alle de Ingezeetenen die nog in Baaifals zyn van daar te begeeven, na dat het geschut alvoorens behoorlyk vernageld zal zyn
de Heeren van Ryneveld en Bergh zich met het advys van den Ed: Heer Commissaris almeede volkoomen geconfomeerd hebbende zo is by de meerderheid verstaan het aanschryven aan den Heere Resident der Baaifals Christoffel Brandt dienvolgens te doen afgaan
Aldus Geresolveerd & Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorschreven
[Signed:] A: J: Sluijsken
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] R: J: Gordon
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] W: F: V: Reede van Oudtshoorn
[Signed:] W: S: V: Rijneveld
[Signed:] E: Bergh
[Signed:] My present G: f: Goetz Secret:s
C. 231, pp. 307-316.¶
Zondag den {17950628} 28 Juny 1795
‘S avonds, present de edele Heer Commissaris, de Heer Gezachhebber en de Heeren Leden Gordon, le Sueur, van Reede van Oudtshoorn, van Ryneveld en Bergh
De Resolutiën op gisteren genoomen geresumeerd en geapprobeerd geworden zynde, wierd door den edelen Heer Commissaris ter tafel geproduceerd eene Nota door den Heere Rezident der baaifals Christoffel Brand aan zyn Ed: heden namiddag gezonden, en volgens welk alle de drie in baaifals aanweezende hollandsche Scheepen door den Heere engelsche Admiraal zouden zyn gestopt om tot nadere ordres van zyn Ed: te blyven leggen; dat hy edele Heere Commissaris directe na den ontfangst van die Nota hadde ontworpen, om ter deliberatie van den Raade te brengen het volgend antwoord.
‘Baaifals’
‘Aan den Heere Christoffel Brand Rezident aldaar.’
‘Goede Vriend!’
‘Met de aller uiterste verwondering heb ik uit UE Missive van heeden zo even ontfangen vernoomen, dat de drie à Costy leggende hollandsche Scheepen, door de Engelschen zyn gestopt, om tot nadere ordre van hen te blyven leggen.’
‘Volkomen overtuigd en verzeekerd dat geene natie wie hy zyn mogt eenige ordres op eene hollandse Rhede kan geeven dan de geene, welke van wegens den Staat der verEenigde Nederlanden aldaar het gebied voeren, zo had ik ook van UE mooge verwagten, dat UE aan de Schipper der hollandsch Scheepen zou hebben gelast, omme zo lange de hollandsche Vlag in Baayfals waayd, geene andere ordres te ontfangen, noch te respecteeren dan de geene welke hen door UE als repræsentant van de wettige Regeering deezer Colonie, als vertegenswoordigers van dies wettige Souverain zouden worden gegeeven.’
‘Dan daar zulks tot myn innig leedweezen niet is geschied, en de noodzaakelykheid nochtans vorderd, dat wy zo voor ons eige Eer als voor de Eer van onze Natie zorgen, ons niet te onderwerpen aan beveelen, uitgevaardigd door Menschen, welken daartoe in geenen deele gerechtigd zyn, en die zonder geweldenaryen te willen pleegen, Zich zulks nimmer zouden durven aanmatigen - zo diend deeze om UE: te gelasten, de Schippers van de drie à Costy leggende particuliere Scheepen mynentweegen te beveelen Baaifals te verlaaten, en met hunnen onderhebbende Bodems herwaards te komen, ten minsten om daartoe alle pogingen aan te wenden, tot dat zy door openbaar onregvaardig geweld daarin wierden verhinderd. - als het eenigste middel om altoos te kunnen betoogen, dat wy zo wel als zy alles hebben gedaan, wat Eed en Eer, pligt en trouw van ons vorderd.’
‘Waarmeede na genegene groete blyve’
‘UE: Goede vriend!’
‘In t Casteel de goede hoop den 28 Juny 1795.’
‘P: S: Zullende UE: na deeze ordre te hebben gegeeven aan de Engelsche Admiraal doen bekend maaken, dat zodanige ordres van onzentweegen gegeeven is, en dat zo zyn Ed: goedvinden mogt de gezeide drie Scheepen ofte eenige van eenige van dezelve te Stoppen, wy zulx zullen Considereeren als openbaar geweld, dat wy met geweld Zullen afkeeren, en het geen UE gelast word, Zo dra de Scheepen verder gestopt zullen worden, dadelyk te bewerkstelligen’
Doch dat zyn Ed onder het Schryven van dat antwoord, door den Majoor Buissinne geinformeerd geworden Zynde, dat twee engelsche Scheepen van de Vloot uit Baaifals Zeilden het zyn Ed: in gedachten gevallen was, dat wel mogelyk deeze twee engelsche Scheepen naar buiten waaren gezonden, om de drie hollandsche bodems, wanneer buiten het gezicht van Baaifals zouden zyn te neemen en te vervoeren, waaruit dan zoude volgen.
Eerstelyk, dat wanneer men de Scheepen op morgen liet onderzeil gaan, de Admiraal dezelve haar reize zou laaten vervolgen, en ontkennen kunnen dat hy immer ordres heeft gegeeven om dezelve te Stoppen - en
ten Tweede dat zy in Zee genoomen wordende verlooren zullen zyn, en het Volk ‘t welk zy daarvan mogten overneemen, zou kunnen Strekken, tot versterking van de macht der Engelschen, zonder dat wy in Staat zullen zyn, om uit dit een of andere eene acte van hostiliteit te bewyzen, - Weshalven hy edele Heer Commissaris den Raade in Consideratie gaf, of het nu niet beter zoude zyn, den Heere Rezident Brandt te gelasten, om van den Heer Admiraal Elphinstone Catagorisch af te vraagen of hy ordres hadt gegeeven, om de drie in Baaifals leggende hollandsche Scheepen, te Stoppen en hen te verhinderen, na te komen de ordres deezer Regeering om herwaards te koomen, - met verzoeken aan de Heeren Leden des Raads hierover hoofd voor hoofd derzelver advyzen te willen uitbrengen.
De Heere Gezachhebber zich met deeze voorstelling van den edelen Heer Commissaris geconformeerd hebbende, Zo betuigde den Heere Gordon dat vermits zyn Ed: door de inrichting van de Hoog edele Heeren Commissarissen Generaal uitgeslooten is omtrend alle merkentele zaaken en dus ook niet hadde geconcurreerd, tot het geeven der ordres om de hollandsche Scheepen herwaards te doen koomen, Zyn Ed: zich ook van het adviseeren in deeze moest excuseeren.
De Heeren Le Sueur, van Reede van Oudtshoorn, van Ryneveld en Bergh, Zich allen meede, met de propositie van den edelen Heer Commissaris geconformeerd hebbende, Zo is beslooten, dienvolgens het aanschrijven aan den Heere Resident in Baaifals te laaten afgaan.
Staande de Vergadering ontfangen zynde eene Missive van volgende inhoud, door den Heere Resident der Baaifals Christoffel Brandt aan den edelen Heer Commissaris geaddresseerd.
‘Wel Edele Groot Achtb: Heer!’
‘Na dat ik heeden morgen de brief geaddresseert aan de Heer Admiraal en Generaal Majoor na boord heb gezonden, en de Heer Admiraal heb gecommuniceerd, dat Zyne Zieken, in zo verre die niet kan worden getransporteerd, op aanschryvinge van UW WelEdele Groot Achtb: alhier kunnen verblyven, is den oppermeester van voorschr: Admiraal aan de wal gekomen, en my bericht, dat de Zieken die anders na Boord zoude weezen gebracht, aan de Wal zullen vertoeven, dan daar alhier geen eene lb versch Vleesch ofte eenige groentens in de baay komt te weezen, neem ik de vryheid UW Wel Edele Groot Achtb te Solliciteere dat eene der Wagens, welke aan Muyzenburg met groentens belaaden Staan, na deeze Baay mog worden gebracht, als meede dat het van UW WelEdele Groot Achtb: welbehagen mag zyn, dat Zes Schaapen voor de Engelsche Zieken om een dag in voorraad te zyn, Een Schaap voor myn eigen huysgebruyk en Een voor ‘t Hospitaal en Postvolk ‘s daags na herwaards zal mogen worden gezonden.’
‘Waarmeed de Eer heb met alle hoogagting te teekenen.’
‘Wel Edele Groot Achtb: Heer!’
‘UWer Edele Groot Achtb: zeer gehoorzaame Dienaar’
’/:get:/ C: Brand’
’ Simonsbaay den 28 Juny 1795.’
Zo is na lecture van dezelve Missive door den edelen Heer Commissaris te kennen gegeeven, te vermeenen, dat na het aanschryven op gisteren aan den Heere Rezident Brand gedaan, om de zodanige Zieken, als niet getransporteerd kunnen worden, naar boord van de engelsche Vloot, te doen Soigneeren, en waaruit niets anders kan worden afgeleid, dan niet te verhinderen dat dezelve aan Wal verblyven, en aldaar gadeslaagen en verzorgd worden, door de geene die het aangaat, zyn Ed: gedaan verzoek om voor de engelsche Zieken, Schaapen en Groentens te erlangen, zeer te onpasse komt, en derhalven behoorden te worden te worden afgeweezen, zo nochtans dat hy voor zyn eige Consumptie, en en die voor het Postvolk dagelyks twee Schaapen van Muyzenburg kan laaten koomen.
Waarover gedelibereerd zynde, zo verklaarden de Heeren Rhenius en Gordon Zich te refereeren aan hun Ed: Sentiment by de Resolutiën ter Vergadering van gisteren genoomen aangeteekend. - waaren teegen de Heere le Sueur, van Reede van Oudtshoorn, van Ryneveld en Bergh Zich met de propositie van den edelen Heer Commissaris geconformeerd hebbende, zo is by de meerderheid des Raads beslooten, het aanschryven aan den Heere Resident Brandt Conform de gemelde propositie te doen afgaan, met ernstige recommandatie met alle Zorgvuldigheid te waaken dat aan deeze zo noodzaaklyke als belangryke beveelen in Zyn geheel worde voldaan.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorschreeve
[Signed:] A: J: Sluijsken
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] R: J: Gordon
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] W: F: V: Reede van Oudtshoorn.
[Signed:] W: S: V: Rijneveld
[Signed:] E: Bergh
[Signed:] My present G: f: Goetz Secret:s
C. 231, pp. 317-332.¶
Maandag den {17950629} 29; Juny 1795.
‘S voormiddags present den Edelen Heer Commissaris den Heere Gezachhebber en de Heeren Leeden Gordon Le Sueur, van Reede van oudshoorn van Ryneveld en Bergh
Na resumptie der Resolutien op gisteren genoomen geliefde den Edelen Heer Commissaris ter tafel te produceeren het volgend door den Heere Resident der Baaifals Christoffel Brandt aan zyn Ed toegezonden geschrift, door den Heere Admiraal Elphinstone uitgevaardigd aan den Schippers der drie in Baaifals leggende Hollandsche Scheepen luidende als volgd
‘By the Honb:le Sir George Keith Elphinstone, R B: Rear admiral of the White, & Commander in Chief of His Brittannick Majestys Ships & Vessels employed & to be employed on a particular Service including all the Indian Seas’
‘Whereas from the present unfriendly appearences on the part of the Governor & Concil of the Cape towards the ancient Friends & Allies of Holland, it is doubtful wether theij maij t not be an intention of delivering the Colony to the French Faction which has overun the Mother Country, and being directed by the King, my Souvereign in conjunction with His Serene Highness the Prince Stadholder to Resist the Same, and also to Secure all Ships & Publick Property belonging to the dutch East india Company and to keep & protect the Same from Embezzlement and to prevent its falling into the hands of the Enemy and also te prevent all Ships of the Said Companij from failing unless under the protection of a States, or British Ship of war, I do therefore in concequence of their directions Command You not to move from this place, but to remain here, & Keep a Strict and carefull watch over the Ship & Cargoe entrusted to you Charge, untill the Same can be restored to the Lawful owners; but Should you refuse te obey the Stadholders orders signified through me You are at Liberty to depart with all your private effects and property, and all Such who Choose te remain & abide at their duty, Shall be protected in the due exercise of the Same’
‘Given under my hand on board His Majesty’s Ship Monarch in Simonsbaij 28 June 1795’
’/:signed:/ G: K: Elphinstone’
‘To The respective Captains & Commanders of the Dutch Ships in Simons bay By Command of the rear admiral’
‘/signed:/ Joh Jackson Sec:y’
‘En in het Hollands.’
‘Van wegens den Hoog Edele Gestrenge Heer Ridder Baronet, George Keith Elphinstone, schout by nacht en Commandant en Chef van Zijne Brittannische Majesteits Scheepen en Vaartuigen geemploieerd en te worden geemploeiëerd in eenen byzonderen dienst in alle de Indische Zeëen’
‘Nademaal, uit de onvriendelyke vertooningen aan de zyde van den Gouverneur en den Raad van de Kaap teegens de oude vrienden en Bondgenooten van Holland, het twyffelachtig is of zy niet van voornemens zyn mogten de Colonie af te geeven aan de Fransche factie, die het moederland overstroomd heeft, en door den Koning mynen Souverain, beneevens zyne Doorluchtige Hoogdheid, den Heere Prince van Orange geinstructeerd zijnde, om zulks te weederstaan, en teffens in verzeekering te neemen alle Scheepen en publicque eigendommen, aan de Hollandse oost ind Company toebehoorende, en dezelve te houden en te beschermen teegens ontvreemdinge, en voortekoomen dat dezelve niet in handen des vyands vallen, en insgelyks aan alle Scheepen van gemelde Compagnie te beletten te zeylen, ten waare onder de bescherming van een Staten of English Oorlog Schip. - Weshalven, en ingevolge van deeze Instructie, ik U gelaste, om niet van deeze plaats te gaan, maar hier te blyven en eene Stricte en Zorgvuldige wacht te houden over het Schip en Lading aan Uwe opzicht toevertrouwd, tot dat dezelve wederom kunnen worden gegeeven aan haare wettige eigenaars’
‘Dog zo UE weigeren mogt aan de ordres van den Stadhouder, door my bekend gemaakt, te gehoorzaamen, Staat het aan UE vry om te vertrekken met U eigene effecten en eigendommen, en alle de geene die verkiezen te blyven en zich aan hünne pligt te houden, zullen in de behoorlyke uitoeffening derzelve beschermd worden’
‘Gegeeven onder myne handteekening aan boord van zyne Majesteits Schip Monarch in de Simons baai den 28 Juny 1795.’
’/:getekend / G: K Elphinstone’
‘Aan de respective Capiteins en Schippers van de hollandse Scheepen in Simons bay op ordre van den Schoutbynacht’
‘/get / John Jackson Secretaris’
Na Lecture van welk geschrift door den Edelen Heer Commissaris is gecommuniceerd dat zyn Ed na dies ontfangst in den gepasseerden nacht, onnodig hadde geoordeelt, aan den Heere Brandt te laaten afgaan het Schryven ter vergadering van gisteren avond gearresteerd, voor zo verre daarby aan hem Heere Brandt was gelast om van den Heere admiraal Elphinstone catagorisch af te vraagen, of hy ordres hadt gegeeven om de drie in Baaifals leggende Hollandsche Scheepen te Stoppen, en hen te verhinderen na te koomen de ordres deezer Regeering om herwaards te koomen, terwyl het door den admiraal onderteekend geschrift, het volkoomendst bewys deezen daad opleeverd - en vervolgens eerst aan den Raade in overweeging gegeeven, of daar het Stoppen van de Hollandsche Scheepen, niet anders kan worden aangemerkt dan een daad van openbaare vyandelykheid, welke kleur de Engelschen daaraan ook mogten geeven, men de Baaifals die als buiten defensie aan hetzelve Lot blootgesteld zal weezen, behoorden te evacueeren, na het geschut vernageld te hebben, dan niet, waaromtrend in aanmerking behoorde te koomen dat met het blyven bezet houden van de Baai, de Engelschen niet genoodzaakt kunnen worden van daar te vertrekken, als zynde de Battery Boetzelaar in het geheel niet te houden tegens Scheepen welke op de Rheede geankerd en van zulke zwaar geschut als Scheepen van 74 Stukken gewoonlyk vooren voorzien zyn den Battery Zoutman op haar best niet in Staat iets meerder te doen, wanneer de Scheepen Slechts een quartier uuren verder naar het midden van de Baai gaan leggen, - dat ook door de Baaifals ten eenenmaale te evacueeren en dus het domunie of Grondgebied vrywettig te verlaaten, men de Engelschen geleegendheid zoude geeven om zich daarvan zonder zelfs eenige verdere vyandelykheid te pleegen in het bezit te Stellen, zo als men Zekerlyk verwachten mag, en het welke niets anders ten gevolge zoude hebben, dan dat de Engelschen haare Troupes dadelyk ontscheepten en aan Land lieten verblyven, en daar door gelegendheid verkreegen om ons met meerder Faciliteit te attacqueeren, - ‘t welk Schoon zy ook het vermogen aldaar daartoe hebben, altoos beter hen door vyandelykheeden daartoe te laaten koomen en dat zyn Ed dus van gedachten was, dat de Baaifals niet behoorde te worden geëvacueerd, met verzoek aan de Heeren Leeden des Raads daarover derzelver advyzen hoofd voor hoofd te willen uitbrengen
de Heere Rhenius, en Gordon zich met het gevoelen van de Edele Heere Commissaris volkomen geconformeerd hebbende, zo verklaarde de Heere van Rheede Van Oudshoorn van gevoelen te zyn, dat als nu den Heere Brandt moest worden aangeschreeven omme alle provicien en dranken zich nog in Baaifals bevindende te bederven, te vernietigen of weg te doen werpen, en zo meede om het geschut te vernagelen - dat voorts aan de Schippers der Hollandse Scheepen moest worden gelast niet de ordres van den Admiraal der Engelschen te volgen, maar die welke hen zyn gegeeven door deeze Regeering en om dus onderzeil te gaan, - tot dat de Engelschen hen door Schieten zullen noodzaaken te blyven leggen, omme in dit geval met een of twee Stukken, die ten dien einde onvernageld zouden moeten blyven leggen, op de Engelschen te Schieten, omme als dan die Stukken meede te vernagulen en daarna de Baaifals te verlaaten
de Heer Van Ryneveld zich meede met het advijs van den Edelen Heer Commissaris geconformeerd hebbende, betuigden den Heere Bergh te vermeenen dat men Baaifals behoorden te evacueeren, in zo verre dat alle de Manschappen welke zich aldaar bevinden, en door eene Landing van ons zouden kunnen worden afgesneeden van daar te doen vertrekken, en zo meede om het geschut dat men niet kan meede voeren te vernagulen, terwyl zyn Ed echter vermeende dat den Heere Resident Brandt met zyn adjunct en nog een paar man in Baaifals moeten verblyven, om het Recht van possessie aldaar op te houden
Weshalven dan by de meerderheid des Raads beslooten zynde om Baaifals niet te evacueeren, zo wierd door den edelen Heer Commissaris vervolgens in overweeging gegeeven op welke wyze de possessie van Baaifals best zou kunnen en behooren te worden geconserveerd tot zo lange als de Engelschen zich met geweld daarvan mogten trachten meester te maaken, met propositie omme als nu den Heere Resident der Baaifals Christoffel Brandt by Missive aan te schryven en te gelasten, dat zyn Ed op den ontfangst dier ordres directe en zonder eenige vertraging alle de in Baaifals zynde voorraad van provisien en dranken, ‘t zy Meel, Ryst, Vleesch, Spek, wyn, Brandewyn en Azyn, en in een woord alles wat tot eenige verversing voorraad of voedsel door de Engelschen zou kunnen worden gebruikt, te destrueeren, vernietigen, bederven of op wat wyze maar mogelyk is onbruikbaar te maaken, zo wel het geene daarvan onder zijn Ed berusting bevind, als het geene de Ingezeetenen daarvan in hunne Huizen en Pakhuisen in Baaifals ter verkoop aan handen mogten hebben, dat hy dus ook geen meerder, eet -of -drinkbaare dingen zal moeten conserveeren, als het geene die by hem zullen blyven te voeden; – dat dit alles verricht hebbende hy het Canon op de Battery Boetzelaar directe zal moeten doen vernagelen, doch de Battery Zoutman doen bewaren daarop laatende verblyven zo weinige Manschappen als ten hoogsten nodig zullen weezen om zich van gemelde Battery by vyandelyke attacque zo veel mogelyk te defendeeren, omme wanneer genoodzaakt mogten worden die Battery te verlaaten als dan het Geschut te vernagelen en over het gebergte te zien herwaards te komen; dat hy en zyn adjunct in Baaifals zullen moeten verblyven om onze wettige possessie aldaar te representeeren, met de weinige Manschappen welke ten voorzeide einde op de Battery Zoutman worden vereischt, en al het volk wat zich verder nog in zyne Residentie mogt bevinden, directe herwaards te zenden
de Heer Gezachhebber adviseerde hierop om het Geschut niet te vernagelen als na dat de Engelschen een vyandelyken aanval mogten doen en om dus beneevens den Heere Resident Brandt en zyn Adjunct te laaten zo veel Volk als nodig weezen zal om het geschut te kunnen vernagelen, als zynde zyn Ed van oordeel dat wanneer de Engelschen Baaifals mogten verlaaten, als niet waarschynlyk zynde dat zy van die kant een aanval zullen waagen, men door het vernagelen van het Geschut de geheele Baai zoude openstellen, zonder daar vervolgens eenige defensie teegens een vyand te hebben; dat men zich voorts in Baaifals moet houden, om by eene vyandelijken aanval alle de provisien in Baaifals te kunnen vernietigen
de Heere Gordon zich geconformeerd hebbende met het advys van den Heere Gezachhebber, heeft den Heere Le Sueür zich gevoegd by dat van den edelen Heer Commissaris
de Heer van Oudshoorn zich gedraagende hebbende aan zyn Ed voorwaards gemeld advys, en den Heeren van Ryneveld en Bergh zich geconformeerd hebbende met de propositie van den Edelen Heer Commissaris, zo is by de meerderheid des Raads beslooten het aanschrijven aan den Heere Brandt ingevolge de propositie van den Edelen Heer Commissaris te laaten afgaan
Vervolgens wierd door den Edelen Heer Commissaris geproponeerd, om den Heere Resident der Baaifals Christoffel Brandt aan te schryven, om aan de Schippers die in Baaifals leggende partikuliere Scheepen te betuigen ‘S Raads groote verwondering over hun gehouden gedrag, door te gehoorzaamen en zig te onderwerpen aan de beveelen van de Engelsche admiraal, op een Rheede alwaar zy zich bevinden onder de bescherming van de Hollandsche Vlagge en alwaar zo min den gezegde Admiraal als wie het ook zyn moge bevoegd is eenige ordres aan de onzen uttevaardigen - dat men ook billyk van hen hadt verwacht, dat zy ingevolge hun voordracht en gedaan verzoek, om Baaifals te verlaaten en naar de Tafelbaai te koomen, daartoe alle pogingen zoouden hebben aangewend, tot dat zy daarinne door dadelykheeden zouden zyn verhinderd, daar tot nu toe niet is gebleeken wat door hen is verzicht, om hun eige oogmerk en de ordres deezer Regeering te bereiken en dat zy dus ook wanneer daartoe mogelykheid en gelegendheid zal zyn, alles zullen moeten aanwenden om Baaifals te verlaaten en dit heen te koomen
Over welk een en ander met allen aandacht gedelibereerd zynde, zo is by de meerderheid des Raads beslooten het geproponeerd aanschryvens aan den Heere Resident der Baaifals Christoffel Brandt te laaten afgaan - in welk besluit de Heeren Gordon en Van Rheede van Oudshoorn niet hebben geconcurreerd, eerstgemelde om dat dit een mercantile Zaak kwam te zyn, en zyn Ed tot het bevel aan de Schippers gegeeven om herwaards te koomen niet hadt gestemd, en laatstgemelde uit hoofde van zyn Ed hiervooren vermeld advys
Nog door den edelen Heer Commiisaris de Vergadering in consideratie gegeeven zynde, of het niet nodig zoude zyn, om aan den Heere admiraal der Engelschen Vloot Elphinstone te Schryven - dat daar de Stremming door hem toegebracht aan de Schippers van de Nederlandsche Compagnie op haare eigene Rheede, is van dien aart dat niet wel anders kan worden beschouwd als een daad van verkragting der tractaten, tusschen onze wederzydsche Souverainen Subsisteerende, en eene violentie gepleegd op de Rheede van de Republicq aan onderdaanen van den Staat der Vereenigde Nederlanden, deeze Regeering zich dies inde onaangenaame noodzakelykheid vond om daar van hersteling te vraagen, niet twyffelende of hy Heere Admiraal zal dezelve Scheepen niet langer in haare Reize vertraagen, veel minder door openbaar geweld daarinne verhinderen maar haar vredig en vrij naar herwaards laaten vertrekken, volgens de aan haar gegeeven ordres, en dat by ontstentenisse van dien deeze Regeeringe protesteerd teegens alle consequentien en ongelukkige gevolgen welke daaruit nu en in der tyd zouden moogen voortspruiten - over welke propositie met allen aandacht gedelibereerd zynde, zo is, /: met uitzondering van den Heere Van Oudshoorn die uit aanmerking van zyn hiervoren vermeld advys, hierinne niet heeft geconcurreerd, ofschoon zyn Ed de brief heeft geteekend by den Raade beslooten dezelve propositie over te neemen en te converteeren in een Resolutie deezes Raads, zo als dezelve overgenoomen en geconverteerd word by deeze
Laatstelyk in overweeging genoomen zynde dat de Reedenen waaromme by besluit van den 16 deezer het ter deezer Rheede leggend deensch Schip de Emelia onder embargo is gelegd, doort het allezints vyandelyk gedrag het welk de Engelschen teegens deeze Colonie houden, ten grootsten deel cesseeren, te meer daar zy zelfs aan een in Baaifals geleegen hebbend, en naar Mauritius gedestineerd Schip, hebben gepermitteerd derwaards te vertrekken, en het dus eene hardigheid voor den Capitein van gedacht Schip zoude zyn langer in zyne voorgenoomen Reize te worden vertraagd - zo is by den Raade beslooten het gemeld embargo op het deensch partikulier Schip de Emelia gelegd, te ontheffen zo als hetzelve onthefd word by deeze zullende dienvolgens den Equipagiemeester deezes Gouvernements Jan Arnoud Voltelen by Extract deezer worden gelast, het Roer van gedacht Schip wederom naar boord te laaten vervoeren, en voorts alles te doen wat nodig is om den Capitein Johan Adam Stahlman wederom de volkoomen dispositie over zyn Schip te laaten - zo nochthans, dat het hun niet gepermitteerd zal zyn eenige provisien hoegenaamd van hier te mogen vervoeren - dan de geene welke hem reeds zyn gepermitteerd tot alimentatie van zyne Equipagie voor de Reize welke hy van hier zal doen, zullende om zeeker te zyn dat deeze voorwaarden worden nagekomen, ‘t zelve Schip, alvoorens dies Roer wederom te mogen aanhangen, door Gecommitteerde Leeden uit den Raade van Justitie ten overstaan van het Officie Fiskaal met alle nauwkeurigheid worden gevisiteerd
Aldus Geresolveerd & Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorschreeve
[Signed:] A: J: Sluijsken
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] R: J: Gordon
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] W: F: V: Reede van Oudtshoorn.
[Signed:] W: S: V: Rijneveld
[Signed:] E: Bergh
[Signed:] My present G: f: Goetz Secret:s
C. 231, pp. 333-338.¶
Dingsdag den {17950630} 30 Juny 1795
‘S avonds present den Edelen Heer Commissaris, den Heere Gezachhebber en de Heeren Leeden Gordon Le Sueur, Van Reede van Oudshoorn, Van Ryneveld, en Bergh.
Na Resumptie der Resolutien op gisteren genoomen, wierd door den Edelen Heer Commissaris ter Tafel geproduceerd eene Missive door zeekeren M:r John Pringle, welke alhier eenige tyd heeft geremoreerd, doch in de maand Maart Jongstleeden met het deensch Schip de Bellona van hier naar S:t Helena vertokken, en thans wederom met het Jongst van dat Eiland in Baaifals gearriveerd Engelsch Schip aan deezen Uithoek is gereverteerd, luidende dezelve Missive als volgd
‘False Bay 30:th June 1795’
‘Hon:ble Sir!’
‘I understand from your Resident at this place, that he has orders te give no one a Pass without your express orders but the importance of the present occasion is Such, that I flatter myself you will Return one immediately for M:r Owen, who will have the Honor to convey to you very important Communication /: the original dispatches from the directors of the Duch E:t India Company intercepted in the American Ship together with the ultimates of the Honob:le Sir G K Elphinstone & of Major General Craig which certainly must enable you to come to a Speedy determination, on a Question of Such magnitude as that now Left to your decisions, and which the present and future Prosperity of the Colony So matirially depends’
‘I have the Honor to be with the highest respect’
‘Honb:le Sir.’
‘Your most ob:t humb:le Servant By Command of the H:bl Sir G K Elphinstone’
’/ signed / John Pringle’
‘en volgens dies Translaat in het Hollands’
‘In de Baaifals den 30 Juny 1795’
‘WelEdele Groot Achtb Heer!’
‘Ik verneem door Uwer Resident alhier, dat hy bevel heeft aan niemand eenen pas, zonder UWel Edele Groot Achtb expresse ordre, te verleenen; dog het belang van de tegenswoordige geleegendheid is zodanig dat ik my vlye dat UWel Edele Groot achtb er onmiddelyk een aan den Heere Owen zal willen doen geworden, die de eer zal hebben aan UWel Edele Groot achtb: over te brengen zeer gewigte berichten /: de origineele depêches :/ van de Bewindhebberen van de Hollandse oost indische Compagnie, onderschept aan Boord van het Amerikaansch Schip, beneevens het ultimatum van den Hoog Edele Gestr: Heere G K Elphinstone en van den Generaal Majoor Craig, die UWelEd Groot Achtb zekerlyk in Staat moeten Stellen, om tot een Spoedig besluit te koomen omtrend, eene questie van zulk een grootheid als de geene die thans aan Uwe decisie gelaaten word, en van welke de teegenswoordige en toekoomende welvaart van de Colonie zo weezentlyk afhangd’
‘Ik heb de Eer met de hoogste achting te zyn.’
‘Wel Edele Groot Achtb Heer!’
‘UWel Ed Groot achtb gehoorzaamste en ootmoedigen dienaar’
‘Ten ordonnantie van den Hoog Ed Gestrenge Heer G K Elphinstone’
’/:geteekend / John Pringle’
‘Accordeert met het origineel uit het Engelsh getranslateerd door my / geteekend:/ C: G Hohne gezw Translateur’
over welke Missive met allen aandacht gedelibereerd en daar by in overweeging genoomen zynde, dat hoe zeer de demarche welke den Engelschen Admiraal Elphinstone heeft gedaan om depêches van de Nederlandsche Oost indische Compagnie, op haare eige Rheede te onderscheppen aan boord van een Schip onder Neutrale vlagge, zo wederrechtelyk als vyandelijk komt te zyn, het echter van het uiterste aanbelang komt te weezen, dat deeze Regeeringe geinformeerd worde van den inhoud van dezelve dépêches, als zeer waarschynlyk, zeer gewichtige berichten en beveelen zullende behelzen, en dat ter verkryging daarvan nadien zich reeds in handen van de Engelschen bevinden, met geene mogelykheid andere middelen kunnen worden uitgevonden, dan aan den by voorsch Missive vermelde Lieutenant Militair Owen tot de overbrenging dier depêches en het ultimatum van de Engelsche vlootvoogden te verleenen een zodanig vrygeleide als vereischt word om hem de Reize uit Baaifals herwaards en weeder te rug in veiligheid te doen onderneemen en volbrengen - zo is dan ook by den Raade beslooten een zodanig vry geleide voor den gezegde Lieutenant Owen te doen afgaan, geaddresseerd aan den gemelde John Pringle
Aldus Geresolveerd & Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorschreve
[Signed:] A: J: Sluijsken
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] R: J: Gordon
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] W: F: V: Reede van Oudtshoorn.
[Signed:] W: S: V: Rijneveld
[Signed:] E: Bergh
[Signed:] My present G: f: Goetz Secret:s
C. 231, pp. 339-349.¶
Woensdag {17950701} primo July 1795
‘S avonds present den Ed Heer Commissaris, den Heere Gezachhebber en de Heeren Leeden Gordon, Le Sueur van Reede van Oudshoorn, van Ryneveld en Bergh
Wierd door den Edelen Heer Commissaris den Raade te kennen gegeeven, dat zyn Ed deeze vergadering expres hadt laaten convoceeren om aan de Leeden van dezelve kennisse te geeven dat heden namiddag onder geleide van een Burger officier ten deezen Casteele was aangekoomen de by de Resolutien van gisteren vermelde Engelsche Lieutenant Militair Owen, en aan hem edele Heer Commissaris overhandigd een Zak met papieren, die zyn Ed ongeopend hadt gelaaten om in Vergadering na te zien wat zich in dezelve bevond
de gemelde zak hierna geopend zynde wierden in dezelve bevonden vier briefpacquetjes door de Hoog Gebiedende Heeren Meesteren en haare Gecommitteerdens zo aan deeze Regeering als aan den Edelen Heer Commissaris en den Secunde perzoon apart gericht alle met het in Baaifals gearriveerd amerikaansch Schip Columbia uit Nederland aangebracht doch door de Engelschen daarvan afgenoomen en geöpend alle welke Missives geleezen zynde, zo is verstaan de deliberatie daarover tot morgen voor de middag uitgesteld te laaten
In gezegde zak ook nog gevonden zynde een aantal van twee -en -dertig brieven aan onderscheidene dienaaren der E Compagnie en Burgers alhier geaddreseerd, alle meede door de Engelschen geopend en waarvan, volgens de Couverten uit eenige, papieren moeten zyn genoomen, zo is by overweeging van de noodzakelykheid om altoos aan de Ingezeetenen aan wien dezelve brieven zyn geaddresseerd de verzeekering te doen erlangen dat het Schenden der Zeguls van hunne brieven, en dies de wederrechterlyke handeling om dezelve te leezen is gedaan door de Engelschen by den Raade goedgevonden en dienvolgens ook Staande de vergadering bewerkstelligd, om alle de gemelde partikuliere Brieven in een pacquet te verzegulen, zo als dan ook met het Cachet van den Heere Gezachhebber Rhenius is geschied - zullende hetzelve Pacquet alzoo verblyven onder berusting van den Edelen Heer Commissaris tot morgen ochtend, omme als dan te worden overgegeeven aan den Heere Van Oudshoorn, als Commissaris over het Postcomptoir alhier, ten einde onder zyn Ed handteekening met S Comp:s Cachet verzeguld te worden, en vervolgens aan hunne respective addressen te worden besteld
Tot bygeleide van voorsch pacquetten en Brieven door de Heer Admiraal Elphinstone en de Heer Generaal Craig aan deezen Raade geaddreseerd zynde de volgende Missive
‘His Majesty’s Ship Monarch the 29:th of June 1795.’
‘Hon:ble Sir & Gentlemen!’
‘We do ourselves the Honor to acquaint you, that on the 28:th inst:t the American Ship Columbia being examined by the boats of the Squadron the Commander declaring that he had sailed from Amsterdam, a port in possession of the Enemy of his Brittannick Majesty, under the inclosed pass of the Commissioner of the National Convention of France whose authority appears to be paramount in that Country - delivered to the officers on duty a number of packets and papers directed to different people at the Cape’
‘Conceiving it to be our duty te examine all papers coming from any port in possession of the King’s Enemies, and under their passport, we did not hesitate to open these, we have accordingly perused them all, and finding Several which appear to be publick dispatches addressed to you as well as the private Letters directed to individuals at the Cape Town , these we might perhaps have thought ourselves Justifiable in detaining as it appears by the tenor of Several of them, that none have been suffered to come but Such, as have passed a previous inspection of persons entirely under the Command of our Enemies, which we likewise observe by a publick Letter to the first Commissary, but we have thought that the doing so would occassion much private inconvenience.’
‘We think it right however te apprize you, that we have Stopped all newspapers, beccause we kwow, that the truth cannot be published in Holland. - we know that no man dares publish, but precisely as the Revolutionary Committee approves, and they would therefore only mislead, but not inform those to whom they are addressed, The Letters in many respects come under the Same discription many inform you of the planting the Tree of Liberty, but none mention the erection of the Guillotine, many expetiate on the blessings of their new Liberty - not one mentions the imprisonment of all the leading and best men of the Republicq, or the Enormous contributions which have been levied for the emolument of the French, they Some of them observe on the amicable disposition and good behaviour of their new friends or masters, but none give the Smallest Idea of the hundreds whom the resentment and indignation of the Dutch, have already deprived of their Lives, in everij Town in the Republick, we have no doubt, but your Correspondents are Sensible of, and feel their Situations, but we are aware that theij dare not express it in Letters, which were to pass under a French inspection - The only circumstance in which your correspondents Seem to have expressed themselves with any freedom, is in the picture which they give of the lamentable Situation of the finances and publick Credit of the East India Company’
‘We are’
‘Hon:ble Sir & Gentlemen,’
‘You most obedient humble Servants’
’/:signed / G K Elphinstone J: H: Craig’
‘luidende volgens dies translaat in ‘t Hollands.’
‘Aan boord van zyn Majesteits Schip Monarch , den 29 Juny 1795’
‘Wel Edele Groot achtb Heer en E Achtbare Heeren!’
‘Wy geeven ons de Eer UWel Groot Achtb en E achtb te verwittigen, dat op den 28 deezer, het Americaansch Schip Columbia , door de Boots van het Esquader, ondervraagd geworden zynde, heeft den Schipper gedeclareerd dat hy gezeild was van Amsterdam, een Haven in bezit den vyanden van zyne Brittannische Majesteit, onder de ingeslooten pass van den Commissaris der Nationaale conventie van Frankryk , welkers gezach het opperste Schynd te weezen in dat Land - en heeft aan de wacht hebbende officieren een getal van pacquetten en Papieren geaddresseerd aan verscheide Lieden aan de Kaap, overgegeeven’
‘Het van onzen pligt te zyn achtende om te examineeren alle papieren, koomende van eenigen Haven in bezit van ‘S Konings vyanden en onder hun paspoort, hesiteerden wy niet om de voormelde te openen - wy hebben dezelve gevolglyk alle doorgeleezen, en verscheidene vindende welke Schynen te zyn publicque dépêches, geaddresseerd aan UWel Edele Groot Achtb en E achtb, doen wy ons de Eer dezelve aan UE voorttezenden, zo wel als de partikuliere brieven geaddresseerd aan byzondere perzoonen aan de Kaap - deeze zouden wy ons zelven mischien verschoonlyk hebben kunnen achten aan te houden, vermits het uit den inhoude van verscheidene derzelver blykt, dat geene hebben moogen afgaan, dan de zodanige, als vooraf eene inspectie hebben gepasseerd van perzoonen geheel onder de ordre van onze vijanden, hetwelk wy insgelyks observeeren in eene Publique Missive aan den eersten Commissaris, dan wy hebben vermeend dar door zulks te doen veele partikuliere ongelegendheeden veroorzaakt worden zoude’
‘Wy achten het echter gevoeglyk om UWel Edele groot Achtb en E achtb: kennisse te geeven, dat wy alle nieuwspapieren hebben aangehouden, dewyl wy weeten, dat de waarheid niet kan worden gepubliseerd in Holland; het is ons bekend dat niemand publiceeren durft als Stiptelyk zo als het Revolutionaire Committee het goedkeurd, en derhalven zouden dezelve alleenlyk misleiden in plaatze van te informeeren, de geene aan welke dezelve gericht zyn - de Brieven vallen in veele opzichten onder dezelfde beschryvinge, want veele informeeren UE van de planting van den Boom der vryheid, dog geene maaken eenig gewag van de oprigtinge der Guillotine; veel weiden uit over de zegeningen van hunne nieuwe vryheid, dog geen enkeld meld de gevangenzetting van alle de amptenaars en beste Lieden der Republicq, of van de yselyke Contributien die geheft geworden zyn ten voordeele van de Franschen’
‘Zommigen dier Brieven merken aan de vriendelyke dispositie en goed gedrag van hunne Nieuwe vrienden of Meesters, dog geen enkelde geeft het geringste denkbeeld van de Honderden die de wrok en verbolgendheid der Hollanders, reeds van hun leeven hebben beroofd, in alle steeden der Republicq, - wy twyffelen geenzints of Uwe Correspondenten zyn er gevoelig van, en gevoelen hunne Situatie dog wy worden gewaar dat zy zulks niet durven uittedrukken in Brieven die eene Fransche inspectie moesten passeeren, - de eenigste omstandigheid in welke UWe Correspondenten Schijnen zig met eenige vrymoedigheid te hebben uitgedrukt, is in de waaragtige Schildery, die zy geeven van de beklaagelyke Situatie van het finantie weezen en het publicke Crediet van de Oost indische Compagnie’
‘Wy zyn,’
‘Wel Edele Groot achtb Heer en E achtb Heeren!’
‘UWel Ed Groot Achtb en E Achtb geh:e ond:ste dienaren’
’/ getek:/ G K Elphinstone J H Craig’
‘Accordeert met het origineel uit het Engelsh getranslateerd door my C G: Hohne gezw: translateur geteekend’
zo is verstaan daarvan deeze aanteekening te houden
Nevens alle gemelde Pacquetten en brieven ook nog ontfangen zynde een zeer volumineus geschrift door den Heere Admiraal Elphinstone en den Heere Generaal Craig aan deeze Regeeringe geaddresseerd, zo is verstaan de deliberatie en dispositie daarover uittestellen tot morgen, wanneer hetzelve geschrift in ‘t Hollands zal weezen getranslateerd
Aldus Geresolveerd en Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorschreven
[Signed:] A: J: Sluijsken
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] R: J: Gordon
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] W: F: V: Reede van Oudtshoorn.
[Signed:] W: S: V: Rijneveld
[Signed:] E: Bergh
[Signed:] My present G: f: Goetz Secret:s
C. 231, pp. 350-381.¶
Donderdag den {17950702} 2 July 1795
S voormiddags present den Edelen Heer Commissaris, den Heere Gezachhebber en de Heeren Leeden Gordon, Le Sueur, van Rheede van oudshoorn, van Ryneveld en Bergh
Is geresumeerd het by de Resolutien van gisteren vermeld geschrift, door den Heere admiraal Elphinstone en de Heer Generaal Craig aan deeze Regeeringe geaddresseerd, luidende als volgd
‘His Majestys Ship Monarch the 29 June 1795.’
‘Hon:ble Sir & Gentlemen!’
‘Having received your intimation of the 25:th that you found yourselves obliged to decline any further Correpondence, it was not our intention to have encroached any more upon your time; but as an other occassion puts us under the necessity of once more communicating with you, we cannot do otherwise than Seize the oppurtunity which it presents of offering a few observations on the Letter, which not withstanding the intimation above alluded to, you have thought proper to address to us and which is dated the 27:th ins:t’
‘Considering the unfriendly appearance, which everij where reigns around us, and more particularly the Stoppage of those Supplies of fresh provisions, which tho’ so essentially useful to the the few Sick which we have, can, as the Squadron is in no want of provisions, in the general Consideration only be viewed in the light of refreshments, which the polished modes of modern war do not Sometimes deny to avowed Enemies, it could not be with much pleasure, that, we read your abhorrence of all Jacobinical principles, as wel as your determination to defend the Colony against the forces of the French Convention. It is true Gentlemen as you observe that we at first offered the assistance of all the offerces under our Command in Such defence Should the occasion present itself - we believe we have never departed from that offer, and we desire now to renew it, the truth is, the principal object of His Majesty in Sending us here, has been te Save you from the misery consequent on such an event as the French getting possession of the Settlement, best it is not equally true Gentlemen that we have given You any room to assert, that, we think ourselves entitled to take the Colony for our Souvereign’
‘His Brittannick Majesty considers the Republick of Holland under its ancient and legal constitution as His, Friends and allies, & altho it has pleased devine providence in its wisdom to permit the Country to fall under the domain of a foreign power - Yet his Majesty is So far from Considering the reestablishment of that Constitution as impossible, that he looks forward with confidence to the blessing of that Same profidence on the Justice of His arms for the Success of His efforts to bring about so desirable an event, and in the mean time it is His Majestys wish to preserve for the republick His friend and ally under its ancient constitution, as much of the possesions belonging to it, as can be Saved from the ambitious grasp of the common Enemy.’
‘It is with this viéw that we are instructed to invite and require the Government and Inhabitants to accept of the protection of his Majesty by delivering up the Settlement and its dependencies to the forces under our Command; but you well observe Gentlemen that Such invitation and requisition extends only to that period when it may be possible for His Majesty to restore it to the Legal and proper owners’
‘In the mean time Government must exist and as His Majesty and we his Servants do not conceive that the Inhabitants of the Cape are desirous of embracing that of the Jacobenicals of France , there Seems to be no alternative to their Choice nor can we for a moment Suppose that we have presented to them, other than a blessing, in the offer of the mild and equitable dominion of Brittian , while they are restrained from the possibility of enjoying their own In convying this invitation Gentlemen, we thought it right at once to lay before you and the Settlement Such part of His Majesties instructions to us, as relate to your Situation, in the event of your acceptance of it, by these, we thought his Majestys gracious and benefolent wish to meleorate the Condition of the Inhabitants as far as appeared practicable, would be apparent and that they would Send to destroy that Jealousy with which we are well aware all men are apt at first to view a foreign domination - we assured you that the Laws usages and Customs of the Settlement Should not be infringed, His Majesty and the Government of Brittain having no view to profit by those taxes which have hitherto existed, for the benefit of the India Company in the markets and internal trade of the Colony, we have declared that these Shall be free and unshackeded; while no new taxes Shall be imposed upon it, on the Contrary Such as are found to be gravious and oppressive will be abolished. personal Liberty and private property we have declared Shall be held most Secret by us, and Shall be in very event protected by all possible exertions in our power’
‘Aware, that the Colony can have no trade with the mother Country, and that is must be Subject to the utmust distress from the impossibility of receiving anij further Supplies or necessaries from them, we have offered them the right to trade, not as formerly under the monopoly of a company - but of themselves, to Britain and to her possesions in the East’
‘Knowing that your Troops can be no longer paid by the East India Company, where credit must expire with its Commerce, we have offered them a Superior and a better pay. - It can not be thought extra ordinary that we should require from them the Security of an oath of fidelity, which we restrict to the time of their being paid by us; but our placing confidence in them, on Such Security, will be the best proof to the world, that we Require nothing dishonourable or incompatible with their present obligations, from them, and lastly Gentlement, appealing to your Selves for the distress, which you know must fall on the officers of the Government, from the Same cause of the impossibility of their being any longer paid by the Company, we have promised that they Shall continue in their present employments at least till His Majesty’s pleasure be known’
‘These, Gentlemen are the General heads of what has passed between us, in which we are confident nothing can be discovered on the part of His Brittannick Majesty, but the utmost friendship and Regard for His ancient Friends and allies, the States General under their old and legal constitution, and the tenderest Sollicitude for Your welfare and happiness - but Gentlemen You ask us, whattitle we have to absolve You form Your oath taken to Your Superiorswe claim no Such right Gentlemen, on the contrarij, it is in virtue of that Same oath, that we require from you, as an act of duty, to preserve the Colony for these Superiors to whom alone your oath binds you by the only means which are now left to you, but Gentlemen, tho’ we have the highest regard for the Solemn obligation of an oath, and would little require others to act in violation of it, as we would ourselves be compelled to Such an infamij Yet we could in the present instance tell you, with the Strictest regard to truth, that you are no longer under any oath, and as the proof of the Justice of this assertion, we refer you to the third paragraph of the inclosed proclamation’
‘To Gentlemen, sensible of the force of the obligation of an oath we will not offer Such an insult, as to argue against the right here exercised, of annulling one part of an oath, and retaining the obligation of the remainder, a right, as indefencible in its claim, as is that of transfering your alligiance to the french Convention or a new Constitution framed under its direction, and a claim as absurd as is their calling you a free and independent Government while they have an armyof 120000men in your Country, whist they have discharged your own officers and Seaman, to make way for theirs in the Command of your Ships and fleets, and whilst they are openly and avowedly, in order to fill their own’
‘We decline entering into any discussion of Capt:n Cust ‘s Business, which we wish we could view in any other light than as an additional mark of a disposition which we See with regret; but we cannot conclude these observations on your Letter, not withstanding the length to which they have already drawn us, without adding, that by the of the depatches which will be delivered to you here with, you are now thoroughly master of the Situation of affairs in Holland; you must know that every information which we have hitherto given you relative to them, has been Strictly true - You must feel the force of every argument which we have founded upon that Situation and to us it appears, that you have a plain option before you, on the one hand, you have a Goverrnent upon french principles of Jacobenium, you have Liberty, equality and Fraterniy - possibly under the protection of a french force, with the dissemination of the too captivating idea of Universal freedom and the Reights of man among your Slaves / the universal practise of the french by which they have already laid waste the finest Islands of the west Indies / forcing the unfortunate inhabitants of the Settlement, from the peaciable enjoyment of their Homes and family’s in the Country, to meet the Guillotine on your market place you have to encounter the total want of money, necessaries and Succours from the mother Country; the failure of your markets, and the entire annihilation of the Little Commerce which you now enjoy’
‘On the other hand, you have protection of the and an extended Commerce, with every advantage which the Settlement is capable of you have the continnance of Your Laws, Customs, and usages, and you have the certainty of returning into the possession of Holland, the instant Such an event is practicable, You have security to your property and to your domestic happiness, but it is unnecessary Gentlemen to recapitulate what we have already on this Subject, we leave it to your consideration - we Shall rest Satisfied with having fulfilled every call of humanity, friendship, and the faitfull discharge of our duty to our Souvereign, in thus once more pressing it on you - we beg you to be assured, that these motives alone could induce us to continue a correspondence, which has been declined on your part, and in a manner accompanied with such marks of an unfriendly disposition, - we are anxious to discharge ourselves of every possibility of blame, and if the Colony Should unfortunately experience all the unhappy consequences which we cannot but foresee, most arise from the rejecton of our offers, – we trust, and have no doubt, but that the Inhabitants will do us Justice and direct their acknowledgements to those only, under whose influence they act - We have the honor to be’
‘Hon:ble Sir and Gentlemens’
‘Your most humble obedient Servants’
’/: signed / G K Elphinstone. J H Craig’
‘en volgens dies translaat in het hollandsch’
‘Aan boord van zyne Majesteits Schip Monarch den 29 Juny 1795.’
Aan den WelEd: Gr: Achtb:re Heere Gouverneur en den Raad van Cabo de goede Hoop
‘Wel Edele Groot Achtbare Heer en E Achtbare Heeren!’
‘Uwe Intimatie of aanduidinge van den 25 dezer ontfangen hebbende namentlijk, dat UWelEd: Groot Achtb: en Ed: Achtb: zig verpligt vonden, zig van eenige verdere Correspondentie te excuseeren, was het ons voorneemen niet om ons eenigzints verder op Uwen Tyd in te dringen; dan terwyl een andere gelegenheid ons in de noodzaaklykheid Steld om nog eenmaal met UWelEd: Groot Achtb: en Ed: Achtb: te Correspondeeren, kunnen wy niet afzyn van de gelegenheid die zig thans presenteerd, te profiteeren, om eenige weinige aanmerkingen aan te bieden op de Missive, die UWelEd: Groot Achtb: en Ed: Achtb: goed gevonden hebben, niettegenstaande de voormelde Intimatie, aan ons te addresseeren, en welke gedateerd is den 27 deeser’
‘In Aanmerking neemende de onvriendelyke Vertooningen, die overal rond om ons heerschen, en nog in het byzondere de Stuitinge van die geene Verzorgingen van versche Provisien, welke ofschoon zo weezentlyk nuttig voor de weinige Zieken die wy hebben, terwyl het Esquader geen Gebrek aan Mondbehoeftens heeft, in de algemeene Consideratie alleenlyk worden beschouwd in het Ligt van ververschingen, die de beschaafde Manieren van hedendaagschen Oorlog, Zomtyds niet aan opentlyk bekende Vyanden weigeren; konde het niet als met veel aangenaamheid weezen, dat wij Uwen afkeer leezen van alle Jacobynsche Grondbeginzelen, zo wel als Uw Besluit om de Colonie te defendeeren tegens de magt der fransche Conventie.’
‘Het is waar, WelEd: Groot Achtb: Heer en Ed: Achtb: Heeren! Zo als deselve aanmerken, dat wij in het begin den Bystand van de Gantsche Magt onder ons Bevel tot die Verdediging, zo de gelegenheid zig daartoe præsenteerde, hebben aangeboden, dan wy vermeenen nimmer van die Aanbiedinge te zyn afgeweeken, en wy wenschen dezelve thans te vernieuwe want het voornaamste Oogmerk van Zyne Majesteit, in ons herwaards te zenden, is geweest om U te bewaaren voor de Elende die voortspruiten moet, zo de Franschen het Bezit van de Colonie erlangden; dog het is niet gelykelyk waar, WelEd: Groot Achtb: en Ed: Achtb: Heeren! dat wy U eenige redenen hebben gegeven om te beweeren, dat,wy ons geregtigd agten om de Colonie voor onzen Souverain te neemen.‘
‘Zyne Brittannische Majesteit Considereerende Republicq van Holland, onder derzelver oude en wettige Constitutie, als Hoogstdeszelfs Vrienden en Bondgenooten, en alhoewel het de Goddelyke Voorzienigheid in derzelver wysheid heeft behaagd, het land te laaten vallen, onder de Heerschappy van eene vreemde magt, is zyne Majesteit egter zo ver van de herstellinge dier Constitutie als onmogelyk te beschouwen dat hy dezelve te gemoet ziet, met Vertrouwen tot de Zegeninge van diezelfde Voorzienigheid over de Regtvaardigheid zyner Wapenen voor het gelukkig gevolg Zyner pogingen om zo eene gewenschte gebeurtenis te wege te brengen, en inmiddels is het de wensch van zyne Majesteit om voor de Republicq, Hoogstdeszelfs Vriend en Bondgenoot, onder derzelver oude Constitutie te bewaren zo veele van de haar toebehorende Bezittingen als kunnen worden gered van de Staatzugtige Greep van den algemeenen Vyand.’
‘Het is met dit oogmerk dat wy geinstrueerd zyn, om te inviteeren en te requireeren het Gouvernement en de Ingezeetenen, om de Protectie van zyne Majesteit te accepteeren, door de Colonie en den Ressorte van dien over te geeven aan de magt onder ons bevel; dog UwelEd: Gr: Achtb: en Ed: Achtb: zullen gelieven aan te merken, dat de voorz: invitatie en Requisitie zig slegts extendeert tot het Tydstip dat het voor zyne Majesteit zal mogelyk weezen, om deselve aan haare wettige en eigentlyke Eigenaars te restitueeren.’
‘Intusschen moet eenig Gouvernement of Bestier in weezen zyn; en daar zyne Majesteit, en wy Hoogstdeszelfs Dienaaren, niet bezeffen, dat de Ingezeetenen van de Kaap dat der Jacobynen van Frankryk wenschen te omhelsen, Schynd ‘er geenig alternatief te weezen voor hunne verkiezing, nog kunnen wy voor een ogenblik veronderstellen, dat wy hun iets anders hebben gepresenteerd als eene Gelukkigmakinge door de aanbiedinge van de zagte en regtmatige Heerschappy van Groot Brittannie , terwyl Zy van de mooglykheid verstoken zyn van haar eigene te genieten’
‘By de overzendingen van welke Invitatie Vermeenden Wy het billyk te zyn, om UWelEd: Groot Achtb: en Ed: Achtb: en de Colonie terzelver tyd voor te leggen, zodanig Gedeelte van zyne Majesteits op ons verleende Instructiën, als tot uwe Situatie betrekking hebben, in geval van derzelver acceptatie, waardoor wy vermeenden dat zyne Majesteits genadige en goedwillige wensch, om den Staat der Ingezeetenen te verbeteren, zo ver als zulks mooglyk Scheen, blykbaar zoude zyn, en dat zulks Strekken zouden om te verdelgen de jaloezy, met welke wy wel weeten dat alle Menschen geneigd zyn, eene vreemde Heerschappy in het beginne aan te zien. Wy verzekerden U dat op de wetten, Gebruyken en Gewoontens geen Inbreuk zou geschieden.’
‘Zyne Majesteit en het Gouvernement van Groot Brittannie geen oogmerk hebbende om te profiteeren van die Belastingen, welke tot nu toe hebben geëxisteerd, ten voordeele van de Oostind: Maatschappy, op den Markt en inwendigen Handel van de Colonie, hebben wy gedeclareerd, dat dezelve vry en ontkluisterd weezen zal, terwyl geene nieuwe Belastingen daarop gelegd zullen worden, ter Contrarie de geene die wy bevinden zullen bezwarend en onderdrukkend te zyn, zullen worden afgeschaft - Personeele Vryheid en particulier Eigendom, hebben wy gedeclareerd dat door ons allerheiligst gehouden zullen worden, en beschermd in alle gevallen door alle ons mogelyke pogingen’
‘Bewust zynde dat de Colonie geenigen Koophandel met het Moederland dryven kan, en dat dezelve aan de grootste verlegendheid bloot gesteld moet zyn, wegens de onmooglykheid, om eenige verdere Onderstand of Noodwendigheden, van daar te ontfangen; hebben wy hun aangeboden het Regt om den Koophandel te dryven, niet als voormaals onder het Monopolium van eene Maatschappy maar op hun zelven naar Groot Brittannie en derzelver Bezittingen in de Indiën .’
‘Weetende dat Uwe Troupes niet langer door de Oostind: Compagnie betaald kunnen worden, welkers Credit met haaren Koophandel eindigen moet, hebben wy hun aangeboden eene hogere beter bezolding.’
‘Het kan niet voor zeldzaam worden aangemerkt, dat wy van hun gevorderd hebben de verzekering van een Eed van Getrouwheid, welken wy bepaalen tot de Tyd dat zy door ons worden betaald; dog dat wy vertrouwen, op zulke verzekering in dezelve Stellen, zal het beste Bewys voor de Waereld zyn, dat wy niets oneerlyks en onovereenkomends met hunne tegenswoordige verpligtinge, van hun requireeren.’
‘En eindelyk WelEdele Groot Achtb: Heer en E: Achtb: Heeren! ons op U zelven beroepende omtrent de ongelegenheid, die UWelEd: Gr: Achtb en E: Achtb: weeten dat de Amptenaars van het Gouvernement overkomen moet, uit dezelfde Oorzaak der onmooglykheid dat zy langer door de Compagnie bezoldigd kunnen worden, hebben wy hun toegezegd, dat zy in hunne tegenswoordige Posten Continueeren zullen, ten minsten tot dat zyne Majesteits welbehagen bekend zal zyn.’
‘Deeze, WelEdele Groot Achtb en Ed: Achtb Heeren! zyn de generale Poincten, die tusschen ons verhandeld zyn, in welke wy vertrouwen dat aan den kant van zyne Brittannische Majesteit niets anders kan worden bespeurd als de grootste Vriendschap en Achting voor Hoogstdeszelfs oude Vrienden en Bondgenoten, de Heeren Staten Generaal, onder haare oude en wettige Constitutie, en de tederste bekommering voor Uw geluk en Uwe Welvaart - Dan WelEd: Gr: Achtb: en Ed achtb: Heeren! UEd: vraagd ons,wat Regt wy hebben om U van Uwen aan Uwe Superieuren gedaanen Eed te ontslaan‘
‘Wy matigen ons zulk een Regt niet aan, WelEdele Groot Achtb en Ed: Achtbare Heeren; ter Contrarie, het is uit kragte van denzelfden Eed, dat wy van U requireeren, als een Acte van pligt, om de Colonie te bewaaren, voor dezelfde Superieuren, aan welke Uwen Eed U alleen verbind, door de eenigste middelen die thans aan U gelaten Zyn; dog WelEdele Groot Achtb: Heer & E Achtb Heeren! alhoewel wy de hoogste achting voor de plegtige verpligting van een Eed hebben, en wy even zo weinig van anderen zouden willen requireeren, daartegens te handelen, als wy zelven tot zulke eene Eerloosheid gedrongen zouden willen zyn, zouden wy U egter in dit tegenswoordige Geval, met den Striksten Eerbied voor de waarheid kunnen zeggen, dat UWelEdele Gr: Achtb: en Ed: Achtb: niet langer onder eenigen Eed leggen en ten bewyze van de Regtmatigheid deezer Beweeringe refereeren wy ons aan den Derden Paragraaph van de ingeslotene Proclamatie’
‘Aan Heeren gevoelig van de Kragt der verbindtenisse van een Eed, willen wy Zulk eenen hoon niet doen, als te redenkavelen tegens het Regt hier uitgeoefend, van een Gedeelte van een Eed te vernietigen en de verpligtinge van het overige te behouden, een Regt even zo onverdedigbaar in deszelfs Aanmatiginge als dat is van Uwe Getrouwheid over te brengen op de fransche Conventie of eene nieuwe onder derzelver Directie geformeerde Constitutie, en eene aanmatiging even zo ongerymd, als de Benaaming is, die zy U geven, van een vry en onafhanklyk Bestier, terwyl zy eene Armeévan 120000Man in Uwe Land hebben. - terwyl zy Uwe Officieren en Zeelieden hebben afgedankt, om voor hun eigen plaats te maken in het Commando van Uwe Scheepen en Vlooten, en terwyl zy opentlyk en zonder bewimpeling Uwen voorraad en Arsenalen employeeren om hunne eigene aan te vullen.’
‘Wy vermyden om in eenige onderzoek omtrent de Zaak van Capt:n Cust te treedenn, welke Affaire wy wenschen, dat wy in eenige ander Ligt beschouwen konden, dan als een bygevoegd merkteken van eene Dispositie die wy met leedweezen aanzien; dog wy kunnen deeze Aanmerkingen op Uwe Missive niet eindigen, niettegenstaande de Lengte waartoe zy ons reeds getrokken hebben, zonder byvoeginge dat door de Leezinge van de Depêches, die nevens deeze aan U geworden zullen, UWelEd: Groot Achtb en Ed: Achtb: thans volkomen kundig zyn, in de Situatie van Zaken in Holland; UWelEd: Groot Achtb: en Ed: Achtb: moeten weeten, dat alle Informatiën, die wy U tot nu toe daaromtrend gegeven hebben, Stiptelyk waar zyn; UWelEd: Gr: Achtb: en Ed: Achtb: moeten de kragt gevoelen, van yder Argument, dat wy op die Situatie gegrondvest hebben, en het Schynd ons toe dat UWelEd: Gr: Achtb: en Ed: Achtb eene eenvoudige verkiezing voor zig hebben.’
‘Op de eene zyde hebben UWelEd: Groot Achtb en Ed: Achtb: een bestier volgens fransche Grondbeginzelen van Jacobinismus, UEd:s hebbenVryheid,EgaliteitenBroederschapmogelyk onder de Protectie van eene fransche magt, met de verspreidinge van het te behoorlyke denkbeeld van eenalgemeen Vrydom en de Regten van den Menschonder Uwe Slaven; /:de algemeene handelwyze der Franschen, waardoor zy reeds de beste Eilanden in de West-Indiën verwoest hebben:/ de ongelukkige Ingezetenen der Colonie met geweld aftrekkende van het vreedzaame Genot hunner Huyshoudingen en Famiellen op het Land, om op Uwen marktplaats de Guillotine aan te treffen; UWelEd: Groot Achtb en Ed: Achtb: hebben te ontmoeten een totaal Gebrek aan Geld, noodwendigheden en Bystand Uit het Moederland, de Ontstentenisse van uwe markten, en de geheele vernietiging van den geringen Koophandel die thans alhier gedreeven word’
‘Aan den anderen kant hebben UWelEd: Groot Achtb: en Ed: Achtb: Bescherminge, Vreede en eenen uitgebreiden Koophandel, met alle Voordeelen, waarvoor de Colonie vatbaar is UEd:s hebben de voortduuringe Uwer Wetten, Gewoontens en Gebruiken, en UEd:s hebben de zekerheid van wederom in het bezit van Holland te keeren, op het ogenblik - UWelEd: Groot Achtb en Ed: Achtb hebben verzekering van uw huyzelyk Geluk - Dog het is onnodig, WelEdele Groot Achtb: & Ed: Achtb: Heeren! te herhaalen, wat wy reeds aan U ten dien opzigte gezegd hebben - wy laaten het aan Uwe overweeginge - wy zullen ons voldaan houden, door yder Roep van Menschlievendheid en Vriendschap te hebben vervuld, en door de getrouwelyke kwytinge van onzen pligt tegens onzen Souverain, in zulks dies nog eenmaal in UW Gemoed te drukken - Wy verzoeken U verzekerd te zyn, dat deeze Beweegredenen alleen ons aanleiden konden, om eene Correspondentie te continueeren, die aan uwe zyde geweigerd is geworden, en op eene wyze vergezeld met zulke merktekenen van eene onvriendelyke Dispositie - Wy wenschen hartelykst om ons te kwyten van alle mogelykheid tot verwytinge, en zo de Colonie ongelukkiglyk mogt ondervinden, alle de jammerlyke Gevolgen, die wy niet anders als voorzien kunnen, dat uit de Verwerpinge onzer Aanbiedingen moeten voortkomen, dan vertrouwen wy en hebben geenen twyffel of de Ingezeetenen zullen ons Regt laten wedervaaren, en hunneErkentenisserigten tot de geene alleen onder wiens Invloed zy te werk gaan.’
‘Wy hebben de Eer te zyn.’
‘WelEdele Groot Achtbare Heer en E Achtbare Heeren!’
‘UWelEd: Gr: Achtb:e & E Achtb:e gehoorzaamste & ootm: Dienaaren’
’/:getekend:/ G: K: Elphinstone en J: H: Craig.’
‘Accordeert met het Origineel uit het Engelsch getranslateerd door my’
’/:get:/ C: G: Höhne gezw: Translat:r’
by welk Geschrift niets gevonden zynde wat deeze Regeeringe zoude kunnen aftrekken of doen resilieeren van deszelfs onverzettelijk voorneemen, om deeze aan haar toevertrouwde Colonie te beschermen en te verdedigen, tegens allen ende een iegelyk wie daarop eenen vyandelyken aanval zoude willen waagen, te meer daar de aanschryvingen van de hooggebiedende Heeren Majores op gisteren ontfangen geheel overeenkomstig zyn met de tot nu toe genoomen Maatregulen, omtrend de in Baaifals zich bevindende engelsche Vloot, - zo is by den Raade beslooten omme omme als nog te blyven persisteeren by haar onverzettelyk voorneemen, om deeze aan haar toevertrouwde Colonie, te zullen beschermen en trachten te bewaaren, tegens alle ende een iegelyk welke daarop eenen vyandelyken aanval zoude willen onderneemen, van welk besluit aan den Heeren Admiraal Elphinstone en Generaal Craig kennisse zal worden gegeeven, by de volgende daartoe door den edelen Heer Commissaris ontworpen Missive.
‘Aan haare Excellenciën de Hoog edele Gestr: Heeren G: K: Elphinstone Schout by Nagt Commandeerende zyne Brittannische Majesteit Vloot en J: H: Craig Majoor Generaal Commandeerende gem: zyne Majesteits Landmagt.’
‘thans præsent in Simonsbaay .’
‘Hoog edele Gestrenge Heeren!’
‘Wy hebben de Eer gehad te ontfangen U Hoog edele gestr: beide Missives den 29 Juny l: l: gedagteekend, en wy versoeken U Hoog edele Gestr: ons sullen inschikken, dat wy in deselve niets hebben mogen ontmoeten, het geen ons Soude kunnen aftrekken of doen resilieeren van die gevoelens welke wy ons permitteerden U Hoog edele Gestr: te Schryven by onzen vorigen van den 25 der gepasseerde maand, en die wy versekerd Syn, dat een genereuse Natie en U Hoog edele Gestr: Selven niet kunnen afkeuren. Wy vinden ons daarom genoodzaakt te herhaelen, dat wy de ons toevertrouwde Colonie Sullen beschermen en tragten te bewaaren tegen elk en een iegelik welke daarop eenen Vyandeliken aanval Soude willen onderneemen.’
‘Wy hebben d’ Eer &’
‘In ‘t Casteel de goede hoop den 2 July 1795’
Uit eene brief door den Heere Resident der baaifals Christoffel Brand gisteren avond aan den edelen Heer Commissaris geaddresseerd, gebleeken zynde, dat de engelschen een der Oorlog Scheepen hadden geplaatst voor de Battery Zoutman dezelve Battery van genoegzaam geene nuttigheid meer weezen kan ter defensien van de baai, tegens zulk een overmacht, maar men integendeel gevaar loopt, dat ter zelver tyd, dat voorzeide battery door de Scheepen word beschooten, de wacht op dezelve van ter zyde word geattacqueerd en krygsgevangen gemaakt, zo is by den Raade beslooten aan den zich aldaar bevindende Officier te gelasten, omme, na dat den engelschen Luitenant Owen in zyn retour naar Baaifals de meermelde Battery Zoutman zal weezen gepasseerd, al het Geschut aldaar te vernagelen, en de Ammunitie zo veel mogelyk te vernielen, en om daar na zich met zyne Manschappen naar Muizenburg te retireeren, ten einde te dienen ter versterking van het Campement aldaar, - en dewyl de Baaifals hierdoor zal werden ontbloot van alles wat defensie kan worden genoemd, en het dus van het uitterste belang komt te zyn, dat zo min Menschen mogelyk aldaar verblyven, zo is alverder verstaan den Heere Rezident de baaifals Christoffel Brand te permitteeren, omme wanneer de voormelde Owen wederom in Baaifals zal weezen aangekomen, dan, beneevens de Oppermeester Sinkantyn, en de Persoonen, welke zich nog by hen Heere Brandt mogten bevinden, op de meest bedekte wyze, zich uit Baaifals te kunnen begeeven, en herwaards koomen, laatende deszelfs Adjudant aldaar verblyven, om de regeeringe te blyven representeeren, met een paar Slaaven tot zyn oppassinge; met recommandatie aan hem Heere Brandt, om baaifals verlaatende, boven alles te zorgen, dat geenig Trekvee als Paerden, Ossen of andere in baaifals verblyve.
Aldus Gedaan ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorschreeve.
[Signed:] A: J: Sluijsken
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] R: J: Gordon
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] W: F: V: Reede van Oudtshoorn.
[Signed:] W: S V: Rijneveld
[Signed:] E: Bergh
[Signed:] My present G: f: Goetz Secret:s
C. 231, pp. 382-388.¶
Vrydag den {17950703} 3 July 1795.
‘S avonds, present de edele Heer Commissaris, de Heer Gezachhebber en de Heeren Leden Gordon, le Sueur van Reede van Oudtshoorn, van Ryneveld en Bergh.
Na resumptie en approbatie der vorige Resolutien, wierd door den edelen Heer Commissaris gecommuniceerd, dat zyn Ed: heden morgen uit handen van den Burgerraad Gerrit Hendrik Mijer hadt ontfangen, twee aan hem van Graaffe-Reynet toegezonden Geschriften, luidende als volgd.
Aan den WelEd: Heer Gestr: H: Meyer beneffens Aan alle weldenkende burgers En verdere weldenkende Ingezetenen
‘Terwyl wy op datum den 16 Juny 1795 op den Colonie Graaff Rynet met een aanzienlyk getal burgers zyn verscheenen, om den Heer Olof Godliep de Wet toegezondenen Commissaris beneffens den Secretaris Trutter, onze belangen meede te deelen, omme ten Spoedigsten Caapwaards te vertrekken, en niet alleen Caapwaards maar ook Seewaards, terwyl wy onder gem: de Wet niet willen Supordonneeren, willen wy dierhalven dat onze meede broeders onderrigt zyn zullen van onze zaaken, waartoe den Almagtigen tot nog toe zyn zegen heeft gelieven te verleenen.’
‘Broeders beschouwd een afgesand door den Commissaris Gouverneur aangesteld, presenteerd zig voor kaffers en hottentotten die onze belangen moet bevorderen, daar wy hem een ruyme Vlakke hebben gepresenteerd, tot bevordering van het algemeen best, Edog te vergeefs, zo beweeg ons niet anders als ‘t laatste droppel bloed te presenteeren, voor onse vryheid, want wy de Compagnie bedankt hebben, en onder onze vrye Republicq willen Sorteeren, Ook hebben wy den kerkenraad Supartuneerd, van alle wareld Regeering en voortaan geene die de kerke Waardigheyd, zal wareldlyke Regeering moogen bekleeden.’
‘Broeders wy verzoeken U lieden een Wakend oog te houden, over de herrenhuters en over de bandoeren die aan de Caap de exersietie geleerd word, Toond Uw als braafe bataviere, Wy hoopen en wenschen dierhalven, dat een euyder weldenkende Ingezeetenen, deel aan onze zaake gelief te neemen, Terwyl wy intusschen blyve.’
‘UE: getrouwe broeders’
‘’T volk benefens veele Offisiers UE: Broeders Martinus Prinslo de oude en Barend Lindeque’
Den eisch van de algemeene Burgery
ten 1:ste
IS onzer aller Eisch, vry van tollen en acceisen te zyn, en dat wy ‘s Lands producten, moogen Leeveren, aan die ons goeddunkt.
d:o 2:de
IS door reeds 25 Jaaren het Land door onzen eigen kosten gedraagen, zo dat wy niet alleen onwillig zyn de verloopenen recognitie te betalen, maar ook nimmer ofte nooit voor het Land dat wy vry vechten moeten, recognitie te doen.
d:o 3:de
dat omtrend de Burgerlyke opgaaf geen disputatiën meer geschieden, maar geloofwaardig aangenomen zal worden, zonder dat de Landdrost de authoriteit zal gebruyken, om meer by te zetten.
d:o 4.
dat een ieder inloopend jong gesel of persoon by een ander woonende, zal nodig hebben, Vee op te geeven maar alleen het Hoofdgeld betaalen.
d:o 5.
dat ook een Bosjesmans Hottentot, ofte Hottentottinne, het by Commandos gevangen ofte partikulier in handen gevallen, reeds voorheen of van nu voorthaan, aan zodanigen Burger, waar by hy woonagtig is, zyn leeven lang Regten eigendom zal moeten blyven, en hem van geslagte tot geslagte dienen, En by aldien zodanigen Hottentot ofte Hottentottinne, zich kwam te verloopen, zal den eigenaar gerechtelyk zyn, hem te kunnen haalen en na merite Straffen
d:o 6
dat omtrend de ordinaire of nu reeds dienende Hottentotten, by de Christenen, groot gebracht, zal moeten dienen tot zyn 25 jaar, en geen ander willekeurig gaan dienen, zonder Consent van zyn Heeren Meester, dat ook geen Hottentots voorthaan wegloopende van hunnen Meester hem toevlugt of Schuilplaats op eenig Colonie zal moogen neemen, maar door de Regeerende Officiers zal worden aangehoord, en na notatie van klagten directelyk aan hunne Heer en Meester te rug te zenden, of door de Boode laaten aanschryven.
d:o 7.
dat geen Landdrost ofte Secretaris, of minder Suppoosten, vee zal mogen houden, tot voortzetting, maar alleen tot hun nooddrift, ook geen Negotie van wat natuur het mogte zyn, zal moogen dryven van Comp:s weegen.
den 8:ste
dat de ontroofde Lieden niet door de justitie zal aangedaan worden, maar Consideratie verleenen, tot tyd en wyl zy weder tot verhaal zyn gekomen, wy willen ook de oude gebruyk wederom vernieuwd zien, dat wanneer een Erfgenaam op Vendutie koopt, niet nodig zal hebben om het geld op te brengen, maar zal van zyn Erfportie afgetrokken worden, door dien al veele Ingezeetenen, zich door die weg hebben van Goederen moeten berooven om gemelde Vendupenningen te betaalen.
Wy begeeren ook dat het papiere geld zal afgeschafd worden, want veele Menschen, die niet leezen of schryven kunnen, weeten dezelve niet bekwamelyk te gebruyken, hetwelk hem tot groot nadeel vertstrekt, waarin wy vryelyk onze Heeren Meesters kunnen verdagt houden, door dien ons geen Schoolmeester verstrekt word, want men buiten de Wet des Heeren niet zal gaan, hoe zoude de Heere met ons zyn, als wy tegens hem is blykens eerste Regum ofte Koningen Cap:12 en Psalm 58 en 82 en 83 en Jona Cap:t 4.
d:o 10.
dat de Zeevaart zyn vrye vaart moet hebben, als in vroege tyden, al het geen dat Zeevaart tot bestwil van het Land op heef zal afgescheept worden, en al het geen dat het Land opgeeft tot bestwil van het vaart zal ook afgescheept worden
Waarvan verstaan is deeze aanteekening te houden.
Aldus Gedaan ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorschreeve
[Signed:] A: J: Sluijsken
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] R: J: Gordon
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] W: F: V: Reede Van Oudtshoorn.
[Signed:] W: S: V: Rijneveld
[Signed:] E: Bergh
[Signed:] My present G: f: Goetz Secret:s
C. 231, pp. 389-393.¶
Zaturdag den {17950704} 4 July 1795
‘S voormiddags present den Edelen Heer Commissaris, den Heere Gezachhebber en de heeren Leeden Gordon, Le Sueur, van Reede Van Oudshoorn, Brandt, van Ryneveld en Bergh
Den Heere Resident der Baaifals Christoffel Brandt heeden morgen alhier aangekoomen zynde, en zich dus niemand in gemelde Baaifals bevindende dan den adjunct Resident Johannes Henricus Brandt, zo is na overweeging van zaaken by den Raade goedgevonden en dienvolgens beslooten den gem: adjunct Resident aan te schryven en te gelasten, omme wanneer de Engelschen gewapend volk aan wal mogten zenden, hy daarvan directe kennisse zal moeten geeven aan den Ed Heer Commissaris en Zyn Ed nadere beveelen afwachten; doch dat zo wanneer den Engelschen Admiraal van zich mogt kunnen verkrygen de Baaifals van hem op te eisschen om dezelve voor zyne groot brittannische Majesteit in bezitting te neemen, hy als voor de overmagt moetende bukken, aan deeze Eisch zal moeten voldoen, nogthans onder behoorlyke protestatien teegens deeze handelinge met de gevolgen en aankleeven van dien, met verzoek dat aan hem adjunct Resident mag worden gepermitteerd zich met de weinige welke zich by hem bevinden op zyn woord van Eer uit Baaifals te mogen retireeren
Voorts geleezen zynde eene Missive door de Schippers der in Baaifals leggende Hollandse Scheepen aan deeze Regeering gericht luidende.
‘Wel Edele Groot achtbare heer!’
‘Onze laatste aan UWelEdele Groot achtb was den primo deezer waarinne UWEd de omstandigheeden wegens het Schip de Jonge Bonifacius melde, als meede de zwaarigheeden, in ons vertrek van hier, waaroop wy tot heeden geen antwoord hebben ontfangen, tot onze verwonderinge’
‘Nu denken wy de voorn: bodems op morgen avond van alles klaar zal zyn onne te kunnen van hier zeilen en aan UWelEd gegeeven ordres te voldoen - Maar alzoo wy, geen gedagten maaken van hier te mogen vertrekken, is by deeze by ons te zaamen overwoogen omme den Equipagiemeester van d E Comp:e aan boord te hebben, omme ten overstaan van ons als Schippers van onze Bodems getuigen te zyn van het geen welke zal geschieden by aanboord het Schip welke het eerste anker zal ligten om alzoo wy van onze Bodems en den Heere Equipagiemeester voor het andere van d E Comp:e verantwoording te kunnen doen, waarop wy ten Spoedigsten antwoord afwagten’
‘Waarmeede ons na groetenisse met agting teekene’
‘Wel Edele Groot achtb Heer!’
‘UWelEd Groot achtb dienaaren’
’/ get:/ M de Vries S Kooter J H Croeze.’
’ Simonsbaai den 3 July 1795’
Waarover gedelibereed zynde, zo is goed gevonden en dienvolgens beslooten, de gemelde Schippers te antwoorden, dat deeze Regeering als nog blyft persisteeren by het aanschryven aan hen op derzelver voordracht en verzoek gedaan, omme wanneer daartoe mogelykheid en gelegendheid zal zyn, met derzelver onderhebbende bodems Baaifals te verlaaten en naar herwaards te koomen
Nog geleezen zynde eene Missive door den Capitein van het in Baaifals leggend americaans Schip Columbia aan den Heere Resident Brandt geschreeven, houdende verzoek, om met verversingen, provisien en eenige andere benoodigdheeden te worden voorzien, zo is na aandagtige deliberatie over dat verzoek by den Raade beslooten den adjunct Resident der Baaifals te gelasten omme den gezeide Capitein aan te zeggen dan wel aan te schryven, dat deeze Regeeringe zich uit hoofde van de omstandigheeden waarin hy zich met zyne onderhebbende Bodem bevind buiten Staat ziet gesteld hem van den verzochte provisien verversingen en andere benoodigdheeden te voorzien tot zo lange deeze omstandigheeden zullen continueeren
Aldus Geresolveerd en Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorschreve
[Signed:] A: J: Sluijsken
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] R: J: Gordon
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] W: F: V: Reede van Oudtshoorn.
[Signed:] W: S: V: Rijneveld
[Signed:] C: Brandt
[Signed:] E: Bergh
[Signed:] My present G: f: Goetz Secret:s
C. 231, pp. 394-398.¶
Maandag den {17950706} 6 July 1795
‘S voormidags present de Edele Heere Commissaris, den Heere Gezachhebber en de Heeren Leeden Le Sueur, de Wet, van Reede van Oudshoorn, Brandt, van Ryneveld en Berg.
Na resumptie der Resolutien op eergisteren genoomen, wierd door den Edelen Heer Commissaris ter Tafel geproduceerd eene Missive aan zyn Ed gericht door W:m Maley, Capitein van ‘t Amerikaansch Schip Columbia , luidende als volgd
‘Wel Edele Groot Achtb Heer!’
‘Ik heb thans de vryheid bekoomen van den Hoog Edele admiraal om myn aan UWel Edele Groot achtb te addresseeren.’
‘Myn verzoek is of UWelEd myn wel den ordres geeven om myn Reis naar Batavia te vervolgen, ofte retourneeren na Amsterdam, myne bewyzen en ordres zyn thans in handen van den Hoog Edelen admiraal zo dat ik buiten UW ordres myn na Amsterdam moet begeeven’
‘Myn bewys als dat ik aan de Ed Comp:e ben verhuurt is gecopieerd in Engelsch, en dus moet volstaande te Batavia, - ik heb eenige onbeerlyke behoeftens aan den Heer Brandt opgegeeven maar reeds tyding van hetzelven bekoomen van het niet te kunnen bekoomen, in deeze omstandigheeden, zo het mogelyk is dat ik met permissie van den Hoog Edelen admiraal eenige van dezelven konden bekoomen zou UEd my veel verpligten’
‘Myn verzoek is of UWelEd op myn verzoek myn morgen avond wilden antwoorden om dat ik mogelyk hier niet langer zal worden gepermiteerd’
‘Ik heb de Eer my met alle Hoog achting in UWelEd Groot achtb protectie te recommandeeren en noem myn met achting’
‘Wel Edele Groot Achtb Heer!’
‘UWelEd onderdanigen Dienaar’
’/ get / W: Maley’
‘in Simons bay den 5 July 1795’
Over welk Missive gelibereerd zynde, zo is by den Raade beslooten aan den gezegde Capitein Maley door den Secretaris deezes Raads te doen rescribeeren; dat deeze Regeeringe aan een Schip behoorende aan een onderdaan van een Neutraale Mogendheid met welke onze Republicq in vreede en Vriendschap is gaarne alle gerieflykheeden zoude betoonen, maar dat zyn gedrag door zyne bewyzen en ordres op eene Hollandsche Rheede over te geeven aan den Admiraal van een ander Souverain welke aldaar geen macht of Gezag heeft, en de geweldige detentie waarin hy zegt gehouden te worden, deeze Regeeringe hierinne verhinderd, terwyl hy zelfs behoord te weeten wat hem te doen of te laaten Staat volgens zyne bovengemelde ordres welke zegt in handen van den Heere Engelsche admiraal te zyn
Voorts geliefde den Edelen Heer Commissaris den Raade te communiceeren, dat den Capitein Johannes Zorn Commandeerende het depôt van het Zwitsers Regiment de Meuron by geschrifte aan zyn Ed voorgedragen, dat den Capitein Lieutenant by het gem: depôt Johan Ulrich Keebourg aan hem hadt voorgesteld niet alleen de oudste Capitein Lieutenant maar ook zeeker veronderstellen kon bereids Capitein effectief te zyn, doch waar van den narichten door het achterblyven van tydingen van Ceilon alwaar gedacht Regiment de Meuron zich bevind niet hebben kunnen inkoomen - dat hy echter in gemelde qualiteit van Capitein Lieutenant den dienst moest doen by het Nationale Bataillon en waar zulks verder wierd verwacht onder jongere Capitein Lieutenants die bereids tot Capiteins waaren aangesteld, met verzoek van hem Capitein Zorn dat gem Keebourg die zich altyd als een braaf en actief Officier hadt gedraagen onder zyne thans winnende gagie mogt worden aangesteld tot Capitein effectief; - en dat zyn Ed dus uyt hoofde van de byzondere omstandigheeden welke tot het verzoek van den gemelde Capitein Zorn aanleiding hebben gegeeven, hadt goedgevonden den meergem: Capitein Lieutenant by ged:t depot Johan Ulrich Kiebourg toetevoegen de qualiteit en Rang van Capitein effectief doch op zyne thans winnende gagie van Capitein Lieutenant.
Aldus Geresolveerd en Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorschreven
[Signed:] A: J: Sluijsken
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] C: Brand
[Signed:] W: S: V: Rijneveld
[Signed:] E: Bergh.
[Signed:] My present G: f: Goetz Secret:s
C. 231, pp. 399-410.¶
Dingsdag den {17950707} 7 July 1795
S voormiddags alle present
Aanvanklyk is geleezen de onderstaande Missive door de Schippers der in Baaifals leggende partikuliere Hollandsche Scheepen aan den Edelen Heer Commissaris geschreeven
‘Wel Edele Groot Achtbare Heer’
‘U Ed Missive van den 4:de is ons des avonds ongeveerd 9 Uuren geworden en dewelke wy hebben gezien de Regeering als nog blyft persisteeren by hun voorige aanschryven namentlyk om indien mogelykheid en geleegendheid daartoe is om ons met onze onderhebbende Bodems van hier na herwaards te begeeven, zonder iets op ons Schryve weegens het geene van de Equipagiemeester in onze vorige gemeld, eenige uitsluitzel te geeven - nu hebben wy na overweeginge daarop met elkanderen beslooten - wy geen mogelykheid zien omme te kunnen van hier vertrekken zonder dat den admiraal zyn ordonnantie of forma van arrest uitrekt daar wy hier nu ten eenenmaale ontbloot legge van eenige protectie voor de Hollandse vlag’
‘Wat de gelegendheid aanbetreft die is alle daagen gunstig geweest van de dag af doen wy gereed laagen om te Zeilen en nog continueert tot op heeden’
‘Zo de Regeeringe mogt oordeelen om een of twee van onze perzoonen aan de Kaap te laaten koomen omme daar mondelyk over te Spreeken, zullen niet mankeeren omme daaraan te voldoen en zoude zulks reeds hebben gedaan indien wy door de Heer Brandt daarniet in waaren verhindert’
‘En ook zijn wij door UWel Edele Groot Achtb by ons vertrek van den Kaap geordonneert met deeze woorden maak maar gij op UWe Bodems komt - alzo UWelEd de laatste propositie mogt goed vinden verzoeke dan de nodige paspoorten en paarden te laaten toekoomen, waar meede na groetenisse ons teekenen’
‘Wel Edele Groot Achtb Heer!’
‘UWelEd Groot achtb dienaaren’
‘/getek:/ M de Vries S: Kooter J N: Croese.’
’ Simons baai den 5 July 1795.’
over welke Missive gedelibereerd zynde zo is met uitzondering van den Heere Collonel Gordon, welke zich daar van heeft geexcuseerd by den Raade beslooten als nog te blyven persisteeren by het besluit deezer Tafel op voordracht en verzoek van gedachte Schippers genoomen omme wanneer daartoe mogelykheid en gelegendheid zal zyn met hunnen onderhebbende Bodems Baaifals te verlaaten en herwaards te koomen, waar van aan hen by Missive kennisse zal worden gegeeven
Vervolgens geliefde den Edelen Heer Commissaris den Raade te bedeelen dat zyn Ed van den adjunct Resident der Baaifals Johannes Henricus Brandt hadt ontfangen eene Missive door den heere Admiraal Elphinstone aan hem adjunct Resident geschreeven, luidende als volgd
‘His Britannick Majesty’s Ship Monarch Simons bay 6:th July 1795’
‘Sir!’
‘I am extremely to regret that there Should be any complaint of depredations on the Public or private property which it is not in my power to prevent - My Hospital is without a Centinal, - there are Americans, danes Crews of duch Ships and Slaves in abundance here, over whom I have no Controll, I have prohibited all Communication with the Shore, and can do no more’
‘When I came here I assured the Governor, I would use no hostilities, - his orders are perfectly known to me whence then all the pompous preparations of heating Shot - pointing guns - Staving wine & provisions - abandoning the Stores, and cruelly ordering off the wretched Inhabitants after having forced away their cattle - had it not been with a view to leave the place open to the papacity of those I have aboved described, and to throw the General [.....] on the fleet’
‘I despice Subterfuge & when it becomes my duty to make war I will not do it by halves - If the Governor will permit me to land a Gard, I will promise to protect property of every Sort, and in the mean time will readily concur with You in any measure you can devise, for that Salutary purpose’
‘I have the Honor to be’
‘Sir!’
‘Your most ob:t hb:le Servant’
’/ Signed / G K Elphinstone’
‘En volgens dies Translaat in ‘t Hollandsch’
‘Aan boord van zyne Brittannische Majesteit Schip Monarch Simons baai den 6 July 1795’
‘Wel Edele Heer!’
‘Het zal my ten uittersten leed doen, zo er eenige klagten mogte plaats vinden over Rooveringe van het algemeene of personeele Eigendom, de ik niet vermoogens ben te voorkoomen’
‘Myn Hospitaal is zonder eenen Schildwacht. Daar zyn Americaanen, Deenen, mitsg:s Hollandsche Scheepsvolk en Slaaven in meenigte, over welke ik niets te zeggen heb - Ik hebbe alle Communicatie met de wal verbooden, en meer kan ik niet doen’
‘Toen ik hier kwam verzeekerde ik den Gouverneur dat ik geenen Vyandelykheeden pleegen zoude, - desselvs ordres zyn mij ten vollen bekend - waarvandaan dan de Staatelyke preparatien van gloeiende Kogels - Regtinge van het Geschut - Stortinge van wyn en Provisien - Verlaatinge der magazynen - en de wreede ordre aan den arme Ingezeetenen van te vertrekken, na dat men hun vee met geweld had weggedreeven Zo het niet was geweest met een oogmerk om de plaats bloot te Stellen, aan de Roofzucht der geenen die ik hierboven beschreeven heb en om den algemeenen haat op de vloot te werpen’
‘Ik versmaade uitvlugt, en wanneer het van myne pligt zal weezen om kryg te voeren, zal ik zulks niet ten halven doen, zo den Governeur my permitteeren wil eene wagt aan de wal te brengen, zal ik belooven om allen eigendom hoe ook genaamd te beschermen, en inmiddels zal ik bereidwillig met UWelEd overeenkomen omtrend alle maatregulen, die UWelEd tot dit heilzame oogmerk uitvinden zal’
‘Ik hebbe de Eere te zyn’
‘Wel Edele Heer!’
‘UWelEd geh:e ootm: dienaar’
’/ get / G K Elphinstone’
‘Accordeert met het Origineel uit het Engelsch getranslateerd door my /: get / C: G Hohne gezwore Translateur’
Over welke Missive met allen aandacht gedelibereerd zynde declareerde den Edelen Heere Commissaris, dat zyn Ed zonder de advysen van de Heeren Leeden des Raads in het minste te willen influëeren, van gedachten kwam te zyn, dat den gemelde adjunct Resident der Baaifals Johannes Henricus Brandt moet worden aangeschreeven om denzelven Admiraal Elphinstone te informeeren - dat daar het requireeren der Colonie door zyne groot Brittannische Majesteit, zonder dat dezelve daarop het allerminste recht heeft, - het vergen van een Eed van trouwe aan dezelve, mitsg:s het in beslag neemen van Hollandsche Scheepen, zelfs op eene Hollandsche Rheede en zo voorts, onder welke voorwendzels ook door hen Heere Admiraal gedaan, Strydig met de Tractaaten tusschen onze wederzydsche Souverainen niet anders kunnen worden geconsidereerd dan actes van violentie - de Regeeringe dies ook geenzints zal resilieeren of afgaan van deeze Maatregulen welke zy uit hoofde van het gedrag des Admiraals zich in eed Eer en pligt genoodzaakt heeft gevonden te neemen
de Heer Gezachhebber adviseerde te vermeenen dat omme voor te koomen, de Schaade welke zo door breeken als Steelen aan de Gebouwen en goederen der E Comp:e door de aan de wal koomende Engelsche Mattroozen in de Baaifals verder mogt veroorzaakt worden, men aldaar ten dien einde een Corporaal en Zes man ‘S nachts ter bewaaking derzelve behoorde te plaatzen, te meer nadien den adjunct Resident Brandt in gemelde Baai ter verzeekering van het domicilium gelaaten zynde ende Engelschen dezelve nog niet hebbende ter overgaaf gesommeerd deeze voorzorg na zyn inzien niet gevoegelyk zoude kunnen nagelaaten worden
de Heeren Gordon, Le Sueur, de Wet en van Reede van Oudshoorn Conformeerde zich met het gevoelens van den Edelen Heer Commissaris en zo meede den Heere Brandt laatgemelde onder byvoeging, dat den admiraal nog zou kunnen worden aangezegd om de officieren die met het volk naar Land gaan te ordonneeren over hetzelve behoorlyk te waaken en hun van alle moedwil en dievery af te houden
de Heer van Ryneveld zich met de propositie van den Edelen Heer Commissaris geconformeerd hebbende, wierd zulks door den Heere Bergh meede gedaan, onder byvoeging dat daar den Admiraal aanleiding heeft gegeeven, tot de Maatregulen genoomen tot het evacueeren van Baaifals , men hem verantwoordelyk Steld voor alle nadeelen, die uit diefte en moedwil, door wie het ook zyn mooge zullen worden toegebracht, - zo is dan ook by de meerderheid des Raads beslooten dezelve propositie te converteeren in een Resolutie deezes Raads, zo als geschied by deeze, zullende dus het aanschryven aan den adjunct Resident der Baaifals dienvolgens afgaan
Na dit alles geliefde den Edelen Heer Commissaris den Raade te bedeelen, dat zyn Ed uit aanmerking dat de Arthillerie in de tegenswoordige omstandigheeden op onderscheidene plaatzen moet worden gedetacheerd en zich daar door een Capitein, een Capitein Lieutenant en drie officieren gestadig bevinden aan Muizenburg , een officier by het fort de Knocke , een op de groote Moulje een in de van Campsbaai , mitsgaders een Capitein Lieutenant en een officier in de Houtbaai en dus het getal der officieren in deeze tyden niet toereikende zyn omme alle de takken van den zwaaren dienst van ‘t Arthillerie Corps te kunnen waarneemen, te meer daar den Capitein van de Graaff en den Capitein Lieutenant Langerman continueel moeten geëmploeieerd blyven de eerste als opziener over het ambagts quartier, en de tweede als Commis der Arthillerie Magazynen, dies met den Heere Collonel Gordon als Chef van S Comp: Militie ten deezen Gouvernemente hadt moeten besluiten om by het gezegd Arthillerie Corps de volgende bevorderingen en aanstellingen te moeten doen als
Tot Capitein effectief
den Capitein Lieutenant Christiaan Godlieb Schildbach.
Tot Capitein Lieutenant
den Lieutenant Johan Willem Christiaan Schiechard
Tot Lieutenant
de ordinaire Vuurwerker Lucas Fredrik Frisscher
Tot ordinaire Vuurwerker
de extra ordinaire Vuurwerker Frans Myer en
Tot extra ordinaire vuurwerker
de Bombardier Johan Henrich Wolburg
alle met de tot deeze qualiteit Staande gagie emolumenten en gewoone verbanden, doch ter nadere geëerde approbatie van de Ilustre Vergadering van Zeeventhienen
Aldus Geresolveerd en Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorschreven
[Signed:] A: J: Sluijsken
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] C: Brand
[Signed:] W: S: V: Rijneveld
[Signed:] E: Bergh.
[Signed:] My present G: F: Goetz Secret:s
C. 231, pp. 411-418.¶
Donderdag den {17950709} 9 July 1795
‘S voormiddags alle present, behalven de Heeren Gordon en Van Reede van Oudshoorn
Aanvankelyk geliefde den Edelen Heer Commissaris ter Tafel te produceeren eene Missive door den Heere admiraal Elphinstone aan den adjunct Resident der Baaifals Johannes Henricus Brandt geschreeven, luidende
‘His Britannick Majesties Ship Monarch Simons Bay [.....] July 1795.’
‘Sir!’
‘In concequince of your information that the Slaves and Inhabitants had leave to use the greens also the dutch Ships, I Shall use the vegetables out of the Gardens, round the point, i am ready to make payment to the proprietors’
‘I am’
‘Sir!’
‘Your most obedient humble Servant.’
’/:signed:/ G: K Elphinstone’
‘en volgens dies Translaat in het Hollandsch’
‘Aan boord van zyne Brittannische Majesteits Schip Monarch , en de Simons baai den [.....] July 1795’
‘Myn Heer!’
‘Ingevolge Van UE informatie dat de Slaaven en Ingezeeteen zo wel als de Hollandsche Scheepen vryheid hadden om de groentens te gebruiken, zal ik gebruik maaken van de Groentens uit de Thuinen rondom den hoek, en ik ben bereidwillig om de Eigenaars daar voor te betaalen’
‘Mijn Heer!’
‘UWel Ed: gehoorzame en ootmoedige dienaar’
’/:get / G K Elphinstone.’
‘Accordeert met het origineel uit het Engelsche getranslateerd door my / get:/ C G Hohne gezw transl:r’
‘mitsgaders het antwoord daarop door den gemelde adjunct Resident gegeeven’
‘Aan den Hoog Ed Gestr: Heer Sir George Keith Elphinstone Ridder van ‘t Bat vice admiraal van de witte vlag Commandant en Chef van zyne Brittannische Majestys Esquader in Simons baai ‘
‘Hoog Edele Gestrenge Heer!’
‘Ik heb de Eer UW Hoog Edele Gestrenge op desselvs geëerde Letteren te informeeren, dat de groentens uit de Thuinen door de Slaaven en Mattroossen van de Hollandsche Scheepen gehaald, door my is gepermitteerd geworden - dan daar U Hoog E Gestr: de betaling gaarne wil geeven voor de groentens die op U Hoog Edele Gestr: ordres zal worden afgehaald. /: buiten toestemming:/ moet ik UW Hoog Ed Gestrenge bekennen, daarover geen betaling te kunnen vorderen terwyl de Thuinen de E Comp:e is toebehoorende, en door de Wel Ed Groot Achtb Heere Commissaris gelast ben geene provisien hoegenaamd, aan de Engelsche Scheepen te laaten toekoomen, dog met geweld weg haalende, ben ik buiten Staat hetzelve te kunnen wederstaan’
‘Ik heb de Eer my met alle hoogachting te teekenen.’
‘Hoog Edele Gestrenge Heer!’
‘UW Hoog Edele Gestr: onderdanige en gehoorzamen dienaar’
’/: get / J H Brandt.’
’ Simons baai den 8 July 1795’
‘van welk een en ander verstaan is deeze aanteekening te houden’
Vervolgens wierd door den Edelen Heer Commissaris den Raade gecommuniceerd, dat zyn Ed uit Baaifals Rapport hadt ontfangen dat het Amerikaans Scheepje Columbia gisteren hadt Baaifals verlaaten; mitsg:s van den posthoudende Sergeant in Saldanhabaai dat het Engelsch Freguat het welk aldaar heeft geleegen eergisteren was vertrokken, zonder eenige andere moedwil, dan het doodschieten van eenige Hoenders en het plukken van wat groentens op de verlaaten plaatsen te hebben gepleegd
Hierna wierd door den Edelen Heer Commissaris den Raade te kennen gegeeven, dat de Burgers Sebastiaan Valentyn van Reenen en Jacobus Arnoldus van Reenen, aan zyn Ed reeds voor eenige daagen hadden gepresenteerd omme een aan hem toebehoorende kleine Cotter genaamd de drie Gebroeders , de welke zich in Saldanhabaai bevind te willen laaten dienen om zodanige berichten als deeze Regeeringe nodig mogt oordeelen naar Batavia over te doen brengen, derwaards te vervoeren. - dat zyn Ed verzeekerd van de onmogelykheid om het gemeld Kieltje uit Saldanhabaai te laaten zeilen zo lange zich aldaar een Engelsch Schip bevind, deeze prensentatie in bedenking hadt gehouden, - te meer daar zyn Ed uit de Missive door den Heer Capitein Dekker Sub dato 20 Juny laatstll: geschreeven; houdende Communicatie van zy Ed voorneemen om naar Batavia te vertrekken, ten einde de omstandigheeden van het Vaderland en van deeze Colonie aan de hooge Commissaris meede te deelen, en zyn Ed daarop gevolgd depart uit Baaifals , heeft vermeend te moeten opmaaken, dat dezelve berichten Spoedig te Batavia zullen weezen overgebracht, doch dat zyn Ed by overweeging van de noodzakelykheid om niets onbeproefd te laaten wat Strekken kan om van de zyde deezer Regeeringe altoos kunnen probeeren dat niets onbezocht is gelaaten om de uit het Vaderland ontfangen tydingen en de omstandigheeden deezer Colonie naar Batavia over te brengen vermeend hadt, omme daar het Engelsch Schip de Saldanhabaai hadt verlaaten, en dus de gezeide Sloep geen hindernissen in het uitzeilen van die Baai kan ontmoeten, thans aan den Raade te moeten proponeeren omme het aanbod door de voormelde gebroeders van Reenen gedaan te accepteeren, over welk een en andere gedelibereerd zijnde, zo is uit aanmerking van de verpligting deezer Regeering omme alle geleegendheeden te accepteeren, ten einde zo de situatie van de Zaaken in het Vaderland, waartoe denkelyk het in Baaifals door de Engelschen opgehouden Amerikaansch Schip Columbia besteld, was, als de omstandigheeden deezer Colonie ter kennisse van de Hooge indiase Regeering te doen toekoomen, - by de Raade goedgevonden en dienvolgens beslooten het aanbod door de voormelde gebroeders Van Reenen gedaan om daartoe hun vaartuig de drie Gebroeders te willen laaten dienen te accepteeren, zullende daaromtrend door den Edelen Heere Commissaris de nodige Schikkingen en conditien worden gemaakt.
Aldus Geresolveerd en Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorschreven
[Signed:] A: J: Sluijsken
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] C: Brandt
[Signed:] W: S: V: Rijneveld
[Signed:] E: Bergh
[Signed:] My present G: f: Goetz Secret:s
C. 231, pp. 419-422.¶
Donderdag den {17950709} 9 July 1795
‘S avonds alle present, behalven de Heeren Gordon, Van Reede van Oudshoorn en Bergh
Geliefde de Edelen Heer Commissaris den Raade te bedeelen dat heeden namiddag op de buiten Rheede der Tafelbaai gearriveerd zynde het in Baaifals geleegen hebbend Amerikaans Schip Columbia , gevoerd by den Schipper William Maley, zyn Ed direct den Equipagiemeester Jan Arnould Voltelen naar boord hadt gezonden met last het gemeld Schip binnen te helpen brengen, de papieren welke zich nog aan boord mogten bevinden af te vraagen en den Schipper te gelasten voor als nog niet aan wal te koomen en geene communicatie met iemand te houden; dat gemelde Equipagiemeester zich van deeze last gekweeten hebbende, aan hem Edele Heer Commissaris heden avond hadt ter hand gesteld eenige van den Schipper Maley tegens recepisse ontfangen papieren, alle tot ‘t Schip betrekkelyk, onder welke zich bevond translaat van de Cherteparty volgens welke het gedacht Schip by de Wel Edele Groot achtb Heeren Bewindhebberen ter Kamer Amsterdam was ingehuurd tot het overbrengen van depêches zo naar dit Gouvernement als naar Batavia, mitsgaders een ongeteekend Extract uit het Journaal over het geen gemeld Schip zedert desselvs aankomst in Baaifals tot dies vertrek van daar, van weegens de Engelschen Vloot is wedervaaren, en een origineele declaratoir of certificaat door den Engelschen admiraal Elphinstone verleend en geteekend, over het opeisschen en afneemen der depeches voor deezen uithoek en Indias Hoofdplaatze; dat voorts den Equipagiemeester aan hem Edelen Heer Commissaris hadt gerapporteerd, de gemelde Schipper Maley te hebben afgevraagd of hy nog geene brieven ofte andere, in Nederland ontfangene papieren aan boordt had, zulks met neen was beantwoord, doch dat hy Equipagiemeester hadt ontdekt dat zich een officier der Engelsche Vloot aan boord bevond, welke zich met het afgeeven der Papieren en het vorderen der recepisse van hem Equipagiemeester hadde geëmaneerd; en dat laatstelyk den Schipper Maley hadde gedeclareerd alleen naar deeze Rheede te zyn gekoomen om eenige weinige provisien inteneemen tot voortzetting van zyne verdere reize - doch dat alle deeze omstandigheeden by elkanderen genoomen, het gedrag van den vermelde Schippper William Maley, en het overneemen van een Engelsche officier aan hem Edelen Heer Commissaris ten hoogsten Suspect voorgekoomen zynde, zyn Ed nog deezen avond een Militaire wagt aan boord van het Schip Columbia hadt doen plaatzen om alle communicatie van dat Schip met andere Scheepen dan wel met de wal te beletten; dat hy Edelen Heer Commmissaris vermeende hierinne te moeten continueeren, tot dat zyn Ed morgen octhend den Schipper Maley door den Equipagiemeester aan boord zou hebben doen afhaalen en naar dit Casteel geleeden om hem aldaar zelf te ondervraagen en als dan tot een finaal besluyt omtrend het gedacht Schip te kunnen koomen, met al het welk de Heeren Leeden des Raads zich geconformeerd hebbende zo is verstaan daarvan deeze aanteekening te houden
Aldus Geresolveerd & Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorschreeve
[Signed:] A: J: Sluijsken
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] C: Brandt
[Signed:] W: S: V: Ryneveld
[Signed:] My present G: f: Goetz Secret:s
C. 231, pp. 423-426.¶
Vrydag den {17950710} 10 July 1795
‘S voormiddags present de Edele Heer Commissaris den Heere Gezachhebber en de Heeren Leeden Le Sueur de Wet Brandt en van Ryneveld
Geliefde den Edelen Heer Commissaris den Raade te bedeelen dat den Capitein van het op gisteren ter deezer Rheede gearriveerd Amerikaansche Schip Columbia William Maley heeden morgen door den Equipagiemeester Voltelen ten deezen Casteele gebracht zynde, aan hem Edelen Heer Commissaris hadt verzocht de ordres van dit Gouvernement om of naar Nederland of naar Batavia te vertrekken, zyn Ed: de vergadering expres hadt laatenn convoceeren om te overleggen wat in deeze behoorde te worden gedaan, waar over gedelibereerd en daarby in aanmerking genoomen Zynde, dat daar de gemelde Schipper door het overgeeven zyner Papieren aan den Engelschen admiraal, niet alleen is afgeweeken van de verpligting waaronder hy by zyn Cherteparty als vervrachter is gelegd, maar Zich ook ten eenenmaale buiten Staat vind gesteld te voldoen aan het oogmerk Zyner afzending om de geene van dezelve depêches welke voor Indias hoofdplaatze waaren bestemd, derwaards over te brengen, zonder dat deeze Regeeringe in de teegenswoordige omstandigheeden deezer Colonie en het door den Schipper reeds gehouden gedrag, zou durven of kunnen overgaan, om aan het gemeld Amerikaans Scheepje eenige tydingen van aanbelang het zy voor het Vaderland dan wel voor Indien meede te geeven als zeer zeeker kunnen vaststellen, dat dezelve zouden worden onderschept, te meer daar door den Equipagiemeester is ontdekt en door den Capiteine zelfs erkend een Engelsche officier van de in Baaifals leggende Vloot aan boord te hebben, - en teffens dat de voorzictigheid echter vorderd het gemeld Schip zo Spoedig mogelyk van deezen uithoek te verwyderen, ten einde voor te koomen dat door den gezegde Engelsche officier geen teekeningen opneemingen ofte peylingen worden gemaakt ofte gedaan, om welk te verhinderen zelfs een onderofficier en 14 Soldaaten aan boord zyn geplaats, - zo is by den Raade beslooten by eene Missive aan den Heer advocaat der E Comp:e M:r Petrus Jacobus Guepen kennisse te geeven van den aankomst van het gezegd Schip Columbia , het geen daaromtrend is gebeurd en het gedrag door dies Capitein gehouden, - zullende dezelve Missive aan den Schipper Maley worden afgegeeven, en hen daarby aangezegd dat hy daarmeede vertrekken moet terwyl dezelve Schipper welke den Edelen Heer Commissaris onder opzicht van twee Officieren ten deezen Casteele heeft doen verblyven, door den Equipagiemeester wederom directe naar boord zal worden geleid, zonder zich wederom naar Wal te moogen begeeven
Aldus Geresolveerd en Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorschreve.
[Signed:] A: J: Sluijsken
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] C: Brandt
[Signed:] W: S: V: Rijneveld
[Signed:] My present G: f: Goetz Secret:s
C. 231, pp. 427-435.¶
Vrydag den {17950710} 10 July 1795
‘S avonds alle present behalve de Heeren Gordon, Van Reede Van oudshoorn en Bergh
Wierd door den Edelen Heer Commissaris ter tafel geproduceerd de Missive door zyn Ed ingevolge het besluit deezer tafel van heeden morgen aan den Heere eerste advocaat der generale nederlandsche oost indische Compagnie M:r Petrus Jacobus Guipen geschreeven, om aan den Capitein William Maley voerende het Amerikaansch Schip Columbia ter hand gesteld te worden, luidende dezelve Missive als volgd
‘Patria’
Aan den Wel Edele Gestr: Heere M:r Petrus Jacobus Guipin eerste advocaat van de generale Nederlandsche geoctroieerde oost indische Comp:e resideerende te Amsterdam
‘Wel Edele Gestrenge Heer!’
‘Ik heb de Eer de Heeren Bewindhebberen by deeze kennisse ge geeven, dat het Columbia gevoerd door den den Schipper William Maley op den 29 Juny J l: by zyn inkoomen in Baaifals ter ordre van de zich aldaar met drie Scheepen van 74, drie van 64, mitsg:s twee Fregatten en twee kleiner Scheepen bevindende Engelschen Admiraal Elphinstone, is gearresteerd, en den Capitein zyn depeches zo voor Batavia als dit Gouvernement afgeeischt en genoomen, waarna het gemeld Schip op gisteren alhier is aangekoomen, zonder eenige papieren als een Translaat van zyne Cherteparty en alle andere tot het Schip zelfs betrekkelyk, terwyl gedachte admiraal aan ons heeft toegezonden eenige door hem geopende brieven’
‘Myne beoordeeling over het gedrag van den gem: Capitien Maley tot eene nadere gelegendheid uitstellende, laaten de teegenswoordige omstandigheeden my alleen toe om welgemelde Heeren Bewindhebbren verder te berichten, dat gem: Admiraal Elphinstone ons by zyn arrivement alhier met toezending eener Brief van den Heere Prince van Orange, uit keur op den 7 February Jongstleeden gedagteekend op den 11 Juny eerst heeft aangebooden de adsistentie van zyne Groot Brittannische Majesteit en daarna by proclamatie ons en de Ingezeetenen heeft geinvitteerd en gerequireerd om de Colonie onder de protectie van zyne gedachte Majesteit te Stellen, tot de Republiek zoude hersteld weezen, en ‘t welke wy beneevens alle de Burgers en opgezeeten van den hand geweezen hebben, te zamen vast beslooten hebbende om getrouw te blyven aan den Eed aan den Lande gedaan, en dus de Colonie tot het laatste toe te verdedigen, te beschermen en ‘t Land zelfs voor de wettige Souverain te bewaaren, - waartoe alle bewooners der buiten districten, met allen yver herwaards zyn gekoomen, en de voorige verschillen die gereezen waaren in het district van Zwellendam en verders, Schynen vergeeten of ten minsten en deeze omstandigheeden geheel en al ter zyde gesteld te hebben’
‘Ondertusschen hebben de Engelschen het Schip de Jonge Bonifacius dat van Batavia is aangekoomen mitsg:s de uitkomende Scheepen de Geertrui en de Willemstadt & Boetzelaar in beslag genoomen en tot na toe verhinderd herwaards te komen, buiten hetwelke er nog geen vyandelykheeden hebben plaats gevonden, - doch ik mag niet verzwygen, dat zo de Engelschen onderneemen om de Kaap te willen neemen zy oneindig meerder resistensie zullen vinden, dan zy verwagten, de animositeit is tot den hoogsten top geklommen, en het bloedbad zal veschrikkelyk zyn, - terwyl dan zelfs wanneer voor een overmagt mogten moeten bukken, het nut hetwelk de Engelschen als dan van de Kaap zullen kunnen trekken weinig weezen zal’
‘Ik hoope dat UWelEdele Gestr myne brief per het deensch Schip Cronenborg afgezonden wel zult hebben ontfangen’
‘Waarmeede de Eer heb met gedistingueerde hoogagting te zyn.’
‘Wel Edele Gestrenge Heer’
‘UWel Edele Gestr zeer ootmoedige en onderdanigen dienaar’
’/:get / A J Sluysken’
‘In ‘t Casteel de Goede Hoop den 10 July 1795’
met welke Missive de Heere Leeden des Raads zich geconformeerd hebbende zo is verstaan dezelve op morgen ochtend aan den gezeide Schipper Maley door den Equipagiemeester ter hand te doen stellen ten einde daarmeede te kunnen vertrekken
Voorts geliefde den Edelen Heer Commissaris den Raade te bedeelen, dat den genoemde Schipper Maley aan zyn Ed verzoek gedaan hebbende om van eenige weinige provisien en benodigdheeden voor de Reize te worden voorzien, zyn Ed den Equipagiemeester Jan Arnoud Voltelen hadt geauthoriseerd dit een en ander in te koopen en naar boord te doen brengen, ‘t zy tegens Contante betaling aan den Schipper Maley dan wel teegens behoorlyke recipisse door hem te verleenen, met aantooning van het kostende der ontfangen goederen, ten einde dies kostende vervolgens uit S Comp:s Cassa aan den gezeide Equipagiemeester te kunnen Laaten voldoen
Hierop wierd door den Edelen Heer Commissaris den Raade communicatie gegeeven van de brieven, welke zyn Ed uit Baaifals hadt ontfangen by welk zich bevond het Rapport dat de Engelschen admiraal op ieder der in gedachte Baai leggende Hollandsche Scheepen hadt geplaats een offcier een Cadet en Zes Mattroozen, en aan elk der gezeide Schippers hadt toegezonden eene ordre luidende als volgd.
‘By the Honorable Sir George Keith Elphinstone K B Rear admiral of the white & Commander in Chief &:a &:a &:a’
‘Whereas I: understand that great waste and damage is done to the property of the dutch East india Company every night by order of the Government and have reason to believe het hath Send or intends to Send orders of a Similar nature to the Ships in the Bay and to set fire to them, which will endanger those of His Majesty’s under my Command, therefore to prevent any Such mischievous intentions from being put into execution I find my self obliged to Send officers and men on Board to watch and make known any irregularity that may take place’
‘Given on Board His Brittannick Majestys Ship Monarch Simons Bay 9:th July 1795’
’/:signed:/ G K Elphinstone’
‘To the Commanders of the Dutch Ships in Simons Bay ‘
‘By Command of the Rear admiral’
’/ signed / John Jackson’
‘En volgens dies Translaat in ‘t Hollands’
‘Van weegens den Hoog Edele Gestr Heer Ridder Baronet George Keith Elphinstone Schoutbynacht en Commandant en Chef & & &:a’
‘Nadien ik verneem dat groote vernieling en Schaade alle nachten op ordre van den Gouverneur aan het Eigendom der Hollandsch oost indi Comp:e werd toegebracht, en reedenen hebbe om te gelooven dat hy gezonden heeft of voorneemens is te zenden ordres van eene gelyke aart aan de Scheepen en deeze Baai om dezelve in Brand te Steeken, hetwelk die van zyne Majesteit, onder myn bevel, en gevaar zal Stellen, zo is ‘t dat ik ten einde voor te koomen dat geene diergelyke verderflyke voorneemens ten uitvoer worden gebragt my verpligt vinde om officieren en Manschappen aan boord te zenden, omme te waaken en bekend te maken alle ongeregeldheeden die er plaats mogten hebben’
‘Gegeeven aan boord van Zyne Brittanische Majesteits Schip Monarch in den Simons baay den 9 July 1795’
’/: get / G K Elphinstone’
‘Aan de Gezaghebbers der hollandse Scheepen in de Simons baay ‘
‘Ter ordre van den Heere Schout by nacht’
’/ get / John Jackson’
‘Accordeert met het origineel uit het Engelsch getranslateerd door my /:get / C G Hohne gezw Transl:t’
Laatstelyk wierd doord den Edelen Heer Commissaris den Raade bedeeld dat zyn Ed ingevolge het besluit op gisteren morgen genoomen, met de Gebroeders Sebastiaan Valentyn van Reenen en Jacobus Arnold en van Reenen in overleg was getreeden over de Conditien op welke hun vaartuig de drie Gebroeders aan de Compagnie zoude willen verhuuren, om depeches van dit Gouvernement voor Batavia derwaards over te brengen, en dat zyn Ed dien aangaande met de gemelde Gebroeders van Reenen hadt geslooten het volgend Contract
‘Aangezien aan my ondergeteekende raad ordinair van Nederlands india, mitsg:s Commissaris over Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a door de Kooplieden van Reenen & Comp:e is vertoond geworden dat dezelve in de Saldanhabaai hadden leggen hun Kotter, dewelke in deeze toestand ter nutte, zoude kunnen dienen, zo verklaare met dezelve te zyn overeengekoomen, dat dezelve Kotter geduurende, zo veele maanden als my zal goeddunken, ter myner dispositie zyn zal, en welken door van Reenen & Comp:e dan ook blykens hun meede onderteekening aan my word overgelaaten, om daar meede te laaten navigeeren, naar zodanige plaatzen of Landen als my zulks zal goed dunken, onder conditie dat dezelve Kotter boven de drie man, welke daar thans op worden gevonden, zal moeten worden voorzien met nog drie man, ten keuze van my ondergeteekende, waaronder een bekwaam officier zich zal bevinden’
‘dat ik voorts zal zorgen, voor de mondbehoeftens zo van brood, of Beschuit, Vleesch en wat verder tot het doen van zodanige Reize benodig zyn zal’
‘dat ik dezelve Kotter boven de Zeilen welke daarop thans worden gevonden, noch zal voorzien van een Stel bekwaame Zeilen, en door den posthouder in de voorm: Baai, doen geworden de benodigde watervaaten’
‘dat al het geen van hier zouden moeten worden getransporteerd, franco zal moeten worden gebracht tot aan de ganzekraal , van waar hetzelve door gem: van Reenen & Comp:s zal worden getransporteerd, teegens behoorlyke voldoening der kosten, naar de Saldanhabaai , dat geen van Reenen & Comp:e, daarvoor zullen genieten het volgende, het welk ik verklaare aan te neemen, aan hun te zullen opleggen en betaalen, als’
‘’S maandelyks voor huur van de voorsch kotter eene Somma van Een Hondert en Vyftig Ryksdaalers indische valuatie, de Soldy der officieren, en Mattroozen als op gem Kotter zyn, en door my zullen worden goedgevonden noch daarop te Stellen - noch daarop te Stellen’
‘dat ik voorts voor myn Reekening neeme zodanige avaryen als gem: Kotter zoude mogen voorkoomen, mitsg:s alle kosten, welke by het inloopen van een of ander haven zullen moeten worden betaald, en eindelyk dat ingevalle het welk Godt verhoede, dezelve kotter op eenigerhanden wyze, zouden moogen komen te verongelukken, niet weder mogt kunnen te rug keeren, of in vyandelyke handen geraaken, dat ik als dan aan gem: Van Reenen & Comp:e in promptis zal opleggen en betalen eene Somma van acht duizend Guldens kaapse valuatie’
‘voorts alles onder verband als na rechten, zynde hier van geformeerd twee eensluidende’
‘In ‘t Casteel de Goede Hoop den 10 July 1795.’
’/ get / A J Sluysken’
‘Wy ondergeteekende van Reenen & Comp:e verklaaren het voorenstaande te accepteren, en ons daarna te zullen gedraagen, onder verband van ons Schip, mitsg:s perzoonen en goederen als na rechten’
‘Actum Kaap de Goede Hoop den 10 July 1795’
’/ get / van Reenen & Comp:e’
‘in welk Contract alle Heeren Leeden des Raads genoegen hebben genoomen’
Aldus Geresolveerd en Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorschreven
[Signed:] A: J: Sluijsken
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] C: Brandt
[Signed:] W: S: V: Rijneveld
[Signed:] My present G: f: Goetz Secret:s
C. 231, pp. 439-451.¶
Zondag den {17950712} 12 July 1795
‘S avonds alle present
Geliefde den edelen Heer Commissaris ter tafel te produceeren vier Missives door den Adjunct Resident der baaifals Johannes Henricus Brand aan zyn Ed: geschreeven, luidende als volgd.
‘Wel Edele Groot Achtb: Heer!’
‘Op ‘t ogenblik dat de Heer Luit: Collonel de Lille my laat weeten dat er 6 Man van hem gedeserteerd zyn, komt my de ondermeester rapporteeren, dat door den Engelsche Doctor die by het Juff:w Auret logeert met twee Slonjes zeijn is gedaan, als meede van ‘t hospitaal alhier is waarop door den Admiraal Contra zeij, met het den van een Schot, en heijssen van twee Lanthaarns is beantwoord - voorlopig geeve ik UWelEdele Groot Achtb daarvan kennisse - ik zal alles met geluld en bedaardheyd kloekmoedigd afwagten’
‘Ik blyve met alle hoogagting’
‘WelEdele Groot Achtb: Heer’
‘UWelEd: Groot Achtb: zeer gehoorz: Dienaar’
’/:get:/ J: H: Brand.’
’ Simonsbaay den 11 July 1795 1/4 over 7 uuren’
‘Wel Edele Groot Achtb: Heer!’
‘Zo dra ik myn voorlopig rapport om 1/4 over 7 uuren gisteren avond aan UWelEdele Groot Achtb: hadde afgezonden heeft my den Admiraal om 9 uuren een zyner officieren met de Secret:s van den Generaal aan de wal gezonden my afvraagende, of er ook eenige gewapende burgers alhier in de Baay waaren aangekomen, om reede dat een van de Chirurgyns in het Hospitaal leggende, Sein hadde gedaan, dat daaromtrend gewapende volk waaren, waarop ik hem ten antwoord gaf, dat hier twee burgers zyn geweest, my Communiceerende uijt naam van den Heer Overste de Lille dat er Zes van zyne Soldaten waaren gedeserteerd, en of ik op die Lieden acht wilde geeven, zo ze alhier aankwamen’
‘den Luitenant heeft my toen gezegd ordre van den Admiraal te hebben, my aan te zeggen.’
‘dat hy Admiraal direct op ‘t doen der Sein van ‘t Hospitaal Een Major met 200 gewapende Soldaten na een van de Stranden had gezonden, om hun de pas af te snyden, met ordre niemand te laten passeeren, maar alles aan te houden en aan boord te brengen, en dat deeze Post eens verlaaten, hy Admiraal niet zal tollereeren dat er ‘s nagts gewapend volk alhier aankomen, om zyne Zieken te ontrusten, maar by weder verschyning van diergelyke Manschapppen directe daarop zoude laaten vuuren en Soldaaten aan de wal Setten’
‘Om dat de heer Secret:s my teffens daar by heeft verzeekert, dat zo lange het volk aan Land waaren geen Mensch konde passeeren, en ik alhier geene pandouren heb die andere weegen weeten, heb ik best gedagt hier meede zo lange te vertoeven, tot dat de gelegendheid zig præsenteert’
‘Ik verzoeke zeer vriendelyk my daaromtrend ordres te willen zenden hoe my te gedraagen.’
‘Ik beveele UWelEdele Groot Achtb in Jehova’s dierbaare protexie en heb d’ Eer my met alle hoogagting te teekenen.’
‘UWelEdele Groot Achtb gehoorzaame en onderdanige Dienaar’
’/:geteekend:/ J: H:k Brand’
’ Simons baay den 12 July 1795. ‘s morgens 1/4 voor 4 uuren.’
‘Wel Edele Groot Achtb: Heer!’
‘Heeden morgen om 9 uuren is Een Engelsch Officier met circa 25 Man, die de gantsche Nagt post hebben gehad op de Battery Zoutman , van gem: Battery na ‘t Zeehoofd koomen aanmarcheeren, en met een Boot na boord gevaaren’
‘De Twaalff Pandouren die gisteren avond van de Muyzenburg alhier zyn gekomen om Pylaaken te haalen, zyn voor een gedeelte door de Engelsche opgebracht en in ‘t Hospitaal geplaats en de overige die hun ontkomen zyn hebben de Pakken met Pylaaken in de Steek gelaaten.’
‘Ik ben ook van ter zyde geinformeerd dat eenige nagten agter een 20, 30 Ja tot 40 Pandouren in de Baay zyn geweest, en zo men zegd om de goederen van de Heeren Munnik en Hurter af te haalen, waarvan niets heb geweeten als heeden morgen thans hebben de Engelschen de passage verlaaten, dog by nacht zullen alle wederom bezet worden volgens gerugten’
‘Ik verzoek zeer vriendelyk ten eersten te mogen weeten, hoe ik my verder zal gedragen, alzo reeds gewapend volk aan den wal zyn geweest’
‘Ik blyve met waare agting’
‘WelEdele Groot Achtb: Heer!’
‘UwelEd: Groot Achtb: gehoorzaame en onderdanige Dienaar.’
’/:get:/ J: H: Brand’
’ Simons baay den 12 July 1795. half 10 uuren ‘s morgens’
‘Wel Edele Groot Achtb: Heer!’
‘Na dat ik myne vorige hadde afgezonden, heeft den Admiraal my Zeeven p:s pylaaken, Een Zadel en Een kistje van de Heer Hurter aan de wal gezonden, die zyn Soldaten gisteren avond van de Pandouren en Jongen hebben afgenomen met deeze boodschap door den Heer Pringle’
‘dat ik de burger Capitijn in het Campement moeste aanschryven, van voortaan geen gewapend Volk en potrouilles’s nagts na herwaards te zenden, alzo dezelve alle zonder genade zoude dood geschooten worden, om dat hy niet wil dat zyn hosp:tl alhier ontrust zal worden, maar over dag zo veel hy wilde. - ik heb hierop geantwoord dat ik dit niet aan den burger Capityn maar aan UWelEdele Groot Achtb: als myn wettige gebieder zoude aanschryven - ook heeft gem:de Heer Prengle my uijt naam van den Admiraal gezegd, dat hy ‘t Kisje van de Heer Hurter heeft geopend, en daarin eenige brieven van de Heer Pelgrom na Mauritius geaddresseerd, die de jonge by zig had heeft ingedaan, met de zyde en buiten die daarin waaren geweest. - Ik zal deeze Kisje zo lange onder myn bewaring houde, tot nader aanschryving van UWelEd Groot Achtb’
‘De Ses Soldaaten die uyt het Campement gedeserteerd Syn, heeft my den Admiraal weeten laaten, dat ze by hem aan boord zyn, en dat hy hun zal aanneemen en beschermen - en zo veel meer als er nog komen mogten,’
‘Alzo de vyf Hottentotten of Pandouren die weder te rug zyn gekomen, zo de Admiraal zeg vry zyn, heeft zyn Ed: aan hun gelaaten of de in zyner dienst willen treeden dan te rug keeren, dog se hebben de eerste gekoosen en zyn thans in zijenen dienst overgegaan.’
‘Ik beveel UWelEdele Groot Achtb: in Jehova’s dierbaare bescherming en heb de Eer met alle agting te teekenen.’
‘Wel Edele Groot Achtb: Heer!’
‘UWelEd: Groot Achtb: gehoorzaame en onderdaanige Dienaar’
’/:get:/ J: H: Brand’
’ Simons baay den 12 July 1795 half een uur’
‘P: S: onder het Schryven deeze, koomen de Admiraal en de Generaal zelfs aan de wal en bevestigen de boodschap door de Heer Pringle aan my gedaan in perzoon’
na lecture van alle welke Missives door den edelen Heer Commissaris van de Heeren Leeden des Raads wierd afgevraagd derzelver advyzen, of men na al ‘t geene de Engelschen zich hebben onderstaan den Adjunct Rezident in baaifals zal laaten verblyven, dan wel herwaards doen komen.
De Heer Gezachhebber Rhenius was van gevoelen, dat den Adjunct Rezident nog in Baaifals behoord te verblyven, om dat er zich nog eene aanzienlyke quantiteit ‘S Comp:s Goederen bevind, welke Zo hy de Baaifals verlaat zeer waarschynlyk door de Engelschen zullen worden geroofd of vernield, en bovensdien om dat men door den Adjunct Rezident te doen opkoomen, de baai ten eenenmale zoude evacueeren, en het domicilium daarvan overlaten aan de Engelschen, zo dat zyn Ed: tot nog toe na zyn Ed: inzien, geene noodzaaklykheid ziet om den Adjunct Resident te doen opkoomen.
de Heer Gordon zich geconformeerd hebbende met het gevoelen van den Heer Gezachhebber, betuigde den Heere le Sueur te vermeenen, dat het verblyven van een Resident in baaifals door het gedrag der Engelschen en de daaruit voortgevloeide omstandigheeden nodeloos is geworden, doch dat wanneer de quantiteit Goederen welke ‘s Compagnies weegen, zich aldaar bevinden zo aanzienlyk is, ‘t als dan nodig zoude zyn, iemand als Pakhuisbewaarder op de post te laaten verblyven, waartoe zyn Ed vermeende, dat zou kunnen werden gebruykt de Sergeant aldaar, als een geschikt Man, aan wien men de Sleutels kan toevertrouwen.
de Heer de Wet was van gevoelen, dat dewijl de Engelschen het belletten der Communicatie met baaifals des nachts voorwenden te zyn geschied om hunne zieken niet te willen ontrust hebben, en dat zy de Goederen van de Hottentotten afgenoomen, wederom te rug hebben gegeeven, men by dag moest probeeren, om met een wagen Goederen uit baaifals te haalen, omme wanneer zulks meede door hen mogt worden belet, als dan den Adjunct Rezident benevens alle anderen herwaards te doen koomen - vermits de aangelegendheid van ‘s Compagnies Goederen, welke zich nog in baaifals bevinden, het verblyf van den Adjunct Rezident anderzints noodzaaklyk zou maaken.
de Heer van Reede van Oudtshoorn is van gevoelen dat dewyl de Engelschen reeds gewapend Volk in Baaifals aan Land hebben gezet, en den Adjunct Resident ordres gegeeven, dezelve Adjunct directe herwaards behoord te komen, en dat terwyl de zich aldaar nog bevindende Goederen der E Compagnie niet dan met het grootste gevaar uit Baaifals kunnen worden gehaald, door dien, de Ossen en Paerden, welke daartoe mogten worden geëmployeerd, door hen zouden kunnen worden gebruykt tot het vervoeren van Geschut om ons daarmeede aan te vallen, men alle Equipagiegoederen en anderen behoorden te vernietigen of onbruikbaar te maaken zo als omtrent de provisiën is geschied
de Heer Brand is van gevoelen, dat dewyl alle Communicatie tusschen de Kaap en de Engelschen is afgesneeden, en zy niet alleen gewapend Volk aan Wal hebben gezet, maar ook aan den Adjunct Rezident vyandelyke dreigementen hebben gedaan, de gemelde adjunct Resident herwaards behoord te koomen, te meer daar wanneer de Engelschen ‘s Compagnies Pakhuizen en Goederen mogten willen overmeesteren by hoegenaamd geen macht of vermogen zou hebben zulks te beletten of te verhinderen.
de Heer van Ryneveld adviseerd, dat terwyl de Engelschen ons grondgebied als nu volkomen hebben gevioleerd, door gewapend Volk aan Land te zetten, onze patrouilles te verhinderen, en onder het doen van vyandelyke dreigementen aan den Adjunct Rezident die onder de hollandsche vlagge aldaar deeze Regeeringe representeerd, Stellige ordres te geeven - dezelve Adjunct Resident uit baaifals herwaards behoord te koomen, na zo veel mogelyk zal zyn alle de Equipagiegoederen, welke de Vloot te Stade zoude kunnen koomen, onbruikbaar te hebben gemaakt.
de reedenen welke de meeste der Heeren Leden hebben bygebracht tot het doen herwaards koomen, van den Adjunct Resident zyn de Heer Bergh allesints plausibel voorgekomen, dat daar het zyn Ed: van den uitterste noodzaaklykheid voorkomt, dat deeze Regeeringe, geinformeerd worde van het geen in Baaifals omgaat, vermeend zyn Ed: dat den Adjunct Resident of een ander vertrouwd perzoon in Baaifals behoord te verblyven, om deeze informatien te geeven.
Na het uitbrengen van alle deeze advyzen, betuigde de edele Heer Commissaris van gedachten te zyn, dat daar het in arrest neemen van de Scheepen en het bezetten van dezelve met gewapend Volk van de Engelschen het naar de Stranden en den van een Major met 200 gewapende Soldaaten, ten einde de burgers de pas af te snyden, - het geeven van ordres om niemand te laaten passeeren maar alles aan te houden, en naar boord te brengen - het post vatten van de Engelschen Officier met 25 Man op de Battery Zoutman - het berooven der Hottentotten van ‘S Compagnies Goederen, welke zy herwaards moeste brengen; de gerequireerde ordres aan de Capitijns om voortaan des nachts geene gewapende patrouilles naar baaifals af te zenden, met bedreiging om die zonder genade dood de Schieten, en al het verdere by den brieven van den Adjunct Rezident vermeld. - alle geen meer twyffelagtige daaden zyn, niet alleen van violentie maar van openbaare hostiliteit, welke aan deeze Regeeringe het volkomendste recht geeven, om geweld, met geweld te keeren. - men den Adjunct Rezident dadelyk behoorden op te ontbieden, en Zich verder volgens de eensgenomen besluiten, in alle mogelyke staat Stellen, om de Colonie voor haare wettige Souverain te bewaaren, en de met vyandelykheeden te keer te gaan, zonder zich door draayingen en zwaayingen in den Slaap te laaten wiegen, terwyl hy edele Heer Commissaris verklaarde om getrouw aan zynen pligt, nimmer eenige ordres ofte aanschryvingen te zullen geeven die van eenen Vreemdeling en niet van zynen wettigen Souverain afvloeiden of gerequireerd worden.
Weshalven dan by meederheid van Stemmen beslooten zynde om den Adjunct Rezident der baaifals herwaards te laaten koomen, zo zal hem daartoe by Missive de nodige ordres worden gegeeven, met last om de by zyne voorzeide Missives vermelde Brieven welke de engelschen Admiraal in een kistje van den burger Luit: Hurter heeft gevonden met zich te brengen.
Voorts is verstaan den Heere Fiscaal van Ryneveld, onder afgave van Extract deezer te gelasten, omme voor zo veel moogelyk zal zyn, onderzoek te worden, omtrent de Seinen, welke volgens het bericht van den Adjunct Resident, ten huijze van de Weduwe Auret in baaifals zyn gedaan, - terwyl van de Capityns der burgery aan Muizenburg zal worden gevorderd derzelver bericht, door wie of op wiens ordres de Hottentotten, waarvan den gemelde Adjunct Resident melding maakt, ter afhaling van Goederen van de Burgerluitenants Munnik en Hurter naar baaifals zyn gezonden
Uit eene door den Majoor der infanterie Wilhelm Buissine aan den edelen Heer Commissaris uit het Campement aan Muizenburg geschreeven Missive, gebleeken zynde, dat de desertie van eenige der Soldaaten van het nationaal Bataillon door de Officieren worden geweeten aan het onderscheid hunner bezolding, alzo eenige ƒ9:- andere ƒ11:- en nog andere ƒ13 p:r maand genieten, - zo is ter voorkoming van verdere desertie by den Raade unanime beslooten, alle de gemeene Militairen van dit Gouvernemente, zo infanteristen als artilleristen, en zo meede de Fortificatiewerkers en Metselaars te stellen op de gagie van ƒ13 per man, voor zo verre Zommige van dezelve bevoorens minder genooten hebben ende zulks zonder onderscheide van hunne verbanden, en om ingang te nemen met primo deezer loopende maand
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorschreeve
[Signed:] A: J: Sluijsken
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] C: Brandt
[Signed:] W: S: V: Rijneveld
[Signed:] E: Bergh
[Signed:] My present G: f: Goetz Secret:s
C. 231, pp. 452-456.¶
Zaturdag den {17950718} 18 July 1795.
‘S voormiddags, present de edele Heer Commissaris, de Heer Gezachhebber en de Heeren Leeden de Wet, Brand en Bergh
Wierd door den edelen Heer Commissaris aan den Raade gecommuniceerd den ontfangen van eene Missive door den Landdrost van Zwellendam Antony Alexander Faure aan zyn Ed: gericht, mitsg:s van nog eene door den burger aan Zwellendam Petrus Jacobus Delporte aan zyn Ed: geschreeven, in welke laatste zich bevond eene opene brief door denzelven Delporte geteekend en geaddresseerd aan den Admiraal der engelsche Vloot in baaifals , luidende dit een en ander als volgd
‘Cabo de goede hoop’
Aan den Wel Edelen Groot Achtb: Heere M:r Abraham Josias Sluysken Raad ordinair van Nederlands India mitsg:s Commissaris van Cabo voorn:d en dien ressorte &:a &:a &:a
‘Wel Edele Groot Achtb: Heer!’
‘Ik heb de eer UWelEdele Groot Achtb: thans met zeer veel genoegen te communiceeren, dat /: volgens Rapport van Holtzhausen die op dit ogenblik alhier is gereverteerd:/ de Ingezeetenen dezer Colonie alle bereid en genegen zyn, ja zig zelf reeds op weg komen te bevinden, omme tot defensie van ons land op te trekken, en ingevolge hun Eed en pligt als Ingezeetenen die hun Vaderland lief hebben, hunne mede Burgeren, ingevolge UWel Edele Groot Achtb: by herhaling gedaane vriendelyke aanmaningen te adsisteeren.’
‘den Burger Carel Pieter de Jager die meede alhier op dit ogenblik is aan gekomen, en my heeft overhandigt UWelEdele Groot Achtb: geEerde Missive van den 7 deeser, benevens eene Copia Authenticq van een geschrift door ‘t Collegie van Burgerraaden onder UWelEdele Groot Achtb: approbatie afgevaardigd, hebbe ik de op rheyze zich bevindende Ingezeetenen te gemoet gezonden, ten einde dezelve aantemoedigen des te Spoediger hunne rheyze Caabwaards voort te zetten.’
‘UWelEdele Groot Achtb: voorts in de protectie des Allerhoogsten aanbeveelende, hebbe ik de eer met de meeste Eerbied te blyve’
‘Wel Edele Groot Achtb: Heer!’
‘UWelEd: Groot Achtb: zeer onderdanige en gehoorzaame Dienaar’
’/:get:/ A: A: Faure’
’ Zwellendam den 11 July 1795.’
Aan den WelEd: Heer Commissaris Gouverneur A: J: Sluysken
‘WelEd: heer’
‘Alzo wey niet van voornemens En benne om ons Vaderland in hande van de Engelsche Naatsie over te geve, maar wy zulle Streyden, voor onse Vreyheid tot de laaste Man, want wy malkander deeze trou geswoore hebbe, om nooyt of nimmer meer onder een Slaafse band van kooninge of Vorste te buyge, En daarom ook van voorneemene zeyn om ons Vaderland voortestaan, zoo kan UEd: welden [.....] dat wey, dat wey nu niet zulle nalatig zyn, om met Een verEenigde magt op te koomen En ons Vaderland voortestaan.’
‘Verders blyve met alle hoogagting’
‘het volk beneffens velle offisiere’
’/:get:/ P: J: Delpord’
‘Naatsionale Commandand’
‘Actum den 10 July 1795.’
‘Meyn Heer Genraal van Een Vlood van den Koning van Groot brittanje ‘
‘Meyn heer!’
‘Alzoe ons ter oore gekome is, dat UEd: de Cabo de bonsprance uyt name van zyn brittannische Majesteyd heeft opgeEyscht, zoo kunne wey UEd: melde dat wy niet van voorneemens En benne om ons land in UWEd: hande over te geven, maar benne van voorneemen om tot den laaste man te wagen. - En zoo UEd: niet ons in Vreede wil laate, dan kan UEd: te wagten zeyn, dat UEd: Somteyds alles zal verspeulen.’
‘Want wy nog goede Schutters in ons land hebbe, die haar Veyand wel durve in de ooge Zien.’
‘bleyve na groetenis’
‘het volk beneffens veele Offisiere, als Nationaal Commandand’
’/:get:/ P: J: Delpord’
‘Actum den 10 July 1795.’
‘van al het welk verstaan is deeze aanteekening te houden.’
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorschreeve
[Signed:] A: J: Sluijsken
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] C: Brandt
[Signed:] W: S: V: Rijneveld
[Signed:] E: Bergh
[Signed:] My present G: f: Goetz Secret:s
C. 231, pp. 457-466.¶
Dingsdag den {17950721} 21 July 1795
‘S voormiddags, alle præsent behalven de Heeren van Reede van Oudtshoorn en Bergh.
Communiceerde de edele Heer Commissaris den inhoud van drie Geschriften door zyn Ed: van Zwellendam ontfangen, luidende als volgd.
Aan den WelEdele Groot Achtb: Heer M:r Abraham Josias Sluysken Raad ordinair van Neerlands India mitsg:s Commissaris generaal van Cabo de goede hoop en dies Ressorte &:a &:a &:a
‘WelEdele Groot Achtb: Heer!’
‘Op heeden zynde Donderdag den 16 July arriveerde alhier de Colonie van Zwellendam de Manhafte Heer Petrus Jacobus Delport Commandant der Nationaale; beneevens een aanzienlyke getal Burgers, op welkers versoek Een Nationaale Vergadering is gehouden.’
‘Donderdag den 16 July 1795’
‘voor de middag Nationaale Vergadering, præsent de Heer Præsident Hermanus Steyn Hermanusz: en de E oud Heemraad H: Anthony van Vollenhoven, en de oud Heemraad Ernst du Toit en de Commandant de Heer Petrus Jacobus Delport en de Heer Louis Almoro Pisany’
‘Wierd ter tafel gebragt door de Nationaale burgers een Missive geaddreseert aan de Nationaale Colegie, beneevens nog Een papier alwaar tien Articuls opstaan, om dezelve aan UWelEd: Groot Achtb: ten Spoedigste ter hand te Stellen.’
‘Zoo neemen wy ondergeteekendens de vryheid UWelEd: Groot Achtb: Deeze inleggende papieren met twee Expressen te doen toekoomen, waar uyt UWelEdele Groot Achtb: zal kunnen zien het belang der Nationaale burgers, die bereyd te zyn, om alle Caapwaards te koomen, als zy Een Favorable Eygen handige Missive van UWelEd: Groot Achtb: mooge ontfangen, om dan gezamentlyk Caabwaards te koomen, en den laatste druppel bloed voor hun Vaderland en vryheid op te offeren.’
‘Wy ondergeteekendens Nationaale, hoopende hier meede aan de Nationaale burgers te hebben voldaan, en beveele de dierbaare Persoon van UWelEdele Groot Achtb: in de bescherming van ‘t Opperweesen en Verwagten Een gunstig Antwoord, en hebbe de Eer ons met alle Eerbied te noemen.’
‘WelEdele Groot Achtb: Heer’
‘UWelEd: getrouwe Nationaale’
’/:geteekend:/ Hermanus Steyn’
‘H: Anthony van Vollenhoven’
‘Ernst du Toit’
‘P:J: Delport’
‘Louis A: Pisany’
’ Swellendam den 17 July 1795’
Aan de WelEd: Heer Landdrost en Heemraaden Nationaal op Swellendam
‘WelEdele Heer!’
‘Wy ondergeteekendens Nationaale Burgers hebbe de Eer UWEd: by deeze ter hand te Stellen, Een Missive waar uyt UWelEd: zal kunnen zien, wat onse belange zyn, met verzoek door de Eerwaarde Collegie, deeze aan de WelEdele Heer Commissaris ter hand te Stellen’
‘ten Eerste’
‘Wy Zyn zeer verwondert dat de WelEdele Heer Commissaris niet Respecteert de Resolutie van de Nationale Conventie, daar de WelEdele Heer Commissaris wel bekend zal weezen, wie of hier als Landdrost der Colonie Zwellendam ageert, daar de brieven tot heeden toe nog aan de Koopman titulair Anthony Alexander Faure worden geaddreseert’
‘ten Tweede’
‘Wy zyn ook geresolveert om nooyt te dulden, dat Mons:r Anthony Alexander Faure beneevens de kwaat pleegende Willem Ludolph van Hardenberg en Mons:r Laurens de Jaeger Junior en Monsieur Hendrik van As oude gewesene boode die door ons gedeporteerd zyn, nooyt ofte nimmer eenige officier of bediening te moogen bekleeden in die Land, overmits wy hunne begaane foute hebbe aangetoond van Articul tot Articul in præsentie van alle Officieren en een aanzienlyk getal burgers.’
‘ten Derde.’
‘Begeeven wy dat de brieven aan de Collegie van Swellendam Zullen geadresseert worden aan de Nationaale Landdrost Hermanus Steyn Hermsz: tot bewys dat onze aanzettinge goed gekeurt is.’
‘ten Vierde’
‘Wy die Missive hebbe ontfangen van de Manhafte Heere Burgerraaden, en daaruyt gezien hebbende als of er een misverstand weegens onze burgers der Swellendamse Colonie zoude plaats gehad hebben, dat verre van dien is, en dat na het Eyndigen van den oorlog de zaake alhier op Zwellendam op den ouden voet zoude gebragt worden, dat gantsch niet naar onze Constitutie is, want op de oude voet blyvende, konnen wy aangemerkt worden als Oproermakers.’
‘ten Vyfde’
‘Wy begeeren dat die geene wy aangesteld hebbe, ook aan hunne dienste zullen blyven Continueeren, of daartoe niet bekwaam zynde, een ander naar ons goed dunken in plaats te Stellen, want wy lang genoeg in het juk der Slaverny zyn geweest, en nu geresolveert zyn, het leste droppel bloed voor onse Lieve Vaderland en vryheid te waagen, en ons onder een vrye Republicq te Sorteeren.’
‘ten Sesde.’
‘Wy zyn niet onwillig maar integendeel gezamentlyk bereyd om Caabwaards op te koomen, en het laatste droppel bloed daar voor te laaten, zoo als wy alle hier reeds op Zwellendam vergader zyn, als wy een Eygenhandige Missive moogen ontfangen van de WelEdele Heer Commissaris, omtrent zyn Edele gevoele van deeze inhout te weeten, en verzoek, ook om een Standaar daar Vivat de Vreyheid op Staat, en ook deeze inleggende Articuls daarop te antwoorden.’
‘ten Zevende’
‘Wanneer wy geen favorable Resolutie bekoomen, zullen wy genoodzaakt weezen, om een ander weg in te Slaan, die gantsch niet aangenaam zal weezen, maar teffens hoope wy dat God geeve zal, dat wy een favorable Resolutie zulle bekoomen, tot welstand van de geheele Nationaale Conventie en alle onze nakomelinge.’
‘Terwyl wy intusschen blyve verwagten op een favorable antwoord zonder uytstel’
‘WelEdele Heer’
‘UE: Getrouwe Burgers tot er dood toe’
‘per order van alle Nationaale Burgers’
’/:geteekend:/ P: J: Delport Louis A: Pisany’
’ Swellendam den 16 July 1795’
Den Eysch van den algemeene Burgery
‘Articul 1.’
‘Is ons aller Eysch vry van allen Tollen en Acseysen ten Syne, en dat wy des lands producten moogen leeveren aan die ons goed dunkt.’
‘Art: 2.’
‘Is door reeds van Vyf -en -twintig jaaren het land door onse Eygen kosten gedraagen, zo dat wy niet alleen onwillig zyn, de verloopene recognitie te betaalen, maar ook nimmer ofte nooyt voor het Land dat wy Vrijvegten moeten Recognitie te doen.’
‘Art: 3’
‘Dat omtrend de burgerlyke opgaaf geen disputatiën meer geschieden, maar geloofwaardig aangenomen zal worden, zonder dat de Landdrost de authoriteit zal gebruyken meer by te Setten.’
‘Art: 4.’
‘Dat eyder inlopend jong gesel of Persoon, by een ander woonende zal nodig hebben Vee op te geeven, maar alleen het hoofdgeld betaalen.’
‘Art: 5.’
‘Dat ook een bosjesmans Hottentot of Hottentottinne het zy by Commandoos gevangen of particulier in handen gevallen reeds voor heen of nu voortaan aan zodanige Burger, waar by hy woonagtig is, zyn leving lang in regten, eygendom zal moeten blyven en hem van geslagte tot geslagte dienen, en by aldien zodanige Hottentot of hottentottinne zig quam te verloopen, zal den Eygenaar geregtelyk zyn, hem te kunnen haalen en naar merite te Straffen’
‘Art: 6.’
‘Dat omtrend de ordinaire of de reeds dienende hottentots by de Christenen groot gebragt, zal moeten dienen tot Syn vyf- en- twintigste jaar en geen andere willekeurige gaan dienen, zonder Consent van Syn Heer en meester, dat geen Hottentots voortaan weg loopende van hunne meester, hun toevlugt en Schuylplaats op Eenige Collonie zal mogen neemen, maar door de regeerende officiers zal werden aangehoord, en na Notatie van klagten dierectelyk aan hunne heer en Meester te rug te Senden, of door de boode laaten aanschryven.’
‘Art: 7.’
‘Dat geen Landdrost ofte Secretaris of minder Supooste Vee zal moogen houden tot Voorteeling, maar alleen tot hunne nooddruft, ook geen Negotie van wat natuur het mogte zyn zal moogen dryven.’
‘Art: 8.’
‘Dat de ontroofde lieden, niet door de justitie zal aangedaan worden, maar Consideratie verleenen tot tyd en wyle ze weder tot herhaal zyn gekoomen, Wij willen ook de oude gebruyk weder vernieuwd zien, dat wanneer een Erffgenaam op Vendutie koopt, niet nodig zal hebben, om het geld op te brengen, maar zal van zyn Erfportie afgetrokken werden, door dien al veele Ingezeetenen Sig door die weg hebben van goederen moeten berooven, om gem: Vendupenningen te betaalen.’
‘Art: 9.’
‘Wy begeeren ook dat de papieren geldt zal afgeschaft werden, want veele menschen die niet leesen nog Schryven kunnen, weten dezelve niet bequamelyk te gedragen, het welk hun tot groot nadeel verstrekt, waar in wy vryelyk ons Heeren en Meesters kunnen verdagt houden, door die ons geen Schoolmeesters verstrekt word, want men buyten de wet des Heeren niet zal gaan, hoe zoude de heere met my syn, als wy teegens hem is, blykens Eerste regums ofte konninge Capp:e 12 en psalm 58 en 82 en 83 en Jonas Capp:e 4.’
‘Art: 10’
‘Dat de Seevaard Syn vrye Vaard moet hebben als in vroeger tyden, al het geen dat de Zeevaart tot best wil van het Land opgeef zal afgescheept worden, en al ‘t geene ‘t Land opgeef tot best wil van het Vaard zal ook afgescheept worden.’
na welkers lecture de edele Heer Commissaris den Raade kennisse gelieven te geeven, dat zyn Ed aan de brengers deezer Papieren had gezegd, dat deeze nog dergelyke anderen Geschriften nooit door zyn Ed: beantwoord zouden worden nadien zyn Ed: noch eene nationaale Conventie noch eenen Nationaalen Commandant konde erkennen - en dat de Burgerraad Gerrit Hendrik Meyer, mitsgaders de Capityns der burgery Philippus Albertus Meyburg en Jan Andries Horak aan zyn Ed: verzoek gedaan hebbende zich te moogen begeeven naar Hottentotsholland , omme de opkomende Zwellendamsche burgers hunne verpligting voor oogen te houden, om Stil en rustig tot verdediging van hun Vaderland herwaards te koomen, en dat zyn Ed zulks hadde gepermitteerd.
Van al ‘t welke verstaan is deeze aanteekening te houden.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorschreeve
[Signed:] A: J: Sluijsken
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] C: Brandt
[Signed:] W: S: V: Rijneveld
[Signed:] My present G: f: Goetz Secret:s
C. 231, pp. 467-471.¶
Vrydag den {17950724} 24 July 1795.
præsent den edelen Heer Commissaris den Ed Achtb: Heer Gezachhebber en de Heeren Leeden le Sueur, de Wet, van Ryneveld en Bergh
Wierd door de edelen Heer Commissaris den Raade gecommuniceerd, dat den Burgerkrygsraad ter deezer Hoofdplaatze aan zyn edele verzoek had gedaan, dat aan de burgers en Ingezeetenen deezer Colonie mogten werden gelast, omme altoos in haare Huizen in gereedheid te houden, een halfaam gevuld met Water en een Lanthaarn met een kaars, om die by nagt in tyde van allarm of attacque op te steeken en voor hunne Huizen te plaatzen. – over welk verzoek gedelibereerd zynde is goedgevonden en verstaan uit aanzien van den tegenswoordige omstandigheid, en de waarschynlykheid, dat deeze hoofdplaatze Vyandelyk zal kunnen werden aangevallen hetzelve te accordeeren, zo als hetzelve geaccordeerd word by deeze. - zullende dienvolgens by Publicatie en affixie van bielletten alle goede burgers en Ingezeetenen ter deezer Hoofdplaatze werden gelast, omme altoos in haare Huizen in gereedheid te houden een halfaam gevuld met Water, voor zo verre zy geen Putten in huis mogte hebben, en dat ieder een steeds een Lanthaarn met een kaars in gereedheid zal houden, om die by nagt in tyde van allarm of attacque op te steeken en voor desselfs Huis te plaatzen.
Voorts wierd noch door welgemelde edele Heer Commissaris den Raade gecommuniceerd, dat zyn edele zich geinformeerd vond, dat niettegenstaande zedert lange het besluit genomen is, omme alle Correspondentie met de engelsche Vloot, welke zich onder den Admiraal Elphinstone in Baaifals bevind, met voorneemens, om zich op eene ongehoorde en onwettige wyze te stellen in het bezit van deeze Colonie af te Snyden, en niet toe te laaten dat dezelve van eenige provisien, ververschingen, dan wel levendig Vhee, ofte van Ossen, Paarden of andere trekdieren word voorzien of geriefd. - echter zommige zich niet Schynen te ontzien, om de Correspondentie gaande te houden, en naar Baaifals af te zenden provisiën, Schaapen etc. - alwaaromme hy edele Heer Commissaris ter handhaving van goede ordre nodig heeft geoordeeld, den Raade te moeten proponeeren, omme by Publicatie en affixie van bielletten een ieder te waarschouwen zich voor dit een en ander zorgvuldig te myden, op pœne dat Contrarie doende na exigentie van Zaaken en rigeur der wetten Crimineel te zullen worden gestraft. - Voorts om te belooven en toetezeggen:
omme alle deeze præmiën aan de aanbrengers, na dat de zaak zal weezen geverifieerd, uit s Comp:s kas te doen betaalen. - met welke propositie van den edelen Heer Commissaris de Heeren Leeden des Raads zich unanime geconformeerd hebbende - is dienvolgens beslooten hiervan aan ‘t publicq by Publicatie en affixie van bielletten kennisse te geeven.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorschreeve
[Signed:] A: J: Sluijsken
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: S: V: Rijneveld
[Signed:] E: Bergh
[Signed:] Mij present G: f: Goetz Secret:s
C. 231, pp. 472-478.¶
Dingsdag den {17950728} 28 July 1795
‘S voormiddags, present de edele Heer Commissaris, de Heer Gezachebber en de Heeren Leden le Sueur, de Wet, Brandt, van Ryneveld en Bergh
Geresumeerd zynde een request van volgende inhoud door de Capityns der burgercavallerie aan deeze Regeeringe geaddresseerd
Aan den WelEdelen Groot Achtb: Heere Abraham Josias Sluysken Raad ordinair van Nederlandsch India en Commissaris over dit gouvernement etc: etc: etc: benevens den WelEdelen Agtb: politiquen Raad.
‘WelEdele Groot Achtb: Heer! en WelEdele Achtb: Heeren!’
‘Geeven met de meeste Eerbied en alle onderdanigheid te kennen de ondergeteekendens Capiteins der alhier hun bevindende Burgercavallerie’
‘Dat de hun de onder hun Commando Sorteerende Manschappen gezamentlyk zyn te kennen gegeeven, dat zy jegenswoordig door de excessive gereesene pryzen op ‘t paardevoeder niet in Staat zyn, om met de door UWelEdele Groot Achtb: en WelEdele Achtb: goedgunstiglyk toegestaane toelaag van thien Schellingen per dag, hunne paardsn in dien Staat te houden, om met een gedugt alarm behoorlyk hunne devoiren te kunnen executeeren, gemerkt den mudde garst nu reeds tot Vier Ryxdaalers en een Zak kaf tot zes Schellingen gesteegen is, dierhalven aan de Suppl:ten hebben verzogt, als hunne Capiteinen zeer nedrig aan UWelEdele Groot Achtb: en WelEdele Achtb te verzoeken, om hunne toelaag te vermeerderen met twee Schellingen per dag, en dus voor hun goedgunstiglyk te bewerken, dat zy in Steede van thien Schellingen, mogte erlangen twaalf Schellingen per dag; welk een en ander de Suppl:ten de vryheid neemen UWelEdele Groot Achtb: en WelEdele Achtb: voor te dragen, met zeer needrig Supplicq dit verzoek op de hier vooren aangehaalde gronden aan hun gracieuselyk te willen accordeeren.’
‘’T welk doende &:a’
’/:geteekend:/ H: O: Laubscher’
‘P: A: Myburgh’
‘P: D: Waal’
‘P: G: v: d: Byl’
‘D: W: Hoffman en’
‘H: Cloete.’
zo is na deliberatie over dezelve requeste en by overweging, dat alles wat tot onderhoud van den mensch word vereischt, in deeze zo zorgelyke omstandigheeden tot enorme pryzen is gesteegen en zo meede het paerdevoeder, waarvan doorgaans ter deezer hoofdplaatze niet meerder word oplegd dan tot onderhoud van de Zich aldaar bevindende paarden worden vereischt, - met uitzondering van den Heere Gezachhebber Rhenius /: welke vermeende dat thien Schellingen daags tot onderhoud van een burger met zyn Paard toereikend waaren :/ by den Raade beslooten omme aan de burgercavalleristen, de verzochte toelaage van twee Schellingen toeteleggen, en dus aan ieder hunner dagelyks in Steede van tien Schellingen, twaalf Schellingen te doen betaalen, zo tot onderhoud voor hen als van hunnen paarden, omme ingang te neemen, met den eersten van de eerstkomende maand.
de Capityns Zorn en von Hughel respectivelyk Commandeerdende de depots van de Regimenten van Meuron en Wurtemberg alhier verzocht hebbende, dat de Soldaaten in voormelde depots Zich bevindende, meede mogten jouisseeren van de verhoogde Maandgelden, by besluit van den 12 deezer aan de alhier garnisoen houdende Militairen en Arthilleristen toegelegd, en mitsdien tot ƒ13 per maand in gagie worden verhoogd, - Zo is uit aanmerking dat geene geleegendheid ter verzending dier Manschappen is, en dezelve alle Garnisoens diensten nevens de Militairen van het Bataillon moeten verrichten, beslooten, omme voor zo lange de tegenswoordige oorlog duurt, aan een ieder der in gemeld depôts zich bevindende Soldaaten ‘S maandelyks ƒ4 als een surplus te doen uitbetalen, en wel aan die van het Regiment van Meuron ingevolge derzelver Capitulatie in Zwaar geld ofte de gulden tegens 20 Stuivers, en die van Wurtemburg in ligtgeld of de Gulden tegens 15 Stuivers. - Zullende echter by verzending naar Indien van de Soldaaten, zich thans by de gezegde depots bevindende, hunne gewoone advances tegens ƒ9 per maand moeten worden betaald, en zal het Hoofd en Visitateur der Soldijen worden gelast zich daarna te gedraagen.
de Equipagiemeester deezes Gouvernements aan den edelen Heer Commissaris voorgedragen hebbende, dat onderscheidene Matroosen op de Equipagiewerf in Landsboots bescheiden, welke onlangs zyn uitgekomen de gagien van ƒ16, ƒ15 en ƒ14 genieten, waaren teegen anderen die lange alhier bescheiden zyn geweest op de gagie van ƒ13 tot ƒ7. ‘S maands zyn blyven voortloopen, met verzoek dat aan deeze laatste eene verhoging van Maandgelden mogt worden toegelegd, zo is by overweging van de groote onevenredigheid waarin de gezeide Mattroosen zich ten aanzien hunner gagiën bevinden, en de onmogelykheid om te kunnen repatrieeren, en vervolgens voor hooger Maandgelden uittekoomen, by den Raade beslooten om alle de Matroosen zo op de Landsboots als de Equipagiewerf bescheiden, welke ƒ16, ƒ15 en ƒ14 per maand genieten by die tot nu toe ƒ13 en ƒ12 hebben gewonnen op de gagie van ƒ14 gebracht zullen worden en alle de overige die ƒ18 ƒ10 ƒ9 ƒ8 en ƒ7. hebben getrokken, toegelegd eene verhoging van besolding van twee Gulden per maand - zullende voorts de quartier meesters, welke geen ƒ18 per maand winnen tot deeze gagie worden verhoogd, ten einde hierinne met de overige gelyk te Staan. - alles om ingang te hebben genomen met primo deezer lopende Maand.
de Capityn der Arthillery Hendrik van de Graaff, als Opziener van het Ambachtsquartier almeede aan den edelen Heer Commissaris voorgedraagen hebbende, dat in deeze zorgelyke tyden alle levensmiddelen en het geen verder tot onderhoud van den mensch tot enorme pryzen gesteegen zynde den gemeene Ambachtsman, zich onmogelyk met de bezolding en emolumenten hem van de Comp:s toegelegd kan behelpen, met verzoek dat aan deeze Ambachtslieden, iets tot hun behoorlyk onderhoud moge worden toegevoegd, - zo is by overweeging dat in den voorige oorlog aan de Ambachtslieden iets tot Soulagement in de duurte van levensmiddelen en andersints is toegelegd, by den Raade beslooten, omme aan ieder der Baazen op s Comp:s Ambachtsquartier en elders bescheiden, als daar zyn, de Baas Wagemaker, de Baas Smit, de Baas Huistimmerman, de Pompemaaker, de Grutter, de Boekebinder, de Baas der Scheepstimmerlieden, de Baas Kuiper en de Baas Metzelaar, geduurende den tegenswoordige Oorlog extraordinair toe te leggen, drie en een halve Ryxdaaler ‘S maands en aan alle de Gemeene Ambachtslieden op het Ambachtsquartier bescheiden, waaronder begreepen worden de kladschilder, de Glazemaker, de Kok, de Portier, en de Rapportganger, mitsgaders aan de Scheepstimmerlieden, Kuipers, Metselaars, Pottebakker en Tuinier tien Schellingen ‘S maands. – Zoo meede de Ziekevaders en Rapportgangers in ‘t Hospitaal
Na dit alles geliefde den edelen Heer Commissaris te Communiceeren, dat zyn Ed: directe na den aankomst der engelsche Vloot in Baaifals en wel op den 12 Juny Jongstleeden, de noodzaaklykheid gezien hebbende, omme zich te voorzien van een perzoon uit de burgercavallerie bekwaam om by zyn Ed: den dienst als Vleugel adjudant waar te neemen, daartoe hadt verkooren en aangesteld de oud Commissaris van Civile en huwelykse Zaaken Jacobus Arnoldus van Reenen, met de effective qualiteit en rang van Cornet der Burgery, met de gezegde datum van 12 Juny jongstleeden ingaande, omme als zodanig onder de Officieren van de kaapse Burgercavallerie ingeschreeven te worden, navolgens zyne ancienniteit op te treeden, en om wanneer hy in der tyd by het Corps der Burgercavallerie dienst mogt moeten doen, als dan by vacature na maate zyner ancienniteit en daardoor verkreegen qualiteit in te vallen.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorschreeve
[Signed:] A: J: Sluijsken
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] C: Brandt
[Signed:] W: S: v: Rijneveld
[Signed:] E: Bergh
[Signed:] My present G: f: Goetz Secret:s
C. 231, pp. 479-483.¶
Dingsdag den {17950804} 4 Augustus 1795
‘S voormiddags, present den edelen Heer Commissaris, de Heer Gezachhebber en de Heeren Leden le Sueur, van Ryneveld en Bergh
Door den Capityn militair Johan Christiaan Fredrik von Hughel Commandeerende het depôt van ‘t Regiment van Wurtemberg ten deeze Gouvernemente ingedient zynde het volgend verzoekschrift
Aan de WelEdele Groot Achtbaare Heer Abraham Josias Sluysken Raad ordinair van Nederlands India en Commissaris over het Gouvernement van Cabo de goede hoop en den ressorte van dien & & &
‘WelEdele Groot Achtbaare Heer!’
‘Den ondergeteekende kapityn militaire Commandeerende het Depôt van ‘t Regiment Wurtemberg kan niet nalaaten, om UWelEd: Groot Achtb: desselfs Eerbiedig dankbarheid daarover te betoonen, dat het UWelEd: Groot Achtb: gracieuselyk heeft behaagt, om desselvs onderhebbende manschappen insgelyks geduurende deezen Oorlog met florijnen vier per maand te gratificeeren. - Dog roept den ondergteekende desselvs verpligting, om voor zyne onderhoorigen by yder geleegentheid te Sorgen luidrugtig op om UWelEd: Groot Achtb: voor te draagen eene repræsentatie omtrent den voet van betaling in ligten gelde waarin deeze Soldaaten deeze Vier guldens zouden koomen te genieten.’
‘’T is waar, Heeren Commissarissen Generaal, hebben de Recrute van het depot in evenredigheid met het Volk van de Linie als doortrekkend Volk en passagiers gelieven te beschouwen en gelast om aan deselve hunne te goed gemaakte maandgelden op ligten voet te betaalen met uitsondering egter, dat alle tot het depôt vast behoorende Manschappen, de betaaling in Swaare gelde moesten genieten, dan WelEdele Groot Achtb: Heer onder deese laatsten Scheinen alle tegenswoordige hier præsente Soldaaten in ‘t Guarnisoen de eigenste diensten als de Nationalen doende te moeten worden gerangschikt, en dus in de termen te vervallen om te moeten jouisseeren van de prærogativen, in het articul 19 der Capitulatie Soo nadrukkelyk bepaald, waarvan de Ondergeteekende aan UWelEd: Groot Achtb: verligt Oordeel gerustelyk overlaat, of daaruyt niet als eene noodsakelyke gevolgtrekking af teleiden, dat geduurende deezen Oorlog en tot tyd en gelegendheid, van hunne gelyke dienst presentaties, en van het articul 19 der Capitulatie in swaare gelde of den gulden tegens 20 Stuivers hunne betaling zouden genieten, tot welkers Soo billyke effect Sorteering aan het meergemelde articul 19 der Capitulatie den Ondergeteekende UWelEd: Groot Achtb: gunst en protexie voor desselvs onderhebbende Soldaaten ootmoedig is imploreerende.’
‘Capitulation die Regiment de Wurtemberg ‘
‘Art: 19: Ses Officiers, bas Officiers et Soldats participeront den cap de bonne Esperance et aux Indes de tous les avantages des autres Troupes, de la Compagnie, Soit en fourages, Rations, Logements, tractements pour le blesses et Estropies Haute page de aux qui Se rengagens la Seconde fois, la troisi:me fois, au Sous autre denominations qu ‘ils puissent Se trouver’
‘’T welk doende &:a’
’/:get:/ von Hugel’
‘Cabo de goede Hoop den 4 Augustus 1795.’
Zo is na aandachtige deliberatie over ‘t zelve verzoekschrift, en by overweeging dat daar de Vier gulden verhooging by besluit van den 28 Juny jongstleeden aan de Soldaaten van gedacht depôt toegelegd, veel min moet worden geconsidereerd als eene verhoging der bezolding waarvoor zy zich aan de Compagnie hebben verbonden, dan wel als eene toelaage hen zo uit hoofde van de tegenswoordige duurte van alle Articulen, als om dat zy gestadig de Zwaare diensten van het Guarnisoen moeten helpen draagen, toegelegd, - de billykheid ook Schynt te vorderen dat deeze toelaage en desselfs uitbetaling niet worde gecomprehendeerd in de aan hen toegelegde gagie, welke navolgens de Capitulatie van gedacht Regiment in ligt geld of de gulden tegens 15 Stuivers moet worden betaald, - by de meerderheid des Raads beslooten, aan het verzoek door den gedachte Capityn Von Hughel gedaan, in zo verre te defereeren, dat de gezegde toelaage van ƒ4 per maand aan ieder Soldaat van het depôt aan hen zal worden betaald in zwaar geld ofte tegens 20 Stuivers de gulden, zonder eenige verandering te maaken in de betaaling hunner bedongen bezolding van ƒ9 per maand, als welke navolgens de gemaakte betaaling by voortgang zal moeten geschieden in ligt geld, of de Gulden tegens 15 Stuivers, tot tyd ende wylen ten deeze Gouvernemente zal weezen ingekoomen de berichten, over de Schikkingen, welke de hoog edele Heeren Commissarissen Generaal te Batavia zullen hebben gemaakt, omtrent de wyze waarop het Regiment van Wurtemberg in Indiën zal moeten worden betaald, als wanneer de Soldaaten zich thans in het depôt bevindende van de voordeelen welke deeze Schikkingen mogten aanbrengen, van heden af zullen Jouisseeren, voor zo verre zich noch alhier zullen bevinden; in welk besluit de Heer Gezachhebber Rhenius niet heeft geconcurreerd, als vermeenende dat aan de Soldaaten van het depôt van Wurtemberg hoegenaamd geene betalingen in Zwaar geld moogen worden gedaan.
Hierna wierd door den edelen Heer Commissaris den Raade kennisse gegeeven, dat of schoon ingevolge het Secreet besluit deezer tafel van den 16:e february laatstl: en om zodanige reedenen, als daar by zyn omschreeven, de Somma aan pergamente Munten om in roulance te kunnen worden gebracht is vermeerderd tot Rd:s 1230.000:- Zich daarvan echter door meenigvuldige uitgaave die men in de tegenswoordige omstandigheden gehouden is dagelyks te doen, en de dezelve omstandigheeden verminderde ontfangst, onder Ultimo July laatsleeden niet meerder in de groote Geldcassa bevond, dan eene Somma van ruim Rd:s 84.000:- ; dat dit bedraagen gevoegd by Circa Rd:s 43000:- welke zo aan Pachtpenningen, Vendupenningen als behaalde voordeelen by de Bank van Leening onder Ultimo deezer loopende maand te gemoed word gezien, wanneer de plaats hebbende omstandigheeden blyven voortduuren, zelfs niet voor twee maanden toereikende zal zyn, veel min wanneer onvoorziene gebeurtenisse, nog eene vermeerdering van uytgaaven noodzaaklyk mogt maaken. - en is na deliberatie hierover en by overweeging van de noodzaaklykheid om de uytgaaven welke de omstandigheeden vereysschen zullen, gaande te kunnen houden, hoe Seer de Regeering ook wenscht te vermyden om meerder papieren munt in roulance te brengen en Sig te hebben kunnen bepaalen by het gefixeerde Montant van Een Millioen, by den Raade goedgevonden en dienvolgens beslooten, omme by de Cartonne Munten, die zich in ‘s Compagnies groote Geldcassa bevinden, nog te doen vervaardigen en te voegen eene Somma van hondert duizend Ryxdaalders - als
2000 | p:s à Rx:rs 20 | Rx:rs 40000:- |
3000 | d:o d:o d:o 10 | d:o 30000:- |
1000 | d:o d:o d:o 5 | d:o 5000:- |
3000 | d:o d:o d:o 4 | d:o 12000:- |
3000 | d:o d:o d:o 3 | d:o 9000:- |
2000 | d:o d:o d:o 2 | d:o 4000:- |
te Zamen | Rd:rs 100000:- |
2000 | p:s à Rx:rs 20 | Rx:rs 40000:- |
3000 | d:o d:o d:o 10 | d:o 30000:- |
1000 | d:o d:o d:o 5 | d:o 5000:- |
3000 | d:o d:o d:o 4 | d:o 12000:- |
3000 | d:o d:o d:o 3 | d:o 9000:- |
2000 | d:o d:o d:o 2 | d:o 4000:- |
te Zamen | Rd:rs 100000:- |
alle welke Muntstukken vervaardigd en geteekend zullen worden door zodanige Gecommitteerdens als daartoe by het besluit deezer tafel van den 19 April 1793 zyn benoemd, behoudens de alteratie daarin by Resolutie van den 24 April J: L: gemaakt
Laatstelyk geliefde den edelen Heer Commissaris den Raade kennisse te geeven, dat de Vaandrig militair en Posthouder in de Mosselbaay Hans Abue ter deezer hoofdplaatze was aangekoomen, en aan zyn Ed: gerapporteerd, dat hem door eenige burgers was aangezegd zyn Post in gemelde Mosselbaai te moeten verlaaten.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorschreeve
[Signed:] A: J: Sluysken
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] W: S: V: Ryneveld
[Signed:] E: Bergh
[Signed:] My present G: f: Goetz Secret:s
C. 231, pp. 484-486.¶
Woensdag den {17950805} 5 Augustus 1795
‘S voormiddags, præsent de Edele Heer Commissaris, de Heer Gezachhebber en de Heeren leden le Sueur en Van Ryneveld
In overweging genomen zynde, dat men niet anders moet verwagten dan dat het naderend Jaargety, de in Baaifals leggende engelsche Vloot binnen kort zal doen besluiten de Rheede van Simonsbaai te verlaaten, en ter bereiking van hunne oogmerken, deese hoofdplaats ter zee te attacqueren, het welke het Winter Saisoen haer tot nog toe verhinderd heeft, en dat de ankergrond aan het Robben Eiland haar daar toe, mitsgaders om de rheede gesloten te houden, van de grootste aangelegenheid is, te meer daar zich ten gemelde Eilande niet alleen bevinden onderscheidene Gebouwen, waarvan Sy zich zouden kunnen bedienen, tot herberging van Volk, maar ook Waterbronnen of Putten waardoor zich van drinkwater zouden kunnen voorzien, Soo is uit verdere overweging van de uitterste noodzaaklykheid, omme dit voordeel aan den Vyand af te Snyden en deselve het verblyf aldaar immer So moeyelyk te maken als mogeyk is - by den Raade beslooten, omme alle de Gebouwen, Hutten en Pondhokken, welke zich ten gezegde Robbeneilande bevinden, ten Spoedigste te doen aan brand steeken ofte anderzints verwoesten en onbruykbaar maaken, mitsgaders omme alle de Waterbronnen en putten daar zynde te dempen, op zodanige wyze als mogelyk zal weezen, om te beletten, dat uit dezelve geen Water kan worden verkreegen, - Zo meede om de weinige Moestuinen die ten gezegde Eilanden nog mogten zyn, te vernielen en voorts alles te verwoesten, te bederven of onbruikbaar te maaken, wat een Vyand maar eenigzints te Staade zou kunnen koomen en zyn legging aan het Robbeneiland faciliteeren, - terwyl de Sig aldaar nog bevindende 27 Stux bannelingen herwaards zullen moeten werden overgebragt.
Hierna geliefde den edelen Heer Commissaris den Raade te bedeelen den inhoud eener Missive door zyn Ed: op gisteren van Zwellendam ontfangen, luidende als volg.
Aan den WelEdele Groot Achtb: Heer M:r Abraham Josias Sluysken Raad ordinair van Neerlands India mitsgaders Commissaris generaal van Cabo de goede hoop en den ressorte & & &
‘WelEdele Groot Achtb: Heer!’
‘Wy ondergeteekende Nationale burgers hebbe de Eer UWelEdele Groot Achtb: voor de tweedemaal een Extra Stavet door onse trompetter te doen toekomen de Copien hier nevens ingeslooten van de Papiere gedateert den 17 July ll: die wy aan UWelEdele Groot achtb: hebben afgezonden door onze voorige Stavet van twee burgers, en tot heeden toe nog geen antwoord daar op hebbende bekomen, zoo zyn wy alle geresolveert om een Eygenhandige Resolutie van UWelEdele Groot Achtb: op die gemelde papieren Sonder uytstel te moogen hebben; of op hoe een wyze UWelEdele Groot Achtb: zig wil declareeren, waar op wy ons Zelven dan naar kunnen reguleeren.’
‘Intusschen in verwagting zynde van een Spoedige antwoord, hebbe wy de Eer met alle hoogagting te teekenen.’
‘WelEdele Groot Achtb: Heer!’
‘UwelEdele Getrouwe Nationaale per order van alle Nationaale burgers’
’/:geteekend:/ Hermanus Steyn’
‘Ernst du Toit’
‘Louis A: Pisani’
’ Swellendam den 27 July 1795.’
‘waarvan verstaan is deeze aanteekening te houden’
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In het Casteel de Gooede Hoop ten daage en Jaare voorschreeve
[Signed:] A: J: Sluysken
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] W: S: V: Ryneveld
[Signed:] My present G: f: Goetz Secret:s
C. 231, pp. 487-492.¶
Woensdag den {17950812} 12 Augustus 1795
‘S avonds, alle præsent, behalven den Heere van Reede van Oudtshoorn als zeedert den 11:e Junij J: L: door indispositie verhindert zijnde de vergadering bij te woonen
Wierd door den edelen Heer Commissaris ter tafel geproduceerd een Geschrift door de Admiraal en Generaal van de in Baaifals leggende Vloot geteekend, en heden morgen per een Cartel aan de Burgers in de nabyheid van Muizenburg gecampeerd, ter verdere verzending naar deeze Hoofdplaatze toegezonden, - welk Geschrift was luidende.
‘Head Quarters, Camp of Muizenberg 12:th August 1795.’
‘After the peremptorij and not very decent manner in which you concluded Your answer to our former messages, by dersiring to be troubled no more with our Correspondence, you may be assured that no motive on Earth could induce us to renew it in the Step we are now taking, but exactly that by which alone we are activated, viz, the friendship which we Shall always feel for the Dutch Nation & which makes us on this ocagien extremely anxious to save the Colony from the Calamities which we are fearful may be inseperable from our future operations.’
‘In all our correspondence since our arrival we have never deceived you, but have told you our Instruction and intention with a frankness which ought to have convinced you of our friendly disposition, as far as is Compatible with the execution of our Instructions, and we have to regret that you have obliged us to act hostilety against you, we Shall however continue to act with the same openness, and leave the consequences to yourselves’
‘The first Division of Supplies and reinforcements which we expected are arrived, and from our late accounts from Europe we expect the next division which will consist of 3000 Men every moment, these were really designed, for your future defence, as by the arrival of the first alone we have a force amply Suffecient too compel you to our terms, and we mean so to do’
‘In the mean time the sentiment, which we have alluded to as what could alone lead us to address you again, induces us once more to repeat the offers which we have already made, which as far as hitherto we are permitted by our Instructions to do, & we earnestly exhort you to accept of them, The Same frankness which we profess to have observed towards you, leads us to tell you - that if they are refused now, it will be no longer in our power to grant them to You, they are expressly made the condition of a volontary acquiescence, and we are Instructed in what manner to act towards you in the event of your obliging us to take possesion of the Settlement by force, - but it is not this consideration which activated us at present, we will acknowledge to you that we have a more powerful motive on our minds: a considerable part of the force which is acting against you, consits of Seamen from the Fleet and they in particular as wel as the Troops concieve themselves ill treated by the detention of those refreshments which they looked for in a friendly port. we will not conceal from you that they are much exasperated and we dread the effects of this disposition amongst a Set of men where invencible courage is but little accustomed to the Control of the Severe discipline neccessary to retrain the passions of men inflamed by resistance and ill treatment - It is even our wish as men of humanity to conduct all Military operations even against our most invetirate enemies, with as little personal injury as is compatible with a State of hostility, and we are Stilmore anxious to preserve the Same line of conduct towards you, who we cannot yet bring ourselves to consider otherwise than as friends however misled on the occassion.’
‘It is consideration alone, which renders us So desirous that you Should accept our former offers, because we fear that if you Suffer us to proceed in our operations it will not be in our power to preserve You from calamities, which however much we may regret, yet the consciousness of having taken every possible Step to save you from them, will acquit us to ourselves and to our Country, as being in any manner the cause of them’
’/:signed / G K Elphinstone’
‘Com:r in Chief of the Fleet’
‘J: H: Craig, Major General Commander His Majestys Troops’
’/ the address wass /’
‘To the first Commissary & Servants of the Duch East India Company together with the Burghers, Merchants, Military and Inhabitants, having an interest in the Safety and welfare of the Colony of the Cape of Good Hope’
‘en volgens dies translaat in ‘t hollandsch’
‘In het Hoofd Quartier in het Campement van Muizenberg den 12 Aug: 1795’
‘Na de peremptoire en niet zeer welvoeglyke wijze in welke UWelEd:s Uwe antwoord op onze voorige Missives hebben gesloten, door te verzoeken om niet langer met onze Correspondentie geincommodeert te worden, kunnen UWeled:s verzekerd zyn, dat geene andere Beweegreden ter waereld ons aanleiding geven konde, om dezelve, door den Stap die wy thans doen te vernieuwen, als juist de geene, door welke wy allen bewogen worden, namentlyk: de Vriendschap, die wy altoos voor de hollandsche Natie gevoelen zullen en die ons by deeze gelegendheid ten uitterste bezorgd doed zyn, om de Colonie te bewaaren voor de Rampen, die wy vreezen, dat onafscheidelyk zullen zyn van onse aanstaande verrigtingen:’
‘By alle Correspondentie, zedert onze aankomst, hebben wy U nimmer misleid, maar wy hebben voor U opengelegd onze Instructien en Intentien, met eene openhartigheid de U overtuigd moet hebben van onze vriendelyke Dispositie Zo ver als dezelve met de uitvoeringe van onze Instructiën gedoogzaam is, en het doed ons leed dat UWEd:s ons genoodzaakt hebben om vyandelyk tegens U te ageeren - wy zullen egter voortvaren om met dezelfde openhartigheid te handelen, en laaten de Gevolgen aan U zelven.’
‘De Eerste Devisie van Provisien en Versterkingen, die wy verwagten, is gearriveerd, en volgens onze jongste narigten uit Europa verwagten wy, yder oogenblik, de naaste Devisie, dewelke bestaan zal uit 3000 Man; die wezentlyk tot Uwe toekomende verdediging bestemd waren, terwyl wy door de aankomst van de Eerste alleen eene meer als genoegzame magt aan handen hebben, om U tot onzer voorwaarden te noodzaken, zo als wy ook voorneemen zyn te doen’
‘Intusschen leid ons het Gevoel, hetwelk wy hebben te kennen gegeeven, als dat geene hetwelk ons alleenig heeft kunnen beweegen U op nieuw te addresseeren UWEd:s nog eens te herhaalen de aanbiedingen, die wy reeds aan U gedaan hebben, zo ver als onze Instructien ons tot nog toe heeft gepermitteerd te doen, en die wy U ernstiglyk vermaanen te accepteeren.’
‘Dezelfde Openhartigheid die wy betuigen jegens U te hebben geobserveerd, beweegd ons U te zeggen: Dat, zo die aanbiedingen nu verworpen worden, het niet langer in ons vermogen weezen zal, om aan U dezelve toe te Staan - dezelve zyn uitdrukkelyk gemaakt als Voorwaarden van een vrywillige Onderwerp, en wy zyn geinstrueerd op wat wyze jegens U te handelen, ingeval UE:s ons noodzaken, om met Geweld Possessie van de Colonie te neemen - Dog het is deeze Consideratie niet die ons thans beweegd, wy willen voor U bekennen dat wy eene kragtdadiger Beweegreeden in onze Gemoederen hebben.’
‘Een aanmerkelyk gedeelte der magt die tegens U ageert, bestaat uit Zeelieden van de Vloot, en Zylieden in het byzonder zo wel als de Troupes vermeenen kwalyk te worden behandeld, door de weigering van de Ververschingen, die zy in eenen Vrienden-Haven verwagten. - Wy willen voor U niet verbergen dat zy zeer verbitterd zyn, en wy vreezen de uitwerksels van deeze Gemoeds Gesteldheid onder een Classe van menschen welkers onoverwinnelijke onverzaagtheid, maar al te weinig geschikt is, tot den Toom van de nodige Strenge Tugt om de Driften van menschen, door tegenstand en kwade behandeling ontstooken, te beteugelen - Het is altoos onze Wensch, als Mannen van menschlievendheyd, onze militaire Operatiën te bestieren, zelfs tegens onze ergste Vyanden, met zo weinig personeele belediging as gedoogzaam is, met een Staat van Vyandelykheid, en wy zyn nog meer bezorgd, om hetzelfde gedrag te onderhouden jegens U, die wy nog niet van ons zelven verkrygen kunnen anders als onze Vrienden te considereeren, hoe zeer ook misleid by deeze gelegenheid’
‘Het is deeze Consideratie alleenlyk die ons zo begeerig maakt, dat UWEd:s onze vorige aanbiedingen mogt accepteeren, terwyl wy vreesen, dat, zo UWEd:s ons laat voortvaaren, in onze Operatiën het niet in ons vermoogen weezen zal, om U voor Rampen, hoe zeer ons dezelve ook leed zullen doen te behoeden, doch de bewustheid, dat wy alles mogelyk hebben aangewend om U daar voor te bewaaren, zal ons verontschuldigen, met betrekking tot ons zelven en ons Vaderland, als geenzints de Oorzaak daarvan zynde.’
’/:getekend:/ G: K: Elphinstone Commandant en chef van de Vloot’
‘J: H: Craig Generaal Major, commandeerende zyne Majesteits Troupes’
’/:de addresse was:/’
‘Aan den Eersten Commissaris en Dienaaren van de hollandsche oost indische Comp:, mitsg:s de Burgers, Kooplieden, Militairen en Inwoonders, belang hebbende in het behouden de welvaart van de Colonie van Cabo de goede hoop.’
‘Accordeert met het Origineel, uit het Engelsch getranslateerd door my’
‘C: G: Höhne gezw: Translat:r’
Het gezegd translaat geleezen zynde, wierd door den edelen Heer Commissaris te kennen gegeeven, dat ofschoon zyn Ed ook na de reeds plaats gevonden hebbende vyandelykheden gewettigd was geweest, of zyn mogt, om het voormeld Geschrift van den Admiraal en Generaal te rug te zenden, dan wel by zich te houden, zyn Ed: echter uit aanmerking van de zwakke militaire Macht, voornamentlyk nu dezelve op zo veele Posten verdeeld heeft moeten worden, en de daaruit voortvloeiende onmogelykheid om deeze Hoofdplaatze en de wyd uitgestrekte Baaiën, tegens de Engelschen, met eene hoop van goede uitslag te defendeeren, zonder de welmeenende en trouwe adsistentie der Burgery, - vermeend hadt het van zynen pligt te zyn, dezelve niet alleen te moeten brengen ter deliberatie van deezen Raade - maar ook teffens van gedachten was, dat men in deeze buitengewoone omstandigheid, en ten einde zich verzeekerd te kunnen houden van de voorgemelde hulpe en bystand der burgeren van den inhoud van gedacht Geschrift, mistg:s van het besluit dat by deezen Raade daarop zal worden genoomen behoord kennisse te geeven aan Burgerraden en aan den Burgerkrygsraad alschoon hy edele Heer Commissaris te gelyk moest verklaaren, dat zynen Eed en Trouwe aan het Vaderland hem wederhield en altoos wederhouden zoude om de Colonie aan de Engelschen op eenige vrywillige Conditien over te geeven, - maar bleef persisteeren om dezelve ingevolge Syne by herhaling gemanifesteerd voorneemen te blyven defendeeren en bewaren voor Synen wettigen Souverain tot zo lange zyn Ed door overmacht van den Vyand, en men geene wederstand meer bieden kan onverhoopt tot die overgaave zal genoodzaakt worden; - met verzoek aan alle de Heeren Leden des Raads hieromtrent derzelver advyzen te willen uitbrengen.
De Heer Gezachhebber en de Heer Gordon zich met de propositie van den edelen Heer Commissaris gecomformeerd hebbende, betuigde de Heer le Sueur dat zyn Ed: gaarne zou blyven volharden by de meermaals genoomen besluiten om de Colonie aan niemand wie het ook zyn mogte vrywillig over te geeven, - doch dat zyn Ed: niet konde voorbygaan te observeeren, dat men zich bedroogen hadt moeten vinden in de dapperheid der geene van wien men zich eene manmoedige defensie deezer Colonnie hadt beloofd.
de Heeren de Wet, Brandt van Ryneveld en Bergh zich meede met de propositie van den edelen Heer Commissaris geconformeerd hebbende, zo is verstaan dezelve propositie te Converteeren in eene Resolutie deezes Raads, zo als dezelve geconverteerd word by deeze.
Hierna geliefde den edelen Heer Commissaris ter tafel te produceeren, eene Missive door zyn Ed: ontfangen uit het Campement aan den Steenbergen luidende, met eene daarnevens gevoegde Notitie als volgd.
’ Swaanendijk den 12 Aug:s 1795.’
‘’s morgens om 1/4 voor twaalf’
‘Wel Edele Goot Achtbaare Heer!’
‘De ondergeteekendens hebben d’ eer om UWelEd: Groot Agtb: te rapporteeren dat omstreeks tien uuren Sig aan de Sandvalley vervoegd heeft een Engelsch Officier met een tamboer en een Soldaat, dragende by Sig eenig goed waarvan hierneffens de Lyst. Wy hebben voor goed gevonden, om daarna toe een militaire en een Burger Officier van een trompetter verseld te Senden, aan welke de Officier de navolgende boodschap heeft opgedragen, dat de Engelsche Generaal eenig goed wederom Sond, en verders meerder Soude Senden, wanneer het door dat het onder 5000 mannen verspreid was niet onmogelyk was, dat zy van ‘S gelyken versogten om haar goed en gereedschappen wederom te moogen hebben, dat het het geene Krygsgebruyk was, om op voorposten te vuuren dat hy dus versogte om aan onse posten diergelyken ordres te geeven; en dat hy het eigenste Soude doen - Waarop wy hebben geantwoord dat wy van Syne propositie aan UWelEd: Groot Achtb: Souden rapport doen, en intusschen geen goed konden aannemen, en aan onse voorposten Sodanige ordres Souden geeven, als wy oordeelen te behooren van UWelEd: Groot achtb: antwoord hierop Soo wel als op de papieren welke niet in onse handen Syn geweesd, maar door de Luit: Storm van de Comp:s van Boota, Staande aan de andere kant der Valley, aan UWelEd: Groot Achtb: Sullen Syn besorgd. Souden wy hem door een trompetter laaten narigt geeven, en versogten hem dus om Sig niet langer aan de Sandvalley te willen ophouden.’
‘Waarmeede d’ Eer hebben met Eerbied te Syn’
‘WelEdele Groot Achtb: Heer!’
‘UWelEd: Groot Achtb: onderdanige en gehoorzaame’
’/:get:/ von Hughel, H: Cloete j:r en I: J: Tesselaar’
‘waarvan verstaan is deeze aanteekening te houden.’
Laatstelyk is by den Raade goedgevonden en dienvolgens beslooten, om aan de geemene engelsche krygsgevangenen, welke reeds ter deezer hoofdplaatze zyn, en nog zouden moogen aankoomen, tot hun onderhoud in alles ‘S maandelyks toe te leggen Rx:rs 6:- ‘t welk hen op den eersten van ieder maand vooruit zal worden betaald
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorschreeve
[Signed:] A: J: Sluysken
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] C: Brandt
[Signed:] W: S: V: Rijneveld
[Signed:] E: Bergh
[Signed:] My present G: f: Goetz Secret:s
C. 231, pp. 493-495.¶
Maandag den {17950817} 17 Augustus 1795
‘S voormiddags alle present
Wierd door den edelen Heer Commissaris ter tafel geproduceerd het ondervolgend Antwoord door zyn Ed: ontworpen op het geschrift door de engelsche Admiraal en de engelsche Generaal herwaards gezonden en geinsereerd by de Resolutie van den 12 deezer
‘Kabo de goede hoop den 16 Aug:s 1795’
‘Aan den Admiraal Sir George Keith Elphinstone en den Major Generaal Craig Commandeerende de Engelsche Vloot en Troupes in de Baayfals ‘
‘Ontfangen hebbende het geschrift door UWEd:s geaddresseerd aan den Eersten Commissaris en Dienaren van de Hollandse oost ind: Companie, mitsgaders de Burger, Kooplieden etc: den 12 deeses maands aen Muyzenburg gedagtekend, Senden wy hier in gesloten de antwoorden van den Burgers en Krygs Officieren, als representatien der Gemeente, en verklaeren tevens, dat wy getrouw aen onsen Eed en pligt vastelik beslooten hebben, om de Colonie, nevens haer te blyven defendeeren en beschermen.’
‘Dan wy kunnen van ons niet verkrygen, om deese gelegendheid te passeeren, Sonder aen te merken.’
‘Dat wy UWEd: by de aankomst van de Vloot geconsidereerd en in onse haven ontfangen hebben, So als wy die van een Vriend en Bondgenoot van onse Staet te ontfangen, pleegden, dat wy dezelve door provisiën hebben gevoed, en haere Sieken in onse Hospitalen ontfangen; terwyl wy hebben verklaard, de hulpe en adsistentie, die ons tegen een Vyand aangeboden werd, te Sullen aenvaerden, wanneer wy die Souden nodig hebben.’
‘Dit was onse eerste gedrag, dat eenpaarig geweest is, tot de Proclamatiën en opeising van deeze Colonie, door UWEd: klaar aan den dag heeft gelegd, dat UWEd: Instructien geheele andere Vues hadden, en waarschynelyk niets minder als om dezelve voor de Engelsche Natie of wel haare Compagnie in handen te hebben; ons af te scheuren van ons getrouwheid aan ons Moederland; ons met Een Eed te verbinden, aan een Souverain die de onse niet is, en Eene Maatschappye van derzelver Eigendom te depossedeeren; terwyl het raissonnement waarop UWEd:s haar gedrag zoeken te vestigen, van alle fundament is ontbloot: Soo de Republicq alwaarlyk door de Wapenen van de fransche Natie, Soo als UWEd: omschreeven hebben ingenoomen is, daar haare aankleeving aan het ryk van Engeland , haar mogelyk van het maken van eene afsonderlyke en vroegere Vreede heeft weerhouden, Soo Syn er immers geen blyken dat die Natie onsen Staat voor een Wingewest en overheerd volk verklaard heeft, en dat Sy voor altoos Sal ophouden een onafhankelyke Republicq te zyn, en even dan kan Sulks Syne Majesteit van Groot Brittanniën nog geen regt geeven, om de Colonie onder Syne gehoorzaamheid te willen brengen, of ons wettigen om afstand te doen van Eene Volkplanting aan onse bestiering en bewaaring toevertrouwd.’
‘En Schoon wy niet minder als UWEd: wenschen, om te vermyden alle personele belediging, Soo verre Sulks met onsen presenten Staat van verdediging gedoogsaam is, moeten wy al verder remarqueeren: dat wy aan een onpartydge Waereld en de Posteriteit overlaten, om Vonnis te vellen, over UWEd: openhartigheid, wanneer Sal onderregt Syn, van de middelen, die UWEd: gebruykt hebben, om ons van alle tydingen uit Europa en Indiën te versteeken, en om Sig Vyandig by Stappen aan de Colonie meester te maaken. - terwyl wy voor het Opperweezen Sullen onschuldig Syn, aen het bloed dat Sal vergooten worden, en de rampen die UWEd:s Instructie verder mogen voortbrengen.’
‘welk antwoord geleezen zynde, zoo hebben alle de Heeren Leeden des Raads den edelen Heer Commissaris voor deszelfs in deeze betoonde zorge en genoomen moeite bedankt, en zich met het voorzeide antwoord geconformeerd, ‘t welk dienvolgens is geteekend, om op morgen ochtend aan de engelsche Vlootvoogden af te gaan.’
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorschreeve
[Signed:] A: J: Sluijsken
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: V: Reede Van Oudtshoorn
[Signed:] C: Brandt
[Signed:] W: S: V: Rijneveld
[Signed:] E: Bergh
[Signed:] My present G: f: Goetz Secret:s
C. 231, pp. 496-497.¶
Dingsdag den {17950818} 18 Augustus 1795
present de edele Heer Commissaris de Heer Gezachheber en alle de Heeren Leden behalven de Heer Gordon.
In overweeging genoomen zynde, de noodzaaklykheid, om te zorgen dat by eene vyandelyke attacque op deeze Colonie, hetwelk mogelyk, binnen korte daagen, het geval zal zyn den Vyand op de plaatsen tusschen de Steenbergen en den roode bloem geleegen, niets kan vinden om zyne operatiën tegens deeze Colonie te favoriseeren, - zo is verstaan aan alle ende iegelyke der Eigenaars of bewooners der plaatsten en Hofsteeden zich bevindende tusschen de plaats de Roodebloem en die van de burger Rossouw aan de Steenbergen mitsg:s langs de zoute Rivier en Liesbeeksrivier geleegen, namens deeze Regeeringe by op eene Schriftelyke ordre te gelasten, alle nodige zorge te dragen, dat by eene vyandelyke attacque op deeze Colonie, niets op hunne plaatsen word gevonden, wat den vyand tot voedsel, onderhoud of behulp kan Strekken, zullende dus by attacque alle de Slaaven, van de plaatsen moeten gaan, en zich met al het Vee zo Paerden, Ossen, Schaapen, Bokken als ander zich aldaar bevindende herwaards moeten begeeven, en dus dezelve plaatsen moeten worden verlaaten, na dat alvorens alle eetbaare waaren, die zich op dezelve bevinden mogten, zullen weezen meede gevoerd, bedorven of onbruykbaar gemaakt, op pœne dat de geene die hierin nalatig mogten zyn, zullen worden beschouwd als Meedehelpers van den Vyand en als Verraders van hun Vaderland worden gestraft, - en zal op gelyke Straffe by herhaling der voorige Placaaten en ordres, aan alle ende een iegelyk wie hy zyn mogt, worden geordonneert en gelast omme wel zorge te draagen, dat nog door haare Slaaven, en veel minder door haar zelve eenige Correspondentie, het zy door brieven of mondelinge boodschappen worde gehouden, met den Vyand, en dat dezelve van geen Trekvee, Provisiën of verversingen worde voorzien door wie het weezen mag
Laatstelyk in overweging genomen, dat de omstandigheden niet toelaatende de Verpachting van ‘S Lands gemeene middelen en Inkomsten, die volgens gewoonte onder Ultimo deezer loopende maand moest geschieden, te doen voortgang neemen, en het nochtans van de grootste aangelegendheid komt te zyn, dat gezorgd worde om de bepaalde Schikkingen op het verdebiteeren van Bieren, Wynen en Brandewynen Stiptelyk worden achtervolgd. - Zo is by den Raade goedgevonden en dienvolgens beslooten, de Heere de Wet als boekhouder van ‘S Lands generale Inkomsten, en den Heer Fiscaal van Ryneveld te Committeeren en te authoriseeren, om met de tegenswoordige pachters wiens priviligiën onder Ultimo deezer Staan te expireeren, de nodige Schikkingen en voorwaardens te maaken, om in hunne previlegiën nog voor den tyd van een maand ofte tot Ultimo September eerstkomende te Continueeren.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorschreeve
[Signed:] A: J: Sluijsken
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: V: Reede van Oudtshoorn
[Signed:] C: Brandt
[Signed:] W: S: V: Rijneveld
[Signed:] E: Bergh
[Signed:] My present G: f: Goetz Secret:s
C. 231, pp. 498-501.¶
Woensdag den {17950819} 19 Augustus 1795
‘S voormiddags present de edele heer Commissaris benevens de Heer Gezachhebber en de Heeren leden le Sueur, de Wet, Brandt en Van Ryneveld.
Geliefde de edele Heer Commissaris den Raade kennisse te geeven, dat op gisteren namiddag ter butenrhede van de Tafelbaai gearriveerd zynde, het noord americaansch Scheepje genaamt the Samson komende laatst van London gecommandeerd, door den Capityn john Smith, deselve Capityn zich directe aan Wal en by zyn Ed vervoegd en gerapporteerd, had dat hy den 10 Mei van London en den 19 Juny van Madera was vetrokken, dat zyne destinatie was naar Madras en dat zich aan zyn boord drie engelsche en drie americaansch passagiers bevinden; - dat hy edele Heer Commissaris hierop den Capityn Smith hadt toegestaan, en Syn Schip verder ter rheede te brengen, en ten dien einde Sig weder nae boord te begeeven, met verdere permissie, om van het nodige Water en groentens etc: Sig te voorsien, dog dat gem: Capitain in Steede van Sig nae boord van Syn Schip te vervoegen en hetselve verder ter rheede te brengen, aan de Kaap was blyven vernachten; laatende gem: Syn Schip op de buiten rheede leggen, dat zyn Ed: dus ook by overweging dat het mogelik wel de intentie van voorseiden Schipper Smith weesen konde, om weder direct van de buiten rheede te vertrecken, en Sulx na de informatien van den Staet deser hoofdplaatse, die hy gemakkelyk heeft, verkrygen kunnen, van de nadeligste gevolgen Soude kunnen Syn, So de false baey binnen liep off in zee eenige Communicatie met de Engelschen houden konde, buiten dat, de publicque tydingen welke daer meede en voornamentlik, met drie Sig aan boord van hetselve bevinden Engelsche passagiers, ten uytersten aan gelegen voor den Vyand Souden kunnen Syn, deeze Vergadering expres hadt laaten beleggen, om van de Heeren Leden af te vorderen derzelver advyzen, off men ter voorkoming van al het voorenstaende gezeid Scheepje niet zou behoren te leggen onder Een Embargo Soo lange de noodsakelikheid hetzelve vorderen sal, Zo is by den Raade unanime beslooten, het voormeld americaansch Scheepje Samson provisioneel te leggen onder embargo - zullende ten dien einde de Capitain Smith worden aangezegd, dat hy aan Land zal moeten verblyven, tot dat door hun de nodige ordres zyn gegeeven en geeffectueerd om zyn Bodem op de gewoone Ankerplaats te leggen, als wanneer het Roer daarvan zal worden geligt en aan Wal gebracht, om aldaar bewaard te worden en te verblyven, tot zo lange deze regeeringe zulks noodzaaklyk zal oordeelen - terwyl aan den Capitain Hay voerende het americaansh Scheepje Robbert Morris zal worden aangezegd om provisioneel met gedacht Schip deeze rheede niet te verlaaten.
de Heeren de Wet en van Ryneveld aan wien wy by besluit van gisteren is gedemandeerd, omme met de pachters wiens privilegiën onder Ultimo deezer Staan te expireeren, de nodige Schikkingen en voorwaardens te maaken om in hunne privilegiën nog voor de tyd van een Maand ofte tot Ultimo September eerstkomende te Continueeren, daarover heden ingedient hebbende het volgens bericht.
Aan den WelEdele Groot Achtb: Heer Abraham Josias Sluysken Raad ordinair van Nederlandsch India mitsgaders Commissaris van Kaap de goede hoop en den Ressorte van dien & & & benevens den Edele Achtb: Heer Gezachhebber en de Wel Edele Heeren Raaden van Politie
‘Wel Edele Groot Achtb: Heer en Edele Achtbaare Heeren!’
‘De ondergetekendens by Raadsbesluit van gisteren ter zaaken, en om redenen als die Resolutie vervat expres gecommitteerd en geauthoriseerd zynde, om met de tegenswoordige Pachter van ‘S Lands gemeenen middelen wiens privilegiën onder Ultimo deezer Staan te expireeren de nodige Schikkingen en voorwaardens te maaken, om in hunne privilegiën nog voor den tyd van Een maand of tot Ultimo September aanstaande te Continueeren, hebben in opvolging van dien, alle de bovengemelde Pachters voor hun geappoincteerd en aan dezelve UWelEdele Groot Achtb en E Achtb: intentie geproponeerd; waar op door dezelve gezamentlyk en in ‘t byzonder door de Pachter van de Sleet aan ‘t Rondeboschje en in de Baaifals gerepresenteerd zynde, welk nadeel zylieden in hunne respective Pachten bereids uit de door de Engelsche Natie veroorzaakte alarmeerende omstandigheedeen genooten hadden, en nog Stonden te ondergaan, wierd betuigd dat het hun onmogelyk was voor de Continuatie in hunne respective privilegiën, voor de aanstaande maand September zo veel op te brengen, als evenredig konde zyn, nog aan de bedonge respective geldsommen van het voorleeden Jaar, nog ook aan het geene die privilegiën anders in tyden van rust wel waardig zoude Zyn - Dat zy niet te min in om aan UWelEdele Groot Achtb en E Achtb geEerde intentie te voldoen, aanbooden voor die maand Continuatie in hunne onderscheidene priviligiën op dezelve Conditien onder Ultimo Augustus des voorleeden Jaars hebben plaats gehad, ieder te zullen opbrengen en betaalen al zulke geldzommen als hier onder zyn gestipuleerd, te weeten’
‘De ondergetekendens neemen dierhalven de vryheid te betuigen, dat zy in aanschouw der omstandigheeden waar in de Colonie thans verseert, de aanbieding der voorm: Pachters hebben bevonden, allezints met de redelykheid en billykheid over een te koomen, en dat zy mitsdien, onder de geEerde approbatie van UWelEd: Groot Agtb: en Ed: Agtb: met dezelve ook op dien voet en Conditiën provisionel zyn veraccordeert en overeengekomen.’
‘Latende deeze overigens dienen voor nedrig rapport.’
‘Kaap de goede hoop den 19 Aug:s 1795’
’/:get:/ O: G: de Wet en W: S: V: Ryneveld.’
zo is na deliberatie over dat bericht by den Raade goedgevonden en verstaan zich daarmeede te Conformeeren, zullende dienvolgens ‘t zelve geconverteerd worden in eene Resolutie deezer Vergadering zo als geschied by deeze, en zal daarvan aan het publicq de nodige Notificatie worden gedaan, en teffens by Extract deezer daarvan kennisse worden gegeeven aan den Heere Boekhouder van ‘s Lands Generale Inkomsten, ten einde te Strekken tot zyn Ed: naricht en informatie en om daaromtrend het nodige te bezorgen.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorschreeve
[Signed:] A: J: Sluijsken
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] C: Brandt
[Signed:] W: S: V: Rijneveld
[Signed:] My present G: f: Goetz Secret:s
C. 231, pp. 502-505.¶
Dingsdag den {17950825} 25 Augustus 1795
‘S avonds, present den Edelen Heer Commissaris de Heer Gezachhebber en de Heeren Leeden Le Sueur, de Wet, van Reede van Oudshoorn, Brand en Van Ryneveld
Aanvanklyk wierd door den Edelen Heer Commissaris den Raade gecommuniceerd, dat zyn Ed heden namiddag hadt ontfangen een Pacquet papieren, het welk van wegens de Engelsche Generaal Craig, uit zyn Campement aan Muizenburg per een Cartel naar het onze aan de Steenbergen was gezonden, in welk paqcuet gevonden wierden een en dertig partikuliere Brieven aan onderscheidene dienaaren der E Comp en Burgers geaddresseerd, waarvan eenige waaren geopend geweest, beneevens een pacquetje door de Hooge indische Regeering aan deeze Vergadering gericht, bevattende het duplicaat van hunner Hoog Edelheedens Missive de dato 31 Maart deezer Jaar per het Schip de Jonge Bonefacius alhier aangebragt, beneevens de dubbelde van onderscheidene circulaire ordres bevoorens reeds ontfangen en de korte factuuren der Retourladingen van de ingehuurde partikuliere Scheepen het Vertrouwen en de Louisa Anthonia , terwijl het Couvert van gedacht pacquetje genoegzaam aan den dag legde dat daaruit papieren waaren genoonem, waaruit des zo wel als uit eenige der addressen van de partikuliere brieven genoegzaam bleikt dat byde gemelde Retourbodems in Baaifals waaren aangeland en door de Engelschen opgehouden; by alle welke papieren nog gevoegd was eene Missive door den Admiraal Elphinstone Sub dato 21 deezer aan den eersten Commissaris en de Ingezeetenen van de Kaap de Goede Hoop gericht, eenlyk houdende dat door hem werde overgezonden eenige papieren die langs onderscheidene wegen in Zyne handen waarin geraakt, - van al hetwelk verstaan is deeze aanteekening te houden gesteld aan de Heer van Reede Van Oudshoorn, om als Commissaris over het postcomptoir voor dies bestelling te zorgen.
Vervolgens geliefde den Edelen Heer Commissaris kennisse te geeven, dat zyn Ed heeden namiddag Rapport ontfangen hebbende dat drie der Engelsche Oorlog Scheepen uit Baaifals onderzeil waaren gegaan, en zo hieruit als aan den geheelen toestel die de Engelschen in hun Campement aan Muizenburg maaken, mitsg:s uit de vordering van het Jaargety, waardoor het verblyf van Scheepen in de Simonsbaai gevaarlyk word, en zo meede uit de eenstemmige verhaalen der gedeserteerde en krygsgevangen gemaakte Engelsche Mattroozen en Soldaaten, niets anders kan worden afgeleid dan dat zy het voorneemen hebben om deeze Hoofdplaatze van de Landzyde en van de Tafelbaai te gelyk te attacqueeren, zyn Ed: allernoodzakelykst hadde geoordeeld en ook direct bewerkstelligd, om aan den Equipagiemeester Jan Arnoud Voltelen te gelasten om de ter deezer Rheede leggende S Comp:s Pacquetboot de Star , zodanig te doen verhaalen en plaatzen dat niet alleen door dezelve geen nadeel kan worden toegebracht en de werking van ons geschut, tegens den Vyand, maar ook dezelve Pacquetboot, zo dra zulks mogt worden vereischt, op strand zal kunnen worden gezet op de best daartoe geschikste plaats - dat zyn Ed insgelyks aan den onderafgeschreeven gagie gestelde adsistent Isaac Strombom als eigenaar van het ter Rheede leggende partikulier Schip de Eliza hadt gelast met zyn gedacht Schip inzelver voegen te handelen, naar de aanwyzingen en onderrigtingen, welke den gezeide Equipagiemeester hem zoude geeven, doch dat zyn Ed overtuigd van de noodzakelykheid dat ook aan de defensie deezer plaatze geen hinder kon worden toegebract, door het by besluit van den 19 deezer onder embargo gelegd Noordamerikaansch Schip the Samson , en hetwelk ter deezer Rheede onder ons geschut is geankerd, vermeend hadt niet af te moogen zyn den Raade te proponeeren omme het embargo van gezeide bodem op te heffen; dat zyn Ed hier toe met des te meerder gerustheid konde overgaan om dat uit de paspoorten waarvan zyn Ed: de Copias produceerde, en andere bescheiden van die Bodem aan zyn Ed: evidentelyk was gebleeken dat niet alleen Schip en Lading de eigendom van onderdaanen der Staaten van noord Amerika kwam te zyn, maar dat ook het Cargasoen niet kon doen vermoeden dat hetzelve voor den Vijand was geschikt of door hen verkreegen zynde, eenig nadeel toebrengen aan de verdeediging en bewaring deezer Colonie; - en om dat de tydingen welke het gezegd Schip aan den Vyand mogt overbrengen niets anders zouden kunnen behelzen dan de verzeekering van de bewustheid hunner voorneemens en de waakzaamheid en zorgvuldigheid die betracht word om dezelve teegentegaan en te verydelen; - doen al het welk met allen aandacht gedelibereerd zynde zo is by den Raade goedgevonden en dienvolgens beslooten, omme het embargo by besluit deezer Regeeringe van den 19 der loopende maand gelegd op het ter deezer Rheede geankerd Noordamerikaansche Schip the Samson wederom op te heffen, zo als hetzelve opgeheeven word by deeze, waarvan Extract deezer Resolutie kennisse zal worden gegeeven aan den Capitein John Smith, gedachte Bodem Commandeerende, en hem daarby worden aangekondigd, dat hy by verschyning van Engelsche Scheepen op zyn hoede zal moeten zyn, om niet onder het bereik van het geschut der Batteryen te blyven leggen, ten einde voor te koomen de Schadens welke hem anderzints zoude kunnen overkomen, -
Nog geliefde den Edelen Heer Commissaris den Raade te communiceeren dat den Capitein Ingenieur Thiebault onophoudelyk aan zy Ed hadt voorgedraagen de onmogelykheid om in zyn moeilyken dienst met zyne geringe bezolding van ƒ80 per maand te kunnen Subsisteeren, daar de geduurige tochten die hy zo naar Baaifals , de Houtbaai als andere afgeleegene oorden zo ter versterking van dit Etablissement als ter instandhouding der geextrueerde vestingwerken onophoudelyk heeft moeten doen en nog doet, nie alleen het onderhoud van eenige paerden voor hem noodzakelyk en van het uitterste belang hebben gemaakt, maar dat hy ook op die tochten gestadige uitgaaven moet doen, zonder daarvoor eenige Schadeloosstelling te erlangen, en hy boven dit alles nog is gechargeerd met het toezicht over de reconvalescenten aan de Linie bescheiden, zonder daar voor eenige belooning of voordeel maar integendeel veele moeite en zorgen te hebben, dat hy Edele Heer Commissaris overtuigd van de billykheid deezer klagten en in overweeging genoomen hebbende, dat niet alleen den gemelde Capitein Ingenieur Thiebault in zyn vak een zo capabel Sujet komt te weezen als men zeer zelden, dan met de hoop en de verzeekering van fortuin te maaken in deeze gewesten zal kunnen verkrygen, en zich onophoudelyk toelegd om daartoe geschikte Jongelingen te instrueeren en tot bekwaame Ingenieurs te vormen, maar dat hy ook in alles wat hem worden opgedraagen en toevertrouwd by de grootste werkzaamheid, yver en attentie nog voegd een overleg en Spaarzaamheid waarvan de Negotieboeken deezes Gouvernements weinig voorbeelden zullen opleeveren, - en de uit dit alles voortvloeiende billykheid om hem die wel dient en in alles het voordeel en het belang zyner betaalsheeren en deeze Colonie betracht, ook toetevoegen een bestaan eenigzints geevenreedigd aan zyne Verdiensten en Kundigheeden en waardoor hy kan worden aangespoord om zich meer en meer te beyveren en te bevlytigen, goedgevonden hadt aan den meermelde Capitein Ingenieur Thiebault by provisie toe te leggen een maandelyke tractement van Hondert Ryksdaalers, omme ingang te neemen met den eersten Juny laatsleeden, en te continueeren tot de Wel Edele Hoog achtb Heeren Majores anderzints over veel genoemden Ingenieur zullen hebben gedisponeerd, en dat zyn Ed insgelyks uit overtuiging van de moeilyke diensten, en de byzondere kundigheeden van den Sergeant by de fortificatiewerkers en de Baas Metzelaar die boven de arbeid aan de vestingwerken ook nog het opzicht moet houden over S Comp:s wyd en zyd Staande gebouwen, en waar voor eerstgemelde in alles maandelyks niet meerder geniet dan Rx 11 en den tweede Rd:s 14, goedgevonden hadt aan den Sergeant bovensdien toe te voegen een maandelyks tractement van Rd:s 25 en aan de baas Metzelaar van Rds 20:- eerstgemelde om in te gaan met primo deezen en den laatste met primo Juny laatstleeden
Aldus Geresolveerd en Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorschreeven
[Signed:] A: J: Sluysken
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: V: Reede Van Oudtshoorn.
[Signed:] C: Brandt
[Signed:] W: S: V: Ryneveld
[Signed:] My present G: f: Goetz Secret:s
C. 231, pp. 506-507.¶
Woensdag den {17950826} 26 Augustus 1795.
by omvrage, alle present
Den onderafgeschreeven gagie gestelde adsistent Isaac Strombom, aan wien als eigenaar van het ter deezer Rheede leggend partikulier Hollandsch Scheepje de Eliza , volgens het aangeteekende by de Resolutien van gisteren is geordonneerd geworden om het gedacht Scheepje ter deezer Rheede zodanig te doen verhaalen dat geene hindernissen kan toebrengen in de werking van ons Geschut teegens den Vijand, en om des vereischt wordende op de best daartoegeschikte plaats op Strand te zetten, heeden morgen aan den Edelen Heer Commissaris aangebooden hebbende het volgend Request
Aan den Wel Edele Groot Achtbare Heer Abraham Josias Sluysken Raad ordinair van Nederlands India en Commissaris over het Gouvernement van Kaap de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a benevens de E achtb heer Gezachhebber en Wel Edele Heeren Raaden van politie
‘Wel Edele Groot Achtb Heer en E Achtb: Heeren!’
‘Geeft met verschuldigde Eerbied te kennen Uwer Wel Ed Groot Achtb en E Achtb zeer onderdanige en gehoorzamen dienaar Isaac Strombom Eigenaar van ‘t ter deezer Rheede leggend Schip de Eliza ‘
‘dat de Supp:t gisteren avond heeft ontfangen een Schriftelyk bevel van den Edelen Heer Commissaris over dit Gouvernement, houdende om by verschyning van Schip ofte Scheepen, die voor Engelsche oorlogscheepen worden verkend, zyne genoemde Bodem de Eliza directe desselfs tegenswoordige legplaats ter deezer Rheede te doen verlaaten en zodanig te verhaalen, dat geene hindernisse kan toebrengen in de werking van ons geschut tegens den vyand, en om des vereischt wordende, op de bestdaartoe geschikte plaats op Strand te kunnen worden gezet’
‘dat den Supp:t voor zynen eersten plicht achtende de beveelen zyner overigheid te gehoorzaamen, en overtuigd van zyne verpligting omme niet alleen, de defensie deezer plaatze niet te verhinderen, maar voor zo veel vermag tot dezelve defensie meede te werken, ook geneegen is met alle bereidvaardigheid aan opgemeld bevel te voldoen doch dat hetzelve Schip aan den Supp:t zo als het tegenswoordig ter deezer Rheede is leggende, komt te kosten een importante Som van ruim Ryxd:s 13000; welke niet anders dan partikuliere eigendom kan worden beschouwd, en welke zo als den Supp:t onder eerbiedige Correctie vermeend tot defensie van ‘t Land behoord te worden vergoed’
‘Alle Reedenen om welke den Supp:t zich is keerende tot UWelEdele groot Achtb: en E achtb ootmoedig verzoekende dat hoogstdezelve mogt behaagen, aan den Supp:t de verzeekering te geeven dat zo wanneer door de opvolging van gezegd bevel het gemeld Schip de Eliza mogt verlooren gaan dan wel aanzienlyke Schaadens leiden, hetzelve verlies of Schaadens als dan door d E Compagnie zullen worden gedragen en aan den Supp:t uit haare Cassa gerembourceerd, terwyl wanneer UWelEdele Groot achtb en E achtb niet mogten gelieven goed tevonden, deeze verzeekering aan den Supp:t te geeven, hy als den verzoekt dat aan hem mag worden gepermitteerd het meergenoemd Schip de Eliza van hier af te moogen zenden naar Saldanhabaai , ten einde daar door voor te koomen, zo de hinder welke hetzelve ter deezer Rheede aan de defensie van de Kaap zou kunnen toebrengen, als de Schaadens en verliezen waaraan den Supp:t zich anderzints zou vinden geexponeert’
‘’T welk doende &:a’
’/ get / I: Strömbom.’
Zo is by omvraage ter ordre van den Edelen Heer Commissaris gedaan by den Raade beslooten, voor appostille op dezelve requeste te Stellen, dat aan den Supp:t word gepermitteerd om zyne Schip de Eliza ten zynen kosten en periculen van hier te verzenden naar de Saldanhabaai tot zodanige eindens als by zyne Requeste zyn opgegeeven.
Aldus Geresolveerd en Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorschreeve
[Signed:] A: J: Sluysken
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: V: Reede van Oudtshoorn
[Signed:] C: Brandt
[Signed:] W: S: V: Ryneveld
[Signed:] E: Bergh
[Signed:] My present G: f: Goetz
C. 231, pp. 508-509.¶
Vrydag den {17950828} 28 Augustus 1795
‘S avonds alle præsent behalven den Heere Gordon
Aanvankelyk wierd door den edelen Heer Commissaris in overweging gegeeven of daar het jaargety binnen weinig dagen, volgens de gestatueerde ordres aan de Scheepen der E: Comp: zal permitteeren de Tafelbaai binnen te loopen en Continueeren zoude om by aannadering van Schip of Scheepen de bepaalde Seinen van verkenning waarop de Scheepen met gerustheid de Tafelbaai binnen loopen, van de Leeuwenkop en Leeuwenbil te laaten vertoonen, dan wel deselve Seinen intrekken - waarover met allen aandacht gedelibereerd en daarby in aanmerking genomen zynde, dat hoe zeer aan de eene zyde het intrekken of inhouden der Seinen zou kunnen dienen, om de Scheepen der E Compagnie of alle anderen, welke door haar van dezelve Seinen mogten zyn voorzien geworden te waarschouwen van de onveiligheid waaren deeze Colonie zich door de in Baaifals leggende Vloot bevind, als meede van het gevaar waaraan zy door eene attacque op deeze hoofdplaatze zoude kunnen worden bloot gesteld, en om hen dus derzelver reize naar Indiën dan wel naar het Vaderland zonder deezen Uithoek aantedoen, directe te doen vervolgen, - het echter aan de andere zyde zeeker is, dat zo wanneer een of meerder Scheepen mogten weezen afgezonden, om tydingen over den toestand der zaaken in het Vaderland, dan wel beveelen ten aanzien van de tegenswoordige omstandigheeden deezer Colonie zelfs of eenig Secours van Troupes of noodwendige behoeftens herwaards over te zenden, men door het in trekken der Seinen niet alleen van de informatien ofte onderstand welke herwaards mogten zyn afgesonden, zou weezen ontstooken, maar ook aanleiding geeven, om door de Scheepen welke by ontstentenis der Seinen de Kaap voorby mogten zeilen, dan wel naar de plaats van waar gekomen zyn retourneeren, ‘t zy in Nederland of Indiën de Schrikverwekkende veronderstelling doen ontstaat, dat deeze Colonie aan eenen anderen dan haare wettige Souverain was overgegaan, ‘t welk ofschoon dezelve voor geblocqueerd moeten worden gehouden, en de Engelschen deeze Regeeringe genoodzaakt hebben Baaifals te moeten evacueeren, en zich met geweld en dus Vyandelyk in het bezit van Baaifals hebben gesteld, nochthans tot nu toe niet is gebeurd - Zo is met uitzondering van de edele Heer Commissaris en de Heeren Leden de Wet en van Ryneveld en dus by de meerderheid des Raads beslooten om de bepaalde Seinvlaggen van de Leuwenkop en Bil volgens gewoonte te vertoonen
Voorts in overweging genoomen zynde, dat de tegenswoordige omstandigheeden niet zullen permitteeren, de geordonneerde opneem van ‘S Comp:s gelden, effecten, koopmanschappen en onder Ult: deezer volgens de ordre in de eerste dagen der volgende maand September door expresse gecommitteerdens te doen opneemen, zo is by den Raade goedgevonden en dienvolgens beslooten de gezegde opneem te Surcheeren, tot de eerste dagen van de maand October deezes jaars, zullende dezelve des niet te min moeten geschieden onder Ultimo deezer of met het eindigen van het Boekjaar van 1794-5
Laatstelyk nog in overweging genomen zynde, dat de allezints droevige omstandigheeden, waarin deeze Colonie zich bevind, niet toelaaten, met het opryden der Kaapse Wynen van het jongste of voorige gewassen, navolgens de vigeerende Placaaten en Ordonnantiën met primo van de eerstkomende maand September een begin te maaken, als waardoor de Wyngaardeniers zelfs aan veele ongelegendheeden zouden worden bloot gesteld, - Zoo is omme hierinne op de meest geschikste wyze te voorzien, by den Raade goedgevonden, te Statueeren en te bepaalen, gelyk gestatueerd en bepaald word by deeze, dat met het opryden der Wynen van het Jongste en voorige gewassen, geen aanvang zal moogen werden gemaakt, dan met primo October eerstkomende - terwyl om de Wyngaardeniers niet te versteeken van een gedeelte van de tyd van Vyf Maanden, tot het opryden hunner Wynen, by de Ordonnantien en Placaaten bepaald, het aan hen zal vry Staan, omme hunne Wynen van de jongste en voorige gewassen te moogen opryden en Kaapwaards voeren, tot Ultimo February van het aanstaand Jaar Een Duyzend Zeven honderd Ses en negentig, waarvan by publicatien en affixie van bielletten aan het Publicq de nodige kennisse zal worden gegeeven.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorschreeve
[Signed:] A: J: Sluysken
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: V: Reede van Oudtshoorn
[Signed:] C: Brandt
[Signed:] W: S: V: Ryneveld
[Signed:] E: Bergh
[Signed:] My present G: f: Goetz Secret:s
C. 231, pp. 511-512.¶
Zondag den {17950830} 30 Augustus 1795
by omvraage alle præsent
Aangezien het in de tegenswoordige omstandigheeden waarin men den Vyand op onzen Bodem ziet, en yder ogenblik moet verwagten te zullen worden geattacqueerd, van de alleruiterste noodzaaklykheid en aangelegendheid komt te weezen dat niemand der Burgers deezer Colonie zich van Synen Standaart ofte Vaandel absenteere, of zich verwyderd van de plaats, waar hy gezonden word of verblyven moet, om zyn Vaderland te helpen beschermen en verdedigen, maar dat integendeel alle goede Burgers, zich begeeven, verblyven en vinden laaten, ter plaatze werwaards hunne Standdaarts ofte Vaandels gezonden werden en zo meede dat zich niemand absenteeren, van de plaatze waar gehouden zyn te verblyven, ten einde op het eerste geblaast der Trompetten, of het Slaan de Trommels, ieder in den zynen, zo als braave, Manmoedigen, vroome en Manmoedige burgers betaamd in de Wapenen te verschynen, - Zo is by omvraage, ter ordres van den edelen Heer Commissaris gedaan by den Raade beslooten, omme by Publicatien en affixien van bielletten, alle braave burgers deezer Colonie nochmaals te vermaanen en te gelasten, zich niet van deeze Hoofdplaats te begeeven zonder daartoe gecommandeerd te zyn ofte permissie te hebben erlangd, insgelyks om zich niet van hunne Standaarden en Vaandels te verwyderen, of na te laaten die te volgen, dan om de allergewigste reedenen, welk zy als dan voldoende zullen moeten bewyzen, alles op pœne dat de geene, dit een of ander mogte verwaarloozen, daarover na rigeur der wetten zullen worden gestraft en openbaar te regt gesteld.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorschreeve
[Signed:] A: J: Sluysken
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: V: Reede van Oudtshoorn
[Signed:] C: Brandt
[Signed:] W: S: V: Rijneveld
[Signed:] E: Bergh
[Signed:] My present G: f: Goetz Secret:s
C. 231, pp. 513-514.¶
Zaturdag den {17950905} 5 September 1795
by omvraage, alle present.
Geliefde den Edelen Heer Commissaris den Raade te laaten communiceeren dat zyn Ed uit hoofde van de meer en meer toeneemende zwaare diensten der officieren zo by ‘t Nationaal Bataillon als by de Artillery en Genie, goedgevonden hadt onder dezelve de volgende bevorderingen en aanstellingen te doen, als
by ‘t Nationaal Battaillon
Tot Capitein Lieutenant, de Lieutenant Frans Muller
Tot Lieutenant de Vaandrig Levien Godlob Hoeven
by de Artillery
Tot extra ordinair Vuurwerkers de Bombardiers Jean Pierre Digue, Joseph Jonie, Oloff Ley, Johannes Jacobus Maasdorp, en Cornelis Gysbert Verwey van welke de eerstgemelde den dienst van onder opziender over het Ambachtsquartier zal moeten waarneemen en de tweede by de Genie dienst doen
Tot Boekhouder van ‘S Compagnies Artillerie Magazynen de Bombardier Hendrik van Zon, met de effective qualiteit van Boekhouder en allen met de tot deeze hunne qualiteiten Staande gagie en Emolumenten, mitsgaders de gewoone verbanden, ‘t hier en ander heeden ingaande
Nog wierd aan de Heeren Leeden des Raads kennisse gegeeven dat door den Heemraad van ‘t district van Graaffe Reinet Schalk Jacobus Burgers aan den edelen Heere Commissaris voorgedraagen zynde dat de opgezeetenen aldaar meer en meer ontrust wierden door de zwervende Bosjesmans hottentotten en anderen, met verzoek om tot beveiliging van dezelve te worden geadsisteerd met 200 lb Buskruit zyn Ed: aan dat verzoek hadde gediffereerd, en dienvolgens aan gezeide Schalk Jacobus Burgers hadt laaten verstrekken de verzogte 200 lb Buskruit om tot beveiliging van de Opgezeetenen onder het district van Graaffe Reinet , te worden geimploieerd,
Van al het welke verstaan is deeze aanteekening te houden
Aldus Geresolveerd en Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorschreeve
[Signed:] A: J: Sluysken
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] C: Brandt
[Signed:] W: S: V: Rijneveld
[Signed:] My present G: f: Goetz Secret:s
C. 231, pp. 515-517.¶
Donderdag den {17950910} 10 September 1795
‘S voormiddags, alle present, behalve den Heere Gordon
Aanvanklyk is geleezen een Request door den onderafgeschreeve gagie gestelde Adsistent Isaac Strombom, aan deezen Regeering gericht, luidende
Aan den WelEdelen Groot Achtb: Heer Abraham Josias Sluysken Raad ordinair van Neerlands india, mitsg:s Commissaris over het Gouvernement van Kaap de Goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a en den E achtb politicquen Raad
‘Wel Edele Groot Achtb Heer en E: achtb Heeren!’
‘Geeft met alle verschuldigde Eerbied te kennen Uwer Wel Edele Groot Achtb en E Achtb zeer gehoorzaame en onderdanige dienaar, den onder afgeschreeve gagie gestelde adsistent Isaac Strombom, als Rheeder en eigenaar van het ter deezer Rheede leggend Hollands partikulier Schip de Eliza ; dat de teegenswoordige omstandigheeden van de oorlog, en de welgegronde vreeze, om door den vyand ieder ogenblik te worden aangevallen, den Supp:t ten eenemaale buiten Staat Stellen met gemeld Schip onder de Hollandse Vlag te laaten navigeeren, dat hetzelve nu reeds byna drie maanden ter deezer Rheede geleegen hebbende in het grootste gevaar om door den vyand genoomen te worden, bovensdien, van tyd tot tyd geontramponeerd word, en wanneer niet binnen kort van een nieuw dubbelhuid word voorzien, en waartoe alhier geene gelegendheid is, wel ras buiten Staat ten eenemaale zal geraaken om te kunnen navigeeren, hetwelk zeer zeeker het gevolg zoude zyn, zo wanneer door eene blocquade of anderzints, den Supp:t wierd verhinderd zynen gemelde Bodem Zee te doen kiezen; dat uit dit alles reeds aanzienlyke Schadens voor den Supp:t zyn ontstaan, en dat de geene welke hy daaruit wiskunstig nog te gemoed ziet niets anders dan zyne totale ruine na zich kunnen Sleepen; dat den Supp:t ter voorkoming van dien langs alle mogelyke middelen getracht heeft zich van zyn gemelde Schip te ontdoen, zonder daarin te kunnen Slaagen by de Ingezeetenen deezen Colonie, die zich door een aankoop van dien aart aan dezelve gevaaren en Schaadens zoude blootstellen, welke den Supp:t door den verkoop van zyn Schip tracht te omtwyken; dan dat aan den Supp:t voor eenige daagen door zekere Zich alhier bevindende Giacomo Pons met het deensch Schip de Emelia alhier aangekomen een raisonable koopschat voor gemeld Schip de Eliza gebooden, zynde en hetzelve onder Toscaansche vlagge en paspoorten waarvan hy Pons zich vind voorzien, van hier te verzenden, en den Supp:t zeer geneegen is ter voorkoming zyner Schaade en ondergang, dat aanbod te accepteeren, zo neemd hy de vryheid zich in alle onderdanigheid te keeren tot UWel Edele Groot Achtb en E Achtb ootmoedig verzoekende dat het hoogstdezelve mogt behaagen omme uit byzondere Consideratie voor de hiervoren aangehaalde omstandigheeden hem te permitteeren zyn Schip de Eliza aan den gezegden Giacomo Pons te mogen verkoopen’
‘’T welk doende &:a’
’/: get / I Strömbom’
over welke Requeste met allen aandacht gedelibereerd en daarby in overweeging genoomen zynde dat het verbod aan de Ingezeetenen gedaan, om geene Scheepen aan vreemdelingen te verkoopen, tot haar eigen voordeel is gegaan, doch dat de opvolging in het presente geval zeer Strekken zoude tot Schaade van den Supp:t aangezien hy daar door zou worden verhinderd zyn wettig eigendom te realiseeren, en iets waar door hy vermeend meerder zeekerheid te verkrygen dan in het bezit van een Schip hetwelk allezints aan de grootste gevaaren en deperissementen is blootgesteld, zo is dan ook by den Raade beslooten, omme uit aanmerking van de byzondere omstandigheeden welke tot het verzoek des Supp:n aanleiding gegeeven hebben, hem te permitteeren om zyn Scheepje de Eliza te moogen verkoopen aan den by het Request vermelde Giacomo Pons, mits alvoorens van ‘t zelve Schip Transport en opdracht doende, door den Supp:t aan de E Compagnie worde betaald, het geen hy per reste van Kooppenningen van het zelkve nog aan haar Schuldig is
Vervlogens wierd door den Edelen Heer Commissaris den Raade te kennen gegeeven dat zyn Ed: aan den Capitein van het voor eenige daagen alhier gearriveerd noord Amerikaans Scheepje the Fuselier gepermitteerd hebbende zyn alhier aangebrachte Lading van vaatwerk en andere noodwendige behoeftens tot den Landbouw alhier te verkoopen dezelve Capitein thans aan zyh Ed hadt verzocht het provenu van die Lading te moogen besteeden in wynen en Brandewynen om naar Noordamerika te worden verzonden, - over welk verzoek gedelibererd zynde, zo is by overweeging van de noodzakelykheid om onder behoorlyke voorzorgen, voor zo veel maar immers mogelyk te maaken is de Ingezeetenen van de groote voorraad van wynen en Brandewynen te ontlasten, by den Raade goedgevonden en dienvolgens beslooten om aan den Capitein van het gemeld Noord Amerikaansch Schip the Fuselier te permitteeren in zyn gedachte Bodem wynen en Brandewynen af te laaden, om naar Noord Amerika vervoerd te worden, mits Stellende Sufficiente cautie dat dezelve wynen en Brandewynen nergens anders dan in eenen Vreedinhaven zullen worden ontlaaden en vooral niet naar den Vyand vervoerd of in Vyandelyke Bodems overgescheept worden
Daar uit hoofde van de droevige omstandigheeden deezer Colonie het onmogelyk komt te zyn, dat alles Spoedig genoeg kan worden verreekend en vereffend wat nog onder Ult:o Augustus jongstleeden, volgens de ordre en gewoonte by de Cassa boeken moet worden ingenoomen om de Cassa reekening onder Ultimo Augustus ter bepaalden tyd te Sluiten, en die zelfde omstandigheeden juist noodzakelyk maaken om dezelve Boeken ten Spoedigste te doen vereffenen, zo is verstaan den Heere Cassier Bergh te authoriseeren en te qualificeeren om de Cassa reekening onder Ultimo Augustus ten Spoedigste te Sluiten, terwyl de perzoonen die in gebreeken mogten blyven het geen zy Schuldig zyn onder die datum te voldoen, by de Negotieboeken of die van ‘S Lands generale Inkomsten zullen moeten worden gedebiteerd
Laatstelyk is uit aanmerking dat de uitgaaven uit S Compagnies Cassa dag aan dag toeneemen, zonder dat er eenige naamwaardigen ontfangst word gedaan, by den Raade beslooten omme nog eene Somma van Hondert duizend Ryksdalers aan Cartonne Munt te laaten aanstempelen, in mindering van de Millioen Ryksdaalers waartoe by besluit van den 19 Maart 1793 is beslooten, en dus door dezelve Gecommitteerdens welke daarby zyn benoemd,
Aldus Geresolveerd en Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorschreeve.
[Signed:] A: J: Sluysken
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] C: Brandt
[Signed:] W: S: V: Rijneveld
[Signed:] E: Bergh
[Signed:] My present G: f: Goetz Secret:s
C. 231, pp. 518-522.¶
Vrydag den {17950911} 11 September 1795.
‘S voormidags alle present
Den Edelen Heer Commissaris de Vergadering hebbende doen convoceeren ten einde dezelve kennisse te geeven, dat op gisteren avond door de Capitein der Burger Cavalerie gedetacheerd aan de Duynen aan zyn Ed was toegezonden eene aan de post door een Engelsch Cartel gebracht geschrift, geaddresseerd aan de Burger Ingezeetenen van Kaap de Goede Hoop, produceerende vervolgens hetzelve geschrift in de origineele taale.
‘The Sentiments of general Humanity and of friendship for the Dutch nation which induced our admiraal S:r George Keith Elphinstone and Major General Craig to address the Inhabitants of the Cape of Good Hope on the12:th Ult:o activating in no less powerful a degree on General Clarke, who has Succeeded the latter in the Command of His Brittannick Majesty’s Troops, - These officers find themzelves impelled by them, to request that the Inhabitants, will take into their serious Consideration, that the expected reinforcement from Europe being now arrived, the force acting against them is such as to render all resistance vain’
‘His Brittannick Majestys officers are however so well acquainted with the Sentimemts of their Royal Master, that they persuade themselves that it will be must more agreable to his feelings, to hear that the Colony has accepted the protection of Great Britain under the terms already offered to the Inhabitants, than that by an obstinate perseverance in an unavailing defence, they have exposed themzelves to the calamities of a State of war, to which it never was his wish to Subject them’
‘In the ordinary course of Military operations, no intercourse of this nature would take place till the army is before the works of the Town: The Britisch Commandor however are so very anxious, if possible to avoid the mischief to the Colony that must occur in their progress to that Station. - They wish so much to advance only under those friendly circumstances, which may enable them to ensure the Safety of all property of every Sort. - They are so desirous of preserving the Country from the devastation which must ensure from the wants of army, in the course of whose operations, houses must be destroyed to furnist materials for works, Slaves must be invited. - Cattle must be destroyed and Gardens and fields will be little respected - that they are induced once more to Say that the time is Still open for negotiation to bring about these desirable purposes’
‘As no unnecessary delay can be now admitted, the answer will be expected to be sent as Speedily as possible’
’/:signed:/ Alured Clarke Genel: G K Elphinstone vice Admiral J H Craig Major General’
‘Camp at Muizenberg 9:th Septem:r 1795.’
‘En dies Translaat.’
‘De gevoelens van algemeene menschlievendheid en van Vriendschap voor de Hollandse natie, welke den vice Admiraal Sir George Keith Elphinstone en den Generaal Majoor Craig bewoogen hebben om de Ingezeetenen van de Kaap de Goede Hoop, op den 12 der jongstgepaseerde maand, te addresseeren, in geen minder kragtige graad werkzaam zynde in den Generaal Clarck die den laatstgemelden in het Commando van zyn Groot Brittannische Majesteits Troupes is opgevolgd, zo vorderen zig die officieren door haar zelve aangezet om te verzoeken, dat de Ingezeetenen in hunne ernstige overweeging willen neemen, dat de verwagte versterking uit Europa thands aangekoomen zynde, de magt tegens hun ageerende, zodanig is, dat dezelve allen tegenstand nutteloos maakt’
‘Zyne Brittannische Majesteits officieren, zyn echter zo wel bewust van de Sentimenten van hunnen koninglyken Meester dat zy zich overtuigd houden, dat het veel aangenamer voor hoogstdesselvs gevoelens weezen zal, te verneemen dat de Colonie de protectie van Groot Brittanien heeft aangenoomen, onder de aan de Ingezeetenen reeds aangebodene voorwaardens, dan dat zy door een hardnekkige volharding in eene vrugteloose verdediging zig hebben blootgesteld aan de Rampen van eenen Staat van oorlog, aan welke hoogstdesselfs wensch nimmer was dezelve te onderworpen’
‘In den ordinair loop van Krygs operatien konde geene onderhandeling van deezen aart plaats grypen, voor en aleer de Armeé, voor de werken der Stad is, de Brittische Bevelhebbers zyn egter zo zeer bezorgd om, zo mogelyk, de Colonie te behoeden voor de onheilen die met hunne vorderingen tot de voorsch Standplaats gepaard moeten gaan. - zy wenschen zo zeer om alleenlyk onder zodanige vriendelyke omstandigheeden te naderen, als welke hen in Staat kunnen Stellen, om de veiligheid van allen eigendom van yder Soort te verzekeren - Zy zyn zo b’gerig om het Land te bewaaren voor de verwoestinge die voortkomen moet uit de behoeftens voor de armeé, in den loop van welkers operatien Huizen, vernield moeten worden, om materialen voor werken te verkrygen - Slaaven moeten worden uitgenodigd, Vee moet worden verdelgd en Tuinen en Velden zullen weinig ontzien worden, dat zig nog eens bewoogen zyn te zeggen, dat de tyd nog open is voor Negotiatie om die gewenste oogmerken te weege te brengen’
‘Vermits geen onnodige uitstel thans kan worden toegestaan, zal het antwoord worden verwagt zo Spoedig als mogelyk weezen zal.’
’/:getekend:/ A: Clarke Gen:l G K Elphinstone Vice Adm:l J H Craig Generaal Majoor.’
‘Campement aan Muizenburg den 9 September 1795.’
‘Accordeert met het orgineel uit het Engelsche getranslateerd door my /:get / C G Hohne’
met byvoeging dat hy Heere Commissaris, in overweeging genoomen hebbende dat het aan niemand wie het ook zoude moogen weezen toegestaan is om met eenen Vyand correspondentie te hebben, veel minder nog om eenige Negotiatien te entameeren, als alleen aan den geenen welke met het Gouvernement gechargeerd en voor de verdediging aansprakelyk en verantwoordelyk is, gedemandeerd zynde, terwyl daar en booven diergelyke geschriften alleen gerigt zyn om de goede Burgers en Ingezeetenen van de aan haaren wettigen Souverain bezwooren trouwe, afte trekken overzulks vermeend hadt, het van zynen pligt te zyn de Generaal Clarcke, de vice Admiraal Elphinstone en den Generaal Majoor Craig te Schryven de volgende brief
‘Aan den Generaal Alured Clarcke den vice Admiraal Sir George Keith Elphinstone en den Generaal Majoor J: H: Craig in dienst van zyne Majesteit van Groot Brittannien ‘
‘Myne Heeren!’
‘My is ter hand gekoomen het door UE den 9 September aan de Inwoonders deezer Colonie geaddresseerd geschrift, myn Eed verpligt my dezelve voor de wettige Souverain te bewaaren en dienvolgens dan ook beslooten hebbende om de Colonie te defendeeren, hoop ik dat de Voorzienigheid myne pogingen zal zeegenen om de aanvallen eener Natie die goedvind ons Vyandelyk te attacqueeren te wederstaan en af te weeren.’
‘Waarmeede de Eere heb te zyn.’
‘In t Casteel de Goede Hoop den 12 September 1795’
dog dat zyn Ed uit consideratie dat de waarlyk geringe Militaire magt, welke nog zelfs daar men den aanval der Engelschen zo wel van de Landzyde door haare Troupes als van de Zeekant, met haare Scheepen welke nu reeds tot 19 a 20 Stuks volgens de beste rapporten vermeerderd zyn te vreezen heeft op verscheidene plaatszen verdeeld moet worden, het onmogelyk maakt om deeze Hoofdplaatze tegen de Engelschen met eenige hoop van Succces te verdedigen, zonder de welmeenende en efficatieuse bystand der Burgerye zich verpligt oordeelde aan den Raadt te proponeeren of het /: ofschooon men ook anderzints en wanneer men zig in Staat vond den vyand met een Militaire magt te wederstaan, tot zulk een Stap nimmer zoude kunnen overgaan maar het voorm: Geschrift der Engelsche behooren te Secreeten:/ niet raadzaam zoude zyn in de presente allarmeerende Staat van defensie aan de Burgery hetzelve geschrift, waar van veele tog reeds eenige kennisse door de brengers bekomen hebben eenvoudig te communiceeren, zonder egter daarop haare gedagten te vraagen, ten einde langs dien weg het vertrouwen tusschen dezelve Burgers en Ingezeetenen en de Regeering te bewaaren, en haar te meer te encourageeren om met en beneevens de Militaire magt en de dienaaren van d’ Compagnie het Land haaren inwooning in deezen nood teegens den Vyand, kloekmoedig en met al haar vermoogen te beschermen
Waarop gedelibereerd zynde, wierd goedgevonden en verstaan om Copien van meergem: geschrift van de Engelsche Hoofd officieren te zenden aan Burgerraaden en aan den Krygsraad alleen, met kennisgeeving van het daarop gezonden antwoord en zulx by de volgende Missive, van den Edelen Heer Commissaris
‘Goede Vrienden!’
‘Gisteren avond is my uit het detachement aan de duinen gezonden zeeker aldaar door een Engelsch Cartel gebracht geschrift geaddresseerd aan de Burger Inwoonders van Kaap de Goede Hoop den 9 deezer gedagteekend, en geteekend door den Generaal Clarcke, den vice Admiraal S:r George Keith Elphinstone en den gener:l Majoor Craig’
‘Dan daar het aan niemand wie hy zyn mooge, toegestaan is om met eenen vyand Correspondentie te houden, veel minder om nog eenige Negotatien te entameeren als alleen aan de geene welke met het Gouvernement gechargeerd en voor de verdediging aanspraakelyk en verantwoordelyk is, gedemandeerd zynde, zo hebbe ik in voldoening aan mynen pligt gemelde Vyandelyke officieren geantwoord, dat ik beslooten heb de Colonie te blyven defendeeren, in hoope dat de voorzienigheid myne pogingen zal zeegenen om de geentameerde aanvallen eener natie die goedvind om vyandelyk te attacqueeren te wederstaan en af te weeren, ondertusschen heeft de Regeering nevens my beslooten UE op welkers braave en getrouwe adsistentie dezelve Staat maakt, daar van kennisse te geeven, gelyk geschied door de toesendng van een autenticque Copy van bovengemeld geschrift’
‘Waarmeede na groete blyve’
‘In t Casteel de Goede Hoop den 11 Septemb:r 1795’
Vervolgens geliefde den Edelen Heer Commissaris den Raade te communiceeren de aankomst van ‘t deensch Schip de Aurora zynde den 4 Mey van Coppenhagen vertrokken, waarmeede zyn ontfangen twee duplicaaten der Missives van Heeren Majores welke per het Noord Amerikaansch Schip the Columbia zyn aangebracht
Laatstelyk wierd door den Edelen Heer Commissaris gecommuniceerd dat zyn Ed: by de officieren en onder officieren van het Nationaal Bataillon de volgende bevorderingen hadt gedaan, als
alle met de daartoe Staande gagie en Emolumenten, mitsgaders nieuwe verbanden, alles heeden ingaande
Aldus Geresolveerd en Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorschreeve
[Signed:] A: J: Sluysken
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] C: Brandt
[Signed:] W: S: V: Ryneveld
[Signed:] E: Bergh
[Signed:] My present G: f: Goetz Secret:s
C. 231, pp. 523-527.¶
Maandag den {17950914} 14 September 1795
‘S avonds ten 6 uuren, alle præsent.
Den edelen Heer Commissaris gaff de Vergadering kennis, hoe dat Sederd deesen morgen ten 9 uuren eerst door de Sein Schooten en vervolgens door sucessive rapports tyding bekomen hebbende, van de aannadering van den Vyand in twee en vervolgens in drie Colommen langs de Steenbergen , Wynbergen en door de Vlakte , datelik tot ondersteuning van de Campementen aldaar hadde afgesonden alle de Compagniën Burger Cavallerie, welke Sig nog aan dese hoofdplaats, buiten de aldaar gedetacheerde bevonden, eeniglik eene Compagnie alhier behoudende, ten einde benevens 100 Man van het Pennisste corps 178 man militaire Infanterye en circa 400 Burgers benevens 42 maleyers en 71 op de Linie Sig bevindende gereconvalesceerde Soldaaten en Matroosen, te dienen tot dekking van de linkervleugel van de kaap, ingevalle die door de Engelsche Vloot, van welke volgens de raporten van den Capitain van Balen , wel dertien Scheepen waaren uitgeseild, ter selver tyd wierd aangevallen, dog dat Syn edele vervolgens in den nademiddag door geseide Cap:n van Balen was berigt, dat na Syn vermoeden de post aan de Steenbergen verlaten was, en er weder Ses Scheepen uit de Baey in Zee liepen, hetwelke vervolgens door een nader berigt bevestigd synde, met byvoeging dat de Vyand Ruim 3200 Man Sterk was, voorsien van diverse geswindstukkken en ander geschut, hy nu het onaangename Rapport had ontfangen, dat den Vyande, alle onse posten en detachementen had doen retireeren, onse Campementen ingenomen had, en bereets tot by het Nieuwland Slegts een uur van deese hoofdplaats genaderd was, en Synen march steeds voortsette, met eene magt, welke op tusschen de 4 en 5000 Man begroot wierd, terwyl ter selver tyd reets vier Scheepen So na gekomen waaren, dat een Cannonier op de batterijën in de Van kampsbaey hadden gedood, en aldaar angesien het Stille weer, eene landing dreigden te onderneemen, waar tegens men, buiten het Volk, So Cannoniers als onder afgeschreeve gagie Staende dienaaren, mitsgaders de Mattroosen van de Werff en van de Castor waar meede de batterijen beset waaren, en bediend moesten worden, niet als bovengemeld eene Compagnie Cavallerye beneevens 50 Soldaaten ter afweering had, also men het overschietende van de andere manschappen de Linie tot een uitgestrektheid van 374 roeden besetten moest en selfs genoodsaakt Syn, om de helfte van het Fort de Knokke benevens de geheele regtervleugel onbeset te laten.
Dat hy edele Heer Commissaris dit alles en daar benevens in overweging neemende, dat deese hoofdplaats thans beset is en verder Staat te worden, aan de Syde van de Zee door ‘s vyands Vloot en aan de Landsyde op slegts een uur afstand van ten minsten vier Duyzend gereguleerde troupes met een respectable trein veld Artillery, en dat men tegens sulk een aansienlyke magt slegts te opposeren had, Een by een versameling van 542 Man Infantery 68 Man Depots van Meuron en Wurtemberg , ruim honderd man van het Pennistecorps, 42 koppen Maleyers en 71 gereconvalesceerde, van de Linie, agt honderd Burger Cavalleristen op syn hoogste genoomen, daar reets een aansienlyk gedeelte van deselve na huis gevlugt was, terwyl de overgebleeven reets te meermaale hadden getoond, dat van geen andere nuttigheid waaren, als sig agter het geschut te posteeren en vier honderd Burger Infanterye, terwyl de 400 aan handen hebbende Artilleristen, benevens Ruïm 200 man onder afgeschreeve gagie en geligte Dienaren met de mattroosen So van de Werff als van de Castor en de paketboot de Star , op verre na niet toerykende waaren om alle de Batteryën op de beyde Vleugels van de Kaap te besetten, en de bovengemelde magt, wanneer hier alle weder te Samen getrokken waeren, over de geheele uitgestrektheid moeste worden verdeeld, gemeend had Synen pligt te Syn, om daar synen na geduurende den tyd van drie maanden alles te hebben te werke gesteld, wat tot defensie van de Colonie volgens de trouwe aan het Vaderland geswooren mogelik was, in hoope dat in dien langen tyd eenig ontset uit Europa Soude opgedaagd Syn, off dat de Engelschen Sulk eene magtige versterkinge van 3000 Man en Veertien Scheepen niet Souden hebben bekomen, te moeten Sorgen, dat door een onverwagte overrompeling van de hoofdplaats, welke men ieder ogenblik te dugten heeft, Soo den Vyand al meerder naderende, mogte goedvinden in de aanstaande nagt een attacque op de Linie te doen, terwyl onse troupes bereets tot aan de drie koppen geretireerd waaren, en den Burger Cavallery Sig wyd en syd door het Veld verspreide Ja de kapitains van deselve gedeclarerrd hadden, dat die Burgers Sig uit vrees van door den vyand te sullen worden ingeslooten, nimmer binnen de Liniën Soude laeten employeeren, de Burgers en Ingeseetenen niet aan eene plundering en verlies van alles bloot gesteld wirden, door het versoeken van een Stilstand van Wapenen, voor de tyd van 48 uuren, ten einde met den vyand in onderhandeling te treeden over de voorwaerden van een Eerlyke en meest voordeelige Capitulatie, hetselve dienvolgens aan de Leden der Vergadering proponeerende.
Waarop gedelibereerd en in aanschouw genomen synde, dat er geene mogelykheid meerder is, om de Hoofdplaats tegen deeze overmagt te defendeeren, met Sulk een geringe magt, en waar van selfs veele mismoedig en andere ongediciplineerd en oproerig Syn, Sodanig dat de grootste omsigtigheid heeft moeten werden gebruikt en veele toegevendheid geoeffend, om de inwendige rust te bewaaren, en dat men dus ingevalle van eene langere defensie, gevaar loopt dese hoofdplaats aan een algemeene plundering te exponeeren, waaren alle de Leeden der Vergaderinge, den Heer van Oudtshoorn uitgesonderd, welke deklareerde, dat hy niet en wist of de noodzaaklykheid zulks vorderde, uit hoofde dat hy onkundig was gelaaten van het defensieweezen deezer plaatse - dat de edele Heer Commissaris zulks moest weeten, als het defensieweezen alleen aan hem toevertrouwd Synde, dat hy intusschen als Commandant van den pennisten met 120 Man in ‘t Casteel gemarcheerd Synde, op ‘t Seinschot van allarm offereerde zich met Syn Corps in het heetste van ‘t vuur te laaten employeeren, terwyl hy eindelyk als Lidt van den Raad betuigde van gevoelen te weezen om deeze plaatse nimmer aan den Engelschen over te geeven, van gevoelen, om een Stilstand van Wapenen te versoeken voor den tyd van agt en veertig uuren, ten einde geduurende deselve in onderhandeling te treeden Soo als dan ook dadelik wierd geresolveerd en beslooten, en daartoe de volgende Missives aan den Commandeerende officier van ‘t Engelsch Leger, mitsgaders aan die van de Vloot afgesonden
‘Aan den Commandeerende Officier van het Leger van Syn groote Brittannische Majesteit’
‘Myn Heer!’
‘Ten einde verdere bloedstortinge voor te koomen, proponeer ik UWelEd: een Stilstand van Wapenen van 48 uuren, ten einde in onderhandeling te kunnen treeden’
‘Ik heb d’ Eer te Syn &’
‘Ik verzoek het antwoord met den Officier die brenger deezer is, om alzo te moogen weeten de wyze op welke UWelEdele zoude verlangen de onderhandeling te entameeren’
‘Aan den Commandeerende Officier van de Vloot van Zyne groot brittanische Majesteit’
‘Myn Heer!’
‘Ten einde verdere bloedstorting voortekoomen, proponeer ik UWelEd: een Stilstand van Wapenen van 48 uuren, ten einde in onderhandeling te kunnen treeden’
‘Ik heb d’ Eer te Syn &’
‘Ik verzoek antwoord met den Officier die brenger deezes is, terwyl ik denzelven voorslag gedaan heb, aan den Heere Officier van het brittanische Leger, met verzoek te worden geinformeerd, op welke wyze de onderhandeling kan worden geëntameerd, ondertusschen dat UWelEd: wel zal willen resolveeren om de Batteryën niet verder te approcheeren.’
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorschreeve
[Signed:] A: J: Sluysken
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] C: Brandt
[Signed:] W: S: V: Rijneveld
[Signed:] E: Bergh
[Signed:] My present G: f: Goetz Secret:s
C. 231, pp. 528-532.¶
Dingsdag den {17950915} 15 September 1795
’s morgens ten 7 uuren alle præsent behalven de Heeren van Reede van Oudtshoorn en Bergh.
Op de gistere afgegaane Missive, aan den Officier, Commandeerende het Leger van zyn groot brittannische Majestyd van den Generaal Clarke ontfangen zynde het volgend antwoord.
Aan den WelEd: Groot Achtb: Heer Commissaris Sluysken Gouverneur & & & Cabo de goede hoop
‘WelEdele Groot Achtb: Heer!’
‘Dezelfde Gevoelens van vriendschap voor de hollandse natie, waarmeede wy altoos bezield zyn geweest, als nog in ons werkzaam zynde, zo maak ik geen zwarigheid te zeggen: dat het my aangenaam zal weezen, dat eene onderhandeling voorkomen moge alle de Rampen, die wy altoos hebben gewenscht te vermyden.’
‘Ik Consteere in een Stilstand van Wapenen voor 24 uuren, en zal den Generaal Majoor Craig morgen om 10 uuren naar het Rondeboschje afzenden, om zodanige Persoon te ontmoeten, die UWelEd: Groot Achtb deswegens mogt Committeeren.’
‘Ik heb alleenig aan te merken dat, daar ik niet kan consenteeren, dat eenig onnodig uitstel plaats grype, ik verzoeken moet dat behoorlyke magt mag worden verleend aan de Persoonen, die den Generaal Craig zullen ontmoeten om de zaak directelyk te beginnen’
‘Ik heb de Eer te zyn’
‘WelEd: Gr: Achtb: Heer!’
‘UWelEd: Gr: Achtb: zeer gehoorz: en ootmoedige Dienaar’
’/: getekend:/ Al: Clarke Generaal’
‘In het Camp aan den Groote Wynberg te 11 uur den 14 Septbr 1795’
Zo verklaarde den edelen Heer Commissaris dat terwyl volkoomen en meer en meer gepersuadeerd is, en overtuigd word, dat de aan handen zynde Militaire en Burgermagt niet bestand is, tegen de overmacht der Engelschen die op 5000 Man Troupes, mitsgaders een Zeemacht van ruim Twintig Scheepen, de alle nog zo rykelyk zyn geëquipeerd
Dat zich by Smaldeelen uit Baaifals kunnen begeeven, om zo als reeds gisteren te dugten is geweest, ons van meer dan eene zyde ter Zee aan te vallen, terwyl den Vyand in den loop van een enkelde dag, met zyn Leger ons geforceerd heeft, om met onze voornaamste magt te retireeren, uit de nabyheid van Muizenburg tot aan de drie koppen , en zich thans op eene distantie van een Uur van de Kaap bevind, hy als nu na het betrachten van zyne plicht in Concientie niets anders kan doen, dan de Vergadering voorstellen om op de beste wyze en voordeeligste voorwaarden met de vyandelyke Generaals te Capituleeren.
Waarop door de Heeren Leeden des Raads zynde verklaard dat zich van deeze onvermydelyke noodzakelykheid, zo wel als den edelen Heer Commissaris overtuigd hielden, en geen ander uitkomst wisten. - Zo is by den Raade beslooten aan den engelschen Generaal Clark de volgende Voorslaagen tot een Capitulatie te doen
‘Voorslaagen van Capitulatie gedaan door den edelen Heer Commissaris en de Regeering van Kaap de goede hoop aan den Generaal Clarke Commandeerende het Leger van Zyne groot brittannische Majesteit’
‘Art:l 1.’
‘De Capitulatie getekend Synde Sal het Casteel en de Stad worden overgegeeven aan een Detachement Troupes van zyn groot brittannische Majesteit.’
‘Art:l 2.’
‘De Militairen zullen met allen krygs eer uittrekken en buiten gemarcheerd zynde haare Wapenen nederleggen en krygsgevangenen zyn, dog de officieren haare deegens behouden’
‘Art:l 3.’
‘Die geene der Militaire Officieren, welke op hun woord van eer, om niet tegen het Ryk van Engeland geduurende deezen oorlog te zullen dienen, zullen verzoeken van hier te vertrekken, zal het zelve worden toegestaan, zelfs met neutrale Scheepen, doch indien gevalle op haar eige kosten, met vryheid, omme haare Eigendommen te reäliseeren en meede te neemen’
‘Art:l 4.’
‘De Officieren welke verlangen alhier te blyven zal zulks worden geaccordeerd, buiten eenige dienst’
‘Art:l 5.’
‘Alle onderafgeschreeve gagie gestelde en geligte Dienaaren der E Comp: zullen in deeze Colonie moogen verblyven.’
‘Art:l 6.’
‘Alles wat aan de Compagnie behoord, zal ter goeder trouwe worden overgegeeven, onder Inventaris, zonder achterhouding, doch de Eigendommen der Compagnies Dienaaren zo aan de penne, de Zeevaard, als de militaire Stand, mitsgaders van alle Burgers en Ingeseetenen zullen vry en onaangeroerd blyven’
‘Art:l 7.’
‘De Colonisten zullen allen haare voorrechten welke thans genieten blyven behouden, zo wel als den presenten Godtsdienst zonder eenige verandering.’
‘Art:l 8’
‘Zyne groot brittannische Majesteit zal tot voorkoming van de totaale ruine der Ingeseetenen de waarde van het papieregeld doen Stand grypen.’
‘Art:l 9.’
‘Geene nieuwe belastingen zullen worden ingevoerd, maar de tegenswoordige uit aanmerking van het verval der Colonie zo veel mogelyk worden gemodificeerd.’
‘Art:l 10.’
‘De Commissaris als Gouverneur krygsgevangen Synde zal naa overgaave van alles wat aan de Compagnie behoord, vryheid hebben, om op syn woord van eer te moogen vertrekken, zelfs des verkiezende met een neutraal Schip’
‘Art:l 11.’
‘Hem zal toegestaan Syn, om alles wat hem toebehoord, volgens zyn verklaring op zyn woord van Eer meedevoeren ofte realiseeren, zonder eenige belemmering’
‘Art:l 12.’
‘Ook dat hy, na dat alle Papieren, Plans & aan het Gouvernement behoorende ter goeder trouwe zal hebben overgeleverd, vryheid hebben, om alle die papieren welke hem behooren en tot verdediging van Syn gedrag, geduurende den tyd van Syn Ministerie nodig heeft, na zich en meede neemen, zodanig als hy zulks zoude hebben mogen doen, was hy door Syn Souverain ontslagen geworden’
‘Art:l 13.’
‘Deserteurs, so er weezen mogten, zullen worden gepardonneerd, voornamentlyk Hollanders die er onder Syn, welke in Engeland geprest synde, zich weder naar haare Landsgenooten en onder haare natuurlyke Souverain hebben geretireerd.’
‘Art:l 14.’
‘Eindelyk zal niemand het zy Dienaaren van de Compagnie, Zeelieden, Militairen, Burgers of wie het weezen mogten, tot den dienst van zyne groot brittannische Majesteit worden gepresd, nog geëngageerd, als met zyn eige vrye wille.’
En zyn, na dat van de voorseide voorslaagen, zo aan het Collegie van Burgerraaden, als aan de presente Capiteins der Burgery kennisse was gegeeven, en die insgelyks haar verlangen om te Capituleeren betuigd hadden, de Heeren Leeden des Raads M:r Jacobus Johannes le Sueur en Willem Stephanus van Ryneveld benevens den Secretaris deezes Raads George Fredrik Goetz gecommiteerd dezelve voorslagen aan de Engelsche hoofd officieren heeden voormiddag over te brengen naar Tuin Rustenburg , waarvan aan den gezegden Generaal door de aide de Camp Zorn voorlopig kennis zal worden gegeeven - en is aan voorzeide Gecommitteerdens teffens opgedraagen aan den Generaal Clarke de prolongatie van Wapenstilstand voor nog 24 uuren te verzoeken
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de goede hoop ten daage en Jaare voorschreeve
[Signed:] A: J: Sluysken
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] C: Brandt
[Signed:] W: S: V: Ryneveld
[Signed:] My present G: f: Goetz Secret:s
C. 231, pp. 533-535.¶
Dingsdag den {17950915} 15 September 1795
‘S namiddags om 4 uuren alle præsent behalven den Heere van Reede van Oudtshoorn
Gecommitteerdens welke heden voormiddag zyn benoemd om de voorslaagen van Capitulatie aan den Heere Generaal Clarcke over te brengen ter vergadering welke door den edelen Heer Commissaris daartoe expres was belegd gerapporteerd hebbende, dat zy aan s Comp:s Tuin Rustenburg gevonden hebbende de Generaal Majoor Craig deezen hadt te kennen gegeeven, dat zyn Ed: zich door den Generaal Clarke en den Admiraal Elphinstone geauthoriseerd en gequalificeerd vond, om op dezelve te antwoorden en des nodig in overleg te treeden, en na examinatie der voorzeide en by de Resolutiën van heeden morgen geinsereerde voorslagen van Capitulatie zommige van dezelve gaave hadde toegestaan, en op ander artikelen gegeeven zodanige antwoorden, als door hem in margine gesteld, terwyl met geene mogelykheid te persuadeere waare geweest, om het 13 Articul met opzicht tot de Deserteurs toe te staan, waarby door voorzeide gecommiteerdens nog wierd gerapporteerd dat de Generaal Majoor Craig de verzochte prolongatie van Stilstand van Wapenen, tot den avond van den volgende dag ten 6 uuren hadde toegestaan
Ende waarover dan nader gedelibereerd en in aanmerking genoomen zynde, dat hoe zeer het ook waare te wenschen geweest, dat men in Staat hadt mogen zyn, om het Achtste Artikul van voorm: Capitulatie gaave en zonder de daarop gesteld restrictie te zien toegestaan, zo wel als het 13 Artikul met opzichte tot de Deserteurs, het echter thans geen tyd was, om de geprolongeerde Stilstand van Wapenen te laaten verloopen, en daar door deeze Hoofdplaats en desselfs environs aan een geheele uitplundering en destructie bloot te Stellen, te meer daar men nu in ‘t Zeekere onderricht was, dat de vyandelyke magt uit ruim 5000 man bestond, die daar een groot deel der Cavallerie reets weg gereden was landwaarts in gemakkelik over de randen van het gebergte, de op hoogten geplaatste positie Stukken, welke men nu by gebrek van Militairen niet beschermen kan, forceeren, en de Kaap invallen kunnen, Sonder eens nodig te hebben om de linie te attacqueeren. Zo wierd met eenparigheid der Leeden beslooten om de Capitulatie op den aangenomen Voet te teekenen, en de Heeren Leeden deezes Raads M:r Jacobus Johannes le Sueur en Willem Stephanus van Ryneveld, mitsg:s den Secretaris deezes Raads George Fredrik Goetz, by deeze te qualificeeren, om dezelve op morgen ochtend, aldus geteekend in duplo over te brengen aan den Generaal van het Engelsch Leeger, mitsg:s den Admiraal der Engelsche Vloot, ten einde een daarvan na met de op heeden gegeeven antwoorden te zyn voorzien, en behoorlyk door welgemelde Commandanten in forma geteekend zynde, te worden uitgewisseld en te rug gebracht teegen het andere dat overgegeeven word - terwyl verders wierd verstaan, om alvorens die overgaave, alle de Secreete Seinen, zo wel voor dit als het volgend Jaar 1796 beneevens het Secreet Cyffer van de Compagnie in het Vuur te werpen, en dus te vernietigen, gelyk ook dadelyk door den edelen Heer Commissaris en de Heer Gezachhebber is geëxecuteerd
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorschreeve
[Signed:] A: J: Sluysken
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] C: Brandt
[Signed:] W: S: V: Rijneveld
[Signed:] E: Bergh
[Signed:] My present G: f: Goetz Secret:s
C. 231, pp. 536-539.¶
Woensdag den {17950916} 16 September 1795.
‘S voormiddags ruim elf uuren, alle present behalven de Heer van Reede van outshoorn
Gecommitteerdens die ingevolge het besluit op gisteren avond by deezen Raade genomen de door de Regeeringe geteekende Capitulatie hebben overgebracht, aan den Generaal van het Groot Brittannische Leger, gereverteerd zynde en in Raade overgelegd hebbende, de volgens Resolutie van gisteren geslotene Capitulatie, door den Generaal Clarke, mitsg:a den vice Admiraal Elphinstone onderteekend van den volgende inhoud.
‘Voorslagen van Capitulatie gedaan door den Commissaris by de Regeering van Kaap de Goede Hoop aan den Generaal Clarke als Commandeerende het Leger van zyn Groot Brittannische Majesteit en den vice Admiraal S:r George Keith Elphinstone Ridder van het Bath commandeerende de Vloot van hoog gemelde zyne Majesteit’
‘
1 | Art 1 |
The Capitulatun being signed the Castle and the Town must be Surrendered to a detachement of His Britannick Majesty's Troops at 11 o clock this day | De Capitulatie geteekend zynde zal het Casteel en de Stad worden gegeeven aan een detachement Troupes van zyne Groot Brittannische Majesteit |
d:o 2 | d:o 2 |
Agreed | de Militairen zullen met alle krygseere uittrekken en buiten gemarcheerd zynde, haar Wapenen nederleggen en krygsgevangenen zyn doch de officieren haare deegens behouden |
d:o 3 | d:o 3 |
Agreed, - and in the mean time they Shall remain prisoners on their parole at the Cape Town | Die geene der Militaire officieren welke op hun woord van Eer om niet tegens het ryk van Engeland geduurende deeze oorlog te zullen dienen, zullen verzoeken van hier te vertrekken, zal het zelve worden toegestaan, zelfs met Neutraale Scheepen, doch in dien gevalle op haare eige kosten met Vryheid om haare Eigendommen te realiseeren en meede te neemen |
d:o 4 | d:o 4 |
agreed | De officieren welke verlangen alhier te blyven, zal zulks worden geaccordeerd buiten eenige dienst. |
d:o 5 | d:o 5 |
Agreed in it's fullest latitude | Alle onderafgeschreeve gagie gestelde en geligte dienaaren der E Compagnie zullen in deeze Colonie mogen verblyven |
d:o 6 | d:o 6 |
Agreed | Alles wat aan de Compagnie behoord zal ter goeder trouwe worden overgegeeven onder Inventaris, zonder achterhouding, doch de eigendommen der Compagnies dienaaren zo aan de penne, de Zeevaart als de Militaire Stand, mitsg:s van alle Burgers en Ingezeetenen, zullen vry en onaangeroerd blyven, zo wel als het geen toebehoord aan Godshuizen, weezen en Publieke gestichten |
d:o 7 | d:o 7 |
Agreed | De Colonisten zullen alle haare voorregten welke thans genieten blyven behouden, zo wel als de presente godsdienst zonder eenige verandering |
d:o 8 | d:o 8 |
The answer to this article is at the foot of Capitulatien | Zyne Groot Brittannische Majesteit zal tot voorkoming van de totale ruine der Ingezeetenen, de waarde van het papiere geld doen Stand grypen |
d:o 9 | d:o 9 |
Agreed | Geene nieuwe belastingen zullen worden ingevoerd, maar de tegenswoordige uit aanmerking van het verval der Colonie zo veel mogelyk worden gemodificeerd |
d:o 10 | d:o 10 |
Agreed | De Commissaris als Gouverneur krygsgevangen zynde, zal na overgave van alles wat aan de Compagnie behoord, vryheid hebben om op zyn woord van Eer te mogen vertrekken, zelfs des verkiezende met een neutrale Schip |
d:o 11 | d:o 11 |
Agreed | Hem zal toegestaan zyn, om alle wat hem toebehoord volgens zyn verklaring op zyn woord van eer meede te voeren ofte realiseeren zonder eenige belemmering |
d:o 12 | d:o 12 |
Agreed | ook zal hy, na dat alle papieren, plans &:a aan het Gouvernement behoorden, ter goeder trouwe zal hebben overgegeeven, vryheid hebben, om alle de papieren welke hem toebehooren en tot verdediging van zyn gedrag geduurende den tyd van zyn Ministerie nodig heeft, na zich en meede te neemen, zodanig als hy zulks zoude hebben mogen doen, was hy door zyne Souverain ontslaagen geworden |
d:o 13 | d:o 13 |
Agreed | Eindelyk zal niemand, het zy dienaaren der E Compagnie Zeelieden Militairen Burgers ofte wie het weezen mogte, tot den dienst van Zyne Groot Brittannische Majesteit worden gepresd noch geengageerd als met zyn eige vrye wille |
Answer to article 8 | |
It having been represented to us that the utmust confusion must ensure in the Colony and that it would in all probability be attended with the entire ruin of it, if the paper Money now circulating in it, were deprived of that Security which can alone give it any effect, We therefore consent, that the Lands and Houses the property of the Dutch east India Company in the Settlement Shall continue the Security of that part of the Money which is not already Secured by mortgages upon the estates of Individuals by its having been lent to them; This is to be however without prejudice to the Government of Great Brittain , having the use of the Buildings & for publick purposes and we will further represent to His Majestys Government the infinite importance of this Subject to the future prospertity of the Colony and request that they wil take it into consideration in order to make Such arrangements as may appear proper for its further Security if necessary or for its final liquidation if practicable | |
Aldus gedaan en Voorgeslaagen by den ondergeteekende Commissaris mitsgaders Leden van den Politiecquen Raad, uitmakende de Regeeringe van het Gouvernement van Kaap de Goede Hoop den Zestiende dag der maand September van het Jaare Duizend Zeeven Hondert vyf en Negentig | |
Rustenburg 16:th September 1795. / signed / Alured Clarke General G: K: Elphinstone Vice Admiral | /:was geteekend / A J: Sluysken, I: J: Rhenius, R J Gordon, J: J: Le Sueur, O G de Wet, C Brandt W: S van Ryneveld E Bergh |
1 | Art 1 |
The Capitulatun being signed the Castle and the Town must be Surrendered to a detachement of His Britannick Majesty's Troops at 11 o clock this day | De Capitulatie geteekend zynde zal het Casteel en de Stad worden gegeeven aan een detachement Troupes van zyne Groot Brittannische Majesteit |
d:o 2 | d:o 2 |
Agreed | de Militairen zullen met alle krygseere uittrekken en buiten gemarcheerd zynde, haar Wapenen nederleggen en krygsgevangenen zyn doch de officieren haare deegens behouden |
d:o 3 | d:o 3 |
Agreed, - and in the mean time they Shall remain prisoners on their parole at the Cape Town | Die geene der Militaire officieren welke op hun woord van Eer om niet tegens het ryk van Engeland geduurende deeze oorlog te zullen dienen, zullen verzoeken van hier te vertrekken, zal het zelve worden toegestaan, zelfs met Neutraale Scheepen, doch in dien gevalle op haare eige kosten met Vryheid om haare Eigendommen te realiseeren en meede te neemen |
d:o 4 | d:o 4 |
agreed | De officieren welke verlangen alhier te blyven, zal zulks worden geaccordeerd buiten eenige dienst. |
d:o 5 | d:o 5 |
Agreed in it's fullest latitude | Alle onderafgeschreeve gagie gestelde en geligte dienaaren der E Compagnie zullen in deeze Colonie mogen verblyven |
d:o 6 | d:o 6 |
Agreed | Alles wat aan de Compagnie behoord zal ter goeder trouwe worden overgegeeven onder Inventaris, zonder achterhouding, doch de eigendommen der Compagnies dienaaren zo aan de penne, de Zeevaart als de Militaire Stand, mitsg:s van alle Burgers en Ingezeetenen, zullen vry en onaangeroerd blyven, zo wel als het geen toebehoord aan Godshuizen, weezen en Publieke gestichten |
d:o 7 | d:o 7 |
Agreed | De Colonisten zullen alle haare voorregten welke thans genieten blyven behouden, zo wel als de presente godsdienst zonder eenige verandering |
d:o 8 | d:o 8 |
The answer to this article is at the foot of Capitulatien | Zyne Groot Brittannische Majesteit zal tot voorkoming van de totale ruine der Ingezeetenen, de waarde van het papiere geld doen Stand grypen |
d:o 9 | d:o 9 |
Agreed | Geene nieuwe belastingen zullen worden ingevoerd, maar de tegenswoordige uit aanmerking van het verval der Colonie zo veel mogelyk worden gemodificeerd |
d:o 10 | d:o 10 |
Agreed | De Commissaris als Gouverneur krygsgevangen zynde, zal na overgave van alles wat aan de Compagnie behoord, vryheid hebben om op zyn woord van Eer te mogen vertrekken, zelfs des verkiezende met een neutrale Schip |
d:o 11 | d:o 11 |
Agreed | Hem zal toegestaan zyn, om alle wat hem toebehoord volgens zyn verklaring op zyn woord van eer meede te voeren ofte realiseeren zonder eenige belemmering |
d:o 12 | d:o 12 |
Agreed | ook zal hy, na dat alle papieren, plans &:a aan het Gouvernement behoorden, ter goeder trouwe zal hebben overgegeeven, vryheid hebben, om alle de papieren welke hem toebehooren en tot verdediging van zyn gedrag geduurende den tyd van zyn Ministerie nodig heeft, na zich en meede te neemen, zodanig als hy zulks zoude hebben mogen doen, was hy door zyne Souverain ontslaagen geworden |
d:o 13 | d:o 13 |
Agreed | Eindelyk zal niemand, het zy dienaaren der E Compagnie Zeelieden Militairen Burgers ofte wie het weezen mogte, tot den dienst van Zyne Groot Brittannische Majesteit worden gepresd noch geengageerd als met zyn eige vrye wille |
Answer to article 8 | |
It having been represented to us that the utmust confusion must ensure in the Colony and that it would in all probability be attended with the entire ruin of it, if the paper Money now circulating in it, were deprived of that Security which can alone give it any effect, We therefore consent, that the Lands and Houses the property of the Dutch east India Company in the Settlement Shall continue the Security of that part of the Money which is not already Secured by mortgages upon the estates of Individuals by its having been lent to them; This is to be however without prejudice to the Government of Great Brittain , having the use of the Buildings & for publick purposes and we will further represent to His Majestys Government the infinite importance of this Subject to the future prospertity of the Colony and request that they wil take it into consideration in order to make Such arrangements as may appear proper for its further Security if necessary or for its final liquidation if practicable | |
Aldus gedaan en Voorgeslaagen by den ondergeteekende Commissaris mitsgaders Leden van den Politiecquen Raad, uitmakende de Regeeringe van het Gouvernement van Kaap de Goede Hoop den Zestiende dag der maand September van het Jaare Duizend Zeeven Hondert vyf en Negentig | |
Rustenburg 16:th September 1795. / signed / Alured Clarke General G: K: Elphinstone Vice Admiral | /:was geteekend / A J: Sluysken, I: J: Rhenius, R J Gordon, J: J: Le Sueur, O G de Wet, C Brandt W: S van Ryneveld E Bergh |
Is goedgevonden daar van de nodige publicatie te doen, mitsgaders de vereischte afschriften af te geeven aan den Raad van Justitie, den Fiskaal, de Commandanten der differente Corpsen en alle andere, daar zulks behoord, en eindelyk om daarvan by gelyke Extracten kennis te geeven, aan alle de onderhoorige districten alwaar publicatien te doen gewoonlyk is, zo meede aan de Posthouders in de Mosselbaai en Plettenbergsbaai tot derzelver naricht
Aldus Geresolveerd en Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorschreeve
[Signed:] A: J: Sluysken
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] C: Brandt
[Signed:] W: S: V: Rijnveld
[Signed:] E: Bergh
[Signed:] My present G: f: Goetz Secret:s
C. 231, pp. 540-544.¶
Voorslaagen van Capitulatie [ {17950916} 16 September 1795]
gedaan door den Commissaris en de Regeeringe van Kaap de goede hoop aan den Generaal Clarke als Commandeerende het Leger van zyne groot brittannische Majesteit. - en den vice Admiraal George Keith Elphinstone, Ridder van het Bath, Commandeerende de Vloot van hooggegemelde zyne Majesteit
‘
Article 1 | Art:l 1. |
The Capitulation being signed the Castle and the Town are to be Surrendered to a detachment of His Britannick Majesty's Troops at 11 0 Clock this day | De Capitulatie geteekend Synde, sal het Casteel en de Stad worden overgegeeven aan een detachement Troupes van zyne groot brittannise Majesteit. |
2. | Art:l 2. |
Agreed | De Militairen zullen met allen Krygseer onttrekken en buiten gemarcheerd Synde, haare Wapenen nederleggen, en Krygsgevangen Syn, dog de Officieren haare deegens behouden |
3. | Art:l 3 |
Agreed | Die geene der Militaire Officieren, welke op hun woord van Eer, om niet tegen het Ryk van Engeland , geduurende deezen oorlog te zullen dienen, zullen verzoeken van hier te vertrekken zal 't zelve worden toegestaan zelfs met neutraale Scheepen, doch indien gevalle op haare eige kosten, met vryheid om haare Eigendommen te realiseeren en meede te neemen. |
4 | Art:l 4. |
Agreed | De Officieren welke verlangen alhier te blyven, zall zulks worden geaccoreerd, buiten eenige dienst |
5. | Art:l 5: |
Agreed in it's fullest latitude | Alle onderafgeschreeve gagie gestelde en geligte Dienaaren der E Compagnie, zullen in deeze Colonie moogen verblyven. |
6 | Art:l 6: |
Agreed | Alles wat aan de Compagnie behoord, zal ter goeder trouwe, worden overgegeven, onder Inventaris zonder achterhouding, doch de Eigendommen de Compagnies dienaaren Zo aan de penne, de Zeevaard als de militaire Stand, mitsgaders van alle Burgers, en Ingezeetenen zullen vry en onaangeroerd blyven. Zo wel als het geen toebehoord aan Godtshuizen, Weezen en publicque gestichten |
7. | Art:l 7 |
Agreed | de Colonisten zullen, allen haare voorrechten welke thans genieten, blyven behouden, zo wel als den præsenten Godtsdienst, zonder eenige verandering. |
8. | Art:l 8: |
The Answer to this Article is at the foot of the Capitulation. | Zyne groot brittannische Majesteit zal tot voorkoming van de totaale ruine der Ingezeetenen de waarde van het papiere geld doen Standgrypen. |
9. | Art:l 9. |
Agreed. | Geene nieuwe belastingen zullen worden ingevoerd maar de tegenswoordige, uit aanmerking van het Verval der Colonie, zo veel moogelyk worden gemodificeerd. |
10. | Art:l 10. |
Agreed | De Commissaris als Gouverneur krygsgevangen Synde, Sal naa overgaave van alles wat aan de Compagnie behoord, vryheid hebben om op zyn woord van eer te moogen vertrekken, zelfs des verkiezende met een neutraale Schip |
11. | Art:l 11: |
Agreed | Hem zal toegestaan Syn, om alles wat hem toebehoord, volgens Syn verklaring zyn woord van Eer meede tevoeren of te realiseeren, zonder eenige belemmering. |
12. | Art:l 12: |
Agreed | Ook zal hy, na dat alle Papiere, Plans &:a aan het Gouvernement behoorende ter goeder trouwe zal hebben overgeleverd, vryheid hebben, om alle die Papieren welke hem behooren, en tot verdeediging van Syn gedrag, gedurende den tyd van Syn Ministerie nodig heeft na zich en meede te neemen, zodanig als hy zulks zoude hebben moogen doen, was hy door Synen Souverain ontslaagen geworden. |
13. | Art:l 13 |
Agreed. | Eindelyk zal niemand het zy Dienaaren van de Compagnie, Zeelieden, Militairen, Burgers ofte wie het weezen mogte, tot den dienst van zyne groot brittanische Majesteit worden gepresd, nog geëngageerd, als met zyn eige vrije wille. |
Answer to Article 8. | |
It having been represented to us that the utmost Confusion must ensure in the Colony and that it would in all probability be attended with the entire ruin of it if the Paper Money now circulating in it were deprived of that security which can alone give any Effect to the 8:th Article - We therefore consent, that the Lands & Houses the property of the Dutch East India Company in this settlement shall continue the security of that part of the Money which is not already secured by Mortgages upon the Estates of Individuals by its having been lent to them. This is to be however without prejudice to the Government of Great Britain having the use of the Buildings & for public purposes - and we will further represent to His Majesty's Government the infinite importance of this Subject to the future prosperity of te Colony, and request that they will take it into Consideration in order to make such arrangements as may appear proper for its' further security if necessary or for its final liquidation if practicable. | |
Rustenberg 16:th September 1795 | Aldus Gedaan en Voorgeslaagen by den Ondergeteekende Commissaris mitsgaders de Leden van den Politicquen Raad, uitmaakende de Regeeringe van het Gouvernement van Kaap de goede hoop - in het Casteel de Goede hoop den Zestiende, dag der maand September van het Jaar Duizend zeeven honderd vyf en negentig. |
Alured Clarke General G: K: Elphinstone Vice Admiral | A: J: Sluysken J: I: Rhenius R: J: Gordon J: J: Le Suëer O: G: de Wet C: Brandt W: S: V: Rijneveld E: Bergh |
Article 1 | Art:l 1. |
The Capitulation being signed the Castle and the Town are to be Surrendered to a detachment of His Britannick Majesty's Troops at 11 0 Clock this day | De Capitulatie geteekend Synde, sal het Casteel en de Stad worden overgegeeven aan een detachement Troupes van zyne groot brittannise Majesteit. |
2. | Art:l 2. |
Agreed | De Militairen zullen met allen Krygseer onttrekken en buiten gemarcheerd Synde, haare Wapenen nederleggen, en Krygsgevangen Syn, dog de Officieren haare deegens behouden |
3. | Art:l 3 |
Agreed | Die geene der Militaire Officieren, welke op hun woord van Eer, om niet tegen het Ryk van Engeland , geduurende deezen oorlog te zullen dienen, zullen verzoeken van hier te vertrekken zal 't zelve worden toegestaan zelfs met neutraale Scheepen, doch indien gevalle op haare eige kosten, met vryheid om haare Eigendommen te realiseeren en meede te neemen. |
4 | Art:l 4. |
Agreed | De Officieren welke verlangen alhier te blyven, zall zulks worden geaccoreerd, buiten eenige dienst |
5. | Art:l 5: |
Agreed in it's fullest latitude | Alle onderafgeschreeve gagie gestelde en geligte Dienaaren der E Compagnie, zullen in deeze Colonie moogen verblyven. |
6 | Art:l 6: |
Agreed | Alles wat aan de Compagnie behoord, zal ter goeder trouwe, worden overgegeven, onder Inventaris zonder achterhouding, doch de Eigendommen de Compagnies dienaaren Zo aan de penne, de Zeevaard als de militaire Stand, mitsgaders van alle Burgers, en Ingezeetenen zullen vry en onaangeroerd blyven. Zo wel als het geen toebehoord aan Godtshuizen, Weezen en publicque gestichten |
7. | Art:l 7 |
Agreed | de Colonisten zullen, allen haare voorrechten welke thans genieten, blyven behouden, zo wel als den præsenten Godtsdienst, zonder eenige verandering. |
8. | Art:l 8: |
The Answer to this Article is at the foot of the Capitulation. | Zyne groot brittannische Majesteit zal tot voorkoming van de totaale ruine der Ingezeetenen de waarde van het papiere geld doen Standgrypen. |
9. | Art:l 9. |
Agreed. | Geene nieuwe belastingen zullen worden ingevoerd maar de tegenswoordige, uit aanmerking van het Verval der Colonie, zo veel moogelyk worden gemodificeerd. |
10. | Art:l 10. |
Agreed | De Commissaris als Gouverneur krygsgevangen Synde, Sal naa overgaave van alles wat aan de Compagnie behoord, vryheid hebben om op zyn woord van eer te moogen vertrekken, zelfs des verkiezende met een neutraale Schip |
11. | Art:l 11: |
Agreed | Hem zal toegestaan Syn, om alles wat hem toebehoord, volgens Syn verklaring zyn woord van Eer meede tevoeren of te realiseeren, zonder eenige belemmering. |
12. | Art:l 12: |
Agreed | Ook zal hy, na dat alle Papiere, Plans &:a aan het Gouvernement behoorende ter goeder trouwe zal hebben overgeleverd, vryheid hebben, om alle die Papieren welke hem behooren, en tot verdeediging van Syn gedrag, gedurende den tyd van Syn Ministerie nodig heeft na zich en meede te neemen, zodanig als hy zulks zoude hebben moogen doen, was hy door Synen Souverain ontslaagen geworden. |
13. | Art:l 13 |
Agreed. | Eindelyk zal niemand het zy Dienaaren van de Compagnie, Zeelieden, Militairen, Burgers ofte wie het weezen mogte, tot den dienst van zyne groot brittanische Majesteit worden gepresd, nog geëngageerd, als met zyn eige vrije wille. |
Answer to Article 8. | |
It having been represented to us that the utmost Confusion must ensure in the Colony and that it would in all probability be attended with the entire ruin of it if the Paper Money now circulating in it were deprived of that security which can alone give any Effect to the 8:th Article - We therefore consent, that the Lands & Houses the property of the Dutch East India Company in this settlement shall continue the security of that part of the Money which is not already secured by Mortgages upon the Estates of Individuals by its having been lent to them. This is to be however without prejudice to the Government of Great Britain having the use of the Buildings & for public purposes - and we will further represent to His Majesty's Government the infinite importance of this Subject to the future prosperity of te Colony, and request that they will take it into Consideration in order to make such arrangements as may appear proper for its' further security if necessary or for its final liquidation if practicable. | |
Rustenberg 16:th September 1795 | Aldus Gedaan en Voorgeslaagen by den Ondergeteekende Commissaris mitsgaders de Leden van den Politicquen Raad, uitmaakende de Regeeringe van het Gouvernement van Kaap de goede hoop - in het Casteel de Goede hoop den Zestiende, dag der maand September van het Jaar Duizend zeeven honderd vyf en negentig. |
Alured Clarke General G: K: Elphinstone Vice Admiral | A: J: Sluysken J: I: Rhenius R: J: Gordon J: J: Le Suëer O: G: de Wet C: Brandt W: S: V: Rijneveld E: Bergh |
‘Capitulation 16 th September 1795’
‘Advies van de Heer Van Oudtshoorn’
‘Op de propisitie van den edelen Heer Commissaris om aan den Vyand een Stilstand van Wapenen voor acht- en- veertig uuren te verzoeken, heeft den ondergeteekende gedeclareerd, - dat hy niet en wist of de noodzaaklykheid zulks vorderde, uit hoofde dat hy onkundig was gelaaten van het defencieweezen deezer plaatse, - dat de edele Heer Commissaris zulks moest weeten, als het defensieweezen alleen aan hem toevertrouwd Zynde, dat hy intusschen als Commandant van de Pennisten met 120 Man in ‘t Casteel gemarcheerd Zynde, op ‘t Seinschot van alarm zich offereerde zich met Zyn Corps in het heetste van ‘t vuur te laaten emploïeeren, terwyl hy eindelyk als Lidt van den Raad betuigde van gevoelen te weezen, om deeze plaats nimmer aan de Engelschen over te geeven’
‘In ‘t Casteel de goede hoop den 14 September 1795’
‘W: F: V: Reede Van Oudtshoorn’