Skip to content

MOOC8 21 30

MOOC8/21.1

{17941009} 9 October 1794 Alida Elisabeth Janssen

Inventaris mitsgaders taxatie van alle zodanige goederen er ab intestato metter dood zijn ontruijmd en naargelaten door Alida Elisabeth Janssen ten voordele haarer nagelatene man den burger Frans Jordaan ter eenre en hunne bij den anderen in egt geprocreeerde vijf minderjarige kinderen, met namen

1) Louis Jacobus oud 18 ten andere zijde
2) Anna Maria oud 15
3) Stephanus Petrus oud 10
4) Catharina Francina oud 9
5) Maria Aletta Jordaan oud 1 jaar

zodanig en indiervoegen aels deselve deur ons onderget: gecommitteerde Weesm: zijn g’inventariseerd in maniere als volgt, namentlyk

  Rd:s
Een huys en erf staande ende gelegen in deze Tafel Vallij in ’t Blok No: 1 en aldaar een gedeelte van No: 2 en 5 getaxeerd op ƒ20000 ofte 6666:32

In evengem: huys en aldaar

In ’t voorhuys
  Rd:s
een cop: lantaarn 4:--
vier schilderyen 4:24
ses stoelen met 6 chitse kussens 10:--
In de kamer ter regterhand
  Rd:s
twee witte ophaal gordynen 3:--
een spiegel met note-bome lysten 15:--
ses schilderytjes op glas defect 6:--
een cajate houte cabinet 20:--
een cajate houte glase cast 20:--
daar in
twee hant garen 1:--
twee pak: cop: spijkers 4:--
een parthy hoede koort en d’ knopen 1:--
twee pakje cop: knopen 0:24
vier papiere snuyfdosen 2:--
twee verlakte tobaksdosen
een duym stop
thien copjes en pierings
een rolletje wolle band
een parthy kogel vormen 8:--
een parthy geweers pannen en hanen 10:--
twee cop: kraanen 1:--
dertig gemeene pistool slooten 30:--
een parthy cop: geweer beslag 20:--
een parthy feylen en houtschroeven in zoort 3:--
een geschnede glase cast 25:--
daar in
vyf tinne commen 3:--
een lessenaar met zijn voet met 2 zilver sloote en plaatjes 10:--
daar op
een foliant Bijbel 10:--
ses boeken in zoort 2:--
twee geurridons 4:--
een ledikant met rood behangsel 16:--
daar op
een bed, 1 peul, twee kussens en 1 voeringchitze deken 16:--
twaalf stoelen 48:--
twaalf ronde trype kussens
een draag stoel 34:--
ses rood cop: quispedoors 30:--
twee jalusie matten 1:24
In de kamer te linkerhand
  Rd:s
twee wat ophaalgordynen 4:--
twee jalusie matten 1:24
een kleere kast 8:--
een laa tafel met cop: beslag 15:--
een tee tafel 2:--
een tee tafel 2:--
ses stoelen 10:--
een stinkhoute stelletje met er cop: bak 6:--
een ledikant met rood behangsel 12:--
daar op
een bed, 1 peul, 3 kussens en 1 combaers 15:--
een bed, 1 peul, 3 kussens en 1 combaers 12:--
daar op
een bed, peul, 3 kussens en 1 combaers 15:--
een kinderwieg 4:--
een spiegeltje 3:--
In de gaanderij
  Rd:s
een rood ophaal gordyn 1:--
een spiegel met note bome lysten 15:--
een spiegel met note bome lysten 8:--
vier schilderyen in zoort 4:--
twee eetens tafels 30:--
twee tee tafels 5:--
twee leuning stoelen met kussens 2:--
twaalf stoelen met chitze kussens 20:--
vyf houte vuur stooven 1:--
een wit cop: themachine 30:--
een tee baletje met 1 parthy teegoed 2:--
twee tinne trekpotten 1:24
een tinne tabaks doos
twee tinne schenkborden
een verlakte bakje
in een glase eetens castje
vier caraffen, voorts een parthy porc: en glas waaren in zoort 6:--
in een glase etens castje
1 parthy kelken en bierglasen en led: flessen 3:--
In de agter kamer no: 1
  Rd:s
1 ophaal gordyn 1:24
1 klein spiegeltje 0:24
een ledikant met wit behangsel 25:--
waar op
een bed, 4 kussens en 1 combaars
een ledikant met wit behangsel 25:--
met
een bed, 4 kussens en 1 combaars
een led: kist en 1:--
een ekand
In de dispens
  Rd:s
een tafel en een parthy rommeling 2
In de portaal
  Rd:s
een pype rak 1:--
een cop: glase spuyt 5:--
een ragebol en 1 parthy handstoffers 0:24
Op de boven gaanderij
  Rd:s
twee kelders 3
zeven led: kisten en kelders in zoort 10
een parthy rommeling en oud hantwerk 4
In de boven camer no: 1
  Rd:s
een cop: seeft 0:24
In de boven camer no: 2
  Rd:s
twee wit ophaalders 2:--
een klein spiegeltje 0:24
twee ledikanten met roode behangsel 50:--
daar
twee bedden, ses kussens en 1 oud deken
een ledikant met wit behangsel 20:--
daarop
1 bed, 1 peul, 1 combaars
ses stoelen 10:--
een tafeltje 1:--
In de boven kamer n:r 3
  Rd:s
een wit ophaal gordyn 1
een hoek kastje 10
een parthy led: flessen 1
twee capstokken en 2 rakken 1
een parthy yser draat 1
een tafeltje 2
een kistje en 1 houte doos 2
In de boven camer n:r 4
  Rd:s
twee glase deuren 4
een geraamte van een chais beene 2
een parthy houte bytel heften 1
een yz: pot 1
een yzer balans 3
zeven avegaars booren en 2
dertien kleine booren
drie en twintig sloten in zoort 4
een broodmes, 1 zouslepel en 1 bijl 3
een parthy knippen grendels en oud yzerwerk 2
twee cop: stieugbeugels 1
negen verf kuasten 1
een schepel, 2 kastjes en twee manden 1
een coffy molen 1
twee scheeps banken 2
agt en twintig zakken in zoort 10
een coffy molen 2
een parthy led: bottels, flessen, aardewerk en rommeling 6
twee meel seeften en 1 led: zak 2
In de combuys
  Rd:s
een cop: wasch fontyntje met zijn balie 6
vijf strykyzers in zoort en 2 strykyzer roosters 5
twee cop: taartepannen 8
een cop: poffertjes pan, 1 cop: koekepan en cop: couvertour 4
een cop: vyssel en stamper 3
agt cop: candelaars en 2 blakers 6
twee cop: coffykannen 3
een cop: ketel en 1 cop: confoor 5
drie cop: keetels 5
drie cop: vuurtestje defect 1
twintig messen 3
twaalf stale vorken
een tinne coffykan 2
twee tinne borden
een tinne soepterinne
drie blikke tregters 2
een lantaarn
agt yzer potten in zoort 16
vier yzer braad pannen 3
twee yzer koekepannen 4
twee yzer drievoeten
een yzer rooster
drie yzer schuymspannen
twee yzer lepels en
een yzer vleesch vork
een yzer lamp
vier schoorsteen kettings 4
twee asschoppen 1
een vuurtang en
1 blaas pyp
drie kapmessen 2
zeven snuyters
een combuys tafel 4
een pepermolen 4
een coffijmolen
een tobaks mes 1
een worsspuyt
twee bakkisten 4
twee hakkeborden
een vleesch blok 1
een potte bank 2
drie water halfamen en een cop: beeker 7
twee water emmers met cop: banden en 10
twee porc: soep commen defect 4
agthien porc: schotels in zoort 5
agt en twintig borden in zoort 3
een parthy defecte porc: en aardewerk in zoort en rommeling 2
In de kelder
  Rd:s
3 leggers met wat wyn 80
vyf led: vaten in zoort 10
agt boter vaten in zoort 15
een caarsse baly en 4
twee houte balies
twee ryst blokken en stampers 2
een cop: kraan 2
een wyn pomp
een kap mes
een yzer balans en 2 schalen en vyftien p:s gewigt in zoort 20
een parthy smits polen en rommeling 5
drie huys ladders 24
In de winkel
  Rd:s
een blaas balg 40:--
een aambeeld 40:--
vier werk rakies met zeven bankschroeven 84:--
vier en zeventig lb rood coper 18:24
vyf en dertig hamels en zetten in zoort 16:--
negen smits tangen 5:--
vyfthien sny tuygen in zoort 10:--
voorts
een parthy klein smits gereedschap en yzerwerk in zoort 50:--
drie bylen 4:--
twee pikken en
een graaf
Op de buyten zolder
  Rd:s
vyf en zestig ongemaakte snaphaan laayen 50
een parthy cabelgaren 3
Op de agter plaats
  Rd:s
een hout bak met 25
een yzer balans en
twee houte schalen
vier water emmers 2
een oude cruywagen
een slypsteen met zij voet en 3
een cop: ketel
een klein leer 1
een bier pyp met zijn bak en 1
een cop: craan
Zilverwerk
  Rd:s
een zilver soeplepel 16
twaalf zilver kandelaars 40
een zilver confituur lepeltje 1
een zilver confituur vorkje
een zilver zuyker trommel 8
Lyfeigenen
  Rd:s
een slave jonge gen:t Sapto van Macascar zynde een lade maker 500
een slave jonge gen:t Jannuary van Bengalen zynde een leste maker 200
een slave jonge gen:t Filander van Macascar , huys jongen 200
een slave jonge gen:t Geduld van Chijlon , kok 250
een slave jonge gen:t Pedro van Chijlon 300
een slave jonge gen:t Sion van Bourbon zynde slegt van gezigt 40
een slave jonge gen:t Fortuyn van Maccassaar heeft een peul op zyn oog 100
een slave meid gen:t Margaretha van Mosambicq met haar drie kinderen gen:t Africa , Jephta en Eva alle van de Caab 450
een slave meid gen:t Zilvia van Mosambicqiue 200
Inneschulden
  Rd:s
van diverse personen een somma van twee hondert zeven en zeventig ryxd: zegge 277
Contanten
  Rd:s
een somma van 5:--
Somma Rd:s10757:8
Lasten des boedels
  Rd:s
aan de Weeskamer dezer steede op een Weesm: kennis d:d: aan capitaal ƒ6500 ofte 2166:32
met de renten
aan Jan Mosterd op een schepenen kennis d:d: ƒ2000 ofte 666:32
aan Wouter de Vos op een onde: oblig: ƒ3000 ofte 1000:--
aan Jan Coster op een onde: oblig: ƒ3000 ofte 1000:--
aan Jan Christoffel Mulder op een onde: oblig: ƒ2000 ofte 666:32
aan Stephanus Jourdaan op een onde: oblig: ƒ1000 ofte - voldaan 333:16
  Rd:s 5833:16
  Rd:s
de baten des boedels rendeert gelijk hierbooven te zien is een bedragen van 10757:8
waar van afgetrekken werd de lasten des boedels ten bedragen van 5833:16
Zulx den boedel zuyver rendeert Rd:s4923:40

Aldus g’inventariseerd en getaxeerd ten huyze opgem: aan Cabo de Goede Hoop op den 9:e October 1794 ende zulx op ’t op en aangeeven van den in den hoofde deese gemelde weduwenaar, den welken betuijgen zig daar in ter goeder trouwe gedragen en niets verzweegen te hebben dat tot de voorsz: nalatenschap behoorende alle onder presentatie van solemneele eede, met verder belofte wanneer in der tyd iets mogte ontdekken daar van getrouwelyke opgaaf te zullen doen, en tot meerder zeekerheid van ’t een en ander is deese door den inventarient en van ondergetekende gecommitteerde Weesmeesteren eigenhandig gesubscribeert

Als gecomm: Weesm: W:J: v: Oosterzee, A: Berrangé

Frans Jordaan

Mij present: J:G: Blanckenberg, gesw: Clercq

MOOC8/21.2

{17941115} 15 November 1794 Elsje Botha

Inventaris van alle sodanige goederen effecten, beestiaal, etc:ra als door Elsje Botha gesepareerde huisvrouw van den burger Daniël Lombard, beseeten zyn geweest en met er dood ontruimd en nagelaaten geworden, mitsgaders op heeden zoo op de plaatse Jan Harmensgat geleegen in ’t Land der Essequa als op de plaats de Sanddrift aan de Breederivier geleegen, in waaren weesen zyn bevinden, bestaande deselve in als volgd, namentlyk:

Vaste goederen
Een plaats of hofsteede genaamd Jan Harmensgat , geleegen agter de Cogmans Kloofs Rivier in ’t Land der Essequa
een opstal op de leeningsplaats de Sanddrift , geleegen aan de Breede Rivier

Losse goederen op de plaats Jan Harmensgat

In ’t voorhuis aldaar
twee hoekkastjes
waar in
een setje porcelain
twaalf kopjes en twaalf pierings
tien kopjes en twaalf klyne pierings
neegen kopjes, neegen pierings
twaalf kopjes en twaalf pierings
een porcelaine kom
agt groote pierings
een porcelaine soupe terrine
seeven porcelaine schotels
veertien kelkjes in soort
een standerd met drie glase oly en azyn fleschjes
vier aarde leeuwen
een platten bouteille
twee aarde kannetjes
twee rakken
waar op
dertig porcelaine borden in soort
vyf bierglaasen
een blad tafel
een klyne tafel
een rustbank
een kopere thee machine
twee tinne coffykannen
vyf grove porcelaine kommen
een verrekyker
een tinne trekpot
een porcelaine trekpot
twee porcelaine caraffen
een en twintig stoelen in soort
neegen stoelkussens
In de kamer aan de regtehand
een klyne spiegel
een leedikant waar op
een bultsak, een peuluw, 6 kussens en een combaars
een kadel waar op
een bultsak, een peuluw, ses kussens en een combaars
een kadel
een tafel
een stilletje
een porcelaine nagtspiegel
twee tinne [nagtspiegel]
een blikke trommel
een tinne boterpot
een aarde kom
een kopere keetel
sestien stale vorken
vier en twintig tinne leepels
twaalf messen
een tinne peeperdoos
vier atjar potten
twee aarde kannen
In de kamer aan de slinkehand
een kabinet waar op en in
vier porcelaine potten
een porcelaine kom
de kleederen en ’t gemaakt linnengoed van de overleedene
een schaar
een party booren en schoenmakers elsen
een vyl
een klyne zaag
drie borssels
twee schaaven
een kadel waar op
een bed, een peuluw, ses kussens en een combaars
een kistje
een lessenaartje
ses avegaars
agt stukken staal
twee geweeren
twee tinne schenkborden
een verlakt schenkbord
een groote leedige kist
een wagen kist
een bed, met een peuluw, vier kussens en een combaars
In de combuis
neegen tinne schotels in soort
vyftien tinne borden
vier kopere kandelaars
twee snuyters
twee kopere schalen en een ysere balans
drie tinne pintjes
een tinne soup leepel
een rasp
een yser confoir
een kopere vysel
een kooper vuurtestje
seeven stooven
twee emmers met kopere banden
ses emmers met ysere banden
drie karnen
een baly
een broodmes met zyn bank
een ploegspil
een avegaar
een kopere pot
een tafel
ses ysere potten
een koekenpan
twee taartepannen
vier drievoeten in soort
een kopere plaat
twee ysere plaaten
een wafelyser
een rooster
twee ysere leepels en een vork
een kookkeetel
een bakkist
een hakkebord
een sift
een spanzaag
vyf aarde kannen in soort
een boterbak
Op zolder
twee tentzylen
neegentien sakken
In de buitenkamer
vier botervaten in soort
een kist
drie schamelbouten
een vyl
een party cabelgaaren
In de kelder
twee leedige leggers
drie leedige halve leggers
twee halve aamen
een rysbaly
een spanzaag
drie schaaven
twee dissels
een handbyl
een omslag boor
een bytel
een passer
seeven leedige bouteilles
een aarde kan
drie flesschen
een kastje met een party ruyten
drie graaven
drie pikken
twee mandjes
een hamer
een koubytel
Op de werf
een eg
drie ossenwagens
een ploeg
In ’t wagenhuis
vier planken
een sadel met zyn toebehooren
Silverwerk
een sakhorologe
een paar schoengespen
een silver drinkbeeker
Contanten
een en dertig ryx:s drie schellingen en vyf stuivers
Lyfeigenen
een slaaf genaamd Adonis van de Caab
een slaaf genaamd Damon van de Caab
een slaaf genaamd Anthony van Bengalen
een slaaf genaamd Cupido van Madagascar
een slaaf genaamd La Fleur van Mosambique
een slaaf genaamd Baly van Baly
een slaaf genaamd Vrydag van Ternaten
een slaaf genaamd Slamat van Mallabaar
een slaaf genaamd Slamat van Mosambique
een slaaf genaamd Floris van Mallabaar
een slaaf genaamd Pedro van Bengalen
een slaave jongetje genaamd Galant van de Caab
een slavin genaamd Silvia van de Caab
een slavin genaamd Juliana van Bengalen
een slavin genaamd Dina van Mosambique met haar kinderen Debora en Rachel van de Caab
een slavin genaamd Theresia van Mosambique
een slave meisje genaamd Clarinde van de Caab
Beestiaal
seeven hondert neegentig schaapen en bokken
seeven en veertig trekossen
een honderd agt en negentig aanteelbeesten
neegentien paarden in soort

Op de plaats de Sanddrift

In ’t voorhuis
een rustbank
een tafel
een pypenrak
een tafelkas
een tinne kom
een was balytje
een rak
een trekpot
agt porcelaine kommen
een kopere theekeetel en confoir
een tinne trekpot
een kogelvorm
vyf kopjes en pierings in soort
een karn
een haspel
een horologekastje
twee atjar potten
een aarde sauce potje
een aarde melkkeeteltje
een kistje met oud yser
In de kamer aan de regterhand
een leedikant met blaauw behangsel, waar op een bed, een peuluw, vier kussens en een combaars
een leedikant met rood behangsel
een oude spiegel
een aarde kan
In de kamer aan de slinkehand
een honderd vyf en tachtig vyf duimspijkers
een kopere kandelaar
een kopere vysel
een tinne tregter
In de combuis
drie ysere potten
een kopere pot
twee tafels
vier emmers
een kookkeetel
een pottebank
een yssere combuis
een oud botervat
In de agterkamer
een bakkist
een watervat
twee strykysers
twee koornschoppen
een kopere kandelaar
In de buitenkamer
een kist
vier looyers messen
twee looyers graaven
een halfaam
een oude ploegschaar
twee oude bylen
een dekspaan
een truweel
een parsyser
agt paaren voeringvellen
een sak met aluyn
een paar bokke vellen
een paar witte vellen
In ’t wagenhuis
een paar oude leeren
een oude eg
een ploeg
twee ongemaakte wagen assen
een stinkhoute plank
In de oude kelder
een klyne handmolen
twaalf hoepels
elf staaven yser in soort
twee ongemaakte buikplanken
vier geelhoute planken
een party wagenmakers hout
een party duygen
een vat met wat teer
een kist met wat oud yser
In de wagenmakers winkel
een onvoltooyde blaasbalg
een onbeslagen ossenwagen
een onbeslagen paardenwagen
een party spaaken
een moker
een naafboor
tien avegaars
een nyptang
een tuinschaar
een truweel
ses bytels
een draaybank
vier schaaven
een kraanzaag
een oude bankschroef
een party oud yzerwerk
een rasp
drie vylen
een ballastyser
een handsaag
een ploegwiel
In de kelder
een tien half aams vat met wyn
twee leggers brandewyn
seeven leedige leggers
een rysbaly
een baly
een halve legger met wat azyn
een leedige bierpyp
een platvaatje
een spanzaag
twee koornschoppen
tien wit else planken
twee hoepels
een sak met rosynen
Op de kelder solder
drie sakken
vier en veertig mudden boonen
vier mudden erwten
vier en tachtig mudden koorn
drie en seeventig mudden garst
Op de werf
een myt met seeven duysend gerven koorn
een brandewyns keetel met zyn koelvat en toebehooren
een voorstel van een wagen
een oude wagen buyk
een ballast yser
In de looyerye
een leedige traan legger
een leedige halfaam
een baly
drie kuypen
vyf looyers messen
drie klyne bylen
Op de huiszolder
twee setnetten
een seegen
Lasten des boedels
    Rd:s
  aan den heer J:A: Truter als sequester in der boedel van Ernst Jacob Stengel, weegens vendupenningen 110:4
voldaan aan Jan Willem Zulck verschoten penn:e 10:--
  aan de wed: Willem Morkel voor een halve legger wyn 10:--
voldaan aan gem: Jan Willem Zulck volgens reek: 69:4
  aan Caspar Voslo volgens reekening 560:--
Somma   Rd:s760:--
Baaten des boedels
  Rd:s
van Jacobus de Koning weegens koop van een paard volgens notitie 36:--
van Guilliam Wolfaart aan geleeverd meel en drank volgens notitie 5:5
van Hendrik Bernard Heimans aan geleeverde drank p:co 265:--
van Ernst van Vollenhoven blykens aanteekening 12:5
van Johann Matthys Ebersohn aan geleeverd leeder en drank volgens notitie 52:2
van Johan Willem Zulck volgens reekening - voldaan 18:1
van Elsje Botha huisvrouw van den burger Casparus Bresler volgens notitie 15:5
van Johan Albrecht volgens handschrift per rest 12:--
van Philip Boshof blykens handschrift 50:--
Somma Rd:s 467:2

Aldus geinventariseerd op de plaatsen Jan Harmensgat en de Sanddrift voorm: op den 15 en 16 November 1794 en sulks op ’t aangeeven van de edele Gabriël le Roux, en de burgers Pieter de Jager en Jacobus Hendrik Coetsee, dewelke betuigden hier inne ter goeder trouwe gehandeld en weetens niets agter gehouden of versweegen te hebben, beloovende en aanneemende in gevalle na dato iets tot gem: boedel specteerende mogte koomen te ontdekken deesen inventaris daar meede te sullen amplieeren en denselven des gerequireerd nader met solemneele eede te staaven, en sulks alles in ’t bysyn van de substitut Johan Matthys Ebersohn en den burger Christiaan Albrecht Kraft als getuigen

Als getuigen: J:M: Ebersohn, C:A: Kraft

Gabreel Leroe

Pieter de Jager

Jacobus Hendrik Coetzee

In kennisse van my W:L: van Hardenbergh, Secret:s

Naamen der erfgenaamen van wylen Elsje Botha, gesepareerde huisvrouw van den burger Daniel Lombard
Elsje Potgieter, huisvrouw van den burger Pieter de Jager
Hans Jurgen Pogieter oud 44 jaren, woonachtig by den burger Theunis Botha Jacobusz:
Anna Margaretha Potgieter, huisvrouw van opgem: Theunis Botha Jacobusz:
Hermanus Fredrik Koelken oud circa 19 jaaren, in dienst van de E: Comp:e als matroos naar Europa vertrokken zoon van wylen Clara Hermina Potgieter en Balthazar Koelken
Cecilia Johanna Hein huisvrouw van den burger Nicolaas Johannes Grobler, dogter van wylen Cornelia Potgieter in huwelyk gehad hebbende Douw Gerbrand Hein
Abraham oud 19 jaaren le Roux
Daniel oud 17 jaaren
Petronella Maria oud 14 jaaren
Gabriel Jacobus 12 jaaren
Herm:s Benjamin 9 jaaren, kinderen van wylen Johanna Lombard gehuuwd geweest met de edele Gabriel le Roux
Susanna Elisabeth Lombard huisvrouw van den burger Jacobus Hendrik Coetsee
Daniël Benjamin Lombard oud 34 jaaren, zoon van Daniël Lombard en Elsje Botha

MOOC8/21.3

{17941012} 12 October 1794 Fredrik van Zyl , Susanna Rossouw

Inventaris van alle sodanige goederen, effecten, beestiaal, et:ra als door den burger Fredrik van Zyl in gemeenschap met Susanna Rossouw beseeten geweest en door den eerstgem: met de dood ontruimd en nagelaaten zyn, mitsgaders op heeden op de plaats de Oude Kraal geleegen aan de Boschjesmans Rivier in waaren weesen bevonden, bestaande deselve in als volgd

Een opstal op de plaats de Oude Kraal , geleegen aan de Boschjesmans Rivier
In ’t voorhuys aldaar
tien stoelen in soort
een groote tafel
een klyne tafel
een klyne kadel
sestien porcelaine borden in soort
veertien kopjes en twintig pierings in soort
een tinne trekpot
agt tinne leepels en twaalf stale vorken
een thee baly
een vork doosje
seeven rakken in soort
een leepelrak
een tinne theekeetel
een kopere keetel
een oud yser confoir
In de kamer
vyf kadels in soort
een paviljoen
vyf bultsakken
seeven kussens
twee combaarsen
vier kisten in soort
een kelder met eenige leedige flesschen
twee geweeren
drie mandjes
een cyferly
vier tinne borden
twee tinne schotels
een kopere kandelaar, defect
In de combuys
drie potten
een rooster
een koekenpan
een vleeschvork
drie emmers
een vuurtang
een bakkist
een meelsift
In de buiten kamer
twee honderd wielspykers
een tabaksbord
een baly
een kinderwieg
agttien sakken
twee sadels
Op de werf
twee graaven
een speerhaak
twee slotensteenen
drie slypsteenen
een party oude planken
een houtbyl
een party romling
een schaafbank
een snybank
een brandewyns keetel
een party hoepels
twee ploegen
een eg
twee wagens
een kraansaag
twee spansaagen
een treksaag
een houte handschroef
een dissel
een snymes
twee hamers
een knyptang
een handbyl
vier booren
een rasp
een passer
vier schaaven
twee ongemaakte wagen assen
een hand saag
In de kelder
twee hele leggers
drie halve leggers
vyf bierpypen
twee trapbalys
Lyfeigenen
een slave meid genaamd Rosalyn van de Caab
Beestiaal
vyf en twintig ossen
vyf jonge beestjes
twee honderd seeven schapen en bokken
seeventien paarden in soort
Lasten des boedels
  Rd:s
aan Barend Gildenhuis H:ksz voor ’t maken van een dood kist en contant geleende penningen 6:4
aan Charles Petrus du Plessis Jacobsz voor 48 voeten planken tot de doodkist 6:--
Somma Rd:s12:4
Baaten des boedels
  Rd:s
van den manh: Philip Myburg weegens een vragt koorn 38:--
van Gideon van Zyl Gideonsz voor contant geleende penningen 24:--
van Johannes Jacobus Swart Jacobsz voor geleeverd koorn 6:--
van Adriaan Montauban aan contant geleende penningen 6:4
Somma Rd:s 69:4

Aldus g’inventariseerd den 12:e October 1794 op de plaats de Oude Kraal geleegen aan de Boschjesmansrivier , en sulks op ’t aangeeven van Susanna Rossouw weduwe wylen Fredrik van Zyl dewelke betuigde hier inne ter goeder trouwe gehandeld en met haar weeten niets agtergehouden of versweegen te hebben, beloovende en aanneemende in gevalle naderhand iets tot gem: boedel specteerende mogte koomen te ontdekken, deesen inventaris daar meede te sullen ampliëeren en denselven des vereischt nader met solemneele eede te bekragtigen en sulks alles in ’t bysyn van den geregtsbode Hendrik van As en Abraham Casparus Nieuwhof als getuigen

Als getuigen: H: v: As d oude, A:C: Nieuwhoff

Susanna Rossouw

In kennisse van my: W:L: van Hardenbergh, Secret:s

MOOC8/21.4

{17940508} 8 Maij 1794 Johan Adolph Kuuhl Susanna Margaretha Coetzer

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten, als er op den vyfden deeser loopende maand Maij ab intestato metter dood zijn ontruijmd ende naargelaatene door juffr:w Susanna Margaretha Coetzer wed: wijlen d’ edele Johan Adolph Kuuhl ten voordeele van haare nagelatene kinderen en kindskinderen, te weeten

1) de kinderen van wylen Johan Adolph Kuuhl met naamen a) Susanna Margaretha
b) Johanna Jacoba
c) Aletta Elzabe
d) Johan Adolph
e) Justina Susanna
f) David Benjamin
g) Philippus Petrus en
h) Elisabeth Maria Kuuhl, alle minderjarig
2) Jeremias Justus Kuuhl
3) David Kuuhl
4) ’t kind van wylen Jacoba Hendrina Kuuhl bij s:r Barend Hendrik Harders geprocreeert, in naame i) Susanna Geertruijda Kuuhl gehuuwd met de manh: Adrianus de Vogel

zynde dezelve na gedane ontsegelinge door ons ondergetekende gecomm: Weesmeesteren opgenomen, g’inventariseerd en bevonden te bestaan in de volgende, namentlijk

Twee huijzen, een pakhuijs en twee erffen staande ende gelegen in dese Tafel Valleij in ’t Blok No: 17 en aldaar N:r 7 en 8

Bevindende zig in ’t sterf huijs van de overledene en aldaar

In ’t voorhuijs
een cop: hang lantaarn
een schuijf gordijn
ses schilderijen
een verre keijker
In de kamer ter regterhand
een rood ophaal gordijn
twee schuijf gordyntjes
seeven schilderijen
een spiegel met noote boomen lijsten
een vierkante tafeltje
een leuning stoel
ses stoelen
ses geele trijpe kussens
een ledikant met rood behangzel waar op
twee beddens
vier peuluwen
vier kussens en
een combaars
een bureau, waar in
een wit cop: vuurtesje
vyf roode neusdoeken
een chitze bed sprij
een p:s gebloemd doerias
agt verlakte schenkblaadjes
drie ellen
een schoemakers maatstok
vyf beytels in zoort
een staale snuijter
een zakje met wat blouwsel
een koker met Chineese instrumenten
een verre keijker
twee cop: inzet gewigten
een cop: goude schaaltje
een duijm stok
een bril huysje met een bril en twee bril glaasen
een evore duijmstok
drie lanchetten
een cop: passer
vijf paaren handknoopjes met steentjes
een paar staale gespen
ee parthij snaaren
een parthij potlooten
een parthij zegul lac
een kistje met yser beslag
een katel waar op
een bed
twee kussens en
een combaars

door de overledene ingevolge gecrreevene handschrift van de zelve gelegateerd aan haare kleindogter Susanna Petronella Harders en afgegeeven aan den coopman en lid van de Edel Agtbare Raad van Justitie den heer Rijno Johannes van der Riet, om door zyn Ed: verder te werden bezorgt, en overhandigt aan juff:w Petronella van Reede van Oudtshoorn huijsvrouw van de eerwaarde heer Remmerus Harders, als groot moeder van voorm: Susanna Petronella Harders en bij dewelke deselve volgens het bij Heeren Weesmeesteren opgestelde genoome besluijt ter woon is besteed geworden.

In de kamer te linkerhand
rood ophaal gordijn
seeven schilderyen in zoort
een spiegel met vergulde lijsten
twe elusters met vergulde lijsten
een rust bank met een roode trijpe mattras
twee armstoelen met rood trype kussens
ses stoelen met vaste kussens
twee vierkante tafeltjes
een tafel kastje waarin
agt pakken garen in zoort
een stuk zilvere gaas
een stuk effen gaas
derthien paren led: handschoenen
vier pakjes witte banden
een parthy rommeling
een bed tafeltje
twee geurridons
een carette kistje
een dambord met desselfs schuijven
een zwart ebbenhoute kistje met zilvere beslag
een thee kistje
twee jalosie matten
een lap tafel kleetjes
een tobaks kistje
een thee kistje
zes verlakte schenkbladen in zoort
een glaase castpotje waar in
een parthy porc: in zoort
ses cop: quispedoors
vier wit cop: hand quispedoortjes
een tafel kastje met twee deuren en
een rood kistje waar in
een verguld doosje
twee vingerhoeden in zoort
een paar braaseletjes
een goude cintuur gespen
een p:r goude brasseletten
een p:r goude knoopjes
een p:r zilvere knoopjes
een zilvere beugel
twee p:r zilvere en een paar staale schoen gespen
twee p:r steene schoen gespen
een p:r oorkrabben met steenen
twee lavendel flesjes
twee paren krabbetjes in zoort
drie kammen in zoort
een borsel
twee houte kookers
twee paar vergulde strikjes en
vijf waaijers

het geen insgelijks door de overledene blykens het voorz: handschrift van deselve en volgens getuijgenis van alle de presente erfgenamen, gelegateerd zynde aan Susanna Petronella Harders, hebben wij ondergeteekende Gecommitteerdens het voorsz: kistje met het geen zig in het zelve komt te bevinden na de Weeskamer doen overbrengen, om aldaar tot tyd en wijle de gen: pupie tot majorenniteid zal zijn gekoomen bewaard te blijven, terwijl het tafel castje met twee deuren tot gebruykt tot voor dezelve, en ten fine bovengem: aan den heer Van der Riet is afgegeeven geworden.

In de gaanderij
een rood ophaal gordijn
een cop: hang lantaarn
een staande huijs horologie
twee spiegels met noote boomen lijsten
neegen schilderyen met glas
drie schilderyen in zoort
twaalf stoelen
twaalf roode trype kussens
twee leuning stoelen en
agt houte vuurstooven
een tafel castje
een etens tafel
een opslag tafel
een thee tafel
een hoek kastje
een knaap tafeltje
een glaase cast waar op
drie porc: spoel kommen
en waar in
ses glaase caraffen
ses glaase flesjes in zoort
een porc: boter potje
ses porc: pierings
twee porc: kommen
vier aarde sauspotten
drie aarde melkkannetjes
een porc: melkkannetje
een porc: tee bus
drie aarde piramides
een parthy porcelein
een tinne olij en azijn staander met desselfs glaasen
een wit cop: olij en azijn staander
een verlakte olij en azijn staander
een tinne peper bus
een cop: peper moolen
negen wit cop: kandelaars
drie wit cop: snuyters
drie tinne schenkborden
ses en sestig kelken in zoort
vier glaase soutvaatjes in zoort
ses confituur potjes
drie flessen
vyf groene roemers
drie glaase fluyten
agt glaase bocaalen
seventhien bierglaasen in zoort
twee melk kannetjes
twee boter potjes
zeeven aarde beeltjes
een aarde trek potje
een tinne punsch leepel
twee porc: fruyt borden
een rood cop: themachine
een wit cop: koffy kan met een cop: tesje
een cop: koelbak
een houte tee stoof
een aarde pot
drie luijwagens
een handstoffer
een porc: wasch lampet
twee witte beekers
twee spane beekers roden
twee verlakte bakken
In de agter kamer
twee spiegels met note bomen lijsten
drie schilderijen in zoort
een rood ophaal gordijn
ses stoelen
ses stoelen kussens
twee thee tafels
drie ronde tafeltjes
een knaapje
een houte coffer
een rijs mand
een nagt blaker
een cabinet met een stel porc: potten volgens boovengem: handschrift van de overledene gelegateerd aan haar dogter Susanna Geertruijda Kuuhl en door ons ondergetekende gecomm: Weesm: aan haar ter handen gesteld
een tafel kastje met vier laaden
beneevens
een katel en
een bed volgens meergem: dispositie door de overledene gelegateerd aan haare klein dogter Susanne Margaretha Kuuhl en door ons ondergeteekende Gecomm: al meede aan haar afgegeeven
twee staande sleutel haaken
een cop: seep bakje
In de kombuijs
drie yzere schoorsteen kettings
een potte bank waar op
negen ysere potten in zoort
vier ysere koekepannen
vier ysere drievoeten
drie vleesch vorken
twee ysere leepels
een ysere asschop
een ysere vuurtang
een ysere blaas pijp
twee ysere roosters
een ysere lamp
twee ysere wafel ijzers
een ysere oblie ijzers
twee cop: taartepannen
vier cop: castrollen
een cop: vergietest
een braad pan
een cop: poffertjes pan
een cop: keetel
een cop: bak
twee cop: slonsjes
een cop: vijssel
twee wit cop: kandelaars
een rood cop: kandelaar
een rood cop: blaker
drie strijkijzers in zoort
twee combuys tafels
een hakbord
een cap mes
een rol stok
een water halfaam
vyf water emmers
twee snuyters en
een parthy aardewerk in zoort
In de dispens
een Ambons houte kist
een tafel
een schuijf doos
een geus
twee eier rakken
zeeven manden in zoort
drie banken
een balans met
twee houte schaalen en
veerthien p:s gewigt in zoort
een yzere balans met
twee copere schaalen en
een ponden gewigt
zeeven aarde potten
een yzere kap mes
een yzere asschop
een yzere vuurtang
een yzere schumspaan
een yzere leepel
een yzere vork
een yzere rooster
twee cop: schuymspanen
een yzere haak
een parthy rakken
twee coffij moolen
een yzere taatje
twee blikke raspe
twee houte leepels
twee cop: lantaarns
vier Keulse potten
zeeve blicke trommels in zoort
een kistje
zeeven rottings couvertours
drie rottings kranssen
zeeven porc: confituur potten
drie porc: boter potten
negen porc: schotels in zoort
drie porc: soepterines
vyf porc: kommen in zoort
veerthien porc: borden
een porc: beeker
twee cop: blakers
negen en veertig witte borden
thien bruyne borden
twee bruyne potten
vier verlakte bakken
een aarde bak met
een parthy porc: theegoed
twee cop: confoors
vier porc: schootels
vier porc: borden
een cop: tregter
een yzere vleesch kroon
twee boter vaatjes
een aarde kan
twee kelders met led: flessen
een vogel kooij
sesthien tinne schootels
agt tinne borden
een tinne schenkbord
een tinne beeker
twee porc: trekpotten
een aarde [trekpotten]
een tinne [trekpotten]
ses porc: boter potjes
drie porc: saus potjes
ses aarden saus potjes
twee blikke beekers
een led: kist
een houte doosje waar in
drie en dertig messen
seeven vorken in zoort
een tinne keetel en voorts
een parthy rommeling
Op de plaatz
vier oude stoelen
een houte bank
een wasch tafel
twee hoender hokken
drie wasch balies
zeeven slave baletjes
een houte trap
een cop: water beeker
een blikke lantaarn
een ryst blok
drie oude balies
een cruywagen
een huys ladder en
een parthy rommeling
In een buijten kamer
een ledikant waarop
een bed met zyn toebehooren blykens voorsz: handschrift aan Jeremias Justus Kuuhl door de overleedene gelegateerd en door gecommitteerde Weesmeesteren aan hem overgegeeven
In ’t pakhuijs
een vat met wat azijn
twee led: half leggers
drie led: half aamen
een led: water half aam
vyf boter vaatjes in zoort
een boter karn
een snuijf blok met zijn stamper
vier baletjes
drie zand balies
twee was balies
een houte tregter
twee kleine vaatjes
een tobaks mes
twee huijs ladders
een huijs trap
een geld kist, waar in
een parthy was kaarssen
een arm stoel
drie schraagen
ses kelders met
een parthy led: flessen
een led: kist
drie led: kasten
een parthy led: bottels
een alketijf
twee vloer matten
negen en twintig manden in zoort
vyf wannen
vier rottings couvetours
een half aam met gezoute lemmetjes
twee sluijt manden
twee ligtens
twee schraagen
ses planken in zoort
een hout tobaks doos
ses leedige casten in zoort
twee halfaam bokken
vier houte schoppen
vier graaven
een stamper
een cop: hamkeetel
een mand met een parthy timmermans gereedschap
drie deur slooten
een pars ijzer
een parthy yzer hoepels
drie pikken
drie houtbeijlen
twee kapmessen
twee troffels
een mooker
twee cop: leepels
twee ijzere asschoppen
twee koevoeten
een thuijn schaar
een houte spuyt
twee hakborden
een parthy bind rottings
twee kasjes met thee
drie kasjes met restantjes thee
twee draag stoelen met stokken en banden
twee muijse vallen
een oude bed scherm
twee groote chamereelen
drie span zaagen
drie gordijn planken
een led: kist
een kist waar in
negenthien stoel matten
vier chitse combaarsen
een kafzak
agt en twintig zakken in zoort
een lap zeijl
agt en veertig porc: schootels in zoort
zeven en veertig porc: borden
zeven porc: potten
een porc: nagt pot
een porc: handwas lampet
vier verlakte kommen
twee verlakte blakers
twee verlakte snuijters
twee jalosie matten
vyfthien led: Keulse kannetjes
negen aarde potten in zoort
vyf stoof potten
een parthy aarde werk in zoort
een groote cop: keetel
drie cop: tafel kranssen
een cop: verlaat kraan
drie blikke tregters
een blikke trommel met een parthy blikke collewijn formen
een nagt stelletje
een ysere taatje
twee meel seeften
een ferf steen
een zakje met inktstof
ses houte hamers
twee katels en voorts
een parthij oud ijzer, hout en touwwerk, mitsgaders rommeling in zoort
Zilverwerk
een zuyker trommel
een koel bak
een tee seeft
twee soep leepels
drie en twintig handleepels
twintig vorken
derthien confituur leepeltjes
twee confituur forkjes
Leijfeigenen
een slave jonge gen:t Pattie van Bengalen
een slave jonge gen:t Jephta van Mallabaar
een slave meid gen:t Rosalyn van Bengalen
een slave meid gen:t Diena van Boegies
een slave meid gen:t Rosemund met haar kind Ferdinant beide van de Caab
een slave meid gen:t Petronella van de Caap ,

welke laatzgen: door de overledenen en wylen opgem: haaren man bij derzelver nadere dispositie in dato 29 Julij 1785 uit kragte der clausule reservatair vervat bij het mutieel testament door hunl: sub dato 21 Februarij 1754 voor den toenmaligen eerste gesw: clercq ter Politicque Secretarije s:r Christiaan Ludolph Neethling en zeekere getuijgene opgerecht aan meergem: Susanna Geertruijda Kuuhl gelegateerd zijnde zonder dat door dezelve daar voor iets aan den boedel sal behoeven te werden opgebracht en voldaan, is gen: slavinne aan eevengem: S:G: Kuuhl dan ook afgegeeven.

Contanten des boedels
    Rd:s
opgebragt eene somma van agt en veertig ducatons ofte 72
Lasten des boedels
    ƒ
  aan den Bank van Leening eene somma van 7000
  met de renten van dien zeedert primo September 1793
voldaan Septemb: 1794 aan de heer Salomon van Echten op een onderhandsche briefje d:d: [ ..... ] aan capitaal g:t 1842
  met de renten van dien zeedert primo Maij 1793
voldaan Julij 1794 aan den burger Jeremias Justus Kuuhl over geleende contanten blykens gevondene annotatie 300
bij de boedelreekening opgebragt medio November 1794 aan Susanna Justina Catharina Kuuhl over zoo veel door den overledene blykens gevonden handschrift aan de selve is gelegateerd een sommetje van 150
bij de boedelreekening opgebracht, medio November 1794 aan Susanna Margaretha Kuuhl over als evengemeld 300

Werdende voorts alhier nog pro memorie bekend gesteld,

1) dat ’t in den boedel gevonden linne goed, bestaande in

zeeven en twintig laakens
twee en tagtig servetten
ses en twintig handdoeken en
drie en sestig sloopen

door ons ondergeteekende Gecommitteerdens te zaamen teegens agthien ryxd: gewaardeert zijnde, zo veel mogelijk in drie equale portien bij lotinge onder de drie mondige kinderen van de overledene in den hoope deeses gem: met namen Jeremias Justus, David en Susanna Geertruijda Kuuhl is verdeeld geworden, en zal dus bij vereffening des boedels in evenredigheid van ’t voorsz: bedragen de erfportien der onmondigen moeten worden te goede gebracht - bij de boedelreek: aan de minderjarigen ten goede gebracht

2) dat de kleederen, mitsgad:rs het linnen goed, goud en zilver tot het lichaam van de overledene behoord hebbende en door dezelve, blykens meergeciteerde handschrift vermaakt aan haare dochter en kleindochter Susanna Geertruijda Kuuhl en Susanna Petronella Harders volgens declaratie van gem: mondige erfgenamen door de overledene kort voor haar afsterves bereid zelfs in twee equale portien verdeelt zynde geworden, Susanna Petronella Harders als toen voor haar aandeel had genooten

een wit zattijne zak en rok
een geel gekeperde zak en rok
een zyde stofje zak en rok
een ligt blouwe zak en rok
een zwarte zyde zak en rok
een donker blouwe zak en rok
een chitse zak en rok
een voering chitse caskijn en rok
een geele chitse rok
een wit halve zak en rok
een wit zak en een tabbaart
twee [zak] en een tabbart
twee rokken
een linne baayen rok
een marselje rok
een doek met een randje
zeeven bonte doeken in zoort
vier witte doeken in zoort
vyf gaaze doeken in zoort
een tjalie doek
een chitse doek
een zwarte zijde mantel mitsgd:s in
een klein kistje
een paar goude oorkrabben
een zilvere beugel
een goude ring

welke kleder stukken goud en zilver wij ond: Gecommitteerdens dan ook aan opgem: heer Van der Riet ten gem: einde hebben doen overhandigen

3) dat in den boedel nog is gevonden een aarde spaarpotje waar in daar differente mund specien eene somma van drie en sestig ryxd:rs die volgens getuijgenis der voorz:e mondige erfgenaamen zoude bekoomen aan Susanna Petronella Harders welke penningen dus met approbatie van Heeren Weesm:n desen dadelijk ten voordeele van deselve op renten zullen worden belegd

4) dat de bij de overledene aanbesteed geweest zynde pupelle Susanna Margaretha Kuuhl op haar verzoek ter woon is besteed geworden, bij haaren oom den oud koopman en pakhuys meester, mitsgaders lidt in den E: Achtb: Rade van Justitie de heer Salomon van Echten, zodanig dat zij de kost en logies gratis zal genieten, terwyl van haar bevoegde kleederen jaarlijx elke reekening zal moeten werden ingediend, omme met de renten haaren erffenis penn: te werden betaald

5) eindelyk dat den slaaf Pedro van Bengalen die volgens zeekere dispositie van den overledene en wylen bovengem: haare man, uit kragte van de aan hun bij voorn: mutueel testament gereserveer de magt gemaakt, nimmer verkogt, maar na het afsterven van hun beiden zoude hebben moogen kiesen bij wien den kinderen zig ter woon zoude willen begeeven, volgens declaratie van de gezamentlyke mondige erfgenaamen reeds voor lange is overleeden.

Aldus gedaan en geinventariseerd aan Cabo de Goede Hoop ten sterfhuijze voormeld op den 8 Maij 1794, ende zulx op het op en aangeeven van de in den hoofde deses gem: mondige erfgenaamen Jeremias Justus, David Kuuhl mitg:s den capitain dif: Arthillerij de manh: Adrianus de Vogel dewelke betuijgde hun daar in ter goeder trouw gedragen en niets versweegen hebben wat tot dien boedel behoorde, bereid zijnde hunne gedane opgaave des gerequireerd werdende ten allen tyden met solemneele eede te zullen bevestigen, en voorts op den belofde dat zo wanneer nog iets in den tyde mogte komen te ontdekken, zulx nader te zullen opgeeven om daar meede deesen inventaris te kunnen applieeren.

In teeken der waarheid is deesen benevens ons onderget: gecomm: Weesm: en Secret: ook door hun behoorlijk onderteekend.

Als gecomm: Weesm: A:V: Bergh, H:J: Fehrszen

Voor den opgaaf: D: Kuuhl, A: d: Voogel, J:s J:s Kuuhl

Mij praesent: J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/21.4 1/2

{17940426} 26 April 1794 Anna Bock

Staat en inventaris van alle zodanige goederen en effecten, als ’er op den drie en twintigsten deeser lopende maand April metter dood zijn ontruijmd en nagelaten door Anna Bock weduwe wijlen den landbouwer Andries Bester d’ oude, naar alvorens op den negenthienden dag der maand October des jaars een duysend seven honderd seven en sestig voor wijlen den heere Tobias Christiaan Rönnenkamp als toenmalige eerste geswore Klerk ter Politique Secretarije deeses Casteels en zeekere getuigen testamentair gedisponeerd, als meede bij diverse uit krachte der clausulen preservatoir denselven testamente g’annexeerde onderhandsche actens, eenige nadere schikkingen te hebben getroffen en bij welke gemelde testamentaire dispositien door de overleedene tot hare eenige en universeele erfgenamen geroepen en g’institueerd zijn hare kinderen en kindskinderen, mitsgaders bij overlijden van een of meer derselve hunne wettige afstammelingen bij repraesentatie, voortkomende uit het huwelijk met haren opgem: vooroverl: man Andries Bester d’ oude, te weeten

1) de kinderen van wijl: Andries Bester Andr:s zoon, in name a) Anna Bester get:wd met den burger Christiaan Johannes Rabe
b) Andries Bester
c) Anna Margaretha Bester gehuuwd met den chirurgijn der burgerije s:r Johan Wilhelm Semler
d) Hendrick Bester
2) de kinderen van wijlen Christiaan Bester, te weeten e) Andries Bester
f) Jacobus Bester
g) Anna Bester getrouwd met den burger Jacob Bredenbach
h) Michiel Bester
i) de kinderen van wijlen Sara Bester in echt verwekt bij den burger Arend Keuler, in name: 1) Jan Keuler
2) Arend Keuler
3) de seven kinderen van wijlen Paulus Bester, in name: k) Andries Bester
l) Barend Jacobus Bester
m) Paul Michiel Bester
n) Nicolaas Willem Bester
o) Christiaan Jacob Bester oud 19 jaren
p) Anna Bester oud 16 jaren
q) Johannes Daniel Bester oud 13 jaren
4) Nicolaas Bester
5) Jacobus Bester d’ oude

en vermits bij een der voorm: dispositien genomen in dato 26 Augustus 1779 Heeren Weesmeesteren zijn aangesteld als executeurs van het geciteerde testament en voogden over de minderjarige erfgenamen zo hebben hun eerwaardens uijt dien hoofde denselven boedel aanvaard, den welken door ons ondergetekende gecommitteerde Weesmeesteren is g’inventariseerd en bevonden te bestaan in het volgende, te weeten

Ten woonhuijse van den burger Dirk Coetse en aldaar

In de agter camer
een kadel en daarop
een bed
een peuluwe
drie kussens en
een oude combaars
een tafelcast ingevolge codicillaire dispositie in dato 6 Junij 1793 aan den schoonzoon der overl: gem: Dirk Coetse gelegateerd
bevinde zig in gem: tafelcast de volgende klederen en linnen goed van de overleedene, als
seven hemden
ses rokken
vier voering chitze jakke en
een lap voering chitz
drie slaap kabaaijen
twee borst rokke
sis kussen slopen
vier lakens
twee paar mofjes
vier mutzen
thien doeken
twee swarte kapjes
twee paar oude koussen zijnde deese wijnige kleederen en linnen goed van geen belang aan juffr: Helena de Clercq huysvrouw van voorm: Dirk Coetse bij taxatie overgegeven voor rd:s10
een strijk yser
een kopere schenkketel
een tinne waterpot
Leijfeigene des boedels
een slaven jonge gen:t Mars van Boegies
een slaven meijd gen:t Rosina van Bengalen
een slaven meijd gen:t Dorinda van de Caab met haar kind gen:t Abraham van de Caab

alle welke leijfeigene na volgens de begeerte van de overleedene vervat bij hare dispositie van den 29 Augustus 1792 de vrijheid zullende moeten worden gelaten, om te kiesen bij wien der voorm: erfgenamen zijlieden het liefst zouden willen gaan wonen en bij dewelke zijl: dan ook zullen moeten verblijven zonder ooit te worden verkogt; zo heefde de gemelde slavinne Dorinda van de Caab op de door de ondergetekende gecommitteerde Weesmeesteren desweegens aan haar gedane afvrage gedeclareerd ten gem: einde hare keuse te bepalen op die in den hoofde deeses gem: dogter van Paulus Bester in name: Anna Bester; terwijl de beijde overige slaven Mars en Rosina zig niet praesent, maar bij opgem: Nicolaas Bester met ’er woon bevindende, uit dien hoofde door de ondergetekende Gecommitteerdens omtrend hunlieden te doene keuse niet hebben kunnen werden ondervraagd.

Inneschulden
    Rd:s
erfgenaam bij de boedel reek: opgebragt medio Novemb: 1796 een onderhandsche obligatie d: d: 25 Julij 1780 ten lasten van den burger Nicolaas Bester groot aan capitaal ƒ1000 ofte 333:16
  met den intrest daarop verlopen na rato des tijds vide reekening courant van den overleedene gemagtigde
erfgenaam bij de boedel reek: opgebragt medio Novemb: 1796 een onderhandsche obligatie d:d: 21 January 1785 ten lasten als evengemeld groot aan capitaal ƒ600 ofte 200:--
  met den intrest daarop verlopen na rato des tijds vide reekening courant van den overleedene gemagtigde
is erfgenaam en bij de boedel reekening opgebragt medio Novemb: 1796 een onderhandsche obligatie d:d: 9 Januarij 1783 ten lasten als dikwils gem: burger Nicolaas Burger groot aan capitaal ƒ1000 ofte 333:16
nota van de betalinge der renten geexcuseerd vide Heeren Weesmeesteren resolutie d:d: 24 September 1794 zonder beding van intrest moetende egter daarvan den intrest betalen volgens zeekeren brief van de overleedene zeedert den 24 Fb:ry 1792
voldaan een onderhandsche obligatie d:d: 21 November 1785 ten lasten van mejuffrouw Christina de Wet weed: wijlen den heer Alexander Jacobus la Febre groot aan capitaal ƒ4000 ofte 1333:16
  met den intrest zeedert 21 November 1793
  een onderh: obligatie d:d: 20 Junij 1792 ten lasten van wijlen de heer Tobias Christiaan Rönnenkamp groot aan capitaal ƒ4800 ofte 1600:--
  met den intrest zeedert 20 Junij 1792
erfgenaam en bij de boedel reek: opgebragt medio November 1795 een onderhandsche obligatie ten lasten van den burger Andries Bester d:d: 26 Julij 1793 groot aan capitaal ƒ477 ofte 159:10
  met den intrest zeed:t den 3 Junij 1792
  een onderhandsche obligatie d: d: 16 December 1793 ten lasten van den chirurgijn der Caabsche burgerije alhier voorm: s:r Johan Wilhelm Semler groot aan capitaal ƒ4000 ofte 1333:16
  met den intrest zeed:t 16 December 1793
voldaan over zo veel gem: s:r Semler als geweesen gemagtigde den overleedene bl: conto-courant d:d: ultimo April 1794 p:r saldo aan den boedel moet inbrengen 18:26
voldaan over zoo veel juffrouw Helena de Clercq huijsvrouw van dikwilsgem: Dirk Coetse voor de aan haar bij taxatie overgelatene kleederen en linnen goed aan de boedel moet inbrengen 10:--
Lasten des boedels
    Rd:s
voldaan over zo veel de overleedene aan haren schoonzoon Dirk Coetse bij codicillaire acte d:d: 6 Junij 1793 als een legaat heeft besproken 200

Aldus gedaan en g’inventariseerd ter plaatse van den overleedene schoonzoon evengem: Dirk Coetse op den 26 April 1794 ende zulks op het op en aangeven van den in den hoofde deeser gem: s:r Johan Wilhelm Semler als geweesene generale gemagtigde van de overleedene, dewelke betuigde zig daarin ter goeder trouwe gedragen en niets versweegen te hebben ende zulks des gerequireerd werdende met eede te zullen bevestigen, met belofte verder dat zo wanneer nog iets tot dien boedel specterende mogte komen te ontdekken, zulks optegeven omme daarmeede deesen inventaris te kunnen werken geamplieerd.

Als gecomm:e Weesm: W:J: van Oosterzee, A: Berrangé

Voorden opgaaf [ ..... ]

Mij present: J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/21.5

{17940227} 27 Februarij 1794 Maria van Breda

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten, als ’er op den vijf en twintigsten deeser lopende maand Februarij omtrend des morgens de klokke twee uuren ab intestato metter dood zijn ontruijmd ende naargelaten door mejuffrouw Maria van Breda weeduwe wijlen den oud commissaris van Civiele en Huwelijke Zaken d’ edele Arend de Waal ten voordeele harer nagelatene kinderen end kindskinderen bij representatie van derselver ouders, in name

1) juff:r Catharina Cornelia de Waal gehuuwd met de heer Marthinus Adrianus Bergh
2) de kinderen van wijlen juff:r Elizabeth de Waal, in echt verwekt bij hare drie meede overleedene mannen, te weeten
Uit het eerste bed, met wijlen den heemraad van Stellenbosch en Drakenstein d’ edele Stephanus Grove a) Maria Catharina Grove gehuuwd met d’ edele Willem Hendrik Kirsten
b) Johannes Sigismundus Grove
Uit het tweede bed met wijlen Abraham Paling c) Elizabeth Paling gehuuwd met s:r Willem Fredrik Ernst Willmans
Uit het derde huwelijk met wijlen den oud commissaris van Zivile en Huwelijke Zaken d’ edele Fokke Hendriks d) Hendrik Jacobus Hendriks
3) Juff:r Jacoba de Waal ongehuuwd
4) Juff:r Wilhelmina de Waal gehuuwd met d’ edele Joost Reinhard van As
5) de zeven kinderen van wijlen d’ edele Johannes de Waal, in namen 1) Aletta Petronella de Waal gehuuwd met den capitain ter zee d’ m: Jacobus Arkebaud
2) Maria de Waal getrouwd met de manh: Albert Coblijn capitain in dienst der E: Comp:e
3) Hendrik Oostwald de Waal oud 18 jare
4) Pieter de Waal oud 13 jaren
5) Dirk de Waal oud 11 jaren
6) Jan de Waal oud 10 jaren
7) Daniel de Waal oud 9 jaren
6) de manhafte Pieter de Waal
7) d’ edele Arend de Waal

zijnde ten reguarde van de hier voren gemelde minderjarige en uitlandige erfgenamen dezelve nalatenschap op ’t op en aangeven der praesente erfgename, gem: juff:r Jacoba de Waal, door ons ondergetekende gecommitteerde Weesm: g’inventariseert en ten papiere gebracht en bevonden te bestaan in het volgende, teweeten

Een huijs met de daarbij gehorende vier huur huijsjes en erf, staande ende gelegen in deeze Tafel Valley en aldaar in de Strant Straat in ’t Blok A:
vijf huijsen en erven annex den andere staande ende gelegen in deeze Tafel Valley en aldaar in de Strant Straat in ’t Blok R:R:
vier huijsen en erven den anderen almeede gelegen in deeze Tafel Valley en aldaar in de Strant Straat in ’t Blok R:R:

Bevindende zig in ’t evengem: woonhuijs en aldaar

In het voorhuijs
een hang lantaarn
een staande horologie
een draag stoel met stok en banden
vijf chamareelen in zoort
een houte arm blaker
ses stoele met rode trijpe kussens
In de kamer ter regterhand
een rode ophaal gordijn
een spiegel met een vergulde lijst
ses schilderijen
een verlakte schenkblad
een kabinet waarup
een stel porc:e potten
ses stoele met rode trijpe kussens
twee gueridons
In de kamer ter linkerhand
drie rode ophaal gordijnen
twee grote spiegels met vergulde lijsten
vier illusters
vier grote schilderyen
vijf klijne schilderyen
een kabinet no: 1 waarop
een stel porc:e potten
en daarin
drie stukke rood linnen
ses stukke kleedjes
een stuk blaauw baijotas
een stuk rode zijde neusdoeken
een kabinet no: 2 en daarop
een stol porc:e potten
daarin
een ongemaakte zwarte zijde rok en met consent der praesente erfgenamen aan juffrouw Catharina Cornelia de Waal voor rd:s10 overgelaten
een zwarte chitse rok aan juff: Jacoba de Waal met consent der praesente erfgenamen overgelaten voor rd:s3
een kabinet no: 3 waarop
een stel porc:e potten
bevindende zig daarin het dagelijkse tafel en linnen goed van de juff:r overledenen het welk bij eene aparte lijst nader gespecificeert en deezen inventaris g’annexeerd worden zal
een bureau waarin
een en drie quart pond garen
twaalff wit copere quispedoors
twee gueridons
drie vierkante tafeltjes
twaalf stoele met rode trijpe kussens
een rustbank met roode trijpe kussens
In de gaanderij
twee rode ophaal gordijnen
twee hanglantaarns
een copere croon
negen grote schilderijen
agt houte arm blakers
twee vogel bakken
twee spiegels met notebome lijsten defect
een verre kijker
een cop:e wasch fonteijn met sijn bak
twee opslag eetens tafels
een ronde tafel
twee vierkante tafels
een schenk tafel met zijn copere koel bak
een grote aarde waterpot
twaalf stoele met rode trijpe kussens
ses copere quispedoors
in twee muurkasjes no: 1 en 2
agt en vijftig porc:e borden insoort
agt glase caraffen in soort
ses glase bokale in soort en voorts
vier witte cop:e kandelaars en
een parthij theegoed insoort
in een muurkast no: 3
een parthij bottels en glaswerk insoort
In de agter kamer no: 1
twee rode ophaal gordijnen
een spiegel met notebome lijst
vijf schilderijen in zoort
een ledikant met rood behangsel
een verlakt schenkblad
een ledikant met rood behangsel
waarop
een bed
een peuluwe
vijf kussens en
een chitse combaars
twaalf stoele met rode trijpe kussens
een vierkante tafel
een lessenaar
ses klijne wit cop:r quispedoors
In de agter kamer no: 2
een blaauw ophaal gordijn
drie schilderijen in zoort
twee thee blaadjes
een klijne spiegel
een geweerrak
twee vierkante tafeltjes
vier stoele met rode trijpe kussens
twee ledige kisten
een hoekcast
twee theekistjes
een liqueur kistje met agt vlessen
twee blikke handlantaarns
een foliant Bijbel
een nagt spiegel
twee rode schuyf gordijnen
In het dispens
vier en twintig porc:e schotels en assietten in zoort
een honderd en vijftig porc:e borden in zoort
agthien porc:e rijst pieringtjes
drie porc:e soup terrinde in zoort
sesthien porc:e confijt potten in zoort
twee porc:e boter potten
twee porc:e sauce potten
een porc:e trek pot
een porc:e melk kan
drie porc:e commen met desselfs schotels
vyf Keulse potten
een blikke trommel
een vleesch balie
een kelder met vijfthien ledige vlessen
drie boter vaatjes
een cop:r spuijt
seven cop:r tafel cransen
drie cop:r coffij kannen
een cop:r theeketel
een cop:r tinne theeketel
een houte arm blaker
twee tafels
een huijs trap
een copere schotel
twee copere vuurtesjes en voorts
een parthij porc:e en aardewerk in zoort
In de combuijs
twee houte rakken waarop
agt porc:e schotels defect
een potte bank
een combuijs cast met kopere beslag
twee combuijs tafels
drie water half amen
een leedige kist
drie houte balies
vier cop:r taarte pannen
twee cop:r stoof pannen
twee cop:r visch ketels
een cop:r vorm
een cop:r vijsel met desselvs stamper
twee cop:r kandelaaars
een cop:r poffertjes pan
een copere pot
een copere ham ketel
een copere water ketel
twee copere vergiet tessen
een copere coffij kan
een copere water beeker
twaalf ysere potten
een ysere braad spit
een ysere rooster
vijf ysere vleesch vorken
twee ysere schuimspannen
twee ysere leepels
vier ysere schoorsteenkettings
drie ysere koekepannen
een ysere vuurtang
een ysere coffij trommel
ysere hak messen
een hak bord
een huijstrap
een oublie yser
een tinne vergiet tes
twee tinne kandelaars
Op de gaanderij zolder
drie blaauwe ophaalgordijnen
een hanglantaarn
vier rakke waarop
negen en vijftig porc:e schotels en sestig borden
twee klijne rakjes en daarop
een parthij porc:e inzoort
twee oude schilderijen
agt stoele in zoort
een houte rust bank
twee nagt stelletjes
een ledikant
In de kamer no: 1
een oude spiegel
een barometer defect
een ledikant met een oud behangsel
waarop
drie beddens
drie peuluwens
seven kussens
twee deekens
vier stoele
een nagt stelletje
een nagt spiegel
vijf porc:e beeldjes
In de kamer no: 2
drie rode ophaal gordijnen
twee spiegels met vergulde lijsten
ses schilderijen in zoort
een ledikant met wit behangsel en
daarop
een bed
vier peuluwens
ses kussens en
een chitze deeken
een ledikant met rood behangsel
waarop
een bed
een peuluwe
vier kussens en
een chitse deeken
twee vierkante tafeltjes
tien stoele met rode kussens
een cop:r nagt blaker
in de kamer no: 3
een rode ophaal gordijn
een defecte spiegel
ses oude schilderijen
een ledikant met rood behangsel
waarop
twee beddens
drie peuluwens
elff kussens
twee chitze deekens
een vierkant tafeltje
ses stoele met rode kussens
een copere nagt blaker
In de kamer no:4
twee rode ophaal gordijnen
een spiegel met notebome lijst
vier schilderijen
een verlakte thee bak
een ledikant waarop
een bed
een peuluwen
drie kussens
een chitse deeken
een kabinet waarop
twee porc:e soup terrinden
twee porc:e commen
twee porc:e lampeten
een tafel castje
twee vierkante tafeltjes
seven stoelen in zoort
In de kamer no: 5
een blaauwe ophaal gordijn
drie rakke waarop
twee schotels en
agt en dertig borden
vier porc:e boter potten
een ledikant waarop
drie beddens
een peuluwe
twee kussens en
een chitze deeken
vier stoele
een kist waarin
ses en sestig lb wit grov garen
vier p:s blaauwe baftas
negen p:s zeijldoeksche zakken
drie chitze sprijen
een lap wit dimet en
een restantje cattoen en garen
In de kamer no: 6
vier zakke met koorn
een zak met wat rog
een zak met wat areck
negen leedige zakken
een p:s koorn schop
twee blikke nagt blakers
vijf leedige vaatjes
twee leedige kasten
een restant seep
een blikke emmer
vier blikke trommels
een ronde tafeltje
een oud cop:r quispedoor
seventhien manden in zoort
een clistier spuijt
een cast waarop
ses glase caraffen
vier en sestig porc:e schotels en assietten in zoort
twee en seventig porc:e borden in zoort
drie salat bakken
een porc:e scheerbekken
drie porc:e commen in zoort
twee porc:e confijt potten
twee aarde gorgeletten
een grote glase vles
een scheepel
een parthij ruijten in zoort
een cop:r ketel met desselfs confoir
een ysere pot
een ysere koeke pan
seven tinne schotels
een tinne vergiet tes
seven chamareelen
twaalf houte stoven
een kelder met agt ledige vlessen
een hanglantaarn en voorts
een parthij provisie en romm:
In het pakhuijs no: 1
een legger met wat wijn
een ledige legger
vijf halve leggers met asijn
vier amen met asijn
twee ledige botervaten
twee vaten gesmolten vet
drie emmers
een oude tregter
seven kelders met ledige vlessen
een kelder met 13 vlessen, waarvan 12 p:s met lijn olij
twee copere bier cranen
een parthij ledige bottels en vlessen
een huijs ladder
een ysere balance met twee houte schalen
negen p:s ysergewigt van 50 lb ijder
negen p:s ysergewigt in zoort
en voorts
een parthij stell: en romm:
In ’t pakhuijs no: 2
vijf oude vaten
vijf oude balies
twee rijst blokken met hunne stampers
een kap blok
een ysere balance met twee houte schalen
een oude ledikant
twee oude kadels
twee ledige kisten
vier huijs ladders
twee houte planken en voorts
een parthij romm:

Kleederen en verder lijfgoed van de juffrouw overleedene zo veel mogelijk ten behoeve van de naten: kinder: en kinds kinderen in vier equale portien verdeeld, en bij lotinge toegevallen als

Aan juff:r Catharina Cornelia de Waal

ses chitze rokke
twee chitze gonnen
drie chitze zakken
agt hemden
een broek
een voorschoot
twee paar koussen
twee paar moffen
seven doeken
twee mutzen
twee chitze rokken

Aan de in den hoofde deeses gem: twee dogters van wijlen juff:w Elizabeth de Waal, in name:

Maria Catharina Grove gehuuwd met d’ edele Willem Hendrik Kirsten en
Elizabeth Palingh gehuuwd met s:r Willem Fredrik Ernst Willmans
twee chitze gonnen
vijf chitze rokke
vyf chitze jakke
seven hemden
agt doeken
twee p:s koussen
negen mutsen
een zilvere beugel tasch

Juffrouw Jacoba de Waal

twee chitze gonnen
ses chitze rokke
vier chitze jakke
seven hemden
seven neusdoeken
een voorschoot
een paar koussen
1 paar moffen
een broek
een borstrok
een paar goude handsknopen

Aan juffrouw Willemina de Waal

vijf chitze rokken
twee chitze gonnen
seven chitze jakken
agt hemden
drie zakken
seven mutzen
agt neusdoeken
een borst rok
een voorschoot
een vrouwen broek en
een paar zilvere gespen

Linnengoed van de juffrouw overleedene, tot huijsgebruik gediend hebbende hetwelke invoegen voorz: in seven equale portien verdeeld zijnde bij latinge aan de naten:s te beurd gevallen, te weeten

Aan juff:r Catharina Cornelia de Waal

dertig servietten
thien handoeken
ses lakens
veerthien kussen slopen

Aan de in den hoofde deeses gem: vier kinderen van wijlen dikwils gem: juff:r Elizabeth de Waal

negen en twintig servietten
ses handoeken
seven lakens
elff slopen

Aan juffrouw Jacoba de Waal

dertig servietten
thien handoeken
negen lakens
thien slopen

Aan juffrouw Willemina de Waal

vier en dertig servietten
vijf handoeken
agt lakens
negen slopen

Aan de seven kinderen van wijlen Johannes de Waal in den hoofde deeses bekend gesteld

ses en dertig servietten
vijf handoeken
seven lakens
thien slopen

Aan de manh: Pieter de Waal

vier en dertig servietten
vijf handoeken
seven lakens
neegen slopen

Aan d’ edele Arend de Waal

drie en dertig servietten
vijf handoeken
agt lakens
twaalf slopen

Zijnde de bijde portien bij lotinge toegevallen aan de uitlandige en mingerjarige kinderen van wijlen dikwils gem: juffrouw Elizabeth de Waal en Johannes de Waal onder de praesente mondige erfgenamen binnens kamers opgeveild en aan de meest biedende bl: de deezen inventaris g’annexeerde specificatie ten behoeve dier kinderen verkogt geworden.

Zilverwerk
vier zilvere kandelaren met hunne snuijters en bakken
vier en twintig zilvere leepels
vier en twintig zilvere vorken
een soup leepel
twee zilvere ragous lepels
seven zilvere thee lepels
een zilvere koelbakje
twee zilvere lepeltjes
twee zilvere vorkjes
een zilvere visch schap
een zilvere olij en asijn stander met twee glase vlessen
een zilvere zuijker trommel
een zilvere zuijker bus
een zilvere peper bus
een zilvere mostert potje
drie zilvere schenkborden
een foudraal waarin
twaalff zilvere lepels
twaalff zilvere vorken
een foudraal waarin
twaalff zilvere lepels
twaalff zilvere vorken
Leijf-eigene
een slaven jonge gen:t Floris van de Caab
een slaven jonge gen:t Januarij van Mallabaar
een slaven jongen gen:t May van Mosambicque
een slaven jongen gen:t Appollos van Souratte
een slaven jongen gen:t Forteyn van Madagascar
een slaven jongetje gen:t Lodewyk van de Caab
een slaven jongetje gen:t Christiaan van de Caab
een slaven jongetje gen:t Augustijn van de Caab
een slaven meijd gen:t Sara van Mallabaar
een slaven meijd gen:t Lea van Boegies
een slaven mijd gen:t Philida van de Caab
een slaven mijd gen:t Hanna van de Caab
een slaven mijd gen:t Rosetta van Sambaua
een slaven meijd gen:t Mariane van Bengalen met haar kind gen:t Theresia van de Caab

Zijnde wijders nog in den boedel gevonden twee slaven jongens, in name

Jephta van Bengalen en
Alias van Bengalen

welke eerstgem: volgens opgaav van de manh: Pieter de Waal en getuigenis van d’ edele Arend de Waal door de juff:r overleedene aan hem Pieter de Waal voor de somma van vier honderd ryxd:s is verkogt, zonder egter daarvan voor als nog een transport te hebben gepasseert, terwijl de laatsgem: slaav Alias volgens getuigenis van d’ edele Joost Rynhard van As voor de somma van twee honded ryxd:s insgelyx door de overleedene aan hem Van As verkogt zijnde hij beloofte heeft het transport daar van ten eersten te zullen produceeren; egter moetende de kooppenn: van gem: twee slaven door dikwilsgerepte manh: Pieter de Waal en d’ edele Van As aan den boedel nog worden ingebragt.

Contanten des boedels
eene somma van vijfthien rijxd:s en dertig stuijvers
Inneschulden
    Rd:s
door juff:w Catha: Cornelia de Waal uit den boedel overgenomen - vide generaale boedelreek: een scheepenen kennisse d:d: 18 Jannuarij 1782 ten lasten van den burger Frans Hilgers groot aan capitaal ƒ6000 ofte 2000:--
  met de renten zeedert den 18 Januarij 1793
erfgenaam en bij de generaale boedelreekening opgebragt een onderh: obligatie d:d: 10 Apr: 1787 ten lasten van de mh: Pieter de Waal groot aan capitaal ƒ10000 ofte 3333:16
  met den intrest zeedert den 10 April 1793 á 6 p:c:to
erfgenaam en bij de generaale boedelreekening opgebragt een onderh: obligatie d:d: 20 8:br 1787 ten lasten van de mh: Pieter de Waal groot ƒ3000 ofte 1000:--
  met den intrest zeedert den 20 8:br 1792 a 6 p:c:to
erfgenaam en bij de generaale boedelreek: opgebracht een onderh: obligatie d:d: 5 9b:r 1798 ten lasten van de mh: Pieter de Waal groot aan capitaal ƒ3000 ofte 1000:--
  met de renten zeedert den 5 9:br 1742 á 6 p:c:to
erfgenaam en bij de generaale boedelreek: opgebracht een onderh: obligatie d:d: 22 8 b:r 1793 ten lasten van de mh: Pieter de Waal groot aan capitaal ƒ7000 ofte 2333:16
  met den intrest zeedert den 22 October 1793 á 5 p:c:to
erfgenaam en bij de generaale boedelreek: opgebracht een onderh: obligatie d:d: primo February 1794 ten lasten d’ edele Arend de Waal groot aan capitaal ƒ15000 ofte 5000:--
  den intrest zeedert primo February 1794 á 4 p:c:to
is erfgenaam, en deese schuld bij de generaale boedelreek: opgebragt een onderh: obligatie d:d: 30 Julij 1789 ten lasten van d’ edele Joost Reinhard van As groot aan capitaal ƒ5000 ofte 1666:32
  met den intrest zeedert den 30 Julij 1792 a 5 p:c:to
is erfgenaam, en deese schuld bij de generaale boedelreek: opgebragt een onderh: obligatie d:d: ultimo October 1793 ten lasten van d’ edele Joost Reinhard van As groot aan capitaal ƒ3000 ofte 1000:--
  met den intrest zeedert ultimo October 1793 a 5 p:c:to
door juff:w Cathar:a Cornelia de Waal uit den boedel overgenomen, vide generaale boedelreek: een onderh: obligatie d:d: 26 Maij 1788 ten lasten van de manh: Hendrik de Waal d’ ouwe groot aan capitaal ƒ3000 ofte 1000:--
  den intrest zeedert den 26 Maij 1793 ten agteren a 6 p:c:to
overgenomen door juff:w Jacoba de Waal, vide generale boedelreek: een onderhn: obligatie d:d: 17 Junij 1768 ten lasten van d’ edele Gerhardus Munnik groot aan capitaal ƒ6000 ofte 2000:--
  met den intrest zeedert 17 Junij 1790 a 5 p:c:to
voldaan den 17:e Augustus 1794 een onderh: obligatie d:d: 17 Junij 1770 ten lasten van d’ edele Gerhardus Munnik groot aan capitaal ƒ1000 ofte 333:16
  den intrest zeedert 17 Junij 1790 ten agteren
overgenomen door juffrouw Jacoba de Waal vide generaale boedelreekening een onderh: obligatie d:d: 12 Maij 1784 ten lasten van de manh: Servaas van Breda groot ƒ2000 ofte 666:32
  met den intrest zeedert den 12 Maij 1793
voldaan den 7 Julij 1794 een onderh: obligatie d:d: 20 7:br ten lasten Maria Steijn weed: Hubert groot aan cap:l p:r rest ƒ2000 ofte 666:32
  onder borgtogh van s:r J:A: Vermaak. - den intrest zeedert den 20 September 1794 a 6 p:c:to
overgenomen uit den boedel door juff:w Cath:a Cornelia de Waal, vide generale boedelreekening een onderhandsche obligatie d:d: 30 Maij 1778 ten lasten van Abraham Schietekat groot aan capitaal ƒ2000 ofte 666:32
  met den intrest zeedert den 30 Maij 1793 a 5 p:c:to
  een onderhandsche obligatie d:d: 12 Novemb: 1777 ten lasten van Andries Johannes Valentijn groot aan capitaal ƒ150 ofte 50:--
  met den intrest zeedert 12 9:br 1779 a 6 p:c:to
door juff:w Catharina Cornelia de Waal overgenomen vide generaale boedel reekening een onderhandsche obligatie d:d: 22 Maart 1788 ten lasten van den burger Pieter Jacobus Bosman groot aan capitaal ƒ1000 ofte 333:16
  met den intrest zeedert 22 Maart 1793 a 6 p:c:to
door juff:w Catharina Cornelia de Waal overgenomen vide generaale boedel reekening een onderhandsche obligatie d:d: 29 April 1789 ten lasten van Pieter Jacobus Bosman groot aan capitaal ƒ300 ofte 100:--
  met renten zeedert 29 April 1793
  een onderhandsche obligatie d:d: 3 Maart 1781 ten lasten van juffrouw Maria de Waal eertijds weeduw Mentz thans hertrouwd met de manh: Cornelis Botma groot aan capitaal p:r rest ƒ150 ofte 50:--
erfgenaam, en bij de generaal boedel reekening, ten zijnen lasten gebragten de manh: Pieter de Waal over zo veel denzelven over koop van den hier voren genaamd slaaven jonge Jephtha aan den boedel moet inbrengen 400:--
erfgenaam, en bij de generaale boedelreek: opgebragt d’ edele Joost Reinhard van As zo veel denselven invoegen voormeld voor den slaav Alias moet inbrengen 200:--
erfgenaam, en bij de generaale boedelreek: opgebragt juffrouw Catharina Cornelia de Waal gehuuwd met de heer Adrianus Marthinus Bergh over een ongemaakte zwart zijde rok aan haar uijt den boedel overgelaten voor 20:--
erfgenaam, en bij de generaale boedelreek: opgebragt juffrouw Jacoba de Waal voor een zwart chitzen rok aan haar uijt den boedel overgelaten voor 3:--
voldaan April 1794 en den vrijzwart Frans Anthonis over 4/m: huijshuur van p:mo July to ultimo October 1791 bl: annotatie boek a 8 1/4 rd:s p:m 33:--
  den vryswart Manie over 6/m: huyshuur primo April tot Septb:r 1792 bl: annotatie boek a 8 1/4 rd:s p:m: 49:24
April 1794 in minderinge betaald rd:s24:36 den vryzwart Cappie over 6 maanden huyshuur van Septb:r 1793 tot ult:o Februarij 1794 bl: annotatie boek a 8 1/4 rd:s 49:24
  den vryzwart S: Pietersz: over 5/m huyshuur van pr:o Octb:r 1793 tot p:mo Maart 1794 bl: annotatie boek a 8 1/4 rd:s p:m 41:12
den 20 Maij 1794 in mindering betaald rd:s33 den vryzwart Letje over 5/m: huyshuur van p:mo Octb:r tot p:mo Maart 1794 bl: annotatie boek a 8 1/4 rd:s p:m 41:12
voldaan April 1794 den vryzwart Adamsz over 4/m huyshuur van p:mo December 1793 tot p:mo April 1794 a 14 1/4 rd:s 57:--
voldaan September 1794 den vryzwart Adolph over 3/m: huijshuur van p:mo December 1793 tot p:mo Maart 1794 blykens annotatie a 10 1/4 rd:s p:m 30:36
voldaan April en Julij 1794 den vryzwart Robbert over 3/m: huijshuur van p:mo December 1793 tot p:mo Maart 1794 blykens annotatie a 8 1/4 rd:s p:r m: 24:36
voldaan Maart en October 1794 den burger J: Langeveld over 3/m: huijshuur van p:mo December 1793 tot p:mo Maart 1794 blykens annotasie a 8 1/4 rd:s p:r m: 24:36
voldaan April 1794 den burger Lodewijk over 3/m: huijshuur van p:mo December 1793 tot p:mo Maart 1794 blykens annotasie a 8 1/4 rd:s p:r m: 24:36
voldaan April 1794 den burger Engel over 3/m: huijshuur van p:mo December 1793 tot p:mo Maart 1794 blykens annotatie a 7 1/4 rd:s p:r m: 21:36
voldaan April 1794 den burger Hermanus Ehlers over 2/m: huijshuur van p:mo Jann:e tot p:mo Maart 1794 bl: in den boedel gevondene annotatie a 8 1/4 rd:s p:r m: 16:24
  den burger Willem Oudtshoorn over 8/m huijshuur van p:mo Julij 1793 tot p:mo Maart 1794 66:--
  NB: deese post staat bij het meerged: annotatie boekje abusievelijk nog op de naam van juff:r Bouman als voormalige bewonerin van dit huysje bekend dezelve is bereids voor langen tijd overleeden
voldaan April 1794 den vryzwart Sita over 1/m: huijshuur tot p:mo Maart 1794 bl: in den boedel gevondene annotatie 8:12
erfgenaam en bij de boedelreek: ter zijnen lasten opgebragten d’ edele Joost Reinhard van As over voor denselven gedane verschotten aan den schoenmaker Langeveld bl: in den boedel gevondene reekening 10:24
  d’ edele Joost Reinhard van As over voor denselven gedane verschotten aan den schoenmaker Hartman bl: in den boedel gevondene reekening 3:36
  d’ edele Joost Reinhard van As over aan zijn Ed: verkogte en geleverde 190 lb booter bl: gevondene annotatie 17:34
erfgenaam en bij de generale boedelreekening opgebragt en de manh: Pieter de Waal over voor zijn Ed: gedane verschotten aan den landmeeter s:r Wernich bl: quitantie 23:--
erfgenaam en bij de boedelreek: opgebragten de manh: Pieter de Waal over aan zijn Ed: verkogte en geleverde boter bl: gevondene aanteekening 16:24
Dubieuse schulden
  Rd:s
over zoo veel den adsistend der E: Comp: Daniel Jacob de Neuffille blijkens onderhandsche obligatie d:d: 6 Junij 1789 aan den boedel komt te debiteeren groot aan capt: ƒ900 ofte 300:--
met de agterstallige renten van dien zeedert den 6 Junij 1790 a 6 p:c:to

Aldus gedaan en g’inventariseert aan Cabo de Goede Hoop ten sterfhuijse voormeld op den 27 en 28 February, mitsgaders 5 Maart 1794 ende zulks op het op en aangeven van de in den hoofde deeses gem: juffrouw Jacoba de Waal, dewelke betuigde zig daarin ter goeder trouwe gedragen en niets verzweegen hebben wat tot dien boedel behoorde, bereid zijnde hare gedane opgave des gerequireerd werdende ten allen tijde met solemneelen eede te zullen bevestigen, en voorts onder belofte dat zo wanneer nog iets in der tyd mogte komen te ondekken, zulx nader te zullen opgeven om daarmeede deeser inventaris te kunnen amplieeren; in teeken der waarheid is deeser benevens ons ondergetekende gecomm: Weesmeesteren en Secretaris ook door haar behoorlyk gesubscribeert.

Als gecomm: Weesm: W:J: van Oosterzee, A: Berrangé

Voor den opgaaf: Jacoba de Waal

Mij praesent: J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/21.5 1/2

{17940227} 27 Februarij 1794 Maria van Breda

Specificatie van ’t linnengoed gevonden in den boedel van wijlen juffrouw Maria van Breda wed: wijlen d’ edele Arend de Waal, en bij lotinge te beurt gevallen aan de kinderen van wijlen Elizabeth de Waal, mitsg:s die van Johannes de Waal hetwelke onder de gesamentlyke praesente erfgenamen binnens camers opgeveild en door de onderten: personen zijn ingemeijnd geworden, namentl:

Voor reekening der kinderen van wijlen juff:r Elizabeth de Waal

    Rd:s
12 servietten s:r Willmans 1:6
13 servietten s:r Willmans 1:1
2 laken en 4 servietten s:r Willmans 8:1
6 handoeken en 11 slopen s:r Willmans 1:1
5 lakens   4:1
Somma   16:2

Voor reekening der kinderen van wijlen Johannes de Waal

    Rd:s
12 servietten d’ m: Arkebaud 1:5
12 servietten s:r Willmans 3:2
7 servietten   1:7
5 handoeken   1:4
2 lakens en vijf servietten d’ m: P: de Waal 4:--
5 lakens d’ m: Arkebaud 6:4
10 slopen   0:7
Somma   19:5

Als gecomm: Weesm:n: [ ..... ]

Mij praesent: J:P: Faure, Secrets

MOOC8/21.6a

{YYYY} 18 Maart 179[ ..... ] Barend Vrij

Inventaris aangaande den boedel van den overleedenen boedel van Barend Vrij so thans na het overlyen van denselven sig ter huijse van den landbouwer en burger Hendrik van Zyl bevonden is, te weeten als volgt

een mans slaaf genoemt Augustus
een kist met gereedschap te weeten
35 schaven met syn toebehooren
9 schaaf bytels
46 bytels in soort
4 raspes in soort
8 eyser vyle in soort
7 sagen in soort
1 groote trek saag
1 dissel
1 hand byl
2 hamers
3 houte winkel haaks
4 eyser passers
4 cruyshoute
1 omslag
28 eyser boors in soort
1 houte schroef en fyf houte klemmen
1 knijp tang
1 eyser lym pot
1 draij bank
1 schaaf bank
1 reij
2 sit eysers en 2 ryd paarden

Dit voornoemde hebben wij ondergeteekende weesentlijk bevonden, en tot meerdere verseekering eygenhandig ondergeteekend; is geschieden aan de Jakhals Vally den 18:e Maart 179[ ..... ]

Als getuygen: J:G: Volmar, Nicolaes Vergoes

Bevindende zig nog in ’t voorm: boedel bij den burger Pieter van Aarden bygevoegde baten

1 schaafbank
1 kar
1 tang en
1 dissel

MOOC8/21.6b

{YYYY} 18 Maart [ ..... ] Barend Vrij

Eeniege goederen gezonden door Hend:k van Zeyl, toebehoorende de boedel van Bernardus Freij

een kist met gereedschap
vier zaagen in zoorte
twee schaven
twee houte schroeve
twee schaafbanken
vyf houte klemmen
een draaybank met zyn toebehooren
een kar
2 kar tuygen
2 paarden
een slave jonge genaamt August van Mallebaar

Eeen nottitse fan oferledene Baarent Frij zijn goet dat nog bij mij is

een schaaf bank in ook
een kar in ook
een zaag in ook
een dissel

Pieter van Aarde

MOOC8/21.6 1/2

{17941114} 14 November 1794 Jean Bap:te Alexander Astingue

Höhne

Inventaris van alle zodanige goederen als er op den 12 November 1794 ab intestato metter dood zijn ontruijmd en nagelaaten door den van de Zoetendaals Vallij gestranden geweesene schip [ ..... ] alhier verblevene bootsman Jean Bap:te Alexander Astingue geboortig van Geneve , ten voordeele zyner onbekende uitlandige erfgenamen, zodanig en in dier voegen als dezelve door ons onderget: Clercq en Bode der Weeskamer zijn g’inventariseerd ten huyze van George Mosina alwaar den overleedene is woonagtig geweest, bestaande dezelve in de volgende, namentlyk

een kist, daar in
een oude hoed
een blouwe carsaaje schansloper
een lakense broek
twee lakense rokken
een blou linnen rok
een blouw lakense jek
zeeven broeken in zoort
zes cammisools in zoort
vier neusdoeken
twee bonte slaap mutsen
vier paren koussen
een bonte serviet
hemden
twee tinne lepels
drie knip messen
een cop: tonteldoos en een vuurstaal
een naalde kooker
drie kammen in zoort
een scheermes
twee boeken
een kleine kistje en daar in
een paar zilvere schoengespen
een paar zilvere kniegespen
een zilvere zak horologie
een verguld horologie plaatje
vier zilvere potstukjes
Contanten
een sommetje van zes ryxd:rs

Aldus na gedaane ontzegeling geinventariseerd ten huyse voorm: aan Cabo de Goede Hoop op den 14 Novemb: 1794.

H:E: Blankenberg

J:M: Prins

MOOC8/21.7

{17940813} 13 Augustus 1794 Maria Elisabeth Groenewald

Staat en inventaris van alle zodanig goederen en effecten, als er op den dertigsten der even afgewekene maand Julij des snagts de clokke twee uuren ab intestato met er dood zyn ontruymd en naargelaten door Maria Elisabeth Groenewald wed:w wijlen den burger Christiaan Krynaud en ten voordeele haare natenoemene broeders en zusters neevens derzelve kinderen, te weeten

1) Catharina Groenewald mondig
2) Johanna Groenewald weduwe Hendrik Albertijn
3) Jacobus Groenewald meerderjarig
4) Christoffel Groenewald
5) de kinderen van wijlen Christina Groenewald in huwelijk bij Jacobus Bosman verwekt met naamen a) Anna Bosman gehuwt met den chirurgijn s:r Theubis
b) Elisabeth Bosman get: met s:r Jan Morel
c) Maria Bosman geh: met Casparus Albertijn
d) Catharina Bosman in den echt verbonden met den capitain lieut: Pieter Ulrich Vischer
e) Johanna Bosman oud vier en twintig jaaren en neegen maanden
6) Johannes Casp:s Groenewald mondig
7) Clara Susanna Groenewald gehuuwd met den burger chirurgyn s:r Petrus Franciscus Melchior Briers

door mij ondergeteekende Secretaris der colonien Stellenbosch en Drakenstein als hier toe door het Eerwaarde Collegie van Heeren Weesmeesteren aan Cabo expres gequalificeerd zijnde ter praesentie van de natenvermene getuigen opgenoomen en ter papieren gebragt, mitsgaders bevonden te bestaan inde volgende, namentlijk

Een huijs en erff staande ende geleegen in den dorpe van Stellenbosch groot in zijn grond 57 quad: roeden 31 quad: voeten en 47 gelyken duijmen
zeekere stuks erff geleegen in den dorpe van Stellenbosch voormeld groot in zijn grond 57 quad: roeden 31 quad: voeten en 47 gelyke duijmen

In ’t woonhuijs en wel

In ’t voorhuijs
een groote klap tafel
twee klyne klap tafels
zeeve stoelen
een leuning stoel
twee rusbanken
twaalf stoel kussens
agt schilderijen in zoort
twee roode ophaal gordynen
vijf stooven
een porcelijne kom met theegoed
twee spiegeltjes
een tinne keetel en een aarde comfoor
een tinne trekpot
drie spieuw baletjes
In de kamer in de regterhand
een ledikand met behangzel, en daar op een bed-mattras, 4 kussens, een peul en een combaars
twee tafel kasten en daar op een klijn kistje
een ophaalder gordijn
drie geelhoute planken
een kadel en een losse tafel blad
drie oude stoelen
twee zakken
twee ledige kisten met een blikke trommel
een bed, vier kussens en een combaars
In de kamer aan de linkerhand
een Ambonshoute kabinet met een stel porc:e potten
een geelhoute tafel kast
een ledikand met zijn behangzel en daarop
een bed, een peul, ses kussens, twee zitzen en een wolle combaars
een ophaal gordijn
een spiegel met een vergulde lijst
ses schilderijen met vergulde lijsten
vyfthien stoelen en vyfthien kussens
een ronde en een vierkante tafel
een parthij boeken
een hand sambereel
In de galderij
een groote ronde klap tafel
een kleijne vierkant tafel
twee groote en vier kleijne schilderijen
een tafel kast
In een inde muur gemesselt kastje
neegen kelkjes in zoort
drie glaase karaffen
een glaase standaar met zijn olij en azijn kannetjes
twee porc:e booter potjes
twee tinne koffij kannen
en eenige glaswerk in soorten
In ’t dispens aan de regterhand
agt en twintig porc:e borden
twaalf porc:e schootels
vijf porc:e kommen
drie tinne schootels
een porc:e soepkom
een porc:e lampet
een douceijn tafel messen
twee tinne soepleepels
twaalf staale vorken
vier en twintig tinne lepels
een parthij aarde werk in soort
twee vleesch baalies
een klijn kistje en een wagenthree
vijftig leedige boddels
vier porcelijne comfijt commetjes
twee porcelijne booter potten
een porcelijne trekpot en een melk kannetje
vier glaase zout vaatjes
drie verlakte thee bakken
In de dispens aan de linkerhand
een buijtel kist
een groote kist
een klijn eetens kastje
vier blikke trommels
een kopere schaal met zijn yzere balans en agt pond lood gewigd
een kleijne houte baleij
In de combuijs
een combuijs tafel met een bakkist
een water half aam
drie water emmers
ses yzere potten
een kopere kookkeetel
twee kopere pannetjes en een kopere castrol
drie eijzere koek plaaten
een kopere vijzel met zyn stamper
een parthy koper en yzer combuijs goed in zoort
een combuijs leer en twee planken
een was baleij
zeeven manden en eenig oud rommeling
Op de zolder
zeeven mudden koorn
een parthij Spaanse riet
Slaven des boedels
slaven jongens
Arend van Mosambicque
Simon van de Caab
slaven meyden
Bora van de Caab
Filida van de Caab
Zilver werk
een zilvere zuyker trommel
een zilvere comfyt leepeltje en vork
Linne goederen
twee en twintig bedde laakens
een en dertig kussenssloopen
ses en veertig tafel servetten
drie witte handoeken
een half stuk voering linne
Kleederen tot ’t lichaam van de overleedene
zeeventhien vrouwe jakjes, zoo witte als voerzitse
dertig vrouwen rokken in soort
een zwarte zijde en agt zitse gonne
thien bonte en ses witte zak doeken
thien hembden
ses paar kattoene kousen
een paar zilvere schoen gespe
een zilvere snuijfdoos
zilvere beugel
een zilvere knip beugeltje
Crediten des boedels
  ƒ
aan contanten
papiere mund een en vyfftig ryxdaalders en een schelling
van den burger Pieter de Villiers Abrah:z bij secretarieele obligatie in dato 8 Februarij 1789 a ses p:c:to 3000
een van den burger Casparus Albertijn bij onderhandsche schuld brieff van den 27 9:br 1790 a 6 p:c:to 900

Houdende de erffgenaamen aan zig gereserveerd omme de onkoste den begravenis bij boedel reekening te vereffene.

Aldus gedaan en geinventariseerd ter sterff huijse voormeld op den dertiende dag der maand Augustus in den jaare een duysend zeevenhondert vier en neegentig en zulx op het op en aangeeven van den oudheemraad d’ E: Jacobus Groenewald en den oudluitenant der burgerij Johannes Casparus Groenewald, den burger Christoffel Groenewald en Catharina Groenewald dewelke getuigde zig daar in ter goeder trouwe gedraagen en niets met opzet versweegen te hebben het geen tot den boedel en nalaetenschap behoorde onder preesentatie zulx des gerequireerd wordende ten allen tijden met solemneele eede te zullen bevestigen en voorts onder belofte dat wanneer indertijd zig iets tot den boedel behoorende mogten worden ontdekt zulx nader te zullen opgeeven ten eynde deese inventaris daar meede te kunnen amplieeren hebbende dezelve tot meerder zeekerheid van het een en ander deese inventaris neevens den burgers Marthinus Everhardus Borgwedel en Jan Adam Hartman de jonge als getuige, mitsgaders mij Secretaris behoorlijk onderteekend

’t Welk ik getuige: J: Wege, Secret:s

MOOC8/21.7 1/2

{17940701} 1 Julij 1794 Johannes Hecules Viljoen

Höhne

Staat en inventaris van alle zoodanige goederen en effecten als met er dood ontruimd en nagelaaten zyn door wijlen den burger Johannes Hecules Viljoen ten behoeven van zyn overgebleevene huysvrouw Barbera Jacomina Pelzer, mitsg:s de door hem by dezelve in huwelyk verwekte kinderen, in naamen

Henning Joh:s
Aron
Susanna Wilhelmina
Engla Catharina
Elisabet Catharina Johanna en
Johannes Hercules Viljoen

opgegeeven door op gemelde Barbera Jacomina en Carel Joh:s Pelzer en vervolgens by my Jacobus Vercueil, Secretaris der colonie Graffe Rijnet ter presentie van de natenoemene getuigen ingeschrifte gestelde, bestaande dezelven in de volgende, namentlyk

drie yzere potten
een zeep pot
twee water emmers
een kopere ketel
een koekepan
een rooster
twee handbylen
een graaff
vier vylen
een rasp
een passer
een snymes
een bytel
een gatschijf
een doorslag
een koubytel
twee schotels
een bord
een vork
een Tursche zabel
een tafeltje
een handzaag
een zaagblad
een spil en twee molen steenen
een tent zyl
een party oud yzerwerk
een kan
een oude thee ketel
een trek pot
twee booren
een stryk yzer
drie schiet geweeren
een geweer loop met zyn toebehooren
een kogel vorm
een koevoet
een ledige kist
twee stoelen
een party vellingen
een party speeken
honderd een en negentig aanteel schaapen
tien trek ossen
drie en twintig jonge ossen
een slaaff gend: Jan van Bengaalen
Een opstal van een leenings plaatz gen:d de Coup Fontein gel: onder Nieuweveldberg
Lasten des boedels
  Rd:s
aan Carel Joh:s Pelzer 20:--
aan d’ wed:e Hercules du Preez 200:--
aan Carel Geere 200:--
aan Nicol:s Roetz N:u: wed:e Vink 12:2
aan Josua Joubert over koop van bovengem: slaaf Jan van Bengalen

Dat aldus door de in de hoofde dezes gem: Barbera Jacomina en Carel Johannes Pelzer onder presentatie van eede opgegeeven en g’inventariseerd de welke verklaarde zig daar in naar hun beste kennis en weetenschap gedragen te hebben, met beloften van wanneer namaals nog eenige goederen tot den boedel behoorende mogte komen te ontdekken, dezelve insgelyke te zullen opgeeven.

Actum den 1 July 1794 ter plaatze van den burger Jan Steenkamp Casperz: genaamd de Seven Fonteinen geleegen agter den Sneeuberg ter prezentie van s colonis chirurgyn Johan Fred:k Hassner en den geregts boode Samuel Fred:k Krause als getuigen ten deeze gerequireerd die de minute dezes benevens de comparanten en my Secretaris meede behoorlyk hebben gesubschribeerd.

’t Welk ik getuigen: J:s Vercueil, Secret:s

MOOC8/21.8

{17940919} 19 September 1794 Maria Eliz: Groenewald

Op heeden den 19 Sept: 1794 werd door de meerderjarige Catharina Groenewald en de manh: Johannes Casparus Groenewald aan de ondergetekende gecomm: Weesm: opgegeeven dat na ’t sluyten van den inventaris des boedels van wylen derselver zuster Maria Eliz: Groenewald wed: Christiaan Krynouw

  Rd:s Rd:s
aan contanten in dien boedel nog is gevonden geworden eene somma van eenhondert en dertig ryxd: en ses stuyvers, zegge 130:6
en dat zedert door Christ:z Albertijn, de wed: Hend: Albertijn, Pet: Briers, Christ: Jacob Briers en den timmerman Beer ten vold: van hunl: debet aan gem: boedel zo wegens contand geleende penn: als boekschulden is ingebragt een bedragen van 183:--
waar bij gereekend de contanten bij den inventaris gespecificeerde onder hunl: berusting gelaten bedragen van 51:6
maakt zulx tezamen eene somma van   364:12
dat daar van afgetrokken werdende ’t geene tot de begraffenis van d’ overl: blykens de door hun daar van te produceeren specefique rekening en quitantie is bevestigd geworden ter somma van   228:13
dus ’t restand den contanten in den boedel gevonden en door hun te verantwoorden int geheel bedraagt   135:47
als meede dat de manh: Pieter Ulrich Visscher wegens boekschuld nog aan den boedel komt te debiteeren   12:--
wijders dat sig ter plaatze van de wed: Hendrik Albertyn aan de Potteberg geleegen, komt te bring vyf stuks aanteel paarden tot voorm: boedel behoorende

Actum datum ut supra

Als gecomm: Weesm: H:J: Fehrszen, G:J: van Deventer

C: Groenewat

J:C: Groenewad

Mij praesent: J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/21.9

{17940919} 19 September 1794 Maria Eliz: Groenewald

Pro memorie word alhier bekend gesteld dat de kleder stukken en lyfgoed van de oorledene mitsgaders ’t linnen goed tot huys gebruijke gediend hebbende en bij den inventaris breeder gespecificeerd zo veel mogelyk ten behoeve van de gezamentlijke erfgenamen in zeven equale portien verdeelt zijnde bij lotinge zijn te beurt gevallen als

Aan Catharina Groenewald

zes rokken
een gon
een hemd
vier jakken
een spreij
vier doeken
twee p:r lobben
een p:r koussen
twee p:r handschoenen
een waayer
drie laakens
zes servietten
vier slopen
een mantel

Aan Johanna Groenewald wed: Hendrik Albertyn

vyf rokken
twee gonnen
een hemd
twee borstrokken
drie jakjes
vier doeken
een paar koussen
een paar handschoenen
een waayer
een muts
een zilvere tasch beugel
drie laakens
zeven servietten
vier sloopen

Aan Jacobus Groenewald

ses rokken
een gon
twee hemden
vier jakjes
drie doeken
drie mutzen
een paar koussen
twee paar handschoenen
twee paar lobben
een waayer
een zilver knipbeugel
drie lakens
zeven servietten
drie sloopen

Aan Christoffel Groenewald

twee gonnen
drie rokken
een hemd
drie jakjes
twee borstrokken
vyf doeken
twee p:r handschoenen
een waayer
een paar zilvere gespen
drie laakens
vyf servietten
vier sloopen

Aan Johannes Casparus Groenewald

een gon
vyf rokken
een chitz
vier jakjes
agt doeken
een mutz
een paar koussen
twee paar handschoenen
een waayer
drie laakens
vier zervietten
vier sloopen

Aan Clara Susanna Groenewald huijsvr:w van s:r P:F:M: Briers

zes rokken
een gon
een hemd
vier jakjes
vyf doeken
een mantel
drie p:r handschoenen
een p:r koussen
een mutz
drie lakens
ses servietten
vier sloopen
een paar knopen
een zilvere oorlepeltje
een zilvere ryg naald, en

Aan de kinderen van wylen Christina Groenewald in huwelyk by wylen Jacobus Bosman verwekt

twee gonnen
vier rokken
twee hemden
drie jakjes
een mantel
vier zwarte kaapers
vyf doeken
een mutz
drie lakens
zeven servietten
vier slopen
een zilver snuyf doos

Terwyl het aandeel der kinderen van wylen Christina Groenewald in huwelijk bij wylen Jacobus Bosman verwekt almeede ten behoeve van dezelve so veel mogelijk in vyf equale deelen verdeelt zijnde als toen bij lotinge zijn toegevallen, te weeten

Aan Anna Bosman gehuwt met s:r Thebus

een gon
een rok
zes zervietten

Aan Elizabeth Bosman get:d met s:r Maree

een rok
een beddelaken
vier swarte kapers
een zyde doek en
een zilver doos

Aan Maria Bosman geh:d met Casparus Albertyn

een laaken
een rok
een cabaatje
een hemd
een neusdoek
een mantel

Aan Catharina Bosman gehuwd met den manh: P:U: Visscher

een rok
een hemd
een jakje
een halsdoek
vier sloopen
een zerviet

Aan de minderjarige dogter Clara Johanna Bosman

een laaken
een gon
een jakje
twee doeken
een waayer
een zak

Als meede dat de pupie Clara Johanna Bosman bij P: Mare ’s gratis is te woon besteed.

MOOC8/21.10

{17940925} 25 September 1794 Elizabeth Cornelia Craffort

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten, als ab intestato metter dood zijn ontruymd ende naargelaten door Elizabeth Cornelia Craffort wed: Willem Sterrenberg Pretorius ten voordeele haarer nagelatene kinderen, met namen

1) Rachel Johanna Pretorius get:d met Paul Hugo
2) Willem Sterrenberg
3) Dirk Jacobus
4) Johannes Ludovicus
5) Wessel oud 24
6) Petrus Gerhardus oud 22 en
7) Elizabeth Cornelia Pretorius oud 19 jaaren

Zodanig en indiervoegen als dezelve door ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren zijn g’inventariseerd en opgenomen, bevonden te bestaan in de volgende, namentlyk

Een opstal staande op de lenings plaats de Wagendrift geleegen in ’t Bokke Veld volgens onderhandsche koopbriefje gevonden onder de boedel papieren, door de overledene in dato 28 Maij l:l: verkogt aan haaren zoon Wessel Pretorius voor eene somma van vyf duyzend guldens Caabsche valuatie
een opstal staande op zekere bij de voorz:e plaats gevoegde plaats gen:d Hoop en Uitkomst meede gelegen in ’t Bokke Veld , insgelyx door de overledene blykens voorsz: koopbrief verkogt aan haaren zoon Petrus Gerhardus Pretorius voor eene somma van twee duijzend guldens Caabsche waarde

In ’t woonhuijs staande op eerstgem: plaats en aldaar

In ’t voorhuis
een spiegeltje
drie rakken waar op
negen borden
een houte waschbaletje met zijn fontijntje
twee water emmers
een tinne coffykan
een tinne schotel
vier tinne borden
twee aarde bakken
een parthy tee porcelein
twee cop: keetels
een yzere confoir
een ledige kist
In de kamer ter regterhand
een vierkante tafel
een vierkante tafeltje
twee katels
vyf stoelen in zoort
een blikke trommel
drie houte doosen met wat rommeling
twee aarde pannen defect
In de kamer ter linkerhand
een katel
een schiet geweer defect
een trompet
vier ledige zakken
In de kombuijs
vier yzere potten in zoort
een boter karn
een brood mes
een rooster
twee bakkisten
een meel seeft
een lepel rak
een blikke lantaarn
een parthy messen stale vorken en tinne lepels
een cop: strijkyzer
een coffy moolen
In een buijten kamer
drie zadels
vyf led: vaten
vier rakken
een slyp steen
een parthy wagen hout
twee coorn schoppen
een koevoet
een moker
een parthy yzerwerk
agt sikkels en
een parthy rommeling
veerthien planken
Op de werf
een osse wagen en toebehoren
een osse wagen
een ploeg
een eg met yzer tanden
een bankschroef
Lyf eigenen
een slave jonge gen:t Maart van Batavia
een slave jonge gen:t Slamat van Madagascar
een slave jonge gen:t Francies van Mosambicque
een slave jonge gen:t August van Mallabaar en
een slave jonge gen:t Damon van Bengalen
Beestiaal
agt hondert en dertig aanteel schapen
vier en twintig trek ossen
hondert en vier aanteel beesten
Inneschulden
  Rd:s
van Jan Craffort als executeur des boedels van wylen Ragel Joubert ’t laatst wed:e wylen den burger Johannes van Emmenes over zo veel de overledene aan erffenis penn: uit den boedel competeerd en door hom als nog moet werden uitgekeert ter somma van ƒ4333 ofte 444:16
van Wessel Pretorius over coopp: voor voorsz: opstal de Wagendrift ƒ5000 ofte 1666:32
van Petrus Gerhardus Pretorius wegens coopp: van de plaats de Hoop en Uitkomst ƒ2000 ofte 666:32
van Jacob de Villiers P:z over koop van 22 p:s koeyen en 1 paard blykens ond: koopbriefje 133:--
van Pieter de Villiers P:z wegens koop van 8 ossen per rest 50:--
van Jan Lodewyk Pretorius over boekschuld 130:--
van Jan Lodewyk Pretoris over 4 ossen 32:--
Lasten des boedels
  Rd:s
aan d’ E: Comp: voor agterstallige recognitie penn:
aan Hercules Sandenberg over gekogte negotie goederen p: rest 98:18
aan Petrus Gerhardus Pretorius over zo veel d’ overledene aan contanten penn: vir bewaring heeft genomen 145:--
aan Elizabet Pretorius over zo veel d’ overledene aan contanten penn: vir bewaring heeft genomen 82:6
aan Wessel Pretorius over zo veel d’ overledene aan contanten penn: vir bewaring heeft genomen 27:43
aan Dirk Jacobus Pretorius over verschotten tot de begraffenis van d’ overl: 10:24
aan Paul Hugo over verschotten tot den inkoop van 10 mudde tarwe als meede voor betaalde kerkengeregtigheid 20:--

Pro memorie werd alhier bekendgesteld dat tot beddegoed in den boedel geweest zynde als meede de kleder stukken van d’ overl: alle van so eenig belang, volgens getuygenis van de ondg: erfgenamen door de overl: reets in haar leven onder de gezamentlyke erfgenamen is verdeelt geworden.

Pro memorie werd alhier bekendgestel dat de minderjarigen Wessel en Petrus Johannes Pretorius op de voorsz: aan hun verkogte plaatsen ter woon zullen verblyven, mitsg:ds dat Elizabeth Cornelia Pretorius bij haar zwager Paul Hugo gratis is ter woon besteed geworden.

Aldus gedaan en g’inventariseerd ter plaatse voorm: op den 25 Sept: 1794 ende zulx op ’t op en aan geven van den in den hoofde deses gemelden erfgenamen Paulus Hugo, Wessel en Petrus Gerhardus Pretorius denwelken betuygen zig ter goeder trouwe gedragen en niets versweegen te hebben dat tot de voorsz: nalatenschap behoorde, onder presentatie zulx gerequireerd wordende met solemneele eede te zullen bevestigen met verdere belofte dat wanneer in der tyd iets mag te ontdekken dat tot dien boedel behoorende daar van getrouwelyk op gaaf te zullen doen en in teeken der waarheid is deese door gecomm:e Weesm: benevens ons eigenhandig onderteekend

Als gecomm: Weesm: H:J: Fehrszen, W:J: van Oosterzee

Paulus Hugo

Wessel Pretorius

Petrus Gerardus Pretorius

Mij praesent: J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/21.11

{17940525} 25 Meij 1794 Jan Hendrik Bierman

Infantaris van den burger Jan Hendrik Bierman overleeden den 25 Meij 1794 waar inne wij bevonden hebben

een kist en twee halve kisten
twee jekkers
vyf baatjes
agt hemden in zoort
agt neusdoeken in zoort
drie paar kauzen
agt broeken in zoort
een katel met zyn bed
een ronde hoed
drie ellen voerzis
een slaap cabaaij
een garneteur gespen
een paar goude hand knoopen
een zadel en toom
twee schiet geweeren in zoort
een jas
en een partij rommelerij
een merrij met een veul, bij m:r Joh:s van Niekerk
aan contante vijf schellingen

Ge: Mosselbank-revier den 25 Meij 1794

Als getuijgen: D: Brink, L: Biel, C:l Mosterd Louis zoon, Floris Smit Pieterzoon

Nota, opgem: merrij is gecreveert en ’t vuijlen onder de boedelgoederen niet gevonden

MOOC8/21.12

{17940222} 22 Februarij 1794 Helena Josina Blanckenberg

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als ’er op den 15 Januarij l:l: ab intestato metter dood zijn ontruijmd ende naargelaten door juffrouw Helena Josina Blanckenberg ten voordeele van haar overgeblevene man en weduwenaar s:r Adriaan Meinard van Schoor ter eenre, mitsgaders haar bij denselven in echt geprocreëerd eenig dogtertje, genaamt

Helena Elizabeth van Schoor

Zodanig ende indiervoegen als gemelde goederen door de ondergetekende gecommitteerde Weesmeesteren sijn g’inventariseerd en opgenomen, en bevonden te bestaan in ’t volgende, namentlijk

Een plaats ofte hofsteede genaamd Hasendaal geleegen aan het Zwart[rivier] en Cromboomsch-rivier onder ’t Caabsche district

Bevindende zig op evengem: plaats de volgende losse goederen, als

een kap wagen
een chaise
een kar
een stink houte eetens tafel
een dosijn stink houte stoele met rode trijpe kussens
een spiegel met vergulde lyst
twaalff schilderytjes in zoort
vier geel houte stoele
twee thee tafeltjes
een geel kopere koffij kan
een thee ketel en confoir
een bureau
een grote ysere pot
twee klijne ysere potten
een copere tartepan
een ysere rooster
twee ysere leepels in zoort
een kop:r koeke pan
twee ysere drie voeten
een kombuis tafel
twee klyne stoeltjes
drie blikke trommels
een blikke emmer
twee houte emmers
een half aam
een grote schenk blad
vijf kopjes en schoteltjes
dertig witte borden in zoort
een porc:e soup kom
twaalff porc:e schotels in zoort
twee glase oly en azijn kannetjes
een boter potje
een peper busje
een aarde confoir en ketel
een aarde water gorgelet
een blikke fontaintje
een klijn huijs-trapje
twee ryd-zadels
twee stel paarde tuigen met wit en geel koper beslag
een parthij leedige vlessen
thien tafel messen
een parthij kelkjes en voorts
een parthij thuingereedschappen
Zilverwerk
een dosijn zilvere leepels
een dosyn zilvere vorken
Beestiaal
vier wagen paarden
Leijfeigene
een slaven jonge genaamt May van Mosambicque
een slaven jonge genaamt Dapat van Mosambicque
een slaven jonge genaamt Lakey van de Cust
een slaven jonge genaamt Sampson van de Cust , zijnde volgens opgaaf van den weduwenaar thans 60 á 70 jaren oud
een slaven jonge genaamt Lindor van Mosamabicque welke bijde laatsgem: slaven aan den heer weduwenaar bij taxatie zijn gelaten voor de somma van drie honderd en vijftig ryx:s; deese laatsgem: twee leijfeigene zijn op versoek van den heer weduwenaar bij taxatie voor de somme van drie honderd ryx:s aan desselfs dogtertje ter oppassinge in eigendom gelaten
een slaven meijd gen:t Julie van de Cust met haar kind in name Jek van de Caab
Inneschulden
    Rd:s
  een scheepenenkennisse d:d: 19 9:br 1790 ten lasten Carel Christiaan Smith groot aan capitaal ƒ9000 ofte 3000:--
  met de renten zeedert primo Jannuarij 1794
in minderinge afgelegd rd:s1200 met de renten van ’t geheele capitaal tot den 8 Maij 1794 een scheepenenkennisse d:d: 1 December 1790 ten lasten van den chirurgijn van ’t depot Zwitser regiment de Meuron s:r Antoine Acheron groot aan capitaal ƒ5000 ofte 1666:32
  met de renten van dien zeedert 1 Jannuarij ll:
voldaan een scheepenenkennisse d:d: 1 Oct:br 1771 ten lasten van wijlen Petrus Johannes van Heerden /desselfs weed: thans hertrouwd met Philip du Plessies/ groot aan cap:l ƒ2000 ofte 666:32
  met de renten zeed:t 1 Octb:r ll:
  een scheepenenkennisse d:d: 4 Maart 1776 ten lasten van den burger Albert Meijburg Willemsz: groot aan cap:l ƒ2000 ofte 666:32
  met de renten van dien zeedert den 4 Maart ll:
  een onderh: obligatie ten lasten van de heer Daniel de Waal d:d: 11 Augustus 1791 groot aan cap:l ƒ6000 ofte 2000:--
  met de renten van dien zeedert den 11 Augustus ll:
  een onderh: obligatie ten lasten van de heer Daniel de Waal d:d: 1 Jann:j 1788 groot aan cap:l ƒ1800 ofte 600:--
  met de renten zeed:t 2 Jann:j 1788
  een onderh: obligatie ten lasten van de heer Daniel de Waal d:d: 20 Septemb:r 1793 groot aan capitaal ƒ1000 ofte
  met de renten van 20 September 1793 333:16
  een onderh: obligatie in dato 2 October 1793 ten lasten van mejuffrouw Elisabeth de Waal wed: wijlen de heer Jan Adriaan van Schoor groot aan cap:l ƒ1200 ofte 400:--
  met den renten van dien zeedert 2 October 1793
  over zoo veel den heer weduwenaar voor de aan hem bij taxatie gelaten twee slaven jongens gen:t Sampson en Lindor moet inbrengen 350:--
  over zo veel ’t dogtertje van meergem: heer weduwenaar Helena Elisabeth van Schoor voor die aan haar almeede bij taxatie overgelaten slaven meijd gen:t Julie met haar kind Jek moet inbrengen 300:--
  over zo veel den overgebl: heer weduwenaar nog te goed heeft wegens erffenis penningen aan rd:s uyt den boedel van wijlen desselvs groot ouders den weledele heer Adriaan van Schoor en vrouwe Susanna Cruijwagen te beurt gevallen en volgens dispositie van wijlen hun Ed: onder desselfs moeder juffrouw Elizabeth de Waal wed: wijlen de heer Jan Adriaan van Schoor onder zeekere conditie bij die dispositie ter nedergesteld zijn berustende gebleeven en waarvan thans de helfte op desselfs eenig dogtertje komt te accresseeren 4850:--

Aldus gedaan en g’inventariseert aan Cabo de Goede Hoop ten huijs van des heer inventarients moeder juffrouw Elisabeth de Waal weed: wijlen de heer Adriaan van Schoor op den 22 Februarij 1794, ende zulks op het op en aangeven van den in den hoofde deeses gem: weduwenaar, dewelken betuigde zig daarin ter goeder trouwe gedragen en niets verzweegen te hebben, ende zulks des gerequireert wordende met eede te zullen bevestigen; met belofte verder dat zo wanneer nog iets tot dien boedel specteeren magte komen te ontdekken zulks optegeven, omme daarmeede deeser inventaris te kunnen werden g’amplieen.

Als gecomm: Weesm: W:J: van Oosterzee, A: Berrangé

Voor den opgaaf: A:M: van Schoor

Mij praesent: J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/21.13

{17940825} 25 Augustus 1794 Hans Pieter White

Höhne

Inventaris van alle zodanige goederen als er op den 25 Aug:s 1794 door den by den Sociëteit wegens den Walvisch Vangst als harponier bescheiden geweest zynde en op de reede verongelukte Hans Pieter White ten voordeele zyner onbekende uitlandige erfgenamen, ab intestato. Zodanig ende indiervoegen als dezelve door ons ondergeteekende Schryver en Bode der Weeskamer zijn g’inventariseerd ten huyse van den burger Hermanus Staal alwaar den overledene is woonachtig geweest, bevinden te bestaan in de volgende

een kist waar in
twee lakense rokken in zoort
een blauw lakense baatje
zes Chinaslinne broeken
drie baatjes in zoort
ses hemden
twee halsdoeken
vyf paaren koussen
een hoed
twee paaren schoenen
vyf boeken in zoort
een scheermes
een paar zilvere schoengespen
een paar zilvere kniegespen
een zilvere zak horologie
een paar stevels
een mattras
twee kussens
een wolle deeken
een hang mat
Contanten
aan papiere munt de somma van vyf rd:s en twaalf stuyvers
Lasten des boedels
[ ..... ]

Aldus g’inventariseerd aan Cabo de Goede Hoop op den 25 Aug:s 1794 ten huyze voorm: ende zulx op ’t op en aangeeven van den burger Hermanus Staal denwelke betuygde zich ter goeder trouw gedragen te hebben, en zo verre hem bewust is niets verswegen te hebben dat tot de voorsz: nalatenschap behoorden, onder presentatie des gerequireert werdende met solemneele eede te zullen bevestigen, met verdere belofte zo wanneer inder tijd iets mogte ontdekken daarvan getrouwelyk opgaaf te zullen doen, tot sekerheid van ’t een en ander is deese door de inventarient benevens ons eigenhandig onderteekend

H:E: Blanckenberg, J:M: Prins

Voor den opgaaf: Harmanus Staal

MOOC8/21.14

{YYYY} [ ..... ] Christina Elizabeth Roelofs

Inventaris van alle zodanige goederen als ab intestato metter dood zyn ontruymd ende naargelaten door Christina Elizabeth Roelofs wed: wylen den burger Jacobus Theodorus Bruyns ten voordeele haarer nagelatene kinderen, te weeten

1) Johannes Jacobus Bruyns oud 22
2) Margaretha Elizabeth Bruyns gehuuwd met den burger Fredrik Hanshamer de jonge
3) Catharina Petronella oud 19
4) Jacobus Theodorus Bruijns oud 14
5) Hendrik Willem oud 13
6) Christina Elizabeth oud 9 zijnde deese drie laatsgem: in onegt verwekt
7) Petronella Berhardina oud 7
8) Andries Albertus oud 5

Zodanig ende indiervoegen als dezelve door ons onderschryven Bode der Weeskamer zyn geinventariseerd en bevonden te bestaan in de volgende, als

In een huys van den burger Petrus Rens door den overl: in huur bewoond geweest en aldaar

In het voorhuijs
twaalf stoelen
thien stoelen in zoort
een ledikant met wit behangzel waar op
een bed, 2 kussens en 1 chitze deeken
een tee tafel
een lessenaar
twee yzere potten
een drie voet
een rooster
een cop: vyssel en cop:e stamper
twee cop: kandelaars
drie tinne schotels
twee tinne schenkborden
een stel zegels
een jalosie mat
een houte stamper
agt witte borden
een balij
ses en dertig led: vamen
zeventig led: bottels
zes tinne lepels
zes stale vorken
een schuymspaan
een tinne sopleepel
twee spiegels in zoort
thien schilderyen in zoort
een water halfaam
twee water emmers
een wit ophaal gordijn
een kleeren kastje
een groote kist waarin
een horologie
eenige oude plunje
een ledige vat
Inneschulden
  Rd:s
Petrus Brits over contand geleende penn: 21
Christiaan Rens over contand geleende penn: 14

Aldus g’inventariseerd ter huyze voorm: ende zulx op ’t op en aangeven van die in den hoofde deze gen: erfgenamen Margaretha Elizabeth Bruijns dewelke verklaarde haar in ’t opgeeven na de goederen ter goeder trouw gedraagen en hares wetens niet versweegen te hebben dat tot meergem: nalatenschap behoorde, alles onder presentatie van solemneele eede; met verder beloften zo doende iets mogte ontdekken, daar van getrouwelyk opgaaf te doen en is deese tot weeten zekerheid door ons eigenhandig onderteekend

Margrita Bruyns

H:E: Blanckenberg

J:M: Prins

de geslagts naam der ondertenoemene drie kinderen van de wed:w Jacobus Theodorus Bruijns, door haar in onecht verweckt

Christina Elisabeth Bruijns 8 jaar
Petronella Bernhardina Stadeler 5 jaar
Andries Albertus Stadeler 3 jaar

MOOC8/21.15

{17950402} 2 April 1795 Joachim Andries Jentzen , Catharina Hillegonda Coetzé

Höhne

Staat en inventaris des boedels van wijlen den oud lieuten:t der Stellenbosche cavallerye, mitsg:s ouderling der Lutherse gemeente deezer plaatze d’ edele Joachim Andries Jentzen door denselven op den 7:e der evengepasseerde maand Maart na alvoorens op den 10 January 1791 voor den toenmaligen gesw: clercq ter Secretarye van Justitie d’ edele Johannes Daniel Karnspek en zeekere getuygen getesteerd te hebben met er dood ontruymd ende nagelaten zynde by hetselve testament tot eenige en universeele erfgenaame benoemd en aangesteld de overgebleevene huisvrouwe en weeduwe van den overleedene juffrouw Catharina Hillegonda Coetzé, mitsgaders tot executeurs van hetselve testament beneevens evengemelde weeduwe Heeren Weesmeesteren deeser steede versogt en aangesteld, uit welken hoofde den gemeenschappelyken boedel en nalatenschap door ons ondergeteek: gecomm: Weesmeesteren is geinventariseerd en opgenoomen, mitsgaders bevonden te bestaan in het volgende, als

Een huys en erf, staande ende geleegen in deeze Tafel Valley in ’t Blok L:L: en aldaar een gedeelte van N:s 5, 6 en 7 zynde het woonhuis van den overleedene, blykens transport van den 3 Maart 1784
een huys en erf staande ende geleegen in deeze Tafel Valley in ’t Blok G:G: en aldaar No: 1 ingevolge transport van den 12 Maart 1793
een huis en erf staande ende gelegen in deeze Tafel Valley in ’t Blok No: 20 en aldaar de gedeeltens der gedeelde erven N:s 3, 4 en 5 volgens onderhandsche verkoop brief van den burger Carel Gustaaf van Bratt de dato 7 Junij 1788 en daarvan door den geswooren landmeeter Jan Willem Wernich geformeerde kaart

In het eerstgemelde huys en aldaar

In het voorhuys
een klok lantaarn
vier schilderyen met stinkhoute lysten
twee vogel kooyen met vaderlandsche kanarie vogels
vier stoelen met roode trype kussens
een houte huystrap
In de kamer ter rechter hand
een kabinet met zilver beslag
twee groote spiegels met vergulde lysten
twee pinant tafels
twaalf stinkhoute stoelen met groene trype zittings
twee stinkhoute leuning stoelen met groene trype zittings
zes wit koopere quispedooren
zeeven schilderyen met vergulde lysten
twee guerridons
een vloer tapyt
twee roode ophaalgordynen met hunne planken, etc:a
1 stel defecte potten
In de voorkamer ter linkerhand
een ophaal gordyn met zyn plank
twee spiegels met glaase lysten
zeeven schilderyen inzoort
een tafel met een steene blad
een tafel met een houte
twee roode verlakte leuningstoelen met roode trype kussens
vyf stoelen met losse roode trype kussens
twee leuning stoelen met losse roode trype kussens
een glaaskast waarop
een party porcelain en glaswerk inzoort
en waarin
eenige lappen voer chitzen
eenige restanten naaygaaren, etc:a tot dagelyks gebruik dienende
een glaase kast
waarin
de kleederen van den overleedene en desselfs overgebleevene huysvrouwe
een cajaate celinder bureau
een tobaks kistje met kooper beslag
een groote chambreel
een klyne chambreel
een tinne inktkooker
In de gaandery
een spiegel met noteboome lysten
neegen schilderyen in zoort, waarvan een defect
vyf vogelkooyen met vaderlandsche canarie vogels
een staande horologie
een stinkhoute eetens tafel
twee cajatie houte thee tafels
twee ronde leuning stoelen met groene trype kussens
twee cajate leuning stoelen met groene trype kussens
drie stoelen met groene trype kussens
zes geel koopere quispedooren
In de zykamer der gaandery
een roode ophaalgordyn met zyn plank, etc:a
een vogel kooy met vaderlandsche kanarie vogels
een spiegeltje met noteboome lysten
vier klyne spiegeltjes
drie verlakte schenkblaadjes
een lessenaar met zyn tafel
een Bybel in folio
een geschildert tafel kasje
een kadel
waarop
een bed, drie kussens en een combaars
een draag stoel met stokken en banden
een kapstok waarop een party boeken
een party rottings
twee oude chambreels
twee schietgeweeren
een cajatie houte tafel
twee sleutel kisjes
een tinne tobaksdoos
een leeuning stoel met leeder overtrokken
neegen stoelen in zoort
een nachtspiegel
een reys koffertje
In de agter kaamer
een spiegel met noteboome lysten, defect
een groote schildery
een houte kast
waarop
vier porcelaine defecte potten
een opslag eetens tafel
een oude vierkante tafeltje
een ledikant met rood behangsel
een pavillioen met rood behangsel
waarop
een bed met zyn toebehoren
een oud kadeltje
drie stoelen
acht stooven
een koopere confoir
een tinne keetel
een schenkbord kooper
drie koopere strykyzers
In ’t dispens
een koopere hang lantaaren
een kleyn kooper keetelje
drie koopere stolken
drie koopere stryk yzers in zoort
twee wit Chinaasch koopere kandelaars
een koopere specerey doosje
een tinne coffy kan
een kooper comfoir
een tinne trekpot
een tinne comfoir
een tinne blaaker
twee yzere vleeschvorken
een party porcelain en glas werk in zoort
In de combuys
zeeven yzere potten
drie standers en twee braad spitte
vier schoorsteen kettings
een yzere drievoet
een yzere rooster
drie yzere koekepannen
een wafel yzer
een oublie yzer
een yzer vleeschvork
een yzer leepel
een yzer kapmes
een yzer braadpan
een koopere taarte pan
een koopere poffertjes pan
zes geel koopere kandelaars
een vyzel met zyn stamper
een kooper casserol
vier kooper vuurtesjes in zoort
een kooper water beeker
twee kooper raspels
vier tinne schootels
een koopere leepel
een schuymspan
een yzere leepel
een blikke doorslag
een tang
een aschschop
een koopere waterkeetel
een combuys tafel
een schotel rak
een bakkist
een waterhalfaam met zyn voet
twee water emmers
een kapblok
een hakke bord
In de timmermans winkel
een slypsteen met zyn blok
een schaafbank
een yzere bank schroef
een yzere koevoet
een yzere groote mooker
een timmermans kist
een oud halfaam
en voorts
een party timmermans gereedschap en rommeling in soort
In ’t slaven vertrek
een leedige aam
een vat met een restant kalk
een graaf
voorts
een party rommeling
Op de agterplaats
een water halfaam
een leedig vat
drie water emmers
een houte stamper
een blikke gieter
een hark
In ’t pakhuys
twee leggers met wyn
twee leggers met een restantje wyn
twee aame azyn
een aame azyn ontgonnen
een bierpyp met wat azyn
drie leedige half aamen
een groote houte trechter
twee balys
drie leedige vaatjes
een koorn scheepel
een kist met meel
een meel zeeft
een kist met een restant provisie
een kist met een restant provisie
een kist met een restant provisie
een kist met een restant zeep
zes kelders in zoort met eenige restanten sterke dranken
een stryktafel met twee schraagen
een groote yzere balans met 2 houte schaalen
een kleyn yzere balans met 2 koopere schaalen
een stel kooper inzet gewigt van een pond
zeeventhien stukken yzer en lood gewicht in zoort
drie paarde stangen
een blikke heever
een glaase spuyt
een worst spuyt
twee luywagens
een paar borstriemen
een hoofd stel
een koopere bak form
drie yzere vuurtangen
een blikke beeker
een blikke beeker
een yzere asch schop
twee schuymspannen
een yzere leepel
twee koopere trechters
drie koopere wyn kraanen
een hak mes
een koopere taarte pan
neegen waschkaarsen
een porc: soupterine
een porc: wasch lampet
twee douzyn porc: diepe borden
twee douzyn porc: flakke borden
een koffy molen
een clisteer spuyt
een koopere vischkeetel met zyn deksel
twee yzere potten defect
twee yzere wieltjes
een stel ledikant schroeven
een kafsak
waarin
een compleet bed
zeeven leedige kasjes en doozen in zoort
een Keulse pot
een groote kruyk
een boddelrak
waarop
een party boddels en aardewerk in zoort
en voorts
een party rommeling
In een stal buytenhuys
een kar
een karretwagen
Zilverwerk
twee schenkborden
twee vuurtesjes
een zilvere soupleepel
twaal zilvere leepels
twaalf zilvere vorken
zes zilvere kleyne theeleepeltjes
een zilvere zuykerpot
Lyfeygenen
een slaven jonge genaamt Nobel van Madagascar , zynde een koetzier
een slaven jonge genaamt Baatjoe van Bougies , timmerman
een slaven jonge genaamt Jek van Mosambiecque , wagen ryder
een slaven jonge genaamt Achilles van Mosambiecque
een slaven jonge genaamt Jephta van Mallabaar
een slaven jongetje genaamt Damon van de Kaap
een slaven jongetje genaamt Esau van de Kaap
een slaven jongetje genaamt Salomon van de Kaap
een slaven meyd, genaamt Candasa van Bengalen
een slaven meyd genaamt Caatjoe van Bengalen
een slaven meyd genaamt Lea van de Kaap
een slaven meyd genaamt Tamar van de Kaap
een slaven meyd genaamt Rachel van Mosambiecque
Inne schulden
  Rd:s
van den burger Dirk Johannes van Dyk op een scheepenen kennis d:d: 19 Nov: 1784 aan capitaal ƒ36000 ofte 12000
met den intrest zeedert den 19 Nov:br 1794 a 5 p:c:to

Nota. Staande de bovengem: scheepen kennis ten lasten der burgers Dirk Johannes en Hendrik van Dyk edog betuygde den eerstgem: als zelfs by de inventarisatie praesent zynde, dat de by de schuldbrief verbondene plaats ofte hofsteede thans aan hem alleen toebehoorde, en over zulks ook de geheele som hem alleen concerneerde.

Lasten des boedels
  Rd:s
aan de Weeskamer deezer steede op een Weesmeesteren kennis de dato 16 October 1786 aan capitaal ƒ11000 ofte 3666:32
met de renten zeedert primo July a 1/2 p:c p:r maand
aan de Weeskamer deeser steede over het restant van de eerste paay eener custingbrief de dato 12 Maart 1793, welk capitaal volgens van den 29 Aug:s 1794 aan den overleedene op intrest is gelaaten ƒ3000 ofte 1000:--
met den intrest a 6 p:c: p:r anno zeedert primo September 1794
aan de Weescamer deezer steede over de laatste paay der gemelde kusting brief dewelke ultimo Maart jl: is geexpireert geweest ƒ3533 ofte 1177:32
aan de Lutherse gemeente op een onderh: obligatie de dato 9 September 1793 aan capitaal ƒ1000 ofte 333:16
met de renten zeedert den 9 September 1794
aan de heer Clemens Matthiessen junior op een onderhandsche obligatie d:d: 16 Dec:br 1794 aan capitaal ƒ4000 ofte 1333:16
met alle de renten
aan mejuffrouw C:J: de Wet weed: wylen de edele Petrus Lodewicus Lesueur op een scheepenen kennis de dato 2 October 1787 aan capitaal ƒ6000 ofte 2000:--
met den intrest van dien zeedert den 2 October jl:
aan s:r Jan Zacharias Herman op een scheepenen kennis de dato 13 Maart 1793 aan capitaal ƒ4000 ofte 1333:16
met de renten zeedert den 13 der jongstgepasseerde maand Maart

Aldus gedaan en geinventariseert aan Cabo de Goede Hoop ten sterfhuize voorm: op den 2 April 1795, ende sulks op het op en aangeeven van de in den hoofde deezes gemelde weeduwe, dewelke betuigde zig daarinne ter goedert trouwe gedraagen en haares weetens niets versweegen te hebben wat tot den boedel ofte nalaatenschap behoort, bereid zynde zulks des gerequireerd werdende ten allen tyde met solemneele eede te zullen bevestigen, met verdere belofte zoo wanneer in der tyd nog iets mogte ontdekken ’t welk tot den boedel eenige relatie heeft, daarvan getrouwelyk opgaave te zullen doen om alsdan deezen inventaris daarmeede te kunne amplieeren

In teeken der waarheid is deeze door de inventariente beneevens ons ondergeteek: gecomm: Weesmeesteren en my geswoore Clercq eigenhandig gesubscribeerd

Als gecomm: Weesm: W:J: van Oosterzee, A: Berrangé

C:H: Kotze, weduwe Jentze

Mij present: G:A: Watermeijer ag: C:

MOOC8/21.16

{17951216} 16 December 1795 Johan Fredrik Wilsenach

Höhne

H: Ross

Inventaris van alle zodanige goederen als er op den 21:e February deezes jaars 1795, metter dood zyn ontruymd ende nagelaaten door den capityn lieutenant van het Nationaal Batallion ten deezen Casteele, de manhafte Johan Fredrik Wilsenach ten voordeele van zynen overgebleevene weduwe juffrouw Aletta Hendrina Muller ter eenre, als meede hunne by den anderen in huwelyk verwekte vier onder te noemene kinderen, met naamen

1) Hendrik Oostwald gehuuwd
2) Petrus Michiel oud 19 jaaren
3) Constant oud 17 jaaren
4) Johan Fredrik Wilsenach oud 14 jaaren

zodanig ende in diervoegen als dezelve door ons ondergetekende gecommitteerde Weesmeesteren zyn geinventariseerd en opgenoomen bevonden te bestaan in de volgende, namentlyk

In een huurhuys van de heer George Fredrik Goetz, en aldaar

In de voorkamer
een rood ophaal gordyn
een jalouzie mat
twee spiegels met vergulde lysten
neegen schilderyen in soort
drie vierkante tafeltjes
een toquedille tafel met zyn toebehooren
een kasje met vier laaden en koper beslag
een lessenaar
vier boeken in zoort
een kist met koper beslag
een draagstoel met stokken en banden
twaalf stoelen
twaalf roode trype kussens
twee gerridons
twee koopere quispedooren
een cabinet waar in de kleederen van de weduwe en waarop
drie porcelyne potten
een kleerekast
een klein kistje met koper beslag
een porcelyne soup terrine
vier en twintig borden in soort
een party klyn porcelyn
vier wit kopere kandelaars
een tinne schoteltje
In de gaandery
een rood ophaal gordyn
een spiegeltje met een notebome lyst
vier schilderyen in soort
een glaaze lamp
drie voogelkooyen
een klap tafel
een vierkant tafeltje
een rustbank
drie stoelen
een scherm met vier blaaden
een scherm met een blad
een koopere taartepan
vier koopere tafelkransen
een koopere vyzel met yzere stamper
een koopere poffertjespan
een koffie moolen
een yzere balans met twee koopere schaalen en 7 p:s klyn gewigt in soort
een wit koopere tabaks comvoor
twee blikke trommels
twee koopere stryk yzers
een vuurtesje
een tinne coffy kan
een tinne keetel en coper comvoor
een blikke tregter
een kapmes
een byl
een rolstok
een muyzenval
een handlantaarn
drie oude verlakte schenkblaaden
een oly en azyn standertje
drie yzere potten
een koeke pan
een rooster
een drie voet
een yzere schuimspaan
een yzere vleesch vork
twee yzere leepels
een yzere vuurtang
een veldstoel
een veldkatel
twee stooven
In de agterkamer
een ledikant met rood behangzel
een katel waarop twee bedden met hun toebehooren
In de combuys
twee water emmers
een combuys tafel met schraagen
een huis ladder
een rak
een nyptang
Goud en zilverwerk
een goude ring met een groote en agt kleine steenen
een goud duim ring
een zilvere ring kraag
een zyd geweer met zilver gevest
een zilvere soup leepel
seeven zilvere leepels
twee zilvere suikerleepeltjes
twee zilvere confyt vorkjes
een zilvere suikertrommel
Lyfeigenen
een slaaven meid genaamd Castorie van de Caab
een slaaven jongen genaamt Anthonie van Mosambicque , dewelk ingevolge secretarieel transport de dato 24 December 1791 door den overleedene niet heeft moogen worden verkogt
een slaaven jongen genaamt October , dog thans hernaamd Mentor van Timor
een slaaven meid genaamd Mariane van Mosambicque

zynde de twee laatstgemelde volgens opgaaf van de juffrouw weduwe de twee lyfeigenen dewelke ingevolge testamentaire dispositie van wylen juffrouw Aaltje van der Heyde weduwe wylen de heer Hendrik Oostwald Eksteen senior door d’ executeuren des boedels voor mejuffrouw de weduwe zyn ingekogt, onder zodanige conditien als ’t testament van wylen opgemelde juffrouw Eksteen nader komt te dicteeren, en door wylen de heer Ronnenkamp betaald, de eerstgemelde met rd:s230 en de laatst gemelde met rd:s200:6 stuivers; wordende voorts hier pro memoria genoteerd dat volgens opgaaf van de juffrouw weduwe de kleederen van den overleedene onder haar vier zoons naar evenreedigheid zyn verdeeld geworden

Inneschulden

Zoo veel de juffrouw weduwe is competteerende uit den boedel van wylen de heer Thobias Christiaan Rönnenkamp als eene der executeuren en administrateur des boedels van wylen haaren grootmoeder juffrouw Aaltje van der Heyde, weduwe van wylen de heer Hendrik Oostwald Eksteen, over het bedraagen haarer erffenisse van gemelde haare grootmoeder met de daarop aangewonnen renten, bedraagende volgens daar van door Heeren Gecommitteerdens uit den Edelen Achtbaaren Raade van Justitie in dato 25 February a:o 1795 geformeerde reekening, zoo aan schuldbrieven als contanten een somma van seeven duyzend twee en sestig ryxdaalders en ses en dertig stuivers, dog omtrend welke penningen de juffrouw weduwe sustineerd, dat aan haare kinderen ’s vaders weegen niets kan worden beweezen om reedenen, de gezegde erffenisse daarop gemelde haare grootmoeder by testamentaire dispositie, geduurende de leeftyd van haaren overleedenen man met den band van fidei commis is belegd geworden.

Voor zoo verre dezelve bekend zyn en door de juffrouw weduwe hebben kunnen worden opgegeven, namentlyk

Lasten des boedels
  Rd:s
aan de manhafte Johannes Gysbertus van Reenen als gemagtigde van Jan Laurens blykens onderhandsche obligatie de dato 26 October 1781 200:--
de renten zeedert 26 October 1781
den boedel van Jan Jacob Meyer per rest eener onderhandsche obligatie de dato 1 Juny 1786 100:--
met de na rato des tyds verscheene renten
Johan Fredrik Liebrecht Henning op eene onderhandsche obligatie 150:--
Jan Daniel Alders 13:37
Isaac Strombom 21:24
Jacobus Johannes Vos op eene onderhandsche obligatie de dato 4 Jannuary 1790 200:--
de wed:e Peo 333:16
De Vaal voor proces kosten 11:--
aan d’ E: Compagnie voor vendupenningen 67:18
aan den heer Matthiessen voor vendupenningen 21:12
aan C:C: Schmidt op eene onderhandsche oblig: 90:--
aan T: Schoester 20:--
aan d’ heer Constant van Neeld Onkruyd blyk:s onderhandsche oblig: 150:--
aan Daniel Hugo per saldo eener reek:g courant 113:--
aan de Luthersche gemeente op eene onderhandsche obligatie 50:--
aan T: Gebhard 3:24
aan Coenraad Schrein volgens reekening 2:12
aan Carel Volg vogens reekening 6:24
aan Carel Gustaaf van Bratt al meede volgens reekening 3:42
aan Jan Luyten volgens reekening 21:24
aan Jan Andries Bam volg:s reek:g 4:--
aan Johan Fredrik Henwich volg:s reek:g 4:40
aan W:G: Lotter volg:s reek:g 8:--
aan de manhafte P:W: Marnits per rest over kooppenningen van een draagstoel 70:--
aan de heer George Fredrik Goetz volgens aanteekeninge van den heer overleedene 441:--
aan een ongeteekende reekening 10:30
  Rd:s2117:15

Aldus gedaan ende geinventariseerd aan Cabo de Goede Hoop op den 16:de dag der maand December 1795 ende zulks ter op en aangaave van de in den hoofde deezes gemelde weduwe dewelke betuigde zig daar in ter goeder trouwe gedraagen te hebben en haares weetens niets versweegen wat tot den boedel en nalatenschap behoord, onder presentatie zulx des gerequireerd werdende met solemneele eede te zullen bevestigen en verdere belofte indien in der tyd nog iets mogte komen te ontdekken het geen tot den boedel specteerende is, daar van getrouwelyk opgaave te zullen doen ten einde als dan deeze inventaris daar meede zal kunnen worden geamplieerd.

Tot securiteit van dien is deeze inventaris door den juffrouw weduwe ende ons gecommitteerde Weesmeesteren beneevens my gesw: Clercq behoorlyk gesubscribeerd.

Als gecomm: Weesmeest:n: [ ..... ]

A:a H:a Wilsenach gebooren Muller

Mij present: G:A: Watermeijer g: C:

MOOC8/21.17

{17951221} 21 December 1795 Josina van den Heever

Inventaris van alle zodanige goederen als er op den 17 deeser ab intestato metter dood ontruijmd ende naargelaten door Josina van den Heever laats wed:e wylen den posthouder van ’t Robben Eyland Jan Hendrik Stieber ten voordeele haarer overgebleevene kinderen door haar in eerder huwelyk bij wylen den burger Jan David Prins geprocreeerd zynde, genaamt

1) Anna Maria Prins thans gehuwd met den eerw: heer predikant te Batavia Adriaan Somerdyk
2) Josina Jacoba Prins wed: wylen den burger Floris Brand
3) Elizabeth Johanna Prins wed: van wylen den burger Hendrik Brand
4) Jurriaan Marthinus Prins
5) de nagelatene kinderen van wylen juff: Claara Emerentia Prins bij s:r Frans Exaverus Jurgens in huwelyk verwekt a) Johannes Joseph Jurgens
b) Maria Johanna Jurgens huysvrouw van den capitain ter zee in dienst der Ed: Oost Indische Compagnie de manh: Carel Jacob Brugman /uitlandig/
6) Dauwe Gerbrand Prins
7) de overgebleven kinderen van wylen den burger Lodewyk Prins, met naamen c) Josina oud 11
d) Jan David oud 9
e) Johanna oud 7
f) Anna Maria Prins oud 5 jaaren

Zodanig ende indier voegen als dezelve door ons ondergeteekendens ord: clercq der Weeskamer Hendrik Emaneul Blanckenberg en vendu bode Gerrit Schierhout zyn geinventariseerd en opgenoomen, mitsg:s bevonden te bestaan in de volgende, te weeten

In een huys van de juffrouw de wed:e Biel door d’ overleedene in huur bewoond geweest en aldaar

In ’t voorhuijs
een draagstoel met stokken en banden
twee vogel kooyen
een rust bank
een rood ophaal gordijn
een bedde scherm
In de kamer ter linkerhand
een rood ophaal gordijn
een spiegel
vier schilderyen
drie verlakte schenkblaadjes
een klein spiegeltje
een ledikant met rood behangsel
waar op
twee beddens
een peuluwe
zes kussens en
een combaars
een tafeltje
een ronde tafeltje
elf stoelen in zoort
zes roode trype stoel kussens
drie cop: quispedoors
een houte lantaarn
twee blikke trommels
vyf witte porc: borden
drie tafel messen
vier stale vorken
drie tinne leepels
een kleere borstel
een tinne inktkoker
een blikke raspe
agt kelder flessen en bottels
een tinne keetel
een tinne schoteltje
twee cop: kandelaars
een yzere snuyter
een taarte pan
een koeke pan
een rooster
een yzer pot
twee led: aarde potten
een boter vaatje
een vuur tang en
een yzere schuymspaan
drie houte pot lepels
zeeven porc: kommen
een kabinet, behoorende aan s:r Jurgens blykens bestaande handschrift van de overledene
daar in
een klein kistje met zilver beslag
een Bybel met zilver beslag
vijf laakens
vier hemde
twee borstrokke
thien jakken in zoort
een witte baaytje rok
thien chitze rokken in zoort
vyf witte rokken
een zwarte zyde gonnen
een zwarte rok
een zwarte chitze gon
een witte chitze gon
vyf chitze gonnen
een zwart zyde mantel
een wit zyde mantel
twee witte doop luyers
een chitze sjaal
zeeven paaren witte kattoene kouszen
twee zwarte waayers
agt sloopen
twee servetten
twee neusdoeken
een zwarte zyde kleedje
een parthy lappen en ander rommeling
In de combuijs
twee tafeltjes
twee water emmers
een water vaatje
een tee keetel
een schoorsteen ketting
een rol stok
een rakje
Op de agterplaats
een stelletje
een balij met een brie
Inneschulden
    Rd:s
voldaan den 2 April 1796 de h: d’ metzelaar over contant geleende 20
Leyfeigenen des boedels
een slave jonge gen:t August van Ceylon
een slave meid gen:t Daphna van Boegies , zynde oud en afgeleefd en blind
een slave meid gen:t Roza van Ternate , thans in hegtenis en zoude volgens sustenue der presente erfgenaamen gehooren aan de juffrouw Somerdyk te Batavia

Aldus gedaan en g’inventariseerd ten huyse voorm: op de 21 December 1795 ende zulx op ’t op en aangeeven van de in den hoofde deeses gem: wed: Floris Brand en Jurriaan Marthinus Prins de welke verklaarde zig daar in ter goeder trouwe gedragen en hunne weetens niets verswegen te hebben dat tot de voorsz: nalatenschap behoorende, presentatie des gerequireerd werdende met eeden gestand te doen met verder belofte wanneer inder tyd iets mogte ontdekken daar van getrouwelijk opgaaf te doen van deese inventaris meede te amplieeren, en is deese tot meerder sekerheid vant een en ander door de inventarient benevens ons eigenhandige onderteekende

Josina Jacoba Prins weduwe F: Brand

J:M: Prins

H:E: Blanckenberg

G:t Schierhout

MOOC8/21.18

{17951126} 26 November 1795 Hester Diederiks

Inventaris van alle zodanige goederen als ab intestato metter dood zyn ontruymd ende naargelaten door wylen Hester Diederiks wed:e van Adriaan van Wyk ten voordeele haarer kinderen met naamen

1) Roelof
2) Jacob
3) Pieter oud 23
4) Adriaan oud 20
5) Hester oud 9 en
6) Willem Johannes van Wyk oud 5 jaaren

Zodanig ende indier voegen als dezelve door ons oud: ord: Clercq en Boode der Weeskamer zijn g’inventarizeerd en opgenomen, bestaande dezelve in de volgende, namentlijk

Een opstal staande op de lenings plaats gen:t de Poesjesnelles Rivier gelegen aan de Doorns onder ’t district van Stellenbosch

Op gem: plaats in ’t woonhuijs en aldaar

In ’t voorhuijs
twee keetels
een confoir
twee tafels
zes stoelen
In de kamer ter linkerhand
vier kisten
een kelder met led: vlessen
drie rakken
een lepel rak
twee tinne schotels
vyf aarde schotels
twaalf porc: borden
zes tinne borden
een tinne souplepel
negenthien handlepels
derthien staale vorken
negen spoel commetjes
vijf kelken
In de kamer ter regterhand
drie trommels
vyf wyngaard messen
vyf coorn sikkels
vier aarde potjes
twee aarde potjes
een aarde kan
drie mandjes in zoort
drie bottels
een water pot
twee trek potjes
een katel waarop
een buld zak
een peuluwe
vier kussens
een deeken
een groote bottel
een cop: scheerbekken
een kap stok
vier coorn schoppen
vier hang slooten
In de combuijs
vier houte balijs
een cop: casserol
vier yzere potten
vier emmers
twee seeften in zoort
een hak bord
een koeke pan
een vleesch vork
In de buyten camer
een legger
twee half leggers
twee bier pypen
een halfaam
twee boter karrens
twee leer bomen
ses hoepels
een parthy gereedschap
een as
een tend zijl
een houte balans en twee houte schaalen
twintig coorn zakken
vier graven
twee pikken
een klip [pikken]
een oude zadel
een parthy oud yzer en
een parthy rommeling
Op de werf
een osse wagen
een osse wagen defect
een ploeg
een eg
In de molen vertrek
een ros moolen
Leijfeigenen
een slave jonge gen:t Mentoor van Madagascar
een slave meisje gen:t Lea van de Caab
Beestiaal
twee reun paarden
een merry paard
twee trek ossen
twaalf aanteel beesten in zoort
twee hondert vyf en negentig schapen
een hondert en negentig bokken
Inneschulden
  Rd:s
van de wed: van de manh: Roelof Laubscher wegens gekogte meel 6:42
Lasten des boedels
  Rd:s
aan de wed: Wessel Wessels op een ond: obligatie d:d: [ ..... ] aan capitaal 200:--
met de renten
aan Johannes Petrus Furstenberg voor diverse negotie goederen bl: reek: 58:24

P: memorie word alhier nog bekend gesteld dat de kleederen van d’ overl: als alleen bestaan hebbende in eenige daagsche kleederen, door de overige erfgenaamen, reets aan de in den hoofde deeses gen: dochterje, zyn ter hand gesteld geworden.

Wijders dat de drie onmondige kinderen verzoek hebben gedaan om by hunl: broeder den landb: Roelof van Wijk te woone mogen werden besteed, en Adriaan bij de wed: Matthys van As

Aldus gedaan en geinventariseerd ter plaatze voorm: op den 26 November 1795 ende zelf op het op en aangeeven van den in den in hoofde deeses gem: Roelof en Jacob van Wijk dewelke betuygde zig daar in ter goeder trouwe gedragen en hunnes wetens niet verzwegen te hebben dat tot gem:e nalatenschap specteerende, aldus onder presentatie van eede met verder belofte wanneer in des tyd iets mogte ontdekken om daar van getrouwelyk opgaaf te doen en s deese tot meerder sekerheid van ’t een en ander door de inventarienten, benevens ons, eigenhandig onderteekend

Voor den opgaaf: Roelof van Wyk

Jacob van Wijk

H:E: Blanckenberg

J:M: Prins

MOOC8/21.19

{17951212} 12 December 1795 Jan Jacob Obermijer

Inventaris van alle zodanige goederen als er op den 7 deeser ab intestato metter dood zyn ontruymd ende naargelaten door den onderafgeschreven gagie staande cannonier der E: Comp:ie Jan Jacob Obermijer ten voordeele zyner overgeblevene wed:e Christina Hendrina Strube ter eenree, mitsgaders hunne by den anderen in egt geprocreeerde zoontje gen:t Philip Jacob Obermyer oud 21 maanden, zodanig ende indiervoegen als deselve door ons ondergeteekende orde Clerq en Bode der Weeskamer zyn g’inventariseerd en opgenoomen, ten huyze van s:r Philip Diehl alwaar den overleedene woonagtig is geweest, en aldaar

In een kamer
een wit ophaal gordijn
een jalosie mat
drie spiegeltjes in zoort
vier schilderytjes in zoort
een ledikant met blouwe behangsel
daar op
een buldzak
vier kussens
een combaars
een orgeltje
zes tafeltjes in zoort
een boekerak waar op
negenthien boeken
een verlakte bakje
vyf borsels in zoort
een rak
een tobaks doos
een lessenaar waar in
een paar zilvere schoengespen
een paar zilvere kniegespen
een zilvere zak horologie
twe schiet geweers
twee handrottings
twee spuug baletjes
een rood ophaal gordijn
een hoek castje met eenige glase flessen
9 porc: potjes
een potte bank waar op
2 groote kommen
7 porc: borde en
9 tinne schotels
drie aarde bakken
twee aarde potjes
twee water emmers
een halfaam
een cop: kandelaar
een tinne kandelaar
twee kisten
een wasch balij
een glase castje waar in
drie lakense rokken in soort
vier baatjes
twee broeken
twee paar koussen
twaalf hemden
een slaap muts
drie hoeden
een schans loper
een wolle muts
een eetens castje
een boter potje
drie lepels
drie vorken
twee borden
eenige tee porcelein
twee schoenmakers tafels
drie oude stoelen
vyftig schoen leesten in zoort en
eenige schoenmakers gereedschap
eenige defecte steevel blokken
een katel
een voetbank
twee kelders met led: vlessen
twee yzere potten
een koeke pan
een rooster
een kook ketel
een vleesch vork
een houtbijl
een aarde pot
een led: vaatje
een schoorsteen ketting
een party oud yzers
een led: kist
een kapstok
een hakke bord en voorts
eenige rommeling
Leyfeigen
een slave jonge gen:t Jek van Bengalen
Inneschulden
[ ..... ]

Aldus gedaan en geinventariseerd ten huyze voorm: op den 12 December 1795 ende zulx op ’t op en aangeeven van de in den hoofde deeses gen: weduwe, dewelke betuygde zig in ’t opgeeven der voorsz: goederen ter goeder trouwe gedraagen en hares weten niets verzwegen te hebben dat tot de gem: nalatenschap gehorende alle onder presentatie des gerecquireerd wel deese met solemneele eede gestand te doen; met verder belofte wanneer indertyd iets mogte dat meergem: nalatenschap behorende, daar van getrouwelyke opgaaf te doen over deese inventaris, meede te amplieerend, eede stel daarvoor zekerheid van ’t een en ander door de inventariente beneevens ons eigenhandig onderteekend

Voor den opgaaf: ik ongetekende w:duw: Obermeyer

H:E: Blanckenberg

J:M: Prins

MOOC8/21.20

{17951125} 25 November 1795 Magdalena van de Kaap

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als er op Vrydag den 20:e deezer des ’s morgens de klokke circa half ses uuren ab intestato met er dood zyn ontruijmd en nagelaaten door Magdalena van de Kaap ten voordeele haarer ontenoemene kinderen by wylen den burger Joachim Kannemeyer in onecht verwekt, genaamt

1) Symon, mondig
2) Fredrik, mondig
3) Petrus, mondig
4) Joachim, mondig
5) Johannes, mondig
6) Daniel, mondig
7) Hendrik oud 22 jaaren
8) Catharina Johanna getrouwd met den baas wagemaker Johan Hendrik Esbach
9) Maria Elisabeth Kannemeyer oud 18 jaaren

zodanig als dezelve door my ondergeteekende zyn opgenoomen en bevonden te bestaan in het volgende, als

Een huijs en erf staande in deeze Tafelvalley in de Dorpstraat zynde een gedeelte van No: 4 thans genommert No: 3

In ’t evengemelde huijs en aldaar

In ’t voorhuijs
een hoekrakje waarop een porcelyne pot een trekpot en 3 kopjes en pierings
twee blikke trommels
een ophaal blauw gordyn met zyn plank en koort
vyf stoelen
een theetafeltje
een eetenstafel
een klyn kistje
twee coper comvooren
een tinne ketel
een tinne trekpot
een kopere tabaks trommeltje
In de voorkamer aan de linkerhand
twee blikke trommels
twee klyne spiegeltjes
een ledikant met zyn behangsel
seeven gedraayde stoelen
een greene houte kast waarop 3 differente porcelyne potten, en waar in
een Bybel met twee silvere slooten
een zilvere beugeltas
een zilvere snuyfdoos
twee oude silvere lepels
een zyde quast
een spane doosje met 4 orologie glaazen
eenige oude waayers
een carette kam met zilver gemonteerd
een paar genaaide muilblaaden
vier oude zilvere knoopjes
een oude zilvere punthaak
twee kopere koffy kannen
twee kopere kandelaars
een kopere blaker
twee kopere strykyzers
een yzere el
een ledige kist
een kopere taartepan
een kopere vyzel
een kopere schuymspaan
twee yzere leepels
een yzere vleisch vork
een yzere schopje
twee koffy moolens
veertien tinne borden
seeven tinne schootels in soort
een spritse spuit
een rak met vyf blikke kaarsse vormen
twee hak messen
een kasje met 10 tafelmessen
een tinne sousleepel
negen tinne lepels
twaalf staale vorken in soort
twee yzere snuyters
vier diepe en porcelyne borden
vier vlakke
een specery kisje en een rarekiek kasje
In de combuys
een kopere waterketel
twee yzere kookpotten met houte dekzels
twee yzere taatjes
een koeke pan
twee yzere drievoeten
drie schoorsteen kettings
een yzere rooster
een vuurtang
een asschop
een yzere blaaspijp
een hout spys kasje
een combuys tafeltje
een waterhalf aam
twee watervaatjes
een rystblok met stamper
een kapblok en een hakkebord
twee rystwannen
Op de zolder
een kadel
een bed, peul en drie kussens
een klyn tafeltje
twee oude vaten
drie rakken
een kapstok en
eenige rommelary
Lasten des boedels
  Rd:s
aan Johannes Kannemyer over contant geleende penningen 512:37
aan Daniel Kannemeyer over contant geleende penningen - betaald 512:38

Wordende voorts hier pro memorie bekend gesteld dat op verzoek der gezamentlyke presente erfgenaamen, mitsgaders onder approbatie van Heeren Weesmeestern is afgegeeven

Aan de minderjaarige dogter Maria Elisabeth Kannemeyer

een onder bed, een peuluwe, drie kussens en een combaars, beneevens een chitze sprey

als meede aan evengemelde Maria Elisabeth Kannemeyer en haare suster Catharina Johanna Kannemeyer de weinige kleederen tot des overleedenen lichaam behoord hebbende, om dezelve onder elkander in twee egaale portien te verdeelen en zonder voor ’t een en ander iets aan den boedel te moeten betaalen.

Aldus gedaan en geinventariseerd op den vyf en twintigsten dag der maand November des jaars een duyzend seevenhonderd vyf en negentig ende zulks op ’t op en aangeeven van de in den hoofde deezes gemelde Joachim en Johannes Kannemeyer, dewelke betuygden zig daar inne ter goeder trouwe gedraagen en haarens weetens niets versweegen te hebben wat tot den boedel en nalatenschap behoord onder presentatie zulx des gerequireerd werdende met solemneele eede te zullen bevestigen en verder belofte zo wanneer in der tyd nog iets tot den boedel relatie hebbende mogte komen te ontdekken, daar van getrouwelyk opgaaf te zullen doen om als dan deeze inventaris daar meede te kunnen amplieeren.

Inteeken der waarheid is deeze door de inventarienten neeevens my geswoore Clercq behoorlyk gesubscribeert.

Joachim Kannemijer

Johannis Kannemeijer

In teegenwoordigheid van mij: G:A: Watermeijer ag: C:

MOOC8/21.21

{17950301} 1 Maart 1795 Anna Margaretha Gildenhuisen

Inventaris van alle sodanige goederen, effecten, beestiaal, etc:a als door Anna Margaretha Gildenhuisen weduwe wylen den burger Stephanus Kuun beseeten geweest en met er dood ontruimd en nagelaaten geworden zyn, mitsgaders op heeden op de plaats geleegen agter de Boschjesmans Rivier in waaren weesen bevonden, bestaande deselve in als volgd, namentlyk

Een opstal op de plaats geleegen agter de Boschjesmans Rivier
In ’t voorhuis
een theekistje
een tinne trekpot
twee tafels
een blad tafel
drie kisten
drie rakken
ses stoelen
een leepeldoos
neegen en twintig borden in soort
twee bierglaasen
een tinne peeperdoos
vier en twintig tinne leepels
agttien staale vorken
een kopere vysel en stamper
twee kopere kandelaars
een kopere coffy kan
een kopere tang
een kopere asschop
een cyferley
een aarde kan
In de kamer
twee kadels
twee bedden, vier kussens, twee peuluws en twee combaarsen
een coffy molen
twee bouteilles
een theebusch
In de combuys
een bakkist
vyf emmers
vyf ysere potten in soort
een schuimspaan
een koeken pan
een rooster
een asschop
een meelsift
In de kelder
ses leggers
drie halve leggers
ses bierpypen
drie oude sadels
een party gereedschap
een tregter
vyf avegaars
een handsaag
twee spansaagen
twaalf sikkels
neegen sakken
een duimstok
agt mudden koorn
twee mudden boonen
Op de werf
een slypsteen
een teerputs
een sak met veederen
een brandewyns keetel
twee balies
een wagen
een wagen stel
een ploeg
drie naaven
twee molensteenen
een kist
een party gereedschap
een moker
een koevoet
twee dekspaanen
ses oude graaven
een ballast yser
een handschroef
twee bilhamers
een pik
twee nyptangen
een party oud yser
dertien hoepels
een molen
Beestiaal
twintig ossen
ses en dertig aanteelbeesten
elf paarden
neegentien schaapen
twee honderd vier en dertig bokken
Lasten des boedels
  Rd:s
aan de weduwe van wylen den burger Pieter van der Merwe 25:--
aan de weduwe van wylen den burger Christiaan Kok voor geleende penn: 50:--
aan Johannes Cornelis Herts voor geleeverde planken tot een doodkist 5:--
aan Christoffel Beukman voor wyn 3:--
aan Stephanus Kuun voor een agter wiel en een paar wagen leeren 1:4
Somma Rd:s 84:4
Baten des boedels
  Rd:s
van Pieter Willem van Zyl voor planken 7:4
van Jacobus Botha Marthinusz voor 4 mudden koorn en een ongemaakte buyk 12:--
van Wynand Willem van Wyk voor betaalde opgaaf penningen 2:--
van Daniël Swart Pieterszoon weegens gedaane en getaxeerde schade 5:--
van Isaac Beukes voor uitverkogte brandewyn 30:--
Somma Rd:s56:4

Aldus g’inventariseerd op den 1 Maart 1795 op de in den hoofden gemelde plaats geleegen aan de Boschjesmans Rivier en zulks op ’t aangeeven van den burger Hendrik Kuun, dewelke verklaarden hier in ter goeder trouwe te werk gegaan en zyns weetens niets agtergehouden of versweegen te hebben, beloovende en aanneemende indien na deesen iets tot gemelden boedel specteerende mogt koomen te ontdekken, deeser inventaris daar meede te zullen amplieeren en denselver des gerequireerd met den gewoonen boedel eed te staaven en zulks alles in ’t byzyn van den geregtsbode Hendrik van As senior en Abraham Casparus Nieuwhof als getuigen.

Als getuigen: H: v: As d oude, A:C: Nieuwhoff, Hendrik Kuun

In kennisse van my: W:L: van Hardenbergh, Secret:s

Naamen der erfgenaamen mondige
Cornelia Geertruy Kuun huis vrouw van den Burger Hans Jurgen Stein
Hendrik Kuun
Stephanus Kuun
Susanna Elisabeth Kuun huisvrouw van den burger Roelof van Emmenes
Barend Kuun
Anna Margaretha Kuun huisvrouw van Johannes Jacobus Swart Jacobusz
Anna Catharina Kuun vrouw van den burger Roelof van Wyk Adriaansz
Onmondige erfgenaamen
Andries Kuun oud 21 jaaren woond by Roelof van Wyk Adriaansz sonder eenige betaaling
Petrus Arnoldus Kuun oud 18 jaaren, woonachtig by H:k Kuun sonder betaaling
Zacharia Geertruy Kuun oud 15 jaaren gaat woonen by haarer gevader Hendrik Gildenhuisen H:ksz sonder betaaling
Elisabeth Kuun oud 14 jaaren gaat woonen by Pieter Beukes Gerrtisz insgelyks sonder betaaling

MOOC8/21.22

{17950428} 28 April 1795 Fredrik Christoffel Huijsheer

Nadere inventaris des boedels van wijlen den burger Fredrik Christoffel Huijsheer door ons ond:e Schrijver en Boode der Weeskamer, opgenomen en g’inventariseerd ten huyze van den chirurgyn de colonie Graaf Rynet Van Rooyen in huur bewoond, werdende door den soldaat in dienst der E: Comp:ie alhier Michiel Levie alwaar des overl: weduwe in naame Josina Thomass woonagtig is, bestaande de goederen des boedels in de volgende, namentlijk

een ophaal gordijn
vier oude schilderytjes
een verlakte schenkblaadje
twee hoek rakjes
agt porc: kopjes
een rak waar op
thien borden
een oude kastje waar in
een weinige klederen van de overleeden
daar op
een porc: soepterine, defect
twee porc: confituur commen
twee porc: commen, defect
twee guerridons
zeven oude stoelen in zoort
een tee tafel
een oude tafel
twee cop: kandelaars
een rooster
een yzer pot, defect
een yzer koeke pan
twee yzer drievoeten
een yzer vleesch haak
een tinne vergietest
een water halfaam
een katel met rood geruyt behangsel, waar op
een bed
vier kussens en
een combaars

Aldus g’inventariseerd ten huyze voorm: aan Cabo de Goede Hoop op den 28 April 1795 ende zulx op ’t op en aangeeven van den in den hoofde deser gem: weduwee, dewelke betuygde zig in ’t opgeeven der voorsz: goederen ter goeder trouwe gedragen by niets verzwegen te hebben, dat tot voorsz nalatenschap behoorde alles onder presentatie dezelve met solemneele eede gestand te doen, met verder belofte wanneer inder tyd iets mogte ontdekken dat tot meerm: nalatenschap behoorde, daar van getrouwelyk opgaaf te doen en tot meerder zekerheid van ’t een en ander is deese door de inventariente benevens ons eigenhandig onderteekend.

Josina Thomas

H:E: Blanckenberg

J:M: Prins

MOOC8/21.23

{17950526} 26 May 1795 Paulus van Gent

Inventaris van alle zoodanige goederen als ’er door wijlen Paulus van Gent sub dato 25 Maij 1795 met ’er dood ontruymt en nagelaaten geworden, bestaande deselve in volgen[ .... ]

een soldaten kistje waarin
2 oude rokken, een hoed
1 vijool en 1 fluijt
4 oude hembden 2 oude mussen en een neusdoek
1 tabaks mes
een heel oude lessenaar waarin
3 zak-horologien in zoort
2 brillen
3 scheer-messen
1 klyne schaer
1 papiere snuijf-doos
1 fijne kam
1 friseerkam en een pen
1 Bijbel in quarto boeken
1 predicatie boek
1 Hebreuwze Bijbel
8 diverse oude boeken in zoort
1 paar staale schoengespes
en 1 paar tinne kniegespes
een slavin genaamt Filida van Massambicq , de meyd heeft reeds jaaren lang een zeer hoofd en dus niet gesond

Dit aldus bevonden en geinventariseert ter plaatsen van den burger Pieter Booijsen, en in deszelfs presentie genotteert het welk wy getuygen

Paerl den 26 May 1795

Ch: Hend:k Niehaus

Pieter Booysen

en nog, een tinne nagtpot

MOOC8/21.24

{17950722} 22 July 1795 Willem Nel

Staat en inventaris van zodanige goederen en effecten, als er op den 19 July des nachts de klokke een uuren ter woon plaatse van den oud heemraad de edele Jacobus Conterman ab intestato zyn ontruymd en nagelaten door den burger Willem Nel Willemsz, en ten behoeven zyner erffgenamen, door deszelfs voogden en curateele den burgerraad de heer Johannes Smuts en den oud heemraad voorsz edele Jacobus Conterman zyn opgegeeven en door my Johannes Wege Secretaris van Stellenbosch en Drakenstein als hier toe door het Eerwaarde Collegie van Heeren Weesmeesteren aan Cabo expres gequalificeerd zynde, ter praesentie van de natenoemene getuygen op genomen en ten papiere gebragt, mitsg:rs bevonden te bestaan inde volgende, namentlyk

een chais met vier ruynpaarden beneevens vier tuygen met eyzer beslag
twee bedden, acht kussens en twee combaarsen
een ledikant met een blauw behangzel
een houte kleder kast waar in
een zwarte lakense rok
een blauwe lakense rok
een blauwe lakense jekkert
een blauw lakense baatje
twee blauw lakense broeken
een swarte satinette broek
elff witte mans hembden
twee witte diemetse baaytjes
drie linne slaap mutsen
ses linne dassen
twee chitse slaap cabaayen
vyff bedde lakens
zeeven linne kussens sloopen
drie paar witte katoene kousen
drie paar peeper en zout couleur kousen
twee witte zak doeken
vir paar schoenen
een groote en een klyne leedige hout kisten
een Bybel in quarto
Zilver werk
een paar zilvere schoen gespen
een paar silvere broek gespen
een silver hals slot
een paar goude hand knoopen
een goude hals knoop
Slaven des boedels
Jasper van Madagascar
Appollos van de Caab
Jephta van de Caab
Abraham van de Caab
Slavinne
Francina van de Caab met haare drie kinderen in name Jephta van de Caab
Cananga van de Caab
Christyn van de Caab

De ondertenoemene lyfeigenen zyn ingevolge dispositie van Judit Otendaal weduwe wylen den burger Willem Nel, in dato Junij 1784 naar ’t overlyden van haren zoon nu wijlen Willem Nel W:z gelegateerd aande jonge dogter Anna Conterman, namentlyk

Flora van de Kaap
Appollonia van de Kaap
Lena van de Kaap
Jephta van de Kaap

Caatje zynde ’t kind van eevengem: Appollonia

Flora zynde ’t kind van eevengem: Lena

Werdende alhier p: m: bekend gesteld dat onder de heer Johannes Smuts als executeur des testaments van wylen bovengem: Judit Otendaal, weduwe Willem Nel de oude, behalve eenige contanten waar van zyn E: des gerequireerd werdende, bereid is reekening en verantwoording te doen, nog zyn berustende de volgende schuld brieven tot den boedel van den overleedene behoorende, als

een scheepene kennis ten lasten van de manh: David de Villiers Jansz: de jonge, in dato 23 December 1784 groot thien duyzend guldens Indische valuatie met zeeven maanden verscheene renten a 5 p:c:t
een onderhandsche obligatie ten lasten van de manh: David de Villiers Jansz: de jonge in dato 1 February 1787 groot zeeventhien duyzend guldens Indische waarde met ses maanden renten a 5 p:c:t
een onderhandsche obligatie ten lasten van de manh: David de Villiers Jansz: de jonge in dato 1 February 1792 groot vyff duyzend vierhondert guldens met ses maanden renten a 5 p:c:t
een onderhandsche obligatie meede ten lasten van de manh: David de Villiers Jansz: de jonge in dato 9:e April 1795 groot drie duyzend guldens Indische valuatie
een secretarieele obligatie ten lasten van de burger Johan Diederik Rynders groot twee duyzend vyff hondert guldens Indische valuatie in dato 15 Maart 1785 beneevens 16 maanden verloopene renten a 5 p:c:t
een secretarieele obligatie ten lasten van Marthinus Theunissen in dato 14 May 1785 groot ses duyzend guldens Indische valuatie beneevens 16 maanden renten a 5 p:c:t
een scheepene kennis ten lasten van d’ edele Jan Willem Wernich in dato 9 Dec:br 1788 groot ses duyzend guldens met acht maanden renten a 5 p:cent
een scheepene kennis ten lasten van den burger Jan Bladt in dato 20 Maart 1789 groot thien duyzend guldens met vier maanden renten a 6 p:c:t
een notarieele obligatie ten lasten van den burger Jan Pieter de Villiers Jansz: in dato 20 April 1793 groot een duyzend guldens Indische valuatie met twee jaaren en drie maanden renten a 5 p:c:t

terwyl gemelde voogden aan zig gereserveerde houden de baate des boedels naader by reekening courant te zullen opgeeven.

Aldus gedaan en geinventariseerd op den twee en twintigste July 1795 ter sterfhuize voormeld ende zulks op het op en aangeeven van voorm: voogden, dewelke getuigden zich hier inne ter goeder trouwe te hebben gedragen, onder praesentatie zulks als gerequireerd werdende met solemneele eede te zullen staven, onder beloften dat wanneer indertyd zig nog iets tot den boedel behorende mogte worden ontdekt, zulks nader te zullen opgeeven ten eynde deeze inventaris daar meede te zullen amplieeren, hebbende dezelve tot meeder securiteit van het een en ander de minute deezer neevens de burger Ignatius Delport en den adjunct bode Johannes Wilhelmus Haubtfleisch als getuigen, mitsg:ds mij Secretaris meede behoorlyk onderteekend

’t Welk ik getuige: J: Wege, Secret:s

MOOC8/21.25

{17950410} 10 April 1795 Johannis van Aarden

Inventaris van sodanige goederen, behorende aan den boedel van wijlen den burger Johannes van Aarden, sodanig als deselve door mij onderg: ter woonplaatse van desselfs broeder den mede burger Hend:k van Aarden is geinventariseerd

een verzegeld kist
een tinne boter pot
een tinne trek pot
een tinne kom
een tinne bort
een tinne lepel
een aangelegte ploeg schaar
een aangelegte pik
een boter vat
een ancker vaatje
een rooster
twee neuwe graven
een osse wagen met zijn toebehoren
seven trek ossen
een reijd paard
1 zadel en 1 toom
1 slavin gen:t Sabina van de Caab
een slavin gen:t Catrijn , door de overl: blijkens de in den boedel gevondene onderhands briefje zoude hebbende in vrijdom moet worden gesteld
    Rd:s
van Dirk Gijsbert Verwey, voor reek: van den boedel ontfange zijnde zoveel als den overleden onder zijn berusting heeft gelaten om deselve aan Jan Loots te overhandigen 100
als meede nog om kruijt en loot voor Opperman in te kopen 17
Zamen   Rd:s117

Volgens opgaaf van gem: Verweij, zouden den boedel nog competeren zo als den overleden hem mondelings heef opgegeven, als

  Rd:s
van Simon Sandenberg voor 91 schapen 34
van Adriaan Bantam voor
1 wagen 45
1 paard 40
1 zadel 21
1 geweer 18
1 os
14 schapen
Theodoris Kriel over geleeverde penn: 100
Theodoris de Clercq wegens vercogte schapen 15
Adriaan van Jaarsvelt wegens vercogte schapen 4

Paarde Bergh den 10 April 1795

J:M: Prins

P:m: den boedel competeerde nog

  Rd:s
van Samuel de Beer wegens twee onderh: obligatien de datis 16 Februarij 1790 en 1 Maij 1791 aan capitaal 200

MOOC8/21.26

{17950205} 5 Februarij 1795 Catharina Margaretha Ryneke

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten, als ab intestato metter dood zijn ontruijmd ende naargelaten door Catharina Margaretha Ryneke wed: wijlen Johannes Hermanus Brinkman ten voordeele der volgende erfgenamen, als

1) Casparus
2) Adam Johannes Ryneke
3) Josias Ryneke zynde broeders van de overledene
4) het nagenalete kind van wylen haare zuster Anna Elizabeth Ryneke in onegt bij wylen den capitain ter zee Matthys Bosman verwekt, in name Elizabeth Martha Catharina Bosman oud 13 jaren

zodanig ende indier voegen als de zelve door ons ondergeteekende Clercq en Bode der Weeskamer zyn g’inventariseerd, bevonden te bestaan, in de volgende namentlyk

Ten huyze van den burger Josias Ryneke alwaar d’ overledene is woonagtig geweest, als

een tafel
een oude katel
waar op
een oude bed
drie oude kussens en
een oude combaars
een cop:e kandelaar
een tinne trekpotje
een oude zoutvaatje
een oude stoel
een oude bank
twee yzere potten defect
een pars yzer
een oude kistje
een oude kist waar in
zeven oude rokken in zoort
drie sloopen
twee laakens
drie oude kabaatjes
een paar koussen
een hemd
Leyf eigenen des boedels
een slave meid genaamd Esperanche van Mosambicque
een slave jongetje genaamt Achillis van de Caab

NB: zullende die dood en andere schulden deses boedels by de generale boedel reekening bekend gesteld worden.

Aldus verleeden aan Cabo de Goede Hoop op den 5 Februarij 1795 ten huijze voorm: ende zulx op ’t op en aangeeven van meergen: Josias Ryneke, denwelke betuygde zig ter goeder trouwe gedragen en niets versweegen te hebben voor zo verre hem bewust is dat tot de voorsz: nalatenschap behoorende onder presentatie des gerequireerd werdende met solemneele ede gestand te doen; met verder belofte zo wanneer in der tijd iets mogte ontdekken, daar van getrouwelyk opgaaf te zullen doen, tot sekerheid van het een ander is deese door de inventariend benevens ons eigenhandig onderteekend.

Voor den opgaaf: Josias Reijneken, H:E: Blanckenberg, J:M: Prins

MOOC8/21.27a

{17950129} 29 Januarij 1795 Francois du Toit

Inventaris des boedels van wijlen Francois du Toit opgetekent den 29 Januarij, anno, 1795

Een leenings plaats genaamd de Sanddrift in de Boesenelle Rivier geleegen aan de Breede Rivier
4 tafels
2 rakke
1 rustbank
4 stoelen
3 emmers
6 yzeren potten
1 ketel
1 rooster
1 koeke pan
2 drievoete
1 potlepel
1 vuurtang
1 meelzift
1 zeepvorm
1 botter kern
1 kleijn bottervaatje
1 groot bottervat
1 half legger
1 bierpijpen
1 vuurtesje
1 half leggers baalie
7 porcelaine borden
1 tinne kom
2 tinne schotels
1 tinne zout vaatje
2 tinne trek potjes
1 tinne zuijker trommel
1 porcelaine kopje en pieringe
1 blekke peperdoos
1 zuijker scheer
1 bierglas
2 kleine flesjes
11 bottels
3 aarde kanne
1 Keulsche kan
16 tinne lepels
15 staalen vorken
1 grote aarde kom
1 aarde kom met zijn deksel
1 tinne zop lepel
2 koperen kandelaars, 1 snuijter
3 blekke trommels
2 kleerborstels
1 coffijmolen
1sluijtmandje
3 ballast mandjes
1 yzeren strijkijzer
5 bultzakken
5 dekens
14 kussens
4 kartels
3 aarden potten
1 kapstok
1 tinne waterpot
3 grote kiste
2 halve kiste
1 schuijfdoos
1 bout met zijn boeijen
1 ploeg met zijn toebehoor
nog een ploeg zijn yzerwerk
1 ploegschaar
1 eg met houte tande
2 wagens
1 tentzijl en 10 zakke
2 tent matjes
12 jukke met zijn toebehoor
3 schoorsteen kettings
4 vuuren houtenplanken
3 pikken
1 klippik
4 graven
1 hout bijl
1 fijl en 1 raspe
1 handbijl, 1 holdistel
1 duijms boorder en 1 van 3/4
1 spanzaag en 1 handzaag
5 bijtels
2 knijptange
1 passer
5 schaven
1 snijmes en 1 handhamer
1 kou bijtel en 1 doorslag
4 hengzels en 4 duijmen
een partij oud yzerwerk
1 slijpsteen
5 ziggels
1 kroos en 1 winkelhaak
2 kooren schoppen
1 kruijs hout
1 ankervaatje
nog 1 oude vaatje
een partij houtwerk
1 oude buijk plank
2 kooren vorken
1 teer bus
3 wagenbankjes
1 ligterhout
1 zadel en 1 toom
1 geweer
1 Afrikaanse slaaf
2 Mosambikers [slaaf]
1 Malabar [slaaf]
2 merrij paarden, 1 hengstveulen
1 zwarte jonge hengst
2 rij paarde
471 aanteel schapen
123 aanteel bokken
40 aanteel beesten
12 melk koeijen met haar kalvers
27 trek ossen
8 verkens
2 veld stoeljes
1 bandelier
1 Bijbel, 2 predikaatsie boeken
8 boeke van ander zoort

MOOC8/21.27b

{17931026} 26 October 1793 Francois du Toit

Inventaris des boedels van Francois du Toit woonagtig aan de Poesenelle Rivier opgeschreeven den 26 Octob: 1793.

  Rd:s
1 leenings plaats genaamde de Sand-drift in de Poesenelle Rivier , geleegen aan de Breede Rivier 1333:16
4 tafels 14:--
2 rakke 1:--
1 rustbank 4:--
4 stoelen 2:--
3 emmers 2:--
6 potten ijzeren 15:--
1 ketel 1:24
1 rooster 1:--
1 pan 0:24
2 drie voete 0:12
1 pot-lepel 0:24
1 vuurtang 0:12
1 ketel met een confoir 1:--
1 meel-zift 0:24
1 zeep-vorm 3:--
1 kern
1 kleyn botter vaatje 6:--
1 groot bottervat
1 half legger 3:--
2 bierpijpen 8:--
1 half leggers baalie
1 vuur tesje 0:12
7 porcelaine borden 2:--
8 porcelaine grove borden
1 tinne kom 3:30
2 schotels tinne
1 tinnen zoutvaatje
2 tinnen trek potjes
1 tinnen zuyker trommel
6 porcelaine kommetjes 1:24
6 porcelaine pierintjes en 4 kopjes
1 tinnen peeperdoos 1:24
1 zuyker-scheer
1 bierglas
2 kleine flesjes
18 ronde bottels
2 keller-flesse
2 aarden kanne 1:--
1 Keulsche-kan
19 tinnen lepels 1:24
11 staalen forken
1 groote aarde kom 1:24
2 aarde saus potjes
1 aarde kom met zijn dekzel
1 groote aarden schotel
1 tinne zop lepel
2 koperen kandelaars, 1 snuijter 1:24
3 blekke trommels 1:--
2 kleerborstels
1 coffij-molen 1:--
1 sluijt-mandje
2 ballast-mandjes
2 ijzere strijkijzers 1:--
5 bult-zakken 100:--
5 deekens
14 kussens
4 kartels 6:--
1 stoof
2 aarden potten 1:--
1 kap-stok
1 tinne waterpot
3 groote kisten 6:--
2 halve kiste 2:--
1 schuijf-doos 0:24
1 hakmes
1 bout met zijn boeijen 0:24
1 Bijbel en 2 predicatie boeken 10:--
8 van ander zoort boeken
1 ploeg met zijn toebehoor 12:--
1 ploeg-schaar
1 eg met houte tanden
2 half sleete wagens 125:--
1 tentzijl en 16 zakken 15:--
4 tentmatjes 0:24
12 jukke met zijn toebehoor 6:--
3 schoorsteen kettings 3:--
200 voet vuuren houten planken van 1/2 voet breed 12:--
3 pikken 4:--
1 klip-pik
5 graaven 3:--
1 houtbijl 2:--
1 fijl en 1 rasp
1 handbijl en 1 holdistel
1 duijms boorer en 1 van 3/4 1:--
1 spanzaag en 1 handzaag 1:24
5 bijtels 5:--
3 knip-tangen
2 passers en 2 schaave
1 snijmes en een hand hamer
1 kou bijtel en 1 doorslag
4 hengzels, 4 duijmen
een partij oud ijzerwerk
1 slijp-steen 2:--
5 zikkels 1:24
1 voet wasch baalie
1 Afrikaanse slaaf Jonas 333:15
2 Mosambikers [slaaf] Adonis en November 380:--
1 Malabaar slaaf David oud 50:--
3 merrij peerden en 1 hengst veulen 35:--
1 jonge hengst 35:--
1 rijpeerd 35:--
510 aanteel schaapen 191:12
112 aanteel bokken 28:--
44 aanteel beesten 132:--
14 jaarige beesten 35:--
11 kalvers 11:--
10 verkens 5:--
25 trek-ossen 200:--
4 jonge beestjes van 2 jaar 15:--
  Rd:s3218:40

Wij hier ondergeteekende hebben den 26 October 1793, deeze hier voren gespecificeerde goederen bevonden bij voorgedachten Francois du Toit

Joseph van Eeden

Abraham Seliee

Daniel Louw Jacobus zoon

Johannes Fransooys du Tooy D’ soon

Wij ondergetekende hebben den 29 Januarij, 1795 deze hier voren gespecificeerde goederen bevonden op de plaats van den overleeden Francois du Toit

Simon Jacobus Sandenberg

Jacob Naude

Gabriel du Tooijt

Hercules Smit

MOOC8/21.28

{17950121} 21 Januarij 1795 Anna Hugo

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten, als ab intestato metter dood zijn ontruymd ende naargelaten door Anna Hugo weduwe wylen den burger Jacob de Villiers Abrahamsz ten voordeele haarer nagelatene kinderen, met naamen

1) Johanna Jacoba de Villiers huysv:w van den burger Pieter Daniel de Villiers P:z
2) Abraham Paul oud 22
3) Margaretha Susanna oud 16 en
4) Daniel Francois de Villiers oud 14 jaaren

Zodanig ende in diervoegen als dezelve door ons ondergetekende gecomm: Weesm: zijne geinventariseerd en opgenoomen, bestaande dezelve uit de volgende, namentlyk

Een opstal staande op de leenings plaats [ ..... ]

Op evengem: plaats en aldaar

In ’t voorhuijs
een staande horologie
een wasch fonteijntje met zijn balij
drie rakken waarop
een parthy porc: en glaswerk in zoort
een ceijffer leij
twee tee tafels
zeeven stoelen
een eetens tafel
een aarden pot
1 vuur stoof
1 tinne keetel
een cop:e kandelaar
in twee glaase muur rakjes
een parthy tee porc: in zoort
een tinne trek potje
een tinne schenkblad
In de kamer ter regterhand
een ledikant met rood behangsel
een katel aan de onmondige kinderen ter hunnen gebruijke afgegeven
een rustbank
een ledige kist aan de onmondige kinderen ter hunne gebruijke afgegeven
een kleere kastje
zes stoelen aan de onmondige kinderen ter hunne gebruijke afgegeven
een leedige kist
een vierkante tafel
een kelder met led: flessen
een ledige kist
een cop: koffykan
een cop: vyssel met zijn cop: stamper
drie cop: kandelaars
een kap stok
In de kamer ter linkerhand
twee spiegeltjes
een spiegel tafeltje
twee stoelen
een kleeder kastje
een blikke trommel
een ledikant met wit behangsel waar op
twee buldzakken
twee peuluwen
agt kussens
twee combaarsen
een katel waar op aan de onmondige kinderen ter hunnen gebruijke afgegeven
twee buldzakken
twee peuluwen
agt kussens en
twee combaarsen
In de kombuijs
vier yzere schoorsteen kettings
ses yzere potten
een yzere koekepan
een yzere schuijmspaan
een cop: taartepan
twee cop: kookketels
een cop: leepel
twee cop: strijkyzers
een bak kist
een water halfaam
een combuijs tafel
een meel seeft
een vuur tang
een asch schop
twee water emmers
Op de zolder
twintig ledige zakken
een koorn harp
een koorn scheepel
een koorn schop en voorts
een een parthy rommeling
In de smits winkel
een aambeeld
een spier haak
een bank schroef
een blaas balk
thien ploeg schaaren
vier pikken
twee graaven
een swengel
twee vleesch balies
ses tuygen en
ses toomen
een parthy smits gereedschappen en oud yzerwerk
In de kelder
vyf ledige leggers
een halve legger
een trap balij
een oude tafel, een zak met veeren - aan den jongsten zoon in steede van een bed afgegeven
een yzere pot
en voorts, rommeling
een tend matje
In een buyten kamer
een parthy dek stroo
een brood mes en
een parthy rommeling
In den wagen huijs
een paar wagens met zijne toebehooren
een osse wagen met zijne toebehooren
twee oude wagens defect
een kar
drie egge met ’t yzer tanden
een leedige legger
twee span jukken
drie ploegen
een ladder
een teer puts en voorts
een parthy oud houtwerk en rommeling
een ros moolen
Op de dorsch vloer
een restand van een coorn miet
een garst mudt circa 2000 gerven
In de paarde kraal
vyf wagen paarden
vyf merrij paarden
In de beesten kraal
thien aanteel beeste
veertig trek ossen twee gecreveert
In de schapen kraal
een honderd en dertig schapen en bokken
sesthien varkens
Lyf eigenen des boedels
een slave jongetje gen:t Africa van de Caab
een slave meid gen:t Diena van de Caab
een slave meid gen:t Rosalyn van de Caab
een slave meid gen:t Lea van de Caab

welke evengem: vier Africaanse slaven ingevolge de testamentaire dispositie door de overleedene met haare voor overledene man in dato 10 Sept: 1787 voor den toenmaligen secret: van Stellenbosch en Drakenstein de heer Anthony Alexander Faure en zekere getuygen mutueel opgeregt onder de kinderen aan de meestbiedende moeten werden verkogt.

Weshalven dan door ons gecomm: Weesm: ter presentie van de gesamentlijke kinderen tot de verkoping getreeden zijnde, zijn deselve slaven onder conditie dat gedurende de openstaan des boedels den gemeener boedel moeten blyven dienen in volgenden voegen verkogt en ingemeind, als

  Rd:s
Africa door Daniel Francois de Villiers voor 213
Diena deur Margaretha Susanna de Villiers voor 399
Rosalijn door Pieter Daniel de Villiers P:z voor 220
Lea door Abraham Samuel de Villiers voor 245

Voorts nog de volgende lyfeigene, als

een slave jonge gen:t October van Bengalen , wagenryder
een slave jonge gen:t Salomon van Mosambicque , wagenryder
een slave jonge gen:t Gedult van Madagascar , coetsier
een slave jonge gen:t Adam van Madagascar , schape wagter
een slave jonge gen:t Hoezaar van Mosambicque , werksjonge
een slave jonge gen:t Aron van Mosambicque , wagenryder
een slave jonge gen:t Kees van Mallabaar , beestewagter
een meid gen:t Roset van Mosambicque
Inneschulden
  Rd:s
van den burger Pieter Daniel de Villiers Pietersz over successive geleende contanten volgens desselfs eigen opgaaf een somma van 614
van den burger Jacob de Villiers P:z voor een vragt koorn - desperaat 25
Lasten des boedels
  Rd:s
aan de voogden den minderjarige kinderen van wylen d’ edele Jacob de Villiers Jansz: ende zulx ten behoeven van gem: kinderen op een ond: obligatie de dato 2 Jann: 17 [ ..... ] aan capitaal ƒ5000 ofte 1666:32
met den intrest van dien a 5 p:r c:o per a:o zeedert den 2 Jann: 1794
aan de minderjarige Abraham Paul de Villiers Jacobsz: over aan de overl: vir bewaring gegeven contant 96:--

zynde wyders nog in den boedel gevonden een onderhandsch geschrift de dato 17 October 1784 en een onderhandsch geschrift de dato 23 September 1793 met welke beide schriftuuren consteerd dat by de overledene nevens de weduwe Petrus Jacobus Hugo in maatschappij voor der bezeeten den opstel van zeekere lenings plaats gen:t Welbedagt gelegen aan de Drevens Vallij , door wylen Jacob de Villiers Abr:z van den burger Francois Rossouw voor de somme van vyf duijzend guldens gekogt onder deeser conditie dat indien den verkopen ofte zijne huysvrouw in der tijd geneegen mogte zijn meedering op de zelve plaats te komen woonen, den coper als den verpligt zouden zijn den opstal derselve tegens restitutie der ontfangene coopp: aan hen ofte zyne ’t huysvrouw weeder af te staan, dog des verkopen met van zints zijnde de plaats weederom terug te neemen in dat geval aan hem nog ses hondert guldens boven en behalven de reets ontfangene coopp: zouden moeten worden betaald na door leesing van welke schriftuur door der in den hoofde deses gem: Pieter Daniel de Villiers P:z wierd te kennen gegeeven hem bewust te zijn de voorsz plaats bij s E: Comp:ies wildschutten boeken op de naam van voorm: Francois Rossouw continueerde, mitsgaders dat hij sustineerde doet den verkopen evengem: Francois Rossouw met ongeneegen zouden zijn den voors: opstal tegens de restutitie der ontfangene cooppenningen weeder terug te neemen en dat hij vooronderstelde dat deese schikking allezints ten meeste voordele des boedels zoude strekken, overmits hij vermeende dat niet allen bij publicq verkoping der voorsz: opstal de gem: zom van ƒ5000 niet zouden worden behaalde, maar daar en boven ook nog in dat geval aan meergem: Francois Rossouw met den boedel ƒ200 zouden moeten worden uitgekeert van welke een en ander gecomm: Weesm: hebben vermeent aan het Collegie rapport te moeten doen, ten einde daaromtrend zodanige maatregelen kunnen worden genoomen als hun E:E: ten meesten voordeele den minderjarigen nut en nodig zullen oordeelen.

Per memorie word alhier wyders nog bekend gesteld dat op verzoek den gezamentlyke erfgenamen de kleederen der overledene onder de twee jonge dogters, mitsg:s het weinige linnen goed des boedels onder de gezamentlyke kinderen zijn verdeelt geworden.

Aldus gedaan en geinventariseerd ten woon plaatse van de voosz: hier bovengem: op den 21 Jannuary 1795 ende zulx op t op en aangeven van de in den hoofde deses gem: Pieter Daniel de Villiers P:z dewelker verklaarden zig daar in ter goeder trouwe gedragen en zyners weeten niets verzweegen te hebben wat tot de voorz: nalatenschap behoorde, onder presentatie des gerequireerden met solemneele eede te zullen staven en verder belofte zo wanneer in der tyd iets mogte ontdekken zulx getrouwelyk op te geeven om als den deser inventaris daar meede te kunnen amplieeren, en tot sekerheid van dien is deesen inventaris door den inventarient voorm: benevens ons gecomm: Weesm: onderteekend.

Als gecomm: Weesm: W:J: van Oostersee, A: Berrangé

P:r D:l de Villiers

Mij present: G:A: Watermeijer, adj: gesw: Cl:q

MOOC8/21.29

{17950228} 28 Februarij 1795 Johannes Fischer

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als er op den 24 deeser ab intestato metter dood zyn ontruymd ende naargelaten door den majoor den Arthellerij alhier de manh: heer Johannes Fischer ten voordeele zyner nagelatene kinderen, met namen

1) Johannes Fischer, Commissaris van Chiviele en Huwelyx Zaaken
2) Pieter Ulrich Fischer, Capitein der Arthellerij
3) Johanna Elizabeth Fischer get: met den oud commissaris voorm: d edele Pieter Myering
4) Anna Jacomina Fischer huysvrouw van de majeur der Arthellerij de manh: heer George Coenraad Köchler
5) Rykje Catharina Fischer geh:d met s:r Ryk Arnoldus Mauritius Cloete
6) Lucas Fredrik Fischer, Leutenant der Arthellerij voorm: minderjarig

Zodanig ende indiervoegen als deselve door ons ond: gecomm: Weesm: zijn g’inventariseerd en opgenomen, bevonden te bestaan in de volgende, namentlyk

Een stuks huys erf met de daar op staande gebouwen geleegen in deese Tafel Valleij agter ’t terrein van ’t nuwe hospitaal en aldaar No: 1 en 2 volgens erfgrond brief van den 21 Meij 1794 zynde ’t woonhuys en verdere gebouwen van de overledene
een stuks huys erf met de gebouwen zynde drie huurhuysjes staande ende gelegen in deese Tafel Valleij agter ’t terrein van ’t nuwe hospitaal en aldaar No: 5 ingevolge transport van den 14 Julij 1777
een huys en erf staande ende gelegen in deese Tafel Valleij in ’t Blok G en aldaar No: 9 bl: transport van den 26 April 1769

In ’t woonhuys van den heer overledene en aldaar

In ’t voorhuijs
vier stoelen
In de camer ter regterhand no: 1
zes stoelen met kussens florette damast
een rood ophaal gordijn
drie schilderyen in zoort
drie schilderyen zijnde famielje stukken en met bewilling der gesamentlijke erffgenamen aan d’ edele J:H: Fisscher afgegeven
een cabinet met zilvere beslag ingevolge ond: dispositie van den heer overl: d:d: 7 Feb: 1795 aan desselfs dogter juff: Rykje Catharina Fischer gelegateerd en aan deselve afgegeven
In de kamer ter regterhand no: 2
twee rood ophaal gordynen
vier spiegels met vergulde lysten
agt illusters met vergulde lysten
vier geurridons
twaalf stoelen en twee leeuning stoelen met vaste rode trype kussens
twee speel tafels met groen laken bekleed
zes witt cop: quispedoors
een tapijt
twee jalosie matten
In de kamer ter linkerhand
een rood ophaal gordyn
een spiegel met vergulde lysten
neegen schilderyen met vergulde lysten
twaalf stoelen en twee leuningstoelen met vast rode trype kussens
een vierkante tafeltje
een vierkante tafeltje kleinder
een piano forte
een licquer kistje met 4 glase flesjes
vier geurridons
een kanape
een jalosie mat
zes geel cop: quispedoors
In de gaanderij
twee wit ophaal gordijnen
een spiegel met note bome leysten
twee armblakers
zeve schilderyen met vergulde lysten
twaalf stoelen met 12 losse rode trype kussens
een spiegel tafeltje met een steene blad
een vierkante sij tafel
een stinkhoute buffet kastje met zilver beslag
een stinkhoute cabinet met cop:r beslag
een glase cast met zijn stel porc: kast potten
en daar in
vier wit cop:r kandelaars
een parthy glas werk in zoort
twee jalosie matten
In de schrijf kamer
een schryf comptoir ingevolge opgem: dispositie gelegateerd aande minderjarige zoon Lucas Fredrik Fisscher en ter zyner gebruyk afgegeven
een boeken kas waar in
een parthy boeken
een astrolabier
een papiere rak
drie hand rottings
in opgen: boeke kast
een parthy booren
een restantje speel kaarten
een restantje zyde en kemels garen
een restantje schryf papier
een parthy cop: beslag
een lap groen laken
een lap groen tryp
een blikke trommeltje
een kasje met medikamenten
een lap wit Chinaas linnen
vier troetels
In de dispens
twee opslag tafels
een vierkante tafel
agt houte vuurstoven
een kelder met led: vlessen
een kelder met led: vlessen
een kelder zonder vlessen
een rood cop: theemasine
een rood cop: confoor
een vleesch vat
twee boter [vat]
een yzer pot
twee emmers met cop: hoepels
voorts een parthy led: bottels en rommeling
een porc: wasch lampet
In de combuijs
een combuys cast
een combuys cast
twee combuys tafels
een water halfaam
een cop: beeker
twee water emmers
een groote cop: ketel
een cop: vyssel en 1 yzer stamper
een houte vyssel en 1 yzer stamper
een cop: kookketel
zes cop: castrollen
een taartepan
een schumspan
een rasp
twee yzere potten
twee yzere koekepannen
een yzere rooster
twee yzere schoorsteen kettings
een vleesch blok
een rak
een vulnis balij
een ryst blok met zyn stamper
een led: kist
In de verfhok
een half aam met witlood
een led: kelder en
een parthy verfstoffen
Op de zolder en aldaar in de gaanderij
thien stoelen met thien kussens
een groote tafel
twee speeltafels
In de boven kamer no: 1
een tee tafel
een stoel
een kast met een restantje tee
agt en twintig pakjes wit ruw garen
In de boven kamer no: 2
een wit ophaalgordijn
vier stoelen in zoort
twee Bybels
In de boven kamer no: 3
zes stoelen
In de boven kamer no: 4
een ledikant
een ledikant, drie beddens en een mattras met hun toebehooren
een kleere kast
een kleere rak
een rustbank
een katel van stinkhout
een katel van jatyhout
een led: kist
een stinkhoute kast ingevolgen meergem: dispositie gelegateerd aan juff:r Rykje Catharina Fischer
een groote chambreel
een led: kist
In de boven camer no: 5
een teeken tafel
een huys lantaarn
vyf Keulse potten
ses aarde potten
een blikke bak
een led: kist
een boeken rak
een kastje tee
vier cop: taarte pannen
vier cop: ham ketels in zoort
een cop: kaarse bak
een cop: braad pan
twee cop: schalen
twee cop: schenkborden
een vuurtesje
drie yzere potten
twee yzere braad pannen
een yzere spit
een yzere rooster
zes blikke trommels
een blikke rasper
een blikke nagt blaker
een tinne coffy kan
twee tinne cransen
een sla mandje
vier houte armblakers
twee muyse vallen
een led: kastje
een rak waar op
vier porc: soepterrine
thien porc: schotels
een porc: pons com
zeeventig porc: borden in zoort
een groote porc: kom
taggentig witte borden in zoort
voorts een parthy porc: in zoort
In de boven camer no: 6
een groote copje
een lantaarn
Op de agter plaats
een huys trap
een baletje
een cruywagen
een kap blok
In de paarde stal
zeven paarden waar van twee ingevolge den letter van meergem: dispositie gelegateerd aan de minderjarige Lucas P: Fredrik Fischer
een voor kist
drie oude zadels
agt carrewij tuygen
vier tuijgen met cop: beslag
een rood lakensche schaback
Op de stal zolder
drie led: kasten en
een restantje paarde voeder
drie oude balies
een caf zeeft
twee oude emmers
zeven caf zakken
vyfthien mudde zakken
In de buyten vertrek
twee pikken
een deur kassyn met zyn deur
twee deur kassyns
twee schuyf kassyns
twee bol kazzyns
negen oude ramen
twee schaaf bank
een oude tafel
een hakzel bank en zyn mes
een oude draagstoel
twee oude kisten
een parthy rommeling
vier jathy houte balken
drie balijs
drie greenhoute balken
een water halfaam
een huys ladder
In de wagen huijs
een chais met twee tuygen ingevolgen meergem: dispositie gelegateerd aan meerm: mind: L:F: Fischer
een cap wagen
twee kap stokke
een parthij rom:
In de pakhuys no: 1
twee led: leggers
een halve legger
thien bierpypen in zoort
twee halfamen
een halfaam met wijn
een parthy loot
twee wyn bokken
een parthy stelling hout
vier kasten met led: bottels en kannen
twee heevers
een parthy hoepels
een houte tregter
een kast met selters water
een kastje met een grond boor
een tros vyger touw
een stuk zwart ebben hout
drie led: kasjes met een parthy oud yzerwerk
twee kleine tafels
In de pakhuys no: 2
een nieuwe paarde wagen
een oude paarde wagen
een oude kar
een gemaks stoel
een combuys tafel
een wagen kistje
vyf veld stoelen
een tobaks mes
een boter vaatje
een thuyn schaar
een hakke bord
een hakkebord
zes led: kastjes
een parthy rommeling
Zilverwerk
veertien vorken
twaalf leepels
een zoep leepel
een schenk bord
een zuyker trommel
een koelbakje met
zes tee leepeltjes
twee vorkjes
een paar schoen gespen
een paar knie gespen
loot oud zilver
Lyf eigenen des boedels
een slave jonge gen:t Fortuyn van Batavia , welke ingevolge dik: gem: dispositie van den heer overl: de vryheid is gelaten by iemand der erfgenamen na eigen verkiesing te gaan woonen heeft den zelvs over zulx gekosen te woon te gaan d’ e:e: Johannes Henricus Fischer
een slave jonge gen:t Mentor van Boegies , aan dewelke bij: voorm: dispositie aan deselve de vrijheid is gegeven zyne te kiesen bij wien hij zig ter woon zoude begeeven heeft denselven over zulx gekosen om bij juff: Anna Jacomina Fischer te gaan
een slave meid gem:t Alet van Boegies , dewelke almeede ingevolge voorn: dispositie gekosen heeft te gaan woonen bij Johanna Elizabeth Fischer
een slave meid gen:t Soentier van Boegies , desselfs voorm: en heeft gekoosen te gaan te wonen bij opgem: e: Johannes Hend:s Fischer
een slave meid gen:t Betje met haar kind gen:t Andries beide van de Caab alle welker vier lyf eigenen ingevolge de gem: dispositie van de heer overledene gelegateerd zyn aan de jongste dogter juff:w Rykje Catharina Fischer en ook aan haar afgegeeven
een slave meid gen:t Leentje met haar kind gen:t Fredrik meede van de Caab

voorts nog de volgende

een slave jongen gen:t Leander van Batavia , zynde metzelaar
een slave jonge gen:t April van Chego
een slave jonge gen:t Fortuijn van Bengalen
een slave jonge gen:t Pluto van de Cust
een slave jonge gen:t Malacca van Coushien , staljonge
een slave jonge gen:t Barent van Amarachie , metzelaar
een slave jonge gen:t Castor van Chijlon , metzelaar
een slave jonge gen:t Apol van Sambaua
een slave jonge gen:t May van Sambaua , coetzier
een slave jonge gen:t Thelemachus van de Caab , metzelaar
Contanten des boedels
  Rd:s
een zomma van 1382:6
dagvaar van tot begraffenis kosten als anderzints is uitgegeven een somma van 317:40
resteerd over zulx t geen by de invetarisaten is bevonden een zomma van een duyzend vier en zestig en zes en dertig stuyvers
Inneschulden
  Rd:s
de manh: Joost Rynhard van As volg:s de schuld boek van de heer overl: per rest 33:44
de manh: Frans de Nekker volg:s de schuld boek van de heer overl: per rest 66:20
de manh: Frans Myer volg:s de schuld boek van de heer overl: per rest 52:12
de manh: Laurens Janssen volg:s schuld boek van de heer overl: per rest 107:--
s:r Joh:s Franke volg:s de schuld boek van de heer overl: per rest 37:30
Fred: de Jager volg:s de schuld boek van de heer overl: per rest 81:12
bombardier Nymen volg:s schuld boek van de heer overl: per rest 37:36
Lyst van Colijn volg:s schuld boek van de heer overl: per rest 36:--
de wed: Hendriks volg:s schuld boek van de heer overl: per rest 128:36
de heer Cloete d’ oude volg:s schuld boek van de heer overl: per rest 82:24
de manh: Dolph Cloete volg:s schuld boek van de heer overl: per rest 33:--
d’ edele Jac:s de Vos volg:s schuld boek van de heer overl: 120:--
over drie maanden metzelaars huur voor reek: van Schoonkruijt

Werdende voorts alhier pro memorie nog bekend gesteld dat de klederen wat verder tot het lighaam van den heer overl: heeft bekomd onder de drie zoons, mits gaaders ’t linnen goed des boedels onder de gezamentlijk kinderen ten hunner allen genoegen in gelyke deelen verdeelt geworden.

Aldus gedaan en g’inventariseerd ten huyze voorm: op den 28 Feb: 1795 ende zulx op ’t op en aangeven van de in den hoofde deeses gen: Joh:s Hend: Fischer en Pieter Ulrich Fischer, mitsg:s s:r Ryk Arn:s Mourietius Cloete, dewelke betuygen zig in ’t op en aangeven ter goeder trouwe gedragen te hebben en hunnens wetens niets verzwegen te hebben dat tot voorsz: nalatenschap behoorde, alles onder presentatie van eede met verder belofde zo wanneer inder tyd iets mogte ontdekken daar van getrouwelyk op gaaf te doen, en in teken den waarheid dese door die inventariente benevens ons ond: gec: Weesm: eigenhandig onderteekend

Als gecomm:e Weesm: W:J: van Oostersee, A: Berrangé

Voor den opgaaf: J:s Fischer, P:r U: Fischer, R:A:M: Cloete

Mij praesent: J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/21.30

{17950407} 7 April 1795 Dominique Mutran

Inventaris van zoodanige goederen, als er met ter dood zyn ontruymd ende naargelaaten door den alhier weegens ziekte overgebleevenen cannonier van ’t Deensche schipgenaamt Dominique Mutran door ons ondergeteekende ten huyze van George Mossino alwaar denselven gelogeert was en op den 6 April deeses jaars overleeden is, in geschrifte gebracht hebbende dezelve goederen, bestaan in de volgende, als

een kist
waarin
een oude laakense rok
een oude laakense baatje sonder mouwen
een fluweele onderpak
twee nieuwe Chinaasch linne broeken
twee blaauwe gestreepte lange broeken
zes bonte baaitjes
een geel gestreepte lange broek
vier witte hemden
een oude sprey
een lap chits
een witte en
een bonte doek
een party oude kousen
een paar nieuwe schoenen
een paar pampoesjes
een oude witte broek
een oude witte hemd
een oude ronde hoed
een oude toilet spiegeltje defect

Aldus gedaan en geinventariseerd ten huize bovengemeld aan Cabo de Goede Hoop op den 7:e April 1795.

J:G: Rupertie

G:t Schierhout

MOOC8/21.31

{17950420} 20 April 1795 Theodorus Hegers

Höhne

Inventaris van alle zoodanige goederen en effecten, als er op den 16 deezer ab intestato met ter dood zyn ontruymd ende naar gelaaten door den burger Theodorus Hegers ten voordeele zyner ondertenoemene kinderen by wylen zyne vooroverleedene huisvrouw, genaamt Anna Catharina Martens in echt verwekt en deszelfs kindskinderen, als

1) Johannes Jacobus Hegers, mondig
2) de kinderen van wylen Sara Theodora Heegers, in huwelyk verwekt by den burger Johan Bernh:s Rykheer, met naamen a) Anna Catharina oud 9 jaaren
b) Sara Theodora oud 7 jaaren
c) Maria Rykheer oud 5 jaaren

zoodanig ende indier voegen als dezelve door ons ondergeteekende gecomm: Weesmeesteren zyn geinventariseerd en opgenoomen, bevonden te bestaan in de volgende, namentlyk

Een huys en erf staande ende geleegen in deeze Tafelvalley zynde een gedeelte van ’t erf No: 2 groot in zyner grond 27 quadraat roeden en 41 quadraat voeten en 87 gelyke duymen

en aldaar

In ’t voorhuys
twee zakken met meel
In de kamer ter rechter hand
een Vriesche klok
een kleeder kast waarin
enige wynige kleederen en linnengoed van den overleeden door ons onderget: gecomm: Weesm: aan deszelfs eenige nagelaat zoon voorm: Johannes Jacobus Hegers afgegeeven
een ledikant met rood behangsel waarop
een bed, peuluw, zes kussens een chitse en een wolle deeken
neegen stoelen met drie leedere kussens
een schryf comptoirtje
een lessenaar met zyn voet
een stelletje met een witte porcelaine nagtspiegel
een paruike doos
een opslag tafel
twee vierkante tafels
zeeven blikke trommels in zoort
drie mandjes in zoort
een oude zabel
een oude pistool
drie kastpotjes
In de kamer ter linker hand
elff schilderyen in zoort
zes spiegels met vergulde lysten
een ledikant met wit behangsel
een eetens kast
een tafelblad met zyn pooten
twee aarde kannen
een aarde pot
een hand lantaarn
In de gaandery
drie groote kisten in zoort
een bakkist
een combuystafel
een yzere balans met twee koopere schaalen
neegen ponden loodgewigt
drie houte bakken in zoort
twee dekstoelen
een rystblok
vyf en twintig yzere koekepannen
zeeven halfsleeten mudde zakken
een oud vaatje
een balytje
een rolstok
een hout vyzel met zyn stamper
In de combuys
een combuys tafel
een waterhalfaam
een boter vaatje
twee emmers
een kapblok
een houte doos
een waschbaly
een oude scheeps lantaarn
een koopere taarte pan
een koopere kookkeetel
zes yzere potten
een yzere rooster
twee yzere schoorsteenkettings
een yzere drievoet
een handbyl
een rood koopere koffykan
een blikke trechter
vier koopere kandelaars
een tinne [kandelaars]
een tinne schenkkeetel
een ladder
een tinne trekpot
vyf borden in zoort
drie commetjes en een zoutvaatje
een tinne schootel
een party rommeling
Lyffeigenen
een slaven jonge genaamt Robbert van Batavia
Contanten des boedels
  Rd:s
aan differente munt specien de somma van een hondert acht en neegentig rykdaalders en dertig stuyvers Caabse valuatie, zegge 198:30
Crediten des boedels
  Rd:s
van Gerrit Gerritse blykens onderhandsch schuldbrief de dato 8 November 1794 de somma van 10
Lasten des boedels
  Rd:s
aan wylen Johan Hendrik Roep op een Weesmeesteren kennis d:d: 21 Febr: 1791 aan capitaal eene somme van zes duyzend guldens Indische valuatie ofte 2000
met de renten zeedert den 10 Maij 1791

Aldus gedaan en geinventariseerd aan Cabo de Goede Hoop ten huyze voorm: op den 20 April des jaars 1795, ende zulks op ’t op en aangeeven van den burger Johannes Jacobus Heegers in den hoofde deezes gemeld en den onder afgesz: gestelden dragonder by de lyfwag van den gerepatrieerden Heere Gouverneur Cornelis Jacob van de Graaff Michael Keeber, dewelke verklaarden zig in ’t op en aangeeven ter goeder trouwe gedraagen, in hunnens weetens niets met opzet versweegen ofte terug gehouden te hebben, dat tot voorsz: boedel mogte behooren, alles onder praesentatie van eede, met verdere belofte zoo wanneer in der tyd nog iets mogten ontdekken, daarvan getrouwelyk opgaaf te doen, ten einde deezen inventaris daarmeede te amplieeren.

In teeken der waarheid is deese door de inventarienten, beneevens ons onderget: gecomm: Weesmeesteren ende my Secretaris behoorlyk gesubscribeerd.

Als gecomm: Weesm: W:J: van Oostersee, A: Berrangé

Voor de opgaaf: J:J: Hegers, M: Keeber

Mij praesent: J:P: Faure, Secret:s

Pro memorie word alhier nog genoteerd dat de minderjaarige kindskinderen van de overleedene in den hoofde deezes vermeld by de natenoemene gratis ter woone zyn besteed geworden, als

Anna Catharina by Johannes Jacobus Heegers
Sara Theodora by de weed: wylen den burger Johan Adam Loekhof en
Maria Rykheer by Maria Rykheer huisvrouw van Hendrik Jankowitz

MOOC8/21.32

{17950511} 11 Maij 1795 Josua Joubert

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als er op Maandag avond de klokke negen uuren zynde den 4 deeser lopende maand Maij ab intestato metter dood zijn ontruijmd ende naargelaaten door den oud heemraad van Stellenbosch en Drakenstein de edele Josua Joubert d’ oude ten voordeele zyner nagelatene weduwe juffrouw Cornelia Viljoen ter eenre, mitsgaders desselfs in twee vroeger huwelyken verwekte kindern, te weeten

a) uit ’t eerste huwelyk bij wylen Maria Johanna Hugot 1) Anna Elizabeth Joubert gehuwd met den oud ouderling der Paerlse gemeente d: edele Gidion Joubert Pitersz: ter andere zyde
2) Maria Johanna Joubert weduwe wijlen den burger Roelof van der Merwe Carelsz:
3) Josua Francois Joubert
4) Gideon Jacobus Joubert
5) Margaretha Joubert huysvrouw van den adjunct gesw: clercq der Weeskamer s:r Godfried Andries Watermijer
b) uit ’t tweede huwelijk bij wylen juffrouw Johanna Margareta Grové 6) Johanna Joubert oud 13
7) Anna Elizabeth Joubert oud 11 en
8) Stephanus Andries Joubert oud 9 jaaren

Zodanig ende in dier voegen als de zelve door ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren zyn opgenomen en g’inventariseerd, bestaande dezelve in de volgende, namentlyk

Een plaats ofte hofsteede genaamt Welbedagt geleegen aan de Wagenmakers Vallij onder ’t distrect van Stellenbosch en Drakenstein blykens kaart en erfgrond brief van 31 Augustus 1782
een opstal staande op de leenings plaats gen:t ’t Elands Jagt geleegen aan de Molenaars Rivier in de Toits Cloof
een opstal staande op de lenings plaats genaamt de Varkens Kop gelegen agter de Sneeuwberg int Brakke Riviers Veld

Op ’t eerstgemelde plaats in ’t woonhuys en aldaar

In ’t voorhuijs
thien schilderyen in zoort
een verlakte schenkblad
zes stoelen
zes roode trype stoel kussens
een rust bank met zijn mattras
twee vierkante tafeltjes
een wit cop: wasch lampet met zyne cop: bak
een cop: vuurtesje
een tinne schenkbord
een tinne tobaks doos
In de kamer ter regterhand
twee gestreepte ophaal gordijnen
een spiegeltje
een ledikant met wit behangsel
waarop
twee beddens
twee peuluwen
vier kussens
een ledikant met gestreept behangzel
waar op
twee buldzakken
een peul
drie kussens en
een oude combaars
een katel
waar op
een buldzak
ses kussens
een chitze combaars
een vierkante tafeltje
een cabinet met pooten
een kleere kast
waar op
twee porc: potjes
een kist
een groote kist met yzere beslag
twee led: flessen
zes stoelen met
zes roode trype stoel kussens
een nagt stelletje
een schuyf doosje
een meel seeft
een cyffer leij
een zilvere zyd geweer
een houwer
een el
een porc: soepterine
thien porc: schotels in zoort
vier en twintig porc: borden in zoort
een doosje waar in
twintig tafel messen in zoort
twaalf vorken
een porc: kom
een porc: trek potje
eenige oude boeken in zoort
In de kamer ter linkerhand
twee wit ophaal gordijnen
twee spiegels met note bome vergulde lysten
een ledikant met wit behangzel
waarop
een buldzak
een peul
vyf kussens en
een chitze combaars
een katel
waarop
een buldzak
een peuluwe
vier kussens en
een chitze deeken
een katel
waar op
een peuluwe
een buldzak
vier kussens en
een chitze combaars
een vierkante tafeltje, daar op
een chitze sprijtje
een wit cop: thee machine
een wit aarde soep kom
een houte inktkoker
een blikke trommel
twaalf stoelen
twaalf blouwe chitze stoel kussens
zes cop: quispedoors
een stinkhoute cabinet met laaden en cop: beslag
waar op
twee wit aarde beeldjes
een schuyf doosje
twee geurridons
twee blikke trommels
een lessenaar met pooten
een kleine kistje
een stoffer
In de gaanderij
twee blauwe ophaal gordynen
een spiegel met noote boome lysten, defect
twee kleine spiegeltjes
een groote schilderij
twee kleine schilderijen
twee rakken
waar op
eenige porc: en glaswerke in zoort
een staande huijs horologie
een opslag eetens tafel
twee vierkante tafels in zoort
twaalf stoelen in zoort
een tafel castje
een cop: keetel en zijn cop: confoor
een cop: schenkbord
een tinne olij en azijn standert
een tinne peperbus
een tinne mostaartpotje
een tinne schenkbord
een tinne bord
een tinne tee kom
een tinne trekpotje
een porceleine wasch lampet en zyn kom
een porceleine kom
een porceleine potje
een porceleiene trekpotje
agt porceleine kopjes en
agt porceleine pierings
een verlakte schenkblaatje
twee blikke trommels
een blikke beeker
twee wit aarde potjes
twee aarde kannen
eenige ledige bottels
zes beytels in zoort
twee raspen
In de agter kamer
een ledikant met gestreept behangzel
drie rakken in zoort
twee schiet geweers
een hoek kast
een ledige kist
In de dispens
een brood mes met zyn bank
een vliege kast
een coffij moolen
een vleesch balij
een cop: coffij kan
drie cop: kandelaars in zoort
een cop: vyssel met zyn cop: stamper
een cop: raspe
een cop: keetel
een cop: stoofpan
een tinne kom
een tinne schootel
twee tinne borden
een tinne zoutvaatje
een wit aarde soepterinne
en voorts
wat aarde werk in zoort
In de dispens no: 2
een boter vaatje
een emmer
een licquer kistje met vier flesjes
een licquer kistje met vier flesjes
een porc: pot
drie aarde [pot]
een cop: tregter
twee carrafjes
een blikke trommel en voorts
eenige ledige vlessen, bottels en rommeling in zoort
In de kombuijs
een combuijs tafel
twee bakkisten
een rijst blok met zyn stamper
een oude rak
twee lepel rakken
een oude meel seeft
twee cop: taarte pannen
een cop: saus potje
twee cop: strijkijzers
een yzere koeke pan
twee cop: keetels
agt yzere potten in zoort
twee yzere roosters
een hakke bord met zyn mes
drie yzere schoorsteen kettings
een houd beijl
een yzere vuurtang
een yzere asschop
een yzere leepel
een yzere vleesch vork
Op de zolder
een mudde zak met veeren
een coffij moolen
een booter karn
een booter bak
een hoender mand
twee led: manden
vier mudde zakken
een hoop tarwe
een tend zijl
een punden gewigt
een yzer balans en
twee cop: schaaltjes
twee stukken lood gewigt
een cop: inzet gewigt en voorts enige rommeling in zoort
In de wijn kelder
een stuk vat no: 1 inhoudende vier en een halve legger wijn
een stuk vat no: 2 inhoudende circa vier en een half legger van witte wijn
thien vaten met wiite wijn van n:s 3 tot n:s 12 inhoudende ieder veerthien halfamen
twee vaten met pontacq van no: 13 tot 14 inhoudende veerthien halfamen
een vat met roode wijn no: 15
twee vaten met gekuijpte wyn n:s 16 en 17
vier vaten met witte wyn n:s 18,19, 20 en 21 inhoudende ieder agthien halfaamen dog waar van de vaaten niet aan den boedel behorend
twee leggers met oude pontacq wyn n:s 22 en 23
een leggers] met zoete muscadelle wyn no: 24
een leggers] met witte wyn no: 25
een leggers] met brandewyn no: 26
een vat met brandewyn no: 27 inhouden circa twee leggers vat
een vaatje met een restantje kook wijn
twee ledige leggers
twee ledige drie half aams vaatens
een groote kuyp balij no: 1
een groote kuyp balij no: 2
een broote kuyp balij no: 3
een groote kuyp balij no: 4
een groote kuyp balij no: 5, bevinde in de twee laatsgem: balies 2 leggers wijn
een vat met azyn
een trap balij
twee mos balies
twee vlootjes
een plat vaatje
twee tregters
zes emmers
een vaatje met brandewijn
twee cop: verlaat kranen
een cop: tregter
twee tinne pompen
een trap
een brandewijns ketel van een halfs legger vat met zyn helm, koelvat en slang
een brandewyns keetel
In de kelder no: 2
derthien leggers met differente wynen, dog waar van drie leggers niet aan den boedel behoorende
twee led: leggers
een halve legger met een restante azijn
twee trap balies
een boter vat
twee led: halfaamen
drie led: ankers
een mos baletje
een oude teer vat
zes aarde potten in zoort
twee boter vaatjes
een beeste huyd met zoud
In ’t voorvertrek van de kelder no: 2
vier stelling houten
een kist met zout
een zak met zout
een parthy sparren
een parthy Spaans riet
een parthy spaaken
een buyk plank
twee geel houte planken
twee coorn schoppen en
een oude cassijn en
voorts een party rommeling
In de smits winkel
een blaas balk
een aambeeld
een bank schroef
twee voor hamers
een hand hamer
vyf smits tangen
vier vormen
zes kou beytels in zoort
drie groote veylen
een soldeer bout
een koevoet
een braad spit met zyn voet
een slag yzer
agt smits pennen
vier ploeg schaaren
twee oude stryk yzers
een parthy yzere hoepels
een timmermans kist waar in
vier avegaars booren
twee dissels
een hand zaag
thien bytels in zoort, voorts
een parthy oud yzers en rommeling in zoort
In de molen vertrek
een ledige kist, behoord aan de wed:e Schoonbe
een bel hamer
twee oud kasten en voorts
wat rommeling
In de buyten kamer
een rosynen keetel
een schaaf bank
een draaij bank
In de schone kamer
drie knypers schaave
twee span zaagen
een parthy kuypens gereedschappen in zoort
een draag stoel
een katel waar op
een oude buldzak
vier oude stoelen
een huys trap
een groote mand
twee onderzadels
een cop: lantaarn
een schepel
een tinne inktkooker
twaalf coorn sikkels
In de wagenhuys
een boller wagen
drie osse wagens
een stel tuygen met coper beslag van zes
een stel oude tuygens met yzere beslag
een groote pakhuys kaszijn met twee deuren
vier nieuwe leerboomen
een kaarsse balij
drie span jukken en trek touwen
In de paardestal
thien wagen paarden in zoort
In de schape kraal
een hondert negen en dertig bokken
In de beeste kraal
negen en veertig trek ossen
thien aanteel beesten
Op de werf
een ploeg met zyn toebehooren
een oude ploeg
een eg met yzer tanden
elf graaven
vier oude schoffels
een yzer hark
agt pikken
een cop: gieter
een slyp steen
vier pen kettings
een parthy oude wagen wielen en wagen assen
een houte lang wagen
een yzere lang wagen en voorts
een parthy oude houtwerk en rommeling in zoort
Zilverwerk
een zuyker trommel
zes eet lepels
een tee lepeltje
een confituur vorkje
Leijf eigenen des boedels
een slave jonge gen:t Azar van de Caab , wagenryder
een slave jonge gen:t Adam van de Caab
een slave jonge gen:t Adonis van de Caab
een slave jonge gen:t Goliat van Mosambicque
een slave jonge gen:t Goliat van Mosambicque , zynde een kuyper
een slave jonge gen:t Anthony van Mosambicque , beestewag
een slave jonge gen:t Galant van Madagascar , wagenryder
een slave jonge gen:t Claas van Madagascar , schaapwagter
een slave jonge gen:t September van Bengalen , metselaar
een slave jonge gen:t Cupido van Bengalen , zijnde een smith
een slave jongetje gen:t Marthinus van de Caab
een slave jongetje gen:t David van de Caab
een slave meid gen:t Eva van de Caab , met haare twee kinderen gen:t Lena en Clara beide van de Caab
een slave meid gen:t Martha van Mourietius en haar dogter gen:t Martje van de Caab
een slave meid gen:t Philida van de Caab , met haare vier kinderen gen:t Maart Adam Rachel en Martha , alle meede van de Caab; welke laatsgem: slavinne en haare vier kinderen ingevolge testamentaire dispositie door den over: in dato 3 Junij 1787 met wylen zyne derde voor overledene huijsvrouw Johanna Minnaar onderhansch voor zeeven getuijgen mutieel opgeregt niet zullen mogen werden verkogt, maar onder behoorlyke taxatie onder hunne waarde in eigendom zullen moeten overgaan, aan de kinderen door den overledene met wylen zyne tweede vooroverledene huysvrouw Johanna Margaretha Grove, dewelke zijn, de in den hoofde deses gem: drie jongste erfgenaamen, zynde na voor af gedaane verdeling en door ons gecommitteerde Weesmeesteren gedane taxatie, te beurt gevallen aan Johanna Joubert de slaven meid Philida met haar kind Martha voor de somma van ryxd:s400 - afgesz:
aan Anna Elizabeth Joubert, de slaven jongetje gen:t Adam voor ryxd:s150 en ’t slave meisje gen:t Rachel voor rd:s100 mitsgaders aan Stephanus Andries Joubert de slaven jongetje genaamt Maart voor rd:s200 - afgesz:
Inneschulden des boedels
    Rd:s
afgeschreven van de minderjarige voordogter Cornelia Margaretha van Aswegen over koop van een slave meisje gen:t Silvia van de Caab 150:--
voldaan den 11 Nov:br 1795 van Jonathan Jacob van Aswegen per rest van reekening volgens aantekening 9:12
  van Samuel de Beer voor een beest volgens briefje 8:--
voldaan van Josua Charl Cilliers per rest van reek: volgens aantekening 2:36
voldaan van Pieter Cilliers Jansz over slaven huur 5:--
  van de Colonie Graaf Rijnet op een secret: oblig: de dato 10 Maij 1788 aan capitaal ƒ5300 ofte 1766:32
  met den intrest van dien zedert den [ ..... ]
  van Johannes Jacobus de Goede op een ond: briefje de dato 18 Sept: 1793 ten behoeve van Albertus Viljoen gepasseerd edog bij afrekening aan den overledene vol daan en thans aan den boedel betaalbaar 20:--
  van Albert Barend Geldenhuyzen Hend: Albert: over 22 dagen metzelaars huur 16:24
ter Justitie Comptoir overgegeeven van Andries Daniel Grove voor 1 1/2 maand metzelaars huur en een legger wyn 42:--
  van Johan Deowald Hatting op een ond: obl: d: dato 15 Feb:ij 1789 per rest aan cap:l 123:--
  met den intrest a 5 p:r c:to zeedert den 15 May 1793
voldaan van Carel Fredrik Nicolaas Hennop per rest van reek: volgens aanteekening 38:--
bij de boedelreekening opgebragt ult:o Junij 1796 van Josua Francois Joubert op een ond: obligatie d:d: 12 Meij 1792 aan cap: ƒ1900 ofte 633:16
  met den intrest van dien a 6 p:r c:to per anno
bij de boedel reekening opgebragt ult:o Junij 1796 van Josua Francois Joubert over boekschuld volgens aantekening per rest 178:38
in mindering ontfangen rd:s333:16 ofte ƒ1000 den 4 Maij 1796 ’t restant bij de boedel reekening opgebragt ult:o Junij 1796 van d: edele Gidion Joubert Pieterz op een ond: oblig: de dato primo April 1790 aan capitaal ƒ5300 ofte 1766:32
  met den intrest a 5 p:r c:to per anno zedert primo April 1791
voldaan Julij 1795 van Stephanus Francois Joubert op een ond: obl: d:d: 30 Maart 1779 aan capitaal 100:--
  met de renten a 6 p:r c:to zedert 30 Maart 1789 Nota heeft in minderinge der renten aan kalk geleeverd voor 19:24
voldaan den 11 April 1796 van Francois Joubert Gideonsz: op een ond: briefje de dato 4 October 1791 aan capitaal 160:--
  met den intrest van dien à 5 p:r c:to per anno
voldaan den 11 April 1796 van Francois Joubert Gid: over boekschuld volg:s aanteekening 19:--
voldaan den 21 November 1795 van Christiaan Cornelis Jansze op een ond: obligatie de dato primo Aug:s 1788 aan capitaal 100:--
  met den intrest van dien à 6 p:r c:to per anno zedert p:mo August 1791
  van Barend de Klerk de jonge op een ond: obl: d: dato 17 Jann: 1793 aan capitaal 200:--
  met den intrest van dien a 6 p:r c:to per anno zedert den 17 Jann: 1795
  van Johannes Bartholomeus Kruger over kleeder makers huur volg:s aanteekening 1:6
  van Jan Loots de jonge voor een halfaam met wyn 6:--
voldaan den 29 Jann: 1796 van Michiel Casparus Laubscher Pietersoon per rest van rekening volg:s aanteekening 11:--
  van Anna Roux wed: David van der Merwe op een ond: obligatie d: dato 20 October 1791 aan cap:l 150:--
  met de renten a 6 p:r c:to
alle deese lasten bij de boedelreekening opgebragt ultimo Junij 1796 van Maria Johanna Joubert wed: Roelof van der Merwe Carelsz: op een ond: oblig:t d:d: primo Jann 1791 aan capitaal ƒ1000 ofte 333:16
met den intrest van dien zedert primo Jann: 1791
van Maria Johanna Joubert wed: Roelof van der Merwe Carelsz: op een ond: oblig: d:d: 10 Sep: 1792 aan cap:l 150:--
met alle de renten van dien à 5 p:r c:to
van Maria Johanna Joubert wed: Roelof van der Merwe Carelsz: op een ond: schuld brief d:d: 4 Junij 1793 aan capitaal ƒ1000 ofte 333:16
met alle de renten van dien a 5 p:r c:to per anno
van Maria Johanna Joubert wed: Roelof van der Merwe Carelsz: over boekschuld 26:4
den jaar renten vold: bij de boedelreekening opgebragt ultimo Junij 1796 van Jacobus Johannes van der Merwe Carelsz op een ond: obligatie de dato 24 April 1790 aan capitaal ƒ1800 ofte 600:--
  met de renten van dien zedert 24 April 1794 a 5 p:r c:to
1795 den 26 Septb: 6 jaren renten betaald van Gerrit Myburg op een ond: obl: d: dato 11 Sept: 1789 100:--
  met alle de renten van dien à 5 p:r c:to
  van Philip Minnaar Philipz: op een ond: obl: van den 10 Nov: 1783 aan cap:l ƒ700 ofte 233:16
  met de renten zed:t 10 Sept: 1791
  van Gerrit Maritz over contand geleende penn: volgens aanteekening 20:--
  van Carel van der Merwe Roelofsz: over kleedermakers huur volgens aantekening 1:24
  van David Malang Danielsz: voor 4 leerbomen volg:s aanteekening 3:--
  van Casper Mulder voor diverse houtwerk volgens aanteekening 8:36
bij de boedelreekening opgebragt ult:o Junij 1796 van Charl Naude op een ond: obligatie de dato 4:e Jann: 1784 aan cap:l ƒ500 ofte 166:32
met de renten zed:t den 4 Junij 1792 a 5 p:r c:to
van Charl Naude op een ond: schuld brief de dato 26 November 1790 aan capitaal ƒ2000 ofte 666:32
met de renten van dien zedert 26 November 1794 a 5 p:r c:to per anno
voldaan den 11 Nov:r 1795 van Charl Naude over jongens huur volg:s briefje 5:--
  van Michiel Oberholster op een ond: briefje d dato 5 April 1791 22:36
  van Jan Christoffel Aukamp op een ond: obligatie de dato 12 Jann: 1792 aan cap:l 250:--
  met de renten van dien zedert den 12 Jann: 1793
  van Johannes Opperman over voor denzelver contand verschote penn: volgens aanteekening 43:--
  van de manh: Christiaan Rudolph Opperman over boekschuld volg:s aantekening 13:--
  van s:r Jan Gabriel du Plessies over jongens huur volgens aanteekening 1:12
  van Pieter Hend:k Roex Davidsz: voor een halve legger wyn volg:s aantekening 8:--
  van Johannes Rossouw Gabrielsz: voor slaven huur volgens aanteekening 5:--
  van Jacob Steenkamp Gertsz: over knip van schapen volg:s aantekening p:r rest 37:24
  van Anthony Smith volg:s contand geleende penn: van Joh:s van Asweegen bl:s aantekening 8:--
  van Matthys van Tonderen per rest van van reek: volgens aantekening 20:--
  van Andries Bernhardus du Toit over kuypers huur volg:s aantekening 7:--
bij de boedel reekening opgebragt ultimo Junij 1796 van Jan Viljoen Henningsz op een ond: briefje van den 12 Oct: 1789 aan cap:l ƒ2600 ofte 866:32
  met de renten van dien zedert den 12 Oct: 1793.
  Nota, zynde egter volg:s aantekening in mind: van ’t capitaal a renten successivelyk betaald 613:30
  van David de Villiers d’ oude op een ond: obligatie de dato 23 Decemb: 1782 aan cap:l 250:--
  met de renten van dien a 5 p:r c:to per anno zedert den 23 December 1784
  van d: edele David de Villiers Jan Pitersz op een ond: obligatie de dato 9 Junij 1790 aan cap:l ƒ2000 ofte 666:32
  met den intrest van dien a 5 p:r c:to per anno zedert den 9 Junij 1793
vold:n den 15 Jann: 1796 van Johannes Petrus de Villiers Davidsz over slaven huur volg:s aantekening 6:12
voldaan van David Jacobus de Villiers Davidsz over diverse slaven huur volgens aantekening 16:12
  van den boedel van wylen Joh:s Hercules Viljoen op een ond: obl: d:d: 10 Jann: 1789 61:--
vold:n den 26 Jann: 1796 van Fredrik Jacobus Viljoen Jansz op een ond: briefje de dato 24 Maart 1794 20:--
bij de boedelreekening opgebragt ult:o Junij 1796 van Arij Willem van Wyk Gertz: op een ond: obl: de dato 19 Octob: 1791 aan cap:l 366:32
  met de renten van dien zedert 19 October 1792
voldaan den 11 Nov:er 1795 van Arij van Wyk Gertz: over boekschuld volg:s aanteekening 15:14
bij de boedelreekening opgebragt ultimo Junij 1796 van Hend:k Christoffel van Wyk op een onderh: briefje de dato 3 Nov: 1790 34:40
van Hend:k Christoffel van Wyk op een ond: obl: de dato 5 Jann: 1795 aan cap:l 200:--
met de renten van dien a 5 p:r c:to per anno
van Hend:k Christoffel van Wyk over boekschuld 1:8
van Jan Christiaan Welman op een ond: briefje van 20 Dec: 1793 50:--
  van Jan Christiaan Welman op een ond: briefje van 14 Feb: 1794 18:--
  van Jan Christiaan Welman op een ond: briefje door hem ten lasten Albertus Viljoen gepasseerd edog bij afreekening aan den overleedene voldaan en thans aan den boedel behoorende per rest groot 35:--
  van Jan Christiaan Welman over boekschuld volg:s aantekening 7:24
  van Johannes Petrus van der Wald op een ond: obl: de dato primo April ll: aan cap:l ƒ2000 ofte 666:32
  met alle de renten van dien à 6 p:r c:to per anno
Lasten des boedels
    Rd:s
afgeschreven aan de Weeskamer dese steede op een Weesm: kennis de dato [ ..... ] wegens aan den overl: tot vrugt gebruykt afgegeevene erffenis penn: toebehoorende aan Cornelia Marg:a en Johannes Gerhardus van Asweegen van ieder ƒ1023:42 ofte 2047:46
voldaan aan de bank van lening op een bankkennis de dato [ ..... ] aan cap:l ƒ3000 ofte 1000:00
  met de renten van dien a 5 p:r c:to zedert primo Maart jongstle:
afgeschreven aan de minderjarige voor dogter Cornelia Margaretha van Asweegen over in den boedel te goed hebbend vee geld door den overl: ontfangen volgens aantekening 326:--
afgeschreven aan de meerderjarige voor zoon Johannes Gerhardus van Asweegen over vee geld door den overl: ontfangen volg:s aantekening 116:--
voldaan den 27 Junij 1796 aan Henning van Aswegen over vee geld door den overl: ontfangen volg:s aantekening 103:23
afgeschr: aan Anna Susanna Joubert Pieterzd: minderjarig wegens haare erffenis van wylen haare grootmoeder Margaretha de Villiers wed: Hend:k Hoppe ’t welk onder den overl: als een den executeuren berustende is gebleven 34:18
  met de renten van dien zedert 10 Maart 1777
afgeschr: aan des overledens drie minderjarige kinderen by wylen zyne tweede huysvrouw juff:w Johanna Grove verwekt volgens act van taxatie en bewijs zynde dezelve kinderen, genaamt Johanna, Anna Elizabeth en Stephanus Andries Joubert aan ieder rd:s1009:26 ofte te zamen 3028:32
voldaan aan Jan Loots d’ oude per rest volgens aanteekening 35:12
afgeschr: aan des overl: minderjarige voorzoon Philippus Albertus Opperman wegens desselfs vader en moederlyke bewys ’t welk als nog in den boedel is berustende volgens aantekening 749:--
  met de renten van deese a 5 p:r c:to zedert 9 Maart 1790
afgeschr: aan des overl: minderjarige voorzoon Philippus Albertus Opperman over in den boedel ter goed hebbend veegeld 36:6
afgeschr: aan des overl: minderjarige voorzoon Jan Daniel Opperman alsmeede over desselfs vader en moederlyk bewys als vooren 749:--
  insgelyk met de renten zedert 9 Maart 1795
afgeschreven aan des overl: minderjarige voorzoon Jan Daniel Opperman over desselfs aan den boedel te goed hebbend vee geld 36:6
voldaan aan Hester Retief wed: Jacobus Maraiz op een ond: briefje de dato [ ..... ] ƒ1000 ofte 333:16
  met de renten van dien a 5 p:r c:to per anno zeedert [ ..... ]
voldaan aan Godfried Andries Watermyer over ’t zaldo eener reekening contanten 580:43
voldaan aan Albertus Viljoen op een onder: briefje 106:--

Werdende voorts al hier nog pro memorie de volgende poincten bekend gesteld als

1) dat de volgende perzoonen nog moeten verantwoording door wagt vee aan den boedel behorende en onder hunlieder berustende, als

a) Henning van Asweegen wegens circa 300 à 400 aanteel schapen
b) Josua Francois Joubert van 332 aanteel schapen door Jonathan Jacob van Asweegen aan hem afgegeeven
c) Albertus Viljoen van 100 schapen door hem voor reek: van den overl: van Stephanus Botman gekogt
d) Arij Willem van Wyk Gerrits: van 24 aanteel beesten

2) dat juff: de wed: benefens de overige erfgenamen hebbend aangenomen de kleederen van de overleedene onder de drie in weesen zynde zoons zo veel mogelijks in drie eguale delen te verdeelen als zynde de zelve van wijnig importantie

3) dat een in den boven gevondene goude horologie, en een zyd geweer met zilver gevest al meede tot des overl: lighaam behoord hebben, op verzoek den gezamentlyke erfgenamen onder de presente meerder jarige kinderen zyn verkogt geworden, zynde ’t horologie ingekogt door Gidion Jacobus Joubert voor rd:s35 en ’t zyd geweer door d: edele Gidion Joubert Pietersz: voor rd:s22:6

4) dat nog op verzoek den gezamentlyke erfgenaamen, aan de juff: wed:e een ledikant met een volle bed en toebehooren, ten haarer keuze uit de boedel gratis afgegeeven zijnde, hier op door de presente meerderjarige kinderen van de overledene aan ons gecomm: Weesm: is verzoek gedaan, dat aan hunne drie minderjarige zusters en broeder, ter gelyk stelling van ’t geene zyl: bij hunne mondig worden hebben genooten, al meede aan ieder een bed met toebehooren zonder betaling mag werden afgestaan dog waar op door de juff: wed: is ingebragt dat zy vermeende in dat geval haare twee minderjarige zig nog aan huys bevindende kinderen in haaren eerste huwelyk bij wylen den burger Johannes van Aswegen verwekt, insgelyks ieder een bed met zyn toebehooren zouden moeten genieten, dan gecomm: Weesm: vermeent hebbende hier in niet te kunnen treeden, hebben best gedagt zulx aan te decisie van ’t Collegie op te dragen

5) dat de gesamentlyke kinderen al meede hebben verzogt, dat ’t geld dese boedels al meede van zeer weinig van belang aan de juff: wed: Joubert zonder eenige betaling mogte werden gelaten

6) dat zig bij de volgende perzonen nog eenige vaatwerk bevind, nl:

by Christiaan Pieter de Wet 1/2 legger
by Pieter Hend: Roux Danielsz 1/2 legger
by Jacobus Retief 1/2 legger
by Leopold Huyzen 1 legger
by Exaverius Toornberg 1 legger
dog waar in teegen van de beide laatsgem: nog een legger onder de boedel goederen bevind

Aldus gedaan en g’inventariseerd ten eersgem: plaatse op den 11 en 12 Maij 1795 ende zulx op ’t op en aangeeven van de in den hoofde deeses gem: juff: wed: dewelke betuygde zig in op en aangeeven der goederen, haares weetens niets versweegen te hebben dat tot de voorsz: nalatenschap behorende, alles onder prezentatie des gerequireert werdende met solemneele eede te bevestigen; met verder belofte zo wanneer in den tyd iets mogte ontdekken daar van getrouwelyk opgaaf te doen omme deese inventaris er mee te kunnen amplieeren, en is deese tot meerder zekerheid van ’t een en ander door de inventariente benevens ons gecomm: Weesm: eigenhandig gesubscribeert.

Als gecomm: Weesm: H:J: Fehrszen, W:J: van Oostersee

Voor den opgaaf: Cornelia Viljoen wedu: Joubert

Mij praesent: J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/21.33

{17950515} 15 Maij 1795 Dirk Westerhof

Höhne

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten, als er op den zeeven dag der maand Maij des jaars een duijzend zeeven hondert vyf en negentig metter dood zyn ontruymd ende naargelaten door den weledele heer Dirk Westerhof in leeven Opperkoopman in dienst den E: Comp:ie, mitsgaders lid in den Edelen Achtbaaren Raad van Politie deeses Gouvernements, ende zulx ten voordeele der door den heer overleedene by testament in dato 3:e der voorsz: maand Maij, /:vermits abzentie der beide notarissen:/ voor Gecommitterdens met den E: Agtbaaren Rade van Justitie deses Gouvernements de heeren Clement Matthizen junior en Hendrik Justinus de Wet, na aan deese en geene zo bij ’t voorsz: testament als uit kragte der daar bij g’inzereerde clauzule reservatoir in dato zes den dezer onderhandsche gemaakte bijvoegzel eenige legaten te hebben besprooken g’institueerde erfgenaamen, te weeten:

i) voor de eene helf van het overige zyner nalatenschap zyn weled: volle nigt Hilletje Prins nagelatene dogter van wijlen desselfs zuster Maria Westerhoff in huwelyk verwekt bij Hendrik Prins, terwijl in geval van vooroverlijden van gemelde Hilletje Prins, dit deel der erflating zal moeten devolveeren voor de eene helft op haare man zo die nog in leeven is, en voor de andere helfte op haare nagelatene kinderen bij representatie, en
ii) in de andere helfte de kinderen van vooren gemelde Hilletje Prins, reets in huwelijk verwekt ofte nog te verwekken, met haaren man Christoffel Overeen derzelver kinderen ofte verdere dese een den ten meede by representatie

En na dien bij het voorsz: door wylen den weledelen heere Westerhoff opgeregt testament tot executeurs van ’t zelve testament en redderaars zynes boedels, mitsgaders tot administrateurs over de penningen der minderjarige gelegateerdens en die der onmondige erfgenaamen zyn benaamd en aangesteld Heeren Weesmeesteren deser steede zo zyn de voorsz: goederen en effecten door ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren geinventariseerd en opgenomen, mitsgaders bevonden te bestaan in de volgende, namentlijk

Een huijs en erf staande ende geleegen in deeze Tafel Vallij in de Berg Straat en aldaar een gedeelte van ’t Blok G:G: groot in zynen grond ses en dertig quadraat roeden en een hondert een en dertig quadraat voeten en een hondert vier en dertig gelyke duymen blykens transport en daar bovengemaakte kaart in dato 25 Februarij 1762 en aldaar
In ’t voorhuijs
een klok lantaarn
een schuijf gordyntje
In de kamer ter regterhand
twee geruyte ophaal gordijnen
een spiegel met note boome lijsten
elf groote schilderyen in zoort
vier kleine schilderyen
een staande huys horologie met een note bome kast
een klavier
twee tafel castjes
een vierkante tafeltje
twaalf mohonihoute stoelen met vaste roode trype kussens
vier geurridons in zoort
zes rood cop: quispedoors
een draag stoel, met zyn stokken en banden, door den heer overledene, bij testamentaire dispositie gelegateerd aan Anna Salome Laubscher, huijsvrouw van den burger Andries Grove, en door de ondergeteekende Weesmeesteren aan dezelve afgegeeven
een yzere vuur haard
In de kamer ter linkerhand
drie schilderyen in zoort
een verlakte comptoirtje
twee tafel castjes met cop: beslag
een clavier
twaalf stoelen met groene trype kussens
twee geurridons
In de gaanderij
twee rood ophaal gordynen
een rood schuyf gordyntje
twee spegeltjes met noote boome lysten
twee spegeltjes met vergulde lysten
vyfthien schilderyen in zoort
een vierkante tafeltje
een schenk tafel
een opslag eetens tafel
een rust bank met een roode trype mattras
een wit cop:e themasine, behoord aan juff: de wed: Westerhoff
een cop: confoor
een tinne keetel
zes houte vuurstooven
twee jalosie matten
In de agter kamer ter regterhand no: 1
een rood ophaal gordijn
twaalf verlakte stoelen
een tee tafel
In de agter kamer ter regterhand no: 2
twee blauwe ophaal gordynen
een spiegel met vergulde lysten
drie schilderyen in zoort
vier schilderyen zynde famielle stukken door de heer overledene by desselfs voorsz: testamentaire dispositie gelegateerd aan juff: Catharina Elizabeth Stijn wed: wylen de heer Hendrik Westerhof en door de ondergeteekende Gecommitterdens aan haar afgegeeven
een cabinet waar op
vijf aarde beelden
een stink houte tafel met een steene blad
een groote kist, waar in ’t volgende linnen goed als
een en twintig handdoeken
agt en negentig servietten
vyf en veertig kussens sloopen
zesthien laakens al meede ingevolge voorz: dispositie gelegateerd aan voorm: juffrouw de wed: Westerhof en door gecomm: Weesmeesteren aan haar afgegeeven
vier stoelen
vier roode trype stoel kussens
een lessenaar waar in
een goude snuyf doos als vooren gelegateerd aan den capitain militair van ’t Nationale Batteljon alhier de manh: Adriaan Gysbert van Kervel en desselfs huysvrouw juff: Johanna Hendrica Laubscher vermaakt en door de ondertek: gecomm: Weesm: aan laatsgem: afgegeeven
een paar goude schoen en knie gespens met staale beugels in voegen voorsz: gelegateerd aan den lieutenant militair de manh: Christiaan Lodewyk Kendler en aan den zelven afgegeeven
een goude hals gespen door den heer overledene by desselfs onderhandsche gemaakte dispositie uit kragte der clauzule reservatoir bij voorsz: testament g’intezereert, aan den mediciene docter de heer Christiaan Coenraad Prediger gelegateeerd, en vermits abzentie van gesegde Prediger provisioneel ter Weescamer bewaarden den 26 Aug: 1795 door den bode Prins aan C: Prediger afgegeven
een goude duym ring met zeeven diamante steenen als evengemeld vermaakt, aan juff: Aaltje van der Heyde huysvrouw van den lieutenant der resp: Caabsche burger Caffalerij de manh: Johannes Tesselaar en om zo evengem: redenen provisioneel ter Weeskamer in bewaring genoomen den 23 Junie 1795 aan de manh: Johannes Tesselaar afgegeven
een zilvere bril met desselfs huysje
een houte fouderaaltje met een bril
drie brillen in zoort
eenige stangen rood lak
een kastje goude stres
een kastje zilvere stres
twee verlakte omber bakjes
In de dispens
een yzere vleesch kroon
een cop: stulp
een blikke hand lantaarn
een blikke trommel
een vliege waayer
een schotel rak
een tinne coffij kan
een cop: tesje
een cop: schenkbord
In de kombuys
een combuys tafel
twee water halfaamen
een vleesch vaatje
een balij
twee emmers
twee hakkeborden
een vleesch blok
drie yzere potten
een potte bank
twee schoorsteen kettings
twee koekepannen
vier cop: kandelaars in zoort
een huys trap

Op de zolder

In ’t vertrek no: 1
zes schilderyen met vergulde lysten zynde poertrait stukken
twaalf schilderyen in zoort
twee spiegeltjes
een leuning stoel met blauwe trype zitting
twee leuning [stoel]
twee gemak stelletjes
twaalf stoelen met elf roode trype kussens
In ’t vertrek no: 2
twee rood ophaal gordynen
zes stoelen in zoort
negen rood geruyte kussens
een klein lessenaartje
drie katels
een vloer mat
In ’t vertrek no: 3
twee rood ophaal gordynen met hunne planken
agt schilderyen in zoort
een schryf comptoir
twee vierkante stinkhoute tafels
agt stoelen met ses gestreepte kussens
een ledikant met blouwe behangzel
drie buldzakken
twee peuwluwen
thien kussens en
twee chitze deekens
een wolle deeken zynde alle ’t bedde dat tot voorsz: boedel behorende door den heer overleedene by desselfs testamentaire dispositie vermaakt aan juffrouw Catharina Elizabeth Stijn wed: wylen de heer Hendrik Westerhof en door ons gecomm: Weesm: aan haar afgegeeven
In ’t vertrek no: 4
zeeven schilderyen in zoort
een groote lessenaar
twee spiegels defect
zeeven schildery lysten
een porte feuele
een tover lantaarn
een optica
een Bybel knaap
een vogel kooij
een klein tavel horologie defect
twee brieve tassen
veerthien kaart printen
een oliphants tand
twee hartsvangers
twee rakken waar op de volgende boeken in zynde de biblioteecq van de heer overledens
in folio
no: 1 La Sainte Bible par m:r Martin Amst: 1707
no: 2 Afbeeldingen der voornaamste historien zo van ’t Oude als Nieuwe Testament
no: 3 G: Arnold Afbeelding der eerste Christenen Amst: 1700. 2 deelen
no: 4 G: Arnold Historie der kerken en ketteren Amst: 1781. 3 deelen
no: 5 W: Cave Apostol: oudtheeden Utr: 1698
no: 6 W: Cave Kerkelyken oudtheeden Utr: 1698
no: 7 Historia Eclesiastica Dordr: 1600
no: 8 Flavius Josephus Lyden 1594
no: 9 Statieten van Indien Mss:
no: 10 P: de Bort Alle zyne werken Dord: 1731
no: 11 Articul brief van de geoctroyeerde O:I: Comp:ie
no: 12 M:r Ludolph van Ceulen Aritmet: en Geomet: fondamenten
no: 13 A: de Graaf Intr: van ’t Italiaansch boekhouden
no: 14 C: Commelin Beschryving van Amstr: Amst: 1793 2 deelen bis
no: 15 ’t Leeven de doorluchtige Grieken en Romynen Delft 1644
no: 16 I: de Reiner Beschryven van ’s Graven Hage Delft 1730 2 deelen
no: 17 Kabinet der hedendaagsche geregten 4 bandjes
no: 18 G: de L’ Isles Atlas, Amst: Chez Ottens
in quarto
no: 1 D: Paracles Schatboek der verklaring van de Cathechismus
no: 2 Ontleedende tafelen van de Heilige Schrift Amster: 1739
no: 3 Braunius Leereder Verbenden Amst: 1694
no: 4 T: Doutrein over de Cathechismus Amst: 1738
no: 5 O:N: Nicolai over de eerste en tweede brief Paulie 2 deelen
no: 6 J: Lasseuir’s Heilige moralien 2 deelen
no: 7 C: Thuynman De toevlucht en sterkte van ’t ware Christendom
no: 8 Tafereel des Ouden en Nieuwen Testaments
no: 9 L: Stever Slort Onsterfelyke helden, uit Hebr:s 11 Leid: 1720, 2 deelen
no: 10 H: van Lis Verzamelinge van oeffeningen Schage 1759
no: 11 H: van Lis Nieuwe verzamelinge van oeffeningen Leiden 1765
no: 12 Het A:B:C: boek des geloofs Leid: 1777
no: 13 Joh:s Vollenhoven Heerlykheden des regtvaardigen Amst: 1742
no: 14 H: Langenes over de Klaagliederen van Jeremia
no: 15 H: Groenewegen Keten der prophetische godgeleertheid
no: 16 J: Meij Haleluhja of Lof des Heeren
no: 17 De huys uitlegger des Nieuwe Testament niet compleet
no: 18 G: van Wassenaar Practijcq judicieel Utr: 1746
no: 19 Bellum juridicum Utr: 1743
no: 20 Eenige differente rechtsgeleerde regstens in een band
no: 21 Carp Zorrus verhandeling over lyfstraffelyke misdaden Rott: 1732, 2 deelen
no: 22 I: de Dambouder Practycq in civiele en cremineele zaaken, Rott: 1660
no: 23 B: van Zutphen, Practycq der Nederl: rechten, Groningen 1680
no: 24 E: van Zurk Codex Batavus Rott: 1768
no: 25 Zacharia Huber Hedendaagsche regtgeleerdheid Amst: 1742
no: 26 van den Bergh Nederlandsch advys boek Amst: 1697, 4 deelen en het kort begrip
no: 27 W: van Alphen Papegaaij of formulier boek Utre: 1720 - 2 deelen
no: 28 H: de Groot Inleiding tot de Hollandsche regtgeleerdheid Amst: 1730
no: 29 S: van Leeuwen Roomsch Holl: recht
no: 30 Hollandsche consultatien en advyzen
no: 31 Instr: van den Hove van Holland en Vriesland ’s Haage 1623
no: 32 Tegenwoordige staat der Vereenigde Nederlanden Amstr: 1739 - 11 deelen
no: 33 Vaderlandsche historie, Amstr: 1752, 22 deelen
no: 34 Vaderlandsche historie, verkort Amst: 1770
no: 35 P: de Clercq Algemeene verhandeling van de heerschappij der zee Amstr: 1757
no: 36 Keyzerlyke statuten ’s Hage 1648
no: 37 W: Sewel Groot Eng: en Ned: en Ned: en Eng: woordenboek Amster: 1735
no: 38 S: Pitosei Lexicon lexicum Rott: 1771
no: 39 D: van Hoogstraten Nederd: en Latynsch woorden boek Amst: en Leiden 1771
no: 40 F: Halma Nederd: en Fransch en Fransch en Nederd: woordenboek 2 deelen
no: 41 Chomel Huyshoudelyk woordenboek Leiden 1743 2 deelen
no: 42 Kabinet der Nederl: en Kleefsche oudheeden 2 deelen
no: 43 De philantrope of menschenvriend
no: 44 De ontleeden der gebreeken Amst: 1724. 2 delen
no: 45 Herveij Brieven, 2 deelen
no: 46 Herveij Overdenkingen
no: 47 Herveij Mengelengen 2 deelen
no: 48 Herveij Therin en Aspasio 1:e en 4:e deel
no: 49 E: Stockius Almeene leerreden kundig woordenboek 2 deelen
no: 50 L: de Bourgainville Reyze rondom de weereld Dord: 1772
no: 51 Grondig onderwijs int gebruykt der dwarsfluit
no: 52 Verklaring van den appostel Jacobus, Leeuwe: 1699
no: 53 Verklaring van ’t Boek van Job Leeuwe: 1700
no: 54 Keur van uitgeleeze Bybel stoffen door G: van Staveren
no: 55 G: Udemans Geestelyk coopmans roer
no: 56 Gargon, Eenige troost of catechismus
no: 57 Groene Eener nieuwe beryming der Psalmen
no: 58 P: Pechuis Over ’t hand opleggen
no: 59 Prurlegien van Kermeerland en kennemergen volg
no: 60 Receuil van verscheiden kanten van Amsterdam
no: 61 Ordenen en instructie op de manier van procedeeren voor Utrecht
no: 62 Holl: al oude vryheid buyten het stadhouderschap
no: 63 Beschryving van oud Nederland
no: 64 J: Jansen Struys Voyagen door Moscoven, Tartar, Oost Indien, etc:a
no: 65 Fileserfsche onderwyzen door Martin, Amst: 1739
no: 66 De naakte ontdekte enthusiastery Amst: 1739
no: 67 Alexander de Muneq, Wintervrugt Midd: 1712
no: 68 L:F: Kraaijenhof Beschryving des aardkloots
no: 69 Buschiene Kort begrip der Geographie 1763
in octavo
no: 1 F:A: Lampe Synop: histor: sacrae en ecleecasticae
no: 2 J: la Placotte De Godvrugtige nacthenmaal houding
no: 3 F:A: Lampe, Verborgenheid van het genade verbond in 6 bandjes
no: 4 F:A: Lampe De bruyd Christe
no: 5 G: van der Honert Brieven, Leiden 1744
no: 6 G: van der Honert De kerk in Nederland beschouwd en vermaand
no: 7 G: van der Honert De mensch in Christus
no: 8 M:S: Hagen Heilige alleensprake
no: 9 J: van Zanten Historie van het symbolum
no: 10 H: de Groot Van der waarheid der Christelyke godsdienst
no: 11 Richterns, Die höchtsnothige erkentnis des menschen
no: 12 J: Buselman Ophelderingen over verscheide stukken en woorden der goddelyke boeken
no: 13 T: Vieroot Wegwyzer naar ’s hemels vaderland
no: 14 Historie der heilige schriftuur
no: 15 J: Doutraa Schets der waarheeden
no: 16 P: Peekuis Tractatus der testamentus consugum
no: 17 S: van Leeuwen Proces crimineel
no: 18 Voet beginselen des Rechts
no: 18 Van der Vorm Over het versterf regt
no: 19 Burgerl: rechtsgel: Nohr en Koopmans handboek
no: 20 Amsterdamsche Secretarye
no: 21 Annales of geheimschriften van het hof van Frankryk
no: 22 Toring Over de opvoeding, 2 deelen
no: 23 W: Termen Nuttige samenspraken
no: 24 De hedendaagsche naam student
no: 25 J:H: Knoop Jongmans onderwyzer 2 deelen
no: 26 ’t Leeven de bedryf van de cardinaal Rets: 4 deelen
no: 27 W: Wetten Bedenkingen over de beste wyze van studeeren
no: 28 Het leven van Pous Sixtus door G: Leti Munst: 1702, 2 deelen
no: 29 Het leven van Alexander de 6, door Alex Gordon
no: 30 Beknopte historie van alle ryken en staten, 3 deelen
no: 31 De politicque staat van Richelieu, Mazaryn en Colbert
no: 32 Memorie intre sur la mancer de rassembler en les curiosites d’ histoire naturelle
no: 33 S: Ortow Leeven van D: Doddregde
no: 34 P: Poddaart Stigtelijke gedigten Middelb: 1726
no: 35 Hubner Staatkundige historie met desselfs vervolg 18 bandjes
no: 36 Kerkelyke historie met desselfs vervolg 13 bandjes
no: 37 De jonkvrouw in de eenzaamheid Amst: 1765
no: 38 P:L: Schulleren Eenzame nagtgedigten Amst: 1761
no: 39 Izaak Wats, Nagelaten werken, Schage, 1764
no: 40 Izaak Wats, De swervende Hollander Amst: 1757, 8 deelen
no: 41 De guardiaan of Britsche zedenmeester 3 deelen
no: 42 P: le Clercq Schouwtoneel der natuur 14 deelen
no: 43 De Hollandsche spectator 12 deelen
no: 44 Les origines ou l’ ancien gouvernements
no: 45 Histoire des ampereurs Romains 12 deelen
no: 46 Secret conzervant les arts et [ ..... ]
no: 47 Histoire de Mauricio Conde de Safe 2 part
no: 48 Histoire de Cardinal de Granvelle
no: 49 Abrege de l’ histoire de la patrie Amsterd: 1759 bis
no: 50 Vaderlandsche historie verkort
no: 51 Jonktys Touneel de jalozijen 2 deelen
no: 52 Les avontures de Thelemaque Rott: 1725
no: 53 Mancheucus De charlatanoria eruditorium
no: 54 Palingenn Stellate poët zodiacus vitae libra XII
no: 55 Le fables d’ Esope
no: 56 Leeven bedrijf en oorlogs daaden van Willem den 3, 2 deelen
in octavo
no: 1 Simon van Leeuwen Nederl: practyk der notarissen
no: 2 Sancten Minerva Amst: 1714
no: 3 Christelyke geschiedenis Ams: 1767
no: 4 Vitriarii Institt jur: natet gentium
no: 5 Balths Aqalae excritus regiia pend belijas
no: 6 Historie van Julius Caesar
no: 7 Historie Oost Indien Rott: 1696
no: 8 Historie den koninkryk van Pruisseken 2 deelen
no: 9 Horatii Historia universalis
no: 10 M: Clairaut Gronden der algebra
no: 11 Joost Damhouder Practijcq in crimineele zaaken
no: 12 De naame keurige bloemst
no: 13 Westerbaun Lof der sotheidt
no: 13 Het leeven van Cassandre 5 deelen
In ’t vertrek no: 5
twee cop: waltoorns
een cop: wasch lampet met zijn cop: bak
twee cop: zeepbakjes
een cop: wasch fontyntje met zyn bak
een cop: koel bak
een cop: ham keetel
twee cop: taarte pannen
een cop: nagtblaker
een cop: lamp
een cop: poffertjes pan
een cop: braad pan
een cop: ketel met zijn confoor
een cop: vogel kooij
zes cop: dekzels in zoort
een cop: keetel
een cop: confoor
een tinne keetel
een sluyt mandje
twee vuur manden
een kast met wat zwavel
een vaatje met zwartzel
een led: vaatje
een kastje met klappertjes
vier oude zakken in zoort
een kast met een kegel spel
twee kinder stoelen in zoort
een hoek rak
een kattoen haspel
twee kelders
negen avegaars booren
eenige yzerwerk in zoort
een licquer keldertje
een vogel kooij
zes floretten in zoort
een hartsvanger
twee assegaayen
een schiet geweer
een elixtriseer machine met zijn toebehoren
een houte tabaks doos defect
een jugt ledere vel
twee chambreelen in zoort

Voorts ’t porcelain en glaswerk in zoort als door den heer overl: bij desselfs meerm: testamentaire dispositie gelegateerd, aan juffrouw Catharina Elizabeth Steyn wed: wylen de heer Hendrik Westerhof, en door de onderg: gecomm: Weesm: aan deselve afgegeeven, bestaande in

vier en twintig schotels
veertig borden
vyf kommen
een pot met desself deksel
een coffijkan
een stel cast potjes
twee kannetjes
een trekpotje
een kom, met wat teegoed
agthien kelken
thien bierglazen
In ’t vertrek no: 6
vier schilderyen, defect
zes stoelen
In ’t pakhuys
drie groote kisten
twee led: bierpypen
twee oude deuren
een parthy led: bottels en flessen
Op ’t pakhuys zolder
een parthy bind rottings
een yzere balang
twee schalen
een oude tafel
een ryst blok
een blaas balk
twee braad spitten
een mand
een oude tavel blad
een geweer rak
een party oud yzer
een parthy rommeling
Lyfeigenen den boedels
een slave jonge gen:t Jonathan van de Caab zynde een mans kleere maker, door den heer overledene bij desselfs dikwils gem: testamentaire dispositie gelegateerd aan den capitain militair van ’t Nationale Battallion alhier de manh: Adriaan Gysbert van Kervel, en desselfs huysvrouw juffrouw Johanna Hendrica Laubscher en door de ond: Gecomm: aan haar afgegeeven
een slave jonge gen:t Daniel van de Caab zynde een vrouwe kleder maker, als evengem: gelegateerd aan juff:w Catharina Elizabeth Styn wed: wylen de heer Hendrik Westerhof en insgelyk door de ond: gecomm: Weesm: aan dezelve afgegeeven
een slave jonge gen:t Fort Avre van Mallabaar invoegen voorsz: gelegateerd aan juff: Catharina Styn wed: wylen den heer Hendrik Westerhof en door ons gecomm: Weesm: al meede aan dezelve afgegeeven
een slavinne genaamt Rosalijn en haar kind Roosje beide van de Caab by voorsz: dispositie door den heer overledene vermaakt aan den capitain militair van ’t Nationale Battaillon alhier de manh: Adriaan Gysbert van Kervel en desselfs huysvrouw juffrouw Johanna Hendrica Laubscher en door ons aan dezelve afgegeeven
een slavinne gen:t Debora van de Kaap omtrend welke den overl: by desselfs testamentaire dispositie heeft verklaarden zijn begeerte te weezen dat dezelve Debora, na dat zijn in de gronden van den Christelijken godsdienst onderneem en daar van belijdenis zal hebben gedaan, mitsg:s gedoopt zal zijn met believen der hoge overigheid alhier ten kosten des boedels in vrijdom zal moeten gesteld worden onder die voorwaarde echter dat dezelve bij des testateurs schoondogter juff:w de wed: wylen Hendrik Westerhoff, met ter woon zal moeten verblijven tot tyd en wijlen zij met een geschikt perzoon in huwelijk zal komen te treeden, wanneer als dan aanvaar zal moeten worden gegeeven en uitzet den tagtig rijxdaalders
een slavinne gen:t Clarinda met haare twee kinderen Theresa en Sannet alle van de Caab invoegen voorsz: gelegateerd aan juff: Catharina Elizabeth Styn weduwe wylen de heer Hendrik Westerhoff en door ons al meede aan dezelve afgegeeven
een slave meidje gen:t Philida met haar zuygend kind Zina door den heer overledene by desselfs uit kragte der bij ’t voorsz: testament g’inzerteerde clausule reservatoir gemaakte onderhandsche dispositie gelegateerd zynde aan wylen zyn Ed: vrouw zuster juff: Sophia Hendrina van der Heyde huijsvrouw van de heer Fredrik Willem Stocke ingevalle dezelve juff: Hendrina van der Heyde Caabwaards mogte koomen om alhier haar verblyf en woonplaatse te houden, onder deese expresse conditie en voorwaarden, dat geener derzelve zullen verkogt nog van hier naar andere plaatsen mogen getransporteerd maar ter haare keure by fatzoenlyken en brave leeden van kost, kleederen, ’t nodig gemak en gerak zullen mogen gaan woonen, heeft dezelve slavinne Philida verkoosen, met gesegde haar kind Zina bij der manh: Lodewyk Kendelaar intussen ter woon te gaan, en vermits ged:e manh: Kendler gedeclareerd heeft dezelve wel tot zig te willen neemen hebben de onderget: gecomm: Weesm: deese leifeigenen dan ook zodanig bij hem ter woon geplaats
een slaven meid gen:t Lea van de Caab met haar onlangs geboren kind gen:t Dina aan dezelve door den heer overledene by desselfs zo evengem: dispositie de vreije keuze gelaten zijnde om bij fatzoenlyke en braav perzonen te gaan woonen voor kost, klederen en ’t genot van nodige hulp en bystand in ziektens en krankheeden, hebbende de onderget: gecomm: Weesm: de zelve Lea en haar kind Dina ingevolge haare gedane keuse by voorengem: manh: Kendelaar, die zig volkoomen geneegen heeft getoont dezelve als zodanig tot zig te neemen, meede ter woon geplaats
een slave meid gen:t Candasa van de Caab zich bevondende bij den burger Johannes Rabe alwaar dezelve vermits haar gepleegde ondeug door den heer overledenes verbannen geworden
een slave meisje gen:t Juliana van de Caab door den heer overledene gelateerd zijnde aan Johanna Maria van der Heyde huijsvrouw van den in ’t voorleeden jaar gerepatrieerden sous lieutenant ter zee Falkenburg, onder conditie dat hetzelve zo min als haare afstammelingen zal mogen worden verkogt, maar nader gelegateerd ofte haare kinderen met ter woon moeten verblyven, is gezegde Juliana door ons ond: Gecomm:s vermits afweezigheid van voorsz: Johanna Maria van der Heyde provisioneel bij haare tante Anna Salome Laubscher huisvrouw van den burger Andries Grove ter woon geplaats
een slave meisje gen:t Spasie van de Caab des evengen: onder die zelve voorwaarde vermaakt aan Elizabeth van der Heyde gehuwd met den burger Johannes Schreuder en om redene, zo evengemeld bij voorsz: Grove ter woon geplaats
Zilver werk des boedels
twee zilvere kandelaars
een zilvere koelbakje
een zilvere lepeltje en
vier zilvere vorkjes ingevolge testamentair dispositie gelegateerd aan juffrouw Catharina Elizabeth Stijn weduwe wylen de heer Hendrik Westerhof en almeede door gecomm: Weesm: aan haar afgegeeven
zes zilvere leepels
zes zilvere vorken almeede in gevolge voorm: dispositie gelegateerd aan Anna Salome Laubscher huysvrouw van den burger Andries Grove, en door gecomm: Weesm: aan haar afgegeeven
een zilvere tobaks confoortje en zilvere bakje door den heer overledene bij meerm: testamentaire dispositie gelegateerd aan den lieutenant van ’t Nationale Batallion alhier de manh: Gabriel Pieter Steijn, en door gecomm: Weesm: aan hem afgegeeven
twee zilvere schenkborden dewelke elkanderen gelyk zijnde en waar van d’ eene door den heer overledene aan den capitain lieutenant van ’t resimont de Meuron de manh: Jan Ulrich Ribourg en desselfs huysvrouw juffrouwe Petronella Jacoba Stijn, en de andere aan de meerderjarige jonge juff: Anna Christina Stijn zyn gelegateerd, en dien volgens door ons Gecomm: aan hunl: afgegeeven
een zilvere standaart met de daar bij zynde zuyker en peper busje mosterd potje en twee glasen al meede invoegen voormeld gelegateerd aan de heer Pieter Diederik Bornakker en desselfs egde en almeede door ons Gecomm:s aan eerstgem: ter handen gesteld
drie zilvere tafel cransen met cop: bakken
een zilvere zuykerdoos
een zilver snuyfdoos
een zilvere beugeltje
een zilvere Bijbel beslag
zes zilvere leepels
zes zilvere vorken
een zilvere zoepleepel
een paar goude oor krabben
een zilvere zyd geweer
Contanten des boedels
neegen hondert en agt ryxd:s en ses stuyvers
Inneschulden
over de helft van een bedragen eener somma van een duyzend vier hondert twee en zeventig guldens vier stuijvers een penning Holl: courant zynde ’t montant van twee p:s zoldij reekeningen, ten behoeven van wylen den capitain der Arthellerij de manhafte Salom van Olms door uren den heer overledene benevens de Lutherse Kerk deser steede bij onderhandsche dispositie tot universeele erfgenaamen zyn aangesteld geworden
Lasten des boedels
  Rd:s
aan juff: Catharina Elizabeth Styn wed: wylen de heer Hendrik Westerhof op een onderhandsche obligatie de dato ult: April 1795 ƒ5000 ofte 1666:32
over zoo veel aande volgende persoonen by testamentaire dispositie van legaten ’s besproken geworden, als
aan den capitain militair van ’t Nationale Battallon alhier de manh: Adriaanus Gysbertus van Kervel en desses huysvrouw juff: Johanna Laubscher ƒ1000 Indische valuatie ofte 333:16
aan juff: Catharina Elizabeth Styn wed: wylen de heer Hendrik Westerhof ƒ2000 ofte 666:32
aan Johanna Maria van der Heyde huysvr: van den sous lieutenant Falkenburg ƒ500 ofte 166:32
aan Elizabeth van der Heyde gehuwd met den burger Johannes Schierden ƒ500 ofte 166:32
byde de laatstgen: onder zodanige bepaling en conditie als de testamentaire dispositie kunt te declareeren
aan Aaltje van der Heyde ƒ500 Ind: val: ofte 166:32
aan Hendrina van der Heyde ƒ500 ofte 166:32
aan Fredrik Willem van Nuld Onkruyt ƒ500 ofte 166:32
aan Gerrit van Nuld Onkruijt ƒ500 ofte 166:32
aan Dirk van Zeldam ƒ500 ofte 166:32
aan Jan van Zeldam ƒ500 ofte 166:32
aan Gezina Maria van Zeldam ƒ500 ofte 166:32
aan Elizabeth van Zeldam ƒ500 ofte 166:32
aan Christina Cornelia van Zeldam dogter van wylen de heer Cornelis van Zeldam ƒ500 ofte 166:32
aan juffrouw de weduwe wylen den lieutenant bij ’t depo van ’t resemont van Wurtenburg de manh: Fratz 100:--

Zynde wyders nog in den boedel gevonden de volgende klederen en linnen goed, als

een zwart lakense rok, cammisool en broek
een pompadoer laken rok, cammisool en broek
een paerl couleure rok en cammisool
een bruyn flueele rok, cammisool en broek met zilvere gebourdeerde knoops gaten en zilvere knopen
een donkerblouwe zyde rok, cammisool en broek
een wit zattijne cammisool met goude tres
een witte zyde cammisool met goude tres
een blouw zilvere stof camisool
een wit zattyne camisool met goud geborduurd
een zwart Chinas linne baatje
vier wit linne baatjes
elf wit linne onderbroeken
thien hemden
vier dassen
een cabaaij
derthien neusdoeken in zoort
zeven gebraayde mutzen
een hoed

alle welke evengemelde klederen en linnen goed na volgens de begeerte van den heer overleedene aan meerm: juffrouw Catharina Elizabeth Styn wed: wylen de heer Hendrik Westerhof door ons Gecommitteerdens zyn ter handen gesteld om onder de nabestaanden en vrienden van zyn edele te werden verdeelt

voorts nog een nieuwe blouwe schansloper van vyn laaken met blouwe pluys gevoerd, dewelke in gevolge de testamentaire dispositie van den heer overledene is gelegateerd geworden aan den medecine docter de edele Christiaan Coenraad Prediger, en vermits desselfs apzentie ter Weeskamer is in bewaring genoomen

als meede, een blomme zyde stofs vrouwe kleet, zynde ’t zelve waar in des heere verstorwenes voor overleedene huysvrouw getroud is, en een zwart fluweele mantel met zyde pluys gevoerd, weder byde laatsgemelde stukken, door den heer overleedene aan juff: Aaltje van der Heyde huysvrouv van den lieutenant der Caabse burgery de manh: Johannes Tesselaar gelegateerd zijnde, zyn dezelve over zulx vermits haar afwezigheid ter Weeskamer provisionelyk in bewaring genomen - den 23 Junij 1795 aan manh: Joh: Tesselaar afgegeeven

Aldus g’inventariseerd ten huyze voorm: aan Cabo de Goede Hoop op den 15 en 16 Maij 1795 onder zulx op en op en aangeven van juff: Catharina Elizabeth Steyn wed: wylen de heer Hendrik Westerhof dewelke verklaarde zig in ’t opgeeven der voorsz: goederen ter goeder trouwe gedragen en haares weeten niets verswegen te hebben dat tot de gem: nalatenschap behoorende, alles onder presentatie van solemneele eede met verder belofte, wanneer in den tyd iets mogte ontdekken, daar van getrouwelyk opgaaf te doen, en na deese tot meerder zeekerheid van ’t een en andere door de inventariente benevens ons eigenhandig onderteekend

Als gecomm: Weesm: A:V: Bergh, H:J: Fehrszen

Voor den opgaaf: C:E: Steyn weduwe Westerhoff

Mij praesent: J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/21.34

{17950418} 18 April 1795 Elsabe Helena Embsighoff

Höhne

Inventaris van zoodanige goederen en effecten, als er op den 13 deezer ab intestato met ter dood zyn ontruymd ende nagelaaten door mejuffrouw Elsabe Helena Embsighoff weeduwe wylen den burgerraad de heer Christiaan George Maasdorp ende zulks ten voordeele haaren nagelaatene kinderen, met naamen

1) Arnoldus Maasdorp boekhouder ten dienste der E: Comp:
2) Fredrik Wilhelm adsistend der E: Comp:
3) Johannes Jacobus cadet bombardier by de Arthillerie oud 23 jaaren
4) Christiaan George cadet bombardier by de Arthillerie meede oud 23 jaaren
5) Otto Luder Jacobus cadet bombardier der Arthillerye oud 21 jaaren
6) Gysbert Hendrik adsistend der E: Comp: oud 19 jaaren
7) Johan Michael oud 15 jaaren en
8) Hermanus Maasdorp cadet by de Arthillerye alhier oud 13 jaaren

in diervoegen als dezelve door ons ondergeteekende gecommitt: Weesmeesteren zyn opgenoomen en bevonden, namentlyk

In het woonhuis van den onder afgesz:e gagie gestelden sergeant Ernst Hillebrand, alwaar de overledene is woonagtig geweest, en aldaar

In de kamer ter rechterhand
een rood ophaal gordyn met zyn plank
zeeven schilderyen in zoort
een klijne opslag tafel
zes stoelen
In de kamer ter linkerhand
een wit ophaal gordyn met zyn plank
twaalf stoelen met roode trype zittings
een ronde tafel
In de gaanderye
een rood ophaal gordyn met zyn plank
twee spiegeltjes met vergulde lysten
een vierkante tafel
twee tafels met drie aanzetstukken
twaalf stoelen met zeeven kussens in zoort
twee arm stoelen
twee vuurstoven
een rood koopere thee machiene
twee koopere quispedoors
In de opkamer
een cabinet waarin de volgende kleederstukken linnen en lyfgoed van de overleedene, als
vier zyde rokken in zoort ingevolge Heeren Weesmeesteren resolutie van den 29 April 1795 onder de erfgenamen, aan de naastbiedende verkogt
drie zyde gonnen
een casante [gonnen]
acht chitze rokken
vier voerchitse rokken
zes witte rokken
drie borst rokken
derthien zoo voerchitse als witte jakken in zoort
vier losse zakken
thien hemden
twee sjalies
twee pelliessen
een zwart zyde mantel
twee zwarte zijde neusdoeken
zesthien laakens
vyf en twintig servietten
vyf en twintig handdoeken
neegen sloopen
acht roode zijde doeken en
een doosje met een diamante ring
drie boeken
een stuk zwart armozyn
een chitse sprey
een halve stuk doeken
twee mandjes
een hand rotting met goud gemonteerd die de gezamentlyke erfgenaamen verklaaren, aan Fredrik Willem Maasdorp te behooren en door de onderget: gecomm: Weesmeesteren aan hem ook is afgegeeven geworden
een lessenaar waarin
een koopere inzet gewigt en
een oud zilver passement
twee theekisjes
een liqueur kisje met zes flesjes
twee verlakte schenkblaaden
een sleutel kistje
drie porcelaine potten
twee porcelaine kommen in zoort
een blikke trommel
een vierkante tafel
een koopere hand lantaaren
een parthy leedige boddels
een tinne water flesch
twee tinne keetels
een tinne handquispedoortje
een tinne steekbekken
een tinne tobaks comfoir
In ’t dispens
twee porcelaine soup terrienen
drie en twintig porcelaine schootels in zoort
vier en twintig porcelaine assietten
twee en vyftig porcelaine borden in zoort
thien porcelaine ryst pieringtjes
twee porcelaine slaa bakken
vier porcelaine booter potten in zoort
twee porcelaine trekpotten
twee porcelaine zuykerpotjes
een porcelaine kom met een party theegoed
een oly en azyn stander met glaase flesjes
vier glaase caraffen in zoort
zeeven bierglaasen in zoort
twee waterglaasen
twee confyt potjes
zeeven wyn kelkjes
een koelbak
twee zoutvaatjes
een roemer en
drie flesjes
In de kelder
twee kelders met leedige flessen
een leedige kist
een vat met een restant azyn
een ledige boter vat
een braadspit met zyn toebehooren
drie leedige trommels
twee Ceulse potten
twee klyne boter vaatjes
een yzere balans met twee hout schaalen
een hakke bord
een party aardewerk en
een party leedige boddels
Op de zolder
een spiegel met houte lysten
elff schilderyen in zoort
twee leedige kisten
een ledikant met geel gestreepte behangsel
een leeuning stoel
een ledikant met wit behangsel waarop
een bed, peuluw, twee kussens en een chitse combaars
een ledikant en daarop
een mattras met drie kussens
een bed peuluw en vier kussens
een bed met vier kussens
een bed peuluw, twee kussens en een chitse combaars
een bed met vier kussens
een ledikant waarop
een bed peuluw en drie kussens
een spiegel
een tafeltje
twee kadels
een bed peuluw en twee kussens
een bed met twee kussens en twee wolle deekens
een paviljoen met gestreepte behangsel
In de combuys
een combuys tafel
een water halfaam
een koopere beeker
twee water vaatjes
een rystblok met zyn stamper
een kapblok
een coffy moolen
een doosje met acht tafel messen
vyf koopere kandelaars
een vyzel met zyn stamper
een vergiet tesje
drie koopere blaakers
drie taarte pannen
een poffertjes pan
een stoof pan
een koopere ham keetel
een koopere visch keetel
een koopere confyt keetel
een koopere ketel
een yzere balans met twee koopere schaalen
een kooper schuymspaan
een koopere leepel
een spritse spuyt
een tinne klisteer spuyt
een tinne trechter
een tinne koffykan met een kooper comfoir
een wafel yzer
vyff yzere potten
drie yzere koekepannen
een yzere rooster
twee yzere drievoeten
een yzere schuymspaan
twee yzere leepels
twee yzere blaaspyp
drie yzere schoorsteenkettings
een yzere vleesch vork
een yzere comfoir
een yzere aschschop
een yzere vuurtang
twee yzere snuyters
een koopere waterkeetel
In een buyten vertrek en aldaar op de zolder
een ledige kist
een ledige kast
een boeke rak
een kapstok
een rak
vier aarde potten in zoort
een party rommeling
een kadel met stylen
Op de agter plaats
een wasch baly
een wasch baly
dire blikke emmers
een graaf
twee emmers
een koopere water bekken
een ladder
Lyfeigenen des boedels
een slaven jonge genaamt Jephta van Mallabaar
een slaven jonge genaamt Willem van Bengalen
een slavinne genaamt Esperance van de Caab met haare vyf kinderen genaamt Solomon , Laayer , Pedro , Dramat en Zilvia alle meede van de Kaap
een slave jongetje genaamt Africa van de Kaap

met betrekking tot welke laatstgemelde zeeven stuks lyfeigenen de gezamentlyke erfgenaamen declareerden, de expresse wille ende begeerte van de overleedene te zyn geweest, dat dezelve niet verkogt maar by verdeeling aan hun lieden in vollen en vryen eygendom zouden moeten overgaan in deezer voegen namentlyk dat

de slavinne Esperance zoude behooren aan Johannes Jacobus
Salomon aan Heermanus
Laayer aan Johan Michael
Pedro aan Gysbert Hendrik
Drammat aan Fredrik Wilhelm
Silvia aan Otto Luder Jacobus
en Africa aan Christiaan George Maasdorp
terwyl s:r Arnoldus Maasdorp wyders verklaarde zig tevreeden te zullen houden, in gevalle Heeren Weesmeesteren mogten goedvinden aan hem in steede van een Afrikaansche slaaf die hem gelyk de anderen zoude competeeren en in den boedel thans niet voorhanden is tot een equivalent toe te leggen een somma van een duyzend gulden Caabsche valuatie
Zilverwerk als
twee soup leepels
een punsch leepel
achtien leepels
derthien vorken
acht thee leepeltjes in zoort
twee vorkjes
een mosterd leepeltje
een zuyker trommel
een peeper bus
Crediten des boedels
  Rd:s
aan contanten in deselve gevonden een somma van een hondert en veertig ryksd:s aan papiere munt specie zegge 140:--
van Arnoldus Maasdorp blykens onderhandsche obligatie de dato 20 February 1795 onder borgtogt van Jacomina Hendrina van Zeyl weed: wylen den lieutenant der burger Cavallerye de manh: Nicolaas Laubscher aan capitaal groot een duyzend een hondert en vyff en twintig guldens Ind: val: ofte 375:--
met de renten zeedert 20 February 1795
van Fredrik Wilhelm Maasdorp, blykens onderhandsche schuldbrief van d: 7 April 1795 aan capitaal eene somma van neegen hondert guldens Ind: waarde ofte 300:--
met de renten zeedert 7 April 1795
van de manhafte Claas Peters over zoo veel hy ingevolge voor uit den E: Achtb: Heeren gecomm: Raad van Justitie in dato 28 Novb:r 1793 getreffen accommodement geduurende de leeftyd van de overleedene verpligt is jaarlyks aan dezelve te betaalen gereekend van 28 Nov:br 1794 tot den 13 deeser zynde den dag van haar overlyden 37:24

Werdende voorts alhier nog pro memoria bekend gesteld, dat de voorsz: onmondige kinderen en erfgenaamen by de volgende met ter woon gratis zyn besteed geworden, te weeten:

Johannes Jacobus en Christiaan George Maasdorp by hunl: broeder s:r Arnoldus Maasdorp
Otto Luder Jacobus meede by deszelfs broeder s:r Fredrik Wilhelm Maasdorp
Gysbert Hendrik by den eersten gesworen clercq ter Secretarye van Politie d’ edele Rynier Beck
Johan Michael by de manh: capitain der burgerye Andries Gousch en
Hermanus by den cornet der burgerye de manh: Hermanus Dempers

Dat alle de voorsz: kinderen, wanneer in dienst der E: Comp: zyn aangenoomen geworden volgens eyge getuygenis van wylen hunne ouders hebben gekreegen ieder een zydgeweer met zilver gevest exept Johan Michael en Hermanus Maasdorp, en deeze mitsdien tot een equivalent de waarde daarvan by de onderget: Gecomm:s op twintig ryksd:s yder gewaardeert zouden moeten genieten.

Voorts, dat in den boedel nog is gevonden zeekere vrye slaaf genaamt Soenalle die volgens declaratie der erfgenaamen van een schip alhier zynde agter gebleeven by besluit van den E: Achtbare Raade van Politie zou zyn verpligt geworden, om by de overleedene voor kost en kleederen geduurende haar leeftyd te moeten blyven woonen en welke slaaf meermelde s:r Arnoldus Maasdorp heeft verklaard op dien eigensten met tot zig te willen neemen.

Aldus gedaan en geinventariseert ten huyze voormeld aan Cabo de Goede Hoop op den achtienden dag der maand April in den jaare 1795 ende zulks op het op en aangeeven van den boekhouder en adsistend in dienst der E: Comp: s:r Arnoldus Fredrik Wilhelm Maasdorp, in den hoofde deezer vermeld, dewelke verklaarden zig in het op en aangeeven dies goederen ter goeder trouwe te hebben gedraagen en niets met opzet versweegen of terug gehouden te hebben ’t geen tot den boedel specteerende was, in voegen zyl: dan ook getuigden, de deugdelykheid hunner opgaave ten allen tyde des gerequireerd werdende met solemneelen eede te staaven, met belofte wyders, zoo wanneer namaals nog eenige goederen tot den boedel behoorende mogten worden ontdekt dezelve in allen trouwe te zullen opgeeven ten einde deeser inventaris daarmeede te amplieeren

In teken der waarheid is deeze door de inventarienten beneevens de ondergeteek: gecomm: Weesmeesteren ende my Secretaris behoorlyk gesubscribeerd

Als gecomm: Weesm: W:J: van Oostersee, A: Berrangé

Voor de opgaaf: A: Maasdorp, Fr: W: Maasdorp

Mij praesent: J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/21.35

{17960425} 25 April 1796 Christoffel Lombaard

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten, als ’er op den negen en twintigsten Maart deeses jaars ab intestato met ’er dood zijn ontruijmd ende naargelaten door den oud ouderling d edele Christoffel Lombaard ten voordeele zijner nagelatene wed: juff:w Maria Johanna Walters ter eenre, mitsgaders desselvs

in eerder huwelijk bij wijlen Elsje Botha verwekte kinderen, met naamen 1) Sophia Lombard gehuwd met Johannes Albertus Laubscher ter andere zijde
2) Jacobus Johannes Lombard, mondig
3) Daniel Stephanus Lombard, mondig
4) Pieter Lombard, mondig
5) Andries Benjamin Lombard, mondig
6) Johanna Maria Lombard, gehuwd met Johannes Steph:s van der Westhuijzen
7) Hendrik Lombard mondig
als meede de kinderen door hem in het laatste huwelijk bij opgem: Maria Johanna Walters geprocreerd, in namen 8) Maria Catharina Lombard, gehuwd met Isaak Abraham Plantefeber
9) Christoffel oud 21 jaren
10) Johannes Gerhardus oud 19 jaren
11) Nicolaas oud 16 jaren
12) Stephanus Sebastiaan oud 9 jaren
13) Francois Johannes oud 8 jaren
14) Pieter Johannes oud 4 jaren
15) Christiaan oud 3 jaren en
16) Benjamin Lombard oud 2 jaren

zodanig ende in diervoegen als dezelve door ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren zijn opgenomen en g’inventariseerd, bestaande dezelve in de volgende, namentlijk

Een plaats ofte hofsteede gen:d de Voorspoed geleegen onder ‘t district van Drakenstein aan ’t Riebeeks Casteel , bij onderhandsche codicillaire dispositie de dato 23 Maart des jaars 1796 door den overleedene, vermaakt aan desselvs nagelatene wed:e bovengem: Maria Johanna Walters de
een plaats ofte hofsteede gen:d Zonquasdoordrift geleegen onder ’t district van Drakenstein door den overleeden bij voorm: dispositie gelegateerd aan desselfs zoon Daniel Lombard
een opstal staande op de leening plaats gen:d de Melkhoute Boom aan de Vet Rivier

In ’t woonhuis staande op eerstgem: plaats en aldaar

In ’t voorhuis
een roode ophaal gordijn
een spiegel
een Friese clock
twee vogel cooijen
twee verlakte schenkbladen
een pijpe rak
twee porc: scheerbekken
een blikke trommeltje
een kopere wasch lampet met zijn balij
vier rakken waar op
achtien porc: schotels in zoort
acht en zestig porc: borden in zoort
zeven porc: spoelkommen
een vierkante tafeltje
sesthien stoelen in zoort
thien kussens in zoort
een rustbank met desselvs mattras
een kopere theemachine
twee tinne trekpotjes
twee water emmers
vier stoven
In een in de muur gemetzelde kas
een stel kas potjes
vijf glaase karaffen en voorts
een parthij procelijn en glaswerk in zoort
een cijfer leij
In de kamer ter rechterhand no: 1
een roode ophaal gordijn
twee rakken
een kapstok
drie kopere strijkijzers
twee eetens tafels
een leuning stoel
een rustbank oude
een klijn kisje
een ledikant met blaauwe behangzel waar op
een bed, een peuluw, vier kussens en chitze combaars
een kadel waar op
een bed, een peuluw vier kussens en een chitze deken
een kadel en daar op
een bed, een peuluw, vier kussens en een chitze deken
In de kamer ter rechterhand no: 2
twee spiegels in zoort
twee blikke trommels
een kopere lampet met een ijzere stander
een ledikant met geruit behangzel waar op
twee beddens en twee chitze dekens
een vierkant tafeltje
twee stoelen
een kleder kastje
een kleijn boter kerntje
In de kamer ter linkerhand
een witte ophaal gordijn
een spiegeltje
vier schilderijen
een kopere blaker
een ledikant met rood behangzel waar op
een bed, een peuluw, ses kussens en een chitze deken
een ledikant met rood behangzel waar op
een bed, een peuluw, ses kussens en een chitze deken
een tafeltje
een tafeltje met laden en koper beslag
een kadel waar op
een bed, peuluw en vier kussens
veerthien stoelen in zoort
vijf kussens
een cabinet waar op
een stel porc: potten en
vijf commen in zoort
een cabinet waar op
een stel porc: potten
twee commen en
drie potjes in zoort
een cabinet waar op
een stel porc: potjes
een lessenaar
twee klijne kisjes
een tinne inkoker
een Bijbel bij taxatie gelaten aan de wed:e voor rd:s15 en voorts
een parthij boeken
drie tinne nagt spiegels
twee porc: nagt spiegels
In een achterkamer
een kadel
een etens tafel
een lessenaar
een eetens kastje
een bakkis
een boter met zijn lepel
twee ledige kisten
een ledige kelder
twee emmers
twee copere tafel cransen
een copere coffij kan met zijn tesje
een copere ketel met zijn confoor
een copere fijzel met zijn stamper
een copere hand quispedoortje
een copere keteltje
een copere confoor
een tinne trekpot
vijf tinne schenkborden
een tinne souspotje
twee porc: soup terrines
twaalf porc: schotels in zoort
vier en twintig porc: borden
een geweer rak
een ijzere balans met
negen stukken gewigten in zoort
vier oude stoelen in zoort
In de combuijs
vier emmers
drie baletjes in zoort
een potte bank
een broodmes
vier copere kandelaars
drie copere taarte pannen
een poffertjes pan
een copere castrol
twee copere coevertuure
een copere rasp
een copere schuimspan
acht ijzere potten
een ijzere koekepan
een rooster
een wavel ijzer
een asschop
een vuurtang
drie schoorsteenkettings
een bakkist
een combuijs tafel
twee waterhalfaamen
een rak waarop
ses tinne schotels
een ijzere haak
een rijsblok met zijn stamper
Op de zolder
een boter kern
een vleesch vat
een boter vaatje
drie ijzere potten
een kopere ketel
een kopere ketel
twee kopere platen in zoort
een kleijn copere balans met schalen
twee manden
vijfthien geelhoute planken en voorts
een parthij rommelerij
In de wijn kelder
een en twintig maat legers
zeventhien leggers wijn en circa een legger brandewijn
vijf halve leggers
twee bierpijpen
twee kuip balijs
een boter vat
een ledige half aam
een ledige half aam
een vleesch balij
een tregter
twee oude balijs
twee brandewijns ketels met hun toebehoren
een pers ijzer
twintig zikkels
een parthij oude zikkels
twee vuurtangen
een parthij grendels en knippen
een huis ladder
een parthij wagenmakershout
vijf hoepels
een ledige kist
zeven en dertig koornzakken
drie planken in zoort
een groote mand
drie aarde kruijken waar van een defect
een blikke pomp
In de smitswinkel
twee aambeelden
een schroef
een groote spierhaak
een kleijne spierhaak
derthien hamers in zoort
vier tangen
een parthij smits gereedschappen in zoort
een schaafbank
drie bijlen
een trek zaag
een kraan zaag
drie zagen in zoort
negen avegaar boren in zoort
een dissel
thien schaven in zoort
drie fijlen
een ijzere omslag
een snij mes
vier bijtels
ses boeij ijzers
een hakzelbank met zijn mes
een hakzelbank met zijn mes defect
thien oude graven
een ijzere koefoet
vier steene vormen
sesthien oude ploeg scharen
een blaasbalk
zeven pikken in zoort, en voorts
een parthij oud ijzerwerk
In ’t wagenhuis
drie paarde wagens met hun toebehoren
drie osse wagens met hun toebehoren
een parthij houtwerk
een oude chais
een oude car
drie theer putzen
een wagen kap met leeren en buijk
In ’t moolen vertrek
een ijzere balans met twee stukken ijzer en een stuk loot gewigt
een visch zeegen met zijn lijnen
twee oude tinne schotels
drie ledige zakken
een parthij oude touwwerk
In een buijten dispens
een oude deur
een oude wijn kas
In ’t koornhuis
een oude kadel
twee koorn scheepels
twee koorn schoppen
een oude scherm
twee en negentig mudden koorn
een koorn harp
In de school
twee vierkante tafels
twee banken
een oude stoel
een kadel waarop
twee bedden, twee peulen zeven kussens en twee oude dekens
In een buiten vertrek no: 1
acht stinkhoute planken
een oude vengster couzijn
In de paarde stal
een stinkhouteplank
een ladder
twee lang wagens
een grijne juffer
twee gebrijde beeste huiden
een parthij vloer harken en gaffels
een span tuijgen met zijn toebehoren
een span zeilen
In een buiten vertrek no: 2
een parthij dekstroo
een stuk geelhoute plank
Op de werf
ses ploegen
vier eggen met houte pennen
een dekstoel
een parthij rommelerij
Op de bovengemelde plaats gen:d de Zonquasdoordrift
een ledikant met rood behangzel
twee kadels
twee tafels
vier stoelen
twee emmers
een bakkist
een scheepel
een ijzere pot
een copere coffij kan
een copere trommeltje
een ijzere rooster
een rak
twee graven
twee pikken
twee en veertig mudden tarwe
vier leggers met wijn
een ledige legger
een bierpijp
een halve leggers balij
een wagen
twee ploegen
een ploeg schaar
een schuit

In ’t gebouw aan de zogenaamde Oude Craal

een hondert en twintig mudden koorn
sestig mudden garst

Op voorm: plaats de Melk Houte Boom aan de Vetrivier

een tafel
een stoel
een boter vat
een groote kern
een klijne kern
twee emmers
een ijzere pot
een kraan zaag
een trek zaag
een agter ploeg
twee ploeg scharen
Beestiaal
vijf en zeventig trek ossen
een hondert en vier aanteel beesten
acht wagen paarden
acht karrewy paarden
twee rijdpaarden
veertig aanteel paarden
drie hondert zeven en tachtig aanteel schapen
een hondert en derthien hamels
ses en vijftig bokken
Lijfeigenen
een slave jonge genaamd David van de Caab beide coetziers
een slave jonge genaamd Adonis van de Caab
een slave jonge genaamd Carolus van de Caab , wagenrijder
een slave jonge genaamd Arij van de Caab , wagenrijder
een slave jonge genaamd Jannuarij van de Caab , zal ingevolge de meerm: dispositie niet mogte worden verkogt maar bij de wed:e blijven woonen
een slave jonge gen:d September van de Caab , wagenrijder
een slave jonge gen:d Jephta van de Caab , schoemaker
een slave jonge gen:d Salomon van de Caab
een slave jonge gen:d Adam van de Caab
een slave jonge gen:d Abraham van de Caab
een slave jonge gen:d Samson van Madagascar , beestewagter
een slave jonge gen:d Meij van Mosambicque , paardewagter
een slave jonge gen:d Siphier van Mosambicque , schapewagter
een slave jonge gen:d Fortuin van Batavia
een slave jonge gen:d Ontong van Batavia
een slave jonge gen:d August van Batavia
een slave jonge gen:d Batjoe van Batavia
een slave jonge gen:d Arontus van Bogies , fugatief
een slave jonge gen:d Pedro van Bengalen
een slave jonge gen:d Julij van Bengalen
een slave jonge gen:d David van Bengalen , oud en afgeleefd
een slave jonge gen:d Job van Mosambicque
een slave jonge gen:d Tranquil van Mosambicque
een slave jonge gen:d Amsterdam van Mosambicque
een slave jonge gen:d Moses van Mosambicque
een slave meijd gen:d Debora van de Caab
een slave meijd gen:d Magtel van de Caab
een slave meij gen:d Francina van de Caab
een slave meijd gen:d Lucretia van de Caab
een slave meijd gen:d Jannetje van de Caab
een slave meijd gen:d Diana van de Caab
een slave meijd gen:d Diana van Batavia
een slave meijd gen:d Alima van Batavia
een slave meijd gen:d Sabina van Malabaar
een slave meijd gen:d Spacie van Mosambicque
een slave jongetje gen:d Esau van de Caab
een slave jongetje gen:d Damon van de Caab
een slave jongetje gen:d Paul van de Caab
een slave jongetje gen:d September van de Caab
een slave jongetje gen:t Ourson van de Caab
een slave jongetje gen:t Jannuarij van de Caab
een slave meijsje gen:d Lea van de Caab
een slave meijsje gen:d Rachel van de Caab
Zilverwerk
acht lepels
zes vorken
een zuiker trommel
Inne schulden
    Rd:s
voldaan van Michiel Casparus Laubscher blijkens onderhandsche obligatie de dato 30 Junij 1785 aan cap:l eene somma van ƒ400 ofte 133:16
  met den intrest zedert p:o Februarij 1795
voldaan van Michiel Casparus Laubscher blijkens ond: acte van 6 Feb:ij 1788 aan cap:l ƒ1400 ofte 466:32
  met den intrest zedert 6 Feb:ij 1788
voldaan van Michiel Casparus Laubscher blijkens ond: acte van des 28 Meij 1789 aan cap:l ƒ1200 400:--
  met de rente van 28 Meij 1789
  van Isaak Abrahamse Plantefeber blijkens ond: obl: de dato 1 December 1795 aan cap:l ƒ1000 ofte 333:16
  met de rente van 1 December 1795
voldaan van Francois Smit blijkens ond: obl: d:d: 15 Feb:y1785 aan cap:l ƒ450 ofte 150:--
  met de renten zedert 15 Feb:y 1795
  van David Krijnauw blijkens ond: obl: d:d: 15 Feb:y 1795 aan capitaal een somma van ƒ5000 Ind: val: ofte 1666:32
  met de renten zedert 15 Feb:y j:l:
  van Jacobus Johannes Luttig blijkens ond: acte d:d: 21 Aug:s 1786 aan cap:l ƒ600 ofte 200:--
  met de renten zedert 21 Aug:s 1793
voldaan van Jurgen Kotzee blijkens ond: schuldbrief van den 9: Sept:r 1793 aan capitaal ƒ2000 ofte 666:32
  met de renten zeedert 9 Sep:r 1795
voldaan den 14 Sept:r 96 van Johannes Albert Laubscher Nicolaasz blijkens ond: acte o: d: 9 Jann:ij 1792 aan cap:l ƒ1128 ofte 376:--
  met de renten zedert 9 Jann:ij 1795
  van Johannes Jacobus Lombard blijkens ond: acte d:d: 9 April 1795 aan capitaal ƒ4000 ofte 1333:16
  met de renten zedert 9 April l:l:
  van Johannes Christian Karsten blijkens ond: act d:d: 25 Aug:s 1784 aan capitaal ƒ1000 ofte 333:16
  met de renten zeedert 25 Aug:s l:l:
  van Albertus Laubscher blijkens ond: schuldbrief d:d: 1 Meij 1790 aan capitaal ƒ750 ofte 250:--
de renten voldaan tot p:o Maij 1796 met de renten a 6 p:c:o zedert p:o Meij 1795
  van Alewijn Smit de oude blijkens ond: acte d:d: 3 Maart 1794 aan cap:l ƒ300 ofte 100:--
voldaan van Jan Rust blijkens ond: acte d:d: 29 Jann:y 1787 aan cap:l ƒ300 ofte 100:--
  met de renten a 6 p:c:o zedert 29 Jann:y l:l:
  van Johannes Petrus Mareez blijkens ond: acte de dato 19 Maart 1791 aan capitaal ƒ300 ofte 100:--
  met de renten a 6 p:c:o zeedert 19 Maart 1791
  van Johannes Lombaard over contant in commissie ontfangen penningen 112:--
  van Jacobus Mosterd over een half aam wijn 3:--
  van Gerrit le Roux over een legger wijn 24:--
  van Evert Smit Christoffelsz: per rest van reek: 7:10
voldaan van Jan Visser Gerritz: over 9 halve aamen wijn 23:--
  van Jan Basson Janz: over 1 aam wijn 5:--
  van Nicolaas Smit Christoffelz: over een halve legger wijn 12:--
  van Johannes Aug:s Dreijer voor boekschuld 16:18
  van Gideon van Dijk over 4 leggers en 6 halve aamen wijn per rest 69:24
Lasten des boedels
  Rd:s Rd:s
aan Daniel Stephanus Lombard over zoveel denzelven weegens zijn moeders bewijs uit den boedel competeerd aan capitaal 287:--
waar van denzelven de renten praetendeert zeedert den 12 Junij 1788 dat hij zijn mondige jaren heeft bereikt
nog aan geleende penningen 70:--
aan Pieter Lombard over geleverde twee en twintig trekossen   196:--
aan Christoffel Lombard over in bewaring gegeevene penn: 33:24
over een paard 12:--
over acht p:s hamels 16:--
    61:24
aan Johannes Gerhardus Lombard over in bewaring gegeevene penn: als voren   19:24
aan Jacobus Joh:s Luttig over maalloon   20:--

Aldus gedaan ende geinventariseerd ter plaatze voorm:t op den vijf en twintigsten April 1796 ende zulx op het op en aangeeven van juffrouw Maria Johanna Walters wed:e van wijlen de edele Christoffel Lombard in den hoofde datis gemeld, dewelke verklaarde zig daar omtrend ter goeder trouwe gedragen en niets met opzet versweegen of terug gehouden te hebben ’t geen tot den boedel specteerende was, invoege dezelve dan ook betuijgde de deugdelijkheid haarer opgave ten allen tijde des gerequireerd werdende met solemneelen eede nader gestand te doen met belofte wijders zo wanneer ’er namaals nog eenige goederen tot den boedel behorende mogte worden ontdekt deesen inventaris daar meede in allen trouwe te zullen amplieeren. Tot seekerheid van dien is deese inventaris door de voorz: wed:e en ons onderget: gecommitt:e Weesmeesteren benevens den Secretaris behoorlijk gesubscribeerd.

Als gecommitt:e Weesmeest: W:J: van Oostersee, J:A: Truter

Voor den opgaaf: Maria Jo: Walters weduwe C: Lombard

Mij praesent: J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/21.36

{17960303} 3 Maart 1796 Francois Joubert

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten, als ’er op den zes en twintigsten Jannuarij deeses jaars ab intestato metter dood zijn ontruijmd ende naargelaten door den burger Francois Joubert Gideons zoon ten voordeele zijner overgeblevene huijsvrouw en weeduwe Maria du Toit ter eenre, en hunne bij den anderen in echt verweckte kinderen, genaamt

1) Maria oud 2 en ter andere zijde
2) Gideon Joubert oud 1 jaar, mitsgaders
3) het kind waarvan zij weeduwe thans zwanger is - Nota, dit kind op den 11 Maij 1796 gebooren zijnde, heeft bij den H: Doop den namen ontvangen van Hester Francina

zodanig als deselve door mij ondergeteekende geswoore Clercq der Weeskamer als daartoe door Heeren Weesmeesteren bij hun Eerw:s resolutie de dato zeventhienden der even afgewekene maand Februarij expres gequalificeerd, zijn geinventariseerd en opgenomen ter presentie der meedegeteekende hiertoe expres versogte getuijgen, en bevonden te bestaan in het volgende, te weten

Een plaats ofte hofsteede, genaamt Fortuijntje gelegen in Hottentotsholland groot in zijner grond zestig morgen netto, nevens een stuk bouwland daar annex, blijkens aparte daar van geformeerde caart groot circa zeeven morgen van welke plaats ofte hofsteede, nevens ’t gemelde stuk bouwland, ingevolge Heeren Weesmeesteren resolutie in den hoofde deeses vermeld, thans drie erven staan te worden afgemeten, ten eijnde buijten het als dan resteerende gedeelte der plaats, ieder afsonderlijk te werden verkogten

Bevindende zig op de voormelde plaats

In ’t woonhuijs en aldaar

In ’t voorhuijs
een opslag eetenstafel
twee theetafeltjes
een houte waschfontijntje met zijn baletje
een broodmes met zijn bank
negen stoelen in zoorte
In de voorkamer ter regter hand
zes stoelen met kussens
zes stoelen zonder kussens
een tafelkasje
een ledikant met rood behangsel
waar op
een bed
een peuluwe
vier kussens en
een combaars het een en ander onder approbatie van Heeren Weesmeesteren aan de weeduwe ten haaren gebruijk gelaten
een kadel waarop
een bed
een peuluwe
vier kussens en
een combaars almeede onder goedkeuringe van Heeren Weesmeesteren, tot een equivalent van ’t evengemelde aan de weeduwe ten gebruijke voor haare kinderen gelaten
een oude kadel
een spiegel met bruijne lijsten
twee ledige kisten waarvan eene almeede onder approbatie van Heeren Weesmeesteren aan de weeduwe ter berginge der kleederen van haar en haare kinderen is afgegeven
een pijperack
In de voorkamer ter linker hand
twee ophaaldersplanken
een oude spiegel
twee oude schilderijen
agt oude stoelen
een oude ledikant waarop
een bed, een peuluwe, drie kussens en een combaars
een ledige kist
een rack waarop
een koopere theemachine
een tinne trekpot
een coffijkan
drie ketels in zoort
twee schenkborden
een coffijmoolen
een kopere vijsel
een olij en azijnstandertje
een peperdoos
twee koopere kandelaars
een ijsere snuijter
een porcelaine soupterine
zes en dertig zoo porcelaine als aarde borden
zes porcelaine schotels
een tinne zoeplepel
agtthien tinne eetlepels
zes en twintig staale vorcken
eenige messen in zoort
twee glaase zoutvaatjes
een gorgelet
zes wijnkelkjes
een bierglas
twaalf kopjes en pierings
twee porcelaine potjes
drie aarde potjes
een aarde back
twee aarde vuurtesjes
drie aarde potten
een strijkijser
een koopere schaaltje, voorts
eenige ledige bottels en flessen
In de agterkamer
een back kist
een meelseeft
een zandbaletje
twee half aamen
een schietgeweer
In de combuijs
een combuijstafel
vier ijsere potten in zoort
twee schoorsteenkettings
een drievoet
een rooster
twee potlepels
een schuijmspan
een koekepan
een vuurtang
een asschop
In een buijtenvertreck
zes emmers
twee vleeschbalijs
twee manden
een houte tregter
een blicke tregter
een ledige legger
een ledige bierpijp
een vat met een restant theer
een koornschepel
thien jucken
vijf beestevellen
twee picken
een graav
circa vijfthien honderd ponden ijser
circa dertig ponden staal
een ijsere balans met houte schaalen
een stuck ijser gewigt
een theerputs
In de smitswinckel
een slijpsteen met zijn back
een blaasbalg
een ambeeld
een speerhaak
twee banschroeven
een groote voorhamer
twee kleijne [voorhamer]
twee handhamers
zeven smitstangen in zoort
drie nagelvormen
een spijkervorm
eenige doppers en deurslagen in zoorte
In de wagenmakerswinckel
een draaijbank
een snijbank
twee mookers
twee naafbooren
een handbijl
een baar
elff klijne booren
een dissel
elff schaven in zoort
thien bijtels in zoort
twee passers
een oude nijptang
een arm vijl
zeven vijlen in zoort
twee snijmessen
twee ijsere omslagen
vier winkelhaaken
drie krassers
vier zagen in zoort
In het wagenhuijs
een ploeg met zijn stel
een eg
drie nieuwe ossenwagens zonder buijk en leeren
een nieuwe onbeslagen paerdewagen
een oude paerdewagen
zesthien ongemaakte wagenassen
derthien ongemaakte ossewagen voortangen
zeventhien agtertangen
vier en dertig schamels
zeven disselboomen
vijf paerdewagen voortangen
drie lankwagens
een ossewagen buijkplank
negen en dertig naven
twee honderd vijf en dertig vellingen
zes honderd en negentig spaken
eenhondert en thien uijtgewerkte spaken
vijf en vijftig leerschijen
vier en twintig leerboomen
vijf grijnhoute plancken ieder van vier en twintig voet lang
een paar nieuwe wagenleeren
In de paerdestal
een rijdpaerd
zes wagenpaerden
zes oude paerdetuijgen
een zadel en toom
In de kraal
zes en dertig aanteelpaerden
Lijfeijgenen
een slavejonge genaamt Jephta van Boegies , zijnde een wagenmaker
een slavejonge genaamt Jochem van Boegies , zijnde een wagenmaker
een slavejonge genaamt Tjoemat van Boegies , zijnde een smit voorslager
een slavejonge genaamt September van Mallabaar , almeede een smit en voorslager
een slavejonge genaamt Caesar van Mosambique , almeede een smit en voorslager
een slavejonge genaamt Maij van Mosambique , zijnde een paerdewagter
een slavejonge genaamt Esau van Mosambique , werksjonge - thans ziek
een slavejonge genaamt August van Boegies , zijnde een wagenmaker dog reeds zeedert ruijm drie jaaren absent
een slavejongetje genaamt Laqueij van de Caab

Werdende hier pro memorie genoteerd

a) dat de kleederen van den overleedene, aan desselfs overgeblevene weeduwe ten gebruijke van haaren minderjarigen zoon zijn afgegeven hebbende terwijl de weeduwe niet present was, niet kunnen werden opgeven of zig daaronder ook eenig goud of zilverwerk bevind waarvan bij eene nadere opgaaf gebleeken zijnde, ’t zelve zal moeten verder getauxeerden

b) dat zig onder de paerden des boedels hebben bevonden, vier veuletjes aan den burger Paul Roux Paulszoon en thien aanteelpaarden aan den burger Jacobus Retief met den overleedene in maatschappij toebehoorende, van welke maatschappij ter presentie en ten genoegen ter belang hebbende, behoorlijk vereffeninge en verdeelinge is geschied

c) dat zich als nog onder de paerden des boedels bevind, een vos ruijnpaerd ’t welk volgens opgaaf der slaven door eener over de berg woonenden burger bij den overleedene zoude zijn agtergelaten zonder dat de slaven de naam van dien burger wusten optegeven, waarna dus nader zal moeten worden geinformeerd.

Inneschulden
    Rd:s
  Andries Otto voor smits en wagenmakers werck volgens aanteekening 30:14
  Herkules Morkel voor smits en wagenmakers werck volgens aanteekening 48:24
  Marthinus van Koppen voor smits en wagenmakers werck volgens aanteekening 22:24
  Jan Brink voor smits en wagenmakers werck volgens aanteekening 34:18
  den capitain der Zwellendamsche burgercavallerij [ ..... ] Botha voor smits en wagenmakers werk volgens aanteekening 7:--
  Matthijs Laurens over smits en wagenmakerswerk volgens aanteekening 0:30
vold:n Anthon Fick over smits en wagenmakerswerk volgens aanteekening 11:42
  Wouter de Vos over smits en wagenmakerswerk volgens aanteekening 7:6
  Jan Mooleman over smits en wagenmakerswerk volgens aanteekening 2:36
  Louis Taillard over smits en wagenmakerswerk volgens aanteekening 22:--
  Philip Botha over smits en wagenmakerswerk volgens aanteekening 5:24
  Jan Germerhausen over smits en wagenmakerswerk volgens aanteekening 4:24
  Johannes Brits d’ oude over smits en wagenmakerswerk volgens aanteekening 3:--
  Jan Swart over smits en wagenmakers werck volgens aanteekening 6:--
  Servaas de Kock over smits en wagenmakers werck volgens aanteekening 15:--
  Pieter Brits over smits en wagenmakers werck volgens aanteekening 0:36
  de weeduwe Rudolfph Laubscher over smits en wagenmakers werck volgens aanteekening 13:24
voldaan aan de weduwe Kriel over smits en wagenmakers werck volgens aanteekening 20:18
  Arij Jacob Joubert over smits en wagenmakers werck volgens aanteekening 2:12
vold: Francois du Toit voor een paar leeren en een buijkplanck volgens opgaaf van de weeduwe 20:--
  Jan Germershausen p:r rest der kooppenningen van een nieuwe ossenwagen volgens opgaaf van de weeduwe 85:--
vold: Cornelis Brits over ’t restand der kooppenningen van een nieuwe ossenwagen volgens opgaaf der weeduwe 50:--
  Cornelis Brits over een paar karwielen volgens opgaaf der weeduwe de waarde aan haar onbekend
  Cornelis van der Wat over aan desselfs Hottentotten verschotene penningen volgens opgaaf van de weeduwe 15:--
  David Keijser voor ’t maken en beslaan van een as volgens opgaaf van de weeduwe 8:--
  Douwe Muller voor ’t maken en beslaan van een as volgens opgaaf van de weeduwe 8:--
  Willem Johannes Odendaal p:r rest eener onderhandsche briefje de dato 2:e Februarij 1795 16:24
betaald Paul Roux Paulszoon zoo veel wegens de in maatschappij geweest zijnde paerden aan den boedel moet uitkeeren 22:24
voldaan Pieter van der Merwe Jacobszn voor een nieuwe ossenwagen met buijk leeren en remketting, zijnde de prijs veraccordeert voor rd:s10 minder als de prijs daarvan aan de Caab zoude zijn dus 230:--
  wijl: Gerrit Kempf over boekschuld het welk door desselfs vader zal worden voldaan 11:--
Dubieuse en desperate schulden
  Rd:s
[ ..... ] Groenewald over smits en wagenmakers werk volgens aanteekening 1:12
Jan de Wet over smits en wagenmakers werk volgens aanteekening 3:36
Nota, de weeduwe weet niet zeeker optegeven of deese laatsgemelde post niet voldaan is
[ ..... ] Gildenhuijsen almeede over smits en wagenmakerswerk volgens aanteekening van den overledene 1:6
Bartholomaeus van Bruijnswaard over huijshuur en een halve mud meel volgens daarvan onder de boedelpapieren gevondene reekening 51:16
heefts een contrareek: ingediend, ten groote van rd:s[ ..... ]
Lasten des boedels
    Rd:s
voldaan aan Joris Middelkoop op een scheepenenkennis de dato [ ..... ] 179[ ..... ] aan capitaal ƒ5000 ofte 1666:32
  met de renten van dien à 6 p:r c:to p:r anno
voldaan aan Francois du Toit op een onderhandsche obligatie d:d: 4 Jannuarij 1794 aan capitaal ƒ6400 ofte 2133:16
  met den intrest à 5 p:r c:to zeedert den [ ..... ] Jannr: 1795
vold: aan Francois du Toit op een onderhandsche obligatie d:d: 4 Jann:e 1794 zonder beding van intrest ƒ2000 ofte 666:32
vold: aan Francois du Toit voormeld over boekschuld 166:--
  aan Jan de Villiers d’ oude op een onderhandsche obligatie d:d: 5 October 1791 aan capitaal ƒ1000 333:16
  met den intrest à 5 p:r c:to van het lopende jaar
  aan de weeduwe Jacob Marais op een onderhandsche obligatie d:d: 4 October 1792 aan capitaal ƒ1000 ofte 333:16
  almeede met de renten à 5 p:r c:to van het lopende jaar
  aan de weeduwe Jacobus Marais op een onderhandsche obligatie d:d: 26 Maij 179[ ..... ] aan capitaal ƒ1000 ofte 333:16
  insgelijks met den intrest à 5 p:r c:to p:r a:o van het lopende jaar
  aan den vendumeester der colonie Stellenbosch en Drakenstein de heer Rijno Johannes van der Riet over vendupenn: ruijm 300:--
  aan Jacobus Johannes Vos over gekogte ijser 140:--
  aan Marthinus van Koppen over geleverde gesoute visch 10:--
voldaan aan Pieter Joubert Gideonszoon over op intrest genomen penningen waarvan echter geene obligatie door den overleedene gepasseert is, volgens opgaaf der weeduwe 400:--
  aan evengemelde Pieter Joubert Gideonszoon over aan den overleedene verkogte paerden almeede volgens opgaaf der weeduwe 85:--

Aldus gedaan ende geinventariseerd ter opgemelder woonplaatse van den overleedene genaamt Foruijntje gelegen in Hottentotsholland op den 3:e en 4 Maart 1796.

Als getuijgen: J:W: Wernich, F:s du Toit

Door mij G:A: Watermeijer, g: C:

MOOC8/21.37

{17960603} 3 Junij 1796 Christoffel Paap

Inventaris van alle zodanige goederen als er op den 30 Maij 1796 ab intestato metter dood zijn ontruijmd door den in de Simons Baaij verongelukten en op de boot debescheiden geweest zijnde quartiermeester Christoffel Paap ten voordeele zyner naargelatene onbekende uitlandige erfgenaamen, zodanig ende in dier voegen als de zelve door ons ond:s Schryver en Bode der Weeskamer zyn geinventariseerd en opgenoomen ten huyze van Fredrik Barend Gildenhuyzen aan wien de overleeden bij zyn vertrek na Simons Baaij de volgende goederen in bewaaring heeft gegeeven, bestaat in

twee rokken
twee broken
vyf rompjes
elf hemden
negen paaren koussen
zes doeken
twee hoeden
twee baatjes
een paar zilver knie gespen
zes Chinaasche beeltjes
zes porc: borden
drie kommen
een melk kan
negen kopjes en pierings
een kist
een tafel
twee stoelen
een ledikant met rood behangzel
een buldzak
een combaars
een yzer pot
een trommel
een trommel
een pype rak en
een dambord

Aan Louis de Quartiermeester eenige touw gegeeven om dezelve tegen twaalf ryxd: te verkoopen

Ook heeft de overleedene verscheide goederen met zyn vertrek van hier na de Siemons Baaij met zig genomen, zonder te kunnen opgeeven waar in dezelve bestaat

Aldus geinventariseerd aan Cabo de Goede Hoop op den 3:e Junij 1796 op ’t aangeeven van den in den hoofde deses gen: Gildenhuyzen dewelke verklaarde zig in ’t opgeeven der voorz: goederen ter goedere trouwe gedragen en zijn weten niet verswegen te hebben alles onder presentatie van eede met belofte zo wanneer in der tyd iets mogten ontdekken dat tot voorsz: nalatenschap gehoorende daar van getrouwelyk opgaaf te doen en is tot meeder sekerheid van ’t een en ander deese door den inventariend beneevens ons eigenhandig onderteekend.

Voor den opgaaf: dit kruijs + merk is door Fredrik Gildenhuyzen eigen handig gesteld

H:E: Blankenberg

J:M: Prins

MOOC8/21.38

{17960521} 21 Maij 1796 Johan George Siegler

Voor Heeren Weesmeester dezer steede

L:S:

Inventaris van goederen gehoorende tot de nalaatenschap van wylen Johan George Siegler, geboortig van Neyenhoff , geweezen soldaat bij het voormaalig bataillon ten dienste der Nederlandsche geoctroyeerde Oostindische Compagnie, en als knecht gewoond hebbende by den heere Hendrik Fehrsen; zo als dezelve door de ondergeteekende Gecommitteerdens uit den Edelen Achtbaren Raade van Justitie deezes Gouvernements by de schouwing van ’t lyk van gem: Siegler, door den zelven heere Fehrsen zyn op en aangegeeven geworden, bestaande in, als volgt

een kadel met stylen en rood behangzel, mitsgaders en toebehooren
een stoel
een houte armblaaker
vyf schilderytjes in soort
een klyn kasje
een ledige kelder
een naaydoosje
een klyn kistje
een pyp met zilver beslag
een paar zilvere schoengespen
een paar zilvere kniegespen
een zilver horologe met zilver ketting
een paar goude knoopjes
een goud hartje
een roode doek
een opgetoemde hoed
een lap zyde tot een baaytje
drie baaytjes
twee blaauwe rokken
een oud hembd
twee paar oude kouzen
een paar oude laerzen en
wat romling
voorts nog
vyf en een halve ryksdaalders aan zilver geld, zo roppijen als schellingen, en eenige kopere muntstukjes, benevens
een onderhandsch briefje ten lasten van J: Haman, groot twaalf ryksdaalders

/:onderstond:/ Aldus geinventariseerd aan Cabo de Goede Hoop den 21ste May 1796. /:get:/ H:J: Fehrszen /:laager:/ My praesent /:get:/ P: Diemel g: C: /:in margine:/ Als Gecommiteerdens: /:get:/ Arn: Fleck /:en:/ H:k A:s Truter

Accordeert: P: Diemel, gesw: Clercq

MOOC8/21.39

{17961014} 14 October 1796 Barend Johan Lucas

Inventaris van alle zodanige goederen als er ab intestato op den 22 Augustus 1796 metter dood zyn ontruimd ende naargelaaten door den burger Barend Johan Lucas ten voordeele zyner onbekende erfgenaamen, zodanig ende in dier voegen als dezelve door ons onderget: ordinaire clercq der Weeskamer Jan Stuwe en bode Jurriaan Marthinus Prins als hier toe door ’t Eerwaard Collegie van Heeren Weesmeesteren by derzelver resolutie de dato [ ..... ] expres gequalificeerd geworden, zyn g’inventariseerd en opgenoomen, bestaande dezelve in de volgende, namentlyk

Een opstal staande op de leenings plaats gen:t Witte Water geleegen over de Berg Rivier onder aan den voet van de Picquet Berg
Beestiaal
een merrie met een merrie veule
een oude hengst
een merrie
een jonge hengst
seeventien schaapen
vier ossen
een koey
een kalf
Bouwgereedschappen
een ossen wagen met zyn toebehore
een ploeg voorstel
een oude paardewagen, defect
een party oud yzerwerk
een ploeg schaar
een ploeg beugel
drie wagen leeren
een vragt vuyl koorn
In een buytenvertrek
een heele legger
een halve legger
ses oude koorn sakken
een hand moolen
een aardekan, defect
een zout baly
Meubilen
een katel
een tafeltje
een kist
een tinne schotel
een tinne bord
een koffy keteltje
een oud geweer
twee oud pistoolen
een doosje met
drie oude boeken waarvan een met een wynig silver beslag
een groote yzere pot

Aldus geinventariseerd en opgenomen ter plaatse voormeld op den 14:e October 1796, ende zulx op ’t op en aangeeven van den Hottentottinne genaamt Maria, dewelke betuigde haar in ’t op en aangeeven der voorschreeve goederen ter goeder trouwe gedragen en haares weeten niet verzweegen ofte agterhouden te hebben dat tot voorsz:e boedel specteerende is, met belofte zoo wanneer in der tyd nog iets mogte ontdekken daar van getrouwelyk opgaaf te doen, en is deeze tot meerder zeekerheid door de inventariente beneevens ons eigenhandig onderteekend.

Voor den opgaaf: Dit + is door den Hottentottin gen:t Maria eigenhandig gesteld

In presentie van: J:n Stuwe, J:N: Prins

MOOC8/21.40

{17960130} 30 Jannuarij 1796 Catherina Carelse

Inventaris mitsg:s tauxatie van alle zodanige goederen en effecten als er op den 24:e October 1795 ab intestato met er dood zijn ontruijmd en nagelaten door Catharina Carelse ten voordeele van haare overgeblevene man den eersten geregts bode Carel Ewald Ziervogel ter eenre, mitsg:s hun bij den anderen in huwelijk verwekt eenig minderjarig dogtertje, genaamd

Catharina Juliana Ziervogel oud 5 jaaren en 9 maanden ter andere zijde

zijnde alle dezelve goederen door ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren g’inventariseerd en opgenomen, mitsg:s getauxeerd en gewardeerd en bevonden te bestaan in volgendervoegen, namentlijk

  Rd:s
Een huijs en erff staande ende geleegen in deeze Tafelvalleij in ’t Blok No: 9 thans geletterd Littr:a 13 ƒ1800 ofte 6000

In ’t evengemelde huis en aldaar

In ’t voorhuis
  Rd:s
een schuijf gordijn 0:24
een hang lantaarn 3:--
een draagstoel met stokken banden 40:--
seven stoelen met losse rood trijpe kussens 21:--
In de voorkamer ter regter hand
  Rd:s
een witte ophaal gordijn 3:--
een groote spiegel met vergulde lijsten 35:--
een groote spiegel met vergulde lijsten 30:--
drie glase elusters waar van een defect 3:--
twee ovale en ses vierkante schilderijen met vergulde lijsten 24:--
drie klijne schilderijtjes met vergulde lijstjes 1:24
een half ronde marmere tafel met vergulde voeten 9:--
een horologie met zijn kasje 3:--
vier gerridons waarop 8:--
vier plettet kandelaars 10:--
ses wit kopere quispildoren 50:--
een rustbank en agt stoelen met rode trijpe matrasse en kussens 45:--
een ledikant met wit behangsel, waarop een compleet bed 30:--
een cabinet
waarop een stel porcelijne potten 40:--
en waar in de kleederen van de overleedene dewelke door den overgebleevene weduwenaar tot gebruijk van desselfs dogtertje gedestineerd zijn
een vierkante tafeltje met zijn kleedje 4:--
een voed alketijf 15:--
een Chinas kopere inkoker 2:--
In de voorkamer ter linkerhand
  Rd:s
een witte ophaal gordijn 2:--
een kleijne spiegel met vergulde lijst defect 6:--
twee vogel cooijtjes 1:--
een verre kijker 10:--
een ledikant met rood behangsel - behoord aan Benedik Ziervogel broeder van de weduwenaar
een oude schrijf tafel 3:--
een tafel met een steene blad 4:--
een kleijne vierkante tafeltje 2:--
een voederaal met zilver beslag waar in twaalf messen, twaalf desert messen en twaalf vorken met plettet heften 10:--
een boeke rak waarop
een parthij boeken van differenten inhoude 50:--
een glase kast waar in 8:--
een lap swart zatijn van circa vijf ellen 10:--
voorts eenige restanten van differente negotie goederen, gewardeerd op 50:--
vier oude stoelen 4:--
twee geel kopere quispildoortjes 2:--
twee Halse medecijn kisjes 3:--
twee klijne cyfferlijtjes 0:24
In de gaanderij
  Rd:s
een rood ophaal gordijn 2:--
twee spiegels met noote boome lijsten 20:--
een staande huis horologie 50:--
een hoekekast
waarop eenig porcelijn en glaswerk 10:--
een tafelkasje 6:--
een etens tafel 10:--
een etens tafel 6:--
een kleijn opslag tafel 1:24
een thee tafeltje 2:--
een rustbank met zijn matras 12:--
twee leuning stoelen met losse roode trijpe kussens 6:--
vijf ordinaire stoelen met losse roode trijpe kussens 15:--
een wit kopere theemaschine 20:--
twee wittkopere quispildoren 17:--
twee kleijne geelkopere quispildoren 3:--
In ’t muur kasje
  Rd:s
een plettet olij en azijn standaart 10:--
ses plettet soutvaatjes 6:--
voorts een parthij porcelijn en glas werk gewardeerd op 35:--
In een agterkamertje
  Rd:s
een rood ophaal gordijn 2:--
een provisie kast 30:--
een ijzer balans met twee kopere schaalen, en veerthien stukken koper gewigt 20:--
een kadel waarop 15:--
een bed, peuluw, drie kussens en een combaars
een kleijne ronde tafeltje 1:--
drie stoelen ordinair 3:--
ses vuurstoven 1:24
In de dispens
  Rd:s
twee handlantaarns 3:--
twee blikke schenkbladen 1:24
twee blikke trommels 1:--
een rood kopere teemachine 4:--
een rood kopere teemachine defect 1:--
twee thinne koffij kannen 3:--
drie tinne keetels 2:12
vier tinne kandelaars in zoort defect 0:24
vier witt kopere blakertjes 5:--
twee tinne kommen 2:--
voorts eenig porcelijn en glas werk 10:--
In de combuis
  Rd:s
vier schoorsteen kettings 5:--
agt eijzere potten in zoort 24:--
twee drievoeten 1:24
twee ijzere roosters 2:--
een vuurtang en asch schop 1:--
twee kopere taartepannen 8:--
een kopere hamketel 10:--
een kopere vischketeltje 2:--
een kopere vijsel met zijn stamper 4:--
twee water halfaamen 6:--
twee emmers 2:24
twee combuis tafels 2:--
een rijstblok met zijn stamper 1:--
een eetens kas 6:--
waar in een parthij schotels, borden, messen, vorken en lepels in zoort 10:--
Op de voor zolder
  Rd:s
een blaauwe ophaal gordijn oud 0:24
ses schilderijen defect 1:24
een trap lantaarn 1:--
een glaze kast 10:--
waar in
twee porcelijne soupkommen 5:--
ses en twintig schotels in zoort 10:--
een wasch lampet 1:24
een zetje theegoed 10:--
een voorts eenig porcelijn en glaswerk in zoort 5:--
en waarop
vijf blaauwe porcelijne Japanse potten 25:--
een rustbank met zijn matras en twee kussens defect 3:--
ses stoelen in zoort met ses oude blaauwe trijpe kussens 6:--
een gemakstoel met zijn pot 3:--
een etens tafel 6:--
een tafel blad met zijn schragen 3:--
een kist met koper beslag 12:--
waar in
ses en zeeventig cijferleijen 20:--
een parthij kaarse catoen 5:--
een defecte tafeltje en een veldstoel 1:--
In de kamer no: 1
  Rd:s
een ophaal gordijn 2:--
een spiegel met vergulde lijst, en twee elusters 12:--
drie kadels 60:--
waar op
drie bedden, negen kussens, drie peuluwen en drie combaarsen
een rustbank met zijn matras 3:--
drie stoelen met blaauwe trijpe kussens 3:--
een vierkante tafeltje 2:--
twee geel kopere quispeldoors in zoort 1:--
een ronde tafeltje 0:36
drie nagtpotten 1:24
In de kamer no: 2
  Rd:s
een ophaal gordijn 2:--
twaal schilderijen in zoort 3:--
een kopere glase spuit 5:--
drie asch schopen en drie vuur tangen in zoort 4:--
een pijperak en een boeke rak 1:--
twaalf waxkaarsen 1:--
drie kelders met eenige restanten dranken 15:--
een kelder waar in
een machine de eluminatie met desselfs printen 15:--
een ijzere balans 8:--
een porcelijne kas pot met twee beekers 6:--
een kasje met eenige medicamenten 3:--
drie ledige kisten 4:24
een kist 0:24
waar in
twee en twintig zoo chitsen als voering chitsen in zoort 88:--
drie stukken linnen in zoort 25:--
twee stukken Chinas linnen 3:--
drie rollen lustring in zoort 45:--
twee stukken neusdoeken roode 10:--
twee stukken neusdoeken witte 8:--
een echte tjaal 70:--
twee chitse sprijen 8:--
agthien zijldoekse zakken 18:--
een octhant 5:--
een ledige koffer 1:--
een coffij moolen met zijn bank 3:--
thien zakken met eenige restanten drooge vrugten 10:--
voorts eenige rommelerij 4:--
In de kamer no: 3
  Rd:s
een ophaal gordijn 2:--
drie spiegels in zoort 18:--
een schilderij 3:--
twee ledikanten met roode behangsels 50:--
waarop
twee bedden, twee peuluwen ses kussens en twee combaarsen
een beureau 10:--
waarop
een tafel horologie 20:--
een kasje met laaden 10:--
waar in
een garnituur gespen met steenen 5:--
een paar garnituur schoengespen 5:--
een paar garnituur schoengespen 5:--
een tafel kasje 5:--
waarop
een toilet spiegel 1:--
een bed tafeltje 3:--
een kisje met eenige jagt gereedschappen 5:24
een ledige rijs coffertje 2:--
een vierkant tafeltje 2:--
twee geel copere quispildooren 2:--
twee liqueur keldertjes met flessen 3:--
twee porcelijne bloem potten 4:--
vijf arm stoelen met roode trijpe kussens 10:--
twee paar pistolen 15:--
een nagtpot en een wasch lampet 1:24
In de kamer no: 4
  Rd:s
een roode ophaal gordijn oud 1:--
vier ordinaire stoelen 4:--
een klijn tafeltje 1:--
een kadel waar op 20:--
een bed, peuluw, twee kussens en een combaars
een ledige rijs koffer 3:--
Op de agter plaats
  Rd:s
een groote balij 10
In een buijten vertrek
  Rd:s
een boddel rak met eenige boddels met dranken in zoort 15
Op de binnen plaats
  Rd:s
agt ledige vaten in zoort 40:--
een oude half aam en een emmer 3:--
en voorts wat rommelarij 1:24
In een pakhuis
  Rd:s
drie ledige botervaten in zoort 15:--
een kast met een restant roode wijn 60:--
twee manden 0:24
twee kelders met een restant Caabse brandewijn 8:--
twee vaten met azijn 6:--
vier halve amen met differente Caabse wijnen 40:--
een kelder met zuurlemoen sap 6:--
twee kelders met eenige ledige flessen 2:--
een kopere verlaat kraan defect 1:--
een ledige vat 1:24
een halfaam met wijn 5:--
een halve legger met wat wijn 15:--
een legger met wijn 35:--
vier differente vaten met wijnen in zoort 75:--
vijf ledige leggers 75:--
Op de pakhuis zolder
  Rd:s
twee groote manden en een parthij rommeling 10
een hondert mudden garst 150
een hoop kaf 25
In de paarden stal
  Rd:s
vijf zadels met hun toebehoren in zoort 36:--
vier chais tuijgen met koper beslag 30:--
twee chais tuijgen met koper beslag 10:--
een chais tuijg met koper beslag voor een paard 4:--
ses paarden in zoort 210:--
een parthij rommelerij 2:--
Voor de deur
  Rd:s
een cais 150
een oude chais 100
een oude chais ten eenemaale ontramponeerd 15
Linnegoed
  Rd:s
twaalf tafellakens 12:--
vier en twintig beddelakens 24:--
sestig servietten 22:24
agt en twintig kussens sloopen 18:--
Silvergoed
  Rd:s
een schenkbord
drie souplepels
vijf en twintig lepels
twaalf vorken
agt confituure lepes en ses confituure vorkjes
een thee zifje
een schenkblaadje
een zuijker trommeltje
twaal messen met silvere heften
Tezamen weegende 299 1/2 lood en gewardeerd op Rd:s225
Lijfeigenen
  Rd:s
een slaven jonge genaamd Cesar van Bengale 200:--
een slaven jonge genaamd Anthonij van Bengale , zijnde een cock 333:16
een slaven jonge genaamd Thom van Bengale , zijnde een kledermaker 333:16
een slaven jonge genaamd Pedro van Mosambicque 300:--
een slaven jonge genaamd Mentor van Mosambicque 250:--
een slaven jonge genaamd Cesar van Mosambicque 150:--
een slaven jonge genaamd Francis van Mosambicque 150:--
een slaven jongetje gen:d Abraham van de Caab 200:--
een slaven meid gen:d Roselijn van Bengalen 120:--
een slaven meid gen:d Philida van de Caab 350:--
een slaven meid gen:d Philida van Mosambicque 220:--
een slaven meid gen:d Lea van Mosambicque 250:--
een slaven meid gen:d Marie van Mosambicque 180:--
Contanten des boedels
  Rd:s
aan diverse munt specien, eene somma van drie duijsend vier honderd vijf en vijftig rijksd:rs en agthien stuijvers, zegge 3455:18
Inneschulden
  Rd:s Rd:s
N:N: Enders als in huwelijk hebbende de wed:e Jeremias Auret op een scheepenen kennis de dato p:mo Maart 1792 aan capitaal ƒ3000 ofte 1000:--
met een jaar en 6/m renten zedert p:mo Aug:s 1794 a 6 p:r c:to a:o 90:-- 1090:--
Johan Coenraad Jonas Froneman op een notarieele obligatie de dato 21 Jan:ij 1796 aan capitaal ƒ2500 ofte   833:16
Daniel Roux op een onderhandsch obligatie de dato 30 Jan:ij 1795 aan capitaal ƒ1000 333:16
met een jaar renten a 6 p:r c:to 20:-- 353:16
de heer Daniel de Waal op een onderhandsch obligatie de dato 22 Maij 1789 zonder beding van intrest   200:--
s:r Jacobus van Leeuwen op een onderhandsch obligatie de dato 5 Aug:s 1795 zonder beding van intrest   100:--
Maarten Slabbert de oude op een acte obl: de dato 22 Nove:r 1790 ten behoeve van Marth:s Laurens Smit gep:s en door denselvs in dato 27 Nov:r 1793 aan den inventarient gecedeerd groot aan capit:l 260:--
met alle de renten van dien a 5 p:r c:to p:r a:o zijnde vijf jaren en 2/m 67:8 327:8
W:H: Theunissen op een onderh: oblig:e de dato p:mo Junij 1795 zonder beding van intrest   175:--
Fredrik Carel Carots op een onderh: oblig:e de dato 17 Dec:r 1789 zonder beding van intrest   200:--
d: edele Willem Kolver op een ond: oblig: de dato 26 Sept:r 1794 aan cap: 2000:--
met een jaar renten van dien a 6 p:r c:to 120:-- 2120:--
Petrus Francois de Villiers op een ond: obl: de dato 2 Sept:r 1790 aan capitaal ƒ1000 333:16
met drie jaaren van dien a 6 p:r c:to 68:16 401:32
Jan Gerret Bandjes op een ond: oblig:ie de dato 4 Febr:ij 1789 p:r rest aan capitaal - bet: 150:--
met ses jaren renten van dien a 6 p:r c:to 54:-- 204:--
Carel David Carots bovengem:d op een onderh: oblig: d:d: 15 Dec:r 1789 zonder beding van intrest aan capitaal   200:--
Jacobus Paulus Blommaart op een onderh: obl: de dato 15 October 1792 aan capitaal 107:--
met drie jaar 3 1/3 maanden intrest 21:16 128:16
Pieter Traut op een onderh: oblig: de dato 12 Dec:r 1795 aan cap:l ƒ1000 333:16
met een en een halfe maanden intrest 2:24 335:40
Pieter William Ferdinand van Schuller op een onderh: oblig:e de dato 2 Dec:r 1795 zonder beding van intrest   200:--
Zulks den boedel voor zo verre denzelven voor het teegenswoordige provisioneel heeft kunnen worden opgenoomen zuijver komt te rendeeren   Rd:s22579:34

Pro memorie word alhier genoteerd

a) Dat op verzoek van den weduwenaar buijten de tauxatie zijn gebleeven de volgende stukken tot gebruijk van zijn overleedene huisvrouw gediende hebbende, omme aan zijne minderjarige dogter zonder eenige betaling te verblijven, als

een goud horologie met diamanten met een goude ketting met paarlen bezet
een goude ring met diamanten steenen
een paar goude arm slootjes
een silvere sak beugeltje
twee p:r goude oorbelletjes
een silvere snuijf doos met eenige kleinigheeden

b) Dat den weduwenaar als nog een openstaande reekening is hebbende met den Secretaris van den Edelen Achtbare Rade van Justitie deezes Gouvernements de heer m:r Johannes Andreas Truter, waar uit volgens zijn opgaaf circa rd:s4000 ten voordeele zijne boedels moet komen en zo meede nog met verscheide andere perzonen, en dat hij daar en teegen aan differente perzonen een bedragen van circa 2000 rd:s komt schuldig te zijn dog van welk een en ander hij zij teegenwoordig buijten staat bevind exacte opgaaf te kunnen doen, beloovende echter alle deeze reekeningen zo dra eenigsints doenlijk te zullen vereffenen, omme als dan daar van aan zijne minderjarige dogter het aan haar competeerende nader te bewijsen.

Aldus gedaan, g’inventariseerd ende getauxeerd op den 30:e Jannuarij 1796 ende zulx op den op en aangaave van den in den hoofde deezes gemelde weduwenaar dewelke betuijgde zig daar inne ter goeder trouwe gedragen en zijnes weetens niets verzweegen te hebben wat tot den boedel en nalatenschap behoorde, berijd zijnde des gerequireerd werdende zulx met solemneelen eede te bevestigen met verdere belofte zoo wanneer in der tijd buijten en behalven het geene hier boven reeds pro memorie is genoteerd tot den boedel relatie hebbende mogte komen te ontdekken, daar van getrouwelijk opgaaf te zullen doen ten einde als dan deezer inventaris en tauxatie daar meede te kunnen amplieeren

Tot seekerheid van het een en ander is deezen door den inventarient beneevens ons gecommitt:e Weesmeesteren ende mij gesw: Clercq eijgenhandig gesubscribeert.

Als gecommitt:e Weesmeesteren: A:V: Bergh, H:J: Fehrszen

C:E: Ziervogel

Mij present: G:A: Watermeijer ag: C:

MOOC8/21.41

{17960311} 11 Maart 1796 Adam Siessen

Inventaris van alle zodanige goederen, als er op den 9:e deeser met er dood zijn ontruijmd en nagelaten door den oud quartiermeester in dienst der Hollandsche Oost Indische Compagnie Adam Siessen, geboortig van Bleicherode geleegen in ’t hertogdom Brandenburg , hebbende denzelven bij testamentaire dispositie in dato 22 Junij 1791 voor den toenmaligen geswooren clercq ter Secretarije van Justitie d’ edelen Johannes Daniel Karnspek en getuijgen gepasseerd na voor af eenige legaten te hebben besproken tot zijne eenige en universeele erfgenaam genomineerd ende g’institueerd de vrijgegeevene slavinne Jurriana Frederika van Bernago, voorts tot executeuren van hetzelve testament mitsg:s tot voogden over zijne onmondige legatarijen verzogt en aangesteld Heeren Weesmeesteren deeser steeden, weshalven den boedel namens hun Eerwaarden door mij ondergeteekende ter praesentie der meede geteekende getuijgen is g’inventariseerd en opgenomen, mitsg:s bevonden te bestaan inde volgende, te weeten

In een huurhuisje van den baas metzelaar s:r Philip Dhiel alwaar den overleedene is woonagtig geweest en aldaar

In de voorkamer
ses stoelen met
ses losse kussens
een vierkante tafeltje
een kist
waar in
een driekante hoet
seven beddelakens
thien hembden
seven kussens sloopen
vier mutzen
agt paar kousen in zoort
drie p:r handschoenen
een swart lakense rok
een donker blaauwe lakense rok
een groene lakense rok met
een camizool
een swart fluwele onderpak
een swart camisool en
een swart satijne broek oude
ses witte lange dassen
ses stroptjes
een geborduurde zakbeurse ongemaakt
een sleutel kistje
waar in
een spaane doosje
vijf goude ringen met differente steenen
een goude ring zonder steenen
een p:r zilver vergoude kniebanden gespen
een engelde goude handgespje
een p:r oude goude handknoopjes
een kleijne swarte doosje met eenige steendjes
een verlakte tobaksdoos
een vork zilver
een zilvere ovale lepel
een zilvere theelepeltje gebroken
een kist
waar in
een p:r wolle kousen
een groene kap
een blaauwe slaapmuts
een witte onder broek
een blaauwe lakense jas
een ligtblaauwe lakense jas
twee oude broeken en
een oude baatje
twee p:r oude koussen
een parthij oude boeken in zoort
een groote kist
waar in
een doosje met eenige gereedschapen
een zakje met wat hagel
een schuijfdoosje met eenige rommelingen
een kistje met eenige ledige medicijn flesjes
een tinne schenkbord
een zakje met wat zwavel
een oude strijkeijser
een kopere kraan
een lap jugtleer
een paar swarte kousen
een zakje met wat kogels en
een parthij rommelerij
In de agterkamer
een oude spiegel
een oude schilderijtje
een oude sijferleij
een paruijkebol met zijn paruijk
een vierkante tafeltje
twee handrottings
een stoffer
een ledikant met rood behangsel
waar op
een peuluw
vier kussens met sloopen
een chitse combaars
een wole deken en
een chitze sprij
een oude kafzak
een lessenaar
waar in
een kleijn efore spuijtje
een kleijn goud schaal
twee wijngaard messen
een zilvere hals slootje
vijf kleijne zilvere knoopjes
een kopere tobaks doos
vijfthien zilvere hanbtoks knoopjes
een p:r zilvere kuijdgepsen
een p:r zilvere kleijne schoe gepjes
drie handknoopjes met steenen
twee onderbroeksknoopen
een zilvere lepel, defect
een goude hoede band
een voedraal met 1
drie brillen
twee rotting knoppen
voorts
een parthij rommelerij
In de gaanderij
twee ledige kelders
drie houte vuurstoven
een hakbord
een houte tobaks doos
een parthij rommelerij
twee aarde bakken
een koeke pan
een strijk eijser
drie hout bijlen
een hanger
een blikke trommel
een tinne water ketel
een kopere water ketel
twee kopere kandelaars
een kopere vuurtesje
een blikke hand lantaarn
een tinne trekpot
een ijzere pot
een rijsblok met zijn stamper
een oude water halfaam
twee ijzere potten
twee ijzere drie voeten
een parthij aardewerk in zoort
een parthij rommelerij, mitsg:s ledige boddels en flessen
wijders nog
een glaase hoek kast en een oude duijve hok, dewelke volgens opgaaf van de in den hoofde deses gen: Frederika Juriana Bernago zijn toebehorende aan Saronie van de Caab lijfeigene van juffrouw de wed:e wijlen Hermanus van Wieling dewelke aan de overleedene een sommetje van vier rijksd:s komt schuldig te zijn en date beide stukken dan voor inpand ter minne heeft gelaten
Lijfeigenen
een slave jonge genaamd Geduld van Bengalen , dewelke ingevolge testamentaire dispositie van de overleedene met believen der Hoge Overigheid ten kosten des boedels in vrijdom moet worden gesteld
een slave jonge gen:d Pasientie van Malabaar dog in het testament bekend staande van Bengale en gelegateerd aan het vrijgeboren meisje Eva Catharina Siessen kind van de vrijgegewene slavin Jurriana Frederika van Bernago
een slave jonge gen:d Marthinus van Malabaar , hebbende een gebrek aan het linker oog
Contanten
  Rd:s
eene somma van vier honderd ses en vijftig rijksd:s en twaalf stuijv:s zegge 456:12
Inneschulden
  Rd:s
van de manh: Christiaan Pieter Brand over huur van een slave jonge gen:d Patientie Malabaar volgens opgaaf van meerm: Jurriana Frederika van Bernago 70:--
Lasten des boedels
  Rd:s
aan het vrijgeboren meisje Eva Catharina Siessen, wegens het bij testament aan haar besproken legaat 800:--
aan Alida Catharina van de Caab huisvrouw van Jan Hendrik Scheffer over het bij testament aan haar besproken legaat 100:--
aan Hans Philip Dhiel over vier maanden huishuur, gereekend tot ult:o deeser a 9 rd:s 3 schell: per maand 37:24
aan Jacob Kiefer voor geleeverd vleesch en vet
aan de chirurgijn C:W:B: Wedemeijer
aan Alida Catharina van de Caab voor gedane verschotten tot de begraffenis 11:24

Aldus naar gedane ontzegeling g’inventariseerd aan Cabo de Goede Hoop ten huijze bovengemeld op den 11:e Maart 1796.

Als getuijgen: P:E: Faure, J:M: Prins

G:A: Watermeijer ag: C:

Den 1 Jannuwaarij 1792 aan Henning verschooden 800 reijsdael, den 16 November 1792 enfangen 25 r:dael

MOOC8/21.42

{17960421} 21 April 1796 Magdalena de Villiers

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als er op den zesthienden December des jongst gepasseerden jaars een duijzend zeven honderd vijf en negentig ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende naargelaten door Magdalena de Villiers ten voordeele van haaren overgeblevene man den burger Petrus de Villiers Jacobsz:, ter eenre en hunne bij den anderen in echt verweckte vijf minderjarige kinderen, genaamt

1) Catharina Margaretha oud 16 jaren ter andere zijde
2) Jacob oud 15 jaren
3) Abraham Jacobus oud 5 jaren
4) Johannes Nicolaas oud 3 jaren en
5) Petrus Johannes de Villiers oud 2 jaren

Zodanig als dezelve door ons ondergetekende gecommitteerde Weesmeesteren zijn opgenomen en g’inventariseerd, bestaande dezelve in de volgende; namentlyk

Een plaats ofte hofsteede genaamd Nabijgeleegen leggende aan de Groene Berg , onder ’t district van Drakenstein

en aldaar

In ’t voorhuijs
drie roode ophaal gordijnen met haar planken
twee spiegels
twaalf schilderijen in zoort
twee opslag etens tafels
een thee tafeltje
twaalf stoelen
twee stoven
een tinne ketel met een copere confoor en een zuijker trommel
In de kamer ter regterhand
twee witte ophaal gordijnen met hun toebehoren
een cabinet
een ledikant met wit behangzel
een spiegel met note boome lijsten
een klijn kisje met koper beslag defect
In de kamer ter linkerhand
een ledikant met wit behangzel
een bed met zijn toebehoren ten verzoeke van bovengem: weduwenaar zonder eenige betaling aan denzelven gelaten
een kadel waar op
twee beddens met hun toebehoren ten verzoeke van evengen: weduwenaar ter gebruijke voor de kinderen afgegeven zonder eenige betaling
een emmer bank
drie blikke trommels
een oude groote Bijbel met zijn knaap
twee schiet geweeren
een cijver leij
een coffij kan
een schenkbord
een peper doos
drie kandelaars
een fijzel met zijn stamper
In de agter kamer
een oude katel
een sluit mand
In de dispens
een porcelijne soupterine
drie porcelijne schotels in zoort
vier en twintig porclijne borden in zoort
een parthij porc: theegoed
een tinne trekpot
vier tinne schotels
een tinne souplepel
twaalf tinne leepels
drie douzijn staale vorken
twee douzijn messen
In de combuys
twee tafels
vier ijzere potten in zoort
een ijzere rooster
twee schoorsteen kettings
een potlepel
een schuimspan
een vleesch vork
een aschschop
een hand wasch balij
een water half aam
drie emmers
een taartepan
een bakkist
een strijkijzer
een meelkist
een copere waterketel
drie aarde potjes
een boter karn
In de winkel
een koorn harp
een scheepel
twee schoppen
een aambeeld
een bankschroef
acht graven
acht pikken
een spanzaag
een trekzaag
drie avegaarboren
een dissel
een handbijl
drie hout bijlen
drie bijtels
een snijmes en voorts
een parthij rommelerij
In ’t wagenhuis
een paarde wagen
twee osse wagens met hun toebehoren
twee ploegen met hun toebehoren
een span oude paarde tuijgen
een teerputs
In de kelder
een stuk vat inhoudende vier leggers nat
acht vaten inhoudende twee en een halve leggers nat ieder
twee vaten inhoudende ieder een en een halve legger nat
twintig maat leggers, waar van vier zig bevinden aan de Caab bij den burger Siebert Wied
negen en twintig leggers wijn
een legger brandewijn
twee ledige azijn leggers
een bierbijp
een halve aam
drie kuijpbalijs
twee trapbalijs
twee mosbalijs
twee houte tregters
een vlootje
twee verlaat kraanen
een vleesch vat
zeven manden
zes emmers
een brandwijns ketel met zijn toebehoren
een parthij dekriet
In de looijerij
een kuijp met zestig halve vellen zool leer
een balij
een balij wat groter
derthien beeste huijden
een rekraam
twee looijers messen
twee schaaf booren
Beestiaal
vijf en twintig trekossen
thien aanteel beesten
elf wagenpaarden
Lijfeigenen
eem slave jonge genaamd Moses van de Caab , ziekelijk
een slave jonge genaamd Africa van de Caab
een slave jonge genaamd Februarij van de Caab
een slave jonge genaamd Filis van de Caab
een slave jonge genaamd September van Madagascar
een slave jonge genaamd Mentor van Bengalen
een slave jonge genaamd David van Bengalen , looijer
een slave jonge genaamd Schiedam van Bengalen
een slave jonge genaamd April van Tutocorijn
een slave jonge genaamd Filander van Tutocorijn
een slave jonge genaamd Mentor van Mousambicque
een slave jonge genaamd Francis van Mousambicque
een slave meijd genaamd Silvia van de Caab
een slave meijd genaamd Spacia van de Caab
een slave meijd genaamd Candasa van Bengale , oud
een slave jongetje genaamd Jephta van de Caab , ziekelijk
een slave jongetje genaamd Salomon van de Caab
een slave jongetje genaamd Absalom van de Caab
een slave jongetje genaamd Sauel van de Caab
een slave jongetje genaamd Agrippa van de Caab
een slave jongetjie genaamd Sali van de Caab
een slave meijsje genaamd Theresia van de Caab
Inneschulden
    Rd:s
vold: van den diacon s:r Johannes Nicolaas Desch over aan hem geleeverde een twee vragten coorn 25:--
  van Anthonij Kijter over geleeverde leder 16:--
  van Jacob Bender over geleeverde leder 56:36
Lasten des boedels
    Rd:s
  aan den burger Pieter Lategaan bij scheepenen kennis de dato 14 Februarij 1795 ƒ5000 ofte 1666:32
  met den intrest van dien a 6 p:r c:to zedert 14 Februarij 1795
vold: aan opgemelde Desch op een secretarieele obligatie de dato 31 Julij 1784 ƒ10000 ofte 3333:16
  met den intrest van dien a 5 p:r c:to zedert 31 Julij 1794
  aan Maria Elisabeth Blom wed:e Jacob Marais op een onderhandsch obligatie de dato [ ..... ] aan capitaal ƒ1000 ofte 333:16
  met de renten a 5 p:r c:to zedert ult:o Janu:ij l:l:
  aan Goris Middelkoop op een scheepenen kennis de dato [ ..... ] groot aan cap:l ƒ3000
voldaan per rest ƒ750 ofte 250:--
  met de renten a 6 p:r c:to sjaars zedert 10 Junij 1794 tot 12 Maart 1795 van ’t in mindering afgelegde capitaal ten bedragen van ƒ2250, mitsg:s die zedert 10 Junij voorm: van ’t nog resteerende der schuld ter somma van ƒ750
  van juff:w Catharina Booijens wed:e Jacob de Villiers de oude bij onderh: obligatie de dato p:mo September 1794 aan capitaal ƒ1000 ofte 333:16
  met de renten a 5 p:r c:to zedert p:mo September 1795
  aan Jacob Daniel de Villiers op een onderh: obl: de dato 4 Maart 1794 aan capitaal per rest ƒ1500 ofte 500:--
  met de renten a 6 p:r c:to zedert 4 Maart l:l:
voldaan aan Goris Middelkoop over boek schuld 18:44
  aan Laurens Smit over wagen makerswerk 56:36

Werdende alhier per memoria nog bekend gesteld

dat door de weduwenaar aan deszelfs in den hoofde deeses gem: vijf kinderen bij weege van donatie inter vivos onherroepelijk al geschonken geworden de volgende slaven, te weeten

aan Catharina Margaretha het slaven meisje genaamd Theresia van de Caab
aan Jacob het slaven jongetje genaamd Salomon van de Caab
aan Abraham Jacobus, Sali van de Caab
aan Johannes Nicolaas, Absalom van de Caab
aan Petrus Johannes de Villiers, Saul en Jephta beide van de Caab

Onder deese expresse conditie nogthans, dat wanneer een ofte meer der voorz: slaven buiten Jephta, de gez: kinderen voor hun mondig worden mogte komen aftesterven, hij den zodanigen aan wien de afgestorvene slaaff heeft toebehoord in dat geval weder een ander zonder eenige betaling geven zal

als meede, dat de ondergeteek: Gecomm: aan bovengem: Pieter de Villiers ten zijnen verzoeke onder approbatie van ’t Collegie, zonder daar voor iets aan den boedel op te brengen, tot een equivalent hebben afgestaan de voorm: slaaff, April van Tutucorijn, mitsg:s nog bij tauxatie de beide hier na te meldene lijfeigenen, te weeten

  Rd:s
Moses van de Caab voor 300
Africa van de Caab voor 300

Aldus gedaan en geinventariseerd ter plaatse voorm: op den 21 April 1796 ende zulx op ’t op en aangeeven van meerm: Petrus de Villiers dewelke verklaarde zig daar omtrend ter goedertrouwe gedragen en niets met opzet versweegen of terug gehouden te hebben het geen tot den boedel specteerende was, invoege denzelve dan ook getuige de deugdelijkheid zijner opgave ten allen tijde des gerequireerd werdende met solemneelen eede nader gestand te doen, met belofte wijders zo wanneer en namaals nog eenige goederen tot den boedel behorende, mogte worden ontdekt, deezen inventaris daar meede in allen trouwe te zullen amplieeren tot seekerheid van welk een en ander deezen inventaris door den inventarient nevens ons als gecommitt: Weesmeesteren en mij Secretaris behoorlijk is gesubscribeerd.

Als gecommitt:e Weesmeest:ren: W:J: van Oostersee, J:s A:s Trüter

Voor den opgaaff: Petrus de Villiers J:z

Mij praesent: J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/21.43

{17960504} 4 Maij 1796 Johanna Elizabeth de Villiers

Copia

Staat en inventaris van alle zoodanige goederen en effecten, als met ’er dood ontruijmt door wijlen Johanna Elisabeth de Villiers, wed:w Francois Petrus Greef, ten behoeve van haar nagelaaten kinderen, met naame

Matthijs Joh:s Greef
Franc:s Petrus Greef
Maria Susanna Greef
Johanna Elisabeth Greef
Susanna Hendrina Greef

en vervolgens bij mij Samuel Veit Oertel, p:l Secretaris der colonie Graaff Rijnet ter presentie van de natenoemende getuijgen, in geschrifte gesteld en opgegeeven door David de Villiers d’ jonge en Maria Johanna de Villiers Davids dogter, bestaande in volgendes, als

4 wagen naven
1 loop rooijen
1 partij eijzerwerk tot de wagen toebehoorende
1 groote kist leeg
1 klijne kist
1 groote zeeppot
2 kleene potten
1 schietgeweer
1 booter kaarn
2 pistoolen met holsters
1 plamper
3 mandjes
2 emmers
1 soep kom
2 porcelijne kommen
1 tinne [kommen]
2 porcelijne borden
2 tinne borden
6 tinne leepels
4 vorkens
1 groote thee kast
2 doosen
1 blikke tromp
1 porcelijne zautvaatjen
1 penne mes met zijn toebehooren
3 scheermes scheiden
1 katel
1 ijzere winkelhaak
1 rasp
2 stoelen
150 schapen
15 beesten
1 slaaven meijd gen: Regina
1 oude merrij met een veulen
1 predicatie boek
4 schell: aan contanten
1 buijk plank
1 oud zadel
1 vuur mand
1 wieg
1 oude spanzaag
2 hang slooten
1 kapmes
Lasten des boedels
  1000 ƒ aan Paul Retief
voldaan door d: edele David de Villiers 4 1/2 rijxd:s aan juffr: Nerger weed:w de Boer

Dat aldus door de in den hoofde deezer gem: David de Villiers de jonge en Maria Johanna de Villiers, onder presentatie van eede opgegeeven en g’inventariseerd, dewelke verklaarden zig daarin na hunne beste kennis en weetenschap gedragen te hebben, met belofte van wanneer hun namaals nog eenige goederen tot den boedel behoorende mogte koomen te ontdekken, dezelve insgelijks te zullen opgeeven.

Actum den 4 Maij 1796 ter plaatze van de edelen David de Villiers, gen: de Toverfontein gel: voor Sneeuwberg , ter presentie van den burger Cornelis du Plooij en Johannes Keijzer als getuijgen.

Als getuijgen /:get:/ Cornelis du Plooij, Johannes Kaijser /:Was geteekend:/ David de Villiers, Maria Johanna de Villiers

Accordeert: S:V: Oertel, p:l Secret:s

MOOC8/21.44

{17960829} 29 Augustus 1796 Margaretha Smit

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als er op ult:o Junij deeses jaars met ter dood zijn ontruijmd ende naargelaten door Margaretha Smit ten voordeele van haren overgebleeven man den burger Nicolaas Sertijn ter eenre, mitsgaders haare erffgenamen ab intestato zijnde hare oomen en moeijen, mitsgaders denzelver kinderen bij repraesentatie zo van vaders als moeders zijde voor de weder helft, te weeten

van vaders zijde Margaretha Smith huisvrouw van den burger Jan Mosterd
van moeders zijde de kinderen van wijlen Klaas Muller Jan Muller
Jacobus Muller
de kinderen van wijlen Elisabeth Cornelia Muller in huwelijk verwekt bij haren meede overleedene man Michiel Otto de oude genaamt a) Elisabeth Cornelia
b) Diederik Michiel
c) Adriana Johanna en
d) Hendrik Joh:s Otto
de kinderen van wijlen Doriana Marijna Muller in huwelijk geprocreëert bij Dirk Coetzee

zijnde den boedel door ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren ter op en aangave van den overgebleevene weduwenaar g’inventariseerd en opgenomen, en bevonden te bestaan in de volgende, als:

Een plaats ofte hofsteede gen:t de Poespas Kraal gelegen agter de Heen Bergen onder het Kaapse district

Op evengemelde plaats in ’t woonhuis en aldaar

In ’t voorhuis
een kleijn vierkant tafel
een oude opslag eetens tafel
ses oude stoelen
In de voorkamer ter regterhand
twee oude ledige kisten
thien ledige koornzakken
een hand zaag
een oude kapstok
In de voorkamer ter linkerhand
een wit ophaal gordijn
een spiegeltje met vergulde lijsten
een lessenaar
een oude klederkast
een ledikant met wit behangzel
waar op
een bed met zijn toebehoren
een tafel met steene blad
zeven oude stoelen
een schiet geweer
In de agter kamer
drie oude rakken
een broodmes
een kelder met
vijf ledige vlessen
een oude vat
een kopere kandelaar
een tinne kandelaar
twee kopere coffijkannen
een kopere confoor met
een tinne ketel
een tinne schenkbord
een tinne trekpot
In de keuken
een combuis tafel
een water halfaam
twee emmers
twee yzere potten
drie schoorsteen kettings
een kook ketel
twaalf borden in zoort
Op de werf
twee oude wagens
een oude ploeg en voorts
wat pikken, graven en rommelerij
Beestiaal
dertig trek ossen
een rijd paard
vijf merrijs
Lijfeigenen
een slaven jonge gen:t Januarij van Mosambicque , beestewagter
een slaven jonge mede gen:t Januarij van Mosambicque , werks jonge
een slaven jonge gen:t Julij van Bengalen
een slaven meijd gen:t Dina van de Caab
een slaven jongetje gen:t Abraham van de Caab zijnde alle de vijf laatstgemelde kinderen van Dina van de Caab
een slaven jongetje gen:t Fredrik van de Caab
een slaven meijsje gen:t Jeannet van de Caab
een slaven meijsje gen:t Hannetje van de Caab
een zuijgent slaven meijsje gen:t Leentje van de Caab
Disperate inneschulden
  Rd:s
van den burger Johannes Joachim Theron, wiens boedel reeds voor lang insolvent is, wegens contante penningen circa 320
Lasten des boedels
  Rd:s
aan de heer Cornelis Cruijwagen en d’ edele Joh:s Ackerweld als generale gemagtigdens van de heer Mendhard Adriaan van Schoor te China op een scheepene kennis de dato 17 Maij deeses jaars aan capitaal ƒ11000 ofte 3666:32
met alle de renten a 6 p:r c:to

Aldus g’inventariseerd ter woonplaatse voorm: op den 29 dag der maand Augustus 1796, ende zulx ten op en aangeeven van de in den hoofde deeses gemelde weduwenaar, dewelke betuigde zig daar in ter goeder trouwe gedragen en zijnes weetens niets versweegen te hebben, dat tot den boedel en nalatenschap hoord onder praesentatie zulx des gerequireerden werdende met solemneelen eede te zullen bevestigen en verdere belofte indien in der tyd nog iets tot den boedel specterende mogte worden ontdekt, daar van getrouwelijk opgave te doen ten einde deese inventaris als dan daar meede te kunnen worden g’amplieeren.

Tot seekerheid van dien is deselve door vorengem: weduwenaar en ons Gecommitt: benevens mij gesw: Clercq behoorlijk gesubscribeerd

Als gecommitt: Weesm: W:J: van Oostersee, J:s A:s Trüter

Voor den opgaaf: Nicolaas Sertijn

Mij praesent: C:A: Watermeijer, g: C:

MOOC8/21.45

{17960718} 18 Julij 1796 Sara Maartens

Inventaris van alle zodanige goederen, als er ab intestato metter dood zijn ontruijmd ende naargelaten door Sara Maartens laatst weduwe wijlen den soldaat Johan Lucas Gertenbach ten voordeele haarer nagelatene kinderen, als

a) de kinderen uit haare voorige huwelyk by wylen den burger Johan Hendrik Ekkenroot verwekt met naamen 1) Anna Ekkenroot wed: Jan Bruijns
2) Catharina Ekkenroot gehuuwd met Johan Lautenbach
3) Hendrik Ekkenroot mondig
b) mitsg: de kinderen door haar bij opgem: Gertenbach in egt geprocreëert genaamt 4) Johan Lucas Gertenbach mondig
5) Sara Jacoba Gertenbach gehuuwd met den sergeant Johan Habrek
6) Johan Godfried Gertenbach oud 20 jaaren
7) Johanna Carolina Gertenbach huysvrouw van Johan Sielep
8) Johan Christiaan Gertenbach oud 15 jaaren
9) Gillis Fredericus Gertenbach oud 13 jaaren

zodanig ende indiervoegen als dezelve door ons ord: Clercq en Bode der Weeskamer zijn geinventariseerd en opgenomen ten huijze van de edelen heer Lecste door de overleedene in huur bewoond geworden en aldaar

In ’t voorhuys
een hang lantaarn
een vierkant tafeltje
elf stoelen in zoort
twee spiegeltjes
derthien schilderijen
twee verlakte schenkblaadjes
twee tinne schootels
vier tinne borden
een tinne soepleepel
drie staale vorken
een tinne peperbus
een blikke tregter
agthien borden in zoort
een cop: bak
een cop: taartepan
een cop: keetel en cop: confoor
een cop: coffijkan defect
drie cop: kandelaars
twee cop: blaakers
een cop: vyssel en cop: stamper
twee vuurtestes
een cop: rasper
een snuijter
twee aarde potten
In de kamer ter regterhand
een ledikant met blouw behangzel
waar op
drie beddens
twee peuwluwen
twaalf kussens
een wolle deeken
twee katels
een glaase kast waarin de klederen van d’ overleedene, bestaande slegts in een weinige daagsche kleding, en dewelke op verzoek van de dogters onder haar lieden magt worden verdeelt
een lessenaar
een porceleine beeltje
Op de zolder
een ledikant met
twee vierkante tafels
zes stoel kussens
In de combuijs
een rak
een tobaksmes
een hak bord met zyn mes
een combuys tafel
een water halfaam
twee water emmers
een cop: beeker
twee yzere potten
vier yzere potten
een koeke pan
een rooster
een drie voet
een schoorsteen ketting
een asschop
een ijzere leepel
vyf en twintig ledige bottels en voorts wat rommeling
Leijfeigen
een slave jonge gen:t Jannuarij van Bengalen , zynde een snijder
een slave jonge gen:t Jannuarij , zynde oud en afgeleefd
een slave meid gen:t Sabina van Mosambicque
Inneschulden
  Rd:s
van Breër over huur van een kamer 10

Nota 1) Johan Godfried Gertenbach verzoekt om bij desselfs swager Habreck ten woon te gaan terwyl hij zig met zynen ambacht zelfs kan geneeren

2) Johan Christiaan Gertenbach verzoekt om bij de heer A: Fleck ten woon te gaan en

3) Gilles Fredericus Gertenbach verzoekt om bij opgem: Habrek ten woon te gaan, die ook aangenoomen heeft om aan hem gratis de nodige onderhoud te geeven.

Aldus g’inventariseerd ten huyze voorm: op 18 Julij 1796 en de zulx op ’t op en aangeeven van de in den hoofde deeses gem: Hanrek dewelke betuygde zich in ’t opgeeven van voorsz: goederen ter goeder trouwe gedragen en zynes wetens niet versweegen te hebben alles onder presentatie van eede, met belofte zo wanneer in der tyd iets mogte ontdekken dat tot de gem: nalatenschap behoorende daar van getrouwelyk opgaaf te doen, en is deese tot meerder securiteit door den inventariend benevens ons eigenhandig onderteekend

Habigt

H:E: Blanckenberg

J:M: Prins

MOOC8/21.46

{17960715} 15 Julij 1796 Christoffel Paap

Nader inventaris van zodanige goederen behorende aan den boedel van wijlen den quartiermeester Christoffel Paap, welke na de eerste inventaresatie uijt de Baaij Fals Caabwaards zijn getransporteerd onder berusting van Remmert Munsterman, bestaande in de volgende

een schansloper
een oude blaauwe lakens rok
seven broeken in zoort
drie rompjes in zoort
twee baatjes in zoort
drie witte hemden
een bonte hemd
een lind strik
twee oude kussenslopen
drie doeken in zoort
zes paar kousen
drie zitsen
een lap Vlaams linnen
een bed en twee kussens
twee wolle dekens
een paar muijlen
een zilver knip beugel
een paar zilver broekgespen
veertien zilver knopen in zoort
contanten 13 rijxd:s 16 stuijv:rs

Cabo de Goede Hoop den 15 Julij 1796

J:M: Prins

MOOC8/21.47

{17960627} 27 Junij 1796 Elisabeth Eleonora van Lawick

Inventaris van alle zodanige onder berusting van juff:w Petronella van Rheede van Oudshoorn, huisvrouw van den emeritus predikant de eerwaarde heer Remmerus Harders sig bevindende goederen, als ’er op Donderdag den 12 Maij 1796 des voor de middags circa te elf uuren met ’er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door de jonge juff:w Elisabeth Eleonora van Lawick en door dezelve juff:w Harders in praesentie van de meede onderget:e getuigen opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande dezelve in de volgende, namentlik

een rijskoffer waar in
een zilver knipbeugeltje
een zilver mesje en een zilver potlootje
een zilver naaldekoker
een zilver brijtuijg
een paar diamante oorknoppen
een doosje met zilver gemonteerd
drie waaijers
een Bijbel
sesthien hembden
thien rokken
drie borstrokken
thien cabaaijen
vijf bonte rokken
twee bedde lakens
ses witte broeken
ses kussen slopen
negenthien witte doeken
twee zijde doeken
een bonte cabaatje
thien zakken
twee witte jakjes
een zijde [jakjes]
neegen paar kousen in soorten
een zijde tabbaard
een diemete tabbaard
een cassa tabbaard
twee chitze tabbaarden
een keurslijf
een gon en rok
een amazoon en rok
vier witte handdoeken
twaalf mutzen in zoorten
twee zijde hoedjes
vijff stroken in zoort
een paar schoenen
een spane doos met wat rommeling
een papiere doos met gaarn en bant
een grote ledige papiere doos
Crediten der nalatenschap
  Rd:s
aan contanten eene somma van twee honderd zeven rijx:s en vier en twintig stv:rs, zo aan zilver als papiere munt zegge 207:24
Lasten
  Rd:s
aan Kerkegeregtigheid volgens reek: van den coster Keeve 6:--
aan den doodgraver Philip Diehl voor het maken van ’t graf 6:--
aan Jan Franciscus Kleinwerk voor het maken vande doodkist, het beslag tot dezelve en verdere verschotten 61:--
aan Jacobus Johannes Vos over vier en twintig bouteilles rode wijn volgens reekening 18:--
aan Fredrik Bielefeld voor 1 1/2 pond tobak 1:42
aan de wed:e Beukes over gebak als voren 6:24
aan den chirurgijn Pangerez over gedane practijcq en geleeverde medicamenten aande overleedene 46:36
aan Johan Michiel Keber over gebak 6:--
aan Schoonbergen over pijpen 2:--
aan de heer J:N: Neethling voor een kaas 2:--
aan twaalff lijkdragers a 8 rd:s ieder 96:--
aan den koster Keeve voor het bedienen van het lijk 16:--
aan twee troupsluiters a vier rd:s ieder 8:--
aan d’ edele Jan Hoetz voor 2 vlessen olijven volgens reekening 3:--

Stellenbosch den 27:e Junij 1796.

Als getuigen: J: Wege, J:s C:s Faure

Petronella Harders geb: Van Reede van Oudtshoorn

MOOC8/21.47 1/2

{17961125} 25 November 1796 Hendrik Hurter

Copia

Inventaris van alle zodanige losse goederen, als aan wylen den opsigter over de hout bosschen in ’t Oute Niqua Land Hendrik Hurter hebben behoord, en door denselven met ’er dood ontruimd en nagelaten, mitsgaders op heeden ter woonplaatse van den overleedene in waaren weezen zyn bevonden, te weeten

Losse goederen
een ledikant
een kadel
twee bulzakken
een combaars
een beddezak
drie tafels in z:t
ses stoelen
een wieg
een kist met een hangslot
vyf servietten
twee tafel lakens
negen kussen sloopen
drie mansrokken
vyf broeken
vier baatjes
seven hembden
drie dassen
een parthy koussen
twee hoeden
een paar handschoenen
een vrouwe swarte zyde gon
een vrouwe roode zyde gon
een vrouwe swarte zyde mantel
twee vrouwe rokken
twee vrouwe kabayen
een baaije luijer en wat kindergoed
een spelde kussen
drie schuifdoozen
een doosje
een paar zilvere gespens
een paar goude hand knoopjes
een gaare kiste
een el
een blikke trommel
een olysteen
een scheermess
een parthy gordynringen
een Handbybel met silver beslag
twee Psalmboeken
twee en twintig boeken in z:t
een parthy defecte boeken
een kaarse scherm
een verrekyker
een spiegel
een zadel
een kapezon
een schietgeweer
een stelroer
twee kopere kandelaars
twee snuiters
een koffykan
twee koffyketeltjes /:defect:/
een koffy moolen
een tinne boterpotje
een tinne peeperdoosje
een tinne ketel
agt tinne leepels
een soepleepel
negen staale vorken
drie messen
seventien borden
eenig theegoed
een parthy aardewerk
een lampet
drie flessen
negen glaasen in z:t
een bottel
een tregter
een balans met kopere schalen
een koekepan
een rooster
een drie voet
drie yzere potten
een vleesch vork
vier mandjes
een meelzift
een koornzift
een lekvaatje
een balie
een bakkist
twee mudde zakken
een tentzyl
twee kraanzagen
drie handzagen waarvan twee defect
vier schaaven
vier bytels
twee omslagen met vier knegten
een kooker met booryzers
een parthy booren en vylen
een parthy oud gereedschap
een kistje met wat rommeling
een ruin paard
Lasten des boedels
  Rd:s
aan de weduwe Gerrit van Rooyen over 12 hamels a 12 sch: id:r 18:--
aan de weduwe wylen d’ edele P:r ter Blanche volg:s reek: 12:3
aan de weduwe Zeele over een vragt koorn 25:--
aan den burger Abraham Viviers over 10 mudd koorn volg:s reek 25:--
aan den burger Tobias Verwy over geleverde drank 14:6
aan den burger Jan Willem Laurens volg:s reek: 12:6
aan Johan Godfried Geerke over maalloon en ’t maken van de dood kist - op den 17 Maij 1797 is aan gem: Geerke betaald voor ’t maken van de dood kist rd:s12 31:2
aan Fredrik Kruisberg volg:s reek: 11:--
Somma Rd:s150:1
Erffgenaamen
twee zoontjes, in naamen Johannes, oud 5 jaaren, woonagtig by baas Teunissen en
Hendrik, oud agttien maanden, ter opvoeding besteed by de wed:w Willem Hend:k Boshoff

/:onderstond:/ Aldus g’inventariseerd aan de post in ’t Oute Niqualand op den vijf en twintigsten dag der maand November in ’t jaar 1796 ten overstaan van de heer Anthony Alexander Faure, en in ’t byweesen van den opsigter Willem Adolf Ackerman en Lodewyk Scholtz, als getuijgen /:was geteekend:/ A:A: Faure /:in margine stond:/ Als getuijgen /:get:d:/ W:A: Ackerman, Lodewyk Scholtz /:lager:/ In kennise van my /en geteek:d/ A: Stockenström, Secret:s

Accordeert: A: Stockenstrom, Secret:s

MOOC8/21.48

{17970120} 20 Jannuarij 1797 Maria Mellet

Leijst van zodanige goederen en effecten nagelaaten door wijlen juff:w Maria Mellet get:d geweest met wijlen David Rynders, als volgt obut den 18 Jann:ij 1797:

1 ledige kist
1 oude pavillion
1 oude bed met 6 p:s kussens en combaars
1 oude tafel
6 p:s stoelen insoort
1 eijsere pot
1 oud waterhalfaam
1 kopere teekeetel
1 schuijfdoos
1 musse-bol
9 p:s borden inzoort
1 p:s schotel
1 atjaar pot
1 strijk ijzer
2 klijne schuijfdoosjes
1 p:s ell:
1 drie voet
1 rooster
1 pan

Deese bovenstaande goederen en effecten zijn door ons ondergetekendens als getuygen exact g’inventariseert.

Cabo de Goede Hoop den 20 Jann:ij 1797

P:H: van der Lith

Christiaan Lodewyk Koning

D:H: Mellet

Goederen toebehoorende and de zoon Johannes Fredricus Reijnders

4 famillie schilderijen
2 spiegels
1 porcelijne coffij kan
1 groote kist
1 klijne kist
1 eetens kastje
1 Oud en Nieuw Testament met silver beslag
1 klijne Nagtmaals boek met silver beslag
1 klijne gezangboek

Dese bovenstaande goederen zijn door ons ondergetek: als getuijgen exact g’inventariseert aan Cabo de Goede Hoop den 20 Jann:y 1797

P:H: van der Lith

Christiaan Loodeweyk Koning

D:H: Mellet

MOOC8/21.49

{17970220} 20 Februarij 1797 Dirk de Jongh

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als er op Zondag den 19 Februarij 1797 des namiddags de clocke circa vijf uuren ab intestato met ’er dood zijn ontruimd ende nagelaten door zekeren bij den heer ontfanger generaal van ’s Lands Inkomstens J:J: Rhenius als schilder bescheiden geweest zijnde Dirk de Jongh van [ ..... ] ende zulx ten behouwd zijne onbekende uitlandige erfgenamen, mitsg: door den onderget: Secretaris ter Weeskamer op ’t op en aangeven van de natemeldene perzonen bij wien de zelve goederen zig komen te bevinden in geschrifte gebragt, bestaande deselve in de volgende, namentlijk

By Wilhelmina Berndina Langefeld wed:w Christian Siedeman

een kist waar in
vier kopere drukplaten
enige graveer ijzers
een doosje met verf
een spane doosje met penseelen
een schilderboek van Laireste en voorts
een parthij rommeling
een porte feuille met
een parttij printen en schetsen
twee boeken met enige teekeningen
een kisje met wat teekengereedschap
acht pakjes verguldzel
een kistje waar in
een doosje met teekengereedschappen
twee bakken en voorts
wat rommeling
een doosje met zwartzel
een doosje met een quantiteit verwen
een kadel, daarop
een matras
twee kussens en
twee combaarsen
een kist met plunje

Bij den burger Petrus Rademan volgens opgaaf van Hendrik Wiele

twee portefeuilles met eenige printen en schetsen
een klijn lessenaartje

Bij Johannes Godlieb Rijneke

een blauw lakense rok
een wolle rompje
een oude casamiere broek
een p:r tinne broekgespen
een p:r bonte kousen
een halfsleeten hoed
een paar oude schoenen

Werdende alhier p:r m: nog bekend gesteld dat volgens zeggen van bovengem: Rijneke bij zekere Paarden Piquenen eijsenen zig nog zoude bevinden een p:r zilvere schoegespen tot op voorm: nalatenschap behorende door den overleedene aldaar voor rd:s4 verpand.

Aldus g’inventariseerd ten huize van opgem: wed:e Siedeman op den 20 Febr: voormeld ten presentie van den ordinaire clercq Philip Edward Faure en den Camer bode Jurian Marthinus Prins als getuigen

Als getuigen: P:E: Faure

Voor den opgaaff: dit kruijsmerk + heeft Wilhelmina Berndina Langeveld wed:e Christ:n Siedeman, als niet kunnende schrijven eigenhandig gesteld

Mij praesent: J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/21.50

{17970114} 14 Jannuarij 1797 Jan Maurits Buyk

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als ’er op Sondag den 8:e Jannuary 1797 des avonds de klokke circa ses uuren, ab intestato metter dood zyn ontruijmd ende nagelaaten door den burger Jan Maurits Buyk ten voordeele van zyn overgebleevene huisvrouwe Cornelia Colyn ter eenre, mitsgaders zyne onbekende uitlandige erfgenamen ter andere zyde, zodanig ende in dier voegen als dezelve door ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren zyn geinventariseerd en opgenoomen, en bevonden te bestaan in de volgende, namentlyk

Een plaats ofte hofsteede genaamt Liesbeek geleegen onder ’t Caabsch district aan ’t Liesbeeks Rivier , groot in zynen grond seeventhien morgen en vier en vyftig quadraat roeden en twee en veertig quadraat voeten, neevens
een gedeelte van de plaats genaamt Valkenburg groot in zynen grond agt morgen twee hondert vier en twintig quadraat roeden en dertig quadraat voeten
een huys en erf staande ende geleegen in deeze Tafelvalley groot in zynen grond neegentien quadraat roeden een hondert en ses quadraat voeten en een hondert drie en twintig gelyke duimen
een opstal staande op de leeningsplaats genaamt de Zoutkuil geleegen aan de Zoutrivier

Op de eerstgemelde plaats en aldaar

In ’t voorhuys
twee vogelkooyen
een staand horlogie
een ronde eetens tafel
een vierkante tafel met een steeneblad
een thee balytje
twee ronde tafels
twee arm stoelen
agtien ordinaire stoelen
agt spuw balys
een koper comvoor
een tinne theekeetel
een tinne trekpot
een kopere keetel
een kopere koffy kan
een kopere vuurtestje
In vier kastjes in de muuren
eenig porcelyn en glaswerk defect
In de kamer ter regterhand
twee roode ophaal gordynen
twee spiegels met vergulde lysten
vier schilderyen
een tafel met zyn kleedje
twaalf ordinaire stoelen
neegen kussens in soort
een cabinet met silver beslag
waarop
een stel porcelyne potten en beekers
twee guerridons
een ledikant met wit behangsel
vier kopere quispedooren
ses stooven
Kleederen van den overleedene
een swart lakense rok
een blauw lakense rok
een swart satyn camisool
een swart satyn broek
een blaauw laakens baatje
een blaauw laakens broek
vier paar wolle koussen
twaalf hembden

Linnen goed tot huis gebruik gediend hebbende, als

twaalf bedde lakens
vier tafel lakens
vier en twintig slopen
vier en twintig servietten
In de kamer ter linkerhand
een ledikant met rood behangsel
vier schilderyen
een bed, peuluw, vier kussens en een wolle combaars
In een middelkaamer ter regterhand
een rood ophaal gordyn
een spiegel met vergulde lyst
twee rakken waarop
vier schootels en
dertig porcelyne borden insoort
een hoekrak
een geweer rak waarop
een jagtgeweer
een koper pype rakje
een ledikant waarop
een bed, twee kussens
een vierkante eetenstafel
een ledige kist
een ledige halve kist
een sadel en toom
een ledige trommel
een oude kelder met ledige flessen
eenige ledige bottels
twee koopere tregters
In een agterkamer
een rood ophaal gordyn
een spiegel met noteboome lyst
vier schilderyen
twee vierkante tafels
agt stoelen
een cabinet waarop
een stel potten, beekers en vier porcelyne beeldjes
een ledikant met rood behangzel waarop
een bed, peuluw, vier kussens en een chitze deken
een hartsvanger
een comptoir met silver beslag waarop
vyf porcelyne beeldjes
een zilver zak horloge
een horlogie kastje
In de dispens
een rood ophaal gordyn
een meel zift
een rolstok
een rak, waarop
twee tinne schootels
een kopere taartepan
een kopere couverture
een copere comvoor
twee combuis tafels
een broodmes
twee melkbalys
een boterbaly
een ledige kist
twee kopere tuin gieters
vyf kopere kandelaars
een kopere vuurtestje
een combuys kast
vyf yzere potten in soort
In de combuys
een combuys tafel
een bakkist
een waterhalf aam
twee water emmers
een hakbord met zyn mes
een rystblok met zyn stamper
een kopere water keetel
een kopere water beeker
een party combuys goed
drie schoorsteen kettings
een rooster
een parthy aardewerk in soort
een hout byl
In de kelder
vyf ledige maat leggers
een ledige halve [leggers]
twee ledige pierpypen
tien halve aamen waar van eenige zonder boomen
een kuyp baly
vyf trap balys
drie klyne balys
twee vaaten
een boter vat
een theervat
een ankervaatje met een koopere kraan
een verlaat kraan
een ledige kist
een tregter
een emmer
agt en dertige geelhoute planken
seeven beeste huyden
vier manden in soort
een party yzere hoepels in soort
een kapmes en een byl
ses glaaze raamen in soort
eenige stellinghouten
een kopere keetel
een huys ladder
een glaaze wyn pomp
een blikke wyn pomp
een theer puts
een katel en voorts
een parthy rommelary
Op de zolder boven de kelder
een hoop garst, en haver
dertien koorn zakken
twee koorn schoppen
een koorn scheepel
een koffy moolen
drie leedige vaatjes
een houte tobaks doos
twee stukken koper gewigt
een kopere klok
een party schaapehuiden
een kastje met spykers
een visch zeegen
een zetnet
ses tuygen met hun toebehooren
en voorts
een party rommelary
In de wagenmakers winkel
een schaaf bank
een sny bank
een schroef
vier zaagen in soort
twee mookers
drie distels
een parthy yzerwerk en voorts
een parthy wagenmakers en timmermans gereedschappen
Op de werff
een koorn miet
een paarde wagen met zyn toebehoren
twee osse wagens
een hakselbank
twee ploegen
een oude kruywagen
een kar
een geelhoute balk
een party rommelary
Beestiaal
een rydpaard
seeven waagen paarden
vier en vyftig aanteel paarden
agt en twintig trek beesten
vier en vyftig aanteel beesten
vierhond:t negen en sestig schaapen
seventig aanteel bokken
Lyfeigenen des boedels
een slave jongen genaamt October van de Caap
een slave jongen genaamt Cezar de groote van Boegies , metzelaar
een slave jongen genaamt Sidam van Boegies
een slave jongen genaamt Pierre van Madagascar
een slave jongen genaamt Fenus van Boegies
een slave jongen genaamt Daniel van Mauritius
een slaave jongen genaamt Filis van Madagascar
een slaave jongen genaamt klyne Cezar van Madagascar , wagenryder
een slaave jongen genaamt Fortuyn van Madagascar , staljongen
een slaave jongen genaamt December van Madagascar
een slaave jongen genaamt September van Malabaar
een slaave jongen genaamt February van Bengalen
een slaave jongen genaamt Appollus van Mallabaar
een slaave jongen genaamt Anthonie van Boegies , beestewagter
een slaave jongen genaamt Galant van Boegies
een slaven jongen genaamt Mey van Boegies
een slaven jongen genaamt Damon van Mosambicque , paardewagter
een slave meid genaamd Betje van de Caab met haare twee kinderen Dina en Rosina meede van de Caap
Zilverwerk
twaalf lepels
twaalf vorken
een schenkbord
een zuiker buschje
een beugeltje
een paar zilvere broeks knoopen
een paar zilvere schoengespens
een paar goude kniegespens
een paar goude hemdknoopen met staale steenen
Inneschulden
  Rd:s
van Jurrie van Dyk, over koop van twee paarden 10:--
van Mattheus Niemand over koop van twee paarden - voldaan 10:--
van Hendrik Jankowitz over zo veel door den overl: blykens acte van cessie voor desselfs reeck: aan d’ heer Corn:s van der Poel is betaald in mindering van zodanige somma van ƒ6000 als hy aan gem: V: d: Poel op een scheep kennis deb: is 1333:16
van Jan Bernardus Rykheer over zoo veel door den overleedene voor desselfs reekening aan borgtogt is betaald 598:--
Lasten des boedels
  Rd:s
aan de Weeskamer deezer steede op een Weesmeesteren kennis de dato 9 Augustus 1791 aan capitaal ƒ7000 ofte 2333:16
met de renten zeed:t ultimo Juny 1796
aan den oud burgerraad d’ h:r Cornelis van der Poel op een scheepen kennis de dato 30 Jannuary 1794 aan capitaal ƒ2000 ofte 666:32
met de renten zeedert den 30 Jann:y 1795
aan gemelde heer Cornelis van der Poel op een scheepenenkennis de dato 6 May 1796 aan capitaal groot ƒ3000 ofte 1000:--
aan de heer Cornelis van der Poel op een scheepenenkennis de dato 17 May 1796 aan capitaal groot ƒ2000 ofte 666:32
aan de heer Cornelis van der Poel op een scheepenen kennis de dato 30 November 1796 aan capitaal groot ƒ4000 ofte 1333:16
alle met de renten zeedert hunne datums à 6 p:r c:t per anno

Aldus gedaan en geinventariseerd op den 14:e Jannuary 1797, ende zulks op ’t op en aangeeven van de in den hoofde deezes gemelde weduwe dewelke betuigde haar in ’t op en aangeeven den voorschreeve goederen ter goeder trouwe gedragen en haares weetens niets versweegen te hebben, dat tot de gemelde nalatenschap gehorende is, alles onder presentatie des gerequireerd werdende met solemneele eede gestand te doen, met verdere belofte wanneer in der tyd iets mogte komen te ontdekken het geen tot den boedel specteerende is, daar van getrouwelyk opgaaf te zullen doen ten einde als dan deeze inventaris daar meede zal kunnen worden geamplieerd.

En is tot meerder zeekerheid van ’t een en ander deeze door de inventariente beneevens ons ondergeteekende gecomm: Weesm: eigenhandig onderteekend

Als gecomm: Weesm: W:J: van Oostersee, J:s A:s Trüter

Voor den opgaaf: C:E: Coleijn weed:e Buijk

Mij praesent: J:P: Faure, Secret:s

Ampliatie

Inneschuld
  Rd:s
van Jan Hendrik Wolf blijkens onderh:se schuldbrief de dato 19 November 1795 door voorm: weduwe Buijk heeden ter Weeskamer ingezonden 222

Werdende alhier p:r memorie genoteerd dat van den boedel nog te voorschijn is gekomen een foliant Bijbel die ingevolge resolutie van den 10 deezer aan de wed:w bij tauxatie is gelaten voor rd:s25.

Ter Weeskamer aan Cabo de Goede Hoop den 17 Maij 1797.

Als gecommitteerdens [ ..... ]

Mij praesent: J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/21.51

{17970904} 4 September 1797 Catharina Paling

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten, als met ’er dood zijn ontruijmd en nagelaten door juffrouw Catharina Paling wed:e van wijlen Barend van Dockum, hebbende dezelve uit kragte eener codicillaire dispositie in dato 8 Julij 1762 voor den toenmaligen gesw: clercq ter Politicque Secretarije Tobias Christian Ronnenkamp en getuijgen gepasseerd Heeren Weesmeesteren tot executeurs van dezelve verzogt en aangesteld, invoegen het een en ander door ons ondergetekende gecommitteerde Weesmeesteren ter voordeele van de ondervolgende erffgenamen, te weeten

1) de nagelatene dogter en kinds kinderen van wijlen hare zuster Magdalena Paling in huwelyk verwekt bij Jacob Cloppenburg, genaamd a) Rachel Cloppenburg wed: Laurens Biel d’ oude
b) de twee nagelatene kinderen van wijlen Maria Cloppenburg in echt verwekt bij Fredrik Hurling, genaamt 1) Maria Hurling wed: Adam Gabriel Muller
2) Fredrik Hurling
2) de eenige overgebleevene dogter van wijlen haren broeder Abraham Paling, genaamd Elisabeth Paling geh: met Johannes Wolhuter
3) de dogter van wijlen hare zuster Sara Paling in echt verwekt bij de heer Fredrik Willem Bottiger gen:t Magdalena Pottiger gehuuwd met Oloff Godlieb de Wet

zijn g’inventariseerd en opgenomen, mitsg:s bevonden hebben te bestaan in de volgende, te weeten

Een huis en erff staande ende geleegen in deeze Tafel Valleij in ’t Blok W: en aldaar No: 5 blijkens transport de dato 29 April 1743

In het evengemelde huis en aldaar

In ’t voorhuis
twee ovale eetens tafels waar van eene volgens codicillaire dispositie is gelegateerd aan Catharina van de Kaap
twee oude arm stoelen
twee houte arm blakers
In de kamer ter regterhand
twee rood ophaal gordijnen
een spiegel met noote bome lijst
twee schilderijen, zijnde famillie stukken afgegeeven aan de wed:e Pietersen
een kleijne schilderij
een ledikant met rood behangzel
waar op
een bed, peuluw en ses kussens
een ledikant met desselvs toebehoren gelegateerd aan Catharina van de Caab
een cabinet
waar op
vijff porcelaine commen in zoort
ses bocalen
en waar in
eenige kleederen van de overleeden en linnengoed gelegateerd aan Catharina van de Caab
een kleederen kas
waar op
seven porcelaine commen in zoort
en waar in
vier en twintig porc: schotels
agt porc: borden
een specerij kistje
een horologie kasje en
een peper molen
een schrif kisje
twee Japans verlakte bakjes
een porc: kom met zijn onderschotel
vijff porc: chocolade kopjes
drie stukken koper kist beslag
een porc: wasch lampet
een grote kist met koper beslag
een tafel kasje
een lessenaartje
een lessenaar met zijn voet
ses kopere quispeldoors waar van twee zijn gelegateerd aan Catharina van de Caab
twaalff stoelen met agt trijpe kussens in zoort
een armstoel
vier guerridons
In de kamer ter linker hand
een roode ophaal gordijn
vier schilderijen in zoort
een verlakte schenkblad
een oude defecte spiegel
een cabinet gelegateerd aan Catharina van de Caap
een lessenaar gelegateerd aan Catharina van de Caap
twee kleijne vierkante tafels almeede gelegateerd aan Catharina van de Caap
een kleijne vierkante tafel
twee ovale tafeltjes
een oude rustbank
twee kleijne guerridons gelegateerd aan Catharina van de Caab
In de gaanderij
een roode schuijf gordijn
een rustbank met een uitgesneede leuning gelegateerd aan Catharina van de Caab
twee arm stoelen met berottingde leuningen almeede geleg: aan Catharina van de Caab
een thee tafeltje
een thee tafeltje kleijnder
vier vuurstoven
een verlakte rakje
een tinne schenkbord
een tinne theeketel
een tinne trek pot
een kopere vuiles schop
een kopere confoor
twee kleijn kopere vuurtesjes
In de combuis
een ijzere pot
twee water emmers
een schoorsteen ketting
een rooster
een water ketel defect
twee kopere kandelaars en
wat rommeling
Op de zolder
ses oud: stoelen geleg: aan Catharina van de Caab
ses oud: stoelen geleg: aan Jacobus Arendse
twee vierkante tafeltjes almeede geleg: aan bovengem: Jacobus Arendse
drie rakken waar van twee gelegateerd zijn aan Catharina van de Caab
een eijer rak
een katoene haspel
een ovale tafel blad
een Chinase waaijer
een grote chamereel
twee venster ramen
twee grote porc: schotels en
een grote porc: kom
een ovale tafeltje
een kopere nagtlamp
een kleijne boekerak
twee huis ladders
drie Bataviase vloersteenen
twee blikke trommels
een pottebank
twee enden kajatij houte planken
en voorts
wat rommeling
een grote mand
waar in
een kopere hamketel
een kopere taartepan
een kopere poffertjespan
een kopere schenkblad
en voorts
eenig klijne koper werk in zoort
In het pakhuis op de agterplaats
een kist
waar in
eenig porc:, glas en koperwerk, welke kist met al het geene ’er zig in bevind is gelegateerd aan Catharina van de Caab
Op de agterplaats
een kadel en voorts
een parthij romm:
Zilverwerk en presieusiteiten
een zilvere schenkbord
twee zilvere zoutvaatjes
zeven zilvere lepels en
ses zilvere vorken
voorts nog
een goude beugeltast
een goude zak horologie
een paar orlietten met zeven diamante steenen ieder
een snoer coralijnen met
een slootje met negen diamante steenen
Contanten des boedels
een somma van negen en veertig ryx:s en vier en twintig stvr:s
Lasten
  Rd:s
zo veel bij codicillaire dispositie de dato 8 Julij 1762 door de overleedene aan dikwerf geciteerde Catharina van de Caab voor een legant is besprooken twee duijzend guldens Ind: val: ofte 666:32
aan Jacobus Arendse ad idem volgens ond: acte d:d: 10 Julij 1788 ƒ2000 ofte 666:32

Aldus na gedane ontzegeling g’inventariseerd en opgenomen op den vierden dag der maand September een duijzend zeeven hondert zeven en negentig.

Als gecomm: Weesm: W:J: van Oostersee, J:s A:s Trüter

Mij present: G:A: Watermeijer, g: Cl:

Erfgenamen van juff:w Catharina Paling wed:e Barend van Dockum
nagel: dogter en kindskinderen van wijlen haare zuster Magdalena Paling in huwelijk verwekt bij Jacob Cloppenburg genaamd a) Rachel Cloppenburg weed:w Laurens Biel d’ oude
b) de twee nagelatene kinderen van wijlen Maria Cloppenburg in echt verwekt bij Fredrik Hurling genaamt 1) Maria Hurling wed:e Adam Gabriel Muller
2) Fredrik Hurling
c) eenig overgeblevene dogter van wijlen haaren broeder Abraham Paling genaamd Elisabeth Paling gehud met Johannes Wolhuter
de dogter van wijlen haare Sara Paling in echt verwekt bij de heer Fredrik Willem Bottiger gen:t Magdalena Bottiger gehud met O:G: de Wet

MOOC8/21.52

{17970706} 6 Julij 1797 Christina de Weege

Inventaris van alle zodanige goederen als ’er op den 4:e July 1797 ab intestato metter dood zyn ontruymd ende nagelaten door Christina de Weege ten voordeele haarer nagelatenen man den burger Johan Michiel Hoek ter eenre, mitsgaders de kinderen door haar in onecht verwekt, met naamen

1) Arnoldus Adam Ziedel mondig ter andere zyde
2) Hendrik Hoek mondig
3) Fredrik Hoek mondig
mitsgaders het nagelaten kind van wylen Anna Hoek in huwelyk verwekt by den na Ceilon vertrokkene sergeant van ’t regiment Meuron Andries Willig genaamt
4) Johan Michiel Willig oud 9 jaaren

zodanig ende in dier voegen als dezelve door ons ondergeteekendens ordinaire Clercq en Bode der Weeskamer zyn opgenomen en geinventariseerd, bestaande dezelve in de volgende namentlyk

In eene huis toebehoorende aan den burger Jan Smit Jurriansz: waar van huurder is den alhier remoreerende canonnier Joseph Heinrich, en aldaar

In een middelkamer
een Vriesse klok
een spiegel met vergulde lysten
elf oude schilderyen in soort
een halve klap etens tavel
twee vierkante tafels
ses stoelen met
ses roode trype kussens
een ledikant met wit behangzel
waarop een bed, een peluw, vier kussens en een combaars
een kadel waar op
een bed, peluw, vier kussens en een combaars
een wit ophaal gordyn met zyn plank
een oud tafel kastje
een oude kleederkast waarin de kleederen van den weduwnaar
een lessenaar
drie balys in soort
vier aarde potten in soort
twee oude rakken
twee vuurstooven
een aarde kruik
twee kopere kandelaars
een kopere koffy kan
een kopere komvoor
drie kopere stoofpannen
een kopere waterkeetel
een tinne keetel
een blikke lantaarn
twee yzere potten
een oly en azyn stander
een tinne schenkbord
een tinne schotel
een tinne waterbeeker
een tinne rook tobaks doos
vier porc: schotels in soort
twee en twintig porc: borden in soort
ses aarde borden
een aarde schotel
twee porcelyne scheerbekkens
een porcelyne kom, defect
een witte porc: soup terrine en voorts
een parthy porc: thee goed in soort
een schoorsteenketting
een blikke waterbeeker
een blikke trommeltje
tien boeken in soort
een party ledige bottels
een party houtwerk
twee roosters
een yzere lepel
een yzere vuurtang en voorts
eenige rommeling
Lyfeigenen
een slave meid genaamd Clarinde van Mosambicque
een slave meid genaamd Rosa van de Caab

Aldus geinventariseerd en opgenoomen ten huize voormeld ende zulks op ’t op en aan geeven van den in den hoofde deezes gemelde weduwnaar dewelke betuigde zig in ’t op en aangeeven des voorschr: goederen ter goeder trouwe gedragen en zyns weetens niets verzweegen te hebben dat tot gemelde nalatenschap gehoorende, is alles onder presentatie des gerequireerd werdende met solemneele gestand te doen, met verder belofte wanneer indertyd nog iets mogte komen te ontdekken het geen tot den boedel specteerende is daarvan getrouwelyk opgaaf te zullen doen, ten einde als dan deeze inventaris daar meede te kunnen worden geamplieerd.

En is tot meerder zeekerheid van ’t een en ander deeze door den inventarient, beneevens ons ondergeteekenes eigenhand gesubscribeerd.

Aldus geinventariseerd en opgenomen den 6:e July 1797.

Als getuige: J: Stuwe, J:M: Prins

Voor den opgaaf: Johan Michael Huck

MOOC8/21.53

{17970710} 10 Julij 1797 Gerret Mostert

Notitie der goederen behorende aan den boedel van wijlen den burger Gerret Mostert onder berusting van deszelfs zuster de wed: O:A: Bergh, bestaande in zodanige kleder stukken als

een blauwe camezool
een blauwe broek
twee jekkets
vijf broeken in zoort
twee baatjes in zoort
drie hemden
vier dassen
zes doeken
drie paar kousen
drie mutzen
twee slaap cabaaijen
een hoed
twee paar schoenen

Cabo de Goede Hoop den 10 Julij 1797

De wed: O:A: Bergh

MOOC8/21.54

{17970612} 12 Junij 1797 Gert Mosterd

Op verzoek van den burger Albertus van Niekerk aan ons ondergekendens de nalatenschap van den overleden medeburger Gert Mosterd te inventariseeren om daar van te doen behoorlijk berigt, verclaaren wij te hebben bevonden de onderstaande goederen, bestaande als volgt

een slave jonge met name Februarij van Mallebaar
een slave jonge met name Mentor van Mosambicq
een vos rijpaard
een bruijne merrie paard met twee veulens
een schiet geweer
een zadel met zijn tuig zonder stiegbeugels
een rijtoom
een gesloten kist met goederen - de kist is Niekerk toebehoorende
een zomma van duizend guldens met negentien maanden verloopen renten, verscheenen den 8:ste dezer

Rondebosjesbergh den 12 Junij 1797.

D:l Krynauw senior

A: Louw J:zoon

De klederen van den overledene van weinig belang zynde aan desselvs eenige nagelatene broeder Jacobus Mosterd by tauxatie afgestaan voor rd:s18.

MOOC8/21.55

{17971118} 18 November 1797 Johan Jacob Seibel

Inventaris van alle zodanige goederen, als er ab intestato met ter doot is ontruijmd en nagelaten door den matroos in dienst der Hollandse Comp:ie Johan Jacob Seibel, onder opgaaf van den alhier remoreerende soldaat Philip Bissinger, alwaar de overledenen zig ter woon was bevindende, zodanig ende in diervoegen als dezelve door mij ondergeteekende zijn g’inventariseerd, te weeten

thien hemden in zoort
zes baatjes in zoort
vijf broeken in zoort
drie p:r kousen
een neusdoek
een blaauwe lakense rok
een blaauwe overrok
een ronde hoedt
agt zilver knoopjes
dertien zilver ringen
een borst spelt
een kleijn zilver doosje
een kleijn horlogie sleutel
een kleijn goud horlogie met stene bezet
een zilver horlogie
  Rd:s
aan contanten 8:24
een onderhands briefje ten laste van Oertel 31:--

Cabo de Goede Hoop den 18 November 1797.

Als getuigen: F:L: Conrad Booberg, Minilouis Nomini

Voor den opgaaf: Philip Bissingar

J:M: Prins

MOOC8/21.56

{17970509} 9 Maij 1797 Carel Benedict Smeckkenbecher

Inventaris van all zodanige goederen, als er ab instestato op den 6:e May 1797 metter dood zyn ontruimd ende naargelaaten door den alhier geremoreerd hebbende sergeant Carel Benedict Smeckkenbecher ten voordeele zyner uitlandige onbekende erfgenamen, zodanig als dezelve door my ondergeteekende geswoore Clercq zyn geinventariseerd en opgenomen, en bevonden te bestaan in de volgende, te weeten

In een huurhuys van den oud adsistent s:r Hurling en aldaar

Op een den bovenkameren
agt en twintig schilderyen in soort
een kistje waar in
een party verwen en schilder gereedschap
een party prenten
twee zabels
een doosje met een party rommelary
twee teekenboeken
twintig boeken in soort
een foudraal met twee scheermessen, en een strykleer en scheer doos
een fles met wat lyn oly
een zilver zak horloge
een paar zilvere knie gespes met steenen
twee kleederborstels
een lap gewascht doek
twee hand rottings
een boog en 1 koker met pylen
een vierkant tafeltje
twee lakense rokken
een oude jas
een moorse rok
vier broeken in soort
een baatje
een party potjes en voorts
eenige rommelary
twee paar steevels
een paar schoenen
In een onderkamer
drie broeken in soort
vier rompjes
vier hembden
drie paar koussen
twee slaap mutzen
een paar handschoenen
een vierkante tafeltje
vier stoelen
een hoekrak

Aldus geinventariseerd en opgenomen ten huize voormeld op den 9:e May 1797

Als getuigen: G: Exter J:C: Scharff

G:A: Watermeijer, g: C:

MOOC8/21.57

{17970605} 5 Juny 1797 Johan Heinrich Wuste

Inventaris van de nalaatenschap van wylen Johan Heinrich Wuste in dato 28 May jongstl: ten huyze van den ondergeteekende ab intestato overleeden

een zilver zak horologie met een goude sleutel en goude cachet
een paar zilvere schoen gespen
een paar zilvere knie gespen
een paar zilvere spooren
een zilver zydgeweer met een staale haak
een paar hembdsknoopen
een parthy oud zilver
een meerschuyme pypekop met zilver beslag
een hanger
een dwars fluit
een stevel knegt
vier hoeden in zoort
een jas
twee rokken
een wolle baatje
zeven baatjes
elf broeken in zoort
een cabaay
twaalff hembden
negen paar catoene koussen
vier paar zyde koussen
twee paar laarssen
twee doeken
twee boutt: snuyff
aan de helfte van een clavier waarvoor m:r Stuard presenteerd te betaalen rd:s22:4
een parthy boeken
een rotting met een kling
Baaten
  Rd:s
voor zo veel den ondergeteekende bewust is
m:r Robert Stuard 4
Lasten
  Rd:s
voor zo veel dezelve my bekend zyn
Leopold Heuser over als p:r obligatie 250:--
hem over boekschulden 15:6
kosten by de begraafenis gevallen bereekene calculatif op 190:--
de heer Clement Matthiessen 100:--
Johannes Middelcoop S:E: 100:--
Jacob Sinjeur 100:--
bottel:r Scharff p:r rest 42:1
de heer Hoets circa 60:--
Johannes Freislich circa 35:--
Dormehl circa 70:--
een reek: van doctor Mader over gedaane praktyk en geleverde medicamenten
een reek: van doctor Liesching
den barbier Leep over scheerloon 1:--
den paruykemaaker Meyer voor accommodeeren

Cabo de Goede Hoop den 5 Juny 1797

Als getuygen: J:C: Lehman, R: Stuart

Leopold Heuser

MOOC8/22.1

{17971106} 6 November 1797 Elisabeth Heuning

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten, als er op den 29:e October 1797 ab intestato metter dood zyn ontruimd ende nagelaten door juffrouw Elisabeth Heuning weduwe wylen den capitein lieutenant der burgery de manhafte Andries Daniel Grové ter eenre, ten voordeele van haare by wylen opgemelden haaren man in huwelyk verwekte kinderen, in naame

1) Stephanus Grové oud 22 jaaren ter andere zyde
2) Elisabeth oud 19 jaaren
3) Andries Daniel oud 15 jaaren
4) Anna Elisabeth oud 10 jaaren
5) Agatha Laurentina oud 6 jaaren
6) Cornelis oud 3 jaar

Zodanig ende in diervoegen als dezelve door ons ondergeteekende ordinaire Clercq en Bode der Weeskamer zyn geinventariseerd en opgenoomen, en bestaan dezelve in de volgende, namentlyk

Een plaats ofte hofsteede genaamd Hoornbosch geleegen aan de Paardeberg

Op voorschreeve plaats bevind zig in ’t woonhuijs en aldaar

In de kamer ter regterhand
een spiegel
een rak waar op
seeven porc: schotels in soort
sestien porc: borden in soort
een tafelkastje
een klyn lessenaartje
twee tafeltjes
elf stoelen in soort
een kopere thee machine
een tinne koffy kan
een tinne schenkbord
een tinne trekpot
een verlakt schenkblad
een porc: melkkeetel
een porc: trekpot
een verrekyker
twee beeletjes
een bocaal
een doosje met eenige verwen
een wynig glaswerk
een blik trommeltje
een aarde pot
een katel waar op
een buldzak, peluw en seeven kussens, beneeven twee wolle combaarsen
een kleederborstel
drie beddelakens en seeven sloopen
In de kamer ter linkerhand
een lessenaar waar in eenig rommeling
een klyn kistje
een oud schildery
een cyffer ley
een ledikant met een oud behangsel waarop
een bed en een wolle combaars
een groote kist waar in
een party boeken in soort
een schiet geweer
In de combuys
een oude combuys tafel
een oude kist
een brood mes
een botervaatje
een meel zift
drie tinne schotels
een tinne bord
vier porc: borden
drie kopere kandelaars
een kopere vuurtesje
een kopere comvoor
een kopere waterkeetel
vier yzere potten
een yzere koekepan
een rooster
een schuymspaan
een vleesch vork
twee schoorsteenkettings
twee schoorsteen haaken
een aardepot
een koffy moolen
een kopere strykyzer
vier tinne lepels
een tinne soup lepel
tien stale vorken in soort
In de kelder
een half aam met wat azyn
een vat met wat zout
een vat met wat meel
twee halve leggers wyn
een halve legger wyn suur
een halve legger wyn
een halve legger met wat brandewyn
NB bovenstaande dranken alle in vreemd vaatwerk
twee vleesch balys
een houte tregter
een botervaatje
en blikke trommel
drie aardepotten
neegen oude stoelkussens
een kelder met
elf vlessen waar onder
een met lynoly
een thee balytje
een koffy moolen
een kopere taartepan
een grote koper leepel
een yzere balans met
twee kopere schaalen
twee stukken koper gewigt
een kopere verlaat kraan
vier koornsikkels
drie wyngaard messen
een houte boter bak
een bos bind rotting
een party oud gereedschap in soort
tien koorn zakken
In ’t koornhuys
vier mudden tarwe
een koorn harp
twee koorn schoppen
een schepel
een zak met veeren
twee aarde kruiken
twee oude vaaten
een blikke trommel
een oude rak
drie manden
vier oude graaven
een pik en hark
Op de werf
een paarde wagen
twee ploegen
drie ploeg schaaren
een eg
een party dekstroo
een bol cazyn
een yzere coevoet
een paty yzere hoepels
een stel van een kar
een party oud yzer
twee agter tuygen
Beestiaal
een ruyn paard
twee merries waar onder 1 veule
elff trek ossen
vier en sestig bokken
Lyfeigenen
een slave jongen genaamt July van Boegies
een slave jongen genaamt Spadille van Boegies
een slave jongen genaamt Labo van Boegies
een slave jongen genaamt Salomon van de Caab , zynde ingevolge onderhandsche codicillaire dispositie gelegateerd aan de zoon Stephanus Grové
een slave jongen genaamt Daniel aan Andries Daniel
een slave meid genaamt Alida van de Caab , insgelyks gelegateerd aan Elisabeth Grové
een slave meid genaamt Francina van de Caab , insgelyks gelegateerd aan Agata Laurentina Grové
een slave meid genaamt Spacie van de Caab insgelyks gelegateerd aan Anna Elisabeth Grové
een slave meid genaamt Rosetta van Bengalen insgelyks gelegateerd aan Cornelis Grové
Zilverwerk
twee zilvere lepels en twee zilvere vorken
een zilvere ring kraay
een zydgeweer met zilvergevest
een zilver thee lepeltje defect
een zilver horologie kast
een oude zilvere gesp
een stuk zilver beslag van een pistool
een zilvere medaille
twee rolletjes zilver passement
een foudraal met goud gewigt
een koper inset gewigt
Contanten des boedels
  Rd:s
aan papiere munt een bedrage van drie en veertig ryxdaalders en twee en veertig stuivers, zegge 43:42
Lasten des boedels
  ƒ
aan de Weeskamer deezer steede op een Weesmeesteren kennisse de dato 1 October 1786 groot aan capitaal 10000
met de renten van dien zeedert primo April j:l:
aan Hendrik Smuts blykens scheepen kennis 3000
aan de weduwe Abraham Wannenburg aan capitaal 1000

Aldus geinventariseerd op den 6:e November 1797, ter plaatse voormeld ende zulx op ‘t op en aangeeven van den in den hoofde deezes gemelde zoon Stephanus Grové dewelke betuigde zig in ’t op en aangeeven der voorschreeve goederen zig ter goeder trouwe gedragen en zynens weetens niets versweegen te hebben dat tot gemelde nalatenschap gehoorende, alles onder praesentatie des gerequireerd werdende met solemneele eede gestand te doen, met verdere belofte wanneer in der tyd iets mogte koomen te ontdekken hetgeene tot den boedel specteerende is, daar van getrouwelyk opgaaf te zullen doen, ten einde als dan deeze inventaris daar meede zal kunnen worden geamplieerd, en is tot meerder seekerheid van ’t een en ander deeze door den inventarient beneevens ons ondergeteek: eigenhandig onderteekend

Voor den opgaaf: Stephanus Grové

Als getuijge: J: Stuwe, J:M: Prins

MOOC8/22.1 1/2

{17970703} 3 Julij 1797 Clara Bock

Copia

Inventaris der nalatenschap van wylen Clara Bock, wed: wylen Gideon Slabbert, overleeden den 16 Maij 1797 bestaande in

1 tafel castje
1 catel
1 bed, peul, 4 kussens en deeken
7 bed laakens
12 sloopen
6 hemden
5 gonnen
12 rokken
9 zakjes
2 borst rokke
2 voor schoote
13 doeken insoort
2 zwarte zyde doeken
4 paaren koussen
5 waaijers
1 zilvere beugel tas
2 paar schoenen
2 paar zilvere schoengespen
1 paar zilvere zak haaken
1 paar zwart fluweele mofjes
1 paar witte kattoene handschoenen
6 mutzen
54 ryxd: aan contante
2500 ƒ uitstande bij den burger Hendrik de Necker

/:onderstond:/ Volgens myne beste weeten g’inventariseerd, in ’t byzijn der burgeren Christiaan Johannes Rabe en Johannes Lambrechts hebbe ik deeze met mijne gewoonlijke handteekening bekragtigd /:geteekend:/ A:S: Gous /:daar onder:/ T welk getuijge /:geteekend:/ Johannes Lambrechts C:J: Rabe /:in margine:/ Koeberg den 3 Julyij 1797

J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/22.2

{17980312} 12 Maart 1798 Maria du Toit

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als ’er op den 21:e Februarij 1798 ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door Maria du Toit wed:e van wijlen den burger Francois Joubert ten voordeele harer bij opgem: hare man in echt verwekte drie minderjarige kinderen, in namen:

1) Maria Francina oud [ ..... ]
2) Gideon oud [ ..... ]
3) Hester Francina Joubert

Zodanig en in diervoegen als dezelve door mij ondergeteekende Secretaris der Weeskamer zijn opgenomen en ingeschrifte gebragt, bestaande dezelve in de volgende, namentlijk

een oude ledikant
twee kisten
een bed, peuluw, vier kussens en een combaars
een bed en vijff kussens
een emmer
vier boeken inzoort
agt en twintig geruijte zak doeken
twee stukken gestreept
een chits van elff en een quart el
twee sprijen
vijff p:r kousen
twee voerchitzen
thien pakjes band
vier pakjes wit garen
vijff stringen zijde in zoort
een briefje spelden
drie glaase zout vaatjes
thien pont thee
agt en twintig en een half ellen ongebleekt linne
een chits van vijff en een half ellen
Crediten des boedels
  Rd:s
aan contanten een somma van hondert een en zeventig rd:s 6 st:, zegge 171:6
van den burger Josua Joubert Gideonsz: over een onderhandsche obligatie d:d: p:mo Dec:r 1796 groot aan capitaal 3166:32
met de renten a 6 pc:o zedert p:mo December 1797
van d’ edele Francois du Toit over boekschuld 32:--
Lasten
    Rd:s
voldaan aan opgem: edele Francois du Toit over verschotten tot de begraffenis, etc:a 81:30
voldaan aan Fredrik Greef over zo veel hem competeerd voor geleeverde medicamenten 4:--

Aldus gedaan ende g’inventariseert op de plaats gen:t Burgers Fontein den 12:e Maart 1798 ende zulx op het op- en aangaven van d’ edele Francois duToit, dewelke verklaarde zig daaromtrend ter goedertrouwe gedragen en niets met opzet versweegen ofte te rug gehouden te hebben hetgeen tot den boedel en nalatenschap specteerende was, invoegen dezelve dan ook betuijgde de deugdelijk zijne opgaaff ten allentijde des gerequireerd werdende met solemneelen eede nader te bevestigen met belofte wijders zo wanneer hier namaals nog iets tot den boedel gehorende mogte worden ontdekt daar van getrouwelijk opgaaff te zullen doen, ten einde deezen inventaris daar meede in allen trouwe tekunnen worden g’amplieerd.

Tot securiteit van dien is deezen inventaris door opgem: edele du Toit en mij Secretaris in praesentie van den ordinairen clercq en den Kamer bode, Jurriaan Marthinus Prins, behoorlijk onderteekend.

Als getuijgen: P:E: Faure, J:M: Prins

Voor den opgaaff: F:s du Toit

Mij praesent: J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/22.3

{17970404} 4 April 1797 Fredrik de Jager

Copia

Inventaris van alle zodanige goederen, beestiaal, etc:a als ’er door wylen den burger Fredrik de Jager zyn bezeeten en door denselven met ’er dood ontruimd en nagelaaten mitsgaders op heeden opgenomen en in waaren weezen bevonden, namentlijk:

Een opstal der leenings plaats gen:t de Kliphoogte gel: aan de Duivenhoks Rivier
Losse goederen
een groote Bybel
twee blikke trommels
een slangesteen
een cabinet
een spiegel
een verrekyker
een cyfferleij
een ledige kast
twee ledige kisten
een ledige wagenkist
twee tafels
een rustbank
tien stoelen
een geweer rak
een schietgeweer
vier rakken in z:t
vier en dertig porcelaine borden
drie porcelaine schotels
een porcelaine kom
een bierglas
drie kelkjes
een melkkom
een trekpotje
vier kopjes en pieringen
een peeperdoosje
drie tinne kommen
dertien tinne leepels
twintig staale vorken
een ledikant met zyn behangsel
vyf kadels
ses bulzakken
vier peulen
dertien kussens
drie combaarssen
ses ysere potten
twee aarde potten
een aarde kan
een rooster
een kopere ketel en confoor
een kopere koffykan
drie schoorsteenkettings
vier emmers
vier botervaatjes
vyf leggers /:ledig:/
een legger met wyn
een halve legger /:ledig:/
een halve legger met wyn
vyf ledige bierpypen
twee ledige half aamen
een kuipbalie
een rysbalie
drie balies
een kleine balie
een ledige ankervaatje
een vat met wat azyn
een vleeschvaatje
een koornharp
een koornzift
een meelzift
twee molensteenen
een brandewyns ketel met zyn toebehooren
een parthy yser werk
een draaibank
een slypsteen
wat houtwerk
een parthy wagenmakers hout
een ploeg met zyn schaar
een agterstel van een ploeg
een ploegschaar
een paardekar
een nieuwe wagen
twee opgeringde [wagen]
een oude wagen
een tentzyl
een remketting
een theerputs
een zadel
twee strengen cabelgaaren
een blaasbalg
een parthy smits gereedschap
een ysere schroef
twee kraanzagen
een trekzaag
drie spanzagen
een kroos
een handbyl
een naafboor
agt avegaars
vier bylen
drie bytels
seven schaaven
twee boren
vyf sny messen
een parthy oud timm:s gereedschap
een parthy oud graaven
een parthy oud schoppen
een parthy rommeling
drie pikken
vier knippen
een visch zeegen
een schuit
Beestiaal
eenhondert en veertien schapen
vyf paarden in soort
drie en dertig trekossen
seven en dertig aanteelbeesten
Baate des boedels
  Rd:s
van den burger Adriaan van Wyk over ’t repareeren van een wagen en een bed 55:--
van den burger Ockert Oosthuisen mede weg:s rep: van een wagen 13:6
van den burger Jan Nieman over gekogte ossen p:r rest 12:--
van de wed:e Jan Scholtz over smits werk 5:--
Somma Rd:s85:6
Lasten in den boedel
  Rd:s
aan de heer Gerrit Hendrik Meyer volgens obligatie waarop de intresten zyn voldaan tot Octb:r 1796 100:--:--
aan Jurgen Cortier over hamels 48:--:--
aan Joh:s Strydom over 3 mudden koorn en een mud meel 8:4:--
aan Abr: Cronjé over geleverde drank 5:4:--
aan Philip Cortier weg:s arbeidsloon 48:2:4
aan Roelof van Wyk d’ oude volg:s reek: 16:--:--
aan Joachim Chr: Schultze voor ’t informeeren van de kinderen 34:4:--
aan de wed:e Lodewyk de Jager over kostgeld voor de dogters 37:--:--
aan Willem van Eyk over contant geleende penn: p:r rest 15:--:--
Somma Rd:s312:6:4
Erffgenaamen
1) Elisabeth de Jager oud 29 jaren gehuuwd met den burger Adriaan van Wyk
2) Andries de Jager oud 25 jaren
3) Fred:k Joh:s de Jager oud 20 jaren
4) Maria Margaretha de Jager getrouwd met den burger Matthys van Tonderen
5) Joh:s Petrus de Jager oud 15 jaren, verkiest om te wonen by Carel de Jager om ’t smits ambagt te leeren
6) Hermina de Jager oud 13 jaren, gaat woonen by Jac:s van Wyk die over haar getuige staat
7) Clara Johanna de Jager oud 11 jaren en gaan beide woonen by hunnen swager Adriaan van Wyk
8) Matthys Godlieb de Jager oud 6 jaren

/:onderstond:/ Aldus g’inventariseerd op den 4:den dag der maand April 1797, op de plaats de Kliphoogte voornoemd, volgens ’t op en aangeeven van de burgers Adriaan van Wyk Roelofsz: en Andries de Jager Fr:z dewelke betuigde hierinne ter goeder trouwe te hebben gehandelt en niets huns weetens agtergehouden of versweegen, met verdere belofte zo iets nader tot den boedel specteerende mogten komen te ontdekken, deesen inventaris daarmeede te zullen amplieeren, bereid zynde deese hunne opgaave des vereischt met solomneele eede te bevestigen en zulks ten overstaan van de heer Anthony Alexander Faure als gecomm: Weesmeesteren, en Hendrik van As d’ oude en Abraham Casparus Nieuwhoff als getuigen /:was getekend:/ Andries de Jager, Adriaan van Wyk /:lager:/ my praesent /get:d/ A:A: Faure /in margine stond:/ als getuigen /:en geteekend/ H:k v: As senior, A:C: Nieuwhoff /:lager:/ in kennisse van my /:was geteekend/ A:s Stockenström, Secret:

Accordeert: A:s Stockenström, Secret:

MOOC8/22.4

{17960801} 1 Augustus 1796 Johannes Matthias Bletterman , Geertruijda Catharina Schott

Inventaris des boedels in gemeenschap bezeeten geweest bij wijlen den oud burgerraad de heer Johannes Matthias Bletterman en desselvs overgebleevene huijsvrouw en wed:e juffrouw Geertruijda Catharina Schott, van de zijde des eerstgem: op Maandag den vijfentwintigsten dag der maand Julij in den jaare een duijzend zeven honderd zes en negentig des middags omtrend twaalf uuren met ’er dood ontruijmd en nagelaten, na bevorens neevens dezelve zijne huijsvrouw bij mutueel testament in dato 17 Augustus 1769 voor den toenmaligen eersten gesworen Clercq ter Secretarije van Politie nu meede wijlen de heer Tobias Christiaan Ronnenkamp en zeekere getuigen opgerigt, dien aangaande te hebben gedisponeerd en ingevolge welke dispositie thands tot universieele erffgename van den overleedene komt te succedeeren juff:w de bovengem: wed:e, die aan de kinderen bij wijlen opgemelden haar ega verwekt bij hun mondig worden voor ofte in plaatse van vaders bewijs zal moeten uitkeeren zodanige tantum van penningen als ze na gemoede ende dan staat des boedels zal vinden te behoren.

Terwijl Heeren Weesmeesteren beneevens meergem: wed:e bij zeekere door den heere overleedene met dezelve zijne huijsvrouw uit kragte der bij het voorsz: testament g’insereerde clausule reservatoir op den 16 Junij j:l: onder hunne eigene handteekeninge gemaakte bijvoegzel tot executeurs van den meergemelden testamente en voogden over de onmondige kinderen aangesteld zijnde, den voorsz: boedel mitsdien door de ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren na volgens het opgeeven en aanwijzen van meergeciteerde wed:w en om naar inhoude van het voorz: bijvoegzel het vaders bewijs deses voorm: kinderen, met namen:

1) Johannes Henricus Bletterman mondig
2) Egbertus Lodewijk Bletterman mondig
3) Catharina Hendrina Bletterman gehuwd met den lieutenant in Engelse dienst Willem Caldwell
4) Johann: Livina Bletterman oud 18 jaren
5) Geertruijda Christina Bletterman oud 17 en
6) Johanna Georgina Bletterman oud 15 jaren

te kunnen bepalen is g’inventariseerd en bevonden te bestaan in de volgende, namentlijk

  Rd:s
Een huijs en erff staande en geleegen in deeze Tafel Valleij in de Bergstraat in ’t Blok D: en aldaar een gedeelte van N:o 5 groot in zijnen grond achtthien quadrant roeden 51 quadrant voeten dewelke juff:w de wed:e verkiezende te behouden naar inhoude de voorsz: testamentaire dispositie aan dezelve is gelaten voor eene somma van zeventhien duijzend guldens Indische valuatie ofte 5666:32
een stukje lands met het daar op geconstrueerd gebouw staande en geleegen in deeze Tafel Valleij groot in haren omtrek 1 morg 200 quadrant roeden en 126 quadrant voeten [ ..... ]
In ’t voorhuijs van eerstgem: woonhuijs
  Rd:s
een rood ophaal gordijn aan de wed:e gelaten voor 2
een huijs lantaarn aan de wed:e gelaten voor 4
ses stoelen met ses geruite kussens aan de wed:e gelaten voor 15
In de kamer ter regter hand
  Rd:s
twee witte ophaal gordijnen meede aan de wed:e gelaten voor 6
twee spiegels met vergulde lijsten aan de wed:e gelaten voor 60
agt schilderijen aan de wed:e gelaten voor 16
twaalf stoelen
een baromeeter
een kabinet met zilver beslag
twee kassen met Chineese beelden
twee vierkante tafeltjes meede bij tauxatie aan de wed:e gelaten voor 10
een kleine ronde tafeltje aan de wed:e gelaten voor 2
twaalf rode trijpe kussens aan de wed:e gelaten voor 24
drie geel kopere quispildooren aan de wed:e gelaten voor 12
In de kamer ter linker hand
  Rd:s
twee rood ophaal gordijnen aan de wed:e gelaten voor 8
twee spiegels met vergulde lijsten aan de wed:e gelaten voor 70
ses schilderijtjes met vergulde lijsten aan de wed:e gelaten voor 18
een cabinet met verguld beslag waar in de volgende lijwaten, te weeten
sestig lakens in zoort
twee hondert servietten
zestig sloopen
veertig handoeken te zamen aan meergem: wed:e gelaten voor eene somma van 200
vier arm stoelen en
twaalff ordinaire stoelen met rode trijpe matrassen aan meergem: wed:e gelaten voor eene somma van 150
vier gerridons meede aan de wed:e gelaten voor 6
twee speeltafeltjes aan de wed:e gelaten voor 20
een ronde [tafeltjes] aan de wed:e gelaten voor 3
ses stoven aan de wed:e gelaten voor 3
een draagstoel met stokken en banden aan de wed:e gelaten voor 80
een baromeeter
twee Chinase brijmandjes /evoor/
een liqueur kistje
In de gaanderij
  Rd:s
drie rood ophaal gordijnen als boven aan juff:w de wed:e gelaten voor 4
een spiegel met note bome lijsten aan juff:w de wed:e gelaten voor 12
vier schilderijen aan juff:w de wed:e gelaten voor 9
een staant huijs horologie aan juff:w de wed:e gelaten voor 70
een wasch fonteijntje aan juff:w de wed:e gelaten voor 3
twee eetens tafels aan juff:w de wed:e gelaten voor 20
een vierkant [tafels] aan juff:w de wed:e gelaten voor 3
twee arm stoelen met groene trijpe zittings 1
vier stoelen met geruijte kussens 10
In twee in de muur gemetzelde glaze kasten
  Rd:s
een parthij porcelijnen en glas werk aan de wed:e gelaten voor 6
een hoekkast
vier vogel cooijen
ses stoven
In de dispens
  Rd:s
een blikke combuijs
twee groote aarde kannen
drie blikke lantaarns aan bovengem: wed:e gelaten voor 6
zeven wit kopere kandelaars aan bovengem: wed:e gelaten voor 14
vier wit kopere blakers aan bovengem: wed:e gelaten voor 6
twee tobaks confoortjes aan bovengem: wed:e gelaten voor 5
een witcopere theecom aan bovengem: wed:e gelaten voor 3
twee geelkopere kandelaars aan bovengem: wed:e gelaten voor 2
een geelkopere coffij kan met zijn schenkbord en tesje aan bovengem: wed:e gelaten voor 5
twee rood kopere keeteltjes aan bovengem: wed:e gelaten voor 6
drie kopere strijk eijzers aan bovengem: wed:e gelaten voor 5
een tinne ketel aan bovengem: wed:e gelaten voor 1
een gebruineerde theemachine aan bovengem: wed:e gelaten voor 8
twee verlakte broodmandjes en een verlakte schenkbord aan bovengem: wed:e gelaten voor 9
drie stale snuiters meede aan de gem: wed: gelaten voor 1
veerthien tafelmessen aan de gem: wed: gelaten voor 2
een theekistje met blikke bussen aan de gem: wed: gelaten voor 1
drie soup terrines in zoort
twaalf schotels in zoort
veertig borden in zoort
en voorts
een weinig aardewerk alle te zamen voor 10
een aarde water pot 2
In de agter kamer
  Rd:s
een rustbank met zijn matras en overtrekzel aan bovengem: wed: gelaten voor 10
een mahonihoute beureaux aan bovengem: wed:e gelaten voor 40
een mahonihoute kleeder kast 60
en in dezelve de kleederen van den overleedene aan de wed:e gelaten voor 25
ten einde dan meede zodanig te handelen als door den overleedene aan dezelve bij monde is verzogt geworden
een stinkhoute schrijf comptoir
een boeke rak waarop
een parthij boeken
een Bijbel met zilver beslag met zijn knaap
twee gerridons
een verrekeijker
een verrekeijker
een geweer rak waarop
vier geweeren
twee paar pistolen waar van een met zilver en een met koper beslag
eenige jagt gereedschappen
een kast waar in
drie honderd wax kaarsen
twee kruijd proevers
een kopere patroontas
twee kopere haken
een handschroef
twee handsloten
een handhamer
een handbijtel
zeven kogels forms
een goud gewicht
een parthij timmermans gereedschappen en
eenige rommelerij
zeven kopere kraanen
een parthij visch gereedschappen
een voederaal met
een kopere compas
een thee doosje
een mantel zak
een falies
twee zakjes met hagel
een zakje met kogels
een zakje met spijkers
een zijdgeweer met zilver gevest aan de wed: gelaten voor 20
een rotting met goud gemonteerd aan de wed: gelaten voor 15
drie rottings in zoort aan de wed: gelaten voor 5
een zilver vergulde beeker aan de wed: gelaten voor 5
twintig goude hemdroks knopen in zoort aan de wed: gelaten voor 20
twintig goude hemdroks knopen in zoort met steenen aan de wed: gelaten voor 15
twee goude handknoopjes aan de wed: gelaten voor 5
twee goude handknoopjes met agate steenen aan de wed: gelaten voor 6
een goude ring met een groene steen aan de wed: gelaten voor 10
een paar zilvere schoen en kniegespen aan de wed: gelaten voor 8
twee snuif doosen met zilver gemonteerd aan de wed: gelaten voor 5
een zilver vergulde beeker
twee paar zilver schoegepsen
een zilvere zak horologie
een foederaal waar in
een zilvere lepel
een mes en vork met zilver gemonteerd
een zilvere dragon
achtien zilvere knoopjes in zoort
een parthij timmermans gereedschappen aan de wed: gelaten voor 6
In de opkamer
  Rd:s
een rood ophaal gordijn aan de wed: gelaten voor 6
een spiegel met note bome lijsten aan de wed: gelaten voor 12
ses schilderijen aan de wed: gelaten voor 6
een geelhoute kleeder kast aan de wed: gelaten voor 20
een tafelkastje aan de wed: gelaten voor 10
een tafel met
een toilet aan de wed: gelaten voor 8
een knaap aan de wed: gelaten voor 1
drie stoelen in zoort met een roode trijpe kussen defect aan de wed: gelaten voor 3
een rustbank waar op aan de wed: gelaten voor
een bed, peuluw, drie kussens en een combaars aan de wed: gelaten voor 35
een ledikant met gestreept behangzel waarop
een bed, peuluw, agt kussens en een deken, aan de wed: gelaten voor 60
drie postelijne nagt spiegels 2
In de combuijs
  Rd:s
ses eijzere potten aan de wed: gelaten voor 12
een hamketel defect aan de wed: gelaten voor 2
een visch ketel aan de wed: gelaten voor 4
twee water [ketel] defect aan de wed: gelaten voor 3
twee kasterollen defect aan de wed: gelaten voor 2
drie braadpannen aan de wed: gelaten voor 3
twee koeke pannen aan de wed: gelaten voor 1
drie roosters in zoort aan de wed: gelaten voor 3
twee schuijms lepels aan de wed: gelaten voor 1
twee eijzere vorken aan de wed: gelaten voor 1
twee doorslagen aan de wed: gelaten voor 1
een lepel voor 1
een rasp voor
drie taarte pannen 6
twee kopere vormen 3
twintig kleyne blikke vormen 2
drie wavel eijzers 3
twee oblie eijzers 1
een braadspit getaxeerd op 8
een copere fyzel getaxeerd op 2
drie taatjes getaxeerd op 1
drie schoorsteen kettings 3
twee tafels waar van een defect 4
twee sprits formen 2
twee vuur schoppen 1
een tang 1
een gemeene etens tavel 6
een potte bank 2
twee water halfaamen 4
drie balijs in zoort 3
twee emmers met copere banden 6
twee emmers met ijzere banden 2
twee blikke emmers defect 1
twee tinne tregters 2
twee houtbijlen
een cieter 8
twee water half amen
een ledige wijn aam
een blikke tregter
twee houtbijlen
zes Keulse potten
tien graven
vier pikken
een hark
een gieter
een cieter
een braadspit

Op de zolder en aldaar

Int vertrek n:o 1
  Rd:s
twee rood ophaal gordijnen gewaardeerd op 3
drie spiegels in zoort getaxeerd op 9
vijf schilderijen 5
twee verlakte schenkblaadjes 1
twee vierkante tafeltjes 4
een tafel kasje 4
twee leuning stoelen 3
vijf oude stoelen in zoort 5
Int vertrek n:o 2
  Rd:s
twee witte ophaal gordijnen getax:d op 8
twee roode schuif gordijnen getax:d op 1
ses schilderijtjes 12
een spiegel met note bome lijsten 10
ses stoelen met matrassen 20
twee vierkante tafeltjes 4
een kist waar in
vijf gemeene chitzen inzoort
vijf kleedjes
vijf stukken geel Chinas linnen
twee stukjes rood geruit te zamen getauxeerd op 15
een ledikant met voerchitze behangzel waarop
een grote bed, peuluw, ses kussens en een deken 50
een grote bed wat kleinder waar op meede is
een bed, peuluw, drie kussens en een deken 30
een gemakstoel met zijn pot 3
twee porc: nagt potten 1
Int vertrek n:o 3
  Rd:s
drie spiegeltjes in zoort 4
vier schilderijtjes 4
drie ledikanten met witte behangzels, waar op drie bedden met hun toebehoren alle gewardeerd op 100
vier stoelen 4
Int vertrek n:o 4
  Rd:s
twee roode ophaal gordijnen 3
twee schuif gordijnen 1
twee spiegeltjes met vergulde lijsten 6
ses schilderijtjes defect 12
een vierkant tafeltje 2
thien geelhoute stoelen 15
twee ledikanten met blaauw behangzel neevens haar beddens en hun toebehoren alle te zamen voor 60
een stinkhoute kadel 8
Int vertrek n:o 5
  Rd:s
twee kleder kasten 20
een kist 2
In de provisie kamer
  Rd:s
een en veertig porc: schotels 18
elf dozijn borden in zoort 12
twee soup terrines 3
twee vischschotels 2
vier fruit mandjes 3
twee zuijker potjes 1
twee boter potjes 1
twee mostaard potjes
een sous [potjes] 1
een slaabak
drie lampetten met haar kommen 4
drie grove kommen 1
drie Japanse melk potjes 4
een Japanse nesje
zeven en vijftig bierglasen in zoort 4
zeven en dertig kelken 4
achtien caraffen 12
twee dozijn kopjes en pieringjes 3
drie verlakte schenkborden 4
negen blikke trommels in zoort 12
vijf theekasjes met een restant thee 12
een honderd vijftig lb: Japans zeep 37
drie sluit mandjes 2
vier porc: nagtspiegels 2
ses kleine mandjes in zoort 2
acht stoven 2
een haspel 1
vier zakken met wat rijst 25
thien zakken met een restant provisie
een ijzere balans met vier kopere schalen en sesthien stukken loot en ijzer gewicht 12
een tover lantaarn
twee tinne water flessen
agtentwintig bierglasen en
twaalff kelken in zoort
twee aarde kruijken en
een aarde beeker
een tobaks mes
ses roodkopere kanderlaars
een roodkopere coffij kan met zijn test
twee roodkopere keteltjes
een handquispeldoortje
een Chinase bak
een houte olij en asijn standaart
twee tobakskistjes
een thee[kistjes]
vier vogelcooijen in zoort
een haspel
een zakje met 700 kurken
een wasch bakje
Int pakhuijs
  Rd:s
zeven kannen selsewater 8
thien flesjes olij
vier bottieils Rijnse wijn
vier bottieils graafse wijn 1
twintige roode wijn 4
twaalf boteiles met differenste dranken 2
agt boteiles met sterke dranken 8
een keldertje met een restant dranken 8
vier grote Keulse potten 8
vier kleijn Keulse potten 4
ses ledige flessen 8
In een van juff:w de wed: Lheman gehuurd pakhuijs
  Rd:s
twee leggers met wijn
een halve legger met wijn
een aam met rijsende pontak
een pijp met een restant gemengde wijn
een pijp met een restant brandewijn
een pijp met een restant azijn
een halve aam met wijn
een ledige legger
een ledige biervat
een ledige halve legger
een ledige halve aam
een ledige aam
twee halve leggers met wijn aan de wed: gelaten voor 40
twee bierpijpen met wijn aan de wed: gelaten voor 20
een aam met wijn en 12
een ledige half aam
een half aam met azijn 4
een half aam met theer
een martefaan
twee ijzere balansen met vier houte schalen, een bok en zes en twintig stukken zo ijzer als loot gewigt
vier spit graven
drie pikken
een ijzere draaijbas
een end cabelgaren
een ledige kist
een kist met een restant zuijker
een kist
een hondert bouteilles bier aan de wed: gelaten voor 15
twee carbassen met wijn
een kist met ledige bouteilles
vijf manden in zoort met ledige boutteils
een ledige boter vat
een ledige vat met een restant zout
een provisie kelder met restante van diverse dranken
een blikke hever
een blikke pomp
een glase pomp
een kopere verlaat kraan
een tinne tregter
een tinne beker
een ledige platvaatje
twee houte tregters
een vlootje
twee emmers
een kasje en voorts
wat rommeling
een parthij stelling houten
twee stoelen 2
een kleine kopere kraan
vier staven loot en
twee stukken plat loot
Op de zolder van ’t gem: pakhuijs
  Rd:s
een ledige sluit mand
een kelder waar in
een boor
drie ijzere schrapers
twee handzagen
een cijffer leij
een handboor
een wat spijkers
een kast met zeven en veertig kannen selse water
een ledige vat
twaalf ballas manden waar van zes aan de wed:w gelaten voor 4:24
een kist waar in
vier roode aloijn ledere vellen
een kist waar in
acht stellen lijsels in zoort toebehorende aan de heer F: van Boekholtz te Anboinen en nevestande voor desselfs reek: word verkogt
een kast met vier en twintig bouteilles olij
een kist met
een parthij touwerk in zoort
een ledige kist
een klein restantje van Caabse en roode wijn 3
een ledige blikke kast
twee ledige kisten 6
vier en vijftig cajate duijgen
vijf ende planken in zoort
een ledige wijnkast
een lap oud zijl
een tros lijnen
twee veld tenten met hun toebehoren
agt looije thee kasten
zeven paar houte deur krukken
een kasje met wat harpuijs
een aarde water pot
een keldertje met
vijftien flessen genever en brandewijn
drie kelders met eenige ledige flessen
een kasje met wat pik
een ledige hoede kast
een kast met en restant steijfzel
drie ledige kasten
een kastje met blikke platen
twee osse huijden
drie wannen en
een koorn schop
een ledige kist
een kastje met
een parthij ledige olij flessen
derthien kasten met aloë
twee ledige half aamen
drie bossen rottings
twee ledige ankervaatjes
een en twintig koornzakken in zoort
twee en twintig goinij zakken in zoort
een lap zijl
vier visch netjes
Lijfeigenen des boedels
  Rd:s
een slave jonge gen:t Slamat van Bogies mans kleder maker aan de wed: gelaten voor 400
een slave jonge gen:t Apol van Bogies schoenmaker 250
een slave jonge gen:t Julij van Batavia oud en afgeleefd 100
een slave jonge gen:t Louis van Mosambicq 300
een slave jonge gen:t Damon van Malabaar 200
een slave jonge gen:t Senaij van Ternate 200
een slave jonge gen:t Caja van Malabaar 150
een slave jonge gen:t Cupido van Mosambique 125
een slave jongetje gen:t Jek van Malabaar 100
een slave jonge gen:t Marcoes van Bogies 50
een slave meijd gen:t Regina van de Caab bejaard 100
een slave meijsje gen:t Mina van de Caab 150
een slave meijd gen:t Marie van de Caab voor eenigen tijd na Engeland vertrokken zijnde, zo dezelve thans nog in leven mogten zijn voor 250
een slave meijd Soentie van Bogies oud en afgeleefd 25
een slave meijd Alima van Bogies 150
een slave meijd Hester van Bogies 200
een slave meijd Marie van Bogies met haar kinderen gen:t Cobus Junij en Clarenda alle van de Caab 300
Zilverwerk
  Rd:s
een zilvere schenkbord weegende negen en veertig loot
een zilvere schenkbord weegende agt en veertig en een halve loot
een zilvere trekpot met zijn bakje en zift te zamen zeven en vijftig loot
een tobaks confoortje wegende negenthien loot
een zilvere coelbakje wegende twaalf en drie quart loot
een zilvere coelbakje wegende elf en een halve loot
een zilvere seroet bakje wegende thien loot
een zilvere olij en azijn standaart wegende een en veertig loot
een zilvere zuijker trommel wegende veerthien en driequart loot
een zilvere peperbus wegende veerthien loot
een zilvere soeplepel wegende negenthien en een quart loot
een zilvere soeplepel wegende twintig loot
twaalff zilvere lepels wegende zeven en vyftig loot
twaalf zilvere vorken wegende zeven en vyftig loot
een murf lepel wegende drie en een quart loot
een murf plaat wegende zeven en een halve loot
een pons lepel wegende [ ..... ]
twee mahonihoute foederalen waar in
twaalf lepels
twaalf desert lepels
vier sous lepels
vier murf lepels
vier en twintig ord: en
vier en twintig desert messen
vier en twintig ord: en
vier en twintig desert vorken, zijnde de messen en vorken met efore heften en zilver gemonteerd, te zamen gewardeert op 120
twee souplepels wegende 31 1/2 loot a 42 stv:rs t loot 27:30
drie dozijn lepels en 287:12
drie dozijn vorken te zamen 328 1/4 loot
twintig thee lepeltjes en 20:18
zes vorkjes te zamen 23 1/4
een vischschop 12 loot 10:24
twee plettet schenkborden 8
vier kandelaars /plettet/ 10
Credieten des boedels
    Rd:s
  aan contanten in den boedel gevonden eene somma van drie duijzend zeven honderd twee en negentig rd:s en agthien stv:rs zegge 3792:18
voldaan van de heer George Fredrik Goetz over ’t bedragen eener onderh: obl: de dato 20 December 1795 aan capitaal rd:s drie duijzend zegge 3000:--
  zonder beding van renten
voldaan van Marthinus Theunissen wegens een onderh: obl: van den 22 October 1795 aan capitaal 500:--
  met de renten zedert p:mo Maij a 6 pc:o
voldaan van Albertus Willem van Nieuwkerken blijkens ond: obl: van den 15 Nov: 1795 en 30 Maart 1796 aan capitaal 200:--
  zonder beding van intrest
  van de heer Nicolaas Fischerstroom over ’t saldo eene reekening 80:5
bij de boedel reek: opgebracht van de heer William Caldwel over boekschuld 222:6
  van de heer Pieter Stokbroo per saldo van reek: 164:38
legt ten executio van Combel Herts per saldo van reek: 205:36
voldaan den 2 April van de manh: Dirk Gijsbert van Rheenen over een kelder lijnolij 30:--
  van de heer m:r Joh:s And:s Truter over saldo van reek: 35:12
voldaan van de heer Pieter Lourens Cloete over vijf leggers wijn 200:--
  van den baas kledermaker Jan Richard over boekschuld 93:24
voldaan van Marthinus Keet over boekschuld 5:--
  van de manh: cap:n ter zee Daniel Corresch over boekschuld 86:46
  van s:r George Fredrik Langejaan over twee pijpen visch 24:--
voldaan van de wed:e Hendrik Olweg over vier aamen visch 40:--
voldaan den 10 Aug:s 1796 van juff:w de wed:e de Neijs over een lading brandhout 41:24
voldaan den 22 7:ber 1796 van den schoemaker Hoebert over een aam visch 10:--
  van de manh: Johannes Gijsbertus van Reenen over vragt penn: van drie aamen visch 6:--
vold: van Dirk van Rhijn over contant geleende penn: 40:--
voldaan van Gerrit Gerritse op een onderh: briefje de dato 4 Aug:s 1794 per rest 17:--
  van Philippus Raufs op een onderh: briefje de dato 5 September 1794 30:--
voldaan van juff:w de wed:e van wijlen den cap:n der Arthil: Hendrik Wilhelm Rutz op een onderh: briefje de dato 21 Feb:y 1796 100:--
Lasten des boedels
    Rd:s
voldaan aan de Weeskamer deezer steede op een scheepenen kennis de dato 20 Februarij 1795 ten behoeve van Camergeld door wijlen den heer Joachim Nicolaas van Dessein aan gemelde Kamer vermaakt, aan capitaal ƒ10000 ofte 3333:16
  met de renten van dien zedert p:mo Jannuarij j:l: a 6 pc:o
voldaan aan den koopman en oud landdrost der colonie Stellenbosch en Drakenstein d’ heer Hendrik Lodewijk Bletterman, op een scheepenen kennis de dato 14 November 1785 aan capitaal ƒ140 ƒ9000 ofte 3000:--
  met de renten van dien a 6 pc:o zedert 14 Nov:r 1795
voldaan aan de heer Marinus Tak te Middelburg p:r saldo van reekening volgens boek n:o 1 f:o 1 1641:23
voldaan den 31 Maart aan de heer Anthonij de Wint te Middelburg p:r saldo van reek: volgens boek n:o 1 f:o 3 959:11
  aan de heer L:J:C: Sieradt de Toeisch volgens boek n:o 1 f:o 4 3:31
gecommitteerd aan de heer Jacobus Borkelmans tot Middelburg per saldo van reek: volgens bovengem: boek f:o 5 435:32
voldaan aan de heer Joh:s Henricus Bletterman te Canton in China almeede volgens boek n:o 1 f:o 7 1350:--
voldaan met rd:s157:19 aan de heer Hans Claassen te Middelburg volgens het meerm: boek f:o 8 274:13
  aan de heer Christoffel Kock te Gornischen p:r saldo van reek: volgens evengem: boek f:o 9 499:34
voldaan aan de heer Pieter de Mallet en D: Tenis in qualiteit als gem: van de heer Willemse tot Middelburg almeede over ’t saldo eener reek: volgens gem: boek f:o 10 1285:38
  dog van welke somma aan Valentijn Alexerius Schoonbergen volgens quittantie is afgegeeven rd:s678:42 dus de lasten des boedels resteerd een montant van rd:s606:44
voldaan 17-18 aan de heer Coenraad Buijk tot Enkhuijzen over ’t saldo eener reek: volgens boek n:o 1 f: 11 724:4
  aan de heer Hendrik Weemeijer over ’t saldo eener reek: volgens boek n:o 1 f: 16 [ ..... ]
  aan de heer Francois van Boekholtz over ’t saldo zijner reek: meede volgens boek n:o 1 f: 20 17:--
voldaan aan Christina Hendrica Bletterman over het saldo van reek: al meede volgens boek n:o 2 f: 7 220:--
  aan de heer Sebastiaan Willem van de Graaff over het saldo van reek: als boven blijkens boek n:o 2 fol: 8 351:24
  aan de heer Rabinel over t saldo van reek: meede volgens boek n:o 3 f: 18 2:24
  werdende alhier pro memorie nog bekend gesteld dat in den boedel nog zijn gevonden 10 p:s Chinase zijde rompjes dewelke volgens declaratie van de wed: aan gem: heer Rabinel gehorende dus voor zijn edele reek: zullen worden verkogt
voldaan de heer J:A: de Milander over ’t saldo van reek: volgens boek n:o 3 f: 28 284:6
vold: aan de wed:e Jacobus Swart en zoonen over ’t saldo eener reek: courant gesloten den 31 December 1795 4211:15 1/2
vold: aan Dirk van Rhijn over 2/8 portie uit de winst van de coster de, etc:a volgens boek n:o 4 55:26
Dubieuse schulden
  Rd:s
van Claas Draaijer over door den overleedene aan hem contant geleende penn: 12

Werdende alhier promemoria nog bekend gesteld

Dat in den boedel nog zijn gevonden twee maat leggers behorende aan de manh: Willem Teriun, en dat bij gem: Teriun zig nog komen te bevinden volgens gevondene aanteekeningen van den heer overleedene bij ’t b: n:o 2

twee ledige negen halve aams vaten
een bierpijp en vijf halve aamen

Dat in den boedel mede is gevonden een goud zak horologie ’t welk volgens declaratie van juff:w de wed:e door den cap:n ter zee de manh: Pieter Stokbroo bij desselfs laatste vertrek van hier aan wijlen haren man is ter handen gesteld zonder nog thans met zeekerheid te kunnen zeggen of het zelve werkelijk tot den boedel dan wel aan gemelde Stokbroo komt te behoren, en welk horologie de ondergeteekende Gecommitteerdens dier halven goedgevonden hebben provisioneel ter Weeskamer geseponeerd te laten tot tijd en wijlen men van opgem: Stokbroo daar omtrend aanschrijvens sal hebben bekomen.

Dat wijders volgens declaratie van juff:w de wed:e wijlen haren man met den post houden van de Saldanhabaaij Jacobus Stofbergen in maatschappij is geweest wegens de coster de, en dat gem: Stofbergen nu onlangs aan den overleedene bij aanschrijving verzogt hebbende om desselfs portie te mogen overneemen, den overleeden daar in had bewilligd onder die mits dat hij Stofbergen zal moeten betalen een derde van de onkosten door den heer overleedene gedaan tot den inkoop van zijlen, en dat men daar op geen nadere antwoord ontfangen hebbende de ondergeteekende Gecommitteerdens dus vermeend hebben de intentie van hem Stofbergen hier omtrend nader te moeten te horen

Dat in den boedel nog zijn gevonden twee onderhandsche obligatien, als:

een door den burger Johannes Jacobus Uijs onder den eersten October 1795 ten behoeve van de jonge dochters Catharina Hendrica, Johanna Livina Geertruijda Carolina en Johanna Georgina Bletterman gepasseerd groot aan capitaal ƒ1000 - voldaan
met de renten a 6 pc:o in t jaar
een door de manh: Klaas Peterzen in dato 5 Nov:r 1794 ten behoeven van de heer overleedene in qualiteit als toenmalige gemagtigde van den capitein ter zee de manh: Theunis Groen gepasseerd groot aan capitaal rd:s500 Caabse valuatie, met den intrest a 6 pc:o s jaars

Aldus gedaan en g’inventariseerd, mitg:s de zodanige goederen die de wed:e heeft verkosen voor zig te behouden ingevolge de meergemelde testamentaire dispositie getauxeerd ten sterfhuijze voorm: op den 1:e en 2 Augustus 1796, ende zulx op het op en aangeeven van de juffrouw inventariente in den hoofde deeses gemeld dewelke verklaarde zig daar omtrend ter goedertrouwe gedragen en niets met opzet verzweegen of terug houden te hebben, het geen tot den boedel specteerende was invoegen dezelve dan ook betuijgd de deugdelijkheid deezer opgave ten allen tijde des gerequireerd werdende met solomneelen eede nader te bevestigen met belofte wijders zo wanneer er namaals nog eenige goedere tot den boedel gehorende mogte worden ontdekt, deezen inventaris daar meede in allen trouwe te zullen amplieeren terwijl den meerderjarigen zoon Egbertus Lodewijk Bletterman bij de voorm: inventarisatie en tauxatie teegenwoordig geweest zijnde verklaard heeft meteen en anderen volkomen en genoegen te neemen

Inteeken der waarheid is deeze door ons ondergeteekende Gecommitteerdens neevens juff:w de wed:e Egbertus Lodewijk Bletterman en mij Secretaris meede behoorlijk gesubscribeerd en

Als gecommitt:s Weesmeest:n: W:J: van Oostersee

Voor den opgaaf: G: Schot wed: Bletterman, E:L: Bletterman

Mij praesent: J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/22.4 1/2

{17960803} 3 Augustus 1796 Johannes Matthias Bletterman , Geertruijda Catharina Schott

Ampliatie

Na het sluiten van deezen inventaris is door de juff:w wed:e Bletterman nog ondekt en aan de ondergeteekende gecommitt:e Weesmeesteren opgegeeven geworden

1:o de volgende tot den boedel behorende goederen, te weeten:

een draag stoel
een kazijn zonder deur
een grote vogel cooij
een kleine trap
twee ladders
een kruijwagen
twee berreijs
een stamper
een halve anker vaatje
drie ledige aloë kasjes en voorts wat rommeling

Als meede dat door den heer overleedene per vragt na Europa is verzonden als:

met het Holl: Oostind: Comp:s schip devier kassen aloë geconsigneerd aan de wed:e Swart en zoonen, en gem:t n:o 1 mitsg:s 1 a 4 NB WSZ met het part: schip devier pijpen aloë gem:t n:o 1 a 4 HN, NB, wegende bruto 2240 lb: en geconsigneerd aan de heer Hendrik Nieuboer tot Amsterdam , voor welkers bedragen mitsdien de reek: van gem: wed:e Swart en Nieuboer met den heer overleedene nog moeten worden gedebiteerd.

Cabo de Goede Hoop den 3 Aug:s 1796

Als gecommitt:e Weesmeesteren: W:J: van Oostersee, J:s A:s Truter

Voor den opgaaf: G: Schot wed: Bletterman

Mij praesent: J:P: Faure: Secret:s

MOOC8/22.5

{17970411} 11 April 1797 Lars Laarsen

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als ’er op Dingsdag den 28 Maart j:l: ab intestato met ’er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den geweesene bootsman in Americaanse dienst Lars Laarsen ten voordeele zijner onbekende uitlandige erffgenamen, zodanig als het een en ander door ons ordinaire Clercq en Bode zijn g’inventariseerd en opgenomen, mitsgaders bevonden hebben te bestaan in de volgende, te weeten

Ten huise van s:r Evert Heugh
een kist waar in
acht hembden in zoort
drie baatjes in zoort
twee broeken in zoort
een schansloper
een oude wolle deken
drie oude zijldoekse baatjes
twee p:r kousen in zoort
een scheermes met zijn doosje
een tinne spuitje
een glaase flesje
een Keulse kannetje
een bouteille met wat genever
een oude sloop
Bij den burger Dirk Coetzee
een zilvere horologie
een p:r zilvere schoegepsen
een p:r stale broek gepsen
een blaauwe overslag baatje
een rode onder baatje
een Chinas linnense baatje
vier broeken in zoort
een hoed
een witte bantje
twee p:r kousen
twee hembden
een neusdoek
Crediten des boedels
van s:r Evert Heugh over de door den overleedene aan zijn edele in bewaring gegeeven contanten in zilvere munt specien de somma hondert drie en negentig rijx:s en achtien stv:rs
Lasten des boedels
aan opgem: s:r Evert Heugh over kost en logies penn: mitsgaders gedane verschotten een bedragen van hondert vijfftig rijx:s en ses en dertig stv:rs

Aldus gedaan ende g’inventariseerd aan Cabo de Goede Hoop den 11 April 1797.

Voor den opgaaf: E: Heugh

Ten onzen overstaan: P:E: Faure, J:M: Prins

MOOC8/22.6

{17970404} 4 April 1797 Jan Casper Brewits

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten, als ’er op Zaturdag den 1 April 1797 ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door Jan Casper Brewits ten voordeele zijner nagelatene wed:e Maria Haubtfleisch ter eenre, mitsg:s de bij den anderen in echt geprocreëerde drie minderjarige kinderen, met namen

1) Anna oud 8 ter andere zijde
2) Jan Casper oud 5
3) Alida Brewits oud 2 jaren

Zodanig ende in diervoegen als dezelve door ons ordinaire Clercq en Bode zijn g’inventariseerd en opgenomen, mitsg:s bevonden hebben te bestaan in de volgende, te weeten:

In een aan de heer Fherssen toebehorende huurhuis, en aldaar

In de voor kamer
een spiegeltje met vergulde lijsten
drie schilderijtjes in zoort
een lessenaar
een tafel kast
een eetens kasje
een verlakte Chinase kasje
een thee tafeltje
een oude tafeltje
acht stoelen inzoort
een tinne ketel en
een kopere confoor
een tinne trekpotje
een olij en azijn standaartje
een blikke trommeltje
In een agter kamer
een oude ledikant waar op
een bed, peuluw, vier kussens en een wolle deken
een oude peuluw
een kadel waarop
een bed, peuluw, vier kussens en een wolle deken
een halfaam
een oude tafel
een oude stoel
een ledige kist
een hoek rakje
een blikke trommel
ses defecte schilderijtjes
een schuif doosje
een geweer
een lode tobaksdoos
een blikke melkkan
een rood ophaal gordijn met zijn plank
een oude cijverleij
In de gaanderij
twee vierkante tafels
een tafelkasje
een oude rustbank
een zit bank
een tobaksdoos
een kist waar in [ ..... ]
In de combuis
een oude tafel
een oude eetens kas
een oude waterhalfaam
een oude wateremmer
twee tinne schotels
twee tinne kandelaars
een kopere blaker
vier strijkijzers inzoort
vier aarde potten
een koffij molen
ses oude tinne lepels
ses stale vorken
vier tafelmessen
agt porcelijne borden in zoort
vijff ijzere potten
een rooster
een aschschop
een koekepan
een kopere waterketel
een coffij kan
twee vuur tesjes
een kapmes
een oude rak
vier schoorsteenkettings
Op de agterplaats
een oude defecte kast
drie vaatjes in zoort
een bank
een oude teervat
drie manden in zoort
een parthij ijzere banden
een kelder met wat oud ijzer werk
twee graven
en voorts
een parthij rommeling
Bij Willem Koeke komen zig nog te bevinden
twee vierkante tafels
twee stoelen
twee vogelcooijtjes
Als meede bij Jacob Kolbé
een zilver vergulde deegen

Aldus gedaan ende g’inventariseerd aan Cabo de Goede Hoop ten huise voorm:t op den 4:e April 1797 ende zulx op het op en aangeeve van de in den hoofde deeses gem: weduwe dewelke verklaarde zig daarinne ter goeder trouwe gedragen en hares weetens niet met opzet versweegen ofte rug gehouden te hebben ’t geen tot den boedel en nalatenschap behoord invoegen dezelve betuijgde de deugdelijkheid harer opgave des gerequireerd werdende met solemneelen eede te kunnen gestand doen, en verdere belofte zo wanneer hier namaals nog iets tot den boedel behorende mogte worden ontdekt, daar van getrouwelijk opgaaf te zullen doen ten einde deezen inventaris daar meede in allen trouwe te kunnen worden g’amplieerd.

Tot verzeekering van het een en ander in deezen inventaris door de inventariente en ons ordinaire Clercq en Bode behoorlijk onderteekend.

Maria Haubfleis

Ten onzen overstaan: P:E: Faure, J:M: Prins

MOOC8/22.7

{17940701} 1 Julij 1794 Casper Steenkamp

Rhenius

Staat en inventaris van alle zodanige goederen en effecten, als met er dood ontruimd en nagelaten zijn by wylen den burger Casper Steenkamp ten behoeven van deszelfs erfgenaamen

Jan Harmse Steenkamp
Theunis Gerritze Steenkamp
Jannetje Steenkamp gehuuwd met Willem Jacobus Pelzer
Lafina Catharina Steenkamp nominé uxonis Barend Johannes Vorster d oude
Anna Catharina Steenkamp nominé uxonis Hendrik Kruger Jansz:
Hester Pienaar als in huwelyk hebbende Hercules Christiaan Kruger dogter van Daniel Pienaar gehuuwd geweest zynde met Hilletje Steenkamp
Sophia en Lafina Catharina Steenkamp beide laatstgem: minderjarige dogters van wylen Casper Steenkamp Caspersz:

opgegeeven door Johannes Steenkamp en vervolgens by my Jacobus Vercueil, Secretaris der colonie Graffe Reinet ter presentie van de natenoemene getuigen in geschrifte gesteld, bestaande dezelve goederen in de volgende, namentlyk

vyftien honderd aanteel schaapen
twee en tachtig aanteel beesten
dertig ossen
een ruyn paard
een halfsleeten wagen
een opstal van een leenings plaatz genaamd Palmiet Fonteyn gelegen onder de Nieuwe Velds Berg tot hier toe onder stilstand van recognitie
vyf yzere potten
een yzere leepel
een ploeg schaar
een party ploeg gereedschap
een anker vatetje
twee schoorsteen ketens
een handschroef
een partij gereedschap
een vuurtang
een rooster
een handbijl
een partij oud ijzer
een spanzaag
een handzaag
een vyf quartiers boor
een yzere combuys
een koevoet
een botervat
een lepelrak
tien tinne lepels
vyf vorken in zoort
tien tinne borden in zoort
twee staale snuijters
een tinne boterpot
een tinne zoutvaatje en een tinne peperbus
een kopere vyzel
een kopere kandelaar
een kopere kandelaar, defect
een kopere zuyker trommel
twee blikke trommels
een fles dito
een bed, drie kussens, peuluw en een combaars
een bed drie kussens en een combaars
twee kelders
een kist
een koffy moolen
een tobaksmes
een koekepan
een vleesvork en schuymspaan
een aarde schotel
twee tinne [schotel]
een tinne theepot
een kopere ketel
een groote ketel
een meelzift
een graaf
een pik
drie water emmers
een boter karn
vier schiet geweeren
een oude katel
Inne schulden
  Rd:s
Hend:k Kruger Joh:sz 13:--:--
Theunus Gerritze Steenkamp Casperz 168:--:--
Willem Jacob:s Pelzer 127:--:--
Barend Joh:s Vorster d’ oude 70:--:--
Johannes Steenkamp Casperz: 300:--:--
Michiel Oberholster blykens een onderhands briefje 200:--:--
Michiel Oberholster blykens 6 jaare rente a 5 pc:o 60:--:--
een slagters briefje ten laste van Jan Michiel Elzer 244:4:4
Lasten des boedels
  Rd:s
aan J:M: Hartzog blykens reek: waar van twee te zaame groot 47:4:2
een reek: over 28 lb kruijt en 20 lb kruyt [ ..... ]
aan Hercules Christiaan Kruger voor kinderbewys p:r rest 73:--:--
aan Jan Steenkamp Casperz: wegens drie jaaren betaalde recognitie penn: 75:--:--
aan Jan Steenkamp Casperz: voor geleeverden houtwaaren 16:--:--

Dat aldus door de in den hoofde dezes Joh:s Steenkamp Casperz: onder presentatie van eede opgegeeven en g’inventariseerd dewelke verklaarde zig daar in naer zyn beste kennis en weetenschap gedraagen te hebben met beloften van wanneer namaals nog eenige goederen tot den boedel behoorende mogte koomen te ontdekken, dezelve insgelijks te zullen opgeeven

Actum den 1 July 1794 ter plaatze van Johannes Steenkamp Caspersz: genaamd de Sevenfonteijnen geleegen agter aan Sneeuwberg ter presentie van s Colonies chirurgyn Johan Fred:k Hassner en den burger Johannes Christiaan Lessing als getuigen ten deeze gerequireerd die de minute deezes beneevens den comparant en mij Secretaris mede behoorlyk hebbe gesubschribeerd

T welk ik getuigen: J: Vercueil, Secret:s

MOOC8/22.8

{17940116} 16 Januarij 1794 Willem Nel

Staat en inventaris van alle zodanige goederen als ’er met er dood ontruimd en nagelaaten zyn bij de weed: van wylen den burger Willem Nel d’ oude, ten behoeven haarer erfgenaamen haare nagelatene kinderen

Pieter Willem
Fred:k Jacobus
Petronella Catharina
Anna Adriana en
Willem Adriaan Nel
mitzg:s de door bovengem: Willem Nel d’ oude in ’t eerste huwelyk verwekte kinderen in drie naame Johannes
Jan en
Aletta Maria Nel gehuwd met Joh:s Paul:s Swart

opgegeeven door voorn: Swart, Joh:s en Jan Nel en vervolgens by my Honoratus Christ:n David Maynier Landdrost der colonie Graff-rynet ter presentie van de natenoemene getuigen in geschrifte gesteld, bestaande dezelve in de volgende, namentlijk

Een opstal van de leenings plaatz gen:t de Riet -rivier gel: over de Zondags Rivier
een opstal gen:t van de leenings plaatz gen:t de Lange-fontein gel: tussen de Sondags[rievier] en Riet-rievier
twee groote yzere potten
drie yzere potten in soort
twee yzere potten defect
een kopere ketel
een klyne ketel
seven emmers
een koffymoolen
een yzere koekepan
een rooster
een bak balie en 2 klyne bak [balie]
een boter mol met 1 boter spaan
een lepel rakje
een boter vaatje
een party oud ijzerwerk
een dissel
drie hammers
een nyptang en 1 yzere passer
een kouw bytel en 1 doorslag
twee vylen
een drie quartiers boor
vier boter vaten
een karn
een oud half aam
een kroost en 1 schraapmes
drie schotel rakken
een aarde pot
een stoof
drie stoelen
een koper comfoor defect
een ploeg met zyn toebehooren
een oude en 1 halfsleeten ossen wagen
een vlees vaatje
een teerputz
twee oude tentzylen
twee mudde en 1 bedde zak
twee oude kisten
vier geweeren
vyftien aarde borden
drie aarde schotels
drie aarde kommen
drie porcelyne borden
vier porcelyne kopjes en schoteltjes
een tinnen theepot
twee tinnen kandelaars en 1 snuyter
een tinnen boter potje
een tinnen kom
seventien tinnen leepels
een tinnen soup lepel
seventien stale vorken
een blikken trommel
twee katels
een kopere schuymspaan
een vlees vork
een groote en 1 klyne aarde pot
een groote aarde bak
een zoutvaatje en 1 bottel
een groote aarde bak
een yzer strykyzer
een foliant Bybel met plaaten
een slaaf gen:t Christoffel van Mallebaar
een slavin gen:t Hester van Bengale met haar drie kinderen Delia , Eva , en Nair
Beestiaal
elf honderd agt en dertig aanteel schaapen
honderd vier en vyftig aanteel beesten
ses en twintig trek ossen
een merrie paard
Inne schulden den boedel credit
  Rd:s
Joh:s Jacobus van Rheenen over beesten blijkens briefje van Balth:s Gerst 209
Lasten des boedels
    Rd:s
erfgen: aan Johannes Nel blykens reeq: 16:4
  aan Fred:k Botha blykens reeq: 6:--
  aan Piet Nel d oude blykens reeq: 300:--
  aan Volk:t Schoenmaker blykens reeq: 16:--
  aan de weed: Jan Rens blykens reeq: 168:--
vold: aan Joh:s Scheepers 9:2
is aan de Caab woonagtig en heeft zig niet gemeld aan Pieter Lars volgens quitanti p:r rest 70:--
erfg: aan Fred:k Jacob:s Nel blyk:s reeq: 41:--
erfg: aan de kinderen van t eerste bed wegens versterf blijkens overgeg: reeq: 56:--
  over [ ..... ] jaaren agterstallige wegens de plaats gen:t Riet Rivier [ ..... ]
  over [ ..... ] jaaren agterstallige wegens de plaats gen:t Lange Fontein [ ..... ]

Aldus door de hoofde deezes gem: erfgenaamen onder presentatie van eede opgegeeven en g’inventariseerd, dewelke verklaaren zig daar in naar hun beste kennisse en weetenschap gedraagen te hebben, met beloften van wanneer namaals nog eenige goederen tot den boedel behoorende mogte koomen te ontdekken dezelve insgelyks te zullen opgeeven.

Actum den 16 Januarij 1794 op de voors: plaatz genaamd ter presentie van den Heemraad d’ edele Hendrik Meintjes van den Bergh en den burger Pieter Johannes Booijzen

Als getuigen: H: Meynties van den Bergh, Johannes Nel, Johannis Poulis Swart, Jan Nel, Petrus J:s Boijijens

Ter mijne praesentie: H:C:D: Maijnier

MOOC8/22.9

{17970707} 7 Julij 1797 Christoffel Heijske

H: Ross

Staat en inventaris van alle zodanige goederen en effecten, als er op den 6:de deezer maant Julij des avonds te ses uuren ten dorpe Stellenbosch met er dood zijn ontruijmd en nagelaaten door den burger Christoffel Heijske, ten voordeelen der gemeinte toe gedaan de onveranderde Augsburgse confessie aan Cabo, en door mij ondergeteekende Secretaris der colonien Stellenbosch en Drakenstein als hier toe door ’t Eerwaarde Collegie van Kerkenraade der voorm: gemeente expresselijk gequalificeerd, ter praesentie van de natenoemene getuigen opgenoomen en ten papiere gebragt, mitsgd:s bevonden te bestaan in de volgende

een ledikant met wit behangzel waar op twee bedden
een peuluw, vijf kussens en een combaars
twee slaap laakens
twee klijne vierkante tafeltjes
een lessenaar
vier gedraaijde stoellen
een Vriese klok
een wijn half aam
een emmer
een vleesch baletje
een yzere pot en yzere lepel
een kopere kandelaar en kopere poffertjes pan
een hand zaag
een houte kist waar in
een swarte grijne rok en swarte grijne broek
een bruijnlakens baatje
drie linnen en een blauw lakense broek
drie witte hembden
ses bonte zak doeken in zoorten
twee linne baadjes
een voercitze slaap cabaaij
drie linnen mutsen
vier p:s wolle kousen
Zilverwerk
een zilver hals slot
een paar zilvere knie gespen
Aan contante
neegen rijxd:s en thien stuijvers zilvergeld
Crediten des boedels
een onderhandsche schultbrief ten behoeve van voorm: Heijske ten lasten van den brandmeester s:r Hermanus Adriaan Combrink groot drie hondert ryksd:s
een onderhandsche schultbrief ten lasten en ten behoeve van den brandmeester s: Hermanus Adriaan Combrink, groot twee hondert rijxd:s
een onderhandsche schultbrief ten lasten en ten behoeve van den brandmeester s: Hermanus Adriaan Combrink, groot seeventig rijxd:s

Voorts diverse papieren welk bij nader onderzoek zal moeten blijken of onder dezelve nog van eenige waarde zijn, welke door den ondergeteekende aan den oud ouderling d’ edele Fredrik Godholt Holtzapfel zijn afgegeeven.

Aldus gedaan en geinventariseerd ter sterfhuijze voorm: op den 7 deezer maand Julij in den jaare een duijzend zeeven hondert zeeven en neegentig, ende zulx op ’t op-en-aangeeven, van den burger Joh: Godl: Beer, dewelke verklaarde zig daar in ter goeder trouw gedragen en niets met opzet verzweegen te hebben ’t geen tot den boedel en nalatenschap behoord, onder praesentatie zulx des gerequireerd werdende met solemneele eede te zullen bevestigen, en voorts onder belofte dat wanneer er in der tijd zig iets tot den boedel behoorende mogte werden ontdekt, zulx nader te zullen opgeeven ten eijnde deeze inventaris te ampliëeren hebbende, dezelve tot meerder securiteit van het een en ander de minute deezes beneevens den adsistend Marthinus Everhardus Borgwedel en den burger Christiaan Hartman als getuygen, mitsgaders mij Secretaris behoorlijk hebben onderteekend

’t Welk ik getuige: J: Wege, Secret:s

MOOC8/22.10

{17981001} 1 October 1798 Johan Hendrik Rijndert

Inventaris van alle zodanige goederen, als er op Maandag den 17:e Septemb:r j:l: ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den onder afgeschreeven van gagie gestelden soldaat in dienst van de Holl: Oost Indische Comp:ie Johan Hendrik Rijndert, ten voordeele zijner nagelatene weduwe Johanna Magdalena Bloch ter eenre, mitsg:s hunne bij elk anderen in echt verwekt eenig minderjarig kind in name

Johan Hendrik Rijndert oud 17 jaren ter andere zijde

zodanig ende in diervoegen als het een en ander door ons onderget: ordinaire clercq Philip Eduard Faure en boode Jurriaan Marth:s Prins zijn g’inventariseerd en opgenomen, bestaande dezelve in de ondervolgende, namentlijk

In een huur huijs van Johannes Vos, en aldaar

In ’t voorhuijs
twee vogel cooijen
In de kamer ter linker hand
een blaauw ophaal gordijn
twee spiegeltjes in zoort
thien schilderijtjes in zoort
een verre kijker
een cabinet waar op
vier porc: kommen
twee vierkante taveltjes
zes stoelen
een lessenaartje
een kisje
een blikke trommel
een ledikant met witte behangzel waar op
een bed, peuluw, vier kussens en een wolle deken en een paarde haire matras
een bed, 2 kussens en een wolle deken
een geel kopere theemachine
een fluit
twee spuug baletjes
twee stoel kussens
In de gaanderij
een schilderij
een cijver leij
twee verlakte schenkblaadjes
een pijperak
twee houte armblakers
een hoekrak waar op
twee glase caraffen
een Friese clock
een dambord
een vierkant tafel
twee ledige kisten
een oude lessenaar
een kelder met eenige flessen
een ledige kelder
een porc: scheerbekken
een kopere kom
een tinne trekpot
een kopere kandelaar /defect/
In de agterkamer
een schoemakers tavel met een parthij leesten en gereedschappen
een groote zaag
In de dispens
een water halfaam
een kopere vijzel met zijn stamper
een ijzere balans met
een kopere en een blikke schaal
een kopere ketel met zijn conphoor
een kopere strijkijzer
een coffij molen
drie stukken gewigt inzoort
een blikke trommel
een blikke tregter
twee aarde potten
een aarde kan
twee tinne schotels
een catoene haspel
een bijl
een trekzaag
eenige ledige bouteilles en voorts
een parthij rommeling
In de combuijs
een schoorsteen ketting
drie ijzere potten
een ketel
een koekepan
een drievoet
een rooster
een kopere schuimspan
een vleesch vork
een kopere visch ketel
een taveltje
een ijsere pot
vier porc: borden /:in zoort:/
een kopere coffij kan
twee kopere vuurtesjes
Op de agterplaats
een slijpsteen
twee oude rakken
een parthij rommeling en wat oud ijzer
Lasten des boedels
  Rd:s
aan d’ edele Johannes Vos op een onderhandsche obligatie 50

Aldus gedaan en g’inventariseerd op den 1:e October 1798, ende zulx op het op en aangeeven van de inventariente, dewelke betuijgde zig daar inne ter goeder trouwe gedragen en hares weetens niets verweegens of terug gehouden te hebben ’t geen tot den boedel behoord, met betuiging zulx des gerequireerd werdende met solemneelen te bevestigen en verdere belofte zo wanneer hier namaals nog iets tot den boedel gehorende mogte worden ondekt, daar van getrouwelijk opgaaff te zullen doen, ten einde deesen inventaris daar meede te kunnen worden g’amplieerd.

Tot verzeekering van dit een en ander is deesen inventaris door de in den hoofde deesen gen: inventariente en ons onderget: behoorlijk onderteekend

Voor den opgaaff: Johanna Magdalena Bloch

In onse presentie: P:E: Faure, J:M: Prins

MOOC8/22.11

{17940819} 19 Augustus 1794 Anna du Toit

Rhenius

Staat en inventariss van alle zoodanige goederen en effecten als met er dood ontruimd en nagelaaten zyn by wylen Anna du Toit huis vrouw van den burger Isaac Marais wel eer geweest zynde met wylen den burger Pieter Botha ten behoeve van haar nagelaatene man, voormelde Marais, haar zoon den meede burger

Pieter Barends Botha Piet:zn en
haar minderjaarige dogter Margaretha Botha

opgegeeven door meermelde Isaac Marais en vervolgens by my Jacobus Vercuil Secretaris der colonie GraaffeReinet ter presentie van de natenoemene getuigen in geschrifte gesteld, bestaande dezelven in de volgende, namentlyk

Een opstal van de leeningsplaats genaamt de Leeuwen Fonteyn geleegen over de Eerste Rug agter de Bruins Hoogte onder het district van GraaffeReinet
vier honderd en tachentig aanteel schaapen
drie honderd lammer schaapen
drie honderd hamels
een honderd en thien bokken
drie en dertig jonge ossen
vier en twintig trekossen
neegen koeyijen
twee kalvers
een bulletje
een ruynpaard
een osse wagen
een slave jonge gen:t Antony van Boegies
een slave jonge gen:t Damon van Mosambicque
een slave jonge gen:t Simon van Africa
een slave meid gen:t Catryn van Mosambicque met haar kind in naame Clara
een klyne slave kind van circa 4 jaar oud
drie raspen
twee bytels
een passer
twee avegaars
een hand byl
twee dissels
twee hand boeyens
een omslag
vier booren
twee knyptangen
een troffel
een koffy moolen
een vuurtang
twee yzere pot leepels
drie emmers
een strykyzer
een koopere vyzel en stamper
een rooster
een koekepan
vier yzere potten
een vlees vork
een aarde pan
twee koopere kandelaars
een ketel en comvoor
drie tinnen trekpotten
een tinne soepleepel
drie tinne schootels
vyf tinne leepels
elf staale vorken
een tinne boter pot
een tinne peeper bos
een tinne zoutvat
een snuyter
twee porcelyne kommen
twee porcelyne schootels
zeven borden
vier kopjes en pierings
twee aarde potten
twee aarde kannen
een aarde schootel
drie leedige flessen
ses leedige bottels
een zift
een melk baly
een karn
twee boter bakken
een tafel
twee stoelen
vier rakjes
drie manden
vier vaatjes
een hand moolen
een aams vat
ses mudde zakken
twee en een halve mud meel
een tent zyl
vier jukken
vier planken
een agter as
drie schietgeweeren waar van twee defect
twee leedige kisten
een stuk lood
twee hang slooten
een party knoopen
een party oud yzer
vier honderd zeven en vyftig pond boter
Inschulden
Gabriel Nel een honderd ryxd:s
Stephanus Marais seven en twintig ryxd:s
Lasten des boedels
over restant van kooppenningen der voorsz: plaats drie honderd en seventien ryxd:s een schelling en drie stuyvers
aan de wed: Smit eenhonderd vyf en dertig ryxdaalders en twee schellingen
aan Jacob Naudé eenhonderd ryxdaalders
aan W:m Goosen eenhonderd en vyf ryxdaalder
aan de wed: Anna Susanna Metterie eenhonderd ryxdaalders
aan Theunis Christoffel Botha veertig ryxdaalders
aan Gerrit Goosen negentien ryxdaalders
aan agterstallige recognitie eenhonderd vyf en zeventig ryxdaalders

Aldus door den in de hoofde diens gemelde Isaac Marais onder presentatie van eede opgegeeven en g’inventariseerd dewelke verklaarde zig daar inne naar beste kennisse en weetenschap gedraagen te hebben met belofte om wanneer namaals nog eenige goederen tot den boedel toebehoorende mogte koomen te ontdekken dezelve insgelyks te zullen opgeeven

Actum den 19 Augustus 1794 ter plaatse voormeld ter presentie van den burgers Barend Christiaan Grijling en Theunis Christoffel Botha als getuigen, en ten deese expres gerequireerd die de minute deeses benevens opgemelde Marais en my Secretaris behoorlyk hebben onderteekend.

Quod attestor: J: Vercueil, Secret:s

MOOC8/22.12

{17980621} 21 Junij 1798 Johannes Theunissen , Johanna Helena Schols

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als gehorende tot den gemeenschappelijken boedel van den onderafgeschreeven gagie gestelden canonnier Johannes Theunissen en desselfs huisvrouw Johanna Helena Schols op Maandag den 11 Junij 1798 door eerstgem: ab intestato met er dood ontruijmd ende nagelaten en door de onderget: gecommitt:e Weesmeesteren ingevolge besluit van gisterigen datum opgenomen en ingeschrifte gebragt bestaande dezelve in de volgende, namentlijk:

In ’t huur huijs van de manh: Pieter van Breda en aldaar

In ’t voorhuijs
een hoekerak
een waterhalfaam
In de kamer ter rechterhand
twee spiegeltjes defect
thien schilderijtjes inzoort
twee verlakte schenkblaadjes
een tinne lepel
drie vogelcooijen inzoort
een cijver leij
een pijperak
drie hoeke rakken waar op
een partijtje defect porcelain en glaswerk
twee vierkante taveltjes defect
zeven stoelen in zoort
twee oude kisten
een oude lessenaar met
een parthij romm:
een botervaatje
een ankervaatje
een baletje
een emmer
een oude rustbank
een ledikant met wit behangzel waar op
een bed
drie kussens en
een wolle deken
drie aarde potten in zoort
een parthij ledige bouteilles
een tinne ketel
een tinne coffij kan
thien messen
vijffthien staale vorken in zoort
ses tinne lepels
een parthij romm:
een p:r zilvere schoe gepsen
In het achter kamertje
een groote vierkante tavel
een bank
In de combuis
drie rakken inzoort
een ledige vat
twee emmers
een baletje
een ledige kist
een rijst blok
twee ijzere potten
een kopere water ketel
drie drievoeten
drie schoorsteenkettings
een ijzere lepel
een ijzere vleesch vork
een ijzere vuurtang
twee kap messen
een hout bijl
een coffij molen
drie tinne schotels
een oude lantaarn en voorts
een parthij aardewerk in zoort
Op de agterplaats
vier ende planken
een partij touwerk
een ledige halfaam
drie balijs in zoort
en voorts
een parthij romm:
Lijffeigenen des boedels
een slave jonge gen:t Draad van Bogies
een slave meijd gen:t Abigael van Mosambicque
Crediten des boedels
  Rd:s
van Francois Leclus over geleende, te weeten
een en een quart goude ropij
een goude guine
van Jan Schop diender over kostpenn: 3:--
van Meedel schoenmaker over kostpenn: 2:6
van den Eng: sergeant Makalmer over kostpenn: 5:36
van den jolleman Jochem over kostpenn: 9:--
van den koster Pieterse over kostpenn: 8:--
van den metselaar Jan Smet over kostpenn: 10:42
van den schoolmeester Falat over kostpenn: 13:30
van den diener Fredrik Schol over kostpenn: 8:30
Lasten des boedels
  Rd:s
aan Jan Jacob Pieterse over zo veel een uit de maatschappy met den overleedene competeerd 65:--
als meede over contant geleende penn: 43:--
aan Bernardus Noods over practijcq en geleeverde medicamenten 88:6
aan Hendrik Weber over begraffenis onkosten 6:24
aan Coenraad Gilman over kledermakers loon en verschotten 19:12
aan Hendrik Gunter over gekogte coffij en zuijker [ ..... ]
aan Coljander over gekogte 3 fluits genever 6:12

Aldus gedaan en g’inventariseerd ten woonhuijse voorm:t op Donderdag den 21 Junij 1798 ende zulx op het op-en-aangeeven van Johanna Helena Schols in den hoofde deeses gemeld, dewelke verklaarde zig daar omtrend te goeder trouwe gedragen en niets met opzet versweegen of te rug gehouden te hebben t geen tot den boedel specteerende was, invoegen zij dan ook getuigde de deugelykheid haarer opgaave ten allen tijde des gerequireerd werdende met solemneele eede nader gestand te doen, met belofte wyders zo wanneer hier namaals nog iets mogte worden gevonden t geen tot den boedel behoord, daar van getrouwelijk nadere opgaave te zullen doen ten einde deesen inventaris daar meede zal kunnen worden g’amplieerd.

Inteeken der waarheid is deese door de inventariente en ons onderget: gecomm: Weesm: beneevens mij Secret:s behoorlijk gesubscribeert.

Als gecomm: Weesm: W:J: van Oostersee, J:A: Truter

Voor den opgaaff: de weduwe Theunissen geboren Schols

Mij present: J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/22.13

{17970701} 1 Julij 1797 Isaak Nicolaasen , Elisabeth Stiebert

Inventaris van alle zodanige goedere en effecten, als er op den 30 Maij j:l: door Elisabeth Stiebert en op den 26 Junij j:l: door Isaak Nicolaasen ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten ten voordeele hunner bij den anderen in echt geprocreerd eenig minderjarig kind, met name

Elisabeth Nicolaasen oud 10 jaren

zodanig ende in diervoegen als dezelve door ons onderget: ordinaire Clercq en Bode zijn g’inventariseerd en opgenomen, mitsg:s bevonden hebben te bestaan in de volgende, namentlijk

Ten woonhuijze van Fredrik Lelij
twee vierkante tafeltjes
een oude [tafeltjes]
een lessenaartje
drie stoelen
een oude eetens kasjes
een pijpe rak
twee hoeke rakjes
een oude [rakjes]
een theekasje met wat rommeling
twee water emmers
een kadel met stijlen waar op
een peuluw
drie kussens
een witte ophaal gordijn
een porc: pot defect
elff porc: borden in zoort
een porc: hand lampet met zijn kom
een porc: kom
een porc: trekpot
een porc: beker
een porc: mostaartpot
een porc: zoutvat
een glase karaf en voorts
een parthij glaswerk
drie tafel messen
drie stale vorken
een kopere kandelaar
een kopere stamper
een kopere koffij kan
een tinne ketel
twee kopere [ketel] defect
een tinne trekpot
een bruijne aarde pot
een aarde gorgelet
een Japanse trekpot
een klijne koffij molen
twee aarde potten
drie trommels
een klijne aarde pot
een handbijl
twee houte bakjes
een leij
een rooster
een drievoet
een vuurtang
een asch schop
een kapmes
een schuimspan
een ijzere pot
een vleesch vork
een visch lepel
een oud strijkijzer
een wit kwast
een stoffer
een snuiter
een rolstok
een vlakke tinne schotel
een rijsblok en een stamper
een ledige vles en
veerthien ledige bouteilles
een oud mandje
een oude zijldoekse zak
een stoof met zijn test
vijf oude hoepels
een kist waar in
agt baatjes inzoort
een wit camisool
drie broeken inzoort
een blaauwe rok
drie p:r witte zijde kousen
twee p:r zwarte zijde kousen
ses schilderijtjes
twee spiegeltjes
drie verlakte schenkborden
een p:r halve laarsen
een p:r zilvere knie gespen
twee scheermessen met desselver doosje
een oude bril
een brandglas

Bij Adriaan Arendse komen zig nog volgens opgaaf van voorengem: Fredrik Lelij te bevinden, als:

een ledikant met rood behangzel waar op NB aan de dogter E: Nicolaas gelaten
een bed
vier kussens en
een wolle kombaars
als meede
een klijn kist met koper beslag waar in zig komen te bevinden de kleederen van de moeder
Lijfeigenen
een slave jonge gen:t Moejoe van Boegies zijnde een visser

Aldus gedaan ende g’inventariseerd aan Cabo de Goede Hoop den 1:e Julij 1797.

Voor den opgaaff: Fred:k Lely

Ten onzen overstaan: P:E: Faure, J:M: Prins

MOOC8/22.14

{17960821} 21 Augustus 1796 Anthony Minie

Inventaris van alle zoodanige goederen en beestiaal, als door wijlen den burger Anthony Minie met ’er dood zyn ontruimd en nagelaaten, mitsgaaders op heeden ter plaatze van den meede burger Hendrik Jansz Nieuwenhuijs genaamd de Rietvally geleegen agter de Kogmans Kloof onder ’t district van Zwellendam , opgenoomen en in waaren weezen zyn bevonden, namentlyk

Een opstal der leenings plaats gen:t agter de Wagenboomsberg over de Kogmans Kloof
Losse goederen
een parthy oud gereedschap
een parthy oud yzer
een parthy oud yzerwerk
een parthy oud hoepels
twee jukken
vier botervaatjes
een oude zadel en toom
een stukkende keeteltje
twee kleine kisten
twee rokken
twee broeken
een hembd
een paar zilvere gespens
een Noorsche meulen /:stukkend:/
twee slypsteentjes
een meelzift
een bulzak, peul en kussens
een Bybel
een tent zyl
ses mudden koorn
vier mudden erwten
seven zakken
ses geweeren
een kogelform
een tinne trekpot
een parthy tinne goed
twee yzere potten
een parthy rommeling
Beestiaal
drie en twintig trekossen
een en tachtig aanteelbeesten
een hondert drie en dertig schaapen
een hengstpaard
twee merries
een veul
Erfgenaamen
1) drie kinderen van Carel Minie, de naamen onbekend
2) twee kinderen van Willem Minie
3) ses kinderen van Anna Maria Minie, getrouwd geweest met Gerrit Knoetze, te weeten a) Susanna Knoetse gehuuwd met den burger Jacob Coenraad Breed
b) Maria Elisabeth Knoetse getrouwd met den burger Joh:s Bekkers
c) Dirkje Knoetse gehuuwd met den burger Matthys Zondag
d) de kinderen van Gerrit Knoetse, welkers getal en naamen niet bekend
e) twee kinderen van Anna Maria Knoetse getrouwd geweest met den burger Steenberg, als 1) Johannes Steenberg en
2) de huisvrouw van Pieter Hendrik Roux
f) Johanna Willemina Knoetse gehuuwd met den burger Fredrik Willem Buitendag

Aldus geinventariseerd op den een en twintigsten dag der maand Augustus, in ’t jaar eenduisend seevenhonderd ses en negentig ter plaatze opgemeld, en zulks volgens het op- en aangeeven van de meede erfgenaamen Jacob Coenraad Breed, Pieter Hendrik Roux, en Johanna Willemina Knoetze, huisvrouw van den burger Fredrik Willem Buitendag, dewelke betuigden hierinne ter goeder trouwe te werk te hebben gegaan en huns weetens niets verzweegen of agter gehouden, beloovende en aanneemende wyders omme indien iets naderhand tot den boedel specteerende mogten komen te ontdekken, deezen inventaris daar meede te zullen amplieeren, en denselven des vereischt werdende met den gewoonen eed te bekragtigen, en zulx in ’t byweesen van ’s Colonies voorleeser Cornelis Isaacse Gelderblom en Abraham Caspars Nieuwhoff als getuigen, die de minute deezes, beneevens de drie opgemelde erfgenaamen en my Secretaris meede behoorlyk hebben onderteekend

’t Welk ik getuige: A:s Stockenstrom, Secret:s

MOOC8/22.15

{17970229} 29 Februarij 1797 David Leenhard

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten, als er op Sondag den 26:e Februarij 1797 ab in testatus metter dood zyn ontruimd ende nagelaten door den uit den dienst van de Hollandsche Maatschappij gelegte mattroos David Leenhard ten voordeele van zyne overgebleevene onbekende uitlandige erfgenamen. Zodanig als dezelve door my ondergeteekende gesworen Clercq ter Weeskamer zyn geinventariseerd en opgenomen, bevonden te bestaan in ’t volgende

In een huis van d’ edele Johannes Matthias Hertzog, alwaar den overleedenen zig metter woon heeft bevonden, en aldaar

In een voorkamer ter regterhand
een wit ophaal gordyn met zyn plank
twee klyne schilderyen
twee klyne spiegeltjes
drie verlakte omberbakjes
een gemeene klyne tafel
een lessenaar met zyn voet
een ledikant met wit behangzel
een oude kleere kast waar in
ses bedde lakens
tien kussen sloopen
agt hand doeken
elf mans hembden
agt doeken in soort
drie en twintig baatjes in soort
negen oude spanbroeken in soort
seeven onderbroeken
een cabaay
een swart satyn onder pak
een dwars zak
een chitze scheerdoek
drie witte catoene mutzen
vier en twintig paar koussen in soort
vier paar witte zyde koussen
twee paar handschoenen
een lap zwart fluweel
een oude ronde hoed
een optoom hoed
een calotje
een hand rotting
een verrekyker
twee kruydhoorns
drie lakense rokken in soort
een zwartte zyde rok
een lap blaauwe bafta
seeven aarde potten insoort
vijf porcelyne schotels in soort
neegen porc: borden
agt ryst pierings
vier aarde schotels
vier aarde kommen
een porc: boterpotje
twee aarde sous potjes
twee glaaze zoutvaatjes
een wasch lampet zonder bak
eenig porcelyn thee goed
een tinne trekpot
een kopere koffy kan
een verlakt schenkblad
twee stryk yzers
twee tinne schootels
drie blikke tregters
een koper tobaks comvoor
een tinne soup leepel
agt tinne hand lepels
tien messen in soort
tien vorken in soort
een oude snuiter
een zak met een party lode kogels
twee guerridons
een zilver zak horologe
een paar zilvere schoe gespes
een paar zilvere kniegespes
een pype kop met zilver beslag met zyn roer
agt gemeene stoelen
drie klyne water caraffen
vier bierglaazen
twee kelkjes
twee spuw balys
In de voorkamer ter linkerhand
een rood ophaal gordyn
twee stoelen
twee spuw balys
een cyffer ley
een zak met een restant peper
een zak met een restant ryst
een zak met een restant grauwe erweten
een zak met een restant witte boonen
een zak met een restant coffy
twee groote ledige flessen
een oude kast met een restant gekorve tabak
een hand zaag
een kapmes
een schuymspan potlepel en een vleesch vork
vier yzere potten
een kopere castrol
een koekepan
een poffertjes pan
een doos met een restant gestampte tobak
een ledig anker vaatje
twee bierpypen met pekul haring
drie klyne vaatjes met pekul haring
een ledige bierpyp
twee vaatjes met zwartsel waar van een ontgonnen
twee schoorsteen kettings
een yzere balans met
twee kopere schaalen en
ses stukken klyn gewigt
een tafel waar op
een glaaze kastje en
waarin
een doosje met orlogie glaazen
een pakje met yzere booren
een restantje caneel
agt klyne boekspiegeltjes
vyf pakjes met klyne kopere gordyn ringen
dertien staale vorken
drie soopjes kelkjes in soort
een restant rood kemels gaaren
drie en twintig scheermessen
een restant koperdraad
een party schoenmakers pennen en elsten
een parthy hoorne knoopen en knoop vormen
een rol matjes goed
agt pype dekzels
veertien vuurstaalen
een sleutel kistje met koper beslag
een klyn kopere schryf etui
een vierkante tafel
In de combuys
een groote kist met blaaden tobak
twee oude tafels
drie oude stoelen
Op de zolder
seeven schyven blaade tabak
twee houte schaalen
een kist met een restant gekurve tabak
een doos met een restant gekurve tabak
een rol gesponne tobak
een party kaarsse cattoen
een doos met tobak
een kist met een restant coffyboonen
een kist met een restant coleander
ses vaatjes met zwartsel
een ledige emmer
drie bossen rotting
een klyn restantje poeder zuiker
twee paar oude stevels en
drie paar oude schoenen
een chamareel
een blikke wyn pomp en voorts
een parthy rommelary in soort
een kadel waar op
een bed, drie kussens en een wolle deken
een kadel waarop
een bed, een mattras, een peul, vier kussens en een oude chitze combaars
een klyn ledikant met rood behangzel
een kist met een restant tabak
een stelletje
een vat met een restant zout
twee kelders met ledige vlessen
twee kelders zonder vlessen
een rydzadel met zyn toebehoren
een oude zabel
een kogeltas
een restant rog
Op de agterplaats
een ledige legger
twee emmers
een vleesch vat
twee klyne balytjes
een oude vat
een huis ladder
een party yzere hoepels en voorts
eenig houtwerk, en rommelary in soort
In de combuys
een tobaks kerfbank met zyn toebehooren
een slypsteen
een ledig half aam
twee water [half aam]
een groote aarde kan
een groote kopere keetel
een parthy oud gereedschap
dertien halve vellen zoolleer
een party duigen, houtwerk, touwerk en band yzer
een combuys tafel
een ledige oude kist
vier yzere drie voeten
een klyn koper keeteltje en voorts
wat rommelarij
Op het zeestrand
een schuit met riemen zyl en verdere toebehoren
Lyfeigenen des boedels
een slave jongen genaamd Cezar van Boegies
een slave meid genaamd Diana van Bengalen
een slave meid genaamd Rachel van Mosambicque

Zullende de baaten en lasten des boedels, dewelke met geen mogelijkheid exact kunnen werden opgespeurd, bij de te formeerene generale boedelreekening specifique werden verantwoord.

Aldus gedaan en geinventariseerd aan Cabo de Goede Hoop op den 29 Februarij 1797.

Door mij: G:A: Watermeijer, g: C:

MOOC8/22.16

{17980311} 11 Maart 1798 Hester Beatrix Olivier

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten, als ’er op Zaturdag den 3:e Februarij 1798 ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door Hester Beatrix Olivier wed:e van wijlen den burger Petrus Jacobus Hugo ten voordeele harer bij opgem: hare man in echt verwekte vijff minderjarige kinderen, in namen:

1) Jan Gijsbert oud 14
2) Petrus Francois oud 10
3) Daniel oud 8
4) Gideon Josua oud 6 en
5) Margaretha Maria Hugo oud 4 jaren

Zodanig en in diervoegen als dezelve door den ondergeteekende Secretaris der Weeskamer op het op- en aangeeven van den burger Abraham Paul de Villiers Jacobsz: zijn opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande dezelve in de volgende, namentlijk:

Een plaats ofte hofsteede genaamd de Burgers fontein , gelegen onder het district van Drakenstein groot in zijn grond sestig morgen negentig quadrand roeden en vijff quadrand voeten
de helfte van de opstal der leenings plaats gen:t Welbedagt geleegen aan de Drevers Valleij , die volgens het onder de boedel papieren gevonden onderhandsch contract door de overleedene in dato 17:e Februarij 1795 met den burger Francois Retief opgerigt, aan hem Retief met worden afgestaan voor eene somma van twee duijzend zeven hondert guldens Caabse valuatie

In ’t woonhuijs staande op eerstgem: plaats en aldaar

In ’t voorhuijs
een pijperak
twee vogel cooijen
een wasch lampet met zijn balij
twee vierkante taveltjes
een tavel kasje
een wateremmer
een groote eetens tavel
vier stoelen inzoort
twee tinne trekpotten
een tinne kom
een tinne schenkbord
een copere teeketel met een ijzere confoor
een blikke beker en een tregter
een porcelaine pot
een parthij theegoed
In twee in de muur gemetzelde glaase kasjes
twintig porc: schotels
zes en vijfftig porcelaine tavelborden inzoort
een zoup terrine defect
een parthij glaswerk
In de kamer ter regterhand
een geweer rak
een geweer
een cijver leij
een ijzere witzer
een oude klederkast
een coffij molen
twee blikke trommels
een blikke beker
een kopere coffij kan
een kopere souspan
een tinne peper bus
twee tinne sous vaatjes
een kisje
twee ledige kelders
drie ledige kisten
twee kadels
waar op
twee beddens
twee peuluw
vijf kussens en
twee combaarsen
een oude wieg
twee aarde kannen
eenige flessen bouteilles
twee stoelen
een spiegeltje met note boome lijsten
In de kamer ter linkerhand
een spiegeltje
een ledikant met wit behangzel
waar op
een bed, peuluw, vijf kussens en een chitse sprij
een ledikant met rood behangzel waar op
een bed, peuluw, vijff kussens en een wolle deken
een vierkante tafeltje
een kist
vijf stoelen inzoort
een Bijbel met zijn knaap
een parthij boeken in zoort
een tinne waterpot
In de dispens
een kopere vijzel met zijn stamper
twee kopere kandelaren
een emmer
twee aarde potten
vier tinne schotels
twee tinne borden
twaalff porc: borden in zoort
een snuijter
ses en veertig messen
agt en veertig stale vorken
vier en veertig tinne lepels
een porc: en
een tinne boterpotje
twee poc: kommen
In de combuis
vier yzere potten
een kopere waterketel
een drievoet
twee roosters
een koekepan
twee vleisch vorken
een ijzere lepel
een ijzere lepel
een kopere taartepan
een kopere hamketel
een kopere schuimspan
drie schoorsteen ketting
een aschschop
een bakkist
een rak
een meel zeef
een kap mes
twee boter kerrings
een strijkijzer
In de wijn kelder
twaalff leggers waar van agt met mos
twee bierpijpen
vier halfaamen
een anker
twee mos balijs
een kuijp balij
een tregter
een kraan
een blikke pomp
een boter vat
een oude kist
een kleder mand
een kleine mand
een balans, met kopere schalen en eenige stukken loot gewigt
drie tent matten
agt zikkels
ses wijngaard messen
agt ijzere banden
zeventhien koorn zakken
twee zakken met wat zout
een brandewijns ketel met zijn toebehoren
In de smits winkel
een blaasbalk
een aambeeld
een speerhaak
een bank schroef
een slijpsteen
ses smits hamers in zoort
vijff tangen
eenig gereedschap
een parthij oud ijzer
elff ploeg scharen
ses steene vormen
een zaag
en voorts
een parthij timmermans gereedschap
twee hand boeijen
In ’t wagenhuijs
twee osse wagens met hun toebehoren
een paarde wagen
ses tuijgen
een teerputs
een vat met teer
drie ploegen met hun toebehoren
drie eggen met ijzere tanden
een ladder
een bak
een hoendermand
In ’t koornhuijs
honder twintig mudden koorn
thien mudden garst
veertig mudden haver
drie koornschoppen
een scheepel
zeven graven
zeven pikken
een oude kist
een bank
Op de werff
een houte hoenderhok
een parthij houtwerk
Beestiaal
negen wagen paarden
negen aanteel paarden
ses en dertig jokossen
negen aanteel beesten
hondert twintig aanteelschapen
Lijffeigenen
een slaven jonge gen:t Geduld van Mosambicque
een slaven jonge gen:t Saul van Mosambicque
een slaven jonge gen:t Goliad van Mosambicque
een slaven jonge gen:t Aron van Mosambicque
een slaven jonge gen:t David van Mosambicque
een slaven jonge gen:t Samson van Madagascar
een slaven jonge gen:t Salomon van Madagascar
een slaven jongetje gen:t Moses van de Caab
een slaven jongetje gen:t Marthinus van de Caab
een slaven jongetje gen:t Adam van de Caab
een slaven meijd gen:t Selvia van Bengalen
een slaven meijd gen:t Regina van de Caab
een slaven meisje gen:t Sara van de Caab
een slaven meijsje gen:t Rosalijn van de Caab
een slaven meijsje gen:t Mina van de Caab
Crediten des boedels
  Rd:s
aan contanten eene somma van vijff en vijfftig rijx:s en ses en dertig stv:rs zegge 55:36
van den burger Daniel Hugo over contant ontfangen penn:, blijkens onderhandsch briefje gedagteekend ult:o October 1793 de somma van vijff hondert rd:s zegge 500:--
met de renten zeedert p:mo Febr: 1791
mitsg:s over koop van vijff leggers wijn en een legger brandewijn blijkens opgem: briefje 95:--
van den burger Pieter Ritief over koop van een beest - voldaan 5:--
van den burger Charel Wijnand Theron over koop van een beest 4:--
mitsg:s voor geleende vijff en een half mudde garst [ ..... ]
van den burger Francois Retief over zo veel hij voor de helft der opstal gen:t Welbedagt aan de boedel moet opbrengen - voldaan 900:--
van den burger Francois Rossouw over koop van een paard volgens desselfs eigene opgaaff 35:--
als meede over koop van een vragt koorn per rest 9:--
van J:C: Hendrikz: over koop van twee kalvers 8:--

Werdende alhier per memorie nog genoteerd

dat de overleedene nog competeerd haar vader en moederlijke erffportie uit den gemeenschappelijken boedel van wijlen den burger Jan Gijsbert Olivier en Maria Susanna Theron, bij de manh: Thomas Arnoldus Theron en Francois de Wet g’administreerd wordende, als meede

dat de kleederen en het geene verder tot het lighaam van den overleedene heeft behoord zo veel mogelijk in vijff equale portien onder hare nagelatene kinderen hier voren gemeld zijn verdeeld geworden.

Aldus gedaan en g’inventariseerd ter plaatse voorm:t op den 11:e Maart 1798 ende zulx op het op en aangeeven van de in den hoofde deeses gem: Abraham de Villiers Jacobsz, dewelke verklaarde zij daaromtrend ter goeder trouwe gedragen en niet met opzet versweegen ofte rug gehouden te hebben het geen tot den boedel en nalatenschap specteerende was, invoegen dezelve dan ook betuijgde de deugdelykheid zijne opgaaf ten allen tijde des gerequireerd werdende met solemneelen eede nader te bevestigen, met belofte wijders zo wanneer hier namaals nog iets tot den boedel gehorende mogte worden ontdekt daar van getrouwelijk opgaaff te zullen doen, te einde deeses inventaris daar meede in allen trouwe te kunnen worden g’amplieerd.

Tot securiteit van dien is deesen inventaris door opgem: De Villiers en mij Secretaris in praesentie van den ordinairen clercq en den Camer bode Jurriaan Marthinus Prins behoorlijk onderteekend

Als getuijgen: P:E: Faure, J:M: Prins

Voor den opgaaff: Abraham Paul de Villiers

Mij praesent: J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/22.17

{17891020} 20 October 1789 Anna Maria Kruger

De leijst van den overleedene vrouw Anna Maria Kruger weeduwe van Barent Olivier

een waagen die een teijt geloopen heeft met een rem ketten en tuijg voor ses ossen
een ouwe waagen met een buijk
een ongemaakte buijk
een weijnig out eijser
een hout bijl
een pan
vier eijsere potten
vier vaatjes
twee emmers
een taavel
een kist
zes sakken
een stoof met een tessi
een asschop
een koffimuule
vier zeekels
een zaag
een dissel
een vlees vurk
een raspe en een veijl
een schaaf
een haamer
een beijtel
een sneijmes
een naagel boor
een dop en een duurslag
een veijsel
twee kanne
een eerde pot
een sluijtmant
een sift
een pintje
een houte doos
een keetel en een trekpot
een streijk eijser
een stoel
een koopere keetel en een komvoor
dertien tinne leepels
dertien vorke
vier tinne borden
een tinne kom
drie spoelkomme
een eerde kom en een schootel en een bort
een vles en een bottel
een glas
een ploegschaar
een bugel
drie kleijne boore
een leij
seeve rokke
een gon
een mantel
een kappi
twee musse
drie nuus doekke
drie jokasse
een paar kouse
twee hemde
twee doop rokke
een spelde kussen
een paar schoene
drie paarde
twee en tagentig schaapen
twee graaven
een rooster
een waater pot
twee en veertig aanteel beesten
veertien trekossen

Den 20 October ano 1789

Ocker Olivier de oude

Godtliep Swieger

Ewert Philip Kleleijnhans

MOOC8/22.18

{17980508} 8 Maij 1798 Christina Helena de Vijff

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als er op Donderdag den 3 Maij 1798 ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door Christina Helena de Vijff wed: Jan Struwig, ten voordeele van hare bij wijlen gemelde hare man in echt verwekte kinderen, in name

1) Anna Maria Struwig gehuwd met den brandmeester s:r Philip Dhiel
2) Lasaija Struwig wed: Jan Wagenaar
3) Christina Struwig wed:e Philip Jacob Obermeijer
4) Casparus Struwig mondig dog uitlandig
5) Daniel Struwig mondig

Zodanig en in diervoegen als dezelve door mij onderget: Secretaris is geinventariseerd en opgenomen, bestaande dezelve in de volgende, namentlijk

Een huis en erff staande en geleegen in ’t Blok N:N: en aldaar N:o 7 en 9

Ten huise van den brandmeester voorm:d s:r Philip Dhiel

een kleder kast
waar in de kleederen van de overleedene
vier schilderijen
een vierkant taveltje
twee stoelen
een bed, 4 kussens en 1 combaars
een specereij kisje
een slave jonge gen:t Cupido van Bogies

Aldus gedaan en g’inventariseerd ten huise voorm: op den 8 Maij 1798, ende zulx op het op en aangeeven van de huisvrouw van opgem: Dhiel, dewelke verklaarde zig daar omtrend ter goedertrouwe gedragen en hares wetens niets met opzet versweegen ofte te rug gehouden te hebben ’t geen tot den boedel specteerende was, invoegen zij dan ook betuijgde de deugdelyk haar opgave ten allen tijde des gerequireerd werdende met solemneelen eede gestand te doen met belofte wijders zo wanneer hier namaals nog iets mogte worden ontdekt ’t geen tot den boedel behoord, daar van als den getrouwelijk nader opgaaf te zullen doen

Inteeken der waarheid is deese door de inventariente ter praesentie van mij Secretaris en den ordinaire clercq Philip Eduard Faure en bode Jurriaan Marth:s Prins al getuigen onderteekend.

Als getuigen: P:E: Faure, J:M: Prins

Voor den opgaaff: A:M: Dhiel gebooren Streuwig

Mij present: J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/22.19

{17981101} 1 November 1798 Edward Hay

H: Ross

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten, als er bevonden zyn te behooren tot den boedel en nalatenschap van wylen de heer Edward Hay zodanig als dezelve door ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren na gedane ontzeegeling zyn opgenoomen, en bevonden te bestaan in de volgende, te weeten

In een bovenkamer ten huize van de heer Coenraad Joh:s Gie alwaar den heer overleedene is woonagtig geweest

een kadel waar op
een mattras en vyf kussens
drie stoelen
een vierkante tafel met een groen wolle kleedje
een bed tafeltje
een cabinet met kooper beslag waar in
een egte tjaal
agt en sestig gemaakte mans hembden
dertig paar witte cattoene koussen
vyftien paar witte zyde koussen
sestig witte hals dassen
twintig zakdoeken met randjes
sestien wit linnense slaapmutzen met overbanden
veerthien paar witte cattoene handschoene
twee paar witte zyde handschoene
seeven en tachtig p:s witte linnense onderbaatjes
neegen witte boven baatjes
vyf en tachentig boven baatjes
seeven en veertig witte broeken
drie en dertig p:s wit linne onderbroeken
drie witte flenniesse onderbaatjes en
twee witte fleniesse broeken
een lap flennie
seven rokken in soort
agtien zo lange als korte broeken in soort
twaalf baatjes in soort
twee en twintig gestreepte pantalons
vijf slaap cabaayen
een chitze overtrekzel van een buldzak en
ses chitze kussen sloopen
neegen swarte zyde hals dassen
twee gebreyde calotten
twee spinsbekken horologien met zyn ketting
een etui
een wit yvoore tandestooker doosje
een verrekyker
een kyk glaasje
twee paar silvere schoengespens
een paar oogen glaasen
agt en neegentig zo hand doeken als servietten
ses lapjes flenny
veertien ongemaakte hembden
twee zilvere potloodjes
twee fyne kammen
twee friseer en
een groove
een pennemes
een loriet
twee vlesjes eau de luce
drie messen in soort
een blikke noteraspje
een scheer etui met twee messen
twee schaaren in soort
twee ringen met steenen
vier pourtraiten in miniatuur
een medaillon
een nageltangetje
een kopere passer
veertien pijpen lak
een koffer waar in
neegen mans hembden
veertien onder baatjes
agt onder broeken
zeeven paar koussen
een en veertig handdoeken
vyf pantalons
seeven hals dassen
tien zakdoeken
een nagtmuts
een koffer waar in
twintig beddelakens
seeventien servietten
elf paar koussen
twee en veertig kussen sloopen
neegen kussen sloopen
drie chitze spreyen
twee stellen chitze overtrekzels
twee paar oude steevels aan de knegt gegeeven
drie paar oude schoenen
een paar oude muylen
een kist waar in
een party waschkaarsen
een thee doosje
een blikke slonsje
een aarde hand quispedoor
een aarde yzer stander
een blikke chocolade kan
seeventien potjes chely
een oude coffer waar in
neegen paar oude messen en vorken, en
een zilvere koffy pot met zyn blaadje
drie kasjes met struys vederen
een ledige coffer
een klyne thermometer
een houte inkt standaar
een tafel schel
twee memorieboeken
twee platlooden
een vouw been
twee pennemessen
een radeermes
een zandraks doosje
een ouwel cachet
een hangmat met een raam
vier glaaze stulpen
een kopere handlantaaren
twee ledige mandjes
een kurke baatje
een vliegewayer met zilver gemonteerd
twee jassen
een moorse rok
vyf hand rottings in soort, zynde op een van dezelve op de knop de naam van den overleedenen gegraveerd
een zwartte oude hoed
een witt oude hoed met groen onder
een kasje waar in een bloem van schelpen gemaakt
neegen kannen zeltzer waater
een pot met gember confyt
een pot met een restantje confyt
twee blikke verlakte wyn coelders
een klyne toilet spiegel
een wasch lampet met zyn kom
twee tandeborstels
een nagel [borstels]
een kastje waar in een schiet geweer met zyn toebehooren
een kastje met eenig timmermans gereedschap
een kleyn keldertje met vlessen
een kistje waar in een Hottentots kleed
een kistje met eenige bloembollen
een zweep
een houte wasch bak stel met kopere lampet en bak
seeven schryfboeken in soort
een blikke trommel waar in eenige tuinzaden schulpen en andere klynigheeden
tien bossen pennen en penneschagten
een mahony hout schryfkistje
een ledige medicyn kistje
eenige boeken schoon schryfpapier
een balytje met een restant thee suyker
een toilet kastje
een voet alkatyf
drie klyne kistjes en een portefeuille, waar in des overleedenens papieren, provisioneel ter Weeskamer zyn in bewaring genomen
twee aarde kruiken
een steene vyzel met zyn stamper
een blikke keetel
twee blikke koffy potten
drie blikke beekers
twee aarde beekers
drie bottels spiritus op wyn
zeeven vlessies lavendelwater
agt vlessies tandewater
vijf vlessies tinctuur China
een klyn kastje waar in een zeekroon
een plettit nagtblaaker
een ledige kist
een ledige kist
een kist waar in
een zilvere koffy pot
twee zilvere souspannen
een zilvere melkpot
ses zilvere leepels
ses zilvere desert leepels
vyf zilvere thee leepels
een paar goude handknoopjes
twee plettit kandelaars
een Japans koper quispedoortje
een blik nagtblakertje
een staale snuiter
een blik ragoe pannetje met zyn lampje
een kast waar in
een half aam Constantia wyn
De volgende boeken
Duns Atlas
The works of Samuel Johnson, 12 deelen compleet
Travels of Anacharsis, 7 deelen compleet
The Holy Bible, in large octav
Biographical dictionary, 8 deelen comp:
Memoirs of the life and reign of Fredrik the third king of Prussia, 2 deelen compleet
Welcocke’s Eng: en Dutch dictionary
Dow’s Hindostan, 3 deelen compleet
Vaillants travels in Africa, 3 deelen compleet
Wellstone craft Letters, 1 deel
Colquhoun’s Police of the metropolis, 1 deel
Political pamphlets d’ a:o 1796 en 1797
The works of Shakspeare, in 15 deelen
Grace Military digest, in quarto
Ormes War of Indostan, 2 deelen in drie banden
Sparmans voyage to the Cape of Good Hope, 2 deelen
Stolbergs travels, 2 deelen
Statutes East India Company, 1 deel
India Bill van 1793, 1 deel
East India Comp: charters from 1756 tot 1772
Plans for British India 1793
Roberton Disquisitions in India
Mary Queen of Scots vendicated, 3 deelen
The monthley review van 1795 en 1796, in 5 deelen
Belsham’s Reign of George 3 in 4 deelen
Plowden’s of the British Empire, 1 deel
Davids History of the campaigns of General Pichegan, 1 deel
The telegraph of India den anno 1797, 1 band
Bentley, Batta table, 1 deel
Impress of Russia, 1 deel
Janson’s Grammar of the Dutch language, 1 deel
Bengal dictionary van 1797, 1 deel
Goters Book-keping, 1 deel
Hopes Arithmetick, 1 deel
Tench’s letters, 1 deel
V: Goldsmith's History of England, 1 deel
James Fatalist and his master, in 3 deelen compleet
Arlevill French grammar
Nugent’s pocket dictionary
Homers Heat in 4 deelen
Radcliffe’s Italian in 3 deelen
Johnson’s Poets from Pope in drie deelen
Johnson’s Poets from Gay, 2 deelen
Johnson’s Poets from Pornetland Philips, 1 deel
The Boock of Common Prayer
Blackstons Laws of England, 4 deelen
Annual register from 1758 tot 1791, in 32 banden mankeeren het 16:e deel van ’t jaar 1773
Rennell’s Map of Hindostan, 1 deel
New annual’s register van 1794 en 1796
voorts eenige boeken van differente inhoud, alle incompleet

Aan contanten eene somma van drie en tachentig ryxdaalders

Werdende voorts pro memorie alhier genoteerd dat de volgende effecten en precieusiteiten in den boedel gevonden, door de ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren provisioneel en onder approbatie van ’t Collegie zyn onverkogt gelaaten, omme aan des overleedens famiellen naar Europa te werden verzonden

vier pourtraiten in miniatuur
twee ringen met steenen
een rotting, waar op de knop des overleedens naam gegraveerd is
een horlogie met zyn ketting en
twee cachetten

Aldus na gedane ontzeegeling geinventariseerd aan Cabo de Goede Hoop ten huize van de manhafte C:J: Gie op den 1:e en 2 November 1798.

Als gecomm: Weesmeesteren: W:J: van Oostersee, J:P: Truter

My present: G:A: Watermeijer, g: C:

MOOC8/22.20a

{17981025} 25 October 1798 Edward Hay

H: Ross

Inventaris van zoodaanige goederen en effecten van den nalaatenschap van nu wijlen den alhier a Cabo vertoefd hebbende, dan op den vier en twintigste deezer loopenden maand October ten huise van den manh: Coenraad Johannes Gie overleedenen heere Edward Hay, in leeven Secretaris van ’t gouvernement te Bengalen als, ter requisitie van den weledelen heere John Pringle, Commissaris Generaal van weegens de honorable Engelsche Oost-Ind: Comp:e alhier, en de heeren James Stuart behoorende tot het gouvernement te Bengalen , dog zig thans te deezer plaatse bevindende, en Thomas Howden chirurgijn van de trouppen in zijnes Majesteyt dienst in guarnisoen ten deezen Gouvernemente, de beijde eersten als vrienden van den overleedenen en de laatstgem: als dezelvs medicus geduurende des overleedenens ziekte te deezer plaatze gefungeerd hebbende, op den vijf en twintigsten October deses jaars een duyzend zeven honderd agt en neegentig by provisie zyn opgenoomen en genoteerd geworden ende zulks ten einde het testament of laatste wille van den voorsch: heere Hay onder deszelvs papieren te kunnen vinden, zynde hetzelve verrigt ter praesentie en ten overstaan van mij ondergeteekenden Notaris hier toe behoorlijk geädsisteerd zynde met de nagenoemde getuygen en luidende dezelve inventarisatie, als volgd

Voor eerst
een schrijf kistje, ’t welk geslooten zynde is geöpend geworden en in het zelve bevonden
een memorandum in quarto in genaaijd, en in handschrift bevattende een journaal voor de jaaren zeeventien honderd zeeven en neegentig en zeeventien honderd agt en neegentig
een porte fueille rood maroquin in ’t welk aan contanten 7 rijxdaalders, zijnde kleine papiere munt, en eenige losse briefjes
eenige losse papieren
een beurs waarin agt en dertig pagoda’s
een doosje met een portrait in miniatuur, zynde een vrouwe beeltenisse
een doosje wat grooter
een pinsbekke horologie
een porte fueille leedig
een miniatuur portrait in een spaan houte doosje
een zilver cachet
een staale cachet
een pak papieren in een enveloppe waar op stond: "Papers upon commercial and other business brought from Calcutta on board the"
een pak papieren waarop: "Papers on official subjects."
een pak papieren waarop: "Miscellaneous and memoranda"
een pak brieven en losse papieren
Voorts
een schryf kistje by welkers opening in hetzelve is bevonden
eenig schrijf gereedschap cachet, etc:a
een kooker met instrumenten
een boek in folio ingebonden, zynde manuscript, in welkers dorso stond: "Letters and papers relative to Edward Hay esq: officially, personally and privately from the 26 of Jann: 1776 to the 25 of Aug 1797"
Item
een pakje papieren geënveloppeerd, op welke stond "a few notes that passed in 1795 relative to my will"
het welk geöpend zynde, is in het zelve bevonden zoodanige papieren als deezen in copia authentijcq zijn geännexeerd

Zynde vervolgens deeze inventarisatie gestaakt en op expresse begeerte der H:H: requirante voorn:d de deur van den kamer in welken des overleedenens goederen zig kwamen te bevinden door my notaris weeder behoorlijk verzeeguld geworden

Aldus gedaan en geinventariseerd aan Cabo de Goede Hoop op datum, plaatze en aanwijzing als voorm:, ter praesentie de clercquen Hendrik Pieter Moller en Michiel Adriaan Smuts als getuijgen die den minute deezes beneevens mij Notaris behoorlijk hebben onderteekend

Quod attestor: C:L: Neethling, Notaris

MOOC8/22.20b

{17981025} 25 October 1798 Edward Hay

H: Ross

Certificeere ik ondergeteekende Notaris aan Cabo de Goede Hoop ter requisitie van den wel edelen heere John Pringle Commissaris Generaal van weegens de Engelsche Oost Ind: Comp:e alhier a Cabo, en de heeren James Stuart behoorende tot het gouvernement te Bengalen , dog thans zig te deezer plaatze bevindende, en Thomas Howden chirurgijn bij zyne Groot Brittanische Majesteits Troupen ten deezen Gouvernemente guarnisoen houdende my, op heeden den vijf en twintigsten October zeeventien hondert agt en neegentig, behoorlijk geädsisteerd met de onder genoemde getuygen, begeeven te hebben ter woonhuize van den heere Coenraad Johannes Gie te deezer hoofd plaatze; en aldaar op aanwijzing van voorsch: heeren Pringle, Stuart en Howden, de beyde eerstgem: als vrienden en de laatstgem: als medicus van den, ten zelven huize op gisteren den vier en twintigsten deezer overleedenen heere Edward Hay, in leeven Secretaris Generaal van ’t gouvernement te Bengalen , te hebben bezigtigd de zeeguls van weegens voorsch: heeren gelegd op de deur van een boven kamer, in welken wylen voorsch: heere Hay gelogeerd zal geweest zijn, hebbende ik de op derzelve gelegde zeeguls wel geconditioneerd, en alle met een en hetzelve wapen voorsien bevonden.

Dat voorts, meede op aanwyzing van en door de meerm: heeren eenige schryf kistjes zijn geöpend, en dezelve, als ook een cabinet, een toilet tafel en eenige kistjes, mitsgaders eenige pakken papieren nagezien, als meede al het zig op dezelve kamer bevondende oppervlakkig geëxamineerd geworden, zynde van het in de schrijf kistjes bevondene den deezen geännexeerden inventaris geformeerd; zonder dat men egter iets ontdekt heeft, dat als een testament of laatste wille van den overleedenen konde aangemerkt worden, behalven alleenlijk een pakje papieren in een envelopppe gewikkeld op welk enveloppe stond “a few notes that passed in 1795 relative to my will”

Dan, vermits alle aangewende pogingen tot het magtig worden van een wille of testament van den overleedenen heere Hay vrugteloos waaren, en de heeren requiranten ten deezen, van begrip zynde dat men uit dien hoofde den verderer inventarisatie der goederen behoorde te staaken, en den boedel aan het Eerwaard Collegie van Heeren Weesmeesteren deezer steede ter reddering over tegeeven, omme door hun Eerwaardens na bevinding van zaaken daarinne te worden gehandeld, begeerden dat alles in statu quo verblijven en ik allen het bewust pakje papieren in bewaaring houden zoude, ten einde van derzelver inhoud de noodige copia’s authentycq te worden geformeerd; zoo heb ik Notaris dierhalven ingevolge van dien, den deur van den kamer in ’t welke wijlen de heer Edward Hay is gelogeerd geweest, in praesentie der nagemelde getuijgen met mijn cachet weeder behoorlijk verzeeguld, voorts van voorsch: aan mij overhandigde papieren de vereischte copia’s geëxpedieerd, mitsgaders aan den weledelen heer Willem Stephanus van Ryneveld Praesident der Weeskamer ten deezen gouvernemente van het een en ander de behoorlijke kennisse gegeeven, mitsgaders hiervan geformeerd acte in forma, welke is deeze.

Aldus gedaan en gecertificeerd aan Cabo de Goede Hoop op datum voorm: ter praesentie der clerquen Hendrik Pieter Moller en Michiel Adriaan Smuts als getuijgen die den minute deezes beneevens mij Notaris behoorlijk hebben onderteekend

Quod attestor: C:L: Neethling, Notaris

MOOC8/22.20c

{17981025} 25 October 1798 Edward Hay

Copij

H: Ross

Item: Whereas I am a subscriber to a certain societij instituted in Calcutha , known bij the name and description of the Calcutha Laudable Society established on the 1:st day of Feb:ij 1795. And whereas I did, according to the printed regulations /:a copij of which, as published in the Calcutha Gazette, under date the 29:th day of Jan:y in the ijear 1795 is hereunto annexed:/ established by the s:d societij pay to John Phil: Gardiner Secretary to the s:d society s:a r:s1000 being mij first subscription on a share upon my own life, in the first class of the s:d Laudable Societij, as by the receipt, signed by him the s:d J:P: Gardiner and hereunto also annexed will more fully appear.

Now my will is, and I do hereby will and direct, that all and everij the sum and sums of money which may become due and owing to my estate by virtue of such subscription, may be paid to my ex:ors in mij will named, to my beloved wife [ ..... ] Hay, for her sole use and behaf dated this 11:th daij of Nov: in the year of our Lord 1795

Signed and sealed (where no stamps are used) declared and published by the above named Edw:d Hay as and for a codicil to his last will and testament in the presence of us, who at his request and in his presence and in the presence of each other have subscribed our names as witnesses thereto

/in dorso stond/ 1795 enclosed in the Scott’s note, dated 10 Nov:r to be copied on 2:to paper, - half sides leaving out the words underlined and leaving that part blank

Accordeerd nagedaane collatie met diens origineel aan mij Notaris vertoond.

Aan Cabo de Goede Hoop den 25 Oct:r 1798

Quod attestor: C:L: Neethling, Notaris

MOOC8/22.20d

{17981025} 25 October 1798 Edward Hay

Copij

My d:r sir

Have the enclosed, (with any alterations of property which you may think right) writhen fair at the end of your will the figures etc: being writhen in letters, and I will do myself the pleasure of calling tomorrow even:g and complete the whole by annexing the receipt and witnessing your signature

Y:r obliged and faithfill

/:was geteekend:/ Tho: Scott

10 Nov: 95

/:in dorso stond:/ 1795 Mr T: Scott 10 Nov:r, E: Hay esq: etc:a

Accordeerd na gedaane collatie met diens origineel aan my Notaris vertoond aan Cabo de Goede Hoop den 25 Oct:r 1798.

Quod attestor: C:L: Neethling, Notaris

MOOC8/22.20e

{17981025} 25 October 1798 Edward Hay

Copij

My dear sir

The whole of the copies of your will must be re-executed, which can easily be done bij calling together either the same or other witnesses at any time and place you may appoint; but what you propose can not be done; that is retranscribing and preserving old dates etc:e because it would be the averring of what was untrue, as you will perceive by the last lines of your will as it stands. I will do myself the pleasure of calling upon ijou before I go to court when we can settle this matter safely and satisfactorilij in 5 minutes.

Y:r obliged and faithfull

/:was geteekend:/ Tho: Scott

Wednesday

/in dorso stond/ 1795 Mr Scott 18 Nov:r, E: Hay esq: etc:

Accordeerd na gedaane collatie met diens origineel aan mij Notaris vertoond

Aan Cabo de Goede Hoop den 25 Octob:r 1798

Quod attestor: C:L: Neethling, Notaris

MOOC8/22.20f

{17981025} 25 October 1798 Edward Hay

Copij

My d:r sir

You shoud put down your age as it was when the 1:st payment was made, as the age mentioned in the regulations is that which each subscriber stated himself to be of, when he first subscribed, or applied to be admitted as a subscriber.

Y:r obliged and faithfull

/:was geteekend:/ Tho: Scott

10 Nov: 95

/in dorso stond/ 1795 Mr Scott 10 Nov:r, E: Hay esq: etc:

Accordeerd na gedaane collatie met diens origineel aan my Notaris vertoond aan Cabo de Goede Hoop den 25 Oct:r 1978

Quod attestor: C:L: Neethling, Notaris

MOOC8/22.20g

{17981025} 25 October 1798 Edward Hay

Copij

Calcutta 1:te Juliy 1796

Received of Edward Hay sicca rupees five hundred being his third subscription on a share upon his own life, in the first class of the Calcutta Laudable Society established 1st of February 1795.

N825 pay R:P:S:V: For the Bank of Hindostan

sicca rupees 500

/in dorso stonden eenige inlandsche carakters/

/:was geteekend:/ J: P: Gardiner, Sec:ij

Accordeerd na gedaane collatie met diens origineel aan mij Notaris vertoond

Aan Cabo de Goede Hoop den 25 October 1798

Quod attestor: C:L: Neethling, Notaris

MOOC8/22.20h

{17981025} 25 October 1798 Edward Hay

Copij

Calcutta , 1:st Jan:ry 1797

Received of Edward Hay esq:r sicca rupees five hundred being his fourth subscription on a share upon his own life, in the first class of the Calcutta Laudable Society established 1:st of February 1795.

N:o 2395 pay B:O:H: for the Bank of Hindostan

sicca rupees 500

in dorso stonden eenige in landsche carakters en voorts to be paid bij Messrs Barton, Patmer and Co:

/:was geteekend:/ J:P: Gardiner, Sec:y

Accordeerd na gedaane collatie met diens origineel aan my Notaris vertoond

Aan Cabo de Goede Hoop den 25 Oct:r 1798

Quod attestor: C:L: Neethling, Notaris

MOOC8/22.20i

{17981025} 25 October 1798 Edward Hay

Copij

(Duplicate)

Calcutta , 1:te Jan:ry 1796.

Received of Edward Hay esquire sicca rupees five hundred being his second subscription on a share upon his own life, in the first class of the Calcutta Laudable Society, established 1:st of February 1795.

For the Bank of Hindostan

sicca rupees 500

/was geteekend:/ J:P: Gardiner, Sec:y

Accordeerd na gedaane collatie met diens origineel aan mij Notaris vertoond

Aan Cabo de Goede Hoop den 25 Oct:r 1798

Quod attestor: C:L: Neethling, Notaris

MOOC8/22.20j

{17981025} 25 October 1798 Edward Hay

Copij

(Duplicate)

Calcutta , 1:t July 1796

Received of Edward Hay esquire sicca rupees five hundred being his third subscription on a share upon his own life, in the first class of the Calcutta Laudable Society, established 1:st February 1795.

For the Bank of Hindostan

sicca rupees 500

/:was geteekend:/ J:P: Gardiner, Sec:y

Accordeert na gedaane collatie met diens origineel aan mij Notaris vertoond

Aan Cabo de Goede Hoop den 25 Oct:r 1798

Quod attestor: C:L: Neethling, Notaris

MOOC8/22.20k

{17981025} 25 October 1798 Edward Hay

Copij

(Duplicate)

Calcutta 1:te Jan:ry 1797

Received of Edward Hay esquire sicca rupees five hundred being his fourth subscription on a share upon his own life in the first class of the Calcutta Laudable Society, established 1:st of February 1795.

For the Bank of Hindostan

sicca rupees 500

/was geteekend:/ J:P: Gardiner, Sec:y

Accordeerd na gedaane collatie met diens origineel aan mij Notaris vertoond

Aan Cabo de Goede Hoop den 25 Oct:r 1798

Quod attestor: C:L: Neethling, Notaris

MOOC8/22.20l

{17981025} 25 October 1798 Edward Hay

Copij

(Duplicate)

Calcutta , 1:te July 1797

Received of Edward Hay esquire sicca rupees five hundred being his fifth subscription on a share upon his own life, in the first class of the Calcutta Laudable Society established 1:st of February 1795.

For the Bank of Hindostan

sicca rupees 500

/was geteekend:/ J:P: Gardiner, Sec:y

Accordeed na gedaane collatie met diens origineel aan mij Notaris vertoond

Aan Cabo de Goede Hoop den 25 Oct:r 1798

Quod attestor: C:L: Neethling, Notaris

MOOC8/22.20m

{17981025} 25 October 1798 Edward Hay

Copij

My dear sir

How many witnesses are necessary to sign the codicil written in my own hand and must they be the same persons who witnessed the wil

Y:r

/was geteekend:/ Hay

My d:r sir

Two witnesses will be sufficient - and they should be 2 of those who attended before, tho: this is not absolutely necessary, but it prevents what I will mention when I have the pleasure of seeing you this ev:g in court

Y:r obliged and faithfull

/was geteekend:/ Scott

/in dorso stond/ 1795 to Mr Scott 11 Nov:r, E: Hay esq: etc:

Accordeerd na gedaane collatie net diens origineel aan mij Notaris vertoond

Aan Cabo de Goede Hoop den 25 Oct:r 1798

Quod attestor: C:L: Neethling, Notaris

MOOC8/22.20n

{17981025} 25 October 1798 Edward Hay

Copij

Mem:m

Qu: Similar codicils to the other copeis must they have the attest:n of the same witnesses Yes.

Qu: Codicils copied or not copied in testators own hand, how many witnesses Two in either, if not conveying landed property.

Qu: One will in England can I send home a codicil separate for that copy to be considered as belonging to it (Yes and to be afterwards tacked and annexed to it)

Future receipts from Landeth Society: what is to be done with them as to the will Eng:ls and enc:ls merely to be tacked.

Copy of the will remaining in this country to be superscribed that there is another copy in England .

Accordeerd na gedaane collatie met diens origineel aan mij Notaris vertoond

Aan Cabo de Goede Hoop den 25 Oct:r 1798.

Quod attestor: C:L:Neethling, Notaris

MOOC8/22.21

{17980917} 17 September 1798 Henry Rutt

Inventaris van alle zodaanige goederen als door de ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren aan Cabo de Goede Hoop na gedaane ontsegeling bevonden zyn in de nalatenschap van wylen Mr Henry Rutt

In ’t huis van de heer Daniel de Waal

In een agterkamer
in een geslootene koffer waar op een kopere plaat en daar in gegraveerd Henry Rutt, en daar in
een kleinder coffertje met koper spykertjes gemerkt HR waar in bevonden zyn eenige goederen behorende tot ’t agterwaards gementioneerde factuur, en wel uit de kast n:o 70 dewelke hier onder nader zullen worden genotificeerd
drie lakense rokken in zoort
een lakense overbaaytie
vyftien zo lange als korte broeken in zoort
zes witte linnense baaytjes in zoort
tien zo witte als geruite doeken in zoort
twee zwarte zyde halsdoeken
een geele zyde zakdoek
tien paar oude witte zyde koussen
agthien paar witte catoene koussen in zoort
drie witte slaap mutzen
twee paar heele en een paar halve stevels
drie paar schoenen
tien potjes pomade
agt pakjes poeder
een potje mosterd
tien paar nieuwe handschoenen in zoort
een goud gewigt
vier koekjes zeep
een overtrekzel van een hoed
een gewakste nagt kap
een kleeder borstel
negen potlooden in zoort
vier pype rood lak
een blikke koker met rolkaarsjes
een ledere penne koker
een ledere koker waar in een inktpotje
een klein kruithorentje
agt zwarte kante sluiers
een klein spuitje
een kastje met een dominees spel
een lap zakke zyl
een tabaks kistje
twee koekjes schoe waxs
twee boeken schoon papier
een ledige scheerdoos
agt schryfboekjes
twee en twintig boeken in zoort
een tande borstel
een zilvere tande stoker
een zak mes
drie en twintig witte hembden
agthien witte halsdoeken
twaalf bonte zak doeken
agt vesten in zoort
een flennysche onderbroek
een zyldoeks baaytie
een flennysch baaytie
seven handdoeken in zoort
drie kussen sloopen
vier bedde lakens
een oude slaapmuts
een oude hals das
een catoene deeken
twee ophaalder knoppe
een klein kastje met eenige medicynen
een klein schryf kistje, waar in enige papieren en annotatie boeken, en onder anderen een brief gedateerd London 29 Mey 1798 - door J: en W: Fox geaddresseerd aan Mr Henry Rutt care of messieurs J:J: le Sueur and E: Bergh, Cape of Good Hope, nevens een factuur van drie en seventig pakajes differente negotie goederen gedateerd London 5 Mey 1798 door Jonathan en William Fox voor hunne rekening en risico met het schipcap:t Gilbert Mitchell onder opzicht van den overleedenen na herwaards gezonden, benevens een cognossement door bovengem: cap:t Mitchell getekend, waar uit komt te blyken dat 2 vaten van bovengem: factuur gemerkt n:o 67 en 68 - van boord zyn terug gezonden; voorts een friseer kam en een schaartje, en eindelyk aan contanten, eene somma van twee hondert en zes en neentig ryxdaalders
een bed tafeltje
een wasch lampet met zyn kom
een lakense rok
twee lakense overrokken
een baaye poeder mantel
een ronde hoed
drie lange broeken in zoort
een zyl doekse zak waar in
vyf hembden
een poeder rok
twee wit linnense baaytjes
twee linnense onder broeken
seeven witte halsdoeken
vier paar koussen
een muts
acht neusdoeken
een serviet
drie schoen borstels
een compleete toilet doos
een kruis band
een paar oude stevels
een paar oude schoenen
een stryk riem
een mattras, peul, een hoofdkussen en 2 wolle combaarsen
twee zak pistolen met een kogel form
een spinsbek horologie met twee cachetten

Van ’t factuur hier boven gementioneerd voor reekening en risico van M:rs Jonathan en William Fox naar herwaards gesonden

n:o 71 een koffer gemerkt HR wel geconditioneerd waar in
n:o 7 tien p:s cambric
n:o 8 tien p:s cambric
n:o 9 tien p:s cambric
n:o 10 tien p:s cambric
n:o 11 seven p:s cambric
n:o 12 negen p:s cambric
n:o 13 negen p:s cambric
n:o 14 zes p:s cambric
n:o 15 drie p:s cambric
n:o 16 vyf p:s cambric
n:o 17 twee p:s cambric
n:o 18 vier p:s cambric
n:o 19 een p:s cambric
n:o 1 vier stukken kamerdoekse neusdoeken
n:o 2 vier stukken kamerdoekse neusdoeken
n:o 3 vier stukken kamerdoekse neusdoeken
n:o 4 twee stukken kamerdoekse neusdoeken
n:o 5 vier stukken kamerdoekse neusdoeken
n:o 6 vier stukken kamerdoekse neusdoeken
n:o 7 twee stukken kamerdoekse neusdoeken
n:o 8 twee stukken kamerdoekse neusdoeken
n:o 9 vier stukken geborduurde neteldoek

Zijnde voorts in des overleedenens annotatie boek gevonden uijt deeze coffer verkogt te zijn

n:o 20 een douzyn tafellakens
n:o 21 tien p:s tafellakens
n:o 22 zes p:s tafellakens
n:o 23 zes p:s tafellakens
n:o 24 zes p:s tafellakens
n:o 12 twaalf printed shawls
n:o 1 vyfthien p:s linten
n:o 2 vyfthien p:s linten
een en vyftig p:s zatyne linten in zoort
n:o 43 een koffer gemerkt HR wel geconditioneerd, waar in bevonden
twee riem groot formaat schryfpapier
twee riem mediaan schryfpapier
een riem klein formaat schryfpapier
vier riem post papier
twee riem post papier met vergulde randen
twee duyzend gesneede pennen
elf hondert penne schagten
negen stukken plaat lood
vyftig doosjes ouweltjes
een paquet vloey papier
vier boeken vloey papier
twee en twintig douzyn potlode

Terwyl volgens des overleedenens annotatie boek bevonden is uit deeze koffer verkogt te zyn

een riem klein formaat papier
twee riem post papier
drie p:s plaat lood
een douzyn potloden
en mits dien aan den inhoud van deeze koffer komt te ontbreeken
een douzyn potloden
n:o 41 een koffer gemerkt HR wel geconditioneerd, waar in bevonden zyn alle de boeken volgens ’t factuur
n:o 59 een koffer gemerkt HR wel geconditioneerd waar in
twee en veertig paar mans schoenen
n:o 61 een koffer gemerkt HR wel geconditioneerd, waar in almeede bevonden
twee en veertig paar mans schoenen
n:o 60 een koffer gemerkt HR wel geconditioneerd, waar in meede
twee en veertig paar mans schoenen
n:o 63 een koffer gemerkt HR wel geconditioneerd waar in
twee en veertig paar mans schoenen van 2 differente zoorten
n:o 62 een koffer gemerkt HR wel geconditioneerd, waar in almeede
twee en veertig paar mans schoenen
n:o 49 een koffer gemerkt HR wel geconditioneerd, waar in
n:o 1 vier en twintig memorie boeken van 4 differente zoorten
n:o 2 vier en twintig memorie boeken van 4 differente zoorten met zilvere sloten
n:o 3 twaalf memorie boeken van 8 differente zoorten met instrumenten
n:o 4 zes gaare boekjes van 3 differente zoorten
n:o 5 drie gaare boekjes van 2 differente zoorten met zilvere slootjes
n:o 6 drie gaare boekjes van 3 differente zoorten
n:o 7 twaalf memorie boekjes van 6 differente zoorten
n:o 8 zes rood leere schryfkokers
n:o 9 zes rood leere schryfkokers
n:o 10 twee rood leere inkt kokers
n:o 11 drie zwarte leere scheer zakken met instrumenten
n:o 12 een zwarte leere scheer [zakken] met instrumenten
n:o 13 twee zwarte leere scheer zakken met instrumenten
n:o 14 twee rood leere scheer zakken met instrumenten
n:o 15 een rood leere scheer [zakken] met instrumenten
n:o 16 twaalf leere geldbeursjes
een mahonijhout schrijf kistje

Nota, zynde in deeze koffer bevonden meerder dan ’t factuur dicteerd

1 zwart leere scheerzak n:o 13 en
12 leedere geld beursjes n:o 16
n:o 34 een koffer gemerkt HR wel geconditioneerd waar in
n:o 1 zes p:s van 10 yards ieder effen kamerdoek
n:o 2 acht p:s van 10 yards ieder effen kamerdoek
n:o 3 acht p:s van 10 yards ieder effen kamerdoek
n:o 4 drie p:s van neteldoek houdende 30 3/4 y:ds
n:o 5 twee stukken batist van 12 yards ieder
n:o 6 een stuk gestreept dourias lang 10 yards
n:o 7 een stuk gestreept dourias lang 10 yards
n:o 8 twee [stuk] gestreept dourias ieder lang 10 yards
n:o 9 een stuk gestreept dourias lang 12 yards
n:o 10 een stuk gestreept dourias lang 10 1/2 yards
n:o 11 een stuk gestreept dourias lang 10 yards
n:o 12 een stuk geborduurt neteldoek lang 10 yards
n:o 13 een stuk geborduurt neteldoek lang 10 yards
n:o 14 twee stukken geborduurt neteldoek ieder lang 10 yards
n:o 15 twee stukken geborduurt neteldoek ieder lang 10 yards
n:o 16 drie stukken geborduurt neteldoek ieder lang 10 yards
n:o 17 vyf stukken geborduurt neteldoek ieder lang 10 yards
n:o 18 acht stukken geborduurt neteldoek ieder lang 10 yards
n:o 19 drie stukken geborduurt neteldoek ieder lang 10 yards
n:o 20 twee stukken geborduurt neteldoek ieder lang 10 yards
n:o 21 drie stukken geborduurt neteldoek ieder lang 10 yards
n:o 22 twee stukken geborduurt neteldoek ieder lang 10 yards
n:o 23 vyf stukken geborduurt neteldoek ieder lang 10 yards
n:o 24 drie stukken geborduurt neteldoek ieder lang 10 yards
n:o 25 een stuk batist lang 10 yards
n:o 26 een stuk batist lang 10 yards
n:o 27 twee [stuk] effen kamerdoek ieder lang 10 yards
n:o 28 zes [stuk] halsdoeken met randjes

Nota zynde in deeze koffer van de geborduurde neteldoek n:o 17, twee p:s minder bevonden als ’t factuur dicteerd

n:o 35 een koffer gemerkt HR wel geconditioneerd waar in bevonden
n:o 451 een stuk chitz lang 22 yards
n:o 464 een stuk chitz lang 22 yards
n:o 446 een stuk chitz lang 22 yards
n:o 445 een stuk chitz lang 21 yards
n:o 444 een stuk chitz lang 22 yards
n:o 447 een stuk chitz lang 22 yards
n:o 463 een stuk chitz lang 22 yards
n:o 448 een stuk chitz lang 22 yards
n:o 302 een stuk chitz lang 22 yards
n:o 496 een stuk chitz lang 22 yards
n:o 441 een stuk chitz lang 22 yards
n:o 484 een stuk chitz lang 22 yards
n:o 438 een stuk chitz lang 22 yards
n:o 449 een stuk chitz lang 22 yards
n:o 439 een stuk chitz lang 22 yards
n:o 458 twee [stuk] chitz te zamen lang 42 yards
n:o 456 een stuk chitz lang 22 yards
n:o 443 een stuk chitz lang 21 yards
n:o 459 een stuk chitz lang 22 yards
n:o 460 een stuk chitz lang 22 yards
n:o 455 een stuk chitz lang 22 yards
n:o 488 een stuk chitz lang 21 yards
n:o 494 een stuk chitz lang 22 yards
n:o 486 een stuk chitz lang 22 yards
n:o 454 een stuk chitz lang 22 yards
n:o 455 een stuk chitz lang 22 yards
n:o 489 een stuk chitz lang 22 yards
n:o 298 vier stukken chitz te zamen lang 88 yards
n:o 493 vier stukken chitz te zamen lang 88 yards
n:o 452 een stuk chitz lang 22 yards
n:o 450 een stuk chitz lang 22 yards
n:o 440 een stuk chitz lang 22 yards
n:o 489 een stuk chitz lang 22 yards
n:o 462 een stuk chitz lang 22 yards
n:o 492 een stuk chitz lang 21 yards
n:o 491 een stuk chitz lang 22 yards
n:o 485 een stuk chitz lang 21 yards
n:o 490 een stuk chitz lang 22 yards
n:o 487 een stuk chitz lang 22 yards
n:o 442 een stuk chitz lang 22 yards
n:o 441 een stuk chitz lang 22 yards
n:o 483 negen p:s chitzen te zamen lang 262 yards
n:o 473 een p:s chitz lang 29 yards
n:o 481 twee p:s chitz te zamen lang 58 yards
n:o 477 twee p:s chitz te zamen lang 56 yards
n:o 475 een p:s chitz lang 29 yards
n:o 478 drie p:s chitz te zamen lang 86 yards
n:o 482 twee p:s chitz te zamen lang 57 yards
n:o 495 een p:s chitz lang 29 yards
n:o 480 twee p:s chitz [te zamen] lang 57 yards
n:o 476 twee p:s chitz te zamen lang 57 yards
n:o 479 een p:s chitz lang 29 yards
n:o 449 een p:s chitz lang 22 yards
n:o 37 een koffer gemerkt HR wel geconditioneerd, waar in
n:o 50 vier en twintig pakken wit garen
n:o 60 twaalf pakken wit garen
n:o 70 twaalf pakken wit garen
n:o 90 vier en twintig pakken wit garen
n:o 9 tien pond wit garen
n:o 10 tien pond wit garen
n:o 11 tien pond wit garen
n:o 12 vier pond wit garen
n:o 8 vier en twintig pakjes half ligt en half donker blauw garen
twee en seventig pakjes donker blauw garen
n:o 50 een koffertje gemerkt HR wel geconditioneerd, waar in
n:o 1 zes snoer hals paerlen
n:o 2 zes snoer hals paerlen
n:o 3 vier en twintig snoer hals paerlen
n:o 4 zes snoer hals paerlen
n:o 5 agthien snoer hals paerlen
n:o 6 twaalf snoer hals paerlen
n:o 7 twaalf snoer hals paerlen
n:o 8 twaalf snoer hals paerlen
n:o 9 drie snoer hals paerlen
n:o 10 twaalf snoer hals paerlen
n:o 11 drie snoer hals paerlen
n:o 12 drie snoer hals paerlen
n:o 13 negen snoer hals paerlen
n:o 14 drie paar vergulde oor krabben
n:o 15 twaalf paar paarlen oor krabben
n:o 16 zes paar coralen oor krabben
n:o 17 dertig paar coralen oor krabben
n:o 18 zes douzyn glaze vinger ringetjes
n:o 19 een douzyn gesneede vinger ringetjes
n:o 20 een douzyn gesneede vinger ringetjes
n:o 1 twaalf paar vergulde oorkrabbetjes
n:o 2 zes paar vergulde oorkrabbetjes
n:o 3 vier en twintig pletty vinger hoeden
n:o 4 twaalf pletty vingerhoeden
n:o 5 twaalf pletty vingerhoeden
n:o 6 zes douzyn vergulde ringen
n:o 7 een douzyn vergulde ringen
n:o 5 een koffer gemerkt HR wel geconditioneerd, waar in
n:o 5 twintig pakjes van 3 pond ieder, makende te zamen 60 pond, ruuw garen
n:o 6 twaalf pakjes ruuw garen
n:o 7 zestig pakjes ruuw garen
n:o 7 vier en twintig pakjes ruuw garen fynder
n:o 8 zes en dertig pakjes gecouleurd garen
n:o 69 een koffer gemerkt HR wel geconditioneerd, waar in
n:o 39 vier stukken linnen te zamen lang 101 yards
n:o 40 vier stukken YeYerlandsrlands linnen te zamen lang 98 yards
n:o 41 drie stukken Yerlands linnen te zamen lang 73 yards
n:o 42 vyf stukken Yerlands linnen te zamen lang 125 yards
n:o 43 drie stukken Yerlands linnen te zamen lang 76 yards
n:o 44 drie stukken Yerlands linnen te zamen lang 77 yards
n:o 45 drie stukken Yerlands linnen te zamen lang 72 yards
n:o 46 drie stukken Yerlands linnen te zamen lang 75 yards
n:o 47 twee stukken Yerlands linnen te zamen lang 51 yards
n:o 48 twee stukken Yerlands linnen te zamen lang 50 yards
n:o 49 een [stukken] Yerlands linnen te zamen lang 26 yards
n:o 51 een [stukken] Yerlands linnen te zamen lang 25 yards
n:o 52 twee stukken Yerlands linnen te zamen lang 52 yards
n:o 44 een koffer gemerkt HR wel geconditioneerd waar in
zes riem octaaf post papier
twee riem octaaf post papier met vergulde randen
drie boeken in leeder gebonden van vier boek mediaan papier ieder
drie boeken in leeder gebonden van vier boek mediaan papier ieder zynde journaals
drie boeken in leeder gebonden van vier boek mediaan papier ieder met alphabets
drie schryf boeken in leeder gebonden van vier boek klein formaat ieder
drie schryf boeken in leeder gebonden van vier boek klein formaat ieder journaals
drie schryf boeken in leeder gebonden van vier boek klein formaat ieder met alphabeths
vier en twintig memorie boekjes grootste zoort in leder gebonden
vier en twintig memorie boekjes tweede zoort in leder gebonden
vier en twintig memorie boekjes derde zoort in leder gebonden
vier en twintig memorie boekjes derde zoort in papier gebonden
twaalf douzyn potlooden
zes pond rood lak
een pond zwart lak
twaalf groote cyffer leyde
twaalf kleine cyffer leyde
twaalf pakken grote visite kaarten
twaalf pakken kleine visite kaarten
twee pond gommi sandrae
agt en veertig pakjes inkt stof
negen hondert penne schaften
negen en dertig zoo heele als halve boeken vloei papier
n:o 65 een koffer gemerkt HR dewelke reeds geopend was, waar in bevonden
twaalf p:s behangzel chitz zonder nommer, houdende te zamen 405 yards
n:o 509 een p:s chitz lang 28 yards
n:o 510 een p:s chitz lang 28 yards
n:o 511 een p:s chitz lang 28 yards
n:o 512 een p:s chitz lang 28 yards
n:o 506 drie p:s chitz te zamen lang 60 yards
n:o 507 tien p:s chitz te zamen lang 200 yards
n:o 508 vyf p:s chitz te zamen lang 100 yards
n:o 1 twee piesies waar aan 48 p:s chitze tjalies
n:o 2 twee piesies waar aan 48 p:s chitze tjalies
n:o 3 twee piesies waar aan 21 p:s musulien tjalies
n:o 33 een pakje in zyldoek gemerkt HR en daar in
een klein koffertje waar in bevonden is
n:o 43386 drie paar pletty sporen
n:o 43387 drie paar pletty sporen
n:o 43388 drie paar pletty sporen
n:o 43389 drie paar pletty sporen
n:o 43390 drie paar pletty sporen
n:o 43391 drie paar pletty sporen
n:o 43392 drie paar pletty sporen
n:o 43393 drie paar pletty sporen
n:o 43421 drie paar pletty gespes
n:o 43422 drie paar pletty gespes
n:o 43423 drie paar pletty gespes
n:o 43424 drie paar pletty gespes
n:o 43425 drie paar pletty gespes
n:o 43426 drie paar pletty gespes
n:o 43427 drie paar pletty gespes
n:o 43428 drie paar pletty gespes
n:o 43429 twee paar plettysche gespes met riem
n:o 43430 twee paar plettysche gespes met riem
n:o 43431 twee paar plettysche gespes met riem
n:o 43432 twee paar plettysche gespes met riem
n:o 43433 twee paar plettysche gespes met riem
n:o 43434 twee paar plettysche gespes met riem
n:o 43435 twee paar plettysche gespes met riem
n:o 43436 twee paar plettysche gespes met riem
n:o 43437 twee paar plettysche gespes met riem
n:o 43438 twee paar plettysche gespes met riem
n:o 43439 twee paar plettysche gespes met riem
n:o 43440 twee paar plettysche gespes met riem
n:o 569 twaalf douzyn groote en zes douzyn kleine vergulde knopen
n:o 521 twaalf douzyn groote en zes douzyn kleine pletty knopen
n:o 67301 zes douzyn groote pairlamoer knopen
n:o 67298 drie douzyn kleine pairlamoer knopen
n:o 67123 zes douzyn kleine en drie douzyn kleine knopen
n:o 67111 zes douzyn kleine en drie douzyn kleine knopen
n:o 67211 zes douzyn klein knopen
n:o 67202 zes douzyn klein knopen
n:o 67207 zes douzyn klein knopen
n:o 67188 zes douzyn klein knopen
n:o 67174 zes douzyn klein knopen
n:o 67191 zes douzyn klein knopen
n:o 67198 zes douzyn klein knopen
n:o 67203 zes douzyn klein knopen
n:o 30 een kastje gemerkt HR waar in bevonden
n:o 1 vier douzyn friseer kammen
n:o 2 vier douzyn friseer kammen
n:o 3 twee douzyn friseer kammen
n:o 4 twee douzyn friseer kammen
n:o 5 een douzyn friseer kammen
n:o 6 een douzyn strijkriemen
n:o 7 een douzyn strijkriemen
n:o 8 een douzyn strijkriemen
n:o 9 een douzyn grove kammen
n:o 10 een douzyn kammen in foudralen
n:o 11 een douzyn kammen in foudralen
n:o 12 een douzyn fyne kammen
n:o 13 een douzyn fyne kammen
n:o 14 een douzyn fyne kammen
n:o 15 een douzyn fyne kammen
n:o 16 een douzyn cromme kammen
n:o 17 een douzyn cromme kammen
n:o 18 agthien friseer yzers
n:o 19 twaalf brand yzers
een hondert en twee en veertig koekjes schoe waks
Nota, komende dus aan dit kastje te ontbreeken twee koekjes schoe waks
n:o 42 een kastje gemerkt HR waar in
n:o 371 zes metale quart bekers
n:o 372 zes metale pint bekers
n:o 282 vier metale kelken bekers
n:o 304 twaalf metale snuyfdoozen
n:o 307 twaalf metale snuyfdoozen
n:o 250 zes metale paar zoutvaatjes
n:o 2819 twaalf metale thee kistje lepeltjes
n:o 35 een metale thee pot
n:o 118 een metale thee pot
n:o 101 elf metale pap bakjes
n:o 101 een metale snuyf doos
n:o 276 zes metale wyn tregters
n:o 1836 een metale coffy pot
n:o 1037 drie douzyn metale leepels
n:o 1043 drie douzyn metale leepels
n:o 1065 drie douzyn metale leepels
n:o 1044 drie douzyn metale leepels
n:o 1066 drie douzyn metale leepels
n:o 1045 drie douzyn metale lepels
n:o 3068 zes metale zuiker tange
n:o 3031 zes metale zuiker tange
n:o 3147 zes metale zuiker tange
n:o 3010 zes metale zuiker tange
n:o 48 een kastje gemerkt HR waar in
n:o 3 drie douzyn scheer kastjes
n:o 4 drie douzyn scheer kastjes
n:o 5 drie douzyn scheer kastjes
n:o 6 drie douzyn scheer kastjes
n:o 43794 een douzyn staale snuiters
n:o 43795 een douzyn staale snuiters
n:o 43796 een douzyn staale snuiters
n:o 43797 een douzyn staale snuiters
n:o 10 een kast gemerkt HR dewelke reeds geopend was, waar in
n:o 1 vier en twintig zwarte ronde mans hoeden
n:o 2 twintig zwarte ronde mans hoeden
n:o 3 agthien zwarte ronde mans hoeden
n:o 4 twaalf zwarte ronde mans hoeden
n:o 5 vier grauwe ronde mans hoeden met groen onder
n:o 6 acht grauwe ronde mans hoeden waar van 2 met groen onder
vier grauwe vrouwe hoeden
vier grauwe vrouwe hoeden met groen onder
vier witte vrouwe hoeden
agt douzyn hoede bantjes
zes douzyn hoede gespetjes
Nota, ontbreekende dus aan deeze kast, bij confrontatie met ’t factuur
n:o 2 vier zwarte mans hoeden
n:o 3 zes p:s en twee douzyn gespetjes
 

dewelke egter volgens des overleedenens annotatie boek niet bevonden waren verkogt te zyn

n:o 40 een kast gemerkt HR wel geconditioneerd, waar in
twee hondert pond tabak, in ponden
n:o 39 een kast gemerkt HR wel geconditioneerd, waar in almeede
twee hondert pond tabak in ponden
n:o 38 een kast gemerkt HR wel geconditioneerd, waar in
een hondert pond tabak in ponden
twee en dertig groote, en 13 kleine rolletjes tabak wegende volgens ’t factuur 101 pond
n:o 31 een kastje gemerkt HR wel geconditioneerd waar in
twee en seventig doosjes tande poeder
vier douzyn flesjes Stoughton:s bitter
een douzyn botteltjes brandewijns bitter
een douzyn botteltjes kina tinktuur
een douzyn flesjes turlaton
twee douzyn flesjes opodeldoc
twee douzyn botteltjes daffys elixcier
een douzyn doosjes met Schotze pillen
een douzyn flesjes essence peprement
n:o 27 een kastje gemerkt HR wel geconditioneerd waar in bevonden
een hondert flesjes mostert van quard ponden
n:o 26 een kastje gemerkt HR wel geconditioneerd, waar in almeede
een hondert flesjes mostert van half ponden
n:o 25 een kast gemerkt HR wel geconditioneerd, waar in meede
vijftig flesjes mosterd in heele ponden
n:o 11 een kast gemerkt HR dewelke reeds geopend was, waar in bevonden
n:o 1 twee kinder hoeden
n:o 2 twee kinder hoeden
n:o 3 twee kinder hoeden
n:o 4 twee kinder hoeden
n:o 5 twee kinder hoeden
n:o 6 twee kinder hoeden
n:o 7 twee mans hoeden
n:o 8 twee mans hoeden
n:o 9 twee mans hoeden
n:o 10 twee mans hoeden
n:o 11 twee mans hoeden
n:o 12 twee mans hoeden
n:o 13 twee mans hoeden
n:o 14 twee mans hoeden
n:o 15 twee mans hoeden
n:o 16 twee mans hoeden
n:o 17 een mans hoed
n:o 18 twee mans [hoed]
n:o 19 een mans hoed
n:o 20 een mans hoed
n:o 21 een mans hoed
n:o 22 een mans hoed
n:o 23 een mans hoed
n:o 24 een mans hoed
n:o 26 een grauwe jongetjes hoed
n:o 27 twee grauwe jongetjes [hoed]
n:o 28 een groen jongetjes hoed
n:o 31 twee zwarte jongetjes [hoed]
n:o 37 een groene kindere hoed
n:o 39 een grauwe mans hoed met groen onder
twaalf gecouleurede veder bosschen
twee gecouleurde struysveder bosschen
een groote struijsveder [bosschen]

Nota, zijnde volgens des overleedenens annotatie boek de overige hoeden, bestaande in

n:o 25 een mans hoed
n:o 29 een jongetjes hoed
n:o 30 een jongetjes hoed
n:o 32 een jongetjes hoed
n:o 33 twee jongetjes [hoed]
n:o 34 twee jongetjes [hoed]
n:o 35 een jongetjes hoed
n:o 36 een jongetjes hoed
n:o 37 een jongetjes hoed
n:o 38 een jongetjes hoed
n:o 40 een mans hoed
n:o 41 een vrouwe hoed en
n:o 42 twee vrouwe [hoed] verkogt

Terwijl voorts een gros pill boxes op ’t factuur bekend staande, niet gevonden zijn

n:o 29 een kast gemerkt HR, wel geconditioneerd waar in bevonden
vyf groote glaze stulpen, waar van een gebroken
twaalf kleinder glaze stulpen, waar van twee gebroken
twaalf glaze stulpen kleinste zoort
dus in deeze kast twaalf stulpen meerder bevonden als ’t factuur dicteerd
n:o 21 een kast gemerkt HR wel geconditioneerd, waar in
n:o 1 vier en twintig ronde verlakte schenk blaadjes, van 5 duim
n:o 2 zes ronde verlakte schenk blaadjes van 11 duim
n:o 3 zes ronde verlakte schenk blaadjes van 14 duim
n:o 4 twee ronde verlakte schenk blaadjes van 18 duim
n:o 5 twee ronde verlakte schenk blaadjes van 20 duim
n:o 6 twee ronde verlakte schenk blaadjes van 22 duim
n:o 7 drie lankwerpige verlakte schenk blaadjes van 18 duim
n:o 8 drie lankwerpige verlakte schenkbladen van 20 duim
n:o 9 twee lankwerpige verlakte schenkbladen van 18 duim
n:o 10 twee lankwerpige verlakte schenkbladen van 20 duim
n:o 11 twee lankwerpige verlakte schenkbladen van 22 duim
n:o 12 twee lankwerpige verlakte schenkbladen van 20 duim
n:o 13 twee lankwerpige verlakte schenkbladen van 22 duim
n:o 14 twee lankwerpige verlakte schenkbladen van 24 duim
n:o 15 drie lankwerpige verlakte schenkbladen van 30 duim
n:o 16 zes ronde verlakte schenkbladen van 8 duim
n:o 17 zes lankwerpige verlakte schenkbladen van 10 duijm
n:o 18 zes lankwerpige verlakte schenkbladen van 12 duijm
n:o 19 zes lankwerpige verlakte schenkbladen van 14 duijm
n:o 20 zes lankwerpige verlakte schenkbladen van 16 duim
n:o 21 zes lankwerpige verlakte schenkbladen van 18 duim
n:o 22 drie lankwerpige verlakte schenkbladen van 10 duim
n:o 23 een douzyn verlakte snuyterbakjes
n:o 24 zes verlakte brood mandjes
n:o 25 zes verlakte brood mandjes
n:o 26 drie kleine thee kastjes
n:o 27 drie middelzoort thee kastjes
n:o 28 drie groote thee kastjes
n:o 29 twee kleine thee busjes
n:o 30 twee kleine thee busjes
n:o 31 twee kleine thee busjes
n:o 32 twee kleine thee busjes
n:o 33 een verlakte mans toilet
n:o 34 een verlakte vrouwe toilet
n:o 35 een verlakte vrouwe toilet
n:o 36 zes verlakte beekers
n:o 37 twaalf verlakte beekers
n:o 38 drie verlakte thee potten
n:o 39 drie verlakte thee potten
n:o 9744 een leere snuyfdoos
n:o 9342 een leedere snuyfdoos
n:o 9417 een leedere snuyfdoos
n:o 9688 een leedere snuyfdoos
n:o 9471 twee leedere [snuyfdoos]
n:o 877 een carette snuyfdoos
n:o 13026 een carette snuyfdoos
tien gros lange korken
vyf gros korte korken
tien gros medicijn flesjes korken
n:o 24 een kast gemerkt HR dewelke reeds geopend was, waar in bevonden
zes douzyn hoede schroeven
twaalf douzyn scheerdozen van 4 differente zoorten, van ieder zoort 3 douzyn
agt douzyn scheer borsteltjes
vier douzyn scheer borsteltjes
vier en twintig gomi sandrae doosjes
vier en twintig ronde lignaalen in zoort
twaalf ronde lignalen met potlootjes
twaalf ronde lignalen met potlootjes wat kleinder
twaalf zak poeder doosjes met dons kwasten
twaalf brij doosjes
twaalf yvoore papier messen
zes douzyn enkelde tande borstels
twee douzyn dubbelde tande borstels
twee douzyn dubbelde tande borstels met sponsen
twee douzyn enkelde tande borstels met vier ryge
twaalf gespes borstels
twaalf nagel borstels
vier en twintig stevel knegts
vier set houte schaak spellen
twaalf set dominees spellen
twaalf set dominees spellen agter zwart
twaalf vouw beenen
twaalf douzyn beenen visjes
twaalf yvoore penningen
n:o 1 drie douzyn pakjes spelden
n:o 2 vier douzyn pakjes spelden
n:o 3 drie douzyn pakjes spelden
agt-en-veertig schoene borstels
agt-en-veertig ijvoore spuitjes
agt-en-veertig ijvoore spuitjes
zes kleine dambortjes
vier grooter dambortjes
twee grooter leedere dambortjes met 2 paar dobbelsteenen
twee set beene schaak spellen
tien douzyn kleeder borstels in zoort
een mahony houte schryf lessenaar
een mahony houte schryf lessenaar kleinder

Werdende overigens in des overledenens annotatie boek bevonden dat de in opgemelde kast n:o 24 meede gepakt geweest zijnde

5 gros korken
10000 Londonsche naalden en
5000 Witchatly naalden

zyn verkogt

n:o 9 een kast gemerkt HR wel geconditioneerd waar in
een hondert en twaalf ponden ordinaire hair poeder
drie en negentig ponden fyne hair poeder
zes en vyftig ponden fynder hair poeder
zes en vyftig ponden fynste hair poeder
n:o 36 een koffer gemerkt HR dewelke reeds geopend was, waar in
n:o 8 elf douzyn paren mans handschoenen
n:o 9 vier douzyn paren mans handschoenen
n:o 10 drie douzyn en 7 paren mans handschoenen
n:o 11 zes douzyn paren mans handschoenen
n:o 12 vier douzyn paren mans handschoenen
n:o 13 een douzyn en 11 paren mans handschoenen

Werdende voorts uit des overleedenens annotatie boek bevonden uyt deeze coffer verkogt te zyn

n:o 1 twee douzyn paren vrouwen hand schoenen
n:o 2 twee douzyn paren vrouwen hand schoenen
n:o 3 twee douzyn paren vrouwen hand schoenen
n:o 4 drie douzyn paren vrouwen hand schoenen
n:o 5 drie douzyn paren vrouwen hand schoenen
n:o 6 twee douzyn paren vrouwen hand schoenen
n:o 7 vier douzyn paren vrouwen hand schoenen
n:o 10 twee paren mans handschoenen, en
n:o 14 drie douzyn paren vrouwe handschoenen

Terwyl als dan overigens in vergelyking met ’t factuur aan deeze koffer komen te ontbreeken

n:o 8 een douzyn paren mans handschoenen
n:o 10 drie paren mans handschoenen en
n:o 13 een [paren] mans handschoenen
n:o 8 een baal gemerkt HR waar in
twee stukken blauw nopjes laken ieder lang 20 yards
een stuk gestreepte myde baay lang 39 yards
een stuk bruyn molton baay lang 43 yards
een stuk roode molton baay lang 45 yards
een stuk groen nopjes laken lang 43 1/2 yards
een stuk groen nopjes laken lang 44 yards
drie stukken wit nopjes laken ieder lang 20 yards
een [stukken] groen nopjes laken meede lang 20 yards
elf stukken flennij van differente zoorten houden te zamen 508 1/2 yards
een stuk groene baay lang 45 1/2 yards
een stuk groene baay lang 44 yards
een stuk blaauwe baay lang 44 yards
een stuk blaauwe baay lang 45 yards
een stuk grof groen laken lang 42 1/2 yards
een stuk grof groen laken lang 36 yards
vier [stuk] witte baaij te zamen lang 181 yards
vier [stuk] witte baaij te zamen lang 179 yards
n:o 7 een baal gemerkt HR wel geconditioneerd waar in
zes stukken blaauwe baay te zamen lang 521 yards
n:o 45 een kast gemerkt HR wel geconditioneerd, waar in
agt douzyn zeep ballen
vier douzyn zeep ballen almondse
twaalf douzyn potjes pomade in zoort
agt en veertig bottels roose water
agt en veertig kleine bottels lavendel water
agt en veertig flesjes essence sans pareille
twaalf groote flessen rooze melk
twaalf kleine flessen rooze melk
agt en veertig flesjes assence bergamot
agt en veertig flesjes assence limon
agt en veertig flesjes muscus
een hondert en vier en veertig stange pomade
n:o 47 een kastje gemerkt HR wel geconditioneerd, waar in
n:o 43959 zes douzyn paren tafel messen en vorken, met beene heften
n:o 43960 zes douzyn paren tafel messen en vorken, met beene heften
n:o 43962 twee douzn paren tafel messen en vorken, met beene heften
n:o 43962 een douzyn paren desert messen en vorken, met beene heften
n:o 43962 twee enkelde paren trancheer messen en vorken met beene heften
n:o 43966 twee douzyn paren tafel messen en vorken met zwarte houte heften
n:o 44039 twee douzyn penne messen met witte yvoore heften en zilvere ringen
n:o 44040 een douzyn penne messen met witte yvoore heften
n:o 43968 twee douzyn paren tafel messen en vorken, met bruine houte heften
n:o 43971 twee douzyn paren tafel messen en vorken, met zwarte geriffelde heften
n:o 43971 een douzyn paren desert messen en vorken, met zwarte geriffelde heften
n:o 43971 twee enkelde paaren trancheer messen en vorken met zwarte geriffelde heften
n:o 43972 twee douzyn paren tafel messen en vorken van 3 tanden met zwarte heften
n:o 43972 een douzyn paren desert messen en vorken van 3 tanden met zwarte heften
n:o 43972 twee enkelde paren trancheer messen en vorken van 3 tanden met zwarte heften
n:o 43973 twee douzyn paren tafel messen en vorken als voren met 3 tanden en zwarte heften
n:o 43973 een douzyn paren desert messen en vorken met 3 tanden en zwarte heften
n:o 43973 twee enkelde paren trancheer messen en vorken met 3 tanden en zwarte heften
n:o 43974 twee douzyn paren tafel messen en vorken met 3 tanden en witte yvoore heften
n:o 43974 een douzyn paren desert messen en vorken met 3 tanden en witte yvoore heften
n:o 43974 twee enkelde paren trancheer messen en vorken met 3 tanden en witte ijvooren heften
n:o 43975 twee douzyn paren tafel messen en vorken met 3 tanden, groene heften en zilvere ringen
n:o 43975 een douzyn paren dessert messen en vorken met 3 tanden, groene heften en zilvere ringen
n:o 43975 twee enkelde paren trancheer messen en vorken met 3 tanden, groene heften en zilvere ringen
n:o 44043 zes douzyn penne messen met pletty heften
n:o 44042 twee douzyn poeder messen
n:o 44045 twee douzyn paren tafel messen en vorken met 3 tanden en pletty heften
n:o 44048 twee douzyn paren tafel messen en vorken met 3 tanden en pletty heften
negen douzyn pennemes scheeden
n:o 28 een kast gemerkt HR wel geconditioneerd waar in
n:o 1975 vier paar groote pletty tafel kandelaars
n:o 12316 agt pletty handblakertjes
n:o 1756 een ronde pletty sooyas standaartje
n:o 1756 een drie kante pletty sooyas standaartje met drie glaasjes
n:o 2117 een plettij ijer standaartje met 4 kopjes
n:o 2117 vier plettij half vergulde ijer lepeltjes
n:o 2117 een plettij likeur standaartje met 4 ovale flessen
n:o 2117 een pletty oly en azyn standaart met 7 flessen
n:o 2117 een pletty oly en azyn standaart met 8 flessen
n:o 11503 twee paar hooge plettysche kandelaars
n:o 1671 twee paare platte plettysche kandelaars
n:o 1671 twee plettijsche mostert potjes met zilver opgelegt
n:o 1671 vier plettijsche snuyter bakjes met zilvere randjes
n:o 12857 vier vierkante pletty inkt standaar
n:o 12857 twee ronde pletty schenkblaadjes met zilvere randen van 7 duim
n:o 12857 twee ovaale pletty schenkblaadjes met zilvere randen van 9 1/2 by 6 1/2 duim
n:o 12857 twee paar pletty bottel bakjes van gebooge draad
n:o 12857 twee paar plettysche zout vaatjes met hunne glazen
n:o 12316 twee paar plettysche brood standaartjes
n:o 12857 drie fyne gepouleerde staale lamp snuiters
n:o 217 twee fyne gepouleerde staale kaarse snuiters
n:o 261 twee fyne gepouleerde staale kaarse snuiters
n:o 46 een kastje gemerkt HR wel geconditioneerd waar in
n:o 43911 een douzyn fyne scheermessen
n:o 43912 een douzyn fyne scheermessen
n:o 43913 een douzyn fyne scheermessen
n:o 43914 een douzyn fyne scheermessen
n:o 43915 een douzyn fyne scheermessen
n:o 43916 een douzyn fyne scheermessen
n:o 43917 een douzyn fyne scheermessen
n:o 43918 een douzyn fyne scheermessen
n:o 43919 een douzyn fyne scheermessen
n:o 43920 een douzyn fyne scheermessen
n:o 43921 een douzijn fijne scheermessen
n:o 43922 een douzyn fyne scheermessen
n:o 43923 een douzyn fyne scheermessen
n:o 43924 een douzyn fyne scheermessen
n:o 43925 een douzyn fyne scheermessen
n:o 43926 een douzyn fyne scheermessen
n:o 43927 een douzyn fyne scheermessen
n:o 43928 een douzyn fyne scheermessen
n:o 43929 een douzyn fyne scheermessen
n:o 43930 een douzyn fyne scheermessen
n:o 43931 een douzyn fyne scheermessen
n:o 43932 een douzyn fyne scheermessen
n:o 43933 een douzyn fyne scheermessen
n:o 43934 een douzyn fyne scheermessen
n:o 43935 een douzyn fyne scheermessen
n:o 43936 een douzyn fyne scheermessen
n:o 43937 een douzyn fyne scheermessen
n:o 43938 een douzyn fyne scheermessen
n:o 43939 een douzyn fyne scheermessen
n:o 43940 een douzyn fyne scheermessen
n:o 43941 een douzyn fyne scheermessen
n:o 43942 een douzyn fyne scheermessen
n:o 43943 een douzyn fyne scheermessen
n:o 43944 een douzyn fyne scheermessen
n:o 43945 een douzyn fyne scheermessen
n:o 43946 een douzyn fyne scheermessen
n:o 43838 twee douzyn fyne schaaren
n:o 43840 twee douzyn fyne schaaren
n:o 43842 twee douzyn fyne schaaren
n:o 43846 twee douzyn fyne schaaren
n:o 43847 twee douzyn fyne schaaren
n:o 43849 twee douzyn fyne schaaren
n:o 43854 twee douzyn fyne schaaren
n:o 43856 twee douzyn fyne schaaren
n:o 43861 twee douzyn fyne schaaren
n:o 43862 twee douzyn fyne schaaren
n:o 43865 twee douzyn fyne schaaren
n:o 43866 twee douzyn fyne schaaren
n:o 43867 twee douzyn fyne schaaren
n:o 43868 twee douzyn fyne schaaren
n:o 43870 twee douzyn fyne schaaren
n:o 43882 twee douzyn fyne schaaren
n:o 43883 twee douzyn fyne schaaren
n:o 43884 twee douzyn fyne schaaren
n:o 43885 twee douzyn fyne schaaren
n:o 43886 twee douzyn fyne schaaren
n:o 43887 twee douzyn fyne schaaren
n:o 43888 twee douzyn fyne schaaren
n:o 43889 twee douzyn fyne schaaren
n:o 43706 een douzyn penne messen
n:o 43708 een douzyn penne messen
n:o 43711 een douzyn penne messen
n:o 43718 een douzyn penne messen
n:o 43754 een douzyn penne messen
n:o 43755 een douzyn penne messen
n:o 43757 een douzyn penne messen
n:o 43761 een douzyn penne messen
n:o 43764 een douzyn penne messen
n:o 43765 een douzyn penne messen
n:o 43767 een douzyn penne messen
n:o 43745 een douzyn penne messen
n:o 43746 een douzyn penne messen
n:o 43750 een douzyn penne messen
n:o 43751 een douzyn penne messen
n:o 43752 een douzyn penne messen
n:o 43758 een douzyn penne messen
n:o 43780 een douzyn jagt messen
n:o 43778 een douzyn jagt messen
n:o 43713 een half douzyn penne messen
n:o 43766 een half douzyn penne messen
n:o 43890 een douzyn lanzette
n:o 43891 een douzyn lanzette
n:o 43892 een douzyn lanzette
n:o 43893 een douzyn lanzette
n:o 43894 een douzyn lanzette
n:o 43895 een douzyn lanzette
n:o 43896 een douzyn lanzette
n:o 43897 een douzyn lanzette
n:o 43898 een douzyn lanzette
n:o 43899 een douzyn lanzette
n:o 43900 een douzyn lanzette
n:o 43901 een douzyn lanzette
n:o 43902 een douzyn lanzette
n:o 43903 een douzyn lanzette
n:o 43904 een douzyn lanzette
n:o 43905 een douzyn lanzette
n:o 43906 een douzyn lanzette
n:o 43907 een douzyn lanzette
n:o 43909 een douzyn lanzette
n:o 7 twaalf douzyn papiere schaaren scheede
n:o 8 twaalf douzyn papiere schaaren scheede
n:o 9 tien douzyn papiere schaaren scheede
n:o 10 seven douzyn papiere pennemes scheede
n:o 11 seven douzyn papiere pennemes scheede

Nota, werdende alhier genoteerd dat volgens ’t factuur aan deeze kast komt te manqueren 1 douzyn scheermessen n:o 43920

n:o 6 een vat gemerkt HR wel geconditioneerd waar in
n:o 1 tien pakken zylgaren
n:o 2 drie pakken zylgaren
n:o 3 drie pakken zylgaren
twaalf bosch handlynen
agt en veertig pond huislyn
agt en veertig boschen log lyn

N:o 70 een kastje gemerkt HR het welk geopend en ten vollen ontpakt was, dog zyn van zodanige goederen als volgens het factuur in ’t gemelde kastje zyn gepakt door de ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren in een koffertje in den beginne van deeze inventaris gemeld met kopere spykers gemerkt HR bevonden de volgende goederen en genommert geworden, zo als hier na volgd

n:o 1 een zilver thee kistje lepel
n:o 2 een zilver thee kistje lepel
n:o 3 een zilver thee kistje lepel
n:o 4 een zilver naaldeboek
n:o 5 een zilvere vingerhoed met een ruik glaasje en een yard maat
n:o 6 twee zilvere yard maate
n:o 7 drie zilvere vingerhoeden waar onder ruik botteltjes
n:o 8 een ruik flesje met een ronde zilvere koker
n:o 9 een ruik flesje met een zilvere faas
n:o 10 een zilvere thee seefje
n:o 11 een zilvere thee seefje
n:o 12 een zilvere thee kistje lepel in fatzoen van een hoed
n:o 13 zes zilvere vingerhoeden in zoort
n:o 14 een vergulde [vingerhoeden]
n:o 15 twee paar zilver vergulde geld beurse ringetjes
n:o 16 twee paar zilver vergulde geld beurse ringetjes
n:o 17 twee paar zilver vergulde geld beurse ringetjes
n:o 18 een zilvere geld bus
n:o 19 twee zilvere doosjes met whist merkjes
n:o 20 een zilvere tande stoker doosje in een rood leeder foudraal
n:o 21 zes douzyn vergulde horologie kettings
n:o 22 twee douzyn vergulde hals kettings
n:o 23 drie paar vergulde oorringen
n:o 24 drie paar vergulde oorringen
n:o 25 drie paar vergulde oorringen
n:o 26 drie paar vergulde oorringen
n:o 27 negen goude cachetjes
n:o 28 zes goude horologie sleutels en zes goude [cachetjes]
n:o 29 twaalf zilvere tande stookers
n:o 30 twaalf zilvere tande stookers
n:o 31 drie zilvere potlootjes van agteren met cachetjes
n:o 32 drie zilvere effen potlootjes
n:o 33 een zilvere snuyf doos
n:o 34 een zilvere snuyf doos
n:o 35 een zilvere snuyf doos
n:o 36 een zilvere snuyf doos
n:o 37 drie paar zilvere kniegespes met steenen
n:o 38 een douzyn goude draad ringetjes met een steentje
n:o 39 een kleine medaillon
n:o 40 een grooter medaillon
n:o 41 een grooter medaillon
n:o 42 een grooter medaillon met steentjes omzet
n:o 43 zes zilvere pype stoppers
n:o 44 zes zilvere pype stoppers
n:o 45 een zilvere ruyk flesje met een foudraal
n:o 46 een zilvere ruijk flesje met een foudraal
n:o 47 twee zilvere note muscaat raspeltjes
n:o 48 een platte zilvere doosje
n:o 49 drie kleine zilvere doosje
n:o 50 drie goude ringen met een plaatje
n:o 51 drie goude ringen met steenen
n:o 52 drie goude ringen met steenen
n:o 40 41, en 42 drie rood leere kasjes behorende tot de medaillons
twee zilvere jagt horologies van Metkalf
zes zilvere horologies, met een dag wijzer van Cowper
drie spinsbekke jagt horologies van Cowper
zes silvere horologies van Moore
twaalf silvere horologies van Bush

Wordende alhier pro memorie genoteerd, dat by des overleedenens annotatie boek word bevonden uyt dit kastje verkogt te zyn twee mahonyhoute schryf lessenaartjes, en voorts volgens ’t factuur aan de goederen dewelke zig in dit kastje moesten bevinden komen te ontbreeken

een vergulde vingerhoed met een reuk flesje a 11/6
drie schaaren met foudralen a 5/
zes schaaren met foudralen a 6/
zes goude medaillon sleutels a10/6
drie signette a 14/
drie signette a 20/
drie signette a 24/
drie potlootjes a 5/6
drie potlootjes a 6/
drie potlootjes a 4/6
drie potlootjes a 3/
drie potlootjes a 5/
drie potlootjes a 1/6
drie potlootjes a 2/
drie potlootjes a 2/6
drie potlootjes a 3/6
drie potlootjes met signette a 5/

Zynde wijders gevonden drie p:s pendules, volgens factuur behorende tot de koffer n:o 64 - komende uit ’t annotatie boek van den overleedenen te blyken, dat de overige in deeze koffer gepakt geweest zynde goederen, bestaande in

agt en veertig parasols en
een pendule: verkogt zyn
n:o 72 een baal gemerkt HR dewelke ten eenemaal ontpakt was, waar in gevonden zyn
n:o 1 een stuk 6/4 donker blaauw laken lang 33 1/4 yards
n:o 2 een stuk 6/4 donker blaauw laken lang 31 1/2 yards

Terwyl uit des overleedenens annotatie boek blykt dat de overige drie stukken laken zig in gemelde baal bevonden hebbende en gemerkt

n:o 3 lang 31 yards
n:o 4 lang 30 yards en
n:o 5 lang 29 1/4 yards zijn verkogt
n:o 73 een baal gemerkt HR dewelke almeede ten eenemaal ontpakt was, dog waar in overeenkomstig ’t factuur is bevonden
n:o 6 een stuk 6/4 donker blaauw laken lang 34 yards
n:o 7 een stuk 6/4 donker blaauw laken lang 33 yards
n:o 8 een stuk 6/4 donker blaauw laken lang 29 1/4 yards
n:o 9 een stuk 6/4 donker blaauw laken lang 37 1/2 yards
n:o 10 een stuk 6/4 donker blaauw laken lang 30 1/4 yards
n:o 22 een vat gemerkt HR ’t geen ten eenemaal ontpakt was, dog waar van bevonden zyn de volgende goederen
twee pakjes met 25 lb floris lafendel
een kastje waar in
een centenaar vitriool albon
een kastje met 50 lb campher
een kastje met 50 lb manna calabria
een pakje met 10 lb sponsen
een pakje met 5 lb castor H:B:
een vaatje met 77 lb sal glauberis
vyf gros groote korken
twaalf gros medicyn flesjes
een pakje met 25 lb arsenikom albon
twee pakjes met 20 lb floris sambucie
twee pakjes met 56 lb genever bessen
een vaatje met 63 lb ceneres clavellat, wordende by des overleedenens annotatie boek gevonden, dat uit dit vat verkogt zyn
vyf gros groote kurken
n:o 23 een vat gemerkt HR ’t geen insgelyks ten eenemaal was ontpakt, en van welkers inhoud ’t volgende is bevonden
twee pakjes met 33 lb rom:e camell bloemen
twee pakjes met 56 lb rad: iridis flor:
een klein kastje waar in
twee groote bottels essens bergam
een kleine [bottels] met olium cavyophill ver:
een kastje met 50 lb kwik zilver
een pakje met 50 lb gummy benzoin
een pakje met 50 lb Japansche aarde
twee [pakje] met 100 lb vitriol de Cypro
een kastje met 50 lb pulvis jalappa
een pakje met [25] lb nax vomic
twee pakjes met 56 lb gerasp Brazille hout
een kastje met 52 lb witte zeep
een zakje met lijn zaad

Manqueerende aan ’t laatstgem: vat; een pakje met 5 lb vermillon

n:o 66 een baal gemerkt HR dewelke ten eenemaal ontpakt was, van welkers inhoud bevonden is
n:o 2 een stuk gemelleerde kasemier lang 17 3/4 yards
n:o 3 een stuk zwart kasemier lang 20 yards
n:o 4 een stuk bruyn kasemier lang 20 yards
n:o 5 een stuk drab couleur kasemier lang 20 yards
n:o 6 een stuk drab couleur kasemier lang 20 yards
n:o 7 een stuk donker blaauw casemier lang 20 yards
n:o 8 een stuk wit casemier lang 19 3/4 yards
n:o 1 drie lappen vrouwe laken, te zamen lang 5 1/8 yards
n:o 2 een [lappen] vrouwe laken lang 2 1/8 yards
n:o 3 seven lappen fyn laken, te zamen lang 11 5/8 yards

Blykende uit des overleedenens annotatie boek uit deeze baal verkogt te zijn

n:o 1 een stuk gemelleerde casemier lang 15 3/4 yards
n:o 1 drie lappe vrouwe laken te zamen lang 6 1/4 yards
n:o 3 elf lappe fyn laken te zamen lang 21 7/8 yards

Over zulx op deeze baal by confrontatie met ’t factuur komt te manqueeren - 3/4 yards vrouwe laken n:o 1 - waar en tegen meerder bevonden word 3/8 yards fyn laken n:o 3

n:o 1 een kast gemerkt HR waar in volgens factuur
een hondert en vier en veertig bottels roode poortwyn
n:o 2 een kast gemerkt HR waar in almeede volgens factuur
een hondert en vier en veertig bottels roode poortwyn
n:o 3 een kast gemerkt HR waar in insgelyks volgens factuur
een hondert en vier en veertig bottels roode poortwyn
n:o 4 een ledige kast gemerkt HR waar in volgens ’t meergemelde factuur gepakt zyn geweest, twee en seventig bottels roode poort wyn, blykende uyt des overledenens annotatie boek dat daar van twaalf bottels zyn verkogt; terwyl voorts de heer Daniel de Waal by wien den overleedenen heeft gelogeert, aan de ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren heeft gedeclareert, dat denzelven daar van een groot gedeelte tot provisie heeft verbruikt, terwyl het restant van dien by zyne begraffenis is geconsumeerd
n:o 20 een kast gemerkt HR waar in almeede als voren volgens factuur
twee en seventig bottels roode poort wyn

Zynde voorts nog in des overleedenens private coffer hier boven gementioneerd waar op een kopere plaat en daar in gegraveert Henry Rutt gevonden

zes en negentig vergulde horologies sleutels en
zes vergulde signette

dewelke bevonden zijn te behoren by ’t factuur gedateerd London 5 May 1798 - door Jonathan en William Fox voor hunne reekening en risico met het schipcap:t Gilbert Mitchell onder opzigt van den overleedene na herwaards gezonden, weshalven dezelven hier by de overige goederen worden genoteerd.

Voorts is nog gevonden in des overleedenens schryf lessenaartje, een stel wissels in triplo groot £ster: 50 gedateerd Cape of Good Hope 10 September 1798 - getrokken door John Short luit:t van ’t 36:ste Regiment op Mr Croasdaile Great Pultney Street , London , in behoeve van den overleedenen; declareerende voorm: luit:t Short daar voor nog geene betalinge te hebben ontfangen, weshalven de gemelde wissels aan denzelven zijn gerestitueerd.

En zijn wyders van voorm: bodem denog aan de wal gebragt en by de ondergeteekende Gecommitteerdens ontfangen de volgende packages, als

n:o 15 een koffer gemerkt HR wel geconditioneerd waar in
n:o 1 twee douzyn paaren witte catoene vrouwe kouzen
n:o 2 twee douzyn paaren witte catoene vrouwe kouzen
n:o 3 twee douzyn paaren witte catoene vrouwe kouzen
n:o 4 twee douzyn paaren witte catoene vrouwe kouzen
n:o 5 twee douzyn paaren witte catoene vrouwe kouzen
n:o 6 twee douzyn paaren witte catoene vrouwe kouzen
n:o 7 twee douzyn paaren witte catoene vrouwe kouzen
n:o 8 twee douzyn paaren witte catoene vrouwe kouzen
n:o 9 twee douzyn paaren witte catoene vrouwe kouzen
n:o 10 twee douzyn paaren witte catoene vrouwe kouzen
n:o 11 twee douzyn paaren witte catoene vrouwe kouzen
n:o 12 twee douzyn paren witte catoene mans koussen
n:o 13 twee douzyn paren witte catoene mans koussen
n:o 14 twee douzyn paren witte catoene mans koussen
n:o 15 twee douzyn paren witte catoene mans koussen
n:o 16 een douzyn paren witte catoene mans koussen
n:o 17 een douzijn paren witte catoene mans koussen
n:o 16 een koffer gemerkt HR wel geconditioneerd waar in
n:o 18 twee douzyn paren witte gestreepte catoene mans kousen
n:o 19 twee douzyn paren witte gestreepte catoene mans kousen
n:o 20 twee douzyn paren witte gestreepte catoene mans kousen
n:o 21 twee douzyn paren witte gestreepte catoene mans kousen
n:o 22 twee douzyn paren witte gestreepte catoene mans koussen
n:o 23 twee douzyn paren witte gestreepte catoene mans koussen
n:o 24 twee douzyn paren witte gestreepte catoene mans koussen
n:o 25 twee douzyn paren witte gestreepte catoene mans koussen
n:o 26 twee douzyn paren witte gestreepte catoene mans koussen
n:o 27 twee douzyn paren gecouleurde catoene mans koussen
n:o 28 twee douzyn paren gecouleurde catoene mans koussen
n:o 29 twee douzyn paren gecouleurde catoene mans koussen
n:o 30 twee douzyn paren gecouleurde catoene mans koussen
n:o 31 een douzyn paren gecouleurde catoene mans koussen
n:o 17 een koffer gemerkt HR wel geconditioneerd waar in
n:o 32 een douzyn paren gecouleurde gestreepte catoene mans kousen
n:o 33 een douzyn paren gecouleurde gestreepte catoene mans kousen
n:o 34 een douzyn paren gecouleurde gestreepte catoene mans kousen
n:o 35 een douzyn paren gecouleurde gestreepte catoene mans kousen
n:o 36 twee douzyn paren gecouleurde gestreepte catoene mans kousen
n:o 37 twee douzyn paren gecouleurde gestreepte catoene mans kousen
n:o 38 een douzyn paren gecouleurde gestreepte catoene mans kousen
n:o 39 twee douzyn paren gecouleurde gestreepte garen mans kousen
n:o 40 twee douzyn paren gecouleurde gestreepte garen mans kousen
n:o 41 twee douzyn paren gecouleurde gestreepte garen mans kousen
n:o 42 twee douzyn paren gecouleurde gestreepte garen mans kousen
n:o 43 twee douzyn paren gecouleurde gestreepte catoene mans koussen
n:o 44 twee douzyn paren gecouleurde gestreepte catoene mans koussen
n:o 45 twee douzyn paren gecouleurde gestreepte catoene mans koussen
n:o 46 twee douzyn paren half zyde en catoene gecouleurde mans koussen
n:o 47 een douzyn paren heele zyde gecouleurde mans koussen
n:o 14 een coffer gemerkt HR wel geconditioneerd waar in
n:o 48 een douzyn paren heele zyde mans koussen
n:o 49 twee douzyn paren heele zyde mans koussen
n:o 50 twee douzn paren heele zyde mans koussen
n:o 51 twee douzyn paren heele zijde mans koussen
n:o 52 een douzyn paren heele zijde mans koussen
n:o 53 een douzyn witte catoene slaapmutzen
n:o 54 een douzyn witte catoene slaapmutzen
n:o 55 zes paar heele zyde en catoene mans koussen
n:o 56 zes paar heele zyde en catoene mans koussen
n:o 57 twaalf witte gebreide onderbroeken
n:o 58 twaalf witte gebreide onderbroeken
n:o 59 twaalf catoene en wolle gebreide broeken
n:o 60 twaalf gestreepte catoene gebreide lange broeken
n:o 61 twaalf gestreepte catoene en wolle gebreide lange broeken
n:o 62 twaalf catoene en wolle lange broeken
n:o 18 een koffer gemerkt HR wel geconditioneerd waar in
n:o 63 twaalf witte catoene en wolle lange broeken
n:o 64 een douzyn paren zwarte wollen mans koussen
n:o 65 een douzyn paren zwarte wollen mans koussen
n:o 66 een douzyn paren zwarte wollen mans koussen
n:o 67 een douzyn paren zwarte wollen mans koussen
n:o 68 een douzyn paren zwarte wollen mans koussen
n:o 69 twee douzyn paren witte catoene halve koussen
n:o 70 twee douzyn paren witte catoene en wolle heele koussen
n:o 71 zes douzyn catoene gebraayde hairnette
drie en twintig douzyn gestreepte wolle mutzen
n:o 19 een koffer gemerkte HR wel geconditioneerd waar in
n:o 72 twaalf paren witte zyde vrouwe koussen
n:o 73 twaalf paren witte zyde vrouwe koussen
n:o 74 een douzyn paren witte zyde vrouwe koussen met doorgeslagen klinker
n:o 75 een douzyn paren witte zyde mans koussen
n:o 76 agthien paren witte zyde mans koussen
n:o 77 zes paren witte zyde mans koussen met doorgeslagen klinken
n:o 78 twaalf paren witte zyde mans koussen met doorgeslagen klinken
n:o 79 twaalf paren zwarte zyde mans koussen met doorgeslagen klinken
n:o 80 twaalf paren gestreepte witte zyde mans koussen
n:o 81 vier en twintig zyde das kussentjes
n:o 82 vier en twintig zyde das kussentjes
n:o 83 vier douzyn zwarte zyde fluweele hals dassen
n:o 84 vier en twintig catoene kruisbanden
n:o 85 twaalf zyde kruisbanden
seven douzyn gestreepte wolle mutzen
vyfthien douzyn enkelde roode wolle mutzen
vyf douzyn dubbelde wolle mutzen van differente couleuren

Nota, komende dus by confrontatie met ’t factuur aan deeze koffer te manqueeren

een douzyn dubbelde wolle mutzen van differente couleuren
n:o 56 een koffer gemerkt HR wel geconditioneerd waar in
agt en veertig paren lange steevels
twaalf paren korte steevels
n:o 57 een koffer gemerkt HR wel geconditioneerd waar in
zes en dertig paren halve stevels
n:o 58 een koffer gemerkt HR wel geconditioneerd waar in
twee en veertig paaren mans schoenen
n:o 32 een kast gemerkt HR wel geconditioneerd waar in
n:o 43415 een compleete jagt zadel met deszelfs toom en verdere toebehooren
n:o 43417 een compleete jagt zadel met deszelfs toom en verdere toebehooren
n:o 43419 drie toomen
n:o 43420 drie toomen
n:o 41987 drie toomen
n:o 41986 drie toomen
n:o 41983 drie toomen
n:o 2217 twee zweepen
n:o 2220 twee zweepen
n:o 2749 twee zweepen
n:o 1798 twee zweepen
n:o 2536 twee zweepen
n:o 2116 twee zweepen
n:o 1950 twee zweepen
n:o 2571 twee zweepen
n:o 2157 twee zweepen
n:o 3243 twee zweepen
n:o 3092 twee zweepen
n:o 2232 twee zweepen
n:o 3258 vier zweepen
n:o 3056 drie zweepen
n:o 2697 drie zweepen
n:o 3516 twee zweepen
twee p:s buik gordings
zes stellen roskommen, paarde borstels, kammen en sponsen

Aldus gedaan en geinventariseerd aan Cabo ten huize voormeld op den 17, 18, 19, 20, 21, 22, 24 en 29 September 1798

Als gecommitteerde Weesmeesteren: [ ..... ]

My praesent: J:P: Faure, Secret:s

Ampliatie

Inne schulden
  Rd:s
van de heer Daniel de Waal over diversse gekogte negotie goederen uit het factuur aan de heeren Jonathan en William Fox te London behorende volgens het annotatie boek van den overleedene Rutt 2103:24
van Mr Henry Clarke over diverse gekogte negotie goederen uit het factuur aan de heeren Jonathan en William Fox te London behorende volgens het annotatie boek van den overleedene Rutt 44:30
van capitain Emmerson over diverse gekogte negotie goederen uit het factuur aan de heeren Jonathan en William Fox te London behorende volgens het annotatie boek van den overleedene Rutt 189:45
van Mr Emslie over diverse gekogte negotie goederen uit het factuur aan de heeren Jonathan en William Fox te London behorende volgens het annotatie boek van den overleedene Rutt 761:12
van Mr Brydon over diverse gekogte negotie goederen uit het factuur aan de heeren Jonathan en William Fox te London behorende volgens het annotatie boek van den overleedene Rutt na aftrek van rd:s6 aan den overleedenen geleend 42:--
Makende te zamen Rd:s3141:15

Ter Weeskamer aan Cabo de Goede Hoop den [ ..... ]

MOOC8/22.22

{17970213} 13 Februarij 1797 Christiaan Ot

Inventaris van zodanige goederen als ’er op Zaturdag den 11 Februarij des namiddags circa vier uuren met er dood zijn ontruijmt en nagelaten door den gewesen smit in dienst van de Holl: O:I: Comp: in naame Christiaan Ot, en door ons ondergetekenden op het op- en aangeven van de vrijgegevene slavin Rachel van de Caab bij de welke den overledenen is woonagtig geweest, ter presentie van den meede ondergetekende getuigen in geschrifte gebragt, bestaande dezelve in de volgende, te weten

vier hamers
twee knijptangen
agt fijlen in soort
een oude schroef
een parthij klijne smits gereedshap
een stuk loot
een oude kopere horlogie

Cabo de Goede Hoop 13 Februarij 1797

P:s E:d Faure, J:M: Prins

Als getuigen: D:l Denning, dit is het merken van + Johannes Jeffried

Dit is het kruismerk van de in den hoofde deezes gem: vrij + gegeven slavin Rachel van de Caap

MOOC8/22.23

{17970609} 9 Junij 1797 Frans Hendrik Snikker

Nalatenschap van Frans Hendrik Snikker, geweesen chirurgijn op ’t partl: schip, overl: den 9 Junij 1797, nagts te 2 uuren

Een zeyldoekze zak waar zig de volgende goederen in bevinden als

7 p:s broeken, als
1 zwart zatyne
2 zwart sasinett
1 zwart lakense
2 groene fluweel
1 bonte onder
8 baties, als
1 witte diemet
1 blouwe zatyne met mouwen
1 Flaams linne met mouwen
1 witt linne met mouwen
2 witt linne zonder mouwen
2 bonte met mouwen
6 hembde, als
2 witte
2 bonte
2 halve
4 laakens
2 zwarte zeyde doeken
1 roode zeyde [doeken]
1 roode cattoene [doeken]
1 halve witte [doeken]
3 scheerlappen
6 1/2 p:r kousen, als
2 p:r peeper en zout
1 p:r cattoene
1 p:r blouwe
2 p:r witte wolle
1 halve zonder voet
2 p:r schoene
1 blouwe cammelotse rok
1 kisje met een partij instrumenten
1 zilver horologie
an differente specien gevonden rd:s130 4 schell:
Inne schulden
  Rd:s
Jan Piet:r Kurts 20:--
J:W: Hurter 15:--
Gid: Rossouw 1:4
Albs Frieser 1:4
Marinus /timmerman:/ 8:--
Heyn van de Mark 0:2
Willem Doesburg, Cameren, Deweritisen Jan Kok te zamen 2:--
Mr Robert 1:4
de heer Burnert 6:--
m:s Nerikat 1:2
m:s Bottelaar 1:6
twee jonge heeren Heinemans 2:--
Tymen 4:--
Indies contant in bewaring 22:--
J:W: Hurter contant in bewaring 32:--
  Rd:s117:6

Pro memorie zullende deese schulden door den heer J:W: Hurter word ingevordert

MOOC8/22.24

{17961205} 5 December 1796 Johanna Goosen

Inventaris van alle zodanige goederen, als ’er ab in testato metter dood zyn ontruimd en nagelaten door juffrouw Johanna Goosen weduwe van wylen den lieutenant de Artillerie de manh: Laurens Cornelisz ten voordeele haarer by wylen gemelden haaren man in egt verwekte kinderen en kindskinderen, genaamd

1) het kind van Helena Cornelisz in huwelyk by den burger Willem Godfried Luther verwekt met naame a) Johan George Luther oud 19 jaaren
2) Laurens Cornelisz mondig
3) de kinderen van wylen Willemina Hendrina Cornelisz in den echt verwekt by den burger Jacobus de Jongh a) Laurens Johannes oud 14
b) Johanna Barbera oud 12
c) Willemina Hendrina oud 10
d) Dirk oud 8 en
e) Jacobus de Jongh oud 6 jaaren
4) Petrus Cornelisz mondig
5) Cornelis Jacobus Cornelisz mondig
6) Johanna Carolina Cornelisz oud 20 jaaren

Zodanig en in diervoegen als dezelve door my ondergeteekende geswore Clercq der Weeskamer zyn geinventariseerd en op genomen en bevonden dezelve te bestaan in de navolgende, te weeten

Ten huize van den burger Jacob:s de Jong

een ledikant zonder behangsel waar op
een bed, peul, drie kussens en een chitze deken
een ledikant zonder behangzel
een wieg
twee koopere schaalen
een oude kopere koffy kan
twee oude tobaks doosen
een verlakt schenkblad
seeven boeken in soort
een blikke lantaarn, defect
twee yzere potten
een yzere drie voet
een yzere schuimspaan
een hakke bord
een taarte pan by Cornelis Nieuwekerken aan Hottentots Holland
een yzere pot
een kopere ketel
een kopere comvoor
twee goude hand knoopen en een zilvere lepel
Lyfeigenen
een slavin genaamd Dina van Mosambicq
Inneschulden
de manhafte Laurens Cornelissen over het rendement van een slave jongen gen:t September per vendutie verkogt voor de somma van een hondert een en veertig ryxdaalders
den geweezen bombardier by de Hollandsche Artillery Cornelis Cornelissen over boek schuld een hondert en tien ryxdaalders
den geweezen bombardier Pieter Cornelisz over boek schuld twintig ryxdaalders
Jacobus Malan blykens onderhandsche obligatie de dato 7 Maart 1796 drie hondert ryxdaalders
opgemelde Laurens Cornelissen op een onderhandsch obligatie de dato 1 Maart 1796 a 5 pc:t twee hondert ryxdaalders en nog op een klad briefje twee en dertig ryxd:s
Lasten des boedels
  Rd:s
aan Wedemeyer volg:s reek:g 24:36

Aldus geinventariseerd en opgenoome ten huize voormeld op den 5 December 1796, ende zulx op ’t op en aangeeven van de in den hoofde deezes gemelde Jacobus de Jong de manh: Laurens Cornelissen, dewelke betuigde haar in ’t opgeeven der voorschreeve goederen ter goeder trouwe gedraagen en hunnens weetens niets verzweegen of agterhouden te hebben dat tot voorschreeve boedel specteerende is, onder praesentatie des gerequireerd werdende met solemneele eede gestand te doen, met verdere belofte zo wanneer in der tyd nog iets mogte ontdekken en daar van getrouwelyk opgaaf te doen, en is deeze tot meerder zeekerheid van ’t een en ander door de inventariente beneevens mij geswoore Clercq eigenhandig onderteeken

Voor den opgaaf: L:s Cornelissen, J:s de Jongh

In teegenwoordigheid van mij: G:A: Watermeijer, g: C:

MOOC8/22.25

{17990114} 14 January 1799 Bintam van Duna

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als er op Zondag den 13:e Jann:y 1799 ab in testato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door de vrijgegeevene slavinne Bintam van Duna, ten voordeele haarer nagelatene twee minderjarige kinderen, in namen

1) Primus oud 6 jaren
2) Satea oud 1 1/2 jaren

Zodanig en in diervoegen als het een en ander door ons onderget: ordinaire clercq P:E: Faure en bode Jurriaan Marth:z Prins ingevolge opgaaff van den in de Slaven Logie beschijdene chirurgijn Johan Gerhard Thiele zijn g’inventariseerd en opgenomen, bestaande alle dezelve in de volgende, namentlijk

een koffer waar in
achtien vlakke borden in zoort
een melk kannetje
een kopere theeketeltje
twee voerchitze rokken
een kist waar in
twee oude lakens
twee sloopen
drie handoeken
zeven rokken in zoort
negen jakjes
ses hembden
negen paar kousen
drie buijkbanden
twee zakken
een doosje en in hetzelve
een papiere doosje
een p:r muijlen
twee oude scharen
wat gordijn ringen
een zilvere haarpen
een zilvere vingerhoed
twee goude vinger ringen
wat gaaren
een oude ommer bakje
een kasje
een ijzere potje
een vuurmandje
een kadel met zijn matras en vier kussens

Aldus gedaan en g’inventariseerd in de Slaven Logie op den 14 Jann:ij 1799

Voor den opgaaff: J:G: Thielen

Ten onzen overstaan: P:E: Faure, J:M: Prins

MOOC8/22.26

{17981123} 23 November 1798 Jacobus Matthijzen

Inventaris van alle zodanige goedere, als er op huidigen datum alhier bevonden en nagelaaten zijn door wijlen Jacobus Matthijzen zynde deeze ter prezentie van de ondergeteekendens opgenoome en in geschrifte gebragt ter requisitie van den ritmeester H:O: Laubscher, te weeten

1 kist en daar in
aan contanten vijfthien ryxd:s ses schell /:pap: munt:/
1 zilver horologie
1 zilver hals gespe
1 paar zilver kniegespes
1 zilver broekgesp
1 zilver oorlepelje
1 paar zilver handknoopen
1 p:r zilver schoengespen
1 scheermes
1 schaar
1 pennemes
1 bril
2 olij steenen
2 ronde hoeden
1 memorie boekje
1 bruijn lakense rok /nieuw/
2 blauuw satteine baatjes
2 swarte satteine broeken
1 swarte satteine baatje
1 groene zeide baatje
1 chocolaat couleurde lakensche jekkit
1 flennelle baatje
5 p:s witte hemden
3 p:s witte dassen
3 p:s witte slaap mutsen
1 paar blaauw gestreepte catt: coussen
1 p:s blaauwe schansloper
2 p:s Sinaas linnes baatje
2 p:s Sinaas linnes broek
1 paar laarsen
1 spiegeltje
1 paruik
1 reek: ten lasten van J:B: Deliesz groot een en twintig ryxdaalders over verkoop van 1 horologie
2 porcelaine kommen
1 bierglas
1 katel behoord an Laubscher en abusivelijk opgegeeven
1 Fransche dictionair
1 bonte zakdoek
1 nieuw bereymd Psalm boek
1 kleder schquer
1 koper tabaks doos

Roodebloem den 23 November 1798

Als getuigen ter onzer prezentie: J:W: Wernich, W:V: Klerck

H:O: Laubscher

Lasten des boedels volgens opgaaf door opgen: H:O: Laubscher nader gedaan, als

  Rd:s
aan hem Laubscher over verschotten tot de dood kist vogens quittantie 24:--
over verschotten voor de lykdragers 10 st:vers m: ofte 12:24
mitsg: nog wegens verschotten den dranken, pijpen tobak, etc:a 16:--

MOOC8/22.27

{17980901} 1 September 1798 Maria Erasmus Smith

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als er op den eersten September j:l: metter dood ontruimd ende nagelaaten zyn door Maria Erasmus Smith ten voordeele van haare overgebleevene man Christiaan de Jager ter eenre, mitsgaders haar vier in vorig huwelijk verwekte minderjarige kinderen by den burger Willem van Zyl, in naame

1) Willem van Zyl oud 16 jaaren doop getuige H:k van Zijl
2) Jan van Zyl oud 11 jaaren doop getuige Rasm:s van Zijl
3) Hendrik van Zyl oud 8 jaaren doop getuige Piet van Aarde
4) Anna van Zyl oud 6 jaaren doop getuige F:k Gid:n Kotzee

Zo als dezelve door ons onderget:e Clercq en Bode zyn geinventariseerd en opgenoomen, en bestaan in de volgende, te weeten

Een opstal staande op de leningsplaats de Swartbas Craal gelegen aan de Oliphant Riviersberg - en aldaar in ’t
Voorhuijs
drie water emmers
vijf tinne schotels
zes tinne borden
veertien tinne lepels
een tinne ketel
twee tinne trekpotten
een tinne pijpekan
vijftien stale vorken
een parthij theegoed
een parthij aardewerk
twee kopere ketels
twee kopere kandelaars
een blikken [kandelaars]
een blikken waterbeker
een stale snuijter
eenige ledege bottels
vijf aarde kannen
een eijzer comvoor
vier blikke trommels
In de kamer ter regterhand
een doosje met medicamentten
twee manden
een eijzer strijk eijzer
vijf rakken in zoort
twaalf stoelen in zoort
drie tafels in zoort
vijf kisten in zoort
In de kamer ter linkerhand
een kleijn vierkante tafel
vijf oude katels
twee kleijne spiegels, defect
drie bedde met hun toebehoren, waar van 1 met zijn toebehoren op versoek van de weduwenaar, mits: aprobaatie van Heeren Weesmeesteren aan hem is afgegeven
een kleijn kistje
een pistool
een houwer
twee schiet geweers, waar van 1 aan de oudste zoon Wilm van Zijl is afgegeven op versoek van de weduwenaar tot een gedagtenis van zijn vader, dog met believen van Heeren Weesmeesteren
een houte balans met twee houte schalen en twee ponde gewigt
een koffie molen
In de combuijs
een koper ketel
vijf eijzere potten
een drie voet
twee oude bak kisten
een meel zift
een asschop
een vuurtang
een kleijn balie
een bank
een handmolen
een rooster
een kleijne stoofpan
een hacke bord
twee boter karns
een reijsblok
In een buijte vertrek
een parthij timmermans gereedschap
een parthij eijzerwerk
seven oude graven
vier oude pikken
een koevoet
een stuk staal
drie teer putzen
drie stenen vormen
vier koornzikkels
een oude slagtbank
drie oude manden
een oude boter vat
een parthij rommelreij
twee kleijne boter vaatjes
een vlees balie
een trek touw
een parthij cabelgaren
twee matten
twee reijd zadels
een pak zadel
twee koorn schoppen
een tent zijl
negentien koorn sakken
vijf en twintig mudde koorn
Op de werf
twee ossen wagens met hun toebehoren
seven balkens
vijf kapsteijle
een ploeg
een agter ploeg
een eg met houte tanden
vijf jukken
een ligter
een parthij houtwerk
Beestiaal
vijf en veertig aanteel schapen
hondert vier en zestig bokken
drie reijd paarden
een jonge hengst
vier merries en 1 hengst veulen
twee en twintig trekossen
agt jonge ossen
twee en dertig aanteelbeesten
Lijf eygene
een slave jonge gen:t David van Mosambicq
een slave jonge gen:t Esouw van Mosambicq
een slave jonge gen:t Lustig van Madagascar
een slavin gen:t Lea van Mosambicq met haar kind Simon van de Kaap
een slavin gen:t Silvia van Bengalen met haar twee kinderen Rosina en Sanna , beyde van de Kaap
Inne schulden
    Rd:s
den 4 Octb:r in mindering betaald rd:s40 - het restant zal Christ:n de Jager over nemen van Hermanus Engelbregt over negotie goederen 122:--
zal door Christiaan de Jager worden voldaan van Gerrit Cloete 31:--
voldaan van Christiaan van den Hever 32:--
  van Andries Kraay in de Namakquasland 44:--
  van Johan Wil:m Strumpler in de Kouwe Bokkeveld 27:--
voldaan van Jacobus Redelinghuijze 6:24
  van Willem Hermanus van Zijl 8:--
Lasten des boedels
  Rd:s
aan de heer Adriaan Cruywagen over negotie goedere 250
aan Michiel Haan wegens koop van een meijd 900
aan de wed: Albert van Zijl over contant geleende penn: 100
aan Jacob Zas over planke voor een doot kist 22

Aldus gedaan en geinventariseerd ter plaatze voormeld op den 1 September 1798 en zulks ter op en aangaave van den in den hoofde deeze vermelden weduwenaar denwelke verklaarde zig daar inne ter goeder trouwe gedragen en niets verswegen te hebben wat tot den boedel en nalatenschap behoord met belofte zoo wanneer in der teijd nog iets mogte ontdekken ’t geen dat den boedel relatie, heeft zulks behoorlijk te zullen opgeven onder presentatie desseelve tans gedane opgave des vereischt werdende ten allen teijden met solemneele eede te zullen bekragtigen.

In teekenen der waarheid is deeze ter presentie van ons onderg: Clercq en Bode door den inventarient mede behoorlijk ondertekend.

Als getuige: Hendrik van Zyl, Simon Petrus de Kock

Dit is + de hand tekenen van C: de Jager

Door mij: J:M: Prins, Bode

MOOC8/22.28

{17990426} 26 April 1799 Sophia Wilhelmina Hendrikz

Inventaris van zodanige goederen en effecten, als op Zondag den 14 deeser ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door Sophia Wilhelmina Hendrikz: ten voordeele van haren overgebleevenen man den vrijswart Johannes Hendriksz: ter eenre, als meede

a) de kinderen door dezelve in slavernij geteeld bij den slaaff Francis van de Caab behoord hebbende aan wijlen de heer A: van Schoor, met namen 1) Mozes Adriaan Hendriks mondig ter andere zijde
2) Arend Joh:s Hendriks oud 23 jaren en
3) Frans Jacobus Hendriksz oud 21 jaren
b) de kinderen door dezelve in huwelijk bij haren nagelaten man bovengem: Joh:s Hendriksz geprocreëerd, in namen: 4) Christina Geertruijd Hendriksz: oud 19 jaren
5) Johan Christiaan oud 17 jaren
6) Regina Florentina oud 11 jaren en
7) Maria Magdalena Hendriksz oud 9 jaren

Zodanig als het een en ander door ons onderget: ordinaire Clercq en Bode, op het op-en-aangeeven den voorm: Joh:s Hendriksz: zijn opgenomen en ingeschrifte gebragt, bestaande dezelve in de ondervolgende, namentlijk

In een huur huijs van den burger Jan Fischer en aldaar

In ’t voorhuijs
een ophaal gordijn
twee oude spiegels
vier groote schilderijen
vier vogel cooijen
een vogel vlugt
een eetens tavel
een thee tavel
een eetens kast
drie verlakte schenkbladen
vier spuug baletjes
een tinne ketel met
een aarde comphoor
een tinne trekpot
een porc: trekpot
een thee baletje met wat theegoed
een pijperak
In de kamer ter linker hand
een rood ophaal gordijn
een spiegeltje
vier schilderijtjes in zoort
drie houte arm blakers
een kleeder kast waarop
een stel porc: potten
en waar in zig komen te bevinden de kleederen van de overleedene
een lessenaartje
twee vierkante taveltjes
veerthien stoelen in zoort
een ledikant met rood behangzel waar op
een bed, peuluw, ses kussens en een combaars
een kisje
een kasje met vijff ruijten
een kisje met koper beslag waar in
een pakje breijnaalden en
twintig pakjes naaijnaalde
een stelletje
twee koffij molens
vier stoven
een glase beker
een kopere inkt koker
In een agter kamertje
een rak waar op wat porc: thee goed en glaswerk
een kapstok
een grote kapstok
een kleder kasje
een kleder kasje kleijnder
twee ledige kisten
een ledige keldertje
een kadel waar op
een bed, twee kussens en drie combaarsen
een cijffer leij
twee wit porc: kannen
een ledige tobaks doos
een ledige schuiff doos
In de dispens
een rak waarop
ses tinne schotels
een tinne soepkom
een tinne bak
vier tinne borden in zoort
twee tinne melk kannetjes
een tinne spritsspuijt
een tinne soep lepel
achtien tinne lepels
zeventhien stale vorken
vijff messen
een kopere koffij kan met zijn test
vier kopere kandelaars
een kopere wasch lampet met zijn kom
een kopere vorm
vier strijkijzers in zoort
een [strijkijzers] kopere
twee blikke beekers
een kopere handlantaarn en een blikke handlantaarn
vijff blikke trommels in zoort
acht porc: schotels in zoort
drie en veertig borden in zoort
een porc: confijt pot
een porc: kan
zeven aarde potten in zoort
twee aarde bakken
een aarde melk ketel
een aarde kan
een aarde trekpotje
een aarde kwispeldoortje
twee boter vaatjes
vijff ledige vaatjes
zeven manden in zoort
een vuurmand
zeven mudde zakken
een koornscheepel
drie kelders met
een en veertig ledige flessen
ses wijde hals flessen
een kist met
een parthij ledige bouteilles
een kist met wat oude lappen
een ijzere balans met twee houte schalen en drie stukken loot gewigt
een ledige kast
een ledige bak
een kapstok
vijff stellings planken
een vierkante taveltje
een rolstok met zijn plank
een kaarse bak
twee ledige thee kasjes
en voorts wat rommeling
In de combuijs
vier schoorsteen kettings
vijff ijzere potten in zoort
twee koekepannen
een rooster
twee lepels
twee ijzere schoppen
een aschschop
een vuurtang
een blaaspijp
een vleesch vork
twee kapmessen
een kopere waterketel
twee kopere poffertjespannen
een ham ketel
een confijt ketel
een taartepan
een vijzel met zijn stamper
drie kandelaaren
een blaker
twee vuurtesjes
een rasp
een schuimspan
een water beker
een kastrolletje
twee waterhalffamen
vier watervaatjes
een rak
een kaarse crans
een hakke bord
een vleesch blok
een wan
een mandje
Op de combuijs zolder
een kadel waar op
een mattras, vijff kussens en een wolle deeken
een koekebak
In een buijtenkamer
vier rakken in zoort
een ledige kist
een wieg
een kisje
een bak kist waar in
wat ledige bouteilles
vier ledige vaatjes in zoort
een pijpe rak en
een lepel rak
een kopere comphoor
een ijzere braadspit
twee kapstokken
twee groote manden
vier planken in zoort
een verff steen
een houte wasch baletje met zijn lampet
een aarde kan en
een aarde pot
twee zitbanken
een blikke kruijd koker
een katoenhaspel
wat balijnen en voorts
een parthij rommeling
Op de agterplaats
drie emmers
een rijststamper
een visch bak
een huijs ladder
een vleesch blok
een trap
vier ledige vaatjes
een scherm
Zilverwerk
drie beugel tassen
twee horologies
twee hair pennen
en voorts eenige spelden met steenen
Lijffeigenen
een slave jonge gen:t Welkom van Ceilon
een slave jonge gen:t Apollos van Bougies
Inneschulden
  Rd:s
van Johannes Pieterse over contant geleende volgens onderhandsch briefje 50
van den burger Joachim Alberts insgelijks op een onderh: briefje 10
Lasten des boedels
  Rd:s
aan den vrijswart Robbert van de Caab op een onderh: obligatie 100
zonder beding van interesten

Aldus gedaan en g’inventariseerd ter huijze voorm: op den 26:e April 1799 ende zulx op het op-en-aangeeven van de in den hoofde deeses gem: weduwenaar, dewelke betuijgde zig daar inne ter goeder trouwe gedragen, en zijnes wetens niets met opzet versweegen of te rug gehouden te hebben, ’t geen tot den boedel en nalatenschap behoord, met belofte zulx des gerequireerd werdende met solemneele eede gestand te doen, en verdere belofte zo wanneer hier namaals nog iets tot gez: nalatenschap behorende mogte worden ontdekt, daar van getrouwelijk opgaaff te zullen doen ten einde deesen inventaris daar meede in allen trouwe te kunnen worden g’amplieerd.

Tot verzeekering van dit een en ander is deese door den inventarient en ons ondergeteekendens, behoorlyk gesubscribeert.

Voor den opgaaff: Dit + kruijsmerk heeft dikswils gem: Hendriks, als niet kunnende schrijven, eigenhandig gesteld.

Ten onzen overstaan: P:E: Faure, J:M: Prins

MOOC8/22.29

{17980227} 27 Februarij 1798 Michiel Lukke

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als ab intestato metter dood zyn ontruijmd ende naargelaten door den burger Michiel Lukke ten voordeele van zyne halve zusters, genaamt

1) Geertruijda Christina Lukke oud [ ..... ]
2) Johanna Henrietta Lukke oud [ ..... ]

Zodanige ende indiervoe[ ..... ] als dezelve door ons ondergeteekendens Clercq en Bode der Weeskamer op het op en aangeeven van den onderschout J:G: Kuster zyn geinventariseerd en opgenoomen, bestaande dezelve in als volgt, namentlijk

vier broeken in soort
vier baatjes in soort
twee rokken
zes hemden
vyf paaren koussen in zoort
een oude jas
een slaap cabaaij
twee slaap mutzen
twee half dassen
een silvere horologie /defect/
een paar zilvere schoen gespen
een paar zilvere knie gespen
een paar zilvere knoopen
een deegen met zilvere gevest
een schiet geweer en
een ronde hoed
Crediten des boedels
  Rd:s
uit den boedel van J:G: Kuster als in huwelyk hebbende de wed: van wylen Johan Hendrik Lukke over moederlyke bewijs blykens acte de dato 29 April 1784 voor den gesw: clercq Hend:k Lod:k Bletterman en getuyjes verleeden 583:18
uit den boedel van J:G: Kuster als in huwelyk hebbende de wed: van wylen Johan Hendrik Lukke over vaderlyk bewijs blykens inventaris en taxatie in dato 1 Feb:y 1797 voor den notaris Jan Daniel Karnspek en getuygen gepasseerd 652:2
van de manhafte Andries Heyzen per rest van reekening 76:11
Somma Rd:s1311:31

Aldus geinventariseerd en opgenomen op de Cabo de Goede Hoop den 27 Februarij 1798 ten huyze van voorm: Kuster ende zulx op ’t op en aangeeven van hem Kuster dewelke verklaarde zig in opgeeven ter goeder trouwe gedragen en zynen weetens niets versweegen te hebben dat tot ged: nalatenschap behoorende alles onder presentatie van eede met belofte zo wanneer nog iets mogte ontdekken dat tot gem: nalatenschap behoord, daar van getrouwelyk opgaaf te zullen doen om deezen inventaris te kunnen amplieeren en is deese tot meeder zeekerheid door den inventariend benevens ons eigenhandig onderteekend.

J:G: Kuster

H:E: Blanckenberg, J:M: Prins

MOOC8/22.30

{17970921} 21 September 1797 Michiel Lesch

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten, als er op den 16:de Julij jongsl: ab intestato met ter doot is ontruijmd ende nagelaten door den vaandrig in dienst der Hollandsche Oostind:e Comp:e Michiel Lesch ten voordelen zijner onbekende uitlandige erfgenamen zodanig ende in diervoegen als dezelve door mij ondergetekende is g’inventariseerd en opgenomen en bevonden hebben te bestaan in de volgende, namentlijk

Ter woonplaatze van de alhier remoreerende soldaat Jan Gijling

een ledekant met root behansel
een grote vierkante tafel
ses stoelen in soort
twee schoorsteen ketings
een houd bijl
een rooster
een koeke pan
een koper water ketel
een koper beker
een koper comvoor
een tinne water pot
een vleesvork
een vuurtang
een schuijmspan
twee ijzeren potten
een water emmer
een ledege zak
een portcelijne kom
een portcelijne pot
eenige portcelijn en glaswerk in zoort
Een kist n:o 1 waar in
vier blaauwe lakense rokken
een blaauwe jecket
dertig baatjes en rompjes in soort
seven en twintig broeken in soort
agtien witte hemden
twee stukken root gestreept
twee lappen root linnen
een lap vlenne
seven p:r oude kouzen in soort
drie spiegels in zoort
een schilderij
een tafel horlogie
twee seijd geweers met zilver gevesten
twee sabels met zilver gevesten
twee sabels met koper gevesten
een slaap cabaaij
drie p:r strop kouzen
een stuk gemene doeken
twee blaauwe gordijnen
een pak witte band
een bed peul en drie kussens
een witte deken
twee bedde lakens
twee kussen slopen
een pakje garen
Een kist n:o 2 waar in
veertien boeken in soort
vier kleder borstels
een blikke trommel
twaalf tafel metsen
twaalf tafel vorken
twee goud gewigten
twee axsel banden
twee p:r gestreepte zijde kouzen
een p:r garen kouzen
een p:r stevels
een schrijf kisje waar in eenige rommelrij
een tinne schenkbord
vijf tinne borden
een tinne ketel
een tinne trekpot
een tinne schotel
zes hand rottings
een pers ijzer
een koper vijzel met zijn stamper
twee koper strijk eijzers
een koper kandelaar
een koper blaker
een kisse met koper beslag
een pistool
twee hoeden
seven oude stoel kussens
twee en twintig zilver roks knopen
een goud en een zilver zak horlogie onder berusting van den slavin Spasie als meede
een zilver lepel en zilver vork - niet ingebragt
een koe en een kalf
Lijf eijgenen
een slave jongen genaamt April van Chijlon blind
een slavin gen:t Spasie van de Caab met haar vier kinderen in namen Lodewijk , Andries , Maria , en Christiaan
  Rd:s
aan contanten in den boedel gevonden een hondert agtthien rijxd:s en vijf en veertig stuyv:s zegg: 118:45
Uitstaande schulden
  Rd:s
Pieter Erasmus over contant geleende penn: 6
Jan Gijling volgens opgaaf 350

Aldus g’inventariseerd ter plaatze voorm: gen:t de Bakovens Drift gelegen aan de Bergrivier den 21 September 1797.

Als getuijgen: Mechiel Casparus Laubschr, Frans Smit

Voor den opgaaf: Jan Geilings

J:M: Prins

Nota

  Rd:s
aan Joh:s Albs Loubser als meestbiedende, over gelaten 1 portcelijne com, 1 portcelijne pot en eenige portcelijn en glaswerk voor 6:--
aan Frans Smit Alewijn zoon 1 koe en 1 kalf 8:4

Wijders wierd mij door een slave jonge van Jan Gijling, een bundel met eenige kleder stukken van de overledene vertoond dat volgens zijn zeggen, door de meijd Spasie aan hem in bewaring zoude zijn gegeven, met belofte hem daar voor te zulle belonen

Ook werd mij door de vrouw van gem: Gijling verwittigt dat gez: Spasie na de doot van Lets, twee pakken met papiere geld, en eenige zilver munt uijt de kist zoude genomen hebben als mede een goud en een zilver horlogie met een zilver lepel en vork, en ’t zelve na de kamer van de officier schoenmaker zoude hebbe over gebragt.

Volgens opgaaf van J: Gijling is onder berusting van Roelof Loubser, een schansloper van de overlede die door meerm: Spasie, aan Loubser is ter leen gegeven

MOOC8/22.31

{17990220} 20 Februarij 1799 Emanuel Warner

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten, als er op Zaturdag den 16 Feb:y 1799 metter dood zyn ontruymd ende nagelaten door den burger Emanuel Warner, na alvorens by testamentaire dispositie in dato 29 Decemb: 1788 voor den toenmaligen gesw: Clercq ter Secretarije van Justitie deeses Gouvernements de heer Willem Stephanus van Ryneveld en zeekere getuygen gepasseerd, eenige legaten besprooken en tot desselfs eenige en universeele erfgenaam te hebben benoemd desselfs broeder Andreas Gustavus Warner in Sweerburg woonachtig, en bij vooroverlyden zyne wettige dessendenten by representatie

En vermits den overleedenen tot executeuren van desselfs voorm: testament en tot voogden over zyne minderjarige erfgenaamen en legatarissen heeft benoemd en aangesteld, Heeren Weesmeesteren deeser steede, zo hebben de ondergeteekende Gecommitteerdens de voorsz: goederen opgenoomen en in geschrifte gebragt, bestaande dezelve in de volgende, namentlijk

een oude spiegeltje
veerthien schilderyen in zoort
een cijffer leij
een oude ledikant met wit behangzel, waar op
een peuluwe
vijf kussens en
een kombaars
twee vierkante tafels
vier stoelen
een tafel kastje
een kelder met veerthien ledige flessen
een tinne keetel
een aarde confoor
een tinne trek potje
zes tinne leepels
een copere kandelaar
een copere coffij kan met zijn tesje
een bijl
zeeven borden
een parthy aarde en glaswerk alles defect
een yzer pot
een yzer rooster
een ysere schoorsteen ketting
agthien led: bottels
een led: Keulse kan
een led: kistje
een kist waar in
een ligt blaauw lakense rok
een ligt blaauw lakense cammizool
een donker blaauw lakense jas
drie broeken in zoort
zes witte hemden
vier paar wolle koussen in zoort
twee slaap mutzen
drie zyde doeken in zoort
twee linnen doeken in zoort
een slaap cabaaij
drie hoeden in zoort
twee hand rottings met zilver gemonteerd
vyf boeken in zoort
twee blikke trommels
een kistje met wat rommelingen
een parthy rommeling
Leijf eigen
een slave jonge gen:t Fortuijn van Thimor
zynde de twee slaaven Zacharias van Batavia en Joseph van de Kaab by het testament vermeld volgens zeggen van den burger Dirk Coetzee door d’ overledene reeds in vrydom gesteld

Aldus gedaan en g’inventariseerd op Woensdag den 20 Feb:y voormt: ten huyze van den meede burger Dirk Coetzee aan Papendorp woonachtig, ende zulx op het op en aangeeven van gem: Coetzee dewelke verklaarde zig daar omtrend ter goeder trouwe gedragen en niets met opzet versweegen of te rug gehouden te hebben het geene tot de voorsz: nalatenschap specteerende was, invoege hij dan ook betuijgde de deugdelykheid zyner opgaave ten allen tijde des gerequireerd werdende met solemneele eede nader te bekragtigen, met belofte wyders om ingevalle hij in der tyd iets mogte ontdekken dat tot de voorsz: boedel behoorende daar van getrouwelyk opgaaf te doen omme deeze inventaris te kunnen amplieeren, en is zulx tot meerder securiteid door den inventariend beneevens de ond: gecomm: Weesm: ende mij Secret:s behoorlyk onderteekend.

Als gecom: Weesm: W:J: van Oostersee, J:s A:s Truter

Voor den opgaaf: Dirk Coetsee

Mij present: J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/22.32

{17970813} 13 Augustus 1797 Cornelia de Bruijn

Inventaris van alle zodaanige goederen, slaaven beestiaal, etc:a als ’er door de wed:we wylen den burger Johannes Lodewyk Bouwer zyn bezeeten en met ’er dood ontruimd en nagelaaten, mitsgaders op heeden ter plaatse van haaren zoon Barend Daniel Bouwer, gen:t de Klipfontein gel: aan de Kafferkuils Rivier , alwaar woonagtig is geweest, opgenomen en in waaren weezen bevonden zyn geworden, te weeten

Losse goederen
een ossewagen met een matjes tent
vier jukken
een trektouw
twee remkettings
een tentzyl
een muddezak
een zadel
een schietgeweer
twee bedden, bestaande ieder in een bulzak, een peul, vier kussens, een combaars, twee lakens en vier slopen
een kooygoed zak
een tafel laken
tien servietten
een handdoek
drie stoelen
een kapstok
een stoof
een schuifdoos
een wagenkist waarin
wat rommeling
een geschilderde kist, daarin
een stuk linne
een naaidoos met wat garen
een strykyzer
een schaar
een oude trekpotje
een kopere ketel
een aarde confoor
een aarde kan
een aarde potje
Slaaven
een slaave jonge gen:t Adam van de Kaap
een slaave jonge gen:t Goliath van de Kaap /:gedrost:/
een slaave meid gen:t Hanna /:oud en afgeleefd:/
Beestiaal
ses trekossen
een oude ruinpaard
Te goed hebbende gelden
    Rd:s
erfgenaam van den burger Barend Dan:l Bouwer, waarvoor geen intrest betaald, volgens schriftelyke toezegging van den wed:e Bouwer 300
erfgenaam van den burger Barend Dan:l Bouwer volg:s briefje voor reek: van J:H: Kruger 30
  van Christoffel Snyman, waarop den intrest voldaan tot p:mo Maart 1794 200
erfgenaam van Joh:s Lod:k Bouwer, zynde d’ intrest voldaan tot 13 July 1797 50
  van Adam Botha, waarop den intrest is lopende zedert ’t jaar 1790 100
  van Daniel Marais Dan:lz zynde d’ intrest betaald tot 1793 300
erfgenaam van Joh:s Jansz van Rensburg Nic:s z:n behalven d’ intrest zedert 1791 200
erfgenaam van Salomon Pienaar, daarvan de renten lopen van ’t jaar 1789 200
deese schuld zal door B:D: Bauer worden overgenoomen van Jean Isaac Bonte, behalven de verlopene renten zedert 1796 200
erfgenaam van Casper Willemse waarop den intrest moet betalen zedert 1793 200
erfgenaam van Pieter Bezuidenhout, zynde den intrest voldaan tot 1791 300
erfgenaam van Pieter Bezuidenhout nog zonder intrest 20
erfgenaam van Hend:k Jeremias de Bruin, behalven den intrest zedert 1793 100
erfgenaam van Petrus Fred:k Bouwer, die de renten heeft voldaan tot 1796 200
erfgenaam van Willem Christ: Bouwer waarop d’ intrest moet betaald worden zedert 1794 250
  van Philip Snyman daarop de renten niet voldaan zedert Mey 1785 200

Alles volgens onderhandsche schuldbrieven en aanteekeninge van de overleedene

Schuld des boedels
  Rd:s
aan Barend Dan:l Bouwer over de onkosten tot ’t houden der vendutie ingevolge ingeleeverde reek: 64:4
aan Barend Dan:l Bouwer weg:s gedaane betalinge volg:s reek: 9:6
Erfgenamen
1) Elisabeth Francina Bouwer gehuuwd met Hendrik Jeremias de Bruin
2) Margaretha Geertruida Bouwer, wed:we wylen Daniel Marais
3) de kinderen van wijlen Jeremias Esaias Bouwer, zynde: a) Jeremias Cornelis
b) Joh:s Lodewijk
c) Cornelis Tobias
d) Barend Daniel
e) Hester Magdalena gehuuwd met Marth:s Joh:s Potgieter
4) Aletta Sophia Bouwer gehuuwd met Pieter Bezuidenhout
5) Barend Daniel Bouwer
6) Johanna Catharina Bouwer getrouwd met Salomon Pienaer
7) Hendrina Maria Bouwer gehuuwd met Joh:s Jansz van Rensburg Nic:sz
8) Willem Christiaan Bouwer
9) Petrus Fred:k Bouwer
NB: nog eene dogter van de wed:e Bouwer in naame Helena Catharina, getrouwd met Casper Willemse, is voor haare moeder komen te overlyden, zo wel als ’t door haar nagelaten kind

/:onderstond/ Aldus gedaan en g’inventariseerd ter plaatse opgem: op den 13:e Augustus 1797, op ’t aangeeven van den burger Barend Dan:l Bouwer; dewelke verklaarde hierinne ter goeder trouwe te hebben gehandeld en niets zyns weetens te rug gehouden of verzweegen, met belofte zo iets nader tot den boedel specteerende, mogt ontdekken, deezen inventaris daarmeede te zullen amplieeren; dus bereid zynde deese opgave des gerequireerd met solemneele eede te bevestigen; en zulks ten overstaan van de heer A:A: Faure als gecommitteerde Weesmeester en den geregts bode Hend:k van As en Abraham Casp:s Nieuwhoff als getuigen /:daaronder:/ voor de opgaave /:get:d/ Barent D: Bouwer /:in margine stond:/ ten overstaan van my /:get:d:/ A:A: Faure /:en daaronder:/ als getuigen /:get:d:/ H:k van As senior, A:C: Nieuwhoff /:lager:/ my praesent /:en get:d:/ A: Stockenström, Secret:s

Accordeert: A:s Stockenstrom, Secret:

MOOC8/22.33

{17990913} 13 September 1799 Clara Dirksz

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten, als ’er op Zondag den 8:e dag der maand September in den jaare onzes Heeren een duijzend zeven hondert negen en negentig des nademiddags te zeven uuren met ’er dood ontruijmd ende nagelaten zijn door Clara Dirksz laatst wed:we wijlen Lovinus Simonsz na alvorens bij testamentaire dispositie in dato 20:e Augustus 1799 voor den notaris publicq Johan Jacob Fredrik Wagener en getuigen opgeregt dien aangaande te hebben gedisponeerd, en ingevolge welke testamentaire dispositie thands tot universeele erffgenaamen van de overleedene komen te succedeeren hare hier natemeldene in drie onderscheidene huwelijken verwekte en reeds mondige kinderen, te weeten

1) Johanna Catharina Sesselaar get:d met den burger brandmeester s:r Johan George Barendsz
2) Adriaan Arendsz
3) Paul Bartholomeus Simonsz
4) Rosina Florentina Simonsz geh:d met N:s Smith
5) Johanna Christofflina Simonsz en
6) Elisabeth Simonsz

Terwijl Heeren Weesmeesteren tot executeuren van ’t voorm: testament aangesteld zijnde den voorm: boedel uit dien hoofde door de onderget:de gecommitteerde Weesmeesteren volgens het op-en-aangeeven van bovengem: Adriaan Arendsz in teegenwoordigheid van alle de overige erffgenaamen is g’inventariseerd en in geschrifte gebragt, bestaande dezelve in de volgende, namentlijk

In een huurhuijs van de heer Hendrik Pieter Warneck alwaar de overleedene woonagtig is geweest, en aldaar

In ’t voorhuijs
een lantaarn
ses schilderijtjes
vier vogel cooijen
In de voorkamer
een rood ophaal gordijn
een kopere kroon
twee spiegels met vergulde lijsten
vijffthien schilderijtjes in zoort
twee kopere hang blakers
een cabinet waar op
twee stel porc: potten
twee porc: beeltjes en
vier commen, en waar in de kleederen van de overleedene van weinig belang zijnde, dewelke onder de vier dogters zo veel mogelijk in eguale deelen zijn verdeeld geworden
een rak waar op
een stel porc: thee goed
een lessenaar
twaalff stoelen met ses lederkussens
twee gerridons
twee tavels
een lidikant met rood behangzel waar op
een bed, een peuluw, vijff kussens en een wolle deken
In de gaanderij
twee roode ophaal gordijnen
een kopere kroon
vier rakken in zoort waar op
vijff en twintig schotels in zoort
ses en veertig borden in zoort
drie trekpotten
twee aarde kannetjes en
een beeltje
twee scheerbekken
vijff schilderijen in zoort
een spiegel met een vergulde lijst
een pijpe rak
twee verlakte schenkbladen
twee kopere coffij kannen
een tinne coffij [kannen]
twee kopere ketels
twee kopere cophoren
een kopere theemachine
drie stoelen
een eetenskast
een kopere wasch lampet
een kopere handblaker
een kopere schenbordje
een blikke handlantaarn
twee taveltjes
twee kisten
een kadel
In twee in de muur gemetzelde kasjes
een parthij porc: en glaswerk
In de dispens
twee porc: soup terrines
vijff schotels in zoort
thien borden in zoort
derthien tavelmessen in zoort
sesthien stale vorken
ses tinne lepels
een tinne souplepel
In de combuis
twee kopere taartepannen met deksels
een kopere poffertjes pan
een kopere braad pan
een kopere schuimspan
een kopere rasp
een koper krans
een koper vijzel met zijn stamper
drie koper kandelaren
vier tinne schotels
een blikke blaker en twee snuijters
drie schoorsteen kettings
thien ijzere potten in zoort
twee kopere kookketels
twee ijzere roosters
drie koekepannen in zoort
een aschschop
een vuurtang
een vleesch vork
twee ijzere potlepels
een bijl
een waterhalff aam
twee tavels
een [tavels]
een kasje
een vleesch blok
Op de zolder
een spiegeltje
vijff schilderytjes in zoort
drie vogelcooijen
een ledikant waar op
een bed, vijff kussens en een chitze combaars
een paweljoentje waar op
een bed en vijff kussens
twee bulzakken /:kleijne:/
een kasje
drie tavels inzoort
een lessenaartje
een groote ledige kist
een spiegel
acht schilderijtjes
twee kadels
twee strykijzers
een kopere trommeltje
vier Keulse potten
een porc: [potten]
een aarde kruijk
een parth: rommeling
een tobaksdoos
Op de agterplaats
twee ledige kelders
twee oude rakken
vier balijs in zoort
een ledige vaatje en voorts
een parth: romm:
Lijffeigenen
een slaven jonge gen:t Cupido van Ternate
een slaven jonge gen:t Deo van Bogies

Zullen ingevolge testamentaire dispositie van de overleedene onder haare respective erffgenamen bij lotinge moeten worden verdeelt, zonder om ’t te mogen werden verkogt

een slaven jonge gen:t David van de Caab gepraelegateerd aan Johanna Christofflina Simonsz, onder conditie dat zij denzelve, nimmer zal mogen veraliëneeren maar inteegendeel zorgen dat hij na haar dood ten hare korte in vrijdom worde gesteld
een slavinne gen:t Altia van de Caab onder de zo evengem: voorwaarde door de overleedene gepraelegateerd aan hare dogter Elisabeth Sophia Simonsz
een slavinne gen:t Rachel van Cochien zal ingevolge voorm: testamentaire dispositie ter woon moeten gaan bij Paul Simonsz die haar almeede nimmer zal mogen verkopen maar moeten onderhouden zo lang zij leef
een slaven meijd gen:t Lena van Bogies welke beyde laatst gem: almeede ingevolge de voorsz: dispositie bij lotinge onder de resp: erffgenamen zullen moeten worden verdeeld, zonder ooit te mogen en worden verkogt
een slaven meijd gen:t Roselijn van Madagascar
Lasten des boedels
    Rd:s
  aan Johanna Catharina Sesselaar huijsvrouw van bovengem: Barendse, over zo veel haar wegens haar vaderlijk erffdeel nog competeerd 80:--
vold: aan Paul Bartholomeus Simonsz over zo veel hem almeede weegens zijn vaderlijk erffdeel competeerd, blijkens handschrift van de overleedene d:d: 16 Dec:r 1793 162:--
  aan Paul Bartholomeus Simonsz blijkens ingeleeverde reekening 15:8
vold: aan Adriaan Arendsz: over contant geleende penningen 55:--
vold: aan doctor Liesing over practijcq en geleeverde medicamenten in den jaare 1798 9:18
vold: aan de heer Constant van Nuld Onkruijd over vier stukken linnen 24:--
  aan Jan Willem Zulch blijkens reekening 8:18
vold: aan Roeloff Roeloffsen over gekogte negotie goederen bl: reek: 19:12

Aldus gedaan en g’inventariseerd ten huise voorm: op den 13:e September 1799 ende zulx op het op-en-aangeeven van meer geciteerde Adriaan Arendsz: dewelke verklaarde zig daar omtrend ter goedertrouwe gedragen en niets met opzet verzweegen of te rug gehouden te hebben ’t geen tot den boedel specteerende was, invoegen hij dan ook verklaarde de deugdelykheid zijner opgave ten allen tyde des gerequireerd werdende met solemneelen eede gestand te doen, met belofte wijders zo wanneer ’er namaals nog eenige goederen tot den boedel behorende mogte worden ontdekt daar van getrouwelijk nader opgaaff te zullen doen, ten einde deesen inventaris daar meede te amplieeren.

Inteeken der waarheid is deese inventaris door den inventarient en ons onderget:de Gecomm: beneevens den Secretaris behoorlijk onderteekend

Als gecomm: Weesm: A:V: Bergh, J: Blanckenberg

Voor den opgaaff: A:n Arens Tomas zoon

Mij present: J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/22.34

{17990603} 3 Junij 1799 Engela Harmse

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten, als er op Woensdag den 29:e der jongst gepasseerde maand Maij ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door Engela Harmse laatst wed: Johan George Helmich ten voordeele haarer hier ondertemeldene kinderen, als

de kinderen door haar in eerder huwelijk bij Carel Christiaan Slosser verwekt met namen 1) August Christoffel Slosser mondig
2) Johanna Sophia Slosser gehuuwd met [Phillipus] Rabe
als meede het kind door haar bij voorm: Helmich in echt verwekt gen:t 3) Johanna Catharina Helmich oud 16 jaren
mitsg:s het kind door de overleedene in onecht bij zeekeren Vulker geprocreeerd in name 4) Johan Hendrik Philip Vulker oud 12 jaren

Zodanig als het een en ander door mij onderget: Secretaris der Weeskamer in praesentie van de ondertemeldene getuigen zijn opgenomen en ingenschrifte gebragt, bestaande dezelve in de volgende, namentlijk

In het huijs van Phillipus Rabe
een ledikant waar op
een bed met zijn toebehoren
Lijffeigenen
een slaven jonge gen:t Abraham van de Caab
een slaven jongetje gen:t Isaak van de Caab
een slaven meijd gen:t Sabina van de Caab
een slaven meijd gen:t Malati van Timor
een slaven meijd gen:t Clarenda van de Caab
Lasten des boedels
  Rd:s
aan de manh: Laurens Biel over [ ..... ] maanden huijshuur [ ..... ]

Aldus gedaan en geinventariseerd op den 3 Junij 1799 ende zulx op het op-en-aangeeven van de in den hoofde deeses gem: Rabe dewelke betuijgde zig daar inne ter goeder trouwe gedragen en zijnes weegen niets met opzet verzwegen of terug gehouden te hebben ’t geen tot gem: nalatenschap behoord bereijd zijnde zulx der gerequireerd werdende met solemneelen eede gestand te doen, en belofte wijders zo wanneer hier namaals nog iets tot den boedel gehorende mogte worden ontdekt nader getrouwelijk opgaaff te zullen doen, ten einde deesen inventaris daar meede in allen trouwe te kunnen worden g’amplieerd

Tot verzeekering van dit een en ander is deesen inventaris door mij onderget:, Secretaris behoorlijk gesubscribeert.

Als getuigen: P:E: Faure, D: Weisbergh

Voor den opgaaff: Phillipus Raabe

J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/22.35

{17940604} 4 Junij 1794 George Fredrik Smit

Nalatenschap van wijlen George Fred:k Smit gebortig uijt Bodenburg bij Braunschweig overleeden d: 3 Junij a:c: agtermiddag ten half twee uuren ten huijse van J:A: Neumeister in ter Bom Straate

In eener soldaten kist heeft zig bevonden nastaande articuln ende gevidimeert door te ondergetekende

1 silvere sak orlogie
1 blauwe rok met silvere knoopen
1 paar antique schoen gespels
1 paar antique knie gespels
3 paar silvere hembde knoopen
4 p:s orlogie glassen
1 stallerne broek gespel
1 toegesneedene lederne broek
1 frisieer kam
1 sesoete rok
1 sesoete broek
1 sesoete halsdoek
1 sesoete roempje
1 paar swarte koussen
contante aan silver munt
1 Hollandsche gulden
1 Hollandsche schelling
1 Spannische schelling
contante aan papieren geld rd:s3:2
scheergoed beneffens 4 scheermessen
1 rood hals doek
3 elle nieuw swart hair liennen
1 paar oude stefels
1 paar oude schoen
1 roode swarte hoed
2 paar wollene witte koussen defect
2 paar catoenne koussen defect
1 paar swarte wollene koussen defect
4 p:s blauwe sak doeken
1 oude Flammis linnene broek /:lang/
1 wit roempje met silvere knoopen
7 witte hembde /:defect/
3 witte slap mutzen
1 gele Sinas lienne broek
1 greisse oud baatje
1 blauw oude baatje

Cabo de Goede Hoop den 4 Junij 1794

J:A: Neumeister

Gezin:Schiendehutte

Christian Steinhöbel

Christiaan Frembke +

MOOC8/22.36

{17991206} 6 December 1799 Jacobus Dentro

Inventaris van alle zodanige goederen als er op den 20 November jongstleeden ten huyze van den burger Marthinus Johannes van der Scheyf metter dood zijn ontruijmd ende naargelaten door Jacobus Dentro ten voordeele van zyne onbekende uitlandige erfgenaamen zodanig als dezelve door ons onder geteekende Clercq en Bode der Weeskamer zijn geinventariseerd bestaande desselfs nalatenschap in de volgende, namentlijk

twee paaren oude koussen
en blouwe rok
een gestreepte rok
een castoor hoed
een matjes hoed
een zwarte doek
een witte doek
een bonte doek
een blouwe baatje
een zwarte broek
een Chinaas linnen broek
twee Chinaas linnen [broek] lange
twee onder baatjes
twee paren schoenen
een rode zijde doek
een memorie boekje waar in
eenige oude papieren van geen belang
een boek
Lasten des boedels
  Rd:s
aan de manhaften Hendrik Franken wegens ’t zaldo eener reekening courant gesloten den 3 deeser 45:36

Aldus gedaan en g’inventariseerd aan Cabo voorm:t op den 6 December 1799 ende zulx op t op en aangeven van de in den hoofde deeses gem: Van der Schryf dewelke betuijgde zich hier in ter goeder trouwe gedragen en zynes weeten niet versweegen te hebben dat tot deese nalatenschap behoorende alles onder presentatie omme des gerequireerd werdende met solemneele eede te bevestigen, met belofte wijders om zo in der tyd nog iets mogten ontdekken dat tot deese nalatenschap behoorende daar van getrouwelyk opgaaf te zullen doen ten einde deese inventaris meede te kunnen amplieeren en in deeze tot meerder zekerheid door den inventariend benevens ons eigenhandig onderteekende

Voor den opgaaf: Marthinus Johannes van der Schijff

Ter onzer presentie: H:E: Blanckenberg, Hermanus van der Horst

MOOC8/22.37

{17970210} 10 Februarij 1797 Andries Christoffel Piek , Sara Nel

Inventaris van alle zodaanige goederen, effecten, beestiaal, etc:a als ’er door wylen den burger Andries Christoffel Piek en desselfs nagelaatene weduwe Sara Nel in gemeenschap zyn beseeten en door de eerstgen:d met ’er dood ontruimd en nagelaaten, mitsgaders op heeden ter woonplaatse van deselve in waaren weesen zijn bevonden, namentlyk

Een opstal der leenings plaats gen:t Allegrans Kraal gel: aan de Visch Rivier , die egter verruild is geworden tegen den ander opstal der plaatse gen:t Melkhout Craal met Petrus Fredrik Bauer welk ruiling de weduwe sustineert niet te moeten bestaan
een opstal der leenings plaats gen:t de Bergfontein gel: langs de Rietberg , beide onder Graaffe Reinet
Losse goederen
drie stoelen
een tafel
een wagenkist
een groote kist
twee emmers
twee kopere kandelaars
een ledige kast
een geweer
twee potten
een rooster
een bed
twee ossewagens
twee tentsylen waarvan een defect
een spanzaag
een dissel
een snymes
twee bylen
een ankervaatje
een schotel
vyf borden
ses leepels
drie vorken
Slaaven
een mans slaaf gen:t Ceylon
een mans slaaf gen:t Jephta
een mans slaaf gen:t Goliath
een mans slaaf gen:t April
een slave meid gen:t Rachel van de Kaap
een slave meid gen:t Rachel van Bengalen
een slave jongetje gen:t Jacob
een slave meisje gen:t Regina
een slave meisje gen:t Eva
Beestiaal
ses en twintig ossen
een en twintig aanteelbeesten
ses paarden in z:t
drie hondert ses en negentig schapen
Baate des boedels
heeft ter Weeskamer vertoond en reekening courant waar bij komt te blijken dat deese schuld bij afreekening voldaan is van Josias Reyneke aan de Kaap volgens obligatie van den 9:e Maart 1796 - eene somma van drie hondert seven en tachtig ryxd:s
is erfgenaam van Jan Oosthuisen voor 250 schaapen a 5 schell ’t stuk, een bedragen van een hondert ses en vyftig en een quart ryxd:s

Aldus g’inventariseerd ter woonplaatse van gen:d wed:we Piek op den 10:e February 1797, op t aangeven van dezelve weduwe, die betuigde ’er inne ter goeder trouwe te werk te hebben gegaan, en niets agter gehoud of versweegen, met belofte zo iets nader tot den boedel specteerende mogt komen te ontdekken, deesen inventaris daarmede te zullen amplieeren, bereid zynde deese opgaave ten allen tyde met solemneele eede gestand te doen en zulks in t byweezen van den geweesen opzigter Nicolaas Orban en den geregts bode Hendrik van As d’ oude, die de minute deeses beneevens dikwerfgem: wed:we Piek voor de opgave en mij Secretaris mede behoorlijk hebben ondertekend

’t Welk ik getuige: A:s Stockenstrom, Secret:s

MOOC8/22.38

{17960327} 27 Maart 1796 Martha Pienaar

Inventaris van alle zodanige goederen, slaven, beestiaal, etc:a als door de wed:we wylen den burger Laurens Erasmus met ’er dood zyn ontruimd en nagelaten, mitsgaders op heeden door den onderget:e Landdrost der colonie Zwellendam , als hier toe door ’t Eerw:e Collegie van Heeren Weesmeesteren aan Cabo de Goede Hoop in qualiteit als voogden over de minderjaarige erfgenaamen expres gequalificeerd opgenomen en in waren weesen zyn bevonden, bestaande deselve in als volgd:

Een leenings eigendoms plaats gen:t de Hartebeestekuil gel: over de Gourits Rivier
een opstal van een leenings plaats gen:t de Wolvecraal gel: agter de Attaquas Kloof
Losse goederen
twee kasten
drie tafels
elff porcel: schootels
vier en twintig porcel: borden
vier grove kommen
twee tinne borden
drie spiegels
een tinne soepleepel
agt tinne leepels
elff messen
veertien staale vorkens
vier kopjes en ses pierings
agt kommetjes
negen glaasen in z:t
twaalf ledige medicijn flesjes
twee snuiters
een kandelaar
een kopere zuikertang
twee tinne trekpotten
twee tinne keetels
een kopere melk kan
een kopere konfoor
een aarde konfoor
een tinne boterpot
vijf aarde potten
een peeperdoos met een peeper meulen
twee ledige bottels
drie rakken
seven stoelen
een broodmes
vyf kisten
een distilleer keetel
drie stooven
twee ledikanten
drie kadels
twee bulzakken
twee peulen
agt kussens
drie combaarssen
twee kleine bulzakken
twee kleine kussens
twee geweeren
twee halve leggers
een bierpyp
twee botervaaten
drie boter karrens
een half aam
een watervat
vyf emmers
vyf ysere potten
een rooster
een koekepan
een aschschop
een schuimspaan
twee kl: balies
vier nieuw opgem: wielen
negentien planken in z:t
twee blikke trommels
een meelzift
vier ossewagens in z:t
een kar
twee kraan zagen
een trekzaag
een parthy boren en ander klein gereedschap
twee bylen
twee graaven
een slypsteen
een ploeg
een wagenzeil
een karzeil
seven zakken
een kapstok
een parthy oud yser
een koorn scheepel
twee venster cozynen
een weegschaal
twee zaadels
twee bouten
twee ossewagen wielen
veertien balken
een parthy houtwerk
een parthy rommeling
eenhonderd en sestig wielspykers
Slaaven
een mans slaaf gen:t Galant van de Kaap
een slave meid gen:t Malatie van Batavia
Beestiaal
een hondert twee en dertig aanteelbeesten
sestig trek ossen
negentien paarden, merries en veulens
vierhonderd negen en twintig schaapen
Uitstaande vorderingen
over zo veel de boedel heeft te praetendeeren
van den burger Tobias Verwy over agt stuks hamels à 12 schell: id:r
van den burger Marth:s Botha mede voor vier hamels à 12 schell: id:r
van den burger Salomon Pienaar, drie ryxd:rs
van den burger Corn:s Claassen voor vier leerboomen
van den burger Dan:l Lombard voor een trekos
van den burger Petrus Corn:s Peltzer voor een slagt beest
van den burger Wynand Bezuidenhout G:t z:n voor een paard
van den burger Coenraad Scheepers voor seven ossen
van de wed:uw Carel Minie mede voor twee ossen
van den burger J:C: Lamprechts over een jaar en drie maanden huur van een stukje land à 20 rd:s in ’t jaar
Schulden
over de volgende ten lasten des boedels loopende, als
aan den burger Corn:s Roeloffse voor een slagtbeest ses ryxd:s
aan den burger Jan Abraham Meyer weegens maal loon drie ryxd:s
aan d’ edele Dan:l du Plessis over dranken tot de vendutie volg:s reek: agt en dertig ryxd:s
aan de wed:uw Pieter Terblanche over tabak en geleende contanten te zaamen vier ryxd:s en ses schell:
aan de manh: I:J: Botha Teunisz agt silvere ducatons tot de begraffenis
aan de wed:uw Bierwerth, de hoeveelheid onbekend
aan den burger I:C: Lamprechts volgens ingeleverde reek: twee en twintig rd:s en vier schell:
aan Willem Meyer volg:s reek: vyf en dertig ryxd:s, dog ingevolge declaratie van d’ erfgenamen zoude denselven allen agthien ryxd:rs te praetendeeren hebben
aan den burger Jacob Salomon Ruyter volgens eigenhandige briefje van L:s Erasmus vyf rd:s:

Aldus gedaan en geinventariseerd ter woonplaatze van den overleedene gen:t de Hartebeestekuil op den seven en twintigste Maart 1796, en zulx op ’t op- en aangeeven van de burgers Abel Erasmus en Daniel Marais Ch:s:zn dewelke verklaarden zig daar omtrent ter goeder trouwe gedragen en niets met opzet verzweegen of terug gehouden te hebben het geen tot den boedel specteerende was, invoege deselve ook getuigden de deugdelykheid hunner opgaven ten allen tyden des gerequireerd werdende met solemneelen eede te bekrachtigen

Als getuigen: P:d: Preez, H: Muller, Abel Erasmus, Daniel Maraijs zoon

Mij praesent: A:A: Faure

Abel Erasmus mondige erfgenaamen
Catharina Erasmus gehuuwd met Daniel Marais Ch:sz
Laurens Salomon Erasmus, zijnde een zoon van Salomon Erasmus L:sz onmondig

MOOC8/22.39

{17981121} 21 November 1798 Martha Pienaar

Op heeden den 21:e November 1798 compareerde voor d’ ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren aan Cabo de Goede Hoop den burger en landbouwer Daniel Jacobse in huwelijk hebbende Martha Francina Erasmus dewelke verklaarde en opgaf, de nalatenschap van wijlen zijne schoonmoeder Martha Pienaar weeduwe Laurens Erasmus, dewelke bij hem woonagtig is geweest, voor zoo verre hem bewust te bestaan in het volgende, namentlijk

à op de woonplaats van hem comp:t genaamt Droogeland gelegen agter de Bockeveld
negen trek ossen
een rijd paerd
een ossen wagen met tentzijl en verdere toebehooren - incompleeten
een slavejonge gen:t Februarij van Mosambique
een slavejonge gen:t Coridon van Mallabaar
een slavejonge gen:t Constapel van Mallabaar
een slave meid gen:t Lea van de Caab
een kadel met stijlen en behangsels waarop
een bed, een peuluwe, vier kussens en een combaars
een klijne thee tafel
een koopere comfoir
twee kopere ketels
een tinne trekpot
twee klijne spoelkommen
een stoel met zijn kussen
een vuurstoof
twee kisten zijnde in d’ eene de kleederen van d’ overledene
een baakermand
een klijne sluijtmand
drie blicke trommels
een zilvere zakbeugeltje

Aan contanten eene somma van drie hondert en negentig rijxdalers dewelke aan den Secretaris der Weeskamer de heer Jan Pieter Faure zijn afgegeven en

laatstelijk alle sodanige onderhandsche obligatien en verdere papieren, als op gisteren door hem ter Weeskamer zijn overgelegd.

Vermeenende voorts dat Abel Jacobus Erasmus nog aan d’ overledene debet is de kooppenningen van den opstal der leenings plaats genaamt de Matjesfontein ter somma van vier duijsend guldens, met den intrest zeedert dat deselve bij hem in possessie is genomen;

moetende Jacob Erasmus d’ oude woonagtig agter de Bruijntjieshoogte nog verantwoordinge door van negen hondert schapen, door hem van de overleeden op de helft van aanteel ontfangen,

als meede Jacobus Smit Jacobuszoon van agt en twintig beesten, door hem in voormelder voegen ontfangen;

declareerende voorts van d’ overledene gehoord te hebben dat ’er nog eenige harer goederen waren verbleven bij haare zoonen Barend en Abel Jacobus Erasmus alwaar deselve eenige jaaren is woonagtig geweest, zonder echter juijst te kunnen opgeven waarin deselve goederen bestaan.

Aldus door den in den hoofde deeses gemelden Daniel Jacobse ende desselfs huijsvrouw Martha Erasmus opgegeven onder presentatie van eede, edog reserve dat zo indien iets mogte hebben geomitteerd en iets tot den boedel behoorende nader mogte komen te ontdecken, daarvan ten spoedigsten ter Weeskamer opgaaf te zullen doen

Cabo de Goede Hoop den 21:e November 1798

Als gecomm: Weesmeest:n: A:V: Bergh, J: Blanckenberg

Daniel Jacobes, Martha Francina Erasmus

Mij present: G:A: Watermeijer, g: C:

MOOC8/22.39 1/2

{17981126} 26 November 1798 Martha Pienaar

Lijst van onderhandsche obligatien en verdere bewijsen van inneschulden, lopende ten voordeele des boedels van wijlen Martha Pienaar weed:w Laurens Erasmus door Martha Francina Erasmus, huijsvrouw van den burger Daniel Jacobse op heeden ter Weeskamer overgelegd

    Rd:s Rd:s
  een onderhandsche obligatie ten lasten Stephanus van den Burg d:d: primo Augustus 1784 groot   36:24
voldaan een onderhandsche obligatie ten lasten Joachim Scholtz de jonge d:d: 17 September 1798 zonder beding van intrest groot   400:--
voldaan een onderhandsche obligatie ten lasten Jacobus Carel Erasmus d:d: primo November 1797 groot aan capitaal   300:--
  met den intrest van dien à 4 pc:to p:r a:o
  een onderhandsche obligatie ten lasten Daniël Jacobse zonder datum en beding van intresten groot   400:--
  een onderhandsche obligatie ten lasten Daniël Jacobse gedateerd 23:e Augustus 1798 spruijtende over koop van drie hondert schapen à 6 schell: ieder   225:--
voldaan een onderhandsche obligatie ten lasten Andries Cornelis Esterhuijsen de dato 5 Junij 1797 groot aan capitaal   200:--
  met de renten van dien à 4 pc:to p:r a:o
voldaan een onderhandsche obligatie ten lasten Laurens Johannes Smith de dato 15:e November 1796 groot aan capitaal   1000:--
  met den intrest à 4 pc:to p:r a:o
voldaan een onderhandsche obligatie ten lasten Leopold Heuser, gedateerd 15:e November 1796 aan capitaal groot   1000:--
  met de verlopene renten à 4 pc:to p:r a:o
  een onderhandsch briefje ten lasten Rasmus Pieter Erasmus d:d: 19 November 1795 groot   10:12
  een onderhandsch briefje ten lasten Laurens Johannes Erasmus gedateerd 19 November 1795 groot   11:24
  een onderhandsch briefje ten lasten Laurens Marthinus Jacobs d:d: 11 Junij 1798 spruijtende over koop van een hondert vijftig schapen à 6 schellingen ieder   112:24
  een ongeteekende onderhandsche obligatie ten lasten Philip Erasmus d:d: 22:e November 1796 groot aan capitaal   400:--
  met den intrest a 4 pc:to a:o
  een onderhandsche briefje zonder datum ten lasten Philip Erasmus groot   27:36
  een onderhandsche briefje ten lasten Philip Erasmus gedateerd 28:e Augustus 1798 spruijtende over koop van een hondert schapen à 6 schellingen ijder   75:--
  volgens klad aanteekeningen
  Gerrit van Wijk voor
  800 ockernooten 3:--
  4 1/2 flessen wijn 1:30
  200 ockernooten 0:36 5:18
voldaan Sophia van Wijk voor
  1 zak met vrugten   5:--
  Gerrit Snijman d’ oude, voor
  1 vat brandewijn   16:--
  Piet Snijders voor
  1 zak persiken   4:--
voldaan Andries Esterhuijsen voor
  1 fles brandewijn   0:24
  Jacobus Esterhuijsen voor
  1 fles brandewijn   0:24
nevens gemelde rd:9:24 zijn wegens vertoond bewijs aan de overledene voldaan Floris Visser voor
1 mud persiken 4:24
1 mud erweten 5:-- 9:24
  Gerrit Marits voor
  1 mudde persiken   4:24

Voorts

een bewijs dat Marthinus Jacobse van de overledene op den 1:e Junij 1797, over de helfte van aanteel heeft ontfangen 367 schapen
een brief van Jacobus Smit Jacobus zoon gedateerd 2:e Februarij 1798 waaring t consteerd, dat denselven van de overleedene onder zijne berusting heeft 28 aanteelbeesten, volgens opgaaf van Daniël Jacobse, meede op de helfte van aanteel
een brief van Jacob Erasmus, inhoudende dat denselver negen hondert schapen aan de overledene toebehoorende van Abraham Erasmus heeft in ontfangst genomen
een quitantie gedateerd 23 April 1794 en geteekend door Leopold Heuser, waaruijt blijkt dat deselve van Abel Jacobus Erasmus heeft ontfangen een obligatie ten lasten Johannes Jacobus du Toit, groot rd:s44 en dewelke volgens opgaaf van Daniel Jacobse en desselfs huijsvrouw aan den boedel den overledene toebehoord, het nevens gemelde briefje door Heuser ter Weeskamer ingediend
eindelijk een briefje waarop geschreven staat de schapen van moeder, bedragen zeven hondert drie en vijftig, zonder dat men weet waartoe dit briefje betreckinge heefte en waarna dus nader zal dienen te worden geinformeerd

Ter Weeskamer aan Cabo de Goede Hoop den 26 November 1798

G:A: Watermeijer, g: C:

MOOC8/22.40

{17980716} 16 Julij 1798 Abraham a de Haan

Inventaris des boedels van wylen den burger Abraham a de Haan, door denzelven op Zaturdag den dertigsten dag der maand Juny in den jaare een duyzend zeeven hondert agt en neegentig des nademiddags omtrend de klokke vier uuren metter dood ontruimd ende nagelaaten, na alvoorens by testament in dato 19 April des voormelden jaars voor den notaris publicq Johan Jacob Fredrik Wagener en zeekere getuygen opgerigt, dien aangaande te hebben gedisponneerd en ingevolge welke dispositie tot universeele erfgenaame van den overleedene komt te succedeeren desselfs eenige nagelaatene dogter in huwelyk by zyne vooroverleedene huisvrouw Christina Helena Everdyk verwekt, in name

Engela Christina à de Haan

Terwyl Heeren Weesmeesteren door den overleedenen by zeeker uit kragte der by voorm: testamentaire dispositie geinsereerde clausule reservatoir op den 23 May laatstleeden onder zyne eigene handteekening gemaakte byvoegzel tot executeurs van zyn meermeld testament en voogden over bovengemelde zyne minderjarige dogter aangesteld zynde, den voormelden boedel mitsdien door de ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren navolgens het opgeeven en aanwyzen van den burger Dirk Weesbergh is geinventariseerd en bevonden te bestaan in de volgende, namentlyk

Op de post de Groene Cloof in het aldaar staande woonhuis en aldaar

In ’t voorhuis
 
drie ophaal gordynen
neegen schilderyen in soort
een staand horloge
een opslag eetens tafel
een vierkant tafeltje
een klyne klap tafel
een tafelkastje
twaalf stoelen met twaalf bonte kussens
twee leuning stoelen
een martefaam
een kopere was lampet met zyn bak door Engela a de Haan uitgehouden
een kopere keetel en comvoor
een kopere koffy kan
een kopere quispedoor
een kopere schenkblad
twee kopere tobaks comvoren /:een verkogt:/
drie stukken grof laken hier van twee gebruikt tot kleederen voor de slaven
een en een half stuk Vlaams linnen
In de kamer ter regterhand
een rood ophaal gordyn
een spiegeltje
een porcelyn scheerbekken
een hoek rak waar op
eenig glaswerk in soort
een wit kopere theemachine door E: a de Haan uitgehouden
een tafelkast waar in
twaalf lakens door E: a de Haan uitgehouden
zestien sloopen
vier en twintig servietten
een wit porcelyne soup therine met schotel en dekzel
een blaauwe soup therine defect
twaalf witte diepe borden
vier en dertig vlakke borden
drie boter potjes in soort
elf schotels in soort
vyftien paar thee goed in soort
ses tafelmessen
vyfthien vorken
een groote kist waar in de kleederen van de overleedene, bestaande in door E:A: de Haan uitgehouden
twee hoeden
drie lakense rokken
een schansloper
een lakense lange broek
een lakense jekkert
een lakense baatje
een Chinaas linnens baatje
vier swartte camisoolen
vyf swartte broeken
neegen paar koussen
twaalff hembden
seeven slaap mutzen
een swartte hals doek
een lampher
een kabaay
twee scheermessen en
een scheer doosje

Die ingevolge testamentaire dispositie zyn gelegateerd aan Araham Butger

een lessenaar
drie stoelen
een kadel waar op
een bed met zyn toebehooren
een ledikant met rood behangzel
een paviljoen met rood behangzel
In de kamer ter linkerhand
twee ophaal gordynen
een spiegeltje
vier schilderyen
twee vierkante tafels
neegen stoelen
drie ledikanten met rood behangzel waarop
drie bedden met hun toebehooren
In de agter kamer
twee meel kisten
een vliege kast
een kist met een party gereedschappen in soort
ses kopere kandelaars
een verlakt schenkblad
vyf schiet geweeren waar van vier ingevolge testamentaire dispositie van den overleedenen onder Johannes Henricus Gnade, Abraham Butger en Johannes Christoffel Gnade moeten worden verdeeld
In de combuys
een combuys tafel
een bakkist
twee waterhalfaamen
een brood mes
een klyn vierkant tafeltje
een rystblok met zyn stamper
vier water emmers
seeven yzere potten in soort
vier schoorsteen kettings
een kopere waterketel
een kopere vyzel met zyn stamper
een koekepan
een kopere taartepan
een kapmes
een yzere ovenhaak
Op de zolder
twaalf zoutschoppen
twaalf ploegschaaren
ses pikken
twee koevoeten
drie koornschoppen
een scheepel
drie graaven
een veld tent met zyn toebehooren
seeven veld stoelen
drie boter karnen in soort
twaalf wagenvellingen
een kopere hamkeetel
ses lappen zyl doek
een party yzerwerk in soort
een kraanzaag
tweeyjzere braad pannen
drie oude rakken
een oud wagenkisje
een party rommeling
een hoop garst naar gissing vyf mud
In ’t zout hok
een schaafbank
een schroefstok
een slypsteen
ses ledige vaten insoort
een span tuigen
twee ruyven
een wagenleer
een oude kreb
een hoop van circa tien mudden zout
een teerputs
twee ploeg hoofden
drie ploegen met hun toebehooren
twee eggen insoort
vier stellen halve en heele zout zakken
In ’t koornhuys
een koornharp
een bad baly
een vleesch baly
twee ledige leggers
drie ledige half aamen
een oud vat
een vierkant tafeltje
een groote ladder
een houte bak
een negenduijms eikenhoute plank
een end cabeltouw
een kapmes
een hoop koorn van circa 160 mudden
Op de zolder
een verf steen
een blaasbalk
In ’t pakhuys
drie ledige leggers
twee halve leggers
een ledige bierpyp
vier ledige half aamen
een visch vat
een legger tregter
een vleesch vaatje
een verlaat emmer
een kelder met flessen
drie manden in soort
een aarde pot
een aarde kan
een koffy moolen
sestien koorn zikkels
een hever
twee tregters in soort
een tent zyl
drie enden planken
ses stelling houten in soort
een party yzerwerk
een tinne oly en azyn stander
twee ledige zakken
een party oud yzerwerk
Op de werf
een stelling bok
twee paarde waagens
vyf osse waagens
een party houtwerk
vier theervaaten
een oud stelletje
Aan ’t Zwartte Water
vyftien hondert mudden zout naar gissing /:volgens certificaat van Dirk Weesberg by ’t opnemen niet meer bevonden, als 1237 mudden bruijkbaar zout:/
een tafel
twee banken
een yzere pot
agt zout schoppen
een graaf
een vleesch baly
een bak kist
een emmer
een schiet geweer - behoord aan Butger
een koekepan
een keeteltje
Aan de post de Jan Beesjes Craal
een deur couzyn
een bol couzyn
eenig ledig vaatwerk
ses stoelen
twee leuning stoelen
een koper quispedoor
een ovale opslag tafel
een ledikant met rood behangzel
ses yzere potten
vier schoorsteen kettings
een lessenaar waarop een glaase kasje
twee stellen klyne kast potjes
drie water emmers
een water half aam
een party oud yzerwerk
een kopere oly keetel
een party schaaven
een ledige kist
een lap zyl doek
een hoop van circa 5 mudden fyn zout
een schuit
een visch zeegen

Aan de Kaap in ’t tuinhuis behoorende aan de Societeit Concordia

een clavier
een cabinet waarop
een stel kast potten
een klyn cabinetje waar op door E:A: de Haan uitgehouden
vijf porcelyne beelden
vier groen geschilderde banken
een opslag eetens tafel
een klyn vierkant tafel
een tafel met steene blad
ses geele kopere quispedooren
een schenktafel met drie schraagen
een cylindersteen
twee rakken
een kadel
By Jan Laubscher aan ’t Riebeek Casteel
twee ledige leggers
By Joh:s Paul:s Eksteen aan ’t Rondebosjen
een ledige legger
Zilverwerk des boedels
een oly en azyn stander met glaaze flessen door Engela A: de Haan uitgehouden
twaalf messen hegten
seeven leepels
een soup leepel door Engela A: de Haan uitgehouden
een thee lepeltje
een suiker busch
Lyfeigenen des boedels, als
NB een jongen genaamd Jacob van de Caab
NB een jongen genaamd Christiaan van de Caab
een jongen genaamd November van de Caab
een jongen genaamd Alexander van de Caab
een jongen genaamd Coetzier van Boegies , overleeden
een slave jongen genaamt Dalie van Boegies , zynde een metzelaar
NB een slave jongen genaamt Alie van Boegies , zynde beestewagter
een slave jongen genaamt Filander van Boegies , zynde metzelaar
een slave jongen genaamt Galant van Boegies
een slave jongen genaamt April van Timor , beestewagter
een slave jongen genaamt Joseph van Mallebaar , schapewagter
NB een slave jongen genaamt Castor van Bengale
een slave jongen genaamt November van Madagascar
een slave jongen genaamt Manuel van Madagascar , beestewagter
een slave jongen genaamt Sias van Madagascar , paardewagter
een slave jongen genaamt Onverwagt van Mosambicque
een slave jongen genaamt Domingo van Mosambicque , wagenryder
een slave jongen genaamt Samson van Mosambicque , wagenryder
een slave jongen genaamt Jacob van Mosambicq , wagenryder
NB een slave jongen genaamt Abraham van de Caab
NB een slave jongen genaamd Isaac van de Caab , wagenryder
NB een slave jongen genaamd July van Mallabaar
NB een slave meid genaamd Florentina van de Caab
NB een slave meid genaamd Martha van Mallabaar
NB een slave meid genaamd Malatie van Boegies
een slave meid genaamd Soenting van Timor
NB een slave meisje genaamd Lena van de Caab
NB een slave meisje genaamd Chrisje van de Caab
NB een slave meisje genaamd Eva van de Caab
van welke lyfeigenen de met een NB aangeteekende dertien stuks by voorsz: testament zyn gepraelegateerd aan de minderjarige Engela Christina à de Haan onder zodanige conditien als daar bystaan vermeld
Beestiaal
een hondert twee en sestig trek ossen
een hondert seeven en twintig aanteel beesten
seventien wagen en ry paarden
drie en vyftig aanteel paarden waar van drie aan Michiel Abraham Stigling zyn vermaakt
ses hondert vier en seeventig aanteel schaapen en bokken
twee varkens geslagt ter gelegenheid van de vendutie
Crediten des boedels
    Rd:s Rd:s
  aan contanten in denzelven gevonden in differente munt specien eene somma van agt hondert zeeven en dertig ryxdaalders en agtien stuivers, zegge   837:18
  van de commissaris generaal de heer J: Prengle over successivelyk zeedert primo Jann:y tot den 15:e deezer verstrekte kost aan dragonders als extra posten en voeder voor derzelver paarden, mitsg:s huur van paarden, etc:a volgens specificque lyst   366:12
heeft een contra reekening groot rd:s44:24 van Gysbert van Reenen over aan hem successivelyk geleeverd zout p:r rest   50:30
voldaan van Paul Simonse over aan hem successivelyk geleeverd zout p:r rest   2:18
voldaan van de wed: Jacob Obermeyer over aan [hem] successivelyk geleeverd zout p:r rest   32:--
  van de weled: heer Oloff Godlieb de Wet over aan hem successivelyk geleeverd zout p:r rest   8:24
verrekend met een contra pretensie van Jan Michiel Elser over 20 mudden zout   40:--
voldaan van Coenraad Luyt over 3 mudden zout   6:24
  van Hendrik Oostwald Eksteen P:z: over 28 mudden zout zo grof als fyn   57:--
voldaan van Michiel de Kock over 7 mudden zout   6:16
  van Jacobus Arnoldus van Reenen over 23 mudden zout   43:24
  van Fredrik Veil over 23 mudden zout 41:24
  als meede voor ’t laaten weiden van desselfs vee aan de Klyne Dassenberg 50:-- 91:24
  van Jacobus Johannes Vos over geleeverde 12 mudden zout   18:--
  van [ ..... ] Badenhorst voor ’t laaten weiden van zyn vee aan de Hartebeeste Craal   50:--
verrekend met eene contra pretensie van Sebastiaan Valentyn van Reenen over zoo veel by afreekening aan den overleedene te kwaad gebleeven is 21:12
  40 mudden zout sucsessivelyk van de pennen gehaald 25:-- 46:12
  van Fredrik Kirsten over 5 mudden zout   2:24
  van Arend van Wielligh over 10 mudden zout   6:44
  van Jan Laubscher Nicolaasz: over 6 mudden grof zout door hem van de pan gehaald 4:--
  over ’t laten weiden van 62 trek ossen en verstrekte kost aan slaaven 16:6 20:6
voldaan van Daniel Krynauw voor 4 mudden zout   6:--
  van J:W: Wernich over 3 1/2 mudden zout   5:12
  van Dirk Gysbert van Reenen voor 12 mudden zout   6:--
voldaan van Hendrik Ludolph over 8 mudden zout   16:--
  van Hendrik du Plessis over 97 mudden zout   172:24
  van Johannes Schreuder over contant ontfangen penn: blykens onderhandsch briefje   33:--
  van de heer honoratus C:D: Maynier over 23 mudden zout   18:--
voldaan bevonden rd:s100 debet te wesen van Joseph de Kock over 21 mudden zout   40:--
  van de heer Arend de Waal A:z over 3 mudden zout   6:--
  van Christiaan Geyer over 1 mud grof zout   1:24
  van de heer Johannes Smuts over 2 mudden fyn zout   5:--
  van de heer Cornelis Cruywagen over 2 mudden fyn zout   5:--
  van Gerrit le Roes over 6 mudden zout   3:42
  van Carel Gustaaf van Bratt over 10 mudden zout 16:--
  over 110 osse huyden à 38 stv:rs ieder 87:4 103:4
  van Johannes Gysbertus van Reenen over 10 mudden fyn zout van de pan gehaald 6:12
  een hamel 3:--
  6 lammers à rd:s1 1/2 9:-- 18:12
  van Dirk Slabbert over 35 mudden zout door hem zelf gehaald   20:--
  van Jan Ernst van Oldenhausen over 14 mudden grof zout door hem gehaald   7:--
  van Hendrik van Aarden over 20 mudden grof zout   10:--
  van Hendrik Geldenhuyzen over 2 mudden zout   1:16
  van Johannes Paulus Eksteen Pieterzoon over verstrekte kost aan twee slaaven zeedert den 3 Juny tot den 15 July   7:24
voldaan van Philiph Diehl over ’t laaten weiden van 40 trek ossen op de post de Groene Cloof en verstrekte kost aan de wagter zeedert 25 Juny tot den 15 July   7:24
  van Jan Smith Jurriaansz: over ’t laten weiden van 21 trekossen op de post de Groene Cloof zeedert den 5 tot den 15 July en verstrekte kost aan twee slaaven   40:--
  van Isaac Stromböm voor ’t laaten weiden van desselfs vee op voorsz: plaats   18:--
heeft afgereekend moeten de van de overige inneschulden des boedels heenkomende wegens den verkoop van het huis en thuin genaamt Rosenburg voor eene somma van ƒ50000 volgens declaratie van voormelde Weesbergh door den geadmitteerden procureur Jan Daniel Alders als geweezene gemagtigde van den overleedene opgaaf en verantwoording worden gedaan
Lasten des boedels voor zo verre die bekend zyn
    Rd:s Rd:s
  aan de Weeskamer op een Weesmeesteren kennis aan capitaal ƒ8150 ofte   2716:32
  met de renten zeedert den 31:e December 1795
voldaan aan Anna Sophia Weesbergh over het legaat door den overleedenen by desselfs testamentaire dispositie aan dezelve besprooken   200:--
voldaan aan Christina Aelisa Botger over het legaat door den overleedenen by desselfs testamentaire dispositie aan dezelve besprooken   200:--
  aan Catharina Botger over het legaat door den overleedenen by desselfs testamentaire dispositie aan dezelve besprooken   80:--
voldaan aan Louisa Mos gehuwd met den burger Paul Bartholomeus Simons over het legaat door den overleedenen by desselfs testamentaire dispositie aan dezelve besprooken   80:--
voldaan aan Helena la Mot getrouwd met den burger Nicolaas Smuts over het legaat door den overleedenen by desselfs testamentaire dispositie aan dezelve besprooken   80:--
voldaan aan Abraham Butger over het legaat door den overleedenen by desselfs testamentaire dispositie aan dezelve besprooken   50:--
voldaan aan Johan Adolph Wagener weegens een legaat door den overleedenen by desselfs testamentaire dispositie aan dezelve besprooken 80:--
  als meede over knegtsloon etc:a hem zeedert den 15 December 1796 tot den 15 deser competeerende p:r rest 104:-- 184:--

Wordende alhier p:r memorie nog aangetekend dat den overleedenen Abraham à de Haan behalven de zout pannen zo in de Groene Cloof als in de Caabse vlakte en agter de Steenbergen geleegen van het Gouvernement voor den tyd van een jaar, aanvang genoomen hebbende met den 21 February laatstleeden ook nog heeft gehuurd twee perceelen der plaatzen aan gemelde Groene Cloof geleegen, de eerste n:o 6 voor eene somma van vyftig en de tweede n:o 12 voor twee hondert ryxdaalders.

Aldus gedaan en geinventariseerd op de plaats de Groene Cloof op Maandag den 16:e July 1798, ende zulks op het op en aangeeven van den burger Dirk Weesbergh in den hoofde deezes gemeld, dewelke verklaarde zig daar omtrend ter goeder trouwe gedragen en niets met opzet verzweegen of te rug gehouden te hebben, het geen tot den boedel specteerende was, invoege hy dan ook betuigden de deugdelykheid zyner opgaave ten allen tyde des gerequireerd werdende met solemneele eede te bevestigen, met belofte wyders zo ’er namaals nog iets mogte worden ontdekt het geen tot den boedel behoord, daar van dan getrouwelyk nadere opgaaf te zullen doen.

Inteeken der waarheid is deeze door ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren beneevens bovengemelde Weesbergh en my Secretaris behoorlyk onderteekend

Als gecomm: Weesmeest: W:J: van Oostersee, J:s A:s Truter

Voor den opgaaf: D: Weesbergh

Mij present: J:P: Faure, Secret:s

Ampliatie volgens nadere opgaaf van den burger Dirk Weesbergh

Inneschulden
  Rd:s
van den opzigter op de post in ’t Outeniqua Land Willem Adolph Akkerman over borgtogt door den overleedenen De Haan voor den zelven aan Jacobus Johannes Vos betaald, blykens notarieële quittantie de dato 28 Aug: 1793 580:3
met de renten zeedert 28 Aug: 1793 a 6 pc:t
van de heer Jan Gysbert van Reenen over boek schuld 198:6
van de heer collonel King over aan zyn Edele verstrekte hamels, lammers, zout, broden, op desselfs route in de maand Aug: den 1796 na de Saldanhabaay volgens daar van gehoudene specificque aanteekening 56:36
van de wed: Joost van As over 2 mudden grof zout 3:--
van de edele Casparus van Eerten over 2 mudden grof zout 3:--
van de heer Jan Fredrik Kirsten over boekschuld 82:12
van de manh: Jacob van Rheenen over 2 mudden zout 3:--
van Sebastiaan Leibbrand over 9 mudden grof en 1 [mudden] fyn zout 16:--
Lasten des boedels
    Rd:s
voldaan aan Jan Christoffel Gnade over zo veel denzelven van den overleedene als een der testamentaire executeuren van wylen Hendrika Catharina Coetzee wed:w wylen A:W: Gnade voor erffenis onder hem berustende geweest zynde competeerd 280
voldaan aan de wed: Hennig over 2 halve huiden aluin leer 8

Ter Weeskamer aan Cabo de Goede Hoop den 1 Nov:br 1798

Als gecommitt:s

Ampliatie volgens nadere opgaaf van de heer J:D: Alders als gewesene generale gemagtigde van den overledene

Inneschulden
  Rd:s
van de gesamentlijke leden der Societeit Concordia op een schepenenkennis d:d: 15 Junij 1798 aan capitaal ƒ20000 ofte 6666:32
met de renten van dien a 6 pc:t p:r a:o
van Frans Hilgers op een notarieele obligatie d:d: 16 April 1796 aan capitaal 461:8
met de renten zeedert den 18 December 1794
van Johannes Andreas Grundlingh over borgtogte van Pieter Zeeman 461:8
almeede met de renten zeedert 18 Decemb: 1794
waarop echter in dato 2 Decemb: 1795 rd:s200 in minderinge is betaald
van Cornelis Adriaanssen z: volgens ter executie leggend vonnis 540:36
met de renten en kosten
van Gerrit Schierhout volg:s reekening 246:24

Ter Weeskamer aan Cabo de Goede Hoop medio December 1798

J:D: Alders

Mij present: G:A: Watermeijer, g: C:

MOOC8/22.41

{18001007} 7 October 1800 Paulus Ladage

Inventaris van alle zodanige goederen, als er op den 27 April 1800 ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door Paulus Ladage ten voordeele zijner onbekende uitlandige erffgenamen, zodanige als het een en ander ingevolge opgaaff van Johanna le Roux huijsvrouw van Johannes Albertus Gildenhuijsen door ons onderget:de ord: Clercq en Bode zijn opgenome en ingeschrifte gebragt, bestaande dezelve in de volgende, namentlijk

twee broeken
twee baatjes
een hembd
een hoed
een paar schoenen
een paar zilvere gespen en drie zilvere knoopjes
een zilvere horologie
een pers ijzer
een schaar
een bed, peuluw, 2 kussens en 1 combaars
een led: kist
Beestiaal
twee rijdpaarden
een merrij [paarden] met een veulen
Inneschulden
  Rd:s
van voorm: Johannes Albertus Gildenhuijsen over verdiende gagie als schoolmeester zijnde 4 1/2 maanden a 7 rds per m:d 31:24
Lasten des boedels
  Rd:s Rd:s Rd:s
aan evengem: Joh:s Alb Gildenhuijsen te weeten
voor 1 dood kist 25
voor 8 dragers 8
voor de koster 1
voor gedane onkosten 12 46
voor 3 mudden garst 6
over aan den overleedene contant geleende 13 19 65
aan mans: Jacob Brits over koop van een paard     40
aan Jacob Swart over koop van een paard     30

Aldus gedaan ende g’inventariseerd op den 7:e October 1800

Voor den opgaaff: dit kruijs merk + heeft de in den hoofde deeses gem: Johanna le Roux huijsvrouw van Joh:s Albs Gildenhuijse eijgenhandig gesteld

Ten overstaan van ons: P:E: Faure, W:J: Kolver

MOOC8/22.42

{17991101} 1 November 1799 Anna Maria Strikker

Inventaris van alle zodanige goederen, als er op Zaturdag den 27:e October j:l: ab intestato met ’er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door Anna Maria Strikker ten voordeele harer overgebleevene man den onder afgem: gagie gestelden soldaat in dienst der geweesene Oost Ind: Comp:ie Carel Hendrik Meijer ter eenre, en hunne bij den anderen in echt verwekte twee minderjarige kinderen, in namen:

1) Coenraad Wilhelm oud 17 ter andere zijde
2) Johanna Christina Meijer oud 14 jaren

Zodanig als het een en ander door ons onderget:de ord: Clercq en Bode zijn opgenomen en g’inventariseerd, bestaande dezelve in de volgende, namentlijk

een kleder kast
een glase kast
een tavel
een grote tavel
een eetens kast
vijff stoelen
een kadel waarop
twee bedden
een kist
vier schilderijen
een kopere ketel met
een kopere conphoor
een water halff aam
een parthij porcelain
twee ijzere potten
een schoorsteen ketting
een schuimspan
een ijzere lepel en voorts
een parthij rommeling
Lasten des boedels
  Rd:s
aan Nicolaas Smit over huijs huur 42
aan Jan Blat over contant van hem geleend 12

Zullende de kosten der begravenis van den overleedene door hem nader worden opgeeven.

Aldus gedaan en g’inventariseerd ter Weeskamer aan Cabo de Goede Hoop op den 1:e November 1799 ende zulx op het op- en aan-geeven van de in den hoofde deeses gem: weduwenaar dewelke betuijgde zig hier inne ter goedertrouwe gedragen en zijnes weetens niets versweegen of terug gehouden te hebben ’t geen tot voorm: boedel specteerd, invoegen hij ook betuijgde zulx des gerequireerd wordende met solemneelen eede te bestigen, en belofte wijders zo wanneer hier na nog iets tot opgem: boedel behorende mogte worden ontdekt, daar van getrouwelijk nader opgaaff te zullen doen, ten einde deesen inventaris daar meede te kunnen worden g’amplieerd.

Tot securiteit van dit een en ander deese door den inventarient en ons onderget:de Clercq en Bode behoorlijk gesubscribeert.

Voor den opgaaff: Carel Hendrik Meijer

Ten onsen overstaan: P:E: Faure, H: v:d: Horst

Tot den boedel van voorm: Anna Maria Strikker en nagelatene man Carel Hendrik Meijer behoren nog de volgende goederen, te weeten

een zilvere beugel
een p:r goude handslootjes
een p:r zilvere gepsen
een Bijbel met zilver beslag
een kisje met koper beslag
een vijzel met zijn stamper
een koffij meulen
een peper meulen
een kopere trommel
een kopere koffij kan
een tinne trekpot
een strijkijzer
een rooster
een kelder met ledige flessen
een kelder met rijst-meel
een tinne schotel
twee waterpotten
twee kopere kandelaars
een kisje
twee mandjes
een rood ophaalder
een lantaarn
een parthij boeken in zoort

Ter Weeskamer voorm:t den 6:e November 1799.

Carel Hend: Meyer

MOOC8/22.43

{17981010} 10 October 1798 Anna Maria Pretorius

Copia

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten, als ’er met ’er dood ontruijmt en nagelaaten zijn door wijlen Anna Maria Pretorius nagelaatenen wed:e van wijlen d’ edele David Schalk van der Merwe, ten behoeve van haare

natelaatene kinderen, in naame David Schalk
Johan Loud:k
Willem
of deszelfs nagel: kindere Roelof
Hendrina Magdalena
Isaac
Paul
Jacobus
Carl
Hendrik Stephanus
Nicolaus
Anna Sophia en
Hester Maria

opgegeeven door gem: Paul Jacobus van der Merwe en vervolgens bij mij Sam: Veit Oertel, Secretaris der colonie Graaffe Rijnet in presentie van de na te noemene getuigen in geschrifte gesteld, bestaande dezelve in de navolgende goederen, te weeten

In ’t voorhuis
1 thee tafel
15 stoelen
2 leege thee kasjes
1 verre kuyker
1 Bijbel in folio
15 p:s boeken in 8
3 p:s boeken in 4
1 p:s [boeken] in groot 8
1 aarden scheerbeeken
3 aarden beekers
1 raakje waarop
1 bord
1 trek pot
1 tromel
1 comfor
1 keetel
1 schenkbord
1 raak waarop
1 glaasen standertje
3 glaasen
1 vles
3 puurings
1 schildereije
1 tromel met een hang slot
1 spiegel
1 coffe kan
1 hoek kas waarop
1 tinne tobac doos
1 koel balie
1 beeker
1 emmer
1 aardene water pot
1 raak waarop
2 tinne schootels
In ’t voorhuis
5 aardene schotels
1 aardene geld bus
1 tromel
1 leepel raak met
10 tinne leepels
7 messen
14 vorken
1 aardene pot met 1 dekzel
3 emmers
1 boter karn
1 tarte pan
1 raak waarop
8 tinne schootels
15 tinne borden
12 aardene borden
2 aardene potjes
2 porc: com
1 raak
1 cederhoute plank
1 geelhoute plank
6 groote aardene kannen
1 aardene boddel
2 kleine aardene kannen
3 aardene ink kokers
6 aardene beekens in soort
3 aardene combjes
1 aardene tesje
1 aardene kandelaar
1 aardene ketel
1 aardene souce potje
2 aardene beekers
1 wasch balie
1 houtene balance
In de kast
2 aardene bottels
1 vles
1 aardene kan
1 brood mes
1 tregter
1 wasch vaatje met zijn toebehoor
2 thee bussen
1 vuylsel
2 kooperne kandelaars
In de agterkamer, regterhand
1 kelder met 13 vlessen
1 aardene schootel
4 aardene borden
1 tinne water vles
2 aardene beeken
1 koper thee maschien
1 stoof
3 strijkijzers
2 mandjes
1 thee tafeltje
In de zijkamer, regterhand
1 leedikant met zijn bedde goed
1 leedikant met zijn bedde goed
1 groote kist
1 wagen kist
1 groote mandje
3 groote thee keetels
1 spiegel
1 raspen
5 groote aardene potten
6 groote aardene kannen
2 aardene confij potjes
In de zijkamer, regterhand
1 coffe keetel
1 coffe molen
1 aardene com
1 geelhoute plank
In de zijkamer, linkerhand
1 tafel
6 mudde rog
1 katel met zijn bedde goed
1 sluyt mandje
2 geweeren
6 geweeren defect
1 cederhoute plank
2 halve geelhoute planken
1 groote kist
1 hand bijl
9 zikels
In de combuys
1 hand moolen
4 melk vaatjes
1 pan
4 groote yzerne potten
3 kleine yzerne potten
1 soep leepel
1 lamp
1 hakmes
1 vlees balie
3 emmers
1 drievoet
2 roosters
1 vuurtang
1 vlees vork
1 keetel
In de winkel
1 trek zaag
4 groote booren
1 omslag
1 beulhamer
1 raspen
1 ploegschaar en 1 beugel
5 schaaven
1 kruis hout
1 schroef
1 span zaag
1 bijl
2 hamers
1 dissel
1 vuijl
2 snij messen
1 kratzer
1 parthij romlereij
1 pot baakers bank
1 pot baakers moolen
1/2 staaven loot
1 teer vatje
1 kuijper schaaf
2 piken
4 oude graaven
10 ijzerne hoepels
1 katel
2 oude zadels
1 oude emmer
1 parthij romlereije
1 boor
2 bijlen
1 koevoet
In de kelder
1 trap balie
2 leggers met wijn
1 dissel
1 bijtel
1 rasp
1 kuypers mes
1 yzern omslag
1 hand zaag
1 winkel haak
3 leege leggers
6 halve leggers
3 bier pijpen
4 halve aams
1 halve [aams] defect
2 ankertjes
2 schaaven
1 kopern tregter
1 bantje
In ’t seephuis
2 zeep potten
1 zeep [potten] defect
In ’t wagenhuis
1 nieuwe osse wagen met zijn toebehoor
1 oude osse wagen zonder leer
1 paarde wagen
6 balken
1 ploeg met zijn toebehoor
1 teer putz
In ’t pakhuis
8 paarde tuygen
4 boter vaten
2 boter karn
1 brood kist
1 oude wagen tent
1 vlees vaatje
1 oude stoel
1 vlees bijl
1 oude kist
1 raak
Op de werf
1 brandewijn keetel met zijn toebehoor
1 vellen kuyp
Beestiaal
3089 schaapen
465 geijten
266 beesten
9 ruin paarden
42 trek ossen
27 jonge ossen
14 merrij paarden
7 veullens
Slaaven
2 groote volwassene slaaven, in naame
Maij en
Vilander
2 halfwassen slaaven, in naame
Arij en
Jefta
4 volwassene slaaven meijden, in name
Victorie ,
Lea ,
Lena en
Sara
3 halfwassene slaaven meyden, in name
Catarina ,
Griet en
Anna
1 opstal gen:d de Comskloof gel: onder de Nieuweveldsberg , in de Camdebo's
1 opstal gen:d de Moorddal gel: op de Sneeuwbergen
Inschulden
  Rd:s
aan contant bevonden 714:2
weduwe Willem van der Merwe 769:23
Johannes Jurgen de Beer 40:--
d’ edele Tjard van der Walt 4:--
Isaac van der Merwe 44:--
Andreas Petrus Forster 5:1
Henning Johan:s Viljoen 1:5
Godlieb Pichel 3:--
d’ edele Andreas Petrus Burger 24:--
weduwe Roelof van der Merwe 0:4
Franc:s Alewijn Smit 0:7
Jurrie Minne 2:4
Charl Pretorius 6:5
d’ edele Pieter Ernst Kruger 2:4
Hercules Venter 1:2
Francois Venter 1:3
Zach:s Alb:s van Jaarsveld 0:6
Johan:s Loud:k van der Merwe 26:--
Hend:k Steph:s van der Merwe 85:--
Nicolaus van der Merwe 50:--
Jochim Hend:k Martens - is nader bevonden maar rd:s75 debet te weesen 76:1
Abraham Smit 1:1
Johannes Oberholtzer 1:1
Samuel Zacharias de Beer 4:5
Jacobus Joh:s Pretorius 60:--
Somma Rd:s1925:53
Lasten des boedels
  Rd:s
aan Zacharias Alb:s van Jaarsveld 4:--
aan zoveel den oud heemraad d’ edele David Schalk van der Merwe aan de cassa der colonie Graaffe Reinet debet komt te zijn, als te kort gekoomene penn: geduurend zijn administratie als Cassier, en waar toe door den Raad van Politie bij extract van den 17 September 1794 is verpligt geworden te voldoen aan gem: cassa 61:5 2/3
aan de vrijgegeevene slaavinne Hermina wegens verkoop van 3 koejen a 8 rd:s 24:--
aan vendu penn: ten behoeven van d’ heer Berg 14:5
aan weduwe Johan Adam Raubenhijmer 7:--

Aldus door den in den hoofde deeser gem: P: van der Merwe onder presentatie van eede opgegeeven en geinventarisseerd, denwelken verklaarde zig daarin na zijn beste kennisse en weetenschap gedragen te hebben, met belofte van wanneer namaals nog eenige goederen tot den boedel behoorende mogt komen te ontdekken, denzelven insgelijks te zullen opgeeven.

Actum den 10 October 1798 ter plaatze van den Comp:t gen:d de Comskloof , gel: in de Camdebos , in presentie van den tweede ger: bode Peter Ernst Wahlstrand en Gerrit Bargman als getuigen, die de minute deese beneffens den Comp:t en mij Secretaris behoorlijk mede hebben onderteekend.

Accordeert: S:V: Oertel

MOOC8/22.44

{17980416} 16 April 1798 Stephanus ter Blanche , Hester Marx

Inventaris van alle zodanige goederen, effecten, beestiaal, slaaven, etc:a als ’er door wylen den burger Stephanus ter Blanche en deszelfs nagelaatene weduwe Hester Marx in gemeenschap bezeeten en door eerstgem: met ’er dood ontruimd en nagelaaten, mitsgaders heeden ter woonplaatse van dezelve genaamd de Melkhoutekraal opgenoomen en in waaren weezen bevonden zyn, namentlyk:

Een opstal der leenings plaats de Melkhoute Kraal gel: aan de Neysena in ’t Oute Niqualand

Losse goederen

In het voorhuis
veertien schilderyen in zoort
vier spiegels met vergulde lysten
een Friese klok
een klap tafel
twee kleine tafel
een wit kopere thee machine
een verlakte tabaksdoos
twaalf stoelen
een cyfferley
In de kamer ter regterhand
twee ledikanten met behangsels
twee tafelkasten
vier spiegels in z:t
twee schilderyen
twee hoekrakjes
drie porcelaine potten
twee glaaze potten
twee glaaze flesjes
twee glaaze flesjes met vergulde randen
twee glaaze caraffen
drie glaaze bocaalen
acht vrymetselaars kelkjes
een stel theegoed
een parthy theegoed /:defect:/
een porcel: waschlampet en kom
twee schenkborden
vier stoelen
In de kamer ter linkerzyde
een tafelkast
drie stoelen
vier kl: schilderyen
vyf schootelrakken
een porcel: soepterrinne met zyn schotel
een porcel: soepterrine
een en twintig porcel: schootels in z:t
drie en vyftig porcel: borden
twee porcel: kommen
vier en twintig tinne leepels
vier en twintig staale vorken
vier en twintig tafelmessen
een tinne soepleepel
een tinne koffykan
een tinne trekpotje
een tinne theemachine /:defect:/
twee tinne peeperbusjes
een tinne boterpotje
een tinne beddefles
drie aarde kannen
een kadel
eenige bottels en flessen
In de combuis
seven yzere potten in z:t
drie schoorsteenkettings
een taartepan
een wafelyzer
drie kopere keetels
een kopere [keetels] /:defect:/
een kopere kraan
een kopere pan
vier kopere kandelaars
een kopere koffykan
een aarde stoofpot
een aarde kom
drie aarde potjes
een aarde vergiettes
een koekepan
twee vuurtesjes
wat tinnegoed
een schuimspaan
een yzere haak
een vuurtang
een kopere vyzel defect
een kopere strykyzer
een kopere rasp
een rooster
een pottebank
een eetenskast
een combuistafel
twee boterkarnen
een rystblok en twee stampers
een boterbak
vyf emmers
drie balies in z:t
een broodmes
een oude lantaarn
In de winkel
wat hout werk
drie stinkhoute planken
twee cozynen
een kraanzaag
twee trekzagen
twee handzagen
vyff bylen in z:t
twee dissels
vier avegaars
een omslag boor
negen booryzers in z:t
veertien bytels in z:t
twee nyptangen
vyftien schaaven in z:t
seven schaaf bytels in z:t
een rasp
twee snymessen
vier wingertmessen
tien zikkels
een bilhamer
een hand hamer
een kruishout
een duimstok
een winkel haak
een krooshout
een kuipers schaaf
twee stuks yzer voor een slypsteen
twee botervats bouten
een scheepel
een koornzift
een klemhout
een ballastyzer
een bankschroef
een snybank
een schaafbank
een vat met een restant theer
een theerputs
een yzere wagentrap
ses oude graaven
een oude pik
een parthy oud gereedschap, hoepels en yzerwerk
In ’t stookhuis
twee brandewyns keetels
een yzere pot
twee leedige vaaten
In een klein pakhuis
vier ledige botervaaten
twee bakkisten waarvan een defect
een yzere balans met houte schalen
agthien ponden gewigt
een aarde bak
een vischzeegen
In de kelder
seven staaven beslag yzer
een parthy hoepel yzer
vier rys balies
een trap balie
vyf heele leggers met wyn
vyf heele leggers /ledig/
een halve [leggers] met wat brandewyn
twee halve leggers /ledig/
twee heele aamen /ledig/
twee halve aamen /ledig/
een ankervaatje /ledig/
twee vaten met wat azyn in ied:r
een ledige kist
Op de werff
twee slijpsteenen
een huis leer
twee ploegen met haar toebehooren
twee eggen
een ossewagen met zyn toebehooren
een oude onderstel van een wagen
een buikplank
twee wagenleeren
twee wagenleeren /:beschoten/
negentien beslage jukken
vyf en veertig vellingen
Beestiaal
sestien paarden in z:t
twee en veertig trekossen
een hondert drie en dertig aanteelbeesten
vyf hondert en agt schaapen
Zilverwerk
twee kandelaars
een zuikertrommel
Slaaven
een slave jonge gen:d Caesar van Mallabaar
een slave jonge gen:d Fleur van Mosambique
een slave jonge gen:d Goliat van Madagascar
een slave jonge gen:d July van Mosambique
een slave jonge gen:d Jephta van de Kaap
een slave jonge gen:d Avontuur van de Kaap
een slave jonge gen:d Lindor van de Kaap
een slave meid gen:d Flora van Mosambique
een slaave meid gen:t Francina van Mosamb:
een slaave meid gen:t Amasante van Batavia
een slaave meid gen:t Rosette van de Kaap
een slave kind gen:t Eva van de Kaap
Te goed hebbende penn:
  Rd:s Rd:s
van den burger Rutger van Huisteen voor genootene goederen   150:--
van Joh:s Ernst Terblanche Steph:z weg:s koop der opstal van de plaats Welbedagt   300:--
van de manh:e Pieter ter Blanche over genootene goederen en contant geleende penn: volg:s reekening 96:2
gaat af
weg:s arbeids loon volg:s reek: 29:2
Blyft   Rd:s67:--
Lasten des boedels
  Rd:s
aan Leopold Heuser over goederen volg:s reek: 213:4:4
aan den burger Jan Jacob Jarling aan smits werk volg:s reek: 40:2:--
aan den burger Daniel Marais D:z over wagenhuur volg:s reek: 30:--:--
Erfgenaamen
1) Johannes Ernst ter Blanche
2) Dorothea Maria ter Blanche gehuuwd met Daniel Petrus Marais
3) Stephanus Esaias ter Blanche
4) Petrus ter Blanche
5) Petronella ter Blanche
6) Salomon ter Blanche
7) Hester ter Blanche
8) Maria Johanna ter Blanche
9) Johan Fredrik ter Blanche

Aldus gedaan en g’inventariseerd op den 16:de April 1798 ter plaatze gen:t de Melkhoute Kraal , en zulks volgens het op- en aangeeven van de wed:we Stephanus ter Blanche; dewelke betuigde daarinne ter goeder trouwe te hebben gehandeld en niets met haar weeten verzweegen of agtergehouden, met beloft zo iets nader tot den boedel specteerende mogt komen te ontdekken, deezes inventaris daar meede te zullen amplieeren; verklaarende dus bereid te zyn de voorenstaande opgaaven ten allen tyden, wanneer vereischt, met solemneele eede te bevestigen; en zulks int by weezen van den geregtsboode Hendrik van As d’ oude en den burger Daniel Marais D:l z:n als getuigen die de minute deezes beneevens de wed:we ter Blanche voorm: en my Secretaris meede behoorlyk hebben onderteekend.

’t Welk ik getuige: A:s Stockenstrom, Secret:s

MOOC8/22.45

{17991010} 10 October 1799 Hendrik van Essen

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten, als ’er ab intestato met ’er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den onderafgeschreeven gagie gestelden soldaat Hendrik van Essen ten voordeele zijner onbekende uit landige erffgenamen, zodanig en in dier voegen als dezelve ingevolge opgaaff van Fredrik B: Gildenhuijzen, door ons ondergeteekende Clercq en Bode zijn g’inventariseerd en opgenomen, bestaande het een en ander in de volgende, namentlijk

vier tavels in zoort
drie banken
twee emmers
een oude halffaam
eenige ledige boutteilles en flessen
twee stoelen zonder leunings
een oude matras
een combaars
een groote kist waar in
vier hembden
elff broeken in zoort
vier baatjes
twee baatjes met mauwen
een blaauwe lakense rok
een graauwe lakense jas
een lap Flaams linnen
vijff p:r kousen
twee pakjes gaarn
een p:r zilvere schoegepsen
vier oude zijde doeken in zoort
een ledige kist
Crediten des boedels
  Rd:s
aan contanten in dezelve gevonden een bedragen van thien rd:s papiere munt
van de inden hoofde deeses gem: Gildenhuijse zijnde zo veel den overleeden uit de met denzelven gehad hebbende maatschappij over verkogte dranken competeerd 15:4

Aldus gedaan en g’inventariseerd ten huur huijse van Joan Coert Schluter, alwaar den overleedene woonagtig is geweest op den 10:e October 1799, ende zulx op het op- en aan-geeven van denzelven, dewelke betuigde zig daar inne ter goedertrouwe gedragen en zijnes weetens niets met opzet versweegen of te rug gehouden te hebben ’t geen tot gem: nalatenschap behoord, bereijd zijnde zulx des gerequireerd werdende met solemneelen eede gestand te doen, en belofte zo wanneer ’er namaals nog iets tot den boedel specteerende mogte worden ontdekt, daar van getrouwelijk en nader opgaaff te zullen doen ten einde deesen inventaris daar meede te kunnen worden g’amplieerd.

Tot verzeekering van dit een en ander in deesen inventaris door dikwils gem: Gildenhuijsen en ons onderget:de ord: Clercq en Bode behoorlijk gesubscribeert

Voor den opgaaff: Dit kruijs merk + heeft meerm: Gildenhuijsen als niet kunnen schrijven eijgenhandig gesteld

Ten onzen overstaan: P:E: Faure

MOOC8/22.46

{17970710} 10 Julij 1797 George Christoffel Sonderman

Inventaris van alle zodanige goederen als er op den 10:e July 1797 ab in testato metter dood zyn ontruymd ende nagelaaten door George Christoffel Sonderman ten voordeele zyner onder tenoemene kinderen, met naamen

1) Christina Sonderman oud 19 jaaren in onecht door den overl: verwekt by Spatie van de Caab, slavinne van wylen Hendrik Fherszen, doch daar na gedoopt Nota, nevensgemelde Christina Sonderman, word als in onecht geprocreëerd zijnde bij Heeren Weesmeesteren aangemerk, als tot de nalatenschap van den overledene niet geregtigd te wesen
2) Helena Fredrica Sonderman oud 3 jaaren en
3) Anna Sonderman oud 2 jaaren welke bij de laatstgemelde door den overleedene in huwelyk zyn verwekt by wylen zyne huisvrouw Anna Maria Carsouw

Zodanig ende indiervoegen als dezelve door ons ondergeteekende ordinaire Clercq en Bode zyn opgenomen en geinventariseerd bestaande dezelve in de volgende, namentlyk

In een huurhuijs van de heer J:P: Baumgardt, en aldaar

In een voorkamer ter linkerhand
een wit ophaal gordyn
neegen schilderyen in soort
twee oude spiegeltjes
ses stoelen in soort
vier tafels
een lessenaar
een hoekrak waarop
twee porc: kommen
een porc: beeker
een glaaze caraf
een witte porc: bottel
een ledikant met wit behangsel waarop
een bed, peluw, vijf kussens, een wolle en een chitze deeken
een kist waarin de kleederen van den overleedenen, bestaande in
een blaauw lakense rok
twee blaauw lakense rompjes
drie broeken in soort
een blaauw lakense jekkert
twee paar schoenen
een optoom hoed
vier paar koussen
vyf hembden
vyf boeken in soort
twee kleederborstels
een paar zilvere schoen en broek gespes
een scheer mes
een pennemes
eenige stukjes Japans koper
een sabel en
een banjonet
een cyffer ley
een doosje met een wynig gereedschap
In een agterkamer
twee porc: potten
een trek zaag
een wieg
een omslag boor
twee geelkopere kandelaars
twee kelders met 14 ledige vlessen
een kopere koffy kan
een kopere vysel en stamper
een kopere strykyzer
een thee balytje met kopere banden
een hand lantaarn
een blik trommeltje
een rak waarop
agt porc: borden
In de combuijs
een groote aardebak
een waterhalf aam
een kopere water beeker
een kopere water keetel
een schoorsteen ketting
twee yzere potten
een yzere koekepan
een yzere drievoet
een yzere asschop
een oude ladder en voorts
een wynig rommelary

Aldus gedaan en geinventariseerd ten huyze voormeld ende zulx op ’t op en aangeeven van de in den hoofde deezes gemelde Christina Sonderman dewelke betuigde zig in ’t op en aangeeven van voorsz: goederen ter goeder trouwe gedragen en haares weetens niets versweegen te hebben dat tot gemelde nalatenschap behoorende, is alles onder presentatie des gerequireerd werdende met solemneele eede gestand te doen; met verdere belofte wanneer in der tyd nog iets mogte komen te ontdekken het geen tot den boedel gehoorende is, daar van getrouwelyk opgaaf te zullen doen, ten einde daar meede deeze inventaris als dan zal kunnen worden geamplieerd.

En is tot meerder zeekerheid van ’t een en ander deeze door de inventariente beneevens ons ondergeteekende ordinaire Clercq en Bode eigenhandig onderteekend.

Voor den opgaaf: Christina Dorothia Sonderman

In onze presentie: J:s Stuwe, J:M: Prins

MOOC8/22.47

{17990722} 22 Julij 1799 Frans de Groot

Inventaris van alle zodanige goederen als ’ab intestato met ’er dood zijn ontruijmd ende na gelaten door den op ’t schip van de heer Strombom bescheiden geweest zijnde matroos Frans de Groot van Amsterdam , ten voordeele zijner onbekende uitlandige erffgenamen, zodanig als het een en ander door ons onderget: ordinaire Clercq en Bode ingevolge opgaaff van Dames van der Horst zijn opgenomen en ingeschrifte gebragte, bestaande dezelve in de ondervolgende, namentlijk

twee banken
een balij
een anker defect
een emmer
een eetens tafel
een ronde tafel
een hang mat
een jas
vijff broeken in zoort
drie baatjes in zoort
een zijldoekse zakje

Bevindende zig nog in een kist alhier van de Saldanhabaaij , alwaar den inventarient is overleeden, aangebragt de volgende kleederstukken, te weeten

een oude schansloper
twee oude hoeden
drie paar kousen
een hembd
twee blaauwe lakense baatjes
twee linnense baatjes
een lange broek
een paar laarssen
drie neusdoeken
een combaars
een hangmat
een oude kussen

als meede nog volgens opgaaff van den in den hoofde deeses gem: Dames van der Horst bij Heijntjes

een paar zilvere gepsen
drie schilderen
Lasten des boedels
  Rd:s
aan Harmen Heurts per rest van aan hem geleende 40 Spaansse matten a 10 sch: ieder volgens briefje 20:6
aan Jan Keijser over huur van een tavel volgens briefje 3:-

Aldus gedaan ende g’inventariseerd op den 22 Julij 1799 ende zulx op het op-en-aangeeven van meerm: Dames van der Horst, dewelke verklaarde zig hier inne te goedertrouwe gedragen en zijnes weetens niets met opzet versweegen of te rug gehouden te hebben ’t geene tot gem: nalatenschap behoord, met belofte zulx des gerequireerd werdende met solemneelen eede gestand te doen, en verdere betuijging zo hier na nog iets tot den boedel gehorende mogte worden ondekt daar van getrouwelijk nader opgaaff te zullen doen ten einde deeses inventaris daar meede in allen trouwe te kunnen worden g’amplieerd

Tot verzeekering van dit een en ander is dan door voorm: Dames van der Horst voor den opgaaff en ons onderget: behoorlijk gesubscribeerd

Voor den opgaaff: Dit merk + heeft gesz: Dames van der Horst als niet kunnende schrijven eigenhandigt gesteld

Ter onzer praesentie: P:E: Faure, Hermanus van der Horst

MOOC8/22.48

{17991214} 14 December 1799 Johanna Catharina Thiele

Inventaris van alle zodanige goederen als er ab intestato metter dood zyn ontruymd ende naargelaten door Johanna Catharina Thiele huijsvrouw van Johan Fredrik Strikker ten voordeele van evengem: haare man ter eenre, mitsgaders

1) haare vaader den burger Hendrik Thiele   ter andere zijde
2) haare zusters neevens derzelver kinderen te weeten a) haare volle zuster Helena Thiele
b) het kind van wylen haare volle zuster Barbera Thiele in huwelyk bij Christoffel Slosser verwekt met naame Christiaan Slosser oud 4 jaaren
c) haare halve zuster Helena Blog gehuuwd met Hendrik Ryndert

Zodanig als dezelve door mij ondergeteekende Secretaris der Weeskamer ter pretentie van de meede geteekendens als getuygen zijn g’inventariseerd en bevonden te bestaan in de volgende, namentlijk

In een huurhuijs van den burger Otto Valentijn en aldaar

In ’t voorhuijs
een oude rust bank
ses stoelen
twee taveltjes
een led: kist
een vierkante taveltje
een etens kasje waar in
een wit aarde soupterrine
drie wit aarde schootels
agt wit aarde borden
In de voorkamer ter regterhand
een ledikant met rood behangzel waar op
een bed, peuluwe, twee kussens en een wolle deeken
twee hoek rakjes waar op
eenige glaswerk
zeeven stoelen
een kastje
een tavel met een steene blad
een groote kist met cop: beslag waar in
eene klederen van de overledene van weinig belang
een witte aarde kom
thien kopjes en pierings
een trekpotje
een beeker
twee kelders met led: flessen en voorts
eenige led: boutt: en flessen
In de agter kamer
een oude draag stoel met stokken en banden
een koffij kan
een lantaarn defect
twee waterhalfaamen
drie oude stoelen in zoort
een kistje met zilver beslag
een schilderij met de naam van d’ overleedene
vijf copere kandelaars
twee aarde potten
een porceleine [potten]
een half douzyn messen en vorken met pletty heften
een half douzyn messen met roode heften
In de smits winkel
een bank met drie schroeven
een ambeeld
een blaas balk
eenige smits tangen
drie voorhamers en voortz
eene klein smitz gereedschappen in zoort
zeeven yzere potten
twee schoorsteen kettings
een yzer leepel
een schuimspaan
een koeke pan
drie wasch baletjes
Lasten des boedels
  Rd:s Rd:s
aan de heer C: van Nuld Onkruijt op twee net:de obligatien zoude beding van intrest 200
waar van afgaat over zo veel hij aan deesen boedel wegens smitzwerk komt schuldig te weezen 70
resteerd nog   130
aan Jan Abraham Moos wegens gekogte winkelwaaren   96
aan Coenraad Warner voor een half aam wyn   6
aan de manh: Andries Brink over een half aam wyn   5
aan Willem Thiele voor ’t maken van de dood kist   22
aan Willem Thiele wegens contant geleende   3
aan de heer vendumeester Matthieze wegens vendu penningen   25

Aldus gedaan en g’inventariseerd aan Cabo de Goede Hoop ten huyze voorm:t op den 14 Decemb: 1799 en de zulx op t op en aangeeven van de in den hoofde deeses gem: weduwenaar dewelke betuygen zich ter goede trouwe gedragen en zynes weetens niets verswegen of agtergehouden te hebben dat tot nalatenschap behoorende, onder presentatie des gerequireerd werdende met solemneele eede gestand te doen; met belofde wyders wanneer in der tyd nog ietz mogte ontdekken dat meergem: boedel specteerd daar van getrouwelijk opgaaf te zullen doen, ten einde om deezen inventaris meede te kunnen amplieeren en s zulx tot meeder zeekerheid door den inventariend beneevens ons eigenhandig onderteekend

Als getuigen: H:E: Blanckenberg, J: Stuwe

Voor den opgaaf: Fredrik Strikker

Mij present: J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/22.49a

{17990723} 23 July 1799 Catharina Hillegonda Kotze

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als er op Vrydag den neegentienden dag der maand July in den jaare onzes Heere een duyzend seeven hondert neegen en neegentig metter dood zyn ontruimd ende nagelaten door juffrouw Catharina Hillegonda Kotze l: weduwe van wylen den lieutenant de burger dragonders aan Stellenbosch de manhafte Joachim Andreas Jentzen na alvoorens by testament in dato 10 January 1791 met evengemelde haaren man voor den toenmaligen geswoore clercq ter Secretary van Justitie d’ edele Jan Daniel Karnspek en getuigen opgerigt, mitsgaders by zeekere uit kragte van de by dat testament geinsereerde clausule reservatoir op den 23 Jannuary 1798 onderhand gemaakte byvoegsel dien aangaande te hebben gedisponneerd, en ingevolge welke dispositie thans tot universeele erfgenamen van de overleedene kwamen te succedeeren, de kinderen door dezelve in eerder huwelyk by wylen den burger Burgert Johannes van Dyk verwekt, neevens de wettige descendenten der voor overleedene by representatie, te weeten

1) Dirk Johannes van Dyk
2) Maria Magdalena van Dyk gehuwd met den geweezen brandmeester s:r Arend de Waal Corneliszoon
3) Johannes Adam van Dyk
4) Hendrik Daniel van Dyk
5) Catharina Hillegonda van Dyk gehuwd met den burger Joachim Coenraad Waal en
6) de kinderen van Gezina van Dyk gehuwd geweest zynde met wylen den bode der Weeskamer Johan Leonard Walpot, in naamen a) Catharina Hillegonda oud 24 de vier laatstgemelde by plaats vullinge hunner moeder bovengemelde Gezina van Dyk
b) Magdalena Catharina oud 21
c) Elizabeth Henrica oud 19 en
d) Johan Coenraad Walpot oud 17 jaaren

Terwyl Heeren Weesmeesteren by ’t voorsz: testament to executeurs van ’t zelve en voogden over de nagelaten minderjaarige erfgenaamen van de overleedene aangesteld zynde, de voorschreeve goederen en effecten mitsdien door de onderget: gecommitteerde Weesmeesteren volgens het op en aangeeven van den lieutenant der burgery de manhafte Jan Ernst Heydenryk zyn geinventariseerd, mitsgaders bevonden te bestaan in de volgende, namentlyk

Een huis en erf staande en geleegen in deeze Tavellvalley in ’t Blok N:o 20 en aldaar de gedeeltens der gedeelde erven N:o 3, 4 en 5 , groot in zynen grond 56 quadraat roeden 133 quadraat voeten en 39 gelyke duimen, door den overleedens van den burger Carel Gustaaf van Bratt gekogt, waar van nog transport moet worden gedaan
In ’t voorhuijs
een klok lantaarn
In de kamer ter regterhand
een rood ophaal gordyn
een jalouzie matje
een spiegel met glaaze lysten
drie schilderyen in soort
ses stoelen in soort met roode trype kussens
een vierkant tafeltje
een lessenaar met zyn voet
een foliant Bybel
vier stooven
een mand waar in
een lap bruin laken
ses roode leedere vellen
een party knoopen
een pakje musseband
een pond gaaren
een rood ophaal gordyn
een rood behangsel - hoord aan Jan van Dyk
twee bank chitzen
een stel bedde tyk
een lap bedde tyk
een party handschoenen
een lap zyldoek
een rolletje gaas
een lapje blaauw laken
eenige lappen blaauw linnen
een pakje restanten van tressen
In de kamer ter linkerhand
een rood ophaal gordyn met zyn plank
eem spiegel met glaaze lysten
seeven schilderyen in soort
een cabinet met zilver beslag, waarop een stel porceleine kast potjes, en daar in, de kleederen van den overleedene met ’t geen verdere tot haar lichaam heeft behoord, blykens aparte notitie hier agter gevoegde, als meede
agtien zo tavel als beddelakens
vier en twintig servietten en
vier en twintig kussen sloopen
twee guerridons
ses kopere quispedooren
twee leuning stoelen met groene matrasjes
twaalf stoelen met vaste groene zittingen
drie stooven
twee vierkante taveltjes
twee klyne kistjes
een oud koffertje
een vloer zyl
In de gaandery
een spiegel met bruine lysten
een staand horlogie
agt stoelen in soort met roode trype kussens
een opslag eetens tavel
een Keulse pot
een koper comvoor
een tinne keetel
een tinne kom
een verlakt schenkblaadje
In de agterkamer
een rood ophaal gordyn met zyn plank
twee spiegels met noteboome lysten waar van een defect
ses schilderyen
een draagstoel met zijn toebehooren
een groote chamareel
een glaaze kast
een tafel met steene blad
twee leuning stoelen met groene mattrasjes
een huis trap
een bed, een peluw, twee kussens en een chitze combaars
een bed, een peluw, drie kussens en een wolle combaars of deeken
een mattras, een groote en twee kleine kussens
een paarde deeken
In de combuis
een rak waar op
seeven kopere kandelaars
een kopere vyzel met zyn stamper
een tinne blaker
twee snuyters
een kopere castrol met kopere dekzel
een kopere poffertjes pan
twee kopere taarte pannen
twee kopere vormen
een kopere keteltje
twee kopere couvertures
een kopere worstspuit met vier hoorntjes
twee blikke schuymspannen zonder steelen
vier kopere vuur testjes
een ham blik
ses stryk yzers in soort
drie yzere potagie leepels
een yzere vork
een yzere asschop
een yzere vuurtang
twee yzere koeke pannen
een yzere drie voet
een yzere rooster
een kapmes
een wafel yzer
een oublie yzer
een blikke vergiet test
twee raspen in soort
seeven yzere potten in soort
vier schoorsteen kettingen
een kopere waterkeetel
een klyne tafel
een tinne koffy kan
een kopere bak
In ’t pakhuys
een party planken
een booter vaatje
drie manden
drie verf balys
een partytje groene verf
een braadspit
twee glas raamen
twee tabaks doozen
een blikke hever
een houte glas spuit
twee wyn pompen
een rijst wan
een braad pan
drie schuymspannen in soort
twee yzere potagie leepels
twee asschoppen
twee vuurtangen
twee vorken
een kapmes
een kapstok
een kopere visch keetel
een kopere trommeltje
een kopere lantaarn
twee kopere kandelaars
een blikke koffy kan
een klyne baly
twee balancen met hunne schaalen
drie hondert agt en vyftig ponden yzer gewigt in soort
agt oude koorn zakken
twee oude stoelen
een ladder
een huis trap
een tinne clisteerspuit
een glaaze deur
een scheepel
een Ceulse pot
een tapytje
een koffy moolen
een vleesch baly
een beschuit vaatje
een vat met een restant meel
een halve kist met eenige rommelary
een groote kist met wat meel
een groote kist met wat provisie
een groote kist met wat plunje
een kist met een restant kaars vet
een kist ledig
twee kelders met ledige vlessen
twee leggers
een houte wyn tregter
een kopere wyn tregter
een zak met kurken
een aams vat met wat azyn
twee half aamen
een groote wasch baly
een graaf
een pik
een mand met oude boeken
een eetens kast waar in
twee soup terrines
tien ovale schotels waarvan eenige defect
een en veertig borden in soort
twee kamerpotten defect
ses tafelmessen en voorts
wat porcelein en glaswerk defect
een bottel rak, waar op
een party leedige bottels en eenige Keulse kannen
een veld katel
een byl
een kapmes
seeven porceleine potten
een Keulse kan
drie oude blikke trommels
ses mudden zakken met koorn
een gieter en voorts
een party rommelary
In een buitenvertrek
twee ledikanten met wit behangzel
een boter vat
een combuis tavel
een cadel
een groote ladder
eenig houtwerk
een oud vengster couzyn met dieven yzers
een kist met timmermans gereedschap
een trap
vier oude vaten
een kast en voorts
een party rommelary
Op de binneplaats
seeven water emmers
een water half aam met zyn voet
een kopere beker
een kap blok
een ladder
een vuilnis blik
Zilverwerk
twee schenkblaaden
een tabaks comvoor
een suiker pot
een thee zeefje
een soup leepel
seeventien leepels
seeventien vorken
seeven thee leepeltjes
twee confituur vorkjes
Lijf eigenen
een slaven jongen genaamt Nobel van Madagascar , coetzier
een slaven jongen genaamt Jek van Mosambicque , wagenryder
een slaven jongen genaamt Achilles van Mosambicque
een slaven jongen genaamt Baatjoe van Boegies , timmerman
een slaven jongen genaamt Jepta van Mallabaar
een slaven meid genaamt Rachel van Mosambicque
een slaven meid genaamt Catjoe van Bengalen
een slaven meid genaamt Tamar van de Caab , bij voorsz: testamentaire dispositie gelegateerd aan de kinderen van Catharina Hillegonda van Dyk, huisvrouw van Johan Coenraad Waal
een slaven meid genaamt Lea van de Caab bij voorsz: testamentaire dispositie geprelegateerd, aan de vier kinderen van wylen Gesina van Dyk in den hoofde deezes gemeld
een slaven meisje genaamt Candasa van de Caab , bij voorsz: testamentaire geprelegateerd aan Maria Magdalena van Dyk huisvrouw van s:r Arend de Waal Corneliszoon
een slaven jongen genaamt Damon van de Caab , geprelegateerd aan Johannes Adam van Dyk
een slaven jongen genaamt Esau van de Caab , al meede geprelegateerd aan Hendrik Daniel van Dyk
een slaven meisje genaamt Mina van de Caab oud 11 maanden zynde een kind van de slavinne Tamar van de Caab ; het welk naar luijd der meergemelde testamentaire dispositie bij billyke tauxatie en onder zodanige conditie als daar by in ’t Breede Straat vermeld in eigendom moet overgaan aan de gezamentlyke kinderen van Catharina Hillegonda van Dyk huisvrouw van J:C: Waal als aan dewelke bovengemelde Tamar is geprelegateerd, en door de ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren over zulx ter voldoeninge aan de expresse wil van de overleedene voor eene somma van rd:s100 is gewaardeerd geworden
Crediten des boedels
  Rd:s
aan contanten in dezelve gevonden eene somma van een duyzend ses hondert zeeven en tachentig rijxdaalders en vier en twintig stuivers, zegge 1687:24
van Dirk Johannes en Hendrik van Dyk blykens scheepenen kennis de dato 19 November 1784 aan capitaal groot ses en dertig duijzend guldens ofte 12000:--
met de renten a 5 pc:to zeedert den 19 November jongstleeden
van bovengemelde Hendrik van Dijk blykens onderhandsche obligatie de dato 2 Jann:y 1795 per rest aan capitaal twee hondert rijxdaalders 200:--
met de renten à 6 pc:t zeedert
van Jan Hend: Kotzé Hendz: over contant geleende penn: vyf en seeventig ryxdaalders - voldaan 75:--

Werd hier pro memorie nog bekend gesteld, dat volgens opgaaf van bovengemelde Jan Ernst Heydenreich, by Dirk van Dyk zig nog komen te bevinden

twee kisten met goederen, welke kisten nog thans behooren aan de vier kinderen van Gezina van Dyk, hier vooren gemeld
een zak met beddegoed
twee leggers
een rydpaard en
vyf schaapen
mitsgaders by den burger Hendrik van Dyk een oude schaaf bank

Aldus gedaan en geinventariseerd ten huize voormeld, ende zulx op ’t op en aangeeven van de manhafte Jan Ernst Heydenryk als in den hoofde deezes gemeld, dewelke verklaarde zig daar omtrend ter goeder trouwe gedragen en niets met opzet versweegen of te rug gehouden te hebben, het geen tot den boedel specteerende was, invoege hy dan ook getuigde de deugdelykheid zyner opgaave ten allen tyde des gerequireerd werdende met solemneele eede nader te bevestigen, met belofte wyders zo wanneer er namaals nog iets mogte worden ontdekt het geen tot den boedel behoord, daar van getrouwelyk nader opgaaf te zullen doen.

In teeken der waarheid in deeze door ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren beneevens den inventariant ende my Secretaris behoorlyk gesubscribeerd.

Aan Cabo de Goede Hoop den 23 July 1799

Als gecomm: Weesm: W:J: van Oostersee, J:G: Blanckenberg

J:E: Heijdenrijch

Mij present: J:P: Faure, Secret:s

Ampliatie

Inneschulden
  Rd:s
van Pieter Arbman over zo veel denzelven van koop penningen van het huis en erf staande en geleegen in de Burgstraat volgens opgaaf door den geswoore clercq ter Weeskamer d’ edele Godfried Andries Watermeyer als de zaken voor de overleedene waargenoomen hebbende per rest contant moet inbrengen 117:32

De volgende goederen tot voorm: boedel behoorende zyn gevonden in de beyde kisten welke onder berusting van Dirk Johannes van Dyk geweest en door hem zyn Caabwaards gezonden, te weeten

een bed, twee peluwen en tien kussens met een chitze combaars
een porc: wasch lampet
drie en twintig borden in soort
drie porc: beekers
twee porc: kommen
twee glaase caraffen
ses blikke lampen
twee blikke blakers
vier raspen
twee blikke peperbussen
een blikke trekpot
dertien blikke kaarsse dompers
een aarde mostaard pot
een ledige tobaks doos
twaalf beddelakens
twaalf kussensloopen

MOOC8/22.49b

{17990723} 23 Julij 1799 Catharina Hillegonda Kotze

Specificatie van de kleederen en het geene verder tot het lichaam van de overleedene juffrouw Catharina Hillegonda Kotzee laatst weduwe Joachim Andreas Jenssen, heeft behoord, zo meede van het linnengoed in haaren boedel gevonden dewelke zo veel mogelijk in eguale portien onder de respective erfgenamen by lotinge op de volgende wyze zyn verdeeld geworden, als

De kleederen en lyfgoed van Maria Magdalena van Dyk huisvrouw van den burger Arend de Waal

een zilvere snuyfdoos
een goude horologie ketting
twee goude ringen
twee zyde tabbaards
een zyde gon en rok
twee chitze tabbaards
een satyne mantel
vyf rokken in soort
drie hembden
vyf cabaaitjes
seven doeken in soort
een zwarte zyde doek
drie paar koussen

Aan Catharina Hillegonda van Dyk, huisvrouw van Jan Coenraad Waal

een goud horologie met staale ketting
een paar goude handslootjes
een paar goude hemd knoopen
een foudraal met een paar gespens met steenen
drie zyde tabbaards en rokken
twee chitze tabbaards
vyf rokken
vyf jakjes
drie hembden
een chitze sprey
vyf doeken in soort
een zyde mantel
een nagemaakte tjaal
drie paar koussen
Aan Catharina Hillegonda Walpot
twee zyde gonnen en een rok
een chitze tabbaard
twee jakjes
een hemd
twee doeken
Aan Magdalena Catharina Walpot
een paar diamante oorlietten
een chitze sprey
een zwartte zyde tabbaard
een bruine zyde rok
een witte doriasse gon en rok
twee rokken in soort
twee jakjes
een doek
Aan Elizabeth Hendrica Walpot
een goud horologie
twee steenen in zilver gezet
drie zyde rokken
een chitze tabbaard
twee voerchitze rokken
een hemd
een witte neus doek
twee jakjes
een sprytje
twee swartte zyde doeken

Het linnengoed

Aan Dirk Johannes van Dyk
vier lakens
ses servietten
seeven sloopen
Aan Maria Magdalena van Dyk gehuwd met Arend de Waal
vier lakens
ses servietten
agt sloopen
Aan Catharina Hillegonda van Dyk gehuwd met Joh:s Coenr: Waal
vier lakens
seeven servietten
seeven sloopen
Aan Jan Adam van Dyk
vier lakens
seeven servietten
seeven sloopen
Aan Hendrik Daniel van Dyk
vier lakens
ses servietten
seeven sloopen
Aan Catharina Hillegonda Walpot
een laken
twee servietten
twee sloopen
Aan Magdalena Catharina Walpot
een laken
twee servietten
twee sloopen
Aan Coenraad Walpot
een laken
twee servietten
twee sloopen
Aan Elisabeth Hendrica Walpot
een laken
twee servietten
twee sloopen

MOOC8/22.50

{17990807} 7 August 1799 Johannes Hendrik Franke

J: Ackerveld

Staat en inventaris van alle zodanige goederen, effecten en lyfeigenen, als op den 3:en deezer maand Augustus door den oud brandmeester s:r Johannes Hendrik Franke met er dood ontruymt zyn, zynde denzelven geformeerd en in geschrifte gebragt door mij Johan Jacob Frederik Wagener Notaris Publicq ten deezen Gouvernemente in presentie van de hier natenoemene getuygen, ende zulks ter requisitie van den oud diacon s:r Adriaan Smuts zig noemende executeur van den boedel van wijlen opgemelden Johannes Hendrik Franke, bestaande alle deeze goederen en slaven in als volgt

In het voorhuys
vier oude schilderyen /defect/
een staande huis horlogie
een tafel
In de agter kamer ter linkerhand
een spiegel met nooteboome lysten /defect/
tien schilderyen met vergulde lysten
een stinkhoute lessenaar
een bureau met koper beslag
een klaptafel
twaalf stoelen en een leuningstoel met vaste roode trype kussens
twee stooven
een katel
In de kamer ter regterhand
twee kleine gerridons waarvan een defect
een spiegel met nooteboome lysten /:defect:/
elf schilderyen op glas
een thee tafel
twaalf stoelen en een leuningstoel met vaste roode trype kussens
twee kleine tafeltjes
In de dispens
een oude eetens kast /:ten eenemaal defect:/
een oude tafel
een aarde pot
twee balies
een leedige bierpyp
een kool schaaf
een boter vat
een kopere taartepan met deksel
een kopere taartepan zonder deksel
een oude draagstoel ten eenemaal defect
een wieg en
wat rommeling
In de combuis
een combuys tafel
vier yzere potten
een rooster
een koekepan
een kookkeetel
drie schoorsteenkettings
een water halfaam
Op de werf
neegen en twintig jatyhoute duygen
derthien enden planken
een parthy oude gebrokene tafels en planken
twee geelhoute planken

Op zolder

Op zolder, in de voorkamer ter linkerhand
een cabinet, waarop
twee porcelleine potten en
twee porcelleine beekers
twaalf bedde laakens
een kussen sloop
[Op zolder], in de agter kamer ter linkerhand
een kleeder kast
een ledikant met wit behangzel
vier beddens met volle toebehoor
een wit kopere thee maschiene
een ledikant /defect/
een rotting
een geweer
en voorts wat rommeling
[Op zolder], in de agter kamer ter regterhand
zeeven langwerpige porcelleine schootels in zoort
een douzijn witte Delfse soepborden
dertig vlakke witte Delfse soepborden
neegen porcelleine blaauwe borden in zoort
een witte Delfse pot
een trekpot en eenige kopjes en pierings
een thee kistje
een coffy molen
drie witkopere kandelaars waarvan een defect
eenige leedige bottels en vlessen en wat rommeling
Zilverwerk
een kistje met zilver beslag, waarin
twaalf zilvere leepels
twaalf zilvere leepels /defect/
twaalf zilvere vorken
een zilvere soepleepel
een zilvere soepleepel
een zilvere ronde schenkbord
een zilvere ronde schenkbord met een voet
een zilvere tabaks comfoor
een zilvere plaatje
twee zilvere thee leepels
twee zilvere kleine vorken
een zilvere halsgespe
een zilvere broekgespe
een zilvere zuiker trommel
twee zilvere zout vaatjes zonder glaasen
een paar zilvere sporen
twee paar zilvere schoengespen
een paar zilvere kniegespen
wat oud zilver
Slaven
Mentor van Madgascar , tuinier
September van Bougies , tuinier
Ontong van Bougies , groenteverkooper
Flink van Mosambique , wagenryder
Abraham van Mosambique
Maart van Ceylon , kok
Joemat van Bougies , blind en afgeleefd
Slavinnen en kinderen
Francina van Mosambique met haare drie kinderen
Alida van de Caab /:geprelegateerd aan Johanna Susanna Franke:/
Moses van de Caab /:geprelegateerd aan Clement Franke:/
Candace van de Caab
Julinda van Mosambique met haare drie kinderen
Hoop van de Caab /:geprelegateerd aan Dirk Gysbert Franke:/
Hester van de Caab en
Marietje van de Caab
Makoena van Mosambique
Candasa van de Caab , die volgens testamentaire dispositie vervat bij de clausule reservatoir in dato 6 January 1797 by Anna Aletta Cornelia Franke ter woon moet gaan en haar blyven dienen tot dat zy den ouderdom van 12 jaaren zal hebben bereikt, als wanneer na verloop van voorsz: tyd opgem: Candasa weeder om tot den gemeenen boedel zal behooren
Rebecca van de Caab , kind van voorsz: Candasa is geprelegateerd aan Anna Aletta Cornelia Franke

Pro memoria word bekend gesteld, dat de slavin Filida van de Caab , die volgens der testateuren begeerte na den dood van den langstleevende in vryheid zoude gesteld worden, reeds in de leevenstyd van de testateuren is vrygegeeven

Zo als almeede pro memoria word bekend gesteld, dat er in den boedel een weynig vrouwen kleederen van wylen de testatrice gevonden zyn, die ingevolge testamentaire dispositie onder de twee nagebleevene dogters Johanna Susanna en Anna Aletta Cornelia Franke zullen verdeeld worden

Crediten des boedels
het bedragen van den thuijn, genaamt de Uitvlugt dewelke per publicque vendutie voor de somma van ƒ51000 is verkogt geworden, en welke somma zig onder administratie van den sequester de heer en m:r Johannes Andreas Truter bevind, die daarvan behoorlyke verantwoording zal doen
Boekschulden
  Rd:s
J:P: Blommert 200
Hendrik Dryer 374
Jan Dreyer over koop van twee slavenjongens genaamt Daniel van Madagascar en Jacob van de Caab - blijkens in de boedel papieren berustende reekening courant d:d: 15 Junij 1798 is de nevenstaande post van rd:1000 van den overleedene voldaan, G:A: Watermeijer, g: C: 1000
Lasten des boedels
  ƒ
aan Heeren Weesmeesteren op een Weesmeesteren kennis de dato ult:o Junij 1797 aan capitaal 6000
met alle de renten a een half percento s’ maands

Op heeden den 7 August 1799

Compareerde voor my Johan Jacob Fredrik Wagener, Notaris Publicq ten deezen gouvernemente, in presentie van de hier natenoemene getuygen de in den hoofde deezes gemelde requirant s:r Adriaan Smuts in qualiteit voormeld, dewelke verklaarde in ’t opgeeven der voorenstaande inventaris zo der goederen en baten als der lasten en schulden deezes boedels zig in alles oprecht en getrouw gedragen te hebben, zonder dienaangaande iets voorbedachtelyk te hebben verzweegen ofte agtergehouden, direct of indirect, overzulks bereid zynde deese indien ’t vereischt word, met den behoorlyken boedel eed te bevestigen, belovende ingevalle iets naders ten voordeele of ten nadeele deeses boedels mogte komen te ontedekken, deeze daarmeede te zullen amplieeren

Aldus gedaan en g’inventariseerd in de thuijn genaamt de Uitvlugt aan Cabo de Goede Hoop datum voormeld in ’t byzyn van de clercquen Johan Coenraad Gie en Carel Johannes Wiesner als getuigen die de minute deezes beneevens den comparant ende mij Notaris meede op een zegul van twee ryxdaalers behoorlyk hebben onderteekend

Quod attestor: J:J:F: Wagener, Not:s Publicq

MOOC8/22.51

{18000111} 11 Jannuarij 1800 Elisabeth Gouwsch

Inventaris van alle zodanige goederen als ’er ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door Elisabeth Gouwsch ten voordeele haarer nagelatene man den landbouwer Gerrit Coetzee Dirksz ter eenre, mitsg:s de kinderen bij haar in vorige huwelijk met wijlen Johannes Petrus Smith verwekt, met namen

1) Alewijn Johannes mondig ter andere zijde
2) Jacobus Stephanus oud 20
3) Andries Adriaan oud 16
4) Aletta Dorothea oud 18
5) Hester Helena Smith oud 13 jaren

Zodanig als het een en ander, ingevolge opgaaff van opgem: weduwnaar, door mij onderget:de gecommitteerde Weesmeesteren is opgenomen en g’inventariseerd, bestaande alle dezelve in de volgende, namentlijk

Een opstal der leeningsplaats genaamt Keerom geleegen aan de Olijphants Rivier aan de draaij
een opstal der leeningsplaats genaamt Over de Olijphants Rivier in de hoek van de Thee Rivier

In het woonhuijs staande op de eerstgem:de plaats, en aldaar

In ’t voorhuijs
twee rakken in zoort
een spiegeltje
vijff stoelen in zoort
een lepel rakje
een tavel kasje
waar in
vier aarde potten
een tinne schotel
een kopere coffij kan met
een kopere test
twee blikke trommels
een blikke thee busje
een kopere tregter
een tinne kom
twee tinne bekers
twee wit kwatsen
twee aarde kannen en
een tinne soup terrine
een opslag eetens tavel, defect
twee vierkante tavels in zoort
een emmer bank met
een emmer
een boter kerns
een tobaksmes
een kopere ketel met
een ijzere conphoor
twee tinne trekpotten
een kopere rasp
een parthij kruijdhoorns
twee zuijker tangen
een parthij thee en glaswerk
een vogel cooij
In de kamer ter regterhand
een kapstok
een koffij molen
een huijs ladder
een vierkant taveltje
vier stoelen in zoort
twee kadels waarop
twee beddens, een peuluw, acht kussens en twee combaarssen
een oud ledikant, waar op een bed en drie kussens
twee schietgeweeren
een tinne steekbekken
een slange steen en twee kreefte oogen
In de kamer ter linkerhand
een kapstok
een kleder kast waar in de kleederen van de overleedene, dewelke onder aan beide voorm: dogters in eguale portien verdeeld zijn
een oude wieg en oude vuurmantje
ses kisten in zoort
een kadel waarop
een bed, drie kussens en een combaars
een cijverlij
twee blikke trommels
een botervaatje
een boterbak
twee kasjes en voorts wat romm:
twee tinne borden
drie aarde schotels
negen en dertig porc: borden in zoort
twaalff messen
zeventhien tinne lepels en
twintig stale vorken in zoort
een ijzere balans met
twee kopere schalen
twee kopere coffij kannen defect
een kopere ketel
een tinne ketel
vier kopere kandelaars
een zilve mostaart potje
vijff pistolen en voorts
wat rommeling
In de combuijs
twee rakken
vyff yzere potten in zoort
een rooster
een asschop
een vuurtang en
een vleesch vork
een kopere taartepan
een broodmes
vijff tinne schotels in zoort
een kopere vijzel met zijn stamper
vier wateremmers
een bakkist
een botervaatje
drie schoorsteenkettings
twee koekepannen
een bijl en
een uijntjes ijzer
een emmer bank
In de kelder
een maat legger
ses halve leggers
drie halve aamen
een grote balij
een kleijne balij
vijff vaten defect
twee boterkerns
een parthij duijgen
vier ongemaakte naven
een stel wagen vellings en
een stel speeken
twee stelling houten
een karbas
een kelder met ledige vlessen
een aarde kan
twee agtertuijgen
een plat vaatje
In de wagenmakers winkel
vijff zagen in zoort
ses borden in zoort
een bank schroeff
een schaaffbank
een draaij bank
een coefoet
vier en twintig schaven in zoort
twaalff bijtels in zoort
twee dissels
drie bijlen
een parthij vellingen
een speerhaak
een parthij oud ijzer en
wat rommeling
In het wagenhuys
twee osse wagens waar van een defect
een paarde wagens defect
een kar
een ligter en
twee teer putsen
een wagenkisje
In de vleesch kamer
twee botervaten
een vleeschvaten
een blikke lantaarn
In de paarde stal
vier zadels
In het molenhuijs
een ros molen
een kist
Op de werff
een slijpsteen
een brandewijns ketel met zijn kolvat
een eeijke plank
een ongemaakte wagen as
een oude wagen as met zijn scheenen
twee ploegen met hun toebehoren
een eg
vijff graven in zoort
drie pikken
een gieter
een koorn miet van zes duijzend gerven
een garst miet van vijff honderd gerven
Beestiaal
zeven en dertig trek ossen
vier en negentig aanteelbeesten
zeven en sestig aanteelschapen
een honderd vyff en veertig aanteel bokken
elff dito paarden
negen rijd paarden
Lijffeigenen
een slave jongen gen:t Adonis van de Caab , wagenrijder
een slave jongen gen:t Abel van de Caab , wagenrijder
een slave jongen gen:t Cement van Madagascar , beestewagter
een slave jongen gen:t Julij van Madagascar , schapewagter
een slave meyd gen:t Clara van de Caab
een slave meyd gen:t Lea van de Caab met haar twee kinderen in name Clara en Trijn meede van de Caab
een slave meyd gen:t Malati van Ternate met haar twee kinderen gen:t Dorenda en Jacob al meede van de Caab
een slave meijsje gen:t Victorie van de Caab
een slave meijsje gen:t Camonie van de Caab zijnde lam
Lasten des boedels
  Rd:s
aan de wed:e van wijlen Arnoldus Botma aan contanten op een onderh: obligatie d:d: 6 Feb:y 1798 eene somma van 400
met de renten van dien datum a 5 pc:o p:r anno

Aldus gedaan ende g’inventariseerd ter eerstgem: plaatse gen:t Keerom op den 11:e Jann:y 1800, ende zulx op het op-en-aangeeven van de in den hoofde deeses gemelde weduwnaar, dewelke betuigde zig hier inne ter goedertrouwe gedragen en zijnes weetens niets met opzigt versweegen of te rug gehouden te hebben ’t geen tot gesz: nalatenschap specteerd, invoegen hij ook betuigde zulx des gerequireerd werdende met solemneelen eede gestand te doen; en belofte wijders zo wanneer hier namaals nog iets tot den boedel behorende mogte worden ontdekt, daar van getrouwelijk nader opgaaff te zullen doen, ten einde deezen inventaris daar meede te kunnen worden g’amplieerd.

Tot securiteit van dien is deesen inventaris door den inventarient en mij ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren beneevens den Secretaris behoorlijk gesubscribeerd.

Als gecommitt:de Weesmeester: J:G: Blanckenberg

Voor den opgaaff: Gerret Coetsee D:k zoon

Mij present: J:P: Faure, Secret:s

Ampliatie

Lasten des boedels
  Rd:s
aan Alewijn Johannes Smith over zo veel hem competeerd weegens zijn vaderlijk erfdeel blijkens acte in dato 31 Julij 1789 voor den toenmalige gesw: Clercq ter Secretarije van Politie nu wijlen d edele P:A: Faure en zeeker getuigen gepasseerd 374:6
aan Jacobus Stephanus Smith over zo veel hem competeerd weegens zijn vaderlijk erfdeel blijkens acte in dato 31 Julij 1789 voor dentoenmalige gesw: Clerq ter Secretarije van Politie nu wijlen d edele P:A: Faure en zeeker getuigen gepasseerd 374:6
aan Andries Smith over zo veel hem competeerd weegens zijn vaderlijk erfdeel blijkens acte in dato 31 Julij 1789 voor den toenmalige gesw: Clerq ter Secretarije van Politie nu wijlen d edele P:A: Faure en zeeker getuigen gepasseerd 374:6
aan Aletta Dorothea Smith over zo veel hem competeerd weegens zijn vaderlijk erfdeel blijkens acte in dato 31 Julij 1789 voor den toenmalige gesw: Clercq ter Secretarije van Politie nu wijlen d edele P:A: Faure en zeeker getuigen gepasseerd 374:6
aan Hester Helena Smith over zo veel hem competeerd weegens zijn vaderlijk erfdeel blijkens acte in dato 31 Julij 1789 voor den toenmalige gesw: Clercq ter Secretarije van Politie nu wijlen d edele P:A: Faure en zeeker getuigen gepasseerd 374:6
aan Johannes Kock over geleeverde negotie goederen 309:48
aan Jacob Well over koop van twee halve leggers a rds:12 ieder 24:--

Aldus nader opgegeeven door den burger Gerrit Coetzee ter Weeskamer aan Cabo de Goede Hoop den 7 Febr:ij 1800.

Gerrit Coetzee, D:k zoon

Mij present: J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/22.52

{YYYY} [ ..... ] Willem Diel

Lijst der nagelatene goederen van den overledene Willem Diel bevonden bij d’ heer David d’ Villiers J:z: d’ jonge, als volgt

twee blaauwe baatjes
twee onder baatjes
vier Sinaas linnen broeken
vier hemden
twee paar witte kousen
vier witte doeken
twee blaauwe doeken
een tjaalie
een dwars sak
een jagt sak
een paar knie gespen
een paar hand knoopen
dertig kleine silvere knoopen
een scheermes
een waterpas
een schietlood
twee troffels
twee voegspijkers
een metselaars hamer
een memorie boek

Het welk wij als getuigen met onze eigen handen onderteken

W:d: Vos Philipz

L:de Villiers

Inneschulden
  Rd:s
van voorm: David de Villiers J:z de jonge over van den overledene in bewaring genomene contanten 110

MOOC8/22.53

{17960903} 3 September 1796 Lowisa Erasmus

Eventaris van de nagelate goederen van de overledene Lowisa Erasmus weduwe David Vorie

agt en twintig beeste
hondert ses en vijftig schapen
een ouwe onbruijkbare osse wage en
seven en sestig stene seep
ploeg gereschap
schaer, beugel en spil
een mole spil en mole stene
vier potte
een kist en een klijne kissie
een karn
een grote kan
twe aarde potte
een meel sif
twe trommels
een strijk eijser
een rooster
een komvoo
een pan
twee aarde schotels
een pastelijne bort
een tinne schotel
seven vurke
drie lepels
een lepel rak
een lij
een peper doosie
een sout dosie
een suijker trommeltie
een hamer
twee snijmesse
een saag
een solderout
een raspe en wat out eijser
twe ketels
een trekpotie
drie mantjes
een stoel
een boter bak

In presensie van dese ondertekende getuijge heef ik het alles op geschreve en de vee getel maar ik staat daar niet goet voor so er mog schade koome

Den 3 September anno 1796

Joseph Erasmus Vorie

Matthijs van As Pretorius, Frederik Coenraad de Beer

den 12 October 1796

MOOC8/22.54

{17970307} 7 Maart 1797 Johan Marthinus Schmidt

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als ’er op den 6 Maart 1797 ab intestato met ’er dood zijn ontruimd ende nagelaten door den alhier geremoreerd hebbenden chirurgijn Johan Marthinus Schmidt ten voordeele zijner overgebleevene onbekende uitlandige erffgenamen, zodanig als dezelve door ons ondergeteekende ordinaire Clercq en Bode zijn g’inventariseed en opgenomen, en bevonden hebben te bestaan in de volgende, namentlijk

In een huis van den vrij corporis Jan Liebregt alwaar den overleedene is woonagtig geweest

een kadel met stijlen
waar op
een ouwe bed
drie kussens en
een combaars
een halve kist waar in
twee oude lakense rokken
drie baatjes
een oude fluweele boek
drie hembden
vier stropjes
twee p:r witte kousen
een zilvere hals gespen
Inne schulden
  Rd:s
een reekening ten lasten Holsman 6
een reekening ten lasten Nicolaas Hoffman 7
een reekening ten lasten Nicolaas Volraad 6
een reekening ten lasten David Jordaan 15
een reekening ten lasten C: Nelson 25
een reekening ten lasten Marbach 4
een reekening ten lasten David de Villiers 12
een reekening ten lasten Johannes Eksteen 15
een reekening ten lasten Jacob Joubert 10
een reekening ten lasten Jan de Villiers 30
een reekening ten lasten juff:w Bleumert 30
een reekening ten lasten d’ h:r H:k Eksteen 7
een reekening ten lasten Petrus Wessen 30

Aldus gedaan en g’inventariseerd ten huise voormeld, op den 7:e Maart 1797

Voor den opgaaf: Liberig Jacobs

Ten onzen overstaan: P:E: Faure, J:M: Prins

Nota, alle de in deesen vermelde inneschulden bij ondersoek bevonden onwettig te zijn, vide heeren Weesmeesteren resolutie van den 3:e Junij 1797

G:A: Watermeijer, g: C:

MOOC8/22.55

{18000504} 4 Maij 1800 Maria Elizabeth Eems

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als er ab intestato metter dood zyn ontruymd ende naargelaten door Maria Elizabeth Eems weduwe van wylen den burger Jacobus Bester d’ oude ten voordeele van haare overgebleevene kinderen

1) Joachim Paulus Bester meerderjarig
2) Johannes Barend meerderjarig
3) Michiel Christiaan meerderjarig
4) Albertus Wynand oud 20 en
5) Maria Jacoba Bester oud 16 jaaren

Zodanig ende in dier voegen als dezelve door mij ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren zijn g’inventariseerd en ten papiere gesteld bestaande dezelve in de volgende, namentlyk

Een opstal staande op de leningsplaatz geleegen onder de Lange Kuijl aan de Zoute Rivier in ’t Zwartland

Bevindende zich ter gem: plaatze in ’t woonhuijs en aldaar

In ’t voorhuijs
een pype rakje
een verre kyker
een wasch vaatje met zyn baletje
een hoek kast waar op
eenige graswerk en daar in
een parthy led: bott: en vlessen
een rust bank
een opslag eetens tafel
een vierkante tafel
een geel cop: ketel en cop: confoor
een tinne trek potje
een parthy teegoed
vier stoelen in zoort
vier vuurstooven
In de voor kamer
twee spiegeltjes
twee cyffer leyen
een cabinet met drie potjes waar in de klederen van d’ overleedene, afgegeeven aan haar eenige nagelatene dogter, in naame Maria Jacoba Bester
twee ledikanten waar op
drie beddens met derzelven toebehooren
een tafel kastje waar in
vijf witte aarde schootels
veertig witte aarde borden
zes kommetjes
zeventhien messen
een en dertig vorken in zoort
twaalf tinne leepels
een groote schootel /defect/
een cop: koffij kan
twee tinne kandelaaren
een blikke trommel
een cop: olij en azyn stander
een tinne koffij kan
een blikke trommel
een tafeltje
agt stoelen in zoort
een blikke trommeltje
zeeven en dertig ruyten
In de kombuijs
twee combuys tafels
een bak kist
een brood mes
twee water halfaamen
twee wateremmers
drie baletjes
vyf schoorsteen kettings
twee cop: taartepannen
een cop: schootel
een cop: vijssel met zijn stamper
drie cop: kandelaars
negen yzere potten in zoort
drie copere kook ketels
twee roosters
twee drievoeten
drie ijzere leepels
twee ijzere vleesch vorken
een schuijmspaan
een asch schop
een vuur tang
zes tinne schootels
zes aarde bakken
een ijzer lamp
een ryst wan
een rol stok
twee wit quasten
een lepel rak
een tinne soup leepel
twee cop: vuur tesjes
een cop: rasp
een snuijter
In de agter kamer
een geweer rak en daar op
een schiet geweer
een kapstok
een plat vaatje
twee tinne water potten
zeeven kelder flessen
een cop: schenk keetel
drie aarde bakken
een aarde potje
twee katels
In t pakhuijs
een led: legger
een half legger
een aams vat
drie halfen aamen
een anker vaatje
twee boter karns
drie boter vaaten
een boter bak
twee kasten met zout
een led: kast
vier oude vaten in zoort
twee oude balies
vyf haamers
drie schaaven
zes schaaven en voorts
een parthij timmermans gereedschappen
twee bel hamers en een steen bytel
drie wyn tregters en
drie wyn pintjes en voorts
een parthy smits rommeling
In ’t wagen huijs
een bank schaaf
een spier haak
een aambeeld /defect/
een slyp steen
een vat met wat teer
een parthy oud yzer
zeven houte steen van meul
agt pikken
vier graaven
twee oude rakken
een paarde wagen
twee osse wagen met hunne toebehooren
een kar
twee tent zijlen
drie ploegen
vier ploegen schaaren
drie oude vaaten
twee yzer vorken
twee koevoeten
een parthy ploeg hout
een aarde pot
een rys blok met zyn stamper
een kleine visch zeegen
In ’t koorn huijs
zestig mudden tarwe
een koorn harp
een blaas balk
agt aarde potten
een coorn scheepel
een ijzer balans en
twee cop: schaalen
veerthien ponden, zo loot als yzer gewigt
zeeven koorn schoppen
een oude legger
een oude balij
twee kapstokken
In ’t moolen huijs
een ros moolen
drie mudden erwten
drie mudden rog
drie mudden garst
drie meel seeften en voorts
een parthij rommeling
In de paarde stal
twee agter tuygen
agt seeltjes
vier teer putzen
een huijs leer
Beestiaal
zeeven wagen paarden
neegen aanteel paarden
agt en veertig trek ossen
zes en dertig aanteel beesten
twee hondert drie en veertig aanteel schaapen
een varken
Leyf eigenen
een slaven jongen gen:t Ezau van de Caab
een slaven jongen gen:t Salomon van de Caab
een slaven jongen gen:t Jeptha van Madacascar
een slaven jongen gen:t David van Madacascar
een slaven jongen gen:t Hector van Madacascar
een slaven jongen gen:t Jason van Madacascar
een slaven jongen gen:t Baatjoe van Boegies
een slaven jongen gen:t Jannuary van Mosambicque
een slaven meid gen:t Janiera van Boegies
een slaven meid gen:t Marie van Mosambicque
een slaven meid gen:t Roset van Mosambicque
Inneschulden
    Rd:s Rd:s
opgebragt van Joachim Paulus Bester over contant geleende penn: bl: onderhandsch schuldbrief de dato 1 Sept: 1799   300:--
  van Jan Slabbert over maalloon van 21 mudde tarwe a 12 st:s per mud   5:12
  van Maarten Slabbert over maalloon van 2 mudden tarwe a 12 st:s per mud   0:24
voldaan van Christoffel Smith Christoffelz: al meede over maalloon blijkens aanteekenings boek   6:24
  van Johannes Brand over maalloon van 26 mudde tarwe a 2 schell: per mud 6:24
  van Johannes Brand over 29 mudde a 3 schell: de mud 10:24
  te zaamen   17:18
voldaan van Jasper Visser over maalloon van 7 mudde a 3 schell:   2:30
  van Pieter Smith over maalloon van 4 mudde a 3 schell:   1:24
voldaan van de manh: Hendrik Smutz over 8 maanden knegts gagie wylen Johannes Scheglijn van wiens nalatenschap Heeren Weesm: ten behoeve van de overleedene heeft afgezien van hem competeerende   48:--
Disperate schulden
  Rd:s
van Jacobus Louw Jacobusz voor het geneezen van een slave jonge gen:t Mentor die verbrand is geweest in den jaare 1784 25:16
van Jacobus Theodorus Karsten over maalloon van den jaare 1787 6:24
van Joseph Wolmerands over 2 ossen 23:12
Lasten des boedels
    Rd:s Rd:s
  aan de manh: Andries Brink over een scheep: kennis aan cap:l ƒ4570 ofte   1523:16
  met de renten zedert 8 Junij 1799
  aan de manh: Andries Brink over een obligatie ƒ2000 ofte   666:32
  met de renten zed:t p:o October 1799
voldaan aan Fredrik Brand Christoffelz: over contant geleende penn: op een onderhandsche obligatie   100:--
opgebragt aan Michiel Christiaan Bester over zo veel hem van d’ overledene competeerd wegens groot moeder- en vader-lijke erffenis blijkens zekere onder de boedel papieren gevonden geschrift, door d’ overige erfgenaamen volgens derzelver declaratie weinige dagen voor t overlyden van hunne moeder op haar verzoek geschreeven, en onderteekend 157:36
  mitzg:s door de overleedene van hem gekogte vee blykens aanteekening 69:-- 226:36
voldaan den 17 Sept:r 1800 aan Albert Wynand Bester weg:s het geene hem voor vaderlyk erffenis competeerd 96:38
  mitsg:s over aan d overl: verkogte vee 37:-- 133:38
opgebragt aan Maria Jacoba Bester weg:s het vaderlyk erffeniss haar uyt den boedel competeerende 96:38
  en over door d’ overl: van haar gekogte vee 165:-- 261:38

Werden de alhier pro memorie aangeteekend

dat den voorm: slaaf Salomon van de Caab, volgens declaratie van de gezamentlijke erfgenaamen te vooren behoord hebbende aan derzelver overleedenen broeder Andries Bester bij erffenis te beurt is gevallen, aan hunne ouders, welker wille en begeerte is geweest dat denzelven ingevolge zyne gedane keuze na overleiden van den langstleedende hunner beide ter woon zoude moeten gaan bij hunnen broeder Johannes Barend Bester zonder ooyt te mogen worden verkogt, en gem: slaaf Salomon uit dien hoovde ook onverkogt onder het opzigt van evengem: Johannes Barend Bester is gelaten tot dat bij het Collegie van Heeren Weesmeesteren daar over zal zyn gedisponeerd

dat het in den boedel gevondene linnen goed van weinig belang zijnde, bij lotinge onder de gezamentlijke erfgenamen zo veel mogelijk in eguale deelen is verdeelt geworden

Aldus g’inventariseerd ter plaatze voorm:t op den 4 Maij 1800 ende zulx op ’t op en aangeeven van de in den hoofde deezes gemelde Michiel Christiaan Bester dewelke verklaarde zig hierin ter goeder trouwe gedragen en niets met opzet verzwegen of te rug gehouden te hebben t geen tot den boedel behoord, invoegen hij dan ook bekenne de deugdelykheid zyner opgave ten alle tyde des gerequireerd werdende met eede te bevestigen met belofte wyders zo wanneer er namaals nog eenige goederen mogte worden ontdekt tot den boedel behoorende, daar van dan nader opgaaf te zullen doen en is deeze tot meerder zeekerheid door den inventariend, benevens de ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren ende mij Secretaris behoorlyk onderteekend.

Als gecomm: Weesm: H: van de Graaff

Voor den opgaaf: Michiel C: Bester

Mij present: J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/22.56

{18000613} 13 Junij 1800 Clara Josina Carelse

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten, als er op Vrijdag den sesde deeser ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door Clara Josina Carelse ten voordeele van haarer nagelatene twee kinderen, in namen

1) Fredrik van de Caab , mondig en ongedoop
2) Hendrik van Troeven, gedoopt

Zodanige als het een en ander ingevolge opgaaff van Jan Anthonij Blank alwaar de overleedene woonagtig is geweest, door ons ordinaire Clercq en Bode zijn opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande dezelve in de volgende, namentlijk

een rak waar op
drie schotels in zoort
ses borden
vier potjes en
een bekertje
een kommetje
een glase peperbusje
acht kopjes en vyf pieringjes
twee hoeke [rak] waarop
vier kelkjes
een grotere [kelkjes]
een pijpe rak waar op
wat rommeling
twee schilderijen
een spiegeltje
een paveljoentje waar op
een bed
zeven kussen, twee combaarsen en een spreij
een kadel
twee vierkant taveltjes
een kleder kast waar op
een tinne coffij kan
een oude blikke trommeltje
een boterpotje en voorts
een suijker tang en wat rommeling
een kopere kandelaar
een tinne zuijker trommeltje
en waar in de kleederen van de overleedene
ses stoelen met vijff kussens
twee ledige kisten
een ledige [kisten] waarin
drie aardepotten en
een ketel
twee kisjes waar van een met laden
een trommeltje defect
twee spuug baletjes
een mudde zak
vijff vaatjes in zoort
een kasje met led: flessen en bouteilles
een mand met eenige klein ruijten
een pan
drie stukjes loodgewigt
een porc: nagtspiegel
een houte bak met een aarde vuurtest
een stooff
een zilver beugeltast
een p:r zilver gepsen
een p:r goude handknoopje
twee goude vingerringen
Crediten des boedels
  Rd:s
aan contanten in dezelve gevonden aan zilver munt 26:16
Lasten des boedels
aan Jan Anthonij Blank

Aldus na gedane ontsegeling g’inventariseerd en opgenomen op den 13 Junij 1800

Voor den opgaaff: Jan Anthoni Blank

Ten onzer overstaan: P:E: Faure, W: v: Kolver

MOOC8/22.57

{18000610} 10 Junij 1800 Johan George Stadeler

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten, als ’er op Zaturdag den zevenden Junij in den jaare een duijzend acht honderd ‘s morgens de clocke 7 uuren ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den burger Johan George Stadeler, ten voordeele zijner hier ondertemeldene kinderen, in namen:

1) Helena Stadeler geh:d met den geweesen wijkmeester d’ edele Fredrik Carel Voigt
2) Johan George Stadeler mondig
3) Fredrik Louis Stadeler mondig
4) Hendrik Anthon Stadeler mondig
5) Andries Willem Stadeler mondig
6) Adam Dekker Stadeler oud 22 jaren
7) Andries Thomas Stadeler oud 20 jaren
8) Paul Stadeler oud 17 jaren

Zodanig als het een en ander na gedane ontsegeling door ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren zijn opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande dezelve in de volgende, namentlijk

Een woonhuijs en erff staande ende geleegen in deese Tavelvalleij in ’t Blok J: en aldaar N:o 9 , een gedeelte van N:o 10 , groot in zijnen grond twee en twintig quadraad roeden en zeven en vijfftig quadraad voeten
een pakhuijs stalling en erff staande en geleegen in deese Tafelvalleij in ’t Blok M: , groot in zijnen grond vier en twintig quadraad roeden, honderd negentig en twintig quadraad voeten en vijff en veertig gelijke duijmen
een pakhuijs, stalling en erff staande ende geleegen in deeze Tafelleij in ’t Blok [ ..... ] genommert N:o 1 , zijnde volgens het afgeteekende op de kaart van ’t transport de dato 5:e December 1769 thands nog groot in haren grond negen en veertig quadraad roeden, agt en negentig quadraad voeten en drie en sestig gelijke duijmen
een opstal der leenings plaats gen:t de Wolvedans geleegen in Zwartland
een opstal der leenings plaats gen:t de Leliefontein insgelijks geleegen in ’t Zwartland

In het woonhuijs en aldaar

In de kamer ter regterhand
twee rood ophaal gordijnen
een glaase kast waar op
een parthij aarde borden en daar in
vier en twintig hoeden in zoort
vier aangesneede stukken broeken goed in zoort
negen stukken voerchitzen
twee aangesneede stukken laken in zoort
een stuk neusdoeken
een stuk witte linnen
vier baatjes
twee blaauwe hembden
een glaase kast waar op
ses kasjes thee
en waar in
twintig ponden kaarse catoen
twee ponden fijnder catoen
ses kopjes en ses pieringjes
een pak met elff p:r peper en zout kousen
vijff en een halff ponden rood zegul lak
achtien ponden gaarn
twee ponden fijnder gaarn
twee en een halff ponden gaarn
vier strengen zwarte koort
vijffthien pakjes met kammen in zoort
een rolletje zwarte floretteband
ses messen en vijff vorken
veertig witte borden en rijstpieringjes in zoort
een aarde potje
drie brillen in zoort en voorts
een parthij ijzerwerk
een glaase kast waar op
vier pakken geele franjes
twaalff zikkels
twaalff witte aarde schotels
zeven kleine aarde schotels en waar in
een ijzere balans met kopere schaaltjes
een stuk swarte chitz
een restantje negotie goederen
veerthien ponden Spaans groen
vijff doosjes met ouwels
een harst vanger
twee Bijbels
elff knippen en grendels
een blikke trommel
een aarde pot en voorts
wat rommeling
Op een negotie rak
ses stukken Flaams linnen
thien stukken ravedoek
een stuk catoene fluweel
vijff aangesneede stukken fluweel
een stuk grijn
thien aangesneede stukken grijn
twee aangesn: stukken buijdelgaas
twee dictionnaires van Halma
twee aangesneede stukken jasse laken
twee stukken droget
een stuk zwart durang
twee aangesneede stukken durang
een aangesneede zwart zaaij
drie stukken Chinees linnen
een stuk witte trille
thien stukken serge
ses aangesneede stukken serge
ses stukken blaauw carsaaij
twee aangesneede stukken carsaaij
drie aangesneede ravedoek
veerthien stukken wit gestreept gingang
vier strenge zijl gaarn
een ijzere el
een parthij knoopen
een scheepel
een toonbank waar in
een parthij provisie en wat ijzerwerk
een tavelkasje waar in
een parthij spijkers en booren
een kist met zwavel
een balans met kopere schalen en agt en dertig ponden zo lood als ijzer gewigt
een tobaks mes
een cijver leij
een dissel
twee schietgeweeren
twee grote boren
twee doosjes met Halse medicamenten
een rakje
een tonnetje met zwartzel
een kisje met twee troff en leijnen, en wat rommeling
een grote kast met thee
zeven ijzere potten
twee koekepannen
twee bootshaken
een vat met een restant indigo
een vaatje met een restant wit lood
twee kasjes met spijkers en ijzerwerk
een schoorsteen ketting
een rem ketting
een restant tobak
een vierkant taveltje
In de kamer ter linkerhand
drie rood ophaal gordijnen
twee spiegels met vergulde lijsten en vier glase blakers
een spiegel met twee ilusters
acht stoelen met ledere kussens
twee hoek kasten
twee tavel kasten
een kopere coffij kan met zijn schenkblad
een verrekijker
een stuk grotwerk
een metaale lampet
In de gaandery
een ophaal gordijn
een staand horologie
twee hoek kasten waar in
een parthij bouteilles, flessen en glaswerk
negen stoelen in zoort
twee opslag eetens tavels
een schenk [tavels] met een steeneblad
zeven kopere quispeldooren
een parthij theegoed
een liqueur keldertje met flessen
een theebaletje
In een in de muur gemetzelde kasje
veerthien schotels in zoort
een soup terrine
een porcelijne lampet met zijn kom
zeven en dertig borden in zoort
In de agterkamer
een blaauwe ophaal gordijn met zijn plank
een stinkhoute cabinet met zilver beslag waarop
een stel porcelijne potten en waar in
het zilverwerk hier na temelden
als meede de kleederen van den overleedene en desselfs vooroverleedene huijsvrouw
een bureau waar in
twaalff vergulde gordijnschroeven
drie foederaaltjes ieder met een mes, vork en lepel
een paar zak pistolen
een grote kist
een defect taveltje
In de agterkamer n:o 2
een rustbank
een ovale taveltje
In de combuijs
een tavel
een waterhalffaam
een hakbord
een kopere fijzel
een kopere kandelaar
een kopere ketel
een kopere spuijt
een kopere castrol
vijff ijzere potten
een ketel
een rooster
een asschop
drie kopere koekevormen
een driefoet
twee schoorsteen kettings
een koekepan

Op de zolder

In de kamer n:o 1
een geweerrak
elff schietgeweer
een ledikant met chitze behangzel
een keldertje met ledige flessen
een kast met thee
twee gerridons met twee kopere quispeldoortjes
een kopere strijkijzer
een verlakte schenkblad
een oude cijverleij
twee aardepotten
twee kasten met een parthij oude boeken
een tinne waterfles
een blikke visch ketel
een kopere schuimslepel
vier stukken lode en ijzere gewigten in zoort
een tinne en twee blikke vergiet testen
elff stoel kussens
twee oude leuning stoelen en voorts
een parthij rommeling
In de kamer n:o 2
twee kadels waar op
drie bedden, drie peuluwen, negen kussens en een combaars
twee oude klederkasten
twee kapstokken
een kopere trommel
vijfftig ponden gewigt
In de kamer n:o 3
twee spiegeltjes
een ledikant met chitze behangzel waarop
een bulzak, ses kussens en een combaars
een ledikant zonder behangsel waarop
een bulzak, ses kussens en een chitze combaars
een kadel waarop
een bed en drie kussens
een gemak stoel
een ledige kist
een wieg
een kapstok
drie stoelen in zoort
een spiegel met zwarte lijsten defect
een nagtspiegel
een kopere koekepan
In de kamer n:o 4
twee Keulse potten
een coffij molen
een parthij oude paarde tuijgen

Op de zolder van de tweede etage

In de kamer n:o 1
een buijdel kist
ses stoelen in zoort
een kast met touwwerk en oude tuijgen
een taveltje
vier beeste huijden
een defecte hamketel
In de kamer n:o 2
een schrijff tavel
een hoop van vijff en negentig mudden koorn
vijff en veertig halfsleete kafzakken
een ledige vat
een groote mand en voorts
een parthij rommeling
In de kamer n:o 3
zeven platen in zoort
een kopere banket lepel
een kopere ketel
vijff vaten in zoort
een hoedekast
een kast
vijff zuiker vormen en voorts
een parthij rommeling
In de bakkerij
een tavel
een kist
twee schaaff banken
een parthij timmermans gereedschappen
een dommekragt
een bankschroef
een parthij oud houtwerk
een slijpsteen met zijn bak
een waterhalffaam
een trekzaag
In het pakhuys
vier leggers
een ledige halff legger
twee leggers wijn
een halff legger met een restant azijn
vier vaten in zoort
een keldertje met ledige flessen
een wijnback
een verlaat kraan
een huijs ladder
een chairet
twee wijntregters
twee botervaten
vier honderd, vier sestig rollen Brassiljes tobak
een parthij led: bouteilles
drie ledige kasten
twee wijn tregters
een balij met vet
een oude vat met wat pik
een blikke tregter
een tinne pomp
In het wagenhuijs
een bolderwagen
een halfsleete paardewagen
Op de agter plaats
vier vaten met teer
een vat pik
twee balijs in zoort
een ledige boter vat
twee led: vaten

In het pakhuijs hier voren gemeld en aldaar

Op de zolder
een parthij houtwerk
vijff stink houte planken
twee wagen leeren
een parthij oude wagenwielen
een koornharp
een parthij touwwerk
een botervaatje
een ijzere balans met houte schalen en twee honderd vijff en twintig ponden ijzer gewigt
een hoop garst
een hoop haver
een hoop hooij
een hoop kaff
een koorn scheepel
een koorn schop
een kaff zeeft
In de paarde stal
een voerkist

Op de hier voorengem: plaats genaamd de Wolvedans in ’t Zwartland geleegen, en aldaar

In het woonhuijs
een tavelkast
vier blat tavels in zoort
een klap [tavels]
twee spiegeltjes
achtien stoelen in zoort
een kasje
twee grote kisten
een kadel met stijlen
een kadel zonder stijlen
twee ledikanten met behangzel
een kelder met flessen
een klijnder kelder
een kap stok
twee grote wagenkisten
een boter kern
een grote waterboor
een pak zadel
een kopere theemachine
drie trekpotjes in zoort
drie koffij kanne in zoort
vier kopere kandelaars
twee blikke blakers
twee snuijters
ses tinne schotels in zoort
vier tinne borden
[ ..... ] leepels
[ ..... ] messen en vorken
een stoffer
vijff emmers
twee waterhalffamen
twee combuijs tavels
twee bakkisten
vijff ijzere potten
drie waterketels
een rooster
drie grote ijzere lepels
een grote ijzere vork
een pottebank
twee coffij molens
een schuimslepel
een ijzere haak
twee ijzere koekepannen
twee aarde kannen met wat lijn olij
twee schaap scharen
een parthij porcelijn
een brood mes
twee schietgeweeren
een sonne wijzer
een blikke beker
vier banken
negen en dertig mudde zakken
een bed met twee kussens en een combaars
een bed met vijff kussens en een combaars
een bed met drie kussens en een combaars
een bed met een peuluw vier kussens en een combaars
een kleijne bed
twee overtreksels voor een bed, twee bed lakens en drie kussen sloopen
een rijst blok
en verff steen
een ankervaatje
een kaarse balij
drie boter vaatjes
In de timmermans winkel
een schroef stok
een slijp steen
een snijbank
een parthij timmermans gereedschappen
thien pikken
derthien graven
twee koevoeten
wat spijkers
een parthij ijzerwerk
ses losse ploegscharen
een blaas balk
een parthij smits gereedschappen
twee halve leggers
dertig vaten in zoort
twee metzelaars balijs
een zeeff
een koorn harp
zeven koorn schoppe
veerthien planken in zoort
vijff velt stoeltjes
ses steene vormen
een tent mat
een klok
een schaaffbank
een borrij
een sijs
een parthij sparren
een zaag
een groote balans met 100 lb gewigt
ses ploeggen
drie eggen
vier span tuijgen
vier wielen
een voor as
drie en twintig seekels
een parthij touwwerk
drie scheepels
twee tent zijlen
ses beeste vellen
In de meule kamer
een grote hand molen
twee grote kisten
In ’t koornhuijs
tachtig mudde koorn
Op de werff
drie paarde wagens
vijff osse wagens
Beestiaal
negen en tachtig trekossen
twee bullen
twaalff aanteelbeesten
een rijdpaard
twee en twintig wagenpaarden
twee en veertig aanteelpaarden
twee honderd zeven en vijfftig hamels
ses honderd twee en dertig aanteel schapen
zes en zeventig bokken
acht ezels
Op de plaats de Leliefontein
twee en negentig mudde koorn
Zilverwerk des boedels
een theemachine wegende 384 lood
drie schenkbladen wegende 129 lood
twee kandelaren wegende 53 lood
twee kandelaren wegende 67 lood
vier kandelaren wegende 138 lood
twee souplepels wegende 25 lood
dertig kleine lepels wegende 113 lood
twee vorken wegende
twee zout vaatjes wegende 17 lood
twee mostaartpotjes wegende 29 lood
twee zuijker busjes wegende 27 1/2 lood
vier trekpotjes wegende 103 lood
en olij en azijn standaartje wegende 31 lood
een souspotje wegende 26 lood
een tobaks doos wegende 50 lood
een beker wegende 17 lood
een snuijter met zijn bakje weg: 23 lood
een thee zeeft weg: 10 lood
een haak met 2 kettings weg: 10 lood
drie p:r gepsen weg: 29 lood
een sleutel haak weg: [ ..... ] lood
een carafje met zilver gemonteerd weg: [ ..... ] lood
een tobaks doos
een kuijdgeps
een vorkje
twee horologies
twee zijt geweer met zilver gevest
Lijfeigenen
een slave jonge gen:t Damon van de Caab , zijnde een coetzier
een slave jonge gen:t April van de Caab , zijnde een coetzier
een slave jonge gen:t Salomon van de Caab , zijnde een coetzier
een slave jonge gen:t Christoffel van de Caab , zijnde een coetzier
een slave jonge gen:t Abraham van de Caab , kledermaker
een slave jonge gen:t Venus van de Caab , kledermaker
een slave jonge gen:t Simie van de Caab , kledermaker
een slave jonge gen:t April van Bengalen , kledermaker
een slave jonge gen:t Job van Bengalen , timmerman
een slave jonge gen:t Paul van Mosambicque , wagenrijder
een slave jonge gen:t Mentor van Mosambicq:
een slave jonge gen:t Sankot van Mosambicq: , paarde wagter /:gebrekkig:/
een slave jonge gen:t October van Bogies , metzelaar
een slave jonge gen:t Baggus van Bogies , metzelaar
een slave jonge gen:t Baggus van Mosambicq
een slave jonge gen:t Januarij van Malabaar , schapewagter
een slave jonge gen:t Maart van Bengalen , kok en bakker
een slave jonge gen:t September van Malabaar , wagenrijder
een slave jonge gen:t Winter van Mosambicq
een slave jonge gen:t Celvester van Mosambiq , beeste wagter
een slave jonge gen:t Coustans van Mosambiq
een slave jonge gen:t Caesar van Mosambiq
een slave jonge gen:t Piet van Mosambiq
een slave jonge gen:t Appolus van Mosambiq
een slave jonge gen:t Gallant van Bogies , coetzier
een slave jonge gen:t Jacob van Malabaar , fugatief
een slave jonge gen:t Jasmain van Madagascar , kok
een slave jonge gen:t Benjamin van Madagascar
een slave jonge gen:t David van Mosambicq
een slave jonge gen:t Cannarie van Mosambicq
een slave jonge gen:t Maij van Mosambicq , wagenrijder
een slave jonge gen:t Adonis van Mosambicq
een slave meijd gen:t Lea van de Caap met haar kind gen:t Amilie
een slave meijd gen:t Rosa van de Caap met haar vier kinderen, in name Abraham , Daniel , Godlieb en Carolina
een slave meijd gen:t Steijn van de Caab met haar kind gen:t Jaap meede van de Caab
een slave meijd gen:t Pamela van de Caab veneriek, met haar kind gen:t Coenraad
een slave meijd gen:t Hanna van de Caab met haar drie kinderen, in name: Pieter , Regina en Flora
een slave meijd gen:t Sara van Malabaar met haar twee kinderen, in name Lowien en Rosina beide van de Caab
een slave meijd gen:t Aletta van Malabaar zeer slegt van gezigt met haar vier kinderen, in name: Marthinus , Job , Annetta en Frans alle van de Caab
een slave meijd gen:t Sanna van Mosambicq met haar twee kinderen, in name: Floris en Sabina beide van de Caab
een slave meijd gen:t Siela van Mosambicq gebrekkig aan handen en voeten
een slave meijd gen:t Regina van Malabaar almeede gebrekkig
Crediten des boedels
    Rd:s Rd:s
  aan contanten in differenten munt specien eene somma van thien duijzend ses honderd zeven en zeventig ryxd:s en vier en twintig stv:rs zegge   10677:24
een jaar renten vold: capitaal en renten voldaan van de vrijzwart Manielle van Arabien over contant geleende penn: blijkens scheepenen kennis de dato 3 September 1798 groot aan capitaal ƒ4400 ofte   1466:32
  met de renten a 6 pc:o p:r anno zedert 3 Septemb:r 1799
door F:C: Voigt overgenomen van den chirurgijn Johan Fredrik Hassener over contant geleende penn: blijkens scheepenen kennis de dato 7 Maart 1797 aan cap:l groot ƒ7000 ofte   2333:16
  met de renten a 6 pc:o p:r a:o zeedert 30 Maart l:l:
door F:C: Voigt overgenomen van den chirurgijn Johan Fredrik Hassener over contant geleende penn: blijkens notarieele obligatie de dato 1 Feb:y 1798 groot aan cap:l ƒ6000 ofte   2000:--
  met de renten a 6 pc:o p:r a:o zedert p:mo Feb:y j:l:
door J:G: Stadeler overgenomen van den burger Johannes Fisser Florisz:n over contant geleende penn: blijkens secretarieele obligatie de dato 7 Maij 1790 groot aan capit:l ƒ3000 ofte   1000:--
  met de renten a 6 pc:o p:r anno zedert 7:e Maij j:l:
door F:L: Stadeler overgenomen van den burger Jacobus Smit Christoffelsz: over contant geleende penn: blijkens notarieele obligatie de dato 2 November 1797 groot aan cap:l ƒ3000 ofte   1000:--
  met de renten a 6 pc:o p:r a:o zedert 2 November 1799
  van Jacobus Smit Gideonz: over contant geleende penn: blijkens onderhandsche obligatie de dato 17 Feb:y 1785 groot aan cap:l p:r rest: vier hondert rd:s zegge   400:--
den renten voldaan tot 17 Feb: 1800 door J:G: Stadeler overgenomen met de renten a 6 pc:o p:r a:o zedert 17 Feb:ij 1798
voldaan den 7 April 1800 van den burger Jacobus Smith Christoffelz: over boekschuld vide boek n:o 3   4:24
voldaan den 1:e November 1800 van den burger George Fredrik Enslin over contant geleende penn: blijkens notarieele obligatie de dato 25 November 1796 aan capitaal ƒ5600 ofte   1866:32
  met de renten a 6 pc: per a:o zedert 25 November 1799
een jaar renten voldaan den 23 October 1800 door J:G: Stadeler overgenomen van den burger Jasper Visser Gerritsz: over contant geleende penn: blijkens notarieele obligatie de dato 13 November 1798 groot aan cap:l ƒ4000 ofte   1333:16
  met de renten a 6 pc:o p:r a:o zedert 13 November 1799
de renten bet:d tot den 21 October 1800 - den 13 October 1800 [ ..... ] door A:D: Stadeler overgenomen van den burger Johannes Fredrik Haushamer de jonge over contant geleende penningen blijkens notarieele obligatie de dato 21 October 1797 aan capitaal groot ƒ2000 ofte   666:32
  met de renten a 6 pc:o p:r a:o zedert 21 October 1799
capitaal en renten bet:d den 20 December 1800 van den burger Johan Fredrik Haushamer over contant geleende penningen blijkens onderhandsche obligatie de dato 21 October 1792 groot aan capitaal ƒ2000 ofte   666:32
  met de renten a 6 pc:o p:r a:o zedert 21 October 1799
capitaal en renten betaald den 22 Novb:r 1800 van den burger Jacobus Hendrik Kruger over contant geleende penningen blijkens notarieele obligatie de dato 10 Feb:y 1797 groot aan capitaal ƒ2000 ofte   666:32
  met de renten a 6 pc:o zeedert 6 Februarij l:l:
door F:C: Voigt overgenomen van den burger Christiaan Johannes Rabe over contant geleende penn: blijkens secretarieele obligatie de dato 11 Jannuarij 1792 ten behoeve van den gerepatrieerde heere Philippus Hermanus Gilquin gepasseerd, en door den heere Hendrik Pieter Warnek als een der gemachtigdens van evengem: heere Gilquin op den 18 Jann:ij 1796 aan den overleedene gecedeerd groot aan capitaal ƒ5000 ofte   1666:32
  met de renten a 6 p:co p:r a:o zedert 11 Jann:y j:l:
door F:L: Stadeler overgenomen van den burger Christiaan Johannes Rabe over contant geleende penningen blijkens onderhandsche obligatie de dato 4 Jannuarij 1799 groot aan capitaal ƒ6000 ofte   2000:--
  met de renten a 6 pc:o p:r a:o zedert 4 Jann:y j:l:
de renten bet:d den 21 Sept:r 1800, door A:W: Stadeler overgenomen van den ouderling der Zwartlandsche gemeente d’ edele Matthijs Michielse Basson over contant geleende penn: blijkens notarieele obligatie de dato 17 Augustus 1797 groot aan capitaal ƒ13000 ofte   4333:16
  met de renten a 6 pc: p:r a:o zedert 17 Aug:s 1799
betaald van den ouderling der Zwartlandsche gemeente d’ edele Matthijs Michielse Basson over boekshuld vide boek n:o 4   6:24
capitaal en renten bet:d van den alhier remoreerende Jan van der Hoeven, wegens koop van zeekeren opstal staande op de leening plaats de Oude Hermanus Rivier , blijkens notarieele obligatie de dato 3 Julij 1797 per rest groot aan capitaal ƒ1000 ofte   333:16
  met den intrest a 6 pc:o p:r a:o zedert p:mo Junij 1799
voldaan ult:o Jann:ij 1801 van den burger Marthinus Roux als in huwelijk hebbende Maria Magdalena Rijkheer voormaals wed: Johan Henrich Jankowitz, over contant geleende penn: blijkens secretarieele obligatie de dato 8 Julij 1790 door gem: Jankowitz ten behoeve van den gerepatrieerden heere Hermanus Gilquin gepasseerd en door de heere Hendrik Pieter Warnek als een der generale gemachtigdens van gemelde heere Gilquin in dato 18 Jannuarij 1796 aan den overleeden gecedeerd groot aan capitaal ƒ4000 ofte   1333:16
de renten betaald tot den 8 Julij 1800 met de renten a 6 pc:o p:r a:o zedert 8 Julij 1798
de renten bet:d tot den 10 Sept:r 1800, door F:C: Voijgt overgenomen van den burger Jan Bellepasqua over contant geleende penn: blijkens onderhandsche obligatie de dato 10 September 1799 de somme van ses hondert rijxd:s zegge   600:--
  met de renten a 6 pc: p:r a:o zeedert opgem: datum
bij de generale boedel reekening opgebracht van d’ edele Fredrik Carel Voigt over contant geleende penningen blijkens onderhandsche obligatie de dato 15 Februarij 1786 aan capitaal ƒ4000 ofte   1333:16
  met de renten zedert
bij de generale boedel reekening opgebracht van d’ edele Fredrik Carel Voigt over contant geleende penningen blijkens onderhandsche obligatie de dato 1 Februarij 1787 groot aan capitaal ƒ16000 ofte   5333:16
  met de renten a 5 pc:o p:r a:o zedert
bij de generale boedel reekening opgebracht van d’ edele Fredrik Carel Voigt over geleende vier en sestig Spaanse matten in natura blijkens onderhandsche obligatie de dato 15 Julij 1799 makende   80:--
al meede bij de generale boedel reekening opgebracht van d’ edele Fredrik Carel Voigt over door den overleedene voor zijn edele verschotene penningen vide boek n:o 4 7:--
  van d’ edele Fredrik Carel Voigt over gekogte een stuk serge 10:-- 17:--
voldaan van den burger Hendrik Matfeld over contant geleende penningen blijkens onderhandsche obligatie de dato 16 Junij 1794 ten behoeve van den gerepatrieerden heere Philippus Hermanus Gilquin gepasseerd en door de heer Hendrik Pieter Warnek in qualiteit als een der generale gemachtigdens van gemelde heere Gilquin in dato primo December 1797 aan den overleedene gecedeerd groot aan capitaal ƒ7000 ofte   2333:16
  met de renten a 6 pc:o p:r a:o zedert 16 Junij 1799
voldaan van den burger Hendrik Matfeld over contant geleende penn: blijkens onderhandsche obligatie de dato 29 December 1798 groot aan capitaal ƒ6000 ofte   2000:--
  met de renten a 6 pc:o p:r a:o zedert 29 December 1799
  van de heer Johannes Welters over contant geleende penn: blijkens ond: obligatie de dato 2 September 1793 groot aan capitaal zeven hondert rijxd:s, zegge   700:--
  met de renten a 6 pc:o zedert gem: datum
  van de heer Jan Welters over de helfte van ’t bedragen der zaldo eener reekening courant door den overleedene en Sebastiaan Lijbrand als desselfs gemagtigdens onder den 2:de Maart 1797 gesloten ter somma van   146:5
  met de renten a 6 pc:o p:r a:o zedert dien datum
en tot Sept: 1800 een jaar renten bet:d - zal door J: Isaacs worden betaald; door J:G: Stadeler overgenomen van den burger Theunis Kotze over contant geleende penn: blijkens onderhandsche obligatie de dato 13 Februarij 1784 groot aan capitaal per rest twee hondert rijxd:s zegge   200:--
  met de renten a 6 pc:o p:r a:o zedert 13 Feb:ij 1799
bij de generale reekening opgebragt van den burger Fredrik Louis Stadeler over contant geleende penn: blijkens onderhandsche obligatie de dato [ ..... ] groot aan capitaal ƒ20000 ofte   6666:32
  zonder beding van renten
bij de generale reekening opgebragt van den burger Fredrik Louis Stadeler over zo veel denzelven volgens het genoteerde van den overleedene en volgens zijn eigene bekentenis aan den boedel moet inbrengen   1187:42
cap:l en renten voldaan den 16 Sept:r 1800 van den burger Floris Brand Fredriksz: over contant geleende penn:e blijkens onderh: obligatie de dato 25 Feb:y 1791 groot aan capitaal drie honderd ryxd:s   300:--
  met den intrest a 6 pc:o p:r a:o zedert 25 Feb:y 1799
bij de generale boedel reekeninge opgebracht van den burger Johan George Stadeler over coop van goederen en slaven blijkens schuldbrief de dato [ ..... ] 1794 groot aan capitaal ƒ20000 ofte   6666:32
  zonder beding van renten
bij de generale boedel reekeninge opgebracht van den burger Johan George Stadeler over boekschuld vide boek n:o 3   507:6
bij de generale boedel reekeninge opgebracht van den burger Johan George Stadeler over verstrekte contanten aan desselfs Hottentot Cupido vide boek n:o 4   2:36
door J:G: Stadeler overgenomen van den burger Floris Visser over contant geleende penn: blijkens ond: obligatie de dato 1 Maart 1796 gr:t aan cap:l ƒ1000 ofte   333:16
de renten voldaan tot pr:o Maart 1800 met de renten a 6 pc:o p:r a:o zed:t 1 Maart 1799
voldaan den 26 Sept:r 1800 van den burger Floris Visser d’ oude over boekschuld vide boek n:o 1 fol: 76   84:--
door F:C: Voigt overgenomen van den burger Matthijs Marine heenkomende over koop van zeven slaven en een schuijd met het geen daar toe verder behoord blijkens onderhandsche obligatie de dato 4 Junij 1790, aan capitaal per rest ƒ6000 ofte   2000:--
de renten betaald tot den 4 Junij 1800 met de renten a 6 pc:o p:r a:o zedert 4 Junij 1799
door J:G: Stadeler overgenomen van de wed: Jan Rust over contant geleende penn: blijkens ond: obligatie de dato 18 Augustus 1785 door wijlen haren man ten behoeve van den overleedenen gepasseerd groot aan cap:l ƒ300 ofte   100:--
  met de renten a 6 pc:o p:r a:o zedert 18 Aug:s 1799
zal door J: Stadeler worden betaald voldaan van de wed: Jan Rust over boekschuld vide boek n:o 1 f:o 19   57:30
voldaan den 26 Aug:s 1800 van d’ edele Carel Albregt Haupt over contant geleende penn: blijkens onderhandsche obligatie de dato 5 Nov:r 1798 groot aan capitaal ƒ6000 ofte   2000:--
  met de renten a 6 pc:o p:r a:o zedert 5 Nov:r 1799
door F:L: Stadeler overgenomen van den burger Matth:s van Eijzen over zo veel denzelven bij afreekening op den 1 Jann:y 1795 met den overleedene gehouden aan denzelven is schuldig gebleeven, blijkens ond: obligatie de dato 2 Jann:y 1795 groot rijxd:s twee honderd zegge   200:--
  met de renten a 6 pc:o p:r a:o zedert 2 Jann:y 1798
voldaan van de heer Pieter Laurens Cloete over contant geleende penningen blijkens onderhandsche schuldbrief de dato 15 Aug:s 1798 groot aan capitaal ƒ3000 ofte   1000:--
  met de renten a 6 pc:o p:r a:o zedert 15 Aug:s 1799
voldaan van de heer Pieter Laurens Cloete over 10 halff aamen kalk blijkens schuldboek n:o 4   12:24
bij J:G: Stadeler overgenomen van den burger Adolph Hendrik Wedel over contant geleende penningen blijkens onderhandsche obligatie de dato 1 Aug:s 1798 groot rijxd:s een honderd veertig zegge   140:--
  zonder beding van renten
bij J:G: Stadeler overgenomen van den burger Jan Kieliaan over contant geleende penningen blijkens onderhandsche obligatie de dato 23 April 1798 groot aan cap:l ƒ3000 ofte   1000:--
  met de renten zedert 23 April j:l:
heeft ter Weeskamer bewijzen geproduceerd dat deese post en rd:s7 aan den overl: bij afreekening voldaan is van den burger Jan Kieliaan over [ ..... ] blijkens aanteekening   7:--
voldaan van den burger Carel Willem Dieleman over contant geleende twee honderd Spaanse matten met beding dezelve in natura te voldoen
voldaan van den burger Carel Willem Dieleman over pakhuijs huur zedert p:mo Maart j:l: a 40 rd:s p:r maand tot ult:o deeser   160:--
  van L’amour Manielle blijkens onderhandsche obligatie de dato 6 Nov:r 1795 p:r rest   40:24
  van M: Denner over contant geleende penn: blijkens onderhandsche obligatie de dato 25 Junij 1789   77:--
bij de generale boedel reekening opgebracht van den burger Hendrik Stadeler over zo veel denzelven blijkens afreekening door den overleedene geformeerd aan den boedel moet inbrengen eene somma van een en veertig duijzend vijff honderd drie en negentig guldens en twee stv:rs ofte   13864:18
  moetende den debiteur volgens het genoteerde bij die afreekening van het meerder bedragen als ƒ20000 de renten betalen
bij de generale boedel reekening opgebragt van den burger Willem Stadeler, over zo veel hij volgens het genoteerde van den overleedene en volgens zijn eigene bekentenis aan den boedel moet betalen ƒ3823:8   1274:24
voldaan den 27 October 1800 van den boedel van wijlen Willem de Krieger over verschotten door den overleedene als een der executeuren des boedels voor reekening van den zelven gedaan, blijkens daar van gevondene aanteekening   506:6
hierop uijt den boedel van wijl: C:J: Zastron afgeschreven rd:s355:39 ult: December 1800 van Carel Hendrik Richter over zo veel hij volgens gevondene aanteekening en daar na geformeerde reekening p:r saldo debet is   883:46
  van den burger Willem van Zijl over boekschuld vide boek n:o 1   76:12
  van den burger Jacobus Rijk over betaalde wagts geld blijkens schuld boek n:o 1 folio 4   12:30
voldaan ult:o Jann:y 1801 van den burger Johannes Cloete Gerritsz: over betaalde wagts geld blijkens boek n:o 1   6:24
voldaan ult:o Jann:y 1801 van de wed: Jan Barendse over betaalde wagts geld vide boek n:o 1 f:o 5   15:--
  van den burger Guilliam Karsten over betaalde wagts geld vide boek n:o 1 f:o 5   34:22
voldaan van den burger Coenraad Joh:s Brand over betaalde wagts geld vide boek n:o 1 f:o 6   43:12
voldaan ult:o Junij 1801 van den burger Johan Hendrik Beukes over betaalde wagts geld vide boek n:o f:o 6   26:36
  van de wed: Matthijs Karsten over boek schuld vide boek n:o 1 f:o 8   6:18
heeft op den 18 Septb:r 1800 ter Weeskamer bewijzen vertoond dat deese schuld voldaan is van den burger Hermanus Karsten over boekschuld vide boek n:o 1 f:o 12   100:--
  van den burger Jacobus Koetzee over boekschuld vide boek n:o 1 f:o 13   37:--
  van s:r Pierre de Rubaix over boekschuld vide boek n:o 1 f:o 14   45:36
  van den burger Jan Slabbert de jonge over boekschuld vide boek n:o 1 f:o 18   57:6
van nevens gemelde rd:s442:30 gaat af voor geleverde ossen 284, resteert rd:s158:30 voldaan, vide boek van debiteurs aan afgesloten boedels van den burger Gerrit Cloete de jonge over boek schuld vide boek n:o f:o 22   442:30
voldaan van den burger Jacob de Villiers Pietersz: over boekschuld vide boek n:o 1 f:o 33   30:--
volgens bewijs ter Weeskamer vertoond is deese schuld in den jaare 1796 volkomenvereffend van Catharina Cloete over boekschuld vide boek n:o 1 f:o 34   180:24
volgens bewijs van weegens de wed:we Pieter Zijl ter Weeskamer vertoond is deese schuld door haarreeds voldaan van de wed: Pieter van Zijl over boekschuld vide boek n:o 1 f:o 52   36:24
  van Hendrik Tijard over boekschuld vide boek n:o 1 f:o 53   14:--
volgens bewijs door Theunis Kotzee ter Weeskamer vertoond en door hem gedane declaratie is deese schuld aan den overl: voldaan van den burger Adriaan van Nieuwkerken over boekschuld vide boek n:o 1 f:o 66   95:30
  van den burger Tobias Benade over boekschuld vide boek n:o 1 f:o 86   10:28
zal voor Jan Hasner worden betaald; door J:G: Stadeler overgenomen met de renten a 6 pc:o zeedert 1799 van den burger Rijnier Basson over boekschuld vide boek n:o 1 f:o 88   287:42
den debiteer voor lange als insolvent overleeden van den burger Maarten Smith over boekschuld vide boek n:o 1 f:o 93   75:36
den 2 Aug:s 1800, voldaan van den burger Andries Liebenberg over boekschuld vide boek n:o 1 f:o 122   10:18
  van Ignatius Delport Jacobusz: over boekschuld vide boek n:o 1 f:o 125   82:30
zal door J: Stadeler worden betaald - voldaan van Samuel Rossouw over boekschuld vide boek n:o 1 f:o 147   70:6
  van Nicolaas Nieman over boekschuld vide boek n:o 1 f:o 149   3:12
  van Jacob Maas over boekschuld vide boek n:o 1 f:o 150   27:18
heeft een bewys ter Weeskamer vertoond dat die schuld betaald is van Louis Taillard over contant geleende penn: blijkens schuld boek van den overleedene vide n:o 1 f:o 152 aan cap:l per rest   100:--
  met de renten a 6 pc:o p:r a:o zedert 25 Maart 1793
  van den burger Johannes de Jager over boekschuld vide boek n:o 1 f:o 153   1:24
  van den burger Petrus Jacobus du Toit over boekschuld vide boek n:o 1 f:o 154   6:42
  van den burger Petrus van Zijl Adriaansz: over boekschuld vide boek n:o 1 f:o 168   244:44
vold: ult:o Jann:y 1801 van den burger Guilliam Visage over boekschuld vide boek n:o 1 f:o 172   88:42
  van de manh: Hendrik Smuts als in huwelijk hebbende de wed: Jan Visser over boekschuld vide boek n:o 1 f:o 178   12:--
  van Andries van Heijde /:bij Willem Engelbregt:/ over boekschuld vide boek n:o 1 f:o 181   18:12
  van den burger Albert van Zijl over boekschuld vide boek n:o 1 f:o 186   10:12
vold: den 15 Octob: 1800 van Maria Slabbert wed: Coenradij over boekschuld vide boek n:o 1 f:o 189   25:--
voldaan 17 Sept:r van den burger Christoffel Smith Christoffelsz: over boekschuld vide boek n:o 1 f:o 191   20:24
  van den burger Barend Visage Gerritsz: over boekschuld vide boek n:o 1 f:o 196   5:--
is volgens de bewijs ter Weeskamer vertoond aan den boedel niets debet van den burger Gideon van Dijk over boekschuld vide boek n:o 1 f:o 200   8:12
voldaan van Jacob Swartz schoonzoon van Tijard over boekschuld vide boek f:o 202   7:6
  van den burger Jasper Cloete over boekschuld vide boek n:o 1 f:o 206   21:24
  van Cumpel Hertz over boekschuld vide boek n:o 2 f:o 1   23:24
  van den burger Abraham de Klerck over boekschuld vide boek n:o 4   5:12
  van de heer Arend de Waal over geleeverde 2 mudden garst vide boek n:o 4   6:--
heeft ter Weeskamer een quittantie vertoond van den 3 April 1796 dat voldaan is van Geertruijda Bergh over 3 maanden huur van een huijs   60:--
voldaan ult:o Maart 1801 van den geregts bode Carel Ewald Ziervogel over boekschuld vide boek n:o 4   213:36
voldaan 2 Aug:s 1800 van de heer Jacobus Johannes Vos over 2 maanden huur van een metzelaars jonge a 1 rd:s p:r dag   52:--
voldaan 10 Octob: 1800 van den burger Jan Mosterd Pietersz: over contant geleende penn: blijkens boek n:o 4   2:--
  van Mr Patison over vragtloon blijkens gevondene aanteekening   8:12
  van Mr Smith over vragtloon blijkens gevondene aanteekening   5:36
  van Dirk Snibbe over 2 en 1/2 maanden huijs huur   [ ..... ]
  van Mr Johns quartelmaster over huur van een wagen na ’t Stikland   16:--
  van Mr Jessup over huur van een wagen na de Hout baaij blijkens schuldboek n:o 4   30:--
Lasten des boedels
  Rd:s
aan de heer David George Anosie over 29 3/4 ellen zwart laken en zeven strengen zijde 179:30
aan Joh:s Paul Karsten over zo veel hem competeerd blijkens boek n:o 36 - voldaan den 25 Nov:r 1800 313:18

Aan de heeren De Coninck en Comp:ie koop lieden te Coppenhagen een zeekere somma gelds weegens een factuur goederen na herwaards aan den overleedene, d’ edele Jacobus Vos en d’ edele Floris Volsteedt gezonden, waar van bij de schuld boeken van den overleedene geene aanteekeninge gevonden zijnde, doorde ondergeteekende mondige erffgenamen ook het juist bedragen niet heeft kunnen worden opgegeeven, zeggende dezelve, dat den capitein ter zee Hans Kroijer bij overeenkomst met den overleedenen getroffen, blijkens daar van in de maand Februarij des gepasseerden jaars 1799 voor den notaris publicq d’ edele Jan Jacob Fredrik Wagener en getuijgen gemaakt contract heeft beloofd en op zig genomen, om die schuld aftelossen en te vereffenen, onder deese voorwaarde:

dat de overleedene na de vereffening aan den heer Kroijer ofte desselfs ordre zal moeten voldoen en betalen, zo veel als de quittantie die hij des aangaande van de heer De Coninck en Comp:ie zal hebben ontfangen zal komen aantetonen ende zulx met een perc:o p:r maand, gereekend van den dag dat gem: Kroijer de uitbetaling zal hebben gedaan tot op den dag dat de verschotene penn: aan hem ofte zijne ordre zullen worden gerestitueerd, en daar en boven nog ’t different van de agio ’t welk op den dag dat de heer Kroijer de uitbetaling heeft gedaan geweest is, tusschen Deensch en Hollands courant, en wijders ook de waarde of de prijs van de Spaanse matten teegens courant te Coppenhagen almeede op den dag van de uitbetaling, en met welke laatstgem: munt namentlijk Spaanse matten, de overleedene bij dat contract had aangenomen de restitutie te doen van de door de heer Kroijer voor hem verschotene penningen, ende zulx ter eerster aanmaninge, onder renuntiatie van de exceptien die hij hier omtrend zou kunnen of willen proponeeren

Waar en teegen meergem: heere Kroijer had beloofd en aangenomen die schuld als hier voren gezegd bij zijn behouden arrivement te Coppenhagen te zullen voldoen, niet alleen, maar daar van behoorlijke quittantie te vorderen en aan den overleedene de bewijzen van de voldoening zo veel als de bewijzen hoe hoog het agio voorm:t ende de prijz van de Spaanse matten teegens Deensch courant geld ten dage van de uitbetaling geweest is te zullen suppediteeren, en voorts van zijne handeling en verrigting ter zake voorm:t te doen behoorlijke reekening en verantwoording.

Werdende alhier pro memorie nog aangeteekend:

dat over de boedelpapieren is gevonden een onderhandsche contract door voorm: cap:n Kroijer op den 21 Feb:y des gepasseerde jaars 1799 met den overleedene gemaakt, waar bij hij Kroijer heeft beloofd en aangenomen dat ingeval hij bij zijn retour uit Europa het eiland S:t Sago mogte komen aantedoen, hij als dan van dat eiland voor den overleedene zal meede brengen eenige ezels, en wel bepaaldelijk hengsten /:indien dezelve te bekomen zijn:/ zo veel als de geleegentheid van het schip zal toelaten, en dat wanneer het meede gebragte getal agt stuks en meer bedraagd, daar onder twee merrijs, dog ’t getal slegts vier bedragende niet meer dan een merrij zal mogen zijn, en de overige gelijk gezegd alle hengsten, terwijl hij Kroijer bij dat contract wijders had beloofd, zo veel van de gemelde ezels als hij bij zijn arrivement alhier zal hebbend meede gebragt aan niemand anders te zullen verkopen als aan den overleedenen, die daar en tegen had beloofd, dat hij, zijne ordres ofte erven in dat geval voor ieder steen ezel door Kroijer aangebragt, aan denzelven ofte zijne gemachtigdens zal of zullen betalen de somma van een honderd rd:s en 48 stv:rs ieder onder die mits nogthands dat Kroijer dezelver alhier aan land zal moeten leeveren

dat de in den boedel gevondene kleederen van des overleedens voor overleedene huisvrouw, aan hare eenige nagelatenen dogter Helena Stadeler in den hoofde deeses gemeld gehuwd met den geweesen wijkmeester Fredrik Carel Voigt afgegeeven, en die van den overleedenen onder zijne gezamentlijke zoonen bij lotinge zo veel mogelijk in egualen deele zijn verdeeld geworden, mitsg:s

dat het goud, zilver en het geene verder tot het lichaam van den overleedene en gez: zijne huisvrouw behoord, door hem gedragen en gebruikt is geworden, bestaande in

1 p:r goude handknopen
1 goude halsknoop
14 goude steene knoopjes
14 goude hembtroks knoopjes
1 p:r zilvere gespen
1 tobaks doos
1 pijp
1 mes
1 p:r spenspek kuid gepsen
1 fouderaaltje met mes, vork en lepel
1 p:r diamante orlietten en 1 diamante slotje
1 snoer steenen in goud gezet
1 snoer paarlen
1 goude haak
1 p:r goude brasseletten
1 p:r goude oorbellen
1 zilvere etui
1 zilvere doosje
1 parthij knoopen en slootjes, en
1 inktkoker

onder de gezamentlijke erfgenamen binnens kamers bij opveilinge aan de meestbiedende van hun zijn verkogt geworden

Aldus g’inventariseerd ten woonhuijze voorm:t op den 10, 11 en 12 Junij 1800 ende zulx op ’t op- en aangeeven van de in den hoofde deezes gemelde Fredrik Carel Voigt en Johan George Stadeler, dewelke verklaarde zig hier inne ter goedertrouwe gedragen en hunnes weetens niets met opzet verzwegen of te rug gehouden te hebben ’t geen tot den boedel behoord, invoegen zij dan ook getuigden de deugdelijkheid hunner opgave ten allen tijde des gerequireerd werdende met solemneelen eede te bevestigen en belofte wijders zo wanneer hier namaals nog iets tot gem: boedel behorende mogte worden ontdekt daar van getrouwelijk nader opgaaff te zullen doen ten einde deezen inventaris daar meede te kunnen worden g’amplieerd

In teeken der waarheid is deezen inventaris door opgem: Voigt en Stadeler beneevens de ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren ende mij Secretaris behoorlijk gesubscribeert.

Als gecomm: Weesm: J:G: Blanckenberg, H: van de Graaff

Voor den opgaaff: F:C: Voigt, J:G: Stadler

Mij present: J:P: Faure, Secret:s

Ampliatie

Volgens nader gedane opgaaff door den burger Jan Stadeler is den meede burger Jasper Kotzee aan voorm: boedel debet een vragt koorn bij hem van den overleedenen geleend - zal door D:A: Stadeler worden betaald

Ter Weeskamer aan Cabo de Goede Hoop den 20 September 1800

J:P: Faure, Secret:s

Tweede ampliatie

Inneschulden
  Rd:s
van Gideon van der Walt weegens een onderh: obligatie door hem in dato 19 Maart 1792 ten behoeven van Margaretha Jacoba Meijer wed:e Wilhelmus Cornelis Arendse onder borgtogt van den overleeden Stadeler gepasseerd en door Hendrik Pieter Moller als aan wien de voldoening daar van is geschied, onder huidigen datum aan voorm: boedel gerendeerd groot aan capitaal 200
met de renten a 6 pc:t p:r a:o seedert den 19 Maart 1797

Ter Weeskamer voorm:t den 28 October 1800

J:P:Faure, Secret:s

Derde ampliatie

Inneschulden
    Rd:s Rd:s
voldaan ultimo Jann:y1801 van de heere Alexander Fahrquahar volgens opgave van Andries Stadeler, teweeten over pakhuis huur voor de maanden Maij en Junij a rd:s30 p:r m:d 60
  over huur van de zolder mudden voor de maanden Maij en Junij 50 110

Ter Weeskamer voorm:t den 27 9:bre 1800

J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/23.1

{18001005} 5 October 1800 Daniel Stephanus Lombard

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als ‘er op Dingsdag den 16:e Septemb j:l: ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den burger Daniel Stephanus Lombard ten voordeele zijner hier ondertemeldene heele en halve broeders en zusters, te weeten

heele broeders en zusters 1) Sophia Lombard gehuwd met den burger Joh:s Alb:s Laubscher
2) Jacobus Johannes Lombard
3) Pieter Lombard
4) Andries Benjamin Lombard
5) Johanna Maria Lombard get:d met Johannes Steph:s van der Westhuijzen
6) Hendrik Lombard
halve broeders en zusters 7) Christoffel Lombard
8) Maria Catharina Lombard get:d met Izaak Abraham Plantefeber
9) Johannes Gerhardus Lombard
10) Nicolaas Lombard
11) Stephanus Sebastianus Lombard
12) Francois Johannes Lombard
13) Christiaan Lombard
14) Benjamin Lombard

Zodanig als het een en ander ingevolge opgaaff van de in den hoofde deeser gemelde Jacobus Joh:s Lombardt door ons ondergeteekende ordinaire Clercq en Bode zijn opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande dezelve in de volgende namentlijk:

Een plaats ofte hoffsteede gen:t Zonquas Doordrift geleegen onder 't district van Drakenstein

Op gem: plaats in het woonhuijs en aldaar

In 't voorhuijs
ses stoelen in zoort
een vierkante tavel
een kleijnder vierkante tavel
een kist waar in de kleederen van den overleedene
een broodmes
in twee in de muur gemetzelde kasten
vier bouteilles
een vles
een paar zilvere gespen
een zilvere lepeltje
een aarde potje
drie messen en agt vorken
In de kamer ter regter hand
een bed, vier kussens en een combaars
agt ledige vaten inzoort
vier balijs
een zadel en toom
vijff pikken
vier graven
twee ploeg scharen
een ploeg spil
een teervat met wat teer
wat oud ijzer
een parthij timmermans gereed schappen
een jagt geweer
een pistool
een pallas
een span zaag
sestien zakken
een kopere kandelaar
een hoop van dertig mudden koorn
ses koorn sikkels
ses trensen
drie schoppen
In de kamer ter linker hand
een ledikant
een kadel
een kern
een halff aam
twee mudden koorn
In de combuijs
een tavel
een bakkist
een waterhalff aam
drie emmers
twee ijzere potten
een waterketel
In een buijten vertrek
ses hoofdstellen
ses seelen
twee agtertuijgen
twee mole steenen
dertien mudden garst
In het wagenhuijs
een paarde wagen
een oude kar
een span jokken
vijff beesten huijden
een parthij dekstroo
twee trek touwen
een scheepel
een teerput
Op de werff
twee ploegen met hun toebehoren
een schuijt
drie sparren
een huijs ladder
Beestiaal
veertien aanteel beesten
vijfftien paarden
Lijfeigenen
een slave jongen gen:t Goliat van Mosambicque
een slave jongen gen:t Oerson van Batavia
Crediten des boedels
  Rd:s
aan contanten in papiere munt eene somma van een hondert vier en seventig rd:s14 stv:rs zegge 174:14
van de manh: Jacobus Arnoldus van Reenen over 20 mudden koorn 80:--
Lasten des boedels
  Rd:s
aan de Weeskamer deeser steede op een Weesmeesteren kennis d: d: 20 April 1798 aan capitaal ƒ3600 ofte 1200:--
met den intrest van dien a 6 p:co p:r a:o zedert p:o Jann:ij deeses jaars
aan mejuff:w de wed: van wijlen d' edele Christoffel Lombard op eene voor reek: van den overleedene betaalde assignatie aan de heer Joh:s Ackerveld 24:29

Aldus gedaan ende g’inventariseerd ter plaatze voorm: op den 5 October 1800, ende zulx op het op en aangeeven van de in den hoofde deeses gem: Jacobus Joh:s Lombaard, dewelke verklaarde zig daar inne ter goeder trouwe gedragen en zijnes weetens niets met opzet versweegen of te rug gehouden te hebben dat tot den boedel behoord, invoegen dezelven ook betuijgde de deugdelykheid zijner opgaafve ten allen tijde des gerequireerd werdende met solemneele eede te bevestigen, en verdere belofte zo wanneer hier na nog iets tot den boedel behorende mogte worden ontdekt daar van getrouwelijk opgaaff te zullen doen, ten einden deese inventaris daar meede in allen trouwe te kunnen werden g’amplieerd.

Tot securiteit van dit een en ander is deese inventaris door meermaals gemelde Jacobus Joh:s Lombard en ons ordinaire Clercq en Bode behoorlijk onderteekend.

Voor den opgaaff: J:s J:s Lombard

Ten onser presentie: P:E: Faure, W: Kolver

MOOC8/23.2

{17990502} 2 Meij 1799 Hans Jurgen Potgieter

Copia

Inventaris van alle zodanige goederen, als ‘er door wylen den burger Hans Jurgen Potgieter in ‘t leeven bezeeten en door denzelven met ‘er dood ontruimd en nagelaten, mitsgaders op heeden opgenomen en in waaren weezen bevonden geworden zyn, te weeten

Losse goederen
een oude botervat daarin
twee hembden
een hembddrok
twee doeken
vyf baatjes in zoort
vyf broeken in zoort
vier paar koussen
een oude hoed
een oude schanslooper
een oude combaars
een steen zeep
een zakje met wat buskruid
een schuifdoosje waarin
een beugeltas met silver beslag
een garnituur silvere schoen- en kniegespens
een kam
twee brillen, en eenige papieren
een doosje daarin
een schaar
wat zyde en garen
een doosje waarin
een spiegeltje
een olysteen
een oude tentzyl waarin
vyf ledige zakken
een zak met wat veeren
een kleine buldzak
een kleine hoofd kussen
twee witte borden
een porcelaine kommetje
twee theepieringen
twee tinne leepels
ses staale vorken
drie tinne borden
drie tinne kommen
een tinne inktkoker
een tinne trekpotje
een koopere strykyzer
een kist daarin
een koffymolen
een koopere keetel
een koopere confoor /:defect/
twee koopere kandelaars
een tinne waterpot defect
een blikke trommel
een oude pik zonder steel
drie oude bylen
een dissel
een parthy oude bytels en booryzers
drie avegaars
een houtrasp
drie haamers
eenig oud gereedschap
eenig oud yzerwerk
eenig rommeling
een oud klein vaatje daarin
een oude graaf zonder steel
een defecte tinne kommetje
een speerhaak
een bankschroef
een span zaag
een trek zaag
een kraan zaag
een meelzift
drie yzere potten, waarvan twee defect
een koekepan
een polleepel
een vuurtang
een rooster
twee schoorsteenkettings
een emmer
vier hoepels van een emmer
een aarde kan
vier ledige bottels
een ledige kelderfles
een tafeltje
een botervats bout
een stukkende blaasbalg
een parthy hout
een oude ossewagen
ses jukken
een trektouw
een theerputs
een kar
Beestiaal
eenhondert drie en twintig aanteelschapen
dertien trekossen
vyf en veertig aanteelbeesten
agt paarden in zoort
Lyfeigenen
een slave jonge gen:d Adonis van Madag:r
een slave jonge gen:d Goliath van Madag:r
een slave jonge gen:d Jephta van Mallebaar
een slave jonge, September van Mallebaer
een slave jongetje, Damon van de Kaap
een slave meid, Dina van Bengalen
een slave meisje Amelie van de Kaap

De baten en lasten des boedels, mitsgaders de naamen en ouderdom der erfgeaamen, waarin den aangeever niet bekend; maar zouden denkelyk door des overleedenes schoonzoon Nicolaas Gulden a Cabo kunnen worden opgegeeven.

/:Onderstond:/

Aldus gedaan en g’inventariseerd op den tweeden dag der maand Meij des jaars 1799, ter plaatse van den burger Hendrik van Staden d’ oude in de Langekloof geleegen, aan wien den overneem en bewaaring der nalatenschap als des overleedenes naaste buur is opgedraagen geweest en die ook betuigde hierinne ter goeder trouwe te hebben gehandeld, en niets zyns weetens verzweegen of terug gehouden; weshalven zig bereid verklaarde deeze opgaave ten allen tyde, des begeerd met solemneele eede te bevestigen; met verdere belofte, zo iets tot den boedel concerneerende nader mogt komen te ontdekken, deezen inventaris daarmeede te zullen amplieeren, en zulks in ‘t byweezen van den geregtsboode Hend:k van As d’ oude en Abraham Casparus Nieuwhoff als getuigen. /:lager:/ voor de opgaave /:was get:d:/ Hendrik van Staden /:in margine stond:/ Als getuigen /:en get:d:/ H:v: As d’ oude, A:C: Nieuwhoff /:daaronder:/ My praesent: /get:d:/ A:s Stockenström, Secret:s

Accordeert: A:s Stockenstrom, Secret:s

NB: Na ‘t formeeren deeses, is door des overleedenes zoon Jacobus Fredrik Potgieter te kennen gegeeven, dat aan den boedel nog was behoorende:

Den opstal van zeeker leeningsplaats, gen:d de Klipfontein , gel: over de Bosjesmans Rivier aan de Assegaaij Bosch

Dog vermits zulks by ‘t uitzenden der billetten tot de vendutie niet bekend zynde, ook in deselve geene advertentie tot dies verkoop was gedaan, en dienvolgens ook geene billetten na de colonie van Graaffe Reynet , waaronder gem: plaats is leggende zyn afgezonden; behalven dat de tegenswoordige onlusten in dat landstreek tot den verkoop denselve niet favorabel scheenen, heeft men best g’oordeeld daarmeede tot eene geleegener tyd te moeten wagten.

MOOC8/23.3

{18000122} 22 Jannuarij 1800 Marthinus Oosthuijsen , Johanna Jacomina Calits

J: Ackerveld

Inventaris van alle zodanige goederen, als er door wijlen den burger Marthinus Oosthuijsen, en deszelfs nagelaatene weduwe Johanna Jacomina Calits in gemeenschap bezeeten, en door eerstgem: met er dood ontruimd en nagelaten mitsgaders, heden opgenoomen en in waaren weezen bevonden geworden zijn, namentlijk

Losse goederen
een oude ossewagen met 5 jukken, en 1 trektouw
een oude paarde kar
een wagenkist
een tentzijl
een ledige botervaatje
een karn vaatje
twee ledige halfaamen
een parthij hoepels
een oude ploeg schaar
drie oude pikken
drie oude graaven
een hamer
een boor
twee avegaars
drie bytels
een winkelhaak
een kou bijtel
een gatschijf
een deurslag
twee bijlen
een dissel
een spanzaag
twee schaaven
een slijpsteen
een plank van 20 voet
twee zikkels
een keldertje met rommeling
een zadel
vyff yzere potten
twee aarde potten
een vuurtang
een koekepan
een rooster
een kopere keeteltje /defect
een aarde kom
twee aarde borden
drie aarde kommetjes
veertien porcelaine borden
een porcelaine slaakom
een porcelaine kommetje
een tinne schootel
een tinne bord
een tinne soepleepel
een tinne koffijkan
een tinne trekpotje
drie en twintig tinne leepels
elff staale vorken
een ledige medicijn kistje en eenige flesjes
een spiegel
een ledige kist
drie stoelen
eenig oud bedde goed
een water emmer
vier oude zakken
Beestiaal
twee merries
tien ossen
een honderd en twee bokken
een honderd ses en tachtig schaapen
Schulden
    Rd:s
  aan des overl:s vader Jacobus Oosthuijsen d' oude teg:s 6 pc:o in 't jaar volg:s obligatie 100:--
deese is minderjarig aan Johan Hend:k Christ:l Oosthuijsen 110:--
  aan de weduwe Joh:s Christ:n Kock 74:36
  aan Stephanus Gousch 29:6
  aan Jan Crafford 23:--
voldaan aan Andries Heysen 10:18
voldaan den 17 November aan Gerrit Oosthuijsen 5:--
voldaan den 17 November aan Jan Fred:k Smit voor de betaalde onkosten tot 't houden der vendutie bij Pieter Corn:s Oosthuysen 22:14
Kinderen
met des overleedenes eerste vrouw Maria Elisabeth Kock een zoon, Johan Hend:k Christoffel oud 15 jaaren
met deszelfs tweede vrouw Hester Gousch een zoon, Marthinus Johannes oud 12 jaaren ruim
een zoon Jac:s Joh:s Ockert oud 10 jaaren ruim
een dogter, Catharina Johanna oud 8 1/2 jaaren
een zoon Stephanus oud 6 1/2 jaaren
een zoon Andreas Jacobus oud 5 jaaren sch:s
met zijn nagelatene weduwe een zoon, Fredrik Jacobus oud 2 jaar 9/m:
een dogter, Dina Carolina oud 1 jaar 3/m:

Aldus gedaan en g’inventariseerd op den 22:ste dag der maand Jannuarij 1800 ter plaatze van den burger Pieter Cornelis Oosthuijsen, gen:d de Kleine Doornrivier gel: agter de Platte Kloof , volgens ‘t op en aangeeven van de voorm:e weduwe Oosthuijsen, dewelke betuigde hier inne ter goeder trouwe te hebben te werk gegaan, en niets haar weetens verzweegen of agter gehouden, en dus bereid zijnde de voorenstaande opgaaven ten allen tyde, des vereischt, met solemneele eede te bevestigen, met verdere belofte, zo iets nader tot den boedel specteerende mogte komen te ontdekken deeze inventaris daar meede te zullen amplieeren, en zulks in ‘t by weezen van den geregtsbode Hend:k van As d’ oude en Johan Philip Schneegelsberg, als getuigen, /was geteekend/ Johanna Jacomina Calits /in margine stond/ als getuigen /was geteekend/ H:k van As d’ oude J:P: Schnegelsberg /lager/ In kennisse van mij /get:d/ A:s Stockenstrom Secret:s

Accordeert: A:s Stockenstrom, Secret:s

MOOC8/23.4

{17990120} 20 Januarij 1799 Marthenus Osthuijsen

Invetarium opgenomen aen den Zwarteberg ter plaetse by Jacob van der Bank over den boedel des overleeden Marthenus Osthuijsen in prensie van deze ondergetekende getuygen

De overledene heeft nagelaten aen kinderen als volgt

van d' overleden eerste vrou, een zoon
van des zelfs overleeden tweede vrouw, 5 kinderen
van de zelfs overleden nagelaten derte vrouw, twee kinderen

De overleedene heeft geen plaats of eijgendom

Aen goederen
een half gesleten waagen met zyn combelette toe behooring
een half gesleten paarden karre
tien trek oossen
twee aentelpaarden met haare villen
twee hondert aentel schaapen
een hondert aentel bokken
Aen huijs mobelien
twee oude stoelen
twee half gesleten kisten
twee half gesleten half aam en een anker vat
een half gesleten carn vat
een zeep pot ent vier half gesleten potten
een oude zadel
drie graven ent drie bikken
viertien basseleijn tafel porten ent een tienne tafel pot
vier tafel schotels
zestien tinne lepels ent agt vorkens
twee eerden potten
twee oude schaaven
een hand zag ent en boor
twe houwt buijl
agt hobbels
vier kooren zaken
een eijmer
een vuurtang
een oude ploeg schaar
twintig metten kooren

De overleeden Martenus Oosthuijsen heeft an schuld nagelaten als volgt

aen Johan Hendrik Christoffel Oosthuijsen diebet een hondert ent tien reysdalers
diebet aen de weduwe Kok 74 r: 6 schel:
diebet aen Stephanis Kouws 29 r: 1 schel:
diebet aen Jan Cramfort 23 r:
Andreas Huysen 10 r: 3 schel:
diebet aen Gerhard Oosthuijsen 5 r:

Dat dezes inventarium in alles zijne rigtigheijd heeft verklaren wej met het woord van onderstande getuygen

Johanna Jacomine Calits de wedewe Ooshuijs

Johannes Nel, velt cornet

David M: Koker

Carl Ostwald, als schryver

J:M: Heberg

ter plaatse by J: v: d: Bank, den 20:te Janu: 1799

MOOC8/23.5

{18000929} 29 September 1800 Arij Turine

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als er op Dingsdag den 23:e deeser ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den geweesene quartiermeester Arij Turine ten voordeele zijner overgebleevene wed: Agatha Heijns ter eenre mitsg:s de bij hun in echt verwekte vier minderjarige kinderen, in name

1) Laurens Arnoldus oud 14 jaren ter andere zijde
2) Johannes Cornelis oud 12 jaren
3) Mattheus Carolus oud 8 jaren
4) Johanna Helena Turine oud 6 jaren

Zodanig als het een en ander door mij onderget:de Secretaris zijn opgenomen en in schrifte gebragt, bestaande dezelve in de volgende namentlijk:

In een huurhuijs van Marten Oksen alwaar de overleedene woonagtig is geweest en aldaar

In het voorhuijs
vier schilderijen
twee stoelen
In de kamer ter regterhand
een rood ophaalgordijn
een spiegel
twee glase elusters
een schenkblad
een zakje met wat tontel
vier hang slootjes
een kleder kast waar op
twee porc: en
een tinne beker
een schenk tavel
een ledikant met rood behangzel waarop
een bulzak, peuluw, vyff kussens, een wolle deken en een chitze sprij
een kadel waarop
een peuluw, een wolle deken en een chitze sprij
vijff stoelen
thien stoelen kussens in zoort
een ijzere met twee kopere schalen en circa 30 ponden loot gewigt
een schuiff doosje
een restantje witte band
twaalff chitze mutzen
acht rolletjes florette band
een pak gaarn
een papiere doosje met een paar steene gespen
ses rolletjes lint in zoort
een restantje spijkers
een schuiff doosje met eenige flesjes medicamenten
een parthij rommeling
twee kopere kraanen
elff potloten
twee en twintig zak spiegeltjes
In de gaanderij
twee pype rakjes waarop
wat glaswerk en porcelijn
een opslag eetens tavel
een rood ophaal gordijn
een rood kopere theemachine
een porc: kom met thee goed
een porc: trekpot
een tinne inkt koker
een vuur stooff
In de agterkamer
twee kelders met ledige flessen
een restant peper
een restant provisie
een coffij molen
een scheepel
een zakje met wat boegoe
drie hamers en een nijptang
een oud behangzel van een ledikant
In de combuijs
een rak waarop
ses schotels in zoort
zeven borden
een tavel
een kopere coffij kan
een schenkbord
een hand lantaarn
een soup terrine
een tinne schotel
een kopere stryk ijzer
een hak mes
een kopere vuur tesje
een kopere ketel
een kopere confituur ketel
vier ijzere potten
twee ijzere lampen
een water halff aam
een water beker
twee ijzere driefoeten
een ijzere vuurtang
een ijzere schop
een schuim lepel
twee ijzere [lepel]
een ijzere vork
twee schoorsteen kettings
Op de agterplaats
twee huys ladders
een wieg
drie balijs in zoort
drie vaten in zoort
en voorts wat rommeling
een houte stelletje
Lijff eigen
een slave jonge genaamt Salomon van Malabaar
Crediten des boedels
  Rd:s Rd:s
van Jan Hendrikus over contant geleende penningen   9:24
van Jan Hendrikus over huyshuur   9:36
van den vrijswart David Christiaansz: over zo veel hij weegens huijshuur aan Simon Hendrik Deppink schuldig zynde door gem: Deppink aan den boedel is geschonken 2:24
als meede over gekogte negotie goederen 2:24 5:--
van den vendumeester Ch: Michiel Lindt over vendupenn: wegens eene verkoping in dato 27 Aug:s j:l: gehouden na aftrek der gewone onkosten bedragende volgens extract vendurolle - voldaan den 18 April 1801   273:13
Lasten des boedels
    Rd:s
voldaan den 18 April aan bovengem: vendumeester Ch: Michiel Lindt weegens vendupenningen 318:6
voldaan aan s:r Zacharias Herman over contant geleende penn: aan capitaal rd:s300 300:--
  aan den Bode der Weeskamer over vendupenn: 23:--

Aldus gedaan ende g’inventariseerd ten huijse voorm: op den 29 Septemb:r 1800 ende zulx op het op en aangeeven van de in den hoofde deeses gem: inventariente dewelke verklaarde zig hierinne te goeder trouwe gedragen en hares wetens niets met opzet verzwegen of te rug gehouden te hebben dat tot voorm: boedel behoord invoegen dezelve ook betuijgde de deugdelykheid haares opgaaff ten allen tyde des gerequireerd werdende met solemneele eede gestand te doen en verdere belofte zo wanneer hier namaals nog iets tot den boedel behorende mogte worden ontdekt daar van getrouwelijk nader opgaaff ten zullen doen ten einde deezes inventaris daar meede in allen trouwe te kunnen worden g’amplieerd

Tot securiteit van dit een en ander is deese inventaris door den inventarient en my Secretaris behoorlyk onderteekend

Als getuigen: P:E: Faure, W: Kolver

Voor den opgaaff: Agata Heijns dewewe Toerien

My present: J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/23.6

{18000718} 18 Julij 1800 David de Villiers

J: Ackerveld

Staat en inventaris van alle zodanige goederen en effecten, als ab intestato met er dood zijn ontruijmd en nagelaaten door den oud Heemraad aan Graaf Reinet de edele David de Villiers D:z en door my ondergeteekende Secretaris der colonien Stellenbosch en Drakenstein alhier toe door ‘t Eerwaarde Collegie van Heeren Weesmeesteren aan Cabo expresselijk gequalificeerd zijnde ter presentie van de ondertenoemene getuigen ter papiere gebragt mitsgad:s bevonden te bestaan in ‘t volgende

een ossewagen met zyn toebehooren
een bulsak, een peuluwe, drie kussens en twee combaarsen
drie stoelen
een thee tafeltje
drie schoorsteen kettings
een rooster
een koekepan
een yzere comphoor /defect/
een kopere schenkketel
twee avegaars booren /:defect/
een yzere balans met twee kopere schalen en vyffthien pond gewichten
een Keulse kan groot vier vlessen
een tinne water pot
drie tinne borden /:defect:/
een weinig oud yzer werk
een sadel en toebehooren
drie schiet geweegen
een boter vaatje zonder dekzel
een groote kist
een wage kistje
drie aarde potten in zoort
twee aarde bakken
twee tinne schootels /defect/
drie metale borden
een porcelyne bottel
een weinig oud porcelyn in zoort
een stooff
een schenkblaadje
een tinne sout vaatje
een kleine kopere rasp
een oud vuurtestje
een oud lampje
neegen steene Caapsche zeep
twee stukken plank
een bril met zyn doosje
een gebeede boekje van Jenks
een brand glas
vier scheermessen
een seepdoosje
een olij steentje
een borsel
een kopere tobaks doos
een pond peeper
weinige lapjes linne goed
twee porcelijne kommetjes
twee geamalieerde lampjes
drie zak horologie glaasjes
drie yzere potten in zoort
drie emmers
een groote kook ketel
een drie voet
een pik
een kopere kandelaar
een kleine schaal met zyn balans in een kistje
een tinne boter potje
een tinne trek potje
een chirurgijns lanset doosje met zilver beslag
een groote kist waarin
een rood behangsel van een ledikant
een kadel
een schuijfdoosje
een klijn chirurgijns doosje
een kleijne compas
een bril met zijn huijsje
een doosje met pillen
een oud koffertje met wat rommeling
twee kurke trekkers
een klein schuijfdoosje
een oude verrekijker /:defect:/
een peijpe doos
een blikke schuijfdoos
een suijker schaar
een groote aarde pot
een scheer seepdoosje
twee sijfer leijen
een parthij boeken in soort
een stoel
een groot boter vat
twee kussens
twee servetten
vier ellen Vlaams linnen
een el en een quart streep Vlaams linnen
twee lapjes voerchits
neegen ellen voering linnen
een zonneweijzer

Kleederen die aan de zoon van de overleedene in naame David de Villiers Davidz zijn afgegeeven

een bruijne lakense rok
een swarte kasante rok
twee swarte camisools
vier linnesche baatjes
vijff broeken in soort
twee linnische lange broeken
drie voer chitsen cabaaijen in zoort
een groff lakense jas
een lakens baatje
twee hembden
ses mutsen
twee paar kousen
twee laakens
seeven kussen sloopen
twee servetten
een handoek
twee doeken
een paar schoenen
een paar oude zeyde kousen
een muts
drie swarte mans rokken in soort
drie swarte baatjes
een swarte broek
Zilverwerk
een paar silvere schoen gespen
een paar broek gespen
een zilvere sak horologie daar aan een zilvere chachet
een zilvere suijker trommel waarin
een paar goude knie gespen
een goude hals slootje
een paar goude hand knoopjes
een zilvere knip beursje
twee zilvere gespers in zoort en wat romm:
een zilver cachet
twee silvere leepels /:defect:/
Lyff eigen des boedels
een slaven jongen genaamd April van Boegies
een slavinne genaamd Cicilia van de Caab
een slavin genaamd Sara van Madagascar
Beestiaal
een merrij paard
seeven trek ossen
Contanten des boedels
een hondert vyff en dertig rijxdaalders en ses schellingen onder berusting van den burger David de Villiers
Dubieuse boekschulden
  Rd:s
aan Abraham de Vries 42:--
aan Cornelis van Wijk 2:--
aan Arnoldus van Lutteriet 16:--
aan Willem Marais 0:4
aan Cornelis van Wijk 2:5
aan Cornelis van Wijk 0:3
aan David de Villiers D:z per rest - voldaan 109:--

Aldus geinventariseerd ter woonplaatse van den burger Jan Daniel de Villiers aan ‘t Eerste Rivier op Vrydag den 18 Julij 1800 in presentie van den adsistent Jan Gerrit Meysart en de gerechts boode Godfried Gabriel Haubtfleisch als getuigen die de minute deeses beneevens mij Secretaris meede behoorlijk hebben onderteekend.

Quod attestor: J: Wege: Sec:s

MOOC8/23.7

{18000120} 20 Jannuarij 1800 Pieter Jonker , Martha Petronella Langeveld

J: Ackerveld

Inventaris van alle zodanige goederen, als er door den burger Pieter Jonker en deszelfs nagelaatene weduwe Martha Petronella Langeveld in gemeenschap zijn bezeeten, en door eerstgem:e met er dood ontruimd, en nagelaaten, mitsgaders op heeden opgenoomen, en in waaren weezen bevonden zijn geworden, te weeten

Een opstal van zeekere leeningsplaats genaamd de Faisantefontein gel: agter de Plattekloof
Losse goederen aldaar op de werff
een parthy oud yzerwerk
een parthy oud houtwerk
een kley pik
een uintjes yzer
een ploeg met een oude schaar
een houte eg
drie ploeg vellinge
een Noorse meulen
een oude wieg
een oude vuurmand
een oude kaarnvaatje
een oude ossewagen, met zijn trektouw en jukken
een oude buik plank
een ligter
vier rond houten
een duizend vyfhonderd gerven koorn
In 't woonhuis
een oude scheepel
twee sand balies
een kapstok
een luyerbak
tien rakken in z:t
vier schilderijen
vier spiegeltjes
drie schenkborden in z:t
twee glaase zoutvaatjes
een glaase mosterd pot
een tinne peeperdoos
een tinne soutvaatje
een tinne boter potje
twee tinne trekpotjes
een tinne koffykan /defect/
een tinne melk kan
een tinne wyn pompje
twee tinne maaten en een tinne inktkoker
een blikke trommel
een blikke theebus
twee kandelaars, en een blaker
een snuiter en een cyfferleij
een kopere koffijkan en confoor
twee kopere ketels
een bl: lantaarn
een porc: trekpotje, en een porc: quispeldoor, en een defect scheerbekken
dertig porcelaine borden
agt schotels, en seven p:r kopjes en pierings
een witte slaakom
seven tinne borden
vyf tinne kommen en schotels
ses tinne leepels, en een soep leepel
vier staale vorken
een wijn kelkje
elff stoelen, waar van drie gebroken
drie tafels in z:t
een kadel en wat beddegoed
een kasje
een kist
vier yzere potten
een vleesch vork
een schuimspaan
een rolstok
twee roosters
een rasp
een yzer met haken
een drievoet, een asschop, en een vuurtang, een tesje
een kopere pan
een houte wasch lampet met zijn balie
een tabaks mes
drie bijlen, een dissel, twee zagen, een steen pik, en vier zikkels
twee emmers en een bankje
twee schoorsteen kettings
een meelzift
een oude halfaam
een boter vaatje
een houte doosje
een houte doosje met wat rommeling, en oud gereedschap
een snuifblok en stamper
drie aarde potjes, een defecte koffy molen, twee bottels, en een fles
Beestiaal
seventig bokken
vyf en twintig schaapen
negen ossen
elf aanteelbeesten
een merrie
Lijfeigen
een slave jonge, Louis van Mosambiecq
Schulden
  Rd:s Rd:s
aan S: Langeveld - voldaan   100:--
aan Abraham Cronje   30:--
aan Niehaus   26:--
aan Gideon Joubert   26:--
aan Keijser   14:--
aan Matfeld   14:--
aan Michiel Jonker   14:--
aan J:P: Schneegelsberg voor contant   44:--
aan J:P: Schneegelsberg weg:s linne tot dood goed   12:--
aan Donker   16:--
aan de vrouw van Adolf Jonker toen weduwe Fr:s Voslo als
voor een os 8:--
drie hamels 4:4
agt ellen geruit 2:-- 14:4
Baate des boedels
van Daniel Jonker, in de Moddergat woonagtig volgens quitantie ryxd:s338:4 waarvan egter moet afgaan 't geen door hem is uitbetaald, en waar van denselven reekenschap moet doen
van wijlen Jac:s Jonker ryxd:s65:6 welke schuld door gem:e Dan:l Jonker zoude overgenomen zijn
Erfgenaamen
1) Adolf Jonker oud 25 jaaren
2) Maria Barendina, getrouwd met Wessel Voslo Arn:s z:n oud 22 jaaren
3) Johanna Aletta, gehuuwd met Albert van Eeden, 21 jaar oud
4) Martha Magdalena oud 19 jaaren
5) Jacoba Elisabeth oud 17 jaaren
6) Alida Jacoba oud 13 jaaren
7) Jacobus Johannes oud 10 jaaren
8) Anna Helena oud ruijm 8 jaaren
9) Petronella Cornelia oud 4 1/2 jaaren

Aldus gedaan en g’inventariseerd op den 20 Jannuarij 1800 ter plaatse genaamd de Faisante Fontein gel: agter de Platte Kloof , volgens ‘t op en aangeeven van Martha Petronella Langeveld, geweesen wed:e Pieter Jonker thans hertrouwd met B:r Gerste, dewelke betuygde hierinne ter goeder trouwe te hebben gehandeld en niets haars weetens verborgen of agtergehouden; dus bereid deselver opgaaven ten allen tyde met solemneele eede te bevestigen, en verdere belofte, zo iets nader tot den boedel specteerende mogt komen te ontdekken; deese inventaris, daar meede te zullen amplieeren, en zulx in ‘t by weezen van den geregts boode Hendrik van As d’ oude en Johan Philip Sneegelsbergen als getuijgen /was geteekend/ Martha Pieternella Langeveld, weduwe van Pieter Jonker /in margine stond:/ Als getuigen /was geteekend/ H:k van As d’ oude, J:P: Schnegelsberg /:lager:/ In kennisse van mij /:get:d:/ A:s Stockenstrom Secret:s

Accordeert: A:s Stockenstrom, Secret:s

MOOC8/23.8

{18000103} 3 Januarij 1800 Cicilia Jacoba Overholtzer

gems: op zegul van 24 st:s door S:V:O:

H: Ross

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als ‘er met ‘er dood ontruijmt en nagelaaten zijn, door wijlen Cicilia Jacoba Overholtzer ten behoeven van haaren nagelaatenen man Franc:s Alewijn Smit, mitsgd:s de bij denzelven Smit verwekte kinderen, in naame

Abraham Johannes 15 jaaren oud
Francois Alewijn 13 jaaren oud
Jacob Johannes 12 jaaren oud
Anna Elisabeth 9 jaaren oud
Catharina Adriaana 8 jaaren oud
Burgerd Godlieb 6 jaaren oud
Petrus Christ:n 5 jaaren oud en
Cicilia Jacomina 2 jaaren oud

Opgegeeven door gem: F:A: Smit en vervolgens bij mij Samuel Veit Oertel Secretaris der colonie Graaffe Reinet in presentie van de na te noemene getuigen in geschrifte gesteld, bestaande dezelve in de na volgende goederen, te weeten

In 't voorhuis
6 stoelen
3 emmers
2 tafels
1 kern vaatje
1 boter vaatje
1 wasch balie
2 groote kisten
2 kleine kisten
1 blekken tromel
2 leepel rakken
2 keetels
1 koopern coffij kan
12 tinnen leepels
7 vorken
1 tinne schotel
5 tinne borden
5 aarden borden
2 commetjes
3 aarden schotels
1 aarden boter potje
2 zikkels
1 kasje met iets porc: goed
In 't zij kasje
6 boddels
3 vlessen
1 bloem pot
1 porc: schotel
3 trek potten
1 commetje
1 beker
1 witte boddeltje
6 leepels
2 glaasen
1 tobak doos
3 ruiten
In de kamer regterhand
2 katels met zijn beddegoed
4 geweers
1 plank met romlereij
1 mandje
In de kamer linkerhand
1 leege katel
2 leepel rakken
1 half aam
2 pistolen
In de combuis
1 hand moolen
1 koorn sift
1 brood mes
1 zeep pot
4 kook potten
1 pot leepel
1 rooster
2 aardene kannetjes
In de winkel
2 schroef stokken
1 sleijp steen
1 plat vaatje
1 parthij yzerwerk
1 spier haak
1 hamer
1 stuk yzer
1 tang
1 blaas balg
1 kraan zaag
1 as
3 stangen yzer
1 geelhoute plank
4 paarde tuigen
1 parthij hoepels
1 trek zaag
2 omslagen
1 snij mes
4 beijtels
2 vijlen
1 dissel
1 winkel haak
3 schaaven in zoorten
1 theer vaatje
In 't koornhuis
25 mudde koorn
10 mudde garst
Op de werf
1 parthij wagenmaakers houd
2 naaven
2 moolen steen
1 parthij graven en pieken
1 osse wagen met zijn toebehoor
1 osse wagen, defect
3 balken
1 kar, defect
1 ploeg
Beestiaal
1872 scaapen
169 geijten
29 ossen
8 beesten
2 ruijn paarden
1 merrij met 1 hengst vuijlen
Slaaven
1 groote volwassen mans slaaf, in naame Carolus van Africa
1 groote volwassen slaaven meijd, in naame Rosolein van Massambiek
In schulden
  Rd:s
aan contanten bevonden 124
Lasten des boedels
  Rd:s
aan Abraham de Clerck volgens obligatie 100
aan de wed:e Isaac van der Merwe 200
aan Johan Hend:k Hatting, d' oude 9
aan Johan Godlieb Theunis - voldaan 26
aan de heer H:C:D: Maijnier 100
d' edele Hend:k Mey: van den Berg 18
Carl Joh:s de Jager 50

Aldus door den in den hoofde deeses gem: F:A: Smit onder presentatie van eede opgegeeven en g’inventariseerd, denwelken verklaarde zig daarin na zijn beste kennisse en weetenschap gedragen te hebben, met belofte van wanneer namaals nog eenige goederen tot den boedel behoorende mogt komen te ontdekken, dezelve insgelijks te zullen opgeeven.

Actum den 3 Januarij 1800 ter plaatze van den Comp:t gen:d Onverwagt , gel: over de Leeuwe Rivier in presentie van de burgers Hercules Botha Pietz: en Jacobus Joh:s Pretorius, Joh:sz: als getuigen, die de minute deeses, beneevens den Comp:t en mij Secretaris behoorlijk meede hebben onderteekend.

Quod attestor: S:V: Oertel, Secret:s

MOOC8/23.9

{17990619} 19 Junij 1799 Casparus Andries Willemse

Copia

Inventaris van alle zodanige goederen, als ‘er door wylen den burger Casparus Andries Willemse in ‘t leeven bezeeten en door denzelven met ‘er dood ontruimd en nagelaten, mitsgaders op heeden ter woonplaatse van denzelven opgenomen en in waaren weezen bevonden geworden zyn, te weeten

Een opstal van zeeker leenings plaats, gen:d de Modderfontein , gel: over de Kafferkuils Rivier

Losse goederen aldaar:

In 't voorhuis
twee rustbanken
drie tafels
twee leunstoelen
ses ord:e stoelen
een koopere keetel en koopere confoor
een porcelaine trekpotje
twee porcelaine kommetjes
een houte waschbalie en bak
een pyperak
een vogelkooij
drie oude stooven
In een muurkasje
drie en twintig porcelaine borden
twee ledige flessen
twee ledige bottels
een pocaal
twee kelkjes
een zoutvaatje
sestien tinne leepels
een tinne soepleepel
elf staale vorken
een tinne tabaksdoos
seven glaase ruiten
In de kamer ter regterhand
een kleerekast waarin
eenige gemaakte manskleederen
een voersitse spry
een beuygeltas met silvere beslag
een sleutelhaak
twee p:r silvere schoengespen
twee p:r silvere kniegespen
vyff p:r silvere gespens in z:t
veertien silvere knoopjes
een silvere rygnaald
een silvere ringetje
een goude ring met steenen
een p:r goude oorbellen
twee p:r goude armknoopjes /:defect:/
een quart goude ropy
een kisje met eenige papieren
een Bybel in quarto
eenige boeken
een snipper
een duimstok
een olysteen
een kl: olysteen
een geweerrak waarop
vier schietgeweeren, waarvan een defect
een kogelform
een bandelier en kruithoorn
een spiegel
vier spiegeltjes
eenige lysten van schilderyen
twaalf n:we ongematte stoelen
twee kadels
twee bedden met hun toebehooren
een cyfferleij
In de kamer op de linkerhand
een groote meel kist
een kl: kist waarin
een balans, schalen en 3 p:s loodgewigten
een dissel
een snymes
vyff ijsere winkelhaaken
een kogelform
een kopere braadpan defect
een kopere tesje
een ysere halsband met hoorns
een parthy oud yserwerk
twee stoelen
een eetens aftafelkast daarin
neegen tinne borden
twee tinne schootels
een tinne keetel /:defect
vier tinne schotels, /:defect
een tinne kom, /:defect
twee tinne kandelaars /:defect
een kopere koffykan
vier servietten
twee lakens
een koekepan
drie aardekommetjes
twee sous potjes
een scheepel
een meelzift
ses zakken
een zak met wat veeren
een plank
twee n:we raamen
een kadel waarop een bulsak en combaars
een balie
wat vet
Op zolder
een hoop koorn, ruim 90 mudden
een hoop garst ruim 30 mudden
een nieuwe tentzyl
een oude tentzyl
twee matjes
twee oude zakken
In de combuis
vier ysere potten in zoort
vier emmers
een pottebank
een koopere keetel
een rooster
een vleeschvork
een oud byl
een rystblok en stamper
een bakkist
een balie
een bak
drie schoorsteenkettings
In een buiten kamer
een lekvaatje
tien zikkels
een schaafbank
twee spanzaagen
drie avegaars
twee omslagbooren
twee schaaven
seeven bytels
een zethamer
eenig oud gereedschap
eenige enden geelhoute planken
een n:we klap tafel zonder beslag
agt ledikant stylen
een oude koornzift
drie oude pikken
twee oude graaven
een kadel waarop een combaars
een bank
een veldstoel
drie vaten in zoort
een ongemaakte roerlaadje
een parthy riemen en stroppen
drie hout bylen
een kl: hoopje zout
wat rommeling
Op de werff
een ossewagen met zyn trekgoed
een kar
sestien jukken en een end trektouw
een ploeg
een eg
agt balken geelhout
ses planken
een lang waagen
twee geelhoute planken tot boomstukken
sestig geelhoute duigen
een ysere bankschroef
een ysere koevoet
een oude balie
sestien ganzen
Lyfeigen
een slaave jonge gen:d David van Madag:r
Beestiaal
een bruine hengst
een ruin paard
een en twintig aanteelpaarden
ses en twintig trekossen
eenhondert negen en veertig schaapen
sestig bokken

Aangemelde praetensien ten lasten des boedels, te weeten

      ƒ Rd:s
  door de wed:e Scheepers volg:s obligatie   1000
  met 15 jaaren verloopene renten
  door de wed:e Willemse op een obligatie     250:--
  met de verlopene intresse
  door Johan Banis op een briefje p:r rest     13:--
  door Jacobus Botha Marth:s z:n volg:s reekening     10:--
  door d' edele Dan:l du Plessis, volg:s reekening     18:--
  door Daniel Peffer volgens reekening   15:--
  door Joh:s Fr: van Koppen 4:12
  door Isaak Bekooy 30:--
vold: door Abr:m Cronje 37:--
vold: door J:A: Olkers p:r rest 13:30
Erfgenaamen
twee zoons, in naamen Mattheus Johannes oud 12 jaaren
Michiel Christoffel oud 9 jaaren
een dogter gen:d Elisabeth Magdalena oud 8 jaaren

/:Onderstond:/

Aldus gedaan en geinventariseerd op den negentiende dag der maand Junij int jaar 1799, ter plaatse de Modder Fontyn voorm:, volgens ‘t aan- en opgeven van des overledenes broeder, den burger Nicol:s Casp:s Willemse die betuigde hierinne ter goeder trouwe te hebben te werk gegaan en niets met zyn weeten verzweegen of agtergehouden en zig dus bereid verklaarde, de voorenstaande opgaave ten allen tyde, des vereischt, met solemneele eede te bekragtigen; met belofte wyders, zo iets nader tot den boedel specteerende mogt komen te ontdekken, deezen inventaris daarmeede te zullen amplieeren; en zulks alles in ‘t byweezen van d’ edele Pieter du Preez en Nicolaas Orbane als getuigen, en ten overstaan van de heer A:A: Faure als gecomm: Weesmeester. /:lager stond:/ Voor de opgaave /:get:d:/ N:C: Willemse /:ter zyde:/ ten overstaan van my /:get:d:/ A:A: Faure /:in margine:/ als getuigen /:was get:d:/ P:D: Preez, N: Orbane /:en daar nog onder:/ My praesent /:en get:d:/ A:s Stockenström, Secret:s

Accordeert: A:s Stockenstrom, Secret:s

MOOC8/23.10

{17980514} 14 Meij 1798 Jac:s Petrus Carelse , Helena Bekker

Inventaris van alle zodanige goederen, slaaven, beestiaal etc:a als door den burger Jac:s Petrus Carelse en zyn overleedene huisvrouw Helena Bekker in gemeenschap bezeeten en door laatstgem: met ‘er dood ontruimd en nagelaaten mitsgaders heeden ter woonplaatse van dezelve opgenomen en in waaren weeten bevonden geworden zyn, te weeten

Een opstal der plaatse gen:d de Roodeheuvel geleegen aan d' Oliphants Rivier
een opstal der plaatse gen:d de Buffelsklip meede aan d' Oliphants Rivier
Alwaar in 't woonhuis
drie tafels in zoort
agt stoelen in zoort
een rustbank
een spiegeltje
drie rakken
negen tinne borden
een tinne schootel
twee aarde [schootel]
vier aarde kommen
een tinne koffy kan
een tinne trekpot
een porcelaine kom
een geelkopere keetel en confoor
negen tinne leepels
seven staale vorken
twee kopere kandelaars
twee geweeren
een ledige kist
vyf ysere potten
een kopere waterkeetel
een koekepan
twee polleepels
een vleesch vork
een schuimspaan
een asschop
een rasp
twee emmers /:waarvan een defect:/
drie schoorsteenkettings
een yzere rooster
twee koffymolens /:defect:/
In de winkel
een onbeslage ossewagen
twee hondert en vyftig ponden yser
twee avegaars
seven schaaven in zoort
drie bytels
een schaafbank
een bankschroef
een blaasbalg
een ballast yzer
drie oude graaven
drie oude pikken
twee ledige botervaten
een karnvat
In de kelder
een brandewynskeetel met syn toebehooren
een legger met wyn
een legger met brandewyn
twee [legger] /:ledig:/
een halve legger met wyn
een oxhoofd met azyn
een oxhoofd /ledig/
drie balies in zoort
Op de werff
een oude paardewagen
Beestiaal
drie en twintig trek ossen
agt en twintig jonge ossen
agt en tagtig aanteelbeesten
sestien paarden in z:t
een duizend negen en dertig schaapen
negentig bokken
Slaaven
een slavejonge genaamd January van Mosambique /:gebrekkig:/
een slavejonge gen:d December van Mosamb:
een slavemeid gen:d Castoor van Batavia
Vorderingen
  Rd:s Rd:s Rd:s
van Piet:r van der Byl weg:s kooppenn: van den opstal eener leenings plaats gen:d de Quaggas Vally onder de colonie Graaffe Reynet     1000:--
behalven d' intresten van de verkoopdag, waarop egter ontvangen is rd:s80
van Nicolaas Stassen weg:s 3 jaren intrest a 5 p:c:t van rd:s1000 kooppenn: voor d' opstal der plaats de Roode Heuvel , de door Carelse is terug genomen, vermits den koper 't capitaal niet konde opbrengen 150:--
een jaar betaalde recognitie 25:--
  175:--
waarvan afgaat voor hout, spykers en maakloon van een deur, vengster, molenrad en spil 56:2
voor 4 jonge ossen door Carelse in commissie verkogt à 26:-- 82:2
dus per rest     82:6
van Joh:s Jac:s Carelse voor een ossewagen     200:--
van Jonklas     100:--
van Piet:r van der Merwe p:z     20:--
van Willem Stolts d' oude     24:--
van Hend:k Stievers     50:--
van Jac:s Snyman d' oude     29:2
van Rynier Carelse d' oude     55:4
Schulden
    Rd:s Rd:s
  aan de boedel van wylen Jan Valkenhaagen weg:s kooppenn: voor d' opstal der plaats de Roodeheuwel 400:--
deese bijde portien d' edele J:W: Barkhuusen als executeur des boedels van Valkenhagen onwettig te weezen waarvan afgaat zo veel van gem: Valkenhagen te praetendeeren had 150:--
betaalde agterstallige recognitie 175:-- 325:--
  dus per rest debet   75:--
  aan d' edele Jan Willem Barkhuysen zo veel denselven volg:s accoord te praetendeeren heeft weg:s de helfte van 't geen voorm: opstal thans meer heeft gerendeert als waarvoor deselve van Valkenhagen heeft ingekogt   203:5
Erfgenaamen
1) de kinderen van de overleedene in haar eerste huwelyk met Hendrik Schalk van der Merwe, te weeten a) Marthinus van der Merwe
b) Willem van der Merwe
c) Elsje Johanna van der Merwe gehuuwd met Anthony Lombard
d) Johanna Helena van der Merwe getrouwd met Johannes Hendrik Nel
e) drie dogters van Hend:k Schalk van der Merwe de jonge, in naamen, Elsie Sophia, Helena Susanna en Johanna Petronella, by hunner moeder Johanna Bekker woonagtig
f) Susara Sophia van der Merwe, gehuwd met Joh:s Petrus Schoeman Jansz:
g) Stephanus Joh:s van der Merwe
2) de kinderen van de overleedene in haar tweede huwelyk met Jac:s Pet:s Carelse, zynde a) Helena Catharina Carelse, getrouwd met Gerrit Nel Pietersz:n
b) Johannes Jacobus Carelse, en
c) Margaretha Dorothea Carelse, gehuuwd met Petrus Bekker Marthinusz:n

Aldus gedaan en g’inventariseerd op den 14 Meij 1798 ter plaatse de Buffelsklip voorm:, volgens ‘t op- en aangeeven van den burger Jac:s Petr:s Carelse, dewelke betuigde daarinne ter goeder trouwe te hebben gehandeld en niets met zyn weeten versweegen of agtergehouden, met belofte, zo iets nader tot den boedel specteerende mogt komen te ontwaaren, deezen inventaris daarmeede te zullen amplieeren, bereid zynde de voorm: opgaave ten alle tyden, des vereischt met solemneele eede te bevestigen; en zulks in ‘t byweezen van de Geregtsboode Hendrik van As d’ oude en Abraham Casparus Nieuwhoff, als getuigen, die de minute deezes beneevens voorm: Carelse en my Secretaris meede behoorlyk hebben onderteekend.

‘t Welk ik getuige: A:s Stockenstrom, Secret:s

MOOC8/23.11

{18000112} 12 Jannuarij 1800 Rudolf Johannes Brits Hans , Cornelia Margaretha Nortier

J: Ackerveld

Inventaris van alle zodanige goederen beestiaal etc:a als er door den burger Rudolf Johannes Brits Hans Jacob zoon en deszelfs nagelaatene weduwe Cornelia Margaretha Nortier in gemeenschap bezeeten, en door eerstgem:e met er dood ontruimd, en nagelaaten, mitsgaders op heeden opgenomen en in waaren weezen bevonden geworden zijn, te weeten

Een opstal der leenings plaats gen:t de Dasjes Fontein gel: boven aan de Winterhoeks Berg
Losse goederen
twee oude ossewaagens
vier ledige boter vaaten
twee ledige vaatjes
twee ledige vaatjes /stukkend
vyf oude graven
twee oude pikken
twee oude geweerloopen
vier oude naaven
twee yzere armen van een wagen
twee kleine molesteenen
een slypsteen
een ploegbeslag
een oude ploeg schaar
een bilhamer
een bankschroef
drie bytels
een boor
een snijmes
vier vylen
twee schaven
een dissel
twee avegaars
twee oude zaagen
twee bijlen
een parthy oud gereedschap
vier zikkels
een parthij oud yzer
vijff honderd lb: yzer
vier oude zakken
een zadel
twee pistoolen zonder sloten, en 2 holsters
twee stukkende kisten met eenig rommeling
een lessenaar
een tafeltje
twee stoelen
een spiegel
een tinne trekpotje
een platvaatje
vier emmers
een kl: balie
twee ledige kisten
elf tinne borden
twee tinne kommen
een tinne schotel
een tinne soep leepel
seeven tinne leepels
ses staale vorken
agt yzere potten in z:t waar van een defect
een koekepan
Beestiaal
een rypaard
vier en dertig bokken
een duizend agt honderd en twee aanteelschaapen
twee honderd agt en twintig haamels
seven en dertig trek ossen
seven en seventig aanteelbeesten

d’ Erfgenaamen zo van des overleedenen eerste vrouw Johanna, Petronella Oosthuijsen, als met deszelfs nagelatene weduwe Cornelia Margareta Nortier, beneevens der selver ouderdom ter Weeskamer kort na ‘t overlyden van Brits opgegeeven zijnde is egter zeedert nog een dogter gebooren, thans een maand en 19 dagen oud, die de naam van Hester Engela in den doop zal ontvangen

Schulden
  Rd:s
aan Nic:s Zeeberg, weg:s gekogte goederen volgens specifique reekening 171:2
aan d' edele Jan W:m Barkhuijsen, meede weg:s gekogte goederen 25:--
aan de manh: Barend Lindequeë per rest 10:--
aan Gideon Brits Rud:z 10:--
aan Jacob Nortier d' oude weg:s drank voor de vendutie 10:--
Praetensien
  Rd:s
van Roelof Janse van Vooren 60
van Marth:s van Staden Jac:s z:n 7

Aldus gedaan en g’inventariseerdt op den 12:e Jannuary 1800 - ter plaatse van den burger Jacob Nortier d’ oude volgens ‘t aan en opgeeven van de weduwe Brits, die betuigde hier inne ter goeder trouwe te hebben te werk gegaan, en niets haar weetens agtergehouden of stil gezweegen, verklaarende haar dus bereid de voorsz: opgaave ten allen tijde, des begeerd, met solemneele eede te zullen bevestigen, en verdere belofte zo iets nader tot den boedel specteerende mogt komen te ontdekken, deesen inventaris daarmeede te zullen amplieeren, en zulks in ‘t byweezen van den geregtsboode Hendrik van As d’ oude, en Nicolaas Orbane als getuijgen, /was geteekend/ Cornelia Margaretha Nortier /in margine stond/ Als getuigen /was geteekend/ Hend:k van As senior, N:s Orbane /lager/ In kennisse van my /geteekendt/ A:s Stockenstrom Secretaris

Accordeert: A:s Stockenstrom, Secret:s

MOOC8/23.11 1/2

{17970208} 8 Februarij 1797 Volkert Schoenmaker

Copia

Inventaris van alle zodaanige goederen, beestiaal etc:a als ‘er door wylen den burger Volkert Schoenmaker zyn bezeeten en door denzelven met ‘er dood ontruimd en nagelaten mitsgaders op heeden ter woonplaatse van Nicolaas Orban opgenoomen en in waaren weezen bevonden, namentlyk

Een opstal den leeningsplaats gen:t de Rietrivier geleegen over de Zondags Rivier
een opstal den leeningsplaats gen:t de Geelhouteboom geleegen aan de Zondags Rivier onder Jan Scheepers

De volgende leeningsplaatsen, te weeten

1:e) de Langefontein gelegen tusschen de Zondags Rivier en de Rietrivier
2:e) Bardeuris , gelegen over de Zondags Rivier op de Rietberg , en
3:e) de Potgieterskraal , geleegen aan de overzyde van de Zondags Rivier onder Stephanus Bekker

Dewelke nog op de naam van den overleedene zullen staan, zyn egter lange tyd niet door hem bezeeten geweest, als zynde de eerste, volgens ‘t getuigenis van de kinderen direct door denselven bedankt geworden, wegens de stroperyen der Bosjesmans Hottentotten en ook nimmer om die reeden door hem beweid, volgens certificaat van Hercules Botha; hebbende den overleedene wyders den opstal van de tweede reeds in Jann: 1789, aan eene Willem Botha, en die van de derde aan Balthasar van der Wat verkogt.

Op de legplaats van den overleedene in de duinen omtrent de Kafferkuils Rivier hebben zig bevonden de volgende

Losse goederen
een bed, peul en vier kussens
een combaars
een rood zatyne camisool en broek
een kist met eenige aude boeken
een kist met wat aud yser
twee oude graaven
drie oude bylen
een kraan zaag
een aude zaag
twee ballastyzers
vier pikken
een bankschroef
een parthy aud gereedschap
een parthy aud hoepels
een parthy aud hand boeijen
een parthy aud yzerwerk
een parthy aud tinnegoed
twee ploegschaaren
een beslag voor een ploeg
twee armen tot een wagen
twee scheenen
twee bouten
drie boter vaatjes
drie boter bakken
twee vaatjes
drie emmers
een ossewagen met zyn trektouw en jukken
een agtertang
een voortang
ses zakken
een ysere balans met houte schaalen en eenig gewigt
vyf schietgeweeren
een oude geweer loop
drie kogelformen
twee zadels /:defect:/
drie ysere potten
een drievoet
een koekepan
een poffertjes pan
een oude keetel
een veldfles
een rooster
Beestiaal
twee merries met twee veulen
elff trek ossen
negen en dertig aanteelbeesten
twee hondert schaapen en bokken
Slaaven
een mansslaaf genaamt Coridon van Batavia
Baate des boedels
van Balthasar van der Wat over resteerende kooppenn: wegens een opstal der plaats gen:t de Potgieters Kraal , eene somma van een honderd en negentig ryxd:rs

/:Onderstond:/

Aldus g’inventariseerd ter plaatse genaamd de Melkhoutefontein geleegen aan de mond van de Kafferkuils Rivier op den agtsten dag der maand February 1797, en zulks op ‘t op- en aangeeven van den geweezen opzigter over Groot Vaders Bosch Nicolaas Orban, die betuigde daarinne ter goeder trouwe te werk te hebben gegaan en niets zyns wetens agtergehouden of verzweegen; met belofte, zo iets nader tot den boedel behoorende mogt komen te ontdekken deesen inventaris daarmeede te zullen amplieeren; dus bereid zynde ‘t zelve ten allen tyde met solemneele eede te zullen bevestigen; en zulks int byweesen van den burger Hendrik Christiaan Ras d’ oude en den geregtsboode Hendrik van As d’ oude als getuigen /:was geteekend:/ N:s Orban /:in margine stond:/ als getuigen /:geteekend: H:C: Ras H:v: As senior /:lager:/ my praesent /:en get:d:/ A:s Stockenström, Secret:s

Accordeert: A:s Stockenstrom, Secret:s

MOOC8/23.12

{18000424} 24 April 1800 Catharina Verbeek

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als er op Maandag den 21:e deezer lopende maand April, ‘s morgens de klokke omtrend drie uuren ab intestato metter dood zyn ontruimd ende nagelaten door juffrouw Catharina Verbeek, weduwe Pieter Zeeman, ten voordeële der kinderen ende kindskinderen by gemelden haare vooroverleedene man in echt verwekt, genaamd

1) Pieter Zeeman
2) Dorothea Johanna Zeeman weeduwe wylen de eerzamen Johannes Henricus Lange
3) Andries Zeeman
4) de twee nagelatene kinderen van wylen juffrouw Wilhelmina Zeeman in echt geprocreeerd by den capitain ter zee de manhafte Johannes van der Plas, in namen a) Catharina Wilhelmina van der Plas
b) Rutger Justinus van der Plas

Zodanig ende in dier voegen als de gemelde nalatenschap, door ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren na gedaane ontzegeling is geinventariseerd en opgenoomen en bevonden te bestaan in ‘t volgende, namentlyk

Een huis en erf staande ende geleegen in deeze Tafelvalley in de Plein Straat in 't Blok X: en aldaar een gedeelte uit 't gedeelte van No: 6 , blykens kaart en transport, op den 19 Jannuary 1785, in behoeve van de overleedene gepasseerd

In ‘t bovengem: huis en aldaar

In 't voorhuis
een klein schuif gordyntje
een kamer bezem
een voet mat
In de gaandery
een rood geruite ophaal gordyn met planken en lynen
een jaloesie mat
een kleine spiegel met bruine lyste
negen stoelen met losse kussings
een staand huis horologie
een tafeltje, en daar op
een kopere the machine met zyn onder schotel
een tinne inktkoker
twee kleine kopere quispedoren
twee vuurstoven
In een muurkastje
zes kopere kandelaars in zoort
twee tinne schotels
een tinne peperbus
twee verlakte schenkblaadjes
twee blikke trommels
een porcelaine kom
een porcelaine boter potje
een zwarte aarde trekpot
een groot kopje en piering
een zous potje
een oly en azyn standaart met twee flesjes
twee glaase zoutvaatjes
vyftien zo glazen als flessen en kelkjes in zoort
In een tweede muur kastje
twee stel kleine porcelaine kastpotjes
twee zwart aarde kommen
drie zwart aarde zuiker potjes in zoort
een zwart aarde trekpot
twee zwart aarde melk kannen
twintig paar kopjes en pierings in zoort
twee glaze water caraffen
twee glaze kandelaars
twee glaze confyt potten
een bocaal
twee coelbakken
zes coelbakken confyt potjes
twaalf kelkjes in zoort
drie bierglazen
vyf kleine glaze flesjes en doosjes in zoort
In de voorkamer ter regter hand
een rood geruite ophaal gordyn met lynen en planken
een jaloesie mat
een spiegel met vergulde lysten
negen schilderyen in zoort
zes stoelen met losse trype kussens
een vierkante lade tafeltje met zyn kleedje
een oude draagstoel met stokken en banden
een ledikant met wit behangzel en daar op
een bed, peul, zeven kussens en een chitze combaars
twee gueridons
een klein oud vloer tapyt
een nagt spiegel
twee geel kopere quespedoren
een bureau met koper beslag en daar in
een pond koper inzet gewigt
een paar rouw gespen
een zilvere snuyfdoos
een restantje witte peper
twee verlakte doosjes met lamp pitjes
een staale snuyter
twee kopere kaarte rolletjes
twaalf dessert messen
een zilvere soup lepel
vyf zilvere eet lepels
vyf zilvere vorken
vier zilvere thee lepeltjes
twee zilver confyt vorkjes
twee tafelmessen
een restantje speceryen
een blikke rasp
een verlakte blikke doosje
twee gordyn lynen
een half douzyn messen en vorken met pletty hegten
een pakje grifjes
een blikke vuurslag
een cabinet waar op
een stel porcelaine potten en beekers en waar in
een gedeelte van de kleederen van de overleedene, en voorts
drie witte ophaal gordynen
een stel witte bedde behangzels
een chamariel, en
een party korken
In de kamer ter linker hand
een rood geruid ophaal gordyn
een jaloesie mat
drie stoelen met losse kussings
vier kleine tafeltjes
drie schilderyen in zoort
een spiegel met vergulde lyste
een Neurenbergsche termometer
een groot vloer tapyt
twee kleine vloer [tapyt]
een yzere balans met twee kopere schaalen en agt stukken gewigt in zoort
een blaauwe porcelaine soup terrine
een houte trommel met een restant stysel
een blikke trommel met een restant drooge persikken
een blikke trommel met rozynen
een blikke trommel met een restantje zuiker
twee oude vuurstoven
een thee kistje met een restantje catoen
een trommel met een restantje peper
seven borstels en een wit kwast
een muize val
een klein negotie vengster rak
een klein keldertje met 2 flessen
twee aarde potten
een thee castje met een restantje coleander
twee ledige vleesch vaatjes
een verlakte beker
een blik emmertje
een mandje met korken
een schuimspaan
twee hand stoffers
twee cyffer leyde
een party knoop formpjes
twee cossen penne schagten
een oude kamer bezem
een glaze negotie kast waar op
een stel porcelaine potten, en waar in
een spaane doosje met twintig aangesneede rolletjes zyde lind
een schuif doosje met twintig aangesneede rolletjes zyde lind
een schuif doosle met vyftig aangesneede rolletjes zyde lind
een schuif doosje met seventien aangesneede rolletjes zyde lind
een schuif doosje met vyf en dertig aangesneede rolletjes zyde lind
een schuif doosje met agt en dertig aangesneede rolletjes zyde lind
een papiere doosje met seven aangesneede rolletjes zyde lind
een papiere doosje met agtien aangesneede rolletjes zyde lind
een papiere doosje met agt aangesneede rolletjes zyde lind
een papiere doosje met agt aangesneede rolletjes zyde lind
een papiere doosje met zestien aangesneede rolletjes zyde lind
een papiere doosje met negen en twintig aangesneede rolletjes zyde lind
een papiere doosje met zes aangesneede rolletjes zyde lind
een hout schuif doosje met twintig restantjes floers lind
een doosje met een party hair naalden
een doosje met vyf aangesnede rolletjes zyde lind
derthien differente paketjes met witte band
een hondert en vyf en twintig zoo heele als aangesneede rolletjes en pakjes wolle en florette band
twee paketjes met negen pakjes floers lind
drie pakjes zwarte zyde hair lind
agt en twintig pakjes garen in zoort
een pakje goude tres
seven pakjes naay zeyde
drie pakjes gare knopen
een restantje lak
een pakje witte koort
een pakje sloop band
drie pakjes met kopere gordyn ringen
een pakje rood kemels garen
vyf aangesneede stukken neus doeken
zes zyde neus doeken
zesthien enkelde patikse doeken
drie aangesneede stukken wit linnen
een lap witte doeke met blaauwe randjes
een lap dourias
twee voer chitze
een lap gaas
twee aangesneede rolle lustring
twee restante zyde gryn
een lap groffe gryn
een restantje klater goud
een pakje gare veeters
drie en negentig waayers in zoort
twee houte doosjes met een wynige speceryen
een stuk merley
eenige lappen gaasch
eenige lappen zyde lustring
drie stukken rode neusdoeken
negen stukken wit en een stuk geel Chinaas linnen
een stukje gestreept
een stuk smalle zwarte gryn
een lap chitz
een aangescheurd stuk wit linnen
een lap kassa
twee lapjes witte doeken
een en twintig verlakte snuyfdoosjes
een kleine stryk yzer
vier pakjes knopen
vyf pakjes vingerhoeden en naay ringen
een tros lyn
een party school boeken
twintig spelle kaarten
twee pakjes spelden en een party losse spelden
seven boek spiegeltjes
vyf doosjes met brillen
een restant schryf papier
tien pakjes klater goud
een blikke podding bak
een kopere blaker
seven yzere hang sloten
agt blikke meel doosen
een papiere doosje met eenige restanten fluweele band
een schuifdoosje met een party naay ringen
een kastje tamoryn
vyf en twintig pakjes florette band
negen pakjes met restanten knopen in zoort
een pakje knip messen
zes fyne kammen
een pakje potloden
een pakje oirbellen
een party haken en oogen
een pakje schaaren
een pakje kemels garen
een pakje sloop kant
een verlakte doosje
een schuifdoosje met een party kleinigheeden
een papiere doosje met een party naalden en hairspelden
een papiere doosje met een party naalden en hairspelden
een pakje brynaalden
een glaze kastje
een kopere kraan
twee hamers
drie verf kwasten
een pakje wolle koort
een verlakte nagt lampje waar by een doosje met pitjes
een schaar
twee tafelmessen
een tinne plaat en voorts
eenige ledige potten, kommetjes, flessen, bottels en wat rommelary in zoort
In de gaandery kamer
een rode ophaal gordyn
een klap tafel
een kist met ledige bottels en flessen
twee ledige keldertjes
een ledige kist
een ryst wan
een kapstok
een hand lantaarn
een kleine blikke gieter
een combuis kist waar in
twee kopere blakertjes
twee tinne coffy kannen
een blikke blakertje
twee schenkborden in zoort en voorts
eenig porcelain en aarde werk
een stryk yzer
een vuiles blikje en wyders
een cabinet waar op
een stel kast potten, toebehorende aan den boedel van wylen juff:w Johanna Verbeek wed:e Daniel Brand en waar van, zo als meede van eenige andere goederen tot de gem: nalatenschap specteerende, by eene aparte notitie dezen inventaris annex nader en breedvoerig zal worden gementioneerd.
In de combuis
twee schoorsteen kettings
vyf yzere potten in zoort
een koeke pan
een rooster
een pot lepel
een schuims paan
een vuurtang
een asschop
een kopere kook ketel
een yzere schoorsteen balk
een kopere gebak pannetje met zyn dekzel
een kopere vergiet test
vier kopere tafel kransen
een water half aam met een kopere beker
een kopere vyzel met zyn stamper
twee water emmers
een blikke emmer
een blikke blakertje
een blikke meel doos
een vuurtestje
een ryst blok met zyn stamper
een klein eetens kastje, en voorts een party rommelary
Op de agterplaats
vier oude balys in zoort
een oude emmer
Op de voorzolder
een kleine tafel
een half aam met zyn bok
een nagt spiegel
een coffy molen
Op de boven kamer n:o 1
een rood ophaal gordyn met planken en lynen
een jaloesie mat
een spiegel met bruine lyste
vier schilderyen
een ledikant waar op
een bed en peul
vier stoelen met losse trype kussens
een tafel kastje waar op
twee en twintig porc: borden in zoort
1 nagt spiegel
een muiseval en waar in
een rood ophaal gordyn
een paar rouw gespen en een paar arm banden
twee lade sloten en een party koper beslag
twee gueridons
een cabinet waar op
drie porcelaine en twee aarde kommen en waar in
een wit bedde behangzel
een ledig thee kastje
een tafel
In de kamer n:o 2
een porc: wasch lampet met zyn kom
twee porcelaine schotels
twee ledige kastjes
een ledige vleesch vaatje
een kist waar in
eenige borden, schotels en wat rommelary
vier manden in zoort
een yzere pot
een kopere ham ketel
een kleindere ketel
een kopere taarte pan
een Keulsche pot
een blikke emmer en voorts
een party yzere hoepels, houtwerk en rommelary in zoort
In de kamer n:o 3
twee blaauwe ophaal gordynen met planken en lynen
twee jaloesie matten
zes schilderyen in zoort
agt stoelen met losse kussings
een ledikant met blaaw behangzel waar op
een bed, peul en drie kussens
een ledikant met blaauw behangzel
een vierkant tafeltje
een tinne schotel
een kleere kast waar in
eenige kleederen behoorende aan des overledenens kleindogter Cath:a Wilh:a van der Plas
Leifeigenen
een slave jonge genaamd Batjoe van Batavia
Contanten des boedels
eene somma van drie hondert agt en tagtig ryxdaalders en twee stuivers

Zynde voorts het linnengoed des boedels bestaande in

agthien bedde lakens in zoort
vier tafel lakens
dertig servietten
negen hand doeken en
dertig kussen slopen

Onder de drie kinderen, ende de kleindogter der overledene door ons ondergeteekende gecommitt: Weesmeesteren in vier equale portien verdeeld, en aan de meerderjarige hun aandeel ter handen gesteld mitsgaders de kleederen en het geene verder tot het lighaam der overleedene heeft behoord, zynde

twee chamarieltjes
dertien chitze en voer chitze cabaaytjes
vier borstrokken
een chitze kaskyntje
een zwarte zyde kaskyntje
zes chitze rokken
een geel gestreepte [rokken]
vier voer chitze rokken
vier matjes rokken
vier witte rokken
drie zyde rokken
twaalf hembden
vier wolle rokken
twee chitze tabbers
een chitze gon en rok
negen en twintig zo witte als bonte doeken in zoort
negen zyden en tjalie doeken in zoort
een zwarte zyde mantel
zes zakken
vyftien mussen
vier kerk boeken
negen paar koussen
een hoedje
een restantje bry katoen
eenige lappen
tien differente waayers
drie paar hand schoenen
een paar zilvere schoen gespe
een paar goude mouwknopen
een ring met drie steenen
een carette snuyfdoos
een zilver vingerhoed
een schaartje
een zwarte zyde mantel met pels gevoerd

NB op verzoek en met toestemming der gezamentlyke erfgenamen by lotinge verdeelt onder der overleedene eenigste dochter juffrouw de wed:e Lange en kleindogter Catharina Wilhelmina van der Plas

Terwyl het aandeel aan evengemelde Catharina Wilhelmina van der Plas te beurt gevallen nevens haare portie in ‘t opgemelde linnengoed des boedels mitsg:ds zodanige kleedingstukken praetieusiteiten etc:a als aan dezelve uit de nalatenschap van wylen haar moeder Wilhelmina Zeeman zyn verbleeven, en tot hier toe onder de berustinge van de overleedene als haare grootmoeder zyn geweest en welke laatsgemelde bestaan in

negen gonnen in zoort
derthien rokken in zoort
tien kaskyntjes of lyfjes in zoort
agt kabaaytjes in zoort
drie halve doeken met strooken
twintig hembden
vyfthien borstrokken
negen nagtmutzen
een paar balyntjes
tien paar koussen
vyf zacken
een paar Bataviasche pampoesjes
een korsetje
een leest
twee kerk boeken
een toilet spiegel
een strooi hoed
eenige patroontjes
twee stukken dourias
een [stukken] dourias /:aangescheurd
een zwarte chagryne doosje waar in
een paar zilvere schoen gespen met steenen
een ring met vyf kleine diamante steenen
een paar goude mouw knoopen met steenen
een paar oirbellen van slegt Fransch goud
een goude naalde koker waar in
een zilvere naald
een Japansch verlakte strooimandje
een fyne waayer met zyn foudraal
een paar zwarte zyde handschoenen tegens quitantie in bewaringe en ten haren gebruike zyn afgegeeven, aan den burger Pieter Hoppe, by wien deeze pupille door de onderget: gecommitt:e Weesmeesteren thans ter woon is besteld.

Voorts zyn aan de ondergeteekende gecommitt:e Weesmeesteren, door de manh: George Willem Hoppe als executeur des testaments van wylen juffrouw Johanna Verbeek weed:e Daniel Brandt aangeweezen, zodanige kleedingstukken als behoord hebben tot het lighaam derzelve, en door haar blykens testament zyn gelegateerd en vermaakt aan juff:w Johanna van Nierop, huisvrouw van d’ edele David Kuuhl - de vrye vrouw Sara wed:e wylen Christoffel Renke, en haar leifeigene genaamd Amarante van Boegies , en waar van de verdeelinge ingevolge des overleedene begeerte moest geschieden door haare zuster nu wylen juff:w Catharina Verbeek wed:e Pieter Zeeman - dog dezelve uit hoofde harer schielyk daar op gevolgde ziekte en overleiden, zulx niet hebbende kunnen effectueeren, is ‘t zelve door ons Gecommitt:e, uit naam van ‘t Collegie van Heeren Weesmeesteren als ex officio redderaars der nalatenschap van de wed:e Pieter Zeeman verrigt in deezer voegen; dat daar van aan voorm: edele David Kuuhl voor desselfs huisvrouw, juffrouw Johanna van Nierop zyn afgegeeven, de beste of Zondaagsche kleederen bestaande in

een bonte zyde gon en rok
een roode zyde gon en rok
een zwarte zyde gon en rok
een chitze zyde gon en rok
een douriasche zyde gon en rok
een chitze tabbert
een nagemaakte tjaal
een zwarte zyde manteltje
een blaauwe zyde gryne rok
eem zwarte zaaye rok
een nieuwe matjes rok
een geruite zyde doek
een neteldoekse doek

Terwyl de overige slegte of daagsche kleederen van weinig aanbelang en waarde, onder de twee geinstitueerde legatarissen Sara van de Caab weed:e Christoffel Renke en Amarente van Boegies ten hun beider genoege in twee gelyke portien zyn verdeelt en aan hen overhandigt.

Inne schulden
  Rd:s Rd:s
van Andries Zeeman, wegens door de overledene voor denzelven betaalde borgtogten als;
volgens quitantie d:d: primo February 1794 373:16
volgens quitantie d:d: ult:o December 1795 663:--
    Rd:s1036:16
Lasten des boedels
  Rd:s
aan de Weeskamer deezer steede ƒ9758 ofte 3252:32
aan de heer Clement Matthiesen op differente obligatien ƒ2500 ofte 833:16
aan s:r Nicolaas van Es op een obligatie ƒ2000 ofte 666:32

Aldus na gedaane ontzegeling geinventariseerd en opgenomen aan Cabo de Goede Hoop op den 24 en 25 April 1800 ten huize van den overleedene

Als gecomm: Weesmeesteren: A:V: Bergh, H: van de Graaff

Mij present: G:A: Watermeijer, g: C:

MOOC8/23.13

{18001112} 12 November 1800 Johan Gundlach

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als ‘er op Maandag den 10:e deeser ab intestato met ‘er dood zijn ontrujijmd ende nagelaten door Johan Gundlach, ten voordeele zijner onbekende ujitlandige erffgenamen, zodanig als het een en ander door ons ondergeteekende Clercq en Bode zijn opgenomen en ingeschrifte gebragt, bestaande alle dezelve in de volgende, namentlyk

In een huijs van Susanna van Beulen wed: Jan Stommert, bij wien den overleedene is woonagtig geweest

twee spiegeltjes
vijff schilderijen
een cijverlij
een horologie kastje
een rak met drie hoeden in zoort
een ledikant met rood behangzel waarop
een bed met vier kussens
een vierkant taveltje
drie stoelen
een kopere blaker
een kelder met ledige flessen
een kist waar in
acht p:r kousen
drie hembden
drie broeken
vier onderbroeken
acht baatjes in zoort
drie dassen
een paar zilvere schoengepsen
vijff kuid gepsen
een hals gepsen
een p:r zilvere hand knoopjes
een zilvere horologie
een parthij boeken
een paar laarsen
een paar schoenen
een wijnbok
twee banken
een tavel
een baletje
een ledige kist
een rak
een aarde kan
twee bierglasen
een kelk
een kopere kraan
een blikke tregter
een grote en twee kleine bekers
een kandelaar en een snuijter
vier vlessen en een bouteille
Inneschulden
  Rd:s
van Laurens Kock op een onderhandsch briefje van 27 September 1799 als meede 10:--
aan contanten in dezelve gevonden eene somma van agt en twintig rd:s en sesthien st:s zegge 28:16
Lasten des boedels
    Rd:s Rd:s
voldaan aan Susanna van Beulen wed: Jan Stommert over een halff maand huur van twee kamers a rd:s12 per maand   12:--
  aan Johannes Kalmeijer over 1 1/2 maand kortgeld 7:4
voldaan aan 3 dagen oppassing a 1 rd: p:r dag 3:-- 10:4

Aldus gedaan en g’inventariseerd ten huijze voormeld op den 12 November 1800

Als getuigen: Petrus Woudberg, Michel Wagner

Ter onzer praesentie: P:E: Faure, W: Kolver

MOOC8/23.14

{18000722} 22 Julij 1800 Johan George Harij

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als ‘er op Zondag den den 20 deeser ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den mandoor in de Slave Logie Johan George Harij ten voordeele zijner onbekende uitlandige erffgenamen, zodanig als het een en ander ingevolge opgaaff van den portier der gemelde logie Johan Michiel Oertel door ons onderget:de ord: Clercq en Bode zijn opgenomen en ingeschrifte gebragt bestaande dezelve in de volgende namentlijk

een Vriese klok
een kist waar in
een zilvere zak horologie
een p:r zilvere schoe en zilvere kuid gespen
thien borden in zoort
twee glasen
twee witte kommetjes
twee rokken
negen baatjes in zoort
vier broeken
een overrok
een cabaaij
vier hembden
een halsdoek
negen paar kousen in zoort
een rondehoed
een p:r schoenen
vier boeken
een tavel waarop een lessenaartje
een kadel
een aardepot
een bulzak en een kussen
een stoel
een slave jonge gen:t Mentor van Mosambicque

Aldus na gedane ontzegeling g’inventariseerd en opgenomen op den 22 Julij 1800

Voor den opgaaff: Johan Michael Oertel, portier

Ten onzen overstaan: P:E: Faure, W: Kolver

MOOC8/23.15

{17990423} 23 April 1799 Oumax van Ambon

Inventaris van zodanige goederen als er ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den den vrijswart Oumax van Ambon, zodanig als het een en ander ingevolge opgaaff van den meede vrijswart Sesar van Bougies door ons ondergeteekende ord: Clercq en Bode zijn opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande dezelve in de ondervolgende, namentlijk

1 oude rood ophaal gordijn
2 rakken waar op
9 borden in zoort
1 boekerak
2 vogelkooijen
2 kapstokken
1 handlantaarn
1 oude kleijne spiegel
1 ledige kelder
1 kasje waar in
eenige kleederen
3 vierkante tafels in zoort
1 balij
1 emmer
1 kopere keteltje
2 kopere blakers
2 blikke trommels
1 kadel waarop
1 bed en 3 kussens
1 plat vaatje
2 oude stoelen
1 aarde pot
1 ijzere pot
2 bankjes
1 parthij rommeling
een jongetje gen:t Sammerdam
een jongetje gen:t Rachban

Aldus g’inventariseerd ten huijze van den overleedene op den 23 April 1799.

Voor den opgaaff: Dit kruijs + merk heeft de in den hoofde deeser gem: Sesar, als niet kunnende schrijven eigenhandig gesteld.

Ten onzen overstaan: P:E: Faure, J:M: Prins

MOOC8/23.16

{18000922} 22 September 1800 Harmen Gijles

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als er op Zondag den 14:e deeser ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den geweesen mattroos Harmen Gijles ten voordeele zijne onbekende uitlandige erffgenamen, zodanig als het een en ander ingevolge opgaaff van Clara Klijnsmit wed: Johan Ditmar Muller door ons ondergeteekende ordinaire Clercq en Bode zijn opgenomenen in geschrifte gebragt bestaande dezelve in de volgende, namentlijk

een kist waar in
een jekker
acht baatjes waar van vier met mouwen
vijff p:r kousen
vijff hembden
een cabaaij
elff broeken in zoort
een hoed
twee wolle dekens
een paar zilvere schoen en en zilvere kuid gespen
twee zilvere horologies waar van een met 1 zilvere ketting
een kurkentrekker
een keldertje met ledige flessen in zoort
een hand rotting
Crediten des boedels
  Rd:s
aan zilver munt zo aan schell: als dubbeltjes een bedragen van 2
van Willem Bruijns over contant geleende 6
Lasten
    Rd:s
voldaan 13:-- aan voorm: Clara Klijnsmit wed: J:D: Muller over gedane verschotten tot de begravenis en bl: reek: 17:4
voldaan 12:-- aan den chirurgijn W: Noors voor gedane practijk en geleeverde medicamenten volgens reek 16:--
voldaan 16:36 aan Willem Thiele voor 't maken van de dood kist en verschotten almeede bl: reek 20:36
voldaan Pieter Hameling voor 't maken van 't beslag tot dezelve volgens reek: 6:--
voldaan aan den aanspreeker N:A: Smit over kerkengeregtigheid 7:36
voldaan aan den aanspreeker N:A: Smit over 't bedienen van t lyk 4:--

Aldus na gedane ontzegeling g’inventariseerd en opgenomen op den 22 September 1800.

Voor den opgaaff: C: Klijnsmet wed:e Muller

Ten onzen overstaan: P:E: Faure, W:J: Kolver

MOOC8/23.17

{YYYY} 19 Junij [ ..... ] August Hendrik Meijer

Inventaris van alle zodanige goederen als er metter zijn ontruijmd ende naargelaaten door August Hendrik Meijer ten behoeve der door hem in dato 19 Junij jongstl:e voor zeeven getuijgen opgeregte onderhandsche acte g’sustitueerde erfgenaamen, zodanig ende indiervoegen als dezelve ingevolge op en aangaave van den burger Paul Hugo door mij ordin: Clercq der Weeskamer zijn g’inventariseerd bestaande dezelve in de volgende, namentlijk

een cop: keetel
twee zadels
een pak zadel
twee manden met vyf led: bottels
twee hand zagen
een parthy touwerk
twee rakken
een paar pistolen en holsters
een kelder met 13 led: flessen
twee koevoeten
een boor, twee vuurtangen
een balans, twee copere schaalen en 15 lb: gewigt
een coffij moolen
een pot leepel en een vork
vier graaven
twee pikken in zoort
een loot lepel
een harst fanger
een yzer strykyzer
drie spiegels
derthien schilderyen in zoort
een cop: arm blaker
vier porc: beeltjes
een mantje met eenige defecte porcelein
twee trek potjes en een porc: kast pot
een cop: kandelaar en twee cop: beekers
vyf zakken in zoort
een parthy vellen en zool leer
twintig voeten geel hout planken
een pees blouw linnen
een pees wit linnen
twee voering chitzen in zoort
een tafeltje
een tafeltje
een led: half aam
een bos bind rotting
een matje en een bankje
een water pas en wat rommeling
een beeste vel en een groote ry
een zak met eenige oude troffels en voeg yzers
een bijl
een boor
een houte lepel en drie beytels
agt ryen in zoort
een kistje met eenige metzelaars gereedschappen
twee buldzakken
zeeven kussens
een wolle deeken
een sprij
vier yzer potten
een kleder kastje
een ledige kist
een kruyt hoorn
twee katels
een leer
een velle kuijp
zes boeken in zoort
een cop: vuurtesje
een oude matje
een cop: keeteltje
twee tinne kommen en zes tinne borden
zes staale vorken
een cop: vyssel en stamper defect
een groote kist waar in
een schans loper
zes cammisoolen in zoort
twee jekkets
vyfthien broeken in zoort
twee rokken
zeeven hemden
een slaap kabaaij
vier doeken
zes mutzen
twee oude hoeden
twee paaren hand schoenen
een oude paruyk
twee paar oude koussen
zes paren oude schoenen
twee paar zilvere schoen en een paar zilvere kniegespen defect
drie paren oude stevels in zoort
Beestiaal
twee koeyen en
twee kalvers
twee ryd paarden
een jonge reun paard
een merrij en een veulen
een merrij by de wed: Viljoen in de Bosjes Veld aan de Oliphants Rivier
Leyf eigenen des boedels
een slaven jongen genaamt Jannuarij van Batavia
een slaven jongen genaamt September van Mandaar
Inneschulden
    Rd:s Rd:s
  van den timmerman Christiaan wegens contant geleende volgens aan den veld cornet Andries du Toit ter waarderinge gegeevene briefje   50:--
vold: van Paul Hugo wegens de in een boedel gevondene contanten 50:--
van Paul Hugo wegens van Christiaan Theron g'incasseerde pen: 50:-- 100:--
van Pieter Theron voor 6 dagen huur van twee metselaars jongens en 5 schell: per dag   7:4

Aldus g’inventariseerd ter plaatse en ingevolge opgave van meergem: Hugo dewelke betuigde zig hier in ter goeder trouwe gedragen en zijnens weetens nietz verzwegen of agtergehouden te hebben dat tot deeze nalatenschap behoord alles onder presentatie des gerequireert werdende met solemneele eede te bevestigen met verdere belofte zo wanneer hier namaals nog iets mogte ontdekken dat tot meergem: nalatenschap behoord daar van getrouwelyk opgaave te doen om deeze inventaris meede te kunnen g employeerd en is deese tot meerder zekerheid deur den inventarient benevens eigenhandig ondertekend

Paulus Hugo

H:E: Blanckenberg

MOOC8/23.18

{18001129} 29 November 1800 Susanna Catharina de Villiers

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als er op Woensdag den 19:e deeser ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door Susanna Catharina de Villiers, ten voordeele harer ondertemeldene erffgenamen, te weeten

1) de kinderen van wijlen haren broeder den burger Pieter de Villiers met namen Pieter en Hester Pieter en
Hester
2) de kinderen van wijlen Hester de Villiers, in huwelijk verwekt bij den burger Andries Zeeman, met namen Andries Petrus oud 14
Catharina Maria oud 12 en
Hester Wilhelmina Zeeman, 10 jaren
3) de kinderen van wijlen Maria de Villiers in den echt verwekt bij den burger Jeremias Coetzer met namen [ ..... ]
4) Anna de Villiers gehuwd met den burger Guilliam de Swarts

Zodanig als het een en ander, ingevolge opgaaff van de heer Pieter van Breda door my onderget:de Secret:s der Weeskamer zijn opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande alle dezelve in de volgende, namentlijk

In het woonhuijs staande in de thuijn gen:t Orangezigt en aldaar

In een bovenkamer
een cabinet waar in de kleederen van de overleeden en het geen tot haar lichaam heeft behoord, bestaande in
derthien gonnen in zoort
twee en dertig rokken in zoort
sesthien jakjes in zoort
vyffthien borstrokken
twintig hembden
twintig zakken doeken in zoort
vier en twintig paren kousen
twee voerchitze tjaalen
een lakense amazone en rok
drie nagt mutzen
vijff hoeden in zoort
ses paren schoenen
acht waaijers
een blaauwe zijde doek
een zwarte gaze mantel
een zwarte sluijer
drie hals doekjes
veerthien paren handschoenen in zoort
drie enden kant
twee pakjes band
een restant linten in zoort
een verlakt doosje waar in
twee snoeren valse paarlen
een paar goude handknoopjes
een paar goude oorkrabbetjes
een paar pinspekke oorkrabbetjes
een silvere snuijf doos
een silvere vingerhoed met zijne doosje
een silvere naaij ring
een hand Bijbel
een oude kist
een stooff
een slavinne gen:t Dorenda van de Caap
Crediten des boedels
  Rd:s
aan differente muntspecien eene somma van negentig rd:s en twee en seventig st:vrs 90:42
van bovengemelde heer Pieter van Breda over contant geleende blijkens onderhandse obligatie d:d: 2 September 1790 groot aan capit:l acht honderd ryxd:s zegge - vold: 800:--
met de renten a 6 p:c:o zeedert 2 Sept:r j:l:
Lasten des boedels
  Rd:s
aan bovengem: heer Breda over gedane verschotten tot de begraffenis blijkens specificque reekening 169:32

Aldus gedaan ende g’inventariseerd ten woonhuijse voorm:t op den 29 November 1800, ende zulx op het op en aangeeven van meerm: heer Pieter van Breda, dewelke betuijgde zig hier inne ter goede trouwe gedragen en niets met opzigt verswegen of te rug gehouden te hebben dat tot voorm: boedel behoord, in voegen zijnde betuigde de deugdelykheid zijner opgaaffe ten allen tyde des gerequireerd werdende met solemneele eede gestand te doen, en belofte wyders zo wanneer er namaals nog iets tot gem: boedel behorende mogte worden ontdekt daar van getrouwelijk op nader opgaaff te zullen doen ten einde deese inventaris daarmeede te kunnen worden g’amplieerd.

Tot verzeekering van dit den en ander is deese door meermaals gem: heer Breda en mij onderge:de Secret:s behoorlijk gesubscribeert.

Als getuigen: P:E: Faure, W: Kolver

Voor den opgaaff: P: v: Breda

Mij present: J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/23.18 1/2

{18030702} 2 Julij 1803 Susanna Catharina Villiers

Op heeden den 2 Julij 1803 hebben mij ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren ingevolge en ten voldoeninge aan ‘t besluit bij Heeren Weesmeesteren op den 3 December 1800 genomen voor de hier na te meldene prijzen getauxeerd de kleederen en het gene verder heeft behoord tot het lichaam van wijlen Susanna Catharina Villiers, bestaande in de volgende, als

  Rd:s
derthien gonnen in zoort voor 10:--
twee en dertig rokken in zoort voor 20:--
sesthien jakjes in zoort voor 6:--
vijfthien borstrokken voor 6:--
twintig hembden voor 10:--
twintig zakken voor 2:--
zes en dertig doeken in zoort voor 4:24
vier en twintig paren kousen voor 5:--
twee voerchitse tjalen voor 1:--
een lakense amazone en rok voor 4:--
drie nagt mutzen voor 0:24
vijf hoeden in zoort voor 2:--
ses paren schoenen voor 2:--
agt waaijers voor 1:--
een blauwe zyde doek voor 0:24
een zwarte gase mantel defect voor 0:24
een zwarte sluijer voor 0:6
drie hals doekjes voor 0:12
vierthien paren handschoenen in zoort voor 2:--
drie enden kant voor 0:24
twee pakjes band voor 0:12
een restant linten in zoort voor 0:12
een verlakte doosje met 4:--
twee snoeren valse paarlen
een paar goude hand knoopjes
een p:r goude oorkrabbetjes en
een p:r pinspikke knoopjes voor
een zilvere snuijfdoos 2:--
een zilvere vinger hoed met zijn doosje en een zilvere naaijring 0:24
Dus tezame voor Rds84:42

en het een en ander voor die som: aan Anna Weijers huisvrouw van den burger Guilliam de Zwarts als deselve begeerd hebbende op haar door ons gedaan verzoek gelaten en afgegeven.

Aldus gedaan en getauxeerd in den thuin van den heere Pieter van Breda gen:t Oranjezigt op den 2 Julij 1803.

Als Gecommitteerdens: A:V: Bergh, A:J: van Breda

Voor den ontfangst: Anna Sovia de Swadt gebore Weijers

Mij present: J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/23.19

{18001224} 24 December 1800 Johannes Leenakker

Inventaris van zodanige goederen als er op Woensdag den 24 December ab intestato met er dood zyn ontruimd ende nagelaten door Johannes Leenakker, ten voordeele zyner onbekende uitlandige erfgenamen; zodanig als het een en ander ingevolge gedaane opgaaf van Christiaan Hillebrandt alwaar den overleedene is woonagtig geweest door de ondergeteekende ordinaire Clercq en Bode zyn opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande dezelve in de volgende, namentlyk

een blaauwe jas
een zwarte zyde rok
twee blaauwe baatjes
een zwart rompje
een zwart fluweele broek
een lange blaauwe broek
twee hembden
vier paar koussen in zoort
een ronde en 1 driekante hoed
een paar zwarte zyde koussen
een paar laarsen
een gebeede boek
By Johannes Gros
een kistje waar in
een hamer
een opper tang
een knyptang
twee messen
een yzer fyl
agt elsen
een paar steevels
een oud mandje
een schoos vel

Aldus geinventariseerd ter opgem: woonhuise van Christiaan Hillebrand op den 24 December 1800.

Voor den opgaaf: C:G: Hildebrand

Ter onzer overstaan: P:A: Poupart, W:J: Kolver

MOOC8/23.20

{18001118} 18 November 1800 Michiel Smith

Inventaris van zoodanige goederen als ab intestato met ‘er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den op het schoenerscheepje toebehoord hebbende aan de heer M:l Hogan bescheiden geweest en met dien bodem verongelukten gezachhebber Michiel Smith, zig bevonden ten huijse van Christiaan van den Burgh, alwaar den overleedene is woonagtig geweest, ten voordeele zijner onbekende uitlandige erffgenamen; zodanig als het een en ander ingevolge opgaave van opgem: Van der Burgh door ons ord: Clercq en Bode zijn opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande dezelve in de volgende, namentlijk

een kist waar in
twee rokken in zoort
vier hemden
sesthien baatjes in zoort
twaalff broeken
vijff p:r kousen
ses servietten
een oude cabaaij
een serviet met wat catoen
twee wit linnense lappen
een tinne en een porc: trekpot
ses porc: pieringjes en twee kopjes
een porc: melkkannetje
twee kelken
een defecte coffij molen
een koude hoed
een schuit haak
een mudde zak
een slijpsteentje
een parthij boeken

Aldus na gedane ontzegeling g’inventariseerd en opgenomen op den 18 November 1800.

Voor den opgaaff: C: v:d: Burgh

Ter onzer overstaan: P:E: Faure, W:J: Kolver

MOOC8/23.21

{18010211} 11 Februarij 1801 Maria Catharina van Dijk

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als ‘er op den 24:e November 1800, ab intestato met ‘er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door Maria Catharina van Dijk ten voordeele haarer overgebleevene man den landbouwer Johannes Visser Gerritz: ter eenre, mitsg:s de kinderen door haar in eerder huwelijk bij wijlen den meede landbouwer Christiaan Pieter Brand verwekt, met namen

1) Fredrik Brand Christiaansz mondig ter ander zijde
2) Maria Brand getrouwd met Joachim Paulus Bester
3) Huijbregtje Brand gehuwd met Joh:s Barend Bester
4) Francina Brand oud 20 jaren
5) Catharina Brand oud 18 jaren
6) Johanna Brand gehuwd met Jacobus Boonsaaijer en
7) Christaan Pieter Brand Christiaansz: oud 15 jaren

Zodanig als het een en ander door ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren zijn opgenomen en in geschrifte gebracht, namentlijk

De helfte van de opstal der door hem met Jasper Visser Gerritz in leening bezeeten werdende plaats gen:t de Vondeling geleegen aan de Bergrivier

Op voorm: plaats in ‘t woonhuijs en aldaar

In 't voorhuijs
vier rakken waar op
acht en dertig borden in zoort
acht schotels
twee geel kopere kandelaars en een snuyter
een lepel rak met
twaalff tinne lepels
dertig stale vorken
twaalff messen
een tinne soup lepel
een thee tavel
een kopere waterketel
een kopere conphoor
een tinne trekpot
twee porc: kommen
vyff porc: kopjes en pieringjes
een water emmer
drie stoelen in zoort
In de kamer ter regterhand
een spiegeltje
een eetens tavel
drie stoelen in zoort
een kadel waarop
een bed, peuluw, vier kussens en wolle deken
een bulzak
een tinne boter potje
In de kamer ter linkerhand
een kleder kast waarop
een parthij flessen en bottels
twee kadels waarop
twee beddens met hun toebehoren
een ledige keldertje
een ledige kist
twee aarde potten
een blikke trommel
een kopere ketel
een aarde kan
een aarde zous potje
een tinne schotel
een bakkist
twee emmers
vier ijzere potten in zoort
een ijzere rooster
een koekepan
twee kopere ketels
een vuurtang
In de dispens
een eetenskast waar in
een aardepot
twee balijs
een parthij timmermans gereedschappen
vier zikkels
een kapmes
In het molens huijs
een hand molen
vier koornschoppen
een koornscheepel
een parthij oude tuijgen
een hout bijl
vier mudden zout
twee bil hamers
een zift
In het koorn huijs
twintig mudden koorn
vijffthien koorn zakken
een meel zift
Op de werff
een osse wagen met desselfs toebehoren
een paarde wagen met desselfs toebehoren
een oude kar
twee ploegen
ses pikken
een slijpsteen
een graaff
een parthij oud yzerwerk
twee ploeg scharen
een oude vat
een parthij oud ijzerwerk en wat romm:
een aams vat
twee oude vaten
een teer pot
een tent zijl
twee strenge kabelgaren
een mand
Beestiaal
drie rijdpaarden
vier aanteel paarden
twee en twintig trek ossen
Lijff eigenen
een slave jonge gen:t Maart van Bengalen wagenrijder
een slave jonge gen:t Carolus van Mosambicque beestewagter
Lasten des boedels
    Rd:s Rd:s
voldaan aan Francina Brand over zo veel haar competeerd voor haar vaderlijk erffdeel   93:--
  aan Catharina Brand over zo veel haar competeerd voor haar vaderlijk erffdeel   93:--
  aan Christiaan P:r Brand over zo veel hem competeerd voor zijn vaderlijke erffdeel 93:--
  aan Christiaan P:r Brand over zo veel hem competeerd voor een zadel 30:-- 123:--
  aan Johannes Basson Matthysz over contant geleende penn: op een ond: oblig: van den 7 Aug:s aan cap:l groot ƒ1200 ofte   400:--
  met de renten a 6 p :co p:r anno zedert den 7 Aug:s des gepasseerde jaar 1800
  aan de wed: Jurgen Kotzee over contant geleende penn: op een ond: oblig: de dato 20 Sept:r aan cap:l   400:--
  met den intrest a 6 p:c:o p:r anno zedert den 20 Sept:r 1799
voldaan den 6 Maij 1801 aan Fredrik Brand Christiaansz over contant geleende penn: blijkens ond: oblig: de dato 2:e October 1800, groot aan cap:l   250:--
  met den intrest a 6 p:c:o van 2:e October 1800
voldaan aan de wed: Christiaan van Dijk over contant geleende penn:e op een ond: oblig: de dato 7:e Julij 1798 aan cap:l   72:--
  zonder beding van intrest
voldaan aan Ch: P:p Zin over gekogte negotie goederen 109:46
  aan Chr: P:p Zin over gekogte negotie goederen 18:24 128:22
  aan George W:B: Wehmeijer over gekogte negotie goederen   105:18
  aan Michiel Levij over gekogte negotie goederen   28:--
  aan Matthijs Bandjes over smitswerk   18:6
  aan de wed: Samuel Walters over smitswerk   4:--
vold: aan Theunis van Schalkwijk over contant geleende voor de begravenis   20:--
vold: aan de Hottentot Piet Mayerman over verdiende gagie   11:--
aan de Hottentot Gerrit Mayerman over verdiende gagie   1:24

Aldus gedaan ende g’inventariseerd ter plaatze voorm:t op den 11:e Februarij 1801 ende zulx op het op- en aan-gaven van de in den hoofde deeses gemelde weduwenaar, dewelke betuijgde zig hier inne ter goeder trouwe gedragen en zijns weetens niets met opzet versweegen ofte rug gehouden te hebben dat tot voorm: nalatenschap behoord, invoegen hij ook betuijgde de deugdelijkheid zijner opgave ten allen tijde des gerequireerd werdende met solemneele eede gestand te doen en belofte wijders zo hier na nog iets tot den boedel behorend mogte worden ontdekt daar van getrouwelyk opgaaff te zullen doen ten einde deesen inventaris daar meede in allen trouwe te kunnen worden g’amplieerd.

Tot securiteit van het een en ander is deese door den inventarient en ons onderget:de gecomm: Weesm: beneevens den Secret:s behoorlijk onderteekend

Als Gecommitt:s: J:G: Blanckenberg, H: van de Graaff

Voor den opgaaf: Dit + kruijsmerk is door voorm: Johannes Visser Gerritsz als wegens een gebrek aan zijn gezigt niet kunnende schrijven eigenhandig gesteld.

Mij present: J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/23.22

{18010325} 25 Maart 1801 Helena Maria Pieterse

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als ‘er op Donderdag den 19:e deeser ab intestato met ‘er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door Helena Maria Pieterse ten voordeele harer bij wijlen hare voor overleedenen man Heronimus Bornman in echt verwekte drie minderjarige kinderen, in namen

1) Christiaan oud 13 jaren
2) Marthinus oud 9 jaren
3) Leendert Bornman oud 6 jaren

Zodanig als het een en ander ingevolge opgaaff van den burger Marthinus Zerff alwaar de overleedene is woonagtig geweest door ons onderget:de ordinair Clercq en Bode zijn opgenomen en ingeschriften gebragt bestaande dezelve in de volgende, namentlijk

ses schilderijtjes in zoort
een eetenskasje waar in
sesthien witte aarde borden in zoort
ses porc: kopjes inzoort
een trek pot
twee confituure [pot]
een oude tavelkast
drie vierkante taveltjes
een eetens [taveltjes]
een lessenaar
acht stoelen in zoort
twee ledikanten waar op
drie bulzakken
een peuluw
ses kussens
twee wolle dekens
een kopere theemachine
een kopere ketel en conphoor
een kopere vijzel en defecte stamper
een kopere kandelaar
een kopere vergiet pan
een defecte balans met copere schalen
een kopere strijkijzer
een kopere inktkoker
een tinne coffij kan met 2 kopere vuur tesjes
een tinne ketel
een tinne pijpekan
een tinne schotel
een tinne waterpot
een coffij molen
een aardepot
een oude lantaarn
een spuug baletje
twee vaten
een oude waterhalffaam
een emmer
vier ijzere potten
een ketel
een lepel, een vuurtang en vork
twee schoorsteenkettings
een mand
een groter mand
een rijststamper
een soup
een kist waar in de kleederen van de overleedene als meede die van haar vooroverleeden man, bestaande in
vier gonnen in zoort
veerthien rokken
negen cassekijntjes
twee zwarte zijde mantels
een gase doek
een hembd
een borstrok
twee halve doeken
een oude tjaal
vier bedde lakens
drie servietten
een behangzel voor een ledikant
derthien broeken
ses baatjes
twee paaren zilvere schoegepsen en
een paar kuijd gepsen
twaalff p:r roks knopen
een en dertig kleijne knopen
twee kleijne degens
een goude zak horologie met een haak en ketting
een paar goude oorbellen
een zilvere snuijfdoos

komende zig in evengem: kist nog te bevinden

een zilvere soup lepel
vijff eet [lepel]
zeven pakken kopere knopen
zes messen
elff vorken in zoort
vier tinne lepels
Lijff eigene
een slave meijd gen:t Martha van Boegies
Crediten des boedels
  Rd:s
van Hendrik W: Borgwedel op een onderhandsche briefje d:d: 7 Janu:ij 1794 40
Lasten
  Rd:s
aan Marthinus Zerff over aan haar contant geleende 8

Aldus na gedane ontzegeling g’inventariseert en opgenomen op den 25 Maart 1801.

Voor den opgaaff: M: Cerff

Ten onzer overstaan: P:E: Faure, W:J: Kolver

MOOC8/23.23

{18000717} 17 Julij 1800 Pieter Willem Nel

J: Ackerveld

Copia inventaris van alle zodanige goederen en effecten, als met de dood ontruimt en nagelaten zijn door wijlen den burger Pieter Willem Nel d’ oude, ten behoeven zijner nagelaatene kinderen:

Pieter Willem
Sara gehuuwd met Gerhardus Cornelis Olivier
Stephanus
Johannes Hendrik
Adriaan
Aletta Catharina gehuuwd met Willem Christiaan Bauer
Anna Margretha gehuwd met Nicol:s Goosen
Anna Catharina gehuuwd met Piet Bezuidenhout
Johannes
Gert oud 24 jaaren
Marthinus oud 22 jaaren

Opgegeeven door de burgers Pieter Willem Nel en Willem Christiaan Bauer; en vervolgens bij mij Johan:s Gerhard:s van Diemen, Secretaris der colonie Graaff Reinet in presentie van de natenoemene getuigen in geschrifte gesteld, bestaande dezelve goederen in de volgende, namentlijk

Een opstal van de leenings plaats, gen: de Drooge Palmiete Fontijn
1340 aanteel schaapen
150 bokken
94 aanteel beesten
15 ossen
2 osse wagens
2 moolen steenen
1 groote kist
1 kleine kist
2 bult zakken
3 kussens
1 vat boter
1 karn
1 half aam
1 sleip steen
3 bijlen
1 snijmes
1 dissel
2 kleine yzere potten
3 geweers
1 groote keetel
1 koeke pan
1 poffertjes pan
2 tinne schotels
4 tinne borden
4 koorn zakken
1 bilhamer
1 hand hamer
1 graaf
1 pik
1 kopere vysel met zyn stamper
1 blikke doos
1 slaave jong, gen: Africa, van Mallagas
1 slaave jong, gen: Filander, van Bengalen
1 slaave jongetje gen: Standaar, van de Caab
1 slaave meid, gen: Sivia, van de Caab
1 slaave meid, gen: Marie, van Masambiek
1 slaave meisje, gen: Mina, van de Caab
Inne schulden
    Rd:s
ingebragt aan contanten in den boedel bevonden 509:6
voldaan aan slagters brieven 1227:--
  aan Daniel Strijdom, op een onderhandsche obligatie zonder intrest 140:--
voldaan aan Jan Davel op een opderhandsche obligatie op intrest 105:--
  aan Steph:s Corn:s Bothma op een onderhandsche obligatie op intrest 100:--
  aan Adriaan van Tonder op een onderh: obl: zonder intrest 40:--
  aan Adam Joh:s Reineke op een onderh: obl: op intrest 150:--
  aan Hendrik Krugel op een onderh: obl: op intrest 70:--
  aan Andreas Oelofze op een onderh: obl: zonder intrest 50:--
voldaan aan Gert Nel op een onderh: obl: zonder intrest 120:--
  aan Daniel Willem Khuun op een onderh: obl: op intrest 300:--
voldaan aan Adriaan Nel op een onderh: obl: zonder intrest 164:--
  aan de wed:e Casper Smit, aan de Caab, op een ondh: obl: zonder intrest 400:--
  NB blijkens handschrift de dato 3 December 1799 in bewaaring ontfangen
  aan Pieter van der Westhuisen, wegens intrest 90:--
  aan Salomon Maritz, op een onderh: obl: op intrest 112:4
  aan Christ:l Linker op een onderh: obl: op intrest 150:--
voldaan aan Willem Christ:n Bauer, op een onderh: obl: zonder intrest 300:--
voldaan aan Michiel Delport, p:r rest 12:--
Dubieuse inneschulden
    Rd:s
  volgens opgaave der erfgenaamen
NB aan Willem Wilken ƒ1000 ofte 333.2 2/3
  aan Frans la Boscagne 224:--
  aan Andries Dreijer 300:--
  aan M:H:O: Woeke 400:--
  NB. dit montant, zoude de geweesene Landdrost Woeke hebben ontfangen bij de wed:e Casper Smit, aan de Caab
voldaan aan de wed:e Lucas van Vuuren 100:--
  aan Joh:s Matth:s Kaltze op intrest 70:--
  aan David van Wijk, in bewaaring 1125:--
  aan Christ:n Erdman Kok 900:--
  NB: zynde aan Josias Reineke, a Cabo tot dies ontfangst procuratie verleend
  Somma Rd:s7492:4 2/3
Lasten des boedels
  Rd:s
aan Cornelis Engelbregt, p:r rest van een slagter brief 107

Aldus opgegeeven door de in den hoofde deeses gemelde burgers, Pieter Willem Nel, en Willem Christiaan Bauer, ende onder presentatie van eede g’inventarisseerd, denwelken verklaarde zig daar in na hun beste kennis en weetenschap gedragen te hebben, met belofte van wanneer na deesen nog eenige goederen tot den boedel behoorende mogt komen te ontdekken, dezelve insgelijks te zullen opgeeven

Actum ter woonplaats van den burger Theunis Christoffel Botha, d’ oude genaamd de Kaale Plaats , den 17 Julij 1800 ter presentie van de burger Hendrik Janse van Rensburg en Barend Christiaan Grijling als getuigen, die de minute deese, beneevens de Comp:ten en mij Secretaris behoorlijk hebben gesubschribeerd

‘t Welk ik getuigen: J:s G:s van Diemer F:A:, Secret:s

MOOC8/23.24

{18011026} 26 October 1801 Zacharia Putter

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als er ab intestato metter dood zyn ontruijmd ende naargelaaten door Zacharia Putter weduwe Pieter Ernst Kruger ten voordeele haarer naargelatene erfgenamen, als

1) het kind van wylen Zacharia Cornelia van Aswegen die eene dogter is geweest van wijlen der overledene dogter Johanna Catharina Kruger door haar in huwelyk verwekt by den burger Joachem Jan Hendrik Victor genaamt Hendricus Zacharias Victor oud 7 jaaren
2) Jacob Johannes
3) Pieter Ernst
4) Johannes Ludovicus
5) Diederik Arnoldus Kruger

Zodanig ende indiervoegen als dezelve door ons ondergeteekende Clercq en Bode der Weeskamer zijn g’inventariseerd en opgenomen bestaande dezelve in de volgende, namentlijk

Een opstal staande op de leenings plaatz gen:t de Zoute Kloof geleegen onder de Roggevelds Berg

Op voorsz: plaats en aldaar

In 't woonhuijs
een groote tafel
twee kleine [tafel]
agt stoelen
drie groote rakken
zes kleine rakken
twaalf porc: borden
negenthien aarde schotels in zoort
vyfthien tinne borden
een cop: koffijkan
drie cop: keetels
thien kommetjes in zoort
een spiegeltje defect
drie kopjes en pieringjes
twee aarde beekers
een koffij moolen
een cop: temachine
twee tinne en een aarde trekpotten
vier tinne schootels
twee cop: kandelaars
twaalf tinne leepels
negen vorken
een hand wasch baletje
een tinne quispedoortje
een tinne boterpotje
twee tinne zout vaatjes
een tinne zuijkerdoos
een tinne inkkoker
zes water emmers
zes bottels
agt flessen
een Bijbel in folio
eenige boeken
vier blikke trommels
een pintje en een tregter
een potje bank
een kleine baletje
drie katels
vier buld zakken
zes peuluwe
drie deekens
agthien kussens
twee groote kisten
een kleine [kisten]
een wagen kistje
drie aarde kannen
vyf mandjes in zoort
twee seeften
drie houte bakken
een cop: vyssel en stamper
agt yzer potten in zoort
zeeven geweers in zoort
een rooster
twee schoorsteen kettings
twee hand molens
een hand schroef
Op de werf
een paarde wagen
twee osse wagen
twee tend zeijlen
agt tuijgen
een zadel
In een buyten vertrek
een brandewyns keetel en toebehooren
drie span jukken
drie trek touwen
een rijst blok
een strijk ijzer
een teer putz
een rem schoe
drie booren
twee slyp steenen
twee bylen
een [bylen]
twee pikken
zes graaven
een diszel
twee oude leggers
vier halve leggers
drie bier pypen
zes half amen
een plat vaatje
een boter vat
drie ploeg beugels
een oude ploeg
een parthy houtwerk
zeven zakken en voorts
een parthij dekstroo en rommeling
Beestiaal
vier ryt paarden
zes aanteel paarden
agt hondert vyftig schapen
negen en twintig trek ossen
drie en twintig aanteel beesten
vier en zeventig bokken
Leyf eigenen des boedels
een slave jonge gen:t Joost van Ceijlon
een slave jonge gen:t Saloman van Mosambicque
een slave jonge gen:t Damon van de Caab
een slave jongetje gen:t Jephta van de Caab
een slave jongetje gen:t Adam van de Caab
een slave meid Regina van de Caab
een slave meid Amelia van Mosambicque
een slave meid Marie van Bengalen
een slave meisje gen:t Anna van de Caab
Inneschulden des boedels
  Rd:s Rd:s
van Jacob Johannes Kruger over de door de overledene aan hem gelegateerde opstal van de lenings plaatz de Orange Fontijn gelegen in t Roggeveld ƒ2600 ofte 866:32
van Jacob Johannes Kruger blykens handschrift de dato 21 Junij 1782 zonder beding van renten 100:--
van Jacob Johannes Kruger volgens zyn eigen opgaaf 100:--
van Jacob Johannes Kruger wegens gekogte brandewyn 11:-- 1077:32
van Pieter Ernst Kruger over de aan hem gelegateerde slavin Doortje ƒ300 ofte   100:--
van Johannes Ludovicus Kruger over aan hem gelegateerde slavinne Ragel ƒ300 ofte 100:--
van Johannes Ludovicus Kruger over contand geleende 105:--
van Johannes Ludovicus Kruger over een half aam brandewyn 8:-- 213:--
van Diederik Arnoldus Kruger des voren voor de slavinne Eva 100:--
van Diederik Arnoldus Kruger over contand geleende 112:--
van Diederik Arnoldus Kruger volgens zijn opgaaf 26:6 238:36
van Hendrikus Zacharias Victor voor de aan wijlen zyne grootmoeder Johanna Catharina Kruger gelegateerde slavin Spacie wien hij thans[ ..... ]ceedeerd   100:--
van Jan David Priesel bl: handschrift de dato 25 Julij 1781   74:--
van Hendrik Priesel wegens gekogte brandewyn   16:30
van Jan Hendrik Lange over contand geleende   61:--
van Jan Snyders over gekogte brandewyn   11:12
van Jacob Steenkamp voor brandewyn en rosynen   3:18
van Jan Liefhard over brood en brandewyn   1:24
van Gert Steenkamp over gekogte brandewyn en rosynen   1:18
van David Fourie voor een half mud coorn   3:--
Lasten des boedels
  Rd:s
aan Johannes Ludovicus Kruger voor 100 schapen a 5 st:vrs ieder 62:12
aan Wouter de Vos over koop van koorn en garst 50:2
aan Jacob Johannes Kruger wegens verschote penn: 30:--

Pro memorie word hier bekend gesteld

1) dat bij Pieter Ernst Kruger van deezen boedel eenige aanteel schapen en beesten zig komen te bevonden, waar van hij 't getal niet weet op tegeeven
2) dat de klederen van de overledene onder de gezamentlyke erfgenamen in gelyke portien zijn verdeelt geworden
3) dat de hiervorengen: gelegateerde slaven zig niet meer in den boedel hebben bevonden

Aldus geinventariseerd ter plaatze voorm:t op den 26 October 1801 ende zulx op het op en aangeeve van de in den hoofde deezes gem: Jacob Johannes Kruger dewelke betuygde zig hier in ter goeder trouwe gedragen en zynes wetens niets met opzet verzwegen of agtergehouden te hebben het geene tot gez: boedel behoord, invoegen hij dan ook betuijgde deze opgave des gerequireeerd werdende ten allen tyde met solemneele eede te bevestigen met verder belofte omme in gevalle nog iets mogten ontdekken dat tot gez: nalatenschap behoord daar van getrouwelyk opgave te zullen doen ten einde deesen inventaeris er meede te kunnen wardeer g’emplireerd en s tot meeder sekerheid deeze door den inventariend benevens ons eigen handig onder teekend

Voor den opgaaf: Jacob Johannes Kruger

Ter onzer presentie: H:E: Blanckenberg, J:N: Rorich:

Wy ondergeteekendens Pieter Ernst Kruger en Diederik Arnoldus Kruger verklaren by deezen onder expresse renuntiatie van de beneficien ordinis divesianis et excussionis ons zelven en solidum te interponeeren ende te stellen als borgen en meede pp:les schuldenaaren voor zodanige somma van thien duyzend en vyf en twintig guldens ind: val: als waar naar Johannes Lud: Kruger op heeden heeft ingekogt de opstal staande op de lenings plaats gen:t de Zoute Cloof gelegen onder de Roggevelds Veld Berg gehoord hebbende tot den boedel van wijlen Zacharia Putter wed: Pieter Ernst Kruger ende zulx onder verband van onse perzonen en goederen als na regten.

Den 27 October 1801

P:E: Kruger

Diederick Arnoldus Kruger

MOOC8/23.25

{18000320} 20 Maart 1800 Sophia Jansse van Rensburg

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als op Dingsdag den 31 December 1799 ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door Sophia Jansse van Rensburg wed: van wijlen den burger David van der Merwe, ten voordeele haarer hier onder te meldene kinderen en kindskinderen, met namen

1) de kinderen van wijlen Carel van der Merwe Davidsz:, genaamt a) Jacoba Elisabeth van der Merwe geh:d met Daniel du Toit Fransz:
b) Sophia Susanna van der Merwe oud 17 jaren
c) David Jacobus van der Merwe oud 16 jaren
d) Willem Carel van der Merwe oud 15 jaren
2) de kinderen van wijlen Aletta van der Merwe in echt verwekt bij wijlen haren man Carel van der Merwe Hendricksz, gen:t a) Hendrik van der Merwe mondig
b) Sophia van der Merwe geh:d met Jacobus van Heerden Izaaksz:
c) Hester Cornelia van der Merwe get:d met Louw Pretorius Louwsz:
3) Johannes Jacobus van der Merwe mondig
4) Roeloff van der Merwe

Zodanig en indiervoegen als het een en ander ingevolge opgaaff van bovengen: Johannes Jacobus van der Merwe door ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren zijn opgenomen en g’inventariseerd, bestaande alle dezelve in de volgende, namentlijk

een vierkant taveltje
drie stoelen in zoort
een bed met zyn toebehoren
drie kisten
een parthij boeken in zoort
een defecte pot
een ijzere pot
twee aarde [pot]
een aarde kan
twee ketels en een conphoor
een koffij kan
een vuur test
een taartepan
een vlesch vork
een tinne soup lepel
twee porcelijne vlakke schotels
een schenkbordt
een tinne trekpotje
een vuurstoof
twee tinne schotels
een kandelaar
een schuimspan
een kelkje
een strijkijzer
de kleederen van de overleeden bestaande in
ses rokken
drie hembden
drie kabaatjes
twee zakkens
drie kapjes
twee mantels
twee zilvere beugeltassen
twee swarte kapjes
een hoedje
twee gonnen
vijff neusdoeken
een borstrok
een voorschoot
twee p:r schoenen
twee waaijers
een paar kousen
twee p:r handschoenen
een paar moffjes
een paar zilvere schoegepsen
een silvere hair pen
een sleutel haak
een schaar
een bakermand
een snaphaan
een rooster
een linner
twee populiere houte planken
een blikke trommel met wat rommeling
een oude defecte wayer met desselfs toebehoren
Beestiaal
veerthien aanteel beesten
Lijffeigenen
een slave jonge gen:t Jephta van de Caab
een slave jonge gen:t Cupido van de Caab
een slave jonge gen:t Maria van de Caab
een slave jonge gen:t Flora van de Caab
een slave jonge gen:t Lea van de Caab
een slave jonge gen:t Rachel van de Caab
een slave jonge gen:t Radie van de Caab

welke laatstgem: drie lijff eigenen, als de slavinne Lea van de Caap blijkens Heeren Weesm: resolutie d:d: 25 October 1784 mitsg:s Rachel en Radie ingevolge onderh: dispositie van den overleedene d:d: 28 Feb:ij 1798 uit slaafsche dienstbaarh: en ontslagen en met believen der hooge overigheid in vrijdom zullen moeten worden gesteld

Crediten des boedels
  Rd:s
van den burger Roeloff van der Merwe Davidsz: op een ond: obligatie d:d: 9 Aug:s 1785 aan capitaal 770:21
met den intrest van dien a 5 pc: p:r a:o zedert 9 Aug:s 1785
van Johannes Jacobus van der Merwe op een onderh: oblig: d:d: [ ..... ] die hij beloofd ter Weeskamer te zullen produceeren aan capitaal ƒ17000 Caabsche valuatie ofte 5666:32
zonder beding van renten

Aldus gedaan en g’inventariseerd ter Weescamer aan Cabo de Goede Hoop op den 20 Maart 1800 ende zulx op het op- en aangeeven van meergem: Joh:s Jacobus van der Merwe dewelke verklaarde zig daar omtrend ter goedertrouwe gedragen en niets met opzet verzweegen of te rug gehouden te hebben ‘t geen tot den boedel specteerende was, invoegen hij dan ook betuijgde de deugdelijkheid zijner opgave ten allen tijde des gerequireerd werdende met solemneele eede nader gestand te doen met belofte wijders zo wanneer ‘er namaals nog iets mogte worden ontdekt ‘t geen tot den boedel behoord daar van als dan getrouwelijk nader opgaaff te zullen doen.

Inteeken der waarheid is deeser inventaris door dikwelsgen: Van der Merwe en ons onderget: gecomm: Weesm: behoorlyk onderteekend

Als gecomm: Weesm: A:V: Bergh, J:G: Blanckenberg

Voor den opgaaff: Johannes Jacobus van der Merwe

Mij present: J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/23.26

{18000514} 14 Maij 1800 Roelof van der Merwe

Inventaris van alle zodanige goederen als ‘er op den zeven en twintigsten der jongst gepasseerde maand April ab intestato metter dood zijn ontruijmd ende nagelaaten door den burger en jongman Roelof van der Merwe Davids zoon ten voordeele zijner ondertemeldens erfgenamen ab intestato, te weten

a) de navolgende volle broeders en zusters kinderen in d' een helfte, namentlijk 1) de kinderen van wijlen Carel van der Merwe, met namen a) Jacoba Elisabeth van der Merwe geh:d met Daniël du Toit Frans zoon
b) Sophia Susanna van der Merwe oud 17 jaaren
c) David Jacobus van der Merwe oud 16 jaaren en
d) Willem Carel van der Merwe oud 15 jaaren
2) de nagelatene kinderen van wijlen Aletta van der Merwe in echt verwekt bij den burger Carel van der Merwe Hendrikszoon, genaamt a) Hendrik van der Merwe meerderjarig
b) Sophia van der Merwe geh:wd met Jacobus van Heerden Isaaks zoon
c) Hester Cornelia van der Merwe get:d met Louw Pretorius Louws z:n
3) Johannes Jacobus van der Merwe
b) in de wederhelfte nevens de bovengemelde volle broeders en zusterskinderen, nog de ondervolgende zusters en broeders ofte derselver kinderen en kindskinderen bij repraesentatie van halven bedde, door des overledenens vader wijlen David van der Merwe bij zijne voor overledene huijsvrouw Hendrina Hensel verwekt, met namen 4) Anna Maria van der Merwe gehud met Hendrik Janse van Rensburg
5) de kinderen van wijlen Christina van der Merwe in egt verwekt bij haaren vooroverledene man Johannes Jurgen de Beer
6) de kinderen van wijlen Elsje van der Merwe in huwelijk geprocreeert bij den burger Jan Smit Jurriaanszoon
7) de kinderen van wijlen David Schalk van der Merwe bij desselfs meede overledene huijsvrouw Anna Maria Pretorius in echt geprocreeert
8) Hendrina van der Merwe weed:e wijlen den burger Willem Hendrik van der Merwe Hendrikszoon
9) de nagelatene kinderen van wijlen Isaak van der Merwe
10) de twee nagelatene kinderen van wijlen Wilhelmina van der Merwe die eenigste dogter is geweest van de overledenens broeder Willem van der Merwe, door haar in echt verwekt bij den burger Roelof van der Merwe Petruszoon, wiens namen onbekend zijn

Zodanig als deselve door mij ondergeteekende gesw: Clercq der Weeskamer aan Cabo de Goede Hoop ter op en aangaave van desselfs broeder Johannes Jacobus van der Merwe Davids zoon zijn geinventariseerd en opgenomen mitsgaders bevonden te bestaan in het volgende als

een oude wagen
een ijsere pot
een wagen kisje
vier schiet geweers
een wagen- of tent zijl
drie zacken
een plat vaatje
een bed, peuluwe, 2 kussens en een combaars
twee pistoolen
drie aarde kannen
een mand
een dissel
een passer
een ijsere potlepel
twee zadels
Beestiaal
drie rijd paarden
elff aanteelpaarden
thien trek ossen
vijfthien aanteelbeesten
negenthien schapen
zes bocken
Lijf eijgenen
een slavejongen genaamd Anthonij van de Caab , ossewagenrijder
een slavenmeid genaamd Clara van de Caab met haare twee kinderen genaamt Leentje en Hanna
Inneschulden
  Rd:s
zoo veel den overledene uijt den boedel van wijlen desselfs moeder Sophia Jansze van Rensburg weed:e wijlen David van der Merwe bij dies vereffeninge, bevonden zal worden voor erffenisse te competeeren
van den burger Andries le Roux p:r rest over koop van een os 6
van Johannes Rossouw Gabrielszoon over koop van een os 8
Lasten des boedels
    Rd:s
  aan den boedel van wijlen zijne moeder Sophia Jansze van Rensburg weed:e David van der Merwe d' oude op een onderhandsche obligatie de dato 9 Augustus 1785 aan capitaal 770:21
  met den intrest van dien à 5 pc: p:r a:o zeedert 9 Augustus 1785
voldaan aan den manhafte Jacobus Johannes Pienaar over boekschuld 6:--

Aldus geinventariseerd op den 14 dag der maand Maij in de jaare 1800 ter plaatse van den burger Johannes Jacobus van der Merwe Davidszoon genaamt d’ Eselsfonteijn gelegen in het Bockeveld alwaar de overledene is woonagtig geweest ende zulx op ‘t op en aangeven van evengemelde Johannes Jacobus van der Merwe, dewelke betuijgde zig daarinne ter goeder trouwe gedragen en zijnes wetens niets verswegen te hebben, het geen tot den boedel en nalatenschap behoorde, bereid zijnde zulx des gerequireerd werdende met solemneele eede nader gestand te doen, en verdere belofte zoo wanneer in den tijd iets tot den boedel specteerende, mogte ontdecken, als dan daarvan getrouwelijk opgaaf te zullen doen ten eijnde deesen inventaris daarmeede naar behooren kan worden geamplieerd

In teeken der waarheid, is deesen door den inventarient nevens mij geswoore Clercq en de getuijgen meede behoorlijk gesubscribeert

Als getuijgen: J: de Vries, Georg Philip Mund

Johannes Jacobus van der Merwe

Mij present: G:A: Watermeijer, g: C:

MOOC8/23.27

{18020114} 14 Januarij 1802 Jan Hendrik Lategaan

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als er ab intestato metter dood zijn ontruijmd ende naargelaaten door den oud diacon der Rode Zandsche gemeente s:r Jan Hendrik Lategaan ten voordeele van zyne by wylen zyne vooraf verstorwene huysvrouw Maria Margaretha Louw in egt verwekte kinderen, met namen

1) Jan Hendrik gehuuwd
2) Willem oud 21
3) Maria Elizabeth oud 16
4) Petrus Nicolaas oud 14
5) Beatrix oud 12
6) Benjamin Godliep oud 10 en
7) Martha Willemina Hendrina Lategaan oud 8 jaaren

Zodanig ende in diervoegen als dezelve door de ondergeteekende gecommitteerde Weesmeester zyn geinventarizeerd bestaande dezelve in de volgende, namentlyk

Een plaats ofte hofstede gen:t Aarnhem geleegen onder 't district van Drakenstein
een plaats ofte hofsteede gen:t [ ..... ] als voren geleegen onder 't district van Drakenstein
een stuks erf pagt land ter groote van drie morgen gelegen onder 't voorm: district van Drakenstein aan de Oude Rode Zants Cloof

Bevinde zich ter eerst gem: plaatse Aarnhem in ‘t woonhuys en aldaar

In 't voorhuijs
twee spiegeltjes
drie hoek rakjes en waarop
een parthij porc: en glaswerk in zoort
een cyffer leij
een opslag tafel
twee tee tafels
een tee [tafels]
derthien stoelen in zoort
in twee muurcastjes
vier porc: schotels
zesthien porc: borden
een parthy teegoed
negen kommen in zoort
twee water caraffen
een tinne ketel
twee tinne trekpotten en voorts wat tinnegoed in zoort
zeven tinne schotels in zoort
twaalf aarde schotels en wat ledige bottels en flessen
een copere confoor
een copere keetel
een copere schenk blaadje
een houte baletje met eenige teegoed
een zuyker tang
een zuyker potje
een schaar
twee cop: koffij kannen
twee water emmers
een beeker
een blikke trommel
een parthy boeken in zoort
vier houte vuurstoven
In de kamer ter regterhand
twee spiegels in zoort
twee schilderytjes
een tafel
een ledikant met wit behangzel waar op
een buldzak
een peul
vier kussens en
een combaars
een ledikant met roode behangzel waar op
een buldzak
een peul
vier kussens en
een deeken
een katel waar op
een buldzak
een peul
drie kussens
een wolle deeken
een rust bank met zijn kussen
een arm stoel en kussen
zes stoelen en
vijff kussens in zoort
twee groote Bybels
een wagen kistje
twee nagt spiegels
In de agter kamer
een geweer rak waar op
twee schiet geweers
twee rakken
een kleine spiegel
een ledikant met wit behangzel waar op
een buldzak
vyf kussens en
een deeken
een ledikatel met rood behangzel waar op
een buld zak
een peuluwe
vyf kussens en
twee wolle deekens
een klere kast, waar in de klederen van d' overledene, van weinig belang zynde
vier blikke trommels
een kastje waar op
zeeven kastpotten in zoort
een tafel kastje
een lessenaar
drie kisten in zoort
een kelder met eenige led: flessen
een houte bakje
drie blikke trommeltjes
zes stoelen in zoort
twee matjes en voorts eenige rommeling
In de agter kamer n:o 2
een schuyf doosje
een spane doosje
een cop: strijkyzer
vyf blikke trommels
vyf schotels in zoort
agt bier glazen
een blikke nagt blaker en
vier borden
een brandewyns proever
In de dispens
vyf aarde potten
een aarde kan
vier aarde bakken
een coffij molen
drie cop: kandelaars
een cop: worste spuyt
een cop: keetel
drie tinne schotels
agt porc: borden in zoort
vyf tinne borden in zoort
een meel seeft
een cop: tafel crans
twee mandjes en
twee houte bakken
In de kombuijs
twee rakken
vier schotels
twee borden
een cop: strijk yzer
een yzere taatje
een yzere taatje
een cop: taarte pan
een cop: vyssel en stamper
een hand wasch baletje
een vulnis blik
twee bak kisten
een halve kistje
een brood mes
vier boter bakken
een water emmer
een baletje
drie schoorsteen kettings
twee drie voeten
zes yzere potten in zoort
een vuurtang
een asch schok
een ryst blok en stamper
een oven schop
drie yzer pot leepel
een schuyms paan
een vleesch vork
een yzer braad pan
een yzer rooster
een yzer koekepan
vier tinne schotels
drie tinne borden
In de kelder
vier kuyp balies
twee stuk vaten
zesthien leggers
twee halve leggers
twee bier pypen
een cop: kraan
een tregter
twee emmers
een vaatje met wat zwavel
een baletje en wat rommeling
In de wyn kelder n:o 2
een brandewyns ketel, met zyn toebehoren
twee leggers met wat azyn
een led: legger
een half legger met azyn
twee led: [legger]
een half aam
een anker vaatje met brandewyn
een tregger
een kannetje
twee cop: tregters
twee dop haken
een oude legger
een half aam
twee baletjes
twee rakken
negen matten
een trap balij
In de wagen huys
een osse wagen en toebehoren
een kar
een coorn harp
twee oude vaten
een teer vat
tien planken in zoort
een span tuygen
[ ..... ] mudde zout
twee teer putzen
vyf osse huyden
twee eggen met yzer tanden
twee ploegen
In de smitz winkel
een blaas balk
een aambeeld
een spierhaak
een onbeslagen paarde wagen
een draaij bank
twee balies in zoort
twee schoefstokken
twaalf yzer staven in zoort
vyf voer
vyf tangen
zes hamers in zoort
een en twintig smitz hamers
negen ploeg scharen en
voorts een parthy oud yzer werk en smitsgereedschappen in zoort
vier rem kettings
In de fleesch kamer
een yzer balans en twee houte schalen
zeventig lb: gewigt zo loot als coper
een boter karn
twee vleesch balies
twee oude kisten
een slag bank
een tafel
twee planken
een wasch balij
een gieter
zeven [thien] lb: gesmolte vet
vyf aarde potten in zoort
een porc: pot
een hak mes
In de timmermans winkel
twee schaaf banken
een snij bank
een kraan zaag
een span zaag
derthien boren in zoort
thien bytels
twee dissels
drie passers
vyf snymessen
agt bylen in zoort
een parthy timmermans gereedschap
een groote kist met rommeling
thien graven
vyf pikken
een tuyn haak
vier schoffels
zes koevoeten
een parthy manden in zoort
een slyp steen
een verf steen
een wagen kistje
vyfthien zakken in zoort
vier mudde uyen
veerthien zikkels
drie zadels en toebehooren
een snoeij mes
een cop: keteltje
een hand boeij en voortz
eenige houd werk en gereedschappen
In t molen huys
drie kaste
een schepel en
eenige molen gereedschappen
In een voer kamer
een hakzel bank en twee messen
twee groote yzer potten
elf en een half mud coorn
Op de werf
een lange leer
een parthy houtwerk in zoort
zes en zestig spaken
In een buyten kamer
twee katels waar op
een buldzak
vyf kussens en
een combaars
twee kisten
een stoel
een bank
een kapstok
zeeven duyzend zeven hondert gerven cooren
agt hondert gerven garst
zes hondert gerven rog
twee duyzend gerven haver
Beestiaal
een ryd paard
zeeven wagen paarden
een hengst
negen aanteel paarden
een en twintig trek ossen
een jonge bul
een jonge vaersje
twee hondert drie en twintig hamels
vyfthien capater bokken
twee hondert negen en veertig schapen
een en veertig bokken
een vark
Leyf eigenen
een slave jongen gen:t Valentijn van Madagascar zynde een wagenryder
een slave jonge gen:t David van Madagascar zijnde hoog bejaard
een slave jonge gen:t Cupido van Madagascar
een slave jonge gen:t Africa van Madagascar
een slave jonge gen:t Maes van Mosambicque
een slave jonge gen:t Jephta van Mosambicque
een slave jonge gen:t Samson van Mosambicque
een slave jonge gen:t Ezau van Mosambicque
een slave jonge gen:t Alexander van de Caab
een slave meid gen:t Mina van Boegies met haar twee kinderen Abzalon en Eva beide van de Caab
Crediten des boedels
    Rd:s Rd:s
  aan contanten eene somma van een hondert twintig ryxd:s en 30 st: zegge   120:30
voldaan den 3 Junij 1802 van Hendrik de Waal d' oude over contant geleende penn: blykens onderh: obligatie de dato 4 Maij 1792 aan cap:l drie duyzend gulden ofte   1000:--
  met den renten zed:t den 4 Maij 1800
  van Jacob Laubscher Pieterz over contant geleende penn: blijkens onderh: obligatie de dato 1 Maij 1795 aan cap:l twee duyzend guld: ofte   666:32
  met de renten zedert 1 Maij 1800
  van Johannes Meeko over contant geleende penn: bl: schepen kennis de dato 26 Maij 1797 aan cap:l groot zes duyzend guldens ofte   2000:--
  met de renten zed:t [ ..... ]
  van Carel Wynand Theron over contand geleende blykens onderh: briefje de dato 16 April 1801 een somma van een en twintig hondert guldens ofte   700:--
  met de renten zed:t 16 April 1801
  van Johannes Jacobus du Toit over contant geleende blykens ond: obligatie aan capitaal per rest drie hondert guldens ofte   100:--
vold: van Matthys Michielse Basson Jansz: over koopp: van den opstal der lenings plaatz gen:d de Hartebeeste Craal geleegen aan de Zanddrift een zomma van vijf duiyzen agt hondert gulden ofte   1933:16
bij de generale boedelreekening opgebracht van Jan Hendrik Lategaan de jonge over koop van een paarde wagen de somma van 100:--
  over een half aam wyn 4:--
  over 12 lb: yzer 1:24 125:24
vold: van Cristiaan Carsten over boekschuld   24:--
  van Gert Koetze over boekschuld   6:--
  van Barend de Klerk over boekschuld   3:--
  van Paul Hugo over boekschuld   4:--
  van Jan Basson Jansz over boekschuld   0:24
  van Hendrik Lombaard over boekschuld   4:24
  van Floris Fisscher d' oude over boekschuld   159:10
vold: van Jan Visagie voor een led: halfaam   2:--
  van Charl Oberholster over boekschuld   6:--
  van Hendrik de Waal over boekschuld   [ ..... ]
  van Jacobus Greyling over boekschuld   27:9
  van Jan Mecho over boekschuld   4:32
voldaan van Nicolaas Walters over boekschuld   25:32
voldaan den 22 Feb:y 1802 van Stephanus Smith St:s over boekschuld   32:--
  van Frans Joubert over boekschuld   13:--
  van Pieter Erasmus over boekschuld   2:18
  van Frans Smith over boekschuld   16:30
  van Willem Myburg over 2 mud coorn geleend   [ ..... ]
  van Daniel Lambregtz over boekschuld   23:--
  van Andries de Klerk over boekschuld   2:6
  van Jacobus Vos over boekschuld   14:8
  van Nicolaas Smith over boekschuld   53:--
  van Jan Kotzee over boekschuld   2:42
Lasten des boedels
    Rd:s
  aan Willem Lategaan over zo veel hem voor moederlyk erfdeel competeerd blykens acte de dato 27 Aug:s 1796 weens Heeren gecomm: Weesm: gepasseerd eene somma van 1150
bij de geslootene generale boedelreekening ten laste gebragt aan Maria Elizabeth Lategaan over zo veel haar voor moederlyk erfdeel competeerd blykens acte de dato 17 Aug:s 1796 weens Heeren gecomm: Weesm: gepasseerd eene somma van 1150
aan Petrus Nicolaas Lategaan over zo veel hem voor moederlyk erfdeel competeerd blykens acte de dato 17 Aug:s 1796 weens Heeren gecomm: Weesm: gepasseerd eene somma van 1150
aan Beatrix Lategaan over zo veel haar voor moederlyk erfdeel competeerd blykens acte de dato 17 Aug:s 1796 weens Heeren gecomm: Weesm: gepasseerd eene somma van 1150
aan Benjamin Godliep Lategaan over zo veel hem voor moederlyk erfdeel competeerd blykens acte de dato 17 Aug:s 1796 weens Heeren gecomm: Weesm: gepasseerd eene somma van 1150
aan Martha Wellemina Hendrina Lategaan over zo veel haar voor moederlyk erfdeel competeerd blykens acte de dato 17 Aug:s 1796 weens Heeren gecomm: Weesm: gepasseerd eene somma van 1150

Werdende alhier p:r memorie genoteerd

1) dat de in den boedel gevondene zes bedens en derzelven toebehooren aan de door de overledene minderjarige kinderen bij taxatie zyn gelaten als

    Rd:s
alle bij de gemeene boedelreekening opgebragt een aan Willem voor eene somma van 50
een aan Maria Elisabeth 50
een aan Petrus Nicolaas voor 40
een aan Beatrix voor 30
een aan Benjamin Godliep voor 15
een aan Martha Willemina Hendrina voor 15

2) dat in zelver voegen aan de voorz: minderjarige zyn gelaaten tot berging hunner kleederen te weeten

    Rd:s
almeede bij de generale boedelreekening opgebracht aan Maria Elizabeth een kist voor 2:--
aan Petrus Nicolaas een kist voor 3:2
aan Beatrix een nuwen kist voor 4:--
insgelijks bij de generale boedelrekening opgebracht aan Benjamin Godliep een kist voor 3:--
aan Martha Willemina Hendrina een voor 1:24

3) dat de klederen van de overledene op verzoek van den gezamentlyke erfgenaamen onder de zoons zo veel mogelyk in drie eguale portien zyn verdeeld geworden

4) dat bovengen: Jan Hendrik Lategaan zyn moederlyk erfdeel uyt den boedel reets genoten heefte

5) dat aan voorm: pupil Petrus Nicolaas Lategaan in evenredigheid van ‘t geene zyne overige broeders reets uyt den boedel genoten hebben, is gelaten een zadel met zyn toebehooren.

Aldus geinventariseerd ter plaatze voorm:t gen:t Aarnhem op den 14 Jannuarij 1802 ende zulx op ‘t op en aangeeven van de in den hoofde deezer gem: Johannes Hendrik en Willem Lategaan dewelken betuigde zig daar in ter goeder trouwe gedragen en hunne weetens niets met opzet verswegen of agter gehouden te hebben dat tot de gezegde nalatenschap behoord, onder presentatie als gerequireerd werdende deeze hunne opgaave met solemneele eede te bevestigen, met belofte wyders omme wanneer hier na nog iets mogte ontdekken dat tot meerged: boedel relatie heef daar van getrouwelyk opgave te zullen doen, ten einde deezer inventaris er meede te amplieeren en is tot meerder zekerheid deeze door de inventarienten benevens d’ ondergeteekende gecomm: Weesm: ende mij Secretaris eigenhandig ondertekend

Als gecomm: Weesm: H: van de Graaff

Voor den opgaaf: Jan Hendrik Lategan, Willem Hermanus Lategan

Mij present: J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/23.28

{17990618} 18 Junij 1799 Gerrit Nic:s Jacobz

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als er op Woensdag den 12 deeser ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den burger Gerrit Nic:s Jacobsz ten voordeele zijner ondertenoemene kinderen, als

1) Jan Jacobsz mondig
2) Paul Jacobsz
3) Rynhard Jacobsz oud 24 jaar
4) Anna Catharina Jacobsz gehuuwd met Johan Nicho
5) Johan Jurgen Jacobsz oud 18
6) Gerhardus Nicolaas Jacobsz oud 12
7) Willem Jacobsz oud 10
8) Catharina Jacobsz oud 8 en
9) Douwe Gerbrand Jacobsz oud 6 jaaren

Zodanig als het een en ander door mij ondergeteekende Secretaris der Weeskamer in presentie van de ondertemeldene getuijgen zijn opgenoomen en in geschrifte gebragt bestaande dezelve in de volgende, namentlijk

een ledikant
een kist waar in de klederen van den overleedenen, zijnde van zeer weinig belang
een groote pot
twee kleine tafels
twee stoelen
een strijkijzer
een pan
vier elle laaken
een hoet
drie elle diemet
twee elle Flaamsche linnen
een schiet geweer
een zilvere degen gevest
twee hoek rakjes
een slaven jongen gen:t Jacob van Mosambicque by den burger Jan Nagel verhuurd
Inneschulden
    Rd:s
de eijsch van weegens Heeren Weesmeesteren gedaan jeegens den debiteur tot betaling deezen schulden bij vonnis van den E: Achtb: Raad van Justitie de dato 14 Maij 1800 ontzegd van Johannes Jacobsz over kooppenn: van een slavinne Marie 300:--
van Johannes Jacobsz over kooppen: van een paard 90 Spaansche matten ofte 112:24
van evengem: Johannes Jacobsz over koop van een legger wyn 60:--
van evengem: Johannes Jacobsz: over koop van een vragt houtskoolen na gissing 20:--
ingebragt van Bernhardus de Vaal over erfenispenn: den overl: competeerd uit den boedel van de wed: Visage 127:--
insolvent van Paul Joubert over betaalde borgtogt 333:16
uitlandig van Paul Joubert over betaalde borgtogt aan den geweldiger Ernst 250:--
  van Paul Theijzen voor kamer huur per rest 60:--

Aldus gedaan en g’inventariseerd op den 18 Junij 1799 ende zulx op ‘t op en aangeeven van den in den hoofde deses gem: Jan Jacobsz dewelke betuigde zig daar in ter goeder trouw gedragen en zynes weetens niets met opzet verzweegen te hebben dat tot de voorsz: nalatenschap behoord bereid zynde dezelve met eede te bevestigen, met verdere belofte zo wanneer in der tyd iets mogte ontdekken dat tot meergemelde boedel behoord daar van getrouwelyk opgaaf te doen om deeze inventaris te kunnen amplieeren, en is deeze tot meerder sekerheid door den inventariend ende mij Secretaris benevens de getuygen behoorlyk onderteekend

Als getuigen: J:s Stuwe, P:A: Poupart

Voor den opgaaf: J: Jacobsz

Mij present: J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/23.29

{18001123} 23 November 1800 Willem van Wyk

Inventaris van alle zodanige goederen als er ab intestato metter dood zyn ontruijmd ende naargelaaten door den burger Willem van Wyk ten voordeele zijne broeders en zusters zo van heele als halve bedde, namentlijk

a) die van heele bedde 1) Cornelis van Wijk
2) Dorothea van Wijk wed: Meindert Claasen
3) de nagelatene kinderen van Maria van Wijk in egt geprocreeert bij Christoffel Smith gen: 1) [ ..... ]
4) de nagel: kinderen van Johanna van Wyk in egt verwekt bij wylen Pieter Andriesen Wydeman gen:t 1) [ ..... ]
b) die van halve bedde 5) Andries van Wyk Willemsz reets zedert dertig jaaren uijtlandig
6) de nagelatene kinderen en kindskinderen van wylen Alida van Wyk in egt verwekt bij Jan Casper Brenntsz, met namen [ ..... ]
7) de nagel: kinderen van Jannetje van Wijk in huwelyk geprocreert by Herman Claazen, gen:t [ ..... ]

Zodanig ende indiervoegen als dezelve door my onderteekende ordinaire Clercq der Weeskamer ingevolge opgaaf van den burger Louis Coetzee Louisz: zijn g’inventariseerd en opgenoomen bestaande dezelve in de volgende, namentlijk

Een opstal staande op de leenings plaatz gen:t de Gerustheid geleegen aan de mond van de Kaase Rivier
een tafel
vier stoelen
een brood mes
een groote kist waar in
zes ellen blouwe laaken
een pees blouwe baftas
een pees blouwe boelang
een half p:s wit linnen
een half p:s wit zijldoek
vier elle roode baaij
eenige strengen gaaren
een halve kistje waar in de klederen van de overledene bestaande in
een blouwe jas
vyf baatjes
vier broeken
vier hemden
drie paaren kousen
een hoed
twee doeken
een paar schoenen alle van zeer weinige belang
twee paaren zilvere gespen
twe led: halve kistjes
twee oude zadels
een pak [zadels]
een bank schroef
een rooster
een koeke pan
een vuur tang
een emmer
negen zyldoekze zakken
vier tinne borden
zes porc: borden
een tinne kom
vier lepels
drie vorken
zes yzer potten
een boter vat
een boter kleine vat
een vat met wat zout
een hand moolen
zes schiet geweers
twee copere keetels
vyf porceliene commen
twee cop: kandelaars
een snuyter
een tinne trekpotje
een tobaks mes
een yzere strykyzer
drie rakken in zoort
een ploeg
twee ploeg schaaren
een katel waar op
twee buldzakken
zes kussens
twee oude deekens
twee peuluwen
een houte balans en
twee hout schaalen
thien lb: loot gewigt
een lb: loot
twee zaagen
een dissel
twee graaven
een pik
een koevoet
een zoep leepel
een parthy rommeling
een osse wagen met een tend, trektouw, jukken en toebehooren
Beestiaal
zesthien trek ossen
twee en zestig aanteel beesten
derthien paarden
een en zestig bokken
Leijf eigenen des boedels
een slave jonge gen:t Claas van Mosambicque , zedert drie jaaren fugatief
een slave jonge gen:t Coridon van de Caab oud en afgeleefd
Inneschulden des boedels
    Rd:s Rd:s
  van Isaac Johannes Dafel over koop van een wagen blykens onderhandsche briefje   70
  van Isaac van Rooyen in de Cederberg voor zes ossen een een leer   70
  van Jan Claasen Meindertz in de Roggeveld voor een zadel en een leer   25
  van Johannes Durgaard in 't Bokkeveld   12
  van Hendrik Ludeke aan den Oliphants Rievier voor een geweer   8
  van Schalk Willem Lubbe Fransz over koop een merry en een veulen   29
voldaan bij afreekening van Louis Kotze Louisz: over koop van een ketel 8
  van Louis Kotze Louisz: over zo veel van reek: van d' soveel van Schalk Voster ontfangen 7
  van Louis Kotze Louisz: over zaldo van een reek: 6 21
  van Jacobus Voster weegens koop van twee ossen   19
  van Frans Lubbe over [ ..... ] lb: zeep   [ ..... ]
Lasten des boedels
  Rd:s
aan Frans Lubbe bl: reek 86:6
aan Hendrik van Zyl 26:36
aan Louis Kotze 493:--
aan Hendrik Smith 184:--
aan Izaak Visagie [ ..... ]
aan Johannes Aug:s Freislich weg:s een onderh: obligatie 307:--
aan Migiel Evert 35:--

Pro memorie werd hier genoteerd dat Jacob Zeis, van d’ overl: voor omtrend 10 a 12 jaaren geleeden twee hondert schaapen op de helfte van aanteel heeft ontfangen zonder daar van iets te hebben gerestitueerd

Aldus g’inventariseerd op den 23 Nov: 1800 ter plaatze en ingevolge opgaaf van de in den hoofte deeses gemelde Louis Kotze dewelke betuygde hier in zig ter goeder trouw gedragen en zynes weetens niets met opzet verzweegen of agtergehouden te hebben dat tot deeze nalatenschap behoord, alles onder presentatie des gerequireert werdende met solemneele eede te bevestigen, met verdere belofte wanneer in der tyd iets mogte ontdekken dat tot deeze nalatenschap specteerd daar van getrouwelyk opgaaf te zullen doen ten einde deeze inventaris er meede te kunnen worden g’amplojeerd en is deeze tot meerder zeekerheid door den inventariend benefenens eigenhandig onderteekend

Voor den opgaaf: Lowies Kotzee

H:E: Blanckenberg

MOOC8/23.30

{18020305} 5 Maart 1802 Cornelis Coetzee , Hercules Coetzee

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als er op Dingsdag den 7 December 1801 ab intestato met er dood ontruijmd ende nagelaten zijn, door den burger, Cornelis Coetzee d’ oude en zyne meerderjarigen ongehuuwden zoon Hercules Coetzee ten behoeven van de natemeldene, te weeten

1) de nagelatene kinderen van wijlen Geertruijda Coetzee in huwelyk verwekt bij den burger Carel Erasmus, met namen a) Laurens Erasmus oud 20
b) Cornelis Johannes Erasmus oud 18 en
c) Martha Marria Erasmus oud 16 jaaren
2) Johanna Christina Coetzee gehuuwd met den burger Johannis Visser Gerritsz:
3) de nagelatene kinderen van wijlen Cicilia Jacoba Coetzee in huwelijk verwekt bij den burger Albert Smit, in namen a) Cornelia Geertruijda Smit oud 18
b) Albert Smit oud 16
c) Cornelis Johannis Smith oud 14 en
d) Martha Maria Elizabeth Smith oud 8 jaaren
4) Ockert Johannis Coetzee
5) het kind van bovengemelde Cornelis Coetzee bij Sophia Christina van Wijk verwekt en waarvan dezelve thans nog swanger is en
6) Johannis Gerhardus Coetzee

Zodanig als dezelve door de ondergeteekende gecommitteerde Weesmeester zijn opgenomen en in geschrifte gebragt bestaande die goederen en effecten in de volgende, namentlijk

De opstal der lenings plaats genaamt de Koornlands Kloof geleegen aan de Visch Rivier op 't Roggeveld
de opstal der lenings plaats genaamt de Ezels Fontijn geleegen in 't Roggeveld
de opstal staande op de lenings plaats genaamd de Vier Fontijnen geleegen over de Doorn Rivier in 't Roggeveld
de opstal der lenings plaatsen gen:t de Wolvedans geleegen over 't Roggeveld aan de Visch Rivier waar bij gevoegd de Hooij Vlakte in de Karro
de opstal staande op de lenings plaats gen:t de Riet Kuijl geleegen onder de Rogge Kloof aan de Visch Rivier
de opstal der lenings plaats genaamt de Vogel Fontijn geleegen over de Doorn Rivier in 't Roggeveld
de opstal der lenings plaats gen:t Houd den Bek geleegen aan de Visch Rivier op 't Roggeveld

In ‘t woonhuis staande op voorm: plaats de Koorn Lands Kloof

een tafel
twee kadels waarop twee bedden met hun toebehooren
drie stoelen
een foliant Bybel
een predicatie boek
een schenk tafel
vyf stoelen in zoort
een kopere keetel met een kopere comfoor
een kopere zuijker bus
een tinne trekpot
een kist waar in
een zilvere snuifdoos
een paar zilver schoegespen
twee paar zilvere kniegespen
een zilvere hals slot
een zilvere kam
een vuurslag en vyf staalen
[ ..... ] tinne schootels en borden in zoort
een parthij bouteiljes
een porcelaine vlesch
een porcelaine scheerbekken
een aarde schootel
twee tinne zoutvaatjes
zeven glaasen in zoort
een bakkist
een blikke trommel
drie water emmers
twee koopere kandelaars
een koopere water keetel
een meel zeef
een yzere koekepan
zes yzere potten
een booter bak
een hout potleepel
een slijpsteen
een handmolen
In de buijten kamer n:o 1
twee kadels
twee stoelen
een aarde kannetje
vier schiet geweeren
In een buijten kamer n:o 2
vyf rakken in zoort
een groote kist
twee wagen kisten
een parthij timmermans gereedschappen
een keldertje met zeven ledige vlessen
een stoof
twee manden in zoort
een aarde kan
een aarde pot
vijf planken
vijf koevoeten in zoort
vyf graaven
drie pikken
drie hamers in zoorte
twee hand zaagen
twee bijlen
twaalf koorn zikkels
twee Keulse kannen
een porcelaine potje, en voorts
een parthij rommeling
een houte balans met houte schalen en vijf ponden loot gewigt
een foudraal met zes scheermessen
In de buijten kamer n:o 3
twee kisten in zoort
een wagen kistje
drie ryd zadels
een pak [zadels]
een anker vaatje
een teer kan
een booter vaatje
twee stukken karsaaij
twee heele en een aangesneeden stukken boulang
twee stukken geruijt
drie stukken blauw baftas
drie verzegulde zakken waarin behalven de contanten hier na te melden de volgende goederen, als
drie stukken zyldoek
een stuk gestreept
twee aangescheurde stukken geruijt
een stuk en een lap grof linnen
een lap karsaaij
een lap Vlaams linnen
een stuk roode baaij
veerthien pakjes gaaren in zoort
een tinne trek potje
een blikke trommel
een porcelaine beeker
twaalf tinne leepels
zes stale vurken
derthien messen in zoort
twee memorie boekjes
een zilver halsgespen mitsg:s
de kleederen van den overleedenen
twee kisjes
negen neusdoeken in zoort
een chitze tjaal
een knip mes
twee vuur staalen
een tonteldoos
een paar koopere schoe gespen
twee blikke doosjes met pillen
twee pakjes gaaren en voorts
een parthij rommeling
In de paarde stal
twee rydzadels
In 't wagen huijs
een paarde waagen met zijn toebehoren
een osse waagen met zijn toebehoren
vyf ploegen
een knapzak met wat theer
In 't koornhuis
een hondert en veertig mudden koorn
dertig mudden garst
agt en dertig mudden zakken
Op de werf
thien zeederhoute planken
een huis leer
een bank schroef
een spier haak
twee slyp steenen
twee koorn schoppen
een koorn zeeft
twee vleesch vaaten
een half aam en voorts
een parthij rommeling
Op de leg plaats van den burger Jacobus Esterhuijzen in de Karro geleegen
een osse wagen
Op de leg plaats behoorende aan de plaats de Koornlands Kloof
een hondert en vier voeten planken
twee groote kisten
twee groote yzere potten
een slypsteen
vijf stoelen
Op de leg plaats gehoorende aan de plaats de Vogel Fontijn
drie balken a 16 v:t ieder
twee en veertig voeten planken
een kleine bankschroef
Bij den veld cornet de manh: Gerrit Snijman
een zilvere snuijf doos
een zilvere zak horologie
twee schiet geweeren
Bij den burger Cornelis Snijman
een zilver pijpe rietje
Lyfeigenen des boedels, als
  Oerson van de Caab
  Zeedras van de Caab
  Leeuw van de Caab anders gen:t Valentijn
bij de banditen Wolf van de Caab
  Samson van de Caab
bij de banditen Africa van Madagascar
met de dood gestraft Maurits van Madagascar
  Maneveld van Mosambique
bij de banditen David van Mosambique
  Esau van Mosambique
  November van Mosambique
  Coudou van Madagascar schaape wagter
te Stellenbosch in een tronk overleden Lea van de Caab met haar kinderen Goliat , Lena , Theresia en nog een zuygend kind waarvan men de naam niet weet op te geeven alle meede van de Caab
alle welke lijfeigenen na de Caab in hegtenis zyn gezonden except bovengem: Rachel van de Caab met haare kinderen Sara en Flora beide van de Caab
Termites van Bougies
Sabina van Bougies met haar kind Silvia van de Caab
David van de Caab
  Zeedras die nog vlugtende is en Coudou mitsg:s de slavinne Termites en de kinderen, David , Lena , Sara en Theresia die zig op de voorzegde plaats de Koornlands Kloof komen te bevinden
Beestiaal
zestig trek ossen
een en veertig aanteel beesten
negen ryd paarden
negen wagen paarden
zes en vijftig aanteel paarden
vijf duysend vyf hondert en negentig schaapen en bokken
Crediten des boedels
    Rd:s Rd:s
  aan contanten gevonden in de drie verzegulde zakken hier voorengemeld aan papieren munt eene somma van 6818:30
  mitsgaders aan zilver munt een bedragen van 365:42
  en voorts nog in den boedel zo aan zilver als papiere munt eene somma van 376:6
  maaken de te zaamen   7560:30
capitaal en renten voldaan den 10 Maij 1802 van Jan Abraham Meijer Gerritsz: voor contant geleende penn: blijk:s scheepenen kennisse d: d: 16:e April 1790 aan cappitaal eene somma van thien duijsend twee hondert guldens ofte   3400:--
  met de renten a 5 p:c:o zeedert den 16 April 1800
  van den burger Francois Jacobus du Plesies voor contant geleende penn: blyk:s scheepenen kennisse d: d: 20 Januarij 1797 groot aan cappitaal eene somma van twaalf duijzend guldens ofte   4000:--
  met de renten zeedert den [ ..... ]
den 8 Maart 1802 in mindering bet: 1 jaar renten als meede in mindering van 't capitaal ƒ3600 met den renten van Johannis Godfried Bruwer voor contant geleende penn: blijk:s scheepenen kennisse d: d: 30 Julij 1798 aan cappitaal eene somma van agt duysend guldens ofte   2666:32
  met de renten zeedert den 30 Julij 1800
  van Elizabeth Catharina Lans wed:e Jan Adam Rens over contant geleede penn: blijk:s notarieele oblig: d: d: 11 October 1797 aan cappitaal eene somma van agt hondert rijksd:s zegge   800:--
  met de renten zeedert den [ ..... ]
voldaan p:mo Julij 1802 van Balthasar Folsteed over contant geleende penn: blyk:s notarieele obligatie d: d: 5:e Februarij 1800 aan cappitaal eene somma van 1500:--
  met de renten a 5 p:co p:r a:o zeedert den [ ..... ]
vold: over contant geleende penn: blijk:s onderh: obligatie d: d: 28 September 1797 aan capitaal 800:--
voldaan den 13 Julij 1802 over contant geleende penn: blijk:s onderh: obligatie d: d: 15 Februarij 1798 aan capitaal 800:--
  met de renten a 4 p:co p:r a:o zedert den [ ..... ]
  maakende te zaamen aan cappitaal   3100:--
  van den burger Johannis Jacobus van Heerden over contant geleende penn: blijk:s notarieele obligatie d: d: 22 Februarij 1794 aan cappitaal eene somma van vier duijsend guldens ofte   1333:16
  met de renten a 5 p:co p:r a:o zeedert den 22 Febr:j 1801
  van den burger Roulof Petrus van der Merwe over contant geleende penn: blijk:s notarieele obligatie van den 12 Maart 1794 aan cappitaal eene somma van een duysend guldens ofte   333:16
  met de renten a 5 p:c p:r a:o zeedert den [ ..... ]
door den erfbeurde J:H: Visser overgenomen en bij de generaale boedelreekening opgebracht ultimo September 1802 van den burger Jacob van Wyk over contant geleende blijk:s onderhandsche schuldbrief van den 14 Augustus 1801 aan cappitaal eene somma van   600:--
  zonder beding van renten
voldaan den 17 Sept:r 1802 van den burger Frans Stephanus Marits over contant geleende blijk:s onderh: obligatie d: d: 23 October 1798 aan cappitaal eene somma van   800:--
  met de renten a vyf p:co p:r a:o zeedert den 23 8:bre 1800
  van den burger Arend de Lange d' oude over contant geleende blijk:s onderh: obligatie van den 20 Maart 1795 aan cappitaal een somma van   100:--
  met de renten a vyf p:co p:r a:o zeedert den [ ..... ]
het capitaal door den erfbeurder J:H: Visser overgenomen, en bij de generale boedelreekening opgebracht, ult:o September 1802 van den burger Floris Visser Gerritsz: over contant geleende blijk:s onderh: obligatie van den 21 Novemberr 1798 aan cappitaal eene somma van   1400:--
moetende de renten als nog ter Weeskamer werden betaald met de renten a vijf p:co p:r a:o
  van den burger Albert Venter over contant geleende penn: blijkens onderh: obligatie van den 29 Julij 1768 aan cappitaal eene somma van   100:--
  met de renten a vijf p:co p:r a:o zeedert den [ ..... ]
2 Sept: 1802 renten betaald tot heeden over in mindering van 't cap:l betaald rd:s400 van den burger Jacobus Snijman over contant geleende penn: blyk:s onderh: schuldbrief d:e d:o 15 April 1795 aan cappitaal eene somma van   1500:--
  met de renten a 5 p:co p:r a:o zeedert den [ ..... ]
is erfgenaam, en dus de schuld, bij de generale boedelreekening opgebracht, ultimo September 1802 van den burger Johannis Hendrik Visser over contant geleende penn: blijk:s onderh: schuldbrief d: d: 15 Augustus 1800 eene somma van 300:--
  mitsg:s over koop van paarden volgens desselfs eigenie opgaaf 152:--
  maakende te zaamen   452:--
van zijne bij de Wees boeken tegoed hebbende erffenispenningen afgeschreven en bij de generale boedelreekening opgebracht ultimo September 1802 van den burger Jacob Johannis Kruger over contant geleende penn: blijk:s onderhand: schuldbrief d: d: 7 October 1768 aan cappitaal p:r rest   100:--
  met de renten a 4 p:co p:r a:o zeedert den [ ..... ]
door den erfbeurder J:H: Visser overgenomen en bij de generale boedelreekening opgebracht ultimo September 1802 van den burger Jacob van Wijk over contant geleende penn: blijk:s onderh: schuldbrief d: d: 5 Augustus 1800 aan cappitaal eene somma van   400:--
  met de renten a vijf p:co p:r a:o zeedert den [ ..... ]
  van Philip Horning over contant geleende penn: blijk:s onderh: schuldbrief d: d: 1 October 1797 aan cappitaal   50:--
  met de renten a vijf p:co p:r a:o zeedert den [ ..... ]
den 18 Sept:r 1802 voldaan van den burger Willem Meyntjes van den Berg over contant geleende penn: blyk:s onderh: schuldbrief van den 6 Februarij 1794 aan cappitaal eene somma van   100:--
  met de renten a vijf p:co p:r a:o zeedert den 6 Feb:ij 1801
de renten voldaan tot 15 Maart 1802 van den burger Johannis Stephanus du Toit Jansz over contant geleende penn: blyk:s onderh: obligatie van den 15 Maart 1792 aan cappitaal eene somma van twee duysend guldens ofte   666:32
  met de renten a vyf p:co p:r a:o zeedert den 15 Maart 1801
ter Weeskamer voldaan September 1802 van den burger Andries Francois du Toit Jansz: over contant geleende penn: blyk:s onderh: schuldbrief van den 1 October 1787 aan cappitaal eene somma van vier duijsend guldens ofte   1333:16
  met de renten a vyf p:co p:r a:o zeedert den [ ..... ]
  van den burger Gerrit Diederik Victor over contant geleende penn: blijk:s onderh: schuldbrief d: d: 3 December 1801 aan cappitaal eene somma van   400:--
  me de renten a vyf p:co p:r a:o zeedert den [ ..... ]
voldaan den 5 Aug:s 1802 met de renten van den burger Andries de Wet over contant geleende penn: blyk:s onderh: schuldbrief d: d: 12 Maart 1793 aan cappitaal eene somma van   200:--
  met de renten a vijf p:co p:r a:o zeedert den [ ..... ]
door den erfbeurder J:H: Visser overgenomen en bij de generale boedelreekening opgebracht ultimo September 1802 van den burger J:B: Buijs over contant geleende penn: blykens schuldbrief d: d: 15 Junij [ ..... ] aan cappitaal eene somma van   500:--
  met de renten a vijf p:co p:r a:o zeedert den [ ..... ]
  van den burger Gerrit Coetzee d' oude over contant geleende penn: blyk:s onderh: schuldbrief d: d: 21 Jannuarij 1799 aan cappitaal eene somma van   700:--
  met de renten a vijf p:co p:r a:o zeedert den [ ..... ]
  van den burger Arnoldus Flok over contant geleende penn: blyk:s onderh: obligatie d: d: 11 Meij 1799 aan cappitaal eene somma van   100:--
  met de renten a vijf p:co p:r a:o zeedert den [ ..... ]
ter Weeskamer voldaan September 1802 van den burger Jacobus Stephanus Bruwer over contant geleende penn: blyk:s onderh: oblig: d: d: 1 September 1798 aan cappitaal eene somma van   200:--
  met der renten a vijf p:co p:r a:o zeedert den [ ..... ]
door den erfbeurder J:H: Visser overgenomen, en bij de generale boedelreekening opgebracht ultimo September 1802 van den burger David Muller over contant geleende penn: blyk:s onderh: schuldbrief d: d: 22 Maart 1800 aan cappitaal eene somma van twee duijsend guldens ofte   666:32
  met de renten a vyf p:co p:r a:o zeedert den [ ..... ]
het capitaal deeser schuld door den erfbeurder J:H: Visser overgenomen, en bij de generale boedelrekening opgebracht, ultimo September 1802 van den burger Charl Wijnant Theron over contant geleende penningen blijk:s onderh: oblig: d: d: [ ..... ] aan cappitaal eene somma van vier duysend guldens ofte   1333:16
moetende de renten als nog door den debiteur ter Weeskamer werden voldaan met de renten a vyf p:co p:r a:o zeedert den [ ..... ]
  van Johanna Theron voormaals wed:e Jacobus van Heerden en thans hertrouwd met den burger Philip Horning over koop van beesten blijkens onderh: bewijs van den 16 September 1787   50:--
  van nevensgemelde Philip Horning over contant geleende penn: blijk:s onderh: schuldbrief van den 9 Maart 1800 aan cappitaal eene somma van   200:--
  met de renten zeedert den [ .....] van   150:--
  van den burger Johannis Jacobus Akkerman over contant geleende penn: blijkens onderhandsche obligatie d: d: 27 Augustus 1798 aan cappitaal eene somma van   700:--
  met de renten a vyf p:co p:r a:o zeedert den [..... ]
ter Weeskamer voldaan September 1802 van den burger Philippus Jacobus Smith over contant geleende penn: blijk:s onderh: oblig: d: d: 30 November 1797 aan cappitaal eene somma van vier duijsend guldens ofte   1333:16
  met de renten a vyf p:c p:r a:o zeedert den [ ..... ]
  van den burger Hendrik van der Walt blijk:s onderh: schuldbrief van den 4 September 1776 aan cappitaal eene somma van   102:--
  van den burger M:P: Toute over contant geleende penn: blyk:s onderhandsche obligatie d: d: 7 Maart 1793 aan cappitaal eene somma van   500:--
  met de renten a vijf p:c p:r a:o zeedert den [ ..... ]
  van den burger Christoffel Esterhuijzen voor contant geleende penn: blyk:s onderh: oblig: van den 19 Augustus 1798 aan cappital eene somma van   800:--
  met de renten a vijf p:co p:r a:o zeedert den [ ..... ]
7, 8, Maart 1802 betaald 1 jaar renten het capitaal en verdere renten door den erfbeurder J:H: Visser overgenomen, en bij de generale boedelreekening opgebracht, ultimo September 1802 van den burger Gerrit Visser d' oude over contant geleende penn: blyk:s onderh: oblig: d: d: 13 Jannuarij 1800 aan cappitaal eene somma van vier duysend guldens ofte   1333:--
  met de renten a 5 p:c p:r a:o zeedert den 13 Jannuarij 1801
  van Leendert Haasebroek over contant geleende penn: blyk:s onderh: obligatie d: d: 13 December 1797 aan cappitaal eene somma van zes hondert guldens ofte   200:--
  met de renten a vyf p:c p:r a:o zeedert den [ ..... ]
den 8 Maart 1802 betaald 1 jaar renten van den burger Daniel Francois Joubert over contant geleende penn: blyk:s onderh: obligatie d: d: 25 Jannuarij 1800 aan cappitaal eene somma van vyf duysend guldens ofte   1666:32
  met de renten a vijf p:co p:r a:o zeedert den 15 Jann:ij 1801
  van d' edele Schalk Willem du Toit over contant geleende penn: blyk:s onderhandsche obligatie d: d: 13 December 1792 aan cappitaal eene somma van twee duijsend guldens ofte   666:32
  met de renten a vijf p:co p:r a:o zeedert den [ ..... ]
betaald den 3 Junij 1802 van den burger Willem Lodewyk van Heerden over contant geleende penn: blyk:s onderh: obligatie d: d: 30 Maij 1792 aan cappitaal eene somma van 300:--
  met de renten a vyf p:co p:a zeedert den 30 Maij 1891
  als mede nog
bij onderzoek is gebleken dat nevens gemelde rd:s1000 door W:L: van Heerden, ten behoeve van den overledenen Cornelis Coetsee, op renten zijn uitgezet over contant ontfangen blijkens onderhandsch bewijs d: d: 12 October 1797 eene somma van 1000:00
  makende te zaamen eene somma van   1300:--
  van den burger Wynand Louis du Plesies Jansz: over contant geleende penn: blijkens onderh: obligatie van den 19 November 1801 aan cappitaal eene somma van   100:--
  met de renten a vijf p:c p:r a:o zeedert den [ .... ]
  van den burger Francois du Plesies over contant geleende penn: blijkens onderh: obligatie de dato 19 November 1801 aan cappitaal   100:--
  zonder beding van renten
  van den burger Hermanus Schols over contant geleende penn: blijk:s onderh: bewijs van den meede burger Jacobus Schols d: d: 11 April 1799 aan cappitaal eene somma van   100:--
  met de renten a vijf p:co p:r a:o zeedert den [ ..... ]
  van Leopold Heuser over koop van vyf hondert schaapen blijk:s onderh: bewijs van den 19 Februarij 1800 een somma van   750:--
  van den voorleeser der Roode Zantsche gemeente Jan van der Heege blijk:s onderh: obligatie d: d: 2 Maart 1794 aan cappitaal eene somma van   100:--
  met de renten a vyf p:c p:r a:o zeedert
vold: van den burger Gerrit Matthijs van Wyk over contant geleende penn: blyk:s ond:handsche obligatie van den 4 September 1798 aan cappitaal eene somma van   800:--
met de renten a vijf p:co p:r a:o zeedert den Sept: 1800
  van den burger Hercules Petrus du Preez over contant geleende penn: blijkens onderhandsche obligatie d: d: 1 October 1797 aan cappitaal een somma van   400:--
  met de renten a vyf p:c p:r a:o zeedert den [ ..... ]
voldaan den 18 Sept:r 1802 van den burger Albert Meijntjes van der Berg over contant geleende penn: blijkens onderh: schuldbrief de dato 13 Jannuarij 1801 aan cappitaal, eene somma van 50:--
  met de renten a vyf p:c:to p:r a:o zeedert den [ ..... ]
  over contant geleende penn: blijk:s onderh: obligatie d: d: 12 Junij 1801 aan cappitaal 80:--
  met de renten a vier p:co p:r a:o zeedert den [ ..... ]
  te zaamen aan cappitaal   130:--
vold: van Johannis Fredrik Veil over koop van zeven hondert drie en zeeventig hamels blyk:s slagters briefje ter zynen lasten de dato 23 Aug:s 1801 1546:--
mitsg:s
over koop van negen hondert vier en veertig hamels blijk:s slagters briefje d: d: [ ..... ] 1888:--
te zaamen   3434:--
betaald den 3 Junij 1802 van den burger Jan Gabriel du Plesies over contant geleende penningen blijk:s onderh: schuldbrief d: d: 7 Februarij 1801 aan cappitaal   200:--
  met de renten a vyf p:c p:r a:o zeedert den 7:e Februarij 1802
door de erfbeurder J:H: Visser overgenomen, en bij de generale boedelreekening opgebracht ultimo September 1802 van den burger Gerrit Hendrik Meijer blyk:s onderh: obligatie d: d: 19 Julij 1800 aan cappitaal eene somma van   400:--
  met de verlopene renten
van zijne, volgens de Weesboeken te goed hebbende penningen afgeschreven en den boedel bij generale reekening ten voordeele opgebracht ultimo September 1802 van den burger Charl Erasmus blijk:s onderh: oblig: d: d: 10 October 1794 ene somma van   94:--
  van den burger Barend de Clercq d' oude over contant geleende penninge op een obligatie die onder de boedel papieren niet is gevonden aan cappitaal zes duijsend guldens ofte   2000:--
  met de daarop verloopene renten zedert de datum van de obligatie
  van den burger Gerrit Jacobus van Wijk over contant geleende penn: blyk:s onderhandsche obligatie d: d: 17 September 1798 aan cappitaal eene somma van   300:--
  met de rente a vyf p:c: p:r a:o zeedert den [ ..... ]
den debiteur erfgenaam zijnde, is deese schuld bij de generale boedelreekening opgebracht ultimo September 1802 van bovengem: Johannis Gerhardus Coetzee over contant geleende penn: volgens desselfs eigene opgaave   400:--
ten lasten der erfgename Cornelia Geertruijda Smith en ten voordeele des boedels bij de generale boedelreekening opgebracht, ultimo September 1802 van den burger Gerrit Snijman blyk:s onderh: oblig: de dato 25 September 1797 aan cappitaal eene somma van   50:--
  met de renten a vyf p:c: p:r a:o zeedert den [ ..... ]
  van den burger Frans Kruger blyk:s onderh: bewijs d: d: 29 Aug:s 1799 aan cappitaal eene somma van   97:--
  van Johannis Stephanus Visser voor koop van een hondert schaapen blyk:s onderh: bewijs van de 7 November 1798 p:r rest   37:24
  van den burger Pieter Visagie over boekschuld   7:--
  van den burger Frans Botha knegt van d' edele Philippus Albertus Meijburg over boekschuld   6:--
  van de wed:e Hendrik Korf over boekschuld   3:12
  van Johannis Esterhuijsen over boekschuld   3:24
  van Gijsbert van Schalkwijk over boekschuld   1:24
  van Petrus van der Merwe over boekschuld   3:36
ten lasten der erfgename Cornelia Geertruijda Smith en ten voordeele des boedels bij de generale boedelreekening opgebracht, ultimo September 1802 van Gerrit Snijman over boekschuld   3:24
  van Jacobus Esterhuijzen over geleende een mud koorn   [ ..... ]
  van Gerrit Coetzee d' oude over boekschuld   1:12
  van Frans Botha over geleende een mud koorn   [ ..... ]
  van Barend Lubbe over boekschuld   2:36
  van Abraham van Wijk over geleende
  drie kapsteilen [ ..... ]
  drie spaane balken [ ..... ]
  vyf en twintig sparren en [ ..... ]
  een hondert boschen stroo [ ..... ]
is efgenaam, en deese schuld bij de generale boedelreekening opgebracht ultimo September 1802 van Ockert Coetzee over boekschuld   2:36
  van Ockert Vermeulen over boekschuld   2:36
  van de manh: Gerrit Marrits over geleende een mud meel   [ ..... ]
Lasten des boedels, als
    Rd:s
bij de generale boedel reekening ten lasten gebracht ultimo September 1802 aan den burger Willem Esterhuijzen over veschotten door hem gedaan bij den gewoone opgaaf van des overleedens vee en effecten 25:--
  aan bovengem: Johannis Gerhardus Coetzee over contant geleende penn: aan wijlen zynen broeder Hercules Coetzee blyk: onderh: briefje d: d: 13 November 1801 150:--

Werdende alhier per memorie genoteerd:

1) dat de kleederen van den overleedenen onder de twee eenige nagelatene zoons bovengem: Ockert Johannis en Johannis Gerhardus Coetzee op derzelven daarom gedaane verzoeken zo veel mogelijk in twee eguale portien zijn verdeeld geworden en

2) dat ‘t geene verder door de overleedene is gedragen geworden almeede onder approbatie van ‘t Collegie aan dezelve bij taxatie is afgestaan, te weeten

Aan Ockert Johannis Coetzee
    Rd:s
bij de geslootene generale boedelreekening opgebracht ultimo September 1802 een zilvere hairkam voor 6
een zilvere halsslot 2
een p:r zilvere kuytgespen 4
een p:r zilvere schoegespen 6
een zilvere snuyf doos 8
een stel zilvere knoopen 4
Te saamen   Rd:s30

mitsg:ds

Aan Johannis Gerhardus Coetzee
    Rd:s
bij de geslootene generale boedelreekening opgebracht ultimo September 1802 een zilvere snuijf doos voor
een zilvere kniegespen 5
een zilvere hals gespen 3
een zilvere horologie 25
Te saamen dus voor   Rd:s41

Aldus gedaan en g’inventariseerd ter woon plaats voorm: op den 5:e en 6:e Maart 1802 ende zulks op het op en aangeeven van meergezieteerde Ockert Johannis en Johannis Gerhardus Coetzee dewelke verklaarden zig daar omtrend ter goeder trouwe gedragen en niets met opzet versweegen of terug gehouden te hebben ‘t geen tot de voorzyde boedels specteerde in voegen zijn dan ook getuijgd en de deugdelijk hunner opgaaven ten allen tyden des gerequireerd werdende met solemneelen eede nader te zullen bevestigen met belofte wyders zo wanneer er namaals nog iets mogte worden ontdekt ‘t geen tot den boedel behoord, daarvan als dan getrouwelijk nadere opgaave te zullen doen, ten einde deesen inventaris daar meede te kunnen amplieeren.

In teeken der waarheid is deese door mij ondergeteekende gecom: Weesmeester nevens de inventarientten en mij Secretaris meede behoorlijk onderteekend

Als gecomm: Weesm: H: van de Graaff

Ockert Johannes Coetzee

Johannes Gerhardus Coetsee

Mij present: J:P: Faure, Secret:s

Ampliatie

Inneschulden
    Rd:s
den debiteur meede erfgenaam zijnde is de nevensgemelde schuld bij de generale boedelreekening op gebracht ultimo September 1802 van Johannes Gerhardus Coetzee over so veel hij volgens zijne op heeden gedane opgave wegens zekere maatschappij die hij met wylen zijne broeder Hercules Coetzee heeft gehad voor zijn aandeel moet betalen aan desselfs boedel 40

Ter Weeskamer aan Cabo de Goede Hoop den 2 April 1802

Mij present: J:P: Faure, Secret:s

Nadere ampliatie

Inneschulden
    Rd:s
deese schuld is almede ten lasten van den debiteur, en ten voordeele des boedels, bij de generale boedelreekening opgebracht ultimo September 1802 Johannes Gerhardus Coetzee over zo veel door hem moet worden ingebragt voor de aan hem bij tauxatie gelatene goederen blykens resolutie van gesterige datum 30

Ter Weescamer aan Cabo de Goede Hoop den 15 April 1802

J:P: Faure, Secret:s

Nadere ampliatie

Inneschulden
  Rd:s
van Gijsbert Roos over contant ontfangene penn: blijkens onderhands briefje de dato 14:e December 1785 aan capitaal 100
met de verlopene renten zedert [ ..... ]

Ter Weeskamer aan Cabo de Goede Hoop den 23 September 1802

J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/23.31

{180011} [ ..... ] November 1800 Fredrik Prenger

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als er ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den koksmaat van de banditen Fredrik Prenger ten voordeele zijner bij wijlen zijne vooroverleedene huijsvrouw Elizabeth Kolbeek in echt verwekte vijff minderjarige kinderen, in namen

1) Maria Margaretha oud 16
2) Johanna Margaretha oud 14
3) Margaretha Johanna oud 12
4) Delia Carolina oud 10 en
5) Fredrik Bernardus Prenger oud 6 jaren

Zodanig als het een en ander ingevolge opgaaff van den opzigter over gem: banditen P: Landwerk door ons ondergeteekende ordinair Clercq en Bode zijn opgenomen en g’inventariseerd, bestaande alle dezelve in de volgende, namentlijk

In een der vertrekken bij ‘t Casteel aan de Batterij Imhoff geleegen, alwaar den overleedene is woonagtig geweest

een rak
een eetens tavel
vier stoelen
een kelder met 13 led: flessen
een defecte ledikant
een vierkant taveltje
een oude bierpijp
een oude halff aam
een ijzere pot
een coffer waar in
twee rokken in zoort
een jekker
een blaauw lakense broek
vijf baatjes inzoort
drie hembden
twee doeken in zoort
twee dassen
vijff p:r kousen
een serviet met wat kindergoed
een zwarte das
een fluweele lap
een p:r schoenen
een kist waar in
een mandje met wat glase bekertjes, een blikke [bekertjes] en een ring met een glase steentje
een zakje met 12 rolletjes spenaal
een handschroeff
een kogel vorm
een kouwbijtel
een harpoen
een kopere plaat
twee ijphore rotting knoppen
een blaauwe zijde doek
een zijldoekse dwarzak
een zakje met 2 scheermessen
wat Hottentots coralen
een oude brievetast
een boek en voorts
wat oude lappen
Crediten des boedels
  Rd:s
aan contanten in dezelve gevonden een pagoot ofte 2
van Maria Magdalena Wensch huijsvrouw van Carel Goon op een onderhandse briefje de dato 6:e Maart 1794 sestig rd:s zegge 60
Dibieuse inneschulden
  Rd:s
van Johan Godlieb Erff op een onderhandsch briefje van 25 Octo:r 1795 zeventig rd:s zegge 70
van Johan Wil:m Nortman voor een paar schoenen meede op een onderhandsch briefje 2

Aldus na gedane ontzegeling g’inventariseert en opgenomen op den [ ..... ]November 1800

Voor den opgaaff: C:s Lambrechts

Ter onzen overstaan: P:E: Faure, W:J: Kolver

MOOC8/23.32

{18010328} 28 Maart 1801 Jochem Hendrik Bartman

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als ‘er op Maandag den 23:e deeser ab intestato met ‘er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den onder afgeschreeven van gagie gestelden soldaat in dienst der geweesene Hollandsche Oost Indische Compagnie Jochem Hendrik Bartman, ten voordeele zijner onbekende uitlandige erffgenamen, zodanig als het een en ander ingevolge opgaaff van Laurens Kock door ons onderget:de ord: Clercq en Bode zijn opgenomen en ingeschrifte gebracht, bestaande alle dezelve in de volgende, namentlijk

een hoeke rak
een pijpe rak
een rak groter
een grote tavel
een oude hoeke kasje
een kapstok
drie stoelen met vier kussens
een ledikant waar op
een bulsak
twee kussens en
een laken
een stooff
twee oude schermen
een kelder met 13 flessen
een kist waar in
twee hembden
een mutz
een paar kousen
een blaauwe rok
vier baatjes
drie broeken
een neusdoek
een ronde hoed
een p:r oude laarsen
een p:r schoenen
een bed laken
twee slopen
een lap laken en een lap gingang
een parthij oude lappen
drie broeken
een pars ijzer
vier scharen en een priem
een el
een doosje met 2 naaijringen en 1 bril
twee oude klederborsels
een nijptang
een handzaag
drie trommels
een cijverlij
een rotting
een stevel knegt
een tinne trekpot
een wit aarde trekpot
een rolstok
een stoffer
twee kopere kandelaars
een hamer
een snuijter
een defecte sabel en 1 pomp
een kleijnder kist waar in
drie aarde potjes
twee commen en een zoutvat
een blikke rasp
een tabakzak
twee ledige kisten
een schuimspan
een vleesch vork
een drievoet
een vuurtang
een schop
een rooster
een koekepan
een vuurtest
twee emmers
een bijl
een coffij ketel
een confiture pot
een paar zilver schoen en kuijd gespen
een paar goude hand knoopjes
een parthij rommeling
Crediten des boedels
    Rd:s
voldaan aan contanten in dezelve gevonden 1:6
Lasten
  Rd:s Rd:s
aan Mina van Batavia over 2 maanden kamer huur a 5 rd:s p:r maand 10
aan kost penn: 4 14

Aldus na gedane ontzegeling g’inventariseert en opgenomen op den 28 Maart 1801

Voor den opgaaff: L: Kock

Ten onzen overstaan: P:E: Faure, W:J: Kolver

MOOC8/23.33

{18010419} 19 April 1801 Herm:s Lucas Crause , Anna Stols

J: Ackerveld

Inventaris van alle zodanige losse goederen, slaven, beestiaal etc:a als ‘er door wylen den burger Herm:s Lucas Crause d’ oude en desselfs meede kort te vooren overleedene huisvrouwe Anna Stols in gemeenschap bezeeten en door beider overlyden ontruimd en nagelaaten, mitsgaders heeden opgenoomen en in waaren weesen bevonden zyn geworden, als

Een opstal der leeningsplaats, gen:d de Rietfontein , gel: aan 't boven eind van d' Oliphants Rivier in de Baviaanskloof
In 't woonhuis aldaar
een kleine kast
een kastje
een lessenaer
een kist met een hangslot
twee tafels in zoort
vier stoelen, waarvan 2 defect
vier rakken
een leepel rak
een kapstok
twee schietgeweeren
negentien borden in zoort
twee schootels
twee spoelkommen
drie kopjes met pierings
drie keetels in z:t waarvan een defect
een confoor
een koffykan
twaalf tinne leepels
twee tinne soepleepels
twee staale vorken
drie blikke trommels, waarvan een defect
vier kleine porcelaine beelden
twee beekers
twee kandelaars
een snuiter
twee tinne soutvaatjes
een tinne kom /:defect
twee spiegels in z:t /:defect
twee koffymolens /:defect
een meelzift
een aarde kan
een aarde kom
een bl: tregter
een trekpotje /defect/
twee kelder flessen
een glas
een strykyzer
een hand zaag
een hamer
vier sikkels
een kadel
een bulzak
een peul
twee kussens
een combaars
ses ysere potten, waarvan een defect
vier emmers
een botervaatje
In een buiten vertrek
twee leedige leggers
een leedige halve legger
een leedige bierpyp
seven leedige halfaamen, waarvan vier defect
een trapbalie
twee karnvaaten
twee botervaaten, waarvan een defect
twee kleine brandewyns keetels
vier legger hoepels
een zadel
een tentzyl
vier graaven
een boervats bout
een koornsift defect
Op de werf
een ploeg met zyn toebehooren
een ossewagen met zyn trekgoed
Beestiaal
ses en dertig zo geleerde als ongeleerde ossen
drie en seventig aanteelbeesten
een hondert en negentien schapen en bokken
Lyfeigenen
een slavinne gen:d Aletta van Mosambique
een slavinne gen:d Spasie van de Kaap
een slavejongetje gen:d Lindor van de Kaap
Schulden
  Rd:s Rd:s
aan Casp: Bodenstein volg:s reek 89:7
waarop van Joh:s Crause ontfangen 30:--
blyft dus   59:7
aan Anth: Nortier over drank tot de vendutie   44:--
aan Piet:r Gousch voor 4 hamels tot de vendutie   8:--
Erfgenaamen
  Christiaan Fredrik Crause
  Hermanus Lucas Crause de jonge
  Johannes Dirk Crause
  Elisabeth Crause getr:d met Abel Erasmus
  Christina Crause getr:d met Casp:r Bodenstein
  Helena Crause oud 13 jaar, woonagtig by haar broeder Herm:s L:s Crause
nog een stag van moeders weegen alleen Wessel Sevenster, oud 22 jaaren
Maria Sevenster, getr:d met Gerrit Joh:s van Imwegen

Aldus gedaan en g’inventariseerd ter plaatse opgem:d op den 19:de April 1801 volgens ‘t op- en aangeeven van Christ:n Fredrik en Joh:s D:k Crause, dewelke betuigden hierinne ter goeder trouwe te hebben te werk gegaan en niets huns weetens versweegen of agter gehouden, en mits dien bereid deese hunne opgaaf ten allen tyden des vereischt met solemneele eede te bevestigen; wyders met beloften zo iets nader tot den boedel specteerende mogten komen te ontdekken, deesen inventaris daarmeede te zullen amplieeren, en zulks in ‘t byweesen van d’ adjunct bode Theodorus Muller en den geweesen opsigter Nic:s Orbane, als getuigen. De minute deeses is na behooren geteekend en geschreeven op een zegul van 12 st:s

‘t Welk ik getuige: A:s Stockenstrom, Secret:s

MOOC8/23.34

{180004} [ ..... ] April 1800 Carel Philip Zastron , Anna Wilhelmina Woeke

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als er in gemeenschap bezeeten zyn geweest by den chirurgyn der burgery, de manhafte Carel Philip Zastron en juffrouw Anna Wilhelmina Woeke, mitsgaders van de zyde des eerstgemelde, op den 8:ste deezer loopende maand April, ab intestato metter dood ontruimd ende nagelaaten, ten voordeele van desselfs opgem: zyne huisvrouw thans weeduwe ter eenre, mitsgaders hunne by elkanderen in egt geprocreeerde kinderen, genaamd

1) Engela Hendrina oud 11 ter andere zyde
2) Wilhelmina Carolina oud 9
3) Maria Josina oud 7 en
4) Carel Maurits Zastron oud 2 jaren

Zodanig als dezelve, ter op en aangave van bovengem: mejuff:w de weduwe Zastron door ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren zyn geinventariseerd en opgenomen, mitsgaders te bestaan in ‘t volgende, namentlyk

Een huis, neevens de daar annexe pakhuizen, en erven, staande ende geleegen in deeze Tafelvalley in 't Blok F: en aldaar No: 5 , groot in zyne grond negentien quadraad roeden, dertig quadraad voeten, en een hondert gelyke duimen; door den overleedene voor de somma van agt en veertig duizend guldens Indische valuatie, van den gezwore translateur Henry Rozelt gekogt, dog van welk huis en erf door voorm: Roselt, voor als nog geen transport is gedaan
een huis, mitsgaders twee pakhuizen ende derzelve erven, staande ende geleegen in deeze Tafelvalley , in de Lelie Straat in 't Blok K: en aldaar een gedeelte van No: 1 , te zaamen groot in haren grond twintig quadraad roeden, blykens transport in dato 7 July 1797, door de manhafte Petrus Jesse Mulder aan den overleedene gedaan

In ‘t eerstgemelde huis op ‘t Kerkplein en aldaar

In 't voorhuis
een klok lantaarn
In de voorkamer ter regter hand
twee ophaal gordynen
een spiegel en twee lusters met vergulde lysten
zeven schilderyen in zoort met vergulde lysten
een [schilderyen] met een zwart lyst
een bureau met koper beslag, waar in eenige papiere des boedels
twaalf stoelen, en twee leuning stoelen met vaste groene trype kussens
een tafel
zes kleine quispedooren
een cabinet met zilver beslag, volgens opgaaf van mejuff:w de weduwe Zastron, toebehoorende aan Philip Snegelsberg waar in
eenige kleederen en voorts
agt bedde lakens
twaalf kussen slopen
seven tafel lakens
drie douzyn servietten en
twintig handdoeken
In de voorkamer ter linker hand
twee witte ophaal gordynen
twee spiegels met vergulde lysten
zes vierkante spiegels met vergulde lysten
vier ovale spiegels met vergulde lysten
een vierkante [spiegels] met een zwarte lyst
een speel tafel
twee spiegel tafels met dubbelde laden
een rustbank
twee gueridons
twee geelkope quispedoren
een klein voet tapytje
zes vuur stoven
voorts nog
een spigel met vergulde lyst, volgens opgaaf van mejuffrouw de weeduwe Zastron aan Carel Willem Dieleman en
twaalf stoelen met rode trype sittinge en leunings aan voorm: Philip Snegelsberg toebehorende
In de gaandery
een ophaal gordyn
twee elusters met vergule lysten
agt schilderyen in zoort
een eetens tafel
twee vierkante [tafel]
een tafel met een steene blat
een tafel castje
twaalf stoelen en een leuning stoel met vaste rode trype sittinge
twee leuning stoelen met leedere kussingen
In twee muur kastjes
een rood kopere thee machine
een wit kopere wasch lampet
zes pletty kandelaars
een kleine compositie thee machine
een kleine melk kan
een kleine trekpot, en voorts
eenig glaswerk en thee goed in zoort
In de gaandery kamer
een geruite ophaal gordyn
een spiegel met een bruine lyst
zeven schilderyen in zoort
twee tafeltjes
twee wagen kistjes
een zieke leuningstoel
zes stoelen met ledere kussens
een houte leuning stoel
een klein boeke rakje waar op
een groot schryfboek en voorts
een party boeken in zoort
drie ophaalders planken
drie sasinetten
een spuw baley
In de provisie kamer
een tafel kastje
een lantaarn
twee kiste waar in eenige huis provisie
een vlige wayer, en voorts
een party ledige flessen en bottels
In de dispens
een eetens kast
een kopere taarte pan
een kopere thee machine
vier kopere kandelaars
een kopere blaker
een kopere ketel
drie schenkbladen in zoort
zeven blikke couvertures
vyf blikke bakken
twee blikke soup potten
een blikke thee ketel
een blikke coffy kan
een blikke vergiettest
drie blikke trommels in zoort
vier stryk yzers
een coffy molen
een blik blakertje
een blik sous potje
een yzere castrol
twee boter vaatjes
drie blikke verlakte comforen, en voorts
eenige flessen, bottels, aarde potten, porcelain en ander aarde werk, mitsgaders rommelary in zoort
In de bottelary
eenige ledige bottels en wat glaswerk in zoort
een zadel
In de combuis
een ovale klap tafel
agt yzere potten in zoort
twee schoorsteen kettings
twee drie voeten
twee yzere roosters
drie koeke pannen
een poffertjes pan
een kopere castrol
een wafel yzer
drie potlepels
twee vleesch vorken
een schuim spaan
een vuurtang en een asschop
een kopere kook ketel
een grote kopere vyzel met zyn stamper
twee water halfaamen
twee water emmers
een oud ryst blok
een hakke bord
een hout byl
een boter vaatje
een oude combuis tafel /:defect:/ en voorts
eenige aarde potten en rommelary in zoort
Op de boven voor zolder
veerthien schilderyen met vergulde lysten
twee ordinaire spiegels
twee tafeltjes in zoort
een [tafeltjes] toebehorende aan Philip Snegelsberg
twaalf stoelen en twee leuning stoelen met leedere kussens
twee spuw balytjes
een huis trap
vier Venesiaansche raamen
Op de boven kamer n:o 1
een kabinet met koper beslag
een tafel kastje
een vierkante tafeltje
een spiegel met vergulde lyst
zes schilderyen met zwarte lysten
zes stoelen met groene trype vaste zittingen
een ledikant met gestreept behangzel waar op
een bed, peul, vier kussens en een combaars
een cadel waar op een bulzak en twee kussens
een enkeld bed, peul en drie kussens
een zyldoekse mattras
Op de boven kamer n:o 2
een spiegel met vergulde lyst
twee schilderyen met vergulde lysten
zes ordinaire stoelen
een kindere bedsteede met laden
Op de boven kamer n:o 3
twee ophaal gordynen
een spiegel met vergulde lyst
een oude schildery
een cabinet met zilver beslag waarin eenige kleederen aan mejuffrouw de weduwe en kinderen behorende en waar op
een stel porcelaine potten
zes stoelen
een gueridon
een ledikant met gestreept behangzel waar op
een bed, peul, twee kussens en een chitze combaars
een kadel waar op
een bed, peul, drie kussens en een chitze combaars
een kindere kadel waar op
een bed, agt kussens en een oude chitze deeken
Op de boven kamer n:o 4
een gemak stelletje
een rys coffer
een kindere stelletje
een oud gordyn
Op de agterplaats
twee kleine ladders
twee balytjes
In de stal
een legger met een restant trouble wyn
twee halve aamen met een restant wyn
een legger azyn
een bierpyp met een restant wyn
een vat met een restant wyn
twee halve aamen met restanten wyn
twee ledige anker vaatjes
drie ledige halve vaatjes
twee bereidzel vaatjes
een oude draag stoel
een stamper
vier handspaken en voorts
eenige hoepels en wat oud houtwerk
In 't kleine pakhuis
vier leggers met wyn
een kast met eenige bottels vaderlandsche roode wyn
Op de kleine pakhuis zolder
een leedige kist
een oude hang lantaarn
een zak met een restant bereidzel
drie schiet geweers
vier koezynen
vier glaze ramen
vier houte vengsters
zes Bataviasche steenen
een kleine kelder met eenige leedige flessen
twee grote [kelder] met eenige leedige flessen
een blaas balg
een scheepel en voorts
eenige duigen, houtwerk en wat rommeling
In 't groote pakhuis
n:o 1) een legger oude wyn
n:o 2) een stukvat met oude wyn van twintig halve aamen nat
n:o 3) een stukvat oude rode ryzende wyn van twintig halfe aamen nat
n:o 4) een stukvat wyn van agt en twintig halve aamen nat
n:o 5) een stukvat met oude rode ryzende wyn van agtentwintig halve aamen nat
n:o 6) een stukvat met wyn van twintig halve aamen nat
n:o 7) een stukvat met oude ryzende wyn van twintig halve aamen nat
n:o 8) een stukvat met oude ryzende rode wyn van twintig halve aamen nat
n:o 9) een stukvat met wyn van twintig halve aamen nat
n:o 10) een stukvat met wyn van twintig halve aamen nat
n:o 11) een stukvat met oude rode ryzende wyn van twintig halve aamen nat
n:o 12) een stukvat van vyf leggers met een restant van ruim twee leggers wyn
n:o 13) een ledige halve legger
n:o 14) een ledige legger
n:o 15) een legger wyn
n:o 16) een legger wyn
n:o 17) een legger oude ryzende wyn
n:o 18) een legger met wyn
n:o 19) een legger met wyn
n:o 20) een legger met wyn
n:o 20) een legger rode ryzende muscadel
n:o 21) een halve legger met oude ryzende wyn
n:o 22) een vat met brandewyn van negen halve aamen nat
een wyn bok
een wyn slee
drie tregters
vyf kopere verlaat kranen in zoort
een bereidzel baly
twee kraan balys
drie kleine vlootjes
drie halve anker vaatjes
vyf wyn emmers
zeven ledige halve aamen
twee blikke hevers
drie blikke tregters in zoort
twee kleine handzagen in zoort
twee stukvats sleutels
twee omslag boren en voorts
een party stelling houte, planken, blokken, stophouten en eenig klein kelder gereedschap in zoort
In 't eerste pakhuis in de Lelie Straat
n:o 1) een legger met wyn
n:o 2) een vat met wyn inhoudende negen halve aamen nat
n:o 3) een legger met wyn
n:o 4) een vat met brandewyn, inhoudende tien halve aamen nat
n:o 5) een legger met wyn
n:o 6) een stukvat met wyn inhoudende agt en twintig halve aamen nat
n:o 7) een stukvat met wyn
n:o 8) een stukvat met wyn
n:o 9) een stukvat met wyn
n:o 10) een stukvat met wyn
n:o 11) een aam met brandewyn
n:o 12) een legger met wyn
n:o 13) een legger met wyn
n:o 14) een legger met circa zes halve aamen oude wyn
n:o 15) een legger met omtrend vier halve aamen oude wyn
n:o 16) een halve legger met wyn
n:o 17) een legger met rode ryzende wyn
n:o 18) een legger met circa seven halve aamen rode wyn
n:o 19) een legger met brandewyn
n:o 20) een aam met brandewyn
n:o 21) een stukvat brandewyn van agt-en-twintig halve aamen nat; waar van 't stukvat toebehoord aan de weledelen heer O:G: de Wet
n:o 22) een stukvat met wyn inhoudende agt en twintig halve aamen nat
n:o 23) een stukvat met wyn
n:o 24) een stukvat met wyn
n:o 25) een stukvat met wyn
n:o 26) een stukvat met wyn
n:o 27) een aam met brandewyn
n:o 28) een legger met rode ryzende wyn
n:o 29) een legger met rode ryzende wyn
n:o 30) een legger met wyn
n:o 31) een legger met rode ryzende wyn
n:o 32) een legger met wyn, waar van de legger toebehoord aan Jan Albertyn
een wyn emmer en voorts
eenige planken en wat houtwerk

N:B: zynde de aamen n:o 11, 20 en 27 volgens opgaaf toebehoorende aan de manhafte Carel Fredrik Langerman

In 't tweede pakhuis in de Lelie Straat
n:o 33) een stukvat met wyn inhoudende vier en twintig halve aamen
n:o 34) een stukvat met wyn inhoudende agt en twintig halve aamen
n:o 35) een stukvat met wyn
n:o 36) een stukvat met wyn
n:o 37) een stukvat met wyn
n:o 38) een stukvat met wyn van vyf leggers nat
n:o 39) een stukvat met wyn van vyf leggers nat
n:o 40) een stukvat met wyn van vyf leggers nat
n:o 41) een aam met wyn
n:o 42) een legger met circa zeven halve aamen oude wyn
n:o 43) een legger met wyn
n:o 44) een legger met wyn
n:o 45) een legger met wyn
n:o 46) een legger met wyn
n:o 47) een legger met wyn
n:o 48) een halve legger met wyn
n:o 49) een stukvat met wyn inhoudende agt leggers nat
n:o 50) een ledig stukvat van agt leggers nat
n:o 51) een stukvat met wyn inhoudende agt leggers nat
n:o 52) een stukvat met wyn inhoudende agt leggers nat
n:o 53) een stukvat met wyn inhoudende agt leggers
n:o 54) een stukvat met wyn inhoudende zes leggers
n:o 55) een legger met brandewyn
n:o 56) een legger met wyn
n:o 57) een legger met wyn
n:o 58) een legger met wyn
n:o 59) een ledige legger
n:o 60) een legger met wyn
n:o 61) een legger met oude wyn
n:o 62) een vat met wyn van seven halve aamen nat
n:o 63) een legger met wyn
n:o 64) een halve legger met wyn behorende de beide laatsgem: halve leggers aan Francois de Lettre
n:o 65) een halve legger met wyn
n:o 66) een halve legger met wat wyn
een wyn bok
eenige planken en stophouten
twee glaze pompen
In een der pakhuizen van de Logie de Goede Hoop
een cajate houte pomp
Zilverwerk
een zilver tabaks comvoor
een zilver melkkan
een zilver zuikerpotje met zyn tangetje
een zilver trekpot met zyn onderschooteltje en thee seefje
een zilver schenkbord
een zilver souplepel
twee zilver pottagie lepels
veerthien zilver leepels in zoort
agt zilver vorken
ses zilver thee lepeltjes en
een zilver confyt vorkje
Leifeigenen
een slave jongen genaamt July van Mosambicque /:kelder jongen:/
een slave jongen gen:t Samson van Mosambicque
een slave jongen gen:t Michiel van Bengalen , zynde kok
een slave jongen gen:t Damon van Mosambicque , zynde een werks jongen
een slave jongen gen:t Thomas van de Caab
een slave meid genaamd Rachel van Mosambicque
een slave meisje genaamd Roosje van Mosambicque
een slaven meid genaamd Regina van Mallabaar

Zullende de baaten en lasten des boedels, dewelke uit hoofde der irregulariteit der boeken en papieren des boedels, met geene moogelykheid exact kunnen worden opgegeven of opgenomen bij apart te formeerene reekeningen en lijsten, mitsgaders bij de generale boedelreekening, worden opgebracht en daarvan indiervoegen verantwoordinge worden gedaan.

Aldus gedaan ende geinventariseert aan Cabo de Goede Hoop, ten sterfhuijse voormeld op den [ ..... ] April 1800 ende zulx ter op- en aangave der in den hoofde deeses gemelde weduwe, dewelke betuigde zig daarinne ter goeder trouwe gedragen, en haares wetens, niets verswegen te hebben, het geene tot den boedel en nalatenschap behoord, bereid zijnde zulx des gerequireerd werdende ten allen tyde met solemneelen eede gestand te doen; en verdere belofte dat zoo wanneer in den tyd iets tot den boedel betreckelijk nader mogte komen te ontdecken, zulx ter Weeskamer getrouwelijk te zullen opgeven ten einde deeser inventaris daarmede, kan worden geamplieerd

In teeken der waarheid, is deesen inventaris, door de inventariente, nevens ons gecommitterde Weesmeesteren, ende mij gesw: Clercq eigenhandig gesubscribeert

Als gecomm: Weesmeest:n: A:V: Bergh, H: van de Graaff

W: Zastron

Mij present: G:A: Watermeijer, g: C:

MOOC8/23.35

{18020220} 20 Februarij 1802 George Tarbuck

Inventaris van alle zodaanige goederen en effecten als er op Donderdag den 18 February 1802 ab intestato met er dood zyn ontruymd ende nagelaten door den 3:e stuursman van het Engelsch particulier schipm:r George Tarbuck ten voordeele zynder onbekende uitlandige erfgenaamen, zodaanig als het een en ander, ingevolge opgaaf van den oppermeester van het alhier ter Rheede leggend Engelsch oorlog schip deMatthew Motther Well door my ondergeteekende Secretaris zyn opgenoomen en in geschrifte gebracht, bestaande dezelve goederen in de volgende, namentlyk

In het huis van mejuffrouw de weeduwe Johannes Oostendorp, alwaar de overleeden heeft gelogeerd

een kist waar in
twee blaauwe lakense rokken
twee blaauwe baaytjes en 2 blaauwe broeken
drie en dertig witte hembden
vier bonte hembden
drie en dertig baaytjes in zoort
drie en twintig broeken zo lange als korte in zoort
vier bedde lakens
seventhien paar koussen in zoort
twaalf nieuwe witte halsdoeken
twee en twintig zo witte als bonte hals en zakdoeken
een lap voer chitz
eenige lappen in zoort
een flennische poeder mantel
twee kruis banden
een steen zeep
twee paar schoenen en 2 paar steevels
negen boeken in zoort
vier boeken in zoort
een hang mat
een buldzak, 2 kussens
twe wolle en een chitze combaars
een witte catoene deeken
een kleine portefieulle
een memorie boek
twee zilvere eet leepels
een zilvere thee lepeltje
een zilvere potloodje
een paar zilvere schoen gespen
een paar zilvere broek gespen
een zilver pypje
een octant
een gedrukte Instructie voor de Oostindien
een zee kaart
een ledig kistje
vier stukjes Chineesche inkt, en voorts
eenige klynigheeden
Aan contanten in diverse specien eene somma van vier en dertig ryxdaalders en zes en dertig stuivers
Inne schulden
  £
een wissel gedateerd Calcutta 26 Aug:s 1801, getrokken door cap:t Anthony Curtis ten behove van den overleedene, ten lasten George Robsin esq:re Lower Shadwell London groot - £:t20:4sch: 20:4

Aldus na gedaane ontzegeling geinventariseerd aan Kabo de Goede Hoop op den 20 February 1802.

Als getuijgen: P:A: Poupert

In teegenwoordigheid van mij: G:A: Watermeijer, g: C:

MOOC8/23.36

{17971029} 29 October 1797 Sara Gousch

Copia

Inventaris van alle zodanige losse goederen, contanten en obligatien, als ‘er door wylen Sara Gousch, wed:we Nicolaas de Bruin in ‘t leeven bezeeten en door haar met ‘er dood nagelaaten, mitsgaders heeden opgenoomen en in waaren weezen bevonden zyn geworden, te weeten

Losse goederen
een strykyzer
vyf bottels
twee glaase olie en azyn flesjes
een tinne trek pot
drie kommetjes
twee kopjes en pierings
een paar schoenen
een paar muilen
een kopere keetel en confoor
drie oude snuifdoosen
twee oude schaaren
drie oude brillen
een potje
een zoutvaatje
een inktkoker
een els
een marlpriem
twee mandjes
een witkwast
ses steenen zeep
een wafelyzer
een ledikant en behangsel
een kadel
twee combaarssen in zoort
een bulzak
een peul
drie kussens
twee matjes
een kooygoed zak
een lantaarn
twee ledige kisten
een tafelkast
een stoel
een tafeltje
een snuifblok en stamper
een en een halve stuk bl: bafta
een stuk geruit
een stuk wit linnen
vier kleine voersitsen
twee kooylakens
negen servetten
twee handdoeken
een doosje waarin
1 pakje garen
1 veeter
1 knipmes en
wat spelden
twee oude tinne nagtspiegels
een oude tinne bord
twee oude zakken
een sleutelhaak
een beugeltas met silverbeslag
een paar goude armknoopen
twee goude ringen in een kl: hout doosje
Contanten
vier en twintig ryxd:s en vyf schell: papieremunt
drie ryxd:s of twee oude ducatons silvere munt
Obligatien
    Rd:s
vold: een ten lasten Daniel Marais groot 150
  twee ten lasten Rutger v: Huysteen groot 200
vold: een ten lasten Willem van Wyk groot 80
vold: een ten lasten And:s van Rooyen groot 40
  twee ten lasten Chr:l Snyman groot 111
  twee ten lasten Jan van Koller groot 360
  een ten lasten Elisabeth Strydom groot 60
  twee ten lasten Willem Stresau groot 100
  een ten lasten Jan Fred: Scholz groot 100
  een ten lasten Hester Gousch groot 40
voldaan een ten lasten Arn:s Voslo groot 100
voldaan een ten lasten Lamb:t Saayman groot 800
vide resolutie van den 20 Maij 1801 een ten lasten Menso Blankstein groot 155
  een ten lasten Joh:s Joach: Alberts groot 25
  een ten lasten Hendrik Stander groot 200
  een ten lasten H:A: v: Vollenhoven groot 50
  een ten lasten Nic:s Willemse groot 60

/onderstond/

Aldus gedaan en g’inventariseerd op den 29 Octb:r 1797 ter plaatse genaamd de Hectors Kraal , toebehoorende den burger Tobias Bauer, alwaar gem:e wed:e de Bruin heeft gewoond en is komen te overlyden, en zulks volgens ‘t op en aangeeven van gemelde Bauer, dewelke betuigde daarinne ter goeder trouwe te hebben te werk gegaan en niets zyns weetens agtergehouden of versweegen en dus bereid te zyn, deese opgaaf ten alle tyden met solemneele eede te zullen staaven met belofte, zo iets nader tot de nalatenschap specteerende mogte komen te ontdekken, deesen daarmeede te sullen amplieeren; en zulx in ‘t byweezen van den geregtsboode Hendrik van As d’ oude en den geweezen opzigter Nicolaas Orbane als getuigen /:was geteekend/ Tobias Bauer /:in margine stond:/ Als getuigen /:en geteekend:/ H:k v:n A:s d’ oude, N:s Orbane /:lager:/ Mij praesent /:get:d A:s Stockenström, Secret:s

Accordeert: A:s Stockenstrom, Secret:s

Per memorie: de kleederen tot ‘t lichaam van den overleedene is onder de gezamentlyke dochters, met toestemminge der broeders in egale portien verdeeld

MOOC8/23.37

{18010921} 21 September 1801 Catharina Magdalena Marits

J: Ackerveld

Staat en inventaris van alle zodaanige goederen en effecten, als met ‘er dood ontruimd en nagelaten zijn, bij Catharina Magdalena Marits weduwe wijlen den burger Johannes Slabbert d’ oude, ten behoeven van haare nagelaten kinderen

Joh:s Gideon Andries
Floris Joh:s
Gerrit Petrus
Petrus Joh:s
Gideon Joh:s
Jasper Joh:s
Maria Margaretha
Catharina
Frans Nicolaas
Maarten Joh:s
Louis Abram François en
Elsje Sophia Francina Johanna Slabbert

Opgegeven door Joh:s Gideon Andries, en Gideon Joh:s Slabbert vervolgens bij mij Joh:s Gerhardus van Diemen, Secretaris der colonie Graaf Reinet ter praesentie van de natenoemen getuigen, in geschrifte gesteld; bestaande dezelven in de volgende, namentlijk

Een opstal van de plaats, genaamd de Kleine Brak Rivier , gelegen in de Zwarte Ruggens
2 pikken
3 bijlen
3 graaven
1 bank-schroef
1 ploeg schaar, met zijn toebehoren
1 yzere koevoet
1 hand-molen
1 hand-zaag
1 dissel
wat yzerwerk
3 zikkels
1 aarde atjar-pot
1 party booren in zoort
1 kopere hagel-form
1 aarde kan
1 houte boter-bak
3 emmers
25 steenen zeep
2 boter vaten
1 boter vaatje waar in wat boter
7 schiet geweeren
1 zabel
2 pistoolen
3 kisten
8 lb: lood-gewigt
1 tinne koffy-kan
1 koper strijk-ijzer
1 koffy molen
1 blikke trommel
1 kopere vijssel
1 tinne boter potje
2 kopere kandelaars
1 aarde trek-pot
1 tinne trek-pot
1 tinne peper-doos
1 blikke theebusch
1 meel-zift
1 zout vaatje
wat rommelerij
4 praedicatie-boeken
3 osse wagens
8 mud zakken
3 aarde bakken
1 tinne schotel
2 aarde schotels
1 glase graf
2 kelkjes
1 aarde kruik
1 ijzere koeke-pan
4 ijzere potten in zoort
1 ijzere zeep pot
1 ijzere rooster
1 mandje
3 kopere ketels
1 kopere comvoor
3 bedden met toebehooren
1 ledekant behangzel
1 kleine thee-tavel
1 kopere tregter
8 tinne borden
1 tinne soupe-lepel
12 tinne lepels
9 staale vorken
5 borden
2 stoelen
1 aarde kommetje
1 anker vaatje
1 slaave meid genaamd Christina van Malabaar met 2 kinderen, in naamen Sara en Lena van de Kaap
1 slaave meid genaamd Doortje van Mosambicque
1 slaave jonge genaamd Samboe van Madagascar
1 slaave jonge van de Kaap genaamd Adonis
1 slaave meid in naame Rachel van Punto Gale bij testamentaire dispositie 18 Aug:s 1798 in vrydom gestelt en bij keuse woonagtig bij Louis Abr: Fran:s Slabbert
Beestiaal
60 aanteel-beesten
19 trek ossen
1867 aanteel beesten
1 ruin-paard
Inneschulden des boedels
    Rd:s Rd:s
voldaan den burger Andries Gouws voor contant geleende penn:   30:--
  den burger Jacobus Zwaanepoel Jacobusz: op een onderhands briefje a 5 p:r c:to 's jaars 44:--
  voor een tent-zeyl 8:-- 52:--
  den burger Francois Petrus Greeff op een onderhands briefje   35:--
voldaan den burger Jasper Joh:s Slabbert op een onderhands briefje   70:--
bij de generale boedelreekening opgebracht 15 Maart 1803 den burger Gerrit Pet:s Slabbert op een onderhands briefje a 4 pro cento 's jaars   200:--
voldaan den burger Joh:s Gideon And:s Slabbert op een onderhands briefje   184:--
voldaan den burger Pet:s Joh:s Slabbert op een onderhands briefje a 4 pro cento 's jaars   200:--
voldaan den burger Gideon Joh:s Slabbert volgens bewijs 150:--
zonder bewijs 50:-- 200:--
  den burger Matthys Booijens Barendz: op een onderhands-briefje 60:--
  op een onderhands briefje a 5 pro c:to 's jaars 200:-- 260:--
  den burger Pieter Joh:s Booijens op een onderhands briefje a 5 pro c:to 's jaars   100:--
  den burger Barend Booijens, Barendz: op een onderhands briefje a 5 pro c:to 's jaars   284:--
  den burger, Floris Joh:s Zaaiman op een onderhands briefje a 5 p:r c:to 's jaars 200:--
  den burger Gerrit Strijdom op een onderhands briefje a 5 p:r c:to 's jaars 66:5 1/3
  den burger Hend:k Wilkes voor honderd aanteel-schaapen a 6 stv:rs 't stuk 75:--
  den oud Secretaris s:r Sam:l V: Oertel op een onderhandse obligatie a 4 p:r c:to 's jaars 1000:--
  den burger Pieter Loot voor tabak 9:--
  Somma Rd:s2965:5 1/3
Lasten des boedels
  Rd:s
den burger Gidoen Joh:s Slabbert voor linnen, wijn en andere onkosten 44:--
den burger Floris Joh:s Slabbert voor huur loon van eenige ossen 10:2
den Hottentot Stuurman voor een draag-os 10:--
Somma Rd:s64:2

Aldus door de, in den hoofde deezes gemelde Joh:s Gideon Andries, en Gideon Joh:s Slabbert, onder presentatie van eede opgegeven; de welken verklaarden, zich daar in na hunne beste kennisse en weetenschap gedragen te hebben, met belofte, dat wanneer namaals, noch eenige goederen tot den boedel behoorende, mogten komen te ontdekken, dezelven insgelijks te zullen opgeven.

Actum den 21 September 1801 ter woonplaatze van Gideon Joh:s Slabbert genaamd de Lotters-Uitvlugt , ter presentie van den gerechts bode J:B: Wiese en George Fred:k Werner als getuigen, die de minute deezes, benevens de meergem: Joh:s Gideon Andries, en my Secretaris mede behoorlyk hebben gesubscribeert.

Quod attestor: J:s G:s van Diemen F:A:, Secret:s

Notitie van de naamen der minderjaarige kinderen, met bekendstelling hoe oud, en by wie dezelven woonachtig zijn

Maria Margaretha Catherina, oud 19 jaaren woond bij Joh:s Gideon And:s Slabbert
Frans Nicolaas oud 17 jaaren woond bij Petrus Joh:s Slabbert
Maarten Joh:s oud 15 jaaren woond bij Gideon Joh:s Slabbert
Louis Abraham Francois oud 13 jaaren woond bij Gideon Joh:s Slabbert
Elsje Sophia Francina Johanna oud 11 jaaren woond by Floris Fischer

F:R: Bresler

MOOC8/23.38

{18010909} 9 September 1801 Johannes Potgieter Theod:s , Susanna Maria Cronjé

J: Ackerveld

Copia inventaris van alle zodaanige goederen als ‘er door wylen den burger Johannes Potgieter Theod:s z:n en deszelfs nagelaatene weduwe Susanna Maria Cronjé, in gemeenschap bezeeten, en door den eerstgem: met ‘er dood ontruimd, mitsgaders heeden opgenoomen en in waaren weesen bevonden zyn geworden, als

Een opstal der leeningsplaats, gen:d de Platjes Drift gel: aan de Zeekoe Drift , agter de Attaquas Kloof NB: op alle drie is de recognitie voldaan tot ult:o Sept:br 1800.
een opstal der leeningsplalats, gen:d de Elandsrivier , gel: over de Gamtous Rivier aan d' Elands Rivier , onder Graaffe Reynet
een opstal der leeningsplaats, gen:d Welbedagh , gel: in de Dommerie , aan de Baken over de Gamtous Rivier , meede onder de colonie Graaffe Reynet
nog loopt op naam van den overleedene zeeker plaats, gen:d 't Zwarte Bosch gel: op de hoek van de Zeekoe Rivier Berg ; welks opstal egter door Potgieter is verkogt geworden aan Pet:s Joh:s Kemp d' oude

Losse goederen op d’ eerstgem: plaats

In 't woonhuijs
een tafelkast
een eetenskast
vier tafels in zoorten
tien stoelen in zoorten
twee kaadels
vier bedden
een groote Bybel
drie wagenkisten in z:t
drie kisten in z:t waarin
een parthy bereide vellen
een emmerbank waarop
negen emmers, meest al defect en
een balie
een spiegel
een viool
een thee machine
een koffykan
drie trekpotjes
twee peperbusjes
een kandelaar
een blaaker
twee snuiters
twee oude confooren
twee oude keetels
een schuifdoosje waarin
wat zadelmakers spykers
een verlakte toilet doosje
twee verlakte theebusjes
een verlakte trommel
een cyfferley
ses porcelaine schootels
veertig porcelaine borden, waarvan eenige defect
twee porcelaine soepkommen, beide defect
een porcelaine boterpotje
twee porcelaine beekertjes
vier porcelaine kommetjes
vier porcelaine kopjes en pierings
twee tinne schootels, defect
twee tinne kommen, waarvan een defect
vier tinne borden
twee tinne zoutvaatjes
een tinne suiker trommeltje
een tinne schenkbord
een tinne soep leepels
dertig tinne leepels
vyf tafelmessen
drie en twintig staale vorken
ses bottels
vier flessen
een glaase caraff
twee kelkjes
een blikke rasp
een aarde kannetje
drie aarde potjes
tien yzere potten, alle meer of minder defect
een rooster
een drievoet
een polleepel
een vleesch vork
twee schoorsteenkettings
In een buiten vertrek
drie halve leggers
een bierpyp
een heele aam
een halfaam
twee ankervaatjes
een kleine ankervaatje
ses botervaaten in z:t
vyf botervaaten in z:t
een kleine botervaatje
een vleesch vaatje
een boterbak
twee kleine balies
een broodmes en bank
een bak kist
een meelzift
een balans met houte schalen en eenig klein gewigt
een oude strykyzer
een oude koffymoolen
drie tentzylen in z:ten
seeven zakken
twee tygervellen in z:ten
twee buffels vellen
een elands vel
een have huid alluinleer
een parthy sool leer
een kasje met glaase ruiten
twee deur slooten, en
een parthy grendels en knippen in een defect kasje
vier schietgeweeren, waarvan drie meer of minder defect
agt oude sikkels
vier oude wingertmessen
vier oude pikken
drie oude graaven
een oude visch zeegen
ses paarde tuigen
een yzere rak
een parthy koorn schoppen
een parthy hoepels
In de winkel
een p:r onbeslagen nieuwe wagenleeren
vier stinkhoute planken
drie geelhoute planken
twee deurcosynen
een schaaf bank
een snymes
een passer
een houterasp
een omslag
drie booren in z:t
twee kraan zaagen, waarvan een defect
twee hand zaagen
een dissel
seven bylen in zoort
een kistje met eenig oud gereedschap
een blaasbalg
een speerhaak
een stuk ballast yzer
een bankschroef
een arm vyl
seven smits haamers in z:t
vier smits tangen
twee bilhaamers
twee molentappen
een koevoet
een oude wagenscheen
een oude yzer langwagen
een ploeg beugel
een ploeg spil
twee ploeg schaaren, defect
een stuk staal
seven staaven en vier stukken n:w yser, in z:t
een parthy oud yzer
Op de werf
twee oude ossewagens
een oude paardewagen
een ploeg
een eg
een slypsteen
een bankschroef
twee looyers balies
een parthy hout
Lyfeigenen
een slaave jonge, gen:d Cupido van de Kaap
een slaave jonge gen:d February van Bengaalen
een slaave jonge gen:d Jason van Bengaalen
een slaave jonge gen:d July van Bengaalen
een slave meid gen:d Roos van Batavia
een slaave meid gen:d Sara van de Kaap
Beestiaal
drie hondert twee en tachtig, zo ossen als aanteelbeesten
negen hondert schaapen
een hondert bokken
negen paarden in z:t
Baaten des boedels
    Rd:s Rd:s
aan contanten door de wed:we overgenoomen zynde komen dies ten haare laste 376:--
van C:P: de Jager 200:--
van J:J: Spies 227:--
van J:J: Cronje 336:32
van Fr:k J: Potgieter Fr:z 92:-- 1231:32
van Johanna M: Snyman     48:--
van Tho:s Ign:s Ferryra de jonge     60:--
van Jan Routs     44:--
van Godlieb Schreder, waarvan d' obligatie aan Ant: M: Muller C:z ter incasseering des mogelyk is ter hand gesteld     60:--
van Petrus Joh:s Kemp de oude, weeg:s resteerende kooppenn: voor d' opstal der plaats de Swartebosch     396:--
Schulden
  Rd:s
aan de 5 onmondige kinderen weg:s moeders bewys ied:r rd:s406 of te saamen 2030
en vermits aan de dogter Maria Potgieter by haar huwelyk is gegeven eenig beddegoed, dat op rd:s10 word geschat, zo zoude
aan de 7 overige kinderen ook vooraf uit den boedel id:r rd:s10 worden betaald, te zaamen uitmakende 70
aan Hester Maraijs wed:e wylen Theod:s Potgieter, p:r rest 626
Erfgenaamen
1) Theodorus Potgieter
2) Isaak Potgieter oud 18 jaaren, woonagtig by Theod:s Potgieter d' oude
3) Johannes Potgieter, oud 16 jaaren, blyft by de weduwe
4) Maria Potgieter getrouwd met Anthony Mich:l Muller Corn:s z:n
5) Hester Potgieter getrouwed met Fredrik Joh:s Schols
6) Agatha Cath:a, oud 12 jaaren, is by den burger Jac:s du Plessie Jac:s z: woonagtig
7) Aletta Potgieter, oud 11 jaaren, woond by den burger Corn:s Tobias Vermaak; en
8) Anna Elisabeth, oud 6 jaaren, blyft by de weduwe woonen

/:onderstond:/

Aldus gedaan en g’inventariseerd ter plaatse de Platjes Drift opgemeld, op den 9:de September 1801, volgens aan en opgeeven van de voormelde weduwe Potgieter, dewelke betuigde hierinne ter goeder trouwe te hebben te werk gegaan en niets met haar weeten verzweegen of agtergehouden en dus bereid zynde de voorenstaande opgaave ten allen tyden des vereischt met solemneele eede nader gestand te doen; met verder belofte, zo iets nader tot den boedel specteerende, mogt komen t’ ontdekken deezen inventaris daarmeede te zullen amplieeren; en zulks in ‘t byweesen van Hend:k van As junior en Nic:s Orbane, als getuigen /:was geteekend:/ Susanna Maria Cronjé weduwe Joh:s Potgieter /:in margine stond:/ Als getuigen /:get:d:/ H:k van As junior, N:s Orbane /:lager:/ My praesent /:en geteek:d:/ A: Stockenström, Secret:s

Accordeert: A:s Stockenstrom, Secret:s

Op heeden twee en twintigsten dag der maand Maart in den jaar een duijsend acht hondert en drie, verscheen ter Weeskamer aan de Kaap de Goede Hoop Susanna Maria Cronje wed:e van wijlen den burger Johannes Potgieter Theodorus zoon, dewelke verklaarde, dat ‘er in haare opgaaf betreckelijk deesen voorenstaande inventaris, nopens de daarin bekend gestelde lasten, een abuijs plaats had, in zoo verre namentlyk dat het daarin opgebrachte moederlijk bewijs voor de vijf minderjarige kinderen van den overledene, het welk voor ieder dezelve op eene somma van rd:s406 is vergroot, niet meerder komt te bedragen voor ieder als rd:s326:24 stuijvers en dus voor ales vijf te zamen eene somma van rd:s1632:24; dat ook aan de mondige of getrouwde kinderen, dies wegens niet meerder als de voorengementioneerde somma van rd:s326:24 ieder is uijt gekend conform d’ acte van bewijs, door den overledene dieswegen in dato 18:e Februarij 1797 ter Weeskamer gepasseert

Ter bevestiginge der waarheid is deesen door de comparante eigenhandig onderteekend

Susanna Maria Cronie weduwe Johannes Potgiter

MOOC8/23.39

{YYYY} [ ..... ] Jonathan Fourie , Martha Sophia du Plessies

Inventaris der nalatenschap van wylen Jonathan Fourie en nagelatene weduwe Martha Sophia du Plessies

1 wagen
4 paarden
13 ossen
144 schapen
70 bokken
1 geweer
1 zadel
1 katel
2 bedden
1 tentzeyl
11 zakken
2 mudde koren
1 ploeg
1 meel zift
1 waterpot en 1 pintje
1 halfaam
1 halfanker
1 loper vorm
1 aarde pot
4 schaven
1 hand byl
1 partty bytels
2 deurs lagen
1 rasp en snymes
1 span zaag
4 booren
2 graven
1 ploeg schaar
1 ligter boom
27 voet planken
1 keteltje en 2 bottels
2 emmers
3 yzere potten
1 yzere combuys
1 rooster
2 stoelen
2 kisjes
1 tafeltje
2 stooven
1 dozyn tinne lepels
2 schotels
7 staale vorken
7 tinne borden
1 kook ketel
1 trekpot
1 hand molen

Aldus g’inventariseerd door mey

J:H: Conradi, Velt cornet

De kinderen van wijlen Johanthan Fourie en nagelaten weed:e Martha Sophia du Plessies hertrouwd met Johan Christian Lamprechts zijn

1) Jonathan oud 21 jaren
2) Maria Susanna
3) Louis
4) David

Willim Woord

MOOC8/23.40

{18011111} 11 November 1801 Sijbrand van Dijk , Sara de Clerck

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als door den burger Pieter Erasmus, ter voldoeninge aan het vonnis bij den Ed: Achtbaaren Raad van Justitie op den 17:e der laatst gepasseerde maand September zijn opgegeeven tot den gemeenschappelijke boedel van wijlen den meede burger Sijbrand van Dijk en desselfs vooroverleedene huijsvrouw Sara de Clerck tebehoren en door de ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren in geschrifte gebragt, ten einde dezelve te gelde gemaakt en dies zuijver provenu naar luijd der door voorm: egtelieden op den 19:e September 1785 voor den toenmaligen gesw: Clercq ter Secretarije van Justitie deeses Gouvernements en teegenwoordigen landdrost der colonie Stellenbosch de heer Rijno Johannes van der Riet en zeekere getuigen opgeregt en dien volgens onder de natemeldene, te weeten

alle kinderen en kindskinderen uit het huwelijk van Sara de Clerck en Jacob Erasmus d' oude 1) Abraham Erasmus
2) Pieter Erasmus bovengem:d
3) de kinderen van wijlen Maria Magdalena Erasmus in huwelijk verwekt bij den burger Christiaan Bester Nota, nevensgem: Maria Magdalena Erasmus, heeft nog een zoon nagelaten door haar bij den burger Jan Verweij d' oude werwekt in name Andries Stephanus Verweij die vervolgens meede overleden is, weshalve, desselfs aandeel in den erffenissen na de vereffeninge des boedels op zijne nog in leven zijnde vader moet worden overgeschreven
4) Engela Erasmus gehuwd met Anthonij Botes
5) de kinderen van wijlen Catharina Erasmus in twee huwelijken verwekt bij de burgers Frans Kruger en Hannes Meijntjes
  6) Dina Margaretha van Dijk laatst wed:we Adam Raubenheijmer
  7) Anna Christina van Dijk wed: Hans Hendrik Sallar
  8) Joseph van Dijk mondig
  9) 't kind van wijlen Sara van Dijk in huwelijk verwekt bij David Straus, met name a) Johanna Straus gehuwd met Daniel Theron
  10) Sijbrand van Dijk mondig
  11) Sophia van Dijk gehuwd met Gijsbert Bronkhorst mitsg:s
  12) de kinderen van wijlen Anna Catharina van Dijk in den echt geprocreeerd bij Jan Straus, met namen a) Fredrik Joh:s Straus oud 25 jaren
  b) Jacobus Coenradus Straus geh:d
  c) Sijbrand Straus oud 20 jaren
  d) Joh:a Cath:a Straus oud 16 jaren
  e) Maria Magd:a Straus oud 14 jaren
  f) Joh:s Marth:s Straus oud 12 jaren
  en g) David Joseph Straus oud 8 jaren

te verdeelen, bestaande dezelve goederen en effecten in de volgende, namentlijk

De opstal der leenings plaats gen:t aan de Honing Bergh aan de 24 Rivieren bij de ordonnantie boeken thans op de naam van voorn: Pieter Erasmus bekend staande

In het woonhuijs staande op gem: plaats

vijff borde rakken inzoort
een pijpe rak
een lepel rak
een taveltje
acht porcelijne borden
en
vier tinne
een wagen kist
vier porc: schotels
een tinne [schotels] defect
drie emmers
een blikke trommel
twee kadels
twee bedden met haar toebehoren
een tinne koffij kan
een stooff
een stoel
een schenkbord
een theebaletje
een boeke kasje waarin
eenige oude boeken
wat oude kleederen
een tinne trekpotje
drie ijzere potten
een oude osse wagen
In de kelder
ses leggers
vier balijs
Op de werff
een kleijne brandewijns ketel met zyn toebehoren
Crediten des boedels
  Rd:s
aan contanten bij 't overlijden van bovengem:de Sijbrand van Dijk in dien boedel gevonden en ter Weeskamer reeds ingebragt eene somma van zeven honderd vijff en twintig rd:s18 zegge 725:18
van Arnoldus Jacobus Grijling over contant geleende penn: blijkens onderhandsch briefje 66:24
van den burger Joh:s Hough over contant geleende penn: blijkens onderhandsch briefje 5:--
van Engela Erasmus huijsvrouw van Anthonij Botes voor een bed 13:36
van bovengem: Abraham Erasmus over koop van een paard 32:--
Lasten des boedels
    Rd:s
voldaan den de edele Seyste den 4 Meij 1802 aan vorengen: Pieter Erasmus zo veel door hem reeds is betaald voor de hierbovengem: aan hem gelegateerde plaats, waar van de quittantie onder desselfs bemachtigde den g'admitteerden procureur Jan Berhnhard Hoffman berustende is, een somma van ƒ3000 ofte 1000

Aldus gedaan ende g’inventariseerd ter plaatse voorm:, op den 11:e November 1801, ende zulx op het op- en aangeeven van de in den hoofde deeses gem: Pieter Erasmus, dewelke betuijgde zig hierinne te goeder trouwe gedragen en zijnes wetens niets met opzet verswegen of te rug gehouden te hebben dat tot voorm: boedel behoord, invoegen hij ook getuijgde de deugdelijkheid zijnes opgave ten allen tijde des gerequireerd werdende met solemneele eede gestand te doen, en verdere belofte zo wanneer hier na nog iets tot den nalatenschap behorende mogte worden ontdekt daarvan getrouwelijk nader opgaaff te zullen doen, t einde deesen inventaris hier meede en allen trouwe te kunnen worden g’amplieert.

Tot securiteit van dit een en ander is deese door dikwils gen: Pieter Erasmus en mij onder get:e Gecommitt:de benevens den Secretaris behoorlyk onderteekend.

Als gecomm: Weesm: H: van de Graaff

Voor den opgaaff: dit + kruijsmerk is door meergen: Pieter Erasmus als niets kunnende schrijven eigenhandig gesteld

Mij present: J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/23.40 1/2

{18020609} 9 Junij 1802 Hendrik Justinus de Wet , Margaretha Jacoba Smuts

Inventaris van alle zodaanige goederen en effecten, als er behoorende zyn tot den gemeenschappelyken boedel van wylen den oud President van ‘t E:E: Collegie van Burgerraaden deezer plaatze mitsgaders oud lidt van den Edelen Achtbaaren Raade van Justitie deezes Gouvernements de heer Hendrik Justinus de Wet en mejuffrouw Margaretha Jacoba Smuts, mitsgaders door den eerstgemelde op Zaturdag den negen en twintigsten der jongst gepasseerde maand May metter dood zyn ontruymd ende nagelaten.

Hebbende den heer overleedene by testamentaire dispositie in dato dertig July een duizend seven hondert negen en negentig, voor den toenmaligen notaris s:r Arnold Jan van der Tuuk en zeekere getuigen met zyne thans overgebleevene weeduwe voormelde mejuffrouw Margaretha Jacoba Smuts mutueel opgericht na zo wel by dat testament zelve als by diverese nadere onderhandsche actens, uyt kragte der clausule reservatoir in den testamente vervat in dato agt en twintig Augustus een duizend seeven hondert negen en negentig, seventhien February en twintig Augustus een duizend agt hondert, mitsgaders zes February, negen Maart en vyf en twintig May deezes jaars dezelve geannexeerd en by gevoegd; aan deezen en geenen eenige legaaten en prelegaten besproken, aanteekeningen gemaakt, als meede schikkingen over de lyfeigenen des boedels te hebben getroffen.

Voorts by het gemelde mutueele testament tot zyne erfgenaamen benoemd en aangesteld

  1) zyne thans nagelatene weeduwe opgemelde mejuffrouw Margaretha Jacoba Smuts
  2) de dogter door den heer overleedene by wylen deszelfs eerste huisvrouw mejuffrouw Sophia Brink in echt verwekt, met naame Sophia Alida de Wet gehuuwd met den Secretaris van den Edelen Achtbaare Raade van Justitie deezes Gouvernements, de heer m:r Johannes Andreas Truter
wyders de kinderen, door den heere overleedene, by deszelfs tweede voorverstorvene huisvrouw mejuffrouw Elisabeth Jacoba la Febre in huwelyk geprocreeerd, met naamen 3) Johannes Carolus de Wet
4) Oloff Godlieb de Wet
5) Jacobus Petrus de Wet oud 24 jaren en
6) Hendrik Johannes de Wet oud 18 jaaren, welke twee laatstgenoemde thans uitlandig zyn
en eindelyk de kinderen door den heer overleedene, by zyne thans overgebleevene huisvrouw juffrouw weeduwe hier vorengemeld in huwelyk verwekt, genaamd 7) Johannes de Wet, oud 7 jaren
8) Fredrik Willem de Wet oud 6 jaren
9) Magdalena Elisabeth de Wet oud 4 jaren
10) Hendrik Justinus de Wet oud 2 1/2 jaren en
11) Petrus Jacobus de Wet oud 9 maanden

Zynde wyders door de heer overleedene by de opgemelde mutueele testamentaire dispositie de dato dertig July een duizend seven hondert negen en neegentig tot executeuren van dezelve, mitsgaders voogden over zyne natelaatene minderjaarige erfgenaamen benoemd en aangesteld Heeren Weesmeesteren dezer steede, uit kragte van welke beschikkinge, den boedel door hun eerwaardens ter redderinge is aanvaard, mitsgaders door ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren op het op- en aangeven van voormelde mejuffrouw Margaretha Jacoba Smuts g’inventariseerd en opgenoomen, en bevonden te bestaan het volgende, als

Een huis en erf staande ende geleegen in deeze Tavelvalley op de Heere Gragt op de hoek van de Casteels Straat in 't Blok C: blykens transporten in datis 15 April 1783 en 21 April 1784 aan den heer overleedene gedaan

In ‘t evengemelde huis en aldaar

In 't voorhuis
een klok lantaarn
een rustbank, met een groene mattras en twee kussens
zes stoelen met groene losse kussens
een draag stoel met stokken, banden en overtrekzel
twee geruyte vloer zyls
In de kamer ter regterhand
een groote spiegel met vergulde lysten
negen schilderyen in zoort
drie geruyte ophaal gordynen
drie sjalousie matten
agt arm stoelen met losse groene fluweele kussens en overtrekzels
een speel tafel
een vierkante tafel met een steene blad
een schenk kastje
twee kleine guerridons
zes wit koopere quispedooren
een tabaks doos en twee tafel schelletjes
twee wit kopere tabaks comfoortjes
In 't schryf comptoir
een groote spiegel met vergulde lysten
zes schilderyen in zoort
een geruit ophaal gordyn
een sjalousie mat
een schryf tavel waar in
vyf paar nieuwe mans schoenen
een kleeder borstel
drie staafjes Japans koper
een brieve rakje
twaalf horologie glasen
zes pakjes inkt stof
een foudraal waar in
een duimstok
een pennemes
een oester mesje
een brandewyns proever
een yvoor spuitje
een parthy pak naalden
een goud gewicht
een schaar
een vouw been
drie zeekaarten en voorts
een restant schrijf papier
een groote verre kyker met zyn voet
een kleine verre kyker
een secretaire en daar in
de schuld en aantekening boeken van den heer overledene, benevens verscheide andere papieren en documenten, tot differente, zo afgeloopene als nog onafgedaane administratien en volmagtschappen betrekkelyk
een bidet
een brand glas
een houte specery doos
vier arm stoelen met groene kussens en overtrekzels
twee kleine guerridons
een medicyn kistje
een speel tafel
een klein blik thee kistje
een barromeeter
een wasch licht lampje
drie paraplus
een boeke rak met geruyte gordynen waar op
een parthy boeken, en voorts
eenig potjes en glaase flessen

Nota: zullende van gemelde boeken nader een catalogus worden geformeerd, en deezen inventaris bygevoegd

In de kamer ter linker hand
twee rood geruite ophaal gordynen
twee sjalousie matten
drie groote spiegels met vergulde lijsten
zes elusters met vergulde lijsten
twaalf stinkhoute stoelen met roode damaste kussens en geruite overtrekzels
twee hoek kasten met kleedjes
drie laa tafels met zilver beslag
een pendule met zyn glase couverture
tien stooven in zoort
een likeur keldertje
twee thee doosjes
twee guerridons
een vloer tapytje
In de gaandery
twee chitze ophaal gordynen
twee sjalousie matten
twee klok lantaarns
twee spiegels met vergulde lysten
een hangend pendule
zes stoelen met losse groene kussens
een tavel met een steene blad
een tavel met een marmer blad
twee vierkante tafels
drie stoven
een kleine balie met kopere banden
een rood kopere thee machine
twee ambons houte hoek kastjes met zilver beslag en daar in
een zet porcelain thee goed
een zet porcelain thee goed /:defect:/
seventhien glaze caraffen in zoort
negen bocaalen in zoort
vier en dertig bierglazen in zoort
een blikke verlakte thee doos
drie kleine blikke trommeltjes
een pletty zuyker doos
twee pletty mosterd potjes
een stene mortier met zyn stamper
een kistje met medicyne
twee verlakte bottel bakjes
vier verlakte omber bakjes
een kleine kopere schaal met zyn balans en een pond koper inzet gewigt
vyf verlakte schenkbladen
derthien papiere verlakte bottel bakjes in zoort
een pletty trekpot met zyn onderbakje
tagtig glaze kelken en roemers in zoort
vier gorgeletten
een wit kopere koelbak
In de gaandery kamer
een rood ophaal gordyn
een sjalousie mat
twee spiegels met vergulde lysten
twaalf stoelen met losse roode trype kussens
twee tafel kastjes
twee verlakte thee bakken
een specery kistje
een thee kistje
een vierkante tafel
een kleine knaap
In 't portaal
twee hang lantaarns
een kleine spiegel
zes schilderyen
een verlakte thee machine
een Chinaas wit kopere spoel kom
vier ordinaire stoelen
twee vierkante tafels
een kleine [tafels]
twee kleine geel kopere quispedooren
[In 't portaal] in een muur kastje
vier blikke trommels
een Keulse pot
een klein botervaatje
twee tinne keetels
een porcelaine adjar bak met zyn piering en voorts
eenige flessen en bottels in zoort

In de tweede verdieping

Op de voor zolder
acht schilderyen
seven stoffers in zoort
vier vuyles blikken
een ronde opslag tafel
twee vierkante [tafel]
een tafel kastje
acht stoelen met losse groene kussens
een kast met glaaze deuren waar in de kleederen, goud, zilver etc:a tot het lichaam en gebruik van den heer overleedene behoord en gediend hebbende bestaande in
een violet lakense rok en broek, geborduurt
een witte zatyne geborduurde vest
een zwart lakense rok en camisool
een zwart lakense rok
een bruyne rok met staale knopen
een bruyne rok
een gemelleerde lakense rok
een bruyn lakens schans loper
een donker groene lakense jas
een donker groene onder baaytje met mouwen
een donker groene jas
een gestreepte lakense jas
een gemelleert baaytje met mouwen en een gemelleert pantalon
een bruine greine regen mantel
twee zwart zatyne camisools
twee zwart gryne camisools
drie geele poglapoere camisools
twee flennische onder baaytjes
een flennische boven baatje
vyf kamisools in zoort
negen witte kamisools
drie gestreepte kamisools
een Chinaasch linne kamisool
vier wit linnen onder baaytjes met mouwen
seven witte en een roode baaytjes met mouwen
neegen witte baaytjes met mouwen
tien wit linnense onder baaytjes zonder mouwen
twee swarte zatyne broeken
vyf zwarte broeken in zoort
twee fluweele pantalons
vier casimiere pantalons
twee witten en drie gecouleurde casimiere broeken
vier Chinaas linnen lange broeken
twee Chinaas linnen pantalons
acht Chinaas linnen korte broeken
een Vlaamsch linnen lange broek
een casimiere baaytje met mouwen
een witte diemets baatje
drie gestreepte baatjes in zoort
vyf chitze cabaayen
drie voer chitze cabaayen
drie chitze moorse rokken
seventhien wit linnense onder broeken
vyf en twintig gebryde catoene slaap mutzen
vier witte linne slaap mutzen
seven halve hals doekjes
twaalf witte strop dassen
twee zwarte zyde strop dassen
een nagemaakte tjalie
tien zyde zak doeken in zoort
zes paar leedere handschoenen
drie paar wolle handschoenen
negen wit linnense lyfbanden in zoort
tien p:r witte catoene koussen
zes p:r witte onder koussen
drie p:r zwarte zyde koussen
twee p:r witte zyde kousen
vyf p:r gecouleurde koussen
twee p:r zwarte wolle koussen
zes p:r zwarte zayette koussen in zoort
zes p:r wolle koussen in zoort
vier en twintig witte hembden
vyf witte nagt hembden
twee paar laarsen
een paar halve laarsen
vyf paar schoenen
een paar pantoffels
een paar goude epoletten
twee paar portopees
een vergulde borst plaat
een goud horologie met een staale ketting
een dubbelde zilvere beeker
twee paar zilvere schoen gespen
twee paar zilvere knie gespen
een foudraal waar in
een paar knie gespen met steenen
een zilvere broek gespen
een zilver hals gespen
een loriet met een zilver foudraal
een bril met goud gemonteerd
een carette bril
twee stel zilvere lyfbands haken
een paar pletty schoen gespen
een paar staale schoen gespen
een garnituur rouw gespen
een rouw hals gespen
een paar rouw knie gespen
een foudraal waar in
een mes
een zilvere vork en
een zilvere leepel
een kleine huis trap
een kist met koper beslag waar in
een riem groot formaat papier
twee riemen mediaan formaat papier
vier riemen klein formaat papier
drie pakjes post papier
een pakje zyl garen
twintig paren nieuwe witte catoene mans koussen
een paar nieuwe zayette koussen
twee paar wolle koussen
een lap drap couleur casimier van 6 ell
een lap groene casimier van 14 ell
een lap gestreepte casimier van 2 ell
een lap gestreepte casimier van 8 ell
een lap geel casimier van 8 ell
een lap paerl couleur casimier van 7 ell
een lap zwarte durang van 27 ell
een lap blaauwe durang van 27 ell
een lap zwart zatyn van 1 1/2 ell
een lap Vlaamsch linnen van 43 ell
achtien p:s geel Chinaasch linnen
twee rood en wit gestreepte baaytjes en voorts
eenige zo zyde als wolle lapjes, wolle leyzels en franjes in zoort
een kist met koper beslag waar in
vier en sestig strengen catoen
twintig bolletjes catoen
een klein coffertje en daar in
een party vergulde pletty, staale, kemels garen en zyde knoopen van differente zoort
een pak kopere haken en knopen
een staale degen haak
een party kopere en stale klavier snaaren
een pond wit garen
een restantje wit en gecouleurd garen in zoort
een lap van twee en dertig ell ligt blaauw jeannet
vier voer chitzen
drie en twintig kleine lapjes chitz en voer chitz in zoort
een aangescheurd stuk boelang
een lap geruite gryn
een lap matjes goed
een restant passement
een klein coffertje
een klein coffertje /:defect:/
twee klisteer spuyten
een sluyt mantje
een oude paruyke doos
In de voorkamer n:o 1
twee blaauw geruyte ophaal gordynen
twee spiegels met vergulde lysten
veerthien schilderyen in zoort
twee kleine hoek rakjes waar op
een kleine toilet trommel
twaalf stoelen met vaste groene trype kussens
een toilet tafel
een vierkante tafel
een bed tafel
een celinder nagt stelletje
een yzere geld kist
een cabinet met zilver beslag waar op
een stel porcelaine potten en bekers en waar in
een mahony hout kistje
een Chinaas verlakte omber doosje
een horologie kastje
een staand pendule
een blikke verlakte inkt koker
twee tafel schelletjes
een medicyn kistje
een yzere paviljoen met een stel chitze en een stel blaauw geruite behangzel en waar op
een bed, peuluw, tien kussens, een paarde haire mattras en een zyde deeken zynde dit evengemelde ledikant, met het zig daar op bevindend bed en verder toebehoren, door de juffrouw weeduwe gekoozen, omme overeenkomstig de testamentaire wille van den heere overleedene aan haar edelen onder taxatie te verblyven en dien volgens door ons onderget: gewaardeerd op rd:s250
een nagt spiegel
een zabel met koper gevest
een kastje geapproprieeerd voor jagt gereedschappen, waar in de jagtgereedschappen aan den heer overleedenen behoord hebbende als
een jagt mes met zilver gevest en groene leedere band
een paar pistoolen met kopere loopen, met zilver gemonteerd en zwarte leedere holsters
een paar kleine pistoolen met bruyn leedere holsters
een zyd geweer met zilver gevest en zilver haak
een hars vanger met staal gevest
een hars vanger
een hars vanger met wit koper gevest
een oude rouw deegen
een rys pyp met zilver beslag
vyf porcelaine pype koppens
een klein doosje in fatzoen van een schoen
een carette snuyfdoos
een jagt geweer
een jagt geweer
drie kogel formen
een kogel [formen]
een klein hand gewigt
drie horendse jagt bekertjes
een zilver potloodje
vyf kruyd hoorns in zoort
vyf hagel zakken
drie Vlaamsch linnense jagt zakken
drie pattroon tassen in zoort
een paruyke doos
een zak met hagel
een zak met een parthy kogels
derthien zo botteltjes als flesjes met rotting over trokken
drie tinne borden
een pyl stok
een rotting met een goude knop
een rotting met zilver gemonteerd
drie oude hand rottings in zoort
een tabaks zak
twee kleine mesjes
een penne mes en
een stryk riem
In de voorkamer no: 2
een ophaal gordyn
twee kleine spiegels met verg: lysten
twaalf schilderytjes
een hoek rak
een hoek kastje met zilver beslag
zes stoelen met losse geruyte kussens
een tafel
een knaap
een klisteer stelletje
een kadel waar op
vier kussens en een chitze deeken
een kinder paviljoentje waar op
een klein bed
een cabinet met zilver beslag waarin de kleederen, juwelen, goud, en zilver aan mejuffrouw weeduwe toebehoorende en tot haar edelen lyfgebruik en cieraad dienende mitsgaders aan haar edelen by testamentaire dispositie geprelegateerd, onder conditie dat wanneer onverhoopt iemand der erfgenaamen zig ten aanzien van dit prelegaat aan de juffrouw weeduwe gemaakt, zonder daar voor aan den boedel eenige vergoeding te doen; beswaard mogte achten, in zulk geval de pretieuse dingen zig daar onder bevindende door Heeren Weesmeesteren na derzelver reeele waarde zoude worden getaxeerd, ten einde deeze waarde door haar edelen ten behoeve des gemeenschappelyken boedel te doen inbrengen

En alschoon geene der meerderjarige presente erfgenaamen, zo min als de ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren als ex officio caveerende voor de minderjaarige kinderen, tegens de makinge van ‘t voorzegde praelegaat aan de juffrouw weeduwe eenige de minste objectie had; was echter haar edelens expresse begeerte en waar van zy verklaarde niet te zullen afzien, dat de voren bedoelde pretieuse dingen, dewelke zig daar onder kwamen te bevinden en die door haar edelen aan ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren zouden worden vertoond, naar derzelver waarde mogte worden getaxeerd, ten einde het bedragen daar van door haar edelens aan den generaalen boedel konde worden vergoed;

Weshalven de ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren op het expres verzoek en instandige wille van de juffrouw weeduwe de meergemelde en hier onder gespecificeerde pretieusiteiten ten hunnen overstaan zo wel als van die der juffrouw weeduwe ende de meerderjaarige presente erfgenaamen hebben doen taxeeren door den zilversmit Daniel Hendrik Smit die de waarde derzelve dan heeft bepaald, zo als hier onder vermeld, namentlyk

  Rd:s
een kistje met zilver beslag op 15:--
een parthy oud zilver op 19:--
een kleine Bybel met goude slootjes op 40:--
een foudraal waar in een klein reuk flesje op 5:--
een paar goude arm slootjes op 5:--
een klein zilver snuyfdoosje op 1:24
eenige goude knoopjes op 5:--
een paar goude krabbetjes op 2:--
een lidt ringetje op 2:--
een goude ring met diamante steenen op 30:--
een diamante hair speld op 50:--
een diamante borstspeld op 10:--
een hals colje en een paar oor hangers op 12:--
een snoer hals coraalen op 24:--
een carette kokertje met goud gemonteerd op 3:--
een horologie met een goude ketting op 50:--
Somma Rd:s273:24

Zynde overigens door de juffrouw weeduwe gedeclareerd dat haar edelen het opgemelde cabinet met zilver beslag kwam te verkiezen voor ‘t zodanige als door den heere overleedene aan haar edelens by deszelfs testamentaire dispositie onder taxatie van Heeren Weesmeesteren is geprelegateerd. Weshalven hetzelve door ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren is gewaardeerd op de somma van vier hondert ryxdaalders zegge rd:s400

In de voor kamer n:o 3
twee roode ophaal gordynen
twee spiegels met note bome lysten waar van een defect
twaalf schilderyen met vergulde lysten in zoort
twaalf stoelen met losse roode trype kussens
twee vierkante tafels
een celinder nagt stelletje
twee vierkante kistjes
een hoek rakje
een enkeld ledikant met chitze behangzel waar op
een bed
vier kussens
een peuluw en
een wolle deeken
een kastje met twaalf tafel messen
een kastje met een tinne klisteer spuitje
een cabinet met zilver beslag waar in
een hondert en elf gemaakte wit linnense tafel en bedde lakens
drie hondert drie en twintig servietten
een hondert een en twintig handdoeken
twee hondert en twee en twintig kussen sloopen

Zynde het een en ander, het gemaakte linnen goed des boedels, door den heer overleedene aan de juffrouw weduwe by testament onder taxatie van Heeren Weesmeesteren gepraelegateerd, en dienvolgens de waarde daar van door ons ondergetekende gecommitteerde Weesmeesteren bepaald op eene somma van twee hondert ryxdaalders zegge rd:s200

In de zy kamer
een spiegel met vergulde lysten
acht schilderyen in zoort
drie zieke stoelen
twee Chinaasche leuning stoelen
een kindere stoel
een Chinaasch tafel kastje
twee coffers
een zes kante tafel
In de agter kamer n:o 1
vier Chinaasche leuning stoelen met losse groene trype kussens
een Chinaasche bidet met zyn porcelaine kom
een spiegel met vergulde lysten
drie schilderyen in zoort
een rak
een kapstok
twee nagt stelletjes waar van een met een porcelaine pot
een groote vierkante tafel
een kleine tafel
een ronde tafel
een oud cabinet
een groote kist waar in
zes stellen bed gordynen
drie chitze spryen
twaalf stoel kussens overtrekzels
twee rood geruyte ophaal gordynen
zes blaauw geruite mattrasjes
drie lantaarn overtrekzels en voorts
eenige enkelde oude gordynen en lappen in zoort
In de agter kamer n:o 2
een en twintig blikke trommels in zoort
drie houte doozen
twee leedige kisten
een yzere balans met kopere schalen
twee oude sjalousie matten

Op de derde verdieping

In de snyders kamer
een oude tafel
een wasch lampet /:defect:/
In de koper kamer
een geweer rak
zes kopere taarte pannen in zoort
vier kopere comfyt keetels
drie kopere banket bakjes
een colobyntjes pan
vyf kopere castrollen
drie zuyker broods formen
een poffertjes pan
twee kopere braad pannen
een yzere [braad pannen]
elf yzere castrolletjes
een koopere ham keetel
twee kopere visch keetels
twee yzere visch keetels
een groote kopere water keetel
een kleindere kopere water keetel
twaalf yzere koekepannen
vier yzere ketels
een rooster
twee yzere taatjes
een kopere water ketel met zyn kraan
twee wafel yzers
een oblie yzer
twee yzere schuimspaanen
vier yzere vleesch vorken
vier yzere potleepels
een yzere vuurtang
twee yzere schoorsteenkettings
een yzere bed pan
twee houte hakke borden
zes yzere kapmessen
een vierkante blikke pannetje
een groote yzere comfoor
twee yzere braad pannen
twaalf yzere potten in zoort
twee leedere faliesen
vier provisie mandjes
een paruyke bol
een tjonka bord
een oude voet arketyf
twee swarte schaap leedere vellen
In de porcelain kamer
seven blaauw porcelaine soup terines in zoort
vyf en vyftig blaauw porcelaine vlakke schotels in zoort
zesthien blaauw porcelaine diepe schootels in zoort
een hondert en seventig blaauw porcelaine vlakke borden in zoort
drie en dertig blaauw porcelaine diepe borden in zoort
twee blaauw porcelaine water borden
twee blaauw porcelaine commen
acht blaauw porcelaine ronde schootels
seven en twintig blaauw porcelaine ronde Japanse schootels
vyf en dertig rood porcelaine Japanse schootels in zoort
twee rood porcelaine soup kommen met hunne onder schootels
twee blaauw porcelaine kommen met dekzels
een rood porcelaine Japanse kom
seventhien porcelaine Japanse nesjes sous potjes
vier Japans porcelaine kommetjes
een Japans porcelaine salade bak
een blaauw en wit porcelaine pot met zyn dekzel
een blaauw en wit porcelaine platte pot
seven bruine Japanse nesjes saus potjes
twee bruyn porcelaine potten met dekzels
vyf porcelaine kommen in zoort
drie porcelaine nagt spiegels met hunne dekzels
drie porcelaine wasch lampetten met hunne kommen
vyf porcelaine wasch lampetten zonder kommen
zes porcelaine saus potjes
zes porcelaine boter potjes in zoort
twee stellen porcelaine adjar bakjes
drie Japanse melk keeteltjes
vier en zestig paren porcelaine kopjes en pierings in zoort
twee witte aarde soup terrines
seven witte aarde ronde kommen met dekzels
vier witte aarde saus potjes met dekzels
zes witte aarde kleindere saus potjes zonder dekzels
twee witte aarde ovaale saus potjes met dekzels
acht witte aarde ovaale saus potjes zonder dekzels
vier en twintig witte aarde ronde schotels in zoort
tien witte aarde vierkante schotels
zesthien witte aarde lankwerpige schotels
drie witte aarde visch schootels
drie witte aarde mosterd potjes
een witte aarde peper doosje
zesthien witte aarde bobotie bekertjes
vyf en negentig witte aarde vlakke borden
veertig witte aarde diepe borden
acht en vyftig witte aarde ryst pieringjes
twee en zestig grove aarde potten pannen en bakken in zoort
een rak en daar op
een en zestig witte aarde diepe borden
seventig witte aarde vlakke borden
vyf witte aarde soup terines
vyf witte aarde visch schotels in zoort
derthien witte aarde lankwerpige schootels in zoort
agt en twintig witte aarde ronde schootels
twee witte aarde salade bakken
een witte aarde nagt spiegel
twee en twintig witte aarde bobotie bekertjes
twee tabaks kistjes
een bak met een parthy tafel messen en vorken
zes hand bylen
een hamer
drie schoenmakers tangen
twee kool schaven
twee yzere kapmessen
twee hout bylen
een parthy schoenmakers messen
vier tinne leepels
vyf kleeder borstels
drie kleedermakers scheeren
twee sadelmakers yzers
een houte pons lepel
twee nieuwe tinne thee keetels
een groot horologie glas
een klok lantaarn
zesthien bottels soya
vyf houte bakken
vier pakken groote koopere spykers
een wit Chinaase kopere spoelkom
een wit kopere nagt blakertje
een coffy molen
twee tinne coffy kannen
een kopere coffy [kannen]
een verlakte coffy [kannen]
een verlakte thee keetel met zyn comfoor
een verlakte tabaks doosje
een verlakte vuur testje
vier verlakte brood mandjes
een kopere slonsje
een tinne boter bus
een blikke chocolade kan
zes stryk yzers in zoort
een kopere thee machine
een kopere worst spuyt
twee blikke worst [spuy]
een parthy kopere gebak pannetjes
twee steek bekkens
een tinne visch schotel
een vierkante kopere pannetje
zes yzere vertinde paarde stangen
drie glaze oly en azyn standaars ieder van twee flessen
seventhien glaze caraffen in zoort
agt en dertig bierglazen
negen en tagtig kelken in zoort en voorts
een parthy rommelary
Op 't voor vertrek van de derde verdieping
drie veld stoelen
een vlagge stok
een vloer mat
acht oude sjalousie matten
twee provisie mandjes
een nagt stelletje
vier catoen haspeltjes
een sny boor molen
een bidet
drie ballast mandjes
twee groote manden
een baker mand
een rol tabak in loodt
twee losse rolle tabak
acht nieuwe kaf zakken
twee oude mudden zakken
een kast met Spaansche zeep
een ledige thee kast met een parthy oud loodt
zesthien luywagens in zoort
vier rage bollen
vyfthien schoen borstels
derthien differente borstels in zoort
een Chinasche zieke stoel
een blikke doos waar in
een restant lakmoes
een kast waar in
een parthy schoenmakers leesten en een restant Spaansche zeep
twee mutze bollen
een kastje waar in
een veld ledikant
een bed scherm
een hoop tarwe
vyf ophaalder planken
twee kleine kastjes met glase ruyten
een [kleine kastjes] met een restant spiegel glas
een ledige kist
vier ledikanten
twee cadels
twee paare haire mattrassen
een schaape haire [mattrassen]
een kapokke [mattrassen]
vyf onder beddens
drie peuluwen
een paarde haire [peuluwen]
een schapen hairen [peuluwen]
tien kussens
twee chitze spryen
zes chitze combaarsen
vier wolle combaarsen
een lap oud zyl
een zyldoekse bedde zak en voorts
een party rommelary
In de dispens
vier wit aarde soup terrines in zoort
drie wit aarde visch schotels
sesthien wit aarde lankwerpige schotels in zoort
vier wit aarde ronde kommen in zoort
twee wit aarde salade bakken
twee wit aarde groote ronde schotels
een wit aarde oly en azyn stander
twee wit aarde carstanje kommen met hun onder bakjes
twee wit aarde boter potjes
een wit aarde zuyker pot
twee wit aarde vlaa bakken
vier en dertig wit aarde borden in zoort
een porcelaine boter kom met een dekzel defect
twaalf Japanse schotels en borden in zoort
zes tinne water borden
een blikke soup terrine
een meel zift
twaalf bobotie kopjes in zoort
twaalf rottinge couvertares
een eetens kast
agt geel kopere kandelaars
agt pletty kanadelaars
vier wit kopere blakertjes
een geel kopere [blakertjes]
vier staale snuyters
een tinne melk keteltje
twee blikke [melk keteltje]
twee kopere comfoors
twee yzere comfoors
twee kopere vuur tesjes
een kopere salade mand
drie blikke soup potten in zoort
een steene mortier met zyn houte stamper
een aarde melk keteltje
een houte boter schop
een houte boter stamper
een komkommer schaaf
drie hand lantaarns
twee blikke messe bakken
een sluyt mandje
twee handmandjes
een kaarse kistje
een schuif gordyntje en voorts
een party messen en vorken en eenig klein aarde werk in zoort
In de combuis
een combuys tafel
een bak kist
twee kap blokken
een ryst blok met zyn stamper
een combuys rak
twee ryst wannen
negen yzere potten in zoort
drie yzere roosters
zes yzere drie voeten
vier yzere schoorsteen kettings
drie yzere vleesch vorken
drie yzere potleepels
een yzere schuim spaan
een blikke schuim spaan
een kopere schuim spaan
twee koeke pannen
een vuur tang
een asch schop
een hand byl
vier kap messen in zoort
een yzere taatje defect
vier yzere castrollen met dekzels
een groote kopere vyzel met zyn stamper
drie tinne schotels in zoort
een diepe kopere schotel
een blikke doorslag
een yzere saus potje en voorts
eenige aarde potten
Op de agterplaats
een groot watervat
veerthien balys in zoort
vyf water emmers
twee water halfaamen
een kopere water beeker
twee huis trappen
zes huis ladders
een vliege kast
een groote tafel op schragen
een kleine oude vierkante tafel
een slyp steen met zyn bak
een hout byl
In 't provisie pakhuis n:o: 1
een groote yzere balans met twee houte schaalen
twintig stukke yzer gewigt, ieder van vyftig pond
een houte mout
een tinne hever
twee kopere glaze spuyten
twee houte boter schoppen
een houte stamper
een braad horologie met zyn toebehoren
vyf yzere braad spitten
drie blikke tregters in zoort
een tinne wyn pomp
zes kopere kraanen in zoort
twee lugt haaken
drie rol stokken
een yer rak
een bottel rak waar op [aard en nagelvast]
een party leedige bottels en flessen
een mand met leedige bottels
een boter vat
zes emmers
elf differente leedige vaten in zoort
twee en twintig aarde potten in zoort
zesthien porcelaine potten in zoort
twee coffy molens
twee half aam bokken
een kaarse form
een party stelling houten [aard en nagelvast]
een party hamers, mookers en andere gereedschappen en voorts
een party rommelary
In 't provisie pakhuis n:o 2
een kleine yzere balans met twee kopere schalen
negenthien stukken klein gewigt in zoort
derthien stryk yzers in zoort
een baly
een vleesch vaatje en voorts
eenige leedige vaten
In de stal
een ruyf [aard en nagelvast]
een ledige kast en
een oude lantaarn
In 't pakhuis
een charet
een chais
een kar
een stel tuygen voor vier paarden met kopere beslag
een oude zadel en toom
een wyn bok
een stuk hout
een spier haak
drie groote kuypers schaven
een sny bank
een kist waar in
een parthy kuypers gereedschappen
drie heele leggers met Kaapse wynen
een heele legger met azyn
een vat met azyn
twee leedige heele leggers
twee leedige halve leggers
een houte wyn tregter en voorts
eenige leedige oude vaaten, balytjes, stelling houten en wat rommelary in zoort
Op de voor zolder
een hand molen
een buytel kist
een hoop stroo
een scheepel
een hakzel bank
een kaf zift
veerthien zyldoekse kaf zakken
seven zyldoekse oude mudden zakken
twee catrollen met hunne touwen
vier leedige manden in zoort
een balans bok
een party nieuw hoepel yzer
een party oude yzere hoepels
vier planken
een oude bed tafel
een kopere beeker
negenthien leedige baalys en vaten in zoort
een leedige kist en wyders
eenige leedige kasten en wat rommelary
Zilver werk
een schenkbord wegende 126 loodt
een zilver schenkblad wegende 58 loodt
een zilver schenkblad wegende 60 loodt
een zilver schenkblad wegende 58 1/2 loodt
een zilver schenkblad wegende 18 loodt
een zilver schenkblad wegende 19 loodt
een zilver thee ketel, met zyn comfoor en lampje weegende te zamen 118 1/2 loodt
een zilver oly en azyn standaart weg:e 95 1/2 loodt
een zilver potje weg:e 48 loodt
een zilver potje weg:e 43 loodt
een zilver tabaks comfoortje weg:e 13 loodt
een zilver tabaks comfoortje weg:e 12 1/2 loodt
een zilver trekpot met zyn onder schootel en twee thee zeefjes wegende te zaamen 34 loodt
een zilver melk kan weg:e 31 1/2 loodt
een zilver zuyker potje weg:e 21 loodt
een zilver koelbakje met twee thee lepeltjes en twee thee vorkjes weegende te zamen 14 loodt
een zilvere zuyker tangetje weg:e 2 loodt
twee zilvere saus potjes met hunne lepels wegende te zamen 70 loodt
een zilvere zuyker bus weg:e 37 loodt
een zilver zuyker bus weg:e 31 loodt
een zilvere zuyker bus weg:e 34 loodt
zes zilvere ronde zoutvaatjes wegende te zamen 33 loodt
vier zilvere lankwerpige zoutvaatjes wegende te zamen 8 1/2 loodt
twee zilvere vis schoppen wegende 23 loodt
een zilvere soup lepel wegende 21 1/2 loodt
een zilvere soup lepel wegende 21 loodt
twee zilvere ragou leepels wegende te zamen 19 loodt
twee zilvere ragou leepels wegende 16 loodt
een zilvere pons lepel wegende 4 loodt
een zilvere pons lepel wegende 3 loodt
een zilvere murg lepel wegende 3 1/2 loodt
een zilvere raspetje wegende 6 1/2 loodt
twaalf zilvere eet lepels weg:e 54 loodt
tien zilver eet lepels weg:e 43 loodt
twaalf zilvere vorken weg:e 53 loodt
tien zilvere vorken weg:e 41 loodt
twaalf zilvere yer lepeltjes weg:e 23 loodt
vier zilvere thee lepeltjes en een zilvere mosterd leepeltje wegende te zamen 4 1/2 loodt
een foudraal waar in weegende volgens calculatie zoo naauw mogelyk aan zilver 160 loodt
twaalf zilvere lepels
twaalf zilvere vorken en
twaalf messen met zilvere hegten
een gorgelet met zilver gemonteerd, wegende het zilver naar gissing 30 loodt
Lyf eigenen des boedels
een mans slaaf genaamd Leander van de Caab zynde coetzier
een mans slaaf gen:t Jan van Ceylon zynde een kok
een mans slaaf gen:t Benoit van Madagascar zynde almeede een kok
een mans slaaf gen:t Kito van Mosambicque insgelyks een kok
een mans slaaf gen:t Adriaan van de Caab zynde een huis jongen
een mans slaaf gen:t Philip van de Caap zynde een vrouwe kledermaker
een mans slaaf gen:t Evert van de Caab insgelyks een vrouwe kleeder maker
een mans slaaf gen:t Hoop van Batavia zynde een mans kledermaker
een mans slaaf gen:t Afrika van de Caab almeede een mans kleedermaker
een mans slaaf gen:t May van Batavia zynde een schoenemaker
een mans slaaf gen:t Jonas van de Caab zynde een kuyper
een mans slaaf gen:t July van de Caab zynde een huis jongen
een slavinne gen:t Leonora van Macasser
een slavine gen:t Malatie van Boegies met haare twee kinderen Rebecca en Lena beide van de Caab
een slavinne gen:t Oelinda van Boegies met haar zoontje gen:t Agillis van de Caab
een slavinne gen:t Citie met haare twee zoontjes gen:t Hector en Jacob alle van de Caab
een slavinne gen:t Regina van de Caab
een slavinne gen:t Doortje met haar kind gen:t Saartje , beide van de Caab
een slavinne gen:t Theresie van de Caab
een slavinne gen:t Amilia van de Caab

Na dat de ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren tot dus verre met de inventarisatie waren gevordert, zyn zy vervolgens overgegaan, om te voldoen aan dat gedeelte der dispositie van den heere overleedene, waar by zyn edelen heeft begeerd, dat alle zyne lyfeigenen, door Heeren Weesmeesteren ten behoeve des boedels van den eersten tot den laatsten, na derzelver reeele waarde zoude worden getaxeert. En hebben zy na alvorens nopens de hoedanigheeden en bekwaamheeden der gem: lyfeigenen, het advys der juffrouw weeduwe ende dat der resp:e meerderjaarige erfgenaamen te hebben ingenomen, de waarde der meergezegde slaven bepaald in ondertemeldene voegen, als

  Rd:s
Leander van de Caab op 300
Jan van Ceilon op 100
Benoit van Madagascar op 800
Kito van Mosambicque op 700
Adriaan van de Kaap op 800
Philip van de Kaap op 800
Evert van de Kaap op 1000
Hoop van Batavia op 500
Afrika van de Caap op 800
May van Batavia op 800
Jonas van de Caap op 1800
July van de Caap op 700
Leonora van Macassar 200
Malatie van Boegies met haare twee kinderen Rebecca en Lena beide van de Caap op 800
Oelinda van Boegies met haar kind Agilles van de Caap op 700
Citie met haar twee kinderen Hector en Jacob , alle van de Caap op 1800
Regina van de Caap op 900
Doortje met haar kind Saartje beide van de Caap op 1350
Theresia van de Caap op en 600
Amilia van de Caab 400

Van welke taxatie aan de juffrouw weeduwe ende de resp:e meerderjarige erfgenaamen, door ons gecommitteerde Weesmeesteren kennis gegeeven zynde, verklaarde dezelve daar in allezints genoegen te neemen en te begeeren dat in navolginge van den verdere inhoud der dispositie van den heere overleedene met betrekking tot de lyfeigenen des boedels, als nu ook dadelyk mogte worden overgegaan tot de verkiesing uit de gemelde lyfeigenen onder de respective g’interesseerdens.

Waar toe dan getreeden zynde is de keuze geeffectueerd in onder te meldene voegen als

Door juffrouw Margaretha Jacoba Smuts weeduwe en inventarient in deezen

Voor de eerste keuze
  Rd:s
Jonas van de Caap die gewaardeert is op 1800
deszelfs wyf gen:t Citie met haare twee kinderen Hector en Jacob alle van de Caap, die te zamen gewardeerd zyn op 1800
Kito van Mosambicque wiens waarde bepaald is op 700
July van de Caap , die by taxatie waardig geschat is op en 700
Theresia van de Caab , die getaxeerd is op 600

Door de heer m:r Johannes Andreas Truter als in huwelyk hebbende juffrouw Sophia Alida de Wet

Voor de tweede keuse
  Rd:s
Adriaan van de Caab , die gewardeert is, op 800
Benoit van Mosambicque die meede gewardeert is, op en 800
Amilia van de Caap , die getaxeerd is op 400

Door s:r Johannes Carolus de Wet

Voor de derde keuze
  Rd:s
Afrika van de Kaap , wiens waarde by taxatie bepaald is op 800
May van Batavia , die almeede gewardeert is op en 800
deszelfs wyf Oelinda van Boegies met haar kind Agillis van de Caap die te zamen gewardeerd zyn op 700

Door s:r Oloff Godlieb de Wet

Voor de vierde keuze
  Rd:s
Leander van de Caap , die getaxeerd is op 300
Malatie van Boegies met haare twee kinderen in name Rebecca en Lena van de Caap , die te zamen gewardeert zyn op en 800
Regina van de Caap , die getaxeerd is op 900

Door te ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren met communicatie van de juffrouw weeduwe, voor den uitlandigen minderjarige zoon Jacobus Petrus de Wet

Voor de vyfde keuze
  Rd:s
Philip van de Caap , die gewardeert is op en 800
Doortje met haar kind Saartje beide van de Kaap, die te zaamen getaxeerd zyn op 1350

Hebbende de ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren en de juffrouw weeduwe, voor het belang van den minderjaarigen, niet dienstig geoordeeld om uit de overige nog voorhanden zynde, vier ongekoozene lyfeigenen eenige nadere of verdere keuze te doen.

Zynde ten opzichte der gedaane keuzen van lyfeigenen, in allen deelen stiptelyk gevolgd, de expresse wille en begeerte van den heere overleedene, dat de vrouwens van de mans en de kinderen beneden de twaalf jaren van de moeders niet zyn gesepareerd.

En vermits de wille van den heere overleedenen verder meede brengt, dat, de keuzen geschied zynde, de als dan nog overige slaven indien de daar toe gerechtigde erfgenamen tot geene verdere keuze in dezelfde order konden verstaan, aan den daar toe genegen zynde dier erfgenamen, ofte aan den meestbiedende derzelven verkogt zullen moeten worden.

Zo zyn de ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren, vermits geene der respective g’interesseerdens geneegen was, uit de nog voor handen zynde ongekoosen lyfeigenen, in naamen

Jan van Ceilon
Evert van de Caab
Hoop van Batavia , en deszelfs wyf
Leonora van Macasser

getreeden tot de verkoping derzelve, aan de meestbiedende der respective g’interesseerdens en erfgenaamen - En zyn dezelve als toen in volgender voegen verkogt, als

  Rd:s
Jan van Ceilon, aan s:r Johannes Carolus de Wet, voor 100
Evert van de Caap, aan de heer m:r Johannes Andreas Truter voor 700
Hoop van Batavia, met zyn wyf Leonora van Macasser, aan s:r Johannes Carolus de Wet voor 602

Deeze verrigtinge afgeloopen zynde, is door de ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren getreeden, tot de verdeeling van de kleederen, goud en zilver, mitsg:s jagt gereedschap, tot des heeren overleedenens lighaam en gebruik behoord en gediend hebbende, in deezen inventaris op paginis 16, 17, 18, 19, 20, 25, 26 en 27 gespecificeerd, onder zyn edelens acht nagelaatene zoons by looting zo na mogelyk in gelyke portien te verdeelen, overeenkomstig de wille van den heere overleedene, vervat by onderhandsche dispositie van den 20 August 1800.

En zyn na dat de uitlooting geschied was, by de twee meerderjarige zoons Johannes Carolus de Wet en Oloff Godlieb de Wet de aan hun te beurt gevallene portien in ontfangst genomen mitsgaders die der zes minderjarige, in naamen

Jacobus Petrus de Wet
Hendrik Johannes de Wet
Johannes de Wet
Fredrik Willem de Wet
Hendrik Justinus de Wet en
Petrus Jacobus de Wet

aan de juffrouw weeduwe in bewaring gegeeven, ten einde die der twee eerstgemelde tot hunne terug komst uit Europa of vroegire dispositie by mondig worden, in bewaringe te behouden, ende die der vier jongste zoons, ten hunne gebruike te doen dienen, ofte by meerderjarigheid aan hun te doen geworden.

Bestaande de portien aan de twee uitlandige zoons te beurt gevallen, in ‘t volgende, namentlyk

Van Jacobus Petrus de Wet
een geborduurde violet gecouleurde lakense rok
negen camisolen in zoort
seven broeken in zoort
een chitze slaap cabaay
drie hembden
acht dassen in zoort
drie buyk of lyfbanden
vyf paren koussen in zoort
twee hair zakjes
een paar handschoenen
een paar kamer muylen
een goude zak horologie met staale ketting
een kruyd bus
een schiet geweer
een paar pletty schoen gespen
een paar zilvere schoen gespen
twee berottingde botteltjes
een pennemes
een oestermesje
een kleine knipmes en
een kopere vergulde plaat
Voor Hendrik Johannes de Wet
een bruine lakense rok
acht camisools in zoort
seven broeken in zoort
een chitze slaap cabaay
drie hembden
twee dassen
een buyk of lyfband
agt slaap mutzen
vier paar koussen in zoort
een paar handschoenen
een paar schoenen
een hoed
een paar pistolen met hunne holsters
een rouw deegen
een couteau de chasse
twee kruydhoorns
een zak met koogels
een zilvere haak
een paar zilvere schoen gespen
een leeder jagt sakje
een kogelform
een porcelaine pype kop
twee berottingde botteltjes en
een zilvere hoepeltje

Terwyl overigens by ‘t effectueeren deezer deelinge, ook ten uitvoer is gebragt, dat gedeelte der dispositie van den heere overleedene, waar by zyn edelen heeft begeert, dat deszelfs by hem gebruikte dubbelde zilver drinkbeker, aan zyne zoon Hendrik Justinus de Wet zoude komen, en aan deezen op zyn portie in de deeling in computatie gebragt worden.

Contanten des boedels
  Rd:s
zoo veel volgens opgaaf der juffrouw weeduwe, by het afsterven van den heer overleedene is voorhanden geweest, eene somma van vyf hondert vyf en zestig ryxdaalders en zes en dertig stuivers zegge 565:36
waar van zeedert het openstaan des boedels, door de juffrouw weeduwe, volgens aan ons gecommitteerde Weesmeesteren overhandigde notitie is uytgegeeven voor diverse benodigdheeden tot het huis houden 258:24
invoegen door ons gecommitteerde Weesmeesteren op heeden aan contanten is gevonden, een somma van 307:12
welke somma van 307:12
aan de juffrouw weeduwe tegens quittantie is ter handen gesteld omme daar uit de verdere nodige uitgaven geduurende het openstaan des boedels te bestryden, en na het aflopen der vendutie, daar van aan de Weeskamer reekening te doen
Inneschulden
    Rd:s Rd:s
de renten voldaan den 14 Feb:ij 1803, April 1803 in minderinge van 't capitaal afgelegd ƒ6000 van de colonien Stellenbosch en Drakenstein op een secretarieele obligatie, in dato 7 April 1788, door den toenmaligen heere Landdrost en e:e: Heemraden ex officio ten behoeve van den heere overledene gepasseerd, aan capitaal ƒ10000 ofte   3333:16
  met den intrest van dien a 6 pc:o p:r a:o zedert den 20 January j:l:
door m:r J:P: de Wet overgenomen en bij den generale boedelrekening opgebracht ultimo Maij 1803 van Johannes van Nieukerken Hendrikszoon, op een scheepenen kennis de dato 4 September 1793, aan capitaal ƒ4000 ofte   1333:16
  met de renten van dien a 6 pc:o p:r a:o zedert den 29 Augustus 1798
de renten voldaan tot den 27 Janu:y 1802, 't cap:l voldaan den 27 Jan:ij 1803 van Willem Morkel op een notarieele obligatie de dato 27 January 1795, aan capitaal ƒ8000 ofte   2666:32
  met den intrest van dien a 6 pc:o p:r a:o zedert den 27 January 1801
de intrest voldaan tot den 18 December 1802, bij de weduwe overgenomen en bij de geneerale boedelrekening opgebracht ultimo Maij 1803 van Melt van der Spuy op een scheepenen kennis de dato 11 January 1787, aan capitaal ƒ10000 ofte   3333:16
  met den intrest a 6 pc:o p:r a:o zedert den 18 December 1801
1803 Maart de renten vereffend tot den 18 Januarij 1803 en in minderinge van het capitaal betaald ƒ9000 van de heer Johannes Gysbertus van Reenen op een secretarieele obligatie de dato 18 January 1787 aan capitaal ƒ12000 ofte   4000:--
  beneevens de daar op zedert den 18 January j:l: verloopene renten a 1/2 procento p:r maand
1803 Maart de renten voldaan tot primo April 1803, het capitaal bij de weed:e overgenomen, en bij de generale boedelrekening opgebracht ultimo Maij 1803 van Hendrik Albertus van Nieukerken, op een notarieele obligatie, de dato primo April 1795, aan capitaal ƒ3000 ofte   1000:--
  met de daar op a 6 pc:o p:r a:o zedert primo April deezes jaars verscheene renten
Nota, moetende egter in mindering der interessen strekken rd:s8 die den debiteur volgens aantekening van den heer overl: by het laatste vereffening zyner renten te veel heeft betaald van Jan George Barendsz op een notarieele obligatie de dato 8 December 1795, aan capitaal ƒ3600 ofte   1200:--
  met de renten van dien a 6 pc:o p:r a:o zedert den 18 Junij 1800
de renten bet:d tot ult: Junij j:l:, de schuldbrief vervolgens door J:P: de Wet, bij afrekeninge overgenomen van de weed:e Nicolaas Daniel Hoffman, op een scheepenen kennis de dato primo July 1789 aan capitaal ƒ18000 ofte   6000:--
  met de intrest a 6 pc:o p:r a:o zedert primo July 1801
de renten voldaan tot den 4 April 1802, door de weduwe overgenomen, en bij de generale boedelrekening opgebracht ultimo Maij 1803 van Sybrand Jacobus van der Spuy op een scheepenen kennis de dato ult:o January 1792, aan capitaal ƒ30000 ofte   10000:--
  almeede met de renten a t pc:o p:r a:o zedert den 4 April 1801
  van Albertus Willem van Nieukerk, op een scheepenen kennis de dato primo Augustus 1796, aan capitaal ƒ33000 ofte   11000:--
  met de renten van dien a 6 pc:o p:r a:o zeedert primo Augustus 1800
voldaan December 1802 van d' edele Isaak Strombom op een scheepenen kennis de dato 6 November 1795 aan capitaal ƒ12000 ofte   4000:00
met de intresten van dien a 6 pc:o p:r a:o zeedert den 6 November 1800
aan m:r J:P: de Wet gecedeert April 1803 van Marthinus Laurentius Neethlingh, op een notarieele obligatie de dato medio July 1798, aan capitaal ƒ5000 ofte   1666:32
  insgelyks met de renten a 6 pc:o p:r a:o zeedert medio July 1801
  van Sibert Wiid, op een scheepenenkennis de dato 10 Augustus 1798, aan capitaal ƒ1200 ofte   4000:--
  met de renten zedert den 10 Aug:s 1801 a 6 pc:o p:r a:o
aan m:r J:P: de Wet gecedeert ultimo April 1803 van Tobias de Villiers op een scheepenen kennis de dato primo Augustus 1800 aan capitaal ƒ4000 ofte   1333:16
  met de renten daar van a 6 pc:o p:r a:o zeedert primo Augustus 1801
vold: van Fredrik Preller op een notarieele obligatie de dato 11 September 1800 aan capitaal ƒ3000 ofte   1000:--
  met de intrest a 1/2 pc:o p:r maand zedert primo Juny 1801
vold: van d' edele Philippus Albertus Myburg senior op een onderhandsche obligatie de dato 14 February 1800 aan cap:l   600:--
  met alle de renten van dien a 1/2 pc:o p:r maand zeedert 14 February 1800
voldaan van d' edele Pieter Myeringh op een onderhandsche obligatie de dato 28 May 1798, zonder beding van intrest, aan capitaal   300:--
voldaan van de heer Cornelis Cruiwagen, op een onderhandsche obligatie de dato 9 Maart 1801 per rest aan capitaal   1000:--
  met de renten van dien a 1/2 pc:o per maand zeedert den 9 Maart j:l:
de nevenstaande drie schuldbrieven ten lasten Jan Vos Hendrikszoon, door de weduwe overgenomen, en bij de generale boedelrekening opgebracht ultimo Maij 1803 van d' edele Jan Vos Hendriksz: op een onderhandsche obligatie de dato medio Maart 1800 aan capitaal   1000:--
met alle de renten van dien a 6 pc:o p:r a:o
evengemelde Jan Vos Hend:sz op een onderhandsche obligatie de dato 6 May 1801 aan capitaal   1000:--
insgelyks met alle de renten van dien a 6 pc:o
gezegde Jan Vos Hendriksz op een onderhandsche obligatie de dato 12 der jongstgepasseerde maand Maart, aan capitaal   1000:--
almeede met de renten van dien a 1/2 pc:o p:r maand
voldaan van de heer Clement Mathhiessen op een onderhandsche obligatie d: d: 26 February j:l: aan capitaal   4000:--
  met de renten van dien a 1/2 pc:o p:r maand zedert 26 February j:l:
  van d' edele Arend de Waal junior op een onderhandsche obligatie de dato 29 May 1800 per rest aan capitaal   100:--
  met de intrest a 1/2 pc:o p:r maand zedert primo Augustus 1800
bij de wed:e overgenomen, en bij de generale boedelrekening opgebracht ultimo Maij 1803 van de heer Johannes Smuts, op een onderh: obligatie de dato 22 Juny 1801 aan capitaal   1000:--
  met de renten van dien a 1/2 pc:o p:r maand zedert 22 Juny 1801
  van de manhafte Jan Gerhard Cloete, op een onderhandsche obligatie de dato 5 Maart 1801 aan capitaal   1000:--
  met alle de renten van dien a 1/2 pc:o p:r maand
vold: van Adriaan Ventura op een onderhandsch briefje, de dato ultimo Maart j:l: betaalbaar geweest ultimo May   200:--
  dus met de renten van dien zedert primo deezer
  van den heer Herman Abesté geweesen Gouverneur te Trankebaar , per zaldo van reekening volgens het schuldboek van den heer overleenene n: 1 fol: 41   35:8
  van de heer Coenraad Adolph Tabritius Koninglyken Deensche Confirentie Raad te Coppenhagen per zaldo van rekening volgens schuldboek n:o 1 fol:o 53   232:34
  van mejuffrouw Catharina Abigael la Febre weeduwe wylen den weledelen gestrenge heer L:A: Vermeer, almeede per zaldo van reekening, volgens schuldboek n: 1 fol:o 57   29:33
  van mejuffrouw Margaretha Jacoba Smuts weeduwe en inventariente in deezen, over het bedragen ofte de waarde der aan haar edelens by taxatie verblevene losse goederen en lyfeigenen des boedels, namentlyk
  voor een yzere paviljoens ledikant met twee stellen behangzel, en een kompleet bed met toebehooren volgens deeze inventaris pag: 24 en 25 250:--
  voor eenige pretieusiteiten volgens deeze inventaris pag: 31, 32 en 33 273:24
  voor een cabinet met zilver beslag volgens dezen inventaris pag: 33 400:--
  voor 't gemaakte linnen goed des boedels volgens deesen inventaris pag: 35 en 36 200:--
  voor een mans slaaf gen:t Jonas van de Caap volgens deeze inventaris pag: 66 1800:--
  voor een slavin gen:t Citi met haare twee kinderen Hector en Jacob alle van de Caab 1800:--
  voor een mans slaaf gen:t Kito van Mosambicque 700:00
  voor een mans slaaf gen:t July van de Caap 700:--
  voor een slavinne gen:t Theresia van de Caap 600 6723:24
  van de heer m:r Johannes Andreas Truter als in huwelyk hebbende juffrouw Sophia Alida de Wet over het bedragen ofte de waarde der volgende by verkiesing of taxatie dan wel ingekogte en ontfangene lyfeigenen des boedels, als
  voor Adriaan van de Caap volgens deezer inventaris pag: 67 800:--
  voor Benoit van Mosambicque 800:--
  voor Amilia van de Caab 400:--
  voor Evert van de Caab volgens deeze inventaris pag: 71 700:-- 2700:--
  van s:r Johannes Carolus de Wet, almeede over het bedragen ofte de waarde der zo by taxatie en verkiesinge als door inkoop aan hem ten deel gevallene lyfeigenen des boedels, namentlyk
  voor een mans slaaf gen:t Afrika van de Caap volgens dezen inventaris fol:o 67 800:00
  voor een mans slaaf gen:t May van Batavia volgens dezen inventaris pag: 68 800:--
  voor een slavinne genaamt O'elinda van Boegies met haar kind genaamt Agillis van de Caab 700
  voor een mans slaaf gen:t Jan van Ceilon volgens dese inventaris fol:o 71 100:--
  voor een mans slaaf gen:t Hoop van Batavia met zyn wyf genaamt Leonora van Macasser 602:-- 3002:--
  van s:r Oloff Godlieb de Wet meede over het bedragen ofte de waarde der by taxatie en verkiesene aan hem verbleevene lyfeigenen des boedels, als
  Leander van de Caab volgens desen inventaris fol:o 68 300:--
  Malatie van Boegies met haare twee kinderen Rebecca en Lena van de Caab 800:--
  Regina van de Caab 900:-- 2000:--
  van Jacobus Petrus de Wet, weegens het bedragen ofte de getaxeerde waarde van de onder temeldene drie lyfeigenen, aan hem by verkiesing uit den boedel toebedeelden als
  een mans slaaf gen:t Philip van de Caab volgens deesen invetaris fol:o 69 800:--
  een slavin genaamt Doortje met haar kind Saartje beide van de Caap 1350:-- 2150:--
Lasten des boedels
  Rd:s
aan de Bank van Leening op een bank kennis de dato 25 February deezes jaars, aan capitaal ƒ9000 ofte 3000:--
met de renten van dien a 5 pc:o p:r a:o
aan het oeffenings gestigt in deeze hoofdplaats, over zo veel door den heer overleedene by onderhandsche aanteekening de dato 25 May j:l: aan hetzelve voor een legaat is besprooken ƒ1000 ofte 333:16
aan de volgende der minderjarige kinderen over zo veel dezelve volgens gehouden aanteekening van den heer overleedene aan spaarpot penningen competeerd, en in den gemeenschappelyken boedel is berustende, als
aan Hendrik Johannes de Wet 107:36
aan Johannes de Wet 68:18
aan Fredrik Willem de Wet 52:6
aan Magdalena Elisabeth de Wet 28:18
aan Hendrik Justinus de Wet 19:42
aan Petrus Jacobus de Wet 7:42

Werdende overigens alhier pro memoria bekend gesteld

a) dat onder de lasten des boedels van deezen inventaris, voor als nog niet hebben kunnen worden opgebragt, zodanige vrywillige giften ofte praelegaten, als door den heer overleedene, by onderhandsche pro memorie of aanteekening gedateerd 20 Augustus 1799, aan zyne kinderen zyn besproken, aangezien omtrend deeze acte, eenige duisterheid plaats heeft, die voor af dienen te worden uyt den weg geruimd, ofte daar over te worden gedecideerd, en naar welkers ontruiminge, deeze inventaris /:voor zo verre des noods:/ daar meede zal worden geemplieerd.

b) dat overeenkomstig de onderhandsche beschikkinge van den heere overleedene, gedateerd 9 Maart 1802 zyn edelen particuliere brieven en andere papieren, geene directe relatie tot den boedel hebbende aan zyn edelen schoonzoon, den heer en meester Johannes Andreas Truter zyn ter handen gesteld.

c) dat den heer overleedene, met ende benevens den heere Johannes Smuts, gemagtigde geweest zynde van den heere Cornelis Trymersum ende den heere Hendrik Geevers, mitsgaders met ende benevens gemelde heere Smuts ende de heeren Petrus Johannes Truter en m:r Ryk le Sueur van den heer en m:r Jacobus Johannes le Sueur, over zulx de papieren en door den heere overleedene eigenhandig gehoudene reekeningen deese administratie betrekkelyk door ons gecommitteerde Weesmeesteren, aan meermelde heere Johannes Smuts zyn afgegeeven, die dieswegens, in zyne voorsegde qualiteiten zyne pretentien op den boedel ter Weeskamer zal indienen, en denzelven voor verdere verantwoordelykheeden dies weegens indemneeren en dechargeeren

d) dat de openstaande reekeningen van den heere overleedene, met

de heeren Cornelis de Groot en Krasser te Rotterdam
de heeren Jacob Dull en Zoonen te Amsterdam
de heeren Peks, Straus en Nieuwland te Amsterdam
de heer Maurits With, gewezene Deensche capitain
de heer Gerhardus van der Zoo te Amsterdam
de heer colonel Mark Woad te London
de heer Cornelis Trymersum en
de heer en m:r Jacobus Johannes le Sueur

almeede niet distinct onder de baaten en lasten des boedels, hebben kunnen worden opgebracht aangezien dezelve, eerst en voor af nader behoren te werden gerevideert en vereffend en

e) dat nopens de administratie affaire van den heere Van der Zoo te Amsterdam , met den heere Pieter Meijring alhier, die met en benevens den heere overleedenen de administratie heeft gevoerd, en onder wien oor het grootste gedeelte der papieren daar toe betrekkelyk berustende zyn behoord en moet worden afgerekend en geliquideerd.

Aldus gedaan en g’inventariseerd aan Cabo de Goede Hoop op den 9:e, 10:e, 11:e en 12 Juny 1802 ter woonhuize van den heere overleedene, ende zulx op het op en aangeven van mejuffrouw Margaretha Jacoba Smuts weeduwe wylen den heer Hendrik Justinus de Wet de inventariente in dezen in den hoofde deezer gemeld, dewelke verklaard zig hier omtrend ter goeder trouw te hebben gedragen en haares weetens niets versweegen ofte veragtert te hebben het geen tot den boedel en nalaatenschap behoord, bereid zynde zulx des gerequireerd werdende, ten allen tyde met solemneelen eede gestand te doen, en verdere belofte dat zo wanneer in der tyd iets mogte ontdekken dat tot de voormelde boedel specteerende mogte zyn, zulx nader aan Heeren Weesmeesteren op te geven, ten einde deesen inventaris daar meede te amplieeren.

In teken der waarheid is deeze door den juffrouw, inventariente, de meerderjarige erfgenaamen, benevens ons gecommitteerde Weesmeesteren en my gezwoore Clercq eigenhandig ondertekend.

Als Gecommitt:e: A:V: Bergh, H: van de Graaff

Margaretha Jacoba de Wet

Voor de confirmatie: J:A: Trüter, N:N:, J:C: de Wet, O:G: de Wet H:z

Mij present, G:A: Watermeyer, g: C:

MOOC8/23.41

{18001009} 9 October 1800 Cornelis Thuijn

Door den veldkornet de heer Andries Otto en den burger Christoffel Brieërs nagesien de gevonden goederen van wijlen den oud burger Cornelis Thuijn zo als volgt

een bed met zijn toebehooren
een katel
een houte schraaf
vier houte [schraaf] ongemaakt
twee nave boore
drie spansaage
2 disselbome ongemaakt
negen nave banden
drie snijmesse
1 dito snijmes
12 boren
10 schafe
21 differente beijtels
5 schaaf beijtels
1 door slag
1 kouw beijtel
2 dissels
2 beijlen
2 hamers
2 kruijs houte
1 zet
1 winkelhaak
3 raspes
1 paster
1 sweij
2 paar schoe
wat rommelarij
1 kist
2 hoede
1 stoel
1 mantje
1 emmer
2 sakke
1 kapstok
1 draijbank
1 klijne kisje met rommelarij, nog 1 klijne kistje
2 scheermesse, 2 stukke katelhoud
wat klerasie, twe bijtel hakken

Wij ondertekene zulks als getuijgen en des noots sijnde zal het selve met eede bevestigen

Ganskraal datum 9 Oc:r 1800

A: Otto

Christoffel Briers

Syn goud en silver dat heef de schoon soon pas hier na sijn over lijde weg genoomen

1 paar schoe gespes
1 paar schoe gespes klijne
1 paar silver hemp knoopen
1 goude knoop
3 risdaald: gelt dat in sijn kist gevonde is

MOOC8/23.42

{YYYY} [ ..... ] Jan Hendrik Mijer

De lijst van den overlede Jan Hendrik Mijer

2 groote kisten een met wat kleere de ander met wat rieme en een partij vel schoene en een paar schoene
1 kelder met drie vlesse dat niet heel is
1 haalfe kissi met ook met wat ouwe rieme
2 rakke met seven borde
1 schenk bordt
4 schilderije
2 blaakers
1 klijne koffi moole
7 bottels en 4 kelkies
1 boter potje en 2 sout vaatjes
1 kommetje en 2 ouwe bijle
1 bulsak met twee kussens
1 stukkende spiegel
3 scheermesse
1 oorlosi en een ink kooker
2 sadels met 2 toome
1 katel, 1 trommel en 1 rijs blok
1 merri met een vulle
1 bladttavel en zijn lessenaar en een halfaam is bij Jan Losper aan de Haasekraal in bewaaring

MOOC8/23.43

{18020423} 23 April 1802 Justinus Spangenberg

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als er op Woensdag den 21:e deeser ab intestato met ‘er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den geweesen soldaat bij de Holl: Oost: Comp:ie Justinus Spangenbergh, ten voordeele zijner onbekende uitlandige erffgenamen, zodanige als het een en ander ingevolge op gaaff van den geweesen adsistent s:r Pierre de Rubaix door ons ondergeteekende ord: Clercq en Bode zijn opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande alle dezelve goederen in de volgende, namentlijk

In het huijs van opgemelde s:r Rubaix alwaar den overleedene is gelogeerd geweest

een buldzak, combaars en twee kussens
een matras
een lap zijl
sesthien baatjes inzoort
ses rokken inzoort
thien broeken inzoort
zeven hembden
vijff handdoeken
vier beddelakens
zeven strop dassen
thien doeken in zoort
vijffthien p:r kousen
een paar laarssen
twee p:r schoenen
drie hoeden
vier paruijken en 1 [paruijken] bol
een cabaaij
een paar ledere handschoenen
een paar zilvere schoe en knie gespen
een zilvere horologie
een [ ..... ]
een bril
twee ledere zak boekjes
een tinne snuiffdoos
drie boeken
twee pennemessen
een trommeltje
een oude boschlemmermes
een handrotting
een keteltje
een blikke blaker
Crediten des boedels
  Rd:s
aan contanten in dezelve gevonden eene somma van twee honderd vijff en negentig rijxd:s en twee schell: zegge 295:12
Dubieuse Inneschulden
  Rd:s
van de manh: Coenraad Nelson over schoolgeld blijkens reek: 34
van Martijn Wolffrum over schoolgeld blijkens reek: 48
van Sijbrand de Beer over 't waarneemen zijner commissie alhier aan Cabo voor 2 maanden bl: reek: 16

Aldus na gedane ontzegeling g’inventariseerd en opgenomen ten huijse voorm:t op den 23 April 1802

Voor den opgaaff: P: de Roubaix

Ten onzen overstaan: P:E: Faure, J:N: Rorich

MOOC8/23.44

{YYYY} [ ..... ] Hannes Wagenaar

Inventaris, van de goederen van den overledenen Hannes Wagenaar.

1 soldaate kist
1 schans looper
1 bulzak
1 kop kussen
1 overtrokkene wolle cambaars
1 lange fluweele broek
1 Chinees linnen boven baatje
1 oude tjaalie
2 oude blauwe hemdens
1 voering velle broek
1 oude blauwe baatje
1 oud geweer
1 p:r zilvere broek gespen
1 p:r zilvere schoen gespen
te goed bij Joost Hend:k Hoppe, van gagie rijksd: dertig
nog een oude jas

De getuigen zijen George Moller

Dan onder: Johan Roerpassen

Dan onder: Joost Hend:k Hopp

MOOC8/23.45

{18030324} 24 Maart 1803 Jacobus Faaij

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als ‘er op Maandag den een en twintigsten dag der maand Maart in den jaare onzes Heeren een duijzend agt hondert en drie, des morgens de clocke ses uuren, ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den heere Jacobus Faaij, ten behoeve zijner uitlandige erffgenamen, zodanig als het een en ander door ons onderget:de gecommitteerde Weesmeesteren zijn opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande dezelve goederen in de volgende, namentlijk

een koffer n:o 1 waar in
ses lakense rokken
twee en twintig baatjes in zoort
thien lakense broeken
veerthien linnense broeken
een schaansloper
vijff en twintig hembden
dertig witte halsdoeken
veerthien bonte neusdoeken
zeven en dertig p:r kousen in zoort
een cabaaij
ses beddelakens
ses kussens slopen
twaalff handdoeken
zeven p:r handschoenen in zoort
een p:s batist
een kruijsband
een lapje linnen
een spaane doosje waar in
enige galanterie goederen
een koffer n:o 2 waar in de volgende boeken, als
Wagenaars Vaderlandsche Historie 21 deelen
Fr: Halma, Fransch en Nederduitsche dictionaires en voorts nog
zeventhien boeken in zoort
een parthij muziek boeken
een scheer zakje
een memorie boekje
een zeep doosje
een lieniaal
eenige boeken schrijffpapier
een parthij zegul lak
een p:r plettet spooren
een scherm handschoen
een koffer n:o 3 in dewelke
een meerschuime pijp
twee pijpe koppen
twee glase caraffen
een blikke kandelaar
een porcelijne kopje en piering
twee stale snuijters
een blaker
twee p:r laurie trekkers
een kolff bal
twee p:r plettet kuijd gespen
een bril met zijn huijsje
een snuifdoos
twee pakjes poeder
een potje pomade
twee almanakjes
een rolletje hair lind en voorts
wat rommeling
een liqueur kistje met
ses flessen en twee glaasen
een foederaal met
twee vioolen
vijff strijk stokken en
een parthij snaren
twee p:r laarsen
drie p:r schoenen
een p:r muijlen
een laarse knegt
een zijd geweer met staal gevest
twee hand rottings
een jagt zak
een hagel zak
een kruijd bus
twee kleder borsels
drie ronde en
een driekante hoeden
een kot met
een bulzak
een peuluw en
een chitze deken
een schrijff en scheerkisje waar in
een plettet tabaks doos met 1 pijpe pennetje
een goude zak horologie
een cachet
een memorie boekje
een p:r plettet schoegespen
een yphore spuijtje
een ledere memorie boekje
een etui met een tande stoker
een porcelijne doosje
twee goude ringen
een goude souvenir
een goude cachet
twee memorie boekjes
twee pennemessen
een kast met tabak in lood
een kelder met genever
een kelder met ses volle en drie ledige flessen genever
veerthien bouteiiles roode wijn
ses Keulse kannen met selser water
vier ledige kannen
Crediten des boedels
  Rd:s
aan contanten eene somma van een hondert negen en tachtig rijxd:s dertig st:vrs 189:30

Aldus na ontzegeling der voorsz: koffers g’inventariseerd ten woonhuijze van den heere Pieter Laurens Cloete, alwaar den overleedene is gelogeerd geweest op den 24:e Maart 1803.

Als gecommitteerde Weesm: A:V: Bergh, H: van de Graaff

Voor den opgaaff: P:L: Cloete, Deel

MOOC8/23.46

{18020519} 19 Mei 1802 Dirk Jacobus Pretorius , Maria Margaretha van Wyk

Inventaris van alle zodanige goederen, als er op den 8:ste der jongst afgeweekene maand April, ap intestato met er dood zijn ontruimd ende nagelaaten, door den burger Dirk Jacobus Pretorius ten voordeele zijner overgebleevene huisvrouw thans weduwe, Maria Margaretha van Wyk ter eenre, mitsgaders zijne in twee vroegere huwelyken verwekte kinderen, als

a) bij wijlen zynen eersten huisvrouw, Margaretha Visagie 1) Elisabeth Margaretha Pretorius, oud dertien jaren ter andere zijde
2) Maria Helena Pretorius, oud elf jaren
3) Margaretha Johanna Pretorius, oud circa tien jaren
4) Willem Sterrenberg Pretorius, oud acht jaren
5) Isaac Johannes Pretorius, oud zes jaren
b) bij wijlen zynen tweede meede voor overleeden huisvrouw Martha Sophia van der Merwe 6) Elsje Maria Pretorius, oud omtrend drie jaren

Zodanig als dezelve door mij ondergeteekende gesw: Clercq ter Weeskamer, op ‘t op-en-aangeeven van des overleedene overgebleevene weduwe zijn geinventariseerd en opgenomen, en bevonden te bestaan in ‘t volgende, als

Een opstal staande op de leenings plaats genaamt de Langerevier over de Oliphants Revier geleegen in 't Koude Bokkeveld

Op de evengem: plaats en aldaar

In 't woonhuis
1 opslag eetenstafel
1 theetafel
1 ledikant
3 katels
3 bedden met hun toebehoren
9 stoelen
5 rakken
2 wateremmers
3 kleine vaatjes
1 balie
5 yzere potten in zoort
1 rooster
1 koekepan
1 vleeschvork
1 broodmes
3 kandelaars
1 aarde pot
1 koffymolen
1 meelzift
1 rood kopere theemachine
3 kopere keetels
1 kopere komfoor
4 tinne schotels
23 tinne borden
1 tinne kleine kom
9 tinne eetleepels
1 tinne soepleepel
1 porceleine schotel
10 p:r kopjes en pierings
2 leepel rakken
1 boterpot
1 groote kist
2 kleine [kist]
1 spiegeltje
1 leedige fles, eenige bottels en glaasen
1 groote Bybel
3 kleine boeken
1 tinne trekpot
1 tinne peeperdoos
3 schietgeweers
7 mudde zakken
Op de werf en in de buiten vertrekken
1 paardewagen met zijn toebehoren
1 ossewagen met zijn toebehoren
1 ploeg met zijn toebehoren
1 egt met yzere tanden
3 graven
1 pik
1 ploegschaar
10 zikkels
2 ladels
2 planken
1 bankschroef
2 oude raamen
1 schaafbank
92 mudden koorn
een partij gereedschap
In de kraal
8 wagen paarden
30 aanteel paarden
24 trekossen
38 aanteel beesten
627 aanteel schapen
118 aanteel bokken
Leifeigenen
1 slaave jonge gen:t Salomon van Mosambicque
1 slaave jonge gen:t Aaron van Mosambicque
1 slaave jonge gen:t Jacob van Mosambicque
1 slave jonge gen:t Klaas van de Kaap
1 slavin gen:t Regina van de Kaap
1 slavinne gen:t Lea van de Kaap
1 slavinne gen:t Louisa van Mosambicque
Inneschulden
  Rd:s
van A:M: Horak, op een onderhandsch brievje de dato 26 November 1801 zonder beding van intrest 400
van Pieter Carel Therron, op een onderhandsch brievje de dato 30 Januarij 1798, spruitende over koop van veerthien hamels 28
van Wessel Pretorius, op een onderhandsch brievje, de dato 7 Junij 1801 62
van Coenraad Stober, almeede op een onderhandsch brievje de dato 2 Maart 1797 spreekende over koop van veertig hamels 80
Lasten des boedels
  Rd:s
aan de in den hoofde deezes gemelde vyf minderjaarige kinderen door den overleedenen, bij wylen zynen eerste huisvrouw Margaretha Visagie in echt verwekt, in naame Elisabeth Margaretha, Maria Helena, Margaretha Johanna, Willem Sterrenberg en Isaac Johannes Pretorius over 't bedragen van derzelven moederlijk bewijs volgens acte, in dato 26 April 1798 ter Weeskamer gepasseerd aan ieder rd:s266:32 sch: of aan allen te zamen 1333:16
aan des overleedene dogter Elsje Maria Pretorius bij zynen tweeden overleedene huisvrouw Martha Sophia van der Merwe verwekt, almeede weegens 't bedragen van haare bij acte van den 28 November 1801 ter Weeskamer beweezene moederlijke erfvenis 763:44
aan evengem: Elsje Maria Pretorius over zo veel aan haar uit 't moederlyke erfdeel van wylen haaren broeder Carel Jacobus Pretorius, vermits deszelvs minderjarige overlijden ap intestato is aanbestorven 381:46
aan Jacobus Fredrik Mouton op een onderhandsch obligatie de dato 1 Maart 18[ ..... ] aan capitaal 800:--
met de renten a 5 p:r c:to pro anno zeedert primo Maart 1801

Werdende overigens pro memorie bekend gesteld, dat volgens opgaaf der weduwe, door haar overleedene man voor omtrend vier jaren geleeden, aan zeeker Thys Basterd, die zich thans bij den eerwaarden missionaris Kichler bevind, op de helfte van de aanteel zyn gegeeven drie hondert schapen

en zo meede, aan den burger Willem Sterrenberg Pretorius, wonende op Sneeuwberg , eenige aanteel beesten zonder dat zij ‘t getal daarvan distinct weet optegeeven en voorts dat zich bij haaren vader, den burger Gerrit van Wyk nog komen te bevinden, twee merries en drie aanteel beesten, die tot den gemeenschappelijken boedel van haar en haar overleeden man behoren, gelyk als nog een merrie zich in ‘t veld bevind, die uit hoofde van ziekte niet op de vendutie plaats kan worden gebracht

Aldus gedaan en g’inventariseerd aan Cabo de Goede Hoop, ter plaatse voormeld, op den 19 dag der maand Mei 1802, ende zulks ter op-en-aangaave van de in den hoofden gemelde weduwe Maria Margaretha van Wyk dewelke betuigde, zich daarin allezints ter goeder trouw gedragen en haares weetens niets verzweegen of achtergehouden te hebben wat tot den boedel en nalatenschap behoort, bereid zijnde, zulks des vereischt werdende ten allen tyde met solemneele eede gestand te doen en verdere belofte zo wanneer in den tyd iets mogte ontdekken, tot den boedel betrekking hebbende en haar inventariente thans niet bekend zulks getrouwelyk ter Weeskamer te zullen opgeeven, om met deeze inventaris daarmeede te amplieëren.

In teeken der waarheid is deeze ter presentie van my ondergeteekende gesw: Clercq en de meede geteekende getuigen door de inventariente eigenhandig gesubschribeert.

Als getuigen: F: Hanssen, J:N: Rorich

Maria Margrita van Wyk weduwe Pertorus

Mij present: G:A: Watermeijer, g: C:

MOOC8/23.47

{18020624} 24 Junij 1802 Elizabeth Radyn

Inventaris van alle zodanige goederen als er ab intestato metter dood zyn ontruijmd ende naargelaaten door Elizabeth Radyn wed: wylen den landbouwer Andries van Dijk ten voordeele haarer naargelatene kinderen en kinds kinderen, met namen

1) Maria Magdalena van Dyk mondig
2) de kinderen van wylen Jurrie van Dyk, met naame a) Elizabeth Christina oud 21 alle minderjarig
b) Michiel Burgerd oud 16
c) Johanna Catharina oud 15
d) Maria Magdalena oud 10
e) Christina Susanna van Dyk oud 9 jaren
3) de kinderen van wylen Elizabeth Christina van Dijk in huwelyk by Wessels Wessels verwekt, in naamen f) Wessel Wessels mondig alle mondig
g) Jan Wessels mondig
h) Jurrie Hendrick Wessels
4) Andries van Dijk   alle meerderjarig
5) Burgerd van Dijk en
6) Petrus Johannes van Dijk alle meerderjarig

Zodanig ende indiervoegen als dezelve door ons ondergeteekende Clercq en Bode der Weeskamer zyn g’inventariseerd bestaande de zelve in de volgende, namentlyk

Een opstal staande op de lenings plaats gen:t de Bot Rivier gelegen aan de Bot Rivier , en aldaar
In 't woonhuijs
twee katels waar op
vier buld zakken
vijf peuluwe
negenthien kussens en
vyf deekens in zoort
vier kisten
drie tafels
derthien stoelen in zoort
een klein spiegeltje
een cop: koffij kan
een cop: ketel
een Nagtsmaals backje
een trek potje
een cop: vyssel
drie kandelaars
een cop: strijkijzer
twee emmers
een klein baletje
twee kleine kastjes
twee kelders met
eenige vlessen
zesthien oude zakken
een oude ladder
een meel seeft
twee cop: vuurtestjes
twee blikke blakers
vier porc: schotels
twaalf aarde borden
twintig porc: borden
een porc: trek potje
zes messen
drie en een half dozyn leepels
drie dozyn vorken
een parthy teegoed in zoort
vyf tinne schotels
twee tinne borden
elf aarde schoteltjes in zoort
een kook ketel
In de combuijs
zes yzer potten
twee yzere koekepannen /defect
een drie voet
een vleesch vurk
een schuijmspaan
een bak kist
een groote balij
twee half aamen
een vat met wat azijn
een oven schop
eenige defecte aarde potten
Op de werf
zeven rakken
een kapstok
een brandwyns ketel
vier planken
een schepel
vier sikkels
twee matjes
twee zagen
een bijl
een mandje
een coorn harp
een ledikant
eenige gereedskap
een slyp steen
een balk
een parthy houtwerk
drie vaatjes
twee half leggers
twee teer putzen
een osse wagen
een ploeg
een rijst blok en vaatje
een parthy oud yzer en houtwerk mitsgaders rommeling in zoort
In de coorn huijs
thien mudde tarwe
Beestiaal
vier merrij paarden
vyf trek ossen
Lyf eigenen
een slave jonge genaamt October van Boegies beide oud en afgeleefd
een slavinne genaamt Marie van Madagascar
Contanten
  Rd:s
vier stuyvers zegge 0:4
Lasten des boedels
    Rd:s Rd:s
  aan de wed: Nicolaas Swartz over diverse   21:--
  aan Jan Nieman And:   4:--
vold: aan Wessel Wessels voor agt hamels   22:--
vold: aan Arij Jacob Joubert
  1/2 legger wyn 24:--
  1 anker brandewyn 8:--
  diverse 5:-- 37:--
  aan Fransiscus Lotz   4:12
  aan de meerderjarige dogter Maria Magdalenõa van Dyk   145:--

Pro memorie word hier genoteerd dat de klederen van d overledene welke slegts bestaande in een weinige daagse klederen op verzoek van de presente mondige erfgenamen, aan hunl: zuster Maria Magdalena van Dijk zyn afgegeeven

Aldus geinventarisseeerd ter plaatse voorm:t op den 24 Junij 1802 ende zulx op t op en aangeven van de in den hoofde deeses gem: Petrus Johannes van Dyk, dewelke betuijgde zig hier in ter goeder trouwe gedragen en zynes weetens niets met opzet verswegen of te rug gehouden te hebben wat tot de ged: nalatenschap behoord, onder presentatie des gerequireerd werdende met eede te bevestigen, met belofte zo wanneer hier na nog iets mogte ontdekken daar van getrouwelijk opgaaf te zullen doen om gez: inventaris er meede te amplieeren en is tot meerder zekerheid deeze door den inventariend benevens ons eigenhandig ondertekend

Voor den opgaaf: P:J: van Dijk

Ter onzer presentie: H:E: Blanckenberg, J:N: Rorich

MOOC8/23.48

{18020327} 27 Maart 1802 Rudolph Jacobus Laubscher

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als er op den 14:e Februarij l:l: ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den burger Rudolph Jacobus Laubscher ten voordeele zijner overgebleevene wed:we Helena Sophia Basson ter eenre, mitsg:s zijne bij wijlen zijne vooroverleedene eerste huijsvrouw Elizabeth Cornelia Wieze in echt verwekte drie minderjarige kinderen, in namen

1) Margaretha Elizabeth oud 12 jaren ter ander zijde
2) Sophia Johanna oud 11 jaren
3) Rudolph Jacobus Laubscher oud 10 jaren

Zodanig als het een en ander door mij gesw: Clercq zijn opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande dezelve goederen in de volgende, namentlijk

Op de plaats gen:t Vrisgewaagt gelegen aan de Honing Bergh en aldaar
In het woonhuijs
twee taveltjes
vijff stoelen
een eetens kasje
een grote meel kist
een ledige meel kist
een kopere wasch lampet met zijn bak
een led: halff aam
een broodmes
drie ijzere potten
drie pannen
een rooster
een drievoet
een vork
twee lepels
een lepel rakje
twee oude beddens
een vuurtang
twee schoorsteenkettings
een kopere koffij kan
een kopere theeketel
een spiegeltje
zeventhien porcelijne borden in zoort
een diepe tinne schotel
vier vlakke [schotel]
zeven borden
een schietgeweer
twee sabels
een schietgeweer bij Jan Basson Albertyn aan 't Zwartland
een kopere vijzel met zyn stamper
een tinne trekpotje
veerthien mudde koorn
thien mudde haver
een kist met een restant zout
Op de werff
vier ledige vaten in zoort
een vleisch balij
een osse wagen
een ovoltooijde wagen
twee ploegen
vier [ploegen] scharen
een buijk plank, twee naven en twee oude wielen
een koorn harp
een bank schroeff
een slijp steen
een boter kern
ses beeste huyden
twee oude wagen leeren
twee karren leeren
een parthy koorn zikkels
een parthy gereedschappen
twee oude kadels
een rak
een parthy oud ijzer
een teer putz
twee oude rijd zadels
een grote aarde kan
een stel oude tuijgen
Beestiaal
twintig trek beesten
acht aanteel beesten
vyff paarden
vier en tachtig schapen
vier en veertig bokken
een varken
Lijffeigenen
een slave jonge gen:t Paul van de Kaap
een slavin gen:t Rachel van de Kaap
een slavin gen:t Lea van de Kaap
Inne schulden
    Rd:s
  van den burger Gerrit Coetzee Dirkz: over koop van een opstal der leening plaats gen:t Vris Gewaagt gel: tussen de Honing Berg en de Kleijne Drift van de Grote Bergrivier , volgens koop brief de dato 16 Nov:r 1801 ƒ8000 ofte 2666:32
op nevensgem: obligatie groot ƒ2000 - strekt in minderinge ƒ1200 dit Willem Basson Jans zoon heeft overgenomen, en als nog op een onderhandsche obligatie aan den boedel debet is van evengem: Gerrit Coetzee Dirkz: op een onderhandsch briefje d: d: 15 Nov:r 1801 ƒ2000 ofte 666:32
  van denzelven Coetzee op een onderh: briefje van 15 Nov:r 1801 per rest 205:--
evengem: Joh:s Alb:s Laubscher declareerd voor nevenstaande schuld te hebben gegeven 1 os, waar is de wed:we verklaard, te hebben genoegen genomen van den burger Joh:s Alb:s Laubscher Nicolaasz: over koop van twee verkens en eenige andere kleijnigheeden [ ..... ]
  van Erasmus Jacobus Smith volgens onderh: briefje van den 22 Maij 1794 60 schapen [ ..... ]
nevens gem: wed:we Laubscher op den 8 April 1802 ter Weeskamer verlatenen verklaard als deeses boedel niets schuldig te zijn van de wed: Joh:s Alb:s Laubscher op een reek: van smitswerk [ ..... ]
  van Gerrit Louw Pieterz: over boekschuld per rest van reekening 11:6
Lasten des boedels
  Rd:s
aan Hendrik Gabriel Wietzche op een onderh: obligatie behalve de renten 400
aan Pieter Erasmus over koop van acht trek ossen per rest [vold:] 141
aan Stephanus Sebastiaan Walters op een onderh: oblig: behalven de renten 150
aan de in den hoofde deeser gemelde 3 minderjarige kinderen blijkens de daar van ter Weeskamer gepasseerde acte de dato 13 October 1792 aan ieder rd:s50 ofte te zamen 150

Aldus gedaan ende g’inventariseerd ter plaatze voorm:t op den 27 Maart 1802 ende zulx op het op- en aangeven van de in den hoofde deeses gem: wed:we, dewelke verklaarde zig hier inne ter goedertrouw gedragen en niets met opzet verzwegen ofte rug gehouden te hebben dat tot voorsz: boedel behoord, invoegen zij ook betuigde de deugdelykheid harer opgaaff ten allen tyde des gerequireerd werdende met eede gestand te doen, en belofte wyders zo hierna nog iets tot gez: nalatenschap behorende mogte worden ontdekt daar van naders getrouwelyk opgaaff te zullen doen.

Tot securiteit van dit een en ander is deesen door de inventarient en my gesw: Clercq meede behoorlyk onderteekend.

Als getuijgen: P:E: Faure, J:N: Rorich

Voor den opgaaff: Helena Sophia Basson weduwe Laubscher

Mij present: G:A: Watermeijer, g: C:

MOOC8/23.49

{18030412} 12 April 1803 Martha Malherbe

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als er zijn behoorende tot de nalatenschap van wijlen Martha Malherbe weduwe Abraham Cilliers.

een klijne rakje
een lepel rak
een seiver leij
een thee tavel
een oude tinne schenk keetel
ses messen en ses vorken
een kap stok
een kast
een kast kleine
een kist
twee halve kisten
twee kadels
een bulzak, peul, 4 kussens en combaars
een partij boeken insoort
een kopere strijk ijzer
een kopere vuur tesje
een kook keetel
een ijzere pot
een plaate vaatje
een hout bijl
een koevoet
een slaave jongetje genaamd David van de Caap
een slaave meisje genaamd Philida van de Caap
een paard
Uitstaande crediten
    Rd:s
  blijkens onderhandse obligatien tegens vijf percento 's jaars bij de weduwe Petrus Jacobus Malherbe van den 1 Julij 1802 eene somma van 200
deese schuld brieven den 19 Aug:s 1803 by de Weeskamer ontfangen bij Pieter Stephanus du Plessis van den 1 November 1802 de somma van 130
bij Stephanus Haubtfleesch van den 15 November 1802 de somma van 270
bij Stephanus Malherbe van den 1 Januarij 1803 de somma van 130
bij Gideon Malherbe van den 1 Januarij 1803 de somma van 50
bij Zebastiaan Wolvaard den van 15 Januarij 1803 de somma van 800

Aldus ingevolge de begeerte van Heeren Weesmeesteren, ter plaatze van mijn moeder de weduwe Petrus Malherbe aan Klein Drakenstein op den 12 April 1803 in presentie van de nevens geteekende getuigen door mij opgenomen en g’inventariseerd

Als getuigen: Johannis S: Marais, Jan Gijsbert Hugo

Stephanus Malerbe

MOOC8/23.50

{YYYY} [ ..... ] Gerret Hendrik Rautenbag Cicilia Aletta Marais

Envon taris wegens de nalatenschap wijlen den huijsvrouw van den burger Gerret Hendrik Rautenbag

2 blikke pannen
1 kook pot
1 potlepel met een vlees vurk
1 balans
1 hout bijl
1 eijser omsla
1 plogkram
1 bijtel
1 snijmes
1 stoof
1 emmer
1 sift
1 smits schroef
1 bottel
1 kandelaar
1 sak
1 kaatel
2 booren
1 ankervat
2 pont kruijt
1 kan verf
2 haamers
4 deurslagen
1 dissel
1 te tavel
1 kist sonder dekzel
1 klijne kerring
6 slaaven
72 beesten
1 merri paart van 2 jaar
1 half legger
1 half aam
1 brandedwijns keetel
1 kraansaag
de planken van een biro
1 vissegen
1 passer
3 bijtels
1 schaaf
1 winkelhaak
5 oude roeijen
partij out eijser
2 avegaars booren
11 hoeppels
8 hoeppels
partij out hoeppels
8 hoeppels
4 hoeppels
1 kuijp bali
1 katel
partij koegels
4 vlessen
4 bottels
2 blikke doozen
10 pierings
7 kopjes
1 gaze bodtel
1 vesje terpentijn
1 vuur tesje
1 spigel
19 leepels
22 vurken
7 tavel messen
1 string sijlegaar
1 vijl
1 Bijbel
1 predicatie boek
2 gebede boeken
1 gesange boek
12 el Vlaams lennen
8 el sijl
1 sloop vederen
4 hooft kussengs
1 sak
1 half pont catoen
1 kist
1 klap tavel
te kast loot
2 bossels
1 pont eijser
1 boek
1 katel
1 eijser pot
1 slot met 9 sleutels
1 boek pampier
1 tafel laken
3 servetten
1 klijne kerring
4 stuks leder boomen
7 bokken

MOOC8/23.51

{18020128} 28 Jannuarij 1802 Jacobus Arnoldus Steyn

Copia inventaris van alle zodanige goederen, als ‘er door wylen den burger Jacobus Arnoldus Steyn Hermanuszoon in leeven bezeeten en met ‘er dood ontruimd en nagelaaten, mitsg:s heeden opgenomen en in waaren weezen bevonden geworden zyn, te weeten

Een opstal der leeningsplaats, gen:d de Bruintjes Rivier , geleegen aan de Breede Rivier
In de kelder
elff heele leggers   dit alles is aan den overleedene by testament van zyn ouders vermaakt voor ƒ6000 om na hun beide overlyden eerst te werden aanvaard; dog zyn moeder nog in leeven zynde heeft zy egter, vermits by d' overleedene is blyven in woonen, daarvan 't gebruik aan denzelven gelaaten, en de plaats meede op zyn naam laaten overtransporteeren
twee halve leggers
drie bier pypen
vyf balies in z:t
twee halfaamen
drie tregters in z:t
een pintje
een brandewyns keetel met zyn toebehooren
een helm van een brandewyns keetel
een slang
In de woonhuys
een ledikant met zyn behangsel
twee kaadels
twee bedden
een cabinet
een tafelkast
een rustbank
vier stoelen
een klap taafel
een spiegel
agt rakjes
twee porcelaine schootels en een tinne [schootels]
vier en twintig borden
een schenkbord
een setje theegoed
een suikerpotje
een oly en azyn stander
twee kommetjes
een beeker
drie bier glaasen
vyf wynkelken
vyf tafelmessen
ses staale vorken
een koffykan
een keetel
een vysel en stamper
twee kandelaars
een vuurtesje
twee yzere potten
Op zolder
een koornharp
elf mudde zakken
een kooygoed zak
vyftien mudd: garst
tagtig mudd: koorn
In een buiten vertrek
twee kisten
een vellezak met zout
twee vleeschvaaten
twee geweeren
twee pistoolen met hun holsters
een draagband
een oude kaadel
In de winkel
een schaafbank
een bankschroef
een handschroef
een strykschaaf
seeven bylen in z:t
een kist waarin een parthy klein gereedschap
seeven sikkels
vyf graaven
vier pikken
een koevoet
twee kleine vaatjes met wat oude spykers
een deur cozyn
vier steenformen
een parthy oude hoepels en yser
In de wagenhuis
een halfsleeten ossewagen met zyn tentzyl en trekgoed, meede uit den boedel van zyn ouders vermaakt, als voorm
een p:r oude wagen leeren
een p:s buikplank
drie jukken
twee saadels
een parthy dekstroo
Op de werf
drie ploegen waarvan twee defect
een eg met yzere tanden
een slypsteen
seeven planken
seeven stukken stinkhout, tot jukken
een blok
een parthy hout
Lyfeigenen
drie slaavejongens, in naamen
Hector /:doof:/ van Bengalen
Fortuin
October van Mosambique
Beestiaal
een en dertig ossen, waaronder twaalf stuks, meede aan hem vermaakt, als meerm:
drie en veertig aanteelbeesten
vyfhondert tachtig schaapen en bokken
een jonge ruinpaard
een jonge merrie
Baaten des boedels
  Rd:s
van Pieter de Jager, over contanten 100
van Fred:k Strycher over 20 mudden garst 30
van J:J: Laurens over 4 mudden koorn 16
van Marth:s van Kuppen over 8 schaapen 20
Schulden
  Rd:s
aan den onderget:e Secretaris p:r rest eener vendu brief 3:4
deszelfs debet aan zyn moeder, zal door J:W: Zulch moeten worden opgegeeven; en 't geen d' overleedene verders mogt schuldig zyn, is niet bekend [ ..... ]

Broeders en susters van d’ overleedene

1) wylen Hans Jurgen Steyn, die nagelaatene heeft elf kinderen, te weeten a) Johannes
b) Martha, getrouwd met Philip Koen
c) Maria, getrouwd met Adriaan Wessels
d) Catharina, getrouwd met Chr:n And:s de Jager Laur:sz
e) Anna, getrouwd met Gerrit Scheepers Fr:z
f) Hermanus de juiste ouderdom onbekend egter alle onmondig
g) Hans Jurgen
h) Douwe Gerbrand
i) Stephanus
k) Margaretha, en
l) Cornelia
2) wylen Douwe Gerbrand Steyn, waarvan negen kinderen, in naamen a) Johanna, getrouwd met Claas Grobbelaar
b) Elisabeth, getrouwd met Ph:p Rud: Botha, Ph: Rud:z
c) Douwe Gerbrand
d) Elsie, getrouwd met Steph:s Joh:s van der Merwe
e) wylen Catharina, die uit haar huwelyk met Isaac Marais, nagelaten heeft een dogter, in naame Catherina Marais
f) Cornelia, getrouwd met Joh:s Carolus Lombard
g) Hans Jurgen
h) Hermanus minderjaarig, dog de ouderdom niet bekend
i) Martha
3) Hermanus Steyn
4) Daniel Steyn
5) Johannes Steyn
6) Petrus Paul:s Steyn
7) Cornelia Steyn getrouwd met Mattheus Willemse
8) Sibilla Steyn, thans weduwe Pieter Fourie

/:Onderstond:/

Aldus gedaan en g’inventariseerd ter plaatse bovengem: op den 28 Jann: 1802, volgens ‘t aanwyzen op opgeeven van den overleedenes moeder Martha Potgieter, wed:we wylen d’ edelen Herm:s Steyn d’ oude; dewelke betuigde hierinne ter goeder trouwe te hebben gehandeld, en met haar weeten niets verzweegen; verklaarende haar dus bereid, deeze opgaaf, des vereischt, met solemneele eede te bevestigen; en verdere belofte, zo iets nader tot deezen boedel specteerende, mogt komen te ontdekken; als dan daarvan nadere opgaave te zullen doen, en zulks in ‘t by weesen van de manh:e Jan Sebastiaan Rabé en Joh:s Hend:k Crous, als getuigen/was geteekend:/ Martha Potgieter, w:de H: Steyn /:in margine stond:/ als getuigen /:en geteek:d:/ Jan Bastiaan Rabe, J:H: Crous /:lager:/ My praesent /:get:d:/ A:s Stockenström, Secret:s

Accordeert: A:s Stockenström, Secret:s

MOOC8/23.52

{18020124} 24 Jannary 1802 Joh:s Vermaak , Maria Elisabeth van Rooyen

J: Ackerveld

Copia inventaris van alle zodaanige goederen, als ‘er door wylen den burger Joh:s Vermaak en deszelfs nagelaatene weduwe Maria Elisabeth van Rooyen in gemeenschap bezeeten en door d’ eerstgem: met ‘er dood ontruimd en nagelaaten, mitsgaders heeden opgenoomen en in waaren weezen bevonden geworden zyn, namentlyk

Een opstal den leenings plaats gen:d d' Uitvlugt gel: in de Cauga
een opstal den leenings plaats gen:d de Quagga gel: aan Gamtous Rivier
Losse goederen
twee ossewagens met hun toebehooren
seven en veertig planken in z:t
een parthy wagenhout
vyf botervaaten
twee karnvaaten
een aams vat
drie half aamen
vyf kleine vaatjes
agt rakken in zoort
een ledikant /:gebroken:/ met behangsel
twee slypsteenen
seven graaven
ses bylen in z:t
agt zagen in z:t
twee dissels
twee sny messen
twee looyers messen
vyf avegaars
een parthy schaaven
een parthy bytels
een parthy vylen en raspen
een passer
een knyptang
een parthy klein, zo smits als timmermans gereedschap in een oude kist
een blaas balg
een spierhaak
een bankschroef
tien smits haamers in z:t
twee smits tangen
drie staaven yzer
drie stukken staal
beslag voor twee ploegen
twee oude ploeg schaaren
een parthy oud yzer
een schaaf bank
een draaibank
elff sikkels
een rustbank
twaalf stoelen in zoort
twee stooven
twee tafels in zoort
een lessenaar
een tafelkast
drie kisten in zoort
twee schuifdoosjes
twee ziften
een trommel
een koffymolen
een koffykan
een vuurtesjes
een thee keetel en tesje
twee kandelaars
drie snuiters
een castrol
een vyzel
vier aarde potten in z:t
een gorgelet en kom
sestien schootels in z:t
veertien borden in z:t
een parthy kopjes en pierings
een tinne trekpotje
een tinne suiker potje
een tinne booterpotje
een tinne kom
twaalf tinne leepels
twaalf staale vorken
een rasp
vyf soutvaatjes
een peeperdoosje
een parthy glas werk
een tinne kom
een koopere water keetel
een koekepan
ses yzere potten in z:t
een rooster
twee vleesch vorken
een polleepel
vier schoorsteen kettings
een bakkist
seven emmers
twee emmers met koper beslag
een aardekan
een tregter
twee berottingde bottels
vyf sakken
een geweer
een verrekyker
een pagter spel
vier boeken in z:t
een Bybel
vier bul zakken
vier peulen
veertien kussens
drie combaarssen
twee sakken met veeren
een parthy rommeling
Beestiaal
seven hondert twee en veertig schaapen
twee hondert en dertien zo ossen als aanteel beesten
vyf merries
Lyfeigen
een slaave meid, gen:d Candasa van Mosamb:
Baaten des boedels
  Rd:s
van Jan Kriek voor een os 7
van Rudolph Cloete voor tabak en zeep 10
van Jan Harme Potgieter voor bokken 21
van Carel Pitzer voor zeep etc:a 7
van Mich:l Kap voor een slagtbeest 7
Lasten des boedels
  Rd:s
aan Willem Abr:m J:v: Rensburg, als in huwelyk hebbende Catharina Johanna Vermaak, over moeders bewys, p:r restant 168:--
aan de onmondige kinderen, over van hun verkogt vhee te zaamen 91:--
aan Adam Mey, over arbeidsloon p:r rest 4:2
aan Fred:k Heyneman, over goederen 68:--
aan Corn:s Tobias Vermaak 5:--
aan Coenraad Vermaak 6:--
Kinderen
  1) opgem: Catharina Johanna Vermaak, uit 't eerste huwelyk van den overleedene
van 't tweede huwelyk met de nagelatene weduwe elf kinderen, te weeten 2) Martha Jacoba Vermaak oud 19 jaaren
3) Susanna Sophia Vermaak oud 18 jaaren
4) Corn:s Johannes Vermaak oud 16 jaaren
5) Jacomina Johanna Vermaak oud 14 jaaren
6) Gerrit Thomas Vermaak oud 12 jaaren
7) Jacobus Stephanus Vermaak oud 10 jaaren
8) Hester Catharina Vermaak oud 8 jaaren
9) Ignatius Marthinus Vermaak oud 6 jaaren
10) Petrus Hendrik Vermaak oud 5 jaaren
11) Adriaana Maria Vermaak oud 3 jaaren
12) een ongedoopte zoontje die gen:d zal worden Johannes Reynier oud 1 [jaaren]

Aldus gedaan en g’inventariseerd op den 24 Jannary 1802, volgens ‘t op en aangeeven van bovengem: weduwe Vermaak, dewelke betuigde hierinne ter goeder trouwe te hebben gehandeld en niets met haar weeten versweegen of agter gehouden, met belofte, zo iets nader tot den boedel specteerende mogt komen te ontwaaren, deezen daarmeede te zullen amplieeren, en zulks in ‘t byweezen van Hendrik van As d’ oude en Nicolaas Orbane als getuigen, hebben de wed:we meede verklaard bereid te zyn deeze opgaave, des begeerd, met solemneele eede te bekragtigen /was geteekend:/ Maria Elisabeth van Rooyen w:e G:s Vermaak /:ter zyde stond:/ Als getuigen /:get:d:/ H:v: As senior, Nic:s Orbane /:lager:/ My praesent /:en get:d:/ A:s Stockenstrom, Secret:s

Accordeert: A:s Stockenstrom, Secret:

MOOC8/23.53

{18030811} 11 Augustus 1803 Andries van Sittert

Inventaris van alle zodanige goederen, slavin etc:a als er op Dingsdag den negenthienden dag der maand Julij in den jaare onzes Heeren een duijzend acht honderd en drie des nade middags de clocke omtrend twee uuren met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten, door den jongling Andries van Sittert, na alvorens bij testament op dien eigensten datum voor den notaris publicq Jan Bernard Hoffman en zeekere getuigen gepasseerd dien aan gaande te hebben gedipponeerd, en ingevolge welke dispositie tot universeele erffgenamen van den overleedenen zijne broeders en zuster, met namen

1) Johannes Jacobus van Sittert
2) Gerhardus van Sittert en
3) Elisabeth Johanna van Sittert gehuwd met den heere James Pattison Cockburn

Terwijl Heeren Weesmeesteren tot executeuren van dat testament administrateuren van der overleedens nalatenschap en voogde over zijne minderjarige erffgenamen benoemd en aangesteld zijnde de voorz: nalatenschap uit dien hoofde door ons ondergeteekende gecommitteerde Weesm:s is g’inventariseerd en bevonden te bestaan in de volgende, namentlijk

vier lakense rokken in zoort
een zwart lakense camisool
thien baatjes in zoort
een flennische onder [baatjes]
twaalff broeken
thien hembden
zeven p:r kousen
ses hals doeken
vier zak doeken
vier mutzen
twee cabaaijen
een p:r wolle handschoenen
een p:r zilvere schoe en kniegespen

alle welke kleederen, linnen, goud en zilver als tot des overleedens lichaams gebruijk tot cieraad gediend hebbende bij voorz: testamentaire dispositie zijn geprelegateerd aan desselfs broeder de in den hoofd deeses gem:e Gerhardus van Sittert en door ons onderget:de gecommitteerdens aan denzelven ook afgegeeven

Lijffeigenen
een meijd gen:t Stansje van de Caab die ingevolge de voorz: testamentaire dispositie niet zal mogen worden verkogt maar de vrijheid hebben om uit woonen en te dienen bij wien zij zulx zul goedunken van wooning te veranderen, zonder dat zij zal mogen gepersuadeerd worden te woonen waar iemand anders zal willen en ter harer keuse bij de vrije vrouwe Maria Stube ten woon is gegaan
een jonge gen:t Willem van de Caab en omtrend welke beijde slaven den overleedenen by voorz: testament alsmeede heeft verklaarde zijne begeerte te weesen dat dezelve niet zullen mogen worden verkogt maar de vrijheid hebben te gaan woonen en dienen bij die geene die zijl: kiesen zullen en insgelijks na goedunken van wooning te veranderen bij elk anderen of afzonderlijk met dit onderscheid echter dat zijl: al toos zullen moeten inwoonen en dienen bij iemand van des overleedens bloedverwanten zijnde beijde deese slaven ter hunner keuse ter woon verbleeven bij bovengem: Gerhardus van Sittert en gevolgelijk bij d' edele Johannes Henricus Fischer alwaar evengem: jongeling zodanig is besteed
een meid gen:t Candasa van de Caab
Crediten des boedels
  Rd:s
van de Weeskamer deeser steede weegens het vaderlijk erffdeel van den overleedene met de renten daar op geprofiteerd eene somma van agt en vijfftig duijzend zeven hondert negen en dertig guldens twaalff st:s ofte 19579:44
van de heer Johannes Smuts c:s: als executeuren des testaments van wijlen de heer Joh:s Jacobus van Sittert weegens het groot vaderlyk erffdeel van de overleedene met de renten op hetzelve geprofiteerd eene somma van vier duyzend vier hondert zesthien guldens agt st:s ofte 1472:8

Aldus gedaan ende g’inventariseerd ten woonhuijze van den oud committ:s van civile en huwelijkse zake d’ edele Johannes Henricus Fischer op den 11 Augustus 1803 ende zulx op het op en aangeeven van gem: edele Fischer, dewelke verklaarde zig hierinne ter goeder trouwe gedragen en niets versweegen of te rug gehouden te hebben dat tot voorm: boedel behoord, invoegen hij ook getuigde de deugdelijkheid zijner opgave des gerequireerd werdende met eede gestand te doen, en belofte wijders zo hier na nog iets tot gz: nalatenschap behorende mogte worden ontdekt, daar van nader opgaaff te zullen doen omme deese inventaris daar meede te kunnen amplieeren.

Tot securiteit van dit een en ander is deese door dikwils gem: Fischer voor den opgaaff en ons onderget:de gecommitt:e Weesm: nevens mij Secretaris behoorlyk gesubscribeerd

Als gecomm: Weesm: A:V: Bergh, J:G: Blanckenberg

Voor den opgaaff: J:s H:s Fischer

Mij present: J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/24.1

{18040121} 21 Januarij 1804 Abraham Melissen

Inventaris van alle zodanige goederen als er op Dingsdag den seventhienden dag der maand Januarij in den jaare onzes Heeren een duizend agthondert en vier, des avonds de klokke omtrend half negen uuren met er dood zijn ontruimd ende nagelaten door den colonel en capitain ter zee, Abraham Melissen en door ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren na gedane ontzegeling opgenoomen en in geschrifte gebragt, bestaande deselve in de volgende, namentlijk

In ’t woonhuis van de heer Michiel Gie alwaar de heer overleedene is gelogeerd geweest en aldaar

In een bovenkamer
een casate houte kist met koper beslag en waar in:
twee verrekijkers
een paar pistolen met kopere loopen
twee schilpadde doosjes
twee verlakte Japansche tabaksdoosjes
vier Japansche gordels
een stuk neteldoek met goud geborduurd
een stuk neteldoek met silver
een stuk neteldoek met zijde
twee [stuk] effe witte neteldoek
een stuk fyn linnen
twee zyde rollen
een restant rol zatyn
een stuk cantons linnen
een lapje linnen
drie stukjes wit Nankjes linnen
zes stukjes geel Nankjes linnen
een stukje rode krep
een Javaasch kleedje
een Javaasch gordel
twee kastjes naaij zyde
twee zilvere dragons
een paar pletty spooren
twee plettij thee lepeltjes
een paar goude epoletten
een toegenaayd pakje beschreeven mevrouw Buiskes te Rotterdam en voorts de kleederen van den heere overleden, als
twee monteering rokken
twee lakense rokken /:in zoort:/
een lakense mantel
een poeder jas
een lakense baaytje
een fluweele baaytje
vyf Casiemiere baaytjes
negenthien linnen baaytjes
elf flennische onderbaaytjes
twee witte Casiemiere broeken
drie en twintig linnen broeken /:in zoort:/
twaalf linnen onderbroeken
agt en dertig hembden
twintig hals doekjes
een zwarte zyde doek
zesthien zijde zakdoeken
vier en twintig paren zijde kousen /:in zoort:/
twintig paren katoene kousen
vier paren katoene sokken
vyf katoene slaap mutsen
drie hoeden /:in soort:/
zes paren schoenen /:in soort:/
vyf bedde lakens
tien kussen sloopen
seven servietten
vier slaap cabaayen
een Japansche [cabaayen]
een doosje met cardamom en catjoe
een doosje met ruikende olijn
twee kistjes met thee
een omber doosje
een rotting met een goude knop
een houte wandel stok
een zabel met zilver gevest
een Japansche zabel
een kris
een kistje met vogel nestjes
seven verlakte bakken
een blikke trommel met een restant medicijnen
een kot met een mattras en twee kussens
veerthien boeken /:in zoort:/
een paar genaaijde blaatjes voor muijlen
een restant rol tabak
een restant gekorven tabak in loot
een likeur keldertje met negen leedige flesjes
een kistje met papieren rakende de commissie van den heere overleedenen en de scheepen onder zijn Ed: convooij geweest zijnde, beneevens eenige verzegulde brieven voor Europa
een kistje waar in eenige papieren de heer overleedene privaat concerneerende, als meede
een paar goude schoen gespen
twee paar goude kuitgespen
een goude horologie ketting met een goude cachet
een goud horologie met een van hair gevlogten bandje, een goud cachet en goude sleutel, welk goud horologie en de evengemelde goude ketting door den heere overleedene volgens declaratie van zijn Ed: geweezen knegt en hofmeester de vrye persoon George Commies genaamd, aan hem Commies zou zijn beloofd en toegedagt
twee goude ringen met glaaze steenen
vier goude ringen zonder steenen
een medaillon, zynde het portrait van des overleedens echtgenoote
een papiere doosje, waar in
een goude ring met steenen
een borstspeld met diamante steenen
agthien zilvere hembdroksknoopjes
een carette kam
twee zilvere tabaks dozen
vier zilvere rotting knoppen
een zilvere sabel plaat
zes zilvere lepels
een paar plettij schoe gespen
een hals gespen met steentjes
een doosje met twee Japansche wayers
een doosje met een Chinasche [wayers]
In een buiten vertrek
een kast met vijftig bottels Fransche brandewijn
een kast met een quantiteit differente dranken in bottels
een doos met een restant tabak
drie bouitteilles kerrij kruyt
een kastje met kabaal pijpen
een kelder met vijfthien flessen jenever
een kelder met derthien flessen arack
een kelder met vet kaarsen
twee canastertjes thee suyker
een [canastertjes] brood suyker
twaalf potten adjar en confituuren /:in zoort:/
seven leedige confyt potten
Lasten des boedels
aan de voorsch: vrije perzoon en geweezen hofmeester George Commies, oververschotten door hem ten behoeve van den heere overleedene gedaan volgens deszelfs opgaave, te weeten:
aan differente blykens daar van geproduceerde notitie de somma van vier en seventig Spaansche matten, ofte rd:s[ ..... ]
aan den Chineesch G:L: Seeng de somma van drie en tagtig ropyen ofte rd:s[ ..... ]
Crediten des boedels
    Rd:s
  aan contanten in dezelve gevonden
  seven en vyftig enkelde goude ducaaten
  een dubbelde goude ducaaten
  vier halve goude ropijen
  een en vijftig zilvere ducatons
  twee halve ducatons
  drie hondert en drie en seventig Spaansche matten
  makende te zamen volgens de waarde door het Gouvernement daar op bepaald de somma van 703:6
  weegens de volgende in den boedel gevondene bewijzen van inneschulden, als
  een onderhandsche obligatie ten lasten J:J: le Bleu de dato 8 Julij 1803 groot aan capitaal twee hondert en veertig guldens Holl: court: ofte 100:--
  een primo wisselbrief de dato 1 July 1803 getrokken door L:L: van Dijk op de Raad der Marine van de Bataafsche Republiek groot seven en zestig guldens en een stuiver Holl: court: ofte 27:45
  een primo wisselbrief de dato 30 July 1803 getrokken door H: van Casteren op de Raad der Marine voorm: groot seven hondert en vyftig guldens Holl: court: ofte 312: 24
  een primo wisselbrief de dato 30 July 1803 getrokken door H: van Casteren op de Raad der Marine voorm: groot vier en negentig guldens en drie stuivers Holl: court: ofte 39:11
  een primo wisselbrief de dato 1 July 1803 getrokken door L:L: van Dijk op de Raad der Marine voorm: groot vyfthien hondert een en seventig guldens en negentien stuivers Holl: court: ofte 654:17
  een primo wisselbrief de dato 25 November 1803 getrokken door H:J: Cransen op de heeren de weed:e D:k Smit zoon en Comp:e te Amsterdam , groot drie hondert en zestig guldens Holl: court: ofte 150:--
  een onderh: obligatie de dato 2 Augustus 1803 ten lasten L:L: van Dijk groot drie hondert en seven en twintig guldens Holl: court: ofte 136:12
  een primo assignatie de dato 30 Augustus 1803 op de Heeren Bewindhebberen uitmakende den Raad der Asiatische Bezittingen en Etablisementen groot negen duizend zes hondert guldens Holl: court: ofte 4000:--
  een onderhandsche obligatie de dato 8 September 1802, ten lasten H:k Cloete senior, groot twaalf hondert agthien guldens en agt stuivers Holl: court: ofte 507:32
  een onderhandsche obligatie de dato 11 September 1802 ten lasten Coenraad Gie groot 189: 28
  een onderhandsche obligatie de dato 13 September 1802 ten lasten J:A: Truter groot seven hondert een en veertig guldens en agthien stuivers Holl: court: ofte 309:6
  een certificaat de dato 20 September 1803, geteekend door B: Ross wegens gelden aan den cadet J:A: Vaessiere voorgeschoten door den heer overleedene ter somma van een hondert een en veertig guldens en agthien stuivers Holl: court: ofte 59:6
  een certifikaat gedateerd en geteekend door B: Ross wegens gelden aan N:C: Graswinkel voorgeschoten ter somma van een hondert agt guldens en en zesthien stuivers Holl: court: ofte 45:16
  een bewijs gedagteekend 16 October 1803, en geteekend W:A: Gusteranus wegens gelden by hem van der heere overleedene ontfangen ter somma van een hondert en seventig guldens Holl: court: ofte 70:40
moet syn J: Geestranus een bewijs gedagtekend 20 September 1803, weegens gelden by hem als voren ontfangen ter somma van drie hondert guldens Holl: court: ofte 125:--
  een certificaat getekend B: Ross de dato 20 September 1803, wegens penningen aan den cadet J: J: le Sueur voorgeschoten ten montante van een hondert vijf en zestig guldens en drie stuivers Holl: court: ofte 68:39
  een onderhandsche obligatie de dato 27 November 1803, ten lasten H:J: Boers groot een hondert en vyftig guldens Holl: court ofte 62:24
  een onderhandsche obligatie de dato 28 November 1803 ten lasten J: Gusteranus groot een hondert agt en veertig guldens Holl: court: ofte 61:32
  een primo en secundo wisselbrief de dato 12 October 1803, getrokken door P: Walbeek op de h:r Jacob Corn:s Walbeek te Amsterdam groot derthien hondert en veertig guldens Holl: court: ofte 558:16
moet zyn rd:s100 een onderhandsch bewijs van den 28 November 1803 geteekend H:R: Kirsten wegens gelden by hem van den heere overleedene ontfangen ter somma van een hondert guldens Holl: court: ofte 41:32
  een recipisse van M: Gie de dato 18 September 1802 wegens tien kasten wijn gemerkt R:W: by hem van den heere overleedene ter verkoop ontfangen en nog moetende worden verantwoord

Aldus na ontzeegeling als in den hoofde deezes gemeld, gedaan en g’inventariseerd ten huize van den heer M: Gie den 21:e Januarij 1804

Als gecomm: Weesm: J:G: Blanckenberg, A: v: Breda

Mij present: J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/24.1 1/2

{18030530} 30 Maij 1803 Gerrit Coetzee

Inventaris van alle zodaanige goederen en effecten als ’er op Zondag den eersten dag der maand April inden jaare onzes Heeren een duizend agt honderd en drie, ab intestato met ’er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den burger Gerrit Coetzee Dirksz: ten voordeele zijner overgebleevene weduwe Sara Erasmus ter eenre, en hunne bij den anderen en echt verwekt eenig minderjarig dogtertje in name

Anna Maria Coetzee oud 1/2 jaar ter andere zijde

zodanig als het een en ander door ons onderget:de ordinaire clercq en bode zijn opgenomen en ingeschrifte gebragt, bestaande alle dezelve goederen in die volgende, namentlijk

Een opstal staande op de leening plaats gen:t Vris Gewaagd , geleegen tusschen de Honingberg en de kleijne drift van de Grote Berg Rivier

Op bovengem: plaats in ’t woonhuijs en aldaar

in een kamer no: 1
ses schilderijen
vier kadels waarop twee beddens, een peuluw, vijf kussens en 2 wolle dekens
een kasje
een thee taveltje
een kist
een jagt geweer
een halffaam
een pallas
een zilvere horologie
In de kamer n:o 2
een pijperak
een lepelrak
twee vogelcooijen
een eetenskasje waarin
negen aarde borden
negen tinne borden
drie schotels in zoort
elff kopjes en pieringjes
een tinne souplepel
agt tinne lepels
vier en twintig stale vorken
een tinne peper bus
een tinne mostaartpotje
een tinne waterketel
een tinne coffij kan
twee tinne kandelaars
twee kopere ketels en een comphoor
een wit aarde trekpotje
een tinne zout vaatje
een vierkant taveltje
een ronde klap taveltje
thien stoelen
een grote kist
een keldertje met eenige flessen
een broodmes
een cijver leij
een ryststamper
vyff bouteilles
twee emmers
drie ijzere potten
een koekepan
een asch schop
een vork
een schuimlepel
een aarde pot
twee snuijters een defect
Op de zolder
drie en veertig mudden koorn
zeven mudden rog
In de paarde stal
twee zadels en twee toomen
agt tuijgen en vier hoofdstellen
een tent zijl
derthien hoepels
een scheepel en voorts
een parthij rommeling
In het wagenhuijs
duijzend drie en zestig balen dekstroo
een end cabel touw
een koorn harp
zeven koorn zakken
een parthij Spaanse riet
vijfthien koorn zikkels
een kist met timmermans gereedschappen, als
twee schaven
drie harpen
drie bijtels
twee snijmessen
een nyptang
twee hamers
drie dissels
een passer
drie boren in zoort
twee omslagen
vijff bijlen
twee winkelhaken
een spanzaag en voorts
een parthij rommeling
drie teerputsen
Op de werff
twee ossewagens met hun toebehoren
drie ploegen
zeven ploeg scharen
twee en dertig ijzere egtanden
drie vaten in zoort
een trek touw
een oude eg
sesthien pikken
een koevoet
drie graven
een bankschroeff
een slypsteen en voorts
een parthij rommeling
drie balijs
twaalff ossen riemen met stroppen
Beestiaal
vier wagenpaarden
elff aanteelpaarden
een en twintig trek ossen
derthien aanteel beesten
twee aanteel schapen
vijffthien aanteel bocken
Lijfeigenen
een jonge gen:t April van Mosambicque
een jonge gen:t Samson van Mosambicque
een slavin gen:t Lea van de Caap met haar drie kinderen, en namen: Carolus , Catrijn en Clara , alle meede van de Caap
een slavin meijsje gen:t Camonie zijnde lam en gebrekkig
Inneschulden
    Rd:s
voldaan den 27 Feb: 1804 van Alewijn Johannes Smit over contant geleende penningen op een onderhandsche briefje de dato 8 September 1800, een somma van drie duijzend guldens zegge ƒ3000 ofte 1000:--
  met den intrest en 5 p:co zedert
  Hendrik Johannes Grijling meede over contant geleenden op een onderh: obligatie de dato rd:s1800 aan cap:l 500:--
  met de renten a 6 p: c:o zeedert pr:mo 7:ber 1801
  Michiel Stohr over’t bedragen van twee vragten koorn die door hem bij het graan magazijn voor reekening van des overleedenen is ontfangen 90:--
Lasten des boedels
  Rd:s
aan den bij de Weeskamer g’administreene werdenden boedel van wijlen Rudolph Jacobus Laubscher en nag: wed: Helena Sophia Basson, over koop van voorm:e opstal, blijkens koopbrief de dato 16 Nov: 1801 ƒ8000 ofte 2666:32
aan vorengemelde boedel op een onderh: briefje de dato 15 November 1801 ƒ2000 ofte 666:32
aan vorengemelde boedel op een onderh: briefje de dato 15 November 1801 p:r rest 205:--

Aldus gedaan ende g’inventariseerd ter plaats voorm:t op den 30:e Maij 1803 ende zulx op het op en aangeeven van de in den hoofde deeses gemelde weduuw, dewelke betuijgde zig hier inne ter goeder trouwe gedragen en niets versweegen of te rug gehouden te hebben dat tot voorm: boedel behoord, invoege zij ook getuijgde de deugdelijkheid haare opgave ten allen tyde des vereischt werdende met solemneele eede gestand te doen en verdere belofte zo hierna nog iets tot voorm: nalatenschap behorende mogte worden ontdekt daar van nader opgaaff te zullen doen omme deesen inventaris daar meede te kunnen amplieeren.

Tot securiteit van dit een en ander is deese door de inventariente en ons onderget:de onden: Clercq en Bode behoorlijk gesubscribeerd

Als getuigen: Michiel Bester C:zn, Alewyn Smit

Voor den opgaaff: Sara Erasmus

Ten onzen overstaan: P:E: Faure, J:N: Rorich

MOOC8/24.2

{18030403} 3 April 1803 Ignatius Mareez

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als ’er op primo Jannuarij des jaars onzes Heeren een duizend acht honderd en drie ab intestato met ’er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den burger Ignatius Mareez ten voordeele zijner hier onder temeldene kinderen en erffgenamen, te weeten

1) Petrus Ignatius Mareez alle in huwelijk met wylen zijne eerste huijsvrouw Margaretha Roux geprocreeerd
2) Johannes Petrus Mareez
3) Jacobus Philipp:s Mareez
4) Paul Mareez
5) Susanna Margaretha Mareez get:d met Abraham le Roux
6) Anna Elizabeth Mareez geh:d met Albertus van Jaarsveld
7) Margaretha Mareez geh:d met Petrus le Roux,
8) Gloudina Magdalena Mareez, get: met Daniel le Roux door den overleedene verwekt bij wijlen zijn tweede huijsvrouw Glaudina du Toit
9) Marthinus Mareez oud 16 jaren door den overleedene verkreegen bij wijle zijne laatste huysvrouw Anna Dorothea Pretorius

invoegen als het een en ander door ons ondergeteekende ordinaire clercq en bode zijn opgenomen en ingeschrifte gebragt, bestaande alle deese goederen in de volgende, namentlijk

Een opstal staande op de leeningsplaats gen:t de Keesjes Kraal geleegen over en omstreeks de Bot Rivier

Op evengemelde plaats in ’t woonhuijs en aldaar

In een voortrek
een lepel rak
een lessenaar
een vierkante tavel
drie stoelen waaronder 1 defect
drie ledige kisten
een cijver leij
een tinne trek pot
twee copere zuijker trommeltjes
een copere tobaks doos
vier glasen in zoort
een witte aarde kommetje
een emmer
een kleijn vaatje en platte vaatje
In de kamer
een kast waar in
vier witte aarde schotels
ses en twintig aarde borden
vyff tinne schotels
twee tinne borden
een tinne boterpotje
ses en twintig tinne lepels
ses en twintig vorken in zoort
vyfthien messen
twee kopere kandelaars
drie oude pistolen
drie geweeren en 1 kogelvorm
een kopere taarte pan
een pallast
een kadel waarop een bed, een bulzak, vier kussens en een wolledeken
een kadel waarop een bulzak en twee kussens
een taveltje
een kisje /:ledig:/
een schuifdoosje
een voliant Bijbel en voorts een parthij boeken in zoort
een zilvere horologie
In de combuijs
ses yzere potten
drie emmers
een kopere vyzel met zijn stamper
een yzere lepel
een yzere vleesch vork
drie ketels
een schoorsteen ketting
een ouwe rakje
een hak bord en rolstok
In de smits winkel
een blaasbalk
een aambeeld
een speerhaak
een bankschroef
vier tangen
twee voorhamers
thien hamers in soort
een nagelvorm
een bylpen
twee gat schijven
vier zagen
zeven schaven
vijf avegaarsboren
een omslag
agt bijtels in zoort
drie defecte snijmessen
twee dissels
drie houtbijlen
een raspe
twee houte winkelhaken
een nijptang en zovorts
een parthy rommeling
In het koornhuijs
twintig mudden kooren
een handmolen
een scheepel
een tentzijl
drie zakken
een visch zegen
een oude en defecte zadel
Op de werff
een ploeg
een ploeg defect
een osse wagen
een oude kar
vier oude naven
een defecte eg
ses en dertig ongemaakte vellingen
zeven balken
een staaff ijzer
een parthij hoepels
vier oude ploegscharen en 1 kouter
drie pikken
twee defecte graven
een parthij oude hout en ijserwerk
een ledige legger
een halff legger balij
twee aamsvaten
een boter vat
een kern
een kleijne kopere kraan en kopere tregter
Beestiaal
agt trekossen
zeven aanteelbeesten
een rydpaard
ses en veertig aanteelschapen
vier en dertig aanteelbokken
bij Petrus van Staden aan de Baviaans Clooff een quantiteit aanteelbeesten zonder dat het juiste getal daarvan kan worden opgegeeven
Lijfeigenen
een jonge gen:t Andries van de Caap
een jonge gen:t Damon van Mosambieq
een mijd gen:t Sara van Madagascar
Crediten des boedels
  Rd:s
van Johannes Christoffel Mulder over koop van de opstallen der twee leeningplaatsen in namen de Klipfonteijn en Welgeleegen beijde geleegen aan de Bruijntjes hoogte onder het district van Graaff Reinet , blykens onderhandsche koopbrief de dato 1 December 1791 600:--
van s:r Petrus Albertus van der Riet, over zo veel door den overleedenen aan hem contant is gegeeven tot betaling van desselfs recognitie penn: la comptoire van ’s lands inkomste, welke commissie niet zoude zijn volbragt 25:--
van de bastaart Hottentot Jan Hes over aan hem geleeverde goederen volgens aanteekening 34:30
van den bastaart Willem Hes over zoveel hij per rest van reek: aan de boedel debit is 7:--
Disperaate schuld
  Rd:s
van Hendrik Zweeden over contant geleende penn: en geleeverde goederen almeede volgens aantekening 39:36
Lasten des boedels
    Rd:s
voldaan aan Hans Jacob Swart en aan Christoffel Beijer over reparatie van een visch zegen 8:--
  aan den bastaart Willem Visagie over 7 dagen huur tot kooren snijden a 4 sch: per dag 3:24

Aldus gedaan ende g’inventariseerd ter plaatse voorm:t op den 3:e April 1803 ende zulx op het op en aangeeven van de in den hoofde deeses gem: Abraham le Roux, dewelke betuijgde zig hier mee ter goeder trouwe gedragen en niets versweegen of te rug gehouden te hebben dat tot voorm: boedel behoord, invoege hij ook betuigde de deugdelikheid zijner opgave des gerequireerd werdende met solemneelen eede gestand te doen en belofte wijders zo hierna nog iets tot gem: nalatenschap behorende mogte worden ontdekt daarvan nader en getrouwelik opgaaff te zullen, ten einde deesen inventaris daar meede te kunnen worden g’amplieerd.

Tot verzeekering van dit een en ander is deese door meerm: Le Roux en ons ondergeteekende ordinaire Clercq en Bode behoorlijk gesubscribeerd

Voor den opgaaff: Abr: Leroes

Ten onzen overstaan: P:E: Faure, J:N: Rorich

Ampliatie

Inneschulden
    Rd:s
volgens berigten door s:r Van den Riet ter Weeskamer vertoond moet op deese maand slegts worden betaald rd:s22 van s:r Petrus Albertus van den Riet over van den overl: gekogte garst en verstrekte kost aan een een slaaf of beestewagter van hem V: d: Riet 30
  van den burger Jacobus Petrus Mareez weegens een vragt koorn door hem van den overleedenen gekogt 30
Lasten des boedels
    Rd:s
voldaan aan Abraham le Roux over verschotten door denselven gedaan tot dragens gelden volgens overgegeevene reekening 22

Aldus opgegeven ter Weeskamer den 2 Junij 1803 door Susanna Margareta Mareez, huijsvrouw van bovengem: Abraham le Roux

Voor de opgaaff: Susanna Margareta Maree

Mij present: J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/24.3

{18020409} 9 April 1802 Simon Hanssen

Staat en inventaris van alle zodanige goederen als door Johannes Bissinger opgegeeven zijn te behooren aan den ab intestato overleedenen Simon Hanssen laast als stuurman gevaaren hebbende op de kotteren door my ondergeteekende als wykmeester deeser plaats, en in’t byzyn der getuigen Willem Westhoff en Pieter Wiekboom g’inventariseerd, als

een kist waar in:
een atlas met zee en landkaarten
een boekje met verscheide aanteekeningen
een party lappen
drie doosjes met knoopen, naaygereedschap en andere kleinigheeden
vier gedrukte boeken
vyf scheermessen en een strykleer
een p:r silver kniegespen en wat kleinigheeden in een beursje
zes hemden
vier Chinas linnen broeken
een wolle lange [broeken]
twaalf doeken in soort
drie onderbaaytjes
drie p:r koussen
twee slaapmutzen
elf sloopen en handdoeken
een duimstok
een diamant om glas te snyden
een party oude memorie boekjes met rekeningen etc:a als meede een trouw certificaat, een brief van d’ heere secretaris Truter wegens te goed hebbende gagie, en een rekening courant met het schip de

Simons stadt den 9 April 1802

Als getuigen: W:m Westhoff, P: Wiekboom

H:ny Roselt, Wykmeester

MOOC8/24.4

{18021106} 6 November 1802 Magdalena Joosten

Ingevolge Heeren Weesmeesteren Resolutie van den 3:e deeser compareerde op heeden den 6:e November 1802 voor de ondergetekende gecomm: Weesmeesteren aan Cabo de Goede Hoop den burger en landbouwer Jacobus Snijman te kennen gevonde dat zijne moeder Magdalena Joosten, weed:e wijlen Gerrit Snijman, op den 21:e Maart deeses jaars ter zijner woonplaatse is overleden zonder bij testament of eenige ander dispositie over haare nalatenschap beschikt te hebben en nevens hem tot hare erfgenamen agterlatende de volgende zijner broeders en zusters met namen:

2) Gerrit Snijman
3) Johanna Snijman gehud met den burger Pieter Sneiders
4) Magdalena Snyman weed: van wijlen den burger Pieter van der Merwe
5) Frans Snijman
6) Cornelis Snijman oud 23 jaaren
7) Pieter Snijman oud 20 jaaren
8) Anna Snijman oud 18 jaaren

dat hy niet eerder thands in de gelegendheid geweest zijnde Caabwaarts op te komen overzulx ook daarvan niet eerder als thans daarvan ten Weeskamer opgaaf heeft kunnen doen - declareerende voorts de nalatenschap den overledene te bestaan in het volgende als:

1 oude ossewagen
2 ossen
1 groot Bijbel
2 boeken
2 oude potten
1 oude kist
7 oude zacken
1 oude ketel
1 oude koffijmoolen
2 oude bakken
1 oude tinne bord
1 copje en piering
1 schaar
1 pennemes en
2 oude combaarsen
ter Weeskamer ingebragt rd:s152:30 welke goederen hy tot menagement van kosten, met toestemminge der gesamentlijke erfgenamen en onder approbatie van Heeren Weesmeesteren, onder d’ erfgenamen aan de meestbiedende verkogt, hebbende dezelve volgens eene door hem daarvan geproduceerde notitie gerendeert eene somma van rd:s152:30 die hij ook bereid was ter Weeskamer ten behoeve des boedels intebrengen en van de koopers weder intevorderen
  wijders aan contanten gelde eene somma van negentig rijxdaalers, die der Comp:t tevens ter Weeskamer heeft ingebragt en voorts
    Rd:s
voldaan een onderhandsche obligatie ten lasten Jacobus Joosten Franszoon de dato 17 October 1797 groot aan capitaal - 162:24
  met den intrest a 5 p:r c:to zeedert 17 October 1801
voldaan den 28 Sept: 1803 een onderhandsche obligatie ten lasten Gerrit Snijman de dato 17 Octb:r 1797 aan capitaal groot - 560:--
  almeede met de intresten zeedert 17 October 1801
voldaan een onderhandsche obligatie ten lasten den comparant in deesen Jacobus Snijman de dato primo Junij 1801 - groot in capitaal 449:--
  met alle de renten van dien a 5 p:r c:to p:r a:o
  een onderhandsche obligatie ten lasten Carel Nicolaas van der Merwe de dato 17 October 1797, groot in capitaal 52:--
  met de rente zeedert 17 October 1802 a 2 rd:s p:r jaar
  een onderhandsche obligatie ten lasten wijlen Pieter van der Merwe de dato 17 October 1797 aan capitaal groot 237:--
  met de renten a 5 p:r cto p:r a:o zeedert den 17:e October 1802
voldaan den 28: September 1803 een onderhandsche obligatie de dato 17:e October 1797 ten lasten Petrus Casparus Snijders groot aan capitaal met den intrest a 5 p:cto zeedert 17 October 1802 200:--
  met den intrest à 5 p:r c:to zeedert 17 October 1802
voldaan een onderhandsche obligatie de dato voorsz: ten lasten Frans Christoffel Snijman aan capitaal groot 300:--
  almeede met de renten a 5 p:r c:to p:r a:o zeedert 17 October 1802
  Cornelis Snijman over boekschuld 20:--
  Pieter Snijman over boekschuld 20:--
  geeft verder op dat de overledene debet is
  aan haare moeder op zijn comparants grootmoeder Magdalena Raats weed:e Jacobus Joosten op een onderhandsche obligatie de dato 12 April 1782 aan capitaal 700:--
  dat bij die obligatie wel den intrest a 3 p:r c:to p:r a:o is besprooken, edog dat deese somma door de creditrice aan de overledene als haare dogter, gelijk aan haare overige kinderen is gegeven, om redenen zij aan deselve nimmer ’s vaderswegen aan deselve heeft kinderbewijs gedaan, ’t welk mitsdien als nog behoord te geschieden, vermits alle haare kinderen reeds voor lange meerderjarig en verscheide derselve ook al overleden zijn - en dat in zulk geval dan ook den boedel, behooren te werden goed gedaan de renten van dat vadersbewijs zeedert den tijd dat d’overledene hetzelve stricto faire had moet genieten
  voorts nog op een onderhandsche obligatie de dato primo September 1792 aan capitaal ƒ600 ofte 200:--
  met den intrest a 3 p:r c:to p:r anno zeedert primo September 1801
  en betuijgde den comparant eindelijk zig zijns wetens in deese zijne opgaaf allesints ter goeder trouw te hebben gedragen, bereid zijnde zulx des gerequireerd werdende ten allen tijde met solemneele eede gestand te doen

Aldus gepasseert ter Weeskamer aan Cabo de Goede Hoop datum voorsz:

Als gecomm: Weesmeest:n: A:V: Bergh, H: van de Graaff

Voor den opgaaf: Jacobus Snijman

Mij present: G:A: Watermeijer, g: C:

MOOC8/24.5

{18030517} 17 Maij 1803 Theresia van de Caab

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als ’er op Donderdag den twaalffden dag der maand Maij in den jaare onzes Heeren een duijzend agt hondert en drie, ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door de vrije meijd Theresia van de Caab ten voordeele haaren hier ondertemeldene kinderen in name:

1) Samuel Johannes Cornelisz oud 11 jaaren en
2) Catharina Johanna Cornelisz oud 6 jaren

invoegen als het een en ander door ons onderget:de gecommitteerde Weesmeesteren zijn opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande alle deese goederen in de volgende, namentlijk:

In een huur huijs van den weled: heere Oloff Godlieb de Wet, staande en geleegen in de Lelijstraat en aldaar

In een boven kamer n:o 1
twee spiegeltjes
agt stoelen in zoort
twee ledikanten waarop
twee vedere bedden met derzelve toebehoren
een paarde hair matras
een tavel kasje waar in
twee stukken wit Chinees linnen
een echte roode tjaal
een witte nagemaakte tjaal
een chitse spreij
ses paaren witte catoene
twee p:s zijde gestreept
een lapje linnen
een lapje cassa
negenthien zijde doeken in zoort
vijff bonte doeken
een schaar
een lapp bedde tijk
mitsg:s de kleederen van de overleedene bestaande in
ses tabberts
agt en twintig rokken
elff hembden
derthien cabaatjes
zeven paren kousen
alle welke kleederen door de onderget:de Gecommitteerdens aan ’t nagelaten dogtertje van de overleedene hier vorengem:d onder approbatie van Heeren Weesm: bij tauxatie zijn gelaten voor eene somma van een honderd en een rijxd: en vier en twintig stv:s
In de bovenkamer n:o 2
agt schilderijtjes in zoort
twee spiegeltjes
een clock lantaarn
drie vogelcooijen
vijff witte plettet kandelaars
vijff geelcopere kandelaars
ses geelcopere blakers
een liqueur kisje met vier flessen
drie vierkante taveltjes
een doosje waarin
een snuifdoosje
een rolletje lind
een restant garen
een blaauwe porcelijne soupterrine
achtien blaauwe porcelijne langwerpige schotels
vijf blaauwe porcelijne ronde schotels
thien blaauwe porcelijne diepe borden
vier en twintig porcelijne flakke borden
twee porcelijne waterborden
twee wit porc: schotels met deksels
sesthien Japanse borden
een Japanse scheerbekken
een groote porc: kom
twee porc: [kom] kleijnder
thien porc: kopjes en pieringjes
een porc: wasch lampet met zijn kom
een porc: trekpot
vier porc: bekers
een porc: kommetje
ses porc: kopjes en pieringjes
een geelkopere strijkijzer
een gemak stelletje
een balans met kopere schalen en agt p:s loot gewigten
twee jalosie matten
een kopere kraan
een keldertje met led: flessen
een halffaam met een restant peper
een mand met een parthij ledige bouteilles
twee stoffers
een grote fles
een kopere coffij kan met zijn comphoor
drie kleijne flesjes
een glase liemonade beker
vier roemer glasen
vier kelkjes
zeven bierglasen
drie bierglasen kleijnder
een schuifdoosje waarin
twee pakjes poeder
drie flesjes audeur
een kurke trekker
een kopere slootje, en voorts
een parthij rommeling
een mand met rommeling
een coffer
vijffthien messen
In de combuis
vier ijzere potten
twee braadpannen
drie blikke castrollen
een blikke coffij pot
twee blikke tregters
een blikke comphoor
een geelcopere vuur tesje
twee ijzere vorken
twee houte bijlen
een aardestooph pot
twee aarde potten
een baletje met een restant verff
een catoene haspel
vijf stukken geelhoute planken
twee boter vaten
een water halffaam
twee schoorsteen kettings
een kopere waterketel
een potte bank
een hakbord
een led: kist
Op de agterplaats
vier ledige vaten
een balij met ledige bouteilles
een huijsladder
Zilverwerk
een knipbeugel
sesthien lepels
sesthien vorken
negen theelepels
een confijt vorkje
twee zuijker tangen
Lijffeigenen
een jonge gen:t Johan van Mosambicque
een slavin gen:t Philida van Mosambicque met haar drie kinderen, in namen Jannuarij , Moses en Saripa , alle van de Caap
een slavin gen:t Candasie met haar kind Pamela van de Caap
Crediten des boedels
    Rd:s
  aan contanten in diverente munt speciën eene somma van vier hondert drie en dertig rijxd:s en twintig stv:s zegge 433:20
voldaan van Jan Kiliaan over contant geleende op een onderhandsche obligatie d:d: 21 November 1802 400:--
  van Johanna Magdalena Onger over contant geleende blijkens onderhandsche schuldbrief van 12 November 1802 100:--
  van Christina van de Caap geweesen slavin van de heer Van Oudshoorn over contant geleende volgens ond: briefje van 9 Feb:ij 1798 50:--
op den 31 Aug:s 1803 in mindering bet:d rd:s23 de vrije slaaff Jonathan van de Caap blijkens ond: briefje van 24:e Julij 1799 50:--
voldaan van David Bijl over koop van een slave jonge gen:t Adonis van Mosambicque , volgens desselfs eigene opgaave 500:--
  werdende alhier pro memoria genoteerd
voldaan door aldus den 4 April 1805 dat in den boedel is gevonden een onderhandsche schuldbriefje de dato p:mo Maij 1795, ten lasten P: Rykhardt en ten behoeve van in den hoofde deeses gem: pupil Samuel Joh:s Cornelisse ten bedrage van veertig rijxd: als meede een scheerkasje met desselfs toebehoren, insgelyks aan voorm: pupil behorende

Aldus na gedane ontzegeling g’inventariseerd en opgenomen op den 17 Maij 1803

Als gecommitt: Weesmeesteren: A:V: Bergh, A:J: van Breda

Voor den opgaaff: David Byl, dit + kruismerk is door de vrije meijd Calisten van de Kaap eijenhandig gesteld

Mij present: J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/24.6

{18030605} 5 Junij 1803 Evert van Dijk

R: Beck

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als ’er op Zondag den vijffden dag der maand Junij in den jaare onzes Heeren een duijzend acht hondert en drie, des nademiddags de clocke twee uuren, ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den geweesen tweeden meester in ’s Comp:s hospitaal alhier Evert van Dijk, ten voordeele zijner bij wijlen zijne vooroverleedene huijsvrouw Maria Elizabeth Bateman in echt verwekt en thans nagelatene vijff minderjarige kinderen, met namen:

1) Arij Johannes oud 10
2) Marthinus Jacobus oud 9
3) Dorothea Catharina Cornelia oud 7
4) Petrus Diederik oud 5
5) Jacobus Cornelis van Dijk oud 2 jaaren

Zo en in diervoegen als het een en ander door ons ondergetekende gecommitteerde Weesmeesteren zijn opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande alle dezelve goederen in de volgende, namentlijk

Een huijs en erff staande en geleegen in deese Tavelvalleij , zijnde een gedeelte van N:o 12 mitsg:s zeeker stukje gronds met al het geen daarop aan aard ende nagelvast is, almeede staande ende geleegen in deese Tavelvalleij in de Boomstraat

In ’t voorschreeve huijs en aldaar

In ’t voorhuijs
een klock lantaarn
twee schilderijen
twee schuijffgordijnen
In de kamer ter regter hand
drie spiegels met vergulde leijsten
een portrait van den overleedenen op verzoek van desselfs naaste maagden door de onderget:de gecommitt:s onder approbatie van ’t Collegie gelaten aan zijnen in den hoofde deeses gemelden oudsten zoon Arij Johannes van Dijk
ses schilderijen met vergulde lijsten
ses schilderijen kleijnder
een schuifgordijn
een jaloesiemat
een cornijn
drie tavels
twee guerridons
veerthien stoelen met vaste zittings
vier kopere quispedoors
een wit kopere theemachine
In de kamer ter linkerhand
een schuifgordijn
twee spiegels met vergulde lijsten
agt schilderijen in zoort
een cabinet waarop
een stel porcelijne potten
en in hetzelve
de kleederen van den overleedenen Evert van Dijk en zijne vooroverleedene huijsv:w Maria Elizabeth Bateman
welke kleederen, te weeten:
die van eerstgem: onder zijne vier minderjarige zoons in den hoofde deeses gem:e zo veel mogelijk in equale portien verdeeld, en die van laatstgem: aan haare eenige nagelatene dogter Dorothea Cath:a Cornelia van Dijk onder approbatie van ’t Collegie ten hunnen gebruijke gelaten en tot dat einde zijn ’t gegeeven aan de wed: Martin Bateman en de manh: Klaas Peters, bij dewelke dezelve woonagtig komen te weezen
een zilvere horologie
een goude horologie
twee paaren goude handknoopjes
een p:r diamante orlietten
een ring met een diamante steen
twee goude borstspelden met steenen
eenige flesjes oriteiten
een verlakt doosje waarin
drie zilvere vingerhoeden
vyffthien zilvere hembdroksknoopjes
vier zilvere bellen
twee zilvere schroefjes
sesthien stale hembdroks knoopjes
ses berlokken
twee oorkrabbetjes
een brandglas
een verlakte tabaksdoos
een spaare doosje met 16 kopere vingerhoeden
een tavel kasje waarin de kleeren van de voorsz: minderjarige kinderen
een kleijn glase doosje
een blad tavel
vier vierkante [tavel]
een rustbank met zyn matras
twaalff stoelen met elff roode tryppe kussens
een Spaanse doosje waar in
ses gordijne knoppen mitsg:s
een restant galanterie goederen
zeven pakken spijkers
een blikke trommel met chokoladen
een pakje naayzijde
agt [pakje] garen
drie [pakje] goude kanten
vier en twintig goude zijde linten in zoort
een pakje band
drie glase peper busjes met zilvere dopjes
drie paren vergulde schoegespen
een [paren] stale schoegespen
een [paren] koine schoegespen
agt breijhoudjes
vier ijvore inkt kokertjes
vijff schaartjes met thien scheeden
een restantje vergulde hembdroksknoopjes
veerthien tinne lepels
een parthy potloten
een pakje kopere breijnaalden
een pakje spelden
een pakje band
twee trancheermessen
vier flessen wonderexens
drie flessen opedeldok
vier tinne thee lepeltjes
een flesse magnesia
ses kleijnen schilderytjes
een agate snuijfdoos
een schelpe snuijfdoos
twee tinne ketels met
twee copere comphooren
twee kopere coffij kannen
twee kopere vuur tesjen
een zakje met kruijdnagelen
een quantiteit garen
drie verlakte schenkbladen
een houte tabaksdoos
een kasje met een restant knoopen in zoort
een hout doosje met blikke chokolade formen
een specerij doosje
een cijver leij
een foederaul met een klijn spiegeltje
vier geelcopere kandelaars
drie tinne kandelaars
ses wit kopere kandelaars
thien plettet kandelaars
een plettet zuijker mandje
elff Chinase beeldjes
twee houte olij en azijn standaartjes met glase flesjes
een parthy glaswerk
een copere hand quispeldoortje
een porc: hand quispeldoortje
twee flessen pepperment zaat
een houte bak
een porc: kom met
een parthy thee goed
drie blikke doosjes met saphraan
negen rolletjes restant band
een rol serslinnen
een fiool met zijn strijkstok
een sabel
twee par à sols
In de gaanderij
twee schuijfgordijnen
een kloklantaarn
een parsdule
ee barrometer
twee spiegels met nooteboom lijsten
twee tavels
agt stoelen
vier kandelaars in zoort en
een blikke melk kan
In de agterkamer
een spiegeltje
ses schilderijen in zoort
een kasje
een tavelkast
een rustbank
een kadel waarop
een paarde hair matras, een peuluw, twee kussens en twee combaarsen
In de dispens
een coffij molen met zyn bank
drie blikke trommels
ses kelkjes
twaalff porc: borden
twee porc: schotels
Op de zolder in ’t vertrek n:o 1
twaalff schilderijen in zoort
twee en twintig zakken met garst
agt zakken gemale garst
twee meelzeeften
zeven vogelcooijen
twee paarde hair matrassen met twee vedere kussen en drie wolle dekens
[Op de zolder] in de kamer n:o 2
een spiegel met vergulde lijsten
een klijne spiegel met een houte [lijsten]
thien schilderijen
een taveltje
een blikke trommel met een restant borrij
een blikke trommel met een restant gember
vijf ledige [trommel]
vijfthien houde [trommel]
dertien vuilnisblikken
twee blikke lantaarns
vier en twintig blikken
vier stoffers
een tinne worstspuijt
vier blikke stulpen met kakauw boonen
twee blikke castrollen
twee blikke bakken
een blikke chokolade kan
een blikke vuur ketel
drie blikke lampjes
drie blikke peperbussen
een blikke broodmandje
drie schenkblaadjes
drie snuijterbakjes
een blikke bus met een restant hagel
een storke [ ..... ]
twee troffels
vijff verlakte doosjes
een dambord met zyn steenen
een balans met copere schalen
twee glase stulpen
een vaatje met Chinees klaauw
een trommel met lakmoes
een groote schaar
een pakje met een restant Berlins blaauw
een doos en een zakje met chirurgicale instrumenten
een copere decoctumketel
een copere emmer
drie copere waterketels
twee copere castrollen
twee taartepannen
een copere zuijkerbroods vorm
twee copere poffertjespannen
een copere keetel
een copere bak
drie copere waschbakken
drie copere kransen
een copere confijtketel
een copere raspe
een coper schuijmspan
twaalf copere collebijntjes vormen
twee copere costrolletjes
drie copere blakers
drie yzere potten
ses strijkijsers in zoort
een wavel ijzer
een oblie ijzer
drie vuur tangen
drie vorken
een yzere lepel
twee hakmessen
een beker
een worstspuijt
twee rolstokken
[Op de zolder] in de kamer n:o 3
een ledikant
agt kadelstijlen
veerthien stoelen zonder matten
een stelletje
een paarde hair matras met een kussen
[Op de zolder] in de kamer n:o 4
een tavelkasje
vijff en dertig riemen papier
een kadel, waarop
drie bulzakken, zeventhien kussens en 1 deken
zeven en twintig zakken met cacauw boonen
twee kasten met chokoladen
een kisje met een restant chokoladen
een kisje met 10 flessen chokolade banket
een doos met poeder
een cijver leij
een mandje met potlooten
een zak met een restant zuijker
vier zakken met een restant zemels
drie kleijne vloer tapijten
een lap tapyt
een lap beddetijk
twee zakken kapok
een zakken met plukzel
drie mattrassen
derthien kussens
een kleijne veld tent
vier rollen Flaams linnen
sesthien zijldoekse zakken in zoort
agt zijldoekse zakken kleijne
eenhondert agt en veertig Flaamslinnense matrasse slopen
twintig Flaamslinnense kussens slopen
zeven lappen Flaamslinnen
drie kaff zakken
een lapje grijn
twee pakjes kaarse catoen
[Op de zolder] in de kamer n:o 5
hondertdrie en veertig lb kaarsen
twee zakken met peper
een kelder met elff flessen ciroop
een kast met defecte backen
een kast met zeep
een kist met een restant zeep
een kist met een restant zuijker
een stuk permassedie
een stuk wax
een zadel met twee toomen
een ledige kist
een parthij blikke doosjes
twaalff potjes poemade
twee pakken snuiff
vijff doosjes met rood aard
twee kleijne drukperssen
twee potlepels
een kasje met loot
een pers ijzer
een parthij timmermans gereetschappen
een balansje met kopere schaaltjes
een bottel rak
negen bouteilles ciroop
twee flessen met een restant arak
een breukband
eenige led: bouteilles en flessen
twee stellen behangsels
vier jalousie matten
drie mandjes in zoort
een bouteille soete olij
zeven potjes met jelleij
vier houte bottelbakjes
zeven blikke platen
een salff doos met een restant salff
een schuiffdoosje met wat rommeling
veertien stengen drop
een zakje met hagel
een ijzere vuurstooff
vijff zwarte aarde trekpotjes
ses wit aarde trekpotjes
vijff wit aarde soup terrines
een en veertig schotels in zoort
thien fruijt schotels
agt en sestig fruijt borden
dertig boterpotjes
vier zous potjes
ses mostaert potjes
vijff peperbussen
drie zoutvaatjes
dertig rijspieringjes
drie bekers
zeven nagtspiegels
vijff bruijn aarde zouspotjes
een steene mortier
twee blaauwen porc: lampetten
ses blaauwen porc: schotels
nege blaauwen porc: borden
een blaauwen porc: kleijne soupterrine
agt blaauwen porc: kommen
[Op de zolder] in de kamer n:o 6
een haksel bank
drie en dertig gonnij zakken met bedorven buscuit
drie zakken paarde hair
In de combuis
een tavel
een gemak stoel
een copere confituure ketel
vijff ysere potten met copere deksels
een copere waterketel
twee copere vijzels met stampers
twee copere waterbekers
een tinne tregter
een tinne schotel
een blikke rasp
een ijzere rooster
een ijzere drievoet
vijff schoorsteen kettings
een yzere koekepan
twee yzere potlepels
een yzere vuurtang
In een buijten kamer n:o 1
veerthien matrassen in zoort
een en dertig kussens in zoort
drie p:s serslinnen
twee p:s stijflinnen
agt kisten in zoort
vijff wolle dekens
een parthy paarde hair
drie ellen
een kastje met een parthy verff kwasten
een bidet
twee kasten zonder ramen
een draag baar
een kadel
een kadel
een parthy lijnen
ses glase wassers
drie en twintig rollen coperdraat
een mandje
een kast met
een parthij bouteilles bier
een parthij timmermans gereedschappen
een balans met copere kralen en drie copere gewigten
een zak met wat kurken
een metale schijff
vier schragen
een kelder met 12 flessen, waarin een restant lijnolij
een kast met een restant am: tabak
een p:r plettet spooren
vijff kopere kranen
twee troffels
negen pakken met spijkers in zoort
vijff paren grendels
ses rolletjes schoenmakersgaren
vier pakjes zeelnaalden
een restant pak zeelnaalden
ses hangsloten
een parthy knipmessen in zoort
ses spiegeltjes
ses tinne lepels
ses stale vorken
twaalf p:ren ijzere scharnieren
ses wit aarde kommetjes
vier glase kommetjes
drie aarde boterpotjes
een parthy koine gespen
vier pistolen
In den buytenkamer n:o 2
een boterkern met zijn rat
zeven aarde kannen
een halve legger
twee restant rollen Brasiellis tabak
ses manden in zoort
zeven aarde potten
twee botervaatjes
negen baletjes in soort
een verff steen
een vaatje met zwartsel
twee kasten met led: bouteilles en kannen
een grote mand met led: bouteilles
een kraan zaag
een koorde slagersrad
een raam van een vogel vlugd
een houte boterbak
een hout bijl
een zijldoekse zak
twee bossen rottings
twee kelders met led: flessen
eenen stelling houten
een falies en voorts
een parthy rommeling
In het koehok
een voerkast
vier ende planken
vier led: kasten
een lantaarn
Op de agterplaats
een ijzere balans met houte schalen en eenige stukken gewigt
een water vat met een koper kranen
een water halfaam
een boter kern
drie water emmers
een halve legger
twee vaten
een wasch balij
een kadel
drie huijsladders
drie mandjes
een stuk stinkhout
een parthij scheepsplanken
een parthij stijger houten
vier schragen
een bak
een kast met wat kalk
een raam en
een parthij rommeling
een vijge touw
In het pakhuijs
twaalf stinkhoute planken
een bank schroeff
twee kasten
twee scheepels
een schaaffbank
een paarde tuijg
een parthij touwwerk
zakken zout
vijffthien vaete matten
een parthij werk
Op de zolder
drie hondert zeven veertig groote mattrassen met kussens
agt en vijfftig kleijne mattrassen met kussens
een hondert twee en dertig mattrassen zonder kussens
twee kasten met bierglasen
twintig rollen catoen
Zilverwerk
een schenkbord wegende
een trekpot wegende
twee thee zeefjes wegende
een melk kannetje wegende
een zuijkerpotje wegende
een zuijkerpotje kleijnder
een mostaart potje wegende
een koelbakje wegende
een vuurtest
twee zuijkerlepels
een [zuijkerlepels] kleijnder
twee zout vaatjes
een soup lepel
twaalff eet [lepel]
twaalf vorken
vier thee lepeltjes
ses thee vorkjes
een sleutelhaak
drie p:r schoegespen
een trukaar
Beestiaal
vier bastaart vaderlandse koebeesten
drie bastaart vaderlandse vaarsen
Lijffeigenen
een jonge gen:t Francis van Mosambicque
een jonge gen:t Mentor van Mosambicque
een jonge gen:t Adriaan van Mosambicque
een jonge gen:t Philip van Mosambicque
een jonge gen:t Jan van Batavia
een meijd gen:t Antje van Mosambicque
een meijd gen:t Marietje van Mosambicque
een meijd gen:t Amilia van Mosambicque
Crediten des boedels
    Rd:s
  aan contanten in dezelve gevonden eene somma van een honderd en veertig rijxd:s en twee en twintig stuijv:s zegge 140:22
voldaan van den bode Jacob Singeur over vier mattrassen 40:--
heeft een contra reekening groot rd:s26 van Adolph Nieuwpond over ses mattrassen aan hem ter verkoping afgegeeven 24:--
Lasten des boedels
  Rd:s
aan Johannes Jacobus van den Bergh op een scheepenen kennis de dato 16 April 1799: aan cap:l ƒ1000 ofte 5666:32
met de renten zedert
aan de bank van leening op een bank kennis de dato 13 April 1799 aan capitaal een somma van twaalff duijzend guldens Caapsche valuatie ofte 4000:--
met de renten zedert
Disperate inneschuld
  Rd:s
aan P: Blees, blijkens ond: briefje de dato October 1794 vyfftig guldens E:C: ofte 20:40
aan Nicolaas Moler over contant geleende 300:--
aan mejuff:w de weed: Baateman over koop van een kar 100:--
aan de manh: Johannes Bomgardt over contant geleende per rest 100:--
mitsg:s over geleeverde winkelwaaren blijk:s reekening
werdende alhier pro memoria genoteerd dat door de onderget:de gecommitteerde Weesmeesteren aan de minderjarige kinderen door den overleedenen nagelaten, waarvan de vier zoons onder approbatie van ’t Collegie bij derzelver grootmoeder de wed: Martin Bateman op haar daarom gedaan verzoek en het dogtertje bij haren oom Claas Peters gratis ter woon zijn besteed, is gelaten ieder een enkelde paarde haire matras met desselfs toebehoren, mitsg:s aan de voorm: vier zoons nog tot berging hunner kleederen tezamen een tavelkasje, en aan het dogtertje een glaasen kastje daar toe altoos gediend hebbende
dat het geene tot het lichaam van wijlen Evert van Dijk en zijne voor overleedene huijsvrouw Maria Elisabeth Bateman heeft behoord, en door dezelve is gedragen geworden, op verzoek van de naaste maagen almeede onder goedkeuring van ’t Collegie aan hunne hier ondertemeldene kinderen bij tauxatie is gelaten, teweeten
aan Arij Joh:s van Dijk een p:r goude handknopen voor 6:--
aan Matth:s Joh:s van Dijk een p:r goude handknoopjes voor, mitsg:s 3:--
aan Dorothea Cath:a Cornelia van Dijk een p:r orlietten met diamante steenen 40:--
een goude ring met diamante steenen 7:--
twee goude borstspeld met steenen 14:--
dat den overleedene, volgens declaratie van voorm: manh: Bongardt nog heeft eene openstaande reekening met den gem: clercq ter Secretarije van Justitie d: edele Jacobus Beeckman
dat onder berusting van de manh: Johan Ulrich Kiebourg nog moet weesen eenig vaatwerk tot den boedel behorende
dat omtrend de hier vorengemelde matrassen gevonden op de zolder van ’t pakhuijs tusschen den cap:n en geweesen commiss: van den Raad der Asiatische besittingen en etablissementen van de Bataafsche Republiq [ ..... ] Benaij, als armbesteeder, en den overleedene als aanneemer der leverantie van desselfs matrassen questien ontstaan zijnde, die zaak, als waarover men zig vervolgens bij memorie heeft g’addresseerd aan de Commiss: Generaal, of bij gem: Commiss: Generaal of bij den Raade van Justitie alhier nog ongedecideerd is hangende
dat de venduclerq Hendrik Eckhardt aan den boedel volgens declaratie van voorm: Bongardt ook nog eenig geld moet betalen, zonder nogthans de juiste som ofte oorzaak dier schuld naauwkeurig te kunnen opgeeven

Aldus gedaan ende g’inventariseerd ten woonhuijze voormeld op den agtste en negende den voorsz: maand Junij, ende sulx op het op en aangeeven van de manh: Johannes Bongardt en Klaas Peters, dewelke verklaarde zig daar omtrend ter goeder trouw gedragen en hunnes weetens niets niet opzet verzweegen ofte te rug gehouden te hebben dat tot den boedel specteerende was, met belofte wijders zo er namaals nog iets magte worden ontdekt ’t geen tot den boedel behoord daarvan getrouwlijk nader opgawe te zullen doen ten einde deesen inventaris daarmeede te kunnen amplieeren.

Tot securiteit van het een en ander is daar door de inventarienten en ons ondergeteekende Gecommitteerdens neevens den Secretaris behoorlijk gesubscribeerd.

Als gecommitt:de Weesm: A:V: Bergh, J:G: Blanckenberg

Voor den opgaaff: J: Bongard, K: Peters

Mij present: J:P: Faure, Secret:s

Bekenne ik onderget:de Klaas Peterse van de Heeren Adriaan Vincent Bergh en Joh:s Gijsb:s Blanckenbergh als gecommitteerde Weesmeesteren ontfangen en ten behoeve van de minderjarige Dorothea Catharina Cornelia van Dijk in bewaring te hebben genomen

een paar diamante orlietten
een ring met een diamante steen en
twee goude borstspelden

welke presiositeiten aan wijlen mijne schoonzuster Maria Elisabeth Bateman hebben behoord en door haar gedragen zijnde, door voorm: Gecommitt:ds uit dien hoofde aan voorsz: hare eenige nagelaten dogter bij tauxatie zyn gelaten; belovende ik dat wanneer voorm: Dorothea Cathariena Cornelia van Dijk tot meerderjarigheid zal zijn gekomen, dezelve aan haar dadelijk dan wel ingevalle Weesmeesteren het om welke oorzaken ook vroeger mogte komen op te eischen als dan ter eenster requisitie aan haar Eerw:s ofte ordre zal te rug geven onder verband als een regten

Kabo de Goede Hoop den 9 Junij 1803

K: Peters

MOOC8/24.7

{18030812} 12 Augustus 1803 Fredrik George Roegie

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als er op Donderdag den vierden deeser loopende maand Augustus des morgens de clocke omtrend zeven uuren ab intestato met ’er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den apothecar Fredrik George Roegie ten voordeele zijner overgebleevene wed:w Magdalena Anthonessen ter eenre en hunne bij den anderen en hebt verwekt eenig minderjarig kind, in name

Cornelia Johanna Roegie ter andere zijde

invoegen als het een en ander door ons onderget:de gecommitteerde Weesmeesteren zijn opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande dezelve goederen in de volgende, namentlijk

In een huurhuijs toebehorende aan de wed: wijlen Jan George Lingeveld en aldaar

In een voorkamer
een spiegel
veerthien schilderijtjes in zoort
een lessenaar
een tavelkasje waar in de kleederen van den overleedene, als
een zwart lakense rok
negen baatjes in zoort
negen broeken in zoort
zeven hembden
drie paaren zwarte kousen
agt stoelen
een ledikant met zijn toebehooren waarop
een bed, drie kussens en een wolle deken
een bed, een peuluw, een kussen en twee wolle dekens
een zilvere zak horologie
een p:r zilvere schoegespen
een p:r zilvere kuijd gespen
een p:r zilvere hand knoopjes
een p:r schoegespen met steenen defect
een memorie boekje
twee stukken gom elastieq
twee ophaal gordynen
In de gaanderij
ses schilderytjes in zoort
een schenkblaadje
een hoeke rak
twee groote kisten
twee taveltjes
zeven stoelen in zoort
een rood kopere theemachine
drie en twintig wit aarde borden
een trekpotjen
drie kopjes
drie pierings
In een muurkasje
een wit aarde soupterrine
twee wit aarde schotels
een wit aarde bord
ses messen en
ses stale vorken
een plettet souplepel
vyff tinne lepels
een tinne schenkbord
In een agterkamer
vier kasten met plukzel
acht en twintig kisjes met medicamenten
een kasje met wat porc: potjes
drie en negentig aarde potten met medicamenten
hondert drie en vijfftig flessen met medicamenten
twaalf lampen in zoort
twee steene mortieren
een kist met kruijden
een ijzere balans met kopere schalen
een parthy stengen plijsters
een klisteerspuijdt
een parthij spalken
een klisterspuijt met zijn foederaal
een parthij chirurgicale instrumenten
een parthy flessen met wat medicanten
een kast met een parthy bakken
agt blikke tregters
drie blikke urine flesjes en voorts
een parthy rommeling
In de combuijs
een pijperak
een bottel rak
een tavel
een hakke bord
vier yzere potten
een kopere waterketel
een kopere waterketel kleijnder
een water halffaam
een rooster
een vuurtang
een asch schop
een schuimspan
een lepel en
een vork
een tinnebeker
twee kopere kandelaars
een defecte handlantaarn
een coffij kan
een blikke wasch kom
In een buijtenkamer
een rak
drie defecte taveltjes in zoort
een kast met wat gedrukte papier
een kelder met twaalf led: flessen
een zak met paarde hair
een baal werk
twee kasten
twee schape hair mattrassen
een bondel zijde watten
een led: anker
een parthy led: bottels en flessen
agt aarde potjes en voorts
wat rommeling
Op de agterplaats
agt kisten en kasten in zoort /:defect:/
een blikke giter
drie ijzere pannen en
een lepel en voorts
een parthy rommeling
drie oude kadels
een rak
Lijffeigen
een jongetje gen:t Johannes van de Caab die door de heer William Pattison bij donatie inter vivos, blijkens acte in dato 30 Maart deeses jaars voor den notaris publicq Jan Bernard Hoffman en zeekere getuijgen gepasseerd is geschonken aan den overleedenenen voorn: zijne huijsvrouw, onder den expresse voorwaarde dat zolang dezelve ofte een van hun nog in wezen is voorn: slaaff niet zal mogen worden verkogt maar bij den langstleevende verblijven en na doode van den langstleevende door de executeuren en ten korten hunnes boedels in vrijdom zal moeten worden gesteld
werdende alhier pro memorie genoteerd dat den overleedene volgens declaratie en voorm: weduwe op eenige perzonen praetensien heeft wegens practycq en gelewerde medicamenten, waarvan doctor Hardlij opgave zal kunnen doen

Aldus gedaan ende g’inventariseerd ten huijse voorn:t op den 12 Augustus 1803 en de zulx op het op en aangeeven van de in den hoofde deeses gen: weduwe, dewelke verklaarde zig hiermee ter goeder trouwe gedragen en niets verswegen of te rug gehouden te hebben dat tot voorn: boedel behoorde, invoegen zy ook betuygde de deugdelijk hare opgave ten allen tijde des gerequireerd werdende met eede gestand te doen en belofte wijders zo hierna nog iets tot voorz: nalatenschap behorende magte worden ontdekt, daarvan nader opgaaf te zullen doen omme desen inventaris daar meede te kunnen amplieeren.

Tot securiteit van dit een en ander is daar door de inventarienten en ons onderget:de gecommitteerde Weesm: nevens mij Secretaris behoorlijk gesubscribeerd

Als gecommitt:en Weesm: A:V: Bergh, J:G: Blanckenberg

Voor den opgaaff: Dit kruijs + merk is door de voorm: weduwe als niet kunnende schrijven eigenhandig gesteld

Mij present: J:P: Faure, Secret:s

Ampliatie

Inneschulden
    Rd:s
  van den wagter Carel Willem Tielman over gelewerde medicamenten 2:36
  van de paruijkmaker Lasaski over gelewerde medicamenten 1:24
  van de burger Lochner Junior over medicamenten als vooren 15:--
  van h:r N Guere /:by de heer Hogan in dienst geweest zijnde:/ over gedane practycq en gelewerde medicamenten 5:12
voldaan van de heer Michael Hogan over gedane practycq en gelewerde medicamenten 210:30
voldaan van de schuijtevaerder Schoonraadt over gedane practycq en gelewerde medicamenten 10:42
  van h:r Narracott Juston over gedane practycq en gelewerde medicamenten 10:--
  van de weduwe Herbst over gedane practycq en gelewerde medicamenten 15:--
voldaan van de heeren Walker en Robinson over gedane practycq en gelewerde medicamenten 30:42
  van m:r Heartleij over medicamenten 7:34
voldaan van Hendrik Heegers over gelewerde medicamenten 24:36
voldaan van de broeder van evengem: Hendrik Heegers over gelewerde medicamenten 1:--
  van m:r Alderzee over gelewerde medicamenten 17:30
voldaan van m:r Marth: Kempen over gelewerde medicamenten 28:30
voldaan van Paul Stadtler over gelewerde medicamenten 12:24
voldaan van Pieter Stag over gelewerde medicamenten 13:36
voldaan van Lodewyk Alexander over gelewerde medicamenten 21:12
Lasten
  Rd:s
aan bovengem: Heartleij als met den overleedene Boegie in sommigen zaken g’associeerd geweest zijnde, over het volgende, te weeten:
over de helfte van ’t bedragen des reek: ten lasten Paul Stadelen ter somma van 3:12
over de helfte van de rekening ten lasten de Marth: Kempen 7:15
over de helfte van de reek: ten lasten Pieter Stag ten bedragen van 6:42
over de helfte van ’t bedragen der reek: ten lasten Lodewijk Alexander 10:30
Makende te samen Rd:s28:3

Aldus g’amplieerd volgens de opgaave door bovengem: m:r Heartleij ter Weeskamer gedaan op den 17:e Febr: 1804, mitsg:s de aanteekeningen bij den overledenen Boegie daar van gehouden

Voor de opgaaf: Richard Heartley

Mij present: J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/24.8

{18031020} 20 October 1803 Johan Frederik Schreiber

Inventaris van zodanige goederen als ’er op den zeventhienden dag der maand October in den jaare onzes Heeren een duijzend agt honderd en drie, ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende na gelaten door den geweesene thuijnier in dienst van de Holl: O.I. Comp:ie Johan Fredrik Schreiber, ten voordeele zijner onbekende uitlandige erfgenamen, en na gedane ontzegeling door mij ondergeteekende Secretaris in praesentie van de natenoemene getuijgen zijn opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande alle deese goederen in de volgende, namentlijk:

In de thuijn van de heer George Rex en aldaar

In een buijten vertrek
een spiegel
een cijverleij
een kleine ledikant met behangzel waar op
een bulzak en drie kussens
een kist waarin de kleederen van den overleedenen, als
twee lakense rokken in zoort
twintig broeken
twaalff hembden
agt baatjes in zoort
zeven p:en kousen
drie beddelakens
ses kussens slopen
twee paren handschoenen
een slaap mutz
drie ronde hoeden
twee paar laarsen
een kist waar in
een kopere schaal met 2 p:s gewigten
een coffij molen
vier zagen in zoort
vijff zikkels
twee kopere kandelaars
veerthien raspen in zoort
een sabel
vijff wijngaard messen
drie booren
een metale schijff
een parthij boeken
drie schaven
zeven bijtels in zoort
een schaar
een handschroef
een blikke bus
een houte doosje
een kruijd horendje
twee snijmessen
een houte hamer
een ijzere hamer
een foederaal met drie scheermessen
een scheerdoosje
een olijsteen
twee zak pistooltjes
een tinne trekpot
een horologie kasje
een stuk ijzer
vier geweeren
twee pijpen met zilver beslag
een zilvere zak horologie
een p:r zilvere schoegespen
drie p:r zilvere kuijd gespen
drie zilvere handknoopjes
drie zilvere pijpe dopjes
een kasje met wat rommeling
Credieten des boedels
  Rd:s
aan contanten in denzelven gevonden een somma van een honderd negen en tachtig rijxd:s en vier en twintig stv:s zegge 189:24
van den heere George Rex aan contanten ontfangen 30:--

Aldus gedaan en g’inventariseerd in den thuijn voorm:t op den 20:e October 1803 ter preesentie van den ord: clercq Philip Ed: Faure en den bode Johan Nicolaas Rorich als getuigen

Als getuigen: P:E: Faure, J:N: Rorich

In kennisse van mij: J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/24.9

{18021014} 14 October 1802 Johannes Hermanus Karsten

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als er op Donderdag den 8:e Julij 1802 ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den burger Johannes Hermanus Karsten ten voordeele zijner overgebleevene weduwe Huijbregtje van Schalkwijk ter eenre, en hunne bij den anderen in echt verwekte zo mondige als minderjarige kinderen, in namen:

1) Elizabeth Louisa Karsten gehuwd met Jurgen Wolfgang Kotzee ter andere zijde
2) Theunis Hermanus Karsten mondig
3) Louisa Christina Karsten
4) Maria Catharina Karsten gehuwd met Nicolaas Willem Laubscher
5) Levina Johanna Jacomina Karsten oud 15 en
6) Jacobus Theodorus Karsten 12 jaren

zodanig als het een en ander door ons ondergeteekende gecommitt:de Weesmeesteren zijn opgenomen en ingeschrifte gebragt, bestaande alle dezelve in de volgende, namentlijk:

Een opstal staande op de leeningsplaats gen:t de Voorste Valley geleegen op de Piquetbergen
op de plaats de Leliefontein behorende aan Elisabeth Kriel wed:w Louis Karsten

In het daarop staand: woonhuijs en aldaar

In ’t voorhuijs
een spiegeltje
negen schilderijen in zoort
twee hoeke rakjes
twee vogelcooijen
een kopere wasch lampet
drie ophaal gordijnen met haar planken
een etens tavel
twee thee [tavel]
acht stoelen in zoort
een zitbank
een halffaam
twee emmers
een rood kopere theemachine
een tinne trekpot
twee tinne zoutvaatjes
een tinne peperbus
een verrekijker
In de kamer ter regterhand
twee borde rakken
een kapstok
een kadeltje
twee kisjes
een halff legger
In de kamer ter linkerhand
een defecte spiegeltje
een cabinet
een ledikant met rood behangzel waarop
een bed
vier kussens
en een deken
een kadel waarop
een bed, peuluw, vier kussens en een deken
een kadel, waarop
een bed, twee kussens, een deken
een ledikantje
een taveltje
een schryfflessenaartje
drie stoelen
een wasch lampet /:aarde:/
In de dispens
een broodmes
In de combuys
een bakkist
een tavel
drie ijzere potten
een ketel
vier kandelaars in zoort
een yzere lepel en
een vleisch vork
een balij
In de winkel
een blaasbalk
een bankschaeff
een bankschaeff
een span tuijgen
een parthy oude tuijgen
een teerputz
een wasch balij
In het wagenhuijs
een paarde wagen met tent zijlen
een chais
een osse wagen
een oude wagen
twee ploegen
een parthy oude houtwerk
een oude visch zegen
In het molen huijs
een hand molen
een koorn harp
een legger
een oude tregter
een halff aam
twee schuijtriemen
een parthy romm:g
In de garst kamer
twee ploeg scharen
derthien pikken
drie graven
vyff koorn schoppen
een parthy oude kranen
twee span zagen
een parthy timmermans gereedschappen
twee ysere lankwagens
een parthy oud ijzer
een boter vat
Op de werff
een slypsteen
een huys ladder
een huys ladder
een klok
een schuijt
Beestiaal
zeven wagenpaarden
vier aanteelpaarden
veerthien trek ossen
vier aanteel beesten
hondert ses en dertig aanteel schapen
zeven en sestig aanteel bokken
Lijffeigenen
een slave jonge gen:t Noach van de Caap koetzier
een slave jonge gen:t Daniel van de Caap
een jonge gen:t Coridon van Batavia wagenrijder
een jonge gen:t Nobel van Mosambicque wagenrijder
een jonge gen:t Lafleur van Mosambicque schapenwagter
een jonge gen:t September van Malabaar
een jonge gen:t April van Batavia bejaard
een meijd gen:t Minerva van Batavia met haar twee kinderen, in name Romana en Joab , beide van de Kaap
een meijd gen:t Theresia van Batavia ziekelijk
een meysje gen:t Carolina van de Kaap
Inneschulden
    Rd:s
voldaan August 1803 van Everhardus Johannes Smith blykens onderhandsche briefie de dato 10 Feb:ij 1799 38:--
  van Daniel Jacobus Louw Danielsz: blykens onderhandsche briefie de dato 13 Maart 1797 40:--
  van Johannes Augustus Greeff blykens onderhandsche briefie de dato 10 April 1801 30:--
  van Albert Hanekamp over verschotten voor desselfs reek: gedaan 36:--
  van Adam Stadeler over gekogte wijn en brandewijn 52:--
  van den boedel van wijlen Bartholomeus Eijbergen over boekschuld volgens reek: daar van ter Weeskamer ingelewerd 260:--
voldaan bij afrekening Maart 1803 van Elizabeth Kriel wed:w Louis Karsten over verschotten voor reek: van dezelve gedaan blijkens aanteekening 100:18
Lasten des boedels
    Rd:s
voldaan den 22 Julij 1803 aan d’ E: Adriaan Louw over contant geleende penn: volgens onderhandsche obligatie de dato p:mo Maart 1796 groot aan capitaal ƒ3000 ofte met de renten zedert den 1: Maart voorm: 1796 a 5 pc: 1000:--
  aan Elizabeth Kriel wed:w Louis Karsten over contant geleende penn: volgens onderhandsche briefie de dato groot aan capitaal ƒ4000 ofte met de verlopene renten 1333:16
voldaan bij afrekening Maart 1803 aan Maarten Smith blijkens de aanteekening daarvan in den boedel gevonden een bedragen van 688:--
voldaan October 1803 van ’t Gouvernement ’t heeren recht weegens kooppenn: van de vooren uit den boedel van wijlen Johan George Stadeler voor de somma van ƒ7025 gekogte en daar na aan de wed:ew Louis Karsten verkogte plaats de Leliefontein 58:26

werdende alhier pro memorie genoteerd

dat op verzoek van de wed:w aan de twee minderjarige kinderen, met name Livina Johanna Jacomina en Jacobus Theodorus Karsten zijn gelaten twee beddens met hun toebehoren, zonder dat de zelve daar voor iets aan den boedel zullen behoeven te betalen, ende zulx in evenredigheid van het geen de overige kinderen bij hun mondig worden hebben genoten

Aldus gedaan ende g’inventariseerd ter plaatse voorm:t op den 14 October 1802 ende zulx op het op- en -aangeeven van de in den hoofde deeses gem: wed:w, dewelke betuigde zig hierinne ter goeder trouwe gedragen en haares wetens niets verswegen of te rug gehouden te hebben dat tot voorsz: behoord, invoegen zij ook getuigde de deugdelykheid harer opgaave ten allen tijde des gerequireerde werdende niet hede gestand te doen, en belofte wijders zo hier nu nog iets tot gez: nalatenschap behorende mogte worden ontdekt daarvan getrouwelijk nader opgaaff te zullen doen ten einde deese inventaris daar inne te kunnen worden g’amplieerd.

Tot verzeekering van dit een en ander is dat door der inventariente en ons ondergeteekende gecommitteerde Weesm: beneevens des Secretaris behoorlijk gesubscribeerd.

Als gecommitt:e Weesm:n: J:G: Blanckenberg, H: van de Graaff

Voor den opgaaff: Huybregtje van Schalkwyk, de weed: J:H: Carstens

Mij present: J:P: Faure, Secret:s

Ampliatie

Volgens opgaave door de wed:w Johannes Herm: Karstens bij brief van den 15 den voorn: maand October en in vergadering van den 20: daar aan gedaan behoren tot den voorm: boedel nog twee slaven, met namen:

Goliad en
Alard beide van Mosambicque waarvan de eerstgen: seven en laatsgen: twee jaren en eenige maanden fugatief zijn geweest

Ter Weeskamer aan Cabo de Goede Hoop den 21:e October 1802

J:P: Faure, Secret:s

Nadere ampliatie

Volgens opgaave door de voorm: wed:w op heden ter Weeskamer gedaan aan voorm: boedel nog betaling

    Rd:s
vereffen bij afrekening Maart 1803 over restant kooppenn: van de opstal der leenings plaats gen:t de Lelie Fontein ten bedrage van ƒ910: 4 303:20
  met as renten a 6 p c:o zeedert den 16 Maart 1802 dat de hoofd som door de wed:e Joh:s Lambreetts bij Hans Dekker Stadeler p:r obligatie is overgenomen

Ter Weeskamer aan Cabo voorm: den 26 Febr: 1803

Nadere ampliatie

Inneschulden
van de natemeldene over vendubrieven bij de Weeskamer van den heere vendumeester Rijno Johannes van der Riet op gisteren bij afreekening overgenomen en ten hunnen lasten lopende, als
  Rd:s
van Louis Karsten over 1 p:r groot 73:--
van Theunis H: Karsten over 1 p:r groot 76:6
van Maarten Joh:s Smit over 1 p:r groot 184:30
van Dirk Kotzee over 1 p:r groot 164:18

deese post bij afreekening met Smit voldaan en volgens declaratie door de wed: Johannes Hermanus Karsten op den 25 April 1804 ter Kamer of aan den ondergeteekende Secretaris gedaan, zijn ook de overige vendubrieven door de debiteurs Louis Karsten, Theunis Karsten en Dirk Kotzee aan mij en haren man bij afreekening voldaan

J:P: Faure, Secret:s

Ter Weeskamers aan Cabo voorm: den 30 Maart 1803

J:P: Faure, Secret:s

Nadere ampliatie

Inneschulden
    Rd:s
vold: den 31 October 1803 met de renten van Abraham de Klerk over contant gaande penningen blykens onderhandsche obligatie de dato 10 September 1799 aan capitaal ƒ1000 ofte 333:16
  neevens de renten daarop verlopen

Ter Weeskamer aan Cabo de Goede Hoop den 1 April 1803

J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/24.10

{18030810} 10 Augustus 1803 Jurgen Wessel , Christina Magdalena Pas

R: Beck

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten in gemeenschap bezeeten door den burger Jurgen Wessel en Christina Magdalena Pas en door eerstgem: op den 1:e Maart 1803 met er dood ontruijmd ende nagelaten, zodanig als het een en ander door ons onderget:e gecommitteerde Weesm: zijn opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande dezelve goederen in de volgende, namentlijk

twee tavels
een klap [tavels]
een thee [tavels]
drie halve kisten
een kelder met twee flessen
een bakkist
een oude ledikant
vier stoelen
twee emmers
vier ijzere potten
een rooster
een vleesch vork
een blikke ketel
een kopere ketel
agt lepels
thien vorken
negen porc: borden
twee porc: schotels
een kopere coffij kan
een blikke trommel
een strijkijzer
een blikke blaker
een tinne zoutvaatje
een geweer
twee zadels
een visch net
elff koorn zakken
twee graven
twee pikken
zeven koorn zikkels
drie koorn schoppen
vier harken
vier gavels
een oude legger
een halve legger
een halfaam
een halfanker
een oude vleesch vaatje
agt oude tuijgen
twee zagen
twee bijtels in zoort
twee bijlen
een dissel
een rasp
een schaaff
een snijmes
een passer
twee oude rakken
een oude matje
een ploeg met zijn toebehoren
een eg
een mud zout
een boter kern
een boter vaatje
twee halff sleete wagens
Beestiaal
zeventhien trekossen
vijfthien aanteelbeesten
ses aanteelpaarden
twee hondert veertig schaapen
achtien aanteel bokken
Lijffeigenen
een jonge gen:t Joost van de Caap
een jonge gen:t Goliat van de Caap
een jonge gen:t Azon van Mosambicque
Lasten des boedels
  Rd:s
aan Margaretha Radijn wed: Wessel Wessels op een onderhandsche briefje de dato aan capitaal - zonder betaling van renten 519
aan Christiaan Coense over wagenmakers en smitsloon 50
aan Sophia Margaretha Otto weed: Jurgen Pas over contant geleend 10
aan Jan Moleman over arbeidsloon 6
aan Pieter Moleman over koop van ossen per rest 5
aan Andries Otto over smitswerk 4

Aldus gedaan ende g’inventariseerd ter Weeskamer aan Cabo de Goede Hoop op de 10 Aug:s 1803 ende zulx op het op en aangeeven van de en den hoofde deese gem: wed:, dewelke verklaarde zig hier inne ter goeder trouwe gedragen en niets versweegen of te rug gehouden te hebben, dat tot gez: nalatenschap behoord invoegen zij ook getuigde de deugdelikheid haarer opgave ten allen tijde als vereyscht werdende met eede gestand te doen en verdere belofte zo hier na nog iets tot voorz: boedel specteerenden mogte worden ontdekt daarvan nader opgaaff te zullen doen omme deesen inventaris daarmeede in allen trouwe te kunnen amplieeren

Tot securiteit van dit een en ander is deese door de inventarienten en ons onderget:de gecomm: Weesm: neevens mij Secretaris behoorlijk gesubscribeerd

Als gecomm: Weesm: J:G: Blanckenberg, H: van de Graaff

Voor den opgaaff: Cristina Magdalena Pas, wede Jur: Wessels

Mij present: J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/24.11

{18040122} 22 Januarij 1804 Hendrik Fredrik Cordes

R: Beck

Inventaris van alle zodanige goederen als ’er in den nagt van den twintigsten op den 21 deeser lopende maand Jannuarij deeses jaars, des morgens de clocke iets over twee uuren ab intestato met ’er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den lieutenant colonel en cheff van het esquadron ligte dragonders en rijdend arthillerij, mitsg:s cheff van de genie en commandant der arthillerij van ’t guarnisoen deeser colonie Hendrik Fredrik Cordes, zodanig als dezelve na voor af kort na het overlijden van den heer verstorwene ’s Kamers weegen verzeguld zijn, als na gedane ontzegeling door ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren zijn g’inventariseerd, opgenomen en in geschrifte gebragt, hebbende den heer overleedene als eenige universeele erfgename ab intestato nagelaten zijn dogter bij zijne vooroverleedene huijsvrouw mevrouw Geertruid Elizabeth Naaldenberg in echt verwekt, in name

Renetta Hendrica Cordes thans oud 12 jaren

bestaande alle de goederen der nalatenschap in het volgende, als

In het Casteel de Goede Hoop in de Colonels wooning van het Gouvernement en aldaar

In eene der voorkamers ter linkerhand
een kleijn spiegel met vergulde lijsten
een schilderij met zwarte lijsten, zijnde het portrait van den eersten consul Bounaparte
een fortopiano
een blikverlakte broodmandje
een blikverlakte schenkblaadje
vier blikverlakte snuiterbakjes
een blikverlakte koffij kan
een blikverlakte bescuit trommel
een blikverlakte olij en azijn standaart met twee glasen
twee glase zoutvaatjes
een porcelijne theebus
twee en zestig bouteilles vaderlandsche dranken
een dubbeld ledikant
een ledige sluitmand
In eene der voorkamer ter regterhand
een kleine spiegel met vergulde lijsten
een Flaams linnense val gordijn
twaalff stinkhoute stoelen, waaronder twee leuning stoelen
een secretaire, waarop
een liqueur kisje met ses flessen
twee tabakskisjes
een blikke thee [kisjes] met een restant thee
een watercarraf
een porcelijne waschlampet met zijn kom waar in
een doosje en in hetzelve
een rolletje hair lind
een roodledere geldbeursje met het portrait van den eersten consul Bounaparte
een ephore gemonteerde snuifdoos
een compositie snuijfdoos met zilver gemonteerd
een zilvere zak horologie
een rolletje gekeeperd hoedeband
een mandje, en daar in
negen zilvere lepels
negen zilvere vorken
twee zilvere desert lepels
een zilvere desert vork
vijf zilvere theelepeltjes
een zilvere theeschopje
een paarl d’ amoure kurktrekker met zilver gemonteerd
een Spaanse doosje met een parthy verlakte haakjes
een zilvere gedenkpenning op de vreede in Duitschland
een kopere gedenkpenning met het portrait van Bounaparte
een stale slot
twee vergulde schilderij raamtjes
twee ephore spuitjes met een houte foederaal
een houte doosje met zijn slot
negen tande borsels in zoort
een glase inkt en
een glase zandkoker
twee stale snuiters
een paar glase oogen
een metale broekgespen
een parthij kopere knopen in zoort
twee verlakte blikke doosjes waar in twee brillen met veeren
een duim stok
een snuifdoos
een hair kam
drie kogelmallen
een oude schrijf etui
een p:s gom elasticq
een p:s stale kniegespen
een parthij penneschagten
twee verrekijkers met foederalen
een kopere tonteldoos
een ouwel cachet
een schroef draaijer
een parthij lak en
een restant schrijffpapier
een scheerdoosje
een foederaal met Matematische instrumenten
drie flesjes aux de Coulonge
een olijsteen
een zak spiegeltje
een lorriet
een doosje met eenige verven en teeken gereedschappen
een flesje met een restant saltartarie
een pakje kina
een potje poemade
negen kleine schilderijtjes en raamtjes in zoort
een zilvere staart spelt
een zilvere stevel haken
agtthien tavelmessen
een transcheer[messen] en vork
een memorie boekje
twee lancetten
een stuk wit linnen
een stel wit linnense ledikant behangzel
zeven lappen wit linnen
een geruite overtreksel van een onderbed
een chitze deken
vijfthien hembden
drie overhembden
elff broeken in zoort
zeven baatjes in zoort
twee zwarte zijde doeken
ses en twintig witte linnense doeken
vijf bonte doeken
negen kussen slopen
elff handdoeken
vier slaap mutzen in zoort
een poeder mantel
een overrok
elff tavellakens
twee en twintig servietten
twee gordijn behangzels
ses paar wolle kousen
vijff paar ledere handschoenen
een kruisband
twee ronde hoeden
een optoom hoed
een lapje blaauw laken
een lapje rood laken lang 1 1/2 ellen
een lapje blaauw laken lang 8 3/4 ellen
een lapje grijs laken lang 3 ellen
twee lapjes cassimier
een roode pannast van paradijs vogel vederen
twee roode [pannast] van jonkleeuwhair
een tijgervel schabrak
een coffer met swart leder overtrokken, waarin de volgende boeken
Onderbergers Matematische leerbegrippen, 3 deelen
Ontwerp van een verbeetering van het Bataafsch armee, 1 deel
Militaire zakboek van A: Schadenhorst, 1 deel
Handboek van officieren van A: Schadenhorst, 3 deelen
Reglement van exercitie voor de troepen der Republicq, 2 deelen
Hoogreeve aanwijzing voor militaire officieren, 1 deel
Reglement van exercitie voor de cavallerij dragonders en hoesaren van de Bataafsche republicq, 1 deel
Leerboek der krijgskunst van G: Venturine, 6 deelen
Veldtogt der Pruisen teegens de Fransen in ’t jaar 1793 van Knobelsdorp, 3 deelen
Handboek van arthilleristen van Urtibie, 1 deel
Staalswaard over de reguliere fortificatien, 1 deel
Aliefken over vestingbouw, 1 deel
Perser belegeringskunst, 1 deel
Dagboek van den veldtogt der Pruischen aan den Nederrijn 1793
Kleist werken, 1 deel
Henrietta of de Hoesaren roof, 1 deel
F: van Mak Operation plans voor den veldtogt van 1794, 3 deelen in 2 banden
C: Philips Son en maanligt, 1 deel
Veldtog van den generaal Brune in ’t jaar 1799, 1 deel
Reglement op de guarnisoensdiens voor de arme van a:o 1796, 1 deel bis
Reglement van krijgstugt voor de militie van de staat in a:o 1799, 1 deel
Vega logaritmische tavel, 2 deelen
Philips perspektiva, 1 deel
Ranglijst der Pruische arme van a:o 1794
Stamlijst der Pruische arme van a:o 1796
Militaire manoschrift, 5 deelen
Van Hamesveld Nieuwe Testament, 1 deel
Praktische verhandeling over het waterweegen van G:C: Muller, 1 deel
H:F: Cordes over de fortificatien, 1 deel
F: Mijnard over de krijgskunst, 1 deel
G:S: Klugel Trigonometrie, 1 deel
F: Mijnard Leerboek der krijgswetenschappen, 2 deelen
Hoijer Magazijn voor militairen, 1 deel
Juckow Krijgsboukunde, 1 deel
G:G: Haan Mathematicq, 2 deelen
Generaal van Luijt over de algemeene regelen der krijgskunst, 1 deel
Bedidox Ingenieurs wetenschappen, 2 deelen in 1 band
Betrekkingen tusschen Oostenrijk en Pruischen , 4 deelen
Het graff door Treith, 1 deel
A: Beum Magazijn voor ingenieurs en arthilleristen, 12 deelen
Tempelhoff Geschiedenis van de 7 jarigen oorlog, 6 deelen
Hooijer Pontonniers wetenschap, 1 deel
L: Muller Verschanskunde op winterposten
Van Koehorn Versterking der 5 hoek, 1 deel
Veldtogt in de Nederlanden van a:o 1794, 1 deel
J:E: Meijer over de Geometrie 1 deel
S: Zaaij Sur la fortification
Ideen voor paarde liefhebbers
Dienst reglement voor de Brunswijk Limburgse troepen, ’t 2:de deel
Grondbeginzel der meetkunde door Steenstraat
Minerva van Argenold, 1 stuk Maij 1802
J:G: Tielke over de krijgskunst, 6 deelen
R: Woldman over Hidroolsche architecqture
J:N: Muller verhandeling over de rijdtuigen
Leander de 2:de beschrijving van een rijdtuig tot het blussen van brand
Specime of printing types by W:m Caslon, 1 deel
Van Landsbergh Krijgsbouwkunst, 1 deel
Differentiaal en intigraal bereekening voor ingenieurs en arthilleristen
Signaalkunst van Majoor van Bugenroder, 1 deel
G: Venturine Matematische steen der krijgswetenschappen
Proef voor een complete militaire bibliotheecq, 1 deel
Veranderingen gemaakt in ’t reglement op de exercitien en evolutien van de invanterij van de staat 1781
C:A: Mackay Korte inleiding voor den oorlog ter zee
Extract uit het reglement van krijgstugt voor de militie van den staat 1799
Plan Egouverneau de sieges de la derniere guerre de Flaandere
A: Blum Grondige aanbieding tot de krijgsbouwkunde, 1 deel
Van Koehorn Nieuw vestingbouw
Landsbergh Nouveau plan de fortification, 1 deel
Redelijkheid nieuw versterkte faasen en flanken
Reglement voor de exercitie van ’t geschut door de colonel B:E: Parraphisine de Capelle 1792
Schiebler Geometries perspective
Ranglijst der Pruische armé van 1801
Stamlijst der Pruische armé van 1801
Ranglijst der Pruische armé van 1800
Zakboek voor paardekopers 1797
Frans en Nederduitsch woordenboek van Francois Halma
Specimen obstraditio medicum door Albertus Naaldenbergh
Reglement van krijgstugt voor de militie van den staat 1799
negen zakboekjes en almanacken
eenige differente gedrukte kaarten, prenten en teekeningen
een portefeulje met portraiten
een hoede kast
een rustbank waarop een paarde hair matras
een Flaamslinnense valgordijn
een spiegel met vergulde lijsten
een wasch balij
een kist waarin
ses schilderijen met zwarte lijsten
vijff kleijne schilderijen met zwarte lijsten in zoort
een verlakte schenkblaadje
een stelletje
een kleijn ledige kist
een kleijn huijs trap
vier p:r laarsen
een p:r schoenen
twee p:r pampoesjes
een stuk spoor riemen
een Engelsche zadel met een halter en springteugel
een gebreijde paarde net
een p:r pistolen
twee zabels waarvan een met een coppel
drie stellen hoefijzers
een vellies
een papiere en een blikke koker
een houte messe bakje
een klappus
een zadel
een blikke koker met 5 wax kaarsen
een rotting met een ephore knop
een klein kopere handkwispedoortje
twee cijverlijen
een gewakste pallas overtreksel
een waxdoeke tabakszak
een blikke tabakdoos waar in eenige houte exerceer blokjes
een papiere doosje daar in een quadrant
een papiere foederaal met een inkt en zand koker
vijff liniaals in zoort
negen driehoeken
een ordinaire duimstok
twee kopere talstokken
een kopere controlleur
een houte haus
een houte hoekmeter met zijn stander
twee kopere transporteurs
een palmhoute proportionaal pas
twee kopere passers met stale pennen
vier trekpennen
twee trekpennen, een potlootpen en een verlengstuk behorende tot een passer
twee orlion passers waarvan een met een pen
een puncteer naald
In de dispens
een wit aarde soupterrine met zijn schotel
drie wit aarde salade bakjes
drie wit aarde assiëtten
sesthien aarde zo vlakke als diepe borden in zoort
vier aarde desert borden
thien aarde kopjes en 12 schoteltjes
een aarde trekpot met een zilvere pijp
een aarde coffij kan met zijn onderschotel
een aarde melkkan
een aarde zuijkerpot
een wit aarde thee busch
een wit aarde spoelkom
een wit aarde waterpot
een wit aarde zoutvaatje
een tinne waterpot
een verlakte schenkblaadje
een verlakte conphoor
een verlakte buscuit trommel
twee verlakte kandelaars
twee bloem glasen
agt bier glasen
negen wijnkelken
twee soopjes kelken
een glase lamp
In de combuijs
een blikke verlakte theestooph
een rood copere thee ketel met zijn conphoor
twee blikke tavel conphoortjes
een nagt blaker /:verlakt:/
twee houte kandelaars
een vuurtang
een aschschop
zeven aardepotten in zoort
In de kelder
tagtig ledige bouteilles en flessen
een wasch balij
een veldledikant met geruijte behangzel
een hangmat
een ledere falies
een ledige coffer
een ledige mand
een ledige kisje van blik
zeven ledige kasten in zoort
In de paardestal
drie rijdpaarden
een kast en daar in
een vrouwe zadel met een graauw lakense schabrak
een bokkevel schabrak
een waldrok met blaauwe pluijs
twee blaauwe wolle paarde dekens
een Engelse zadel met holsters en verder toebehoren
een hoofdstel met zilver beslag
een hoofdstel met een plettet stang
een hoofdstel met een stale stang
twee water emmers
Contanten
  Rd:s
in diverse muntspecien eene somma van een honderd negentig rijxd:s en sesthien stuyv:s zegge 190:16
voorts de volgende monteering stukken, als:
een kisje met een hangslot en daar in
een compleete kasquet met zilver beslag
een caraco met zilver gegalloneerd
een gegalloneerd vest
een gegalloneerd lieut: colonels broek
een gegallonneerd lieut: colonels broek kleijnder
twee monteering frakken
een rijd buisje
een geel vestje
een rijdbroek
een monteering mantel met een zilvere haak
een monteering overrok
een roodlakense lieut: colonels waldrok met zilver gegalloneerd
een monteering cartousch met zilver gemonteerd desselfs te behoren
een groote monteering coppel met zilver gemonteerd
een groot monteering coppel met koper gemonteerd
twee p:r zilvere lieut: colonels epoletten
een compleet zilver guarnituur lissen en kwasten voor laarssen
een paar kwasten voor laarssen
twee lieut: colonels dragons
ee paar lieut: colonels hoede troetels
drie zilvere agraven
vijf kleijne pakjes differente zilvere koorten
een pakje halfzilvere gallon
ses dozijn zilvere monteering knopen in zoort
twee dozijn metale rijdbroeks knopen
een paar wit kopere spooren
een nieuw tulband voor een casquet met een coucarde
drie paar handschoenen met kappen
drie nieuwe roode pannasten
een compleete zadel met een model hoofstel
een roode coppel met wit coper beslag
een lieut: colonels dragon
een kogel form:
een paar pistolen
een laadstok
een kleijne uniform waldrok
een pakje blaauw koort
twee monteering hoeden
wijders de ondertemeldene protieusiteijten, dewelke op verzoeke van des overleedens eenige minderjarige dogter en pupille Rijnetta Hendrica Cordes aan haar gelaten en ter Weeskamer in bewaring is genomen, als:
ses schilderijen in zoort zijnde famillie stukken
een stale cachet met des overleedens naam gegrapheerd
een bandelier slot van een Engelsch officier door den overleedene in de campanjen van Noord Holland in het slagtveld gevonden
een goude ring met de naam van wijlen mevrouw Cordes
een goude ring gemonteerd met blaauw glas en vijf diamante steenen
een goude ring met blaauw glas en elff diamante steenen
een goude ring met vijf kleijne steentjes
vier goude ringen in zoort
een zilvere oorlepeltje en tandestokertje met paarl d’ amour gemonteerd
een goud etui waar in een oorlepel en een tandestoker
vier differente ornamentjes
een zilvere ellemaat
een p:r kniegespen
een zilvere en een kopere gedenkpenning
terwijl voorts nog in den boedel zijn gevonden deese navolgende stukken, als:
differente kaarten, plannen, teekeningen, geschreevene werken etc:s relatie hebbende tot het diffensie weesen in ’t generaal, alle welke stukken op order van den gouverneur en generaal en chef S:W: Janssens door den commissaris van oorlog Jan Deel, den capitain Daemes en den ouditeur militair Daniel Fred:k Berrange als door opgem: gouverneur en generaal tot den ontfangst deeser express gecommitteerd, zijn over genomen:
verscheide papieren, stukken en documenten rakende het departement van de genie, almede op ordre van voorm: gouverneur en generaal en chef aan den daar toe express gequalificeerden capitain en aide de camp W:B: Paraphisine de Cappellie afgegeeven
eenige papieren, stukken en documenten toebehorende aan het hoofdbestuur van ’t esquadron ligte dragonders, door den ritmeester van gem: esquadron I:W: Verkouteren overgenomen

Aldus na gedaane ontzegeling g’inventariseerd in ’t Casteel de Goede Hoop op den 22, 23 en 24:e Januarij 1804

Als gecommitt:e Weesm: A: v: Breda

Mij present: G:A: Watermeijer, Secret:s

MOOC8/24.12

{18040412} 12 April 1804 Maria Cloete

Inventaris van alle zodanige goederen als er op Woensdag den twintigsten dag der maand Maart in den jare een duijzend acht hondert en vier in den nagt circa half een uur ab intestato met ’er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door Maria Cloete weduwe van wijlen den burger Hendrik Mosterd ten voordeele haarer hier ondertemelden kinderen, met namen

1) Hendrik Mosterd
2) Aletta Maria, gehuwd met Jan Noordberg
3) Hester Martha Mosterd mondig
4) Elizabeth Petronella Mosterd mondig
5) Geertruijda Isabella Mosterd mondig
6) Ernestus Jacob Mosterd oud 23 jaren en
7) Johannes Gerhardus Mosterd oud 21 jaren

invoegen als het een en ander door ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren zijn opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande alle dezelve goederen in de volgende, namentlijk:

In een huurhuijs toebehorende aan den burger Daniel Smith
een roode ophaal gordijn
een Friese clock
twee spiegeltjes
twee hoekrakjes
een ledikant waarop
een bed, een peuluw en vier kussens
vier tavels in zoort
vier stoelen met ses kussens
een kast
een kapstok
ses oude schilderijen
een oude [schilderijen] op glas
een tinne ketel en kopere conphoor
een kopere kandelaar
twee ijzere potten
een tinne kom
ses tinne lepels
vier stale vorken
een porcelijne soupterrine
drie porcelijne kommen
drie wit aarde schotels
ses wit aarde borden
een tinne schenkblad
een Predicatie boek
een defecte combuys tavel en voorts
wat rommeling

Aldus gedaan en g’inventariseerd ten huyse voorm:t op den 12 April 1804 ende zulx op het op- en aangeeven van de in den hoofde deeses gem: Hester Martha en Elizabeth Petronella Mosterd, dewelke verklaarde hun in het op en aangeven derzelve ter goeder trouw gedragen en niets versweegen of te rug gehouden te hebben dat tot voorm: nalatenschap behoord, invoegen zijlieden ook getuigde de deugdelykheid hunner opgave ten allen tijde als gerequireerd werdende in ’t hede gestand te doen, en belofte wijders zo hier na nog iets tot gez: boedel specteerende mogte worden ontdekt daarvan nader en getrouwelyk opgaaff te zullen doen, omme deesen inventaris daarmeede te kunnen amplieeren

Tot securiteit van dit een en ander is alle door dikwilsgem: twee dogters en ons onderget:de gecommitteerde Weesmeesteren nevens den Secretaris behoorlijk gesubscribeerd

Als gecommitt:de Weesm: J:G: Blanckenberg, H: van de Graaff

Voor den opgaaf: Hester Martha Mostert, Elisabeth P: Mostert

Mij present: J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/24.13

{18040430} 30 April 1804 Antonio Joacquim

Inventaris van zodanige goederen etc:a als er op Donderdag den ses en twintigsten dag der maand April in den jaaren onzes Heeren een duijzend acht honderd en vier ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den persoon van Antonio Joacquim geboortig van Portugal , quartiermeester op het Amerikaans schip, ten voordeele zijner onbekende uitlandige erffgenamen zodanig als het een en ander door ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren zijn opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande alle dezelve goederen in de volgende, namentlijk

In het woonhuijs van Christiaan de Haas, alwaar den overleedenen is gelogeerd geweest
een kist waar in
twee hembden
acht baatjes in zoort
een paar kousen
drie dassen
een paar laarsen
drie paar schoenen
zeven broeken in zoort
een ronde hoed
een voederaal met twee scheermessen
twee boeken
een goud horologie
twee zilvere [horologie]
een p:r zilvere schoegespen
twaalf knoopen in zoort
een spinspek horologie sleutel
Lijfeigenen
een jonge gen:t Baro van Mosambicque
een jonge gen:t Magerman van Mosambicque
een jonge gen:t Patekka van Mosambicque gevaarlijk ziek
Crediten
    Rd:s
voldaan den 18 Sept:r 1804 van den geweesene privaat secretaris van den gouverneur te Mosambicque Francisco Pedro Sarawa wegens het provenu van drie voor reekening van den overleedene verkogte slaven volgens eigene opgaaff van bovengem: Saraiva 625
Lasten
  Rd:s
aan bovengem: F:P: Sarawa volgens reekening door denzelven geproduceerd eene somma van 462
aan Christiaan de Haas over kost en logiespenn: worden overleedene en zijne slaven almeede blijkens reekening door hem geproduceerd 207

Aldus na gedaane ontzegeling g’inventariseerd op den 30:e April 1804

Als gecommitteerde Weesm: J:G: Blanckenberg, H: van de Graaff

Mij present: J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/24.14

{18010727} 27 Julij 1801 Coenraad Hendrik Basson

Inventaris van alle zodanige goederen als er ab intestato met ter dood zijn ontruymd ende naargelaaten door den veldcornet Coenraad Hendrik Basson ten voordeele van zyne nagelate wed: Catharina Louw ter eenre, mitsg:s hunne bij den andere in huwelijk verwekte vier minderjarige kinderen met namen

1) Elsje Maria oud 10 ter andere zijde
2) Matthijs Michiels oud 7
3) Jacobus Johannes oud 6 en
4) Coenraad Hendrik Basson oud 3 jaaren

Zodanig ende in deese weegens als de zelve door mij de gecomm: Weesm:ren g’inventariseerd en opgenoomen bestaande dezelve as de volgende, namentlijk

Een opstal staande op de leenings plaats gen:t ’t Diepegat geleegen aan de Burgersdrift aan de Bergrivier , en ’t woonhuijs en aldaar
In ’t voorhuijs
twee schilderyen
een bakjen met eenige teegoed
een hoek kastje waarop
een porc: soepcom
een porc: lampet en voorts
eenig glaswerck en porc: teegoed
eenige bottels en flessen
een opslag eetenstafel
een thee tafel
een Chinees stoel en een stoof
elf stoelen in zoort
een water emmer
een trommel
een cop: confoor en cop: ketel
twee tinne trekpotten
een blikke schenkblaade en
eenig teegoed
twee cop: kandelaars
een tinne koffij kan en cop: tesje
een tinne soeplepel
In de kamer ter regterhand
twee cop: schalen en yzer balans
een kinder wieg
een vuur mand
twee aarde potten
een fiool
een katel waarop
een buldzak
vier kussens en
een peuluw en
een wolle deeken
een goud zak horologie
In de kamer ten linkerhand
abusivelijk opgegeeven als behorende aan de vrouw van Jac:s Louw een klein spiegeltje
een ledikant met behangsel en daarop
aan de wed:e bij tauxatie gelaten voor den rd:s25 een buldsak
een peuluwe
vier kussens en
een deeken
  een katel waar op
aan de gesamentl: kinderen bij tauxatie gelaten voor rd:s25 een buldzak
een peuluw
vier kussens en
een deeken
  een tafel kastje
  een blikke trommel
  een groote kist waarin de klederen van d’ overleedene
  twee geweers
In de agterkamer
een katel waarop
een buldsak
een peuluw en
vier kussens
een led: halfaam met zyn bak
een blikke tregter
een zadel en toom
In de kombuijs
een cop: poffertjespan
een cop: schuijmspaan
een wafel yzer
een rol stok
een seeft
vijf yser potten in zoort
een cop: ketel
een rooster
een ijzer vleesch vork
een brood mes met zyn bank
twee schoorsteen kettings
een bak kist
een tafel
een water emmer
In de smits winkel
een ambeeld
een bank schroef
een blaas balk
een slyp steen
een hand boeij
een parthij smits gereedschap
twaalf ploeg scharen in zoort
een koevoet
twee staven yzer
een beijl
een zaag en voorts
een parthij timmermansgereedschappen
In de korenshuijs
een tentzijl
thien coorn zakken
zesthien mud tarwe
een ryst blok en zyn stamper
twee halfaamen met wat azijn
vier osse huijden
een parthy oude tuygen
een boter bak
zes oude zeekels
een schepel
een boter vaatje
een oude halfaam
drie coorn schoppen
zes pikken
drie oude graven
Op de werf
een osse wagen en toebehoren
een paarde wagen en toebehoren
een kar
drie ploegen
een eg
twee teer putzen
drie wagen tangen
vier wagen naven
een parthy houtwerk
een kabel touw en
wat rommeling
Beestiaal
drie ry paarden
drie wagen paarden
thien aanteel paarden
negen en twintig trekossen
veertig aanteel schapen en bokken
Lijfeigenen
een slave jonge gen:t Carolis van de Caab
een slave jonge gen:t Fortuijn van Mosambieque
een slave jonge gen:t Galant van Mosambieque
een slave jonge gen:t Sephier van Mosambieque
een slave jonge gen:t Priem van Mosambieque
een slave jonge gen:t Saloman van Mosambieque
een slave meid gen:t Dela van de Caab
Lasten des boedels
    Rd:s
voldaen aan den burger Gert Visscher d’ oude over koopp: van voorsz: opstal benefens eenige losse goederen ƒ16000 ofte 5333:16
voldaen aan Jacob Hendriksz op een notarieële obligatie 600:--
voldaen van den oudheemraad Adriaan Louw over contant geleende penn: volgens twee obligaties - met de renten zedert Julij 1800 350:--
voldaan van Johannes Krynauw p:r rest van reekening 193:--

Werdende alhier pro memorie, volgens declaratie van de inventariente mag genoteerd

1) dat by den burger J:G: Karstens zig in dit bevinden eenig vee, daar den overledene onlangs elders aan de Zoute Rivier per vendutie gekogt maar van ’t getal haar onbekend is

2) dat daar den overledene aan nu wylen den bode van Drakenstein , Lodewyk de Reijzer, ter infordering is afgegeevend eenig schuldbriefjes ten lasten van perzoonen aan dewelke door hem kooren etc:a overgeleeverd geworden en welke briefjes dan wel de ingesondende contanten als nog moeten zijn onder berusting van deszelfs nagelatene weduw

3) dat bij den heeren Ryno Johannes van den Riet als vendumeester nog afreekening moet werden gehouden wegens vendupenningen eener verkoping ten behoeve van d’ overledene op den 22 April des gepasseerde jaars 1800 gehouden

Aldus gedaan en g’inventariseerd ter plaatze voorm: op den 27 Julij 1801 ende zulx op ’t op- en aangeve van de in den hoofde deeses gem: wed: dewelke betuygde haar hierin ter goeder trouwe gedragen en niets met opzet versweegen of agtergehouden te hebben ’t geene tot de voorsz: nalatenschap behoord onder presentatie des gerequireerd werdende met solemneele eede te bevestigen met belofte wydens zo wanneer hier namaals nog iets mogten ontdekken dat tot de gez: nalatenschap behoorende daarvan getrouwelyk opgave te zullen doen, om deeze inventarisien meede te amplieeren, en is tot sekerheid van ’t een en ander deeze door d’ inventariente benevens d’ ondergetekende gecomm: Weesm: ende mij Secretaris eigenhandig onderteekend

Als gecomm: Weesm: H: van de Graaff

Voor den opgaaf: C: Basson, geborn Louw

Mij present: J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/24.15

{18040519} 19 Maij 1804 Jan Adam Poolman

Inventaris van zodanige goederen als ’er op Dingsdag den eersten dag der maand Maij in den jaare onzes Heeren een duijzend acht hondert en vier, ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den burger Jan Adam Poolman, ten behoeve zijner bij zijne met hem buijten gemeenschap van goederen gehuwde huijsvrouw Johanna Everdina Arendze verwekte dogter, in name

Sara Elizabeth Poolman oud 2 jaare 7 md:

invoegen dezelve door ons ondergetekende gecommitt:e Weesmeesteren zijn opgenomen en in geschrifte gebragt bestaande alle die goederen in de volgende, namentlyk

In een huurhuijs van de heer Jan Andries Horak en aldaar

In het voorhuijs
twee rakken waarop
twee porc: schotels
vijfthien borden in zoort
twee porc: zuijker busjes
twee visch zegens
een vierkant tafeltje
In de voorkamer
een wit ophaal gordijn met planken en lijnen
twee boeke rakjes waarop
vijf glasen en
een caraf
een spiegel met vergulde lijsten
een spiegel kleijnder met houte lijsten
derthien schilderijen in zoort
drie verlakte schenkbladen
een tinne [schenkbladen]
een pijperakje
agt stoelen
een klederkast waar in de kleederen van den overleedenen bestaande in
twee zwart lakense rokken
twee blaauwe rokken
een blaauwe lakense baatje
thien onderbaatjes
sesthien broeken in zoort
twee nagtcabaaijen
een jas
twee ronde hoeden
thien hembden
een ledikant met wit linne behangzel waarop
twee bulzakken
een peuluw
agt kussens en
een deken
een kleijne ledikant met rood behangzel
een vierkant taveltjen
een lessenaartje waar in
een p:r goude kuijdgespen
een p:r goude handknoopjes
een p:r goude oorring
een p:r zilver schoegespen
twee guerridons
twee cijver lijen
een wit aarde nagtspiegel
twee porc: boterpotten
een soup terrine
een wit aarde trekpot
een tinne ketel
een aarde conphoor
twee baletjes
twaalff boeken
een blikke trommel
een zilvere zak horologie
In de agterkamer
een kadel
een tavel
een groote kist
zes zetnetten
zeven klipvijsch netten
drie bossen lijnen
In de keuken
een tavel
ses yzere potten
twee kopere confituure ketels
een waterketel
twee ijzere koekepannen
een rooster
twee schoorsteen kettings
een vuurtang
een aschschop
een drievoet
een waterhalfaam
twee water vaatjes
een koffij molen
een kopere coffij kan
een tinne melk kan
een hak bord
twee kapmessen
vier kopere kandelaars
een hand lantaarn
een parthij ledige bouteilles
Op de agterplaats
twee schuiten met hun toebehoren
een parthij houtwerk
Lijffeigenen
een jonge gen:t Macassar van Bougies
een jonge gen:t September van Bengalen /: gebrekkig:/
Crediten des boedels
    Rd:s Rd:s
  van oud cap:n der burgerij Christiaan Pieter Brand over koop van twee lijnen 6:--
  voor een rol cabeltouw 14:-- 20:--
  van J:H: Keeve over contant geleende blijkens onderhandsche briefje   24:--
voldaan den 6 September 1804 van het eerw: Collegie van Kerkenraden der gereformeerde gemeente, over 4 maanden besolding als klokkeluijder   33:16

Aldus gedaan ende g’inventariseerd ten huijse voorm:t op den 19 Maij 1804 ende zulx op het op- en aangeeven van de in den hoofde deeses gem: wed: Johanna Everdina Arendze, dewelke verklaarde zig hier inne ter goeder trouwe gedragen en niets verswegen of te rug gehouden te hebben, dat tot voorm: boedel behoord, invoegen zij ook getuigde de duijdelikheid hare opgave ten allen tijde des gerequireerd werdende met eede gestand te doen en verdere belofte zo hier nu nog iets tot voorm: nalatenschap behorende mogte worden ontdekt daar van nader opgaaff te zullen doen omme deeser inventaris daar meede te kunnen amplieeren.

Tot securiteit van dien is dan door gem: weed: en ons onderget:de gecommitt:de Weesm:ren neevens mij Secretaris behoorlyk gesubscribeerd

Als gecomm: Weesm: J:G: Blanckenberg, A: v: Breda

Voor den opgaaff: Johanna Everttina Arendsz

Mij present: J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/24.16

{18040201} 1 February 1804 Susanna du Toit

Inventaris van alle zodanige goederen als er op Maandag den veerthienden dag der maand November in den jaare onzes Heeren een duizend acht hondert en drie des morgens de klokke drie uuren, ab intestato met er dood zyn ontruimd ende nagelaten door Susanna du Toit ten voordeele haaren overgebleevene man den burger Johannes Francois du Toit ter eenre, en hunne bij den anderen in echt verwekte minderjarige kinderen met naamen:

1) Elisabeth Sophia oud 5 jaaren ter andere zyde
2) Stephanus Daniel oud 3 jaren en
3) Susanna Johanna Geertruyda du Toit oud 3 maanden

Zodaanig en in dier voegen als het een en ander door ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren zijn opgenoomen en in geschrifte gebragt, bestaande alle dezelve goederen in de volgende, namentlyk

hiernevens gemelde plaats ofte hofstede is uit hoofde van bij overeenkomst gedane vernietiging van koop en verkoop, weeder aan David Malan in eigendom terug gegaan - gesw: Een plaats ofte hofsteede gen:t Helderenberg geleegen aan het Moddergat , door voorm: Du Toit van David Malan gekogt blykens daar van zynde koopbrief dog als nog op hem niet getransporteerd en waar over thans een proces voor den Raade van Justitie alhier is hangende
een meelzift
twee stryk yzers
vier flessen
vijfthien bottels
drie schenk borden
een vijzel
een soup terrine
vijf diepe schotels
een en twintig vlakke schotels
zes diepe borden
tien vlakke borden
zes en twintig blaauwe vlakke borden
agthien desert bortjes
vier boter potjes
twee sous potjes
twaalf kopjes en pierings
drie groote kopjes
drie grove kommen
twee koopere testjes
een coffy kan
een thee machine
twaalf messen
twaalf lepels
zes en dertig vorken
een soup lepel
een tee potje
twee mosterd potjes
twee sous bakjes
een oly en azyn standaart
een peper busje
twee bottels
twee koelvaatjes
drie sout vaatjes
een cabinet
een lessenaar
een tafel kast
een klap tafel
een strijk tafel
drie thee tafels
twee ledikanten
twee kadels
drie beddens
drie kisten /:in zoort:/
agthien stoelen
negen spiegels /:in zoort:/
vier schilderyen
een dispens rak
een combuis tafel
een bakkist
zes yzere potten /:in zoort:/
vyf schoorsteen kettings
een hand wasbaly
een boter karn
drie boter vaten
een vleesch vat
drie roosters
twee potleepels
een schuimspaan en vleesch vork
een yzere pan
vyf trommels /:in zoort:/
een schaal met zyn balans
seven aarde potten /:in zoort:/
twee keetels
een koffy molen
twee aarde stoof pannen
vier water potten
twee kandelaren
twee blaakers
twaalf kelkjes
vyfthien bierglazen
een zilvere suyker trommel
vier zilvere lepeltjes
twee vorkjes
een ley
een geweer
een paar pistolen
drie stoven
twee kooijnen
een slyp steen
een teer puts
een zadel
een en twintig leggers
een kuip van drie leggers
een trap baly met zyn mos baly
een tregter
twee kraanen
derthien emmers
twee ploegen
een eg
een rosijne keetel
een koelvat met zyn slang
twee bier pypen
een halfaam
een bok met zyn lang waage
drie koe voeten
een gieter
zes formen
twee ladders /:in zoort:/
een zaag en een parthy gereedschap
twee kouters
een scheepel
een teer vat
een baly
twee scharen
twintig koorn zakken
een paarde wagen
een osse wagen
een kar
agt tuigen
tien jukken
Beestiaal
  agt waagen paarden
4 verrekt veerthien trek beesten
2 verrekt gedurende het overstaan des boedels zes koeyen en drie kalveren
  twee varkens
Lijfeigenen
een jonge gen:t Fredrik van de Caab
een jonge gen:t Adonis van Mosambieque
een jonge gen:t Fortuin van Madagaskar
een jonge gen:t Geduld van Madagaskar
een jonge gen:t Alexander van de Kaap oud 5 jaaren
een meid gen:t Martha van de Kaap
een meid gen:t Mina van de Kaap oud 1 jaar en 4 maanden [zelfs aan de Paarl ]
een meid gen:t Anette van Ternate
een meid gen:t Clara van Ceilon
Crediten des boedels
    Rd:s
door Weideman is ter Kaamer een bewijs geproduceerd dat hij aan voorm: boedel niets schuldig is van Christiaan Wydeman over koop van een legger azyn 20
Lasten des boedels
    Rd:s
de koop en verkoop an hiernevensgemelde plaats bij minnelijke onderlinge overeenkomst vernietigd zijnde, is daardoor ook de op den boedel hegtende schuld van ƒ44 000 komen te cesseeren, gesw: aan den burger David Malan, over koop van de voorsz: plaats Helderenberg en eenige losse goederen, alle gespecificeerd, by het daarvan op den 12 Maart 1803 gemaakt koop contract eene somma van ƒ44 000 ofte 14666:32
voldaan aan den oud landdrost Hend:k Lodewyk Bletterman op een secretarieele obligatie over contant geleende ƒ4000 ofte 1333:16
het hypotheecq van deese schuld verbonden aan den burger Jacobus Petrus Roux verkogt bevonden zijnde, heeft deesen, deselve bij afrekening overgenomen aan de heer Cornelis Cruiwagen als gemagtigde van juffrouw de weed:e Vrugt over contant geleende blykens schepenen kennis ƒ6000 ofte 2000:--
  aan de heer Pieter Domes over contant geleende op een secretarieele obligatie ƒ1000 333:16

Aldus gedaan ende g’inventariseerd ter Weeskamer aan Cabo de Goede Hoop op den 1 February 1804 ende zulks op ’t op en aangeeven van den in de hoofde deeses gemelde weduwenaar Johannes Franc:s du Toit, dewelke verklaarde zig daar omtrend ter goeder trouwe gedragen, en zynes wetens niets met opzet verzweegen of terug gehouden te hebben, ’t geen tot den boedel specteerd, invoegen hy dan ook getuigde de deugdelykheid zyner opgave ten allen tyde des gerequireerd werdende met solemneele eede nader gestand te doen met belofte wijders zo wanneer er namaals nog eenige goederen tot den boedel behorende, mogte worden ontdekt, daarvan getrouwelyk opgave te zullen doen ten einde deese inventaris met dezelve te kunnen amplieeren

In teeken der waarheid is deeze door de inventarient en ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren nevens my Secretaris behoorlyk gesubscribeerd.

Als gecomm: Weesm: J:G: Blanckenberg, H: van de Graaff

Voor de opgaaf: J:F: du Toit

Mij present: J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/24.17

{18040409} 9 April 1804 Johan Graanbergh

Inventaris van alle zodanige goederen als er op Donderdag den vijffden dag der maand April in den jaare onzes Heeren een duijzend acthonderd en vier, des voor demiddags circa half twaalff uuren ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den geweesene schipper van het Zweedschip, Johan Graanbergh van Stokholm geboortig, ten voordeele zijner onbekende uitlandige erffgenamen, invoegen als het een en ander door ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren zijn opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande alle dezelve goederen in de volgende, namentlyk

In het woonhuijs van den apothecer Pieter Ernst Walstrand, alwaar den overleedene gelogeerd is geweest en aldaar

In een bovenkamer
een vedere bed, een paarde hair mattras, drie kussens en twee wolle dekens
een kist waar in
drie lakense rokke in zoort
drie linnense rokke
agt witte hembden
negenthien broeken in zoort
agt baatjes in zoort
negen paren kousen in zoort
drie zwarte zijde doeken
drie bedde lakens
drie kussens slopen in zoort
een slaapmuts
twee zand lopers
twee p:r laarsen
twee p:r schoenen
een kopere schaal met desselfs balans
twee voederaals waar in vier scheermessen
een liniaal
een verrekijker
een kist waarin
een parthij boeken
twee cijverlijen
eenige bladen tabak
vier cardoesen tabak
een koffer in dewelke
vier rokken in zoort
een grijne mantel
zeven broeken in zoort
drie baatjes
agt paar kousen in zoort
een geruyte gordijn
twee doeken
twee ronde hoeden
een halve steen zeep
negen pijpe rietjes
vier trossen lijnen
een slijpsteen
twee zakken
een kussen sloop
een flennie hembd en voorts
een parthij rommeling
een kopere plaat
een mandje waarin
drie messen
vier vorken en wat rommeling
twee wit aarde kommen
vier wit aarde borden
twee wit aarde boterpotjes
een wit aarde beker
een wit aarde nagtspiegel
een toiletspiegel
een bidet met een klisteer spuijt
een zak met zeekaarten
een houte doosje met wat rommeling
een mand met een parthij ledige flessen
In een bureau, behorende aan bovengemelde Waalstrandt
twee olij steenen
twee kopere signetten
een meerschuime pijpekop
een schaartje
agt penne messen in zoort
een voederaal met 2 lemsetten
een voederaal met een bril
een voederaal met een flesje
een loriet
twee duijmstokken
een spuijtje
eenige boeken papier
een spinspek horologie
een parthy rommeling
een keldertje met ledige flessen
een p:r pistolen
Inneschulden
  Rd:s Rd:s
van den notaris publicq Jan Bernard Hoffman, over contant ontfangen, als
blijkens onderhandsch bewijs van den 25 Julij 1801 150
blijkens onderhandsch bewijs van den 25 Sept:r 1801 200 350

wordende alhier pro memorie genoteerd

dat bovengemelde Walstrand behalven de verschotten van begravenis onkosten nog heeft eene praetensie op voormelden boedel wegens kosten logies penningen van den overledene, waar van door hem eene specificque reekening ter Weeskamer zal worden geproduceerd

dat het goud zak horologie met goud ketting en sleutel aan den overleedene behoord hebbende volgens declaratie van voorm: Walstrand is onder berusting van Egidius Benet Ziervogel die aan hem Walstrand na overlijden van vorengem: Graanbergh had gezeyd hetzelve van den overleedene voor een somma van ryxd: een honderd tachtig te hebben gekogt

dat bovengem:de Ziervogel ook heeft eene openstaande reekening met den overleedene wegens van hem in bewaring genomene onsuccessief aan denselven in mindering afgegeevene gelden waaruit een baatig saldo voor den boedel moet heenkomen

Aldus na gedane ontzegeling en ingevolge opgave van de in den hoofde deese gem: Pieter Ernst Walstrand g’inventariseerd en opgenomen op den 9: April 1804

Als gecomm: Weesm: J:G: Blanckenberg, H: van de Graaff

Voor den opgaaf: P:E: Wahlstrand

Mij present: J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/24.18

{18040611} 11 Junij 1804 Goris Jansse van Middelkoop , Johanna Cornelia Valentijnse

R: Beck

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als er op Woensdag den zesden dag der maand Junij in den jaare onzes Heeren een duijzend acht honderd en vier des avonds de klocke circa ses uuren met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten bij den burger Goris Jansse van Middelkoop, door hem in gemeenschap bezeeten geweest met zijne in dato een en twintigste April desselven jaars voor overleedene huisvrouw Johanna Cornelia Valentijnse, welke echtelieden zo bij derzelven in dato veerthiende Januarij des voormelden jaars een duijzend acht honderd en vier opgericht mutueel besloten testament, waar van de superscriptie op den zeventhiende dag derzelve maand Januarij voor den notaris publicq George Fredrik Goetz en zeekere getuigen is gepasseerd, als bij nadere testamentaire dispositien door hem Goris Jansse van Middelkoop afzonderlijk na overlijden zijner voorm: huijsvrouw op den drie en twintigsten en dertigsten dag der maand Maij des meergem: jaars een duijzend acht honderd en vier voor bovengem: notaris George Fredrik Goetz en getuigen opgericht, na alvorens bij dezelve testamentaire dispositie mitsg:s bij zeekere uit kragte der daar bij g’insereerde clausule reservatoir door den testateur onder zijne particuliere handteekening op den negen en twintigsten dag den voorm: maand Maij gemaakt bijvoegzel aan deese en geene eenige legaten en prelegaten besproken en schikkingen en omtrend zommige hunner slaven te hebben gemaakt tot derzelver universeele erffgenamen hebben benoemd en g’institueerd:

1) hunlieder dogter Maria van Middelkoop gehuwd met den oud onderkoopman Jan Hoetz
2) derzelver dogter Johanna Catharina van Middelkoop gehuwd met den burger adjudant Andries Scheuble en
3) hunlieder kleijndogter Christina Johanna van Middelkoop bij representatie van wijlen haren vader der testateur en zoon Johannes Middelkoop

En vermits zo by het opgem: besloten testament door de overleedene echtelieden tezamen als bij de nadere testamentaire dispositien door den testateur, als den langstleevende geweest zijnde afzonderlijk opgericht tot executeuren van dezelve beschreevene uitterste wille, als meede tot voogden over de onmondige erffgenamen en legatarissen, mitsgaders administrateuren der fidei commissaire legaten en erffdeelen zijn verzogt en aangesteld Heeren Weesmeesteren deeser steede, zo zijn dezelve goederen en effecten door ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren opgenomen en g’inventariseerd, mitsg:s bevonden te bestaan in de volgende, namentlijk:

Een huijs en erff staande en geleegen in deese Tavelvalleij in ’t Blok N en aldaar een gedeelte van N:o 12 groot
een huijs en erff staande en geleegen in deese Tavelvalleij in ’t Blok N:N en aldaar een gedeelte van N:o 7 en 9 in de Houtstraat groot in zijnen grond drie quadraat roeden en acht en tachtig quadraat voeten
een huijs en erff staande en geleegen als voren in deese Tavelvalleij , in ’t Blok T:T en aldaar een gedeelte van N:o 6 groot in zijnen grond vier quadraat roeden, ses en dertig quadraat voeten en vijf en veertig gelijke duimen
een pakhuijs en erff, staande ende geleegen als gemeld in ’t Blok T:T en aldaar een gedeelte van N:o 6 , groot in zijnen grond vier quadraat roeden een en sestig quadraat voeten en een en tachtig gelijke duijmen
een stuk thuijnland met de daaropstaande gebouwen, almeede geleegen in deese Tavel Valleij groot in zijnen grond vierhonderd zeven en tachtig quadraat roeden en negentig quadraat voeten

In het eerstgemelde woonhuijs en aldaar

In het voorhuijs
een klok lantaarn
twee vogelcooijen
In de kamer ter regterhand
drie ophaal gordijnen met derzelven planken
een spiegel met nooteboome lijsten
vijf schilderijen
een taveltje
een taveltje met een steene blad
twee leuning stoelen
ses stoelen met roode trijpe kussens
twee kopere quispeldooren
vijf stooven
een glaase kast, waar in
veerthien riemen kleijnformaat papier
vijf katjes zijde
twee lappen zwart satinet
twee lappen grijn
een stuk doerias
een lapje marsaille
twee stukken doeken
vijf lappen tot stoelkussens
een restant catoen
een restant zijlgaarn
twee bossen lijnen
zeven broeken
een glaase kast
en daar in
twintig douzijnen bierglasen in zoort
vier en zeventig wijn glasen in zoort
acht roosewater glasen
twee glase mortieren
twee tinne waterpotten
ses tinne kannen
een tinne boterpotje
drie cijverlijen
vijf pakjes kopere tavel scharnieren
een kopere vuurtesje
een kopere blaker
een doosje met eenige flesjes Halse medicamenten
drie restant rollen groene lustring
twee restant rollen zaaij
een gebreijde zak
twee rollen matjesgoed
twintig roode wolle mutzen
een glaase kast waar in
agthien rolletjes band
drie pakjes ruuw gaarn
een doosje met differente zoorten band
twee pakjes knoopen in zoort
drie pakken kopere spijkers
een pakje kopere beslag tot bureaus
een pakje rood zegul lak
vier douzijn tavel en desert messen en vorken met plettet hegten
twee douzijn stale vorken met houte hegten
een douzijn stale vorken
twee en twintig scheermessen
vier tonteldoosen
twee stel ledikant schroeven
een duijmstok
vier verlakte snuifdoosjes
een toonbank
In de kamer ter linker hand
twee rood ophaal gordijnen met planken
twee spiegels met nooteboome lijsten
twaalf schilderijtjes in zoort
een staant horologie
een ledikant met rood behangsel waarop
een bed, peuluw, mattras en vier kussens
een cabinet met zilver beslag waarop
een stel porcelijne potten en waarin
de kleederen van den overleedenen
een comptoir met zilver beslag en daar in
een parthij boeken
een bureau met zilver beslag
twee guerridons
ses quispeldooren
twaalff stoelen met roode trijpe kussens
In de gaanderij
een rood ophaal gordijn
twee spiegels met vergulde lijsten
een pendule
een klap tavel
ses stoelen met grijne kussens
negen bocalen
vier glase karaffen
sesthien bierglasen in zoort
acht en twintig kelken in zoort
een glase theebus
twaalf glase confijtpotjes
een verlakte coffij kan
vier verlakte kandelaren
een parthij theegoed
een parthij Chineese beeldjes
In de dispens
een roode ophaal gordijn
een eetens kast waar in
twee soup terrines
agt porcelijne schotels
twee en twintig aarde borden in zoort
een aardekom
een aarde zuykerpotje
twee Keulse boterpotjes
een roodkopere theemachine
twee geelkopere coffij kannen
een verlakte schenkblaadje
twee verlakte snuijterbakjes met vijf snuijters
een handlantaarn
ses wit kopere kandelaaren
In de keuken
een rak
twee wateremmers met kopere banden
twee wateremmers met ijzere banden
een tavel
ses ijzere potten
een kopere ham ketel
drie kopere ham ketel kleijnder
twee kopere taartepannen
een kopere vijzel
twee roosters
twee drievoeten
een rijststamper
drie schoorsteenkettings met een dwarsijzer
twee kopere kookketels
Op de zolder in de kamer n:o 1
drie geruijte ophaal gordijnen
een spiegeltje
vijf schilderijen in zoort
twee speeltaveltjes
ses stoelen met roode kussens
twee ledikante met witte behangzels waarop
twee bulzakken, twee peuluwen, vier kussens en twee dekens
[Op de zolder] in de kamer n:o 2
een geruijte ophaal gordijn
twee spiegeltjes met vergulde lijsten
twee spiegeltjes met houte lijsten
een vierkant taveltje
ses stoelen met roode kussens
een knaapje met een voliant Bijbel
[Op de zolder] in de kamer n:o 3
twee kisten
zeven en twintig porcelijne schotels
vier salade bakken
zeven porcelijne kommen in zoort
twintig porcelijne diepe borden
zeven en tagtig porcelijne vlakke borden
vier porcelijne rijsschoteltjes
twee porcelijne lampetten en een kom
een porcelijne nagtspiegel
drie porcelijne visch borden
zeven porcelijne potten
vijf aarde potten
twee Keulse potten
een kopere coffij kan
een kopere ketel en kopere conphoor
twee kopere strijkijzers
een kopere nagtblaker
een steekbekken en voorts
een parthij ledige bouteilles
[Op de zolder] in de kamer n:o 4
een ledikant met voerchitse behangzel waarop
een bed, peuluw, twee kussens en een deken
twee kadels
een schietgeweer
een ijzere balans en twee schalen
een kist
een ijzere lunsel
een ijzere balans en twee houte schalen
een rak waarop
een porcelijne coffij kan
twee wit aarde nagt spiegels
zeven en twintig kopere tonteldoosen
derthien cijverlijen
thien doosjes met ouwels
acht en vijftig messen in zoort
twaalff sloten in zoort
een liqueur kisje met ledige flessen
een tinne tabaksdoos
twee doosjes met schoenmakers gereedschappen
een [doosjes] met wat gespen
een parthij ijzerwerk
een parthij boeken
een rak, op dewelke
twintig ijzere potten in zoort
een ijzere koekepan
twee ledige kisjes
zeven blikke trommels
een thee kast
twee doosjes met pijpen
negen graven
drie kasjes met ruijten
een [kasjes] met kopere spijkers en schroeven
een vaatje met klinknagels
een kelder met een restant zwavel
een kasje met een restant coralen
vier tinne schotels
elf tinne borden
een loode doos met een rol ontgonnen kannaster tabak
In de kelder
een halve aam met een restant azijn
een vleesch vat
vier boter vaatjes
een meel zeeft
een soup
eenige bouteilles met dranken
een aarde gorgelet
In het pakhuijs hier voren gemeld
een huijsladder
drie en twintig ende planken in zoort
een huijs trap
een hek
twee p:s loodgewigt
drie bossen bind rottings
een kist met een restant bladen tabak
een kist met bierglasen
een kist met wat spijkers
een kist met lijm
vijf ledige kisten
een keldertje met 15 flessen Caapse brandewijn
een keldertje met 15 flessen waarin een restant dranken
een keldertje met 15 flessen /:ledig:/
een kast met een restant kalk
een kast met een restant roode verff
twee zakjes met een restant krijt
een doos met een restant zwartzel
een koorn scheepel
twee slijpsteenen
drie aarde kommen met wat lijnolij
vijf aarde potten
derthien houte borden
een defecte blad taveltje
twee kopere tregters
een halve legger met een restant wijn
vier vaten met azijn
vier ledige vaten in zoort
een water halffaam
een kopere verlaat kraan
vijf stukken hout
een brand ijzer
twee hamers
In het thuijnhuijs en aldaar in het voorhuijs
vier geruijte ophaal gordijnen met planken
een Friese klok
twee kleijne spiegels met vergulde lijsten
ses schilderijen in zoort
twee verlakte schenkblaadjes
een verrekijker
twee hoekkasjes waarop
vier kelkjes
een aarde zuijkerpotje
een aarde melk kannetje
drie vierkante taveltjes met groene kleedjes
twee leuning stoelen met blaauwe kussens
thien stoelen met blaauwe kussens
In de kamer
twee taveltjes
een kasje
een spiegel met vergulde leijsten
ses schilderijen
een rustbank met desselfs matras
vier stoelen
een kopere ketel met een kopere conphoor
een aarde soupterrine
drie aarde schootels
een aarde theepot
vier kopjes en drie pieringjes
een aarde roeper
twee groente mandjes
In een buiten vertrek
een kopere kandelaar
vier graven
een koevoet
een thuijnschaar
een kleijne handbijl
een snoeijmes
twee harken
twee gieters
een halfaam
twee schoorsteen kettings
twee emmers
een huijsladder
twee gieters in zoort
een thuijnbank
een parthij aarde pannen
Zilverwerk
een voederaal met zilver beslag waar in
agtthien lepels
agtthien vorken
sesthien messen met houte hegten
weegende de lepels en vorken 96 loot
een ketel en conphoor weegende 128 loot
een trekpot met zijn blaadje en zeeftje weegende 32 loot
een melk kannetje weegende 19 loot
een zuijker potje weegende 19 1/4 loot
een koelbakje met twee theelepels en twee vorkjes weegende 12 loot
een zuijkerbus weegende 24 loot
twee mostaart potjes met een lepeltje
twee zouspotjes met lepels weegende 111 3/4 loot
een zuijker trommel weegende 24 loot
vier zoutvaatjes weegende 18 3/4 loot
een vuurtest weegende 22 3/4 loot
vier schenkblaaden weegende 201 loot
een snuijter met zijn bakje 20 1/2 loot
ses kandelaaren weegende 178 loot
een olij en azijn standaart met een peperbus en twee glase flessen weegende 39 1/2 loot
drie souplepels weegende 51 1/4 loot
vier ragou lepels weegende 24 3/4 loot
twee en twintig eetlepels weegende 88 loot
sesthien vorken weegende 61 loot
drie kleijne lepels
een murf [lepels] weegende 3 1/4 loot
een tabaks doos weegende 15 3/4 loot
Lijfeigenen
een jonge gen:t April van Bougies , aan dewelke de overleedene bij derzelver beslotene testamentaire dispositie hier voren gemeld de vrijheid hebben gelaten om na welgevallen een woonplaats of lijfheer te kiesen, mits voor hem in desselfs nalatenschap worde opgebragt eene somma van een honderd rijxdaalders, en heeft denzelven dus tot zijnen lijfheer verkoosen d’ E: Jan Hoets, die zig geneegen betoond hebbende gem: slaaff te accepteeren ook aangenomen heeft de voorsz: somma als gezegd aan den boedel op te brengen
een jonge gen:t April van Batavia , aan denzelven door de overleedene bij de voorsz: testamentaire dispositie insgelijks de vrijheid zijnde gelaten om na zijne welgevallen een woonplaats of lijfheer te kiesen, heeft denzelven verzogt ter woon te gaan bij de vrije perzoon Cupido van Ceijlon dewelke gedeclareerd heeft voorsz: slaaf voor de bij testament vermelde somma van een hondert rijxd:s te accepteeren en dat bedragen binnen den tijd van ses maanden aan den boedel te zullen inbrengen
een jonge gen:t Lindor van de Caap , door de overleedene gelegateerd aan derzelven klijnzoon Gregorius Johannes Scheuble mits daarvoor door hem of zijnentweegen aan den boedel worde betaald eene somma van een honderd rijxd:s a 48 stv:s ieder en onder deese uitdrukkelijke voorwaarde dat de gem: slaaff nimmer zal mogen worden verkogt, verruijlt of verallieneerd, dan uit hoofde van slegt comportement of wangedrag en ook in zodanig geval niet anders als met voorkennis en toestemming van ’t Collegie van Weesmeesteren als executeuren des testaments
een jonge gen:t Jacob van Maccasser
een jonge gen:t Africa van Madagascar
een jonge gen:t Europa van Madagaskar
een jonge gen:t Delft van Malabaar
een jonge gen:t Meij van Ceijlon
een jonge gen:t Maart van Bengalen , zijnde een kok
een jongetje gen:t Jannuarij van Mosambicque
een slavin gen:t Spasie van de Caab , neevens haar kind Saartje van de Caab , alsmede haar suster Amina van de Caab ; aan welke laastgem:de de drie lijfeigenen de overleedene bij derzelver meergem: testamentaire dispositie de vrijheid hebbende gelaten om naar hun eigen welgevallen, dog gezamentlijk en bij elkanderen te gaan woonen waar zij zullen verkiesen, mits lieden zijnde den Christelijken Hervormden godsdienst toegedaan en overigens van een onbesproken burgerlijk gedrag, en dat de zodanige waar op hunne keuse valt voor ieder hunner aan den boedel zal moeten opbrengen en betalen eene somma van twee honderd rijxd:s a 48 stv:s ieder hebbende dezelve dienvolgens verkozen ter woon te gaan bij Simon Stronk, dewelke verklaard heeft die slaven op de hier vorengem: conditien en ’t geene omtrend dezelve bij ’t voorm: testament doorde overleedene testateuren alverder is begeerd, te accepteeren
een slavin gen:t Candasa van Mosambicque met haar twee kinderen, in namen: Rosina en Aletta beide van de Caap; aan deesen meede de vrijheid zijnde gelaten omme naar hun welgevallen dog gezamentlijk en bij elk anderen te gaan woonen waar zij zullen verkiesen mits lieden zijnde van godsdienst en gedrag als hier vorengemeld en onder beding dat door den gekoosene lijfheer of vrouw voor ieder derzelve aan den boedel zal moeten worden opgebragt de somma van vijfhondert guldens Caaps 16 stv:s ieder, hebben dezelve tot haar lijfvrouw verkozen bovengem: Johanna Catharina Middelkoop gehuwd met de manh: Andries Scheuble, dewelke almeede verklaard heeft deese drie slaven op de conditien en voorwaarden bij het meergem: testament omtrend dezelve gemaakt te accepteeren
een slavin Diana van Bougies , gelegateerd bij ’t voorsz: testament aan Cornelia Leeuwener met expresse last aan haar legatarisse de voorm: slavinne Christelijk en wel te behandelen, inzonderheid met verbod, haar immer of ooit te verkopen - en vermits bovengem: Cornelia Leeuwener heeft verklaard de voorsz: slavinnne onder de voorwaarde omtrend dezelve gemaakt niet te kunnen accepteeren en daar voor te bedanken, zal dezelve ingevolge nadere dispositie van den overleedenen Goris Jansse van Middelkoop, gemaakt onder zijne particuliere handteekening in dato 29 Maij deeses jaars, en bij desselfs testament g’annexeerd voor reekening des boedels in vrijdom gesteld en aan de legatariss in dat geval tot een equivalent moeten worden uitgekeerd de somma van een honderd rijxdaalders
een slavinne gen:t Malati van Macassar
een slavinne gen:t Rachel van de Caap
Crediten des boedels
    Rd:s Rd:s
  aan contanten in denzelven gevonden aan papiere munt eene somma van een honderd zeven en vijftig rijxd:s en vier en twintig stv:s zegge 157:24
  mitsg:s zoveel ter Weeskamer in bewaaring is geweest, blijkens acte van den 25 Maij J:L: te weeten: negen en twintig guines a rd:s5 1/2 ieder 159:24
  een halve guines 2:36
ingenomen zes en veertig pagoden a rd:s2 ieder 92 411:36

van de vier volgende over zo veel door hun ingevolge de testamentaire dispositie van de overleedenen aan den boedel moet worden ingebragt en betaald voor de slaven dewelke verkozen hebben bij hun of hunne huisvrouwen ter woon te gaan, als

    Rd:s
door Jan Hoets als in huwelijk hebbende Maria Hoets overgenomen en bij de generale boedel rekening opgebragt van Simon Stronk voor de slavinne Spacie neevens haar kind Saartje en haar zuster Amina, alle van de Kaap, een somma van 600:--
bij een generale boedel rekening opgebragt op de naam van Johanna Catharina Middelkoop van bovengem: Andries Scheuble voor de slavinne Candasa van Mosambicque met haare twee kinderen Rosina en Aletta beide van de Kaap een bedragen van vijfthien honderd guldens ofte 500:--
bij een generale boedel rekening opgebragt op de naam van Maria Middelkoop van bovengem: Johannes Hoets voor de slaaff April van Boegies eene somma van 100:--
voldaan van de vrije perzoon Cupido van Ceilon voor de slaaff April van Batavia meede eene somma van 100:--
ten zijne lasten bij ons generale boedelrekening opgebragt van Gregorius Johannes Scheuble, over zo veel door hem of zijnent weegen ingevolge de meergem: testamentaire dispositie aan den boedel moet worden betaald voor de slaaff Simon van de Kaap aan hem onder zeekere voorwaarde gelegateerd 100:--
voldaan den 5 Sept: 1805 van Johan George Ophausen over contant geleende blijkens scheepenen kennis de dato 24 Jan:ij 1800 groot aan capitaal ƒ5000 ofte 1666:32
  met de renten van dien a 6 pc:o zedert 24 Jann:ij deeses jaars
voldaan den 5 Sept: 1805 over contant geleende op een notarieele obligatie van den 18:e Julij 1801 groot aan capitaal met de renten a 6 pc:o zeedert 18 Julij 1803 200:--
de renten voldaan tot den 4 Sept: 1804 den 22 Nov:br, mitsgaders het capitaal bij de Weeskamer overgenomen en bij de generale boedelrekening opgebracht van Johan Franciscus Kleijnwerk over contant geleende blijkens scheepenen kennis de dato 4 Septemb:r 1798 groot aan cap:l ƒ8000 2666:32
  met de renten a 6 pc:o zedert 4 September 1803
bij de Weeskamer overgenomen en bij de generale boedelrekening opgebracht van Johan Laurens Liebentrauw over contant geleende blijkens scheepenen kennis de dato 21 April 1801 groot aan cap:l ƒ10000 ofte 3333:16
  met de renten zedert 21 April 1804 a 6 pc:o
de renten voldaan tot pr:mo December 1804 den 4 December 1804 mitsgaders het capitaal bij de Weeskamer overgenomen en bij de generale boedelrekening opgebracht van David Jacobus le Roux over contant geleende blijkens scheepenen kennis de dato 1:e December 1802 aan cap:l ƒ4000 ofte 1333:16
met de renten a 6 pc:o zedert 1:e December 1803
bij de Weeskamer overgenomen, en bij een generale boedelrekening opgebracht van Andries Mellet over contant geleende blijkens scheepenen kennis van den 21 April 1803 aan cap:l ƒ5000 ofte 1666:32
met de renten a 6 pc:o zedert 21 April 1804
renten bet:d tot 4 Julij 1804 en het capitaal bij de Weeskamer overgenomen, en bij de generale boedelrekening opgebracht en van Hermanus Staal over contant geleende blijkens scheepenen kennis de dato 4 Julij 1797 aan capitaal ƒ16000 ofte 5333:16
  met de renten a 6 pc:o zeedert 4 Julij 1803
voldaan October 1804 contant geleende blijkens not: obligatie de dato 22:e October 1802 aan capitaal ƒ3000 ofte 1000:--
  met de renten a 6 pc:o zedert
  van Jacobus Marinus Smit over contant geleende blijkens scheepenen kennis de dato 2 Januarij 1799 aan cap:l ƒ9500 ofte 3166:32
  met de renten a 6 pc:o zedert 2 Jann:y 1804
de renten voldaan tot p:mo September 1804 den 6 October 1804 mitsgaders het capitaal overgenomen bij A: Scheuble als in huwelijk hebbende Johanna Catharina Middelkoop en bij ons generale boedelrekening opgebracht en Johannes Minnaar over contant geleende blijkens scheepenen kennis de dato 1:e September 1802 aan cap:l ƒ9000 ofte 3000:--
  met de renten a 6 pc:o zedert 1 September 1803
de renten voldaan tot den 24 December 1804 den 28 Dec:br 1804, mitsgaders het capitaal overgenomen bij Andries Scheuble als in huwelijk hebbende Johanna Catharina Middelkoop en bij de generale boedelrekening opgebracht van Bernardus Wilhelm Oppel over contant geleende blijkens scheepenen kennis de dato 24 December 1802 aan cap:l ƒ3000 ofte 1000:--
  met de renten a 6 pc:o zedert de 24 December 1803
bij de Weeskamer overgenomen en bij een generale boedelrekening opgebracht van Adam Jacobsz: over contant geleende blijkens scheepenen kennis de dato 19:e November 1787 aan capitaal per rest ƒ2000 ofte 666:32
  met de renten zedert ult:o December 1803
bij de Weeskamer overgenomen en bij de generale boedelrekening opgebracht van Hendrik August Enslin over contant geleende blijkens scheepenen kennis de dato 20:e Nov:r 1800 aan cap:l ƒ6000 ofte 2000:--
  met de renten a 6 pc:o zeedert 20 Nov:r 1803
de renten voldaan tot den 16 May 1804, mitsgaders het capitaal bij den Weeskamer overgenomen en bij de generale boedelrekening opgebracht over contant geleende blijkens scheepenen kennis de dato 2:e September 1794 aan cap:l ƒ5000 1666:32
  met de renten a 6 pc:o zeedert 16 Maij 1803
het capitaal bij de Weeskamer overgenomen, en bij de generale boedelrekening opgebracht van Albert Barend Gildenhuisen over contant geleende blijkens scheepenen kennis de dato 3 Julij 1793 aan cap:l ƒ6000 ofte 2000:--
de renten voldaan tot den 3 July 1804 met de renten a 6 pc:o zeedert 3 Julij 1803
desselfs huijsvrouw Johanna Catharina van Middelkoop erfgename zijnde is deese schuld bij de generale boedelrekening opgebracht van Andries Scheuble over contant geleende blijkens scheepenen kennis de dato 1:e December 1794 aan cap:l ƒ18000 ofte 6000:--
  met de renten a 6 pc:o zedert ult:o Nov:r 1803
insgelijk op de naam van des debiteurs huijsvrouw Johanna Catharina van Middelkoop als erfgename zijnde bij de generale boedelrekening opgebracht over contant geleende blijkens notarieele obligatie de dato 23 Januarij 1797 aan capitaal ƒ8400 ofte 2800:--
  met de renten a 6 pc:o zeedert 23 Jan:ij 1804
de renten betaald tot 15 October 1804 den 22 October 1804 mitsgaders het capitaal bij de Weeskamer overgenomen en bij een generale boedelrekening opgebracht van Frans Ouerhamer als in huwelijk hebbende de weed: van Matthijs Sol:s Karsten, over contant geleende, blijkens scheepenen kennis de dato 12:e October 1792 aan capitaal ƒ8000 ofte 2666:32
  met de renten a 6 pc:o zedert 12 October 1803
de renten voldaan tot 26 October 1804 den 22 October 1804 mitsgaders het capitaal in dato primo November 1804 in een Weesmeesteren kennis geconvorieerd, bij de Weeskamer overgenomen en bij een generale boedel rekening opgebracht over contant geleende blijkens notarieele obligatie de dato 26:e October 1797 aan cap:l ƒ6000 ofte 2000:--
  met de renten a 6 pc:o zedert
door Andries Scheuble als in huwelijk hebbende Johanna Catharina van Middelkoop overgenomen en bij een generale boedelrekening opgebracht over contant geleende blijkens onderh: obligatie van den 1 Maij 1802 aan capitaal 600:--
  met de renten a 6 pc:o zedert 1 Maij 1803
door Andries Scheuble als in huwelijk hebbende Johanna Catharina van Middelkoop overgenomen en bij een generale boedelrekening opgebracht over contant geleende blijkens onderhandsche briefje de dato 29:e Augustus 1803 aan capitaal zonder beding van renten 100:--
door Andries Scheuble, als in huwelijk hebbende Johanna Catharina van Middelkoop overgenomen en bij een generale boedelrekening opgebracht van Philippus Bernhardus Wolfaard over contant geleende blijkens notarieele obligatie van den 10 Junij 1803 aan capitaal ƒ3000 ofte 1000:--
  met de renten zedert 17 Maij jongstl: a 6 pc:o p:r a:o
door Andries Scheuble, als in huwelijk hebbende Johanna Catharina van Middelkoop overgenomen en bij een generale boedelrekening opgebracht van George Philip Lochner over contant geleende blijkens notarieele obligatie de dato 16 Maart 1797 aan cap:l ƒ3000 ofte 1000:--
  met de renten a 6 pc:o zedert 16 Maart j:l:
voldaan den 17 October 1804 van Johannes Stephanus de Villiers over contant geleende blijkens notarieele obligatie van den 15 Nov:r 1799 aan capitaal ƒ3000 ofte 1000:--
  met de renten a 6 pc:o zedert 15 Nov: 1803
  van Christoph: Hendrik Nieuhaus over contant geleende blijkens notarieele obligatie de dato 15 Maij 1802 aan cap:l ƒ4000 ofte 1333:16
  met de renten a 6 pc:o zedert 15 Maij 1803
voldaan den 26 October 1804 van David Naude over contant geleende blijkens notarieele oblig: de dato 19 Augustus 1800 aan cap:l ƒ5000 ofte 1666:32
  met de renten a 6 pc:o zeedert 19 Aug: 1803
renten betaald tot den 19 Augustus 1804, mitsgaders het capitaal bij Jan Hoets als in huwelijk hebbende Maria van Middelkoop overgenomen, en bij de generale boedelrekening opgebracht en van Goris Joh:s Leeuwner over contant geleende blijkens notar: obligatie de dato 19 Augustus 1800, aan capitaal per rest ƒ6000 ofte 2000:--
  met de renten a 6 pc:o zedert 19 Aug:s 1803
renten betaald tot den 2:e August 1804, mitsgaders het capitaal bij de Weeskamer overgenomen en bij den generale boedelrekening opgebracht en van Aron Abraham Beneke over contant geleende blijkens scheepenen kennis de dato 1 Aug:s 1799 aan cap:l ƒ9000 ofte 3000:--
  met de renten a 6 pc:o zedert 2 Aug:s 1803
voor deese schuld bij Weesmeesterenkennis van den 16:e November 1804, vast speciaal hippotheecq gesteld zijnde, is dezelve voorts bij de Weeskamer overgenomen, en bij de generale boedelrekening opgebragt en de renten betaald tot ult:o Junij 1804 van Lambert Colijn over contant geleende blijkens notarieele obligatie de dato 30 Junij 1797 aan capitaal ƒ6000 ofte 2000:--
  met de renten a 6 pc:o zeedert den 30 Junij 1803
door Andries Scheuble, als in huwelijk hebbende Johanna Catharina van Middelkoop overgenomen en bij een generale boedelrekening opgebracht van Arend de Waal Cornelisz: over contant geleende blijkens notarieele obligatie de dato 24 December 1796 aan capitaal ƒ1000 ofte 333:16
  met de renten a 6 pc:o zedert
door Andries Scheuble, als in huwelijk hebbende Johanna Catharina van Middelkoop overgenomen en bij een generale boedelrekening opgebracht van Abraham Barend de Villiers over contant geleende blijkens notarieele obligatie de dato 20:e Jannuarij 1804 aan capitaal ƒ2000 666:32
  met de renten a 6 pc:o zedert 20 Jannuarij deeses jaars
’t capitaal nevens 8 1/2 rd:s renten te same rd:s1042:24 bedragende voldaan de 5 October 1804 van Gerhardus Johannes du Toit over contant geleende blijkens notarieele obligatie de dato 16 Januarij 1801 aan capitaal ƒ3000 ofte 1000:--
  met de renten a 6 pc:o zedert 16 Jann:ij 1804
door Andries Scheuble, als in huwelijk hebbende Johanna Catharina van Middelkoop overgenomen, en bij een generale boedelrekening opgebracht en van Daniel Bosman over contant geleende penn: blijkens notarieele obligatie de dato 13 Jannuarij 1800 aan capitaal ƒ1000 ofte 333:16
  met de renten a 6 pc:o zedert 13 Jannuarij 1803
den 3 November 1804 van ƒ9000 in mindering afgelegd ƒ4000 neevens de verlopene renten, zijnde de resteerende ƒ5000 door Andries Scheuble, als in huwelijk hebbende Johanna Catharina van Middelkoop overgenomen en bij een generale boedelrekening opgebracht van Johannes Vos Hendriksz: over contant geleende blijkens not: obligatie de dato primo Maij 1798 aan cap:l ƒ9000 ofte 3000:--
  met de renten a 6 pc:o zedert 1:e Maij 1804
deese schuld in dato 31 December 1804 in een Weesmeesteren kennis geconverteerd zijnde, is vervolgens bij de Weeskamer overgenomen en bij de generale boedelrekening opgebracht en mitsg:s nog over contant geleende blijkens not: obligatie van den 5 Feb:ij 1800 aan cap:l ƒ6000 ofte 2000:--
  met de renten a 6 pc:o 15 Jan:ij 1804
de nevensgemelde schuld in dato 8 December 1804 in een Weesmeesteren kennis geconverteerd zijnde, is voorts bij de Weeskamer overgenomen en bij de generale boedelrekening opgebragt van Pieter Daniel de Villiers over contant geleende blijkens not: obligatie de dato 28 Maij 1803 aan cap:l ƒ2000 ofte 666:32
  met de renten van dien a 6 pc:o zedert primo Maij 1804
door Andries Scheuble, als in huwelijk hebbende Johanna Catharina van Middelkoop overgenomen en bij een generale boedelrekening opgebracht van Daniel Joubert Pietersz: over contant geleende penningen blijkens notarieele obligatie de dato 12 Maij 1803 aan cap:l ƒ2000 ofte 666:32
  met de renten van dien a 6 pc:o zeedert 12 Maij 1804
op de neevensgem: schuld zijn in dato 31 December 1804 in mindering afgedaan ƒ15000 den renten in volgende voegen door ’t posseeren eener Weesmeesterenkennis door E:B: Ziervogel groot ƒ10000; door een cessie eener scheepenen kennis ten lasten F:H: Schultze groot rd:s5000, het restant in contanten van Egidius Benedictus Ziervogel als in huwelijk hebbende de wed: van wijlen Johannes Middelkoop over contant geleende penn: blijkens notarieele obligatie de dato 20 Jannuarij 1798 aan cap:l ƒ18000 ofte 6000:--
  met de renten a 5 pc:o zeedert 20 Jannuarij 1804
  mitsg:s over contant geleende blijkens not: obligatie de dato 3 Sept:br 1798 aan cap:l ’t rest ƒ9000 ofte 3000:--
  met de renten zedert 3 Septb:r 1803 a 6 pc:o
voldaan ult:o December 1804 als meede blijkens onderhands briefje van 31 Jannuarij 1804 aan cap:l ƒ3000 ofte 1000:--
  met de renten a 6 pc:o zeedert 31 Januarij 1804
  van Arend van As over contant geleende penn: blijkens notarieele obligatie de dato 11 Junij 1798 aan cap:l ƒ2000 ofte 666:32
  met de renten a 6 pc:o zeedert 11 Junij 1803
capitaal en renten voldaan den 27 April 1804 van Adriaan Jacobus Cruijwagen over contant geleende blijkens onderhands obligatie de dato 7 Februarij 1801 aan cap:l ƒ1000 ofte 333:16
  met de renten a 6 pc:o zedert 7 Februarij 1804
des debiteurs huijsvrouw Maria van Middelkoop, erfgename in den boedel zijnde, zijn de nevensgemelde vier schuldposten ten haaren lasten bij de generale boedelrekening opgebracht d’ E: Jan Hoets over contant geleende blijkens onderhandsche oblig: de dato 1 Maart 1798 aan cap:l ƒ18000 ofte 6000:--
met de renten a 6 pc:o zedert
over contant geleende blijkens onderh: obligatie de dato pr:mo Junij 1801 aan capitaal ƒ10000 ofte 3333:16
met de renten a 6 pc:o zeedert
over contant geleende penn: blijkens onderh: obligatie van den 6 Sept:r 1802 aan capitaal ƒ3000 ofte 1000:--
met de renten a 6 pc:o zedert
over contant geleende blijkens onderhands obligatie van den 10:e Sept:r 1802 meede groot aan cap:l ƒ3000 ofte 1000:--
met de renten zedert
  van J:T: Carinus /:thands des selfs weduwe:/ over contant geleende blijkens onderh: obligatie de dato 8:e Feb:y 1794 aan cap:l ƒ600 ofte 200:--
  met de renten a 6 pc:o zedert 8 Februarij 1802
voldaan den 19 October 1804 van Gillis de Korte over contant geleende blijkens onderhandse obligatie de dato 15 Januarij 1803 aan cap:l ƒ1500 ofte 500:--
  met de renten a 6 pc:o zedert 15 Januarij 1804
voldaan den 27 Sept: 1804 van Jurgen Kotzee Dirksz: blijkens onderhands briefje van den 2:e Maart 1795 aan cap:l ƒ300 ofte 100:--
  met de renten zedert 2 Maart 1804
voldaan 27 Sept: 1804 van Anthonij Roux blijkens onderh: briefje de dato 22 April 1803 aan cap:l ƒ300 ofte 100:--
door Andries Scheuble, als in huwelijk hebbende Johanna Catharina van Middelkoop overgenomen en bij een generale boedelrekening opgebracht en van Martha van Schalkwijk weed: Dirk Jacobus Kotzee blijkens onderhandsch obligatie van 15 Maart 1802 aan capitaal 100:--
voldaan den 27 April 1805 van Jan Bonthuijsen blijkens onderhandsch schuldbrief van den 25:e Februarij 1795 aan capitaal per rest 350:--
voldaan met de renten den 24 Junij van Arend de Waal Arendsz:, blijkens onderh: schuldbrief van 1:e Maij 1799 aan cap:l 436:--
  met de renten zedert den 1 Maij 1801 a 6 pr:co p:r a:o
  van de heer Jacobus Johannes Vos over contant geleende penn: blijkens onderhandsche schuldbrief de dato 25 Jannuarij 1801 aan cap:l ƒ6000 ofte 2000:--
  met de renten a 6 pc:o p:o a:o
  van Hermanus van der Schijf over contant geleende blijkens onderh: obligatie van 1:e Jann:ij 1797 aan cap:l 100:--
  met de renten a 6 pc:o zedert p:mo Jannuarij deeses jaars
voldaan met 7 pr:co renten, rd:s294:4 den 30 Augustus 1804 van Jacob Daniël de Villiers over contant geleende blijkens scheepenen kennis de dato 15 Julij 1791 aan capitaal per rest 286:--
  met de renten zeedert 26 Jann: ll:
  van Johannes Francois Joubert over geleende penn: blijkens onderhands bewijs van 22 Octob:r 1803 20:--
  van Hendrik Momberg over boek schuld 50:--
  van Pieter Rademan over boek schuld 8:24
  van Zacharias Blommerus over boek schuld 99:24
  van Kelderman over boek schuld 9:24
  van de wed: De Lange over boek schuld 26:36
voldaan den 27 Sept:r van Jurie Kotzee 9:30
  van Jacobus Mareez 5:--
  van Piet de schoenmaker 9:--
  van Sinkantijn 12:24
Dubieuse en disperate inneschulden
  Rd:s
van Abraham de Vries over contant geleende blijkens onderhandsch obligatie de dato 15 Maij 1781 aan cap:l 50:--
zonder beding van renten
van David van Ceijlon over contant geleende penn: blijkens onderh: obligatie van den 28 Februarij 1791 aan cap:l 100:--
van Rudolph Johannes Brits blijkens onderhandsch bewijs van 12 Maij 1792 aan cap:l 100:--
met de renten a 6 pc:o p:r a:o zedert
van Hendrik Lempke over eenige goederen door den overleedenen op desselfs naam voor hem per vendutie ingekogt blijkens onderh: bewijs van 6:e October 1803 57:6
Lasten des boedels
    Rd:s
  aan de natemeldene perzoonen over zo veel door de overleedenen bij derzelven meergem: beslotene testamentaire dispositie bij weege van legaten of prelegaten onder zeekere voorwaarden aan dezelve is besproken, als:
  aan Johanna Cornelia Hoets eene somma van drie duijzend Kaapsche guldens ofte 1000:--
  aan Maria Johanna Charlotta Korsten de somma van twee duijzend guldens Kaaps ofte 666:32
  aan Gregoruis Johannes Scheuble eene somma van drie duyzend guldens voorm: waarde ofte 1000:--
  aan Johanna Goridina Karsten eene somma van vijfhonderd guldens ofte 166:32
  aan Margaretha Catharina Leeuwenaar dogter van den burger Goris Johannes Leeuwenaar eene somma van drie honderd guldens ofte 100:--
  aan Cornelia Leeuwnaar ingevolge meergemelde onderhandse dispositie van den overleedenen Goris Jansse van Middelkoop de dato 29 Maij 1804 tot een equivalent, in steede van de slavin Diana van Bougies aan haar bij besloten testament onder zeekere voorwaarde vermaakt en in welke vermaking dezelve heeft verklaard geen genoegen te neemen 100:--
voldaan den 30 Junij 1804 aan Francina Briel wed: Johan Daniel Hes over van dezelve geleende penningen blijkens onderhandsche bewijs van den 12 Januarij 1803 per rest 280:36
deese verantwoording is ter Weeskamer naar behooren gedaan, en ’t batig saldo in eene andere rekening verantwoord en werdende alhier pro memoria genoteerd dat onder de boedelpapieren is gevonden een onderhandsch bewijs van d’ edele Jan Hoets, gedateerd 10 Maart 1803, weegens twee duijzend rijxd:s bij hem van den overleedenen Goris Jansse van Middelkoop ontfangen om dezelve bij het lequideeren van zeeker tusschen hun gekogte quantiteit lijwaaten te verreckenen, en waarvan dus door voorm: Hoetz nog verantwoording moet worden gedaan, mitsg:s
  dat de slaaff Alexander van Bengalen , waarvan bij het meergem: besloten testament word gewag gemaak door den overleedenen zelfs ter zijne keuse is verkogt geworden aan den vrijzwart Caesar van Bougies, blijkens transport bij den inventaris g’annexeerd.

Aldus gedaan ende g’inventariseerd ter woonhuijse voorm:t op den 11:e, 12:e en 13 Junij 1804 ende zulx na ontzeegeling en op het op en aangeeven van de in den hoofde deeses gemelde Andries Scheuble, dewelke verklaarde zig daarinne ter goeder trouwe gedragen en niets zijn weetens versweegen of te rug gehouden te hebben dat tot voorm: boedel behoord, invoegen hij ook getuigde de deugdelijkheid zijner opgaave ten allen tijde, des gerequireerd werdende met solemneelen eede gestand te doen, en verdere belofte zo hierna nog iets, tot gesz: nalatenschap behoorende, mogte worden ontdekt, daar van nader opgaave te zullen doen omme deesen inventaris daar meede te kunnen amplieeren.

Tot securiteit van dien is deese door dikwilsgem: Scheuble voor den opgaaff en ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren, nevens mij Secretaris behoorlijk gesubscribeert

Als gecommitt:de Weesmeesteren: J:G: Blanckenberg, H: van de Graaff

Voor den opgaaff: Adr:s Scheublé

Mij present: J:P: Faure, Secret:s

Ampliatie

Crediten des boedels
voldaan Van den vrijswart Cezar van Ternate weegens zodanig bedragen als waar voor de slaav Jacobus Malati van Macasser blijkens Heeren Weesmeesteren resolutie van den 27 Junij aan hem zijn afgestaan Rd:s 300

Ter Weeskamer aan Cabo voorm: den 30 Junij 1804

J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/24.19

{18040517} 17 Maij 1804 Christiaan Nieuwhoudt

Inventaris van zodanige goederen en effecten als ’er op Zaturdag den vijfden dag der maand Maij in den jaare onzes Heeren een duijzend agt hondert en vier ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den burger Christiaan Nieuwhoudt, ten voordeele zijner moeder Dorothea Elizabeth Hertzog wed: Izaak Nieuwhoudt in de eene helfte, als meede des overleedens broeders en zusters neevens de kinderen der voor overleedene, als

1) de kinderen van wijlen Anna Catharina Nieuwhout in huwelijk verwekt bij Petrus Jacobus Malherbe met namen: a) Petrus Malherbe oud 17 in de wederhelfte
b) Dorothea Malherbe oud 14
c) Anna Malherbe oud 12
d) Izaak Malherbe oud 10 en
e) Elizabeth Malherbe oud 8 jaren
2) Johanna Nieuwhout geh:d met Petrus Johannes Theron
3) Izaak Nieuwhout mondig
4) Johannes Nieuwhout mondig
5) Dorothea Nieuwhout gehuwd met Adrianus Marth:s Horak
6) Thieleman Nieuwhout mondig
7) Gerrit Nieuwhout mondig
8) Jeremias Nieuwhout mondig
9) Helena Alida Nieuwhout mondig

des boedels invoegen als het een en ander ingevolge opgaaff van de burgers Adrianus Marthinus Horak en Gerrit Nieuwhout door ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren zijn in geschrifte gebragt, bestaande alle die goederen in de volgende, namentlijk

Een huijs en erff staande en geleegen tusschen ’t Dal Josaphats en de Wagenmakers Valleij en aldaar
In ’t voorhuijs
een groote theetavel
een kleijne theetavel defect
een stoel
een wasch balij
een theegoed rakje
twee potjes, twee zoutvaatjes en een peperbus
vijf kopjes en pierings
een zilvere zak horologie
In de kamer ter regterhand
een lessenaar
een ledige kist
een halve kist
een spiegeltje
een keldertje met vier vlessen
een jagt geweer
een bed met desselfs toebehoren
In de kamer ter linkerhand
een zadel met desselfs toom
een meel zift
een oude huijsladder
twee oude booren en een houtbijl
circa duijzend ponden rozijnen en veertig ponden vijgen
In de dispens
een porcelijne soupkom
derthien porcelijne borden
drie en twintig stale vorken
drie messen
sesthien tinne lepels
twee kopere kandelaars
een snuiter
twee aarde potjes
twee ledige bouteilles
een aarde zouspotje
twee wijngaard messen
drie schooteltjes
twee porc: kommetjes
een boter potje
In de combuijs
drie kleijne yzere potten
een asschop
een oude schuijmspan
een oude bakkist
een vleesch balij
vier oude zakken
In de wijnkelder
een legger met brandewijn
vier [legger] met wijn
een agtthien halfaamsvat met wijn
een vat van 2 leggers nat met wijn
een kuijpbalij van 5 leggers nat met wijn
een kuijpbalij van 2 leggers nat met wijn
een ledige halflegger
een ledige halflegger met wat azijn
een half aam met een weinig brandewijn
een tregter met 4 emmers
een handbijl
een snijmes
In een buijten vertrek
een parthij rommeling
In de paardestal
een ryd paard
agt wagenpaarden
twee jonge Spaanse hengsten
een koe met een kalf
In ’t wagenhuijs
een halfsleete paarde wagen
een nieuw onbeslage onderstel van een paardewagen en ’t ijzer tot beslag voor dezelve
een kap van een paarde wagen
Lasten des boedels
    Rd:s
  aan s:r Johannes Wrens op een notarieele obligatie de dato 26 Junij 1803
  aan capitaal ƒ10000 ofte 3333:16
  met de verlopenen renten a 6 pc:o per anno zeedert dien datum
voldaan den 26 Oct:br 1804 met 3 m:d en 26 dagen renten bedragende te zamen rd:s1978:40 aan den burger Petrus Jacobus Malherbe op een onderhandsche obligatie de dato 1 Jann: 1803 aan cap:l per rest ƒ5500 ofte 1833:16
  met ƒ5500 zeedert p:mo Julij 1803
  van den burger Jan Kotzee op een notarieelen obligatie de dato aan cap:l ƒ1000 ofte 333:16
  newens de daar op verschenen renten a 6 pc:o
  van den burger Gideon Joubert op een onderhandsche obligatie de dato aan cap:l ƒ300 100:--
  met de verlopen renten a 6 pc:o
  aan Pieter Joubert Gideonsz: over boekschuld blijkens annotatie vir den overleeden 31:--
  aan Gabriel du Toit Gilliamsz over boekschuld blijkens annotatie vir den overleeden 15:--
  van Adrianus Marth:s Horak over boekschuld blijkens annotatie vir den overleeden 20:--
  van Dorothea Elizabeth Hertzog wed: Izaak Nieuwhout over boekschuld blijkens annotatie vir den overleeden 52:--
  van Willem Greeff over boekschuld blijkens annotatie vir den overleeden 11:36
  van Johannes Nieuwhout over boekschuld blijkens annotatie vir den overleeden 230:--
  van Joh:s Matth:s Hertzog over boekschuld blijkens annotatie vir den overleeden 15:--
  van Steph:s du Toit over boekschuld blijkens annotatie vir den overleeden 2:--
  van Frans Schols over boekschuld blijkens annotatie vir den overleeden 1:24
  van Andries Jacobus Burgers over boekschuld blijkens annotatie vir den overleeden 1:24
  van Gerrit Nieuwhout over boekschuld blijkens annotatie vir den overleeden 13:--

Aldus gedaan en g’inventariseerd ter Weeskamer aan Cabo de Goede Hoop op den 17:e Maij 1804 ende zulx ingevolge opgaave van de burgers Adrianus Marthinus Horak en Gerrit Nieuwhout als in den hoofde deeser gemeld, dewelke verklaarde zig hier inne ter goeder trouwe gedragen en niets versweegen of terug gehouden te hebben, dat tot voorsz: boedel behoord, invoegen zij ook getuijgde de deugdelyken hunner opgaave ten allen tijde des gerequireerd werdende met eede gestand te doen, en belofte wijders zo hier na nog iets tot voorsz: nalatenschap behorende mogte worden ontdek daar van nader opgaaff te zullen doen omme deeses inventaris daarmeede te kunnen amplieeren.

Tot securiteit van dien is dese door dikwilsgem: Adrianus Marthinus Horak, Gerrit Nieuwhout neevens ons onderget:de gecommitteerde Weesm: ende mij Secretaris behoorlijk gesubscribeerd

Als gecommitt:de Weesm: J:G: Blanckenberg, A: v: Breda

Voor den opgaaff: A:M: Horak, G: Nieuwoudt

Mij present: J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/24.20

{18041013} 13 October 1804 Adrianus Christoffel Coster

Inventaris van zodanige goederen als er op Zondag den dertigsten dag der maand September in den jaare onzes Heeren een duijzend agt honderd en vier ab intestato met ’er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den zieken vader van ’t hospitaal alhier Adrianus Christoffel Coster ten voordeele zijner onbekende uitlandige erffgenamen, invoegen als het een en ander door mij ondergeteekende ingevolge opgaaff van Jan Stibo zijn opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande het een en ander in de volgende, namentlijk

In het huijs van opgem: Jan Stibo alwaar den overleedene in gelogeerd geweest
een kist waar in
een zwart lakense rok
een zwart lakense baatje
een zwart lakense broek
een zwart lakense jas
drie hembden
twee halve hembden
vier broeken in zoort
zeven baatjes in zoort
agt p:r kousen in zoort
ses oude doeken in zoort
negen handdoeken
drie p:r schoenen
een p:r plettet schoengespen
een p:r plettet kuid gespen
drie carletten in zoort
twee ronde hoeden
twee aarde kommetjes
een aarde beker
een handschroefje

Aldus na gedane ontzegeling g’inventariseerd en opgenomen op den 13:e October 1804.

Voor den opgaaff: J: van Stieboij

Ten onzen overstaan: P:E: Faure, J:N: Rorich

MOOC8/24.21

{18040630} 30 Juny 1804 W: Roeland

Nalaatenschap van W: Roeland geweezene knegt in dienst by de heer J:A: Munnik, gewoond hebbende aan de Driekoppen en aldaar vermoord, op Vrydag den 29 Juny 1804 des nagts om 12 uuren

een kist waarin bevonden
84 rd:s contant
2 zilvere schoengespen
2 zilvere theeleepels defect
een gedeelte oude kleederen
een tafeltje
een emmer

Rondeboschje den 30 Juny 1804

Als getuigen: P:P: Eksteen, S: Bosch

Door my bezichtigd: J: Munnik, Velt cornet

1 oude bulzak
2 kussens en 1 combaars
1 byl
1 ballas mand
1 p:r oude steevels
wat oude rommelary
1 kadel defect

MOOC8/24.22

{18021116} 16 November 1802 Daniel Lombard

R: Beck

Inventaris van alle zodanige vaste en losse goederen, als ’er door den burger Daniel Lombard d’ oude in ’t leeven bezeeten en met ’er dood ontruimd en nagelaaten, mitsgaders heeden opgenoomen en in waaren weezen bevonden geworden zyn, te weeten

Een leeningseigendoms plaats gen:t de Kleine Palmieterivier , gel: aan de bovenste wagendrift
In ’t woonhuis aldaar
drie kadels in z:t
twee bulzakken
acht hoofd kussens
twee combaarsen
een kooygoed zak
een kast
een kasje
vier tafels in z:t
tien stoelen in z:t
twee vuurstooven
een wagenkist
een kleere kist
een schietgeweer
een kruithooren
twee spiegeltjes, waarvan een defect
een cyfferley
eenige boeken
een slangesteen
een silvere leepel
een silvere vork, gebrooken
tien messen plettieheften
twaalf vorken plettieheften
drie staale vorken
drie tinne leepels
veertien porcelaine borden
neegen tinne borden
vier tinne schootels
drie tinne trekpotjes waarvan twee defect
een tinne zoutvaatje
een tinne zuiker doosje
een tinne peeper doosje
twee schenkborden in zoort
twee tabaksdoosen in zoort
twee kandelaars in zoort
een kopere blaaker
een snuiter
drie koopere keetels in z:t
een koopere confoor
een koopere vyzel en stamper
een koopere strykyzer
drie kannetjes
vier beekers in z:t
een defecte porcelaine kom en eenig theegoed
twee porcelaine scheerbekkens
een parthy borstels
drie glaasen in z:t
een kelkje
een koopere inktkooker
een glaase inktkooker
drie aardepotjes
een vuurtesje
twee aarde kannen
vyf bottels
twee flessen
een kelder met ses flessen
een boterbak
vyf emmers in zoort
een waterhalfaam
vier banken
een broodmes en bank
een pottebank
ses yzere potten in z:t
een wafel yzer
een rooster
een schuimspaan
een polleepel
een vleeschvork
een drievoet
een koekepan
een souspan
een vuurtang
een asschop
drie schoorsteenkettings
In een buitenvertrek
een lantaaren
een brandewyns keetel en toebehooren
drie oude remkettings
een staf yzer
vyf oude graaven
drie oude pikken
een blaasbalg
een kleine speerhaak
een stuk ballastyzer
een bankschroef
drie smitstangen in zoort
ses smitshaamers in zoort
twee wagenscheenen
een parthy oude hoepels, yzer en koper
drie oude kistjes
drie mandjes in z:t
twee spaare doosen
twee balies
twee kleine vaatjes
een theerpot, kan
veertien sikkels
drie wingertmessen
een trekzaag
een spanzaag
twee [handzaag]
twee avegaars
twee omslagen
een knyptang
een lympotje
twee troffels
een belhaamer
een parthy oud gereedschap
vier bouten
vyf bylen in zoort
een koevoet
een uintjes yzer
acht zakken in zoort
een kapstok
een raam
twee oude tentzylen
negen oude muddezakken
vyf mudden koorn
vyf mudden garst
In een open vertrek
twintig vellingen
drie spaaken
vyf beschot planken
vier disselboomen
vyf leenboomen
drie assen
drie schaamels
ses p:r agtertangen
een parthy hout
een oude cozyn en deur
een schaafbank
acht jukken
tien jukhouten
twee dekstoelen
een snybank
een blok
een ligterhout
een hooyvork
vier putzen
een emmer
een houte tregter
seventien vaaten in z:t alle meer of minder defect
vier balies in z:t, alle meer of minder defect
een houte trap
een houte bock
een parthy rommeling
agt oude paardetuigen
twee oude zadels, waarvan d’ een geheel defect
een houte balans en houte schaalen
eenige stukken gewigt
Op de werff
een ploeg met toebehooren
een agterploeg
een defecte kar
een defecte paardewagen
twee defecte ossewagens
een slypsteen
twee mieten kooren van 3500 gerven
een [mieten] garst van 900 gerven
Beestiaal
twee merries
drie en twintig ossen
seven en vyftig aanteelbeesten
twee hondert en agtthien schaapen
een en twintig bokken
Lijfeigenen
ses mansslaven, in naamen
Achilles van de Kaap
January van Timor
February van Madagascar
Goliath van Mosambique
Damon van Mosambique
Constant van Mosambique
twee slavinnen, te weeten
Silvie van Bengalen , met haar kindje genaamd Judith en
Alida van de Kaap
Baate des boedels
  Rd:s
van Daniel Benjamin Lombard 100
Erfgenaamen
1) Daniel Benjamin Lombard
2) Susanna Elisabeth Lombard getrouwd met den burger Jac:s Henricus Coetzee
3) vyf kinderen van d’ E: Gabriel le Roes, als in huwelyk gehad hebbende wylen Johanna Lombard, te weeten a) Abraham le Roes
b) Daniel le Roes
c) Petronella le Roes getrouwd met den burger Ph: Lod:k Schalkwyk
d) Gabriel Jac:s le Roes en
e) Herm:s Benj:n le Roes oud 19 jaar en woonagtig by den burger Pieter W: Moller

/:onderstond:/

Aldus gedaan en g’inventariseerd ter plaatse de Kleine Palmiete Rivier voorm: op den 16:e Novb:r 1802 volgens ’t op en aangeeven van de burgers Daniel Benjamin Lombard en Jacobus Henricus Coetzee, dewelke betuigden hierinne ter goeder trouwe te hebben gehandeld en niets met hun weeten verzweegen of agter gehouden, weshalven hun bereid verklaarden deese opgaave, des begeerd, met solemneele eede te bevestigen, met verdere beloften zo iets nader tot den boedel specteerende mogten komen te ontdekken, deezen inventaris daarmeede te zullen amplieeren en zulks in ’t byweezen van den heemraad d’ E: Johannes Janse van Rensburg J:F:r z:n en d’ adjunk boode Theodorus Muller als getuigen /:was geteekend:/ D:B: Lombard, J:H: Coetze /:in margine stond als getuigen/: /:en geteekend/: J:J: v: R: Burg, Theodorus Muller /:lager:/ Mij present: get:d A: Stockenstrom, Secret:

Accordeert: A: Stockenstrom, Secret:

MOOC8/24.23

{18030216} 16 Februarij 1803 Jan Willem Laurens

J: Ackerveld

Inventaris van alle zodaanige goederen als ’er door den oud veldwagtmeester Jan Wilem Laurens in ’t leeven bezeeten en met ’er dood ontruimd en nagelaaten, mitsg:s heeden opgenoomen en in waaren weezen bevonden geworden zyn, als

Losse goederen
twaalf trekossen
een oude ossewagen
twee ploeg wielen
een ploeg beslag
een parthy oud yzer
een parthy oud gereedschap
twee kaadels
twee tafels, waarvan een defect
vyf stoelen
een tafelkast
een wagen kist
drie kistjes in zoort
een schuifdoos
een liqueurkeldertje
twee vaatjes in z:t
een balie
een emmer
vyf yzerpotten in z:t
een porcel: kom
een aarde boterpotje
twee tinne koffykannen, d ’een defect
twee tinne trekpotjes
een aarde confoor
een vyzel en stamper
ses tinne leepels
ses staale vorken
tien schootels in z:t
vyf borden
vier kommetjes
twee potjes in z:t
vier kopjes met pierings
een glaase caraff
twee flessen
twee glaasen
twee keetels in z:t
vier aarde potten
een peeperbus
twee koffymoolen defect
een blikke trommel defect
een meelzift
een veldstoel
ses oude zakken
een mantje met eenige gordynen
vier zaagen in z:t
drie booren
een vyl
een zadel en toom
een kinderbak
twee bulzakken
twee peulen
vier kussens
drie combaarsen
een horologie
een deegen
een rottang
een silver suiker trommeltje
eenige boeken en rommeling
Lyfeigenen
een slaave jonge gen:t Bastiaan van Mallabaar
een slaave meid gen:t Rosina met drie kinderen gen:t Carolina , Adriaan en Bastiaan
een slaave meid gen:t Roos van de Kaap
Baate des boedels
  Rd:s
van Carel Fr: Pohl, volg:s briefje 450
Schulden
  Rd:s
aan eenige der kinderen, volg:s een briefje van d’ overleedene te saamen 54:--
aan wed:w D:r Uwes voor maalgeld volg:s reek: 19:4
aan Joh: Fred: Behrens volg:s reek: 59:4
aan Joh: Godfr: Gericke volg:s reek: 29:--
aan Franc:s Joubert Pr:z volg:s reek: 143:2
aan wed:w P:n Terblanche volg:s brief 16:--
aan H:k van der Wat volg:s brief voor 100 schapen, de som niet opgegeeven
aan Herm:s Hohnes p:r rest over schoolgeld 79:4
behalven aan opgem: Pohl, waarvan nog geen reek: ingeleeverd
Kinderen
1) Johannes Marthinus Laurens, 24 jaar oud, woont op de post in Oute Niqualand
2) Johannes Christ:l Laurens, oud 22 jaar, by den burger Gideon van Zyl d’ oude
3) Willem Jan Laurens, oud 20 jaar, woond by de wed:w Beukman
4) Hendrik And:s Laurens, oud 18 jaar
5) Barbera Aletta Laurens oud 14 jaar
6) Elizabeth Marg:a Laurens oud 12 jaar
7) Magdalena Cath:a Laurens oud 9 jaar
8) Aletta Alida Laurens oud 7 jaar

De vijf laatste provisioneel besteed by voorgem:e Van Zyl

/:onderstond:/

Aldus gedaan en g’inventariseerd ter plaatse gen:d de Palmiete Rivier op den 16:de Febr: 1803, volgens op en aangeeven van Joh:s Christ: Laurens, dewelke betuigde daarinne ter goeder trouwe te hebben gehandeld, en niets met zyn weeten agterhouden of verzweegen, verklaarende bereid, zulks, des begeerd met solemneele eede te zullen staaven met verdere belofte, zo iets nader tot den boedel specteerende mogt komen de ontdekken deezen inventaris daarmeede te zullen amplieeren, en zulks ten overstaan van den heer A:A: Faure, en in ’t byweezen van de heemraaden d’ E:E:s Daniel du Plessis en Joh:s Janse van Rensburg J: F:rzn, als getuigen /:was geteekend:/ J:C: Laurens/:ter zyde stond:/ten overstaan van my/:get:d A:A: Faure, Landdr:t/:In margine:/als getuigen/:get:d:/D:D: Plessis, J:J: v: R:burg/:Lager:/Mij present/:en get:d/ A:s Stockenstrom, Secret:s.

Accordeert: A:A: Stockenstrom, Secret:s

Ampliatie

Inneschulden
  Rd:s
van Andries Petrison over contant geleende blijkens onderhandsch briefje de dato 11 Februarij 1798 door Marthinus Theunissen ter Weeskamer geproduceerd 24

Kaap de Goede Hoop den 1 July 1803

J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/24.24

{18040820} 20 Augustus 1804 Christiaan Holm

De nalatingschap van Christiaan Holm

de kist waar in zig bevind
2 laakense rokken
9 broeken
8 baatjes
6 dassen
9 paar kousen
2 slaap mudsen
1 silver orlogie
11 paar silverhand knoopen
12 silver hembtrok knoopen
1 rotting met een silver knop
1 doos met een paar kniegespis
1 partij boeken
1 doos met twee scheermessen
78 schaaven in soorten
61 beijtels in soorten
7 saagen
5 omslag booren
14 avegaars booren
een party oud eijsergoed
1 olie steen
1 sleijp steen
2 beijlen
2 dissels
1 bank schroef
1 sper haak
1 schaaf bank
1 klem haak
2 peulen met 2 kussens

Roode Bloem d’ 20 Augustus 1804

Sa van Breda, wed: Laubscher, Gottfried Getsen, J:r C: Wilhelmij

MOOC8/24.25

{18041211} 11 December 1804 Jacobus Schut

Inventaris van zodanige goederen als ab intestate met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den als tweede stuurman op het schooner scheepje debescheiden geweest zijnde Jacobus Schut ten voordeele zijner onbekende uitlandige erffgenamen, in voegen als het een en ander door mij ondergeteekende Adj:t Commis zijn opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande alle deese goederen in de volgende, namentlijk

Een kist van den procureur generaal m:r Gerard Belaerds van Blockland ontfangen waar in
twee lakense rokken
twee baatjes
negen broeken in zoort
een tavellaken
vier handdoeken
twee bonte doeken
ses paren kousen in zoort
vier kussens sloopen
een rol kanaster tabak in lood
twee p:r oude laarsen
een p:r muijlen
een blikke trommel
een houte tabaksdoos
een stevel knegt
ses tinne lepels
drie stale vorken met houte hegten
een spiegeltje
een cyver lij
een bierglas
een kelkje
drie porc: pieringjes /:een defect:/
een kommetje
vier portrait stukjes
een pakje met coffij boonen
een pakje met boonen
een schenkblaadjen
een parthij boeken
een keldertje als bovengem:d ontfangen, daarin
agt flessen waar van twee met genever
twee bouteilles
Een kisje van doctor Senkantijn ontfangen waar in
een hembd
vijf broeken in zoort
twee baatjes in zoort
twee p:r kousen
twee witte doeken
een spuijtje
een kleder borsel
een stenk rood
een faun beentje
twee stukken Chinees lukt
een zilver ketting en beslag voor een pijpe kop
een geschreven Maleids en Nederduitsch woordenboek
een oude tabaksdoos
Inneschuld
  Rd:s
van den cap:n van ’t Holl schip DePieter de Haan over zaldo van reekening 19:10

Aldus g’inventariseerd ter Weeskamer aan Cabo de Goede Hoop op den 11 December 1804.

Als getuigen: J:N: Rorich

P:E: Faure, Adj:t Commis

MOOC8/24.26

{18031208} 8 December 1803 Hendrik Bekker , Petronella Aletta van Jaarsveld

R: Beck

Copia inventaris van alle sodanige goederen als door wylen den burger Hendrik Bekker Steph:s z:n en derzelfs weduwe Petronella Aletta van Jaarsveld, in gemeenschap bezeeten, en door eerstgem: met ’er dood ontruimd en nagelaaten, mitsgaders heeden opgenomen en in waaren weezen bevonden zyn, te weeten

Een opstal der leningsplaats, gen:d de Buffelskraal geleegen in de Cango
Losse goederen
een blad tafel
een thee tafel
twee stoelen, defect
een borderak
een leepelrak
tien borden in z:t
een tinne kom
een aarde kom
ses tinne leepels
ses staale vorken
een tinne koffykan defect
een tinne kandelaar
een tinne kom
een tinne zoutvaatje
een kopere strykyzer
ses yzere potten, alle meer of minder gebroken
een rooster
een vleeschvork
twee aarde potjes
een kopere keetel
drie emmers, waarvan een defect
drie vaatjes in z:t waarvan een geheel defect
twee kleine platvaatjes, defect
twee kistjes, gebroken
een spanzaag
eenig oud gereedschap
drie oud graaven
twee oud pikken
een ploegbeslag
een parthy oud yzer
twee molensteentjes met een spil
vier houte schoppen
een houte hark
drie endjes planken
vier sikkels
een houte doosje, defect
twee zadels en toomen, geheel defect
een bulzak
vyf kussens
een Bybel
Beestiaal
elf aanteelbeesten
ses ossen
seven paarden in z:t
Slaaven
een slavejonge, gen:t Leendert van Bengalen
een slave kindje , ses weeken oud, waarvan de moeder in de kraam overleeden is
een parthy schaapen, waarvan het getal onbekend, zig in de colonie Graaffe Reinet bevindende, is des overleedenes zwager, den veldcommandant Willem Noordman gereeden om die optehaalen, hebbende ten dien einde meede genomen
een ossewagen met dies toebehooren
een span ossen
een schietgeweer en
een bed
zynde denzelven door onvoorziene toevallen voor als nog niet terug gekomen
Kinderen
een dogter gen:d Anna Hendrina geb: den 7 Septbr: 1795
een zoon gen:d Stephanus Joh:s geb: den 16 Decbr: 1798

Baaten of schulden zullen ’er met ’t weeten van de weduwe, niet zyn als alleen ’t vaders bewys, dat den overl: was compeeteerende waar en teegen denzelven ook in den boedel schuldig was; zullende des overl: broeder Marth:s Bekker, als executeur van dien boedel daarvan reekenschap doen.

Aldus gedaan en g’inventariseerd op den agtsten December 1803 volgens ’t op- en aangeeven van de wed:w Bekker voornd: dewelke betuijgde hierinne ter goeder trouwe te hebben gehandeld en niets haar weetens versweegen of agtergehouden, weshalven haar bereid verklaard deeze opgaave ten alle tyden desvereischt met solemneele eede te bevestigen; belovende verders, zo zy iets tot den boedel specteerende nader mogt ontdekken, deezen inventaris daarmeede te zullen amplieeren. En zulks in ’t byweezen van de manh:e Steph:s Bekker en d’ adj:t boodes Theod:s Muller als getuigen /:was geteekend:/ J:A: van Jaarsveld /:Ter zyde:/ als getuigen/ en get:d Steph:s Bekker, Theodorus Muller/Lager my present/: get:d:/ A: Stockenström, Secret:s.

Accordeert: A: Stockenstrom, Secret:s

MOOC8/24.27

{18020427} 27 April 1802 Jacobus Oosthuysen , Dina Carolina Brits

A: v: Kerveld

Copia inventaris van alle zodaanige goederen als ’er door wijlen Jacobus Oosthuysen d’ oude en deszelfs nagelaatene weduwe Dina Carolina Brits in gemeenschap bezeeten en door d’ eerstgem: met ’er dood ontruimd en nagelaaten, mitsg:s heeden opgenoomen en in waaren weesen bevonden geworden zyn, te weeten

Ter plaatse van Piet Corn:s Oosthuysen

Losse goederen
een groote kist
een wagenkistje
twee stoelen
een oude tafel
een thee keetel
een tinne trekpotje
een kopere tregter
een kopere taartepan
een koekepan
een rooster
twee pollepels
een vleeschvork
een blikke trommel
vier schootels in z:t
twaalf borden in z:t
seeven tinne leepels
vyf staale vorken
twee kommetjes
een kelderfles
een aardekan
een souspotje
een beekertje
een peeperdoosje
een meelzift
een glas
een rotting met silver beslag
een geweer
een kapmes
een snymes
een handzaag
twee bylen
een schaaf
een pik
een graaf
een uintjes yzer
tien oude zakken
een zeepform
vyf yzer potten in z:t, waarvan een defect
een oude legger
een halve legger
een halve aam
een anker vaatje
een ploeg met zyn toebehooren
een oude slaave jonge, gen:d Anthony van de Kaap
eenhondert en veertig schaapen, zo klein als groot
Aan contanten rd:s300
Uitstaande penn: onder de kinderen
  Rd:s
by Joh: Jac:s Oosthuysen 130:--
by Ockert Oosthuysen 100:--
by Gert Joh:s Oosthuysen 100:--
by P:r Corn:s Oosthuysen 350:--
by Adriaan Oosthuysen 60:--
by Dina Johanna Magdalena Oosthuysen 100:--
by Jacoba Cornelia Oosthuysen 142:5
in de boedel van wylen Marthinus Oosthuysen by de Weeskamer g’administreerd wordende 100:--
Somma Rd:s1382:5
Erfgenaamen
1) Catharina Oosthuysen
2) Joh:s Jac:s Oosthuysen
3) Ockert Oosthuysen
4) Gert Joh:s Oosthuysen
5) Pieter Corn:s Oosthuysen
6) Dina Johanna Magdalena Oosthuysen
7) Adriaan Oosthuysen
8) Jacoba Cornelia Oosthuysen
9) de kinderen van wylen Marth:s Oosthuysen, te weeten: a) Hendrik Christ:l Marthinus 18 jaaren oud woonen by Piet:r Corn:s Oosthuysen
  b) Jacobus Ockert 13 jaaren oud
  c) Marthinus d’ ouderdom niet bekend maar woonagtig by Joh:s Mattheus Calitz
  d) Stephanus d’ ouderdom niet bekend
  e) Catharina d’ ouderdom niet bekend
  f) Andries d’ ouderdom onbekend maar woont by Jacobus Christ:n Kok
  g) Fredrik meede d’ ouderdom niet bekend beide woonen by de stiefvader J:F: Schmidt
  h) Dina Carolina meede d’ ouderdom niet bekend

/:Onderstond:/

Aldus gedaan en g’inventariseerd op den 27:e April 1802, ter plaatze van den burger Pieter Cornelis Oosthuysen Jac:z:n en volgens ’t op- en aangeeven van denzelven die verklaarde hierinne ter goeder trouw te hebben gehandeld en niets zyn weetens versweegen of agter gehouden, met belofte zo iets nader, tot den boedel specteerende, mogt komen te ontdekken, deezen inventaris daarmeede te zullen amplieeren; zynde overigens bereid deeze opgaave ten allen tyden des gevorderd werdende met solemneele eede te bevestigen en zulks in ’t byweezen van den adj:t boode Theodorus Muller en den burgerJohannes Hendrik Crous, als getuigen /:was geteekend:/ Pieter Cornelis Oosthuysen, Jac: S: /:ter zyde stond:/ als getuigen//:get:d/Theodorus Muller, J:H: Crous/:Lager:/Mij present: en get:/: A: Stockenstrom, Secret:s.

Accordeert: A: Stockenstrom, Secret:s

MOOC8/24.28

{YYYY} [ ..... ] Johan Melgert Breijtenbag

J: Brand

Invertaares van de overleede Johan Melgert Breijtenbag

een ouwe wage opgemaak maar niet beslage
agt osse
een paart
drie beesten
een ouwe saal
twee roers
een groote kes
twee halfe kes
een poet
twaalf ouwe roeje
een smet tang
een deuijms boor
ag beijtels
dop geussen
een veyl en
een raspje
een schaaf
een holdissel
een sekel
een vejool
ses jeukke
een haak en kram
een kleynne hamer
een weyneg ouwe eyser werk
drie ouwe borde
twaalf ouwe leepels
een vleijsveurk
een ouwe stoel
vier gedraaijde stoel steyle
een klijnne ketel
ses reijkdaal: aan kontant gelt

Jacob Breijtenbag

Carel Johannes Pelser

MOOC8/24.29

{18040829} 29 Augustus 1804 Pieter Jacob de Neys , Johanna Catharina Cruijwagen

R: Beck

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als behoren tot den boedel by wijlen den heere m:r Jacob Pieter de Neys in leven opperkoopman en honorair lidt in den Raade van Politie, mitsgaders pro interim fiscaal deezes gouvernements en deszelfs nagelatene weduwe mejuffrouw Johanna Catharina Cruijwagen in gemeenschap bezeeten en door eerstgemelde op den een en twintigsten dag der maand November in den jaare onzes Heeren een duyzend zeeven hondert drie en negentig met er dood ontruimt ende nagelaten ten behoeve van de voorsch: weduwe ter eenre, en deszelfs in vorig huwelyk by wylen mejuffrouw Hester Catharina Jopander verwekte dogter, met en beneevens de kinderen in echt bij voorm: mejuffrouw Johanna Catharina Cruijwagen geprocreeerd, met namen

1) Aletta Wilhelmina de Neys gehuuwd met den heeren Willem Jan Klerk ter andere zijde
2) Gerhardus Cornelis de Neys
3) Cornelia Arnoldina de Neys gehuuwd met Daniel van Rheenen
4) Johannes Meynderd oud 17
5) Adriaan Christiaan oud 15 en
6) Magdalena Cornelia de Neys oud 13 jaren

Als hebbende den heere overleedenen bij testament in dato zesthienden Augustus des voormelden jaars een duyzend zeven hondert drie en negentig met zijne echtgenoote bovengemelde juffrouw Johanna Catharina Cruywagen voor den toenmaligen notaris publicq nu meede wylen Pieter Hendrik Faure en zeekere getuigen mutueel opgerigt verklaard tot deszelf universeele erfgenaamen by herhuwelyken van de juffrouw testatrice, met revocatie van de anders gedane institutie te benoemen en te institueeren zijne kinderen hiervorengemeld, en by vooroverlijden, derzelver wettige descendenten by representatie in gelijke deelen, met bijgevoegde uitdrukkelyke begeerte dat in ’t voorschreven geval den geheelen boedel door Heeren Weesmeesteren deezer steede publicquelyk zal worden te gelde gemaakt, de portien de meerderjarigen uitgekeerd en die der minderjarigen invoegen als bij dat testament in ’t breede vermeld onder de administratie van Weesmeesteren zullen moeten verblyven.

En nadien de voorschreve weduwe eerdaags staat te hertrouwen, zo zijn de voormelde goederen en effecten door de ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren ter voldoeninge aan den letter van het voorschreeven testament opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande dezelve in de volgende, namentlyk:

Een huis en erff met twee daar annexe huurhuizen, staande en geleegen in deeze Tafelvalleij op de Keyzersgragt in ’t Blok R: en aldaar een gedeelte van N:o 1 thands N:o 6 en aldaar
In ’t voorhuis
vijf land kaarten
twee ophaal gordijnen
een klein schuif gordyn
een klok lantaarn
twee elusters
zes stoelen met groene mattrassen
In de kamer ter regterhand
twee groene zyde ophaal gordijnen
twee sjalousie matten
twee groote spiegels en twee elusters met vergulde lysten
een rose houte tafel
een canapé en agt stoelen met paarde haire zittingen
twee secretairen
vier groote wit kopere quispedooren
In de comptoir kamer
een klein spiegeltje
een vierkant tafeltje
een katel waarop
een bed met deszelfs toebehoren
In de kamer ter linkerhand
vyf groene zijde ophaal gordijnen
vijf sjalousie matten
drie grote spiegels met vergulde lysten
een glase kroon
twaalf grote schilderijen met vergulde lysten
vier kleindere schilderijen met vergulde lysten
vier ronde schilderijen met vergulde lysten
een pendule
drie tavels met steene bladen
twee speel tavels
twee ronde tavels
een secretaire
vier gueridons
zes stoven
agthien leuning stoelen met mattrassen
een tapijt
In de gaandery
drie spiegels met vergulde lysten
drie klok lantaarns
een pendule
een buvet kast
een wyn kastje met zilver beslag
een schenk tavel
twaalf stoelen met derzelver mattrassen
In de gaanderij kamer ter linkerhand
een rood geruit ophaal gordyn
een sjalousie mat
een kabinet
een toilet tafel
een speeltafel met een los blad
zes leuning stoelen met groene mattrassen
een liqueur kistje
een gaare kistje
een schryf kistje
een gemak stoel
In de agter kamer
twee rode ophaal gordijnen
twee sjalousie matten
twee elusters
twee hoek kastjes
drie porcelaine vasen
twaalf stoelen met derzelver mattrassen
twee ronde eetens tafels
twee vierkante tafels
In de trap kamer
een bufet kast met een stel potten
een draagstoel met stokken en banden
een schuif gordyn
In de stryk kamer
een eetens kast
twee ledige kisten
een glaze lamp
een huistrapje
een blad tafel met twee schragen
In de combuis
twee tafels
vyf yzere potten
vier yzere pannen
een kopere water ketel
twee wafel yzers
een oblie [yzers]
een vuurtang
twee schoorsteen kettings
In ’t pakhuis
een losse trap
vyf halve leggers met een restant wyn en azyn
twee aams vaten
vier balys /:in zoort:/
een wyn tregter
drie ende balken
drie stinkhoute planken
een ledige kast
een yzer braad spit
twee manden
twee kelders met ledige flessen
In ’t koets huis
een koets
een charet
een kar
twee pletty tuigen
twee tuigen met yzer beslag
Op de binnen plaats
een huis ladder
een water halfaam
Op de zolder in ’t vertrek n:o 1
twaalf schilderijen met vergulde lysten
twee klok lantaarns
agt glaze elusters /:defect:/
een kleeder kast
zes koffers /:in zoort:/
een vierkant tafeltje
een ronde tafeltje
een lantaarntje
een klein ledikantje met chitz behangsel
een klein ledikantje met wit behangsel
[Op de zolder] in de kamer n:o 2
drie chitze ophaal gordynen
twee elusters met vergulde lysten
zes schilderijen met vergulde lysten
een ledikant met wit dourias behangzel waarop
een bed met zyn toebehoren
een stel chitz behangzel
een schryf tafel
een toilet
een tafel kastje
een yzere kist
een ledig kistje
een bed tafeltje
vier leuning stoelen /:in zoort:/
een bidet
een paviljoentje, waar op
een bed met deszelfs toebehoren
een kleder kastje
[Op de zolder] in de kamer n:o 3
een laade tafel
een katel
een leuning stoel
[Op de zolder] in de kamer n:o 4
drie witte ophaal gordynen
een schoorsteen spiegel
twee elusters met vergulde lysten
twee schilderyen met vergulde lysten
twee kleindere schilderyen met houte lysten
twaalf leuning stoelen met rode trype zittings
een bed tafeltje
een ronde tafeltje
een vierkante tafeltje
een kleeder kast
twee gueridons
een ledikant waar op
een bed met deszelfs toebehoren
een ledikant
vier porcelaine kast potten
een stel groen damast behangsel
[Op de zolder] in de kamer n:o 5
een rood ophaal gordyn
een schryf tafel
vier schilderyen met vergulde lysten
twee kleine spiegeltjes
een ledikant waar op
een bed met deszelfs toebehoren
[Op de zolder] in de kamer n:o 6
een met yvoor ingelegd kabinetje
een met yvoor ingelegd comptoirtje
een met yvoor ingelegd naay doosje
een met yvoor ingelegd naay doosje
twee met yvoor ingelegd schryfkistjes
een met yvoor ingelegd toilet spiegel
een met yvoor ingelegd toilet spiegel met zilver beslag
een met yvoor ingelegd dambord
een met yvoor ingelegd naay kistje
twee met yvoor ingelegd foudralen
twee schryf kistjes met zilver beslag
vier ledige kisten /:in zoort:/
een kistje
een houte dambord
een thee stoof
een thee ketel
vier kopere taarte pannen
een kopere ham ketel
seven kopere casrollen
een kopere vis ketel
een kopere braad pan
seven kopere vormen
een kopere poffertjes pan
een kopere vyzel
een kopere lepel
een kopere blaker
twee kopere bakken /:in zoort:/
een glaze spuit
twee yzere braad pannen
een tinne coffy kan
[Op de zolder] in de kamer n:o 7
een glaze piramide
twee glaze kandelaars
drie glaze confituur bekers
vier glaze compote /:verguld:/
twee glaze compote
vier glaze compote /:kleinder:/
twee glaze aardbezien bakjes
twee glaze kommen met schotels
negen en twintig glaze borden /:in zoort:/
aghtien glaze pieringjes /:in zoort:/
vyfthien glaze schotels /:in zoort:/
seventhien groene glaze roemers
vyfthien caraffen /:in zoort:/
agt pocalen /:in zoort:/
twee en vyftig bierglazen /:in zoort:/
een hondert en een en twintig wynkelken /:in zoort:/
vyf bloem glazen
drie bierglazen met hunne mandjes
een groot horologie glas
een zet blaauw porcelain theegoed met vergulde randen
zes en twintig blaauw porcelain bobotie potjes
twee blaauw porcelain soup kommen
een wit aarde servies
een kastje met een party messen en vorken /:in zoort:/
een ledige kast
een vergulde horologie kastje
een plettet coffy kan
een plettet trekpot
twee plettet kandelaars
twee kistjes met zilver beslag
Juweelen, mitsgaders goud en zilverwerk des boedels
een goude ring met een juweele steen
een goude ring met een juweele steen
een goude ring met een grote en vyf kleine juwelen steenen
een goude ring met een grote en agthien kleine juweele steenen
een goude duim ring met verscheide juweele steenen
een goude ring met een grote en twee kleine juweele steenen
vijfthien differente goude ringen met juweele steenen
een paar dubbelde hembdknoopjes met juweele steentjes
twee p:r orlietten met juweele steenen
een kruis met juweelen
twee knopjes met juweelen en steentjes
een hals gesp met juweelen en steentjes
een paar juweele orlietten
twee knopjes met steentjes
een paar orlietten met blaauwe steenen
een paar orlietten met paarse steenen
een paar orlietten met groene steenen
een paar orlietten met bruine steenen
een paar orlietten met bruine steenen
een paar orlietten met valsche steenen
drie paren goude hand brazeletten waar van een met agaate steenen
drie goude cachetten /:in zoort:/
een paar goude onderbroeks knopen met agaate steenen
een enkelde goude orliet
twaalf dubbelde goude mouw knopen
twee goude oorkrabben en een ring
een snoer paarlen met een juweele hanger
een snoer paarlen
een snoer paarlen
een paar braseletten en een party losse paarlen
een goud horologie met een goude haak, gemonteerd met juwele steenen
twaalf stellen goude en zilvere knopen waar van zommige met steenen
een zilvere ryg veer
een goude snuyfdoos met agaate steenen
een goude inktkoker
een zilvere doos waar in een goud horologie en een inktkoker
vier goude horologie kettingen /:in zoort:/
eenige goude knoopjes
een goude potlootspen
een goude borstspeld
twee goude musketons
twee sawasse musketons
twee goude handbraseletten
twee en twintig goude ringetjes /:in zoort:/
een kistje met goud beslag
een boekje met goud beslag
een degen met goud gevest
twee rottings en drie goude knoppen
twee zilvere papegaayen
twee zilvere toilet doosjes
een degen met zilver gevest
een degen met zilver gevest en haak
een zilvere coffy kan
een zilvere thee ketel
een zilvere plat de menage met zyn voet
drie zilvere tafel conforen
twee zilvere thee bladen
twaalf zilvere schenkbladen /:in zoort:/
twee zilvere zuiker busschen
een zilvere zuiker bak met 4 lepels
vier zilvere kandelaars
twee zilvere girandoles ieder met drie armen
zes zilvere kandelaars
twee zilvere blakers
twee zilvere blakers met snuiter bakjes
een zilvere zuiker potje
drie zilvere tabaks conforen
een zilvere tabaks [conforen]
een zilver oly en azyn bak en peperbus
een zilvere tabaksdoos
een zilvere oly en azyn bak /: zonder flesjes:/
vier zilvere ragou lepels
twee zilvere visch schoppen
zes zilvere oester schulpen
vier zilvere blakertjes
tien zilvere zoutvaatjes
twee zilvere mosterdpotjes
twee zilvere bottel bakjes
twee zilvere worst horens
twee zilvere zuiker tangen
vyftig zilvere lepels en vorken
vier en twintig zilvere hegten van messen
twee zilvere rose water gorgoletten met hunne bakken
een zilvere melkkan
een zilvere melk ketel
drie kandelaren met zilvere takken
een zilvere schel
twee zilvere bekers
een zilvere murf lepel
vier en twintig zilvere sasatie pennetjes
twee zilvere hals sloten
twee zilvere gespen
een zilvere inktkoker
een zilvere inktkoker
een zilvere inktkoker
drie zilvere diepe schotels
twee foudralen waar in
vier en twintig zilvere lepels
vier en twintig zilvere vorken en
vier en twintig messen met zilvere hegten
twee zilvere zandkokers
een foudraal waar in
twaalf zilvere thee lepeltjes
een zilvere theebus met 3 lepeltjes dozen
eenige zilvere lepeltjes, vorkjes en schopjes
een zilvere zak beugeltje
een zilvere etui
twee zilvere pons lepels
een zilvere plaat van een kleder borstel
een paar zilvere schoegespen met goude roosjes
een paar zilvere knie gespen met goude roosjes
twee zilvere kettings van gorgoletten
twee zilvere kettings van gorgoletten /:kleinder:/
een pakje fyn zilver en eenige kleinigheeden
een zilvere ringkraag
een hartsvanger met zilver beslag
een degen met sawas gevegt
een goud cachet met een rode steen, waar op ’t wapen van de heer overleedenen
een party oud zilver
vier paar steene kuitgespen
twee paar sawasse schoegespen
een sawasse halsgespen
twee sawasse broekgespen
twee paar sawasse kuitgespen
een sawasse beslag tot een portepé
een paar sawasse schoegespen met sawasse paarlen
Lyfeigenen des boedels
een jongen gen:t January van Boegies
een jongen genaamt Kupido van Mallabaar
een jongen genaamt Apiga van Mallabaar
een meid genaamt Misa van Boegies
omtrent welke bovengemelde vier stuks lyfeigenen wylen den heere m:r Jacob Pieter de Neys by deszelfs in den hoofde dezes gemelde testamentaire dispositie heeft verklaard, zyne expresse wille en begeerte te wezen dat dezelve nooyt zullen mogen worden verkogt, maar hun leven lang by de testatrice en by haar overlyden by haare kinderen moeten blyven woonen
een jongen genaamt Wilkyn van Mauritius zyne een paruykemaker
een jongen genaamt Scipio van Mallabaar zynde een vrouwe kledermaker
een jongen genaamt Grote Rama van Mallabaar zynde koetzier
een jongen genaamt Kleine Rama van Coromandel zynde een schilder
een jongen genaamt Lendor van Madras zynde een schilder
een jongen genaamt Meij van Coromandel beestewagter
een jongen genaamt Cicero van Batavia
een jongen genaamt Pedro van Bengalen zynde kok
een jongen genaamt Jek van Mosambicque
een meid genaamt Bella van de Kaap met haare vier kinderen genaamt Sara , Adam , Michiel en Carolina mede van de Kaap
een meid genaamt Alima van Batavia met haare vyf kinderen genaamt Leonora , Rachel , Dramat , Nouressa en Jouma alle van de Kaap
een meid genaamt Tjampakka van Mosambieque met haar kind genaamt Hendrina van de Kaap
een meid genaamt Sabina van de Kaap met haare drie kinderen genaamt Banisa , Clarissa en September alle meede van de Kaap
een meid genaamt Dafne van Boegies
Crediten des boedels
    Rd:s Rd:s
  aan contanten in denzelven gevonden
  eene somma van een honderd seven en twintig ryxdaalders en agthien stuivers papiere munt, zegge   127:18
  welke contanten aan mejuffrouw de weeduwee op haar verzoek zyn gelaten en waar voor dezelve dus in rekening zal moeten worden gedebiteerd
  van Cornelis de Waal over contant geleende blykens schepenen kennis de dato 25 July 1780 groot aan capitaal vyf duizend guldens Kaapsche valuatie ofte   1666:32
  met de renten zedert 25 July jongstleeden
voldaan nevens de renten den 9 April 1805 van de manhafte Rudolph Cloete over contant geleende blykens onderhandsche obligatie de dato primo Augustus 1787 groot aan capitaal vier hondert ryxdaalders zegge 400:--
  met de renten daarop verlopen zedert primo Augustus 1788, mitsgaders
voldaan den 9 April 1805 over koop van een vaderlandsche vaarskalf 200:--
      600:--
capitaal en renten voldaan den 11 Maart 1805 van George Knoop over contant geleende blykens secretarieele obligatie de dato 20 January 1794 aan capitaal zes hondert en vyf en seventig guldens Kaaps ofte   225:--
  met de renten zedert 20 Januarij laatstleden
  van Joachim Christoffel Esterhuisen over contant geleende blykens notarieele obligatie de dato primo Maart 1799, groot aan capitaal zes duizend guldens voormelde waarde, ofte   2000:--
de renten voldaan tot ult:o February 1805 met de renten zedert primo Maart laatstleden
capitaal en renten voldaan den 8 Mey 1805 van de manhafte Johan Ulrich Nibourg over contant geleende blykens onderhandsche obligatie de dato 6:e Augustus 1799 groot aan capitaal twee hondert en vyf en twintig ryndaalders zegge   225:--
  met de renten zedert 6 Aug:s 1803
  van Fredrik Davel over contant geleende blykens notarieele obligatie de dato 9 December 1800 groot aan capitaal vyfthien hondert guldens Kaapsch ofte   500:--
  met de renten zedert 9 December 1803
capitaal en renten voldaan den 7 Maij 1805 van Frans Walker over contant geleende blykens schepenen kennis de dato 22 July 1801 groot aan capitaal seven duizend guldens voorm: waarde ofte   2233:16
  met de renten zedert 22 Julij 1803
  van Daniel van Rheenen over contant geleende blijkens onderhandsche obligatie de dato 28 Augustus 1804, groot aan capitaal derthien duyzend vyf hondert guldens Kaapsch ofte   4500:--
  met de renten zedert gemelde datum
  van eenen [ ..... ] Coetzee over contant geleende op eene notarieele obligatie voor den geweezen notaris publieq Jan Daniel Karnspek en getuigen gepasseerd, die volgens declaratie van mejuff:w de weeduwe is te zoek geraakt groot aan capitaal vyf duizend guldens voormelde waarde ofte   1666:32
  met de daar op verlopene renten
  over zo veel de drie natemeldene voor vaderlyk erfdeel reeds hebben genoten en het geene dezelve in collatie moet worden gebragt met de erffenis hun zodanig by liquidatie des boedels te beurt te vallen - als
  de heer Willem Jan Klerk in huwelyk hebbende mejuffrouw Aletta Wilhelmina de Neys, weegens het aandeel van dezelve zyn huisvrouw, volgens de by taxatie provisioneel gemaakte verdeeling 4046:13 3/4
  als meede weegens het bedragen eener lands obligatie door mejuff:w de weeduwe aan zyn edele gecedeerd en getransporteerd, ter somma van een duizend guldens Holl: court: ofte 416:32
      4462:45 3/4
  van Gerhardus Cornelis de Neys weegens deszelfs aandeel volgens de verdeeling gemaakt als hier voren gemeld meede vier duizend zes en veertig ryndaalders derthien en drie quart stuivers zegge   4046:13 3/4
  van Daniel van Rheenen als in huwelyk hebbende juffrouw Cornelia Arnoldina de Neys, insgelyks wegens het aandeel zyner huisvrouw volgens de voorschreeve verdeeling   4046:13 3/4
Lasten des boedels
  Rd:s
aan mejuffrouw Geertruyda van Schoor huisvrouw van den colonel De Sandolroy thands te Batavia op eene onderhandsche obligatie heenkomende wegens hoop van de slaaf Lendor eene somma van twaalf hondert ryndaalders, zegge 1200:--
aan mejuffrouw de weeduwe Cornelis Adriaansen over contant geleende op een onderhandsche briefje twaalf hondert ryndaalders, zegge 1200:--
als meede over het zaldo eener reekening 158:8
  1358:8

wordende alhier voorts genoteerd:

  Rd:s
1) dat volgens declaratie van de weduwe by geleegendheid van de provisionele gedaane inventarisatie en tauxatie des boedels in dezelven is gevonden eene destyds aan den geweezen notaris publicq Jan Daniel Karnspek ter handen gestelde notitie van eenige lyfeigenen aan den heere overleedene toebehoord hebbende en door denzelven by zyn vertrek van Jaggernackpoeren aldaar agtergelaten met namen:
Augustus bekend by de naam van Paai
Augustus
November
Aurora met haar zoontje
Patie
Biba met haar dogtertje
Cicilia en
Clarinda
waarvan men zedert geen naricht heeft bekomen hebbende haar Ed: den carga Nicolay Booysen by zyn vertrek in den gepasseerden jaare 1801 van hier met het Deensch schipna de Oost Indien gequalificeerd zig nopens dezelve te informeeren, de zodanige die nog in wezen mogten zijn af te eischen van de geene onder wiens opzigt zy zig zullen bevinden en vervolgens na herwaards over te brengen
dat de slaven July en Fortuyn waarvan by de voorschreve testamentaire dispositie nog melding word gemaakt bereids zijn overleeden en de andere, Paay Fortuyn genaamt, ter zijner keuse by den heere W:J: Klerk ter woon is gegaan
2) dat de ondergeteekende Gecommitteerdens op verzoek van de weduwe en met genoegen neeming van de mondige erfgenaamen, mitsgaders onder nadere approbatie van ’t Collegie aan dezelve by tauxatie hebben gelaten die volgende slaven, te weeten:
Tjampacka van Mosambieq met haar kind Hendrina van de Kaap voor 900:--
Sabina van de Kaap voor 601:--
zynde beide deeze lyfeigenen herkomstig uit den boedel van haare moeder mejuff:w de weduwe van wylen den heere Gerrit Hendrik Cruiwagen
de drie kinderen van evengemelde Sabina met namen: Banisa, Clarissa en September, te zamen voor 450:--
Bella met haare vier kinderen, in naamen: Sara, Adam, Michiel en Carolina, alle van de Kaap voor 2000:--
Lendor van Madras voor als meede 1200:--
een schryftafel voor 40:--
een kleder kast 150:--
een cabinet 160:--
een laade tafel 30:--
vier tafels met Ambons houte bladen 100:--
twee vuurmanden 3:--
een ledikant met een witte dourias en een chitze behangzel 50:--
een stel groen damast behangzel 30:--
een paar dubbelde hembdsknopen met juweele steenen 30:--
een kruys met juweele steenen 70:--
een halsgespen met juweele steenen voor 75:--
een paar goude onderbroeks knopen met agaate steenen voor 10:--
een snoer paarlen met een juweele hanger voor 135:--
een snoer paarlen 50:--
een snoer paarlen 40:--
een snoer van 50 paarlen 50:--
een bidet 10:--
een klein boekje met goud beslag 15:--
een degen met goud gevest 170:--
twee rottings met 3 goude knoppen voor 50:--
een degen met zilver gevest voor 11:12
een degen met een haak 35:--
twee zilvere schenkbladen 54:--
een zilvere tabaks comphoor 15:--
een thee kistje met drie zilvere bussen voor 39:--
een zilvere tabaksdoos 30:--
een zilvere ringkraag 5:12
een harsvanger met zilver beslag voor 3:--
een degen met sawas gevest voor 25:--
tesamen voor rd:s
mitsgaders nog aan de natemeldene erfgenamen als:
aan Cornelia Arnoldina de Neys gehuuwd met Daniel van Rheenen
een ledikant nevens een bed met dezelfs toebehoren voor 50:--
aan Gerhardus Cornelis de Neys meede
een ledikant nevens een bed met deszelfs toebehoren voor 50:--
een goud cachet met het wapen van de heere overleedene voor 10:--
  60:--
aan den uitlandigen Johannes Meindert de Neys
een paar sawasse schoegespen met sawasse paarlen, en een steene kuitgespen die ter Weeskamer in bewaring zyn genomen voor 10:--
aan Adriaan Christiaan de Neys
een kadel, neevens een bed met deszelfs toebehoren voor 20:--
aan Magdalena Cornelia de Neys
een paviljoen met een bed en deszelfs toebehoren voor 20:--
een kleder kast 20:--
  40:--

Aldus gedaan en geinventariseerd ten woonhuize voormeld op den 29 en 30 Augustus 1804 ende zulks op het op en aangeven van mejuffrouw de weeduwe in den hoofde deezes gemeld, dewelke verklaarde zig daaromtrend ter goeder trouw gedragen en niets met opzet verzweegen of te rug gehouden te hebben het geene tot den voormelden boedel behoord, invoegen dezelve dan ook getuigde de deugdelykheid harer opgaave ten allen tyde des gerequireerd werdende met solemneelen eede nader te zullen bevestigen met belofte wyders zo hier na nog iets mogte worden ontdekt dat tot den boedel behoord, daarvan als dan getrouwelyk nadere opgaave te zullen doen, ten einde deezen inventaris daar mede te kunnen emplieeren.

In teeken der waarheid is deeze door den inventariente, beneevens de ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren ende my Secretaris meede behoorlyk onderteekend

Gecommitt:e Weesmeesteren: J:s G: Blanckenberg, A: v: Breda

Voor de opgaaf: J:C: Cruywagen, wed:w Deneys

Mij present: J:P: Faure, Secret:s

Ampliatie

Inneschulden
    Rd:s
voldaan van de heer Canterviller te Batavia over het bedragen eener door zijn Ed: op den heere overleedene getrokkene en door hem betaald wissel 500
Lasten en boedels
  Rd:s
aan den heere Nicolaas Booijsen op eene obligatie in den gepasseerden jaare 1801 voor den notaris puplicq m:r J:H: Neethling, op hem Booijsen als generale gemagtigde van ende zulks ten behoeve van den heere Adrianus van Dijk gepasseerde groot aan capitaal 2018:28
met de renten zeedert den 18 Februarij 1797 daar op verlopen
aan de baron van Zuilen van Nieveld over zo veel zijn edele uit voorm: boedel competeerd weegens de helfte van ’t saldo eener onder den geformeerde reekening courant 2820:23
als moetende de wederhelft van dat saldo, insgelijks rd:s2820 en 28 stv:s bedragende door mejuff:w Johannes Vottelen is wed:w en boedelhoudster van mij en de heer Johannes Meindertsz Cruijwagen die geweest is meede gemagtigde van voorm: heere Van Zuilen van Nieuveld worden betaald blijkens bewijs daar van voorhanden zijnde
aan den heere Dirk Gijsbert van Reenen over zo veel door zijn E: contant aan den boedel is voorgeschoten bij geleegendheid van de vereffening der reekening van den heere Van Zuilen van Nieveld tusschen de gemagtigdens 1239:23
doch waarvan moet worden afgetrokken het geene in de kist tot berging der papieren en gelden van den heere Van Zuilen van Nieveld gediend hebbende aan contanten is gevonden en bij hun ontfangen ter somma van 372:15
dus per rest nog 867:8
aan Jan Jacob Ritzendaal de Besner voor gegevene onderwys aan twee kinderen in de Fransche taal volgens reek: 304:--
aan Jan Andries Bam over geleeverd brood volgens reekening 446:6
aan Willem van Reenen voor gekogte lakens 24:36
aan doctor Liesching voor practijcq en geleeverde medicamenten volgens reek: 7:12
aan Fredrik Heyl voor gelewerde dienst in de maanden Augustus en September volg: reek: 119:18
aan h:r Crijs voor drie halfamen wijn volgens reek: 28:--
aan Daniel Hendrik Smitt voor ’t weegen van ’t zilver 10:12
aan mejuff:w Geertruijda van Schoor huisvrouw van den colonel De Sandolroij over lopende renten op het aan laar debiteerend capitaal bij den inventaris reeds opgebragt
aan juff:w de wed:e Cornelis Adriaansen meede de renten verlopen op haare bereids opgegeevene pretensie zo weegens eene onderhandsche obligatie als over het saldo eener reek: redende datum der obligatien, reek:
aan de manh: Dirk Cloete over zo veel abusivelyk voor desselfs reekening twee maal te moeten eers door den heere P:L: Cloete en daar na door C: Jeerus is betaald voor timmermans gereedschappen blijkens de bewijsen daar van voorhanden zijnde 95:--

Aldus door de in den hoofde deezes gemelde juff:w Johanna Catharina Cruijwagen nader opgegeven den 20 April 1804.

Als gecommitteerdens: A: v: Breda, G:E: Overbeck

Voor de opgaaff: J:C: van Reenen, geb: Cruywagen

Mij present : J:P: Faure, Secret:s

Compareerde ingevolge en ter voldoening aan het besluit by Heeren Weesmeesteren op den 17 deeser genoomen voor de medengeteekende Gecommitteerdens uit derzelver midden, bovengem: juff:w Johanna Cattarina Cruijwagen voormaals weeduwe van wijlen den heere m:r Jacob Pieter de Neijs en thands gehuwd met den burger ritmeester de manh: Dirk Gijsbert van Rheenen door evengem: haren man g’adsisteert, dewelke verklaarde hij in de opgaave der goederen effecten, inneschulden en lasten des boedels door hare Ed: met wijlen bovengem: heere De Nijs in gemeenschap bezeeten, ter goeder trouwe gedragen en niets met opset verzweegen of te rug gehouden te hebben dat tot dien boedel behoorde of daartoe maar eenige betrekking heeft, en sprak deselve ter bevestiging der waarheid den dien de solemneelen woorden Zo waarlijk helpe my Godt Almagtig.

Aldus gedaan en beeedigd aan de Kaap de Goede Hoop ter woonhuijs den juff: de wed:w Cornelis Adriaansz op den 20:e April voorm:t.

Als gecommitteerdens: A: v: Breda, G:E: Overbeek

J:C: van Renen, geb: Cruywagen

Mij present: J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/24.30

{18041127} 27 November 1804 Magnus Siogreen

Inventaris van zodanige goederen als er op Donderdag den 22:e deeser met er dood zyn ontruijmd ende nagelaten door den geweesene scheepstimmerman Magnus Siogreen invoegen als het een en ander door mij ondergetekende zijn opgenomen en in geschrifte gebragte, bestaande alle dezelve in de volgende, namentlijk

een schaafbank
twee ploegen
vijf en twintig schaafen in zoort
vier schaafen zonder bijtels
een handzaag
een hamer
een passer
een nijptang
een dissel
twee kleijne zagen in zoort
een parthij bijtels, raspen en boor ijzers in zoort
een klijne kist waar in
een oude rok
een oude ronde hoed
twee baatjes
Lasten des boedels
  Rd:s
aan mij ondergetekende over ’t saldo van reekening 7:24
aan R: Laurens op een onderh: schuldbrief de dato 22 Maij L:L: per rest 25

Kabo de Goede Hoop den 27:e November 1804

Daniël de Haas

MOOC8/24.31

{18041001} 1 October 1804 Hendrik Smit

Nota der nalatenschap van den fusilier H: Smit van de 1:e Comp:ie 22:e Batton Infanterie overleeden den 8:e February 1804

een Nanking pantalon
een gryze Nanking pantalon
twee vesten
vier doeken
een paar wolle koussen
een scheermes
een schaar
vier en een halve Kaapsche ryksdaalders

Kaapstad den 1 October 1804

Gezien: R: de Klerk Dibbetz, Dir: en Chef

Gezien: Heppener, Eerste Chirurg: Major, A: Godier, Coutuer

MOOC8/24.32

{18040930} 30 September 1804 Jan Willem Langerhans

Nota der nagelatene goederen van den chirurgijn Jan Willem Langerhans van het Hollandsch particulier schipoverleeden in ’t hospitaal te Kaapstad den 8 October 1803

een kist waarin
agt boeken
twee paar kousen
een waterpot
een doosje
een signet
een mes
een schaar
een borstel
een spiegel
een zak waarin
twee bultzakken
een kussen
twee deekens waaronder een catoene
twee lakens
twee mutze
twee borstrokken
een broek
een kist waarin
tagtig kardoezen tabak
sesthien hembden
een rok
een snipper
elf doeken
vier camisoolen
drie broeken
drie borstrokken
een baatje
vier onder broeken
tien paar kouzen
een pantalon
een poederzak
vyf handdoeken
twee slaapmutzen
een hoed
een jas
een paar schoenen
een doos
seventhien stuks O:I: kopergeld
een hoede doos
een half bos schryfpennen
een paar zilvere gespes
een doos waar in eenige papieren
een stuk rood catoen
een stuk wit catoen
een drie guldens stuk
vier een guldens
derthien halve guldens
twaalf 5 1/2 stukken
een dobbeltje
twee stuivers
een quard Sp: matt: en
een groene zakje

NB: Op last van den Directeur en Chef een hembd afgegeven voor een gedetineerde

Kaapstad den 30 September 1804

Gezien: R: de Klerk Dibbetz, Dir: en Chef

Gezien: A: Godier, Coutuer

Gezien: Heppener, Eerste Chirurg: Maj.

MOOC8/24.33

{18020414} 14 April 1802 Jan Andries Heller

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als er op Zaturdag den 11:e deeser ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den alhier overgebleevene schipper van ’t Pruisisch schip de, Jan Andries Heller ten voordeele zijner onbekende uitlandige erffgenamen, zodanig als het een en ander door ons onderget:de gecommitteerde Weesmeesteren na gedane ontzegeling zijn opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande dezelve goederen in de volgende, namentlijk

In het huijs van mejuff:w de wed:we Evert Heug alwaar de overleedene is gelogeert geweest
een koffer waarin
acht rokken in zoort
vijfthien broeken in zoort
vier en twintig baatjes in zoort
vijfthien witte hembden en
ses bonte hembden in zoort
zeven halsdoeken
ses en twintig p:r koussen in zoort
een cabaaij - behooren aan de wed:e E: Heugh
een zijldoeks zakje waar in
acht handdoeken in zoort
acht neusdoeken in zoort
vier lb: wax kaarsen
een restant zuijker
een rolletje snuijftabak
een passer, trekpen en een duimstok
een schansloper
een par à plui
een doosje waar in
een clavernet
een paar stevel beenen
twee paar laarssen
twee paar schoenen
twee octanten
een zee atlas
ses boeken in zoort
een oly steentje
een p:r pistolen
ses zeekaarten
een scheerkisje
een tobakskisje
een kopere cachet
een vergulde ketting knop
een bril
een zilvere zak horologie
een p:r zilvere kniegespen
een p:r zilver handknoopje
een p:r plettet kniegespen
vier hoeden
een kleder borstel
een hartvanger defect
een paruijke bol
een p:r ledere handschoenen
een ledere falies
een goude ring
een papieren snuifdoos
Credieten des boedels
    Rd:s
  aan contanten een somma van vier en zeventig rd:s zegge 74
voldaan van de heer Alex:r Tamant over contant geleende blyk:s onderh: briefje de dato 18 Maart 1801 een somma van vijfthien hondert sestig rd:s zegge 1560

Aldus gedaan ende g’inventariseerd ten huijse voorm:t op den 14 April 1802.

Als gecommitt: Weesm: J:G: Blanckenberg, H: van de Graaf

Mij present: J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/24.34

{18050307} 7 Maart 1805 Aletta Jacoba Blanckenberg

J: Brand

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als er op den vyfentwintigsten der jongst gepasseerde maand February met er dood zyn ontruimd ende nagelaten door mejuffrouw Aletta Jacoba Blanckenberg weduwe van wylen den burgerraad de heer Petrus Johannes de Wit, ten voordeele der kinderen en kindskinderen bij haaren evengem: vooroverledenen man in echt geprocreeerd, met naamen:

1) Anna Margaretha de Wit meerderjarig
2) Het nagelaten kind van wijlen juffrouw Isabella Catharina de Wit in huwelyk verwekt bij den heere Jan Fredrik Kirsten genaamd Johanna Catharina Kirsten oud 18 jaren
3) de nagelatene kinderen van wijlen de heer Petrus Johannes de Wit met naamen: a) Johanna Margaretha alle onmondig
b) Aletta Jacoba
c) Petrus Johannes
d) Isabella Catharina
e) Maria Rosina en
f) Magdalena Johanna de Wit
4) Aletta Jacoba de Wit gehuuwd met den eerw: predikant Meent Borchers
5) Johanna Alberta de Wit
6) de kinderen van wylen Willem Adriaan de Wit, in namen a) Susanna Francina onmondig
b) Petrus Johannes
c) Johannes Mattheus
d) Jacobus Johannes en
e) Dirk Johannes de Wit
7) Johannes Henricus de Wit
8) Jacobus Christoffel de Wit en
9) Jasper de Wit

Zynde den boedel op verleende qualificatie van President en Raden van Justitie vervat bij wel derzelver dispositief van den 5:n deezer bij de Weeskamer ter administratie aanvaard, en na gedaane ontzegeling door ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren op ’t op en aangeven van bovengemelde twee meerderjarige dogters Anna Margaretha en Johanna Alberta de Wit g’inventariseerd en opgenomen, en bevonden te bestaan in de volgende, namentlijk

Een huis en erf staande ende gelegen in deese Tafelvally in ’t Blok W: aldaar N:o 1 , blijkens transport in dato 16 September 1800 aan de overleedene gedaan

In ’t evengemelde huis en aldaar

In ’t voorhuis
een klok lantaarn
In de kamer ter regterhand
twee groene zijde ophaal gordynen met hunne planken en lijnen
twee sjalousie matten
drie spigels met vergulde lysten
seven schilderijen met vergulde lysten
twee speel tafels
een klap [tafels]
een ronde tafel met een groen kleedje
vier gueridons
twaalf stoelen met vaste groene damaste zittingen
een cabinet
een klein kistje met zilver beslag
een grote yzere geld kist
een kleine yzere geld kist
een lade tafel met koper beslag
een porc: pons kom
een thee kistje met drie tinne bussen
In de kamer ter linkerhand
een groene zijde ophaal gordijn met planken en lijnen
een sjalousie mat
een grote spiegel met verg: lijsten
vier elusters met verg: lijsten
agt schilderijen met verg: lijsten
een kleine klap tafel
een selinder kastje
twee gueridons
twaalf stoelen met groene trype vaste zittingen
een grote glaze caraf
In de gaanderij
drie geruite ophaalders
twee spigels met houte lysten
een staand horologie
twee sjalousie matten
een klap tafel
een vierkante tafel
twaalf stoelen
In twee glase muurkastjes
verscheide porcelain en glaswerk /:in zoort:/
een wit kopere thee machine
een koper confoor
een koper ketel
een tinne trekpot
In de agter kamer ter linkerhand
een campherhoute kist met koper beslag, waar in
twaalf tafel lakens
twee honderd en twee en zestig servietten
negen en tagtig bedde lakens
twee hondert en agt en dertig slopen /:in zoort:/
seventig handdoeken
een vloerzyl
een grote ledige kist
een kleine schuyfdoos
een verlakt schenkblaadje
een ballast mandje
In de agterkamer ter regterhand
een cabinet
een cabinet
een pers met zyn kast
een vierkante tafel
een groote kist, waar in
vier en dertig gordynen /:in zoort:/
twee gaze tafel kleedjes
een restant katoen
derthien stukken Oostindische chitz
eenige lappen bedde tijk
vier zyde rollen /:in zoort:/
een rol goude gaas
twee stukken wit linnen
een zyde deken
een catoene deken
een stuk blaauw linnen
een gestikte spreij
een kleine chitze spreij
een restant rood linnen
een stuk ruuw linnen
twee stuk voer chitz
een klein stuk gestreept
een kadel waarop
twee beddens met hun toebehoren
een rond bed tafeltje
een rond bed tafeltje met een stelletje
een rys mand
In ’t voorportaal van de combuis
een vierkant tafeltje
vier wit kopere kandelaars
zes geel kopere kandelaars
In de dispens
een kopere nagt lamp
een lantaarn
een slonsje
een messe bak
een coffy molen en voorts
eenig wit aarde werk /:in zoort:/
In de combuis
een combuis tafel
twee water halfaamen
vier emmers
een kopere beker
een potte rak
agt yzere potten
een vyzel met zyn stamper
een water ketel
twee koeke pannen
twee pot lepels
twee vleesch vorken
een schuim spaan
twee roosters
een vuurtang
een aschschop
vyf drie voeten
vier schoorsteen kettings
Op de agterplaats en in de tuijn
een huis ladder
een groote bevlogte marsevaan
twee balytjes
een blikke gieter
In een agter vertrek
een grote kist
een ladder
een huis trap
een oude timmermans kist
een groote snijders tafel
een oud ledikant
een klein trapje en voorts
een party oude hoepels, houtwerk en rommeling /:in zoort:/
In ’t pakhuis
een kist met ryst
een bottel rak, waar op
een kopere ham ketel
drie taarte pannen
twee grote kopere kook ketel
twee grote kopere braad pannen
een grote kopere vergiet test
een ijzere balans met kopere schalen en een stel inzet gewigt van 8 lb:
een kopere confyt ketel
drie kopere strijk yzers
twee kopere glaze spuiten
een kopere poffertjes pan
een yzere pot
een wafel ijzer
een oblie ijzer
een potlepel, schuimspaan en vleesch vork
drie yzere schrapers
agt blikke trommels /:in zoort:/
twee blikke emmers
twintig porcelaine en aarde potten /:in zoort:/
twee tregters en een tinne bak
een porc: wasch lampet
een soup terrine/:defect:/
een party wit aarde schotels van differente zoort
agt kopere zuikerbroods formen
een partij kleine colowyntjes formen
een steene mortier met zyn stamper
een hakke bord met zyn mes
een tafeltje
een kelder met veerthien flessen lyn olij
een verf steen met zijn vrijver
zes kleine Bataviasche vloer steenen
zes aarde kannen
vijf kleine vaatjes en balytjes /:in zoort:/
drie ledige thee kistjes en voorts
eenige kastjes, mandjes en eenige kleinigheeden /:in zoort:/
Op de voor zolder
drie tafeltjes
een ledikant
vier oude stoelen
een grote leuning stoel
twee enkelde bedden met hun toebehoren
een veld kadel
In een boven kamer
een ledikant waar op
vier bulzakken
twee mattrassen
twee peuluwen
seven kussens en
drie dekens /:in zoort:/
een bedde knaap
een catoen haspel
twee grote Bijbels
twee zakken met biscuit
vier rode ophaalders
twee kadels
Zilvergoed
een coffij kan met zyn confoor
een melkpot
twee kandelaars
een vergiettest
een mostaard potje met een blaauw glas en een zilver lepeltje
een quispedoortje
twee zuiker doozen
een vierkante blaker
een plat de menage met vier glasen
een soup lepel
twaalf eet lepels
twaalf eet vorken
een murg lepel
agt thee lepeltjes en 2 confyt vorkjes
vier en twintig nieuwe lepels
vier en twintig nieuwe vorken en voorts
een klein restant oud zilver
Lijfeigenen
een jongen gen:t Fortuijn van Mallebaar
een jongen gen:t Augustus van Mallebaar
een jongen gen:t Januarij van Ambon over welke drie lyfeigenen door de overleede bij onderhandsche acte van de 24 July 1778 gedisponeerd zijnde in dezer voegen dat zij na haaren dode ten diensten van haare vier jongste kinderen een zoude blyven, heeft in conformiteit van dien Fortuyn van Mallebaar verkozen te gaan wonen by Jacobus de Wit, Augustus van Mallebaar by Jasper de Wit en January van Ambon bij Johannes Henricus de Wit
een jongen gen:t David van Ceylon
een jongen gen:t Agilles van Macasser zijnde metzelaar
een jongen gen:t Azor van Mosambieque
een jongen gen:t Afrika van Mosambieque
een jongen gen:t Tjuttem van Bengalen
een meid gen:t Selvia van de Kaap
een meid gen:t Eva, dogter van gemelde Selvia, met haar kind Carolina beide meede van de Kaap; over gem: Selvia en haare kinderen bij de voorm: onderhandsche acte door de overledene beschikt zynde dat de zelve nimmer zoude mogen verkogt worden, heeft de eerstgemelde reeds hoog van jaren zijnde verzogt te mogen gaan wonen by de jonge juffrouw Johanna de Wit en is vervolgens haare dogter Eva met haar kind Carolina op verzoek en met volkomen genoegen neming van de gezamentlyke mondige erfgenamen door ons onderget: gecommitteerde Weesmeesteren getauxeerd op eene somma van vyf hondert ryndaalders voor welke somma zy na haar eige keuse in eigendom is over gegaan aan de meerderjarige dogter Anna Margaretha de Wit onder conditie met haar overeenkomstig de gemelde dispositie te handelen
een meid gen:t Flora van Ambon
een meid gen:t Rachel van Madagascar
een meid gen:t Hermina van Batavia
een meid gen:t Engela van Batavia
Crediten des boedels
  Rd:s
aan contanten in denzelven gevonden aan papieren munt eene somma van vijfthien ryndaalders zegge 15:--
een schepenen kennis ten lasten Alexander McDonald de dato 23 September 1800 aan capitaal p:r rest groot ƒ1200 ofte 4000:--
met de renten zedert den 23 September 1804
een notarieele obligatie ten lasten Jasper de Wit de dato 14 Meij 1804 groot aan capitaal ƒ3000 ofte 1000:--
met de renten van dien a 1/2 p:co p:r maand
een onderhandsche obligatie ten lasten Johannes Henricus de Wit de dato pr:mo July 1804 aan capitaal groot ƒ6000 ofte 2000:--
met de renten van dien a 1/2 pc:o p:r maand
een notarieele obligatie ten lasten Willem Adriaan de Wit de dato 5 Novb:r 1801 groot aan capitaal ƒ6000 ofte 2000:--
met alle de renten van dien a 1/2 pc:o p:r maand
een onderhandsche obligatie ten lasten Jacobus Christoffel de Wit de dato 24 September 1800 aan capitaal groot ƒ5000 ofte 1666:32
met den intrest van dien zedert den 26 September 1803
een onderhandsche obligatie ten lasten als voren de dato 7 Augustus 1801, groot aan capitaal ƒ1000 ofte 333:16
met de renten van dien a 1/2 pc:o p:r maand
een onderhandsch bewijs ten lasten van den wel eerw: predikant Meent Borchers de dato 17 November 1801 groot aan capitaal ƒ2000 ofte 666:32
met de renten zedert den 17 November 1803
een onderhandsche obligatie ten lasten de jonge juff:w Johanna Alberta de Wit de dato 26 September 1800 groot aan capitaal ƒ5000 ofte 1666:32
met de intrest zedert den 26 September 1803
een onderhandsche obligatie ten lasten als voren de dato 26 September 1802 aan cap:l groot ƒ2000 ofte 666:32
insgelyks met de renten zedert 26 September 1803
van Johannes Henricus de Wit, over van den overleedene in bewaring gehad hebbende penningen volgens onderhandsch bewijs de dato pr:mo July 1804 p:r rest 1198:--
van juffrouw de weed:e J:M: Horak over metzelaars huur 9:--
Lasten des boedels
    Rd:s
capitaal en renten voldaan den 30 April 1805 aan mejuffrouw de weduwe Hanssen op een scheepenen kennis de dato aan cap:l groot ƒ20000 ofte 6666:32
  met de renten van dien zeedert den 26 September 1804

Aldus gedaan ende g’inventariseerd ten huize voormeld op den 7 Maart 1805 ende zulx na ontzegeling en op het op en aangeven van de in den hoofde dezes meermelde twee meerderjarige dogters Anna Margaretha en Johanna Alberta de Wit, dewelken verklaarden zig daar inne ter goeder trouwe gedragen en hunnens wetens niets verzweegen ofte terug gehouden te hebben dat tot voorm: boedel behoord, invoegen zij ook getuigde de deugdelykheid harer opgaave ten allen tyde des gerequireerd werdende met solemneele eede gestand te doen, en verdere belofte, zo hier na nog iets, tot gesz: nalatenschap behoorende mogte worden ontdekt, daar van nader opgaave te zullen doen, omme dezen inventaris daar mede te kunnen amplieeren.

Tot securiteit van dien is deeze door dikwilsgem: Anna Margaretha en Johanna Alberta de Wit voor den opgaaf en ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesters, nevens mij Eerste Commis behoorlijk gesubscribeerd.

Als gecommitt:e Weesmeesteren: A: v: Breda, S:J: Klerck

Voor den opgaaf: Anna Margaretha de Wit, Joh: de Wit

Mij present: G:A: Watermeijer

MOOC8/24.35

{18040402} 2 April 1804 Joh:s J: van Rensburg , Sara Carolina Ras

Inventaris van alle zodanige goederen, als er door wijlen den burger Joh:s J: v: Rensburg Hend:kz: en deszelfs nagelatene weduwe Sara Carolina Ras, in gemeenschap bezeeten en door eerstgend:e met er dood ontruijmd en nagelaten mitsgaders heeden opgenoomen en in waaren weezen bevonden zijn geworden, te weeten

Een leenings plaats gen:t de Zoetemelks Rivier gelegen aan de Kleijne Palmiet Rivier
Losse goederen aldaar in ’t voorhuijs
vier stoelen
een steene trekpot
een kooper comfoor met zijn plaat
dertien porcelijne borden in zoort
twee porcelyne schootels
een porcelyne slaakom
vier flessen
thien bottels
In de kamer ter rechter
een hoekkast
een wagen kist
drie boter karns
een botervat
een groote aarde kruik
twee geweers
In de kamer ter linker
een kooper mortier met zijn stamper
twee koopere kandelaars
een stryck yzer
een anker vatje
een lekvatje
een half aam
In de combuis
een rooster
vyf potten
twee emmers
In de winkel
een duims boor
een spanzaag
een handbyl
twee graaven
een snijmes
een parthij yzerwerk
een paar ploegwielen
een legger
Op de werf
een brandewyns keetel
een parthy geelhoute planken
een distel boom
een osse wagen met beschoote leeren
een paar leeren
Slaaven
twee mans slaven Daniel en Albert
een slavin Roselyn
Beestiaal
vier en tagtig beesten
agtien ossen
twee honderd zes en vijftig schaapen
zes paarden
Baten des boedels
  Rd:s
van Willem J: v: Rensburg vyftien elle bedde tyk 44:4
Joh:s van Tonderen 7:--
Joh:s Oosthuijzen 2:--
de wed:e Jac:s Smit 4:--
Jac:s Botha Philipz: twee legger hoepels 4:--
Isaac Becooij voor drank 5:--
Andries Rautenbach voor betaalde opgaaf 3:5
Hend:k Christ:l Barnard 4 leer boomen en 4 naven 3:--
van Lambertus Saayman volg:s reek:g 22:--
Schulden des boedels
  Rd:s
aan Hend:k Christ:l J: v: Rensburg voor contant geleend 900:--
aan Lambertus Saayman 100:--
aan Lambertus Saayman 22:5
aan Marth:s Gerhardus la Grange 1233:--
Erfgenaamen
Joh:s J: v: Rensburg Joh:sz oud 8 jaar
Maria Francina Joh:sz oud 1 jaar
besteed bij Hend:k Christ:l J: v: Rensburg d’ oude waar voor hij niets praetendeert

Aldus gedaan en g’inventariseerd ter plaatse bovengemeld op den 2:e April 1804 volgens ’t op en aangeeven van voorsz: wed:e Rensburg, dewelke betuigde hier inne ter goeder trouwe te hebben gehandeld, en niets met haar weeten versweegen of agtergehouden; verklaarende haardes bereid deese voorenstaande opgave ten allen tijde des vereyscht werdende met solemneele eede te zullen bevestigen; met verdere belofte zoo iets nader tot den boedel specteerende mogt koomen t’ ontdekken deezen inventaris daar meede te zullen emplieeren, en zulks in ’t bij weezen van den clercq Joh:s Doroth:s Camijn en d’ adjunct boode Theod:s Muller als getuijgen de minute deeses is behoorlijk geteekend en geschreeven op een zegul van 12 stuivers.

’t Welk ik getuige

A:A: Faure

MOOC8/24.36

{18041202} 2 December 1804 Hendrietta Coenradina van Kervel

Inventaris van alle zodanig goederen en effecten als er op Zaturdag den 10 November dezes jaars ab intestato metter dood zyn ontruimd ende nagelaten door juffrouw Henrietta Coenradina van Kervel laatst weed:e wylen den burger adjudant Andries Christiaan Wydeman, ten voordeele harer by wylen haren eersten man den burger Stephanus du Toit Steph:sz in echt verwekte twee minderjarige kinderen, met naamen

1) Stephanus Hendrik en
2) Hendrietta Coenradina du Toit

Zodanig ende in diervoegen als dezelve door de ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren zyn g’inventariseerd, bestaande dezelve in de volgende, namentlyk

Een plaats ofte hofstede genaamt Orange geleegen aan de Paerl de Diamant onder ’t district van Stellenbosch

Op voorsch: plaats en ’t woonhuis en aldaar

In ’t voorhuis
een glaze kast met zilver gemonteerd waar in
een verlakte tabaksdoos
veerthien kopjes en derthien pieringjes /:in zoort:/
een saus potje met eenige klyne flesjes
een mostaard potje
twee blaauwe saus potjes
twee cabinet potjes en twee bekers
een thee kistje
een tinne ketel en koper confoor
een tinne coffykan
een tinne coffykan
vier trekpotjes waar onder een /:defect:/
een blaauwe zuiker potje en een blaauwe melkkan
twee thee bussen
twee pilaartjes
een verlakte kistje met medicynen
een verlakte schenk bord
negen kelken in soorten
vier bierglazen
twee water glazen
drie grote kelken
een glaze confyt kom
een glaze koelbakje
drie glaze zout vaatjes
vier glaze caraffen /:1 defect:/
een glaze mostaard pot
twee oly en azyn kannetjes
een standert met twee kannetjes
een glaze flesje
twee kelder flessen
elf diepe blaauwe borden
sesthien vlakke borden
drie blaauwe en een roode schoteltjes
drie blaauwe schoteltjes /:in zoort:/
agt wit aarde vlakke borden
een wit aarde soup terrine
twee roode boter potjes
een eetens tafel
een klap tafel
drie leuning en vyf ordinaire stoelen
een blaauwe porc: pot met zyn dekzel
twee wit aarde schotels /:defect:/
twee vuurtesjes
twee snuyters
zeven messen
vier en twintig staale vorken
een schaar
een kopere sleutel ring
een boslemmer mes en scheede en een safraan blikje
een spiegel met verg: lysten
een spiegel
elf schilderyen /:in zoort:/
een rakje
een verre kyker
In de kamer ter regterhand
een burreau waar in
een zeepdoos en thee doosjes met scheermessen
een tinne inktkoker
zes messen
een wyngaards mes
een glaze zand koker
een kopere schel en
twee kruydhoorns
een kabinet waarop
een stel kas potten
en waar in
een zilver schenkbord
een zilver trekpot
een zilver zuiker trommel
een zyd geweer met zilver gevest
een zilvere soup lepel
een zilvere horologie
een goude horologie
een bril met een rode foudraal
zes mans hembden
agt broeken /:in zoort:/
derthien baatjes /:in zoort:/
twee lakense rokken
twee slaap kabaayen
zes gebraayde slaapmutsen
zesthien paren kousen /:in zoort:/
veerthien bedde lakens
drie tafel lakens
zesthien servietten en handdoeken
drie en veertig kussen sloopen
vyf witte dassen
een stel witte gordynen
een stel geruite gordynen
een pakje catoen
een stuk wit Chinaasch linnen
eenige lappen chitz, voer chitz en geruit
een cherp
voorts nog de kleederen van den overleedenen en wylen haren eersten man den burger Stephanus Hendrik du Toit Steph:sz bestaande in:
twaalf tabberts /:in zoort:/
een gaze gon en rok
vyfthien rokken /:in zoort:/
zesthien cabaatjes
agt mutzen
een gaze doek
twee vrouwe broeken
een egte tjaal
twee nagemaakte [tjaal]
twee zwarte gemaakte hoedjes
een groote zwarte zyde doek
twee paar vrouwe schoenen
een zwarte lakense rok
seven baatjes /:in zoort:/
een satyne broek
een ledikant met zyn behangsel waar op
twee bulzakken
twee peuluwen
vyf kussens en
een combaars
een kleeder kastje
vier blikke trommels
een schuif doosje
een verlakte schenk bord
vyf kopere kandelaars
een paar pistolen met zilver gemonteerd
een schiet geweer
een potje en een fles
een Bybel met zilver gemonteerd
drie stoel kussens
een spiegel
drie schilderyen
een ronde tafel
vier stooven
zes stoelen /:defect:/
een thee tafel
een beslagen kistje met een slot waar in
drie paar zilvere schoe gespen
een paar zilvere kuit gespen
een paar zilver spooren
een zilvere snuyfdoos
een zilvere halsgespen
een p:r goude mouwknopen
een p:r zilvere mouwknopen
een p:r zilvere mouwknopen met staale steenen
een p:r goude oirhangertjes /:defect:/
een enkelde goude knie gespen
een p:r oirhangertjes met agate steenen
een sawasse hals colje
negen zilvere lepels /:in zoort:/
twee zilvere vorken
een zilvere thee lepeltje en 1 zilvere confyt vorkje
een goude hals slot
een zilvere ring kraag
een berlokje met goud gemonteerd
een zilver thee siftje
een party oud zilver en eenige kleinigheeden
een verlakte toilet doos en daar in
een paar goude schoegespen
een paar goude brazeletten
een paar goude oir hangers
een paar zilvere schoe gespen
een agaate doosje met sawas gemonteerd
een staale haak
een zwarte schagryne foudraal waar in
1 p:r goude oir hangers
een goude ring met twaalf steenen
een goude ring met drie steenen
een goude ring met drie steenen
In de kamer ter linker hand
een ledikant met zyn behangzel waar op
een bulsak
een peuluw
zes kussens en
een combaars
een overtrekzel van een bed
een kadel waar op
een bulzak
een peuluw
zes kussens en
twee combaarsen
seven oude stoel kussens
zes stoelen en zes groene kussens
twee tinne water potten
drie tafels
een spiegel met verg: lysten
seven schilderyen /:in zoort:/
In de combuis
een groote kist
een bak kist
een combuis tafel
een rak
een blikke lantaarn
een groote tregter
twee kopere vyzels met een stamper
een kopere beker met zyn kom
een koeke pan
zes yzere potten /:in zoort:/
vier vleesch vorken, twee leepels, een schuimspaan en een vuurtang
twee drievoeten
een rooster
een hakke bord en een vleesch blok
drie bylen
een kapmes
een troffel
een stryk yzer
een schenkbord
een kopere lampet bak
twee emmers
een ryst blok
vier schoorsteen kettings
een biese mand
drie tinne borden
een tinne kom
een broodmes
een hakke bord
een koevoetje
In de dispens
een grote kopere rozyne ketel
een karn
een water halfaam
een stelletje
een kopere confyt ketel
een kopere taarte pan
een kopere lepel
een yzere pot
een aarde stoof pot
vier boter vaatjes
een vaatje met wat zout
een kleine kistje /:defect:/
tien aarde potten /:in zoort:/
twee meel ziften
een kopere water keetel
een thee kast
een tabaksdoos
een klein tafeltje
een coffy moolen
een kopere coffy kan
een blikke oly en azyn standert
twee rakken
twee wydhals flessen
Op de agter plaats
een yzere pot
een dekspan
In de wynkelder
vier vaten met wyn
twee vaten met restanten wyn
veerthien ledige leggers en vaten /:in zoort:/
een halve legger met wyn
een aam met wat oude wyn
een vat met een restant brandewyn
een halve vat met brandewyn
een aam met azyn
een anker met azyn
twee trapbalys
een groote kuip
drie kleine [kuip]
een tregter
twaalf grote emmers
vier kleine emmers
twee verlaat kranen
een hondskops kraan
een zift
een kist met een restant rozynen
een kist met eenige boeken
een koffertje
een balans met 2 kopere schalen
een balans met houte schalen
tien stukken gewigt
een koevoet
een yzere en een houte hamer
een kadel
twee bulzakken
een verhemelte van een ledikant
twee grote druive manden
elf zyldoekse zakken
een los syl
een vat met zout
een span zaag
drie huis ladders
negen rozyne stellingen
zes grote hengzels en twee sloten
een blikke tregter
een kopere slot met wat kalk
drie houte balys
een houte [balys]
een kopere quispedoor
een coffy molen
een roskam
een haak
een schepel
een tinne pintje
vyf stoelen /:defect:/
een hek
een party houte blokken
een brandewyns ketel met zyn toebehoren
een vlootje en voorts
een party rommeling
bevindende zig nog volgens in den boedel gevondene aanteekening als:
by Philip Hartog 2 leggers
by Jan du Toit 1 [leggers]
In een buiten vertrek
een kar
een kopere gieter
zeven oude graven
twee pikken
een koevoet
vier schoffels
twee harken
Leyfeigenen
een jongen gen:t Lacas van Mosambieque
een jongen gen:t Caezar van Mosambieque
een jongen gen:t Adolph van Mosambieque
een jongen gen:t Goliat van Mosambieque
een jongen gen:t January van Boegies
een meid genaamt Rosina van de Caab
een meid genaamt Eva van de Caab
Contanten des boedels
  Rd:s
een somma van twee hondert vyf en twintig ryndaalders, zegge 225

Aldus gedaan en geinventariseerd ter plaatze voormeld op den 2 December 1804.

A:G: v: Kervel

Als gecommitt:e Weesm: A:V: Bergh, A: v: Breda

Mij present: G:A: Watermeyer, Commis

Ampliatie

Inneschulden
    Rd:s
voldaan van Johan Christiaan Loockk, over 27 dagen huur van drie slaven 14:--
voldaan van Helmoet Hartwick Luttig over koop van twee leggers 40:--
  van Pieter Botha op een onderh: obligatie de dato 20: Octb:r 1798 aan capitaal 160:--
  met de renten daarop verlopen a 1/2 pc:o p:r m:d
  van Stephanus Botma op een onderhandsche schuldbriefje van den 7 September zeedert het jaargetal 54:--
  van Christoffel Hendrik van Wijk over door de Watermijer als gemagtigde van den overleedenen voor hem betaalde borgtog weegens vendupenn: aan den boedel van wylen den heere T:C: Ronnenkamp 143:39
  met de renten zeedert de maand April 1798
ontkend de schuld van Philip Hartogh twee leggers door hem van den overleedenen geleend en niet weder gerestitueerd volgens gevordere aantekening
heeft een contrarekening van Petrus Stephanus du Toit over contant geleende volgens aanteekening 9:3
  van Jan du Toit een legger door hem van den overleedenen geleend en niet weder gerestitueerd volgens gevondene aanteekening

Ter Weeskamer aan Cabo de Goede Hoop den 8 April 1805

J:P: Faure, Secret:s

Nadere ampliatie

Op heeden den 15:e April 1805 verscheen ter Weeskamer de heer Adrianus Gijsbert van Kervel en gaf te kennen, dat hy bij de inventarisatie des boedels geomitteerd had opgave te doen, dat zig in denselven bevind zeeker legaat door wijlen zyne zuster Alexandrina Henrietta van Kervel bij testament aan den minderjarigen erfgenaam in deesen Stephanus Hendrik du Toit Stephanuszoon gemaakt, en aan desselfs voor overleedene vader Stephanus Hendrik du Toit tot vrugtgebruijck afgegeven der somma van ƒ2000 ofte rd:s666:32.

Ter Weeskamer aan Cabo de Goede Hoop datum ut supra

A:G: v: Kervel

Mij present: G:A: Watermeyer

MOOC8/24.37

{18050502} 2 Maij 1805 Jacomina Hendrina Greijling

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als er ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door Jacomina Hendrina Greijling ten voordeele haarer nagelatene man den burger Barend Carolus van Nieuwkerk ter eenre, mitsgaders hunne bij den anderen in egt verwekte agt minderjarige kinderen, met namen:

1) Anna Berendina oud 17 jaren ter andere zijde
2) Aletta Jacoba oud 15 jaren
3) Maria Magdalena oud 13 jaren
4) Barend Johannes oud 11 jaren
5) Jacomina Margaretha oud 10 jaren
6) Jacobus Johannes oud 8 jaren
7) Johanna Petronella oud 5 jaren
8) Martha Bartholda van Nieuwkerk oud 2 jaren

invoegen als dezelve door ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren zijn opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande alle de goederen in de volgende, namentlijk:

Een plaats ofte hofsteede, neevens een daar op zig bevindende molen, geleegen omstreeks de Zoute en Liesbeeks rivieren in ’t Caapsch district

Op gem: plaats en aldaar

In ’t woonhuijs
een thee tavel
zes stoelen
twee kadels
een waterhalfaam
een hoek kasje
een aarde pot
een vleesch vat
drie wit aarde schotels
twee dozijn aarde borden
ses zilvere lepels
een zilvere soup [lepels]
ses messen
twaalff staale vorken
een groote kist
een kinderwieg
een huistrap
een combuis tavel
drie ijzere potten
twee emmers
drie greenhoute kisten
twee timmermans kisten
twee schaaffbanken
een parthy timmermans gereedschappen
een huijsladder
In de molen
een dommekragt
twee [dommekragt] defect
twaalff belhamers
een molensteen defect
een balans en twee houte schalen
twee hondert ponden ijzer en koper gewigten in zoort
In ’t pakhuijs
een nieuwe molen vlerk lang 84 voeten
een balk van rood elsenhout lang 28 voeten
een kan en toebehoren
een parthij touw en houtwerken in zoort
zes paarde tuijgen
In de stal
vijf paarden
Lijfeigenen
een jonge genaamd Patra van Bogies
een meijd genaamd Clarenda van Madagascar
Lasten des boedels
    Rd:s
  aan de bank van leening op een bank kennis de dato aan capitaal ƒ16000 ofte 5333:16
  met de renten zedert ult:o Feb:y 1804 a 5 pc:o
capitaal en renten voldaan den 16 September 1805 aan de wed: Hendrik Muller op een scheepenen kennis van den 21 September 1802 aan capitaal ƒ15000 ofte 5000:--
  met de renten zedert p:mo January 1804
  aan den capitain in dienst van zijn Britt: Majesteit Robbert McNab op een onderhandsche obligatie over contant geleende aan capitaal ƒ2000 ofte 666:32
  met de renten zedert den 1:e January 1804
  aan d’ edele Leopold Heuser en de manh: Willem Hurter over contant geleende op een notarieele obligatie de dato 5 January 1805 aan capitaal ƒ1113 ofte 371:--
  met de renten zedert Januarij voormeld
  aan d’ edele Johannes Freislich, weegens ’t zaldo eener reekening 1184:2

Aldus g’inventariseerd ter Weeskamer aan Cabo de Goede Hoop op den 2 May 1805 ende zulx op het op- en aangeeven van de in den hoofde deeses gemelde weduwenaar, dewelke verklaarde zig hier inne ter goeder trouwe gedragen en niets versweegen of te rug gehouden te hebben dat tot voorm: nalatenschap behoord, invoegen hij ook getuigde deugdelykheid zijner opgave ten allen tyde als vereyscht werdende met eede gestand te doen en belofte wijders zo hier na nog iets tot gesz: boedel behorende mogte worden ontdekt daar van nader en getrouwelyk op gemelt te zullen doen, omme deeses inventaris daar meede te kunnen amplieeren.

Tot securiteit van dien is deeze door den inventarianten ons gecommitteerde Weesmeesteren neevens my adj:t Commis behoorlijk gesubscribeerd.

Als gecommitt:de Weesmeesteren: A:V: Bergh, G:E: Overbeek

Voor den opgaaf: B: van Niekerk

Mij present: P:E: Faure, Adj: Commis:

MOOC8/24.38

{18041002} 2 October 1804 Hendrik Matthijzen

R: Dozy

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als ’er op Zaturdag den negen en twintigsten dag der maand September in den jaare onzes Heeren een duijzend agt honderd en vier des avonds de clocke zeven uuren, ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten, door den burger en geweesen onderschout Hendrik Matthijzen ten voordeele der drie minderjarige kinderen door zijne vooroverleedene dogter Sophia Christina Matthijzen in twee onderscheidene huwelijken verwekt, als

a) bij wijlen Johan Heinrich Exter 1) Elizabeth Geertruijda Ludwica Exter oud 14 en
2) Heinrich Gabriel Exter oud 12 jaren
b) bij Hendrik Ekermans 3) Hendrik Pieter Ekermans oud 4 jaren

Invoegen als het een en ander door de ondergeteekende gecommitteerdens na gedane ontzegeling en volgens het op- en aangeeven van bovengem: Hendrik Ekermans zjn opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande dezelve goederen en effecten in de volgende, namentlijk:

Een huijs en erf staande ende geleegen in deese Tavelvallij in de Casteelstraat in ’t Blok V:V:
twee huurhuijsen en erven meede geleegen in deese Tafelvallij in de Klipvischsteeg in ’t Blok R:R: en aldaar een gedeelte van N:o 1

In eerstgem: woonhuijs en aldaar

In het voorhuijs
een kloklantaarn
twee schilderijen
twee staande huijshorologies
zes gematte stinkhoute stoelen met losse blaauwe trijpe kussens
twee groote witkopere quispeldooren
In de voorkamer ter regterhand
twee groen armosijne ophaalgordijnen met derzelver planken
een spiegel en zes illusties met vergulde lijsten
een schilderij met vergulde lijsten
twaalff gematte stinkhoute stoelen met losse roode trijpe kussens
een stinkhoute rustbank met vaste roode trijpe zitting
een stinkhoute lade tafel met zilver beslag en daar in
in de eerste lade
een optoom hoed
in de tweede lade
een optoom hoed
een parthij lijsels en quasten voor paarde tuijgen
in de derde laden
drie optoom hoeden
een stinkhoute lessenaar met zilver beslag op zijn voet, waar in
een garnituur rouwgespen
drie kopere kraanen
twee pakken kopere spijkers
een slonje
een stel koopere ladeslooten van agt met drie sleutels compleet
vijf dozijn vergulde knoopen en voorts eenige kleinigheeden
vier guerridons
ses geel kopere quispeldooren
een stinkhoute taveltje met een lije blad
drie porcelijne Chineese beelden
In de voorkamer ter linkerhand
twee groene armosijne ophaalgordijnen met derzelver planken
zes differte spiegels en twee illustres met vergulde lijsten
een schilderij zijnde het portrait van den overleedenen aan den oudsten kleijnzoon, Hendrik Gabriel Exter, onder approbatie van ’t Collegie verbleeven en aan zijnen stiefvader Hendrik Ekermans afgegeeven
een stinkhoute cabinet met zilvere beslag en daarin
vijf gonnen
zeven cabaaijen
zeven rokken
een waaijer
twee mantels
en eenige andere kleijne vrouwe kleeding stukken, zijnde de kleederen van des overleedenens laatste vooroverleedene huijsvrouw
in de eerste lade
sesthien differente vesten
veerthien differente broeken
negen paaren gaare kousen
een groene armozijne ophaal gordijn en
een restant kruijnagelen
in de tweede lade
twee zwarte lakense rokken
twee donker blaauwe rokken
twee grijse rokken
een bouteille couleure [rokken]
een bruine [rokken]
een donkerblaauwe lakense overrok
in de derde lade
twee donkerblaauwe lakense rokken
vier groene lakense rokken
een lever couleure lakense [rokken]
een roodlakense geborduurde camisool
een groene lakense vest
twaalff stinkhoute stoelen met roode trijpe vaste kussens
vier leuning stinkhoute stoelen met roode trijpe vaste kussens
ses witkopere quispeldooren
vier guerridons
twee stinkhoute halfronde tavels met zilver beslag en marmere bladen
twee stinkhoute vierkante theetavels
twee wit Chiniaas koopere inktkookers met armblakers
In de gaanderij
een kloklantaarn
twee groene armozijne ophaalgordijnen met derzelven planken
drie spiegels met bruine lijsten
twee kleijne glase illusters
vier schilderijen
een cayate houte klaptavel
een cayate houte theetavel
een stinkhoute tavel met een lijeblad
een stinkhoute tavelkasje
een stinkhoute hoekkasje
zes gematte stinkhoute stoelen met losse blaauwe trijpe kussens
een wit kopere wasch lampet met zijn bak
in een muurkasje
ses karaffen in zoort
een en twintig bocaalen
twee confituure potten
twee en zeventig kelkjes in zoort
vijfthien bierglasen in zoort
In de agterkamer
een rood ophaalder met zijn plank
twee spiegels met bruijne lijsten
een groote schilderij met vergulde lijst
ses kleijne [schilderij] met zwarte lijst
een kajate houte ledikant
een kajate houte glase kast waarin
eenige beschreevene boeken en wat rommeling
twee kelders met ledige flessen
een stinkhoute comptoir met laden waarop
vijf porcelijne bekertjes en waarin
in de lessenaar
drie pakjes wit gaarn
elff flesjes Haarlemmer olij
een glaase trommeltje
een foudraal waar in
een nesje bierglasen
een tombache snuifdoos
een kleijne etui /:defect:/
een paar goude oorbelletjes met steenen ingevat /:defect:/
een pakje vergultzel
een cris en
eenige andere kleinigheedens
in de lade
een lb gaarn in zoort
drie pakjes geele knoopen
een rolletje gestreepte groene lustring
twaalff tavelmessen met witte ijvoore hegten
ses en dertig tavelmessen met plettet hegten
twaalff tavelmessen met zwarte hegten
twaalff tavelmessen en twaalff vorken met groene hegten
vijfthien staale vorken
twee paar trancheer messen en vorken
vier messen en vijf rocken in zoort
vijf staale snuijters
in de lade
eenige kindergoed
ses cajate houte stoelen met losse roode trijpe kussens
een cajate houte tavel met een lade
een cajate houte tavel met een lije blad
een stinkhoute hoekkasje en daar in
een scheerdoosje
drie witkopere snuijterstandaarts waarvan een defect
twee glase flesjes
twee pakjes chocoladen
en waarop
een wit kopere theemachine met zyn wit kopere onderblad
vier wit kopere kandelaars
drie oude geelkopere kandelaars
een groote aarde kan
In de keuken
een potte rak
een tavel
agt ijzere potten in zoort
een kopere waterketel
twee ijzere koekepannen
twee ijzere roosters
een ijzere drievoet
vier ijzere schoorsteenkettings
een vuurtang, aschschop en eenig ander combuijsgereedschap
Op de zolder op het voorportaal
een kist met een hangslot waarin
een p:s blaauw carsaaij
een lap blaauw carsaaij van 8 ellen
een p:s bruine droget 1/2 el breed 36 ellen lang
een lap grof bruijn laken van 12 ellen
een ruuw voeringlinnen van 16 ellen
een lap van circa 2 1/2 ellen gestreept
welk een en ander gedestineerd zijnde tot het maken van kleederen voor de slaven des boedels, dienvolgens onder goedkeuring van Heeren Weesmeesteren onverkogt zullen worden gelaten
een spiegel met vergulde lijsten /:defect:/
ses oude schilderijen met vergulde lijsten
drie schilderijen zijnde portrait stukken van den overleedenen aan Hendrik Ekermans onder approbatie van Heeren Weesmeesteren afgegeeven, omme onder des overleedenens klijnkinderen te worden verdeeld
een cajate houte klaptavel
een cajate houte theetavel met een lade
een kleijne huijsladder
een kapstok
[Op de zolder] in de kamer n:o 1
de kleederen en ’t geene verder aan de bij den overleedene woonagtig geweest zijnde stiefdogters behoord
[Op de zolder] in de kamer n:o 2
een pendule
twee spiegels met bruijne lijsten
ses schilderijen op glas
een kleijne [schilderijen] met vergulde lijsten
een groote [schilderijen] met vergulde lijsten
een ledikant met wit behangzel en daarop
een onderbed
twee peuluw
ses kussens en
een wolle combaars
een stelletje met zijn porcelijne pot
een stinkhoute theetavel
een bed taveltje
ses stinkhoute gematte stoelen met losse roode trijpe kussens
een stinkhoute gematte armstoel met vaste roode trijpe zitting
een stinkhoute gematte armstoel met vaste groene trijpe zitting
een kleine kopere quispeldoortje
een kleine vijzel met zijn stamper
een kleine tavelschel
een kleine vuurtesje
een rijspijp /:defect:/
vier rijsweepen
drie rottings in zoorten
een blaauw lakense mantel
een grijse jas
een bruijne jas
een oude grijse lakense rok
twee roodlakense vesten
een vuilnisblik
twee kapmessen
een klederborstel
een vliege waaijer
ses paaren oude stevels
twee stevel blokken
een koffer en daar in
thien wit casimiere baatjes
drie en twintig wit casimiere broeken
een wit zatijne [broeken]
vier wit zatijne baatjes
een ledige coffer
een mahonijhoute ladetafel en daar in
in de eerste lade
een egte sjaal
vier egte onderbaatjes
in de tweede lade
vier zwarte zijde baatjes
ses zwarte zijde broeken
een zwarte lakense [broeken]
een zwarte lakense baatje
een rood casimiere baatje
zeven gecouleurde zijde baatjes in zoort
in de derde lade
vijf grijse casimiere broeken
ses geele casimiere broeken
in de vierde lade
veerthien witte casimiere broeken
een stinkhoute cabinet met koper beslag waarop
een stel porcelijne kaspotten en waar in
twee paar pistolen
twee ronde hoeden
een en sestig witte broeken in zoort
drie en dertig manshembden
twaalff geele Chinees linnense broeken
een gestreepte ginganse lange broek met zilvere knoopen
drie en twintig linnense onderbroeken
vier en veertig witte onderbaatjes in zoort
een tjaalise [onderbaatjes]
vier chitze onderbaatjes
ses wit casimiere onderbaatjes
zeven voerchitze slaapcabaaijen in zoort
een voerchitze moorse rok
een chitze moorse rok
agt witte stropdassen
ses witte slaapmutzen
negenthien halsdoeken in zoort
vier zijde zakdoeken in zoort
twee dasse kussingjes
drie p:r zwarte zijde kousen
vijf p:r witte zijde kousen
ses paar witte catoene handschoenen
drie paar witte cabrette handschoenen
een zabel met zilver gemonteerd
een zijdgeweer met zilver gevest
een rotting met een goude knop
een rotting met een beene knop met goud gemonteerd
vier en veertig paar wit catoene koussen in zoort
een blaauwe zijde buijkgort
ses paaren zeemsleere handschoenen
een bureau tavel en daar in
boven in ’t bureau
twee oude memorieboekjes
twee zijde geldbeursjes
twee kleederborstels
ses pennemessen in zoort
vier messen in zoort
drie brillen in zoort
een brandglas
een noote muscaate rasp en
eenige andere kleijnigheeden van weinig waarde
in de eerste lade
vier geestelijke boeken in zoort
een cris
een Nederduitsche Bijbel, zijnde van des overleedenen voorverstorvene laatste huijsvrouw - die Gecommitteerdens op verzoek van Ekermans en onder approbatie van ’t Collegie aan derzelver oudste dogter zonder betaling hebben afgegeeven
in de tweede lade
twee catoene slaapmutsen
twee verrekijkers
een fluijt travers
een groote kleedermakers schaar
een boslemmer mes met zijn scheede
een dons quast
een stuk wax en
eenige kleinigheeden van weinig belang
[Op de zolder] in de kamer n:o 3
twee en dertig mudden garst
een scheepel
een koornschop
[Op de zolder] in de kamer n:o 4
een kleijne oude spiegeltje
een raam van een spiegel
twee barometers
twee vergulde gurendolers
een Chineese vliege waaijer
een kleijne schilderij
een cajate houte ledikant waarop
twee beddens
een peuluw
vijf kussens
een vlag
drie ledige kisjes in zoort
een kast waarin
eenige botteilles roode wijn
twee schraapers
twee hamers
een troffel
een vang ijzer
een stuk zijldoek
sesthien zijldoekse muddezakken
twee zijldoekse kafzakken
twee halsters
twee trensen
een slijpsteen met bak en slinger
een cajate houte theetavel
drie kopere coffij kannen in zoort
een wit kopere schenkblad
een blikke trommel met eenige pakjes hair poeder
negen groote hangsloten
thien ordinaire stoelen
zeven roode trijpe kussens
zes wit kopere quispeldoren
een groote ijzere pot
een spanzaag
een rolstok
een zijl
een stinkhoute nagtstelletje met zijn porcelijne pot
een stinkhoute cattoenhaspel
een koffer en daar in
agtthien witte gordijnen
twee witte gordijnen rollen
drie roode gordijnen met een val
een parthij gordijnlijnen in zoort
een toiletje /:defect:/
een kist genommerd n:o 1 en daar in
een stel wit doerias ledikant behangzel
een en twintig servietten en handdoeken
elff kussensloopen
drie schrijfboeken
een kist genommerd n:o 2 en daar in
zeven paaren nieuwe camoesledere schoenen
een paar muijlen
een riem kleijnformaat papier
een restant kleijnformaat papier
drie bossen penneschagten en voorts
eenige ophaalderplanken en wat rommeling
[Op de zolder] in de kamer n:o 5
een rak waar op
een porcelijne soupterrine
zeven en veertig porcelijne schotels in zoort
een hondert negen en dertig schotels borden in zoort
zes en twintig porcelijne rijspieringjes
zeven porcelijne souspotjes in zoort
een porcelijne waschlampet met zijn kom
vijf porcelijne waterborden
twee porcelijne saladebakken
een porcelijne groote kom
twee porcelijne scheerbekkens
twee porcelijne handquispeldoortjes
een koffij molen
een kopere vuilnisblik
een steekbekken en voorts
eenige ledige flessen potten en wat rommeling
een rak op dewelke
vier ledige porcelijne confituure potten
twintig porcelijne manderijnkommetjes
een tinne tabaksdoos en voorts
eenig defect porcelijn en wat rommeling
een kamerbesem
een handstoffer
een assagaaij
een handbijl
een kapmes
vier kopere ketels in zoort
een kopere taartepan
een ijzere braadpan
vijf tinne schotels
agt ledige potten en boujangs
twee halve picols candij zuijker
een groote doos met tabak
drie ledige tabaksdoosen
een kasje met een restant glase ruijten
twee blikke trommels
een water emmer
drie en twintig en een halve lb: koper gewigt
sesthien lb: lood en ijzer gewigt
een octant met zijn foudraal
drie ijzere potten
drie ijzere kettings
twee ijzere roosters
twee ijzere drievoeten
een ijzere vuurtang
een ijzere asschop
een tabaksmes met zijn plank
een blikke nagtlamp
een kistje waarin
een parthij porcelijn in zoorten
vier kettings
een ijzere potlepel
een blikke potlepel
een kisje waarin
twee groote glaase ruijten
twee vleesch balijs
een kisje met een kleijne restant provisie
drie manden in zoort
een kloklantaarn
twee ledige kisten
een huijsladder
twee stukken krijt en voorts
wat rommeling
Op de agterplaats
een chais
twee waterhalfaamen
een kopere beker
vier balijs in zoort
een vleesch blok
een kadel
een kruijwagen voorts
een parthij oud houtwerk en wat rommeling
In een buijten vertrek of pakhuijs
een draagstoel met stokken en banden
een water halffaam
een groote balij met talk
een kaarse balij
zeven strijkijzers in zoorten
een kopere glase spuijt
twee rolstokken
een houte olij en azijn standaart met glase flessen
een kopere vergiettest
een kopere handlantaarn
twee blikke [handlantaarn]
een kapmes
een kopere kandelaar
twee houte lepels
een parthij oud porcelijn en aarde werk en een parthij rommeling
In de paardestal
twee blaauwe schimmel chaispaarden
twee stellen chaistuijgen met koper beslag
een [stellen] chaistuijgen met ijzer beslag
een rijd zadel
een parthij waarloose strengen, lijsels, halsters en riemen
een bad balij
een kruijwagen
een rijstblok met zijn stamper
elf ledige vaten in zoort
negen ledige kasten in zoort
een ledige groote mand
drie huijsladders
twee houtbijlen
een oude rak
een wateremmer
een oude graaff
twee teerputzen
twee hak bladen
een eikhoute plank en voorts
eenig oudstal gereedschap, houtwerk en rommeling
Op de kaff zolder
twee oude kadels
een oude deur
een parthij oude houte raamen en
een hoop kaff
In een boven vertrek op de agterplaats
een kist met een hangslot genommerd n:o 1 en daar in
elff wit linnense nagt hembden
agt en sestig linnense onderbroeken
vijf stukken wit linnen
vier gemaakte chitze slaapcabaaijen
twee gemaakte voerchitze slaapcabaaijen
vier chitze sprijen in zoort
zeventhien oude onderbaatjes
vijfthien roode Custdoeken in zoort
agt Bengaalse kleedjes in zoort
drie zijdgeweeren met zilver beslag
een kist met een hangslot genommert n:o 2 en daar inne
vier en vijftig beddelakens
agt en twintig kussenslopen
zeven handdoeken
eenhonderd tachtig servietten in zoort
twee tavellakens
eenhonderd veerthien manshembden in z:t
drie en dertig nieuwe manshembden
een kist genommerd n:o 3 waarin
een restant rijst
een kist genommerd n:o 4 waar in
een parthij rijst
een kist genommerd n:o 5 waar in
een parthij kannen en bouteilles met bier
een kist genommerd n:o 6 waar in
een restant coffij
een kist genommerd n:o 7 waar in
een parthij bouteilles bier
een kisje met wax kaarsen
een kelder en daarin
sesthien flessen zoete olij
vier ledige flessen
een kelder met twintig ledige flessen
thien nieuwe rotting manden in zoort
negen bossen rotting
agt stukken cajate hout in zoort
twee oude vengsters
een kast met ledige bouteilles
een timmermans kist met eenige gereedschappen
een houte bak waar in
eenige grendels en knippen
een nieuwe vleesch balij waar in
een restant peper
een schaafbank
een nieuwe vleesch balij
drie en twintig differente vaatjes en balijs
vijf kamerbesems
vijf voetmatten
vier nieuwe waterhalfaamen
twee ledige halfaamen
drie kelders met eenige ledige flessen
een bottel rak waarop eenige ledige bottels en flessen
een kast met ledige bouteilles
een mand met ledige bouteilles
drie water emmers
een voordeur glase raam
een parthy oud touwwerk en ijzere hoepels
een parthij vet kaarsen en voorts
een parthij rommeling
In een houthok
vier houte hekken in zoort
een partij oud touwwerk
Goud- en zilverwerken, mitsgd:s praetieusiteiten
  Loot
een paar goude schoengespen wegende met de beugels 8 1/4
een paar goude schoengespen buiten de beugels 9 3/4
een goude tasch beugel 10 3/4
twee en dertig goude knoopjes 4 7/8
twee en dertig broeksknoopen 1 3/8
een paar goude broeksknoopen 2 3/8
een paar zilver schoengespen weegende met de beugels 10
een paar zilver schoengespen weegende 8 1/2
een paar zilver schoengespen weegende 9
een paar zilver schoengespen weegende 11 1/2
een paar zilver schoengespen weegende 7 1/2
een paar zilver kniegespen weegende 2
een paar zilver spooren weegende 9 1/4
een paar zilver spooren weegende 9 3/4
een zilver zuijkertrommel weegende 16 1/2
een zilver tabaksdoos weegende 10
een zilver knipbeugeltje weegende 3
een zilver knipbeugeltje weegende 3 3/8
een zilver kurketrekker weegende 3 1/4
een zilver kurketrekker weegende 1 3/8
een zilver tabaksconfoortje weegende 10
een zilver snuijfdoos weegende 1 7/8
zes en twintig zilver knoopjes weegende 3
dertig zilver knoopjes weegende 2 1/2
een parthij zilver ringetjes weegende 5 3/8
een parthij oud zilver wegende 8 3/4
een zilver theemachine weegende met het copere conphoor aan hetzelve vast weegende 257 3/4
een zilver coffij kan met hout handvadsel weegende 79 7/8
een zilver conphoortje tot een coffij kan weegende 29 1/2
een zilver melk kan met houte handvatsels weegende 42
een zilver trekpot met houte handvatsels weegende 52
een zilver zuijkertrommel weegende 19 1/2
een zilver peperbus weegende 12 3/4
een zilver koelbakje weegende 15 3/8
een zilver peperbus weegende 16 1/2
een zilver peperbus weegende 13 3/8
een zilver peperbus weegende 16 3/4
een zilver zuijkerpotje weegende 20
een zilver trekpot met houte handvatsels weegende 27 1/2
een zilver mostaartpotje weegende 6
een zilver kandelaar weegende 28 3/4
een zilver kandelaar weegende 29
een zilver kandelaar weegende 29 1/2
een zilver kandelaar weegende 29 1/4
een zilver kandelaar weegende 30
een zilver kandelaar weegende 29 1/4
een zilver olij en azijn stander met een peperbus wegende tezamen 102 1/2
een zilver conphoortje wegende 21 1/2
twee zilver zoutvaatjes wegende 10
een zilver koelbakje wegende 11 3/4
een zilver zouspotje wegende 28
een zilver zouspotje wegende 26
een zilver vuurtesje met een houte steel wegende 19 3/4
een zilver vuurtesje met een houte onderbak wegende 32 3/4
een zilver vuurtesje met een houte onderbak wegende 14 1/4
een zilver vuurtesje met twee houte steelen wegende 27 1/2
een zilver mostaartpotje wegende 11 3/4
ses zilver zoutvaatjes wegende 24 3/8
een zilver schenkblad wegende 135
een zilver schenkblad wegende 66
een zilver schenkblad wegende 50 1/2
een zilver schenkblad wegende 50
een zilver schenkblad wegende 44 3/4
een zilver schenkblad wegende 35 1/2
een zilver schenkblad wegende 29
een zilver schenkblad wegende 26
een zilver schenkblad wegende 13 3/4
een zilvere schenkblad wegende 14
een zilvere schenkblad wegende 17 1/2
een zilvere schenkblad wegende 17 3/4
een zilvere souplepel wegende 21 3/4
een zilvere souplepel wegende 20 1/4
een zilvere souplepel wegende 19 7/8
twee zilvere ragoulepels wegende 25 1/4
twee zilvere ragoulepels wegende 25 1/4
ses zilvere eetlepels wegende 25 5/8
ses zilvere eetlepels wegende 27
ses zilvere eetlepels wegende 24 1/4
ses zilvere eetlepels wegende 25 1/4
ses zilvere eetlepels wegende 23 1/4
ses zilvere eetlepels wegende 24 1/2
ses zilvere eetlepels wegende 36 1/2
ses zilvere eetlepels wegende 36 1/2
ses zilvere eetlepels wegende 36
twee zilvere souslepels wegende 7 7/8
ses zilvere vorken wegende 26 1/2
ses zilvere vorken wegende 23 3/4
ses zilvere vorken wegende 25 3/4
ses zilvere vorken wegende 25 3/4
ses zilvere vorken wegende 38 1/2
ses zilvere vorken wegende 38
ses zilvere vorken wegende 38 1/2
zeven zilvere vorken wegende 27 3/4
ses zilvere theelepels wegende 11 3/4
ses zilvere theelepels wegende 12 1/4
ses zilvere confijt vorkjes wegende 4 7/8
ses zilvere theelepels wegende 4 3/4
vier zilvere zoutschopjes wegende 2 1/2
vijf zilvere theelepeltjes wegende 4 3/4
ses zilvere confijt vorkjes wegende 5
een zilvere cabinet beslag wegende 115
een zilvere zoutvaatje wegende 2 1/4
een zilvere tabaksdoos wegende 15 3/4
een zilvere souplepel wegende 15
elff zilvere eetlepels wegende 39 3/8
een zilvere broekgesp wegende 1 7/8
vier en twintig groote en twaalff kleijne zilvere knoopen weegende 17
twaalff messen en twaalff forken met zilvere hegten
twaalff messen met gladde zilvere hegten
een goude zak horologie met een goude ketting
een goude ring
een goude borstspeld
een goude ring met een steen, zijnde een catte oog
een goude ring met een agatesteen
een goude ring met een agatesteen met robijnen omzet
een zilvere borstspeld met een Ceijlonse diamante steen
een zilvere borsthardje met stale steentjes ingevat
een foudraal waar in een paar diamante oirlietten in goud gevat
een zilvere cachet met een ijvoore handvadsel
zeven fijne steentjes
dertig staalsteene gesleepene knoopen in zilver gevat
een maatlintje met een zilvere huijsje
een zilvere hairpen met een staale gesleepene steen
een goude ring met 25 diamante steenen
tagtig differente potstukjes
Lijfeigenen
een jonge gen:t Leising van Batavia
een jonge gen:t Camar van de Caab zijnde een mans kleedermaker
een jonge gen:t Sabbar van de Caab zijnde een visser
een jonge gen:t Abraham van de Caab
een jonge gen:t Saron van Sambouisa zijnde een mans kledermaker
een jonge gen:t Sumat van Bougies
een jonge gen:t Julij van Bougies
een jonge gen:t Bassar van Balij
een jonge gen:t Baatjoe van Macassar
een jonge gen:t Spadille van Padang
een jonge gen:t Tjetjou van Batavia staljonge
een jonge gen:t Passientie van Ternate
een jonge gen:t Geduld van Macassar
een jonge gen:t Fredrik van de Caap
een jongetje gen:t Joseph van de Caap
een mijd gen:t Doortje van de Caab
een mijd gen:t Amilie van de Caab
een mijd gen:t Seima van de Caab
een mijd gen:t Pamela van de Caab
een mijd gen:t Philida van de Kaap met haar kind gen:t Abdol van de Kaap beide van de Caab
een mijd gen:t Alima van de Caab met haar twee kinderen gen:t Theresia van de Caab en Manuel van de Caab meede van de Caab
een mijd gen:t Regina van Mosambicque met haar drie kinderen gen:t Camies van de Caab , Soumat van de Caab en Roosje van de Caab alle van de Caab
een mijd gen:t Roosje van Mosambicque met haar drie kinderen gen:t Christina van de Caab , Rachel van de Caab en Carolina van de Caab alle van de Caab
een mijd gen:t Marie van Bengalen met haar drie kinderen Agatta van de Caab , Mammat van de Caab en Abdol van de Caab alle van de Caab
een mijd gen:t Louisa van de Caab
een meisje gen:t Rollea van de Caab
een meisje gen:t Asia van de Caab
een meijd gen:t Amilie van de Caab met haar kind Willem van de Caab , dewelke volgens haare declaratie bij den overleedenen heeft verwekt een kind Jacob van de Caab genaamd, welke ook reeds in vrijdom gesteld en gedoopt is
Crediten des boedels
    Rd:s Rd:s Rd:s
  aan contanten in den boedel gevonden, als aan papiere munt   733:6
  120 Spaanse matten a 60 st:s ieder 150
  193 guldens a 24 st:s 96:24
  25 quartjes a 12 st:s 6:12
  798 dubbeltjes a 2 st:s 33:12
  246 schellingen a 6 st:s 30:36
  32 stuijvers 32:--
  makende dus volgens de prys door ’t Gouvernement daarop bepaald   317:20
  aan kopere dubbeltjes   26:--
  ofte tezamen     1076:26
bet:d van Fredrik Wilhelmie over contant geleende penningen blijkens scheepenen kennis de dato 13:e September j:l: groot aan cap:l ƒ3000 ofte     1000:--
  met de renten van dien a 1/2 pc:to per maand zedert den 15 Julij deeses jaars
overgen: van Jan Michiel Kiesewetter over contant geleende volgens scheepenen kennis de dato 29 Augustus 1803 groot aan capitaal ƒ3000 ofte     2000:--
  met den intrest a 1/2 pc:to p:r m:d ’t zeedert den 22 Augustus l:l:
overgen: over contant geleende blijkens onderhandsche obligatie de dato 10 Augustus deeses jaars groot aan capitaal ƒ3000 ofte     1000:--
  met den intrest a 1/2 pc:to per md:
  van Jan Abraham Moes over contant geleende volgens notarieele obligatie de dato primo April 1803 aan cap:l ƒ8400 ofte     2800:--
  met den intrest a 6 pc: zedert p:mo April 1804
  van voorm: Jan Abraham Moes over koop van twee slaven blijkens onderhandsche obligatie de dato 19 Maart 1804 groot aan cap:l ƒ2400 ofte     800:--
  betaalbaar geweest ultimo September l:l:
capitaal en renten voldaan den 8 Junij 1805 David Bijl over contant geleende penningen op hen notarieele obligatie de dato 19 Julij 1804 groot aan capitaal ƒ3000 ofte     1000:--
  met den intrest van dien a 1/2 pc: p:r maand
capitaal en renten voldaan den 15 Maart 1805 door Wolff ter Weeskamer bewys geproduceerd dat de renten voldaan zyn tot September 1804 van Michiel Wolff over contant geleende blijkens notarieele obligatie de dato 3 September 1799 groot aan capitaal ƒ4000 ofte     1333:16
  met de renten van dien a 1/2 pc:to p:r md: ’t zeedert den 3 Septemb:r 1803
capitaal en renten voldaan den 5 Juny 1805 van M: Levie over contant geleende volgens notarieele obligatie de dato p:mo Julij 1799 groot aan capitaal ƒ3000 ofte     1000:--
  met de renten a 1/2 pc:to p:r md: zedert p:mo Julij deeses jaars
capitaal en renten voldaan den 15 Maart 1805 van Johan Fredrik Zeiler over contant geleende penningen blijk:s notarieele obligatie de dato 30 September 1802 groot aan capitaal ƒ9000 ofte     3000:--
  met de renten van dien a 1/2 pc:to p:r md: zeedert den 17 Maij deeses jaars l:l:
als boven bet:d den 15 Maart 1805 over contant geleende op een notar: obligatie de dato 9 Aug:s 1801groot aan capitaal ƒ4000 ofte     1333:16
  met den intrest van dien a 1/2 pc:to p:r maand zedert 8 Augustus j:l:
als gen: voldaan den 15 Maart 1805 over contant geleende blijkens onderhandsche obligatie de dato 15:e Julij 1803 groot aan cap:l ƒ3000 ofte     1000:--
  met de renten a 1/2 pc:to p:r maand zedert den 15 Julij a:c:
voldaan den 5:e February 1805 van David le Double over contant geleende volgens rotarieele oblig: de dato 24 April 1800 groot aan cap:l ofte     800:--
  met den intrest a 1/2 pc:to p:r maand zedert den 24 April deeses jaar
capitaal en renten voldaan den 25 Julij 1805 van Augustijn la Rosa over contant geleende penningen blijkens notarieele obligatie de dato 25 Februarij 1801 groot aan capitaal ƒ3000 ofte     1000:--
  met de renten a 1/2 pc:to p:r md: zedert primo Maart deeses jaars
capitaal en renten bet:d den 25 Julij 1805 van Johannes Heine over contant geleende op een notarieele obligatie de dato 8 Augustus 1799 groot aan cap:l ƒ3000 ofte     1000:--
  met den intrest van dien a 1/2 pc: p:r md: zedert 8 Augustus j:l:
  van s:r Maurits Bartels over contant geleende blijkens notarieele oblig: de dato 13 October 1796 groot aan cap:l ƒ6000 ofte     2000:--
  met de renten a 1/2 pc:to p:r maand zedert den 13 October 1803
  van Ferdinand Christiaan Geijer over contant geleende op een onderh: obligatie de dato 25 September 1794 aan cap:l ƒ1200 ofte     400:--
  met den intrest a 1/2 pc: p:r maand zedert den 25 September 1803
  van de weduwe wijlen F:C: Geijer over metzelaars huur     30:--
bet:d van Hieronimus Salomons over 3 maanden huijshuur tot ul:to September j:l:     61:6
bet:d van Hendrik Kleijnsmit over een maand huijshuur tot ul:to September j:l:     20:18
Disperate schulden
  Rd:s
van A:J: Jonson over op een onderhandsche briefje de dato 16 Julij 1800 50
Lasten des boedels
  Rd:s
aan de vier minderjarige stiefkinderen van den overleedene in namen Wijbrand Elias, Catharina Geertruijda, Dirkje Alida en Geertruijda Sol:a Thuijnsman, weegens derzelver vaderlijk erffdeel, door wijlen hunlieder moeder Geertruijda Wilhelmina Pitielje voormaals weduwe Frans Janssen Thuijsman aan hen bij acte in dato 5 Junij 1789 voor den toemaligen Secretaris van Justitie Willem Stephanus van Rijneveld en getuigen gepasseerd beweesen, aan ieder hunner rd:s400 ofte aan alle vier tezamen 1600:--
aan de evengemelde vier minderjarige kinderen, weegens derzelve moederlijk erffdeel, volgtens acte door de overleedenen in dato 30 Julij 1791 voor den toenmaligen gewoonen clercq ter Justitieele Secretarije Johannes Daniël Karnspek en getuigen gepasseerd aan ieder hunner rd:s955:34 3/4 stuivers ofte aan hen allen tezamen 3822:43
aan de meerm: vier minderjarige kinderen, weegens ’t geene hen uit de nalatenschap van hunne minderjarige overleedene zuster Anna Helena Thuijnsman is aanbestorven, en meede gelijk de voorsz: twee posten in den boedel van den overleedene is berustende, voor ieder hunner rd:s205 46 st:s ofte voor hen allen tezamen 822:36
aan de weduwe Ferdinand Christiaan Geijer voor geleeverde groene garst volgens aanteekening 17:--
aan de in den hoofde deeser gemelde Hendrik Ekermans weegens gedane verschotten voor de begravenis en huijshouding als anderzints

Aldus na gedane ontzegeling g’inventariseerd ten woonhuijze voorm:t op den 2:de en 3:de October 1804.

Als gecommitt:e Weesmeester: Daniël de Waal

Voor den opgaaff: J:C: Ekermans

Mij present: J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/24.39

{18050702} 2 Julij 1805 Clara Maria Pietersz

Inventaris van zodanige goederen en effecten als ’er op Vrijdag den agt en twintigsten dag der maand Junij in den jaare onzes Heeren een duijzend agt hondert en vijf ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door Clara Maria Pietersz: weduwe van wijlen den burger Coenraad Schein, ten voordeele haare nagelatene hier ondertemeldene kinderen en kindskinderen, met naamen

1) de kinderen van wijlen Pieter Johannes Schrein in huwelijk verwekt bij Christina Menian, met namen: a) Coenraad Schrein oud 14
b) Christiaan Wilkens Schrein oud 10
c) Johanna Schrein oud 9
d) Christina Schrein oud 5
2) Sara Wilhelmina Schrein geh:d met Christiaan Wilhelm Wedemeijer
3) Johanna Maria Schrein geh:d met Johannes Lond
4) Clara Magdalena Schrein geh:d met Christiaan de Vos
5) Anna Petronella Schrein oud 24 en
6) Simon Christoffel Schrein oud 19 jaren

invoegen als het een en ander door ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren zijn opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande alle deselve in de volgende namentlijk:

Een huis en erff, staande ende geleegen in deese Tavel Valleij in ’t Blok R:R: en aldaar een gedeelte van N:o 1

In opgemelde huis en aldaar

In ’t voorhuis
een rood ophaal gordijn
twee spiegels met vergulde lysten
agt stoelen met roode trype kussens
een klaptavel
een vierkant tavel met een steene blad
een tinne kast
een geel kopere wasch lampet
een rood kopere theemachine
een glaase kast waarin
ses caraffen in zoort
vier confijt potjes in zoort
agt bierglasen in zoort
agt kelkjes in zoort
twee zout vaatjes
een zout [vaatjes] daar in
vier porc: bakpotten
twee zuijkerpotjes in zoort
twee en twintig porc: kopjes en pieringjes in zoort
twee thee doosjes
twee melk kannetjes in zoort
twee blikke zoutvaatjes
In de kamer ter regterhand
twee rood ophaal gordijnen
twee jalousie matten
twee spiegels met vergulde lijsten
agt stoelen met ses roode trype kussens
een vierkant tavel met een steene blad
een jaty houte ledikant met roode behangzel
twee guerridons
ses geelkopere quispedoors
drie stooven
een cabinet met een stel porcelijne potten
waarin
de kleederen en linne goed van de overleedene
een bureau waarin
een tavel horologie
een milet doosje
ses messen en
ses vorken met plettet heften
een trancheer mes en vork
twee dessert messen en vorken
agtien stale vorken met houte en hoorn hegten
een snuijterbakje met twee plettet snuijters
een pakje met wat zylnaalden
zeven flesjes met Halse medicamenten in zoort
een vergulde horologie sleutel
een knipmes
een koker met slagters gereedschap
eenige visch hoeken en loot en voorts wat rommeling
een inkt koker
In de kamer ter linkerhand
een roode ophaal gordijn
een spiegel met vergulde lysten
vijf stoelen
een oly houte ledikant met rode behangzel
In de dispens
een kopere ketel en conphoor
twee kopere coffij kannen in zoort
zeven geelkopere kandelaars
een geelkopere blaker
vier snuijters
vier verlakte schenkborden in zoort
een geelkopere nagtblaker
drie tinne schotels
een geel kopere conphoor
twee aarde bakken
vijf witte aarde schotels in zoort
een en dertig diepe en vlakke borden in zoort
vier blikke melk manten
een wit aarde gorgelet
een kopere melk kannetje
In de combuis
een etenskast waarin
een koffij en
een peper molen
twee soupterrines /:defect:/
vier schootels in zoort
twee aarde potten
een kopere vijzel
twee water halfamen met deksels
twee water emmers
een rijstblok en stamper
twee kopere ketels
twee kopere castrollen met dekzels
zeven yzere potten in zoort
een groote kopere water ketel en
een kleijne kopere water ketel
twee koekepannen
twee drie voeten
twee roosters
een schuijmspan
een yzere lepel
een vork
een aschschop
een vuurtang
twee raspen
een combuis tavel
een vleesch blok
twee schoorsteenkettings
Op de zolder in een voorvertrek
een tavel
twee stoelen
een dambord met schijven in een zakje
twee schuijtsriemen en
een plank
twee gordijnplanken
een schoorsteen ijzer
een kist /:ledig:/
een kist /:ledig:/
een kist met een parthij ledige bouteilles
[Op de zolder] in de kamer n:o 1
twee roode ophaal gordijnen
ses schilderijtjes
drie stoelen waarvan een defect
vier tavels
negen bulzakken in zoorten
vyf peuluwen in zoorten
agthien kussens in zoorten
drie doorgereegen chitze combaarsen
vijf wolle combaarsen
twee nagt spiegels
vier jalousie matten
[Op de zolder] in de kamer n:o 2
twee roode gordijnen
negen schilderijen
twee spiegels
een liqueur kisje
[Op de zolder] in de kamer n:o 3
een toonbank
twee kisten
drie ledige kelders
vier kopere taartepannen met deksels
een poffertjes pan
een zuijkerbroodform
een kopere water ketel
een kopere braadpan
een kopere confyt ketel
een kopere schaal en balans
een kopere schaal en balans
een parthij gewigten
een tinne soupterrine met zijn dekzel
drie strijkijzers
een blikke broodbak
drie blikke trommels
twee booter mouten
een koorn scheepel
een rol stok
agt manden in zoort
een hand lantaarn
twee kopere kraanen
een tabaksmes
een parthy timmermans gereedschap
een blikke salade emmer
twee blikke tregters
een meelzift
twee par à sols
twee kapstokken
vijf ledige flessen in zoort
drie catoen haspels
een aarde trekpot
drie porc: bier mokken
een wit aarde melk kannetje
een porc: gorgelet
vier porc: kommen in zoort
vier porc: visch bladen
een porc: gorgelet en kom
ses en veertig porc: borden in zoort
thien porc: schotels
een porc: scheerbekken
een porc: nagtspiegel
vijf stoof tesjes
elff Bijbels en boeken in zoort
een cijffer leij
een verffsteen
twee rottings met zilvere knoppen
een [rottings] met ijvore [knoppen]
vijf zakken in zoort
een pakje kaarse catoen
In een buite pakhuijs
twee halve leggers waar van
een met een restant wijn
een houte wijn tregter
twee wijn emmers
ses potten in zoort
twee yzer rakken
een defecte soupterrine
twee en twintig ledige bouteilles
een vat, en daar in
een dreg en
een dreg touw
twee balast manden
een ledige kast
een duijve hok
twee vaten waarin
een restant kalk
een visch balij
drie teer kwasten
een defecte dreg
twee ledige halfaamen
een steven voir een sol
drie knien
thien planken
een defecte lantaarn
een end van een vijqer trus
een kelder
een balij
Op de agterplaats
twee ladders
vier balijs in zoort
een kapbord
een steene waterbak
twee emmers waarvan een defect
een vogel cooij
een schuit waarbij
vier riemen
twee masten
een spriet
een haak
twee drang boomen
een grootzyl en fok
een koevoet
Lijfeigenen
een jonge gen:t Bekkes van Bengalen visser
een jonge gen:t Domingo van Bengalen
een jonge gen:t September van Bengalen visser
een jonge gen:t October van Malabaar kock
een jonge gen:t Maart van Malabaar oud
een meyd gen:t Saronie van Bogies
een meyd gen:t Camonie van Bogies
Zilverwerk
een trekpot weegende 26 3/4 loot
een zuijkerpotje weegende 20 loot
een thee zeeftje weegende
een thee lepeltje weegende
een souplepel weegende
twaalff eet [lepel] weegende
ses thee [lepel] weegende
een confyt vorkje weegende
twaalff messen met zilvere hegten weegende
vyf paren kniegespen weegende
een [paren kniegespen] weegende
een snuifdoos
een schrey kokertjen
een knip beugel
een zilvere staaff
Crediten des boedels
  Rd:s
aan contanten in dezelve gevonden en de ondervolgende muntspecien een somma van zeven en vyftig ryxd:s te weeten
aan papiere munt 39:30
agt Spaanse matten a 60 stv:s 10:--
thien schellingen a 6 stv:s 1:12
een hondert drie en vijftig dubbeltjes a 2 stv:s 6:6
Somma Rd:s57:--
wordende alhier pro memoria bekend gesteld dat volgens declaratie van voorm: Wedemeijer den overleedene aan de erffgenaamen des boedels van wijlen Sijmon Willemse nog debit komt te weesen, van welk debet door hem een nadere opgaaff zal worden gedaan

Aldus gedaan en g’inventariseerd voor gedane ontzegeling ten huijse voorm: op den 2 Julij 1805 ende zulx op het op- en aangeeven van de reeds gem: Wedemeijer, dewelke verklaarde zig hier inne ter goeder trouwe gedragen en niets verzweegen of te rug gehouden te hebben, dat tot voorm: nalatenschap behoord, moogen hij ook getuigde de deugdelijkheid zyner opgevene ten allen tyde als gerequireerd werdende met eede gestand te doen en verdere belofte zo hier na nog iets tot voorsz: boedel mogte worden ontdekt daarvan weeder en getrouwelijk opgaaf te zullen doen om deese inventaris daarmeede te kunnen amplieeren.

Tot securiteit van dien is deese door gen: Wedemeijer en ons ondergeteekende gecommitteerde Weesm: neevens mij adj:t Commis behoorlijk gesubscribeert

Als gecommitt:de Weesm:ren: A:V: Bergh, G:E: Overbeek

Voor den opgaaff: Wedemeijer

Mij present: P:E: Faure, adj:t C:

Pro memorie word alhier genoteerd, dat

1) de kleederen van den overledenen zo veel mogelyk in equale portien onder de vier nagelatene dogters bij lotinge syn verdeelt,

2) het gemaakte linnen goed in den boedel gevonden, op verzoek der meerderjarige kinderen onder de gezamentlijke erfgenaamen, in zoo veel portien als ’er staken zyn, mede by lotinge verdeeld zynde, dezelve voor haar aandeel hebben gekregen, te weten

De kinderen van wylen Pieter Johannes Schrein, in huwelyk verwekt by Christina Nieman met namen
1) Coenraad Johannes
2) Christiaan Wilhelm
3) Johanna en
4) Christina Schryn
5 lakens
6 slopen
2 handdoeken
2 servietten
Sara Wilhelmina Schryn geh:d met Christiaan Wilhelm Wehdemyer
5 bedde en tafel lakens
6 sloopen
3 servietten
1 handdoek
Johanna Maria Schryn get:d met Johannes Lond
5 bedde en tafel lakens
6 slopen
2 servietten
2 handdoeken
Clara Magd:a Schryn geh:d met Christiaan de Vos
5 lakens
6 slopen
3 servietten
1 handdoek
Anna Petronella Schryn oud 24 jaar ter woon geplaatst by Joh:s Lond
4 bedde lakens
5 slopen
3 handdoeken
5 servietten
Simon Christoffel Schryn
5 lakens
6 slopen
3 servietten
1 handdoek

Terwyl de portie aan de voorsz: kinderen van wijlen Pieter Johannes Schryn te beurt gevallen, ten behoeve van dezelve by publicque verkoping is te gelde gemaakt

MOOC8/24.40

{18041106} 6 November 1804 Maria Aletta Mosterd

Inventaris van zodanige goederen als ’er op Vrijdag den tweeden dag der maand November in den jaare onzes Heeren een duijzend agt hondert en vier ab intestato met ’er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door Maria Aletta Mosterd, ten voordeele van haren overgebleevenen man den geweezene schipper Johannes Noordberg ter eenre, mitsg:s haare hier ondertemeldene erffgenamen, te weeten

1) haren vader Hendrik Mosterd , als meede hare zusters en broeders, met namen: in de eene helfte ter andere zijde
2) Hendrik Mosterd mondig in de wederhelfte
3) Hester Martha Mosterd mondig
4) Elizabeth Petronella Mosterd mondig
5) Geertruijda Isabella Mosterd mondig
6) Ernestus Jacob Mosterd onmondig
7) Johannes Gerhardus Mosterd onmondig

invoegen als het een en ander door ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren ingevolge opgaaff van voorm: hare zuster Elizabeth Petronella Mosterd, bij absentie van der overleedene man die zig op een wijze na de Algoa Baaij komt te bevinden zijn opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande alle deese goederen in de volgende, namentlijk

In een huur huijs van Jan Sefkens en aldaar

In de voorkamer
een gestreepte ophaalder met planken en lijnen
drie spiegels in zoort
twintig schilderijen in zoort
een ledikant waarop
een bulzak, peuluw, zes kussens en een wolle deken
een kadel waar op
een bulzak, twee kussens en een wolle deken
een kleijne kadel en waar op
een bulzak en twee kussens
een lessenaar, waar in
vier zilvere eetlepels
drie confijt lepeltjes
drie confijt vorkjes
een goud horologie
drie vierkante taveltjes
ses stoelen met groene trijpe kussens
een kist waar in de kleederen van de overl: bestaande in
drie tabbaarts in zoort
vijf rokken in zoort
vier cabaatjes in zoort
twee hembden
twee borstrokken
drie halsdoeken
twee hoeden als meede
ses lakens
zeven slopen
twee servietten
drie spreijen
vier baaije luijers
neevens de kleederen van der overl: man in den hoofde deeses gemeld te weeten
vier rokken in zoort
vijf broeken
thien baatjes
ses paren kousen
een roodcopere theemachine
een verrekijker
een schijfkisje
een blikke trommel
drie cijverleijen
twee ellen
een rotting met zilver gemonteerd
een alketijfjen
een schel
twee verlakte schenkbladen
drie zandlopers
drie spuuw baletjes
twee oude damborden
een zeeboek
een parthij kaarten
een parthij boeken
twee vuurstooven
In de gaanderij
een tavel
een zijl
een hangmat
een sluijtmand
een kapstok
een zadel met desselfs toom
een tabaksdoos met wat tondel
In een in de muur gemetzelde glaase kast
twee caraffen
een verlakte schenkblad
vier kelkjes
een porc: trekpot
een porc: lampet met zyn com
twee wit aarde schotels
vier wit aarde borden
drie messen
agt stale vorken
een kopere coffijkan met zijn test
twee kopere kandelaars
twee snuijters
een strijk ijzer voorts
wat boulettes en glaswerk
In de combuijs
een tavel
een water halfaam
twee emmers
drie kleijne vaatjes
drie yzere potten
een kopere ketel
een kleijne poffertjes pan
een ijzere braadpan
een rooster
een kopere lepel
een schoorsteen hark
een schoorsteen ketting
twee handstoffers
Op de agterplaats
een oude huijsladder
een parthij touwwerk
een net en voorts
wat rommeling
Inneschulden
    Rd:s
  van de manh: C:P: Brand over contant geleende penn: op een onderhandsche briefje de dato 11 September j:l: 25
  van J: Haverkamp dienstdoende op het schipover contant geleende op een onderhandsche briefje de dato 6 Feb:y 1803 15
  van Dique over twee maanden huyshuur a rd:s20 p:r md: 40
volgens declaratie door bovengem: Joh:s Noordberg op den 5 Jann: 1805 ter Weeskamer gedaan is de obligatie ten lasten W: Serfentijn bereids langen voldaan - J:P: Faure, Secret:s van W: Serfentijn op een onderhandsche obligatie 200
  welke obligatie volgens eene onder de papieren gevonden bewijs, onder berusting van A:B: Blok zig zoude komen te bevinden
ook is volgens declaratie door Noordberg op voorm: datum ter Kamer gedaan, de schuld van den bombardier Droskij aan hem bereids voldaan - J:P: Faure, Secret:s van den bombardier Christiaan Drostkij over 32 maanden kamer huur a 5 rd:s ieder nag 192

Aldus nagedane ontzegeling g’inventariseerd ter huijse voormeld op ses den November 1804.

Als gecomm:e Weesm:ren: Daniël de Haas, W:J: Klerck

Voor den opgaaff: E:P: Mostert

Mij present: P:E: Faure, adj:t Commis

Ampliatie

Inneschulden
    Rd:s
voldaan van den bootsman op de equipagiemeester Bono Otto Kiense over koop van een jol per rest 75
Lasten
    Rd:s
de renten op dit capitaal door Noordberg volgens vertoond bewijs betaald tot den 23 Junij 1805 aan Jan Ludolph over contant geleende penningen op een notarieele obligatie van den 23 Junij 1798 aan capitaal ƒ3000 ofte 1000
  met de renten zeedert den 23 Junij 1804

Aldus opgegeeven ter Weeskamer aan de Kaap de G: Hoop den 25 Januarij 1805 door meergem: Joh:s Noordberg dewelke verklaarde zig daaromtrent ter goeder trouwe gedragen in synes wetens niets versweegen te hebben van het geene tot den voorm: boedel behoord bereid zynde, de deugdelijkheid daar van ten allen tyde als gerequireerde wordende met solemneelen eede nader gestand te doen, met belofte wijders, wanneer en namaals nog mogte worden ontdekt, tot voorm: boedel behorende daarvan als dan getrouwelijk nadere opgave te zullen, daar ten einde deeses inventaris daar meede te kunnen amplieeren.

In teeken der waarheid is deesen door meergen: Noordberg eigenhandig ter presentie van mij Secretaris onderteekend

Als getuigen: P:A: Poupart, H:J: de Wit

Joh:s Noordberg

Mij present: J:P: Faure, Secret:s

Ampliatie

Inneschulden
    Rd:s Rd:s
  van Cornelis Londe voor logies 26
  mitsg:s voor 2 mudden garst 4 30
  van Buijtendag voor gekogte negotie goederen   35
voldaan van Tobias Mosterd aan Papendorp woonagtig voor contant ontfangen 9
een p:s boelang door de meijd Dina geraad 4 13

Aldus nader opgegeeven door voorm: Joh:s Noordberg ter Weeskamer den 29 Januarij 1805

J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/24.41a

{18041203} 3 December 1804 George Lampman

Inventaris van zodanige goederen als er op Zaturdag den eersten dag der maand December in den jaare onzes Heeren een duijzend agt honderd en vier door den bijde tweede classe Auxeliaere bescheiden zijnde soldaat George Lampman ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten ten voordeele zijner onbekende uitlandige erffgenamen, invoegen als het een en ander, ingevolge opgaaff van Johan Fredrik Zeiler door mij ondergeteekende adjunct commis zijn opgenomenen in geschrifte gebragt bestaande alle deese goederen in de volgende, namentlijk

Ten huijse van opgem: Jan Fredrik Zeiler alwaar den overleedene ’t laatste is woonagtig geweest

een blaauw lakense rok
vijf baatjes in zoort
agt broeken in zoort
vijff hembden
een oude jas
vijf paar kousen
vier doeken in zoort
twee ronde hoeden
een zwarte veder
een brieve tast
een zilvere zak horologie
een p:r zilvere knie gespen
een p:r handknoopjes
een knip mes
een Psalmboek
een foederaal met 2 scheermessen
een tonteldoos en staal
een zabel koppel
een ledere dwarszak
twee p:r laarsen
een ledere kalot
een paar schoenen
twee mutzen
een schrijfdoos
Dubieuse inneschulden
  Rd:s
van Lutter over school geld volgens annotatie per rest 6:--
van Anthonij Roux over school geld blijkens annotatie per rest 6:36
van Daniel Roux over school geld blijkens annotatie per rest 5:24
van juff:w Bosman over school geld blijkens annotatie per rest 3:--
van Jan Roux over school geld blijkens annotatie per rest 1:--
Lasten des boedels
  Rd:s
aan voorm: J:F: Zeiler over aan den overleedene gelewerde negotie goederen, twee maanden logies en kostpenn: en gedane begravens onkosten volgens specifique reekening 122:6

wordende alhier pro memorie genoteerd dat volgens declaratie van dikwilsgem: Zeiler de overleedene die te voren zijn verblijf aan het Roode Zand bij zeekere Michiel Houk heeft gehad bij desselfs lewen heeft verklaard de sleutels van zijne aldaar zig bevindende kisten te weesen onder berusting van der eerw: heer Ballot

Aldus gedaan ende g’inventariseerd ten huise voorm:t op den 3:e December 1804.

Als getuigen: C:H:B: Henningh, J:N: Rorich

Voor den opgaaff: J:F: Zeiler

Mij present: P:E: Faure, Adj:t Commis

MOOC8/24.41b

{18041203} 3 December 1804 George Lampman

Inventaris van de goederen van G: Lampman

een zilver horloge
een p:r kuyt gespes
een p:r goude handknopen
een blaauwe jas
een gestreepte baatje
een rok
een knip mes
een Psalm boek
acht broeken in zoord
drie rompjies en 2 [een] baadtjes
vyf hemden
vier doeken
vyf paaren kousen in zoord
twee ronde hoede
een zwarte veer
een postorelle
een voederaal met twee scheermessen
een tondeldoos en staal
een zabel koppel
een ledere rys dwars zak
twee paar laarsen
een lederen kalot
1 p:r schoenen
2 mussen
2 schruyf doosen

MOOC8/24.42

{18050531} 31 Maij 1805 Carel George Lessing

Inventaris van zodanige goederen en als ’er op den dertigsten Maij in den jaare een duijzend achthonderd en vyf ab intestato met er dood zyn ontruijmd en nagelaaten door canonnier bij de twee classe Auxelaire Carel George Lessing ten voordeele zyner onbekende uitlandige erffgenamen, zodanig als het een en ander door mij ondergeteekende Adjunct Commis in presentie van de natenoemenene getuigen zijn opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande alle die goedere in de volgende, namentlijk

Ten huijse van Jan Stibo alwaar den overleedene is gelogeerd geweest

een kist waarin
een oude blaauwe lakense rok
vijf hembden in zoort
twee broeken
agt baatjes in zoort
drie p:ren kousen
ses doeken
een scheermes
een p:r zilvere hemdsknopen
een enkelde zilvere [hemdsknopen]
een tondeldoos en staal
twee steen pype koppen
Crediten des boedels
  Rd:s
aan contanten in dezelve gevonden aan papiere munt 1:6
van A: Coreejes blijkens onderhandsch ongedateerd briefje 12:--
Lasten
  Rd:s
aan voorm: Jan Stibo over en een halve maand huijshuur en kastpenn: a 6 ieder maand 15

Aldus na gedane ontzegeling opgenomen en in geschrifte gebragt ten huijze voorm:d ultimo Maij 1805.

Als getuigen: Jan Stieboij, C: Rorich

Mij present: P:E: Faure, Adj:t Commis

MOOC8/24.43

{18050212} 12 Februarij 1805 Christiaan Wilkens

Staat en inventaris van zodanige goederen als by overlyden van den perzoon van Christiaan Wilkens alhier is bevonden, als

een goude borsspeld
een zilvere borsspeld
een zilvere zak horlogie
een paar zilvere knigespen
een paar zilvere knoopen
een zilvere potloot
een rok
een jas
vier baatjes
agt broeken
drie onderbaatjes
vyf hembden
drie kussen sloopen
twe zwarte zyde halsdoeken
vyf doeken in zoort
drie paar kouse
een slaap muts
twee lappen vlaggen doek
een lediegen tobaksdoos
een katel, een oude stoel
een bet, vier kussens, een peul
een wolle combaars
een coffer, een kleyne doos
overigens niets meer van gemelden zyn nalatenschap bevonden as hier boven gemeld getuygen wy ondergetekendens

Clavervally den 12 Febr: 1805

A: Bestel, K: van Blerk, Joh:s Louw, Alb:z

Zijnde in den boedel nog gevonden aan contanten papiere munt rd:s1:24 neevens een onderhandsche schuldbrief ten lasten Fredrek Lemkeulder over contant geleende rd:s40

MOOC8/24.44

{18041119} 19 November 1804 Pieter Erasmus

Inventaris van zodanige goederen als er ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den burger Pieter Erasmus d’ oude ten voordeele zijner nagelatene hier ondertemeldene kinderen met namen:

1) Hendrina Jacomina Erasmus gehuwd met den burger Willem Basson
2) Jacob Erasmus mondig
3) Sara Johanna Erasmus wed: Gerrit Coetzee en
4) Anna Erasmus oud 20 jaren

invoegen als het een en ander ingevolge opgaaff van opgem: Willem Basson bij wien den overleedene is woonagtig geweest door ons gecommitteerde Weesmeesteren zijn g’inventariseerd, bestaande alle die goederen in de volgende, namentlijk

twee kadels
twee stoelen
een bed met desselfs toebehoren
een borde rak
een kist
een kopere coffij kan
een kopere keteltje
een blikke trommel
een blikke trekpot
een groote ijzere pot
Bij den burger Jan Basson Jansz:
twee stoelen
twee balijs en
een bierpijp
Lijfeigenen
een jonge gen:t Samson van Bougies
een jonge gen:t Cupido van Malabaar
Inneschulden
    Rd:s Rd:s
voldaan van Johannes Christoffel Grijling over contant geleende penningen blijkens onderhandsche briefje de dato aan cap:l   300
  met den renten van dien a 6 pc: ’s jaars
  van Arnoldus Gryling over contant ontfangene 100
  over koop van vier koeyen 42
      142
  van Jacob Erasmus over contant geleende blijkens onderhandsche bewijs de dato aan capitaal   200
  met den intrest van dien a 6 pc: zeedert
  van voorm: Willem Basson over koop van oude wagen   30
Lasten
  Rd:s
aan Matthijs Michielse Basson over een door den overleedene ten behoeve van Maria Elisabeth Albertyn gesepareerde vrou van Christiaan Wykland gepaseerde en bij hem voor contant overgenomen onderhandsche obligatie groot ƒ4000 per rest 100:40
met den intrest a 6 pc:o zedert 10 Maart 1802
aan Lodewyk Botma per rest van rd:s 100 die den overleedene aan hem kwam debet te weeten 16:--
bovengem: Jacob Erasmus over verschotten tot de begraffenis van den overleedenen 6:--
aan voorm: Sara Erasmus weed: Gerrit Coetzee over verschotten tot de begravenis van den overl: 2:--

Aldus gedaan ende g’inventariseerd ter Weeskamer aan Cabo de Goede Hoop op den 19:e November 1804 ende zulx op het op- en aangeeven de dikwilsgem: Willem Basson dewelke verklaarde zig hier inne ter goeder trouwe gedragen en niets verswegen of te rug gehouden te hebben wat tot voorm: nalatenschap behoord bereid zynde des gerequireerd werdende met eede gestand te doen, en verdere belofte so hiertoe nog iets tot voorsz: boedel relatie hebbende mogte worden ontdekt, daar van nader en getrouwelyk opgaave te zullen doen, omme deese inventaris daar meede te kunnen amplieeren.

Tot securiteit van dien is deese door meermaalsgem: Basson en ons gecommitteerde Weesm:ren neevens mij Secretaris behoorlijk onderteekend

Als gecommitteerde Weesm: A: v: Breda, W:J: Klerck

Voor den opgaaff: Willem Basson

Mij present: J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/24.45

{18050324} 24 Maart 1805 George Fredrik Rautenbach

Copij

Inventaris van alle zodanige goederen als ’er door George Fredrik Rautenbach bezeeten en gedurende deszelfs onmondigheid met ’er dood ontruimt en naagelaaten, mitsgaders heeden opgenoomen en in waaren weezen bevonden geworden zijn, te weeten

Losse goederen
een geweer
Beestiaal
vijf koejen
drie vaersen
drie jonge bullen
Erfgenaamen
moeder Dorothea Maria Ferreira, weduwe van wijlen den burger Alewijn Jacobus Rautenbach, thans in huwelijk met den oud veldcornet Johannes Stephanus van Nieuwkerk
broeders en susters Thomas Ignatius Rautenbach, oud 12 jaaren
Aloyna Jacoba Rautenbach, oud 10 jaaren

Aldus gedaan en geinventariseerd ter plaatse genaamd de Zeekoerivier op den 24 Maart 1805, en zulks volgens het op- en aangeeven van den oud-veldcornet Johannes Stephanus van Nieuwkerk, dewelke betuigde hierinne ter goedere trouw te hebben gehandeld en niets met zyn weeten te hebben verzweegen of agterhouden, weshalven zich bereid verklaarde, deeze voorenstaande opgaave ten allen tijden des vereischt wordende, met solemneele eede te bekragtigen, met verdere belofte, zo iets nader tot den boedel specteeren mogt koomen te ontdekken, deezen inventaris daarmeede te zullen amplieeren. Alles in bijweezen van Stephanus Ferreira Stephanusz: en Cornelis Antonij Rautenbach als getuigen.

Als getuigen: (was get:) Stephanus Ferreira St:zoon, Cornelis Ant: Rautenbach

Voor de opgaave: (was get:) F:s Step:s van Nieuwkerk

In kennisse van mij: (was getekend) J: Knobel, fung: Secr:

Voor copie conform

L: Alberti, ad interim Landdrost

MOOC8/24.46

{18050319} 19 Maart 1805 Rijnoldus Rutten

Inventaris van zodanige goederen als er op Zaturdag den sesthien dag der maand Maart in den jaare onzes Heeren een duijzend agt hondert en vijf ab intestato met ’er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den onder de 2:e classe Auxeliaire als soldaat bescheiden geweest zijnden Rijnoldus Rutten ten voordeele zijner onbekende uitlandige erffgenamen, invoegen als het een en ander door mij onderget:de Adj:t Commis ingevolge opgaaff van George Michiel Elser alwaar den zelven is overleeden zijn opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande alle deeze goederen in de volgende, namentlijk

een vallies waar in
een jas
twee baatjes in zoort
vier hembden
een lange broek
een paar kousen
een slaapmuts
een vellecombaars
twee zilvere horologies defect
een lijf gordel
Credieten des boedels
    Rd:s
deese cartonne munt by Weesmeesteren blijkens resolutie van [ ..... ] geconsidereerd te weezen billion aan contanten in den boedel gevonden aan oude cartonne munt 57
  van voorm: George Michiel Elser weegens knegts gagie 123

Aldus gedaan ende g’inventariseerd ten woonhuijse van meerm: G:M: Elser op den 19 Maart 1805.

Als getuigen: F: Jantzen, J:N: Rorich

Voor den opgaaff: G:M: Elser

Mij present; P:E: Faure, Adj: C:

MOOC8/24.47

{18040212} 12 Februarij 1804 Mattheus Johannes Nieman , Johanna Christ:a Nieman

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als ab intestato door wijlen den burger Mattheus Johannes Nieman in gemeenschap bezeeten met wijlen Johanna Christ:a Nieman met er dood ontruijmd en nagelaten, mitsgaders heeden opgenoomen en in waaren weezen bevonden zijn geworden, te weeten

Een leenings plaats gen:t de Fonteijns Kloof geleegen aan de Groote Drooge Vlakte
Losse goederen aldaar
drie oude keetels
twee rakken
een tavel
twee stoelen
een oud zadel
drie booren en schaaven
vier bylen en vier sickels
een distel
een parthij oud ijzer
drie oude kisten
zeeven porcelyne borden
een tinne schotel
een trekpot
een oude kom
drie vorken
een oude koffykan
een wagen met zijn toebehoren
een oude ploeg
een vat
een kadel
twee potten
een emmer
Beestiaal
een rypaard
een merrij en veulen
acht en zestig schaapen
honderd twee en zestig geijte bokken
drie aantheel beesten
neegen ossen
Erfgenaamen
Johan Michiel Nieman oud 9 jaaren
Johanna Magdalena Nieman oud 3 jaaren

Aldus gedaan en g’inventariseerd ter plaatse bovengemeld op den 12 Febr: 1804 volgens ’t op en aangeeven van des overleedenen vader Jan Nieman d ’oude, dewelke betuijgde hierinne ter goeder trouwe te hebben gehandeld, en niets met zijn weeten versweegen of agtergehouden, verklaarende hem des bereid deeze voorenstaande opgave ten allen tijde des vereijscht werdende met solemneele eede te zullen bevestigen met verdere belofte zoo iets nader tot den boedel specteerende mogt komen t’ ontdekken deezen inventaris daarmeede te zullen emplieeren en zulks in ’t byweezen van den Clercq Joh:s Doroth:s Camijn en Joh:s Petrus Koen als getuygen.

A:A: Faure

MOOC8/24.48

{18041220} 20 December 1804 Anna Sophia Botha

Copij

Inventaris van alle zodanige goederen als er door Anna Sophia Botha, weduwe Johannes Frederik Botha bezeeten en met ’er dood ontruijmd en naagelaaten, mitsgaders heeden opgenoomen en in waaren weezen bevonden geworden zijn

De opstal van zeekere leeningsplaats gen:d de Buffelshoek geleegen aan Dinidouw aan de Winterhoek
Losse goederen
een wagen
een tentzeil
een bulzak
een bulzak met een kussen
een groote ijzere pot
eenig oud ijzer
een kleine booterkarn
Beestiaal
agt ossen
vier koejen met drie kalveren
vijf en neegentig schaapen
Erfgenaamen
zoons 1) Frederik Johannes
2) Willem Johannes
3) Hendrik Carolus, oud 12 jaaren
dogters 4) Petronella getrouwd met Stephanus Alberssen
5) Mietje Marie, omtrend 16 jaaren oud
6) Anntje, omtrend 10 jaaren oud
7) Elisabeth Susanna, meede minderjaarig
8) Betje, minderjaarig

Aldus gedaan en g’inventariseerd ter Drostdij Uitenhage op den 20 December 1804 en zulks volgens het op- en aangeeven van Frederik Johannes Botha, onder de erfgenaamen vermeld, dewelke betuigde, hierinne ter goeder trouwe te hebben gehandeld, en niets met zijn weeten te hebben verzweegen of agterhouden. Weshalven zich bereid verklaarde, deeze voorenstaande opgave ten allen tijden, des vereischt werdende, met solemneele eede te willen bekragtigen, met verdere belofte: zo iets nader tot den boedel specteeren mogt kommen te ontdekken, deezen inventaris daarmede te zullen amplieeren. Alles in ’t bijweezen van den veldcornet Gabriel Stolz en Baarend Grijling als getuigen.

Voor de opgaave: (was getekend) + + +

Als getuigen: (was get:) Gabriel Stols, Barend C: Greijling

In kennisse van mij: (was getekend) L: Alberti, ad interim Landdrost

Voor copie conform: L: Alberti, ad interim Landdrost

MOOC8/24.49

{18050506} 6 Maij 1805 Johannes Joosten

Inventaris van zodanige goederen en effecten als ’er op Donderdag den tweeden dag der maand Maij in den jaare onzes Heeren een duijzend acht hondert en vijf ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den burger Johannes Joosten, ten voordeele zijner onbekende uitlandige erffgenamen, invoegen als het een en ander door ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren zijn opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande alle dezelve goederen in de volgende, namentlijk:

Een huijs en erff, staande ende geleegen in ’t Kaapsch district aan ’t zogenaamde Papendorp en aldaar een gedeelte van ’t gemelde erff N:o 1 , thands gemerkt A, ter erffsgroote van 193 quadraat roeden en 104 quadraat voeten

In een huurhuijs van d’ eerwaarde heer Christiaan Fleck en aldaar

In het voorhuijs
een spiegel met zwarte lijsten
twaalf schilderijtjes
In de voorkamer
een roode ophaal gordijn met zijn plank
een glaase kast n:o 1 waar in
een en twintig bierglasen in zoort
vijf caraffen
een half bouteille met olijven
een tinne olij en azijn standaartje
twee wit aarde zouspotjes met lepels
een wit aarde trekpot defect
een inktkoker
een blikke theebus
negen p:s loot gewigten
negen poederzakken
vier boeken
drie geelkopere kandelaars
een schilderytje
een blikke wijnpomp
een par àsol
een handrotting
drie degenklinken
een houte bak
een kaffers mandje
vier kopere quispeldooren
een kopere schenkblad
twee zaagen
een bureau met glaase deuren en zilvere beslag n:o 2, daar in
een rood kopere theemachine
een geelkopere koffijkan met zijn test
een geelkopere ketel met zijn comphoor
een blikke rasp
een aarde soupterrine
een rol tabak
een kleijne handlantaarn
een schelletje
een glase caraf
drie kelkjes
een fles met kerrijkruijden
een fles met vogelzaaden
ses ledige flessen
drie halve bouteilles
een parthij kruijdnagelen
twee klederborsels
een schotel
twee borden
drie pieringjes in zoort
zes stukken schoenwax
vier hembden
zeven broeken in zoort
thien baatjes in zoort
agt p:r kousen
een slaapmuts
twee witte schuijfgordijntjes
een kussensloop
vier servietten
twee zak doeken
een lijf band
drie p:r ledere handschoenen
een oude lampher
twee ophaalgordijnlijnen
een glaase kast met zilver beslag n:o 3 waarop
vijf vergulde beelden
waar in
twee blaauw lakense rokken
een gemelleerde [rokken]
een groene [rokken]
drie zwarte lakense rokken
een blaauwe lakense baatje met mouwen
twaalff hembden
thien broeken in zoort
zeven baatjes in zoort
thien zak doeken
vier ophaal gordijnen
een par àsol
een paar witte catoene handschoenen
elff nieuwe zijde doeken in zoort
twee stukken bandannas zijde doeken
negen en twintig linnense doeken
negen p:s blaauwe doeken
een p:s roode [doeken]
vier p:s zwarte voerchitzen
een p:s paarse [voerchitzen]
een bedde spreij
een restant camerdoek
een lapje fijn linnen
drie gecatoeneerde dekens
een tavellaken
een serviet
negen en dertig paren mans schoenen
zeven p:ren vrouwe schoenen
zeven p:ren laarsen
twee blaauwe linnense schuif gordijnen
een dames par àsol
zeven mans hoeden in zoort
een witte pannast
negen en twintig plettet messen in zoort
zes en twintig plettet vorken
vijf messen en
drie en vijftig vorken met houte en hooren hegten
een tinne souplepel
twintig tinne eet [lepel]
twee staale snuijters
een doosje met een parthij tinne schoen en kniegespen
een bakje met een parthij tinne schoen en kniegespen
een bakje met drie dons kwasten en
een parthij knoopen en gaaren
zestig bollen schoenmakers gaaren
een bakje met
twee tabaksdoosen
twee schaaren
een snuijfdoosje
thien flesjes medicamenten
drie pakjes naalden
een [pakjes] band
drie rolletjes lind
vier hagelzakjes en
twee inkt en penne kokertjes
ses doosjes obstructiones pillen
twee vergulde collies
een rak, waarop
ses groote aarde schotels
negenthien aarde borden
twee aarde kommen
elff rollen plakpapier
twee floer matten
drie p:s wit linnen
twee p:s blaauw linnen
twee paren laarse schagten
twintig doosjes obstructiones pillen
een ledere calot
een kopere handquispeldoortje
veerthien en een half dozijn borslemmermessen
thien pakken zijlgaarn
een scheepskaas
een hondert twaalff steenen Kaapsche zeep
drie rolletjes restant tabak
een tinne schotel
drie en vijftig houte bakken
een zak met poederzuijker
een zak met rijst
een kast met een restant coffijboonen
twee witkwasten
een hondert zeventhien voering vellen
vijf gemaakte chambokken
twaalff ongemaakte chambokken
twee ellen
een zadel met schabrak en toom
vijf slooten
een kast met wat ruijten
een tinne compas lamp
drie halters
een hoofdstel
vier oude coffijmoolens
derthien oude koornzikkels
ses pikken
vier dissels
vier hamers
een troffel
drie strijkijzers
een kopere glaase spuijt
twee koorn schoppen
een jagt geweer
een kruijdhoorn
twee hagelzakken
een jakhalsvelle mutz
een jakhalsvelle baatje
een vierkant taveltje met zilver plaatjes
ses stoelen met vaste roode trype kussens
vier bossen vet kaarsen
een ijzere balans met kopere schalen
een ballas mand met wat rommeling
een ledige coffer
In de gaanderij
een wit ophaal gordijn
een staant horologie
een Friese klok
twee vogel cooijen
een klap tavel
een oude lessenaar met zijn voet
een wasch taveltje
een groote ledige coffer
twee huijstrappen
een uithang bord
een rakje
Op de zolder in een voorvertrek
een schoenmakers tavel met een parthij schoenmakers gereedschappen
een kadel
vier ijzere potten
drie aarde potten
een parthij oud touwwerk
[Op de zolder] in de kamer n:o 1
een schuijfgordijn met zijn plank
twee schilderijen
een ledikant met wit behangzel waarop
twee bulzakken
twee peuluwen
agt kussens en
een chitze deken
een blaauwe jas
negen stoelen
een zak met een restant meel
een meerschuime pijp met zilver beslag
drie comijne kaasen
een ronde hoed
een paar laarsen
twee paar schoenen
een moorse rok
een hembd
twee broeken
een baatje
een bedde laken
een slaapmuts
een paar kousen
twee doeken
een kussensloop
een deken
[Op de zolder] in de kamer n:o 2
twee kelders met dertig flessen wijn
twee kelders met ledige flessen
negen Keulse kannetjes
een parthij bouteilles
een blikke melk kan
een ledige coffer
een oude halfaam
een baal steeltabak
twee hooijte papegaaij cooijen
zeven oude schilderijen
vier huijden zool leder
vijf aarde potten
twee paauken en voorts
een parthij rommeling
In de combuijs
een tavel
een etenskast
twee hakke borden
een vleesch blok
twee wateremmers
een rijstblik met zijn stamper
een tinne coffijkan
een kopere vuurtest
een kopere waterketel
drie ijzere potten
een copere confituure ketel
twee copere pannen
een ijzere pannen
een schuimspan
een rooster
een drievoet
een aschschop
een houtbijl
een schoorsteen ketting
een vergiettest
een ijzere haak
een blikke tregter
Op de agterplaats
een huijsladder
een groote mand
een groote kist
een vuilnisblik
ses draagstokken
Goud en zilverwerken
twee goude horologies
een p:r goude oorringen
een zilvere schenkbord wegende 53 loot
een zilvere souplepel wegende 15 loot
een zilvere beslag voor een patroon tast wegende 4 loot
een p:r zilvere schoengespen
een p:r zilvere kniegespen
Lijfeigenen
een jonge gen:t Francois van Mosambicque /:schoenmaker:/
een jonge gen:t April van Mosambicque /:schoenmaker:/
een jonge gen:t August van Malabaar
een jonge gen:t Galant van Mosambicque
een meijsje gen:t Francina van Mosambicque
Bij Johannes Ras
een rijdepaard
een groote mand
Crediten des boedels
  Rd:s
aan contanten in dezelve gevonden aan papiere munt eene somma van een hondert zes en twintig rijxd:s en ses st:s zegge 126:6
Dubieuse en disperaate inneschulden
    Rd:s
  van Piet Wiese over boekschuld 1:24
  van Abraham Moes over boekschuld per rest 29:6
  van Andreas Niemand over boekschuld per rest 6:--
  van Adriaan van Wijk over boekschuld per rest 2:--
  van J:A: du Toit woonagtig aan de Hexerivier over boekschuld 1:30
  van Adriaan Hone over boekschuld 7:--
  van Gerrit Verweij over boekschuld per rest 3:--
  van Petrus Bosman Hermanusz:n over boekschuld 1:24
  van Daniel Morel over boekschuld per rest 3:24
  van Nicolaas Keer over boekschuld 20:42
  van Jacobus Vercueille over boekschuld 60:36
door Leonardus Heijneman op den 9 Aug: 1805 ter Weeskamer en bewijs vertoond dat den schuld voldaan is van Heijneman over een kast kaasen, blijkens aanteekening 26:--
  van Jacobus Joosten d’ oude over boekschuld 28:--

Aldus na gedaane ontzegeling opgenomen en g’inventariseerd ten huise voormeld op den 6:e Maij 1805

Als gecommitt:de Weesmeesteren: A:V: Bergh, G:E: Overbeek

Mij present: P:E: Faure, Adj:t Commis

MOOC8/24.50

{18040424} 24 April 1804 Theodorus Potgieter , Hester Marais

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als ab intestato door wijlen de burgeresse Hester Marais in gemeenschap bezeeten met wijlen den burger Theodorus Potgieter, met er dood ontruijmd en nagelaaten, mitsgaders heeden opgenoomen en in waaren weezen bevonden zijn geworden, te weeten

Losse goederen aldaar
een osse wagen
een yzere pot
een schoorsteen ketting
een bed, twee peulen, vyf kussens en een combaers
vyf tinne lepels
een gorgelet en kom
een bedde zak
een stel gordijnen
drie ledige kisten
een aarde kan
twee blikke trommels
een trekpotje
een Bijbel
drie boeken
een defecte wagenkist
Slaaven
een slaaf gen:t Daton van de Caab
een slaaf gen:t Felix van Bengalen
een slaaf gen:t Nimrot van de Caap
een slavin gen:t Rebecca van de Caap
een slavin gen:t Candasa van de Caap
een slavin gen:t Sara van de Caap
een slavin gen:t Felida van de Caap
Beestiaal
twaalf schaapen
Baten des boedels
    Rd:s
deese schuld ingebragt en verantwoord bij de reekening courant van B: de Vaal van J:J: de Bessner een scheepen kennis de dato 1:e Sept:r 1785 groot 2000:--:--
deese schuld ingebragt en verantwoord bij de reekening courant van B: de Vaal van Jan Roos een scheepen kennis van den 7:e Febr: 1794 groot 1000:--:--
ter Weeskamer voldaan met de renten van den manh:e W:C: Schuchard een schepen kennis pr:o Maart 1794 700:--:--
betaald en verantwoord bij de reek: cour:t van Bern:s de Vaal van Andr:s Joh:s Liebenberg een scheepenkennis groot 1000:--:--
betaald en verantwoord bij de reek: cour:t van Bern:s de Vaal van Joh:s Pet:s de Villiers op eene notarieele obligatie van den 12:e April 1786 1000:--:--
  welke opgem:e schuldbrieven volgens bijgaande schriftelijk bewijs berusten onder den burger Bernardus de Vaal
betaald en verantwoord by de reek: courant van B: de Vaal van de wed:e Pieter Marais op eene onderhandsche obligatie van den 19:e April 1775 groot 666:5:2
ter Weeskamer ingebragt en voldaan den 21 Jan: 1804 van Willem Marais op eene onderhandsche obligatie van den 6:e April 1784 200:--:--
  van Corn:s Tobias Vermaak een onderhands schuldbriefje van den 10:e October 1803 636:2:--
  van Salomon Ferreira Thom:sz een onderhands schuldbriefje van den 20:e October 1803 45:7:2
  van Jac:s du Plessis een onderhands schuldbriefje van den 8:e Julij 1803 553:3:--
  van Petrus Joh:s Kemp een onderhands schuldbriefje van den 11:e Sept: 1801 400:--:--
  van Theodorus Potgieter een onderhands schuldbriefje van den 2:e November 1801 500:--:--
  van Corn:s Tobias Vermaak een onderhands schuldbriefje van den 3:e Jan: 1802 567:--:--
  van Fred:k Joh:s Scholts over contant geleend den 2:e Maart 1803 37:--:--
Erfgenaamen
1) Theodorus Potgieter mondig
2) C:s J:s Vermaak
3) Jac:s du Plessis Jac:sz
4) de kinderen van Joh:s Potgieter Theod:sz
5) de kinderen van Dan:l Potgieter J:sz

Aldus door ons ondergeteekendens g’inventariseerd op den 24:e April 1804 betuigende hier inne ter goeder trouw te hebben gehandelt, en niets met ons weten te hebben versweegen of agtergehouden, en bereijd deeze voorenstaande ten allen tijde met solemneele eede te zullen bevestigen, met verdere belofte zoo iets nader tot den boedel specteerende mogt komen te ontdekken, dezelve nader te zullen opgeeven.

Cornelis Thobias Vermaak de oude

Jacobus du Plesie : J:Z:

Als getuigen: G:C: Bergman, M: van As, junior

MOOC8/24.51

{18020415} 15 April 1802 Philip Roode

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als ’er op Donderdag den 1:e April 1802 ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door Philip Roode ten voordeele zijner onbekende uitlandige erffgenamen, zodanige als het een en ander ingevolge opgaaff van George Meedel door ons ondergeteekende ordinaire clercq en bode zijn opgenomen en in geschrifte gebragt bestaande dezelve goederen in de volgende, namentlijk

In een huijs van Johan Coenraad Spammer alwaar den overleedenen is gelogeerd geweest
een kist waar in
twee rokken in zoort
een jekker
vijff broeken in zoort
vier baatjes in zoort
twee oude hembden
twee p:r oude kousen
een hoed
een paar laarsen
een boek
een strijk ijzer
een schaar
een el en 1 passer
een oude lessenaar
een bulzak en
een combaars
een tavel
twee schragen
Lasten des boedels
  Rd:s
aan George Meedel voor kamerhuur, kost en drank zedert de maand Feb:y tot pr:mo deeser blijkens twee reekenings 29:24

Aldus gedaan ende g’inventariseerd op den 15 April 1802 ten huijse voorm:d

Voor de opgaaff: Dit kruijs merk heeft de in den hoofde deeses gem: + G: Meedel eigenhandig gesteld

Ten onsen overstaan: P:E: Faure, J:N: Rorich

MOOC8/24.52

{18040306} 6 Maart 1804 Nicolaas van Heerden

Compareerde voor de ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren aan de Kaap de Goede Hoop den burger Izaak van Heerden Pieter Willems zoon, dewelke ingevolge het geresolveerde van Heeren Weesmeesteren in dato 22 Februarij jongstleden verklaarde den boedel zijnen bij hem op den 6 Januarij deeses jaars overledenen broeder Nicolaas van Heerden, ten voordeele van het bij zijne voorverstorvene huijsvrouw Dorothea Maria Vorster in echt verwekt eenig minderjarig kind in name

Huijbregt Christina van Heerden thans oud 14 jaaren

ab in testato metter dood ontruijmd ende nagelaten - voor zoo verre hem comparant bekend te bestaan in het volgende, namentlijk

een ossewagen met desselfs toebehooren
twee rijdpaarden
een mansslaaf gen:d David van Mosambicque
een mansslaaf gen:d Anthonij van Mosambicque
een slavinne gen:d Roos van Mosambicque
als mede aan bewijsen van uitstaande schulden en contanten te zamen een duijsend drie hondert zeven en dertig rijksdaalders
als het welk bovengemelde zig onder zijn compt:s berustinge bevind
voorts bij den burger Paulus Hugo, woonagtig in het Bokkeveld twee rijdpaarden en zesthien trekossen
item bij den burger Pieter Willemse van Heerden Isaakszoon woonagtig agter de Sneeuwbergen een duijsend zeven honderd agt en negentig schapen
alsmede bij des overledens broeder Pieter Schalk van Heerden meede woonagtig agter de Sneeuwberg negen en tachtig aanteelbeesten en derthien paarden

Aldus gedaan en opgegeven ter Weeskamer aan de Kaap de Goede Hoop den 6 Maart 1804.

Als gecommitteerde Weesmeesteren: A:V: Bergh, A: v: Breda

Izaak van Heerden

Mij present: G:A: Watermeijer g: C:c

MOOC8/24.53

{18040715} 15 Julij 1804 Nicolaas van Heerden

Copia

Inventaris van alle zoodanige goederen als ’er door wijlen den burger Nicolaas van Heerden Pieter Willemszoon in het leeven beseten, mitsgad:s heden opgenomen en in waaren wezen bevonden zijn geworden, te weeten

Bij den burger Pieter Schalk v: Heerden
vier geweere in zoort
twee half aamen defect
een anker vaatje
een half anker vaatje
een hand moolen
een katel
een stoel
een trekpot
een parthij ploeg gereedschap
sesthien voet planken
een boek
een yzere pott
ses en taggentig aanteel beesten
Bij Pieter Willem van Heerden J:sz
een duisent acht hondert en seventhien aanteelschaapen
vier en sestig aanteelbokken
Bij Pieter Willem van Heerden P:rsz
twaalf aanteelpaarden
waarvan een bij schuiling door den overleedenen aan Isaac van Heerden P:r W:msz behoort en een zoek is geraakt
Baaten des boedels
  Rd:s
Paul Jacobus du Plesies P:rsz 31
Martinus Forster p:r oblig: 100
Schulden des boedels
  Rd:s
aan de Colonie wegens opgaaf penn:
aan Pieter Schalk van Heerden blijkens specificque rek: 232:24
Erfgenaame
Gerbregt Christina van Heerden oud 16 jaaren, woonachtig bij Isaac van Heerden aan ’t Roode Zand

/:onder stond:/

Aldus gedaan en g’inventariseerd ter plaatze van Pieter Schalk van Heerden, op den 15:de Julij 1804, volgens ’t op en aangeeven van voorengen: drie Van Heerdens, dewelke betuigden, hierinne, ter goeder trouwe te hebben gehandelt, en niets met haarlieder weeten verschwegen of agter gehouden, verklaarende zijlieden zig dus bereid dus deezer voorrenstaande opgave, ten allen tijden des vereischt werdende met solemneele eede te bevestigen met verdere belofte, zoo iets nader tot den boedel specteerende, mogten komen te ontdekken dezen inventaris daarmeede te zullen amplieeren, en is zulx geschied in ’t bijweezen van den gerechtsboode Joachim Barthold Wiese en den burger Jac:s Nic:s Boshoff als getuigen

/was get:/ P:S: van Heerden, Pieter Willemze van Heerden, Pieter Willemsz van Heerden, P:rsz /ter zijde/ ten overstond van mij get: A: Stockenstrom, Landdrost /in margine/ als getuigen get:/ J:B: Wiese, Jac: Nico: Boshoff /lager/ mij present /en get:/ Theod:s Muller, Secret:s

Accordeert: Theod:s Muller, Secret:s

MOOC8/24.54

{18041025} 25 October 1804 Rachel Susanna van Velden

Inventaris van zodanige goederen als ’er op Donderdag den vijf en twintigste dag der maand October in den jaare onzes Heeren een duijzend agt honderd en vier ab intestato met ’er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door Rachel Susanna van Velden ten voordeele haarer overgebleevene man den burger Job Jacobsz: ter eenre, mitsg:s de kinderen door haar in vorige huwelijk bij wijlen den meedeburger Johannes Visage verwekt, met namen:

1) Johanna Visage oud 23 en ter andere zijde
2) Jacob Visage oud 16 jaren

invoegen als het een en ander door mij Adj:t Commis ingevolge opgaaff van bovengem: weduwnaar zijn opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande alle deese goederen in de volgende, namentlijk

In een huurhuijs, toebehorende aande gezamentlijke kinderen van wijlen Johannes Christoffel Antonissen en aldaar

In het voorhuijs
twee oude schilderijen
een eetens kast
een tavel kast, waarin
een blikke theebus
een ledige groote kist
In de voor kamer
vijf spiegeltjes in zoort
zeven schilderijen
zeventhien stoelen in zoort
vijf taveltjes
een kasje waar in
een zwarte lustringse gon
zes vrouwe rokken in zoort
vier cabaatjes
drie hembden
een ledikant met wit behangzel waarop
een bed, drie kussens en een wolle deken
een oude ledikant daarop
een bed, drie kussens en een wolledeken
een bed, vier kussens en een wolledeken
een roodcopere theemachine
een olij en azijn standaartje
een kleijne coffij molen
een strijk ijzer
een geelcopere beker
een defecte wit aarde soupterrine
twee wit aarde schotels
twee wit aarde borden
vier tinne borden
vijf eetlepels
elff stale vorken
een mes
twee glase zoutvaatjes
een glase theebus
In de combuijs
zeven ijzere potten
drie kopere ketels
een poffertjes pan
een koeke pan
een ijzere lepel
een ijzere vork
een ijzere aschschop
een ijzere schuimslepel
een steene mortier met een houte stamper
een ballasmand
drie schoorsteen kettings
twee emmers
een oude borde rak en voorts
een parthij ledige bouteilles en flessen
Inneschulden
    Rd:s
  van Thomas Koeleman over drie maanden huur van voorm: huijs a 20 p:r maand rd:s60, waarvan van deesen boedel voor 1/8 gedeelte competeerd 7:24
de wettigheid deeser intresten word tegengesproken van Hogenbergh woonagtig aan Papendorp over boekschuld 10:--
bet:d den 13 Maart van Hendrik Swanepoel over boekschuld 7:--

Wordende alhier pro memoria genoteerd, dat de overleedene bij herhuwelijken aan haare in den hoofde deeses gemelde twee minderjarige kinderen ingevolge tauxatie en verdeeling dees boedels bij acte voor den toenmaligen notaris publicq I:I:F: Wagener en getuigen vaderswegen verligting hebbende gedaan, den inventarient indeesen /: uit hoofde dat de papieren daar toe betrekking hebbende zig niet in den boedel bevind, niet instaat is het juist montant daar van te kunnen opgeeven.

Aldus gedaan ende g’inventariseerd ten huijse voorm:t ende zulx op het op en aangeeven van de in den hoofde deeses gem: weduwnaar, dewelke verklaarde zig hier inne ter goeder trouwe gedragen en niets versweegen of te rug gehouden te hebben, dat tot voorm: nalatenschap behoord invoegen hy ook getuygde de deugdelykheid zijner opgave ten allen tijde des gerequireerd werdende met eede gestand te doen en belofte wijders zo hier na nog iets tot gesz: boedel behorende mogte worden ontdekt daarna nader en getrouwelyk opgaaf te zullen doen omme deesen inventaris daar meede te kunnen amplieeren.

Tot securiteit van dit een en ander is deese door den inventarient en mij onder get:de Adj:t Commis in presentie van de natenoemene getuigen behoorlyk gesubscribeerd

Als getuigen: J: Bosman J:Z:, J:N: Rorich

Voor den opgaaf: Job Jacobsz

Mij present: P:E: Faure, Adj:t Commis

MOOC8/24.55

{18040711} 11 Julij 1804 Johannes Vosloo , Eva Maria de Lange

Copia inventaris van alle zoodanige goederen als ’er door Johannes Vosloo Joh:s z:n en Eva Maria de Lange, in gemeenschap beseeten en door laastgem: met ’er dood ontruimd en naargelaaten, mitsgaders heden opgenoomen en in waaren weezen bevonden geworden zijn, te weeten

Een plaats gen:d de Doornbosch gelegen over den Buffelshoek aan de Klijne Vis Rivier
een plaats gen:d de Buffels Hoek gel: aan de Blij Rivier in de Camdebo , staande nog op de naam van Laurens Jacobus Erasmus Jac:s zoon
een plaats gen:d de Ongegund geleg: aan de Bossiesmans Rivier
een schenk keetel
drie ijzere potten
een ijzere combuis
twee emmers
een aarde kruik
een rooster
een ploegschaar
een kist
een waagen met leeren en buik
een waagen met leeren en buik defect
twee duisend twee hondert en taggentig aanteelschaapen
drie hondert neegen en twintig aanteelbokken
ses en twintig trekossen
ses en twintig jonge ossen
een hondert drie en seeventig aanteelbeesten
derthien paarden
Erfgenaamen
uit het eerste huwelijk met Gerrit Engelbregt:
Catrina Aletta Elisabeth getrout met Lodewyk Christoffel Bothma
Johannes Henderik
Gerrit
Aletta Maria gebooren den 24:ste Febr: 1788
Andries Stephanus gebooren den 18:ste Sept:r 1792
Maria Elisabeth gebooren den 12 Febr: 1799

N:B: Joh:s Vosloo heeft bij de overleedene een kind verwekt waarvan zij in de kraam is koomen te overlijden, hebbende het kind c:ra vier maanden na de moeder geleeft

/:onder stond:/

Aldus gedaan en g’inventariseerd ter plaatze boovengem: op den 11:de Julij 1804 volgens ’t op en aangeeven van voorschreve Johannes Vosloo Joh:s zoon, dewelke betuigde hierinne ter goeder trouwe te hebben gehandelt, en niets met zijn weeten verschweegen of agtergehouden, verklarende zig dus bereid deeze voorenstaande opgaave ten allen tijde, des vereischt werdende, met solemneele eede te bevestigen, met verdere belofte zoo iets naader tot den boedel specteerende mogte koomen te ontdekken, deese inventaris daarmeede te zullen amplieeren en is zulks geschied, in ’t bijweezen van den gerechtsboode J:B: Wiese, en den burger Jac:s N: Boshof als getuigen /was get:/ Joh:s Vosloo Joh:sz /ter zijde/ ten overstaan van mij /get:/ A :Stockenstrom Landdr:s /in margine als getuigen get:/ J:B: Wiese, Jacobus Nicolaas Boshof /lager/ mij present /:get:/ Theod:s Muller, Secret:s

Accordeert: Theodorus Müller, Secret:s

MOOC8/24.56

{18050701} 1 Julij 1805 Jacob Minnaar , Johanna Susanna de Villiers

Inventaris van alle zodanige goederen als en gemeenschap zyn bezeeten geweest by den burger Jacob Minnaar ende desselfs huysv:w Johanna Susanna de Villiers, mitsg:s van de zyde des eerstgem: ab intestato met er dood ontruijmd ende nagelaten, ten voordeele hunner by den anderen in echt geprocreëerde en thans nog in weezen zynde twee minderjarige kinderen, genaamd

1) Johanna Susanna oud 8 jaaren en
2) Johannes Abraham Minnaar oud 5 jaaren

zo als dezelve nalatenschap door ons ondergeteekende gecomm: Weesmeesteren is opgenomen, bevonden te bestaan in ’t volgende, namentlyk

Een plaats ofte hofsteede gen:d Vondeling geleegen onder het district van Drakenstein bij oosten de Groote Paardeberg , waaraan g’accrosseerd zeekere leenings vee plaats, gen:d Uitkijk , geleegen tusschen de Paarde Berg en Bergrivier alles blykens transport in dato 15 February 1803 aan den overledenen gedaan

Op de eerstgem: plaats in ’t woonhuijs en aldaar

In ’t voorhuis
zeven schilderyen /in zoort/
twee roode schuifgordijnen
een klap tafel
twee vierkante [tafel]
elf stoelen /in zoort/
twee stooven
in twee muur kasjes
een geelkopere koffy kan met zijn test
een tinne koffy kan met zijn test
een tinne trekpot
een blikke thee ketel
een kopere comfoir
een tinne schenkbord
vyf kopere kandelaars
een kopere vysel met zyn stamper
een tinne soup terrine
een tinne mostaardpotje
een tinne pijpkan
een tinne zoutvaatje
een tinne zouplepel
elf tinne eet lepels
een dooz: eet lepels
en voorts eenig portselyn aarde en glaswerk /in zoorten/
In de kamer ter regterhand
een spiegel
twee witte schuyfgordynen
een kabinet
een klederen kast
een klijne lessenaartje met yvoor ingelegt
een groote [lessenaartje]
twaalf stoelen
twee stooven
twee dubbelde ledikanten met witte behangsels, met hunne toebehooren, waarvan hem aan de weduwe en ’t andere ten dienste der twee minderjarige kinderen is afgegeeven en onverkogt gebleeven
een kadel waarop een bulzak, twee kussens en 1 chitze deken
een kopere theemachine met zijn kopere blad
een groote Bybel
In de kamer ter linkerhand
een klijne spiegeltje
een klyn kabinet
een ledekant met rood behangzel, waarop 1 bed, 4 kussens en 1 chitze deken
vyf stoelen in zoort
een aarde pot
een aarde kan
een water emmer
een klyne bank
een klyne yzere balans met houte schalen
In de agterkamer
een ledikant met rood behangzel, waarop 1 bulzak, 5 kussens en 1 deken
een bulzak, peuluw, 4 kussens en 1 deken
een ledige kist
een geweer rak
twee schiet geweeren
een pallas
een bandelier en 1 kruithoorn
drie aarde waterpotten
een tinne [waterpotten]
In de combuis
vier schoorsteen kettings
zeven yzere potten /in zoort/
een aarde [potten]
een rooster
twee potlepels
een vleesch vork
een kopere water ketel
twee koeke pannen
twee combuis tafels
een bakkist
een broodmest met zijn bank
zes water emmers
een porceleine wasch lampet
Op de zolder
twaalf zakken met ammandels
een [zakken] met erwten
een sluitmand
een kelder met eenige leedige vlessen
zeven nieuwe ballas manden
een boter vaatje
een zak perziken
In het koorn huijs
drie en zeventig mudden tarwe
thien mudden rog
veerthien mudden garst
vier en twintig mudden haver
een scheepel
drie koorn schoppen
In de winkel
een trek mes
vier stem bytels
een klyne zaag
drie avegaars booren
een omslag met zyn booryzers
een schroef stok
een groote schaaf
een byl /groot/
twee [byl] /klyne/
een passer
In de kelder
twee stikvaten met wijn
een en twintig leggers met wijn en
drie leggers met brandewyn, waarvan de leggers toebehoren aan de edele A:m de Villiers Janzoon
vijf leggers met wijn
twee leggers met azijn
een leedige legger
een groote kuyp balij met wyn
twee leedige kuyp balij
twee trap balijs
twee tregters
een vlootje
twee grote kopere kranen
een klyne blikke tregter
agt oude ballas manden
vier zakken met rozynen
een brandewyns ketel met zyn helm, slang, koelvat en verdere toebehoren
een grote kist
negen pikken
twaalf graven
zeventhien zikkels
vier wijngaard messen
veerthien jokken met hunne toebehoren
negen jokken met hunne toebehoren
vyf trektouwen
een bol couzyn met ramen en laden
twee ryd zadels
een parthy tuygen
een parthy riemen en stroppen
een half bereede coedo vel
drie bereide beeste vellen
een parthij steene vormen
een theer putz
een parthij dop stellings
en voorts een parthij houtwerk en
rommelarij in zoort
een vat met 1 restant teer
Op de kelder zolder
een hoop stroo
twee geel houte planken
In het wagenhuijs
een parthy kaf
Op de werf
een paarde wagen met een tent
twee osse wagens
twee complete ploegen
twee agter ploegen
een agter [ploegen] /oude/
een eg met yzere tanden
een eg met houte tanden
een parthy Spaanse rieten en dek rieten
een parthy sparren en bamboesen
een parthy houtwerk en planken /in zoort/
drie ploeg schaaren
twee duijzend drie honderd dertig bosten dek stroo
In de kraal
zeven en dertig paarden /in zoort/
zes en dertig trek ossen
twee hondert vyf en zestig schapen en bokken /in zoort/
zes en twintig varkens
Lijfeigenen
een mans slaaf gen:d Sesar van Mosambicque
een mans slaaf gen:d Lafleur van Mosambicque
een mans slaaf gen:d Anthony van Mosambicque
een mans slaaf gen:d Maurits van Mosambicque
een mans slaaf gen:d Brutos van Mosambicque
een mans slaaf gen:d Goliat van Mosambicque
een mans slaaf gen:d David van Mosambicque
een mans slaaf gen:d Maart van Mosambicque
een mans slaaf gen:d Bruton van Mosambicque
een mans slaaf gen:d Mars van Mosambicque
een mans slaaf gen:d October van Madagascar
een slavinne gen:d Nella van de Caap met haar kind Delphina beide van de Caap
een slavinne gen:d Philida van Mosambicque met haar kind gen:d Pfilies van de Kaap
voorts nog een slavinne gen:d Sara van de Kaap
een slaven meisje gen:d Jamiera van de Kaap en
een slaven jongetje gen:d Jek van Madagascar
welke drie laatsgem: door ons gecomm: Weesmeesteren ten verzoeke der weduwe en onder approbatie van het Collegie d’ eerstgem: aan haar weduwe, de tweede aan de minderjarige dogter en de derden aan den onmondigen zoon, in eigendom zijn gelaten en dus provisioneel buiten de verkoping gebleeven
Zilver werk
een oude kleine zilver zuiker trommeltje
een zilver zak horologie /defect/
Inneschulden
    Rd:s
  van Isaak Minnaar Janszoon op een onderhandsche obligatie de dato primo November 1795 per rest aan capitaal ƒ2500 ofte 833:16
  met renten van dien a 6 pc:to per anno zeedert primo November 1804
  van Hardwig Johannes Luttig almeede op een onderh: obligatie de dato 24 October 1795, per rest aan capitaal ƒ400 ofte 133:16
  met de intrest a 6 pc:to zints den 7 April deeses jaars
den 15 November is mindering voldaan rd:s400. Den 4 December ’t restant neevens alle de renten betaald van Anna Minnaar weed: Jerimias Coetser almeede op een onderhandsche obligatie d:d: 26 Julij 1802 per rest aan capitaal ƒ1700 ofte 566:32
  met de renten a 6 pc:to per anno zeedert den 26 July 1804
  van N: A: Smit per rest overkoop van een halfe legger wyn en 1 anker azyn 2:24
  van Abraham de Klerk Josephzoon over koop van den legger wyn 16:--
  van de weduwe Johannes Lambrechts almeede over koop van een legger wyn 16:--
voldaan den 20 September 1805 van Willem Basson d’ oude voor een halve legger brandewyn op den 11 April 1805, gekogt te betaalen na de Kaapsche prys 30:--
  van de weed: Albert Barend Gildenhuijsen over koop van twee halfamen azijn
  van den boedel van wylen Jan Hendrik Hoppe, wegens winst op den koop van eene slavine met haare twee kinderen door den overledenen op de vendutie voor reek: des boedels van wylen de weed: Hoppe gehouden ingekogt, en aan gezegde Hoppe overgelaten 100:--
Lasten des boedels
    Rd:s
voldaan met 8 maanden renten den 16 Oct:r 1805 ter somma van rd:s7626:32 aan mejuff:w de weed: Appeldoorn op een scheepenen kennis de dato 15 February 1803 aan capitaal ƒ22000 ofte 7333:16
  met de renten a 6 pc:to zeedert den 15 February deeses jaars
  aan d’ E: Abraham de Villiers Janszoon op een onderh: obligatie de dato primo Junij 1803 aan capitaal ƒ30600 ofte 10200:--
  met den intrest van dien a 5 pc:to per anno zeedert de 1 Juny 1804
  aan Heeren Scholargen op een schepenen kennis de dato 26 Julij 1804 aan capitaal ƒ5000 ofte 1666:32
  benevens de renten a 6 pc:to per anno zeedert primo February deeses jaars

Aldus voor ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren, geinventariseerd en opgenomen ter woonplaatse van den overledenen in deese vermeld, op den eersten dag der maand Julij in den jaar een duijzend agt hondert en vijf, ter op en aangave van de in den hoofde deeses gem: weduwe, benevens haaren vader den oud heemraad der colonie Stellenbosch en Drakenstein d’ edele Abraham de Villiers Janszoon, dewelke betuygden, zig daarinne ter goeder trouwe gedragen en hunner weetens niets verzwegen ofte agtergehouden te hebben, van het geene dat tot den boedel en nalatenschap behoord, bereid zynde zulx des gerequireerd wordende ten allen tyde met solemneele eede gestand te doen, en verdere belofte dat zo wanneer in der tyd iets dien aangaande, nader mogte komen te ontdekken, daarvan getrouwelijk ter Weeskamer te zullen opgave doen ten einde in zulk geval deezen inventaris daarmeede naar behoren kan worden g’emplieerd.

Ter orkonde der waarheid is deese door de inventariente in de teegenwoordigheid van ons gecomm: Weesm: ende mij eerste Commis der Weeskamer eigenhandig gesubscribeerd

Als gecomm: Weesm: A: v: Breda, W:J: Klerk

Joh:a S: De Villiers, weduwe J: Minnaar; D: Villiers, J:nz

Mij present: G:A: Watermeijer, Eerste Commis

MOOC8/24.57

{18040801} 1 Augustus 1804 Johan E:t van Wanstroom

Ik ondergeteekende Jacobus Stv:n Louw de jonge de opgaaf van de overledene Johan E:t van Wanstroom syn goedere die ik na syn doot gevonde heeft

13 beesten
1 paart saal en toom
2 geweere
3 aanteelpaarde
1 bet
1 kast
1 oorlosie
2 paar sulver gespe
2 pyperietjes
1 silver pypdope
19 sulver baatjes knope
1 paar sulver hant knope
1 scheerdoos met syn toebehoor
5 boeke
1 twak doos
1 snuyfdoos
1 pot
1 ketel
1 silver halsgespe
1 tonteldoos en 1 vuurslag
1 schaar om goed mee te snyde en
een mes
3 paar kouse
3 baatjes
4 doekke
1 hoet
1 paar stevels
4 vier broeke
1 jas
1 schoenmakerstang
1 trekpotje
1 raspe
1 omslag boor
2 hemde
9 elle gestreep
5 blouwe en 4 rode
3 elle rode bay
2 ankers vate
2 kandelaars
2 kanne
1 twakmes
1 klyne hamer
1 geweer vorm
aan silver gelt 13 ryxders en 2 sch:
aan papiergelt 6 ryxders en 6 sch:

Dit is het dat ik getuyg met de waarheyt dat ik niets meer gevonden heeft van de overledene als dat gegeneg diether geschreve staat

den 1 Augustus 1804

Jacobus Stv:n Louw junior

MOOC8/24.58

{18050617} 17 Junij 1805 Casper Hendrik Kaman

Inventaris van zodanige goederen als ’er op Vrijdag den veerthienden dag der maand Junij in den jaare onzes Heeren een duijzend agt hondert en vijf ab intestato met ’er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den geweesene cannonier bij de tweede classe Auxeliaire Artillerie alhier Casper Hendrik Kaman, ten voordeele zijner onbekende uitlandige erffgenamen, invoegen als het een en ander door mij Adj:t Commis ingevolge opgaaff van George Willem Folk zijn opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande alle deese goederen in der volgende, namentlijk

Ten woonhuyse van den burger Jacobus Johannes Wiedt alwaar den overleedene is woonagtig geweest
een ledikant met wit behangzel waarop een bulzak, drie kussens en twee dekens
drie stoelen
een tavel
ses en dertig stukken houtwerk en planken in zoort
een parthy kleijne stukke hout in zoort
een kelder met flessen waar onder een met brandewijn
een wasch balij
een kist waar in
drie rokken in zoort
ses broeken in zoort
elff baatjes in zoort
zeventhien hembden
agt p:ren kousen
vier mutzen
vijf zak doeken
twee p:r zwarte zijde kousen
ses schuijfgordijnen
vier kussen sloopen
twee overtreksels van een bulzak
vier handdoeken
een serviet
een driekante hoed
twee ronde [hoed]
twee p:ren laarssen
een p:ren schoenen
ses kopere kandelaaren
een ijzere
vier spiegeltjes
twee olijsteenen
vijf pierings en ses kopjes
een restant lijnen
een restant zijlgaaren
drie stukken zeep
een restant kaarse catoen
vijf boeken
een deurslot
drie handrotting waar onder een met zilver gemonteerd
een zilvere horologie
een p:r zilvere schoengespen
twee p:r zilvere kuijdgespen
een zilvere handknoopje
een goude handknoopje
een horologie ornament met zilver beslag
een meerschuime pijp
een portrait stuk
een spiegeltje
een tabaksdoos
een kleder borsel
drie aarde borden
een aarde kom
een zakje met wat poeder zuijker
een trommel met wat coffij
een kist waar in de volgende timmermans gereedschappen, als
vyf zagen in zoort
veertig schaven in zoort
dertig bijtels in zoort
vier omslag booren met 2 omslagen
sesthien raspen en vijlen in zoort
een nijptang
twee passers
vier hamers in zoort
een handbijl
drie houte winkelhaken
twee kruijshouten
drie avegaarsbooren en voorts
een parthij oud ijzerwerk als meede
een koekepan
een poffertjes pan
een oude defecte coffij molen
een kopere pan met wat lijnen
een ijzere lepel /:oud:/
een slijpsteen
een parthij ledige flessen en bouteilles
Crediten des boedels
    Rd:s
  aan contanten in dezelve gevonden, aan papiere munt een somma van negen ryxd:s en vier en twintig stv:s zegge 9:24
  van den directeur van ’s Gouvernements Hospitalenen R: De Klerk Dibbetz over 12 stoelen 40:--
deese pretensie word door de heer Horn tegengesproken van de major Van Horn per rest van reekening over timmermans loon 1:--

Aldus na gedane ontzegeling opgenomen en in geschrifte gebragt ten huijse voorm: op den 17 Junij 1805.

Als getuigen: J:J: Wiid, J:N: Rorich

Voor den opgaaf: Al: George Willem Volk

Mij present: P:E: Faure, Adj:t Commis

MOOC8/24.59

{18030329} 29 Maart 1803 Josias Rijneke

Inventaris van alle zodanige goederen als er op Dingsdag den twee en twintigsten dag der maand Maart in den jaare onzes Heeren een duijzend agt honderd en drie ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den burger Josias Rijneke ten behoeve zijner twee minderjarige kinderen, met namen

1) Josias Hermanus Rijneke oud 19 en
2) Michiel Fredrik Rijneke oud 11 jaren

Zodanig als het een en ander door ons onderget:e gecommitteerde Weesm: zijn opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande dezelve in de volgende, namentlyk

In ’t huurhuijs van den burger Andries Janssen en aldaar

In het voorhuijs
ses schilderijen
twaalff stoelen met roode trijpe kussens
In de kamer ter regterhand
een cabinet
In de kamer ter linkerhand
de kleederen van den overleedenen bestaande in
twee lakense rokken
twee baatjes
twee broeken
twee p:r kousen
vier hembden
een ronde hoed
veerthien lakens
acthien slopen
ses handdoeken
achtien servietten
twee boeken
In de combuijs
een tavel
twee watervaatjes
twee vorken
een lepel
een witte aarde souplepel
ses aarde borden
drie aarde bakken
een tinne schotel
een tinne schenkblaadje
een koorn scheepel
drie ballast manden
twintig ledige bouteilles
vier flessen
Lijfeigenen des boedels
een jongen gen:t Abraham van de Caap
een meijd gen:t Eva van de Caap
een meijd gen:t Catrijn van Bengalen oud en gebrekkig
een slave meijd gen:t Lea van de Caap
een slave jongetje gen:t Figelant van de Caap
omtrend welke voorm: slavinne Lea van de Caap den overleedene en wijle zijne huijsvrouw Rosina Maria Eksteen bij zeekere aan den wet van derzelver in dato 15 Aug:s 1798 voor den notaris publicq J:D: Karnspek en zeekere getuijgen opgeregte mutueele testamentaire dispositie, uit kragte der daar bij g’inscribeerde clousule reservatoir onder den 19 September 1800 gemaakte bijvoegzel hebben verklaarde ende begeerd te weesen dat dezelve na den dood van den langstlevende hunner beide met believe der hooge overigheid g’emancipeerd en ter haar eigene kosten in vrijdom moeten worden gesteld
Crediten des boedels
    Rd:s
den 23 7:ber 1803 is van weegens Steenkamp ter Weestkamer een bewijs vertoond dat op last van den overl: Rijneke in mindering van deese schuld aan Rudolph Philippus Botha is betaald eene somma van rd:s598 van Jan Harmense Steenkamp over koop van zeekere slaaf in name Izaak van de Caap blijkens onderh: schuldbrief de dato 17 November 1802 aan cap:l 1000:--
  met renten a 1/2 pc: p:r maand zedert dien datum
voldaan van Hans Jurgen Potgieter Jacobusz blijkens daar van gevonden bewys over boekschuld 39:12
  van Johannes Pieterse Bartelsz:n over gekogte winkelwaren, blykens gevonden bewys 2:--
  van Willem van der Merwe Pietersz:n over gekogte winkelwaren, blykens gevonden bewys 2:24
  van Thomas Ignatius Ferreira per rest van reek: 5:--
  van Marthinus van Blerck over winkelwaren 6:12
  van Ch: Wijkart over winkelwaren 1:18
  van Jan Loos Jansz over winkelwaren blijkens reek: 5:--
  van Andries Gousch Stephanus over kruid en lood 4:24
  van Abel Pienaar Salomonsz: over twee flessen teer 1:--
  van Gerrit Scheepers over twee pype doosjes 1:--
  van Christoffel Smit Christoffelsz: over koop van hoed p:r rest 1:--
  van Adam Johannes Rijneke over winkelwaren blijkens reekening 107:12
  van Jan Pieter Freislig blijkens gevonden bewys 21:45
  van Lambert Colijn blijkens gevonden bewys 23:12
  van Jurriaan Lingevelder over winkelwaren blijkens reekening 63:9
  van Cornelis van de Kok Bastaard over winkelwaren blijkens reekening 6:--

Aldus gedaan ende g’inventariseerd ten huijse voorm: op den 29:e Maart 1803, ende zulx op het op- en aangeven van Elisabeth Jacoba Breneke, dewelke betuygde zig hier inne ter goeder trouwe gedragen en niets met opzet verswegen of te rug gehouden te hebben dat tot voorm: boedel behoorde, involge zij ook betuigde de deugdelijk haarer opgave des vereyscht werdende met eede gestand te doen en verdere belofte zo hier na nog iets tot gesz: nalatenschap behorende mogte worden ontdekt daar van nader opgaaff te zullen doen ten einde deese inventaris daar te kunnen amplieeren.

Tot verzeekering van dit een en ander is deese door opgesz: Elisabeth Jacoba Breneke en ons onderget:e gecommitt:e Weesm:n benevens my Secret:s behoorlyk onderteekend.

Als gecomm: Weesm: A:V: Bergh, J:G: Blanckenberg

Voor den opgaaf: Elizabeth Jacoba Brenissen

Mij present: J:P: Faure, Secret:s

Ampliatie

Dubieusen inneschulden
  Rd:s Rd:s
van Pieter Willemse Nel P:z voor procuratie penningen volgens gevondene aanteekeningen van den overleedenen 198
als meede voor logies en kostpenningen 12
    210
van Jacobus Petrus Carelse voor ’t waarnemen zijner zaken als generale gemagtigde van den 15:e April 1795 volgens aanteekeningen des voren
van Petrus Ferreira Pietersz: over en als voren zeedert den 8 September 1801
van Jan Strijdom Hendriksz over en als boven zeedert den 3 Maij 1798

Ter Weeskamer aan Cabo de Goede Hoop den 1 April 1803

J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/24.60

{18030512} 12 Maij 1803 Nicolaas Louis Brugman

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als er op Zaturdag den acthsten dag der maand Maij in den jaare onzes Heeren een duijzend agt honderd en drie ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den alhier onder afgeschreeven gagie verbleevenen adsistent Nicolaas Louis Brugman ten voordeele zijner overgeblevene weduwe Johanna Jacoba Kuuhl ter eenre, en hunne bij den anderen in echt verwekt eenig minderjarig kind gen:t

Johan Benjamin Brugman oud 1 jaar en 1 maand ter andere zijde

zodanig als het een en ander door ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren zijn opgenomen en in geschrifte gebragt, namentlijk

In een huurhuis van Carel Reebender en aldaar

In ’t voorhuijs
een staand horologie
een opslag etens tavel
een thee tavel
een geelcopere theemachine
een douzijn stoelen
drie stoven
een porcelijne trekpot
twee zwart aarde melkpotjes
vijff porcelijne kopjes en pieringjes
een wit aarde wasch lampet
In de kamer ter regterhand
een cabinet waarin de kleederen van den overleedenen
een bureau waar in
eenige doosjes en flesjes met verwen en penseelen
een parthij potloten
een parthij verkwasten
een portrait
een parthij printen
een fluit travair
een cijver leij
een linniaal
een parthij muziekboeken
een camera op schuur en voorts
eenige boeken
twee verff steenen
een vat met een restant zwartzel
een vat met krijt
twee zeven
vijff flessen vernist
vier palletten
vier kelders met ledige flessen
een ijzere balans met houte schalen en wat loot gewigt
een kasje met een restant verven
drie en twintig verfvaatjes
een ezel
In de agterkamer n:o 1
twee spiegeltjes
een ophaal gordijn
een ledikant waar op
een bulzak, peuluw, ses kussens en een wolle deken
een vierkant taveltje
een blikke coffij pot
vier kandelaars in zoort
twee blakers
twee snuijters
een parthij glaswerk in zoort
twee porc: zoutvaatjes
een houte doosje
thien vlakke borden
thien diepe borden
twee schotels en voorts
een parthij rommeling
vijff tinne lepels en vijff yzervorken
een blikke vuilnisschop
een kopere schenkblaadje
een zilvere horologie
In de kamer n:o 2
een kadel
een ledige kist
een kelder met ledige flessen
een hand lantaarn
vijff en twintig ledige bouteilles
In de combuis
een tavel
een waterhalffaam
twee emmers
drie yzere potten
twee kopere castrollen
een kopere keteltje
een rooster
een koekepan
een schoorsteenketting
een kopere schuimspan
een ijzere lepel
een ijzere vork
Op de agterplaats
drie aardepotten
twee aarde kannen
een huis trap
een huis ladder
twee stellings
een parthy rommeling
Lijffeigenen des boedels
een meijd gen:t Silvia van Mosambicque
Crediten des boedels
  Rd:s
van J: van Gent over boekeschuld vide schuldboek n:o 1, f:o 17 per rest van reek: 22:--
van H: Hendriksz over boekeschuld vide boek n:o 2, f:o 4 7:6
van Daniel van den Berg over boekeschuld vide boek n:o 2, f:o 2 53:24
van Johan Godf:d Mokke over boekschuld vide schuldboek n:o 2, f:o 5 30:--
van [ ..... ] Eberhard over boekschuld vide boek n:o 2, f:o 5 5:--
van de wel Ed: Achtb: heer J:J: Plenius over boekschuld vide boek n:o 2, f:o 5 5:--
van Johan Godf:d Ruperti over boekeschuld vide boek n:o 2, f:o 6 17:42
van m:r Alexander Tennant over boekeschuld vide boek n:o 2, f:o 7 71:36
van de heer Egbertus Bletterman over boekeschuld vide boek n:o 2, f:o 4 19:--
van de leeden en eigenaars van de schouwburg over boekeschuld vide boek n:o 3, f:o 5 114:24
van coll: Cockburn over boekeschuld vide boek n:o 3, f:o 7 24:--
van F: Visser over boekeschuld vide boek n:o 3, f:o 10 75:36
van C:E: Rens over boekeschuld vide boek n:o 3, f:o 13 265:--
van d’ h:r Godf:d And:s Watermeijer over boekschuld vide boek n:o 6, f:o 1 120:--
van Jacob Hoofd over boekschuld vide boek n:o 4, f:o 2 31:36
van de manh: Joh:s Leij over boekschuld vide boek n:o 4, f:o 3 9:24
van doctor Adendorp over boekschuld vide boek n:o 4, f:o 5 1:36
van Frans Grundler over boekschuld vide boek n:o 4, f:o 5 19:12
van J:G: Barendse over boekschuld vide boek n:o 4, f:o 6 25:43
van F: Walker over boekschuld vide boek n:o 4, f:o 7 11:12
van s:r C:H: Martheze over boekschuld vide boek n:o 4, f:o 8 108:42
van manh: Lochner over boekschuld vide boek n:o 4, f:o 8 58:36
van Coenraad Werner over boekschuld vide boek n:o 4, f:o 9 3:4
van F:k Preller over boekschuld vide boek n:o 4 f:o 9 1:24
van Michiel Wolff over boekschuld vide boek n:o 4, f:o 10 15:36
van S:A: Moes over boekschuld vide boek n:o 4, f:o 12 p:r rest 10:--
van S:M: Heijntjes over boekschuld vide boek n:o 2, f:o 10 en aparte aanteekening van den overleedenen na aftrek zijner pretensie 55:36
van de heer Andries Horak over schilderen van zyn edele huijs volgens accoord 240:--
van de loge de Goede Hoop over schilderwerk
van de weed: Geijer per rest van reekening volgens aanteekening van den overleedenen 6:12
van doctor Ungerer voor schilderwerk 30:--
Lasten des boedels
  Rd:s
aan d’ E: Jan Hoets op een notarieele obligatie de dato 8 Julij 1802 aan cap:l 632:37
met de renten zedert 29 April 1802 a 6 pc:o p:r a:o
aan doctor Liesing voor geleeverde medicamenten en gedane practijk volgens reekening 61:24
aan doctor Ungerer voor geleeverde medicamenten en gedane practijk volgens reekening 31:30
aan de heer Clement Matthiessen over vendupenn: waar van het juist bedragen niet kan worden opgegeeven
aan Carel Rebender voor 4 maanden huyshuur zedert p:o Jann:y a rd:s30 120:--

Aldus gedaan ende g’inventariseerd ten huijze voorm:d op den 12:de Maij 1803 en de zulx op het op en aangeeven van de in de hoofden deeses gem:de wed:ee dewelke betuigde zig hier inne ter goeder trouwe gedragen en niets verzweegen of te rug gehouden te hebben dat tot voorsz: boedel behoord, invoege zij ook betuygde de deugdelykheid haare opgave als gerequireerd werdende met eede gestand te doen, met belofte wyders zo hier na nog iets tot gesz: nalatenschap behorende mogte worden ontdekt, daar van nader opgaaff te zullen doenen deeses inventaris daar meede te kunnen amplieeren.

Tot securiteit deeser is deesen inventaris door de inventariente nevens ons Gecommitt:e ende mij Secretaris behoorlyk onderteekend

Als gecomm:e Weesm:n: A:V: Bergh, J:G: Blanckenberg

Voor den opgaaff: w:d H:L: Brugman geboore Kuuhl

Mij present: J:P: Faure, Secret:s

Ampliatie

Inneschulden volgens opgaave door voorm: wed:e bij brief van den 17:e den voorm: maand Maij gedaan
  Rd:s
van de heer Jacobus de Vos voor het grond verwen van een charetbak eene somma van 4
als meede voor het grond verwen van een chais bak 3
  7
van de manh: Hermanus Dempers voor ’t grondverwen van een chaisbok 3
van de edele Leopold Heusen, voor ’t grondverwen van den onderstel van een charet 4

Ter Weeskamer aan Cabo de 27 Maij 1803

J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/24.61

{18020918} 18 September 1802 Casper Beeker

Inventaris van alle zodanige goederen als er ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende naargelaten door den burger Casper Beeker, ten voordeele van zyne hier onderte meldene erfgenaame als in d’ eene helfte der nalatenschap zyne moeder gen:t Martha Pitseker huijsvrouw van den burger Johannes Rommel, en d’ andere helfte ten behoeve zyner hier natemeldenen broeders en zusters met naame

a) Johannes Beeker oud 24 jaaren
b) Marie Beeker geh:d met Jacob Rienes
c) Carel Beeker oud 19 en
d) Dorothea Beeker oud 17 jaaren

Zodaanig ende indiervoegen als dezelve door ons ondergeteekendens, ten huyse van des overl: stiefvader bovengen: Johannes Rommel zyn g’inventariseerd bestaande dezelve in de volgende, namentlijk

een kist en daar in
twee lakense rokken in zoort
vyf broeken in zoort
drie baatjes
vyf hemden
een bedde laken
drie sloopen
vier paren koussen
een slaap mutz
een zak doek
een ronde hoed
een oude stryk yzer
een paar zilvere knie gespen
een bed en toebehoren bij S: Bartman aan de Paarl
Lasten des boedels
  Rd:s
aan meergem: Jan Rommel voor begraffenis onkosten volgens reekening 183:36
aan meergem: Jan Rommel wegens het geene hij naar reekening van den overl: aan Godliep John heeft betaald 15:--
Somma Rd:s198:36

Aldus geinventariseerd aan Cabo de Goede Hoop op den 18:e Sept: 1802 ende zulx op ’t op en aangeven van dikwils gem: Rommel dewelke betuige ziek hier en ter goeder trouw gedragen en niets met opzet versweegen of agter gehouden te hebben wat tot de gez: nalatenschap behoord, onder presentatie des gerequireerd wordende deeze zyne opgave met ’t ede te bevestigen met verdere belofte zo wanneer hier na nog iets mogte ontdekken daar van nadere opgave te zullen doen, ten einde deesen en meede te kunnen worden gemployeerd, en tot meeder sekerheid deeze door den inventariend benevens ons eigenhandig onderteekend.

Voor den opgaaf: Johannes Rommel

Ter onzer presentie: H:E: Blanckenberg, J:N: Rorich

MOOC8/24.62

{18001030} 30 October 1800 Anna Dorothea Pietersen

Inventaris van alle zodanige goederen als er ab intestato metter dood zijn ontruijmd ende naargelaten door Anna Dorothea Pietersen weduwe van wylen Matthijs Berg ten voordeele van haare hier ondertenoeme vier minderjarige kinderen, genaamt

1) Cornelis ter andere zijde
2) Martha
3) Anna en
4) Matthijs Berg

Zodanig ende indiervoegen als door ons ondergeteekendes en ordin: clercq en bode ter Weeskamer ingevolge opgave van Cicielia Pietersen zyn ginventariseerd en opgenomen bestaande dezelve in de volgende, namentlyk

In een huur huys van de heer Onkruyt, al waar d’ overledene is woonagtig geweest en aldaar

In de voorkamer ter regterhand
eene Friese klok
vier schilderijen
een katel waarop
een bulzak en
twee kussens
een combaars
een koffij kan
twee kandelaaren
een klap tafel
een water halfaam
een copere keetel
een stoel /defect/
neegen tinne schootels
een tinne trekpotje
een vogel kooij
een yzer pot
een geweer /defect/
een kist en daar in
twee spiegeltjes met vergulde lijsten
twee schilderytjes met vergulde lijsten
een parthij prenten
drie jakken
zes rokken
drie rompjes
vier broeken
vier doeken
twee baatjes
een hemd
een mus
twee soepleepels
een kandelaar
een bakje met enige leepels, messen en vorken
een kist waar in
een hand zaag
agt schaven
twee booren
een winkel haak en
een parthy rommeling
een reun paard en
een merrij paard
Inneschulden
  Rd:s
van Hendrik Gerdtezen blykens gevondene aanteekening eene somma van 113:18
Lasten des boedels
  Rd:s
aan Carel Ewald Zeervogel over vendupenn: 56:42
aan Pieter Bock over winkelwaren 48:36

Aldus gedaan en ginventariseerd ter huyse voorm: aan Cabo de Goede Hoop op den 30 October 1800 ende zulx op ’t op en aangeeven van de in den hoofde deeses gemelde Cicielia Pieterzen, dewelke verklaarde zig hierin ter goeder trouw gedragen en niets met opzet verswegen of te rug gehouden te hebben ’t geene tot den boedel behoord inwegen zij dan ook bekenne de deugdelykheid haarer opgave ten alle tyde des gerequireerd werdende met eede te bevestigen, met belofte wyders zo wanneer er namaals nog eenige goederen mogte worden ontdekt dat tot den boedel behoorende, daar van dan nader opgaaf te zullen doen en is deese daar meerder zekerheid van d’ inventariente benefens ons eigenhandig onderteekend.

Voor den opgaaf: +

Ten onsen overstaan: H:E: Blanckenberg, W:J: Kolver

MOOC8/24.63

{18040522} 22 Maij 1804 Jan Hendrik Brinkhoff , Anna Maria Wannenburg

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als behorende tot en uitmakende den boedel door den g’admitteerden procureur Jan Hendrik Brinkhoff met zijne huisvrouw Anna Maria Wannenburg in gemeenschap bezeeten en door eerstgemelde op Donderdag den zeventhienden dag der maand Maij in den jaaren onzes Heeren een duijzend agthonderd en vier ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten, ten voordeele zijner overgebleevene weduwe hier vorengemeld ter eenre, en zijne uitlandige erffgenamen ter andere zijde, zodanig als dezelve na ontzegeling door ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren zijn opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande alle dezelve goederen in de volgende, namentlijk

In den huurhuijs van J:J: Visser en aldaar

In het voorhuijs
een ophaal gordijn
een klok lantaarn
vier schilderijen
In de kamer ter regterhand
twee groene zijde schuijfgordijnen
een spiegel met vergulde lijsten
drie [spiegel] kleijne
een schilderij met vergulde lijsten
een klaptavel
twee vierkante taveltjes
ses stoelen
een bureau waarin
een fluijt travair en
eenige muziek stukken
een tavel horologie
een lessenaartje
een secretaire
twee globes
drie riemen klijnformaat papier
een kast waar in de volgende boeken, als
in folio
Valentijn, Beschrijving van Oost Indien, 4 banden /:incompleet:/
Stephani, Dictionairium Historicum, 1 [banden]
een Bijbel
in quarto
M: Rollen, Histoire Ancienne, 6 banden
M: Rollen, Histoire Romaine, 8 banden
Aristophanis Comoediae undecum Graeve et Latine, 1 band
Vilidors Ingenieur Wissenschaft, 1 band
Lambert Bos, Fetus Testament Septuag interp:
Voyage de Banks, 4 banden
E: van Zurk, Codex Batavis, 2 banden
Histoire Generale de Voijage, 8 banden
Histoire de Gustave, 1 [banden]
Vega Logarithmisch Tavel, 2 banden
Papegaij 1 band - aan de heeren U:r Strubergh afgegeeven
Cyriaco Morelli,Rudimenta Juris Natural, 1 band
J: A: Park Esq:r Sijstem of the low of Marine - aan d’ E: Korsten afgegeven
Octavo
S: Kijd Esq:r, Treatise on the low of Awards - Korsten
David Steel, Steel on Schipping, 1 band
Th: Salmon, Heedendaagsche historie, 26 banden /:incompleet:/
Hollandsche Consultatien Advijsen en Advertissementen, 6 banden
Valleus Patercules Historia Romana door David Ruhnkenio, 1 band
Abraham Gronovio, Poponie Melae destitu orbis
Hendrik Strik, Examinator, 4 banden
Claude Philibert, Lettres sur le Danne Marc, 2 banden
F:T: de Soer, La Bibliotheque Bleue, 3 banden
Biblia Sacra, 1 band
Memores sur la Republicque de Venise, 1 band
Geschiedenis der Jacobeinen, 4 banden
Barruel, Bartjes Cijferingen
De Soline, On the constitution, 1 band
Physique de Brisson, 3 banden
Jacob Klorijn Grondbeginsels der hoogere meetkunde, 1 band
Tableau de Paris, 8 banden
Confessoin de Rausaux, 7 banden
Oeuvres de Voltaire, 100 banden
Filangirie Legislacion, 6 banden
F:G: Herder Philosophie der geschichte der menschheid, 4 banden - te kopen voor den heer Watermeyer
B: Martin Algemeene Oeffenschool van konsten en weetenschappen, 3 banden /:incompleet:/
Lockes Essaij, 3 banden
P: Brijdon, Voyage Ensicile E: Malthe, 2 banden
Oeuvre de J Racine, in 5 banden
Voyage en Russie, 2 banden
J: v:d: Linden over de judicieele practijcq, 2 banden - aan den heer Ruijnh voor de heer Wichers afgegeeven
Krijgswetenschappen voor officieren bij de infanterij en cavallerij, 2 banden
Moeridas Atticistac Lexicon Atticum, 1 band
H: Aenneae Reekenboek voor de Nederlandsche jeugd - aan de heer Overbeek afgegeeven
Galmace Gramatica Francesa, 1 band
the Students Miscellang, 2 banden
Histoire de Charles 12, 6 banden
Antini Libralis Metamphormosi, 1 band
Lescous D’Astronomi, 1 band
Nieuwe Vaderlandsche Bibliotheek, 1 band /:incompleet:/
De L’origine des loix, des arts et des secences, 4 banden
Fable de la Fontaine, 19 banden
Practijk Judicieel, 1 band, door Wassenaar - aan de heeren U:r Stubergh afgegeeven
Decisiones Frisica, 1 band
La Verdadera politica, de los hombres de distinction, 2 banden
Voijage en Toscane, 2 banden
Les regles du Dessin, etc:a 1 band
Lecons elementaires de mecanique, 1 band
Les fastes de Louis XV etc:a /:defect 2 [band]/
Bibliotheque des dames, 3 [band]
Franc Sanctu etc:a, 1 band
S: Holtrops Engelse en Nederduitsch Dictionaire, 1 band
S: Holtrops English Grammer, 1 band
The Roijal Dictionary, 1 band
J:F: Blumenbachs Handbuch der Natuur geschichte, 1 band
10 Gottl: Heinece II ic: etc:a, 2 [band]
Fulstandige danse en Engelse haand lexison, 2 banden
Dictionaire Francais et Hollandois et Hollandois - Francois, 1 band
William Jones, Persian Gramman, 1 band
Verhandeling over de zeevaartkunde, 1 band
Grondbeginzels der stuurmanskunst, 1 band
Volledige verhandeling over de bereeking der lengte op zee, 1 band
Nouvelle et parfaite grammaire roijale Francois et Allemande, 1 band
Memorien van Edmund Ludsom, 1 band
Uitvoerig onderwijs in de perspectiva of doorsigtkunde, 1 band
Grammaire generale de la langue Angloise par F: Berry, 1 band
Almanach ten dienste der zeelieden, 1 band
Verhandeling over de oorsprong der zeevaart, 1 band
Een rak met differente papieren betrekkelijk proces zaaken door den overleedenen voor den Raade van Justitie alhier waargenomen
drie en twintig ingebonde en ingenaaijde boeken in blanko
een rakje
een cardoes met inktstoff
twee portefeuilles
een verrekijker
In de kamer ter linkerhand
een groene zijde schuijfgordijn
twee spiegels met vergulde lijsten
agt schilderijen met vergulde lijsten
twee vierkante taveltjes
een tavel horologie
ses stoelen met zwart fluweele zittings
een bureau
twee glase stulpen
een verlakte theekisje
een metale schel
twee Chineese beeldjes
In de gaanderij
een witte schuijfgordijn
een spiegel met houte lijsten
vier vierkante taveltjes
negen stoelen
een theemachine
een vuurtesje
twee schenkblaadjes
In een agterkamer
een schuijfgordijntje
drie spiegels met vergulde lijsten
twee schilderijen met lijsten
een klederkast waarin de kleederen van de weduwe
een kasje met laden
In de dispens
een steln porcelijne servies
een porcelijne soupterrine
twee porcelijne salade bakjes
een porcelijne visch schotel
negen porcelijne waterborden
agthien porcelijne schotels in zoort
drie en veertig porcelijne borden in zoort
een porc: kom
een porc: pot
vijf aarde borden
een kopere bak
een coffij molen
twee blikke trommels
een verlakte coffij pot
twee verlakte messe bakjes
ses plettet kandelaars in zoort
een handlantaarn
een tabaks doos met een restant tabak
elff messen
derthien stale vorken
drie olij en azijn standaartjes
sesthien caraffen in zoort
eenige glasen in zoort
een aarde boterpotje
een aarde zuijkerpotje
twee verlakte snuijter bakjes met twee snuijters
ses bouteilles
twee flessen
Op de zolder in de kamer n:o 1
een kapstok
een klap taveltje
een paarde hair matras
een bed peuluw en zes kussens
een chitze en
een wolle deken
een bed, twee kussens en een wolle deken
een zadel en toom
vier stoelen
een kadel /:defect:/
[Op de zolder] in de kamer n:o 2
een schrijftaveltje met een rakje
een kadel waarop
een paarde haire matras
ses stinkhoute stoelen
[Op de zolder] in de kamer n:o 3
ses verlakte stoelen
twee coffers, waarin de kleederen van den overleedenen, bestaande in
vijf lakense rokken
twee overrokken
vijffthien onderbaatjes
sesthien broeken
vijf en twintig p:r kousen /:in zoort:/
agtthien hembden
twaalff doeken
drie hoeden
twee kasjes met kaarsen
een kanaster met wat zuijker
twee porcelijne potten
een cijverleij
een falies
een loode tabaksdoos
[Op de zolder] in de camer n:o 4
een ledikant
[Op de zolder] in de kamer n:o 5
een hoop garst
een hoop haver
een hoop kaff
In de kelder
een vat met theer
een parthij ledige bouteilles
In de combuijs
een tavel
een hakke bord
twee watervaatjes
een waterhalffaam
een kopere water ketel
twee visch ketels
drie ijzere potten
een ijzere lepel
een ijzere vork
twee schoorsteenkettings
In de paardestal
een rijdpaard
Op de agterplaats
een huijsladder
een balij
een nagtspiegel
twee blikke emmers
Zilverwerk
een souplepel
ses eet [lepel]
twee ragou [lepel]
vier thee [lepel]
twee thee vorkjes
Lijfeigen
een jonge gen:t Apelles van Madras
Crediten des boedels
  Rd:s Rd:s
aan contanten in dezelve gevonden eene somma van negen hondert rijxd:s zegge   900:--
aan gestempeld papier te weeten
61 p:s a 1/4 rd:s met ’t opgeld 17:38
74 p:s a 1/8 rd:s met ’t opgeld 10:38
    28:28
van den Secretaris van den Raad der gemeente Fredrik Korsten over contant geleende blijkens onderh: briefje van den 2 Maart l:l: 340:--
over contant geleende blijkens onderh: briefje van den 26 der voorm: maand Maart 1350
blijkens onderh: bewijs van den 18:e April j:l: 655
over gedane verschotten vide schuldboek, f:o 14 3:24
over procureurs kosten vide salaris boek, f:o 25 28:16
over procureurs kosten vide salaris boek f:o 82 23:16
over procureurs kosten vide salaris boek, f:o 47 38:21
    2438:29
van Johannes Jacobus Botha overgedaane verschotten vide schuldboek, f:o 4 103
over proc: kosten vide salaris boek, f:o 6 36:33
over proc: kosten vide salaris boek, f:o 7 38:19
    178:04
van de heer Cornelis Cruijwagen over gedane verschotten vide salaris boek, f:o 34   34:44
van den oud procureur P:W: van Druten over procureurs kosten vide salaris boek f:o 96 - voldaan den 4 Aug:s 1804   33:38
van dezelven Van Druten p:r De Wet over proc: kosten vide salaris boek, f:o 108 - voldaan den 4 Aug:s 1804   14:33
van Nicolaas Gulde over saldo van reekening blijkens schuld boek, f:o 2 36:37
over procureurs kosten vide salaris boek, f:o 40 138:41
over procureurs costen vide salaris boek, f:o 15 27:38
over procureurs costen vide salaris boek, f:o 145 43:43
over procureurs costen vide salaris boek, f:o 18 37:28
over procureurs costen vide salaris boek, f:o 52 49:38
over procureurs costen vide salaris boek, f:o 106 24:20
over procureurs costen vide salaris boek, f:o 107 27:42
over procureurs costen vide salaris boek, f:o 163 8:--
over procureurs costen vide salaris boek, f:o 223 17:42
    412:41
van Joseph Heijns en Veijl over proc: kosten vide salaris boek, f:o 38 130:47
waarvan afgaat zo veel dezelve competeerden vide schuldboek, f:o 5 100:--
dus p:r rest   30:47
van bovengemelde Joseph Heyns over proc: kosten vide salaris boek, f:o 218   67:2
van d’ E: Johannes Ackerveld over ’t saldo van reek:g vide schuldboek, f:o 11   178:18
van Hendrik de Leeuw blijkens reekening vide schuldbrief, f:o 10   108:12
van William Skirrow over saldo van reekening vide schuldboek, f:o 9   71:6
van A:A: Bruijns over proc: kosten vide salaris boek, f:o 88   10:26
van de heer Pieter van Breda over proc: kosten vide salaris boek f:o 189   60:37
van P:R: Coetzee over proc: kosten vide salaris boek f:o 167 - deeze pretensie by den Rade van Justitie getaineerd zynde in dezelver voldaan met rd:s42:6 st:s   54:18
van d’ edele Adriaan Cruijwagen over proc: kosten vide salaris boek, f:o 20   13:12
van de clercq qq: de weduwe Cornelissen over procureurs costen vide salaris boek, f:o 64   88:20
van de weduwe Philip Diehl over procureurs kosten vide salaris boek, f:o 150   101:41
van Simon Hendrik Dipping over procureurs kosten vide salaris boek, f:o 37   62:12
van David Engela over procureurs kosten vide salaris boek, f:o 202   88:6
van Moses Arends van Graan over procureurs kosten vide salarisboek, f:o 50   26:33
van Goodear over procureurs kosten vide salaris boek, f:o 200   94:37
van de heer G:F: Goetz over procureurs kosten vide salaris boek, f:o 178 10:45
over een door P:W: van Druten ten behoeve van den overleedenen getrokken en door hem ter betaling g’accepteerde assignatie 106:43
    117:40
van Hoets en Korsten over procureurs kosten vide salaris boek, f:o 213 114:24
over procureurs osten vide salaris boek, f:o 146 24:9
over procureurs kosten vide salaris boek, f:o 186 116:26
over procureurs kosten vide salaris boek, f:o 192 14:19
    269:30
van J: Hoets over procureurs kosten in de zaak met J:A: Laubscher vide salaris boek, f:o 115   25:27
van Frans Hooger qq: H:k van As s:r over procureurs kosten vide salaris boek, f:o 18   20:11
van E:F: Heckrath over procureurs kosten vide salaris boek, f:o 143   10:--
van O:I:T: Hemmij over procureurs kosten vide salaris boek, f:o 177   16:28
van de heer J:A: Horak over procureurs kosten vide salaris boek, f:o 209   20:45
van M: Jacobsen over procureurs kosten vide salaris boek f:o 120   30:28
van J: Johnstone over procureurs kosten vide salaris boek, f:o 120 30:40
over procureurs kosten vide salaris boek, f:o 165 35:35 66:27
van manh: Joachem Ftzen blijkens onderhandsch bewijs 145:--
over procureurs kosten vide salaris boek, f:o 190 19:9 164:9
van I:M: Kiesewetter over procureurs kosten vide salaris boek, f:o 113 20:43
over procureurs kosten vide salaris boek, f:o 140 en daaruit geformeerde specificque reekening 96:14
  117:9
waarvan afgaat zo veel hem per saldo van reek:g competeerd vide schuldboek, f:o 15 21:-- 96:9
van Adriaan Louw Jacobusz: over procureurs kosten vide salaris boek, f:o 74 9:--
over procureurs kosten vide salaris boek, f:o 201 156:41 165:41
van Adriaan Louw Adriaanz: en Hendrik de Waal over procureurs kosten vide salaris boek, f:o 215   605:44
van Adriaan Louw Adriaanz: over procureurs kosten in de zaak met Pieter Theron d’ oude vide salaris boek, f:o 198   34:21
van de heer A:L: de Mist qq: de heer Egbertus Slaghek als gemagtigde van de heer Sijbrand Dirkze Tang over procureurs kosten vide salaris boek, f:o 19   27:28
van H:A: Metzeler over procureurs kosten vide salaris boek, f:o 126   168:32
van F: Massijn over procureurs kosten vide salaris boek, f:o 111   58:10
van L: Maijer qq: over procureurs kosten vide salaris boek, f:o 224 in de zaak c:a Dur   154:42
van S: Monsang over procureurs kosten vide salaris boek, f:o 127   56:44
van J:T: Muijsenhelder over procureurs kosten vide salaris boek, f:o 104 42:13
over proc:s kosten vide salaris boek, f:o 176 35:23
over boekschuld vide schuldboek, f:o 16 250:-- 327:36
van J:T: Muijsenhelder voorm:t /:C:S:/ over procureurs kosten vide salaris boek, f:o 191   8:12
van M: Meijneman over procureurs kosten vide salaris boek, f:o 179   8:12
van G:H: Meijer C:S: over procureurs kosten vide salaris boek, f:o 188   71:7
van T:O: Meijer over procureurs kosten vide salaris boek, f:o 145   13:12
van de weduwe Du Plessies over procureurs kosten vide salaris boek, f:o 225   25:28
van I:H: Richter over procureurs kosten vide salaris boek, f:o 148   115:25
van Gabriel Jacobus Rossouw over procureurs kosten vide salaris boek, f:o 88   9:2
van de wed: Pieter Roux over proc:s kosten vide salaris boek, f:o 89   10:2
van Elsabe Catharina Wotkij weduwe Sebastiaan Rothman procureurs kosten vide salaris boek, f:o 89 9:26
over procureurs kosten vide salaris boek, f:o 203 33:25 43:23
van Willem Rauch over proc:s kosten vide salaris boek, f:o 195 33:37
over proc:s kosten vide salaris boek, f:o 196 41:9 74:46
van G: Scheffler over proc:s kosten vide salaris boek, f:o 157 129:10
over proc:s kosten vide salaris boek, f:o 194 20:20
over proc:s kosten vide salaris boek, f:o 204 89:37 239:19
van de weduwe Schildbach thands gehuuwd met Bester over proc:s kosten vide salaris, f:o 112   13:24
van I: Sinkantijn over procureurs kosten vide salaris boek, f:o 205   17:38
van William Straud over procureurs kosten vide salaris boek, f:o 210 44:36
over procureurs kosten vide salaris boek, f:o 220 104:5
over procureurs kosten vide salaris boek, f:o 208 29:8
over procureurs kosten vide salaris boek, f:o 222 32:11 210:12
van I:D: de Villiers P:z over procureurs kosten vide salaris boek, f:o 149 100:33
over procureurs kosten vide salaris boek, f:o 59 6:24 107:9
van Vleeschakker over procureurs kosten vide salaris boek, f:o 199   66:7
van I:P: de Villiers P:z over proc:s kosten vide salaris boek, f:o 172 - door And:s Mellet den 18 October voldaen   70:6
van Walker en Robbenson etc:a over procureurs kosten vide salaris boek, f:o’s 8:, 10:,11:, 30 en 41 dan wel daar uit geformeerde specificque reekening 194:43
over procureurs kosten vide salaris boek, f:o 116 61:1
over procureurs kosten vide salaris boek, f:o 123 19:28
over procureurs kosten vide salaris boek, f:o 59 26:30 302:6
van Siebert Wiedt over procureurs kosten vide salaris boek, f:o 110   105:7
van Frans Walker over procureurs kosten vide salaris boek, f:o 170   23:35
van Christiaan Ph: Zin over procureurs kosten vide salaris boek, f:o 125 119:49
over procureurs kosten vide salaris boek, f:o 92 30:31
over procureurs kosten vide salaris boek, f:o 155 21:15
over procureurs kosten vide salaris boek, f:o 174 44:6
over procureurs kosten vide salaris boek, f:o 207 9:31 216:31
van E:B: Ziervogel over procureurs kosten vide salaris boek, f:o 115 28:--
over procureurs kosten vide salaris boek, f:o 181 19:37 47:33
van bovengemelde Ziervogel /:C:S:/ over procureurs kosten vide salaris boek, f:o 139   108:1
van I: Zorn over procureurs kosten vide salaris boek, f:o 183   11:36
van de executeuren van Carel Ewald Ziervogel over procureurs kosten vide salaris boek, f:o 109 - voldaan den 17:e Aug:s 1804   10:24
van Hendrik van der Waldt over procureurs kosten vide salaris boek, f:o 35   7:14
van Hendrik en Jacob de Leeuw blijkens salaris boek, f:o 49   8:24
van Philip Wagener over proc:s kosten vide salaris boek, f:o 50   42:41
van notaris publicq J:B: Hoffman, weegens eene door William Skirrow onder den 1:e Februarij 1804 ten behoeve van den overleedenen getrokkene en door hem ter betaling geaccepteerde wissel - deese post bevonden te weezen onwettig vide resolutie van den [ ..... ]   300:--
Lasten des boedels
  Rd:s
aan Maria Anna Wannenburg per saldo van reekening vide schuldboek, f:o 6 24:24
aan Leopold Meijer over zo veel hem per saldo van reekening competeerd vide schuldboek, f:o 12 - zie de pretensie door hem ingediend 622:--
van Schalk Willem du Toit over zo veel hem per saldo van reekening competeerd vide schuldboek, f:o 13 177:18

Aldus gedaan en g’inventariseerd ten huijse voorm:t op 22, 23, 24, 25 en 26 Maij 1804 ende zulx op het op- en aangeeven van de indenhoofde deeses gem: weduwe, dewelke betuygde zig hier inne te goeder trouwe gedragen en niets haarer weetens versweegen of te rug gehouden te hebben dat tot voorm: boedel behoord invoegen zij ook getuijgde de deugdelykheid haarer opgave ten allen tijde des gerequireerd werdende met eede gestand te doen en belofte wijders zo hier in nog iets tot gem: nalatenschap behorende mogte worden ontdekt daar van nader opgave te zullen doen omme deesen inventaris daar meede te kunnen amplieeren.

Tot securiteit van dien is deese door ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren de inventariente ende mij Secretaris behoorlijk gesubscribeerd.

Als gecommmitteerde Weesm: A:V: Bergh, A: v: Breda

Voor den opgaaff: A:M: Wannenburg, N:D: Brink

Ampliatie

Crediten des boedels
  Rd:s
van de wed: in den hoofde deeses gemeld weegens het geene aan deselve blijkens restitutie van den 13 Junij j:l: bij tauxatie is gelaten, als
de kleederen van den overleedenen tezamen voor 146:--
een vaatje tot berging van dezelve voorsz: 30:--
een ledikant met behangzel 40:--
een bed met desselfs toebehoren 50:--
tezamen voor Rd:s266:--

Ter Weeskamer den 5 Julij 1804

J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/24.64

{18050122} 22 Januarij 1805 Susanna de Kruger

Notitie van het gemelde ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren bij ontzegeling bevonden hebben tot den boedel van wijlen Susanna de Kruger wed: Jacobus la Kock te behoren en bij den inventaris door Gecommitteerdens uit den Raade van Justitie daar van geformeerd niet te zijn opgebragt of bekend gesteld als

[In de kamer ter linkerhand]
In het cabinet staande in de kamer ter linkerhand en behorende aan den boedel van wijlen Willem de Kruger de kleederen van de overleedene
in de bureau
aan contanten zeven rijxdaalders papierenmunt
een goude ring met een geele steen
1 paar zilvere schoegespen
1 zilvere halsgespe
1 zilvere broeksknoop
1 paar goude oorbellen
1 memorie boekje
1 degen met zilver gevest en
1 goud zakhorologie
In de gaanderij
4 verlakte schenkbladen
1 kopere [schenkbladen]
1 plettet tobaks confoortje
1 plettet olij en azijn stander
1 glase caraf
2 glase confituurpotjes
1 glase koelbakje
20 wijnkelken in zoort
2 olij en azijn flesjes
1 glase lamp en
1 parthij porcelijn
In de agterkamer
2 porcelijne potten
2 blikke trommels
1 porcelijne melkkan
In de combuis
1 borde rak
1 hoekrak
1 hakkebord
1 vleesch blok
1 emmer
2 drievoeten
1 kopere vergiettest
In het pakhuis
1 gemakstelletje
5 planken
1 grote mand
1 vuurmand
2 schragen
een slavinne gen:t Spasie van Mosambicque met haar kind Joumat van de Kaap

Werdende voorts alhier genoteerd:

1) dat het huis bij voorm: inventaris vermeld behoord tot den boedel van den overleedenen Willem de Kruger
2) dat in de voorn: bureau nog zyn gevonden
2 goude kniegespen
1 goude halsgespen
1 paar goude handknopen
2 goude rotting bantjes
1 paar zilvere schoegespen
1 paar kniegespen
16 zilvere roksknopen en
1 goud zakhorologie

mede tot den boedel van voorm: Willem de Kruger behorende, mitsg:s

3) dat den slaaf Maart van Mosambicque by den inventaris opgebragt bereids is overleeden

Aldus volgens de opgaave der erfgenaamen van de overleedene wed:e La Kock, bevonden den 22 Januarij 1805.

Als gecommitteerdens: A:V: Bergh, W:J: Klerck

Mij present: J:P: Faure, Secret:s

Ampliatie

Inneschulden - dubieus en disperaat
  Rd:s
van J: Welters over boekschuld vide schuldboek, fol: 1 14:--
van J: Nagel over boekschuld vide schuldboek, fol: 8 98:14
van Mattheus Isaak Reitz volgens gevondene schuld aanteekening van de weduwe 396:--

Ter Weeskamer aan Cabo de Goede Hoop den 1 Febr: 1805

J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/24.65

{18041231} 31 December 1804 M:I: Reitz

Op heeden morgen den 31 Dec: 1804 is op den plaatse van Jan Mostert J:Z: overleeden een persoon Reitz, die voor 14 daagen alhier van de Caab gekoomen is en daar onderstaande getuigen gevonden is, als

  Rd:s
aan contant 1 rd:s pampier munt 10:--
aan enkelte sch:s 53 - de contanten zyn gebruikt tot den begravenis van den overl: 6:5
een Fransch zilver horologie gmft: Shakin a Paris met een staale ketting singnet en sleutel lamplitt
een rood, oud raar Seville, inhoudend twee en tertig pampierjes, aan reekg: debit en reekg: cred, quittanties en memories en andere briefjes, en een schaerjen
een silver pyp krakker
appart in een pampierjen gepakt 1 kam, 1 sleutel, 1 peuermess, 1 paar kuit gespen, 1 stukjen trapp
een tabac doos, een stune pyp met koper dessel en haarn schietjin
2 hemte, 3 witte lange broeke, 1 sw: span broek, 1 doer rock, 1 Nanquin rock, 2 onder baatjes, 2 doeke, 2 paar kousen, 2 paar handschoene, 1 paar schoene, 1 hoed

F: Mostert

Lodewyk Krafft

Last
  Rd:s
aan A:N: Louw voor ’t maken van de doodkist 30

MOOC8/24.66

{18050211} 11 Februarij 1805 Adolph Wenzel

Inventaris van zodanige goederen als er op Donderdag den zevenden dag der maand Februarij in den jaare onzes Heeren een duijzend acht honderd en vijf ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den soldaat van ’t Corps Auxeliaire Arthillerie 1:e classe Adolph Wenzel geboortig in Groenwyzenburgh bij Straatsburgh geleegen, ten voordeele zijner onbekende uitlandige erffgenaamen, zo als het een en ander ingevolge opgaaff van Arnold Sportman door mij Adj:t Commis is opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande alle deese goedertje in de volgende, namentlijk

drie hembden
twee oude baatjes
een oude broek
een p:r kousen
een valies
een paar schoenen

Aldus g’inventariseerd ten huijse van voorm: Arnold Sportman alwaar den overleedene ’t laatst is woonagtig geweest op den 11 Februarij 1805.

Als getuigen: J:N: Rorich, Jan Andris Rubsam

A: Sporkman

Mij praesent: P:E: Faure, Adj:t Commis

Ampliatie

Inneschulden
  Rd:s
van D: Carolus de Wet over zoveel hy aan de overleedenen debit is blijkens reekening door den overl: eigenhandig onderteekend en door Fredrik de Jager aan wien de invordering van die schuld is opgedragen geweest op heede ter Weeskamer geproduceerd per rest - de debiteur de niet heeft bij specificque reekening aangetoond wat meer schuldig te zijn als rd:s22:18 136:30

Ter Weeskamer den 21 Maij 1805

J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/24.67

{18021019} 19 October 1802 Laurens Kock

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als er op Maandag den 18:e October 1802 ab intestato met ’er door zijn ontruijmd ende nagelaten door den geweesene corporaal bij de fortificatie werkens Laurens Kock, ten voordeele zijner onbekende uitlandige erffgenamen, zodanig als het een en ander, ingevolge opgaaff van de slavin Louisa van de Kaap toebehorende aan de wed:e Cornelis Verweij die bij den overleedene woonagtig is geweest, door ons onderget:de ordin: clercq en bode zijn opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande alle dezelve goederen in de volgende, namentlijk

In een huis van Carel Pester
een pijpe rakje
twee taveltjes
een koffij molen
een kadel waar op
een bulzak
drie stoelen
een kelder met elff flessen
een hakbord
een ankervaatje
twee balijs
een blikke tregter
een water keteltje
drie tinne lepels
drie stale vorken
een blaauwe rok
drie broeken in zoort
twee baatjes
drie hembden
een hoed
een parthij oude versleete kousen
een hand rotting
Lasten des boedels
  Rd:s
aan d’ edele Jacobus Arn:s van Reenen over vleesgeld per rest van reek: 28

Aldus gedaan ende g’inventariseerd ter huijse voorm:t op den 19:e October 1802.

Ter onzer praesentie: P:E: Faure, J:N: Rorich

MOOC8/24.68

{18050110} 10 Januarij 1805 Warner Francois Michiel van Boecop

Inventaris van zodanige goederen als ’er op Dingsdag den sesden dag der maand Januarij in den jaare onzes Heeren een duijzend acht honderd en vijf ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den gedimitteerden 2:e Lieutenant van ’t 22 Battaillon Infanterij in dienst der Bataaffze Republiq Warner Francois Michiel van Boecop ten voordeele zijner onbekende uitlandige erffgenamen, invoegen als het een en ander door mij ondergeteekende Adjunct Commis in presentie van de ondertemelden getuijgen zijn opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande alle deeze goederen inde volgende, namentlijk

In een huis van de wed: Oostendorp alwaar den overleedene het lank is gelogeerd geweest
een blaauw lakense rok
twee gestreepte baatjes met maauwe
drie witte onder baatjes
twee witte broeken
zeven hembden
een paar kousen
een oude doek
een ronde hoed
een oude kruijsband
een p:r halve laarsen
een bulzak, twee kussens en een chitse combaars
een overrok
Ten huise van de weduwe Werleij
een kist waarin
twee hembden
twee p:r oude kousen
drie handdoeken
Credieten
  Rd:s
van ’t 22:e Battaillon voor een monteering aan hetzelve overgelaten volgens declaratie van den cap:n Mans 35
als meede 12 dagen appoinctement - volgens declaratie van de quartiermeester van den 22 Battaillon heeft de overleedene bij hetzelve Batt: niets meer te goed
Lasten des boedels
  Rd:s
aan de wed: Oostendorp over huijs huur en gelewerde goederen blijkens reekening 92:--
aan doctor Liesing over geleeverde medicamenten volgens reek:g 4:30

Wordende alhier pro memoria bekend gesteld dat volgens declaratie van opgem: wed: Oostendorp zig verder den lieutenant van gen: 22 Battaillon De Haan zoude bevinden een monteering ook aan den overleedene toebehoorende

Aldus na gedaane ontzegeling g’inventariseerd op den 10 Januarij 1805.

Als getuigen: G: Kuylenburg, J:N: Rorich

Ten mijnen overstaan: P:E: Faure, Adj: C:

MOOC8/25.1

{18060225} 25 February 1806 Valierus Nielsen Ijorkes

Inventaris van zodanige goederen als er op Vrijdag den een en twintigsten dag der maand February in den jaare onzes Heeren een duijzend agt honderd en ses ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den geweesen capitain ter zee in Deensche dienst en passagier op het alhier ter rheede leggende Deensch schipValierus Nielsen Ijorkes, ten voordeele zijner onbekende uitlandige erffgenamen, in voegen als het een en ander door my Adj:t Commis ingevolge opgaaf van den capitain van opgem: bodem John Oelsen Bach zijn opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande alle dezelve in de volgende, namentlijk

Ten huijse van den burger Lodewyk Scholtz alwaar den overleedene is gelogeerd geweest.

een coffer waar in
drie lakense rokken
twee lakense baatjes
een lakense broek
zeventig broeken in zoort
twee en vyftig baatjes in zoort
twee beddelakens
een coffer daar in
een lakense rok
twee en veertig hembden
drie baatjes
thien broeken
dertig paren kousen in zoort
vijf en twintig dassen
een en dertig zakdoeken in zoort
negen handdoeken
een gaase bedde gordijn
een matrasse overtreksel met 2 matrasse voor kussens
ses cardoesen tabak
vijf potjes poemade
vier pakjes poeder
een zilvere souplepel
drie eet [lepel]
een thee lepel
ses stale vorken met houte hegten
ses messen
een pype foederaal met zilver gemonteerd
drie paren schoenen
een meerschuijme pyp met zilver gemonteerd
een carette doosje
een glase peper bus
een parthij boeken
een coffer waar in
een parthij boeken
een mandje met een glas
een toilet doosje
een kopere keteltje
een blikke trommeltje
een kopere kraan en
een scheerdoosje en
een foederaal met een scheermes
een verrekijker
drie paar laarsen
een schryf kistje daarin
een goud horologie met een goude ketting
een paar goude kniegespen
twee goude ringen
een paar paarl damour hand knoopjes met goud gemonteerd
een paar zilvere schoegespen
een zilvere broek [gespen]
een liqueur keldertje met ledige flessen
een oude bureau daarin
een ronde schildery
een kaarte boek
een parthy oude zee kaarten
een schilderij plaat
een matras met twee kussens
een ronde hoed
een hardhoute stok met zilver gemonteerd
Lasten des boedels
  Rd:s
aan voorm: cap:n Johan Oelsen Bach blijkens specificqen reekening 403 Deensch geld ofte Caapse 423:24
aan Lodewijk Scholtz hier voren gem: over diverse ongelden blijkens gespecificeerde reekening 354:12

Aldus opgenomen en g’inventariseerd ten huijse voorm:d op den 25 February 1806 in preesentie van de meede geteekende getuigen.

Als getuigen: Lodewik Scholtz, J:N: Rorich

Voor den opgaaff: J:O: Bach

Mij present: P:E: Faure Adj:t Commis

MOOC8/25.2

{18040810} 10 Augustus 1804 Catharina Muller

R:r d’ Ozy

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als er op Dingsdag den een en dertigsten dag der maand July in den jaare onzes Heeren een duizend acht hondert en vier des avonds de klokke circa thien uuren met er dood zijn ontruimd ende nagelaten door juffrouw Catharina Muller weduwe van wijlen den capitain militair de heer Lodewijk Christoph Warneck, na alvorens by testament op den een en twintigste January des gepasseerden jaars een duizend zeven hondert vyf en tagtig met wylen bovengemelde haren echtgenoot voor den toenmalige eerste gezw: Clercq ter Politicque Secretarye, nu meede wijlen Johannes Marthinus Horak en getuigen opgericht, mitsgaders bij acte van donatie causa mortis op den een en twintigsten May des jaars een duizend zeven honderd drie en negentig voor den notaris publicq Johannes Daniel Karnspek en getuigen gepasseerd, als meede by zeekere in dato elfde January een duizend seven hondert negen en negentig onderhandsch afzonderlyk nog gemaakt en ten protocolle van den notaris pupblicq m:r Johan Henoch Neethlingh, blijkens acte van den thienden Januarij een duizend acht hondert en een geregistreerd en geseponeerd geschrift dienaangaande, gedisponeerd en tot derzelver universeele erfgenaamen te hebben benoemd en g’institueerd

1) des testatrices halve broeder den luitenant militair de heer Johan David Warneck benevens zijne twee zusters juff:w Maria Elisabeth en Johanna Louisa Warneck beide te Spangenberg woonachtig met hun drien te zamen voor een staak
2) der testatrice zuster juffrouw Anna Muller wed:e wylen den burger capitain de heer Hendrik Hop meede voor een deel
3) der testatrices broeder den oud burgerraad alhier de heer Adam Gabriel Muller insgelyks voor een gedeelte
4) de drie nagelatene kinderen van der testatrices overleedene zuster Susanna Muller, in namen Andries Willem van Taak door haar in eerste huwelyk verwekt by den burger Pieter Taak, Anna Catharina en Catharina Louisa Witsche beide kinderen bij haren laatsten man wylen den burger Hendrik Witsche in echt geprocreëerd, met hun drien meede voor een staak
5) der testatrices neef David Muller zoon van haren broeder Burgerd Muller

mitsgaders by vooroverlyden van een dier erfgenamen derzelver wettige decendenten bij plaatsvulling.

En vermits Heeren Weesmeesteren dezer stede bij het voormelde testament tot executeuren van hetzelve, mitsgaders tot voogden over der testateuren nagelaatene minderjarige erfgenamen en legatarissen zyn verzogt en aangesteld, zo zyn de voorm: goederen en effecten door de ondergetekende Gecommitteerdens uit derzelver midden opgenomen en g’inventariseerd, bestaande dezelve in de volgende, namentlyk

In ’t woonhuis van mejuffrouw Johanna Elisabeth de Wit weduwe Marthinus Schoester alwaar de overleedene ’t laatste is woonagtig geweest

een grote kist, waarin de klederen van de overleedene bestaande in
twee cabaatjes
twee borstrokken
negen rokken /:in zoort:/
een chitze zak
twee zwarte zyde mantels
drie paar witte kousen
een paar witte handschoenen
zes witte doeken
een catoene tjaal
seven bedde lakens
zes kussen slopen
zes hembden
twee tafel lakens
vier servietten
drie mutzen
een paar schoenen
welke kleederen bij ’t voormelde testament zyn gelegateerd aan der testatrice nigt Catharina Louisa Witsche die bereids is overleden
een koffer, waar in ’t ongemaakte linnen goed bestaande in
een lap voer chitz
twee [lap] linnen en
een Vlaamsch linnen over trekzel
door de overleedene by de in den hoofde dezes gemelde acte van donnatie causa mortis geschonken aan de gezamentlyke kinderen van den geweezen procureur s:r Jacobus Vercueil bij zijne nu overleedene huisvrouw Catharina Louisa Witsche hier voren gemeld verwekt
een rood ophaal gordyn met deszelfs lynen
een stel beslag tot een doodkist
een lessenaartje
twee spaane doozen
een ledige koffer
drie ledige kistjes
een schuif doosje
vier boeken /:in zoort:/
negen en twintig bouiteilles rode wyn
drie douzyn pypen
zes glaaze flesjes /:in zoort:/
een klap tafeltje
een oude draagstoel
twee porcelaine hand quispedoortjes
een thee bus
een gemak stoel
een bed
seven kussens /:in zoort:/
een chitze en een wolle deken mitsgaders
twee sprijen
almeede door de overleedene by voormelde acte van donatie causa mortis geschonken aan de gezamentlyke kinderen van den gewezen procureur Jacobus Vercueil bij zynen bovengemelde huisvrouw Catharina Louisa Witsche als gezegd geprocreëerd
Zilver werk
drie zilvere schenkbladen /:in zoort:/
een zilvere koel bakje
een zilvere zuiker trommel
zes zilvere kleine vorkjes en een lepeltje
zeven zilvere eet lepels en vyf zilvere vorken
vyf messen met zilvere hegten
een paar zilvere schoen gespen
welke schoen gespen als door de overleedene gedragen zynde by ’t voormelde testament zyn gelegateerd aan meergemelde Catharina Louisa Witsche
Lijf eigenen
een jongen genaamd Pedro van Madagascar   welke voormelde lyfeigenen naar luid van den in den hoofde dezes gemelde testament niet zullen mogen worden verkogt, maar zal aan dezelve de vrije keuze moeten worden gelaten by wien van der testateuren famielie zy zullen willen ter woon gaan, omme voor ’t nodige onderhoud van kost en klederen te dienen, zullende zo wanneer er zig iemand mogte opdoen die de voormelde twee slaven kinderen Sabina en Martha uit slavernij zouden willen vrij kopen, dezelve als dan aan de zodanige moeten worden afgestaan, mits voor ieder betaalende eene somma van twee hondert en vyftig ryxdaalders, als in welk geval die kinderen met believen der hooge overigheid zullen moeten worden g’emancipeerd en in vrydom gesteld. Terwijl uit de zo evengem:kooppenningen van rd:s250 aan de Diaconij voor ieder vrij te geevene en vervolgens de verdere ongelden daar op te vallen moetende worden betaald, het resteerende daar van zal moeten blyven voor gedagte vrij gegeevene kinderen om aan dezelve wanneer den ouderdom van 25 jaren zullen hebben bereikt te worden uitgekeerd
een meid genaamd Thama van de Kaap nevens hare twee kinderen, gen:t Sabina en
Martha , beide meede van de Kaap
een meid genaamt Manisa van Ceilon met haare drie kinderen, genaamt Pamela alle welke vyf stuks lyfeigenen door de overleedene bij meergeciteerde acte van donatie causa mortis zyn geschonken aan de gezamentlijke kinderen van Jacobus Vercueil hier voren gemeld, onder zodanige voorwaarden als bij die acte in ’t breede word vermeld
Truy en
Sabina van de Kaap als meede
een meisje gen:t Betje van de Kaap zynde een dogter van opgem: Pamela
een meid gen:t Marie van de Kaap   welke beide slavinnen naar luid van de voorzegde op den 10 January 1801 voor den toenmaligen notaris publicq m:r Johannes Henoch Neethling gepasseerde acte niet zullen mogen werden verkogt, maar de vrije keuze hebben by wien der erfgenamen zij zig met er woon zullen willen begeven
een meid gen:t Hanna van de Kaap
een jongetje gen:t Arend van de Kaap zynde een kind van opgemelde Marie
Crediten des boedels
    Rd:s
  aan contanten in den boedel gevonden eene somma van zes hondert en elf ryxdaalders papiere munt zegge 611:--
  van de manhafte Christiaan Andries Storm over contant geleende blykens schepenen kennis de dato 7 September 1803 groot aan capitaal vyf duizend guldens ofte 1666:32
  met de renten zedert 7 September 1803
cap:l en renten voldaen den 1 Aug:s 1805 van Christiaan Welman over contant geleende blijkens notarieele oblig: de dato 11 July 1785 onder den procureur Jan Daniel Alders berustende, groot aan capitaal vyf hondert ryxdaalders zegge 500:--
  met de renten zedert 11 Julij 1801
capitaal en renten voldaan den 20 Aug:s 1805 van de heer David George Anosi, over contant geleende blijkens onderhandsche obligatie van den 10 January 1799, groot aan capitaal twaalf duizend guldens ofte 4000:--
  met de renten zedert den 10 Jann:y j:l:
  van Johannes Koch over contant geleende blykens onderh: obligatie van den 6 April 1797 groot aan capitaal vyf hondert ryxdaalders zegge 500:--
  met de renten zedert den 6 April j:l:
  van de heer Hendrik de Waal d’ oude over contant geleende blykens onderh: obligatie de dato 15 April 1795, groot aan capitaal twee hondert en vyftig ryxdaalders zegge 250:--
  met de renten zedert den 15 April j:l:
Lasten des boedels
  Rd:s
aan de gezamentlyke kinderen van wijlen meergem: Catharina Louisa Witsche wegens het geene aan dezelve bij voorm: testament by wege van legaat is besproken om onder dezelve egualijk te worden verdeeld een somma van twee duizend rijxdaalders zegge 2000
aan de Diaconij armen der Hervormde Gemeente alhier over aan deselve bij voorsz: testament gelegateerde 200
aan de heer Jan David Warnich over begraffenis onkosten waar van door zyn edele eene specifique rekening ter Weeskamer zal worden ingeleverd [ ..... ]

Werdende voorts alhier pro memorie genoteerd dat de slavinnen Flora en Silvia beide van de Kaap van welke eerstgem: by het voorsch: testament en de laatstgem: by de acte van donatie causa mortis op den 21 Maij 1793 voor den notaris Karnspek gepasseerd melding word gemaakt, bereids zyn overleeden.

Aldus na ontzegeling gedaan en g’inventariseerd ten huize voormeld op den 10 Aug:s 1804 ende zulx op het op en aangeven van dikwils gem: Jan David Warnich, dewelke betuigde zig daar in ter goeder trouwe gedragen en zynes wetens niets met opzet verzweegen of agter gehouden te hebben dat tot de gezegde nalatenschap behoord, onder presentatie des gerequireerd werdende deeze zyne opgave met solemneele eede te bevestigen, met belofte wyders omme wanneer hier na nog iets mogte ontdekken dat tot meerged:e boedel relatie heeft daar van getrouwelyk opgave te zullen doen ten einde dezen inventaris er meede te amplieeren, en is tot meerder zekerheid deeze door den inventariant benevens de ondergetekende gecommitteerde Weesmeesteren en my Secretaris eigenhandig gesubscribeerd.

Als gecommitt:e Weesm: J:G: Blanckenberg, H: van de Graaff

Voor den opgaaf: J:D: Warneck

Mij present: J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/25.2 1/2

{18060620} 20 Juny 1806 Catharina Muller

Bekenne ik ondergetekende Jacobus Vercuil bij deezen ontvangen te hebben, van de Weeskamer deezer Colonie de hier natemeldene kleederen, gemaakt linnengoed etc:a door wijlen juff:w Catharina Muller laatst wed:e van wylen den capitain militair de heer Lodewijk Christoph Warneck bij haare testamentaire dispositie en de door haar gemaakte acte van donatie causa mortis zo aan wijlen myne huisvrouw Catharina Louisa Witsche als aan mijne gezamentlijke kinderen zyn gelegateerd en welke aan mijne huisvrouw gelegateerde stukken door Heeren Weesmeesteren blykens derzelver resolutie van den 13 November 1805 vermits haar overlyden, aan voorsz: myne kinderen by tauxatie zyn afgestaan, als

twee cabaatjes
twee borstrokken
neegen rokken in zoort
een chitze zak
twee zwarte zijde mantels
drie paren witte kousen
een paar handschoenen
zes witte doeken
een catoene tjaal
zeeven bedde lakens
zes kussen sloopen
zes hembden
twee tavellakens
drie servietten
drie mutsen
een paar schoenen
een lap voerchits
twee [lap] linnen
een Vlaams linnen overtrekzel
een bed
zeven kussens in zoort
een chitze deeken
twee spreyen
een p:r zilvere schoengespen

Kaap de Goede Hoop den 20 Juny 1806.

J: Vercueil

MOOC8/25.3

{18050228} 28 February 1805 Jacoba Maria de Villiers

J: Brand

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als er op Dingsdag den negenthienden dag der maand Februarij in den jaare onzes Heeren een duyzend agt hondert en vyf, des nademiddags de klokke omtrend 1/2 vijf uuren, ab intestato met er dood zyn ontruimd ende nagelaten door Jacoba Maria de Villiers ten voordeele van haren overgebleevenen man den burger Jacob Daniel de Villiers ter eenre en hunne by den anderen in egt verwekte twee minderjarige kinderen, met naamen

1) Catharina Jacoba de Villiers oud 13 en ten andere zyde
2) Jacob Petrus Leopold de Villiers oud 11 jaaren

invoegen als het een en ander door ons ondergetekende gecommitteerde Weesmeesteren zyn opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande deeze goederen en effecten in íde volgende, namentlyk

Een huys en erf mitsgd:s een gedeelte pakhuijs staande en geleegen aan den voet van den Leeuwinbil bewesten het Boere Plein door voorm: weduwenaar van den notaris publicq ten deezen Gouvernemente Jan Bernard Hofman gekogt, blykens koop contract daarvan op den 1 October 1804 onderhandsch gemaakt, dog van welk huijs, erf en gedeelte pakhuys nog geen transport is gedaan

In ’t voormelde huys en aldaar

In de kamer ter regterhand
twee gueridons
een ledikant met wit behangzel
vier stoelen
een thee tafel
twee spiegels met verg: lysten
In de kamer ter linkerhand
een ledikant met rood behangzel
een goud zak horologie met een goud ketting
een zilver horologie defect
In de gaanderij
een klap tafel
derthien stoelen
In een muurkastje
een oly en azyn standaart
zes verlakte bottel bakjes
twee blikke trommels
een party bottels en flessen
een tinne theebus
vijf aarde beelden
een doos met een restant medicynen
twaalf vorken en twaalf messen met plettet hegten
vier plettet thee lepeltjes
vier plettet kandelaars
vyf bierglazen
een sleutel haak
In de dispens
een tinne koffij kan met zijn test
een wit kopere thee machine
een kopere vyzel met zyn stamper
seven aarde schotels /:in zoort:/
seven diepe en seven vlakke borden in zoort
een wit aarde gorgalet met zyn kom
twee verlakte kandelaars
twee kopere kandelaars
een plat vaatje
een blikke handlantaarn
twee aarde potten /:in zoort:/
een kelder met ledige flessen
elf tinne lepels
een kleine kopere kraan
In de combuys
vier emmers
vier yzere potten /:in zoort:/
een koeke pan
een taarte pan
een kopere ketel
een kopere pan
een kopere water ketel
een dito kleinder
zes schoorsteen kettings
een drivoet

Op de zolder

In de kamer n:o 1
een negotie rak
een koffymoolen
een kadel
zes bulzakken
twintig kussens
vier peuluwen
vier chitze kombaarsen
In de kamer n:o 2
een kist, waarin
een rode chitze spreij
twee gekeeperde tafellakens
een catoene [tafellakens]
thien bedde lakens /:halfsleeten:/
veerthien servietten
ses handdoeken en voorts
de klederen van de overledene bestaande in
twee gecoleurde zijde gonnen onverkogt gebleeven ten gebruike voor de eenige nagelatene dogter van de overleedene in den hoofde gemeld en tot dato aan haar vader afgegeeven
een roode chitze tabbert
twee zwarte chitze tabberts
een zwarte voerchits
twee doeriasse tabberts
een swarte voerchitze rok
twee dimetze rokken
een vlennij [rokken]
een geele voerchitze [rokken]
twee roode voerchitze rokken
drie linnenze onder rokken
drie hembden
twee zwarte voerchitze cabaatjes
twee roode voerchitze cabaatjes
twee witte Chinasch linne borstrokken
zeven mutsen
twee hoedjes
een lessenaar
een boeke rakje
een party boeken
een klavier
vier nagt spiegels
een klisteer spuyt
een verre kyker
drie manden
In de kamer n:o 3
een wieg
een vuurmand
een balans met kopere schalen
een centenaar
seven koorn zikkels
drie braad pannen
een meel zift
een mout
twee schiet geweeren
twee zadels en twee toomen
een rood ophaal gordyn met zyn plank
een partij romm:
In de bakkerij
een ledige legger
een halve legger met pontak wyn
een halve legger
een halfaam met een restant oude wyn
een rystblok met zyn stamper
twee ledige halfaamen
een boter vaatje
een vengster kozyn
een oude krip
een boter karn
In de stal
seven wage en ryd paarden
een span tuygen
Op de agterplaats
een paarde wagen
Zilver werk
een soup lepel
twaalf eet lepels
twaalf vorken
twaalf messen met zilver hegten
vier thee lepeltjes en twee vorkjes
een paar schoegespen
een beugel tasch
By en onder berusting van den burger Willem Kriege
een kabinet
een kinderbak
een span zaag
een dissel
een handbyl
een snymes
drie stylen en ramen van een ledikant
zes jukke met hun toebehooren en
een trektouw
een ledige half legger
By den burger David de Villiers Abrahamsz:
een ledige halve legger
Lyf eigenen
een jonge genaamt Kupido van Boegies , metzelaar
een jonge genaamt Absalon van Madagascar meede een metselaar
een jonge genaamt Jeptha van Madagascar , wageryder
een jonge genaamt Daniel van de Kaap , wageryder
een jonge genaamt Jason van de Kaap koetzier
een jonge genaamt December van de Kaap
een jonge genaamt April van de Kaap
een jonge genaamt Jason by genaamt de kleine van de Kaap
een jonge genaamt August van de Kaap
een jonge genaamt Azia van de Kaap
een jonge genaamt Beginzel van de Kaap
een meid genaamt Catharyn van de Kaap met haare kinderen Amerika
Europa
Julina en
Amilie
een meid genaamd Hanna van de Kaap met haar kind Afrika meede van de Kaap
Inneschulden
    Rd:s Rd:s
voldaan van David de Villiers Az: over koop van 12 ossen blykens daarvan voorhanden zynde bewys   161:--
voldaan van Johannes Reinier de Villiers over koop van een paarde wagen met zyn toebehooren en twee trek ossen blykens handschrift 130:--
  als meede voor een halve legger brandewyn 18:-- 148:--
NB: deeze schuld van Hoffman is vervallen uit toonde van een contract door hem Hoffman met Villiers onder approbatie van ’t Collegie tot vernietiging van den koop en verkoop van het huis, pakhuis en erf op den 8 April 1805 onderling opgerigt van den notaris publicq Jan Bernhard Hoffman over het volgende te weten
over slaven huur zeedert den 2 October tot den 14 December jongstl: 73:26
over verstrekte wynen aan metzelaren en handlangers volgens overeenkomst met den anderen getroffen 39:16
over 154 vragten baksteenen, klippen, zand, puyn etc:a voor hem gereeden volgens reecq: 62:2
over verstrekte koffy, thee aan de metzelaars volgens reecq: 5:--
6 ps: glaze caraffen en 12 kelkjes 60:-- 239:44
  van Fredrik Davel over boekschuld per rest   64:36
  van Johan Christiaan Welman voor twee aan hem De Villiers verruylde en niet geleverde paarden gereekend teegens 40:--
  mitsgaders voor een tygervel 4:-- 44:--
  zynde deeze schuld ter Desolate Boedelkamer ten lasten van den insolventen boedel van Welman opgegeeven
  van David Sauvain voor logies penningen en daarvan op den 19 Maij 1795 gepasseerd onderhandsch briefje   44:--
voldaan van Jacob Petrus Louw over 5 1/2 dagen slaven huur   4:6
voldaan den 28 Nov:r 1805 van een kledermakers jonge van den oud Heemraad J: Haupt gen:t Smyn over gekogte carsaay   8:--
  van Abraham Isaak de Villiers over huur van een slaaf etc:a volgens aantekening per rest   6:3
  van Itzen over geleverde wynen per rest   50:--
  mitsg:s nog twee ledige leggers aan hem met wyn geleverd en niet weder terug ontfangen
J:J: Minnaar heeft bewijsen ten Weeskamer geproduceerd dat de nevens gemelde debetposten verrekend en dus vereffend zijn van Johannes Josua Minnaar over drie maanden en 9 dagen renten van ƒ28000, zynde kooppenn: van de plaats gen:t Bethlehem gelegen in ’t district van Drakenstein zedert den 23 Maij 1804, dat hy van de plaats bezit genomen heeft tot den 31 Aug:t daaraan wanneer het transport van dezelve is gedaan 154:--
  over zo veel hy weegens de kooppenn: van voorm: plaats nog moet uytkeeren per rest 56:32
  mitsg: voor hooi door hem eigener auctoriteit tot zig genomen 30:-- 240:32
voldaan den 20 Feb:y 1806 van Pieter du Toit Stephanusz: voor een pond catoen   4:24
  van Johannes Petrus de Villiers Jansz: over logies penn: en verschotten ten zynen behoeve gedaan, volgens aantekening, per rest   3:42
voldaan van Jan Nieuwkerken Albertz: over te kwaad gebleevene op de koop van een koe 6:--
  voor koffy boonen 2:--
  voor logies alles volgens aantekening 1:24 9:24
heeft op de nevensgemelde schuld betaald rd:s25:24 onder betuijging van niet meer debet te zijn Jan Daniel de Villiers volgens in den boedel gevondene aantekeninge per rest 26:--
  mitsg:s voor een quantiteit kaf, hooi en stroo 10:-- 36:--
  Jan Grewe /:de barbier:/ een halveaam aan hem geleverd en niet te rug ontfangen   [ ..... ]
  de wed:e Poggenpoel over huyshuur etc:a blykens aantekening per rest   81:26
  de wed:e Isaak Bauermeester over kamer huur 5:--
  over contont geleende 1:24 6:24
  Helmoet Luttig d’oude over aan hem geleverde wyn 36:--
  over stoelen hout 45:-- 81:--
voldaan neevens de renten den 4 December 1805 Jan de Villiers Jacobsz: op een onderhandsch schuldbriefje van den 1 July 1802 aan capitaal   482:33
  met de renten zeedert 1 July 1802
Disperate inneschulden
  Rd:s
van Daniel Hugo over geleverde wynen 228
mitsg:s nog zeven leggers aan hem gelevert en niet weder te rug ontfangen [ ..... ]
van de wed:e Helberg voor een legger rode wijn aan haar in den jaare 1794 geleverd 40
van Jacobus Vercueil over zo veel denzelven in qualiteit als gemagtigde van hem Jacob Daniel de Villiers in den gepasseerden jaare 1797 van La Clus heeft ontfangen, na aftrek van rd:s100 aan de overleedene daar van afgegeeven aan capitaal een somma van 300
met de renten die daarop waren verscheenen ten bedrage van [ ..... ]
Lasten des Boedels
    Rd:s
deeze schuld is vervallen uit hoovde van het contract door Hoffman met de weduwnaar onder goedkeuring van Weesmeesteren als hiervorengem: onderling opgerigt aan den notaris publicq Jan Bernhard Hoffman over kooppenn: van voorm: huys, gedeelte pakhuys en erf blykens daarvan voorhanden zynde kooptcontract ƒ40000 ofte 13333:16
  met de renten a 6 pc:t per a:o zeedert p:mo November 1804
voldaan aan de wed:e Jan de Villiers d’oude over contant geleende op een onderh: obligatie de dato [ ..... ] aan capitaal ƒ1000 ofte 333:16
  met de renten zeedert den 1 April 1804 a 5 pc:t per anno
voldaan Daniel David Krynauw over contant geleende op een onderhandsch obligatie de dato 21 Junij 1796 groot aan capitaal ƒ2000 ofte 666:32
  met de renten zeedert den 21 Juny 1801 a 5 pc:t per anno
voldaan aan A: Azeron voor gekogte katoen 304:--
voldaan Johannes van Nieuwkerken over koop van een paard 150:--
voldaan aan Jan Cromhout over koop van een theemachine 70:--
voldaan den 4 December 1805 bij afreekening aan Jan de Villiers Jacobsz: over huur van een kledermakers jonge mitsg:s over koop van een paard en gedane verschotten blykens aanteekening 325:18

Aldus gedaan en geinventariseerd ten woonhuyze voorm: op den 28 February 1805. Ende zulx op het op en aangeeven van meerm: J:D: de Villiers, dewelke betuygde zig hierinne ter goede trouwe gedrage en niets met opzet verzweegen op te rug gehouden te hebben dat tot voorm: boedel behoord, invoege hy betuygde deugdelykheid zyner opgaave ten allen tyde des gerequireerd werdende met solemneele eede gestand te doen en beloofde wyders, zo wanneer er namaals nog iets tot gem: boedel behorende mogte worde ontdekt daar van nader en getrouwelyk opgaave te zullen doen, ten einde deeze inventaris daarmeede te kunnen amplieeren

Tot verzeekering van dit een en ander is deeze door meermaals gem: J:D: de Villiers en my ondergetekende secretaris behoorlyk gesubscribeerd.

Als gecomm: Weesmeesteren: A:V: Bergh, A: v: Breda

Voor den opgaaf: J:D: de Villiers

Mij present: J:P: Faure, Secret:s

Ampliatie

Inneschulden
  Rd:s
van [ ..... ] Versteege over huur van een paard, mitsg: 2 1/2 maanden kost en logies penningen blijkens reekening 171:24

Aldus nader opgegeeven door bovengem: Jacob Daniel de Villiers den 20 April 1805.

J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/25.4

{18040928} 28 September 1804 Catharina Vermeulen

R: d’ Ozy

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als ab intestato metter dood zijn ontruijmd ende nagelaten door Catharina Vermeulen ten voordeele van haaren overgeblevenen man den burger Matthias Jacobus van der Westhuijsen ter eenre, mitsgaders haare kinderen, zoo bij haaren vooroverledenen eersten man Willem Petrus van Nieuwkerken, als bij den opgemelden overgeblevenen weduwenaar in echt verwekt ter andere zijde, zijnde deselve genaamd

1) Francina Elisabeth van Nieuwkerken gehuuwd met Hendrik du Plessies
2) Johannes Albertus van Nieuwkerken
3) Maria van Nieuwkerken gehuuwd met Dirk Coolhaas
4) Sijbrand van Nieuwkerken
5) Willem Petrus van Nieuwkerken oud 23 jaaren
6) Engela Hillegonda van Nieuwkerken getrouwd met Francois Wilhelmus Modeman
7) Anna Magdalena van Nieuwkerken gehuuwd met Fredrik Voges
8) de drie nagelatene kinderen van wijlen Catharina Susanna van Nieuwkerken in huwelijk verwekt bij Jan Stephanus de Villiers, genaamd a) Jan Stephanus alle onmondig
b) Willem en
c) David de Villiers
9) Mattheus Petrus van der Westhuijsen oud 11 jaaren

Zodanig als deselve nalatenschap ten op en aangave van bovengemelde weduwenaar is opgenomen en in geschrifte gebracht, bestaande deselve in het volgende, als

twee ledikanten
een buldzak, peuluw, negen kussens en een combaars
twee groote kisten
derthien stoelen in zoorten
een pijperak
een coffijmoolen
een koopere vijsel met zijn stamper
twee glase zoutvaatjes
drie tinne trekpotten
een strijkijser
een blikke tregter
een klijne mandje
een houtbijl
een groote aarde pot
twee tafels in zoort
een klijne coopere comfoir
een groote coopere comfoir
een koopere kandelaar met snuijter
een spuuwbalij
een schaar
een zuijkertang
een vuurtesje
twee wateremmers
een bakkist
een emmer bank
vijf ijsere potten in zoorten
een kookketel
een koekepan
twee roosters
twee vleeschvorken
een wafelijser
een meelseeft
een spanzaag
een rijstblok met zijn stamper
een platvaatje
een vleeschbalij
een stel tuijgen voor zes paarden /:defect:/
zes ossenriemen
twaalff stroppen
vier jukken
een teerputs
een kisje /:defect:/
een paarde wagen /:defect:/
een parthij buitengereedschappen /:defect:/
een jagt geweer
een zadel en toom
Beestiaal
een merrij paard
een reun paard
Lijfeigenen
een jonge gen:t Geduld van Bengalen
een jonge gen:t David van Mosambicque
een jongetje gen:t Asia van de Caap
een jongetje gen:t Geduld van de Caap
een meyd gen:t Dina van Mosambicque
Inneschulden
  Rd:s Rd:s
van den burger Anthon Keijter over en per rest van reekening   15:--
van Christoffel Smit over geleeverde meel en caf   10:--
van Francois Wilhelmus Modeman over een vragt water liemoenen   15:--
van Francois Botha over drie mudden en drie scheepels koorn 15:--
over 3 scheepels zout met de zak gereekend op 2:12 17:12
Dubieuse en disperate inneschulden
  Rd:s
van Daniel Rijnquist en Jan Neft over aan hun in maatschappij geleverde wijnen 137:24
van Hendrick du Plessies over voor hem aan de weed: Oloff Abraham Bergh betaalde borgtogt 308:--
Lasten des boedels
  Rd:s
aan s:r Gerrit Kleijn over contant geleende op een notarieele obligatie de dato 12 Maart 1804 aan cap:l 564:24
met de renten van dien a 6 pc: zeedert 12 Maart 1804
aan s:r Gerrit Kleijn over contant op een onderhandsche obligatie dato 26 deeser 65:18
aan Daniel J: Rossouw over een jaar huur van desselfs plaats de Zanddrift 266:--
voor welke schuld verpand is de slave jonge gen:d Geduld van Bengalen

Aldus gedaan ende g’inventariseerd ter Weeskamer aan Cabo de Goede Hoop op den 28 September 1804 ende zulx op het op en aangeeven van de in den hoofde gem:e weduwnaar, dewelke betuigde zig hier inne ter goeder trouwe gedragen en niets versweegen of te rug gehouden te hebben dat tot voorn: boedel behoord invoegen hy ook getuigde de deugdelykheid zijner opgave ten allen tyde des vereyscht werdende met eede gestand te doen en verdere belofte zo hier na nog iets tot voorn:e nalatenschap behorende mogte worden ontdekt daarvan nader opgaaff te zullen doen omme deesen inventaris daarmeede te kunnen amplieeren.

Tot securiteit vandien is deese door den inventarient en ons ondergeteekende gecommitteerde Weesm:n neevens mij Secretaris behoorlyk gesubscribeerd.

Als gecommitteerde Weesm:n: A:V: Bergh, A: v: Breda

Voor den opgaaff: Matjas Jacobus van den Westhuijsen

Mij present: G:A: Watermeijer, Commies

Ampliatie

Door den in den hoofde deeses gemelde weduwnaar Mattheas Jacobus van der Westhuijzen is op den 11 October 1804 ter Weeskamer verscheenen zijnde nadere opgaave gedaan dat de natemeldene perzonen aan den boedel nog debet zijn en verantwoording moeten doen, als

1) Pieter Daniel du Preez woonagtig in de Camdebo thien vaarssen, zes hamels voor brandewijn aan hem geleeverd
2) Burgerd van der Westhuijzen P:z woonagtig in de Cango twee ossen voor huur van een paard en het voederen van twee zyner paarden
3) Nicolaas Johannes Basson woonagtig aan den Zwartenberg van een honderd schapen aan hem op onder zijn opzigt gegeeven in den gepasseerden jaare 1798 blykens daar van te gelijk overgelegd bewijs, met het geene daar van zeedert is aangeteeld mitsg:s nog voor een schietgeweer aan hem het jaar daar aan ter leen gegeeven
5) Cornelis Lotring woonagtig in de Caap, van zes koeyen en zes kalveren voor nu omtrend twee jaren geleeden onder zijn opzigt gegeeven metter aanteel van dezelve, en eindelyk
6) Pieter van der Westhuijzen P:z van drie honderd en vijf en dertig aanteel schapen aan hem in den jaare 1798 op de helfte van aanteel gegeeven en waarop successieve bij hem zyn ontfangen vier en zestig stuks zo hamels ooijen als lammeren, mitsg:s nog voor twee schietgeweeren aan hem by die geleegentheid meede gegeeven

Ter Weeskamer en op dato voormeld.

Voor de opgaaf: Matejas Jacobus van der Westhuijsen

Mij present: J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/25.5

{18060220} 20 Februarij 1806 Johannes Arnoldus Basson , Aletta Catharina Smit

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als er op Woensdag den vijf en twintigsten dag der maand December in den jaare onzes Heeren een duijzend acht honderd en vijf des morgens de klokke omtrend vier uuren ab intestato metter dood zijn ontruijmd ende nagelaten door Aletta Catharina Smit ten behoeve van haren nagelaten man den burger Johannes Arnoldus Basson Willemz:n als met dezelve in gemeenschap van goederen gehuuwd geweest zijnde ter eenre, en haar in eerder huwelijk bij wijlen Hendrik Mosterd verwekte kind, met naame

Jan Hendrik Mosterd oud 10 jaaren ter andere zijde

invoegen het een en ander door ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren zijn opgenoomen en in geschrifte gebracht, bestaande dezelve in de volgende, namentlijk

Een opstal der leenings plaats genaamd de Twee Kuijlen geleegen in het Zwartland

In het woonhuijs op voorm: plaats staande, en aldaar

In het voorhuis
een porcelaine scheerbekkin
twee vierkante tavels
een klap tavel
een tavel kas
een rustbank
thien stoelen
een kopere theemachine
een kopere koffijkan
twee kopere kandelaars
een kopere vuurtest
een blikke melkkannetje
een blikke trommel
een wit aarde trekpot
vijf kopjes en pierings
In de kamer ter regterhand
een meelzeeft
drie kadels, waarop
twee bulzakken
twee peuluwen
thien kussens en
een wolle deeken
In de kamer ter linkerhand
een geweer rak, waarop
drie geweeren
een klederen kas, waarin de klederen van de overleedene en wijlen haren man Hendrik Mosterd, bestaande in
vier tabberts in zoort
veerthien rokken in zoort
drie hembden
drie borstrokken
zes linnen en neteldoekse tjaals
zeeven jakken
vijf lijven
vijf paar handschoenen
derthien doeken
vijf paar kousen
een zwarte zijde mantel
vier zakken
een sluijer
een parthij lint
een waaijer
een stroohoed
drie paar schoenen
een parthij kindergoed in zoort
twee satijnne kammesools
twee broeken in zoort
een hembd
twee paar kousen
twee paar kammassen
alle welke kleederen op verzoek van den weduwenaar zijn gelaten aan het minderjarig kind in den hoofde deezes gemeld
een doosje, waarin
twee snoeren verglaasde paarlen
een paar goude handknoopen
een paar oorringetjes
zes goude ringetjes in zoort
twee paar zilvere schoegespen
een paar zilvere kniegespen
een zilvere hals gespen
een zilvere zakhorologie
een zilvere vingerhoed
een ledikant met rood behangzel
een paviljoentje met rood behangzel waarop
een bulzak en
vier kussens
een stel ongemaakte kooij gordijnen
drie ledige kisten
een kleine kist
een tobaks doos
twee blikke trommels
een blikke lantaarn
een groote mes
een vijzel /:defect:/
drie stooven
een tinne trekpot
twee tinne zoutvaatjes
zeeven tinne schotels
drie aarde potten
neegenthien aarde borden
een tinne soup leepel
zes tinne eetleepels
twee en dertig staale vorken
vijfthien messen
vier boeken
twee sluitmandjes
een zak spiegeltje
een porcelaine pot
drie kelkjes
een bierglas
een boterpotje
In de keuken
een tavel
een waterhalfaam
vier emmers
een leepelrak
drie ijzere potten
een koeke pan
een ijzere leepel
een ijzere vleeschvork
een ijzere schuimspan
een waterkeetel
twee vleesch balijs
een houte broodschop
een tobaksmes
In het pakhuijs
vier rakken
een kapstok
drie zadels
een parthij oude tuigen
agt koornzikkels
zes graaven
neegen pikken
een parthij timmermans gereedschap
vier ploeg schaaren
vier mandjes
dertig mudde zakken
een kast met een restant zout
een handboei
een legger
een halve legger
een drie halve aams vat
een houte tregter
een teerputs
In het koornhuijs
twee ploegen
veertig mudden koorn
In het garsthok
dertig mudden garst
een scheepel
vier koornschoppen
zes gaffels
vijf harken
In het wagenhuys
twee paarde wagens
een osse [wagens]
een balij
een parthij houtwerk
In het kafhok
een hoop kaf
Op de dorsvloer
een hoop vuile rog
Beestiaal
twee rijdpaarden
vijfthien wagenpaarden
neegenthien aanteel paarden
agt en twintig trek ossen
zes aanteel beesten
zeeven en veertig schapen
een hondert zes en zestig bokken

Lijfeigenen des boedels

Mansslaaven
Minus van de Kaap
Galant van Mosambicque /:wagenryder:/
Joab van Mosambicque /:paardenwagter:/
Jek van Mosambicque /:schapenwagter:/
Fabriek van Mosambicque
John van Mosambicque
Lendor van Mallebaar
Slavinnen
Roslyn van Mosambicque en
Dina van Bengalen
Crediten des boedels
    Rd:s Rd:s
  aan contanten in dezelven gevonden eene somma van twee hondert en twintig rijxd:s en twaalf stuijvers papiere munt zegge   220:12
voldaan 27 Maij 1800 van het Gouvernement voor geleeverde dertig mudden garst voor ult:o Februarij l:l: a drie rijxdaalders p:r mud   90:--
voldaan van Goris van Helsdingen voor het aanhouden van tagtig paarden en verstrekt vleesch aan twee slaven geduurende den tyd van twee maanden volgens accoord 55:--
  voor aan die slaaven nog geleeverd brood dat hij Van Helsdingen zelfs zoude hebben moeten verstrekken 5:-- 60:--
vold: van d’ edele Willem Basson d’ oude over contant geleende   46:42
voldaan van Albert Myburg over aan hem verkogte 20 mudden garst a 20 schell:   50:--
Lasten des boedels
    Rd:s
voldaan den 16 Maij 1806 met 1 jaar renten aan d’ edele Jan Daniel Karnspek op een obligatie aan capitaal zes duijzend guldens ofte 2000:--
  met de renten zeedert den 8 April l:l: a 6 pc:t p:r a:o
voldaan den 30 April 1806 met de renten aan Adriaan Louw d’ oude op een onderhandsche obligatie de dato p:mo Februarij 1801 groot aan capitaal twee hondert rijxd:s zegge 200:--
  met de renten a 6 pc:t p:r a:o zeedert p:mo Februarij l:l:
voldaan neevens de renten den 30 April 1806 aan denzelven Adriaan Louw nog op een onderhandsche obligatie van den 4 Maart 1801 aan capitaal een hondert vyftig rijxd:s zegge 150:--
  met de renten a 6 pc:t p:r a:o zeedert 4 Maart l:l:
voldaan den 7 May 1806 aan Marthinus Smuts op een onderhandsche obligatie van den 16 April 1803 aan capitaal een duijzend en vijf honderd rijxd:s zegge 1500:--
  met de renten a 6 pc:t p:r a:o zeedert 16 April 1805
  aan de minderjarige Jan Hendrik Mosterd zo veel hem competeerd voor vaderlijk erfdeel blijkens acte in dato twaalfde November een duijzend acht hondert en een voor den toenmaligen notaris publicq M:r Johannes Henoch Neethling en zeekere getuigen gepasseerd ter somma van twee duijzend en zeventig ryxd:s en twintig stuijvers zegge 2070:20
voldaan aan d’ edele Willem Basson over verschotten door hem ten behoeve van den boedel gedaan 241:--
  aan Fredrik Louis Stadler over huur van een metzelaar 9:--
  aan Johannes Basson Albertzoon over smitswerk 4:24
voldaan aan Marthinus Smuts over vier maanden kost penningen voor de minderjarige Jan Hendrik Mosterd 12:--

Aldus gedaan en geinventariseerd ter plaatze gen:d de Twee Kuijlen op den twintigsten Februarij een duijzend acht honderd en zes ende zulx op het op en aangeeven van de weduwenaar in den hoofde deezes gemeld, dewelke verklaarde zig hier inne ter goeder trouwe gedraagen, en niets met opzet verzweegen of te rug gehouden te hebben van het geene tot den boedel specteerd, invoegen hij dan ook betuigde de deugdelijkheid zijner opgaave ten allen tijde des gerequireerd wordende met solemneele eede nader te bevestigen, met belofte wijders zo hier na nog iets mogte worden ontdekt tot den boedel behorende daarvan getrouwelyk opgaave te zullen doen, ten einde deeze inventaris met dezelve te amplieeren.

In teeken der waarheijd is deeze door ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren beneevens den inventarient ende mij Secretaris behoorlijk onderteekend.

Als Gecomm: Weesm: A:V: Bergh, A: v: Breda

Voor den Opgaaf: J: W:m Basson W:z

Mij Present: J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/25.5 1/2

{18060221} 21 Februarij 1806 Johannes Arnoldus Basson , Aletta Catharina Smit

Lijst van zodanige kledingstukken als toebehoorende aan de minderjarige Jan Hendrik Mosterd aan den veldcornet Jan Hendrik Rust bij wien dezelve minderjarige ter woon is besteed, zijn afgegeeven om voor dien jongeling in bewaring te houden, als

vier tabberts in zoort
veerthien rokken
drie hembden
drie borstrokken
zes linnen en neteldoekse tjaals
zeeven jakken
vijf lijven
vijf paar handschoenen
derthien doeken
vijf paar kousen
een zwarte zijde mantel
vier zakken
een sluijer
een parthij lint
een waaijer
een stroohoed
drie paar schoenen
een parthij kindergoed in zoort
twee satijnne kammesools
twee broeken in zoort
een hembd
twee paar kousen
twee paar kammassen

Twee Kuijlen den 21 Februarij 1806

Voor den ontfangst als hier vooren gemeld: J: Rust

MOOC8/25.6

{18051024} 24 October 1805 Jan Slabbert , Elisabeth Smit

Inventaris van alle zodanige goederen, als behoren tot den gemeenschappelyken boedel van wylen Elisabeth Smit en haren nagel: man den burger Jan Slabbert d’ oude, door de eerstgemelde metter dood ontruimd ten voordeele haarer kinderen by haaren evengeciteerde man in echt verwekt, met namen

1) Jan Slabbert mondig
2) Maria Slabbert geh:d met den burger Casper Visser
3) Elisabeth Slabbert huijsvrouw van den burger Joh:s Aug:s Greef
4) Margaretha ongehuwd dog meerderjarig
5) Jacomina Hendrina Slabbert getrouwd met den burger Johan Fredrik Kirsten
6) Adriana Petronella Slabbert oud 24 jaren
7) Johanna Slabbert geh:d met den burger Petrus Laubscher Michielzoon
8) Hilletje Gerhardina Slabbert oud 18 jaren
9) Francoinetta Slabbert oud 12 jaren

zodanig als dezelve nalatenschap door ons ondergetekende gecomm: Weesmeesteren ter op en aangave van den overgeblevene weduwenaar zyn geinventariseerd en opgenomen, zynde alle dezelve bevonden te bestaan in het volgende, namentlyk

Een opstal staande op de leeningsplaats gen:d de Snydersfontyn gelegen aan de Klipberg

Op de evengem: plaats in ’t woonhuijs en aldaar

In ’t voorhuys
een verre kyker
twee schilderyen
twee vierkante tafels
een klap tafel
een rust bank
thien stoelen /:in zoort:/
In de kamer ter regterhand
twee hoek rakjes
een klyne tafel
een klederen kast
een lessenaar
twee kadels
twee jagt geweren
eenig porcelyn en glaswerk /:in zoort:/
In de kamer ter linker hand
twee kadels waarop
vier beddens met toebehoren
vyf stoelen in zoort
twee geel kopere quespidoren
een geel kopere koffykan
twee kopere ketels
In de combuis
een combuis tafel
twee water emmers
drie melk balijs
een boter karn
een brood mest
een potte bank
een houte ballans en eenige stukken gewigt
drie yzere potten
twee roosters
een vleesch vork
een strijk yzer
een kandelaar met een snuijter
een bak kist
een vuur tesje
een rysblok
een wasch lampet
twee Keulse potten
twee boter potjes
zes messen
drie en dertig vorken
een en dertig tinne lepels
vyf schotels
twaalf borden
en voorts eenig porcelijne thegoed en andere klynigheden /:in zoort:/
Op de werf
een visch zegen
een osse wagen met toebehoren
drie ploegen
twee ploegscharen
een voorstel van een wagen
een eg met yzere tanden
een hand mole
een ledikant
een span tuigen
vyf vaten /:in zoort:/
twee pikken
twee graven
drie houd bylen
zesthien koorn zikkels
een slyp steen
een parthy timmermans gereedschap
en voorts een parthij romm:
In de stal
zes wagen paarden
een rijd paard
In de kraal
zesthien trek ossen
twee en twintig aanteel beesten
zeven aanteel paarden
Op het strand in Saldanha Baaij
een schuyt met toebehoor
Lyfeigenen
een manslaaf gen:d Mias van Mossambicque
Lasten des boedels
    Rd:s
voldaan nevens de renten den 28 Feb:y 1806 aan Christiaan Ludolph Neethling per obligatie aan capitaal 3000 ofte 1000:--
  aan Joh:s Gysb:s van Renen almede per obligatie 600:--
  met de intresten zeedert 1803
  aan ’t Gouvernement voor recognitie penn: van de plaats de Snyders Fontyn zedert primo Januarij deeses jaars
vold: aan Joh:s Slabbert Janzoon 78:24
voldaan aan Margaretha Slabbert op een onderhandsche obligatie 100:--
  en over geleende contant 37:--
  aan Johan Fred:k Kirsten 60:--
vold: aan Adriana Petron:a Slabbert 78:24
voldaan aan Hilletje Gerhard:a Slabbert 72:24
  aan Francoinitta Slabbert 52:--
voldaan aan Maria Slabbert 16:--
voldaan aan Elisabeth Slabbert 16:--
voldaan aan de minderjarige Jan van Rijn 12:--
  aan den notaris Jan Bernhard Hofman 40:--
  aan Michael Joseph Adendorph 40:--
voldaan aan Daniel Louw 200:--
gem: Jacob de Villiers declareerd dat hy niet meerder dan rd:25:16:4 van den boedel te pretendeeren heeft. - voldaan. aan Jacob de Villiers 27:--
  aan Nic:s Hend:k Smit 5:--
  aan Jacob Thijssen 60:--
vold: aan Theunis Dirkse van Schalkwijk 20:--
  aan de weed: Jan Roux 12:--
  aan Jacobus Karsten 22:24
voldaan aan Goris Jansze Leuwenaar 36:6

Werdende voorts hier pro memorie genoteerd door den inventarient zyn opgegeven dat hij met de executeuren des boedels van wylen zynen moeder de weed: Jan Slabbert d’ oude die na het afsterven zyner huysvrouw mede is komen te overlyden wegens het hem uit dien boedel gecompeteerd hebbende vaderlyk bewys nog niet compleet heeft afgerekend, en over zulx daarvan ter Weeskamer nader opgaaf zal doen.

Aldus gedaan ende geinventarisseerd op de voorm: plaats gen:d de Snyders Fontyn gelegen aan de Klipberg op den vier en twintigsten dag der maand October in den jaare onzes Heeren een duyzend agt hondert en vyf, ende zulx op het op en aangeve van den in den hoofde deeses gemelde weduwenaar dewelke betuygde zig daarinne ter goeder trouwe gedragen en zynes wetens niets verzwegen of agtergehouden te hebben, van het geen tot den gemeenschappelyken boedel behoord, verklarende bereid te zyn zulx des gerequireerd werdende ten allen tyde met solemneele eede gestand te doen en onder belofte zo wanneer in der tyd iets dien aangaande nader mogte komen te ontdekken daarvan getrouwelyk ter Weeskamer opgaave te zullen doen, ten einde in zulk geval dezen inventaris daarmede naar behoren kan worden geamplieert.

Ter oirkonde der waarheid is deezen ter presentie van ons gecomm: Weesmeesteren ende my Eerste Commis der Weeskamer door den inventarient eingenhandig onderteekend.

Als gecomm: Weesm: A: v: Breda, W:J: Klerck

J: Slabber de oude

Mij present: G:A: Watermeijer, Eerste Commis

MOOC8/25.7

{18060121} 21 Januarij 1806 Pieter Daniel van Papendorp

Inventaris van zodanige goederen als er op Donderdag den sesthienden dag der maand Januarij in den jaare onzes Heeren een duijzend agt honderd en zes ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den burger Pieter Daniel van Papendorp ten voordeele zijner overgebleevene weduwe Helena Fredrica Kalmeijer ter eenre, mitsgaders het kind bij den overleedene in echt geprocreeerd waar van zij nog komt zwanger te weezen

het hiernevens gemelde kind heeft bij den h: doop den naam ontvangen van Petrus Johannes ter andere zijde

invoegen als het een en ander door mij ondergeteekende Adj:t Commis zijn opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande alle deese goederen in de volgende, namentlijk

In een huurhuijs toebehorende aan den voorlezer van Graaff Reinet Pierre de Raubaix, en aldaar

In ’t voorhuijs
een lantaarn
twee schilderijen
In de kamer ter regterhand
een spiegeltje
een schilderij
een vierkant taveltje
twee guerridons
een glase kast
een clavier /:zijnde een staartstuk:/
In de kamer ter linkerhand
een spiegel met vergulde lijsten
vier schilderijen
een vierkant taveltje
elff stoelen met geruijte overtreksels
een cabinet waar in de kleederen van den overleedenen bestaande in
twee lakense rokken in zoort
een lakense baatje met maauwen
een lakense onder baatje
een lakense broek
ses hembden
twee diemetse broeken
twee ronde hoeden
vier paren kousen
twee p:r laarsen
een p:r schoenen
een schans loper
In de gaanderij
vier schilderijen
een ronde eetens tavel
ses stoelen
In een in de muur gemetzelde glase kast
twee porc: kannetjes
een glaze crafje
vier bierglazen
In de dispens
twee wit aarde schotels
zeven wit aarde borden
twee kleijne kelders met ledige flessen
een oud coffij molen
In de zilversmits winkel
een ambos
twee speerhaken
sesthien hamers
een pers ijzer
twee trek ijzers
twee lepel stampers
een knope [stampers]
zeven tangen
drie scharen
twaalf veijlen
drie schrapers
twee winkelhaken
drie schalen
een balans
een blaasbalk
een dril boor
twee form flessen
drie polleer ijzers
drie schroeven
een olij steen
een werks tavel
een touw kas
negen graaf steekers
zeven kleijne veijlen
twintig stuks ponse
een schroef ijzer
twee groote tangen
een slijpsteen met een slijpbak
een zadel, twee pistolen en een sabel
In de combuijs
een tavel
een water halfaam
twee emmers
twee balijs
drie kopere pannen
een ijzere koeke [pannen]
een schuijms lepel
een vork
een lepel
twee schoorsteen kettings
Op de agterplaats
een huijsladder
Lijfeigenen
een jonge gen:t Adam van de Caab /:metzelaar:/
een jonge gen:t Jan van de Caab /:zilversmit:/
een jonge gen:t Carolus van Mosambicque
een meijd gen:t Eva van de Caab met haar twee kinderen, met namen Dina en
Jannetta , beide van de Caap
Lasten des boedels
  Rd:s
aan den burger Jan Adam Kalmeijer over contant geleende op een onderhandsch briefje de dato [ ..... ] Jan:y 100:--
aan s:r Pierre de Raubaux over 3 maanden huijshuur a rx:25 p:r maand 75:--
aan den burger Jan Daniel Herhold over geleverd vleesch 21:12
aan den burger Josephus Joh:s Wolmerans per rest van reek:g over koop van een spiegel en vier schilderijen 18:--
aan den burger Bartholomeus Schonk over koop van stoelen en negotie goederen 61:--
aan mejuff:w Werhling over koop van oud zilver 12:--
aan Jac:s Vos over 1 halfaam wijn 12:--

Wordende alhier pro memoria bekend gesteld dat den overleedenen van den burger Daniel Hendrik Smit en Marx Nicolaas Mohr als testamentaire executeuren van wijlen zijnen vader Pieter van Papendorp competeerd aan erffenispenn: voor desselfs aandeel over de tweede en derde paaij der kooppenn: van het voor reekening dees boedels verkogte woonhuijs en erff, zijnde de custing brief groot ƒ10000

Aldus g’inventariseerd ten huijze voormeld op den een en twintigsten dag der maand Januarij in den jaare een duyzend agt honderd en ses ende zulx op het op en aangeeven van de in den hoofde deeses gem: weduwe, dewelke verklaarde zig hier inne ter goeder trouwe gedragen en niets versweegen of te rug gehouden te hebben dat tot voorm: nalatenschap behoord, invoegen zij ook getuigde deugdelykheid haarer opgaave ten allen tyde des gerequireerd werdende met eede te bevestigen en belofte wijders zo hier na nog iets tot voorz: boedel behorende mogte worden ontdekt daar van nader en getrouwelyk opgaaff te zullen doen omme deesen inventaris daar meede in allen trouwe te kunnen amplieeren.

Tot verzeekering van dit een en ander is deese door den inventariente en mij Adj:t Commis in praesentie van de meede geteekende getuigen behoorlijk gesubscribeerd.

Als getuigen: J:M: Cromhout, J:N: Rorich

Voor den opgaaff: Helena Frederica Calmeyer de wedewe P: van Papendorp

Mij present: P:E: Faure, Adj:t C:

MOOC8/25.8

{18051119} 19 November 1805 Zara Mareez

Inventaris van zodanige goederen en effecten als er op Dingsdag den twee en twintigsten dag der maand October in den jaare een duyzend agt hondert en vyf ab intestato met ’er dood zyn ontruimd ende nagelaten door Zara Mareez laatst weed: van wylen Johannes Jacobus le Roux, ten voordeele haarer hier ondervolgende in twee onderscheidene huwelyken verwekte minderjarige kinderen, te weten

uit het huwelyk met wylen den burger Jan Delport 1) Johannes Jacobus Delport oud 19 jaren
2) Daniel Ignatius Delport oud 15 jaren
uit het laatste huwelyk met wylen voorm: Johannes Jacobus le Roux 3) Susanna le Roux oud 10
4) Joh:s Jac:s le Roux oud 9
5) Gabriel le Roux oud 7
6) Zara le Roux en 4 jaren, zijnde tweelingen
7) Geesje le Roux
  8) een in onecht geteeld dogtertje gen:d Petronella Marg:a oud een maand

invoegen als het een en ander ingevolge opgave van den veldcornet Petrus Stephanus du Toit door ons ondergetekende gecomm: Weesmeesteren zyn opgenomen en in geschrifte gebragt bestaande alle dezelve in de volgende, namentlyk

Een leening eegendoms plaats gen:d Paarde Vallij , gelegen agter ’t Hottentots Hollands gebergte aan de Botrivier

Op gem: plaats, in het woonhuijs en aldaar

In het voorhuijs
een blad tafel
een thee tafel
agt stoelen /:in zoorten:/
een kopere ketel
een yzere comfoir
een aarde trekpot
In een muurkasje
elf schotels /:in zoort:/
agt en dertig borden
zeven en zestig kopjes en pierings
elf potjes
een aarde stoofpot
drie Chineese beelden
een tinne trek pot
In de kamer ter regterhand
een kabinet waarop
drie porc: potten /:twee defect:/
een tafel kast
twee ledikanten waarop
twee bulzakken
twee peuluws
negen kussens en
een chitze deken
een cyffer lij
vier boeken
In de kamer ter linkerhand
een kast waarin
een tinne koffy kan
drie tinne schotels
twee kopere kandelaars
thien lepels
dertig stale vorken
zes messen
een stryk yzer
een vysel met zijn stamper
vier glazen
een klijn boter karn
een brood bank met zijn mest
twee stoven
een stoel
twee kadels, waarop
twee bulzakken
een peuluw
twee kussens
drie dekens
twee p:r zilvere schoe gespen en vyf gespen /:in zoort:/
In de despens
een taartepan
zes emmers
een byl
een tinne zoup lepel
In de combuis
een bak kist
drie schoorsteen kettings
zeven yzere potten
twee ketels
een rooster
een vleesvork
een lepel
In een agter vertrek
een staande horologie
agt rakken
een kadel, waarop
een bulzak
een peuluw
vier kussens
een wafel ijzer
twee zakken met wat perrisiken
In de smitswinkel
een aambeeld
een speerhaak
een schroef
een blaasbalk
en voorts een parthij smits gereedschap
dertig zakken smits kolen
een slyp steen
twee zagen
vier oude ploeg scharen
een parthy oud yzer
vier sny messen
zes boren
vyf bytels
twee schaven
een dissel
drie bylen
twee raspen
een vyl
een knyp tang
een winkel haak
een passer
zes graven
vier pikken
zes schoppen /:koorn:/
In een buyte kamer
een hand mole
een oude zadel
een stamp blok
een klyne houwer
een parthy sweep stokken
een meel zeeft
In de wyn kelder
agt heele leggers
twee halve leggers
drie aams vaten
een halfaam
twee ankers
drie kuijpen
tien balijs
twee oude theer vaten
een tregter
een brandewynsketel met zyn toebehoor
een grote kist
een lantaarn
agt wyngaard messen
een koorn harp
een koorn vork
vier ballast manden
zeven zikkels
vyf en twintig koorn zakken
In het wagenhuijs
drie osse wagens
een paarde wagen
twee span jokken
een span tuygen
twee tent zylen
Op de werf
drie ploegen met hun toebehoor
twee eggen
twee oude ladders
vier oude wielen
tagtig vellingen
agt ongemaakte schamels
twee ongemaakte assen
Beestiaal
zeven wagen paarden
agtthien aanteel paarden
een hengst
twee en dertig trek ossen
twaalff aanteel beesten
negen en twintig hamels
twee hondert ses en tagtig aanteel schapen
een hondert twee en vyftig aanteel bokken
vier varkens
Lyfeigenen
een jongen gen:d David van Mossambicque
een jongen gen:d Jacob van Madagascar koetzier
een jongen gen:d Frans van Bengalen wagenryder
een jongen gen:d Damon van Mossambicqui
een jongen gen:d January van Mossambicqui
een jongen gen:d Isaak van Mossambicqui schapewagter
een jongen gen:d Cornelis van Mossambicqui
een jongen gen:d Baatjoe van Bougies paardewagter
een jongetje gen:d Claas van de Kaap
een jongetje gen:d Arend van de Kaap
een jongetje gen:d Andries van de Kaap
een slave myd gen:d Sara van Mallabaar met haar kind, gen:d Adam van de Kaap zynde het kind aan beide de benen gebrekkig
Crediten des boedels
    Rd:s Rd:s
  aan contanten in dezelve gevonden blykens onderh: inventaris door P:S: du Toit geformeerd   131:18
  waarvan gedecourteerd word zo veel door J:J: Delport hiervoren verm: met desselvs voorkennis genoten tot het inkopen van rouwklederen voor de kinderen en slaven klederen etc:a bl: specificqui reecq: 124:30
  resteerd dus nog aan contenten   6:36
  van den burger Gabriel le Roux over koop van een slave mijd gen:d Spasie van de Kaap bl: ond: briefje d:d: 10 September j:l: aan cap:l 400:--
ter Weeskamer bewyzen vertoond dat deese nevens gem: rd:30 voldaan zijn van den burger Gabriel le Roux over contant geleende blijkens aantekening 30:-- 430:--
  van den burger Abraham Step:s le Roux over contant geleende blykens ond: briefje d:d: 12 Maart 1802 aan capitaal   333:--
  met de renten van dien a 5 pc:to p:r anno
  van Joseph Nietsche op een ond: briefje d:d: 15 Maart deeses jaars   47:--
  van den burger Josias de Kock over inkoop van een bierpyp wyn   7:24
  van den burger Nicolaas Swart over een half aam wyn 4:--
  over zeven en een half bottel brandewyn [ ..... ]
Lasten des boedels
  Rd:s
aan de tweede in den hoovde deeses gemelde minderjarige zoons Johan:s Jac:s Delport en Daniel Ign:s Delport over vaderlyk bewijs door de overledene by gelegendheid dat haare boedel ter Weeskamer getauxeerd en door haar by wijlen haar tweede man in echt verwekte vyf minderjarige kinderen bewys is gedaan is opgegeven geworden aan beide 1200
aan bovengem: vyf minderjarige kinderen over vaderlyk bewijs by acte van den 12 Aug:s 1802 ter Weeskamer gedaan aan ieder rd:1367 ofte te zamen 6835

Pro memorie word alhier bekend gesteld, dat in den boedel nog zijn gevonden de volgende lyfeigenen, dewelke zo by het overlyden van des overledenen eerste echtgenoot J: Delport als volgens het genoteerde by den inventaris en taxatie haares boedels, by afsterven harer tweede man ter Weeskamer gedaan, aan de ondervolgende minderjarige kinderen zyn toebedeelt en in eigendom behoren, als

Rachel van Mallabaar aan Johannes Jac:s Delport
Francina van de Caab aan Daniel Ignatius Delport
Dela van de Kaap aan Susanna le Roux
Amarentia van de Kaap aan Joh:s Jac:s le Roux
Eva van de Kaap aan Gabriel le Roux
Zara van de Kaap aan Sara le Roux
Catryn van de Kaap aan Geesje le Roux
dog dat de slavinne Sara in den gepasseerde jaare is komen te overlyden

Dat de klederen van de overledene aan haare voorm: dogters in eguale deelen by lotinge zijn verdeeld geworden.

Aldus gedaan ende geinventarisseerd ter plaatse voorm: op den negenthienden dag der maand November in den een duyzend agt hondert en vijf ende zulx op het op en aangeven van meerm: veld cornet Petrus Stephanus du Toit dewelke verklaarde zig hierinne ter goeder trouwe gedragen en zynes wetens niets verzwegen of terug gehouden te hebben dat tot deesen boedel behoord, invoegen hy ook getuygde de deugdelykheid zyner opgave, ten allen tyde des vereischt werdende met eede gestand te doen, en beloffte wijders zo hierna nog iets tot gesegde nalatenschap behorende mogte worden ontdekt daarvan nader en getrouwelyk opgaaf te zullen doen, ten einde deesen inventaris daarmede te kunnen worden geamplieert.

Tot verzekering van het een en ander is deese inventaris door dikwels gem: Du Toit en ons ondergetekende gecomm: Weesm: nevens my Adjunct Commis behoorlyk gesubscribeerd.

Als gecomm: Weesm: W:J: Klerck, G:E: Overbeek

Voor den opgaaf: Peterus Stephanus du Toit

Mij praesent: P:E: Faure, Adj:t C:

MOOC8/25.9

{18050830} 30 Augustus 1805 Yda Dorothea Janssen

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als er op den vyf en twintigsten dag der maand Aug:s in den jare onses Heeren een duyzend agt honderd en vyf, des morgens de clokke omtrend half zes uuren, ab intestato met er dood ontruimd en nagelaten zyn door Yda Dorothea Janssen weduwe Diederik Andreas Köhler ten behoeve haarer in huwelijk by wylen evengem: haarer man verwekte vier kinderen, met namen

1) George Otto oud 12
2) Diederik Benidictus 7
3) Amalia Anthenora 5 en
4) Charlotta Johanna Köhler oud 4 jaren

en door ons ondergetekende gecommitteerde Weesmeesteren na ontzegeling opgenomen en in geschrifte gebragt bestaande deselve in de volgende, namentlijk

Een huijs en erf staande ende gelegen in deese Tafelvally in het Blok Z:Z: en aldaar N:o 6

In opgem: woonhuijs en aldaar

In het voorhuijs
twee spiegels
een hoek rak
agt schilderyen in zoort
een verlakte schenkblaadje
zes stoelen waarvan twee met leunings
een thee tafeltje
een rood koper the machine
een tinne coffy kan
een tinne trek pot
twee witte aarde schotels
zes witte aarde borden in zoort
een witte aarde wasch kom
een aarde bak
In de kamer ter regterhand
een ledikant met rood behangzel, waarop
twee beddens
een peuluw
negen kussens en
twee dekens
een klyn kadel
een glaze kast waarin de klederen van den overledenen en wylen haren man bestaande in
tabbert in zoort
rokken in zoort
cabaaytjes in zoort
jakken in zoort
doeken in zoort
koussen in zoort
hembden
mutsen
twee zwarte zyde mantels in zoort
een paar schoenen
een parthy kindergoed
lakens
slopen
een beureau en daarin
een egte chaal
twee stukken witte linnen /:grof:/
twee lappen witte linnen /:grof:/
een [lappen] Vlaams linnen /:grof:/
drie lappen moslin
twee voerchitzen
twee lappen chitzen
een stuk kleedje
een stuk geruit
een lap geruit
een restand blauw gaas
zes lapjes tryp in zoort
een lap paars zatyn
een chitze spry
twee rood saffraans ledere zak boekjes
twee rood saffraans ledere beursjes
een restand zyde lint en band
een restand kanten en garen
een parthy nootemuscaat
een lap camerdoek
twee paren schoene plaatjes
drie restanten franjens in zoort
een laadje waarin een parthy gespen etc:a
derthien messen
drie en twintig vorken
een fluit travair
een verre kyker
een doosje met een restand naalden
een restand buik gording
een verlakte brood bakje
een verlakte snuyter bakje
drie snuyters
een restand kaars catoen
twee brillen
een cyffer ley
zes boeken in zoort
een Bybel met zilver beslag
twee zilver zak horologies
een ronde snuifdoos waarin
twee snoeren carlynen
een [snoeren] coralen
een mes en vork
een paar plettet sporen
een kast waarop
een parthy porc: en glaswerk
twee klyne ledige kisjes
een zak met een restant coffy
een zak met een restant rys
In de kamer ter linkerhand
twee jalousie matten
twee spiegels met houte lysten
zeven schilderyen in zoort
een ledikant
twee vierkante tafels
zes stoelen met rood trype zitting
twee witte kopere kandelaars
een blikke schaal met zyn ballans
twee blikke melk kannetjes
een grote porc: soup terrine met zyn schotel
twee klynder [porc: soup terrine met zyn schotel]
een wit aarde soup terrine met zyn schotel /:deffect:/
twee porc: boter potjes
zesthien porc: diepe borden
vier en twintig vlakke borden
twee porc: commen
een groote koper water ketel
een klyne koper water ketel
een vysel met zyn stamper
drie kopere kandelaars
een kopere beker
twaalf kopere eet lepels
een coffij mole
twee trek potten
twee stryk yzers
drie blakers in zoort
een verlakte trommel
een klesteer spuijt
vier schenk bladen /:in zoort:/
vier stukken gewigt /:in zoort:/
vier paar stybeugels
twee stangen
drie klyne hand schroeven
een klyne kisje waarin
een parthy zadelmakers gespen en spykers
een sluit mandje waarin
een restant lym
een klyne tafel horologie
twee ploeg scharen
drie stoven
twee taarte pannen
In de combuis
een tafel
een kasje
een water halfaam
twee emmers
een water ketel
vyf yzere potten in zoort
een koeke pan
twee yzere lepels
een rooster
een vuur tang
een schoorsteen ketting
Op zolder
een ledige kist
een knaap
een stelletje
een hakke bord
twee rakken
een zadelmakers band
twee schragen en een blad
en voorts een parthy houtwerk en wat romm:
Op de agter plaats
een huys ladder
een ledige kist
een vleesch baly
een oude scherm
een zadelmakers slypsteen
een rak
drie ledige kasten
een gonny zak met wat vlaswerk
een oude emmer
Goud en zilver werken
een goude ring met een diamante steen
een goude ring met hairen
vyf goude [ring] in zoort
een goude hair kam
een paar goude oir bellen
vier paar goude oir krabben in zoort
een goude snoer
een goude horologie ketting
twee paaren goude hand brasseletten
een [paaren] goude kuit gespen
een zilver trekpot weegende 29 1/2 loot
twee zilver zuykertrommels weegende [ ..... ] loot
een zilver zoup lepel weegende [ ..... ] loot
vyfthien zilver eet [lepel] weegende [ ..... ] loot
vier zilver thee [lepel] weegende [ ..... ] loot
vier zilver thee vorkjes weegende [ ..... ] loot
een zilver etui weegende [ ..... ] loot
een zilver pootloot
twee paar zilver schoegespen
een zilver kinder fluidje
drie zilver vingerhoeden
een zilver hals [gespen]
twee mesjes met zilver lemmen
een zilver balsem doosje
een parthy oud zilver
negen pot stukjes /:in zoort:/
Lyfeigenen
een jongen genaamd April van Thimor
een jongen genaamd Maart van Mossambicque
een jongen genaamd Carel van de Caap
een meyd genaamd Marie van Mossambicque met haar kind, gen:d Philida van de Kaap
een meyd genaamd Philida van Mossambicque
Crediten des boedels
    Rd:s Rd:s
  aan contanten in dezelve gevonden te weten: een goude spaansemat 20:--
  twee goude Johannessen a 10 yder 20:--
  een halve goude ropij 5:--
  een halve goude guini 2:6
  aan zilvergeld in differente specien 7:1
  makende dus volgens de waarde door het Gouvernement daarop bepaald   54:7
  aan papiere munt   184:2:2
  Somma   239:1:2
voldaan van Carel Volg blykens onderhandsch briefje d:d: 21 Juny 1802 een pagoot 4:--
  agthien rijxdaalders zilver munt a 2 rd: 36:--
  zesthien ropijen a 10 st: 20:--
  te zamen aan papiere munt   60:--
  van s:r Jan van Lindenbaum over zadelmakerswerk blijkens reek:   24:--
  van de vrijswart Marthinus over huis huur per rest   5:--
  van Francois Jacobus du Toit op een ongedateerde briefje over koop van een zadel   13:--
  van Thymen Alexander over een maand kamer huur   12:--
voldaan den 8 October 1805 van de slaaf Carolus toebehorende aan [ ..... ] over een maand stal huur   5:--
  van Christoffel Meyer over een half maand kamerhuur   3:--

Aldus na gedane ontzegeling geinventarisseerd ten huyze voorm:t op den 30 Augustus 1805, ende zulx op het op en aangeven van Isak Lesar dewelke verklaarde zig hierinne ter goeder trouwe gedragen, en zynes wetens niets verzwegen of terug gehouden te hebben dat tot voormelde nalatenschap behoord, invoegen hy ook getuygde de deugdelykheid zyner opgave voor zoo verre hem hiervan bekend is, ten allen tyde des vereyscht werdende met eede gestand te doen en verdere belofte zo nierna nog iets tot deese boedel specterende mogte worden ontdekt, daarvan nader opgaaf te zullen doen, ten einde deesen inventaris daarmede te kunnen amplieeren.

Tot securiteit van dien is deese door voorm: Lesar in presentie van de ondergetekende gecomm: Weesmeesteren ende my Adjunct Commis behoorlyk gesubcribeerd.

Als gecomm: Weesmeesteren: A: v: Breda, W:J: Klerck

Voor den opgaaf: I: Lesar

Mij present: P:E: Faure, Adj: Comm:

MOOC8/25.10

{18041218} 18 December 1804 Gerbregt Christina Pretorius

Van de weduwe Alwijn Jacobus Vorster

14 trek osse
1 bul
14 anteel beeste
50 schaape
44 bokke
1 reijd paard met 2 rijd zaals
4 anteel paarde
1 wage met een tend sijl en jokke
5 sakke
1 redde loose wage
1 kar wiel en een naaf
1 ploeg met 1 schaar en kouter
1 bier pijp en twee half aams
1 half anker
1 kan
1 schroef
1 schulp zaag
1 span saag
1 hand saag
2 houd beijle
1 hand bijl
1 dissel
1 avel gaare boor
1 duijms boor
1 bil haamer
1 holle dissel
1 Beijbel
2 gesang boeke
2 hand schaave
wat oud eijser werk
1 raspe
1 schoffel
2 hand moole steene
2 taavels
1 leedekand
1 bed
1 rusbank
3 stoelle
1 kist
1 kapstok
1 tee rekke
1 halve rekke
2 booter kerrens
1 booter vaatje
1 klijne baale
1 emmer
5 eijsere potte
2 kettens haake
1 kook ketel
2 roosters
1 strijk eijster
1 tinne koffi kan
2 booter pottjes
2 erde potte
1 stoof pot
4 schootels
1 schootel
3 tinne borde
1 sop leepel
3 leepels
6 vorke
1 leij
1 sleuetel haak
3 tavel soud vaatjes
1 trek potje
6 koppies, 1 piering
2 scherre
2 geweers
1 Africaanse slaavin gen:t Roset van de Kaap met haar kinderen Apollus oud 3 jaar
Carolus oud 8 dagen
met een slaave jonge van agt daage oud
1 slaave jonge drie jaare oud

Sulks gedaan aan de Kleijnne Valij den 18 Deetzember 1804

Andries Pethrus Dippenaar

Schalk Willemse van Heerden

Crediten des boedels
  Rd:s
van voorm: Schalk Willemse van Heerden over kooppenn: van de opstal der leenings plaats gen:t de Kleine Valleij geleegen over de Olijphants rivier per rest 500

Op heeden den 12 April 1805 ter Weeskamer verscheenen zijnde de burgers Andries Petrus Dippener en Schalk Willems van Heerden declareerden dezelve de voorz: schuld door eerstgem: abusivelijk te zijn opgegeeven, dat van die som volgens de overeenkomst met de overleedene getroffen en de daar van voorhanden zijnde mitsg: door mij te gelijk geproduceerde bewijzen moeten worden betaald, te weeten

    Rd:s
  door Petrus Gerhardus Pretorius blijkens onderhandsch briefje de dato 8:e October 1803 300
  bovengem: Schalk Willems van Heerden blijkens d:d: van den 5 Febr:y 1802 200
  zijnde volgens derzelver opgave de volgende nog debet aan den boedel als
voldaan den 31 Maart 1806 Dorothea Maria Smits wed: Barend Forster d’ oude over verschotten door de overleeden Alewijn Forster ten behoeve van voorm: zijne vader gedaan blijkens daar van in den boedel gevondene aanteekeninge 374
  bovengem: Schalk Willems van Heerden nog over contant ontfangene volgens handschrift van de overleedene 60
  Andries Petrus Dippener hier vorengem: contant ontfangene volgens handschrift van de overleedene 10
Lasten des boedels
    Rd:s
voldaan ultimo Maart 1806 aan de wed: Barend Forster op een onderh: obligatie van den 20 April 1789 aan capitaal zonder renten ƒ2000 ofte 666:32
als meede op een onderhandsch briefje 100:--
  aan hem Andries Petrus Dippener over aan de overleedene geleende thien rijxd: zilvere munt om in natura te worden gerestitueerd [ ..... ]
  aan Alewijn Jacobus Burgerd over verschotten door hem gedaan tot de begravenis van de overleedenen waarvan het juiste bedragen niet kan worden opgegeeven [ ..... ]
  aan Abraham Mouton Johannesz voor 2 halve amen wijn en vijf flessen brandewijn 7:24

Aldus opgegeeven ter Weeskamer op 12 April 1805 voormeld

Als getuigen: P:A: Poupart, P:J: Poggenpoel

Voor de opgaaf: Andries Pethrus Dippenaar, Schalk Willem van Heerde

Mij present: J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/25.11

{18040816} 16 Augustus 1804 Adriaan van Rheenen , Engela van Nieuwkerken

R:r d’ Ozy

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als behorende tot den boedel bij den burger Adriaan van Rheenen en Engela van Nieuwkerken echtelieden in gemeenschap bezeeten en van de zyde van eerstgemelde op Vrijdag den zesthienden dag der maand Maart in den jaare onzes Heeren een duizend agt hondert en vier met er dood ontruimd ende nagelaten na alvorens by testament met voormelde zijne huisvrouw op den vier en twintigsten Maart een duizend zeven hondert zes en tachtig voor den toenmaligen gezw: Clercq ter Secretarye van Justitie dezes Gouvernements de heer Ryno Johannes van der Riet en zekere getuigen opgeregt dien aangaande hebben gedisponeerd, welke goederen en effecten door ons ondergeteekende Gecommitteerdens ingevolge en ter voldoening aan het besluit bij Heeren Weesmeesteren op den 2 May dezes jaars genomen volgens de opgaven van de voorschreven weduwe zyn in geschrifte gebragt bestaande de zelve in de volgende, namentlijk

Een huis en erf staande en geleegen aan de Paarl Diamant

en aldaar

In het voorhuis
agt schilderyen
drie spiegels
drie ophaalders
drie thee tafels
een groote blat tafel
derthien gedraayde stoelen met agt kussens
twee glase kasten /in de muur gemetzeld/ waar in
eenig porcelain en glaswerk
In de kamer ter linker hand
een kast waar op
een stel potten
twee ledikanten met roode behangzels, bedden en verdere toebehoren
een roode ophaal gordijn
vyf kleine schilderyen
een tafel kas
een thee tavel en daar op
een plettiet thee machine
vyf stoelen met rode kussens
vyf stoven
een stelletje
In de kamer ter regter hand
een glase kast
een boeke rak
een comptoir
een kleine tafel kas
een wit ophaal gordijn
drie katels
drie beddens
drie nagt spiegels
vier stoelen
een thee tafel
een kleine kopere schaal en een party gewigt
In de dispens
twee soup kommen
twee en vyftig borden
zesthien schotels
vier boter potjes
vier strijk yzers
zes blikke trommels
zes kandelaars
twee snuyters met hunne bakjes
een tinne ketel
een koper confoor
een koper koffij kan met deszelfs testje
een kom met een parthy theegoed
vier trek potjes
vyf blikke schenk blaatjes
twee kopere vyzels
vier aarde potten
drie kopere tesjes
twee rood kopere keteltjes
een lampet met zyn kom
een scheer bekken
twee douzyn stale vorken
een douzyn tinne lepels
een en een half douzyn messen
In de keuken
een rak
agt tinne schotels
negen potten
twee taarte pannen
een braad pan
een groote kook ketel
een koeke pan
twee roosters
een tang
een aschschop
drie schoorsteen kettings
een vleesch vork
een schuimspaan
drie lepels
een tafel
een hakke bord
een hak mes
twee water halfamen
zes emmers
In de provisie kamer
vyftig mudde zakken
vier en twintig kaf zakken
drie halve leggers
een heele legger
twee plat vaatjes
een kist met wat zuiker
een kist met wat tabak
vyf led: kelders
een led: kist
vyf manden /:in zoort:/
negen boter vaten /:in zoort:/
drie balytjes
een koffy molen
In het school
twee kadels
twee beddens
In het wagen huis
een paarde wagen
een kar
een osse wagen met zyn toebehoren
tien tuigen
Zilver werk
twee zilvere schenkborden
een zilvere souplepel
zes zilvere lepels
zes zilvere vorken
Beestiaal
acht wagen paarden
negen en dertig aanteel paarden
twintig aanteel beesten
Lyf eigenen
  een jongen genaamt Valentyn van Madagascar
verkogt een jongen genaamt Goliat van Madagascar
verkogt een jongen genaamt Bachus van Mosambicque
verkogt een jongen genaamt Absalon van Bengalen
  een meid genaamt Eva van de Kaap
  een meid genaamt Leonora van de Kaap
  een meid genaamt Silvia van de Kaap
Inne schulden
    Rd:s
ontfang van de wed:e Jan Roux over contant geleende penningen op een onderhandsche obligatie groot aan capitaal ƒ1000 ofte 333:16
ontfang van Abraham Andries le Roux over contant geleende op een onderhandsche obligatie groot aan capitaal een duizend guldens ofte 333:16
ontfang van Samuel Feit Oertel over contant geleende meede op een onderhandsche obligatie groot aan capitaal twee duizend vyf hondert guldens ofte 833:16
ontfang van Albert van Nieuwkerken Hendriksz: over koop van een slaaf genaamt Fortuin drie hondert en acht ryxdaalders zegge 308:--
  van differente perzonen over boekschuld eene somma van twee duizend vyf hondert twee en twintig guldens ofte 840:32
Disperate Inne schulden
  Rd:s
van Albert van Nieuwkerken Albertsz: over koop van een slaaf en negotie goederen negen hondert ryxdaalders zegge 900
van Hendrik van Heerden over koop van winkel waren een hondert en elf ryxdaalders zegge 111
van H: Welman over koop van winkel waren circa 50
Lasten des boedels
    Rd:s
voldaan aan juff:w de wed:e Cornelis van der Poel op een schepenen kennis aan capitaal negen duizend guldens ofte 3000:--
voldaan aan den boedel van wylen Johannes Louw op een onderhandsche obligatie aan capitaal drie duizend en zes hondert guldens ofte 1200:--
  aan d’ edele Adriaan Louw d’ oude op een onderh: briefje een duizend seven hondert guldens ofte 566:32
  aan d’ edele Jan Hoetz over gekogte winkel waren een duizend guldens ofte 333:16
voldaan aan den boedel van wijlen Hugo Lambregts op een onderhandsche obligatie twee duizend seven hondert guldens ofte 900:--

Aldus gedaan en g’inventariseerd ter Weeskamer aan Cabo de Goede Hoop op den 16 Augustus 1804. Ende zulx op ’t op en aangeven van de in den hoofde dezes gemelde weeduwe dewelke verklaarde, zig daaromtrend ter goeder trouwe gedragen en niets met opzet verswegen of terug gehouden te hebben van ’t geen tot den voorm: boedel behoord, invoegen zy dan ook betuigde de deugdelykheid harer opgave ten alle tyden des gerequireerd wordende, met solemneele eede nader te zullen bevestigen met belofte wijders, zo hier na nog iets mogte worden ontdekt dat tot dien boedel behoord daar van als dan getrouwelyk opgave te zullen doen, ten einde deezen inventaris daar meede te kunnen amplieeren.

Tot securiteit van dien is deeze door den inventariente en ons gecommitteerde Weesmeesteren benevens my Secretaris behoorlyk ondertekend.

Als gecommitt: Weesm: J:G: Blanckenberg, H: van de Graaff

Voor de opgaaf: de weduwe A:n van Reenen gebooren Van Niekerk

Mij present: J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/25.12

{18060207} 7 Februarij 1806 Jacobus Carel Gildenhuijzen

J: Brand

Op heeden den 7 Februarij 1806 compareerde voor de ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren aan Cabo de Goede Hoop den burger David Jacobus de Villiers dewelke te kennen gaf dat de nalatenschap van wijlen zijnen stiefzoon den meede burger Jacobus Carel Gildenhuijzen bestaat in als volgd

een slaven jonge gen:t David van de Caap
Crediten des boedels
  Rd:s
van gem:e zijne stiefvader weegens vaderlijk bewijs 28
van desselfs broeder Hendrik Gildenhuijzen over arbijdsloon van gem:e slaaf David 30
Lasten
  Rd:s
aan evengem:e zijne stiefvader over begravenis onkosten en doctors loon 58:4

Aldus gepasseerd ter Weeskamer aan Cabo de Goede Hoop den 7 Februarij 1806. Ende zulx op het op en aangeeven van gem:e David Jacobus de Villiers dewelke verklaarde zig daar inne ter goeder trouwe gedragen en niets versweegen of te rug gehouden te hebben dat tot voorm: nalatenschap behoord, invoegen hij ook getuigde de deugdelijkheid zijner opgave ten allen tyde des vereyscht werdende met solemneelen eede gestand te doen en belofte wijders zo hier na nog iets tot gen: boedel specteerende mogte worden ontdekt daarvan nader en getrouwelijk opgaaf te zullen doen, ten einde deesen inventaris daar meede te kunnen amplieeren.

Tot securiteit vandien is deese door ons gecommitteerde Weesmeesteren ende den Comp:t neevens mij Adj:t Commis behoorlijk gesubscribeerd.

Als gecommitteerde Weesm: W:J: Klerck, G:E: Overbeek

Voor den opgaaff: D:J: de Villiers

Mij praesent: P:E: Faure, Adj:t Commis

Compareerde almeede voor ons gecommitteerde Weesmeesteren meerm:e David Jacobus de Villiers aan dewelke deesen inventaris van woorde tot woorde is voorgeleesen, verklarende dat de door hem daar bij gedane opgaaf is geschied wel, deugdelijk en na waarheid, daar bij te blijven persisteeren en sprak dierhalven ter bevestiging van dien de solemneele woorden. Zo waarlijk helpe mij God Almachtig.

Aldus gerecolleerd ende beeedigd ter Weeskamer aan Cabo de Goede Hoop op den 7 Februarij 1806

Als gecommitteerde Weesm: W:J: Klerck, G:E: Overbeek

D:J: de Villiers

Mij praesent: P:E: Faure, Adj:t Commis

MOOC8/25.13

{18050311} 11 Maart 1805 Hendrina Calitz

Inventaris van zodanige goederen als er ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door Hendrina Calitz weduwe Jan Geertze Bandjes, ten voordeele haarer hier ondertemelde kinderen en kindskinderen, namentlijk

1) Petronella Cornelia Bantjes geh:d met Louis Basie Baissai te Mauritius woonagtig
2) Matthijs Christiaan Bandjes mondig
3) Anna Wilhelmina Bandjes gehuuwd met Gerrit van Deventer
4) Beereta Margaretha Bantjes getrouwd met Hendrik le Roux
5) de vier kinderen van wijlen Maria Elizabeth Bantjes in huwelijk bij Gideon van Zijl Jacobusz: geprocreerd, met namen a) Jacobus Albertus oud 10
b) Hendrina Petronella oud 8
c) Zacharia Geertruijda oud 6 en
d) Jan Matthijs Christiaan van Zijl oud 4 jaren

invoegen als het een en ander door my ondergeteekende Secretaris der Weeskamer ingevolge opgaaff van voorm:e Gideon van Zijl Jacobusz: bij wien de overleedene is woonagtig geweest zijn opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande alle die goederen in de volgende, namentlijk

een ledikant met behangzel waarop
een bed, peuluw, thien kussens en een combaars
vijf stoelen
een groote kist
een stoof
vier blikke trommels
een porcelijne schotel
een zwart aarde trekpot
een lampet en kom
twee kopere kandelaars
een strijkijzer
een aarde kan
een zijldoekse bedde zak
een balans met houte schalen en ses ponden gewigt
vier bouteilles
Bij voorm:e Gideon van Zijl Jacobusz:
een oude osse wagen
Beestiaal
vier trek ossen
Lijfeigen
een jonge gen:t Bastiaan van Madagascar wagenrijder
Crediten des boedels
  Rd:s Rd:s
aan contanten in den boedel gevonden, te weeten
8 Spaanse matten a 60 10:--
1 ducaton 1:24
13 guldens a 24 6:24
8 ropijen a 30 5:--
5 quartjes a 12 1:12
16 schellingen a 6 2:--
43 dubbeltjes a 2 1:26
makende dus volgende prijs door ’t Gouvernement daar op bepaald   27:38
van Adolph Fredriks over koop van een trek os   12:--
Lasten
    Rd:s
op deeze schuld ingevolgen Weesm: resolutie van den 25 Junij 1806 de renten te bereekenen zeedert den 15 Maart 1797 de datum der missive van den crediteur aan voorm:e haaren schoonzoon Louis Basiel Baisai over koop van een slave jonge gen:t Andre van Madagascar 220:--
  met de renten van dien a 6 pc: zedert 1785
  aan voorm: Matthijs Christiaan Bandjes over verschotten aan haar gedaan 200:--
  aan J: Visser over doctors loon blijkens reekening 7:--
  aan Gideon van Zijl Jacobusz: hier voren gemeld over door hem betaalde begravenis onkosten blijkens drie reekeningen 43:20

Aldus g’inventariseerd en gepasseerd ter Weeskamer aan Cabo de Goede Hoop op den 11:e Maart 1805. Ende zulx op het op en aangeeven van dikwils gem: Gideon van Zijl Jacobusz: en Anna Wilhelmina Bandjes huijsvrouw van Gerrit van Deventer, dewelke verklaarde zig hier inne ter goedertrouwe gedragen en niets versweegen of te rug gehouden te hebben dat tot voorm: nalatenschap behoord, invoegen zijl: ook getuigden de deugdelijkheid hunner opgave ten allen tijde des vereijscht werdende met eede gestand te doen en belofte wijders zo hier na nog iets tot voorz: boedel behoorende mogte worden ontdekt daar van nader opgaaff te zullen doen omme deesen inventaris daar meede in allen trouwe te kunnen amplieeren.

Tot securiteit van dien is deesen inventaris door meerm: Gideon van Zijl Jacobsz: en Anna Wilhelmina Bandjes neevens mij Secretaris behoorlyk onderteekend.

Voor den opgaaff: Gideon van Zijl, Anna Willemina Bantjes

Mij present: J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/25.14

{18050621} 21 Junij 1805 F: Westphaal

Copia

Lyst der nalatenschap van den alhier in het hospitaal ab intestato overledenen matroos F: Westphaal van het Deensch schip

korte duffelsche jas 1
oude hoeden 2
scheermessen 2
brillen 2
silvere schoen gespels 1 paar
silvere kuits gespels 1 paar
silvere broek gespels 1
doos met naaijgaren 1
hembden 8
vesten 3
rocke 3
baijtjes 3
broeken 9
kousen 1 paar
zakdoek 1
schoenen 2 paar
eenige ijzer gereedschappen, spijkers, oude boeken etc:a
Spaansche matten 8 1/2
  Rd:s
overschot van gage naar aftrek van de verpleeg gelden voor het hospitaal 94:5
een kist in welke opgenoemde goederen zich bevinden
een kelder gevuld met water en arak

Simonstad 21 Junij 1805

/:was getekend:/ L:G: Biccard, Dirig: Chir: Major

Voor copia conform: R: de Klerk Dibbetz, Dir: en Chef

MOOC8/25.15

{18060315} 15 Maart 1806 James Stewart

Inventaris van zodanige goederen als ’er op Vrijdag den een en twintigsten dag der maand Februarij in den jaare onzes Heeren een duijzend agt honderd en ses, ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den constapel op ’t Engelsch Comp:s schipJames Stewart, ten voordeele zijner onbekende uitlandige erffgenamen, invoegen als dezelve ingevolge opgaaf van Johan Coenraad Steijn junior door mij Adj:t Commis zijn opgenomen en ingeschrifte gebragt, bestaande alle deese goederen in de volgende, namentlijk

Ten huise van den burger Johan Coenraad Steijn j:r, alwaar den overleedene ’t laatst is woonagtig geweest

een kist waar in
twee lakense rokken
een lakense jas
twaalf witte hembden
twaalf bonte hembden
negenthien broeken in zoort
vier en twintig baatjes in zoort
twaalf p:ren kousen in zoort
twee dassen
ses zak doeken
drie ronde hoeden
een breuk band
drie p:ren pistolen
een kleijne verrekijker
twee kogel vormen
een kruijd horendje
een handschroefje
vier pakjes hair poeder
twee stangen poemade
vijf tinne lepels
ses stokken
een pakje zwarte koort
drie p:ren schoenen
twee kruijsbanden
een poeder zak
een kopere blaker
een slaap mutz
een koffer, daar in
vier p:ren laarssen
twee lappen flennie
twee kotten
een roode slaapmuts
een kopere snuifdoos en voorts
een parthij Engelsche boeken
een koffer, daar in
een tavel horologie
een zilvere zak horologie
een schrijfkisje waar in
een zak boekje met een zilvere potlootje
een foederaal met een scheermes
twee rolletjes hair lind
twee strengen zwarte zijde
een kelder met drie ledige flessen
Crediten des boedels
  Rd:s Rd:s
aan contanten in dezelve gevonden
vier Spaanse matten a 60 st: 5:--
elff stukken Portugeese munt crosaden gen:t a 36 st: ieder 8:12
een halve [crosaden] 0:18
makende dus volg:s de prijs door ’t Gouvernement daar op bepaald tot een bedragen van   Rd:s13:30
Lasten
    Rd:s
  aan Johan Coenraad Steijn s:r over logies, kostpenn: etc:a blijkens specificque reekening 27:36
vold:n aan Jan Coenraad Steijn j:r over logies, kostpenn: volgens reek:g 211:18
vold:n aan George Ross over logies, kostpenn: volgens reek:g 20:--
vold:n aan Frans Dijkman voor ’t maken van de doodkist met desselfs toebehoren 50:--

Aldus opgenomen en g’inventariseerd op den 15 Maart 1806 ende zulx op het op en aangeeven van de in den hoofde deeses gem:e Johan Coenraad Steijn j:r, dewelke verklaarde zig daar inne ter goedertrouwe gedragen en niets versweegen of te rug gehouden te hebben dat tot voorm:e nalatenschap behoord, invoegen hij ook getuigde de deugdelijkheid zijner opgave ten allen tijde des vereijscht werdende met eede gestand te doen en belofte wijders zo hier na nog iets tot gen: boedel behoorende zig mogte opdoen daar van nader en getrouwelyk opgave te zullen doen omme deese inventaris daar meede te kunnen amplieeren.

Tot verzeekering van dit een en ander is deese door dikwils gem:e Steijn j:r neevens de meede geteekende getuigen en mij Adj:t Commis behoorlyk gesubscribeert.

Als getuigen: Carl Foly, J:N: Rorich

Voor den opgaaff: J:C: Steijn j:r

Mij praesent: P:E: Faure, Adj: Commis

MOOC8/25.16

{18041211} 11 December 1804 Simon Wolff

Inventaris van zodanige goederen als ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door de kleedermaker van ’t 5 Battaillon Arthillerij Simon Wolff ten voordeele zijner onbekende uitlandige erffgenamen, in voegen als zulx door mij ondergeteekende Adj:t Commis volgens opgaaff van Maria Strikker zijn opgenomen en ingeschrifte gebragt, bestaande alle deeze goederen in de volgende, namentlijk

een coffer waarin
een hembd
twee vesten
een paar laarzen
drie Nankings pantalons
twee p:r laarsen kousen
een slaap muts
Inneschulden
  Rd:s
van de cap:n en commandant van ’t 5 Batt: Arthillerij Steffens over maakloon van sestig linnense broeken en vesten a 1 rd:s ieder - deeze pretentie word door de debiteur tegen gesproken 60:--

Aldus g’inventariseerd ten huyzen van Fredrik Jetzig alwaar voorm: Maria Strikker woonagtig is op den 11 December 1804.

Als getuigen: J:N: Rorich, F: Jetzig

Maria B: Strek

Mij praesent: P:E: Faure, Adj:t Commis

MOOC8/25.17

{18040919} 19 September 1804 Pieter van Wyk

In vantaris der nagelate goederen van wyle den burger Pieter van Wyk A:zoon, als volgt

schape twee hordert en tagtentig
bokke vyf en veertig
trekosse veertien
aanteelbeeste ses
aanteelpaarde vier
reypaarde een
sadel een
geweers drie
potte een
keste een
hamr een
hantschroef een
ketel een
byl een
Joachim Ments debet aan bove gem: Van Wyk veertig rixdaalders

Welk wy als getuyge ondertekend, op gegeve en geteld door Jacb van Wyk, in persend van ons ondertekenaars

Gerrit Hendrik Meijer

Abraham Jacbus Griesel

vergadering den 19 7:ber 1804

MOOC8/25.18

{18041220} 20 December 1804 Hermanus Lambertus Potgieter , Saara Josina Janze van Vuuren

Copij

Inventaris van alle zodanige goederen als er door wijlen Hermanus Lambertus Potgieter en deszelfs huisvrouw Saara Josina Janze van Vuuren in gemeenschap bezeeten en door den eerstgemelde met ’er dood ontruimd en nagelaaten, mitsgaders heeden opgenoomen en in waaren weezen bevonden geworden zijn, te weeten

Losse goederen
een oude wagen
een karr
een ploeg
drie geweeren
eenig oud beddegoed
zeven zakken
een leere bulzak
eenige aarde borden en ijzere vurken
twee emmers
twee tinne schooteltjes
een koopere keetel
twee aarde potten
een groote aarde pot
een tinne booterpotje
vier schaaven
twee bottels
twee bootervaaten
een koffijmoole
een strijkijzer
eenig oud ijzer en kooper
een tinne trekpot
een tinne waterpot
een koekepan
drie bijlen
een veldstoel
een slijpsteen
een oude zaag
een oude graaf
een oude vleeschvurk
een oude zadel met toom
een vuurstoof
drie geestelijke boeken
een wagenkist
een kist
vier ijzere potten
Bestiaal
sestien trekossen
veertig aanteelbeesten
neegen en dertig schaapen
veertien bokken
een rijdpaard
Baaten des boedels
  Rd:s
uitstaande penningen
bij Louwis Fourrie woonachtig aan Boschmansrivier 40:--
bij Willem Landman woonachtig aan Gouritsrivier 12:--
bij Jacobus van Stade thans in Nieuwveldt 20:--
bij Rudolph Johannes Bronkhorst woonagtig aan de Kamnasie 30:--
bij Piet Janze van Vuuren woonagtig in de Kamnasie 12:4
bij Frederik Potgieter Joh:s z: 4:--
een briefje over wagenhuur door den landdrost Faure te Zwellendam uitgesteld en door den heer Meijnier voor omtrend twee jaaren ter bezorging aangenoomen groot 50:--
uitgeleende goederen
aan Jacobus van Rensburg Willemsz: 2 hamels
aan Jacobus Theodorus Potgieter thans aan Gouritsrivier omtrend 10 emmers booter
aan Coenraad de Buijs thans in Kaucha 50 lb lood
Schulden
  Rd:s
aan de weduwe Betje Scheepers 150
aan de weduwe Maria Magdalena Potgieter 85
aan Christiaan Beerense 30
aan Petrus van Stade 7
aan den boedel van wijlen Jan van Vuuren d’ oude omtrend 60
Erfgenaamen
zoons 1) Hermanus Gerhardus Lambertus, voorkind van wijlen Hermanus Lambertus Potgieter uit het huwelijk met Susanna Scheepers; oud 17 jaaren
2) Lukas Johannes oud 13 jaaren
3) Frederik Evert oud 11 jaaren
4) Petrus Hendrik Theunis oud 4 jaaren
5) Jacobus Laurens oud 1 1/2 jaar
dogters 6) Catharina Magdalena oud 14 jaaren
7) Saara Johanna oud 9 jaaren
8) Johanna Isabella Servasina oud 7 jaaren

Aldus gedaan en g’inventariseerd ter drostdij Uitenhage op den 20 December 1804 en zulks volgens het op en aangeeven van de weduwe Sara Josina Potgieter voormeld, dewelke betuigde hierinne ter goeder trouwe te hebben gehandeld en niets met haar weeten te hebben verzweegen of agtergehouden weshalven zich bereid verklaarde deeze voorenstaande opgaave ten allen tijden des vereischt werdende, met solemneele eede te willen bekragtigen met verdere belofte zo iets nader tot den boedel specteeren mogt koomen te ontdekken, deezen inventaris daarmede te zullen amplieeren. Alles in ’t bijweezen van Christiaan Kok en Andries Roedeloff als getuigen.

Als getuigen /:was get:/ A: Roedeloff, Christiaan Kok.

Voor de opgaave /:was get:/ Sara Josiena Jansen van Vuure weduwe Potgieter.

In kennisse van mij /:was get:/ L: Alberti, ad interim Landdrost

Naderhand verklaarde de weduwe Hermanus Lambertus Potgieter zich ten opzichte der voormelde schuld van 30 rijksd:s van den burger Roedolph Johannes Bronkhorst vergist te hebben en dezelve vereffent te zijn.

/:was get:/ L: Alberti

Voor copie conform: L: Alberti, ad interim Landdrost

MOOC8/25.19a

{18060401} 1 April 1806 David Morrice

Inventaris van zodanige goederen als er op Zaturdag den neegenentwintigsten dag der maand Maart in den jaare onzes Heeren een duijzend acht hondert en ses des morgens de klokke half zeeven uuren ab intestato metter dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den geweesene tweede reekenmeester van het etablissement te Bombaay David Morrice invoegen als het een en ander ingevolge opgaaf van de heer Alexander Tennant door my ondergetekende adj:t Commis zyn opgenoomen en in geschrifte gebragt, bestaande alle deese goederen in het volgende, namentlijk

Ten huyze van Susanna Beyers gesepareerde vrouw van Johan Godlieb Joni

twee vierkante tavels
een ledikant waarop
een bed
een peuluw
twee kussens en
een wolle deeken
vijf stoelen in zoort
een bidet
een kast waarin
een rood kopere koffij kan
een wit aarde lampet met zyn kom
vyf borden
een wit aarde boterpot
een wit aarde beeker
een karaf
vier bierglaazen
een kelk
een defecte tinne schenkbord
een blikke toilet doos
een spiegeltje
een mes
drie vorken en voorts
een parthij boeken
een kist waarin
drie lakense rokken
een lakense jas
vyfthien hembden
elf broeken in zoort
twaalf baatjes in zoort
zes p:r kousen
zeeventhien p:r sokken
zesthien halsdoeken
twintig doeken in zoort
agt servietten
twee beddelakens
drie sloopen
agt linnese slaapmutsen
een p:r handschoenen
een kleederborsel
een foudraal met twee scheermessen
een scheerdoos
een snuyter met zyn bak
een kopere kandelaar
een ronde hoed
twee p:r laarsen
twee p:r schoenen
een zilvere zakhorologie
een bril
een schaar
een pot en
een leedige kist
een kelder met vijf leedige flessen
een parthij leedige bottels
Crediten des boedels
  Rd:s
aan contanten in dezelve gevonden vier en twintig Spaansche matten in natura makende volgens de prys door het Gouvernement daarop bepaald 30
Lasten des boedels
  Rd:s
aan voorm: Susanna Beyers gesepareerde vrouw van Johan Godliep Joni over een maand kamerhuur 15
aan de vrije slaaf Daniel Eelhof over 15 dagen oppassen geduurende zyne ziekte volgens getroffene accoord met de overleedene 15

Aldus na gedane ontzegeling opgenoomen en geinventariseerd op den 1 April 1806.

Als getuigen: J:N: Rorich, C: Gertenbach

Voor den opgaaf: Alex: Tennant

My present: P:E: Faure, Adj: C:

Wordende alhier pro memorie genoteerd dat in den boedel nog is gevonden een verzeguld pacquet beschreeven

W:m Barbar Esq:r, Pay Office, Whitehall , England

from P:M:R, R:M:G:, 24:th Reg: Foot

Carriage to be p:t to London by the boarer

Ja:s Waldran private, his Majestyts 24:th Reg: Inf:

neevens een daarby g’annexeerde brief waarvan het addres luidt

To the Officer of his Majestyts Customs in Great Britain or Ireland

welk verzeguld pacquet en brief, by den overleedenen volgens declaratie van de heer Tennant ter bestelling is ontvangen, als meede nog eenige teekeningen dewelke volgens declaratie van gem: heer Tennant aan M:r Hudson toebehooren. Actum 1 April 1806

Als getuigen: J:N: Rorich, C: Gertenbach

P:E: Faure, adj: C:

MOOC8/25.19b

{18060423} 23 April 1806 David Morrice

Bekenne ik ondergeteekende Alexander Tennant bij deesen ontfangen te hebben van den Secretaris der Weeskamer Jan Pieter Faure een verzeguld pacquet beschreeven

W:m Barbar Esq:, Paij Office, Whitehalle , Engeland

from P:M:R, R M:P, 24:th Reg: Foot

Carriage to be p:r to London by the boarer

Ja: Waldran private, his Majestijts 24 Reg:t Inf:

neevens een daarbij g’annexeerde brief waarvan het addres luidt

To the Officer of his Majestijts Customs in Great Britain or Ireland .

als meede eenige schetzen, teekeningen en papieren, alle gevonden in den boedel van wijlen m:r David Morice; belovende en aanneemende dezelve aan de addresse of aan de eigenaars te zullen bezorgen.

Cabo de Goede Hoop den 23 April 1806

Alex: Tennant

MOOC8/25.20

{18040425} 25 April 1804 Frederik Scheepers , Johanna Magdalena Oosthuijzen

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als ab intestato door wijlen den burger Frederik Scheepers, in gemeenschap bezeten met wylen Johanna Magdalena Oosthuijzen, met er dood ontruimd en nagelaten mitsgaders heeden opgenoomen en in waaren weezen bevonden zijn geworden, te weeten

D’ opstal eener leenings plaats genaamt de Leeuwe Fonteijn gelegen aan de Kleijne Zwartkops Rivier
d’ opstal eener leenings plaats genaamt d’ Uitvlugt geleegen onder aan de Cromme Rivier
Losse goederen aldaar
drie vensters
twintig hoepels
een stuk ballast yzer
zestien hengzels
twaalf hengzels met duijmen
een parthij oud ijzer
een schaafbank
een vleeschvat
drie kisten
twee kandelaars
een vyzel en stamper
een parthij houtwerk
een nieuwe pot
een hout bijl
een rustbank
een klaptavel
Beestiaal
twee ossen
vijf beesten in soorten
twee en twintig schaapen

De papieren verbrand zijnde heeft men van de lasten of baten des boedels niets kunnen ontdekken, en zoude nader door de erfgenaamen ter Weeskaamer worden opgegeeven.

Erfgenaamen
1) Frederik Scheepers Fred:k z: mondig
2) Gerhardus Scheepers Fred:k z: mondig
3) Joh:s Hend:k Scheepers Fred:k z: mondig
4) Johanna Magdalena Scheepers gehuwd met Petrus Joh:s van Beelen
5) Petronella Cornelia Scheepers oud 25 jaaren ongehuwd
6) Catharina Scheepers gehuwd met Willem Landman
7) Catharina Johanna Vermaak zynde gehuwd geweest met [ ..... ]
8) de kinderen van Pieter Brits Ockertzoon

Aldus door ons ondergeteekenden g’inventariseerd ter plaatse boven gemeld op den 25:e April 1804, betuigende hier inne ter goeder trouwe te hebben gehandelt en niets met ons weeten te hebben versweegen of agter gehouden, en bereijd deeze vooren staande ten allen tijde met solemneele eede te zullen bevestigen, met verdere belofte zoo iets nader tot den boedel specteerende mogt komen te ontdekken dezelve nader te zullen opgeeven.

Pieter Brits O:soon

Johanna Magdalena van Beelen geboren Scheepers

Als getuigen: G:C: Bergman, H: van As junior

MOOC8/25.21

{18040502} 2 May 1804 Anthon Oosterhagen

Inventaris van zodanige goederen als er op Zaturdag den acht en twintigsten dag der maand April in den jaare onzes Heeren een duijzend acht hondert en vier ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den geweesene koper slager in dienst der Holl: Oost Indische Comp:ie alhier Anthon Oosterhagen geboortig van Lanjou in Duitsl:d ten voordeele zijner bij zijne vooroverleedene huijsvrouw Carolina Smit in huwelijk verwekte vijff minderjarige kinderen, met namen

1) Anthon Godfried Oosterhagen oud 12 jaren
2) Johanna Christina Oosterhagen oud 10 jaren
3) Christina Johanna Oosterhagen oud 9 jaren
4) Carolina Oosterhagen oud 7 jaren
5) Jan Jacob Oosterhagen oud 5 jaren

invoegen als het een en ander door ons onderget:de ordinaire Clercq en Boode zijn opgenomen en ingeschrifte gebragt, bestaande alle die goederen in de volgende, namentlijk

In een huurhuijs toebehorende aan den burger Andries Janssen

een boekerak
een kleder kasje waar in
drie rokken
vijf baatjes in zoort
vier hembden
twee broeken
drie p:r kousen
twee beddelakens
vier kussens sloopen
ses servietten
een zijde gon en rok
een doeriasse tabbert en rok
zeven rokken in zoort
drie kabaatjes
twee oude borstrokken
een kinderbak
een p:r witte catoene vrouwe handschoenen
drie vengster gordijnen in zoort
ses schilderytjes
vijf stoelen
twee vierkante tavels
een kadel waar op
een bulzak, een peuluw, vijf kussens en een combaars en een sprij
twee kisten
een kisje met een klisteerspuijt en wat lantaren hoorns
drie emmers
twee ledige kelders
twee schroef stokken
een snij ijzer
een rittel boor
een blaasbalk
derthien zo veijlen als raspen in zoort
een drijfklauw
thien hamers
twee houte hamers
vier soldeer bouten
twee passers
een nijp en een buijgtang
drie yzere stempels
een nagelijzer
een snij ijzer
een vorm staaf
een drijf staaf
een kap mes
een snij mes
een staaf ijzer
een thuijnschaar
een handzaag
vyf staven ijzer
een spanhaak
een klijne aambeeld
een ijzere kijl
een pyp ijzer
een loodlepel
twee handschroeven en een kraan
een lessenaartje waarin
een paar zilvere schoegepsen
een zilvere signet
een paar goude handknoopen
een goude hardje
ses zilvere knoopjes in zoort
een zilvere oorleepeltje
ses dobbelsteenen
een Hoogduitsch gezangboek
een meerschuime pyp met zilver beslag en drie pyperietjes
twee tabaksdoosen
een defecte lantaarn
een blikke gieter
een kopere waterketel
een ijzere pot
vier kopere keetels in zoort
een tinne koffij kan
twee koekepannen een defect
een rooster
een vleesch vork
een vuurtang
vier trommels in zoort
twee porc: borden
een blikke tregter
een hand lantaarntje
een ijzere plaat
een defecte coffij moolen
thien yzere gewigten
een defecte visch ketel
een jagt geweer
een kist waarin
drie kopere bakken
een kopere doorslag
een yzere winkelhaak en
voorts wat rommeling
een kist waarin
een blikke melk kan
een kopere voete vles
een waterketel
drie [waterketel] defect en voorts
een parthy rommeling
een kist in dewelke
een kopere lampet
een wit kopere ketel en voorts
wat oud koper en rommeling
een houte blok
een stelletje
een waterhalffaam
drie kopere kraanen
Lijfeigen
een jonge gen:t Fortuijn van Mosambicque die zig in de tronk te Stellenbosch komt te bevinden
Credieten
    Rd:s Rd:s
  van den burger Willem Kirsten over arbijdsloon blijkens aanteekening   27:6
  van Johannes Schols over huijsvesting etc: blijkens aanteekening   47:36
  van And:s Stoblet over koop van een draaybank per rest   15:--
insolvent van de manh: [ ..... ] Fredricie over koop van een klap tavel 12:--
  een kelder met ledige flessen 3:-- 15:--
  van Jan Kalmeijer over 100 lb: koper   15:--
  van de wed: Jan Kuijper over gekogte koper en slag loot   22:30
  van Michiel Hols over 6 hembden   12:--
volgens nadere opgaaff is deese abusivelijk opgegeeven nog van den overleedene ontfangen 63 lb: meel
Lasten des boedels
  Rd:s
aan Andries Janssen over huijshuur per rest - voldaan uit de penn: van de kinderen 17:30

Wordende alhier pro memorie genoteerd dat er zig in den boedel komen te bevinden de onderstaande goedertje aan anderen toebehorende, als

De heer Coeraard Nelson
een taartepan zonder dekzel
een tulband
een strijkijzer
Philip Bussinger
een ijzere koekepan
Andries Grové
een kopere strijkijzer

alsmeede nog eenige meerdere, waar van geen distincte opgaaff kan worden gedaan zijnde alle die goederen opgeeven door de in hoofde deeses gen: pupil Anthon Godfried Oosterhagen.

Aldus na gedaane ontzegeling g’inventariseerd en opgenomen ten huijze voorm:d op den 2 May 1804.

Als getuigen: C: Velbron, Martinus van der Schijff

Ter onzer praesentie: P:E: Faure, J:N: Rorich

MOOC8/25.22

{18051115} 15 November 1805 Hendrik Hanekam

Inventaris van alle zodanige goederen als er op Donderdag den negen en twintigsten Augustus in den jaare onzes Heeren een duizend agt hondert en vyf ab intestato met er dood zyn ontruimd ende nagelaten door den burger en meerderjarigen jongman Hendrik Hanekam ten voordeele zyner hier natemeldene broeders en zusters mitsgaders de kinderen der vooroverleedenen, met naamen

1) de kinderen van wylen Jurgen Hanekam, in namen a) Albert Hanekamp mondig
b) Jurgen Hanekamp mondig
c) Jan Hanekamp mondig
d) Hendrik Hanekamp oud 15
e) Willem Hanekamp oud 13 jaren
2) Maria Hanekamp gehuuwd met Isaak Visage
3) Johanna Hanekamp wed:e Paul Korsten
4) Barbera Hanekamp get:d met Willem Myntjes van den Berg
5) Pieter Andries Hanekamp mondig
6) Hester Hanekamp gehuwd met David Jacobus Pretorius

invoegen het een en ander ingevolge opgaaf van den meede burger David Jacobus Pretorius door my ondergeteekende Adj:t Commis zyn opgenomen en in geschrifte gebragt bestaande alle dezelve in de volgende, namentlijk

een bulzak
twee kussens
een combaars
een laken
vier hembden
vier lange broeken
vier korte broeken
drie baatjes
twee halsdoeken
een slaap muts
twee hoeden
een jas
twee paar schoenen
twee paar kousen
een paar zilvere knie gespen
een paar zilvere hand knoopen
een scheermes
een borstel
een halve kelder
een zadel en toom
Beestiaal
een ryd paard
een jonge os aan David Jacobus Pretorius by tauxatie gelaten voor rd:s16
een jonge vaers
Lyf eigenen
een jongen gen:t Camus van Bengalen
een meid gen:t Adriana van de Kaap
Inne schulden
  Rd:s
van David Jacobus Pretorius over contant geleende op een onderhandsche obligatie de dato 5 September 1801 aan capitaal drie hondert guldens Kaapsche valuatie ofte 100:--
met de renten a 6 pc:o p:r a:o zeedert
van Petrus Andries Hanekom op een scheepenen kennis aan capitaal negen duizend guldens ofte 3000:--
welke schuldbrief volgens declaratie van voorm: David Jacobus Pretorius komt te weezen onder berusting van Christoph Hendrik Niehaus die als executeur of redderaar des boedels van Margaretha Kruger wed:e Aldert Hanekom het erfdeel den overleedenen Hendrik Hanekom daar uit ten deele gevallen en waar uit de voormelde schuld heenkomende is, vermits de zwakzinnigheid van denzelven Hendrik Hanekom is blyven administreeren en die gevolglyk van het meerder bedragen van voormelde erffenis, en van de renten daar op zedert geprofiteerd rekenschap en verantwoording zal behoren te doen.
van bovengemelde Petrus Andries Hanekom nog zoveel by afrekening van den overleedene is schuldig gebleven 113:12
Lasten des boedels
  Rd:s
aan gem: David Jacobus Pretorius vier jaren intrest geprofiteerd op de voorm: erffenis penn: van den overleedenen gerekend zedert den jaare 1801 als waar voor hy met den overleedenen in tegenswoordigheid van alle de erfgenamen en voorm: Niehaus is overeengekomen gem: zynen zwager van logies, kostpenningen en alle verdere benodigdheeden zoals ook geschied is te verzorgen [ ..... ]
aan denzelven David Jacobus Pretorius over begravenis onkosten, waar van door hem een rekening zal worden geproduceerd [ ..... ]

Aldus g’inventariseerd ter Weeskamer aan Cabo de Goede Hoop den 15 November 1805. Ende zulx op het op en aangeven van de in den hoofde dezes gem: David Jacobus Pretorius, dewelke betuigde zig daar inne ter goeder trouwe gedragen en zynes wetens niets verswegen te hebben dat tot de ged:te nalatenschap behoord onder presentatie des gerequireerd werdende met solemneele eede te bevestigen met belofte wyders dat zo wanneer hier na nog iets mogte ontdekken dat tot meerm: nalatenschap behoord, daar van nadere opgave te zullen doen, ten einde deezen inventaris daar mede te amplieeren en is tot meerder zekerheid deeze door den inventarient benevens my ondergetekende Adj:t Commis en getuigen behoorlyk onderteekend.

Als getuigen: P:A: Poupart, J: Serrurier

Voor den opgaaf: David Jacobus Pretorius

Mij present: P:E: Faure, adj:t C:

Ampliatie

Inneschulden
  Rd:s
van voorm:e David Jacobus Pretorius op een onderhandsche obligatie van den 19 Septemb:r 1798 door hem zelfs geproduceerd per rest 39:--

Ter Weeskamer den 27 December 1805

J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/25.23

{18060401} 1 April 1806 Laurens Erzeij , Johanna Jacoba Bester

Inventaris van alle zodanige goederen als behooren tot den gemeenschappelijken boedel van wijlen de overleedene echte lieden den voorleezer der Luthersche gemeente alhier Laurens Erzeij en deszelfs huisvrouw Johanna Jacoba Bester; eerst door de laatstgemelde ex testamento metter dood ontruijmd ende nagelaten ten voordeele van wijlen haaren evengemelde man, mitsg:s de bij wijlen haren vooroverleedene echtgenoot den burger Coenraad Braun in huwelijk verwekte eenigste dogter, genaamd Johanna Elisabeth Braun en gehuuwd aan den burger Coenraad Luijt als bij der overleedene mutueele testamentaire dispositie in dato 14 February 1795 voor den toenmaligen Notaris Johannes Daniel Karnspek en zeekere getuigen gepasseerd tot haare eenige en universeele erfgenaamen benoemd en aangesteld zijnde.

Bij welke testamentaire dispositie door de eerstverstorvene tot executeur van het zelve is benoemd den langstgeleefd hebbende die vervolgens meede deezer waereld ab intestato is komen aflijvig te worden, zonder aan den inhoud der bovengemelde testamentaire dispositie te hebben kunnen voldoen, en dus de nalatenschap voor zo verre dezelve aan hem toebehoorde ten voordeele zijner onbekende uitlandige erfgenaamen door den dood heeft ontruijmd, zodanig als alle deese goederen en effecten door ons ondergetekende expres gecommitteerde Weesmeesteren zijn geinventariseerd en opgenoomen en bevonden te bestaan in het volgende

Een huis en erf staande en geleegen in deeze Tavelvalley in de Kasteelstraat in het Blok M: en aldaar N:o 6 blijkens transport in dato 31 December 1763 aan wijlen opgemelde Daniel Coenraad Braun gedaan.

In het eevengemelde huijs en aldaar

In het voorhuis
een staande horologie
vijf stoelen
In de kamer ter regterhand
twee schilderijen
een boekenrak waarop
twee Lutersche Bijbels en
agt en zeeventig school boeken in zoort
een vierkante tavel
vier schrijf tavels
twaalf banken in zoort
een portefuljie waarin
een party printen
een plettit inktkoker
een paruyken doos
een fluit
In de kamer ter linkerhand
een ophaal gordyn
een spiegel met nooteboome lijsten
vier groote schilderijen
twee kleene schilderijen
een vierkante tavel
een verlakte tavel
zes stoelen met trijpe kussens
twee guerridons
vier geelkopere quispedooren
een kabinet met een stel potten waarin
drie lakense rokken
twee zwarte broeken
drie zwarte onderbaatjes
drie moorse rokken
een slaapkabaaij
vijf hembden
drie halve hembden
zeeven p:r kousen
vier p:r handschoenen
vyfthien lakens
vyf en dertig kussen sloopen
derthien handdoeken en servietten
thien zakdoeken in zoort
vyfthien stropdassen
veerthien schuifgordynen in zoort
twee slaapmutsen
twee buijkbanden
twee optoom hoeden
een buraeu waarin
een zilvere zoupleepel
twaalf zilvere eetleepels
vyf zilvere vorken
een zilvere theelepeltje en 1 vorkje
een zilvere zuikerpot
een zilvere halsslot
twee snuijfdoosen
drie foudraalen met zes brillen
een yvoire kistje en
voorts eenige kleinigheeden
een verlakte tabaksdoos
een houte tabaksdoos
een blikke trommeltje
een kistje
een lessenaar waarin
een snuyfdoos
een zilvere horologie
drie pennemesjes
een p:r zilvere kniegespen
een p:r staale kniegespen
twee brillen
twee zakboekjes en voorts
eenige boeken
drie kelders met leedige flessen
twee wandelrottings en
twee zambreelen
In de gaanderij
een spiegel
een pypenrak
een oude draagstoelen
een tavel met een steene blad
twee vierkante [tavel]
een klap tavel
neegen stoelen
in twee muurkastjes
twee plettit zoutvaatjes met blaauwe glaazen
twee gedraaide hoorne beekers
twee pocaalen
een glaaze confijt pot
een glaaze kom
een glaaze koelbak en
voorts eenig glas, aard, en porcelain werk in zoort
In het dispens
twee kopere theemachines
elf kopere kandelaars in zoort
een kopere vyzel en met zijn stamper
een rasp
een lantaarn
een blikke trommel
een houte tobaksdoos en voorts
eenige schotels, borden, flessen en bottels in zoort
In de combuis
een pottenrak
twee waterhalfaamen
een combuis tavel
twee emmers
vijf ijzere potten
twee koekepannen
twee drievoeten
een rooster
een kopere keetel
een kopere schuinspan
een yzere leepel
vier schoorsteen kettings
een vleesvork
een vuurtang
een aschschop
Op de agterplaats
een ledikant
een oude kadel
zes oude manden
een rystblok met zijn stamper
een oude tavel
een oude gemakstoel
een Keulse pot
twee oude vaten
twee oude emmers
een oude hakbord en
voorts wat romm:
In het pakhuis
een bakkist
een tavel
een halfaam met zijn bok
een muijzeval
twee groote hanglantaarns
vier oude strykijzers
een koffymoolen
drie blikke trommels
een kopere [trommels]
agt oude zo aarde als porcelaine potten
een loode trommel
twee houte tobaksdoozen
twee tinne schotels
een kopere [schotels]
een scheepel
een kopere confyt keetel
een kelder met leedige flessen
een hakkebord met zyn mes
twee groote leedige kisten
een leedige halfaam
een yzere balans met kopere schaalen
een en twintig pond gewigt en voorts
een parthy romm:
Op de zolder
zeeven oude schilderijen
een ledikant met rood behangzel
twee glaaze kasten waarin
twee verlakte schenkblaaden
een kistje met een parthy Halse medicijnen
een tinne scheerbekken
een tekenbord
twee kleine balansjes met koopere schaalen
een blikke nagt lamp
een porcelaine confijt pot
twaalf rijst pieringjes
een bitter keldertje defect
zes stangen Japans koper en voorts
eenige school boeken, schryf pennen en andere kleinigheeden
twee leedige kisten
een toonbank
een rustbank
vier banken
vijf bulzakken
een paardehaire matras
een kapokke matras
vier peuluwen
negenthien kussens
een vuurmand
een katoen haspel
derthien stoel kussens
In de bovenkamer
twee schuif gordynen
een spiegel
zes schilderijen in zoort
een tavel
zes stoelen met trype kussens
een kistje met koper beslag
een kadel
een buraeu waarin
een zilvere halsgespen en
eenige oude papieren
een lessenaar met zijn voet en daarin
een klisteerspuit
een schel
een paarl d’amoure naalde koker
een etui
een etui
een zandloper met zilver gemonteerd
een hals coljee
een p:r oorkrabben met steenen
een kleine telloskoop met zijn foudraal
een carette snuyfdoos
een spaane doos met eenige steentjes
een glaaze brandewyns proever
een yvoire brandewyns proever
een p:r zilvere oorlietten met steenen
een kleine verrekijker defect
vier plaatjes paarl d’amour
een [plaatjes] caret
een groote broeksknoop met een gesleepe staale steen
een spaane doos met eenige steene oorkrabben
een spaane doos waarin een flesje van hoorn defect
een spaane doos waarin een parthy roode coraalen
een hoorntje met zilver gemonteerd
twee brandglaazen
twee doosjes
een mes en vork met yvoire hegten
drie rotting knoppen
een restant zilvere tres
een kist waarin
eenige teekengereedschap
Lijfeigenen des boedels
een manslaaf genaamd Apollos van de Kaap
een slavine genaamd Lea van de Kaap met haar drie kinderen, gen:d Louisa
Carolina en
Saartje
een slavine gen:d Pamela van de Kaap met haar kind, genaamt Christje
een slavine genaamd Spasie van de Kaap   alle welke voorsz: lyfeigenen bij zekere acte in dato 17 September 1805 voor den notaris Jan Bernhard Hoffman en getuigen gepasseerd gecedeert zijn aan en ten behoeve van den in den hoofde deeses genoemde burger Coenraad Luit: en deszelfs huisvrouw Johanna Elisabeth Braun ende zulks ter verdelging van twee schuldbrieven ten lasten van den overleedene en in behoeve van voorsz: Luit: ten zamen groot vyfthien hondert rijxdaalders, mitsg:s omme met de gemelde lijfeigenen en derzelver afkomelingen zodanig te handelen als de voorengeciteerde acte verder dicteerd
een mansslaaf gen:d Philis van Bengalen
Crediten des boedels
  Rd:s
aan contanten in den boedel gevonden eene somma van twee hondert zes rijxd:s papiere munt zegge 206
bij den Lutersche kerkenraad het tractement van den overleedene als voorleezer derzelver gemeente zeedert primo Januarij deezes jaars [ ..... ]
Lasten des boedels
  Rd:s
aan den Brigadier Generaal te Batavia le Chevalier de Sandol la Roij aan capitaal ƒ8000 ofte 2666:32
met den intrest a 6 pc:o p:r a:o zeedert den 3 Aug:s 1805
aan J:C: Winterbach op een onderhandsche obligatie aan capitaal ƒ2000 ofte - voldaan den 8 Julij 1806 666:32
met de renten a 5 pc:t p:r a:o zeedert den 4 Maij 1805
aan voorengem: Coenraad Luijt volgens rekening voor gedane verschotten tot de begravenis onkosten [ ..... ]

Aldus na gedane ontzegeling geinventariseerd en opgenoomen op den 1 April des jaars 1806.

Als gecom: Weesm: A:V: Bergh, G:E: Overbeek

Mij present: G:A: Watermeijer, Eerste Commis

MOOC8/25.24

{18041019} 19 October 1804 Johan Christoph Frederik Fischer , Anna Cecilia du Preez

J: Brand

Copia inventaris van alle zodanige goederen en effecten als ’er door den zig zelve om ’t leeven gebragt hebbende timmerman Johan Christoph Frederik Fischer en desselfs nagebleevene huisvrouw in naame Anna Cecilia du Preez in gemeenschap beseeten en ten behoeve van laastgem: beneevens de bij haar verwekte twee kinderen nagelaaten, vervolgens op heeden door den heere landdrost A. Stockenström g’adsisteerd door den Heemraad Paul Mareé en den Gerechts Bode Joach:m Bart:d Wiese opgenoomen, en in waaren weezen bevonden geworden zijn, te weeten

Een huis en erf staande en geleegen ten deezen dorpe
In ’t voorhuis
een tafel
vier stoelen
twee nieuwe wagen kisten
een oude wagen kist
vier emmers
een bank
een koopere comfoir en een koopere keetel
twee spoelkommetjes
drie kopjes en pierings
een zuiker potje
twee blikke beekers
een koopere keetel
een verlakte trekpot
een water glas
twee spiegels
een arm blaker
ses schilderijen
een rakje /:waarop neegen kopjes en acht pierings:/
een stoof en een vuurtesje
een zeekel /:op de balken:/
een parthij planken, wagen hout etc:a
In de voorkamer
een wagenkist /:waarin kleragie:/
een kast met thee
een kast met een restant thee
een zak met Americaansche tabak
een groote kan met wat olij
een klijne kan
twee trommels
een houte lantaaren
een mantje
een kelder met twaalf ledige vlessen
twee spiegels
een rakje met twee kopjes etc:a
een water emmer
twee schietgeweeren
twee bandeliers etc:a
vier kruithoorens
een koopere keetel
een koffij moolen
een koffij moolen /:defect:/
een strijkijzer
twee troffels
een bilhamer
een Eng: gewigt
een parthij rommelarij
een kleer borsel
thien boeken in zoort
twee leijen
twee sambokken
een meelzift
een lessenaar /:waarin:/
een pistool
een klijne pistool /:defect:/
een zakje met kogels en vuursteenen
een Turksche zabel zonder schij
vier nieuwe bijtels in zoort
elf boorijzers
een parthij klijne spijkers
een pakje witloot
een parthij schoenmakers else
een doosje met ouweltjes
wat aluijn en inktstof
een brandglas
vyf p:s potloot
een paar leere handschoene
een zilvere schoengespen
twee scheermessen
een buldsak
thien kussens
een peul
twee wolle combaarsen
een slaap cabaaij
een mattras
een combaarsje
twee katels
vier zijldoeks zakjes
een kast /:waarin:/
een scherf
twee hemden
een paar peeper en zout koussen
twee lange broeken
een onderbaatje
een bovenbaatje
een zwarte zijde doek
een slaap mutz
een oude jas
een zilvere horlogie met koopere ketting en zilver cachet
drie tabaks doozen
twee snuif doozen
een tontel doos en vuurslag
een duimstok
een paar steevels
twee kistjes met wat Halsche medicijnen
een oude hoed
een leere kapje
drie douzijn staale vorken met houte heften
acht staale vorken
derthien tafelmesse in zoort
twee en twintig nieuwe tinne leepels
vier en dertig enkelde tonteldoozen
vyf dubbelde tonteldoozen
vier douzijn klijne vuurslagen
een en een half douzyn groote vuurslagen
agt bosselemmer messe
vyf kromme messe
twee oude pennemessen
agt deurslooten
vier geweer slooten
een porc: schootel en kom
ses pypedopjes
twee koopere kraanen
drie blikke peper busjes
twee blikke raspjes
twee scheermessen
een pijperietje met zilver beslag
een tinne thee lepeltje
een oud wingert mes
een pakje schoenmakers gaaren
negen boek spiegeltjes
een parthij klijne koopere knoope
ses horlogie sleutels
een en dertig strenge zijde
agt paar zilvere hand knoopjes
ses stangen zegul lak
een parthij blauwe zijde knoopen
een parthij zwarte zijde knoopen
ses briefjes naalde
drie snuifdoosjes
twee pakjes en een endje band
een pakje zijde lint
een pakje wolle band
vyf pakjes sloope kant
wat Spaansch groen
een en vyftig schoolboekjes /:in zoort:/
een parthij tontel doek
een groote schaar
een parthij gordijn ringen
een parthij knoop formtjes
drie paar swarte koussen
drie paar witte koussen
thien paar peper en zout koussen
een parthij grof gaaren
een lapje Cantons linne
een stukje vaderlandsch linne
een p:s zwart broeke goed
twee stukjes cammelot
twee lapjes broekegoed
een [lapjes] half zijde rompjes goed
een [lapjes] gestreept
twee stukjes zwarte zijde doeken
een parthij catoen geruite doeken
een parthij naaij zijde in zoort in
een catoene mutz
een lapje pluis
een zakje borrij
een zakje peper
een zakje met tuin zaaden
een stukje blauwe baaij
veerthien vogelstruis pluimen
een parthij schryf papier
een stukje potloot
een nieuwe graaf
een nieuwe bijl
twee raam scharniertjes
een paar staale gespen
neegen nieuwe tinne borden
ses nieuwe tinne schotels
twee nieuwe tinne schotels klijnder
een parthij koper draad
een balance met koopere schaalen en 4 p:s gewigt
twee tabaks pijpen
een kurke trekker
een negotie rak
een el
een kommetje met aangemaakte verf
een blikke nagt lampje
derthien bottels
agt klijne vlesjes
vijf kelder vlessen
agt glaazen in zoort
een tinne stander met een glaze vles
een witte trek pot
drie witte borden
drie witte kommen
vier witte schoteltjes
twee kopjes en drie pierings
een porc: pot
drie zijldoekse zakken
In ’t dispens
agt tinne schootels
veerthien tinne borden
twaalf tinne leepels
een blikke soepleepel
een koopere potleepel
elf vorken
een witte soepkom
agt porc: borden in zoort
een tinne boter potje
een tinne peper busje
een tinne beeker
een blikke beeker
een verlakte melkkan
een witte mostard potje
een blikke busje
twee bottels
een verlakte raspje
een glaaze zoutvaatje
een koopere keetel
een hout rasp
een wingert mes
drie messen in zoort
een koopere koffij kan en koopere tesje
drie koopere kandelaars
een snuijter
een koopere lamp
drie aarde potten
twee servetten
In de combuis
een bakkist
een groote zeep pot
ses kookpotten in zoort
een koopere kook keetel
een koeke pan
een rooster
een vlees vork
een pot leepel
een defecte drievoet
twee schoorsteenkettings
twee tinne schoteltjes
drie water emmers
vier graaven
twee hout bijlen
een breekijzer
een tuin hark
een stok en zweep
een broodschop
een tafel
In de winkel
een aarde inkt kooker
een leere stoel kussen
ses en dertig schaven in zoort
twee en twintig bytels met heften in zoort
ses en twintig bytels zonder heften in zoort
vier en twintig schaaf bytels in zoort
vijf vijlen en raspen met heften
thien vijlen en raspen zonder heften
drie passers in zoort
agt zaagen in zoort
vijf kruis houte
twee zaag blaaden
twee omslage
negen en dertig boorijzers
vijf groote booren /avegaa’s/
twee snij messen
drie hamers
een dissel
een nijptang
een handbijl
twee oude [bijl]
een snijtuig
een handschroef
vier schroeven in zoort
vier winkelhaaken in zoort
twee messen
twee deur hengzels
een kistje met spijkers, lijm, haayvel etc:a
ses nieuwe kist slooten
drie vuurslagen
een holpijp
een koubijtel
een schraapmes
een rits yzer
een schaafbank met zyn toebehooren
een koopere lijm pot
een kistje met stukkend gereedschap en rommelarij
een houte hamer
een slypsteen spil
een parthij oud ijzer
een half aam
een vuur tesje
een schiet geweer
een kastje met ruiten
een zak met dagga
een zak met witte klij
twee oude gonge zakke
een kastje met wat ijzer werk
een bottel lijnolij
een bottel ledig
een vles
een partij houtwerk
vier beeste velle
een huis leer
een vlees vat
een kist
In de kelder
de sleutel van denzelven zoek geraakt zijnde is verzegelt geworden
Op de werf
een osse wagen met beschote leeren en toebehooren
een oude wagen
seeven oude wielen
vijf oude karwijleeren
een paar oude beschoote leeren
twee paar voortangen
een paar agtertang
drie oude schamels
een ploeg met zijn toebehooren /:in maatschappij met Chr: Chr: Gruning:/
twee oude buik planken
twaalf stukken hout
een stinkhoute plank
een slijpsteen
een ijzere schroef
een houte kastje
drie oude causijnen
twee vaaten
een parthij Spaans riet
een hand moolen
een wagen bank
twee wagen karette
Slaven
een mansslaaf gen:d Domingo
een mansslaaf gen:d September
een slavin gen:d Melati
Beestiaal
een hondert drie en veertig schaapen en bokken
een en veertig ossen en beesten ’er onder

De baaten en schulden des boedels zijn op heeden als nog onbekend.

Erfgenaamen
Rachel Johanna Christina geboren den 3:de Febr: 1799 en
George Johan Wichert geboren den 5:de Nov: 1800

/:Onderstond:/

Aldus gedaan, g’inventariseerd en verseegelt ten dorpe Graaffe Reinet en ten woonhuise van voorm:d J:C:F: Fischer op den 19:de 20:ste en 21:ste October 1804 in ’t bijweesen van d’ edele Paul Mareé en den Gerechts Bode Joach:m Bart:d Wiese voorm:d als getuigen /:was get:d A: Stockenstroem, Landd:t /in margine stond/ als getuigen P: Maré en J:B: Wiese

Accordeert: Theodorus Muller, Secret:s

Ampliatie

Inneschulden
  Rd:s
van de heer Frans Rijnhard Bresler weegens het rendement eener vrijwillige verkoping op den 4 Jann: 1802 voor reek: van den overleedene te Graaffe Reinet gehouden blykens extract van dezelve na aftrek van 3 pc:t salaris en andere onkosten 46:37

MOOC8/25.25

{18060426} 26 April 1806 Johan Carel Godlieb Höffer

Inventaris van zodanige goederen en effecten als er op Woensdag den drie en twintigsten dag der maand April in den jaare onzes Heeren een duijzend acht honderd en ses des nademiddags de klokke half twee uuren ab intestato metter dood zyn ontruymd ende nagelaten door den burger Johan Carel Godlieb Höffer ten voordeele zyner onbekende uitlandige erfgenaamen invoegen als het een en ander door ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren zyn opgenoomen en in geschrifte gebragt, bestaande alle dezelve in de volgende, namentlijk

Een huijs en erf geleegen in deeze Tavel Valleij in ’t Blok I: en aldaar een gedeelte van het gedeelte N: 10

In opgemelde woonhuijs en aldaar

In het voorhuis
een kloklantaarn
twee vogelkooien
een Freische klok
twee kleyne spiegels
derthien schilderijen in zoort
een tavel
vier stoelen
In de voorkamer
een witte ophaal gordijn
vier spiegels in zoort
neegenthien schilderijen in zoort
twee vogelkooien
een verrekijker
vier tavels
tien stoelen in zoort
een comptoir waarin
twee p:r zilvere schoengespen
een p:r zilvere kniegespen
een zilvere broekgespen
een zilvere scheerbekken en zeepdoos
een zilvere hals gespen
een zilvere theeleepeltje
een zilvere beslag voor een pypekop
een zilvere zak horologie defect
een drukpers defect
een kleine verrekijker
vijf snuifdoosen
vier tobaks doosen
zeeven blikke bussen in zoort
een steene mortier
zes pakjes poeder
een podje pomade
een pak gaaren
vyf stangen rood lak
vyf tandeborsels
zes messen
zeeventhien vorken in zoort
twee foudraalen met snippers
twee foudraalen laat snippers
een doosje met losse snippers
een foudraal met zes lancetten
zes paruiken
een koker met een zilvere potloot en een zilvere tandestooter
twee sakjes met chirurgijns instrumenten
een handschroefje
drie nyptangetjes
zes pennemesjes
een parthy boorijzers
een pagterspel
een kopere horologie ketting met twee cachetten en een ring met steenen
een parthij pijperietjes
een wit aarde zuikerpotje
een bottel met zoete olij
een yzere balans met kopere schalen
een laadje met 1 restant Berlyns blaauw
een laadje met 1 restant peeper
een slot
een parthy scheermessen
een geele drogetse onderpak
vyftig onderbaatjes in zoort
vier en sestig p:r kousen in zoor
vier en twintig zakdoeken in zoor
vier scheerdoeken
neegen oude servietten
twee zijde lappen
vier p:r handschoenen
een kruisband
een parthy tandetrekkers instrumenten
een parthy vogelstruis vederen
drie ruyten
een restant schryfpapier en voorts
een parthy romm:
een kom met drie kopjes en vyf pierings
een hoekkastje waarop
derthien kelkjes in zoort
vier glaaze koppen
een olijsteen
een kleine lantaarn
drie boeken
zes spuw balies
een inktkoker
In de gaanderij
een kleine spiegel
een pyperakje
een tavelkast
een klaptavel
een lampet met zyn kom
een soupterrine
zes schotels
zeeventhien borden
een tinne soupleepel
elf tinne eetleepels
vyf messen
agt vurken
In de kombuis
een tavel
een waterhalfaam
een kopere beeker
twee kleine balies
een tinne koffi kan
een kopere koffi kan
een roodkopere theemachine
drie kopere kandelaars
drie tinne kandelaars
een kopere taartepan
een kopere vyzel met zyn stamper
een kopere taatje
drie yzere potten
een waterkeetel
een koeke pan
een rooster
een vuurtang
een drievoet
twee schoorsteen kettings
Op de voorzolder
een rak
een kapstok
twee aarde bloempotten
In de kamer
twee rood ophaal gordynen
een kastje met laaden waarin
drie lakense rokken in zoort
zes broeken in zoort
vier onderbaatjes
een scheerzak
een kast waarin
twee en twintig hembden
drie en twintig broeken
vyf onderbroeken
derthien onderbaatjes
zeeven stropdassen
agttien oude zakdoeken
drie slaapmutzen
twee tavellakens
drie beddelakens
agttien sloopen
een en twintig servietten
drie slaapkabaayen
agt en twintig scheerdoeken
een defecte agate doosje
een spaane doosje waarin
een goude ring met glaaze steenen
agt knoopjes met steenen
een zilvere handknoop en
drie defecte goude ringen
een zakboekje
een defecte tokkodieljebord
elf stoelen
een gemakstoel
een ledikant met wit behangzel waarop
een bulzak
een peuluw
neegen kussens en
een wolle deeken
een kadel waarop een bulzak en een oude deken
een ledige kist
een tavel
een opgetoomde hoed
drie roede [hoed]
een p:r laarsen
drie p:r schoenen
twee en twintig boeken in zoort
een defecte deegen
een blikke slonsje
In het dispens
een ledige kist
twee ledige vaatje
drie leedige tobaksdoosen
een kelder met tien ledige flessen
twee Batavische vloersteenen
een oliphants kies
twee aarde potten en voorts
een parthy ledige flessen en bottels
Op de agterplaats
een huysladder
een oude waterhalfaam
een kapblok
een houtbijl
Lijfeigenen
een mijd gen:t Amilie van Coechim
een meysje gen:t Letje van de Kaap
een myd gen:t Roset van Ceilon
Inneschulden des boedels
    Rd:s Rd:s Rd:s
  aan contanten in dezelve gevonden
  aan papiere munt   448:--
  aan agttien oude ducatons en 12 schell: 27:--
  aan twee drie guldens 3:--
  aan een potstuk 1:--
  aan een quartje 0:12
  makende volgens de prys door het Gouvernement daarop bepaald een bedragen van   31:12
  Somma     479:12
word tegengesproken van de weledele heer Van Rijneveld over zeeven maanden scheerloon     [ ..... ]
  van Jan de Vos Hend:kzn over scheerloon     18:--
  van de manh: Pieter Ulrich Fischer over scheerloon     4:--
vold: van d’ edele Adriaan Cruiwagen over 4 maanden scheerloon     7:24
  van Fredrik Spengler p:r rest van reekening     3:36
  van den boedel van wijlen Laurens Erzeij over 2 maanden scheerloon     1:24
Lasten
  Rd:s
aan de Diaconij armen der Hervormde Gemeente alhier op een scheepenen kennis d:d: September aan capitaal ƒ7000 ofte 2333:16
met de renten van dien a 6 pc:to p:r a:o zeedert

Aldus na gedane ontzegeling opgenoomen en geinventariseerd ten huyze voormeld op den 26 April 1806

Als gecomm: Weesm: A: v: Breda, W:J: Klerck

Mij praesent: P:E: Faure, Adj:t C:

MOOC8/25.26

{18051011} 11 October 1805 Carel Pabst

Copie

J: Brand

Staat en inventaris des boedels van wylen Carel Pabst, geformeerd ten overstaan ener commissie van de Desolate Boedelkamer.

Een huis en erve staande en gelegen in deze Tavelvally in het Blok N:o J en aldaar N:o 3 en een gedeelte van N:o 4
een huis en erve staande en gelegen in het Blok P:P: en aldaar N:o 3
een huis en erve staande en gelegen in de Leeuwenstraat en aldaar N:o 8

Voorts in ’t eerstgenoemde huis, en aldaar

In de voorkamer aan de regte hand
een stinkhoute kabinet
In de voorkamer aan de linkerhand
een wit ophaal gordyn
twee jalousie matten
een kabinet van Ambons hout
een lade tavel met leye blad
twee glaaze stulpen
een vergulde pendule met glaze kast
een bureau waarin
aan contanten ses en veertig ryksd: seven sch: papiere munt
een etui met een paar steene schoengespen
een etui met een paar kleindere gespen
benevens een paar stene orlietten
een paar glaze orlietten
een paar goude kniegespen
een goud horologie
een goud horologie
een pinsbeck horologie
twee zilvere [horologie]
een goude bril
een zilvere snuifdoos
een paar zilvere kniegespen
een goude halsslot
een paar goude orlietten
een paar goude knoopen
vier goude en zilvere ringen in soorten
vyf kleine knoopen in soorten
een goude ducaat
een goude pagoot
een goude seven sch: stuk
een goude sanem
een beurs waarin enige differente zilvere muntspecien wegende 30 lood
een quantiteit viool snaren en musicq
een medaillon
twee scheermessen, slyper en twee dozen
een party Chineesche zyde
In het cabinet
een douria’s kleed
twee parasols
twee paar handschoenen
agt en dertig paar koussen in soorten
vyf lappen zwarte zyde in soorten
een lap bont chits
een genaaide doek
een genaaide doek
een stel witte gordynen
een stel witte gordynen
een blaauwbont vrouwenkleed
dertien hembden
een chitse sprei
negentien lakens in soorten
drie bed sloopen
seventien kussensloopen
veertig stuks zo handdoeken als servietten
negentwintig doeken in soorten
een lap gestreept bont
een rood zyde vrouwen rok
agt vrouwe rokken in soorten
een party lappen
drie cabaayen
ses mans mutsen
twee lappen voor gordynen
twee driekante manshoeden
twee ronde hoeden
een party lappen
elf broeken in soorten
een en veertig baaytjes in soorten
een jas
vyf rokken
een stuk blaauwdoek
een laade met oude lappen
een lap rood gebloemd pekin
een zilvere theepot wegende [ ..... ]
een zilvere theezeefje
twee silvere zuikerpotjes
een silvere souplepel
vier silvere lepels
drie silvere vorken
ses silvere thee lepeltjes
twee silvere vorkjes
een party platy messen en vorken
In het voorhuis
een glaze kast
een kleder kast
een wit ophaal gordyn
een thee tavel
twee spiegels met notebome lysten
een staand horologie
een tavel kast
een olie en azyn standertje
een party glaswerk
dertien stoelen in soorten
een fauteuil
een geel kopere quispedoor
In de agter kamer
een pyperak
twee vioolen
een waschlampet
een snaphaan
twee pistolen waarvan een defect
een verre kyker
een party laarzen en schoenen
een hand lantaarn
een grote schaar
een defecte soup terrine
een boekekast waarin een aantal boeken
een trommel met wat coffybonen
een landkaart
Op de zolder
negen twintig yzere bakplaaten
een party bakkers gereedschappen
twee swart verlakte schenkbladen
een windbusch met zyn toebehoren in een kastje
een grote sluitmand
een maatschepel
vyftien tinne schotels
agt vlesschen siroop
een defecte spiegel met notebome lyst
vier houte schragen
twee defecte bassen en eenige defecte vioolen
een partij ledige vlessen en kruiken
een kleine hoekkast
een tavel
een kasje met vogellym
drie dekstoelen
een ledige kist
een ledige koffer
kast met glazen voor een toverlantaarn
een matras en kussings
een rood kopere theemachine
een taavel
een oude orgelkast
een kast met korte pypen
twee gerridons
drie Ambonshoute kistjes
een party rommeling
In de combuis
een oude tavel
een kopere koffykan
vyf kopere kandelaren
een kopere vyzel en stamper
vyf yzere potten in soorten
een vischpan
een drievoet
een rooster
een keetel
twee kleine [keetel]
drie yzere schoorsteen kettings
een tabaksmesch
een etenskast waarin ses borden en 2 schotels
In het pakhuis
vyf en dertig stukken lood gewigt in soorten
een party oud lood
een kasje spykers
een yzere balance met houte schalen
een kleine yzere balance
een kelder met seven vlesch lyn olie
een kelder met ledige vlesschen
een halve zak met blaauwzel
een castrol met gesmolte vet
twee grote geelkopere quispedoren
een party tabaksblaaden
een ledig half aam
een gonjezak met wat poederzuiker
een toonbank
een grote hamer
een tinne tragter
een trommel met kruynagelen
een kastje met wat peper
een vat met wat azyn
een kopere kraan
een blikke heever
een ledig halfaam
twee ledige kelders
twee ledige kelders
drie kelders met restant dranken
een vat met oude wyn
een vaatje met wat boter
een ledig vat
twee ledige manden
een kleine ladder
een vaatje blaauwe verf
voorts een party rommeling
Op de plaats
agt stoelkussings
twee bedden met toebehoren
een peuluwe
een groote tavel
een ledige kist
een waterhalf aam
een kopere beker
een kleine tavel
een grote yzere pot
een balie
een emmer
een vaatje
twee ladders
een paardekreb
voorts een party Kaapsche moppen
en verdere rommeling
In het vertrek op de plaats
een kadel met zyn toebehooren
In een buiten vertrek op de plaats
een rak met enige boeken
een aantal medicijns vlesschen
een glaaze kast waarin
een party zyde en gaarens
een party kaarsse catoen
een party muziek
een kopere vyzel en stamper
een korf
een haspel
een tinne keetel
een kopere vuurtest
twee blikke tregters
een defecte tavel
een stel kopere gewigten
een Bybel
ses gele stoelkussens
voorts een party rommeling
Op de agterplaats
een party hout en yzerwerk
negen, zo emmers, balies als vaatjes
een party houtwerk
een botervat
een ledige kist
een vat met wat teer
twee ledige kisten
een deurcozyn
een kist met instrumenten tot het orgel behorende
een kleine spiegel en een party rommeling
In de stal
drie paarden
een zadel, toom en twee holsters
een grote ladder
vier bol cozynen
vier wielen
benevens ’t onderstel tot een wagen behorende
een aantal paarde tuygen
een grote ladder
twee emmers
een kar
voorts enige rommeling
Op de kaf zolder
twee buydel kisten
een grote houte kast
een kist met wat meel
agt ledige zakken
vier zakken met restanten meel
ses en veertig zakken kaf
een mand met veeren
een kaf zift
een restant kaf
een matras
een yzer gewigt
voorts een party rommeling
twee koornschoppen
Voorts de volgende Lijfeigenen als
Primo van Mallabaar ziek
Fortuin van Mallabaar woond by Huizenbeck
Antony van Mosambique in de tronk deeze slaaf is gen:d Adonis v: Mosambicque
Cupido van Mallabaar verhuurd als koetzier by Jan Raabe
January by Ritter wonende
Alida van Mosambique by Lindebaum aan de Paarl verhuurd
Spatie van de Kaap
Roosje van de Kaap
Hester van de Kaap

benevens by Jan Raabe nog drie paarden

Effecten des boedels
    Rd:s
vervalt door compensatie een notariele obligatie de dato 20 Sept: 1803 ten laste Mattheus Hillebrand groot aan capitaal de somma van een duizend ryksd: ofte 1000:--
voldaan den 8 Julij 1806 een notariele obligatie de dato ses April 1805 ten laste Philip van Koppen groot aan capitaal 200:--
voldaan een ond: briefje de dato 6 Aug: 1805 ten laste M:J: Louwrens groot 142:6
  een ond: obligatie de dato 30 Oct: 1803 ten laste J:C:F: Timpe groot aan capitaal 132:--
Lasten des boedels
    Rd:s
was reeds betaald een not: obligatie de dato 30 Juny 1803 ten faveure Siebert Dormel gepasseert groot 666:5:2
  een not: oblig: de dato 26 Aug: 1803 ten faveure Jan Charles de la Harpe gepasseert gr: 1500:--
vervalt door compensatie een not: obl: de dato 20 Sept: 1803 ten faveure Diederik Mattheus Hildebrand gepass:t gr: 1000:--
  een schep: kenn: de dato 26 July 1804 ten faveure Christiaan Brasler onder hypotheek van ’t huis en erve staande en gelegen in ’t Blok P:P: gepasseert, dog op den 1 Aug: 1805 geroyeert
  een schep: kenn: ten faveure A: Storm de dato 13 Dec: 1804 gepasseert groot ƒ13000 ofte 4333:2:4
  een schep: kenn: de dato 13 Dec: 1804 ten behoeve de wed:e wylen Joh: Serrurier gepasseert groot 6000:--
  een schep: kenn: de dato 1 Aug: 1805 ten faveure Christiaan Brasler gepasseert groot 3333:2:4

Aldus geinventariseerd ten huize voormeld aan de Kaap de Goede Hoop op den 11 en 12 Oct: des jaars 1805.

Als gecomm: /:get:/ O:M: Bergh, J:F: Serrurier.

My present /:get:/ W:S: van Andringa, Secr:

Accordeert met dies origineel: A: Moorrees, Commis

MOOC8/25.27

{18041024} 24 October 1804 Frans Kruger

Huyden op den 24 October 1804

Lyst van den opgenoomen goederen van wylen Frans Kruger

1 rijtpaart
1 aanteel paart
1 schietgeweer
3 lyfbatjes
1 hals doek
2 broeken
1 hoet
1 paar cousen
3 paar sulvere schoengespes
1 paar sulvere hemps knopen
1 sulvere oorloog
1 spugel klyn
2 scheer messen

Niecolaas van de Westhuyse de oude debet aan de boedel 90 ryksdaalders segge neegentig rykd:

Volgens syn opgaaf aan mijn en volgens opgaaf nog een ryt saadel welk de overleedene Kruger gegeven heef by Dolf Nuewehuyse om te vermaaken

Volgens opgaaf van gemelde Van de Westhuyse en gemelde Nuewehuyse wil het sadel niet afgeven buyten voldoening voor het maakloon

Ik becenne als opgenoomen hebben ingeteekent op het lyst als wat gemelde Niecolaas van de Westhuyse myn heeft voorgestelt en opgegeven sonder eenege agter houdeng als uytgenoomin 2 hemden daar heeft sully hem meede in het kiest gelegt volgens opgaaf

Roggevelt den 24 october 1804

Onderteekent eygenhandig: Gerrit Maritz, Velt cornet

Ik als getuygen: Nicolaas Olivier, N: v:d: Weshuijsen

Kosten voor het commisse van het opgenoomen goederen ryksdaalders 6 segge ryksd: ses

MOOC8/25.28

{18050428} 28 April 1805 Baerend Stephanus van der Linde , Anna Maria Roos

J: Brand

Copia inventaris van alle zodanige goederen en effecten als ’er door Baerend Stephanus van der Linde en Anna Maria Roos in gemeenschap beseeten en door laastgem: met ’er dood ontruimd en nagelaaten, mitsgaders heeden opgenomen en in waaren weezen bevonden zijn geworden, te weeten

een oude wagen met zijn toebehooren
drie emmers
vier yzere potten
twee koopere keetels
elf tinne borden
een tinne schootel
vyf vorken
drie leepels
een koekepan
twee kannen
twee boter vaatjes
een atjaar pot
een blikke keetel
drie plat vaatjes
een nagt pot
een compfoir
een spanzaag
een graaf
een haamer
een omslag met booren
een dissel
vier bijtels
wat gereedschap in zoort
twee bijlen
twee half aamen
een tafelblad
een vat met boter
een half aam met boter
een stoof
een thee pot
een wagen kist
een kandelaar
wat oud yzer
twee kisten
twee stoelen
twee veld stoelen
twee geweeren
wat beddegoed
Beestiaal
sesthien ossen
achthien aanteelbeesten
drie hondert twintig aanteelschaapen
drie hondert vyf aanteel bokken
Baaten des boedels
    Rd:s
voldaan Berning aan de Kaap 100
Schulden des boedels
  Rd:s
aan Joh:s M:s Hertog voor ontfangene negotiatie 260
aan Michiel Wolf voor ontfangene negotiatie 41
aan Philip du Plessies voor een paard 40
Somma Rd:s341
Erfgenaamen
Johannes Andries du Plessies gebooren den 11:de Oct:r 1786 deeze zijn kinderen uit het eerste huwelijk met Andries du Plessies
Gysbert Jacobus du Plessies gebooren den 30 Meij 1788
Andries Stephanus du Plessies gebooren 29 Sept:r 1789
Anna Hendrina Engela du Plessies gebooren 20 Aug:s 1792
Paulus Johannes du Plessies gebooren 17 April 1794
Wilhelmina Cecilia du Plessies gebooren 5 Maart 1796
Philippus Andreas du Plessies gebooren 23 Nov: 1798
Baerend Stephanus van der Linde den 24 Nov: 1802 dit kind is uit het tweede huwelijk met Baer:d Steph:s van der Linde voorn:d

/:Onderstond:/

Aldus gedaan en g’inventariseerd, ter plaatze gen:d de Zondags Rivier op den 28:ste April 1805 volgens ’t op en aangeeven van voorn:de B:S: v:d: Linde; dewelke betuigde hierinne ter goeder trouwe te hebben gehandelt, en niets met zijn weeten versweegen of agter gehouden verklaarende zig des bereid deeze voorenst:de opgaave ten allen tyde des vereischt werdende met solemneele eede te bevestigen met verde belofte zo iets nader tot den boedel specteerende, mogt komen te ontdekken, deezen inventaris daarmeede te zullen amplieeren en is zulx geschied in ’t byweezen van den gerechts bode J:B: Wiese en den burger Joh: Christ: Boshof als getuigen /was get/ Baerent Vanus van der Lende /ter zijde/ ten overstaan van mij /was get/ A: Stockenström, Landd:t in margine stond als getuigen /was geteekend/ J:B: Wiese, Johan Christ:n Boshof lager mij praesent /was get/ Theodorus Muller, Secret:s

Accordeert: Theodorus Muller, Secret:s

MOOC8/25.29

{YYYY} [ ..... ] Willem Viljoen

Lyst der goedere van den overledene Willem Viljoen

4 messe met schyje
2 schaaren
1 raspe
1 trekpot
1 snuyfdoos
4 bootels
2 boeke
4 else
1 doos met gereetschap in soorten
1 gus deurslag en holpijp
3 koegelvorme
1 koopre potloot
1 pot
1 spiegel
1 hantbijl
1 winkel haak
1 deurslag
4 hamers
1 snijmes
2 schave
1 kandelaar
1 paardestang
1 schuyfdoos
1 katel
5 sweepstokke
2 sadels
9 rime
1 ankers vaatje
1 wingert mes
6 osse
2 rypaarde
4 scheermesse
1 pennemes
1 vysel
2 slooten
11 kruythorens
1 Bijbel
7 geweers
37 jas knoope
1 boeki met 2 lansette
1 viejool
1 keetel
1 doos met wat klijne goedere
1 dissel
4 bijtels
4 vijlen
1 pik
1 paster
2 hagelvorme
1 snuijter
1 kist met rommelrij
1 mantje met wat goedere
1 stoel
1 agter os sambok
2 tooms
6 stroppe
2 halve velle
2 nuwe sakke, 1 gevult met sout
11 aanteel beeste
10 aanteel paarden
5 hemde
1 jas
3 baatjes
4 sloope
10 syde doeke
13 el blouw bafta
1 paar broekgespe
1 paar hals slootjes
1 bril
1 hoet
4 broeke
1 slaap cabaaij
2 kouse
1 dwarsak
wat gare en sij
1 par schoengespe
1 halsgespe
1 paar silver knoope
30 silver knoope
1 silver beurs en sengeneth

Pieter Conradi

MOOC8/25.30

{18050810} 10 Augustus 1805 Petrus de Villiers , Johanna Geertruijda Booijense

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als ’er tot den gemeenschappelijken boedel van wijlen den burger Petrus de Villiers Jacobsz: en desselfs nagelatene weduwe Johanna Geertruijda Booijense behoord en sub dato den 6 Augustus 1805 metter dood ontruimt en nagelaaten door wijlen voormelde Petrus de Villiers bestaande die goederen en effecten als volgt

In het voorhuijs
een eetens tafel
een thee tafel
elf stoelen in soorten
een oude stoof
een tinne coffij kan
een coper vijsel met zijn stamper
twee coper kandelaers en een snuijter
een tinne commetje
een copere strijkijser
twee copere tesjes
een douzijn blaauwe diepe borden
agt vlakke blaauwe borden
een copere confoortje
een thee busje en een peper busje
een compas met zijn doos
twee blikke busjes
een bierglas
een glaase soutvaatje
een tinne trekpotje
een porcel: commetje met 2 copjes en 2 pieringjes
een plankje voor een confoortje
een partij boeken
In de kamer ter linkerhand
een cadel met schroeven
een bed, een peul, twee kussens en een wolle combaers
een kist
een groote kist
een klijne kistje met coper gemonteerd
een groote sluitmand
een thee tafel
een cyffer leij
In de kamer ter regterhand
een ledikant met blaauw behangsel
een oude bulsak met drie oude kussens
een goude horologie
een zilvere horologie
In het dispens
twee tinne schootels
twee witte porcelijne schootels
vier witte porcelijne borden
een witte com
ses tinne leepels
twaalf ijsere vorken
een tinne soep leepel
een coffij moolen
een klijne copere keeteltje
vier aarde confijt potten
een booter vaatje
een houte scheepel
een klijne kistje
een aarde kan
een klijne balansje met zijn schaaltjes
een halfaam met wat zout
twee zilver lepels
In den combuijs
vyf ijsere potten in soorten
drie emmers
een bakkist
een huis ladder
een taarte pan
een kook keetel
twee koeke pannen
een ijsere pol leepel en een vleeschvork
een rijstblok met zijn stamper
een platte balij
een ysere bakoven dekzel
een kan
een plat vaatje
een raam zaag
een vulnis blik
een blikke trommel
een boter bak
een zuijker tang
een copere zuiker trommel
een klijne vierkante kistje
twee oude sakken
een hak bord met zijn mes
een half legger
Lijf eijgenen des boedels
een jonge met naame Mosis van de Caap
een jonge met naame Africa van de Caap
een jonge met naame Februarij van de Caap
een jonge met naame Filis van de Caap
een jonge met naame Mentor van Bengalen
een jonge met naame September van Madagascar
een jonge met naame Agrippa van de Caap
een meid met naame Candasa van Bengalen
een ossewagen met vyf jukken, trektouwe, stroppen en riemen
tien ossen

Ook werd bekend gesteld dat er nog eene afreekening exteert tusschen de weduwe en haare generale gemagtigde Jan de Villiers Jacobsz: welkers lequidatie door de Weescamer versogt werd te weege te brengen als meede eene pretentie op den boedel van Lubertie over eene vonnis ten laste van gem: Lubertie tot het betaalen eener somma van rijxd:s drie honderd en veertig Ind: val: neevens eene erfenis uit den boedel van des overleedene moeder Catharina de Villiers weduwe wylen den oud Heemraad Jacob de Villiers, welkers voorm: erfenis als nog onder de executeuren en redderaars dies voorm: nalatenschap blijft berusten.

Volgens nader opgaave door Johanna Geertruida Booijsen wed: Petrus de Villiers Jacobsz: op heeden ter Weeskamer gedaan is Paul Booijsen aan des boedel niet meer schuldig geweest als rd:49 den 6 Maij 1806, J:P: Faure, Secret:s

Uitstaande schulden
  Rd:s
Charl du Plessies Danielz: debet over aan contant geleend 30:--
Christiaan van Staden debet voor brandewijn 29:--
Paul Booijsen debet - in nadering bet:d rx:43 den 3 April 70:--
Charl Terron debet een ledige legger en 7500 gebrande steenen [ ..... ]
Andries Zeeman debet voor hout 15:2
Pieter van Zijn debet voor een paard 20:--
Lasten des boedels
  guldens Ind: val:
d’ heer Constant Nul van Onkruid aan capitaal groot 1000:--
Jacob de Villiers Pieterz:n aan contanten 454:--
Jan Paul de Villiers Isakz:n aan contanten 696:--
Frederik Schrijver voor arbeids loon 92:8
Coenraad Walpot voor arbeids loon 199:8
Carel Bernhardz voor negotie goederen 81:--

Aldus g’inventariseert aan het woonhuis van voorm: wed:e De Villiers ende zulks in haere presentie, die onder presentatie van eede betuigd in het op en aangeeven der tot den gemeenschappelijke boedel behoorende goederen haer ter goeder trouwen gequeeten en niets versweegen te hebben met belofte zo wanneer in het vervolg van tijd zig iets mogte komen te ontdekken deze inventaris daermeede te sullen amplieeren.

Den 10 Augustus 1805.

Ter onzer presentie: J:J: Haupt, Joh:s Dedr: Hermans

de w: Johanna de Villiers

MOOC8/25.31

{18050228} 28 Februarij 1805 Johannes Strijdom , Dorothea Regina Nel

Copij

Inventaris van alle zodanige goederen, als er door wijlen den veldcommandant Johannes Strijdom en Dorothea Regina Nel in gemeenschap bezeeten en door den eerstgemelde met er dood ontruimd en naagelaaten, mitsgaders heeden opgenoomen en in waaren weezen bevonden geworden zijn, te weeten

De opstallen van zekere leeningsplaatsen gen:d de Brakkefontijn gel: over de Bruintjeshoogte
de Brakkerivier gel: aan Zondagsrivier
Losse goederen
18 tinne borden
3 tinne schootels
1 tinne booterpot
1 tinne theepot
20 tinne leepels
1 tinne zoutvat
1 tinne peeperdoos
3 koopere kandelaars
5 koopere keetels
1 koopere koffijkan
1 koopere komfoortje met plaat
1 koopere inktkooker
1 koopere blaatje
1 koopere brandewijnskeetel
1 stuk kooperdraad
eenig oud kooper
1 blikke keetel
1 blikke lantaarn
2 blikke trommeltjes
17 ijzere vurken
1 ijzere zuikertang
1 ijzere snuiter
10 ijzere potten
2 ijzere roosten
1 ijzere pan
1 ijzere vleeschvurk
1 ijzere loodleepel
7 aarde borden
5 aarde schootels
1 aarde bak
5 aarde potten
11 aarde schooteltjes
1 aarde kommetje
6 aarde kopjes
1 aarde zuikerpot
3 aarde kannen
4 glaasen
7 bottels
6 keldervleschen
1 glaase zoutvat
4 onderbedden
2 peluwen
12 kussens
3 beddedeekens
4 wagens met toebehoor
tuig voor ses waagenpaarden
5 geweeren
4 koogelvormen
1 Bijbel
10 differente boeken
8 zeekels
3 raspen
2 haamers
6 bijtels
1 snijmess
1 pik
2 dissels
1 truffel
1 duimsboor
1 zaag
1 knijptang
6 schaven
1 kruishout
1 omslag
1 bijl
2 slotten
2 graaven
1 bankschroef
1 klein kistje
1 oud clavier
2 taafels
6 stoelen
4 kisten
3 halve aamen
1 anker
4 bootervaaten
3 kleine vaatjes
4 emmers
2 kleine bootervaatjes
1 meelzift
2 mantjes
1 booterbak
1 bakkist
5 staaven hoepelijzer
2 paar moolensteenen
3 koornzakken
1 beddebehangsel met koopere ringen
eenig oud ijzer
Bestiaal
34 trekossen
146 aanteelbeesten
3 paarden
2205 schaapen
198 bokken
Lijfeigenen
1 mansslaaf gen:d Isaak
2 slavinnen in naamen Clara en Steentje
2 slavenkinderen gen:d Esau en Lea
Baaten des boedels
  Rd:s
contanten 87:6
volgens bewijs sub n:o 1 bevinden zich in handen van J:F: Zeiler aan de Kaap ter incasseering twee slagtersbriefjes tezaamen groot 200:--
Martinus Voster debet wegens een onderhandsche vendutie volgens reekening sub n:o 2 37:1
volgens vendurolle van een onderhandsche vendutie sub n:o 3 zijn differente persoonen aan deezen boedel debet 1574:1
NB: van deeze somme zal waarschijnlijk reeds een groot gedeelte betaald zijn
volgens notitie sub n:ro 4 zijn weegens een onderhandsche vendutie enz: differente persoonen debet 1611:5
Paul Foussé debet 10:--
Cornelis Botman desgelijks volgens schuldbrief sub n:o 5 76:2
Somme Rijksd:3596:7
Schulden
  Rd:s
aan den boedel van wijlen Jacobus Scheepers en Sara Delport 900
Erfgenaamen
Dorothea Regina Nel, weduwe van wijlen den veldcommandant Johannes Strijdom
voorkinderen van gemelden veldcommandant Johannes Strijdom uit het huwelijk met Susanna Scheepers 1) Hendrik Josephus, getrouwd met Sara Johanna Scheepers
2) Johannes, getrouwd met Susanna Jacomina Nel
3) Petrus Jacobus, oud 21 jaaren
4) Susanna Elisabeth oud 14 jaaren
5) Sara Marena
6) Jacobus Stephanus oud 16 jaaren
7) Gerhardus, oud 8 jaaren
voorkinderen van de weduwe J:s Strijdom uit het huwelijk met Johannes Petrus Labuscagne 1) Pieter Willem Hendrik Johannes oud 8 jaaren
2) Dorothea Regina Cornelia Susanna oud 7 jaaren
3) Johanna Alerta oud 6 jaaren

Aldus gedaan en g’inventaariseerd ter plaatse gen:d de Brakkefontijn gel: over de Bruintjeshoogte op den 28 Februarij 1805, en zulks volgens het op- en aangeeven van de weduwe Johannes Strijdom en Hendrik Josephus Strijdom dewelke betuigden hierinne ter goeder trouw te hebben gehandeld en niets met hun weeten te hebben verzweegen of agtergehouden. Weshalven zich bereid verklaarden deeze voorenstaande opgaave ten allen tijden, des vereischt wordende, met solemneele eede te willen bekragtigen, met verdere belofte, zo iets nader tot den boedel specteeren mogt koomen te ontdekken, deezen inventaris daarmede te zullen amplieeren alles in ’t bijweezen van Willm Christiaan Bouwer en Pieter Duplessies als getuigen.

Als getuigen (was get:) Willem Christiaan Bouwer, Pieter du Pliessies de oude

Voor de opgaave ( was getek:) Dorotea Regina Nel de weduwe Strijdom, Hendrik Josevhus Strijdom

In kennisse van mij (was getekend) L: Alberti, ad interim Landdrost

Laater is gebleeken dat de sub n:o 3 onder de baaten des boedels bekend gestelde onderhandsche vendurolle niets dan copie van n:o 4 is, behalven de laatste post van rd:s36:2schell: ten lasten van Andries van Tonderen, zo dat daardoor de somme der baaten van deezen boedel om rd:s1537:7schell: verminderd word en dus rd:s2059 blijft.

(was getekend) L: Alberti, ad interim Landdrost

Voor copie conform: L: Alberti, ad interim Landdrost

MOOC8/25.32

{18060226} 26 February 1806 George Gabriel Muller

Inventaris van zodanige goederen als er op Maandag den vier en twintigsten dag der maand February in den jare onzes Heeren een duyzend agt honderd en zes des s’morgens de clocke zeven uuren ab intestato met er dood zyn ontruimd ende nagelaten door den burger George Gabriel Muller, ten voordeele zyner hier onder te meldene erfgenamen, te weeten

1) zyne zuster Aletta Hendrina Muller weduwe van wylen den capitain militair Jan Fredrik Wilsenach
2) de kinderen van wylen zyne zuster Anna Salome Muller, in huuwelyk verwekt by den heere George Frederik Goetz, met namen a) George Fredrik Nicolaas oud [ ..... ]
b) Josina Susanna oud [ ..... ] en
c) Hendrik Oostwald Johannes Goetz oud [ ..... ] jaaren

invoegen als het een en ander door my Adj:t Commis zijn opgenomen en in geschrifte gebracht, bestaande alle deeze goederen in de volgende, namentlyk

In een huurhuys toebehorende aan de Kerk van Zwartland en aldaar

In ’t voorhuys
een kleine spiegel
vyf schilderyen in soorten
drie vogelkooyen waar van twee neevens vier Hollandse canarrie vogelen zich bevinden by den burger Mattheus van Wielligh aan Cabo
een hoekkast
twee vierkante tafels
zes stoelen
In een voorkamer
een borderak
een kadel waar op
een bulzak, peuluw, twee kussens en een chitse deeken
een kleeder kas daar in
twee hembden
drie broeken
twee baaitjes
zes paar kousen
twee doeken
een oude lampher
vyf kussen sloopen
een Bybel met plaaten
vier boeken
een olysteen
een paar zilvere schoegespen
een paar zilvere kniegespen
een lanset
een schuifdoosje
een jagtgeweer
In de combuys
een oude bakkist
een emmer
drie yzere potten
een koekepan
een rooster
een vleesvork
een schuimspan
In de paarde stal
een rydpaard
een zadel en toom
Lyfeigen
een mans slaaf genaamt Frans van Mozambicque
Crediten des boedels
    Rd:s
  aan contanten in dezelve gevonden aan papiere munt eene somma van zes en dertig ryksd:s en 1 dertig st:s zegge 36:30
  van s:r Dignue de Vlaming over contant geleende penningen op een scheepenen kennis van den 1:e April 1800 aan capitaal ƒ5800 ofte 1933:16
voldaan den 21 Maart 1806 met de daar op verlopene renten zedert [ ..... ]
  op welke schuld by den Raade van Justitie ten lasten van hem De Vlaming vonnis is geveld en welk vonnis ter executie aan de Desolate Boedelkamer is over gelegd
  van den burger Joh:s Nieuwhoudt over contant geleende penn:n op een onderh:e obligatie de dato 22 November 1798 gr:t aan capitaal ƒ4000 ofte 1333:16
  met de renten a 5 p:r c:to zeedert 22 Nov:r 1805
voldaan neevens de renten den 16 July 1806 van den burger Heremias Nieuwhoudt over contant geleende op een onderh:e obligatie de dato 22 Nov:r 1798 gr:t aan cap:l ƒ1200 ofte 400:--
  met den interest van dien a 5 p:r c:to zedert 22 November 1805
voldaan neevens de renten den 15 Sept: 1806 van den burger Daniel Roux over contant geleende op een notarieele obligatie de dato 26 Maart 1789 gr:t aan cap:lt ƒ2000 ofte 666:32
  met de renten a 6 pc:to zeedert [ ..... ]
cap:l en en renten voldaan den 10 Sept:r 1806 van den burger Joh:s Petrus Marais over contant geleende op een notarieele obligatie de dato 16 Maart 1789 groot aan capitaal ƒ1200 ofte 400:--
  met de renten a 6 p:r ct:o zeederd 16 Maart 1805
  van den burger Albertus van Jaarsveld W:z over contant geleende penningen op een onderhands briefje de dato 23 Maart 1800 aan capitaal ƒ1000 ofte 333:16
  met de renten a 5 p:r ct:o zeederd [ ..... ]
capitaal en renten voldaan den 4 Sept:r 1806 van den burger Stephanus A: van Jaarsveld over contant geleende op een onderhands briefje de dato 3 February 1800 aan capitaal ƒ1000 ofte 333:16
  met de renten a 5 p:r ct:o zeederd 3 February 1806
Lasten
    Rd:s
voldaan aan den Voorleezer der Zwartlandse Kerk Louize over kerken gerechtigheid etc: blykens reekening 7:--
voldaan aan Gerrit Cornelis Plenter voor het maken van de doodkist en verstrekte planken etc:a 31:24
  aan L: Nieupoort over geleverde goederen blykens reek:n 17:--
voldaan aan den burger Johannes Kreinauw over een en een half mudde meel 8:--
voldaan aan de Zwartlandsche Kerk over 2 maanden huishuir a 5 rd: 10:--

Aldus geinventariseerd ten huyze voormeld op den zes en twintigsten dag der maand February in den jaare een duyzend agt honderd en zes ende zulks op het op en aangeven van den chirurgyn Jacob Bruce en den burger Mattheus van Wielligh, de welke verklaarden hun daar inne ter goeder trouwe gedraagen en niets versweegen of te rug gehouden te hebben dat tot voormelde nalaatenschap behoord, invoegen zy ook getuigden de deugdelykheid hunner opgaave ten alle tyde des vereischt werdende met eede gestand te doen, en belofte wyders zo hier na nog iets tot gezegde boedel specteerende mogte worden ontdekt daar van nader en getrouwelyk opgave te zullen doen, omme dezen inventaris daar mede te kunnen worden geamplieerd.

Tot securiteit van dien is deezen inventaris door voormelde Bruce en Van Wielligh en my Adjunct Commis neevens de meede geteekende getuigen behoorlyk gesubscribeert.

Als getuigen: Joh:s Krijnauw, H:F: Gous

Voor den opgaaf: Jacob Bruce, M:s van Wielligh

Mij praesent: P:E: Faure, Adj:t Commis

MOOC8/25.33

{18060409} 9 April 1806 George Jones

Inventaris van zodanige goederen als er op Maandag den zeevenden dag der maand April in den jaare onzes Heeren een duijzend acht hondert en ses des nademiddags de klokke drie uuren ab intestato metter dood zyn ontruijmd ende nagelaten door den Engelschen kleedermaker George Jones ten voordeele zijner onbekende uitlandige erfgenamen, invoegen het een en ander door mij ondergetekende Adj:t Commis ingevolge opgaaf van m:r James Dicke zijn opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande alle deese goederen in als volgd, namentlijk

In een huurhuijs van Pietersen

In de gaandery
een groote tavel
een kapstok
een kastje met laaden
In de voorkamer
een spiegel
een paviljoentje waarop
een matras en
twee kussens
een lessenaar daarin
vyf zilvere theeleepeltjes
een spenspek horologie
een borstspeld defect
een kurkentrekker
drie boeken
een p:r leedere handschoenen
een oude koffer waarin
elf rokken in zoort
zesthien broeken in zoort
neegenthien baatjes in zoort
zeeven p:r kousen
vyf stukken Nankings linnen
vyf lappen baatjes goed
agt lakense en Cassemiere lappen in zoort
een lap flennel
elf [lap] witte linnen
een lap sattijn
drie kruis banden
twee stukken styf linnen
een restant styf linnen
een parthij gaaren, zijde en band
twee lappen fluweel
vier pakjes knoopen
een scheerdoos
een snijders schaar
drie p:r schoenen
twee kleederborsels
zes kinderhoeden
derthien hals doeken
vier p:r halve kamassen
een en twintig pakjes band
een kast waarin
dertig kinderhoeden
zes stoelen waarvan een defect
een rak waarop
agt nieuwe mans hoeden
een oude mans [hoeden]
drie cijffer leyen
een tinne inktkoker
drie wit aarde schotels
twee wit aarde borden
een glaaze zoutvaatje
twee aarde gorgeletten defect
vyf stukken Iers linnen
een glaaze kastje waarin
twee wit aarde boterpotten
een wit aarde beeker
een bierglas
een kelkje
een mes
een foudraal
een nyptang
een parthy pluijmen
een vat met een restant meel
een kastje met een parthij oude lappen
Op de voorzolder
drie groote tavels
een paviljoentje defect
een byl
In de combuis
een waterhalfaam
een oude emmer
twee yzere potten
een rooster
een drievoet
een koekepan
Op de agterzolder
een zadel en toom
twee tavels
Op de agterplaats
een rydpaard
Lyfeigenen
een jongetje gen:d Adonis van Mosambicque
een jongetje gen:d Flim van Mosambicque
Bij de kuijper Everts
twee spreyen
neegen broeken in zoort
veerthien doeken in zoort
vyf p:r kousen
zes beddelakens
vier onderbaatjes
vier sloopen
thien hembden
een kooij gordijn
Inneschulden
    Rd:s
  van m:r Houghton over kleedersmakers loon volgens aanteekening 421:18
  van m:r Goodhair over kleedersmakers loon volgens aanteekening 100:--
  van m:r Bracken over kleedersmakers loon volgens aanteekening 82:36
  van m:r M:c Donald over kleedersmakers loon volgens aanteekening 67:18
  van m:r Scott over kleedersmakers loon volgens aanteekening 137:24
  van m:r Douthij over kleedersmakers loon volgens aanteekening per rest 53:42
  van m:r Samuel Hudson over kleedersmakers loon volgens aanteekening 41:12
  van capt:n Partaick over kleedersmakers loon volgens aanteekening 7:--
  van m:r Duckett over kleedersmakers loon volgens aanteekening 197:--
is credit rd:s120 dus per rest rd:s1:18 van m:r Devij over kleedersmakers loon volgens aanteekening 121:18
  van m:r Wattneij over kleedersmakers loon volgens aanteekening 13:--
  van m:r Callwel over kleedersmakers loon volgens aanteekening 11:--
is credit rd:s68:18 dus per rest rd:s36:18 van m:r Morrison over kleedersmakers loon volgens aanteekening 104:36
gecompenseerd van m:r Samuel Murray over kleedersmakers loon volgens aanteekening 194:12
  van m:r Wood over kleedersmakers loon volgens aanteekening 14:24
  van m:r Wels over kleedersmakers loon volgens aanteekening 157:12
  van m:r Wilson over kleedersmakers loon 4:--
voldaan van de manh: Daniel van Reenen over kleedersmakers loon volgens aanteekening 63:--
  van m:r Hogg over kleedersmakers loon volgens aanteekening [ ..... ]
is credit rd:s152 dus per rest rd:s25:36 van m:r John Murrij over boekschuld 177:36
  van d:r Liesing over boekschuld n:o 2 14:12
voldaan van m:r Anderson over boekschuld n:o 2 23:--
  van m:r Barnes over boekschuld n:o 2 13:--
  van capt:n Wane over boekschuld n:o 2 7:24
gecompenseerd van m:r Dick over boekschuld per rest 14:18
voldaan van de heer Watermeijer over boekschuld n:o 2 7:42
  van m:r Schirrouw over boekschuld n:o 2 40:--

Wordende alhier pro memorie genoteerd dat volgens declaratie van m:r Dicke den overleedene aan m:r Osmond geleend heeft zekere somme gelds zonder hiervan met zeekerheid eenig nader of juiste opgaaf te kunnen doen.

Aldus na gedane ontzegeling opgenomen en g’inventariseerd ten huyze voormeld op den 9 April 1806.

Als getuigen: S: Lloyd, J:N: Rorich

Voor den opgaaf: James Dick

Mij praesent: P:E: Faure, Adj:t C:

Ampliatie volgens nadere opgaaf van voorm: m:r Dick van inneschulden des boedels, als

  Rd:s
van W: Hopleij esq: over kleedermakers loon volgens aanteekening 40:--
van S: Warneck over kleedermakers loon - is credit rd:s39 dus per rest rd:s11:30 50:30
van M:r Sturges over kleedermakers loon 81:24
van M:r Tigman over kleedermakers loon 14:36
van M:r I: van Reenen Strandstraat over boekschuld n:o 1 9:24
van M:r Strombow over boekschuld n:o 1 42:12

Ter Weescamer aan Cabo de Goede Hoop den 12 April 1806.

Mij present: P:E: Faure, Adj:t C:

MOOC8/25.34

{18050428} 28 April 1805 Stephanus Naude , Anna Elisabeth Olivier

J: Brand

Copia inventaris van alle zodanige goederen en effecten als ’er door wijlen d’ edele Stephanus Naude en zijne huisvrouw Anna Elisabeth Olivier in gemeenschap beseeten en door beide gemelde met ’er dood ontruimd en nagelaten, mitsgaders heeden door ’t op en aangeeven van de burgeren Dirk en Cornelis Jacobus Coetzee opgenoomen, en in waaren weezen bevonden zijn geworden, te weeten

Een eigendoms plaats gen:d d’ Zondag’s Rivier geleegen in ’t district Buffelshoek
een leenings opstal gen:d Slegtgenoeg mede gel: in ’t district Buffelshoek
twee deuren met eenige hengzels
een kistje met wat ijzerwerk
een slijpsteen
een quantiteit hoepels
drie schoorsteen kettings
een schroefstok
een ambeeld
een parthij smids gereedschap
een parthij duigen
een trek zaag
een vaatje
drie katels
een maat scheepel houdende een halve mud
acht leggers
vier halve leggers
een bier pijp
twee karn vaaten
twee boter vaaten
een bakkist
een kap blok
een theer vat
een parthij ploeg gereedschap
Beestiaal
drie aanteelbeesten
Schulden des boedels
  Rd:s
aan Cornelis Jacobus Coetzee voor geleeverde dranken en victualien tot de vendutie 44

/Onderstond/

Aldus gedaan en g’inventariseerd ter plaatze genaamd de Zondag’s Rivier op den 28:ste April 1805, volgens ’t op en aangeeven van voorz: Dirk en Corn:s Jac:s Coetzee dewelke betuigden, hierinne ter goeder trouwe te hebben gehandelt en niets met hun weeten versweegen of agter gehouden; verklaarden zig des bereid deeze voorenstaande opgaave ten allen tijde des vereischt werdende, met solemneele eede gestand te doen met verdere belofte, dat wanneer namaals iets nader tot den boedel specteerende mogt komen te ontdekken, deezen inventaris daarmeede te zullen amplieeren en is zulx geschied in ’t bijweezen van d’ edele Paul Mareé, en den Gerechts Bode J:B: Wiese als getuigen /was geteekend/ Dirk Coetzee, Cornelis Jacobus Coetzee /ter zijde/ ten overstaan van my /was get/ A: Stockenstrom, Landd:t. in margine stond /was get:d/ Paul Maree, J:B: Wiese, lager /mij praesent/ was geteekend Theodorus Muller, Secret:s

Accordeert: Theodorus Muller, Secret:s

MOOC8/25.35

{18031106} 6 November 1803 Georg Willem Storg

Houtbaai den 6 November 1803

Inventaris van de nalatenschap van wijlen Georg Willem Storg geweesen sold:t by ’t Regiment Wurtenberg overleeden bij den ondergeteekende Johannis Gieliam van Helsdingen

een vierkante soldaate kist waar in
twee Hoogduijtsche boeken
een schanslooper
twee lakense jekke
een lakense baatje
acht onder baatjes
vijf broeke
vier hemden
een cabaaij
twee mutzen
zeeven doeken
vier paer kousen
twee hoeden
een schoots vel
twee paer steevels
drie paer schoenen
een klyn lessenaar waar in
een zilvere oorlogie
een paer goude handknoopen
een zilvere hals knoop
twee scheer metsen
een klijn olie steen
een klijn kinder kasje
gereedschap
elf leijs schaavers
zeeven en dertig beytels in zoort
een knijptang
een eyzere haamer
een houte haamer
vier klyne vrikbooren
tien fijlen in zoort
drie omslag booren
twee groote duijmsbooren
drie houte winkelhaaken
een dissel
vier schaaven
vier houte bank schroeven
drie hand zaage
een klijn wintmoolen
een fijool defek
aan contanten vyf en dertig rijxd:s en vier stuijvers

Als getuijgen: J:C: la Harpe, F:J: Becker

J:s G:m van Helsdingen

MOOC8/25.36

{18051115} 15 November 1805 Davit van Aake

Inventaris der nalatenschap van den overledene schoolmeester Davit van Aake

3 p:r goude ringe
1 paar goude oorkrabbe
1 silfere orlogie
1 silfere paar kniegespes
1 silfere halsgespe
1 silfere vingerhoet
1 silfere hals knopie
1 paar schoegespis plettie
1 kist
6 hemde
6 Sienaslinse broeke
2 lakense baatjis
3 onderbaatjis
3 musse
3 dasse
5 paar kouse
2 sakdoeke
1 hoet
3 paar schoene
2 scheermesse
1 seijfer leij

Onder berusting van de edele Pauwel Roex die de begraffenis van den overlede heeft besorgt aan contante rd:s193:4

Eerstrevier den 15 Nov:r 1805

Als getuijge: J:J: Human, D:N: Beukes

P:G: v:d: Beijl

MOOC8/25.37

{18060214} 14 Februarij 1806 Frans Schiebeler

Inventaris van zodanige goederen als ’er op Dingsdag den elfden dag der maand Februarij in den jaare onzes Heeren een duijzend agt honderd en ses ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den soldaat bij ’t Auxeliaire Corps Frans Schiebeler geboortig van Memmingen in Bijeren ten voordeele zijner onbekende uitlandige erffgenamen invoegen als het een en ander door mij Adj:t Commis ingevolge opgaaff van den geweesene vlaggeman Adam Jourdaan met wien den overleedene in eene kamer heeft gelogeerd zijn opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande alle deese goederen inde volgende, namentlijk

Bij de weduwe Christoffel Bussingen alwaar den overleedene is woonagtig geweest.

een klederkasje waar in
een groen gemelleerd lakense rok
derthien hembden
elf broeken
thien baatjes in zoort
negen paren kousen in zoort
drie beddelakens
twee kussens slopen
vier doeken
een kist daar in
drie paren laarsen
vijf paren schoenen
drie kleder borsels
een stel oude blauwe gordijnen
een seemsleder vel
een houte bak
een houte lepel
twee aarde bekers
agt stale vorken met houte hegten
twee plettet lepels
twee kruijdhorens en twee hagelzakken met wat kruijd en hagel
ses pakjes scherpe patronen
een ledere zakje met wat kruijd
elf schulpen
een glase zoutvaatje
vijf kleijne vlesjes
twee boeken
drie dobbelsteenen
Lasten des boedels
  Rd:s
aan de wed: Christoffel Buysinger voor verschotten tot de begravenis etc:a blijkens reekening 60:3:2

Aldus na gedane ontzegeling opgenomen en g’inventariseerd, in praesentie van de meede geteekende getuigen op den 14 Februarij 1806.

Als getuigen: J:N: Rorich, M: Wagner

Voor den opgaaff: Adam Jordan

Mij praesent: P:E: Faure, Adj:t C:

MOOC8/25.38

{18051208} 8 December 1805 Nicolaas Prinsloo , Anna Maria de Beer

Copie

Inventaris van alle zodanige goederen, als ’er door Nicolaas Prinsloo d’ oude en Anna Maria de Beer in gemeenschap bezeeten en door den eerstgenoemde met ’er dood ontruimd en nagelaaten mitsg:s heeden opgenoomen en in waaren weezen bevonden geworden zijn, te weeten

De opstallen der leeningsplaatsen gen:d de Bril gel: over de Vogelrivier en Nota: van de beide genoemde plaatsen zijn de ordonnantien nog niet vertoond.
de Drie Fonteinen gel: onder de Bruintjeshoogte
Losse goederen
1 wagen met zijn toebehoor
1 ploeg
1 half aam
2 emmers
1 platvatje
3 tinne borden
9 staale vurken
1 tinne kom
1 aarde trekpot
1 ijzere zeeppot
4 ijzere kookpotten
1 kopere waterkeetel
1 kopere vijsel
4 geweeren
1 bankschroef
2 dissels
3 booren
2 haamers
1 snijmes
1 pik
1 koogelvorm
1 kist
1 onderbed
1 Bijbel
1 Psalmboek
Beestiaal
14 trek ossen
14 jonge ossen
31 aanteel beesten
2 aanteel paarden
1 rijpaard
620 schaapen
88 bokken
Baaten des boedels
Joachimus Johannes Prinsloo Claasz: is schuldig twee ossen
Erfgenaamen
Anna Maria de Beer w:we Nicolaas Prinsloo
kinderen Zacharias Prinsloo gehuwd met Magdalena Faber
Maria Elisabetha, gehuwd met Frans Dekker
Petronella Aletta, gehuwd met Abel Daniel Kotzée Louisz:
Martinus Prinsloo Claasz: oud 23 jaaren
Joachimus Johannes Prinsloo Claasz:, oud 21 jaaren
Anna Maria gehuwd met Willem Frederik Steenberg
Hendrik Frederik Prinsloo Claasz: oud 16 jaaren
Catharina Margaretha oud 15 jaaren
Johannes Matthijs oud 13 jaaren
Anna Eleonora oud 10 jaaren
Nicolaas Jacobus oud 6 jaaren
voorkinderen uit het huwelijk van den overledene met Gissina Nel Willem Prinsloo Claasz: gehuwd met Sibilla Roelofse
Pieter Willemse Prinsloo gehuwd met Catharina Dorothea Smit
Nicolaas Prinsloo Claasz:
Gissina gehuwd met Hendrik Bester

Aldus gedaan en g’inventariseerd ter plaatse gen:d de Drie Fonteinen gel: onder de Bruintjeshoogte op den 8 December 1805, en zulks volgens het op- en aangeeven van Anna Maria de Beer w:we Nicolaas Prinsloo d’ oude, Willem Prinsloo Claasz: en Pieter Willemse Prinsloo, dewelke betuigden, hierinne ter goeder trouwe te hebben gehandeld en niets met hun weeten te hebben verzweegen of agterhouden; weshalven zich bereid verklaarden, deeze voorenstaande opgaave ten allen tijden des vereischt werdende, met solemneele eede te willen bekragtigen, met verdere belofte, zo iets nader tot den boedel specteerend mogt koomen te ontdekken, deezen inventaris daarmede te zullen amplieeren, alles in ’t bijweezen van den veldcornet Pieter Rasmus Erasmus en Paul Michiel Bester als getuigen.

/get:/ Petrus R: Erasmus, P:M: Bester

Voor de opgaave /get:/ Anna Maria de Beer, Willem Prinsloo Claasz:, Pieter Willemse Prinsloo

In kennisse van mij /get:/ L: Alberti, ad interim Landdrost.

Nota: na de opstelling deezes zijn nog vertoond geworden de hier bij gevoegde koopbrief en quittantie over betaaling van den 40:ste penning van de plaats gen:d de Bril gel: over de Vogelrivier

get: L: Alberti, ad interim Landdrost

Voor copie conform: L: Alberti, ad interim Landdrost

MOOC8/25.39

{18030417} 17 April 1803 Hendrik Greeff , Anna Catharina Lambregts

Inventaris van alle zodanige goederen als er ab intestato met er dood zijn ontruymd ende nagelaten door den burger Hendrik Greeff Matthyszoon ten voordeele van zyne over gebleevene huisvrouw en weduwe Anna Catharina Lambregts, met welke hy in gemeenschap van goederen is getrouwd geweest ter eenre; mitsgaders hunne by den ander in huwelyk geprocreeerde minderjarige kinderen, genaamdt

1) Mathys Hendrik oud 8 jaren ter andere zyde
2) Helena Johanna Maria oud 6 jaren
3) Anna Catharina oud 4 jaren en
4) Jan Daniel Greeff oud 21 maanden
5) zodanig kind als waar van zy weduwe thans zwanger is

Zodaanig ende in dier voegen als dezelve door ons ondergeteekende gecommitt:e Weesmeesteren op ’t op en aangeven van des overledenens nagelatene weeduwe zyn g’inventariseert en opgenomen, bestaande alle dezelve in ’t volgende, namentlijk

Een opstal staande op de leningsplaats genaamt Swellengift gelegen in de Koebergen onder ’t Kaapsche district

In ’t woonhuis van even gemelde plaats en aldaar

In ’t voorhuis
twee klap tafels
twee thee tafels
agt stoelen
een water emmer
een porcelaine scheer bekken
een tafel kast
een kopere thee machine
een kopere vuur testje
een tinne schenkbord
een trek pot en
een melk kan
In de voorkamer ter regter hand
een kabinet waar op
een stel potten en bekers
een bureau
een tafel kast
een ledikant waar op
een bed, peuluw, vyf kussens en een wolle deken
twee thee tafels
een schiet geweer
een spiegel
twee schenk blaadjes
twee syferlyen en
een blikke trommel
In de kamer ter linker hand
twee kopere quispedoren
vyf kopere kandelaars
een ledikant met behangsel en daar op
twee bedden
twee peuluwen
thien kussens
een chitze deken en
een wolle deken
drie stoelen
een geweer rak
een rak waar op
eenig glaswerk
In de agter kamer
een klap tafel
een wasch balij
een brood mes met zyn bank
twee kook ketels
een koffy kan
zesthien schotels in zoort
zes en dertig borden in zoort
zes en dertig tinne lepels
zes en dertig staale vorken
zes en dertig messen
twee boter potjes
In de combuys
een bak kist
een bak tafel
een water half aam
vier emmers
een wasch fonteintje met zyn onder balij
vier yzere potten
een yzere rooster
twee yzere potlepels
een yzere vleesch vork
een schuimspaan
een drie voet en
een melk balij
In ’t school vertrek
tien jukken
twee trek touwen
een haksel bank
vyf ledige theer vaten
een ledige half aam
een parthy swengels
zesthien paarde tuigen met toebehoren
een ledige legger
twee koorn vorken
een party sickels
twee zadels en
een toom
In de winkel
thien ploeg scharen
een schaaf bank
een slyp steen
twee ongemaakte waagen asschen
een party timmermans gereedschappen, en voorts
eenige rommeling
In de garst kamer
vyf en veertig mudden garst
een paarde krip
twee deur koezynen
een grynhoute plank en
een party rommelarij
In ’t pakhuis n:o 1
twee boter karns
twee vleesch balys en
voorts wat rommeling
In ’t pakhuis n:o 2
twee meel kisten
een baly
een party ledige zakken
een paar pistolen met hunne holsters en
een pallas
Op de werf
twee paarde wagens met hun toebehoren
een osse wagen met toebehoren
een oude defecte wagen
twee ploegen
een schoffel ploeg
drie eggen
vyf pikken en
drie graven
In ’t koornhuis
een koorn harp
twee schepels
drie koorn schoppen en
een visch zeegen
In de kraal
dertig paarden
dertig beesten en
een hondert en agthien schapen en bokken
Lyf eigenen
een slave jongen genaamt Fortuyn van Bengalen zynde een wagen ryder
een slave jongen gen:t January van Bengalen almeede een wagen ryder
een slave jongen gen:t Jefta van Madagascar
een slave jongen gen:t Falentyn van Mosambieque
een slave jongen gen:t Zoutman van Mosambieque
een slave jongen gen:t Agilles van Boegies
een slave meid genaamd Christina van Boegies
een slave meysje genaamdt Sara van de Caab

Bevindende zig voorts nog in de Kaapstad , by de horologie maker Christiaan van den Burgh, een spinsbekke zak horologie en by den geweer maker Jan Jurgens, een schiet geweer, omme te worden gereparreerd.

Inne schulden
  Rd:s
van den burger Johannes Augustus Greeff Matthyszoon over contant geleende penningen, waar van egter de obligatie niet is gevonden 200
met de renten van dien zedert ultimo May 1798, in welkers mindering denzelven een contra pretensie op den boedel is hebbende
van Jan Prins Jurriaanszoon over koop van een paard 50
Lasten des boedels
    Rd:s
  aan de diacony armen der Hervormde Gemeente in de Kaapstadt ƒ14000 ofte 4666:32
  aan de manh: Jan Daniel Heroldt aan capitaal ƒ8000 ofte 2666:32
  aan het lidt der Raad der Gemeente Johannes Adrianus Vermaak aan cap:l ƒ2000 ofte 666:32
  aan den oud commissaris van Civiele en Huwelyks zaken Jan Vos Hendrikszoon ƒ3000 ofte 1000:--
  aan den diacon der Luthersche Gemeente Hercules Sandenbergh ƒ1500 ofte 500:--
  alles behalven de renten daar op verlopen en nog onbetaald
voldaan den 28 October 1806 aan den burger Josias Engelbregt 150:--
  aan de weeduwe Jacob Coenradie 158:6
  aan de weduwe Jacobus Burger
  aan Frans Michiel Kilian, op een reekening van smitswerk 95:--
rd:s26:42 aan den oud diacon der Paerlsche Gemeente Jan Minnaar Janszoon over gedaane verschotten voor begraffenis onkosten 55:24

Aldus gedaan ende geinventariseerd ter plaatze voormeld op den 17 April 1803, ende zulx ter op en aangave der in den hoofde dezes gemelde weeduwe, de welke betuigde zig daar inne ter goeder trouwe gedragen en haarens weetens niets verswegen te hebben het geene tot den boedel en nalatenschap behoord, bereid zynde zulx des gerequireerd wordende ten allen tyde met solemneele eede gestand te doen, en verdere belofte, dat zo wanneer in der tyd iets tot den boedel betrekkelyk nader mogte komen te ontdekken, zulks ter Weeskamer getrouwelyk te zullen opgeeven, ten einde dezen inventaris daar meede kan worden geamplieeerd.

In teeken der waarheid is deeze door de inventariente, nevens ons gecommitteerde Weesmeesteren ende my gezwoore Clercq eigenhandig gesubscribeerd.

Als gecommitteerde Weesmeesteren: A:V: Bergh, A:J: van Breda

Voor de opgaaf: Anna C: Lambresz, D:W:D:W:H: Greeff

Mij present: G:A: Watermeijer, g: C:

MOOC8/25.40

{18050710} 10 July 1805 Jan Michiel Wellers

J: Brand

Inventaris van alle zodaanige losse goederen als van wylen den opzigter der leeningsplaats genaamt de Bakkelijplaats gel: aan Buffeljachts Rivier onder ’t district van Zwellendam Jan Michiel Wellers hebben behoord, en door denselven met er dood ontruimd en nagelaaten mitsgaders op heeden ter opgem:e plaatse van den overleedene in waaren weezen zyn bevonden te weeten

Losse goederen
een yzere schroefstok
een koorn schop
acht graaven
een spanzaag
vier zaagen in zoort
een kraan zaag
twee avegaars booren
twee omslaagen
drie bylen in zoort
vyf schaaven in zoort
vier distels
een snymes
negen bytels in zoort
een oude pik
negen booryzers
een passer
vier hamers in zoort
negen raspen en veylen
vyf kooij beytels
vier knyptangen
vyf messen
zeven schaafbytels
een winkelhaak
vyf jukhaaken en twee krammen
zes ringen en een bus
een party oud eizer
elf bottels
twee tinne borden
een koeke pan
een lantaarn
een rolstok
een olysteen
twee tinne leepels en 1 staale vork
twee schaaren
twee leedige kisten
een sikkel en een stuk ballast eiser
een jacht geweer
een oude vuurtang
een vleesch vork
een waterpot
een roskam
een snuyter
een ballast mandje
twee klyne [mandje]
een tafel laade
een lessenaar
een koorn sift
een zadel en twee toome
twee halters
een nieuw zadeltuig
vier stoelen in zoort
een tavel
een bakkist
twee lappen deemet
een lap linnen
negen mans hemden
vyftien broeken
vier baatjes in zoort
een jas
vier doeken in zoort
drie paar koussen in zoort
een slaap mutz
twee oude hoeden
een bed
twee peuluwen
twee bedlaakens
een combaars
een blikke trommeltje met wat kruyd
een blikke beeker
twee kruidhoorns
een hagelzak
een oude vijool
twee paar stevels
een paar schoenen
een oude schuyfdoos
een zet eyser
twee strengen catoen
twee strengen zylgaaren
vier boeken in zoort
een osse waagen met zyn buikplank en
twee paar leeren
Zilverwerk
een zilver zak horlogie met zyn ketting
drie zilver gespels
Beestiaal
zeven trek ossen
zes aanteel paarden
twee ruyn paarden
Contanten
twee en twintig ryxd:s papiere munt
Lasten des boedels
  Rd:s
aan Hendrik van As senior volgens onderhandsche obligatie 100

/:onderstond:/

Aldus g’inventariseerd op de voornoemde woonplaats op den tienden dag der maand July 1805 ten overstaan van de heer Anthony Alexander Fauré en in het byweezen van den oud boode Hendrik van As senior en den eerste boode alhier Hendrik van As de jonge als getuigen /:lager:/ My present /:was get:d:/ A:A: Fauré /:in margine:/ als getuigen /:was get:d:/ Hend: van As senoir, en Hend: van As junior /:lager:/ in kennisse van my /:was get:d:/ J:H: Frouenfelder, Secret:s.

Accordeert met dies origineel: J:H: Frouenfelder, Secret:s

MOOC8/25.41

{18060212} 12 Februarij 1806 Hendrik Haas

J:C: Gie

Inventaris van zodanige goederen als ’er op Donderdag den sesden dag der maand Februarij in den jare onzes Heeren een duyzend agt honderd en ses ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den geweesen bootsmansmaat van ’t Hollandsch particulier schip deHendrik Haas geboortig van Hanover ten voordeele zijner onbekende uitlandige erffgenamen, zodanig als het een en ander door mij adjunct Commis ingevolge opgaaff van den bootsmansmaat van de werf Jan van Sittert, zijn opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande alle die goederen in de volgende, namentlijk

Bij opgem: Jan van Sittert alwaar den overleedene is woonagtig geweest

een kist waar in
drie hembden
ses baatjes in zoort
zeven broeken in zoort
een paar oude kousen
twee paar oude schoenen
een roode gordel
een baaij lap
een oude matjes hoed
een kopere tabaksdoos
een vuur slach en tondeldoos
een oude scheermes
een schaape haire bulzak
een schaape haire kussen
twee wolle dekens
twee stoelen
Crediten des boedels
  Rd:s
van den geweesene gezaghebber van voorm: particulier schip deMurk Lels over zaldo van reekening per rest ƒ300 ofte 125
Lasten
  Rd:s Rd:s
aan voorm: Jan van Sittert over twee maanden en ses dagen kamer huur a 5 rd:s per maand 11:--
denzelve over kostpenninge makende als boven a 12 rd:s ieder maand 26:--
over onkosten tot de begravenis van de overledene alles blijkens reekening 35:36 72:36

Aldus opgenomen en g’inventariseerd op den 12 Februarij 1806 in praesentie van de natenoemene getuigen.

Als getuigen: H: Preen, J:N: Rorich

Voor den opgaaf: dit kruys merk + heeft meerm: Jan van Sittert als niet kunnende schrijven eigenhandig hier ter neder gesteld.

Mij praesent: P:E: Faure, Adj:t C:

MOOC8/25.42

{18000501} 1 Maij 1800 Pieter Esser

Specificatie van zodanige goederen, behoorende tot de nalatenschap van wijlen Pieter Esser, als onder berustinge zijn geweest van Willem Bruijns en door denselven op heeden aan den ondergeteekende overgegeven, namentlijk

een oude eetenskast, waarin
zeven blicke kandelaaren
zesthien blicke bekers en maaten in zoort
een verlakte blicke doosje
twee tinne schootels
een klijne koopere keteltje
twee koopere kraanen
een koopere snuijterstander
vier ledige bottels
twee aarde kannetjes
een tonteldoos en vuurslag
twee vierkante tafeltjes
zes oude stoelen
drie hoekracken
twee kelders met eenige ledige flessen
een klijne lessenaartje waarin
een wijnig oude knoopen en rommelarij
een klijn coffertje waarin
twaalff baatjes in zoort
drie broeken
twee hembden
een handdoek
een slaap cabaaij
een chitse spreij
vier paaren koussen
vijf lakens
twaalff kussensloopen
een oude kist en daarin
een swarte rock
drie oude baatjes
vijf oude broeken
twee paaren oude koussen
een oude buldzak en twee kussens
een chitse ledikant behangsel
een chitse spreij en
eenige oude lappen

Cabo de Goede Hoop primo Maij 1800

G:A: Watermeijer, g: C:

MOOC8/25.43

{18050925} 25 September 1805 Philip Holfeints

Inventaris van zodanige goederen als ’er op Maandag den drie en twintigsten dag der maand September in den jaare onzes Heeren een duijzend agt honderd en vijf ab intestato met ’er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den als soldaat bij d’ eerste classe Auxeliaire Arthillerij bescheiden geweest zijnde Philip Holfeints, ten voordeele zijner onbekende uitlandige erffgenamen, invoegen als het een en ander door mij onder geteekende adj:t Commis zijn opgenomen en ingeschrifte gebragt, bestaande alle deese goederen in de volgende, namentlijk

In de Vrije Metzelaars Loge de Goede Trouw , alwaar den overleedene als knegt bescheiden en ’t laatst is woonagtig geweest.

een kadel waarop
een bulzak
twee kussens
een deken
een kist daarin
een blaauw lakense rok
een zwarte lakense rok
een oude jas
een monteering jekket, broek en onderbaatje
elff broeken in zoort
negen baatjes
vier hembden
vijf p:r kousen
een slaap mutz
twee p:ren handschoenen
vier doeken in zoort
vier servietten
twee beddelakens
een lampher
een zabel met zijn bandelier
een paar laarsen
vier paar schoenen
vier ronde hoeden
een ledere calot
een Lutherse gezangboek
een spenspek zak horologie
een p:r zilvere knie gespen
een ledige kist
Crediten des boedels
  Rd:s
aan contanten in dezelve gevonden aan papiere munt 4:12
van voorm:e Loge de Goede Trouw over 1/2 maand knegtsloon 8:--
Lasten
  Rd:s
aan opgem:e Loge over bij hem overleedene ontfangene dranken blijkens reekening 22:17

Aldus na gedane ontzegeling in gevolge opgaaff van Hendrik Altenstedt in tegenwoordigheid van twee getuigen opgenomen en g’inventariseerd op den 25 Sept:r 1805.

Als getuigen: N: Tyrholmff, J:N: Rorich

Voor den opgaaff: H: Altensteedt

Mij present: P:E: Faure, Adj:t C:

MOOC8/25.44

{18051122} 22 November 1805 Johannes Petrus Hagman

Inventaris van zodanige goederen als er op Zaturdag den sesthienden dag der maand November in den jaare onzes Heeren een duijzend agt honderd en vijf ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den bombardier van de tweede classe Auxeliaire Arthillerij Johannes Petrus Hagman, ten voordeele van de hier ondervolgende bij zijne voor overleedene huijsvrouw Elizabeth Rosina Fabritius in echt verwekte ses minderjarige kinderen, met namen

1) Johannes Petrus oud 14
2) Elisabeth Margaretha oud 12
3) Jacob Johannes oud 11
4) Gerrit Zacharias oud 8
5) Johannes Cornelis Henrich oud 3 en
6) George Coenraad Hagman oud 1 jaar

invoegen als het een en ander door mij ondergeteekende adj:t Commis in teegenwoordigheid van twee getuigen zijn opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande alle die goederen in de volgende, namentlijk

In een huur huijs van den burger Hendrik Matfeld
drie spiegels in zoort
negen schilderijen in zoort
twee taveltjes
een oude kast met laaden
een bulzak, peuluw en vier kussens
een oude ledikant
een kapstok
een combuijs tavel
een vuurmand
een oude hand lantaarn
een oude coffij molen
een copere kandelaar
een driekante hoed
een doosje met wat rommeling
een oude waterhalf aam
twee defecte damborden
vier ijzere potten
een defecte pan
twee schoorsteenkettings
een vleesch vork
Bij den burger Jacob Hoofd
een kist waar in
twee oude rokken
zeven baatjes in zoorten
agt broeken in zoorten
twee hembden
een paar 1/2 zwarte camassen
vier kussen sloopen
twee slaap cabaaijen
twee p:r oude kousen
een handdoek
een rood gebreede mutz
een doosje met twee scheermessen
twee tangen
twee tande borsels
vijf defecte boeken
een blikke koker
een ronde hoed

Aldus na gedane ontzegeling en in teegenwoordigheid van de meede geteekende getuigen opgenomen en g’inventariseerd op den 22 November 1805.

Als getuigen: Hend:k Matfelt, J:N: Rorich

Mij present: P:E: Faure, Adj:t Commis

MOOC8/25.45

{17960922} 22 September 1796 Jacob Joubert

Wij ondergetekende verklaren door dezen, op verzoek van J:D:B: Neveling, den boedel van den overleden Jacob Joubert te inventariseeren, en bevinden het navolgende, als

  Rd:s
1 brandewijns ketel zonder helm
1 oude azijn vat met 2 hoepels
1 aams vat 5
1 karn
1 groote vat met 4 hoepels
2 half aamen
1 emmer
1 groote pot 4
1 kleinder pot
1 kist met 1/2 deksel 3
1 kist 1/2 gesleten
1 tafel
2 stoelen
1 katel
2 borden
3 lepels
2 furken
1 koegel form, koper
7 oude roer of geweer loopen
1 poffertjes pan
en eenig oud yzer
2/4, 3/4, 4/4, 6/4 booren

In kennisse der waarheit hebben wij dit met onze gewoone handteekening onderteekend op de plaats Onverwagt den 22 Septemb:r 1796.

J:H: Muller

J:D:B: Neveling

Volgens opgaaff van bovengem: Neveling zyn de volgende nog debet aan den boedel te weeten

  Rd:s
Johannes Steinberg blykens onderh: briefje 36
Johannes Klijnhans twee vaten boter [ ..... ]
Jacobus Smit voor een van den overl: gekogt schietgeweer 25
Andries van Nimwegen een vragt stinkhoute planken [ ..... ]
Fredrik Wilkers wonende aan de Baviaans Clooff voor gekogte vaarsen van den overl: 46
Jan le Roux aan deeze zijde van de Gourisrivier woonagtig voor 7 mudden koorn, 3 ossen 43
Johannes Bezuydenhout voor een paard 30

MOOC8/25.46

{18060417} 17 April 1806 Gerrit van Schalkwijk

Inventaris van alle zodanige goederen als er op den zeeven en twintigsten Augustus den jaars achthien honderd en vijf ab intestato metter dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den burger Gerrit van Schalkwijk ten voordeele zijner overgebleevene weduwe Hilletje Smit ter eenre en hunne bij den anderen in huwelijk verwekte kinderen, genaamd

1) Maria Jacomina van Schalkwijk gehuuwd met den burger Johan Daniel Eehlers ter andere zijde
2) Francois van Schalkwijk meerderjarig
3) Theunis van Schalkwijk almeede mondig
4) Gerrit van Schalkwyk oud 22 jaaren
5) Nicolaas Everhardus van Schalkwijk oud 20 jaren
6) Dirk Jacobus van Schalkwijk oud 18 jaaren
7) Jacobus van Schalkwyk oud 16 jaren
8) Gijsbertus van Schalkwijk oud 14 jaaren
9) Ockert van Schalkwijk oud 12 jaren
10) Hilletje Jacomina van Schalkwijk oud 10 jaren
11) Jasper van Schalkwijk oud 8 jaren
12) Maria Johanna van Schalkwijk oud 6 jaren
13) Martha Johanna van Schalkwijk oud 4 jaren en
14) Nicolasina Jacomina Hendrina van Schalkwijk oud 3 jaren

Zodanig als dezelve nalatenschap door ons ondergetekende gecomm: Weesmeesteren zijn geinventariseerd en opgenoomen, en bevonden te bestaan in ’t volgende, namentlijk

Een stuk bouwland met de daarop staande gebouwen geleegen bij het land en de plaats te vooren genaamd de Ruijtevalleij , dog thands de Koopmans Kraal aan de Paarl Diamant onder ’t district van ’t drostdye Stellenbosch , beneevens nog een ander stuk bouwlands geleegen annex het voormelde, alles blijkens transport in dato 24 Augustus 1803 door den burger Johan Daniel Eehlers aan den overleedene gedaan

In het woonhuijs op het eerstgem: stuk lands staande, en aldaar

In het voorhuis
een kleine spiegeltje
een porc: scheerbekken
vyf stoelen
een klap tavel
een vierkante tavel
een soupterrine
een witaarde schotel
een tinne peperbus
een tinne inktkoker
een glaaze zoutvaatje
In de kamer ter regterhand
een vierkante tavel
zeeven stoelen
een kleederkas
twee kadels waarop
twee bulzakken
agt kussens
een Bybel
een parthy boeken
In de kamer ter linkerhand
twee stoelen
drie kisten in zoort
twee schietgeweeren
een stelroer
een p:r oude pistolen
drie kadels waarop
drie bulzakken
twaalf kussen en
drie oude combaarsen
In de combuis
een aarde schotel
drie tinne [schotel]
zes tinne borden
zes aarde borden
vier messen
twaalf tinne leepels
agtthien vorken
een kopere vijzel met zyn stamper
twee aarde potten
een koffi moolen
drie kopere keetels in zoort
een kopere confoor
vier yzere potten
een rooster
een koekepan
een pottebank
drie emmers
een boterkarn
twee melkbalies
een broosmes
een hakkebord
een rystblok met zyn stamper
een meelzeeft
een tinne trekpot
een yzere strykyzer
een vleesvork
Op de werf en in de buijten vertrekken
een osse wagen met jukken, trektouw en verdere toebehooren
een paardewagen
een stel zijltjes
drie ploegen met toebehooren
een koornharp
agt kafsakken
agt mudde zakken
een ladder
een scheepel
een koornzeeft
agt oude ploeg schaaren
een kleine blaasbalk
een spierhaak
een bankschroef
zeeven oude pikken
vijf oude graaven
een slijpsteen
agt hamers in zoort
vier tangen in zoort
vier doorslagen
een parthy oud yzer
twaalf booren in zoort
zeeven bijtels
zes schaaven in zoort
vyf zaagen in zoort
twee snijmessen
drie dissels in zoort
drie raspen
drie vijlen
een nijptang
vier houtbijben
een zadelmakers bank
vyf balies in zoort
drie halve leggers in zoort
een ankervaatje
een parthy oude duigen
een vuurmand
een wieg
twee stooven
een oude kadel en voorts
eenige romm:
In de kraal
neegen ossen
vyf paarden
Lijfeigenen
een mansslaaf gen:d Mentor van Mosambicque
een mansslaaf gen:d Damon van Madagascar
een mansslaaf gen:d April van Mallabaar
een slavinne gen:d Silvia van Bengalen
een slavinne gen:d Daphine van Mallabaar
Crediten des boedels
  Rd:s
zo veel de overleedene volgens de Weesboeken aan erffenis te goed heeft 36:11
Lasten des boedels voor zoverre dezelve bekend zijn
  Rd:s
aan de Weeskamer deezer steede op een Weesm: kennis aan capitaal ƒ8000 ofte 2666:32
met de renten van dien zeedert p:mo Julij 1805
aan d’ edele Pieter Roux p:r obligatie aan capitaal ƒ4000 ofte 1333:16
met 1 jaar en het loopende renten
aan Hendrik Burgers almeede p:r obligatie aan cap: ƒ3000 ofte 1000:--
beneevens 2 jaaren en het loopende aan intresten
aan Francois van Schalkwijk over boekschuld 94:--
aan Theunis van Schalkwyk over boekschuld 294:--
aan Gerrit van Schalkwyk over boekschuld 157:--
aan Nicolaas Everhardus van Schalkwijk over boekschuld 130:--
aan Dirk Jacobus van Schalkwijk over boekschuld 76:--
aan Isaak Francois de Villiers over boekschuld 16:36
aan Theunis Dirkje van Schalkwyk Gysb:tzn over boekschuld 20:--
aan de wed:e Dirk van Schalkwyk over boekschuld 15:--
aan Joh:s Fisscher over boekschuld 31:--
aan de wed:e Carel Fredrik Paret over boekschuld 45:--
aan Johannes Mattheus Hertzog over boekschuld 417:--
aan Hendrik Thomas over boekschuld 81:--
aan de wed:e Christiaan Krieger over boekschuld 74:--

Aldus gedaan en g’inventariseerd ten woonhuyze en plaatse hier vooren gemeld op den zeeventhienden dag der maand April in den jaare een duijzend acht hondert en ses, ende zulx op het op en aangeeven van de in den hoofde deeses gemelde weduwe, dewelke betuigde zig daarin ter goeder trouwe gedraagen en haares weetens niets agtergehouden ofte versweegen te hebben van al het geen tot den boedel en nalatenschap behoord, bereid zijnde des gerequireerd werdende ten allen tijde met solemneelen eede gestand te doen, en verder belofte, zo wanneer in tijd en wijlen iets dienaangaande nader mogte komen te ontdekken zulx ter Weeskamer getrouwelijk te zullen opgeeven, ten einde in dat geval deezen inventaris daarmeede naar behooren kan worden geamplieerd.

Ter oirkonde der waarheid is deeze in de teegenwoordigheid van en beneevens ons gecomm: Weesm: ende mij Eerste Commis der Weeskamer door de inventariente eigenhandig onderteekend.

Als gecomm: Weesm: A:V: Bergh, G:E: Overbeek

Voor den opgaaf: Hilletje Smit, wed:we G: v: Schalkwijk

Mij present: G:A: Watermeijer, E: C:

MOOC8/26.1

{18061115} 15 November 1806 Geertruijda Johanna Thuinsma

Inventaris van zodanige goederen als er op Dingsdag den elfden dag der maand November in den jaare een duyzend acht honderd en zes, ab intestato metter dood zijn ontruijmd en nagelaten door de minderjarige jonge dogter Geertruijda Johanna Thuinsma ten voordeele harer hier onder te meldene erfgenamen, met namen

1) Jan Francois Thuynsma
2) Frans Fransse Thuynsma
3) Wybrand Elias Thuynsma
4) Catharina Geertruyda Thuynsma
5) Dirkje Alida Thuynsma

invoegen als het een en ander ingevolge opgaaf van opgem: Catharina Geertruyda Thuynsma door my onderg:e Adj:t Commis zyn opgenomen en g’inventariseerd, bestaande dezelve in ’t volgende, namentlijk

In het woonhuijs van den burger Cornelis de Kok
een ledikant waarop
een bed
een peuluw
vier kussens
vier lakens
agt sloopen
zes hembden
agt rokken
twaalf paar koussen
een zijde kaskyntje en rok
zes doeken
twee paar schoenen
twee tabberts
Inneschuld
  Rd:s
over zo veel de overleedene van de Weeskamer aan erffenispenningen te goed heeft 1561:33

Aldus geinventariseerd ten huyze voorm:d op den 15 November 1806 ende zulx op het op en aangeeven van voorm: Catharina Geertruijda Thuinsma dewelke betuigde zig hierinne ter goeder trouwe gedragen en niets versweegen of te rug gehouden te hebben, dat tot voorm: nalatenschap behoord, invoegen zyn ook getuigde de deugdelykheid harer opgaave ten allen tyde des gerequireerd werdende met solemneele eede gestand te doen, en verdere belofte zo wanneer hierna nog iets mogte worden ontdekt, dat tot voorsz: nalatenschap behoord, daarvan getrouwelijk ter Weeskamer opgaave te zullen doen ten einde deezen inventaris daarmeede te amplieeren

In teeken der waarheid is deeze ter presentie van my Adj:t Commis door meermelde Catharina Geertruyda Thuynsma beneevens de getuigen behoorlyk onderteekend

Als getuigen: F: Serrurier, J:N: Rörich

Voor den opgaaf: C:G: Thuijnsma

My prezent: P:E: Faure, Adj:t

MOOC8/26.2

{18061020} 20 October 1806 Philip Distel

Inventaris van zodanige goederen als er op Vrydag den zeventhienden dag der maand October in den jaaren een duyzend acht honderd en ses ab intestato metter dood zyn ontruymd ende nagelaten door den mandoor van ’s Gouvernements Slaven Loge alhier Philip Distel geboortig van Brokwallig , ten voordeele zyner onbekende uitlandige erfgenamen invoegen als het een en ander door my Adj:t Commis zyn opgenomen en in geschrifte gebracht bestaande alle deeze goederen in ’t volgende, namentlyk

In een der vertrekken van opgem: Slaven Loge
een Friesche klok
twee vierkante tavels
vier stoelen /:in zoort:/
een kastje waarin
een zwarte lakense rok
een oude jas
een oude schansloper
twee oude jekkets
vyf oude baatjes in zoort
vyf oude broeken in zoort
drie hembden
een p:r zwarte zyde kousen
drie handdoeken
een p:r handschoenen
een driekante en twee ronde hoeden
een lamfer
twee p:r laarsen
een kleederborsel
een snuyfdoos
een aarde beeker
een bierglas
een kelkje
een Lutersche gezangboek
drie boeken
een p:r zilvere schoengespen
een p:r zilvere kniegespen
een p:r zilvere harctje
een p:r zilver hand knoopjes
een bril
voorts een parthy rommeling
een ledikant waarop
een bulzak
een kussen en
een wolle deeken
Lasten des boedels
  Rd:s
aan de heer Christiaan Godlieb Höhne over successivelyk contant geleende penn: 8

Aldus na gedane ontzegeling opgenomen en in geschrifte gebracht op den 20:e October 1806.

Als getuigen: N: Combrink, J:N: Rörich

My present; P:E: Faure, Adj:t Commis

MOOC8/26.3

{18051210} 10 December 1805 Hendrik Geijzer , Judith de Wit

Inventaris van zodanige goederen als in gemeenschap van goederen bezeeten bij den burger Hendrik Geijzer en zijne huijsvrouw Judith de Wit en door laatstgem: op Vrijdag den negen en twintigsten dag der maand November in den jaare onzes Heeren eenduijzend agt hondert en vijf ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten, ten voordeele harer overgelatene man hierboven gemeld ter eenre, en hunne bij den anderen in echt verwekte kinderen met namen:

1) Dina Geijzer geh:d met Hendrik Zimmerman ter andere zijde
2) Dorothea geh:d met Josephus Joh:s Wolmerans
3) Hendrik mondig en ruim 12 jaren uitlandig
4) Fredrik mondig
5) Judith geh:d met Jan Michiel Kiliaan
6) Hendrina geh:d met Christ: Bester en
7) Jacobus oud 26 jaren en meede ruim 10 jaren uitlandig

invoegen en als het een en ander door my Adj:t Commis ingevolge opgaaff van voorm: Hendrik Geijzer zijn opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande alle deeze goederen inde volgende, namentlijk

twee ledikanten
zeven stoelen
drie tavels
drie koffers
een stoof
een groote mand
twee kleijne anker vaatjes
een taartepan
een tinne ketel
een ijzere pot
een schuinspan
een yzere pot lepel
een emmer
een koffij molen
een tinne water pot
een kopere ketel
een kapstok
drie beddens met hun toebehoren
een werk bank
een parthij rommeling
Lasten des boedels
    Rd:s
  aan den timmerman Ch: Freisleben voor ’t maken van de doodkist 50
Jan Kiliaan op den 20: Febr: 1807 ter Weeskamer verscheenen verklaard niets te pretendeeren te hebben aan voorm: Josephus Joh:s Wolmerans en Jan Kiliaan voor verschotten door hem gedaan tot de begravenis van de overleedene 61

Aldus gedaan ende g’inventariseerd ter Weeskamer aan Cabo de Goede Hoop op den 10 December 1805 ende zulx op het op- en aangeeven van dikwilsgem: weduwnaar, dewelke verklaarde zig hier inne ter goedertrouwe gedragen en zijns weetens niets versweegen of te rug gehouden te hebben dat tot voorm: nalatenschap behoord, invoegen hij ook getuijgde de deugdelijkheid zijner opgave des gerequireerd werdende met eede gestand te doen en verdere belofte zo hier na nog iets tot gesz: boedel behorende mogte worden ontdekt daar van nader opgaaff te zullen doen omme deesen inventaris daar meede te kunnen amplieeren.

Tot securiteit van dien is deese door meerm: weduwnaar en mij Adj:t Commis neevens den meede geteekende getuigen behoorlijk gesubscribeerd

Als getuigen: P:A: Poupart, P:S: Poggenpoel

Voor den opgaaff: Hendrik Geyser

My present: P:E: Faure, Adj:t Commis

MOOC8/26.4

{18060616} 16 Junij 1806 Ernst Lodewijk Henniges

Inventaris van zodanige goederen als er op Maandag den sesthien dag der maand Junij in den jare een duijzend agt honderd en ses ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den soldaat bij d’ Eersthe Classe Auxeliaire Arthillerij in ’t dienst van ’t vorig Bataafsch Gouvernement Ernst Lodewijk Henniges ten voordeele zijner onbekende uitlandige erffgenamen, zodanig als het een en ander door mij ondergeteekende Adj:t Commis is zyn opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande alle deeze goederen in de volgende, namentlyk

Ten huijze van Wilhelm Christoph Heijdeman, alwaar den overl: ’t laatst woonagtig is geweest

een kasje
een tavel
een kist waarin
een oude blaauwe rok
een oude jas
drie hembden
vier baatjes
zeven broeken
een hoed
drie broeken
twee borden
een schaar
een bulzak en een kussen
Lasten des boedels
  Rd:s
aan voorm: Wilhelm Ch: Heijdeman blijkens specifieque reekening 7:12

Aldus na gedane ontzegeling opgenomen en in geschrifte gebragt in teegenwoordigheid van de meede geteekende getuigen

Als getuijgen: J:N: Rörich, Daarius Smit

Voor den opgaaf: W:C: Heideman

Mij praesent: P:E: Faure, Adj:t C:

MOOC8/26.5

{18061020} 20 October 1806 Johannes Coopman

Inventaris van zodanige goederen als er op Donderdag den zesthienden dag der maand October in den jaaren een duijzend acht hondert en ses ab intestato metter dood zyn ontruijmd ende nagelaten door den zoldaat bij de Eerste Classe Auxiliaire Artillerij in dienst der Bataafsche Republiek Johannes Coopman geboortig van Leeuwaarden ten voordeele zijner onbekende uitlandige erfgenamen, invoegen als het een en ander, ingevolge opgaaf van den burger George Henning door mij ondergetekende Adj:t Commis zijn opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande alle deeze goederen in het volgende, namentlyk

In het woonhuijs van opgem: George Henning
een kist waarin
drie lakense rokken
vyftien baatjes in soort
thien broeken in soort
vier hembden
vyf doeken
een laken
drie sloopen
twee p:r oude kousen
een ronde hoed
een p:r laaren
een p:r schoenen
een chitse spreij
een Bijbel
een spenspek horologie
een zilvere halsgespen
een p:r zilvere kniegespen
een p:r goude handknopen
twee zilvere handknopen
een zilvere ketting voor een pijp
een ledere zakboekje
een kadel /:defect:/
een vedere bulzak
twee vedere kussens
een matras
een oude chitze deeken

Aldus na gedane ontzegeling g’inventariseerd en opgenomen op den 20:ste October 1806.

Als getuigen: J:A: van Sittert, J:N: Rörich

Voor den opgaaf: G: Henning

Mij present: P:E: Faure, Adj:t Commis

MOOC8/26.6

{18061020} 20 October 1806 Hijink, Bernardus

Inventaris van zodanige goederen als er op den veertienden dag der maand September in den jaare een duyzend acht hondert en ses ab intestato metter dood zyn ontruymd ende nagelaten door den geweezene constapels maat aan boord van het schipBernardus Hijink, ten voordeele zyner onbekende uitlandige erfgenamen, zodanig als dezelve nalatenschap door my ondergetekende Adj:t Commis is opgenomen en in geschrifte gebracht, bestaande dezelve in ’t volgende, namentlyk

een kist waarin
een blaauwe lakense jas
vyf oude lakense rokken in zoort
agt baatjes
zeeven broeken
drie hembden
drie dassen
een p:r kousen
een p:r wolle handschoenen
een p:r schoenen
een oude zilvere dragon

Aldus geinventariseerd ter Weeskamer aan de Kaap de Goede Hoop den 20 October 1806.

Als getuijgen: Serrurier, J:N: Rörich

Mij preesent: P:E: Faure, Adj:t C:

MOOC8/26.7

{18051209} 9 December 1805 Fredrik Botha , Petronella Labuscagne

Copie

Inventaris van alle zodanige goederen, als ’er door Frederik Botha W:msz: en Petronella Labuscagne in gemeenschap bezeeten en door de laatstgenoemde met ’er dood ontruimd en nagelaaten, mitsgaders heeden opgenoomen en in waaren weezen bevonden geworden zijn, te weeten

Losse goederen
1 wagen met toebehoor
1 oude zadel met toom
2 geweeren
1 koogelvorm
1 snijmes
1 handbijl
1 houtbijl
3 bijtels
2 booren
1 spanzaag
1 passer
2 schaaven
1 schroef
1 winkelhaak
1 dissel
1 hamer
1 knijptang
3 roeijen
2 pikken
1 graaf
1 ijzere vurk
1 ijzere vuurtang
eenig oud ijzer
1 remketting
1 koopere kandelaar
1 lantaarn
1 booterkarn
1 ankervatje
1 kist
1 lessenaartje
1 tinne schootel
2 tinne borden
1 leepel
2 vurken
1 emmer
1 platvatje
2 onderbedden
2 kussens
1 deeken
Beestiaal
14 trekossen
19 aanteelbeesten
192 schaapen
19 bokken
3 aanteelpaarden
Baaten des boedels
  Rd:s
Philip Coetzer is aan den boedel schuldig - Nota: Over deeze schuld is geene securiteit voorhanden 11
contanten 8
Schulden
  Rd:s
aan Jurrie Schoeman d’ oude woonagtig aan Oliphantsrivier 37
aan Jurrie Schoeman de jonge 21
aan Jan Schoeman 12
aan Pieter Botha W:msz: 45
aan Pieter Johannes Goosen 100
aan Fred:k Jacobus Botha Jac:sz: 15
Somme 230
Erfgenaamen
Frederik Botha W:msz:
Kinderen Johanna Dorothea, gehuwd met Hermanus Meijer Hend:ksz:
Willem Frederik, oud 11 jaaren
Pieter Hendrik, oud 10 jaaren
Frederik Jacobus, oud 7 jaaren
Johannes Antonij, oud 5 jaaren

Aldus gedaan en g’inventariseerd ter plaatse gen:d de Drie Fonteinen , gel: onder de Bruintjeshoogte op den 9: December 1805, en zulks volgens het op- en aangeeven van Frederik Botha W:msz:, dewelke betuigde hierinne ter goeder trouwe te hebben gehandeld, en niets zijn weeten te hebben verzweegen of agterhouden, weshalven zich bereid verklaarde, deeze voorenstaande opgaave ten allen tijden des vereischt wordende, met solemneele eede te willen bekragtigen; met verdere belofte, zo iets nader tot den boedel specteerend mogt koomen te ontdekken, deezen inventaris daarmede te zullen amplieeren, alles in ’t bijweezen van Dirk van Rooijen en Frans Labuscagne d’ oude als getuigen.

Als getuigen: /:get:/ Frans Labuschanie, D: v: Rooijen

Voor de opgaave: /:get:/ + + + signa van Fred:k Botha

Mij present: F: Knobel Sec:

In kennisse van my: /:get:/ L: Alberti, ad interim Landdrost

Voor copie conform: L: Alberti, ad interim Landdrost

MOOC8/26.8

{18050618} 18 Junij 1805 Geertruijda de Hoop

Inventaris van zodanige goederen als ’er op Donderdag den derthienden dag der maand Junij in den jaare onzes Heeren een duijzend agt honderd en vijf ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door Geertruijda de Hoop weduwe van wijlen Willem Oudshoorn ten voordeele haarer ondertenoemene kinderen en kindskinderen, met namen:

1) Petronella Oudshoorn geh:d met Nicolaas Hol
2) ’t kind van wijlen Maria Oudshoorn in huwelijk verwekt bij Nicolaas Heijnenberg gen:t Franciscus Petrus Heijnenberg
3) Willem Oudshoorn mondig
4) de kinderen van wijlen Christina Geertruijda Oudshoorn wed: Cornelis Breeker, in onecht verwekt, met namen a) Wilhelmina Johanna Pieterse
b) Nicolaas Willem Holl en
5) ’t kind van wijlen Nicolaas Oudshoorn in echt bij Maria Johanna Sevenster verwekt met name Wilhelm Petrus Oudshoorn
6) Anna Oudshoorn oud 24 jaren
7) Susanna Oudshoorn get:d met den sergeant major van de jagers George Horak
8) Jan Oudshoorn oud 14 jaren

invoegen als het een en ander door mij Adj:t Commis ingevolge opgaaf van opgem: Anna Oudshoorn zijn opgenomen en in geschrifte gebragte, bestaande alle de goederen in de volgende, namentlijk

In een huurhuijs van den burger Andries Janssen
een spiegel
drie schilderijen
vier stoelen
een vierkant taveltje
een tavel kast
een tavel kast, defect
een glase kast
twee defecte taveltjes
een kist
een bulzak, een peuluw, zeven kussens en een wolle deken
een defecte kopere koffij kan
een defecte kopere vijzel
een defecte kopere taartepan
een kopere strijkijzer
twee kandelaars in zoort
een koffij molen
twee water vaatjes
een emmer
een kleijne balij
twee yzere potten
een rooster
een vleesch vork
een schuimspan
twee schoorsteenkettings
een wit aarde trekpot
een glase vlesje
een oude raam
een ijzere pot
Bij Jan Neeman aan Papendorp woonagtig
negen stoelen
een waterhalfaam
een wijnhalfaam
twee balijs
een groote tavel
een kopere kandelaar
twee banken
een groote Keulse pot
Bij de wed: Brand
een ledikant
een groote kist
een groote hoekerak
een kleijne hoekerak
twee stoelen
Bij Hendrik Neijhoff
een kopere taartepan
Crediten des boedels
    Rd:s
vold: van David Beime over een jaar kamerhuur a 6 rd:s per maand 72

Wordende alhier pro memoria genoteerd dat volgens opgaaf van voorm: Anna Oudshoorn den overleedene voor twee jaren geleeden aan den burger Pieter Langeveld in bewaring zoude hebben gegeeven een groot quantiteit meubilaire goederen waarvan zij egter niet instaat is bij deesen specificque opgaaf te kunnen doen

dat de overleedene nu drie jaren geleeden voor reek: van gesz: Langeveld, om de helfte van de winst heeft verkogt wijn, brandewijn en genever bij kleijne maate, welke haar competeerende gedeelte portie bij afbetaling der door haare moeder verkogte dranken nimmer door hem Langeveld aan haare is te goed gedaan

Aldus opgenomen en g’inventariseerd ten huijse voorm: op den 18: Junij 1805 ende zulx op het op- en aangeeven van dikwils gem: Anna Oudshoorn, dewelke verklaarde zig hier inne ter goedertrouwe gedragen en haares weetens niets versweegen of te rug gehouden te hebben dat tot voorsz: nalatenschap behoord, bereijd zijnde zulx des gerequireerd werdende met eede gestand te doen en belofte wijders zo hier nu nog iets tot gesz: boedel specteerende mogte worden ontdekt daar van nader opgaaff te zullen doen omme deese inventaris daarmeede in alle trouwe te kunnen amplieeren

Tot securiteit van dien is deese door meerm:d Anna Oudshoorn en mij Adj:t Commis behoorlijk onderteekend

Als getuigen: J:N: Rörich

Voor den opgaaf: Anna Maria Oudshoorn

Mij present: P:E: Faure, Adj:t C:

MOOC8/26.9

{18060522} 22 Maij 1806 Jan Geerling

Inventaris van zodanige goederen als er op Dingsdag den twintigsten dag der maand Maij in den jaare een duyzend agt hondert en ses ab intestato metter dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den schilder en glazemaker bij het ambagts quartier in dienst van de gewezene Hollandsche Oost Indische Compagnie Jan Geerling ten voordeele zijner onbekende uitlandige erfgenamen, invoegen als het een en ander door mij ondergetekende Adj:t Commis zyn opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande alle dezelve in de volgende, namentlyk

In een huurhuis van de heer David George Anosi
twee spiegeltjes waarvan een defect
agt schilderijen in zoort
een staande horologie
drie vierkante tavels
drie stoelen
een ledikant met wit behangzel
een kist waarin
een blaauwe lakense rok
vier broeken in zoort
zes baatjes
een blaauwe hembd
een p:r kousen
een klederborsel
een pijp
een p:r zilvere kniegespen
twee hoeden
een verlakte doosje
een defecte toilet en voorts
een parthij plaaten en teekeningen
een kleine kist, daarin
een hembd
een onderbaatje
een slaapmuts
een ledige vat
twee spuw balies
een kelder met ledige flessen
een parthij ledige flessen en bottels
een kastje met een parthy ruiten
drie schaaren
een wyn kelkje
twee leniaalen
drie wit aarde kommen, defect
twee wit aarde beekers, defect
twee wit aarde borden
een kleine horologie kas
twee vogelkooyen
een meelzeeft
een kastje waarin
drie aarde borden
twee tinne leepels
twee messen en
vyf vorken
een tinne keetel en yzere konvoir
een strykyzer
een kopere kandelaar
twee blaakers
een tinne schotel
een aarde schotel
een blikke koffikan
twee blikke castrollen
vier aarde potten
een waterhalfaam
twee yzere potten
een keetel
een rooster
een yzere leepel
twee drievoeten
een hakbord
een handzaag
agt lysten voor schilderyen
een yzere balans met houte schaalen
drie verfsteenen
een parthy verfbalies met een restant verf en kwasten
vier lantaarns defect
een groote kist
een kleine kist
een kelder met 5 vlessen waarin een restant lynolie
vyf ledige kastjes
een kopere schaal
een houte rak
thien enden planken
twee oude pannen
drie Keulse kannen
een parthy bottels en flessen
een ledige vat
een nyptang
twee glazemakers messen
twee hamers
een tregter
een kleine rijstblok en stamper
een graaf
een blikke emmer
een ledere koker en voorts wat romm:
Inneschuld
  Rd:s
van s:r Jac Vercuil over schilderloon 6:24
Lasten des boedels
  Rd:s
aan Hendrik Bruins d’ oude over een maand kamerhuur 9

Aldus na gedane ontzegeling opgenomen en geinventariseerd ten huyse voormeld op den 22 Maij 1806.

Als getuigen: Hendrik Bruijns, J:N: Rörich

Mij present: P:E: Faure, Adj:t C:

MOOC8/26.10

{18050603} 3 Junij 1805 Albertus van Jaarsveld , Elsie Susanna Klopper

J: Brand

Copia inventaris van alle zodanige goederen als er door wijlen Albertus van Jaarsveld en desselfs nagelatene weduwe Elsie Susanna Klopper in gemeenschap beseeten, en door eerstgemelde met ’er dood ontruimd en nagelaaten, mitsgaders heeden opgenoomen en in waaren weezen bevonden zijn geworden, te weeten:

Een leenings plaats genaamd de Hagas gelegen aan de Zwarteberg
een plaats gen:d [ ..... ] gelegen [ ..... ] welke nog twyfelachtig of in leening, dan wel in eigendom word beseeten
een parthij ploeg gereedschap
vier bijtels
een spierhaak
een haamer
een koevoet
een tinne koffij kan
twee oude graaven
een pik
een troffel
twee steen vormen
een koekepan
een snijmes
drie zaagen in zoort
twee booren
een dissel
een schoorsteen ketting
een kuipers kroos
een parthij oud ijzer
twee groote yzere potten
een yzere pot /:defect:/
een rooster
een schroefstok
een oude defecte wagen
een ahms keetel zonder helm
een boter vat
een bierpijp
twee zadels
ses tinne borden
ses staale vorken
twee defecte tinne borden
twee tinne schootels
vijf tinne leepels
een klap tafel
een leepel rak
een thee tafel
vier wingerd messe
twee zuiker tangen
een duim stok
een slypsteentje
twee groote kisten
een plat vaatje
vijf stoelen
drie emmers
een kleijn vaatje
twee oude defecte zadels
een wagen met zijn toebehooren
Beestiaal
sesthien ossen
vyf en twintig aanteel beesten
vyf hondert aanteel schaapen
een rijd paard
Schulden des boedels
  Rd:s
aan de Colonie van Graaffe Reinet , weg:s opgaaf penn: 3:7
aan Matthys And:s de Beer over koop van een brandewijns keetel 5:--
Erfgenaamen
Deeze zijn kinderen uit het eerste huwelijk met Elisabeth Johanna Opperman Maria Petronella van Jaarsveld getrouwd met Baerend Gotlieb Liebenberg
Elisabeth Johanna get:d met Jac:s Joh:s Grobler
Rachel Jacoba get:d met Hend:k Joh:s Liebenberg
Anna Catrina get:d met Jan Ad:n Venter
Susanna Jacomina get:d met Gotl:b Rud: Opperman
Albertha Johanna get:d met Gotl:b Chr: Venter
Albertus Stephanus en
Gotlieb Rudolph
Deeze uit het tweede huwelijk met voorn:de Elsie Susanna Klopper Adriaan Pieter 8 jaaren oud
Paul Willem Jacobus 7 jaaren oud

/:onderstond:/

Aldus gedaan en g’inventariseerd ter plaatse gen:d de Hagas , op den 3:de Junij 1805, volgens ’t op en aangeven van voorz: weduwe van Jaarsveld, dewelke betuigde hierinne ter goeder trouwe te hebben gehandelt en niets met haar weten verschweegen of agter gehouden; verklaarende zig des bereid, deeze voorenstaande opgaave ten allen tijde des vereischt werdende met solemneele eede te zullen bevestigen, met verdere belofte zo iets nader tot den boedel specteerende mogt komen te ontdekken deezen inventaris daarmeede te zullen amplieeren, en is zulx geschied, in ’t bijweezen van d’ edele Paul Marée en den gerechtsbode Joach: Barthold Wiese, als getuigen /:was get:d:/ Elsie Susanna Klopper /ter zyde/ ten overstaan van mij /:was get:d:/ A: Stockenström Landdr:s /:in margine stond:/ als getuigen /:was get:d:/ P: Marée, J:B: Wiese /:lager:/ Mij present /:was get:d:/ Theodorus Muller, Secret:s

Accordeert: Theodorus Muller, Secret:s

MOOC8/26.11

{18051218} 18 December 1805 Maarten Coetzee , Lacije Susanna Kruger

J: Brand

Copia Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als door wylen Maarten Coetzee en desselfs nagelatene weduwe Lacija Susanna Kruger in gemeenschap bezeeten en door eerstgemelde met ’er dood ontruijmd en nagelaaten, mitsgaders heeden opgenomen en in waaren weezen bevonden zijn geworden, te weeten

Een leenings opstal gen:d d’ Wonderheuvel gelegen in ’t district van Rhinocerberg
een osse wagen met toebehooren
een osse wagen /defect/
een oude defecte paarde wagen
ses paarde tuigen /defect/
een oude zadel
een parthij oud ijzer
een defecte ploeg /met nieuwe schaar en spil/
drie graaven en een euntjes ijzer
een schroefstok
een parthij gereedschap
drie zeekels
een bijl
een plat vaatje
een zaag
een ploegschaar
een zadel met tuigen
vyf schietgeweeren
drie groote kisten
een klijne [kisten]
een tafel
een ijzere castrol
twee aarde potten
een aarde potje
een vaatje
seeven bottels in zoort
twee caraffen met eenige medicynen
een parthij defecte theegoed
een tinne trekpot
een spiegel
een vijzel met stamper
een strykijzer
een koffij kan
twee kandelaars
een trommel
een blaker
een schaar
twee defecte katels
een koopere keetel
een tregter
twee handbalies
een boter pot
een leepel rak
vyf stoelen
twee emmers
een halfaam
een vlees vaatje
een balie
een ankervaatje
een beeker
twee tinne schotels
seeven tinne borden
elf vorken
agt leepels
een groote soup leepel
een potleepel
een as schop
vyf yzere potten in zoort
een vlees vork
een defecte leepel
een rooster
twee yzere potten in zoort /klyn/
een tinne kom
een defecte blikke bord
een defecte vaatje
twee houte bakken
een bed /defect/
een oude tentzijl
een aarde kan
een blikke bekertje
een compfoir
vier defecte zakken
een borsel
een piering
een klyne kannetje
acht boeken in zoort
een mans slaaf gen:d Carel van Massanbiec
een slavin gen:d Dina van de Kaap
Beestiaal
twee duizend twee en sestig aanteel schaapen
twintig trek ossen
taggentig aanteelbeesten
twintig bokken
thien paarden
Baaten en contant in den boedel
    Rd:s
  Carel Philip Koning p:r rest p:r oblig: 250
  rente van dien
volg:s declaratie van den heere Stockenstrom verbleeven onder de weduwe een pies slagters brief 100
aan contant penn: 20
Schulden des boedels
zijn den opgeever onbekend
Erfgenaamen
deeze zijn kinderen uit het eerste huwelijk met Cornelia Venter en is aan de twee eerstgem: hun moedersportie reeds uitgekeerd Johannes Coetzee gebooren den 13:de April 1785
Adriaan Coetzee gebooren den 3:de Jann: 1788
Gerrit Jacobus Coetzee gebooren den 6:de Nov: 1790
Anna Cornelia gebooren den 11:de Dec 1791
Maria Magdalena gebooren den 17:de Aug:s 1793
deeze zijn kinderen uit het tweede huwelijk met de nagelatene weduwe, Lacija Susanna Kruger Lacija Christina Coetzee gebooren den 28:ste Jann: 1797
Hendrik Petrus Coetzee gebooren den 9:de Febr: 1798
Willemina Christina Coetzee gebooren den 19: Junij 1799
Stephanus Jacobus Coetzee gebooren den 1:e Julij 1801
Joh:s Christiaan Coetzee gebooren den 21:ste Oct: 1802
Francina Hendrina Coetzee gebooren den 29: Julij 1804

/onderstond/

Aldus gedaan en g’inventariseerd ter plaatzen gen:d de Wonderheuvel geleegen aan Zeekoeij Rivier in ’t district Rhinocerberg op den 18:e December 1805, volgens ’t op en aangeeven van voorn:de Lacija Susanna Kruger, dewelke betuigde hierinne ter goeder trouwe te hebben gehandelt, en niets met haar weeten versweegen of agter gehouden, verklaarende zig des bereid deeze voorenstaande opgave ten allen tyde des gevraagd werdende met solemneele eede te zullen bevestigen met verdere belofte zo iets naader tot den boedel behoorende mogt koomen te ontdekken, deezen inventaris daarmeede te zullen amplieeren en is zulks geschied in ’t bijweezen van den gerechts bode J:B: Wiese en den burger Joh: Christ: Boshof als getuigen

/was geteekend/ Lacija Susanna Kruger /ter zijde ten overstaan van mij was get:d/ A: Stockenström, Landdr: /in margine stond/ als getuigen /was get:d/ J:B: Wiese, Johan Christoffel Boshof /lager/ mij present /was get:d/ Theod:s Muller, Secret:s

Accordeert: Theod:s Muller, Secret:s

MOOC8/26.12

{18060205} 5 Februarij 1806 P: Crommeni

Inventaris der nagelaatene goederen van wijlen den manhafte heer P: Crommeni zoo als wij onder geteekende bevonden hebben op den 5 Febr: 1806.

een zilver zak horlogie met een spinsbekke ketting
een paar zilvere mouws knoopjes
agtien rijksdaalders aan papiere munt in een portefeuilje
een groote oude portefeuilje
een kleine zwarte portefeuilje
een scheerdoos
twee paar plettij schoengespen
veertien witte hembden
agt witte hembden gedraage
agt paar kousen half sleets
vier paar kousen nieuwe
twee stukken geel nankjes
twee rokken in soort
drie booven baatjes in soort
zestien broeken in soort
twee gestreepte boven baatjes
negentien rompjes in soort
twee boezeroentjes
negen doeken in soort
drie zilvere kniegespen
twee slaapmutzen
een zwarte halfsleete hoed
een groen geverfd hoed
een verlakte tabaksdoos
een scheermes
een octant
een compas
een kijker
een liniaal
een blaauwe fluweele pantelon
een zwarte halsdoek
een zwart petje
twee paar wolle kousen
een rolletje tobak
een paar laarsen
vijf paar schoenen /oude/
een rood oud kisje
een oude koffer
een paar muilen
eenigte potjes met verf en penceeltjes

Boovengemelde goederen des inventaris na behooren door mij ondergeteekende geinventariseerd, ten overstaan van den burger Bernardus Mulder en Jan Willem Raijlstein als getuigen

Simons Baaij 5 Februarij 1806.

Als getuigen: B: Miller, J:W: Raijlstein

J:W: Hurter

MOOC8/26.13

{18060808} 8 Augustus 1806 John Latimar

Inventaris van zodanige goederen als er op Dingsdag den vyfden dag der maand Augustus in den jaare een duijzend agt hondert en ses, ’s morgens de klokke half tien uuren ab intestato metter dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den geweezene capitain van het Americaansch schipJohn Latimar, ten voordeele zijner onbekende uitlandige erfgenamen, invoegen als het een en ander door ons ondergetekende gecommitteerde Weesmeesteren ingevolge opgaaf van den capitain Maffield Reed zyn opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande alle deese goederen in het volgende, namentlijk

In het woonhuijs van de weduwe Jan Jansse Oostendorp
een koffer waarin
drie stukken cassimier in zoort
twee lakense rokken
twaalf hembden in zoort
derthien broeken in zoort
twaalf onderbaatjes in zoort
tien p:r kousen
een tavellaken
een koffer, daarin
een oude schansloper
zes baatjes
een broek
een roode zijde doek
een ronde hoed
zeeven boeken
een oude bril met zijn foudraal
vijf scheermessen
een scheerdoos
twee zeekaarten
een kleine zakje
een zabel
een kleine koffer waarin
een zilvere zak horologie
een octant
Inneschulden des boedels
  Rd:s
van zekere Americaan Connor, op eene schriftelijke promes zeventhien Spaansche matten, met vyftig percento advans
van m:r Thomas Hudson over zo veel de overleedene p:r rest van rekening competeerd 149:24
Lasten
aan de wed:e Oostendorp voor logies en kostpenningen als meede wasch en strijken van des overleedens goederen, blijkens specificque rekening
wordende alhier pro memoria genoteerd dat volgens declaratie van voorm: capt:n Reed den overleedene met de heeren Peter Care & Son en Francis Roux kooplieden en reeders van het by hem gecommandeert schiphiervorengemeld, eenige nog uitstaande affaires heeft zonder daarvan met zekerheid opgaaf te kunnen doen

Aldus na gedane ontzegeling g’inventariseerd en opgenomen op den 8 Augustus 1806.

Als gecommitt: Weesm: A: v: Breda, W:J: Klerck

Voor den opgaaf: Maffield Reed

Mij present: P:E: Faure, Adj:t C:

MOOC8/26.14

{18061120} 20 November 1806 Elisabeth Catharina Schonken

Inventaris van zodanige goederen als er op Zondag den vyfthienden dag der maand November in den jaare een duyzend agt honderd en ses ab intestato met er dood zyn ontruymd ende nagelaten door Elisabeth Catharina Schonken ten voordeele harer overgeblevene man den burger Gerhardus van Kerken, mitsg:s de hier natemeldene erfgenamen, te weten

1) haare moeder Maria Elisabeth van Elwe wed: van wyl Bartholomeus Schonken, mitsgaders in de eene helfte
de ondervolgende broeders en zusters met namen
2) Bartholomeus Henricus Schonken mondig in de wederhelfte der nalatenschap
3) Joh:a Maria Schonken met den messionaris William Anderson
4) Petrus Joh:s Schonken onmondig
5) Maria Elisabeth Schonken mondig en
6) Johannes Schonken onmondig

invoegen als het een en ander ingevolge opgave van den inventarient en door mij ondergetekende Adjunct Commis zyn opgenomen en ingeschrifte gebragt, bestaande alle de goederen in de volgende, namentlyk

In het woonhuys van opgem: B: Schonken
twee spiegeltjes
een vierkant taveltje
ses stoelen
een ledikant met rood behangzel waarop
een bed, peuluw en vier kussens
een ledikant klijnder
een bulzak en drie kussens
een cabinet waar in de klederen van den oorledene, bestaande in de volgende
twintig tabberts /:in zoorten:/
zeven en dertig rokken
dertig cabaaytjes
zesthien hembden
zes borstrokken
agt en dertig doeken in zoort
agt zaken
drie zwarte zyde doeken
agt paren handschoenen
elf paren koussen
een egte chaal
een nagemaakte chaal
negen waayers
een zwarte zyde mantel
een gaze mantel
een castoor hoed
een stroo hoed
een gaze mus
een parasole, als mede
agt bedde lakens
thien kussens slopen
zeventhien zervietten
een spiegeltje
twee toilet spiegels
zeven blikke trommels in zoort
een verlakt schink blad
een wit aarde thee pot
een blikke thee pot
een sous potje
een zuyker pot
een melk kannetje
vyf kopjes en vyf pierings
een grote com
twee bekers
agt schotels
twee borden
een verlakte coffy kan
een verlakte melk kan
een tinne ketel
een aarde comfoor
drie kandelaren
een blaker
twee yzere lepels
een yzere comfoir
drie messen en thien vorken
twee en twintig boslemmer messen
een wit ophaal gordyn
een verlakte kisje met wat kammen en staalen
een kisje waarin
twee zilvere eetlepels waarvan een defect
een thee [lepels]
een zilvere potlootje
een porcelaine doosje en daarin
twee goude oir bellen
twee goude ringen
een goude ring /defect/
een p:r goude hand slootjes
een zilvere naaij ring
een p:r oirlietten met steenen
een carette doosje met zilver gemonteerd
een blikke doosje
een tapatje
drie penne messen en twee tontels
een doos waarin
twee en twintig waaijers
drie en zestig zo rolletjes als pakjes
zeven pakjes band
drie pakken wit gaarn
drie pakken ruw gaarn
drie stringen zyde
twee ende kant
een ledige kisje
een lade tavel en daarin
drie ongemaakte hembden
een ongemaakte laken
elf ongemaakte slopen
eenige linnense en voerchitze lappen
een druk pers
een catoen haspel
een balytje
agt lappen tryp
een sluyt mandje
een kisje waarin
een snuyter met zyn bak
twee glaze kandelaren
een pistool loop en ’t kruyd hoorn
een Bybel
In een der vertrekken van het burgerwagt huys
zeven tavels
een tavel blad
een zadelmakerspers
twee zadelmakerspers riemers banken
een speerhaak
een bank schroef
een slyp steen
een slyp steen
twee grote kisten
een parthy zadelmakers gespens, naalden en elsten
een restant band en wat haayvellen
twee span zagen
drie rek schroeven
twee grote scharen
vier en twintig elsten
vier nyp tangen
twee raspes
zes kap yzers
vyf booren
thien holpypen
vyf prik yzers
drie passers
vyf hamers /in zoort/
twee kouw bytels
drie messen
een doosje met zadelmakers spykers
een stryk staal
twee teken yzers
twee halve manen
twee ryg naalden
twee riem elsten
drie voorslag elsten
een rek stok
een kruy yzer
twee sny messen
drie paren stiegbeugels
zeven carwatsen
een zaal tuyg
vyf buyk gordings
twee styg riemen
twee zadel bomen
een ledige coffer
een houte bank
twee mattrassen
een hand lantaarn
een hakke bord
een rooster
een koeke pan
een yzere pot
een schoorsteen ketting
een zadelmakers bok
twee blikke emmers
een water ketel
een klyne baly
twee Kuijlse kannen
vier hondert grote kopere spykers
Lyfeigen
een manslaaf gen:d Goliath van Mossambieq
Crediten des boedels
    Rd:s
  aan zilver munt
  vier schellingen
  veertien dubbeltjes
  drie stuyvers en
  vijf zilvere pot stukjes
  makende alle deeze muntspecien volgens de prys door het Gouvernement daarop bepaald in bedragen van 1:17
  aan papiere munt 29:24
vold: den 27 December 1806 van opgem: weed: Schonken over vaderlyk bewijs blykens door evengem: wed: geformeerde tekening per rest 378:6
  van de weed: Van Helsdingen over arbeidsloon bl: aantek: boek 64:--
  van de heer Coenraad Nelson over zadelmakerswerk bl: aantekening boek 6:--
voldaan den 13 Feb:y 1804 van de heer Johannes Neethling over zadelmakerswerk bl: aantekening boek 82:18
  van de heer Le Clus over zadelmakerswerk bl: aantekening boek 13:24
  van den burger J: van Helsdingen over zadelmakerswerk bl: aantekening boek 13:24
  van den burger Jan Louw A:zoon over zadelmakerswerk bl: aantekening boek 8:--
voldaan van Willem le Roux Petsz:n over zadelmakerswerk bl: aantekening boek 6:--
  van den burger Pieter de Villiers Pieterszoon over zadelmakerswerk blykens aantekening boek p:r rest 6:30
  van den burger Fredrik Wedel over zadelmakerswerk blykens aantekening boek p:r rest 1:--
  van den manh: Joh:s van Helsding over zadelmakerswerk blykens aantekening boek p:r rest 16:--
  van de heer Jan Hend:k Vos over zadelmakerswerk blykens aantekening boek p:r rest 31:24
  van den burger Jacob de Villiers Jacobzoon over zadelmakerswerk bl: rekening 7:36
  van den burger Jac:s Buurman over zadelmakerswerk bl: rekening 45:24
  van den burger Matthys Lotter over zadelmakerswerk bl: rekening 21:--
Lasten des boedels
    Rd:s
  aan den burger George Henning over geleverde leer 140:42
vold: aan m:r Morrison over gekogte zadelmakerswaren 131:36
  aan den burger Pet:s Joh:s Schonken over geleverde zadelmakers gespen etc:a 71:39
  aan den vendumeester Zandenberg over vendupenn: 60:--
  aan doctor Hartly over practyk en geleverde medicamenten bl: rekening 17:24
voldaan den 24 December 1806 aan voorm: weed: B: Schonken over begraffenis onkosten bl: reecq: 111:24

Aldus gedaan en geinventariseerd ten huyze voormeld op den 20:e November 1806, ende zulx op het op- en aangeven van voorm: weduwenaar, dewelke betuygde zig hier inne ter goeder trouwe gedragen en niets verzwegen of terug gehouden te hebben, dat tot voorm: nalatenschap behoord, in voegen hy ook getuygde zulx des gerequireerd werdende met eede gestand te doen, en verdere belofte zo hier nu nog iets tot gezegde boedel behorende mogte worden ontdekt daarvan nader opgaaf te zullen doen, ten einden deesen inventaris daarmede te kunnen worden geemplieert.

Tot securiteit van dien is deese door den inventarient in presentie van mij ondergetekende Adjunct Commis en getuygen behoorlyk gesubscribeerd.

Als getuijgen: P: Poggenpoel, J:N: Rörich

Voor den opgaaf: J:s van Kerke

Mij praesent: P:E: Faure, Adj:t C:

MOOC8/26.15

{18070127} 27 Januarij 1807 John Rose

Inventaris van alle zodanige goederen als er op Vrijdag den drie en twintigsten dag der maand Januarij in den jaare een duijzend acht honderd en zeeven des morgens de klokke agt uuren ab intestato metter dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den griffier van het Hooge en Admiraliteits Hof te Ceylon , John Rose Esq:r ten voordeele, zijner onbekende uitlandige erfgenamen, invoegen als het een en ander na gedane ontzegeling en ingevolge opgaaf van de heer Alexander Robbertson, door ons ondergetekende gecommitteerde Weesmeesteren zyn opgenomen en in geschrifte gebracht, bestaande alle deeze goederen in de volgende, namentlijk

In het huijs van den heere Alexander Walker
een koffer waarin
een chitze spreij
een chitze spreij
een oude spreij
vyf bedde lakens
een bedde sloop
een kussen sloop
zeeven en veertig witte broeken
twintig onderbaatjes in zoort
een lap linnen
een lap flennel
agt witte halsdoeken
twaalf boeken in zoort
een kistje met een paar pistoolen met zyn toebehooren
een toiletdoos met zyn toebehooren
twee Oostindische madjes
vyf klederborsels
een urinaal
een steekbekke
een roskam
een scheerspiegel
een pak met vier pakjes anys drop
een pak met schoenwax
tien stukjes scheerzeep
een zeepdoos
een portefuilje
twee plettet blakers met glaaze stulpen
een doosje met buskruid
een paar laarsen
drie paaren schoenen
een driekante hoed
een ronde hoed
een koffer en daarin
agt en tagtig boeken in zoort
een lakense mannel
twee lakense rokken
vier lakense broeken in zoort
zeeven en twintig hembden
zeeventien Nanking linnense en witte linense broeken
negentien flennelse broeken
negen en vyftig onderbaatjes in zoort
drie blaauwe gestreepte nagt broeken
elf flennelse onderbaatjes
vyf en veertig witte doeken en dassen
zes en veertig paaren catoene kousen in zoort
vyf paaren wolle kousen in zoort
drie en twintig paaren zyde kousen in zoort
twee zwarte zyde doeken
vier slaapmutsen
twee kussensloopen
zes zyde zakdoeken
zeeventien servietten
drie paaren Nankings linnense slopkousen
zeeventien paaren handschoenen
een egte witte lange tjaal
een wandel rotting
een verrekijker
een chocolade kan
een koffer waarin
een stuk linnen
twee lakense rokken
een lakense baatje
vyf hembden
zeeven broeken in zoort
zeeven baatjes
tien paaren kousen
twee slaapmutsen
een serviet
twee doeken
twee kussensloopen
vier scheerdoeken
een kistje en daarin
twee vlessen thee en
een [vlessen] pruimen
een kistje met medicamenten
een koffertje met medicamenten
een schryfkistje waarin
een goud zakhorologie
een medallon
een paar zilvere kniegespen
een parthy steentjes
vier goude ringen met steentjes
een kopere waschbak
een ledikant met doerease behangzel waarop
een paardehaire matras
een kussen
twee fauteuil [kussen] en
een wolle combaars
een chais
een paard
Contanten des boedels
  Rd:s
in differente specien te zamen uitmakende eene somma van een honderd vier ryxd:s en drie en dertig stuyvers, zegge 104:33

Wordende alhier pro memoria genoteerd

dat voorm: heer Robbertson met den overleedenen eene openstaande reekening heeft, waardoor hem ter Weeskamer reekening en verantwoording zal worden gedaan

dat in den boedel is gevonden eene onderhandsche acte van uiterste wille, gedateerd Colombo op het eiland Ceijlon , den 24: Maart 1805 en geteekent John Rose, welke acte is geanvallopeert en beschreeven 24 March 1805 last will of John Rose

dat nog in den boedel is gevonden eene reekening courant boek en eenige papieren tot de publieke administratie van den overleedenen specteerende

Aldus na gedane ontzegeling geinventariseerd op den 27 Januarij 1807 ten huijze voormeld

Aldus gecomm: Weesm: W:J: Klerck, G:E: Overbeek

Voor den opgaaf: Alexander Robertson

Mij preesent: P:E: Faure, Adj:t C:

MOOC8/26.16

{18050218} 18 Februarij 1805 Fredrik Siebert

Inventaris der nalatenschap van wylen Fredrik Siebert den 16 February 1805 by en ter plaatze van den weed:e Gerrit Erasmus Smit overleeden

aan contanten zes en zeventig ryksd:rs
1 oude bulzak
1 oude peul
1 kis met schoemakers gereetschap
1 halve kis met een parthy boeken
twee paar schoenen
een paar papoesies
een paar halve stebels
en party afgedraagte kleratie
een oude lantevier
twee brillen
een oude zaag
een oude handbyl
een oude reijzadel

Piquitbergen den 18 February 1805.

Als getuigen: Dirk Albert Smit, Isak Vesagie

Andries Burger, Veldcornet

  Rd:s
aan contant ontfangen 9:36
en de reek: van begravenis onkosten van de wed: Gerrit Smith groot 70:12
dus aan contanten in steede van rd:s76 is den boedel gevonden Rd:s80:--

MOOC8/26.17

{18060225} 25 Februarij 1806 Johan George Moos

Inventaris van zodanige goederen als er op Vrijdag den een en twintigsten dag der maand Februarij in den jare onzes Heeren een duyzend agt honderd en zes ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den soldaat bij de gewesene 2:e Classe Auxeliaire Arthillerij Johan George Moos, geboortig van Arentse in ’t keurvorstendom Brandenburgh , ten voordeele zijner onbekende uitlandige erffgenamen, invoegen als het een en ander door mij Adj: Commis zijn opgenomen en in geschrifte gebragt bestaande alle deeze goederen in de volgende, namentlijk

Bij den burger George Henning alwaar den overleedene is woonagtig geweest
agt hembden
vijf broeken
twee onderbaatjes
drie zak doeken
twee mutzen
een oude blaauwe rok
een baatje met mauwen
een paar kousen
een ronde hoed
Bij de heer H: Maijnier, alwaar den overleedene te voren is woonagtig geweest
een kist met wat kleederen
Inneschuld
  Rd:s
van voorz: G: Henning over knegtsloon 8
Lasten des boedels
  Rd:s
aan opgem: G: Henning over als volgd te weeten voor de doodkist 22:--
aan kerkengeregtigheid blijkens reek: 8:24
aan onkosten tot de begravenis 20:--
  Rd:s50:24

Aldus geinventariseerd ter huijze voorm: op den 25 Februarij 1806 heede zulx in present van de natenoemene getuigen

Als getuigen: T:N: Rodemann, B: Schultz

Voor den opgaaf: G: Hennig

Mij praesent: P:E: Faure, Adj:t C:

MOOC8/26.18

{18070308} 8 Maart 1807 Doris Lelleman

Inventaris van de door Doris Lelleman nagelatene en door ons ondergetekende bevondene goederen

een kist, warin zig bevind
een pee jekket
drie hembden
vier rompjes
twee boven baatjes
drie broeken
twee paar koussen
vijf doeken
een paar laarsen
drie borstels
een hoed
een bultzak
een kussen
twee tafels
een ledige kelder
twee oude katels
een party lappen
een randzel /:toebehorende aan Frans Koelman met enige rommelary
een combaars, van dezelve, warop Frans Koelman debet is 1 rd:s 4 schell:

Kaap de Goede Hoop den agsten Maart 1807.

J: Lerm

O: Opperman

Pieter de Haas

P.S. Voorts bevind zig onder de gevonden papieren een rekening ten lasten van Marinus Munnik groot tien ryxdaalders en vier schell:s

C: Kalb zoude debet zyn twee rd:s

Hannes de Metselar een rd:s1 sch:

Tomas Koelman twee rd:s3 sch:

MOOC8/26.19

{18070224} 24 Februarij 1807 Johanna Wilhelmina Vlotman

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als ’er op Dingsdag den zeventhienden dag der maand Februarij in den jaare onzes Heeren een duyzend acth honderd en zeven, des avonds de klokke omtrend half acht uuren ab intestato met ’er dood zyn ontruimd ende nagelaten door Johanna Wilhelmina Vlotman weduwe Hendrik Oostwald Uijs, ten behoeve harer in huwelijke bij voorm: Uijs verwekte minderjarige kinderen, met namen:

1) Wilhelmina Magdalena oud 12
2) Catharina Johanna oud 10
3) Hendrik Johannes oud 9
4) Johanna Dorothea oud 7
5) Dina Elizabeth oud 6 en
6) Judith Maria Uijs oud 5 jaren

Invoegen het een en ander door mij ondergetekende Secretaris den Weeskamer ter presentie van de natenoemene getuigen navolgens de opgaave van Wilhelmina Magdalena Hartog weduwe Anthonij Vlotman is opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande de goederen in de volgende, namentlijk

In een huis van voorm: wed: Anthonij Vlotman, alwaar de overleedene is woonachtig geweest, en aldaar

In ’t voorhuis
zes schilderijen
twaalf stoelen
twee blad tafels
twee schenktafels
twee stoven
twee spiegeltjes
een aarde pot
een blikke beker
twee tinne kommen
een tinne ketel en
een kopere confoor
een zwarte aarde trekpot
een tinne trekpot en voorts
eenig porcelijn en glaswerk
negen mudde zakken
In de kamer ter regterhand
twee rakjes in zoort
een ledikant waar op
een bulzak
een peuluw
drie kussens en
een wolle deken
een kadel en daarop
een bulzak
twee peuluwen
twee kussens en
een voerchitse deken
twee blikke trommels
een schuifdoos
een schuifdoos kleinder
In de kamer ter linkerhand
twee ledikanten waarop
een bed
een peuluw
vijf kussens
twee schilderijen
een klijn cabinet waar in de kleederen van de overleedene
een tafelkastje
een kopere thee machine
een blikke busje
een kistje
twee stoelen
twee kisten
een boter karn
een vierkant tafeltje
een zadel
In de dispens
een rak
een pottebank
een tinne koffijkan
een tinne kom
zes porcelijne en aarde schotels in zoort
veerthien borden in zoort
vier aarde potten
twee porcelijne potten
een rolstok
vier kopere kandelaren
twee flessen
vier bottels en voorts
een parthy rommeling
In de combuis
een bakkist
een tafel
een waterhalfaam
een wijn halfaam
een schepel
drie water emmers
een rijstblok met zijn stamper
vier yzere potten in zoort
twee koekepannen
een rooster
een vuurtang
een aschschop
twee yzere leepels
een schuijmspaan
een vleeschvork
twee pikken
twee bijlen in zoort
een blikke ketel
een kopere taartepan
Op de agterplaats
een bierpijp
twee baletjes
Lyfeigenen als
Mentor van Mosambicque , wagenrijder
Galant van Mosambicque , oud: werksjonge
Andries van Mosambicque , oud: werksjonge
August van de Kaap
Lasten des boedels
aan de weduwe Zacharias Herman over contant geleende op een onderhandsche obligatie de dato 18 Februarij 1795 groot aan capitaal drie duijzend guldens Kaapsche valuatie ofte Rd:s 1000
met de renten zedert 18 Feb:y 1806 a 1/2 pc:o per maand

Aldus gedaan en g’inventariseerd ten huijze voormeld op den 24: Februarij 1807 ende zulx op het op en aangeven van de wed: Anthonij Vlotman in den hoofde deeses gemeld dewelke verklaarde zig daaromtrend te goeder trouwe gedragen en niets met opzet versweegen of te rug gehouden te hebben het geen tot den boedel behoorde, meuge hy dan ook getuigde de deugdelikhheid harer opgaave ten allen tyde als gerequireerd werdende met solemneelen eede nader te besigtigen, met belofte wyders, zo hier na nog iets mogte worden ontdekt tot deese nalatenschap behorende daarvan nadere opgaave te zullen doen, ten einde aan inventaris daar meede te kunnen amplieeren.

In teeken der waarheid is deese door gem: wed: Vlotman en mij ondergeteekende Secretaris ter presentie van de burgers Lodewijk Smit, Paul Hartig de jonge als getuigen onderteekend

Als getuigen: L: Schmids, P: Hartog

Voor de opgaaf: W:M: Hartog, de weduwee A: Vlotman

Mij present: J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/26.20

{18070320} 20 Maart 1807 Betje van de Kaab

Inventaris van alle zodanige goederen als er op den achthienden dag der maand Maart in den jaare een duijzend acht hondert en zeeven ab intestato metter dood ontruijmd en nagelaten door Betje van de Kaab, ten voordeele haarer nagelatene kinderen, met naamen

1) George van de Kaap oud [ ..... ] jaar
2) Jacomina meede van de Kaap oud [ ..... ] jaaren
Ten huijse van d’ heer Daniel d’ Waal
een ledikant /waar op/
een bulzak en
twee kussens
twee stoelen
een tafel
Lijfeigen
een slavin gen:t Margretha van Mossambicque

Kabo de Goede Hoop den 20 Maart 1807.

Als getuigen: J: Serrurier, J:N: Rörich

Voor den opgaaf: Daniël de Waal

MOOC8/26.21

{18070124} 24 Januarij 1807 Johan Adam Lies

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als er op Donderdag den twee en twintigsten dag der maand Januarij in den jaare onzes Heeren een duyzend acht honderd en zeeven ‘s morgens de klokke omtrent vyf uuren ab intestato metter dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den burger Johan Adam Lies ten behoeve zijner onbekende uitlandige erfgenaamen en door ons ondergetekende gecommitteerde Weesmeesteren na gedane ontzegeling opgenomen en in geschrift gebracht, bestaande dezelve in het volgende, namentlijk

Een huijs en erf staande en geleegen in deeze Tavelvalley in ’t Blok L: en aldaar N:o 10

In het voorsz: woonhuijs en aldaar

In de kamer ter regterhand
een spiegel
twee jalousiematten
zes stoelen
een tavel
drie schilderijen
een kabinet waarop
een stel porcelaine kast potten
en waarin
de klederen van den overleedenen, bestaande in
drie lakense rokken
tien baatjes in zoort
een schansloper
zeeven broeken in zoort
zes hembden
een kabaaij
twaalf doeken in zoort
zes paaren kousen
drie slaapmutzen
drie hoeden
een paar schoenen
een paar muijlen
als meede neegen lakens in zoort
twee kussensloopen
drie ophaal gordijnen
een chitze schuijf [gordijnen]
zes bedde gordijnen
drie lappen kalmink
twintig knoopen met staale steentjes
een overtregzel van een bulzak
twee gemotteerde lappen tjaals
twee snuyfdoosen in zoort
In de kamer ter linkerhand
vyf spiegeltjes in zoort
een cyffer leij
een yzere balance met kopere schalen
twee seeften
een tavel
vyf stoelen
vyf stukken gewigt in zoort
drie vaatjes zwartzel
een lantaarn
een kopere braadpan
een kopere castrol
drie kelders met tien ledige vlessen
drie ledige tobaksdoosen
een spanzaag
vier yzere potten
twee vaatjes met een restant verf
een Keulse pot
een jagtgeweer
drie wandel rottings
een carrewats
een tuinschaar
een snijders schaar
neegen paaren yzere hengzels in zoort
zes yzere schuyvers
twee yzere wafelyzers
drie bylen
zestien yzere vengster knippen
vyf yzere vengster grendels
drie kamer sloten
drie hang sloten
een snymes
agt kapmessen
zestien schaafbeijtels
een groote boor
een kleyne yzere draaybank
drie schoenmakerstangen
een vuurschop
vyf kastslooten
een pak schroeven
drie fylen
een bankschroef
een party timmermans gereedschap
vier oude zabels
een stevel blok
twee kruid hoorns
een pistool
zes kalfsvellen
een octant
een compas
een handlantaarn
een verlakt kistje met een restant specerijen
een kistje met een party knoopen en kemelsgaaren
een kistje met vier ledige vlessen
vier ledikant rolletjes
een rol ijzerdraat
een glaaze kast waarin
zes lappen lustring in zoort
twee lappen cast
drie en veertig paaren handschoenen in zoort
tien paar rode kousen
zeeven en twintig pakjes wolle band
een pak keemelsgaaren
neegen pakken knoopen in zoort
vier rolletjes zilverdraat
een restant vergulde franjes
vyf pakken gespen
neegen pakken kabinet en buraeu’s beslag
een pak tuygen beslag
twee pakken knip beugels
drie doosjes met Halse medicamenten
vyf pakjes spijkers
een [pakjes] vishoeken
een kopere potloot pen
drie pakjes tanden en gespen borsels
een pakje vioolsnaaren
twee messen
vyf staale vorken
vyf tinne soupleepels
vier tinne schenkbladen
drie tinne schotels
twee optoomhoeden
vijf snoeren goud draat
een pakje brynaalden
een partij houte vormen
een etui
een parthij coraalen
drie zakboekjes
een parthij brillen
vyf kleine boekspiegeltjes
een restant klatergoud
een doos met Chineesche bloemen
dertien paaren kinderschoenen
elf soutvaatjes in zoort
vier wynkelken
een spaanedoos met horologie glaazen
twee pakken pergament
een partij kannen en bottels
een parthij boeken en voorts
eenig rommeling
In de gaanderij
een staand horologie
een forte piano
een eetenstafel
vyf stoelen en
drie blikke schenkblaken
In de kelder
drie aamen
twee halve aamen
twee ankers
een balij
een vogelkooy
een kistje met wat oud ijzerwerk
een huijsladder
In de keuken
een kastje
een tavel
twee yzere potten
een koekepan
een wafelyzer
een yzere leepel
een yzere vork
een yzere vuurtang
een yzere rooster
een yzere drievoet
een tinne schotel
drie tinne borden
een kopere waterkeetel
twee kopere vergiettesten
een rijstblok met zijn stamper
een huijsladder
Op de zolder
een ledikant met rood behangzel waarop
een bulzak
een peuluw
vyf kussen en
een wolle deeken
een ledikant en daarop
een bulzak
vijf kussen en
een Suratse deeken
een kadel waarop
een paardehaire matras
vyf huyden in zoort
twee vierkante tafels
vier stoelen
twee ledige kisten
een lessenaar
een hoekrak
een pypenrak
vier vogelkooijen
zeeven glaaze raamen
twee tavelbokken
een kist met wat oud ijzer
vier ophaal planken en voorts
een parthij rommeling
Zilverwerk
een soupleepel weegende [ ..... ] loot
tien eetleepels weegende [ ..... ] loot
vyf eetleepel weegende [ ..... ] loot
vier vorken weegende [ ..... ] loot
een p:r schoengespen
een p:r kuitgespen
een p:r kuitgespen
een halsgespen
een halsslot
een vingerhoed
een zakhorologie
een degen met zilver gevegt
een degen haak
eenig oud zilver
Lyfeigen
een jongen genaamd Fabricq van Mosambicque
Crediten des boedels
  Rd:s
aan contanten en differente specien te zamen bedragende eene somma van elf honderd agt ryxdaalders en dertig stuijvers, zegge 1108:30
van [ ..... ] Mosscher, gesepareerde huysvrouw van Frans Schermer, over huijshuur blykens gevondene aanteekening

Aldus na gedaane ontzegeling opgenomen en geinventariseerd op den 24 Januarij 1807.

Als gecomm: Weesm: A:V: Bergh, G:E: Overbeek

Mij present: J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/26.22

{18060223} 23 Februarij 1806 Gabriel le Roux

Copy

A:d: Waal

Inventaris van alle zodanige goederen, slaaven, beestiaal etc: a als er door wylen d’ edele Gabriel le Roux zyn bezeeten en met er dood ontruimd en nagelaaten, mitsgaaders op heeden ter plaatze genaamd de Goede Moed , geleegen aan de mond van Claas Voogts Rivier by desselfs nagelaaten weduwe, juffrouw Jacoba Alberta van Zyl opgenoomen en in waaren weezen bevonden, te weeten

De opstal der leenings plaats genaamd de Goede Moed , geleegen aan de mond van Claas Voogte Rivier
twee groote mans slaaven
vier kleine mans slaaven
twee groote slavinnen
een kleine [slavinnen]
een ploeg met zyn toebehooren en eg
drie melkkarnen
drie bierpypen
twee halve leggers
twee heele leggers
twee kuip baleijs
twee botervaaten
een karn en baleij
een rystblok en stamper
vyf veldcuipen
zes osse vellen
een osse waagen, zyl en een remketting
een zift en een schepel
een leedig kist
een oude zadel
een ploeg, spil, hoepels en bouten
een party gereedschap
agt bytels in zoort
twee bylen
vyf planken
een eisere combuis
vyf vylen in zoort
een dissel en snymes
drie schaaven
een party gereedschap
derthien avigaars
acht sikkels
zes wingert messen
een knyptang
een spanzaag
twee hand[zaag]
twee span[zaag]
vyf zakken
een en twintig trekossen
twintig aanteel beesten
zeeven en twintig aanteelschaapen
drie hondert twee en twintig bokken
zeeven ryd en aanteel paarden
een kistje met eiserwerk
zes graaven
drie pikken
een stuk eizer
een ledig legger
vier half aamen
een baley en een botervaatje
een bak en twee lepelrakken
een wieg
een vleesch vat
een brandewyn keetel compleat
een rustbank
een waagenkist
een groote kist
twee koopere kandelaars
een stryk eizer
een schuifdoos
drie blikke trommels
een koopere confoor
twee kisten
een meel zift
een bak kist
een balans, schaal en 4 1/2 lb gewigt
twee bedden met desselfs toebehooren en kadel
een kadel
een kadel
acht eisere potten
een koekepan
twee vleesch vorken en twee leepels
een koffymoolen
zes emmers
een rooster en aschschop
vier adjaar potten
drie waterkeetels
vier mandjes
twee stooven
twee combaarsen en drie kussens
een kadel
thien stoelen
een emmerbank
een confoor en ketel
een pot
een klyne koffy moole en een aarde pot
een baletje
twee schenkborden
achthien kopjes en neegenthien pierings
neegen kommetjes
twee kleyne potjes
twee pierings, een kopje en een mostert potje
vier kopjes
een bloempot
een caraf
een kan en een beeker
twee melkkannetjes
een karaf en een bottel
twee zoutvaaten en een peperbos
twee potjes
vyf kopjes en vier pierings
een koopere koffy kan
thien kelken
twaalf porcelaine kommen en schootels
acht en twintig diepe en vlakke borden
vier schooteltjes
twee kommen
zes tinne borden
een schootel en pan
derthien tinne leepels en een leepel voor soup
veerthien tinne leepels en zesthien vurken
een aarde potje
neegen bottels en vlessen
een tinne trekpot en snuyter
een leij
twee spiegels
een groote kan
een tregter en een beeker
acht en zestig mudden koorn
twee bottels
drie tavels
twee geweeren en
twee kasten
Lasten des boedels
  Rd:s
aan het Gouvernement over 2 jaaren agt: stall: rec: penn: 50:--
aan Daniel le Roux Gab:l z: over geleende penn: 106:--
aan Hendrik Jontzee over 1 stuk geruit 15:--
aan Jacobus Conrady over 1 stuk linnen 19:6
aan Albertus van Zyl d’ oude over geleende penn: 15:--
aan Fredrik van Eeden over geleende penn: 10:--
aan Lourens Matthys Leroe over geleende penn: 8:--
aan Geertruyda Jacoba Leroe over geleende penn: 3:--
aan Fredrik Hend: Conrady F:k z: over geleeverde drank 55:--
moeders bewys der kinderen van het tweede bed 1440:--
Somma Rd:s1721:6
Erfgenaamen
1) de kinderen van den overleedene in zyn eerste huwelyk met Johanna Lombard, te weeten a) Abraham le Roe
b) Daniel le Roe
c) Gabriel Jacobus le Roe
d) Hermanus Benjamin le Roe
e) Petronella Johanna le Roe
2) de kinderen van den overleedene in zyn tweede huwelyk met Hermina Elisabeth de Jager, zynde f) Pieter Christiaan le Roe
g) Maria Elisabeth le Roe
h) Lourens Matthys le Roe
i) Hermina Elisabeth le Roe
3) de kinderen van den overleedene in zyn derde huwelyk met Jacoba Alberta van Zyl, als k) Geertruy Jacoba le Roe
l) Maria Margretha le Roe
m) Jacobus Albertus le Roe
n) Cicilia Johanna le Roe

Aldus gedaan en g’inventariseerd, ter plaatse opgemeld, op den 23:ste February 1806 op het aangeeven van Jacoba Alberta van Zyl, weduwe van wylen opged:e Le Roe, dewelke verklaarde hierinne ter goeder trouwe te hebben gehandeld, en niets haarens weetens terug gehouden of verzweegen, met belofte zo iets nader tot den boedel specteerende mogt ontdekken, deezen inventaris daarmeede te zullen amplieeren dus bereid zynde deeze opgaave des gerequireerd met solemneele eede te bevestigen, en zulks ten overstaan van de heer Anthony Alexander Faure als gecomm: Weesmeester, d’ edele Theunis Holtshausen en den gerechts boode Hendrik van As junior als getuigen

/:onderstond:/ ten overstaan van my /:was geteekend:/ A:A: Faure als gecomm: Weesmeester / voor de opgaave /:was geteekend:/ Jacoba Alberta van Zyl weduwe le Roe /In margine /:was geteekend:/ Theunis Holtshausen en Hendrik van As de jonge als getuigen /:lager stond:/ In kennisse van my /:was geteekend:/ J:H: Frouenfelder Secretaris/

Accordeert met dier origineel: J:H: Frouenfelder, Secret:s

MOOC8/26.23

{18060619} 19 Junij 1806 David Senecal , Geertruida Minne

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als ab intestato door wijlen Geertruida Minne in gemeenschap bezeeten met wijlen David Senecal, met er dood ontruimd en nagelaaten, mitsgaders heeden opgenoomen en in waaren weezen bevonden zijn geworden, te weeten

Den opstal eener leeningsplaats genaamt de Matjes fonteijn geleegen aan de Cauga onder ’t district van Uittenhagen
den opstal eener leeningsplaats genaamt de Calbasse Fonteijn geleegen over de Oliphants Berg over d’ Attaquas Cloof
Losse goederen aldaar
een parthij gereedschap
een halve legger
twee bierpijpen
een groot en twee kleyne karnvaten
twee vatjes
een groot en een kleijn botervatje
een teerputs
vijf emmers
een stryckschaaf
een trekzaag
een kraanzaag
een handzaag
een spanzaag
een parthij duijgen
een parthij oud ijzer
een yzere schroef
twee naafbooren
een kogelvorm
twee geweers
drie ijzere hoepels
een spierhaak
een voorhamer
drie sickels
een strijckijzer
een ketel
een vijzel en stamper
een vleeschvork
twee aarde kannen
een osse wagen
een tentzijl
twee yzere potten
een meelzift
twee molensteenen
een beddezak
vier zakken
een bultzak
een kommetje
een trekpot
een tinne schotel
zes tinne borden
thien tinne leepels
een tinne soepleepel
vijf vorken
een tavel
een rak
een rooster
een blikke trommel
een tregter
een kandelaar
Slaaven
een slaaf gen:t Arnoldus van de Caab
een slaaf gen:t Philip van de Caab
een slaaf gen:t Samuel van de Caab
een slavin gen:t Lea van Mosambique
Beestiaal
twee en dertig ossen
zeeven en sestig aantheel beesten
honderd een en tagtig aantheelschaapen
Baten des boedels
  Rd:s
over zoo veel P:J: Booijens voor d’ opstal der leeningsplaats gen:t de Calbasse Fonteijn gel: boven aan d’ Oliphants rivier , volg:s onderhandsche koopbrief debet is 600
Lasten des boedels
  Rd:s
aan P:s J:s Booyens voor huur van een wagen Caapwaards 40:--
aan Chr:n Fred:k Krouze voor hondert vyftig ponden boter à 2 schell: per pont 37:4
aan Theod:s Joh:s Senecal over contant geleende penningen 44:--
Erfgenaamen
David Frederik Senecal mondig
Theodorus Cornelis Johannes Senecal mondig
Frederik Petrus Senecal oud 21 jaaren
Christina Senecal gehuwd met Christiaan Frederik Krouze
Maria Elisabeth Senecal gehuwd met Hendrik Smit Jac:szoon
Anna Susanna Getruijda Senecal oud 18 jaaren

Aldus door ons ondergeteekende g’inventariseerd ter plaatze bogemeld op den 19:e Junij 1806, betuigende hier inne ter goeder trouwe te hebben gehandeld en niets met ons weeten te hebben versweegen of agtergehouden, en bereijd deeze voorstaande ten allen tijde met solemneele eede te zullen bevestigen met verdere belofte, zo iets nader tot den boedel specteerende mogte koomen ’t ontdekken dezelve nader te zullen opgeeven

Als getuigen: J:D: Camijn, H: van As, junior

Dit + merk heeft David Frederik Senecal eygenhandig ter nedergesteld

Dit + merk heeft Theodorus Cornelis Johannes Senecal eijgenhandig ter nedergesteld

Ter mijner overstaan: A:A: Faure

MOOC8/26.24

{18070519} 19 Maij 1807 Jan van Schoor

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als er op Zaturdag den zesthiende deeser lopende maand May ab intestato met ’er dood zyn ontruymd ende nagelaten door den oud commisaris van Sivile en Huwelyke zaken d’ edele Jan van Schoor Willemz:n ten voordeele van desselfs by zyne vooroverledene huysvrouw juffrouw Sophia Magdalena van der Spuij in echt verwekte kinderen, met namen

1) Willem Adriaan oud 24 jaar
2) Maria Aletta Carolina oud 22 jaar
3) Catharina Johanna oud 20 jaar
4) Sophia Margaretha Jacoba oud 19 jaar
5) Marthinus Cornelis oud 18 jaar
6) Alida Johanna oud 14 jaar
7) Magdalena Maria oud 13 jaar
8) Jan oud 12 jaren
9) Johanna Catharina Wilhelmina oud 10 jaren
10) Sebastiana Johanna Maria oud 8 jaren
11) Jacob oud 7 jaren
12) Aletta Catharina Christina oud 5 jaren
13) Meld Jacobus oud 4 jaren

zodanig als het een en ander door ons ondergetekende gecommitteerde Weesmeesteren is g’inventariseerd en opgenomen, en bevonden te bestaan in het volgende

Twee plaatzen ofte hofsteeden genaamd Valkenburg en Liesbeek gelegen in het Kaapsch district aan de Liesbeeksrivier te zamen per rest groot drie en vyftig morgen vyf hondert vyf en negentig quadraad roeden en twaalf quadraad voeten blykens transport in dato 24 April 1793 aan den overledene gedaan
twee stuks land in erf pacht gelegen annex: de evengem: plaatzen groot twaalf morgen
een derde aandeel in den opstal van zekere lenings plaats gen: de Klyne Berg geleegen agter de Kreefte Baay in de Saldanha Baaij , werdende deeze leningsplaats door den overledene in maatschappy bezeten met Meld van der Spuy en Godlieb Andries Willers

Op de eerstgem: eigendoms plaats Falkenburg , Liesbeek

In het woonhuys en aldaar in het

Voorhuys
drie geruyte ophaal gordynen
twee klok lantarens
twee spiegels met notebome lysten
tien schilderyen /in zoort/
twaalf stoelen met kussings
twee stoelen /met leunings/
twee stoelen /met leunings, Japans/
twee tafeltjes in zoort
twee guaredons in zoort
In de voorkamer
twee wit ophaal gordynen
zes stoelen met zwarte vaste zitting
een stinkhoute kabinet met zilver beslag
een tafel
twee klisteer spuyten
een chitse spry
In de gaandery
een geruyte ophaal gordyn
een staande horologie
zes schilderyen in zoort
twee blad tafels
een tafel met een stene blad
twaalf gematte stinkhoute stoelen met 10 losse kussings
een the machine
twee Japanse leuningsstoelen
zes kopere quispidoren /wit/
een klyn Hallis medicyn kistje
een wit kopere vuur tesje
in een glaze muur kasje
een blikke trommel
vier blauwe porcelyne confyt potten en voorts eenig porcelyn en aarde theegoet
een klyne blikke ketel
In de agterkamer n:o 1
twee blauwe geruyte ophaal gordynen
een spiegel met notebome lysten /defect/
vier schilderyen
zes stoelen
een speel tafel
een bureau met laayen en een opstaande kas
een ledikant met roode behangzel
een kadel
twee nagt spiegels
In de agterkamer n:o 2
een ouderwets kabinet
een ledige kist en
een nagt stelletje
In de opkamer
een rode ophaal gordyn
agt oude schilderyen /in zoort/
een zonne wyser en drie zyzen
een geweer rak waarop
een jagt geweer
twee oude stoelen en
voorts in parthy yzer werk gereedschappen en wat romm: in zoort
In de agterkamer n:o 3
vyf oude schilderyen
een tafel
een schryf tafel
een kadel
een dambort
een boeke rak waarop
een parthy boeken /in zoort/
drie stoelen
In de agterkamer n:o 4
een enkeld ledikant
een dubbelde kadel
een stoel
een nacht spiegel
een zadel met een toom
Op de boven voorzolder
twee kisten met wat meel
een ledige kist
een oude coffer
In de bovenkamer n:o 1
agt ledige mudde zakken
twe oude ledige vaten
drie en twintig mudde koorn
een complete veld tent
In de bovenkamer n:o 2
een ouderwetse spiegel
een vierkant tafel
twee ledikanten
zes stoelen
een wasch lampet met zyn bak
twee nagt spiegels
Op de slavenhuys zolder
een koorn harp
een parthy kajate houte planken
een rol kadel
een patent boter karn
zes aarde kannen
vier ploeg kouters
drie melk balys
drie witte water potten
vier cyffer lijen
drie klyne yzere potten
vier veld stoelen
een ledige vat
twee catoen haspels en
voor een parthy romm: in zoort
Op de voorhuys zolder
twee vaten met meel
twee zakken met meel
een parthy meel in een boter vat, behorende het vat aan juff:w Pieterse
twee stukken stink hout voor tafel bladen
een oude visch zegen
twaalf kajate planken /in zoort/
een schepel
twee koorn schoppen
twee en dertig mudden haver
drie en een halfte mudden garst
een buytel kist
een kopere confyt ketel
zesthien kaf zakken
veerthien koorn zikkels
nog vier kajate planken
een parthy oude touw werk
een schildpade zegen
In de keuken
een combuys tafel
een houte was lampet met een houte baly
negen yzere potten
vier yzere schoorsteen kettings
drie yzere drievoeten
twee roosters
vier vleesch vorken
twee pot lepels
een schuymspaan
een vuur tang
twee kopere kook ketels
twee yzere casserollen
een potte bank
twee water halfamen
vier water emmers
een hakke bord met zyn kapmes
een rysblok met zyn stamper
een worst spuyt
twee kopere taarte pannen
een tinne coffy kan met een kopere tesje
een vysel met zyn stamper
een taarte pan
In de despens
een soup terrine
drie porcelijne commen met dikzels
een stel kabinet potten
een theegoed com
twee porcelyne potten
vier en twintig schotels in zoort
een visch bord
zes aarde potten in zoort
agt en zeventig vlakke borden
twaalf diepe borden
twee schink bakken
tien witkoper kandelaars
een kaarse trommel
een lantaarn
een specery trommel
twee brood mandjes
drie slontjes potten
veertig ledige bottels
vier caraffen
twee bocalen
twaalf wyn kelkjes
een en twintig bierglazen en
een parthy flesjes /in zoort/
Op de buyten plaats
twee huys ladders
een grote water vat met een kraan
een grote water vat
een aambeeld
In de buyten provisie kamer
een kelder met ledige vlessen
In de vleesch kamer
een ledikant met wit behangzel
een zadel
een vleesch blok
een ledige kist
negen melk vaatjes
twee balys
een emmer
een yzer balans met 2 kopere schalen
een vuur mand
vier stukken gewigt
een druyve mandje
een hak byl
In een ander buyten vertrek
drie zakken met wat ryst
een rak
een brood mes
twee ledige vaatjes
drie glaze wyn pompen
een oude blikke trommel
twee ledige kasten
een vat met een party koekjes vet
een kasje met spykers
twee aarde potten
twee ledige kelders
In de bakkery
een bak tafel
een bak kist
een bak kist /klyne/
een wasch baly
In een slaven vertrek
zes kopere en een blikke gieter
vyf tuyn harken
drie snoey messen
zesthien ballast manden
zesthien graven
een yzere moker
een houte moker
In het oud koeye hok
een parthy hout werk
In de winkel
drie nieuwe onbeslage ploegen
een speerhaak
een bank schroef
een schaaf bank
een raam zaag
een boom zaag
een schulpe zaag
twee fok swanzen
een hand zaag
een en twintig schaven in zoort
drie bytels
drie boren
twee omslagen
een timmermans dissel
vier smits tangen
zes druyve manden en
voorts een parthy hout en yzer werk /in zoort/
In de paardestal
tien wagen paarden
twee agter tuygen en elf zeeltjes
vier tuygen met koper beslag
een hakzel bank met zyn mes
een kaf zeeft
In het wagenhuys
een tent wagen met rode trype kussens
twee opene paarde wagens
twee opene osse wagens
vyf complete ploegen
drie eggen met yzere tanden
een oude cheas
een car
een grote stink houte balk
een baly
In het varkens hok
agt varkens in zoort
In de kelder
een legger met wyn
drie ledige leggers
een vat met wat azyn
vier halve leggers
twee ledige vaten in zoort
drie scheeps balken
een yzere balans met twee houte schalen en zeven stukken gewigt
vier hout bylen
vier coevoeten
negen en dertig spits pikken
agt plat pikken
een houte tregter
twee emmers
een kopere verlaat kraan
een ledige theer vat
een theer putz en
voorts een parthy romm:
In het kole hok
vyf stinkhoute blokken
vier boter karns
een boter bak
vier coezynen
een parthy oude wielen
een oude brandewyns ketel met desselfs toebehoren
vyf oude vaten
een parthy oude duygen
een parthy yzere hoepels
een parthy steen vormen en
voorts wat houtwerk en romm: in zoort
Op de werf
een metale blok
drie ledige vaten in zoort
In de kraal
negen en twintig trek ossen
een en zestig aanteel beesten
bevindende zich voorts volgens opgaaf by Hendrik Stadeler aan de Saldanha Baay nog een koey en by Jan Mosterd Janzoon een trek os
Beddegoed
agt onder beddens
negen peuluwen
vier en dertig kussens
vyf chitze combaarsen
drie wolle combaarsen
Linnegoed
vyf en veertig servietten
zestig kussen slopen
agt en twintig zo tafel als bedde lakens
Zilver werk
twee schenk bladen
een oly en azyn standaartje
een trek pot
een melk kan
een zuyker pot
een vuur tesje
zes zout vaatjes
een zuyker bus
twee mostaart potjes met hun lepeltjes
twee zoup lepels
vier en vyftig eet lepels
vier en twintig vorken
vier thee lepeltjes
vier confituur vorkjes
eenige stukjes oud zilver
Lijfeigenen
een mansslaaf genaamd Geluk van Mosambicq , zynde een werksjongen
een mansslaaf genaamd Amor van Mosambicq , zynde een werksjongen
een mansslaaf genaamd Goliat van Madagascar , wagenryder, doch oud en afgeleef
een mansslaaf genaamd Job van Mossambicq , beeste wagter
een mansslaaf genaamd Carolus van Mossambicq , beeste wagter
een mansslaaf genaamd Esauw van Mossambicq , wagenryder
een mansslaaf genaamd Louis van Mossambicq , werksjongen
een mansslaaf genaamd Laflute van Mossambicq , groenteverkoper
een mansslaaf genaamd Pieter van Madagascar , wagenryder
een mansslaaf genaamd Bachus van Mosambicq , groenteverkoper
een mansslaaf genaamd Agillis van Mosambicq , groenteverkoper
een mansslaaf genaamd Zederas van Madagascar , melkboer
een mansslaaf gen:d Mandar van Bougies , timmerman
een mansslaaf gen:d April van Bengalen , oud en afgeleefd
een mansslaaf gen:d May van Bougies , beestewagter, oud en afgeleefd
een mansslaaf gen:d Pares van de Caab , wagenryder en melkboer
een mansslaaf gen:d Adonis van de Caab , coetzier
een mansslaaf gen:d Africa van de Caab , wagenryder
een mansslaaf gen:d Constant van de Caab , melkboer
een mansslaaf gen:d Guilliam van de Caab , kledermaker /:vrouwe:/
een mansslaaf gen:d Thellemachus van de Caab , manskledermaker
een mansslaaf gen:d Salomon van de Caab , manskledermaker
een mansslaaf gen:d Piet van de Caab , wagenryder
een mansslaaf gen:d Jonathan van de Caab , werksjongen
een mansslaaf gen:d Francis van de Caab , kok
een mansslaaf gen:d Goliath van de Caab
een slaven jongetje gen:d Apollos van de Caab oud 8 jaaren
een slavin gen:d Roset van Bengalen met haar kint gen:d Salomon van de Caap
een slavin gen:d Pamela van de Caap
een slavin gen:d Rebecca van de Caap
een slavin gen:d Clarenda van Mossambicq
een slaven kintje waarvan de moeder gestorven is, gen:d Thillemachus van de Caab
een slaven kintje waarvan de moeder mede overleden is, gen:d Roset van de Caab zynde een klyn kind van de hier bovengem: Roset van Bengalen
zynde wyders nog tot den boedel behorende de volgende veerthien lyfeigenen waarover door den overledenen ingevolge getuygenis van d’ edeles Cornelis Mosterd, Hendrik Emanuel Blanckenberg, Leopold Heuser, Meld van der Spuy, en des overledenens oudste zoon Willem Adriaan van Schoor by monde zodanig is gedisponeerd dat namentlyk de derthien eerstgem: zonder enige betaling aan de zodanige zyner natelatene kinderen in vollen en vryen eigendom zouden overgaan als by ieder’s naam hieronder is bekend gesteld en dat aan den laatstgem: uit hoofde zyner getrouwe diensten, de vryheid zoude worden gelaten om na eigen verkozing by een van des overledenens kinderen te gaan wonen, zonder immer ofte ooit te mogen worden verkogt, namentlyk
1) David van de Kaap by Willem Adriaan van Schoor
2) Spatie van de Kaap by Maria Aletta Carolina van Schoor
3) Victorie van de Kaap by Catharina Johanna van Schoor
4) September van de Kaap , zoon van Regina, by Sophia Margaretha Jacoba van Schoor
5) Africa van de Kaap by Marthinus Cornelis van Schoor
6) Philida van de Kaap by Alida Johanna van Schoor
7) Doortje van de Kaap by Magdalena Maria van Schoor
8) Robbert van de Kaap by Jan van Schoor
9) September van de Kaap , zoon van Roset by Johanna Catharina Wilhelmina van Schoor
10) Mandar van de Kaap by Sebastiana Johanna Maria van Schoor
11) Thelemachus van de Kaap , zoon van Thelemachus de kledermaker, by Jacob van Schoor
12) Dina van de Caab by Aletta Catharina Christina van Schoor
13) Jephta van de Caab by Melt Jacobus van Schoor
terwijl
14) aan September van de Kaap is de vryheid gelaten, gelyk hier bovengezegt, om by eene der kinderen zyner woonplaats te kiezen
Contanten des boedels
  Rd:s
eene somma van agt hondert twee en veertig ryxdaalders en een en veertig stuyvers zegge 842:41
Inneschulden
    Rd:s
vereffend met meer andere posten den 27 Augustus 1807 van Daniel Brink volgens aantekening per rest van rekening 19:24
voldaan van Hendrik Emanuel Blanckenberg voor kledermakersloon 28:24
  vanTobias Mosterd voor een onbeslagen ploeg /:agterstel:/ 8:--
  van Sybrand Jacobus van der Spuy almede voor een onbeslagen ploeg 20:--
  van de Societeit Concordia wegens contant voorgeschoten penn: volgens onderhandsch bewys gedateerd 24 December 1806 ƒ400 ofte 133:16
  van het Gouvernement voor huur van twee wagens met ossen volgens reekening 120:--
  van Fredrik Kirsten voor 200 hondert gerven garst 5:--
  van Arend Munnik voor kledermakers en schoenemakerswerk volgens 2 rekeningen 5:12
  van de weed: Jan David Storm over verkoop van melk zedert primo deezer maand ƒ[ ..... ]
voldaan den 23 Sept: 1807 van Apolonia Geijer huysvrouw van George Michiel Elser over verkoop van melk zedert primo deezer maand 117:30
voldaan den 9 October 1807 van de weed: Willem Serventyn over kledermakers huur volgens rekening 7:42
Lasten des boedels
    Rd:s
  aan Nicolaas van Es op een schepenenkennis d:d: 19 July 1791 aan capitaal per rest ƒ12000 ofte 4000:--
  met den intrest van dien zedert den 19 July 1806
voldaan den 24 Aug:s 1807 aan Johanna Catharina van Schoor weed: Anthony Barthold Schendelaar op een secretarieele obligatie d:d: 19 November 1791 aan capitaal ƒ4000 ofte 1333:16
  aan de weed: Nicolaas van Wieligh op een onderhandsche obligatie d:d: 5 October aan capitaal ƒ1500 ofte 500:--
  met den intrest zedert den 5 October 1806
voldaan den 15 September 1807 aan Sybrand Jacobus van der Spuy op een onderhandsche obligatie de dato 10 Juny 1802 aan capitaal ƒ4000 ofte 1333:16
  met de renten zedert Juny 1806
voldaan den 15 Sept: 1807 aan evengem: S:J: van der Spuy over geleverde 100 mudden koorn per rest van rekening 433:--
  aan Johannes Smuts op een schepenenkennis d:d: 17 November 1803 aan capitaal ƒ30 000 ofte 10000:--
  met den intrest van dien zedert den 17 November 1806
  aan Johan Adam Neumeister op een onderhandsche obligatie de dato 26 Juny 1805 aan capitaal ƒ6000 ofte 2000:--
  met den intrest van dien zedert den 26 Juny 1806
  aan de volgende der minderjarige kinderen zoo veel den overledene blykens in den boedel gevondene aantekeningen van dezelve in bewaring heeft te weten
vold: van Willem Adriaan van Schoor 699:--
  van Marthinus Cornelis van Schoor 2:6
  van Jan van Schoor 134:22
  van Magdalena Maria van Schoor 31:24

werdende voorts hier pro memorie bekend gesteld

a) dat zich volgens opgaaf van den boedel by den molenaar Matthys van Eysten bevinden twintig mudden zakken met thien mudden koorn en zeven en een halve mudden garst om gemaalt te worden

b) dat de klederen van den overledenen onder desselfs vyf zoons zo veel mogelyk in equale portien by lotingen zyn verdeelt geworden

c) dat al het geen verder tot des overledenens lighaam behoord in voegen bovengemeld almede verdeelt zynde daarvan te beurt gevallen is

aan Willem Adriaan van Schoor een paar goude mauw knopen en een Japans verlakte tobaks doos

aan Marthinus Cornelis van Schoor een zilver drink beker en een goude horologie ketting

aan Jan van Schoor een schut geweer en een zilvere knip beursje

aan Jacob van Schoor drie zilvere knie gespes, vyfthien agate knopen en een zyde geld beurs

aan Melt Jacobus van Schoor een paar zilver schoe gespen en een foliant Bybel met koper beslag

d) dat in gelyker voegen onder des overledenens nagelatene agt dogters zyn verdeelt de praesieusiteiten tot lighaams cieraad van hunlieder overledene moeder gedient hebbende, en dat daarvan te beurt gevallen is

aan Maria Carolina Aletta van Schoor een snoer egte paarlen en een klein zilver plaatje met eenige steentjes

aan Catharina Johanna van Schoor een klyne ring met diamante steentjes en agt diamante steentjes in zilver gevat

aan Sophia Margaretha Jacoba van Schoor en Alida Johanna van Schoor ieder twee en twintig diamante steentjes in zilver gevat

aan Magdalena Maria van Schoor een paar diamante oir crabben

aan Johanna Catharina Wilhelmina van Schoor een goude ring met diamante stenen

aan Sebastiana Catharina Maria van Schoor en Aletta Catharina Christina van Schoor ieder een hanger waarin een en twintig diamante steentjes gevat

alle welke presieusiteiten, klederen, etc: aan de gem: kinderen tot gedagtenis van haar ouderen en ten hunnen gebruike zyn afgegeven

e) dat ook in den boedel gevonden zijn, drie aarde spaarpotten met eenige weinige goude en zilvere specien behorende aan Magdalena Maria, Jan en Jacob van Schoor welke specien als weinig waarde op derzelver verzoek meede aan hen zyn afgegeven

Aldus na gedane ontzeling opgenomen en g’inventariseerd aan de Kaap de Goede Hoop op den 19:e en 20 dag der maand May in den jaare een duyzend agt hondert en zeven, ende zulx op het op- en aangeven van des overledenens in den hoofde deeses gemelde oudste zoon Willem Adriaan van Schoor, geassisteerd door desselfs ooms d’ edeles Cornelis Mosterd, Melt van der Spuy en Sybrand Jacobus van der Spuy, dewelke betuygden zich daarinne ter goeder trouwe gedragen, en hunnes wetens niets verzwegen te hebben van het geene tot den boedel en nalatenschap behoord, bereid zynde zulx des vereischt werdende ten allen tyde met solemnelen eede gestand te doen, onder reserve en met verdere belofte zo wanneer in der tijd iets dienaangaande nader mogte komen te ontdekken, daarvan ter Weeskamer getrouwelyk opgaaf te zullen doen, ten einde in zulk geval deezen inventaris daarmede naar behoren kan worden geamplieerd.

Ten blyke der waarheid is deezen in de tegenwoordigheid van ons gecommitteerde Weesmeesteren ende mij eerste Commis der Weeskamer door den inventarienten eigenhandig ondertekend

Als gecomm: Weesm: W:J: Klerck, G:E: Overbeek

Voor den opgaaf: W:A: van Schoor, C: Mostert d’ oude

Mij present: G:A: Watermeijer, E: C:

Ampliatie - inneschulden
    Rd:s
voldaan van Matthys van Eijsden over boekschuld volgens rekening 115:30
voldaan van de weed:e Storm wegens verkogte melk 126:7
vold: vide ter voren de huijsvrouw van George Michiel Elser wegens verkogte melk 117:30

Ter Weeskamer aan de Kaap de Goede Hoop 20 Julij 1807.

G:A: Watermeijer, E: C:

MOOC8/26.25

{18070213} 13 February 1807 Catharina Elisabeth Mosscher

Inventaris van het geen op Dingsdag den tienden dag der maand February in ’t jaar een duijzend acht honderd en zeeven door Catharina Elisabeth Mosscher gesepareerde huysvrouw van Frans Schermer ab intestato metter dood is ontruymd ende nagelaten ten voordeele haarer hier ondertemelde in twee differente huwelijken verwekte kinderen als

by wylen haren eerste man d [ ..... ] Andriesse met naame 1) Catharina Wilhelmina Andriessen oud 18 jaren
by opgemelde Frans Schermer met name 2) Joel Johannes Schermer oud 8 jaren

invoegen als het een en ander door my onderg:e Adjunct Commis in presentie van getuygen en ingevolge opgaaf van bovengem: Catharina Wilhelmina Andriessen opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande het zelve in als volgt, namentlijk

In een huurhuys van heer David George Anosi
een vierkante tafel
drie tabberts
drie rokken
een hembd
drie paaren kousen
een paar schoenen
Lyfeigene
een meijd gen:t Sara van Mosambicque
Lasten des boedels
  Rd:s
aan den boedel van wylen Johan Adam Sies over huyshuur tot den 15 deeser 15
aan de heer Jan Daniel Karnspek over koop van zuyker p:r rest 50
aan den zilversmit Lotter over koop van een goude ring 6
aan Louis Jourdaan over koop van 1 p:r blaauw gestreept 6

Aldus opgenomen en g’inventariseerd ten huyze voorm:d op den 13 February 1807.

Als getuygen: F: Serrurier, J:N: Rörich

Voor den opgaaf: Catharina W: Andrise

My present: P:E: Faure, Adj:t C:

MOOC8/26.26

{18060401} 1 April 1806 Fredrik Lodewijk Hamerstijn

Inventaris van zodanige goederen als ab intestato met er dood zijn ontruymd ende nagelat door den geweesen lieutenant bij de 2:e Classe Auxeliaire Troupes in dienst van de Bataafse Republicq Fredrik Lodewijk Hamerstijn ten voordeele zijner onbekende uitlandige erffgenamen, invoegen als het een en ander door mij Adj:t Commis zijn opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande alle deese goederen in de volgende, namentlijk

In een huurhuijs van d’ edele Jacobus Johannes van den Berg
een witte schuijf gordijn
drie taveltjes waarvan volgens declaratie van den burger Stephanus Francois Joubert twee aan hem toebehoren die door hem aan den overleedene ten gebruijke is gegeven
thien stoelen, waar van een meede aan opgem: Joubert volgens desselfs getuigens toebehoord van deese stoelen behoorde twee aan Joh:s Matth:s Hertzog, die aan hem ook zyn opgegeeven
een kadel waarop
een bulzak, een peuluw, een kussen en een deken
een bureau waar in
een jas
een slaapcabaaij
twee onderbaatjes
drie broeken
twee p:r laarsen
twee driekante hoeden
twee goud vergulde epoletten
een sabel met een dragon deese zabel aan Joseph de Smith behorende is aan hem ook afgegeeven
een kruijsband
een poederzak
een foederaal met 2 scheermessen
een verlakte tabaksdoos
twee p:r ledere handschoenen
een wit aarde beker
vier wit aarde beker kleinder
een blikke blaker
een blikke tregter
een mes
twee vorken
twee tinne lepels
een karafje
een bierglas
een parasol
twee floretten
een parthij boeken
een kleijne kopere quispeldoor
een blikke waterketel
een houte tabaksdoos
agt Keulse kannen
een nagt spiegel
een waterhalfaam
een driefoet
een vuurtang
een schoorsteenketting
een blikke menage
twee kopere kandelaars
een parthij Keulse kannen
een parthij bouteilles
Crediten des boedels
  Rd:s
aan contanten in dezelven gevonden aan papiere munt 5

Volgens opgaaf van den burger Stephanus Francois Joubert, bevinden zig bij zeekere Steijn van der Velde aan Walendorp de volgende kleederstukken, als

een casimiere baatjes
drie hemden
een paar kousen
een kussen sloop en
een witte zakdoek

Aldus na gedane ontzegeling opgenomen en ingeschrifte gebragt op den 1 April 1806 in presentie van de meede getuigen

Als getuigen: S:F: Joubert, Jan Benecke A:zn

Mij present: P:E: Faure, Adj:t C:

Ampliatie - inneschuld
van het Bataafsch Gouvernement zo veel den overleedenen volgens opgaave gedaan door den majoor Kuchler van het zelve competeerd voor drie maanden gegeeven onderwijs in het cadetten school rds[ ..... ]

Ter Weeskamer den 11:e Aug: 1806.

J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/26.27

{18060610} 10 Junij 1806 Johan Christiaan Weis

Inventaris van zodanige goederen als er op Donderdag den vijfden dag der maand Junij in den jaare een duijzend agt honderd en ses ab intestato met er door zijn ontruijmd ende nagelaten door den boode van s’ Gouvernements Secretarij alhier Johan Christiaan Weis ten voordeele zijner onbekende uitlandige erffgenamen, zodanig als het een en ander door mij ondergeteekende Adj:t Commis zyn opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande alle deese goederen in de volgende, namentlijk

In een gouvernements huijsje annex de Slaven Logie bewoond wordende door de opzigter van de banditen Anthon Rietmulder alwaar den overleedene is gelogeerd geweest

twee spiegeltjes
elf schilderijen
twee taveltjes
vijf stoelen
vier spuw baletjes
een ledikant met wit behangzel waar op
een bulzak
een peuluw
drie kussens
een chitze deeken
vier vogel cooijen met drie kanarievogelen
een glaasen kast waarin
drie lakense rokken
een jas
thien hembden
twaalf broeken
zeven onderbaatjes
twaalf p:r kousen
een tavel laken
een kussen sloop
twee zakdoeken
twee hoeden
vier p:r laarsen
twee p:r schoenen
twee pistolen
een sabel
een blaker en twee snuijters
een kleder borsel
twee damborden met steenen
twee kruijdhorens met een restant kruyd
twee schulpen
een blikke tregter
een blikke tondeldoos
een fiool
een doosje met een vergulde borde schild
een zilvere potlootje
een p:r zilvere kniegespen
een rotting met zilver gemonteerd
een kleijne verrekijker
een foederaal met twee scheermessen
een foederaal met een [scheermessen]
een foederaal met een spiegeltje
een scheerdoosje
twee borseltjes
een potje poemade
twee koekjes schoewax
vyf staale vorken
een buijg tang
twee boortjes
een zak boekje
een blikke doosje
een vergulde zak horologie
een zilvere zak horologie
een schoorsteen ketting
een parthy ledige flessen en bouteilles
een biese sluijtmandje waarin
twee hembden
een broek
twee onderbaatjes
een witte das
een zak doek
twee p:r halve kousen
Lijfeigen
een meijd gen:t Hester van de Caap met twee bij den overleedene verwekte kinderen met namen
Christina en
Christiaan beide van de Caap
over ’t welk slavin tusschen den overleedene en den burger Petrus Michiel Eksteen zeeker proces bij den Raade van Justitie nog ongedecideerde is hangende
Crediten des boedels
  Rd:s
aan contanten in dezelve gevonden 1:2
Lasten
  Rd:s
aan R: Emmers over vier maanden wasloon a 4 rd:s p:r maand 12:--
wordende alhier pro memorie genoteerd dat in den boedels is gevonden twee reekeningen ten behoeve van ’s Gouvernements Secretarij en ten lasten van de volgende, als
de heer Voget als administreerend den boedel van Charl Marais gest: 11:24
de heer Ost groot 10:12
als meede dat zig nog in den boedel bevind een diamant steentje het welke volgens declaratie van voorm: slavin Hester door de huijsvrouw van Petrus Michiel Eksteen tot een present is gegeeven aan haar zoon Andries gen:t en bij den overleedene in bewaaring is genomen

Aldus na gedane ontzegeling opgenomen en g’inventariseerd in presentie van de natenoemenen getuigen op den 10 Junij 1806.

Als getuigen: A: Rittmüller, J:N: Rörich

Mij praesent: P:E: Faure, Adj:t C:

MOOC8/26.28

{18060810} 10 Augustus 1806 Sebastiaan Frans

J:C: Gie

Inventaris van alle zodanige goederen etc:a als er ab intestato door wijlen Sebastiaan Frans met er dood ontruimd en nagelaten, mitsgaders heeden opgenoomen en in waaren weezen bevonden geworden, te weeten

Een huis en erf ten deezen dorpe geleegen
Losse goederen aldaar
agt en twintig halve beestevellen
drie en dertig bokke vellen
vier en twintig voering vellen
vier zoolvellen
agt en twintig vellen
twee aluin vellen
drie en vyftig stevelvellen
twee en twintig raauwe vellen
acht en dertig halve zoolvellen
zes schaapmessen
twee rek eijsers
een bijl
een looijers tang
een graav
een kist
een velle combaars
een kadel
vier broeken
twee batjes
twee hemden
twee doeken
vier paar kouzen
vijf paar schoenen
een paar laarzen
een meerschuimer pijp
een slijpsteen
een bultzak en twee kussens
een pot met traan
twee yzere potten
twee hoeden
een keetel
vijf borden
twee zabels
een rekraam
twee kuip balies
wat bast
een tavel
een bank
Lasten des boedels
  Rd:s
aan den heere A:A: Faure in qualiteyt als vendumeester over drie p:r vendubrieven te zamen 21:2:--
aan den bode Hend:k van As junior over contant verschootene penningen blijkens g’annexeerde bewijzen te zaamen 174:7:2
aan Joseph Lodewyk Muller over koop van een erf 100:--
aan evengen:d Muller volg:s reekening 10:7:--

Aldus gedaan en g’inventariseerd ten zynen woonhuijse in ’t dorp alhier op den 10 Augustus 1806 en de zulx in ’t byweezen van den clercq Johannes Dorotheus Camijn en den eerste gerechtsbode Hendrik van As junior als getuigen

Als getuigen: J:D: Camijn, H: van As junior

A:A: Faure

MOOC8/26.29

{18041105} 5 November 1804 Charlotta Susanna Naude

J: Brand

Copia inventaris van alle zodanige goederen en effecten als ’er door den zig zelve en zijne huisvrouw Charlotta Susanna Naude om ’t leeven gebragt hebbende Adam Tas zijn beseeten geweest en door desselfs stiefvader Johannes Geel senior, koster alhier, zijn opgegeeven, vervolgens heeden opgenoomen en in waaren weezen bevonden zijn geworden, te weeten

een paarde wagen
een buldzak
een combaars
twee kussens
twee koppies en pierings
een bord
een piering
drie leepels
drie vorken
een stang lak
een koopere keteltje
een yzere potleepel
een yzere pot
een stoof
een parthij schoenmakers gereedschap
een paar zilvere gespes
twee zwarte broeken
drie rompjes
een Chinaas linnense boven baatje
twee Chinaas linnense broeken
twee hemden
een zilvere horlogie
drie broeken in zoort
een snuifdoosje
vyf scheermesje
een leege kist
Beestiaal
een rijd paard
twee merrie paarden

De baaten en schulden des boedels zyn den opgeever onbekend

/:onderstond:/

Aldus gedaan en g’inventariseerd ten dorpe Graaffe Reinet op den 5:de November 1804 volgens ’t op en aangeeven van voorsz: koster Johannes Geel sen:r dewelke betuigde hierinne ter goeder trouwe te hebben gehandelt, en niets met zijn weeten versweegen of agter gehouden, verklaarde zig des bereid deeze voorenstaande opgaave ten allen tyde des vereischt werdende met solemneele eede te zullen staaven; met verdere belofte zo iets nader tot den boedel specteerende mogt komen, te ontdecken deezen inventaris daarmeede te zullen amplieeren; en is zulx geschied in ’t byweezen van d’ edele Paul Marée en den gerechts bode J:B: Wiese als getuigen /:was getek:d:/ Johannes Geel /:ter zijde:/ ten overstaan van mij /:was get:/ A: Stockenström, Landd:t /:in margine stond:/ als getuigen /:was get:d:/ P: Maré, J:B: Wiese /:lager:/ mij present /:was get:d:/ Theodorus Müller, Secret:s

Accordeert: Theodorus Muller, Secret:s

MOOC8/26.30

{18060501} 1 Meij 1806 Hercules Botha , Elsje Petronella Fourie

J: Brand

Copia

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als door wijlen Hercules Botha en desselfs nagelatenen weduwe Elsje Petronella Fourie in gemeenschap bezeeten en door eerstgemelde met ’er dood ontruimd en nagelaten zijn, mitsgaders heeden opgenoomen en in waaren weezen bevonden zijn geworden, te weeten

een osse wagen
een tentzijl
een houtbijl
een schaaf
een zaag
een schroefstok
twee raspen
een dissel
een snijmes
een omslag boor
een keetel
een trekpot
twee tinne schotels
vijf tinne borden
seven tinne leepels
vijf vorken
een yzere pot
een boter vaatje
twee emmers
een karn vat
een roer
een strijkijzer
een buldzak
een quart Bybel
een boek
een boter vat
Beestiaal
agt trekossen
vier aanteelbeesten
drie hondert negen en twintig aanteel schapen
twee en vijftig aanteel bokken
een merrie paard

Baten en schulden des boedels zijn onbekend

Erfgenaamen
Philip Rudolph Botha kinderen van ’t eerst bedde met Petronella Christina de Jager
Hercules Botha
Joseph Johannes Botha dit zijn kinderen van ’t tweede bedde met Elsje Petronella Fourie
Theunis Christ:n Botha
Margaretha Aletta Botha
Anna Susanna Botha

/:onder stond:/

Aldus gedaan en g’inventariseerd, ten dorpe Graaffe Reinet op den 1:ste Meij 1806, volgens ’t op en aangeeven van voorn:de Elsje Petronella Fourie dewelke betuigde hierinne ter goeder trouwe te hebben gehandelt, en niets met haar weeten versweegen of agter gehouden; verklaarde zig des bereid deese voorstaande opgave ten allen tyde, des gevraag werdende met solemneele eede gestand te doen, met verdere belofte zo iets nader tot den boedel behoorende, mogt koomen te ontdekken deese inventaris daarmede te amplieeren; en is zulks geschied in ’t bijweese van den gerechtsbode Joachim Barth: Wiese en den burger Joh: Christ: Boshof als getuigen /:was get:d:/ Elsie Petronella Forie weduwe Hercules Botha /:in margine stond:/ als getuigen /:was get:d:/ J:B: Wiese, J:C: Boshof /:lager:/ mij present /:was get:d:/ Theodorus Muller, Secret:s

Accordeert: Theodorus Muller, Secret:s

vide hetzelve den 17 7:bre 1806.

MOOC8/26.31

{18060410} 10 April 1806 Jan Coetzer , Johanna Cloete

J: Brand

Copia

Inventaris van alle zodaanige goederen en effecten als ’er door wijl: Jan Coetzer d’ oude en Johanna Cloete in gemeenschap bezeeten, en door eerstgemelde met ’er dood ontruimd en nagelaaten en op heden opgenoomen, dewelke in waaren weezen bevonden zijn, te weeten

een osse wagen
een paarde wagen met zijn volle toebehooren, defect
eene trektouw
vijf sakken
twee bamboes stokken met sweepen
een zadel met toom
twee kopere ketels
een kopere [ketels] klein
twee tinne schotels
twee tinne borden
een peperdoos
vier lepels
vijf vorken
een tinne theepot
acht zakken
een spiegel
een kopere kandelaar
twee stoelen
twee kisten
vier ijzer potten waarvan een defect
een lantaaren
twee botervaatjes
een ankervaatje
een half ankervaatje
een kopere comfoor, defect
een streng zijlgaaren
een ijzere combuis
een meelzift
een schuimspaan
een emmer
een geweer
een loot lepel, defect
een bijl, defect
een parthij rommelarij
een bultzak
een combaars
een ketel
een tafel
ses paardetuigen
een koekepan
Slaven
een manslaaf gen:d Arie van de Kaap
een manslaaf gen:d Saul van de Kaap
een manslaaf gen:d Africa van Mosambicq
een slavin gen:d Dina van Mallabaar , met haar kind Alima van de Kaap
Beestiaal
ses wagenpaarden
veertien trekossen
negen en dertig anteelbeesten
drie en vijftig aanteelbokken
vierhondert vijf en veertig anteelschaapen
Contanten
  Rd:s
aan contant in den boedel bevonden 253
Baten des boedels
  Rd:s
Jan Coetzee aan geleende penn: debet 100
Nicolaas van der Walt aan geleende penn: debet 100
Dirk Jacobus Coetzee aan geleende penn: debet 100
Abraham Jacobus Coetzee aan geleende penn: debet 100
Schulden des boedels
zijn de wed:we en kinderen onbekend
Erfgenaamen
Huibregt Coetzee, gehuuwd met Ab:m de Clercq
Jan Coetzee
Margaretha Johanna Coetzee gehuwd met Jacobus Pretorius
Maria Jacoba Coetzee gehuwd met Nic:s van der Walt
Maarten Coetzee /:overleeden:/ daarvan zijn de volgende kinderen Hans
Jan Adriaan
Gerrit Jacobus
Anna Maria
Maria
Lacija
Hendrik Petrus
Stephanus
Christina
Christiaan en
Hendrina
wijlen Francina Coetzee gehuwd met Bar:d Buijs, van deese zijn de kinderen Stephanis
Francina
Anna Elisabeth Coetzee, gehuwd met Jac:s Kruger
Johanna Coetzee gehuwd met Jan Basson
Dirk Jac:s Coetzee en
Abraham Jac:s Coetzee

/:onderstond:/

Aldus gedaan en g’inventariseerd ter plaatse gen:d de Tafelberg gelegen agter Rhinocerberg op den 10 April 1806 volgens ’t op en aangeeven van voorsz: Johanna Cloete, wed:we wijl: Jan Coetzee d’ oude, beneevens haare zoonen Jan, Dirk Jacobus en Ab:m Jacobus Coetzee, dewelke gezaamentlijk betuigden hierinne ter goeder trouwe te hebben gehandelt en niets met haar weeten verzwegen of agter gehouden, verklaarende zig des bereid deeze voorenstaande opgaave ten allen tijde des vereischt werdende met solemneele eede te zullen bevestigen, met verdere beloften zo iets nader tot den boedel specteerende mogte koomen te ontdekken, deeze inventaris daarmeede te zullen amplieeren, en is zulx geschied in ’t bijweezen van den burger Coenraad Fred:k Herhold den gerechtsbode J:B: Wiese, als getuigen /:was geteekend:/ dit merk is door de wed:we Jan Coetzee d’ oude eigenhandig geteekend Jan Coetzee, Dirk Jacobus Coetzee, Abraham Jacob Coetzee /:in margine stond:/ als getuigen /:was geteekend:/ Coenraad F:k Herhold en J:B: Wiese /:lager:/ In kennisse van mij /:was geteek:d:/ Theod:s Muller, Secret:s

Accordeert: Theodorus Muller, Secret:s

MOOC8/26.32

{18060514} 14 Maij 1806 Barend van den Berg , Johanna Sophia van Wijk

J: Brand

Copia

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als ’er door wijlen Barend van den Berg d’ oude en mede wijlen zijn huisvrouw Johanna Sophia van Wijk in gemeenschap bezeeten en door bijde gem:de met ’er dood ontruijmd en nagelaaten, mitsgad:s heeden door ’t op en aangeeven van de burger Barend van den Berg Bar:dsz en Jan Albert van Nieukerk J:A:z opgenoomen, en in waaren weezen bevonden zijn geworden, te weeten

De opstal der leeningsplaats gen:d de Doorenburg , gelegen op Sneuwberg
een ossewagen met toebehooren /:defect:/
een platvaatje
een ankervaatje
seventig voet planken
een houte balance met bladen
een kaarnvat met staf
twee aardekannen
agt graaven in zoort /:waarvan eenige defect:/
een ploeg schaar
een partij smits gereedschap
vier avegaa’s
een haak en kram
zeven zeekels
een zak en een pot met theer
een spierhaak
een hamer, tang en knijper
een blaasbalg
een defecte schaafbank
een slijpsteen
een schroefstok
vijf roers
vijf stukken yzer in zoort
een koevoet
een parthij ijzer
een schroef /:defect:/
een partij schaven
een partij timmermans gereedschap
een troffel
vijf bijlen in zoort
vijf zeepformen
twee dissels
een bilhamer
een strijkijzer
een kastje met rommelarij
een pik
een paar kar leere en buik
een wagen buik /:defect:/
twee velle zakken met zout
twee botervaten en een knapzak met zout
twee half ahmen
vijf emmers
een balie
zeven stoelen
een koffijmolen
een broodmes met bank
een tabaksmes met bank
een sluitmantje
een rijsblok met stamper
een emmerbank
een ketel en compfoir /:defect:/
twee ketels in zoort
thien tinne borden
drie tinne schotels
twee potleepels
agt lepels waarvan twee defect
agt vorken
een meelzift
een atjaar pot
een waterpot
een groote schaar
een kooren vork
een asschop
een schepel
een lepelrak
een blikke beker
een ijzere kandelaar
twee kandelaars in zoort, benevens een snuiter waarvan een defect
een mantje met eenige medicijnen
een koorn zift
een leij
een Bijbel
een praedicatie boek
een partij boeken
een borsel
twee schuifdoosjes
vier kisten met wat rommelarij, waarvan d’ eene oud
een beker
twee bedden met combaersen
drie peluwen
seventhien kussens
twee trekpotten
thien bottels in zoort
een bottel terebintein
een vles
twee aarde kannetjes
een partij tabak
een bakkist /:defect:/
een zuiker schaar
een klaptafel
drie emmers bonen
drie emmers erten
een blikke trommel
een aardpot
twee katels
een botervat
een klijn vaatje
een ploeg met toebehooren
een eg /:defect:/
een partij houtwerk
twee sloten
een mantje
drie rakken
een veldstoel
een vleesvork /:defect:/
vijf kommetjes
twee kopjes en drie pierings
vijf zakken en een kooijgoedzak
een omslag met knegten en boorijzers
een veijl
ses ijzere potten in zoort
een rooster
twee rakjes
een hondert vijftig pont vet
een partij rommelarij
twaalf hondert pampoenen
agt mudden en een knapzak met koorn
drie mudden garst
een halfahm met een restant wijn
Beestiaal
derthien ossen
drie beesten
twee ruinpaarden
vijf aanteelpaarden
twee hondert twe en negentig aanteel schaapen
een manslaaf gen:d Lafleur van Mosambicq
een slavin gen:d Catrijn van Mosambicq
Baaten des boedels
Steph:s Venter wegens 27 lb tabak rd:s[ ..... ]
Schulden des boedels
aan Gerrit van den Berg voor 10 lb tabak rd:s[ ..... ]
Erfgenaamen
Alleta van den Berg getrouwd met Dirk Booijzen
Jacobus van den Bergh
Maria Magdalena van den Berg gehuuwd met Fred:k Coenr:d de Beer
Roelof van den Berg
Johannes Nicolaas van den Berg
Adriaan van den Berg gehuwd geweest met Elsje Jacoba Wilhelmina Louw, waarmeede geprocreert twee kinderen, in name Susanna en Adriana
Johanna Sophia van den Bergh gehuwd met Jan Albert van Nieukerk, J:A:tz:, daarbij verwekt twee kinderen in naame Jan Albert en Johanna Sophia van Nieukerk
Barend van den Bergh

/:onderstond:/

Aldus gedaan en g’inventariseerd ter plaatse genaamd de Doornburg , gelegen op de Sneuwberg , op den 14:de der maand Maij 1806 volgens ’t op en aangeeven van voorsz: Barend van den Berg C:sz:, en Jan Albert van Nieukerk, Jan A:tz: de welke betuigden zig hierinne ter goeder trouwe te hebben gedraagen en niets met haar weeten verswegen of agtergehouden. Verklaarende zig des bereid, deeze voorenstaande opgaave ten allen tijde des vereischt werdende met solemneele eede te zullen bevestigen; het verdere belofte zo iets nader tot den boedel specteerende mogt koomen te ontdekken, deezen inventaris daarmeede te zullen amplieeren en is zulx geschied in ’t bijweezen van d’ edele Jac: Steph:s van Heerden en den gerechtsbode J:B: Wiese als getuigen /:was geteekend:/ Barend van den Berg en Jan Albert van Nieukerk /:in margine stond:/ als getuigen /:was geteekend:/ Jacobus van Heerden en J:B: Wiese /:lager:/ in kennisse van mij /:was geteekend:/ Theod:s Muller, Secret:s

Accordeert: Theodorus Muller, Secret:s

MOOC8/26.33

{18070122} 22 Januarij 1807 Jan Daniel Herhold

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als ’er op Donderdag den vijftienden dag der maand Januarij in den jaare onzes Heeren een duijzend acht honderd en zeeven des nademiddags de clokke half zeeven uuren ab intestato metter dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den burger Jan Daniel Herhold ten behoeve zijner hier na te meldene kinderen en kinds kind, als

1) het kind van wijlen zijne dogter Maria Jacoba Johanna Herhold in huwelijk verwekt bij Fredrik Willem Woeke met naame Fredrik Jacobus Woeke oud 5 jaaren
2) Johanna Sophia Herhold gehuuwt met Johannes Jacobus Heijneman
3) Albertus Johannes Henricus Herhold oud 19 jaren
4) Jan Daniel Herhold oud 17
5) Anna Catharina Dorothea Herhold oud 16
6) Geertruyda Johanna Herhold oud 15
7) Abraham Pieter Herhold oud 11, mitsg:s
8) Johannes Jacobus Herhold oud 5 jaaren

en door ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren na gedane ontzegeling opgenomen en in geschrifte gebracht, bestaande die goederen en effecten in de volgende, namentlijk

Een huijs en erf staande ende geleegen in deeze Tafelvalleij in ’t Blok W:W: en aldaar N:o 8 , mitsg:s nog een stukje erfs daar annex in het zelfde blok zijnde een gedeelte van N:o 5

In het voorsz: woonhuys en aldaar

In het voorhuijs
twee geruite ophaal gordijnen
een kloklantaarn
vier schilderijen
een staande horologie
een theetafel
zes stoelen
een rustbank
zes kleine kopere quispedooren
In de kamer ter regterhand
zes spiegels met noteboome lijsten
twee vierkante tafels
twaalf stinkhoute stoelen met roode trijpe kussens
twee guerridons
een lessenaartje
een kleine kopere quispedoor
een handlantaaren
een cabinet met zilver beslag waarin de klederen van den overleedenen
een blikke trommel
een blikke specerijtrommel
In de kamer ter linkerhand
twee geruite ophaal gordijnen
een jalousie mat
twee kleine spiegels
vijf schilderijen
een vierkante tafel
een leuningstoel met roode trijpe zitting
twaalf stoelen met roode trijpe kussens
een lessenaar
een blikke broodbak
twee kleine kopere quispedooren
een guerridon
een gemak stelletje
twee tobaksdoosen
een ledikant waarop
een bulzak
twee peuluwen
elf kussens en
een deeken
een ledikant met wit behangzel en daarop
een bulzak en
een wolle deeken
een schrijf comptoir met zilver beslag, waarin
twee plettit kandelaaren
een plettit olij en azijn standert
een plettit mostert potje
een plettit vischschop
een parthij boeken
een portepé met zilver beslag
een sjerp
een pakje Spaansch groen
een bottel inkt
vijf scheermessen
een olij steen
een snuijf rasp
een tobaks kistje
een duijmstok
een kopere deurslot met zijn toebehooren
een porcelaine zeepdoos
een kleijne verrekijker
een etui
twee kopere slooten
een foudraal met twee brillen
een staale degenhaak
een schaar
een ijvoore brandewijns proever
een Spaanse doos met wat romm:
een brandglas en voorts
eenig rommeling
In de gaanderij
een ophaal gordyn
twee spiegels met vergulde lysten
twee klaptavels
een tavelkast
vier stoelen
een draagstoel
een wit kopere theemachine
twee tinne koffykannen
een tinne keetel
een kopere tregter
twee kopere strijkyzers
vyf kopere kandelaren
een kopere waschbak
een lampet met zijn kom
twee soupterrines
agt schotels
agttien borden in zoort
een porcelaine scheerbekken
een kom
een aarde gorgelet
een aarde gorgelet met zilver beslag
zeeven messen
drie snuijters
een kopere schel
In twee muurkastjes
eenige porcelain en glaswerk
In de keuken
een tafel
twee waterhalfaamen
een broodmes
een kast
een hakkebord
een rystblok
drie balies
twaalf yzere potten in zoort
een rooster
twee yzere leepels
twee schuijmspannen
een aschschop
drie schoorsteen kettings
een wafelyzer
een oblieyzer
een vergiettest
vyf kopere taartepannen
twee kopere poffertjespannen
een kopere zuikerbroodsform
twee kopere castrollen
zes kopere kransen
een kopere rasp
een kopere vergiettest
een kopere vyzel /:defect:/
vier tinne schotels
Op de zolder in het vertrek n:o 1
zes stoelen
een lessenaar
drie schilderijen
In het vertrek n:o 2
een kleine klaptavel
vier oude stoelen
een koorn harp
een scheepel
een sluitmand
een kist waarin
tien rode gordijnen
twee ledige kisten
twee zadels behoorende tot de natemeldene maatschappy tusschen den overleedenen en zijn schoonzoon Heineman
In het vertrek n:o 3
vijf schilderijen in zoort
een vierkante tafel /:defect:/
drie stoelen
een ledikant
neegen glaaze raamen
In het vertrek n:o 4
een kleine klaptavel
elf schilderyen in zoorten
een tavelkast
een verrekijker
een Bijbel met zijn knaap
een ledikant waarop
een bulzak
een kadel en daarop
een bulzak
twee peuluwen en
drie kussens
een kabinet
een stelletje
een schenkblad
een kopere bus
een jagtgeweer, behoorende tot de voorsz: maatschappij
een hoop garst
In het vertrek n:o 5
een ledikant waarop
twee bulzakken
een tavel
een tavel
een ledige kist
een kist met ryst
een zak met ryst
een kopere comfoor
twee kloklantaarns
een porcelaine scheerbekken
vyf kopjes en vier pierings
veerthien schotels in zoort
zes borden
drie ryst pieringjes
een confituur pot
vyf bierglaazen
een kleine karaf
zes messen
twaalf vorken
zeeven Keulse kannen
een kopere konfituur keetel
een kopere ham keetel
twee zakken met veeren
een hoop garst
een hoop koffij boonen in maatschappy behoorende aan den overleedenen en zijn schoonzoon voorm: Heineman
In de stal
een voerkist
twee spannen tuygen
Op de stalzolder
een schaafbank
twee trappen
twee houte raamen, en voorts
een parthij houtwerk en romm:
In het slaven vertrek
twee stoelen
In ’t slagthuijs
twee tafels
twee stoelen
een yzere balans met kopere schaalen /:tot de voorsz: maatschappij behorende:/
elf stukken gewigt
een vleesch blok
drie kapmessen in zoort
twee slagtbanken
een balij
In de kelder
vier maatleggers
twee azijn leggers
twee botervaaten
twee houte tregters
twee confituur potten
drie halfaamen in zoort
een vat met een restant vet /:tot de voorsz: maatschappij behorende:/
een anker
twee groote vleeschbalies
een boterkarn
een botervaatje
een emmer
een groote balance met twee schaalen
zes porcelaine potten in zoort
een platvaatje
een kaarsenbalij en voorts
een parthij romm:
Op de agterplaats
een bolderwagen
een carrewijwagen
een huijs ladder
drie balies
een emmer
Beestiaal
negen wagenpaardens
tien rydpaarden tot de maatschappij van de slagterij behorende
negen honderd agt en dertig schapen
vier en veertig beesten
twaalf kalveren
Lijfeigenen
  Salomon van de Kaap /:op de togt:/
  Adriaan van de Kaap , koetzier
  Manuel van de Kaap , schoenmaker
  Adonis van de Kaap , koetzier
  Adam van de Kaap , steenenvormer en slagter
  Isaak van de Kaap
  Africa van de Kaap
  Joseph van Bougies , groenteverkoper
  Patientie van Bougies , slagter
  Januarij van Bougies , metzelaar
  April van Bougies
  Cesar van Mosambicque /:op de togt:/
  Apollos van Mosambicque /:op de togt:/
  Louis van Mosambicque /:op de togt:/
  Saint Pierre van Mosambicque /:met de vallende siekte behebt, en ter verkoop gezonden naar Coenraad Fredrik Herhold aan den Sneeuwberg woonagtig
  Isaak van Mosambicque
  Primo van Mosambicque
  Mentor van Mosambicque
  Lendor van Mosambicque
  Eri van Mosambicque
  Manuel van Mosambicque
  Februarij van Suratten , kok
  Alexander van Mallebaar
  Laurens van Bengalen
aan Joh:s Heymans bij tauxatie gelaten voor rd:s200 Fortuin van Bengalen , tot de maatschappy van de slagterij behorende
  August van Bengalen , kledermaker /:thands in de tronk:/
  Floris van Bengalen /:fugatief:/
  Fortuin van Batavia
onverkogt gebleven; vide resolutie van den 4 Febr: 1807 Jefta van Bougies /:hoog bejaard zints vier jaren buijtens huijs, en meestal bedlegerig:/
  Silla van Tranquebar /:hoog bejaard:/
  Francina van de Kaap
  Clara van de Kaap met haar kind Philida meede van de Kaap
  Sara van de Kaap met haar kind Alida meede van de Kaap
  Steijn van de Kaap met haare twee kinderen Marthinus en Christiaan beide van de Kaap
  Rachel van de Kaap met haar kind Carolina insgelijks van de Kaap
  Steijn /:de kleine bijgenaamd:/ van de Kaap met haare drie kinderen, in naamen
  Samilia
  Cornelia en
  Daniel , alle van de Kaap
  Silvia van de Kaap /:behept met de vallende siekte:/
  Regina van de Kaap
  Mina van Mosambicque , met haare vier kinderen met naamen
  Arion
  Meyntje
  Casje
  Manielle alle van de Kaap
Goud en zilverwerk
    Loot
een zilvere theebak weegende   114
een schenkblak weegende   73 1/2
een schenkblak weegende   77
een schenkblak weegende   23 1/2
een schenkblak weegende   23 1/2
een schenkblak weegende   35 1/2
een trekpot met zyn blaadje weegende   62
een melkkannetje weegende   20
een zuikerpotje weegende   22
een koelbakje weegende   11
een zuikerbus weegende   24 3/4
twee peperbussen weegende   20 1/2
twee saus potjes met leepels weegende   75
een mostertpotje weegende   9
twee zoutvaatjes weegende   8
twee zoutvaatjes weegende   5 3/4
een tobaksdoos weegende   15 1/2
een tobaksdoos weegende   11 3/4
een soup leepel weegende   15
een soup leepel weegende   13
zeeven eetleepels weegende
vier eetleepels weegende
tien vorken weegende   38
neegen vorken weegende
acht theeleepeltjes weegende   7 3/4
zes confituur vorkjes weegende   4 1/4
een zuikertang weegende   2 1/2
twee vuurtesten weegende   24
een snuyfdoos weegende   3 1/2
een snuyfdoos met paarl d’ amour weegende   4 3/4
een snuyfdoos met goud steen weegende   3 1/2
een snuyfdoos met caret weegende
een p:r schoengespen weegende   5 3/4
een p:r schoengespen in een foudraal weegende 7 1/2
een p:r kuitgespen
twee kuitgespen weegende   2
twee broeksgespen weegende   3 3/4
twee potlootpennen weegende
een pypedop met montstuk weegende
een zilvere zakhorologie
een zilvere zakhorologie met ketting /:defect:/
drie knipbeugels
een bril met een foudraal
een broeksknoop met een agaate steen
twaalf baatjes knoopen
zestien baatjes knoopen met steenen
twee deegens met zilver beslag
een parthij oud zilver
een goud horologie met ketting
een p:r goud kuitgespen
een p:r goud halsgespen
een p:r goud brasletten /:defect:/
een p:r goud handknoopen
vyf goud handknoopen /:defect:/
twee goud oorlietten met diamante steenen
Crediten des boedels
    Rd:s
geboekt aan contanten in differente specien eene somma van neegenhonderd zeeven en dertig rijxdaalders en elf stuijvers, zegge 937:11
beweesen dat voldaan was van den burger Floris Brand over contant geleende penningen blijkens notariëele obligatie de dato 10 Maij 1799 groot aan capitaal drie duijzend guldens Indiasche valuatie ofte 1000:--
  met de renten a 6 pc:t p:r a:o zeedert
beweesen dat voldaan was van Johannes Lodewijk Sertijn over contant geleende penn: blijkens notarieele obligatie de dato 1 Julij 1799 groot aan capitaal vier duijzend guldens Indiasche valuatie ofte 1333:16
  met de renten a 6 pc:t p:r a:o zeedert
  van Helena Alberta Laubscher wed:e Johannes Lambrechts over contant geleende penn: blijkens notarieele obligatie van den 16 Maij 1805 groot aan capitaal vijf honderd vijftig ryxd:s zegge 550:--
word tegengesprooken vide brief van den wed:w Luttig de dato 19: April 1807 van Jacobus Johannes Luttig blijkens onderhandsche obligatie van den 25 April 1784 groot aan capitaal twee honderd ryxd:s zegge met de renten a 6 pc:t p:r a:o zeedert 200:--
voor lange insolvent overleden van Hendrik Tulkers over contant geleende penn: blijkens onderhandsche obligatie van den 20 April 1785 groot aan capitaal twee honderd rijxd:s zegge 200:--
  met de renten á 6 pc:to p:r a:o zeedert
voldaan Augustus 1807 van den secretaris te Graaffe Reinet Theodorus Muller over contant geleende penningen, blijkens onderhandsche obligatie van den 20 September 1806 betaalbaar den 20 September deezes jaars groot aan capitaal agt honderd rijxd:s zegge 800:--
  zonder beding van renten
beweezen dat voldaan is van Manielle van Arabien blijkens onderhandsche obligatie de dato 19 Augustus 1800 groot aan capitaal vier honderd rijxd:s zegge 400:--
  met de renten a 6 pc:to p:r a:o zeedert ult:o Februarij 1801
voldaan van J:J: Greve blykens onderhandsche obligatie de dato 10 August 1799 groot aan capitaal een honderd ryxd:s zegge 100:--
  betaalbaar geweest ult:o December 1799 en dus met de renten zeedert dien datum
voldaan Januarij 1807 van Willem Siewert over koop van een slaaf Basar genaamd, blijkens onderhandsche obligatie de dato 17 October 1806 groot aan capitaal p:r rest een honderd en vyftig rijxd:s zegge 150:--
  zonder beding van renten
Dubieuse inneschulden
    Rd:s
voldaan van den vryswart Frans over boekschuld vide schuldboek n:o 1f 14:--
  van den vryswart Spadilie over boekschuld vide schuldboek n:o 1f
  van de wed:e Johannes Lambrechts over boekschuld, vide schuldboek n:o 1 f:o 65 76:--
  van Josias Brink over huur van een slaaf vide schuldboek n:o 1 f:o 66 108:--
  van Willem Jonas over huur van een slaaf à rd:s8 p:r maand vide schuldboek n:o 1 f:o 70 36:--
  van de heer Kuchler over slavenhuur vide schuld boek n:o f:o 71 7:--
  van ’t Gouvernement over wagenhuur na de Baaij Fals vide schuldboek n:o 2 f:o 24 35:--
  van Henrij Roselt over wagenhuur na de Baay Fals vide schuldboek n:o 2 f:o 24 192:--
J:C: la Harpe op den 6 Maart 1807 ter Weeskamer verklaarde hem den overl: niets schuldig te zijn, en bereid te zyn dit met solemneele eede nader te bevestigen van Jean Charles de la Harpe over vier maanden huur van vier slaven blykens in den boedel gevonden reekening 144:--
aangetoond dat met de overleedenen vereffend is van Joel Daniel Herhold blijkens gevonden aanteekening 975:--
door neevens gem: weduwe Herhold op den 31 Maart 1807 ter Weeskamer bewysen geproduceerd dat deese schuld en nagelatene aan den overl: zijn voldaan van de weduwe H:C: Herhold over als evengemeld 287:--
Desperate inneschulden
  Rd:s
van Hendrik Hurter over contant geleende penn: blykens onderh: obligatie van den 31 May 1794 groot aan capitaal een honderd vijftig rijxd:s zegge 150
met de renten a 1/2 pr:ct p:r maand zeedert

Wordende hier pro memorie genoteerd

1) dat er een maatschappij existeerd tusschen de overleedenen en deszelf schoonzoon Johannes Heineman weegens de slagterij, ingang genomen hebbende met ult:o October 1804 waarvan de reekening nog zal moeten worden geformeerd

2) dat verscheide perzonen volgens declaratie van voorm: Heineman aan die maatschappij nog debet zijn over aan dezelve geleverd vleesch, vet en vellen etc:a waarvan door hem nader opgaaf zal worden gedaan.

Aldus gedaan en g’inventariseerd aan Cabo de Goede Hoop op den 22 en 23 Januarij 1807 ende zulks na ontzegeling en volgens de opgaave van meergeciteerde Johannes Heineman, dewelke verklaarde zig daaromtrent ter goeder trouwe gedraagen en niets met opzet verzweegen of te rug gehouden te hebben, ’t geen tot den boedel behoord, invoegen hij dan ook getuigde de deugdelijkheid zijner opgaave ten allen tyden des gerequireerd wordende met solemneele eede nader te bevestigen, met belofte wijders, zo hierna nog iets mogte worden ontdekt, ’t geen tot den boedel specteerd daarvan als dan getrouwelyk nadere opgaave te zullen doen, ten einde deezen inventaris daarmeede te kunnen amplieeren.

In teeken der waarheid is deezen door den inventarient ende ons ondergetekende gecommitteerde Weesmeesteren, neevens mij Secretaris behoorlyk onderteekend

Als gecomm: Weesm: A:V: Bergh, G:E: Overbeek

Voor den opgaaf: J: Heijneman

Mij present: J:P: Faure, Secret:s

Ampliatie - inneschulden
    Rd:s
  van Martinus Keet over aan hem geleeverd vleesch 421:18
voldaan van Hendrik Berrangé over aan hem geleeverd vleesch 68:18
voldaan van J:H: van Elwen over aan hem geleeverd vleesch 33:30
  van Pieter Marais /:in den duinen woonachtig:/ over aan hem geleeverd vleesch 3:24
afgereekend van Gijsbert van Rheenen over aan hem geleeverd vleesch en vellen 695:26
voldaan van de weduwe Serfentijn over geleeverd vleesch 23:--
vold: van Laurentz Smith over geleeverd vleesch 53:18
vold: van J: von Biehl over geleeverd vleesch 80:20
voldaan van d’ edele G:E: Overbeek over geleeverd vleesch 13:18
voldaan van Jacob Mosterd over geleeverd vleesch 32:46
voldaan van Francois de Nicker over geleeverd vleesch 14:34
voldaan van Andries Brink over geleeverd vleesch 34:4
  van Louis Jourdaan over koop van een paard 40:--
voldaan van Hermanus Staal over aan hem geleeverd vleesch 10:12
bewesen dat niets schuldig is Jan Daniel Disant over aan hem geleeverd vet 20:--
  van de wed:e Lambrechts over aan [hem] geleeverd vet 27:36
voldaan van m:r Davij /:looijer:/ over aan hem geleeverd schapen vellen 180:34
vold: van Andries Grové over koop van een ram en 2 ooijen 12:--
voldaan van de heer Philip Olivier /:de ongehuwde:/ over koop van vier schapen 14:--
in afrekening vereffend van Johannes Heijneman over vleesch aan differente geleeverd die hij aangenomen heeft te betalen 23:6

Aldus door voorsz: J: Heijneman nader ter Weeskamer opgegeeven den 21 Februarij 1807.

Voor de opgaaff: J: Heijneman

Mij present: J:P: Faure, Secret:s

Tweede ampliatie - inneschulden
    Rd:s Rd:s
vold: van Johan Fredrik Veijl voor zesthien hoornbeesten a rd:18 het stuk   288:--
  van de weduwe Johannes Lambrechts blijkens aparte nota voor geleeverde schapen   131:--
voldaan van Jan Jacobs Gerritz: over ontfangene van Jan Heijneman voor reekening van den overleedene blijkens onderhandsche briefje van 11 Januarij   70:--
voldaan van Joh:s August Dryer over contant afgegeevene aan een zyner slaven 5:16
  mitsg:s voor drie jonge ossen 60:-- 65:16
vold: van Jan de Goede /:an den Klipberg :/ voor drie jonge ossen 60:--
  en vier schapen 12:-- 72:--
  van Jan de Goede over geleende rd:s40 en 50 waarvan geen bewijs is gegeeven
voldaan van den ondergeteekende Johannes Heijneman over wagenhuur door hem van de natemeldene volgens zijne eigene opgave voor reek: des boedels ontfangen als
van den manh: Thomas Schoester 8:--
van doctor Hartleij 5:-- 89:--

Aldus door voorm: Heijneman nader ter Weeskamer opgegeeven den 2:e Maart 1807.

J: Heyneman

MOOC8/26.34

{18070914} 14 September 1807 Claas Buijsen

Inventaris van alle zodanige goederen als er op Vrydag den elfde dag der maand September in den jaare onzes Heeren een duyzend acth honderd en zeeven ’s nademiddags omtrend vier uuren ab intestato metter dood zijn ontruijmd ende nagelaten door Claas Buijsen ten behoeve zijner onbekende uijtlandige erfgenaamen, zo als het zelve door my ondergeteekende eerste Commis der Weeskamer ter presentie van de meede geteekende getuijgen is g’inventariseerd en opgenomen, en bevonden te bestaan in het volgende, namentlijk

In een huurhuys van d’ edele Jacob de Villiers Jan Pieterzoon

Op een bovenkamer
een groote kist waarin
neegentien hembden in zoort
zeeven broeken in zoort
twee onderbaatjes
twee laakens
een nagemaakte tjaal
een zakdoek
een buykband van vlaggedoek
twee lappen zwarte vloers
twee oude lakense baatjes
een wolle lange broek
een kastje met een party kuypersgereedschap
drie p:r laarsen
een duymstok
zes p:r schoenen
elf boeken in zoort
een tobaksmes
tien douzein vergulde knoopen
drie oude hoeden
twee borsels
een soldeerbout
een sabel
een ledikant
een ronde tafel
twee vierkante [tafel]
een compositie theemachine
een oude glaazen kast waarin
tien kopjes en pierings
twee bottels zoete olij
een en veertig kelkjes en glaazen in zoort
een oude houte kast
een ledige koffer
twee pijpenrakken
een kast met een party smeerkaarsen
twee stoelen
twee oude spiegels
vyf oude schilderyen
een lessenaar waarin
een foudraal met een paar zilvere mans schoengespen met steenen
een foudraal met een p:r steene oorhangers
een zilvere bootsmans fluit
twee zilvere leepels
vier en twintig zilvere knoopen in zoort
een foudraal met twee scheermessen
een cijffer leij
een zilvere zak horologie en voorts
een party rommeling
Contanten
  Rd:s
aan contanten eene somma van twee hondert drie en vyftig ryxd:s en twee en veertig stuyvers, zegge 253:42
Inneschulden
  ƒ
een assignatie door den geweezen capitein van het Hollandsch koopvaardy schipPieter de Haan in dato 28 Januarij 1806 in behoeve van den overleedene in triplo getrokken op de heer Jan de Charro groot Holl: cour:t 484:6

Aldus na gedane ontzegeling opgenomen en g’inventariseerd op den 14 September 1807.

Als getuygen: J: Serrurier, J:N: Rörich

G:A: Watermeijer, E: C:

MOOC8/26.35

{18071110} 10 November 1807 Johannes Contzulmann

Inventaris van alle zodanige goederen als er op Zondag den agtsten dag der maand November in den jaare een duizend agt honderd en zeeven in de nagt van den neegende daaraan volgende ab intestato met er dood zyn ontruimd ende nagelaten door den geweer-maker van het Wurtembergs Regiment Johannes Contzulman geb: van Lutewiegsburg ten voordeele zyner onbekende uitlandige erfgenamen zodanig als het een en ander door my ondergeteekende Adjunct Commis ingevolge opgaaf van Wilhelm Folkwayn zyn opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande alle deeze goederen in de volgende, namentlyk

Ten huyse van de wed:e van wylen Bartholomeus Breunswaard
een kastje waarin
twee lakense rokken
veertien broeken in zoort
veertien baatjes in zoort
zes hembden
zeeven paren koussen
zes doeken
drie slaapmutsen
een handdoek
een paar laarsen
een paar schoenen
drie bedde lakens
drie kussen sloopen
vyf boeken
een tinne zoutvaatje
een lessenaar waarin
een paar zilvere schoegespen
een paar zilvere kuitgespen
tien zilvere knoopjes
een zilvere zakhorlogie
een goud vergulde horlogie kast
een goud gewigt
twee penne messen met knippers
twee passers
drie trekpennen
een glaazemakers diamant
vyf lancetten
vyf handschroeven in zoort
twee kopere slootjes
een nagel knipper
een pak met vylen en boren
vier brillen
een tabaksdoos
twee kurke trekkers
een kleeder borsel
drie duimstokken
een yvore rottingknop
een schaal
een brandglas
twee horlogieglaazen
een liniaal
een teekendoosje
twee oly steenen
twaalf staart schroeven
zeeven hoefhaken
een ingenieurs teeken instrument
een ledikant met roode behangzels waarop
een veedere bulzak
een veedere mattras
drie kussens
een wolle deeken
een vierkante tafeltje
twee stoelen
dertien geweeren waaronder drie militaire
een defecte buks met drie lopen
zeeventien lopen
vyf laaijen (:oud:)
negen stukken stinkhout tot laayen
vier stang boren
tien defecte pistolen
zestien oude geweer en pistool slooten
twee zabels
twee spanzagen
vier en vyftig vylen in zoort
zeeventien bijtels
vyf omslag booren
twee snymessen
twee beuktangen
twee handzagen
een dril boor
vyf zoldeer bouten
een yzere draaybank
een snyschroef
een moole-yzer
twee koffy moolens
agt koogelvormen
vijf stukken yzer
vier en twintig houte hegten
een zakje met wat aluijn en een party koogels
een koopere kandelaar
een koopere nagtblaker
een spanhout
een kopere pan
een yzere geldkist
een groote ledige kist
een groote ledige kist met oud yzerwerk
een groote ledige kist met oud yzerwerk
een kleine ledige kist met oud yzerwerk
een kleine liqueurkistje
een stuk spiegelglas
zes kopere kolven
een ledere zak
een blaasbalk
een ambeelt
Inneschulden des boedels
  Rd:s
van den timmerman C: Friesleben over werksloon volgens gevondene aanteekening per rest 31:24
van Fredrik Strikker over werksloon volgens gevondene aanteekening per rest 15:24
van Fredrik Wilhelmi over contant geleende blykens een onderhandsch briefje de dato 14 September 1807 7:--
van Voges voor’t repareeren van een rooster blykens reek: 6:--
van den capelmeester van het 83:e Reg:t Wagener over het repareeren van musiek instrumenten 17:--
Lasten des boedels
  Rd:s
aan voorm: wed:e Bartholomeus Bruinswaard over een en een derde maand logies en kost penningen etc:a à 25 ryxd:s per maand 33:18

Aldus na gedane ontzeegeling opgenomen en g’inventariseerd ten huize voormeld op den 10 November 1807.

Als getuigen: Johan Christiaan Waer, J:N: Rörich

Voor den opgaaf: Wilhelm Folkwein

Mij praesent: P:E: Faure, Adj:t Commis

MOOC8/26.36

{18070529} 29 May 1807 Johan Adam Neumeister

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als er op Dingsdag den zes en twintigste deeser lopende maand Maij ab intestato metter dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den burger wykmeester deeser stad Johan Adam Neumeister komende dezelve als erfgenaamen ab intestato te succedeeren te weeten in de eene helft zyner nalatenschap zyne moeder Maria Margaretha Hohin wed:e wylen Johan Heinrich Neumeister woonagtig te Wurtzbach in het graafschap Eberdorff , mitsg:s in de wederhelfte de volgende zyner broederen en het overgebleeven enigste kind van eenen vooroverleedene broeder, namentlijk

1) Johan Heinrich Neumeister woonachtig te Lobenstein onder het vorstendom Lobenstein
2) het eenig nagelaaten kind van wijlen des overleedens broeder Johan Christiaan Neumeister genaamd Johan Adam Neumeister woonachtig te Leutenberg in het vorstendom Schwartzburg en
3) Johan George Heinrich Neumeister thands in deeze colonie remoreerende

zodanig als dezelve nalatenschap door ons ondergetekende gecommitteerde Weesmeesteren ter op en aangaave als in het slot deeser staat te worden vermeld, is opgenomen zynde alle dezelve bevonden te bestaan in het volgende, namentlijk

Een huys en erf staande en geleegen in deeze Tafelvalley in de Boomstraat met de daaragter staande differente gebouwen tot de looyery behoorende, beneevens nog een stukje onbebouwd erfs leggende ten westen van de rosmoolen aan de looyery behorende strekkende aan het open looyers plein en het daarnaast geleegen erf van George Willem Hoppe
twee huyzen en erven staande ende geleegen als vooren in de Boomstraat annex het voorm: huijs en erf
vier huyzen en erven staande ende geleegen als vooren te weeten twee in de Roelandstraat , een in Neumeisters steeg en een in een gang in de Roelandstraat
een huys, pakhuijs en stuk tuin land meede geleegen als vooren in de Roelandstraat neevens aan de evenvoormelde vier huyzen en erven
een huys en erf meede staande in deeze Tafelvalley in de Langestraat in het Blok N:o 20 en aldaar N:o 2

In het eerstgemelde huijs zynde geweest het woonhuys van den overleedene en aldaar

In het voorhuijs
een lantaarn
een staand horologie
een barometer
een vierkante tafel
een roodkopere theemachine
een rustbank en matras
een geelkopere quispedoor
zes ouderwetze stoelen met vaste trype zittings
In de gaandery
een roode ophaal gordyn
een bladtafel
in twee glaaze muurkastjes
zes glaaze kandelaaren
een loode en een blikke trommel
drie plettit zoutvaatjes en voorts
een party glas en porcelainwerk in zoort
In de kamer ter regterhand
twee witte schuyfgordynen met hunne planken
een spiegel met vergulde lyst
een spiegel met vergulde lys kleinder
twaalf gematte stinkhoute stoelen met roode trype matrassen
twee guerridons
zes wit kopere quispedooren
een stinkhoute commode met laaden en zilver beslag
In de kamer ter linkehand
twee geruijte ophaal gordijnen
twee spiegels met vergulde lysten
vyf spiegels met vergulde lysten kleinder
twee theetafels
twaalf stoelen met losse matrassen en geruite overtrekzels
een groote verlakte schenkblad
een stinkhoute bureau met laaden en koper beslag
een cabinet met zilver beslag
een tafel horologie met een orgel spel
In de opkamer
een oude spiegel
tien schilderyen op glas gebrand met zwart lysten
drie vierkante tafels
een mohonihoute toilettafel
een kleine lessenaar
een kleine lessenaar met laaden en opstaankast
een ledikant waarop
een bulzak
een peuluw
drie kussens en
een chitze deeken
in een glaaze muurkastje
een tafel schel behoort niet in den boedel
een kleine koper quispedoortje en voorts
een party boeken en ledige bottels
twee groote schryfboeken
In de kelder
een blikke trommel
een kaarsen bak
een kist met koper beslag
twee [kist] met yzer beslag
een ledige halfaam
een soup terrine
eenige aarde borden
In de combuys
een klaptafel
een combuystafel
drie waterhalfaamen
drie schoorsteenkettings
drie yzere potten
een groote kopere waterkeetel
een koekepan
een ijzere rooster
een ijzere drievoet
een aschschop en vuurtang
een vleesvork
een schuymspaan
een potleepel
een wafelijzer
een groote kopere vynszel met een yzere stamper
een geel kopere coffykan
drie kopere kandelaars
een wateremmer en voorts
eenige aarde potten en rommeling
Op de bovenkamer n:o 1
een dubbelde ledikant met wit behangzel waarop
een bulzak
een peuluw
vier kussens en
een deken
een enkelde ledikant met rood behangzel waarop
een bulzak
een peuluw
drie kussens en
een deeken
twee witte ophaal gordynen
een defecte spiegel
agt defecte schilderyen
In de kamer n:o 2
een ledikant waarop
een bulzak
een peuluw
vier kussens en
een deeken
een gemakstoel
In het vertrek n:o 3
een restant garst
twee ledige kisten
twee vaten zwartzel
een [vaten] met een restant galnooten
twee vaten met een restant erwten
een yzere balance en kopere schaalen
drie ballas manden
een restant aluyn
een kopere glaazen spuit
twaalf bossen rottings
een verlakte theemachine defect en voorts
een parthy ledige bottels, vlessen en wat romm: in zoort
In het pakhuys
twee leggers met wyn
een halve [leggers] met wyn
een legger met een restant wyn
drie ledige leggers
twee ledige halve leggers
een ledige azyn vat
een ledige halfaam
een houte tregter
een kelder emmer
vier kelders met ledige flessen
een ledige kast
twee vaatjes met zwarte verf
een nieuwe dubbelde kouzein met twee deuren
een nieuwe enkelde kouzein met twee deuren
In de stal
twee oude moolen paarden
In de looyery op de agterplaats en in de vertrekken tot dezelve behorende
twee hondert en tagtig voeringvellen
zes hondert veertien bruine bokke vellen
een groote kist met een parthy vellen zynde uitschot
een trommel vel
vier halve huyden zoolleer
zes hondert voering vellen leggende in de bast
zeventig bokkevellen leggende in de bast
tagtig helftens zoolleder in de verf of tweede bast
zeeventig helftens zoolleder /:ongaar:/
vier en vyftig gezoute beestevellen
twee en vyftig gedroogde beestevellen
een hondert helftens zoolleder in kalk
vier bereyde wildepaardenvellen
drie bereyde tygervellen
een bereyde kalfsvel
een en dertig helftens aluyn leeder
vyftig schapenvellen gedestineerd om blankvellen van te maaken
vier hondert en agt witte schaapsvellen
vyf helftens blank tuyg leeder
neegen blank vellen
drie gewikste bokkevellen
zes zwarte bokkevellen
vier zwarte schapevellen
twee en twintig balies kuypen en vaaten in zoort
twaalf schaafmessen in zoort
vyf schaaf boomen
twee groote yzere potten
een groote yzere drievoet
een yzere haak
een scheeps lantaarn
een party looyers bast
een krispel tafel
zes krispel houten
vyf sligtmaanen
een kleine vals bok
vier rekraamen
vier valsen
twintig ledere broeken
vier p:r stevels schagten
vier kisten in zoort
twee oude tafels
een oude lessenaar
een oude stoel
een oude spiegel
een oude geweer
een oude pypenrak
een oude zadel
vier oude emmers
een groote mand
een verfsteen
een oude rak en voorts
een party rommeling in zoort
By de schilder Frijman
een compleete nieuw gemaakte chais
Zilverwerk
een schenkbord
een soupleepel
twaalf eetleepels
Lijfeigenen
een mansslaaf gen:d Pedro van Mosamb: , looyer
een mansslaaf gen:d October van Bougies , oud en afgeleefd
een mansslaaf gen:d Mannel van Mosambicque , looijer
een mansslaaf gen:d Mactjava van Mosambicque , looyer legt gevaarlyk ziek
een mansslaaf gen:d Jacob van Mosambicque , looyer
een mansslaaf gen:d Baggus van Bougies , oud en afgeleefd
een mansslaaf gen:d Mentor van Bougies , looyer
een mansslaaf gen:d Ontong van Bengalen , metzelaar
een mansslaaf gen:d Jan van Bengalen , kok zieklijk
een mansslaaf gen:d Francois van Mallebaar , manskledermaker
een mansslaaf gen:d April van Mallebaar , oud en afgeleefd
een mansslaaf gen:d Josie van Mosambicque
een mansslaaf gen:d Cammies van Mosambicque , legt thands ziek
een mansslaaf gen:d Januarij van Mosambicque
een mansslaaf gen:d November van Mosambicque , almeede ziek
een mansslaaf gen:d Isaak van de Kaap oud 22
een mansslaaf gen:d Pedro van de Kaap oud 20
een mansslaaf gen:d Daniel van de Kaap oud 23
een mansslaaf gen:d Willem van de Kaap oud 10 jaren
een mansslaaf gen:d Alexander van de Kaap , circa 5 jaaren oud en is thands ziek
een slavin gen:t Silvia van Batavia , hoogbejaard
een slavin gen:t Margariet van Mauritius , oud en afgeleefd
een slavin gen:t Andrietta van Bengalen met haare twee kinderen Jefta en Tyfje beide van de Kaap
een slavin gen:t Mariana van Mosambicque , legt gevaarlijk ziek
Contanten des boedels
    Rd:s
geboekt een sommetje van agt rd:s en vyf en twintig stuyvers 8:25
Inneschulden
    Rd:s
  van Jacobus Arnoldus van Reenen op een onderhandsche obligatie de dato 18 April j:l: betaalbaar geweest medio deeser 600:--
  met de renten van dien zeedert de datum der obligatie
voldaan den 12 Aug:s 1807 van Christiaan Bossert op een onderh: briefje gedateerd 16 May 1806 betaalbaar ter eerster aanmaning 200:--
den 20 November 1807 voldaan met de renten van Paulus Abraham Poupart op een not: obligatie de dato 22 Augustus 1805 rentende a 1/2 pc:to p:r m:d, zeedert p:mo September 1805 aan capitaal ƒ5000 ofte 1666:32
  zynde niet genoteerd of hierop eenige renten betaald zyn
voldaan van Paul Urrij op een not: obligatie d:d: p:mo September 1806 aan capitaal 1800:--
  met de intrest van dien zeedert gem: datum a 1/2 pc:to p:r maand
voldaan den 30 October van Phillipus Bernardus Wolfaart d’ jonge op een notarieele obligatie de dato 23 Nov:br 1804 aan capitaal 1000:--
  met de renten van dien zeedert medio Nov:br 1805 a 1/2 pc:t p:r maand
voldaan den 20 October van evengemelde Phillipus Bernardus Wolfaart over boekschuld volgens schuldboek fol:o 12 10:36
voldaan den 9 Dec:br 1807 van Joost Hendrik Hoppe op een onderh: obligatie de dato 20 Julij 1792 aan capitaal 300:--
  met den intrest van dien zeedert den 20 Julij 1801
1807 Octb:r 16:e in mindering betaald rd:s200 voldaan den 9 Dec:br 1807 van denzelven Joost Hendrik Hoppe over boekschuld blykens schuldboek fol:o 140 340:44
vold: van Willem Anthonij Palm op een not: obligatie de dato 25 May 1805 aan capitaal 1000:--
  met de renten van dien a 1/2 pc:t p:r maand zeedert gem: datum
vold: van evengem: Willem Anthonij Palm over boekschuld volgens schuldboek f:o 66 1:24
vereffend van den thands meede ter Weeskamer g’administreerd werdende boedel van wylen Jan van Schoor W:zn op een onderh: obligatie de dato 26 Junij 1805 aan capitaal 2000:--
  met de renten van dien a 1/2 pc:to p:r m:d zeedert 26 Juny 1806
  van de Societeit Concordia volgens onderhandsch bewijs van den 12 November 1806 ƒ400 of 133:16
  van evengemelde Societeit Concordia weegens door de overleedene voor reekening van dezelve gedane verschotten volgens specificque reekening door de overleedene daarvan geformeerd 175:24
voldaan den 22 Oct:br 1807 van Johannes Cornelis Herts op een onderh: obligatie de dato 23 April 1806 spruytende over koop van een slavin Spatie van de Kaap p:r rest 200:--
  van Johannes Cornelis Herts over boekschuld fol:o 146 10:12
  van Carel Fredrik Pohl op een onderh: obligatie de dato 13 September 1805 aan capitaal 3716:9
  met den intrest van dien a 1/2 pr:ct p:r m:d zeedert gem: datum
  van evengemelde C:F: Pohl over boekschuld blykens schuldboek f:o 130 1449:--
deese schuld met een Weesm: kennis vereffend en de renten voldaan tot den 30 October 1807 van Lodewyk Lindeman op een custingbrief de dato 8 April 1800 p:r rest aan capitaal ƒ8000 ofte 2666:32
  met de intrest van dien a 1/2 pc:to p:r maand zeedert p:mo Januarij deezes jaars
  van G: van den Burgh over boekschuld volgens schuldboek fol:o 24:18
  van Jacobus Slabbert volgens schuldboek fol:o 3 30:--
voldaan den 18 Sept: 1807 van David Krynouw volgens schuldboek 12:36
voldaan den18 Sep: 1807 van Albertus van Jaarsveld volgens schuldboek fol:o 4 57:12
  van Johan Fred:k Wilhelm Smith volgens schuldboek fol:o 5 36:36
vold: den 24 Sept: van Albertus Laubscher Nic:szn volgens schuldboek fol:o 6 18:--
  van Joh:s Jac:s de Goede volgens schuldboek fol:o 7 17:42
  van Johan Hendrik de Grys woonagtig aan de Potteberg volgens schuldboek fol:o 8 13:12
  van Nicolaas Smith volgens schuldboek fol:o 15 20:6
vold: den 20 Aug:s 1807 bevonden niet meer debet te wesen als rd:s50 van Daniel Morkel volgens schuldboek fol:o 17 57:--
  van Christiaan Coens volgens schuldboek f:o 18 p:r rest 6:24
  van Jan van Lindebaum volgens schuldboek f:o 18 25:--
  van Carel Muller volgens schuldboek fol:o 21 26:--
  van Hendrik Behr volgens schuldboek 6:--
  van schoolmeester Eberveld over boekschuld volgens schuldboek fol:o 25 6:12
voldaan van Hend:k Andreas Truter d’ oude over boekschuld fol:o 26 7:--
vold: van Philip Morkel over boekschuld fol:o 27 p:r rest 25:6
  van Jan George Siemsen over boekschuld f:o 29 1:24
  van Frans Sadi de jonge over boekschuld fol:o 30 p:r rest 48:12
vereffend ultimo Julij 1807 met rd:s29:38 van Fredrik Siebert over boekschuld fol:o 32 40:36
  van August Degenhart over boekschuld fol:o 33 p:r rest 97:24
  van Jacobus de Jongh over boekschuld fol:o 34 p:r rest 5:30
  van Jacob Seeberg over boekschuld fol:o 38 35:--
den 29 January in mindering betaald rd:s36:1 van Andries Groeneboom over boekschuld fol:o 41 p:r rest 64:6
  van de zadelmaker Pieterse over boekschuld f:o 44 p:r rest 4:12
voldaan den November 1807 van Johannes Gysbertus van Reenen over boekschuld f:o 55 83:--
  van Godfried Munnich woonagtig by Christiaan Gulsing over boekschuld volgens schuldboek fol:o 59 165:36
vold: van Willem Morkel over boekschuld volgens schuldboek fol:o 63 15:--
vold: October 1807 van Jan Kilian junior over boekschuld volgens schuldboek fol:o 80 63:36
  van Fokke Hendriks s:n over boekschuld volgens schuldboek fol:o 81 18:--
vold: van Johan Christiaan Ritter over boekschuld volgens schuldboek f:o 84 p:r rest 82:24
  van Fredrik Kirsten Willemsz:n over boekschuld volgens schuldboek fol:o 85 35:36
vold: van Lambertus Johannes Colijn over boekschuld volgens schuldboek fol:o 86 14:36
  van Jacobus Johannes Vos over boekschuld volgens schuldboek fol:o 90 64:24
  van de wed:e Samuel Anthony Walters over boekschuld volgens schuldboek fol:o 92 33:12
vold: den 1 Feb:y 1807 van Dirk Snibbe over boekschuld volgens schuldboek fol:o 92 11:--
  van Isaac de Vlamingh over boekschuld volgens schuldboek fol:o 104 14:--
voldaan van Marthinus Roedelof over boekschuld volgens schuldboek fol:o 110 29:24
vold: van Frans Scholtz over boekschuld volgens schuldboek fol:o 111 30:--
voldaan Oct:br 1807 van Pieter Henkes over boekschuld volgens schuldboek fol:o 121 200:--
voldaan den 18 Sept: 1807 van Adriaan van Jaarsveld aan Ribeeks Casteel over boekschuld volgens schuldboek fol:o 122 8:36
  van Laurens Konkel, zadelmaker op Graaffe Reinet , over boekschuld volgens schuldboek fol:o 124 98:--
voldaan van Berning de zadelmaker over boekschuld volgens schuldboek fol:o 125 59:--
voldaan den 2 September van Christoffel Greefrath over boekschuld volgens schuldboek fol:o 131 19:24
  van Jacobus Bierman over boekschuld volgens schuldboek fol:o 134 39:--
vold: de 16 Nov:r 1807 van Thomas Marthinus Schoester over boekschuld volgens schuldboek fol:o 137 135:36
vold: den 25 Aug:s 1807 van Cornelis Mosterd d’ oude over boekschuld volgens schuldboek fol:o 138 52:--
vold: van Jan Hendrik Muller over boekschuld volgens schuldboek fol:o 139 13:--
den17 Sept:br 1807 in mindering betaald rd:s112 van Willem Behof over boekschuld volgens schuldboek fol:o 141 p:r rest 259:24
  van Jacobus Bosman aan de Bottelary over boekschuld volgens schuldboek fol:o 143 61:--
voldaan van Jan George Silip over boekschuld volgens schuldboek 7:6
  van doctor Akkerman over boekschuld volgens schuldboek 5:--
  van doctor Martin over boekschuld volgens schuldboek 9:24
vold: van doctor Hardley over boekschuld volgens schuldboek 5:12
voldaan van Coenraad Luyt over boekschuld volgens schuldboek 27:--
  van Johannes Blesser over boekschuld volgens schuldboek fol:o 144 0:36
voldaan van de jonge juffrouw Anna van Blerk over boekschuld volgens schuldboek 2:--
voldaan den 2 January 1808 van de wed:e Jan Rommel over boekschuld volgens schuldboek fol:o 144 2:36
vold: den 24 Sept: van Hermaus Köbert over boekschuld volgens schuldboek 5:12
  van Hendrik Pepler over boekschuld volgens schuldboek 3:--
  van Jan Radyn over boekschuld volgens schuldboek 4:24
voldaan 16 Oct:br 1807 van den veldcornet Coenraad Greibe over boekschuld volgens schuldboek 6:--
  van den provoost Marshal Henshaw over boekschuld volgens schuldboek fol:o 145 2:--
  van Wagenaar /:boode van de laade:/ over boekschuld volgens schuldboek 48:30
voldaan van Manuel Joan Oliveira over boekschuld volgens schuldboek 2:24
vold: van juff:w de wed:e Osiander over boekschuld volgens schuldboek 1:24
vold: van Rogier van Blerk over boekschuld volgens schuldboek 6:36
vold: den 22 October 1807 van Jacob Hoofd over boekschuld volgens schuldboek fol:o 145 14:24
vold: den 17 October 1807 van J:G: Voorman over boekschuld volgens schuldboek fol:o 146; nota, vide verder hieronder by dubieuse schulden 36:--
voldaan den 6 July 1807 van Johan Godfried Boonatz woonagtig aan Genadedal over boekschuld volgens schuldboek fol:o 146 30:--
vold: den 22 July 1807 van Hermanus Redelinghuijzen over boekschuld volgens schuldboek 15:--
  van Fredrik Arnold Heineman over boekschuld volgens schuldboek 7:--
vold: den 5 Aug:s 1807 van Jan Albregt Dell over boekschuld volgens schuldboek 7:--
vold: den 22 Oct:br 1807 van Marthinus Diver over boekschuld volgens schuldboek 24:--
  van Willem Hendrik Theunisse over boekschuld volgens schuldboek 3:--
  van Willem Jan Klerk over boekschuld volgens schuldboek 3:24
  van lieut: Renwick adj:t van het 72 Reg:t Inf: over boekschuld volgens schuldboek f:o 147 12:--
voldaan den 4 December 1807 van de wed: Willem van Reenen over boekschuld volgens schuldboek fol:o 147 7:24
  van Simon Friedrik de Jager over boekschuld volgens schuldboek 10:--
heeft bewijs vertoond dat aan den overleedenen voldaan heeft - W: van Marthinus Laurens Neethling over boekschuld volgens schuldboek 37:24
voldaan van George Fredrik Henning over contant geleende penningen volgens aanteekening - Nota: Staande by de boeken van den overleedene op fol:o 36 nog eene reekening open met gem: Henning dog heeft denzelven gedeclareert van tijd tot tijd en wel het laast in de jongst afgeweekene maand April met den overleedene over ende weder hunne openstaande zaaken te hebben vereffend, ook heeft denzelven door de productie van zyn reekening courant boek doen blyken op latere datums met den overleedene te hebben afgereekend en p:r saldo nog contanten te hebben ontfangen 100:--
Dubieuse en desperate inneschulden
    Rd:s
  van Christiaan Welman p:r rest van reekening volgens schuldboek fol: 15 152:36
vold: den 8 Dec:br 1807 van Louis Gressé p:r rest van reekening volgens schuldboek fol: 20 38:12
  van Godfried Fabricius zo op een onderh: schuldbekentenis de dato 13 Maart 1798 als over boekschuld volgens schuldboek fol:o 23 p:r rest 251:33
  behalven de op de schuldbrief onbetaalde renten
  van Christiaan Pieter Brandt volgens geformeerde rekening 40:--
  van Ignatius Rautenbach volgens geformeerde rekening 6:24
  van den onderschout Fred:k Schiller volgens door de overl: geformeerde reek:g 64:24
  van P:J:E: Kantze op een onderh: briefje gedateerd 29 Maart 1793 50:--
  van J:B: Joseph almeede op een onderh: briefje gedateerd 28 Februarij 1803 betaalbaar by zyn terugkomst van Betavia 30:--
  van A:G: van Kervel volgens aanteekening 0:24
  van Frans Smit de jonge volgens aanteekening 36:36
vold: den 17 October 1807 van J:G: Voorman volgens briefje gedateerd 18 Dec:br 1805 42:--
  van den insolventen boedel van wylen Carel Gustaaf von Bratt op een onderh: obligatie de dato 25 Augustus 1796 aan capitaal 262:25
  met de renten zeedert den 12 November 1796
  van de wed:e van wylen den capitain militair Marth:s Adrianus Bergh over het bedragen eener geprotesteerde wissel met de renten en kosten 182:15

Zynde volgens zeekere in den boedel gevonden door de heer Egbertus Bergh geschreeven briefje daar voor in de maand Junij 1806 aan den overleedene een andere wissel verleend op den heere Bisschoff in Den Haage waarvan egter geen verder blyk in den boedel is gevonden

Zynde wijders volgens twee in den boedel gevondene aanteekeningen door den overleedene op den 16 Maart 1801 met het Engels schipin maatschappij met de heer Constant van Nuld Onkruijdt en m:r James Reed verzonden 2260 p:s Buonas Ayres ossehuyden en voor alleenige reekening 902 lb Brasilien hout, alles geconsigneert aan William Reed te London omme door denzelven voor reekening van de eygenaar per vendutie te worden verkogt, edog blykt by zeekere missive door Edward Coxe du Meijlon en C:o in dato 20 October 1802 van London aan A:J: Jurgenzen te Hamburg geschreeven dat gem: William Reed gefaileerd hebbende, desselfs boedel zig in de allerslegste staat bevind en gevolglijk deeze pretensie beswaarlijk iets te wagten is.

Lasten des boedels
    Rd:s
voldaan aan Diacony Armen der Herformde Gemeente deeser plaatze op een scheepenen kennis d:d: aan capitaal ƒ2000 ofte 666:32
  met de intrest zeedert 7 Aug:s 1806
voldaan aan Diacony Armen der Herformde Gemeente deeser plaatze op een scheepenen kennis de dato aan capitaal ƒ2000 ofte 666:32
  met de intrest zeedert 8 Aug:s 1806
voldaan aan Diacony Armen der Herformde Gemeente deeser plaatze op een scheepenen kennis de dato aan capitaal ƒ2000 ofte 666:32
  met den intrest zeedert 22 Aug:s 1806
voldaan aan de Weeskamer deezer steede op een weesm: kennis de dato aan capitaal ƒ5000 ofte 1666:32
  met den intrest van dien zeedert p:mo Januarij deeses jaars
voldaan aan Johan Georg Schindehutte aan capitaal ƒ13000 ofte 4333:16
  waarvan de renten vereffend zyn tot den 15 Juny deeses jaars
voldaan aan Johan Christiaan Frömke aan capitaal ƒ2400 ofte 800:--
  met de renten van dien zeedert pr:mo Februarij deeses jaars
vold: aan evengemelde J:C: Frömke over 4 jaaren en 1 maand te goed hebbende knegts gagie à 6 rd:s p:r maand p:r rest 253:36
voldaan aan Carel Fredrik Wagenaar op een onderh: obligatie de dato aan capitaal 200:--
  met de intrest van dien zeedert 22 September 1806
voldaan October 1807 aan Johan George Heinrich Neumeister op twee onderh: briefjes zonder beding van intrest 1200:--
aan evengem: Neumeister over 5 m:d te goed hebbende gagie zeedert pr:mo January tot ult:o May deeses jaars à 25 rd:s per maand 125:--
voldaan October 1807 aan Nicolaas van Blerk almeede over 25 maanden te goed hebbende gagie gereekend tot ult:o May deeses jaars gereekend à 25 rd:s p:r m:d 625:--
voldaan aan Andries van Sittert als in huwelijk hebbende Catharina Wilhelmina Maria Henning over zo veel aan desselfs evengemelde huysvrouw competeerd p:r rest van haar vaderlijk bewys en als nog in den boedel berust 2413:16
belast aan Michiel Jan Smuts als in huwelyk Anna Rosina Henning over zo veel dezelve zo uit hoofde als evengemeld als over boekschuld uit den boedel competeerd 70:8
afgeschreeven aan den ter Weeskamer g’administreerd werdende boedel van wylen Christina Petronella Henning over zo veel dezelve almeede weegens haar vaderlyk bewys aan deezen boedel te goed heeft 4666:32
aan evengem: boedel van wylen C:P: Henning weegens het restant der kooppenn: van zeekere aan haar toebehoord hebbende en door de overleedene verkogte slavin gen:t Spatie van de Kaap 312:--
  aan Johan Eringfried Henning weegens desselfs nog in den boedel berustende vaderlyk bewys ƒ14000 ofte 4666:32
  aan evengem: J:E: Henning zo veel de overleedene volgens gevondene aanteekening van desselfs spaarpot penningen heeft gebruikt en dus aan hem uit den boedel moet worden gerestitueerd, te weeten: twee goude Johannessen, vier goude guinees, twee goude rupyen, twee zilvere keyzerdalders, een zilvere Fransche kroon
voldaan aan den aanspreeker Petrus Keeve op een reekening van onkosten aangewend tot de begravenis van wylen Christina Petronella Henning die de inventarienten betuijgen dat de overleedene aangenomen heeft uyt zyn privé beurs te zullen betalen 284:24

Aldus opgenomen en g’inventariseerd op den 29 en 30 May, mitsg:s 1 Juny 1807 aan de Kaap de Goede Hoop ten sterfhuyse van den overleedene ende zulks op het op en aangeeven van zijne met hem in gemeenschap van goederen gehuuwd geweest zynde en thands overgebleevene weduwe Catharina Cornelia van Blerk meede van George Fredrik Henning, Andries van Sittert en Michiel Jan Smuts Ad:zn zoon en schoonzoonen van evengemelde weduwe Neumeister en eindelyk van des overleedenens by hem woonagtig geweest zynde broeder Johan George Heinrich Neumeister, dewelken alle te zamen en ieder in het byzonder betuygden zig daarinne ter goeder trouwe gedragen, en hunnes weetens niets verzweegen of agtergehouden te hebben van al het geen tot den gemeenschappelyken boedel en nalatenschap behoord, bereid zynde, zulks in dien het gevorderd mogte worden met eeden nader gestand te doen, onder reserwe nogthands en met verdere belofte zo wanneer zijlieden in der tyd iets dienaangaande nader mogten komen te ontdekken, daarvan als dan ter Weeskamer opgaaf te zullen doen, ten einde in zulk geval deezen inventaris daarmeede naar behooren kan worden g’amplieerd

Ter bevestiging der waarheid is deezen beneevens ons gecommitteerde Weesmeesteren ende mij Eerste Commis der Weeskamer door de gezamentlyke inventarienten eigenhandig onderteekend

Als gecomm: Weesm: A:V: Bergh, G:E: Overbeek

Voor den opgaaf: C:C: ven Blerk, de wede Nym:, G:F: Henning, A:s van Sittert, W:J: Smuts, Johann Georg Heinrich Neumeister

Mij present: G:A: Watermeijer, E: C:

Op heeden den 1 Juny 1807 compareerde voor ons ondergetekende gecommitteerde Weesmeesteren vaceerende tot de inventarisatie de gemeenschappelyken boedels van wylen Jan Adam Neumeister en des selfs overgebleevene wed:we Catharina Cornelia van Blerk, George Fredrik Henning en Johan George Heinrich Neumeister, dewelke verclaarden te hebben nagezien en opgenomen zodanige vellen als zig thands in het kalk leggende bevinden en in de bovenstaande inventaris des boedels met zijn begreepen, verzoekende dat deezen inventaris met het getal desselve het welk volgens hunne declaratie bestaat uit

een duyzend zes hondert tagtig schapenvellen en
agttien kalfsvellen

mogten worden g’amplieerd

Waarvan dus in conformiteit van dien deeze acte van ampliatie is geformeerd

Als gecomm: Weesm: A:V: Bergh, G:E: Overbeek

G:F: Henning, Joh: Georg Heinrich Neumeister

Mij present: G:A: Watermeijer, E: C:

Bij de wed:e Neumeister te verkopen voor reekening des boedels van wijlen Jan Daniel Herhold

een slaaf gen:d Cezar van Mosambicque
2 paarden
2 zadels
1 trens
5 geweers
120 schapen
2 beesten

Voor reek: des boedels van wijlen Helena Sophia Basson wed: And:s Gobrechts

een slaaf Daniel van de Kaap , coetzier
een slaaf Lea van de Kaap

Voor reek: des boedels van wijlen Lijda Dorothea Jansse wed: Diederik Andreas Koller

een slavin gen:t Philida van Mosambicque

MOOC8/26.37

{18070907} 7 September 1807 Jeanne Magdeleene Sinons

Inventaire des effects de Madame Jeanne Magdeleene Sinons Colignon decedée au Cap de Bonne Esperance a 6: du mois de Septembre 1807

Une grande malle contenante
en argent contant 45 rxd:
une sharole rouge de soie neuve
une amazonne de casemire bleue
sept foureaux
douze draps de lit au 3/4 usien
six juppes blanches
treize chemises pour femme
une monehoir shawle de soie
quatre monehoir shawle de cotton
dixhuite monehoirs en sorte
trois paires de poches
douze serviettes
six teste dareiller
douze paires de bas en sorte
trois paires de sochons
sept serrei teste
une trouse avie 4 rasoirs et une pair de eiscan
quinze chemises d’ homme
quatre caleons d’ homme
deux peignoirs
deux robes de chambre
un rodingotte
un habit noir
deux cullottes noir
une veste noir
six gillet en sorte
douze colles d’ homme
un chapeau rond
un petit coffre contenant
vingt et quatre livres en sorte
cinq paires de soulliers neuf pour femme
un goblet
quatre petits pots avec un peu de medicine
deux petits flacons
une boite avec quelques rubans et un peu de soci
une caise avec septs chapeaux pour femme
et trois portefeuilles
une boite cont:nt 9 evantailles et 15 pieces ou couts de rubans
une boite avec quelques cordons, boncles dacier, epingles, etc:a
une boite avec six perruques
une boite avec des boutons de soci en sorte
six panniers en sorte
cinq petit rideaux de fenestre
une boite de carton avee quelques monelles de boutons
et quelques bongies
deux Vien parrasols
une petite boite avee une epingle et un dé
une caise de chagrin avec un couteau
deux malelats
deux consins
deux convertes de lit
un bidet complet avec sa seringue
trois portraits des les enfans
une paire de bonele d’orreille en or
une bagne en or
un ecritoire et trois canifs

Cap de Bonne Esperance a 7 du mois de Sept:r 1807.

Ch:tn van Helslandt, J: Martin, J:n Desvages

MOOC8/26.38

{YYYY} [ ..... ] Simon Frederik Akkerman

Het is de inboel van den overleeden burger Simon Frederik Akkerman het geen na zijn afsterven is besigtig en gevonden en present van den ondergetekende getuijge

aan kontante drie en sestig rijxd: en vier schelling - de contante zyn meede nog onder berusting van de wed: van de overledene volgens zeggen van Jan Daniel Opperman
een oude oorloogie
een paar schoegespes
een paar knie gespes
zeeventien hand en baatjes knoope
een kist
vijf hemde en tien slaapmutse
ses broeke
vijf baatjes te zamen met de kamisool gerekent
zeven neusdoeke, twee handoeke
twee halve halsdoeke
een jas, twe brille, twee pennemesse
een schuijfdoosie
een sneijder schaar, een parseijster
een hoed, een leij
twee boeke
een scheermes
vijftien rijxd: uitstaan geld
een weijnig Africaanse tobak
een paar schoenen
een bottel, een Keulse kannetje
een bed, naamentlijk bulsak, peul, drie kussens
een oude kombaars, een katel, een kabaij
zaal, toom, een zambok

Als getuijgen: Roelof v:d: Merwe, Veldcornet

Johannis Marteinis de Wet, Carel J:s du Plesie

MOOC8/26.39

{18070923} 23 September 1807 Johanna Catharina van Ellewen

Inventaris van alle zodanige goederen als er op Zaturdag den neegentiende dag der maand September in den jaare onzes Heeren een duijzend acht honderd en zeeven, ’s avonds de klokke agt uuren ab intestato metter dood zijn ontruijmd ende nagelaten door Johanna Catharina van Ellewen wed:e Johannes Kalmeyer ten voordeele der kinderen bij gem: hare vooroverleedene man in huwelijk verwekt, met namen

1) Magdalena Wilhelmina Kalmeijer getrouwd met captain Nathanael Tucker thans uitlandig
2) Hendrik Ludolph Kalmeijer almeede uitlandig
3) Helena Fredrica Kalmeyer getrouwd met Petrus Johannes Schonken
4) Johan Adam Kalmeyer oud 23 jaaren
5) Bartholomeus Kalmeyer oud 17 jaaren
6) Maria Elisabeth Kalmeyer oud 13 jaaren

Zodanig als dezelve nalatenschap door ons ondergetekende gecommitteerde Weesmeesteren ingevolge opgaaf van Petrus Johannes Schonken en Jan Adam Kalmeijer zyn g’inventariseerd en opgenomen, en bevonden te bestaan in het volgende, namentlijk

In een huurhuijs van den ingezeeten Isaac Lesat en aldaar

In een bovenkamer
twee witte ophaal gordynen met planken en lynen
twee oude jalousie matten
een spiegel met vergulde lijst
een kleine ordinaire spiegel
tien schilderyen in zoort
een ledikant met geruyte behangzel waarop
een bedt
een peuluw
zes kussens en
een chitze deeken
een kadel
een stel rood ledekant behangzel
twaalf stoelen met elf losse kussens in zoort
een vierkant tafeltje
een tafelkastje waarop
elf boeken
een oude toilet kistje defect
een bureau met koper beslag waarin
een restant kaneel
twee pakjes witte band
een kopere taarten rolletje
twaalf messen
twee en twintig vorken in zoorten
een plettit zuykertang
twee plettit theelepeltjes en voorts
de kleederen van de overleedene hieronder nader te specificeeren
In een ander bovenkamer
een zak met hondert vyftig pond rijst
twee [zak] met restanten rijst
een tinne watervles
een oude leedige koffer defect
zes ledige vlessen en
veertig ledige bottels
een kelders met een party oud yzer en romm:
vier schildery lijsten
In het voorhuijs en gaandery
een klok lantaarn defect
een geruite ophaal gordyn
een jalousie mat
een kleyne spiegel defect
zeeven schilderyen in zoort
een ronde tafel
een vierkante tafel
agt stoelen
een kopere thee machine met zyn test
zes vuurstooven
drie spuw balies
een verlakte schenkblad
twee vogelkooyen met twee canary vogels
In een muurkastje
een tinne oly en azijn standert met twee vlessen
een tinne trekpot
tien bierglazen in zoort
een karaf
vier glaaze zoutvaatjes
drie glaaze koelbakjes
drie boterpotjes in zoort
drie sauspotjes en voorts
een party aarde theegoed
In een vertrek onder de trap
twee tinne soupleepels
een tinne schotel
een tinne bord
een tinne schenkblad
agt aarde schotels in zoort
een en twintig aarde borden in zoort
drie blikke trommels
twee blikke tregters
een blikke beeker
een kopere vyzel en stamper
twee kopere strykijzers
drie kelders in zoorten met ledige flessen
een kopere taartenpan
zes porcelaine en aarde potten in zoort
een lantaarn
twee berottingde groote bottels
drie zuijkertangen
twee blikke vischbladen
een cyffer ley defect
In de combuys
vier yzere schoorsteenkettings
zes yzere potten in zoort
twee koekepannen
een rooster
drie drievoeten
twee schoorsteen haaken
drie potleepels
twee schuymspannen
een vleesvork
een vuurtang
een aschschop
drie kopere waterkeetels in zoort
twee kopere castrollen
zeeven kopere kandelaars en blakers in zoort
een rijstblok met zyn stamper
een waterhalfaam met zyn kopere beeker
een hakkebord met zyn mes
drie wateremmers
een groote aarde pot
een handbijl
een snuyterbak met drie snuijters
een oude combuijs tafel
Op de agterplaats
twee kleyne ladders
een ledige ankervaatje
Zilverwerk
agt zilvere eetleepels
een zilvere zuykertrommel
een zilvere confijt vork
een zilvere theezeeftje
een zilver snuyfdoos
Lyfeigen
een slavin gen:d Dolphina van de Kaap

Bestaande de klederen van de overleedene hier voren vermeld in het volgende, als

derthien tabbaarts in zoort
zeeven rokken
vier kabaatjes
drie hembden
zes sloopen
drie servietten
vier borstrokken
vier doeken
twee tjaalie doeken
twee lakens
een nagtmus
twee paar kousen
twee paar handschoenen
een paar schoenen
een zwarte flueele hoedje

Omtrend welke klederen door de gezamentlyke presente erfgenamen verzoek word gedaan dat dezelve onverkogt en aan de twee zig alhier bevindende dogters der overleedene bij billike tauxatie mooge worden gelaaten

Aldus geinventariseerd en opgenomen op den 23 September 1807 ten huyze voormeld ende zulks op het op en aangeeven van Petrus Johannes Schonken en Jan Adam Kalmeijer hiervorengemeld, dewelke verklaarden zig hierinne ter goeder trouwe gedraagen en niets hunnens weetens verzweegen of te rug gehouden te hebben van al het geen tot den boedel ende nalatenschap behoord, invoegen zy dan ook getuygden de deugdelykheid hunner opgaave ten allen tijde des vereischt werdende met solemneele eede nader te bevestigen, en verdere belofte zo hierna nog iets tot gezegde nalatenschap behoorende mogte worden ontdekt, daarvan nader en getrouwelyk ter Weeskamer opgaaf te zullen doen ten einde deezen inventaris daarmeede te amplieeren

In teeken der waarheid is deeze ten presentie van ons onderget: gecomm: Weesmeesteren ende my Eerste Commis der Weeskamer door de comparanten eigenhandig ondertekend

Als gecomm: Weesm: A:V: Bergh, G:E: Overbeek

Voor den opgaaf: J:A: Calmeijer, P:s J:s Schonken

Mij present: G:A: Watermeijer, E: C:

MOOC8/26.40

{18060815} 15 Augustus 1806 Jan Hendrik Keulder , Geertruida Christina Berg

R: Beck

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als er door den burger Jan Hendrik Keulder en wijlen Geertruida Christina Berg ingevolge contract sub dato den 19 Januarij 1801 voor den toenmaligen notaris publicq Johan Jacob Fredrik Wagener aan de Kaap de Goede Hoop gepasseerd, in gemeenschap zijn bezeëten en door de laastgemelde met ’er dood ontruijmd en nagelaten, mitsgaders heden opgenomen en in waaren weezen bevonden geworden, te weeten

Een leeningsplaats genaamd de Vroolijkeid geleegen over de Leeuwenrivier aan de Zwarteberg
Losse goederen in ’t voorhuijs
een klaptafel
een thee-tafel
ses stoelen
een koffij kan
twee ketels
drie kandelaars
twee trekpotten
een spiegel
drie roers
een kannetje
een boter vat
een ijzer compfoir
een ijzer vuurtesje
een wagen kist
een partij groene bladen tabak
In de kamer ter regterhand
twee bultzakken
twee peuluwen en seeven kussens
een combaars
een kist
thien borden
een porcelain wasch kom met karaf
een soupterine met defecte schotel
twee porcelaine schotels
een spiegel
een schenkbordje
een porcelaine beeker
vier schilderijen waarvan twee defect
een blikke soupterine
een blikke ketel
vijf witte platte borden
een aarde kom
vijf atjars potten
een viool
een defecte meelzift
een kistje
een koffer
een glaaze zout vaatje
een boter potje
een zilvere beugel
een paar zilvere gespen
een goud horologie
elf bottels in zoort
een boter vat
een bankschroef
een leepel bak
een kelder vles
een doosje met 5 glazen
ses zilvere leepels
neegen staale vorken
twee defecte tinne schotels
drie blikke borden waarvan een defect
In de kamer ter linker hand
vier geelhoute planken van 15 v:t ieder
een bed, peul, ses kussens en een combaars
een kopere vijsel met stamper
een taarte pan
twee klijne vleesvaatjes /:waarvan een defect:/
agt paarde tuigen met lijzijls en vier hoofdstellen
drie zaadels met twee toomen /:waarvan een defect:/
ses koorn zeekels
een kist
In de combuis
twee schoorsteen kettings
vijf ijzere potten in zoort
een kopere visch keetel
een koeke pan
een koopere water keetel
drie melkemmers
In de kelder
een legger
drie halve leggers
drie aamen
twee half aamen
een tregter
een visch net
een defecte kist
een kastje met een partij gereedschap
een partij oud ijzer
een spanzaag
een blikke tregter /:defect:/
vier zakken /:defect:/
een rijstblok met stamper
Op de werf
een paarde wagen /:defect:/
twee osse wagens, waarbij een tentzijl met ’t toebehoren, dog de eene defect
drie koorn schoppen
ses à zeven duizend bos dekstroo
een ploeg met volle toebehooren
vijf pikken
ses graven
twee koevoeten
drie houtbijlen
een handbijl
een dissel
een oude wagen as met een schamel
seeven oude wagen boeijen
veerthien balken van 6 en 8 d:m dik
derthien vellings
Slaven
een manslaaf Arnoldus van de Kaap
een manslaaf Louis van Mossambicque
een manslaaf Frans van Mossambicque
een slaavin Sabina van Mossambicque
Beestiaal
seventhien trekossen
ses en dertig aanteel beesten
drie hondert twee en zeeventig aanteel schapen
drie rydpaarden
Baaten des boedels
  Rd:s
Roelof Coertze 44:2:--
Michiel Combrink 12:2:--
Gerrit Coetzee /:Bast:d 13:--:--
Nicolaas Grobler 1:--:--
Hendrik Wilkens 6:--:--
Willem Wilkens 2:--:--
Marcus Fourie 6:--:--
Christiaan van Staaden 2:--:--
Jan Balie 2:1:--
Johannes Gotlieb Opperman 4:--:--
Arie van Ek 0:6:4
Somma Rd:s93:3:4
deese opgem: somma van rd:s93:3:4 reets gedeeltelijk door de opgever ingecasseerd zijnde en’t overige nog in gecasseerd wordende dient denselven dus ter verantwoording en komt ten lasten sijner reekening
Schulden des boedels
    Rd:s
vold: aan Jan Franc:s van Bourbon bl: obligatie 50:--
  aan Jacobus van Ceijlon 122:--
  aan juffrou Diez voor negotie goederen 127:--
  aan juffrou A:J: Leeuwenaar p:r oblig: 433:2:4
  aan juffrou De Vos p:r oblig: 333:2:4
  aan deselve voor cont: geleend 13:7
  aan juffrou Van Ek 60:--
  aan Philip van Vooren 10:--
  aan Cornelis Coetze 204:--
  aan de heer Jan P: Faure 150:--
voldaan aan Willem van Ek 18:--
  aan Frans Gustavus Lagerbielke 200:--
vold: aan de edele Paul Maree 71:6
  aan Piet Nieuwenhuijs 50:--
  aan Fred:k Nielsen 21:4
door den landr: vold: aan Carel Philip Koning bl: reecq: 19:4
aan Lubertus Mindelij 13:6
  aan Gideon Brits volgens briefje van den 25:ste Sept: 1805 31:6
  aan Piet Nieuwenhuijs volg:s handschrift weeg: ’t opringen van een wagen 51:--
d’ Erfgenaamen van bovengedagte overleedene Geertruijda Christina Berg zijn als volgt:
Helena Geertruijda Keulder gehuwd met Jan Hendrik Gieldenhuijs
Anna Elisabeth Keulder oud 15 jaar
Johannes Hend:k Keulder oud 12 jaar
Arend Jacobus Keulder oud 6 jaar
Maria Geertruijda Keulder oud 4 jaar

/:onderstond:/

Aldus gedaan en g’inventariseerd ter plaatze de Vroolijkheid voorgem: op den 15 Aug:s 1806 volgens ’t op en aangeeven van voorsz: Jan Hendrik Keulder; dewelke verklaarde zig hierinne ter goeder trouwe te hebben gedragen en niets met zijn weeten versweegen of agtergehouden.

Verklarende zig des bereids deeze voorenstaande opgave ten allen tijden des gevordert wordende, met solemneele eede te zullen bevestigen, met verdere belofte zo iets nader tot den boedel specteerende, mogt komen te ontdekken deesen inventaris daarmeede te zullen amplieeren en is zulks geschied in ’t bijweezen van den burger Fredrik Nielsen en Frans Gustavus Lagerbielke als getuigen /:was get:k:/ Joh: Hen: Keulder /:in margine:/ als getuigen /:was get:k:/ Fredrik Nielsen en F:G: Lagerbielke /:lager:/ In kennisse van mij /:was get:d:/ Theodorus Muller, Secret:s

Accordeert: Theodorus Muller, Secret:s

MOOC8/26.41

{18070529} 29 Maij 1807 Christina Petronella Henning

Inventaris van zodanige goederen als er op Zondag den zeeventhiende dag deeser loopende maand May ab intestato metter dood zyn ontruymd ende nagelaaten door de jonge dogter Christina Petronella Henning komende dezelve als erfgenaamen ab intestato te succedeeren, te weeten in de eene helft harer nalatenschap haare moeder, juff:w Catharina Cornelia van Blerk thands wed:e van wijlen den wijkmeester Johan Adam Neumeister, en in de wederhelft haare ondergenoemde broeders en zusters, als

1) George Fredrik Henning
2) Catharina Wilhelmina Maria Henning geh:d met Andries van Sittert
3) Johanna Rosina Henning getrouwd met Jan Michiel Smuts Adriaanzoon, en
4) Johan Ehrenfried Henning oud 14 jaaren

Zodanig als dezelve goederen en effecten door ons ondergetekende gecommitteerde Weesmeesteren zijn opgenomen en bevonden te bestaan in het volgende, nam:

vijftien tabberts in zoort
twaalf rokken in zoort
twaalf hembden
zes borstrokken
twaalf p:r kousen
veerthien doeken in zoort
een casimiere amazoon
twee hoedjes
Lyfeigen
een slavin gen:d Annet van Mosambicque
Inneschulden
  Rd:s
over zo veel de overleedene uyt den thands meede ter Weeskamer g’administreerd werdende boedel van wylen hare stiefvader Johan Adam Neumeister weegens vaderlyk bewys of erffenisse competeerd blykens acte van bewys de dato 12 January 1798, zynde by nadere onderzoek gebleeken het bovengemelde bewys zuyver niet meer te bedragen als 4666:32
over zo veel de overleedene almeede uit evengem: boedel competeerd weegens het restant der kooppenn: van zeekere slavin gen:t Spasie van de Kaap door wylen gem: hare stiefvader voor haare reecq: verkogt 312:--

Aldus gedaan en g’inventariseerd aan de Kaap de Goede Hoop op den 29 Maij 1807 ende zulx op het op en aangeeven van der overleedene moeder Catharina Cornelia van Blerk thands wed:e Johan Adam Neumeister, hare broeder George Fredrik Henning en haare behuuwde broeder Jan Michiel Smuts Adriaanzoon, dewelke verklaarden zig hier inne ter goeder trouwe gedraagen en niets hunnes weetens versweegen ofte rug gehouden te hebben, invoegen zy dan ook getuygden de deugdelykheid hunner opgaave ten allen tyde des gerequireerd wordende met solemneele eede nader te bevestigen, en verdere belofte zo hier na iets tot gezegde boedel behoorende mogte worden ontdekt, daarvan nader en getrouwelyk ter Weeskamer opgaave te zullen doen ten einde deezen inventaris daarmeede te amplieeren.

In teeken der waarheid is deeze door de inventarienten neevens ons gecomm: Weesm: onder my Eerste Commis der Weeskamer behoorlyk onderteekend

Als gecomm: Weesm: A:V: Bergh, G:E: Overbeek

Voor den opgaaf: C:C: van Blerk, de wede Nymes:, G:F: Henning, W:J: Smuts

Mij present: G:A: Watermeijer, E: C:

MOOC8/26.42

{18071102} 2 November 1807 Andrew Barnard

C: Bird

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als er op Dingsdag den zeeven en twintigsten dag der maand October in den jaare onzes Heeren een duizend acht honderd en zeeven, des namiddags de klokke precies half zeeven uuren met er dood zyn ontruimd en nagelaaten by den heere Andrew Barnard, in leeven Secretaris van dit Gouvernement, na alvorens by zeekere onderhandsche uitterste wils dispositie, op den 17:den der voorm: maand October en by aparte ongedateerde memorandum over eenige articulen daartoe behoorende beschikt en tot executrice van dezelve dispositie te hebben benoemd zyn edele echtgenoote Lady Anne, dewelke thands uitlandig komt te weezen, des de voorn: nalaatenschap by Weesmeesteren deezer colonie als het eenigst daartoe geconstitueerd Collegie ter reddering aanvaard en by de ondergeteekend expresse gecommitteerdens uit desselfs midden, na ontzeegeling is opgenomen en in geschrift gebragt, bestaande dezelve in de volgende, namentlijk

In de geweezene woning van den heere overleedene ten deezen Casteele, en aldaar

In de kamer ter regterhand
vier stoelen
een kast beschreeven ninety six qu:o Broun Stout en gemerkt T4S waarin
een en negentig bottels bier
een kast met
agt en veertig bottels claret
In de kamer ter linkerhand n:o 1
twee vergulde sierandolles
twaalf stoelen
een vloer mat
In de kamer ter linkerhand n:o 2
een klap tafel
twee vierkante [tafel]
een vloer mat
In een muurkastje
een thee service
een plettet oly en azyn stander
drie plettet schenkblaadjes
een plettet nagtblaker
vier verlakte bakken in zoort
vier verlakte bottel bakjes
agthien glaze caraffen in zoort
vyf en een half dozijnen kelkjes in zoort
twee dozijnen bierglazen
een glaaze boterpot
zes glaaze zoutvaatjes
vyf aarde waterbeekers en
zeeven en vyftig spermacetie kaarsen
In de agterkamer
een kastje met een klisteerspuit
een koffer waarin
een zilvere souplepel
twee zilvere ragoulepels
dertig zilvere ordinaire eetleepels
dertig zilvere vorken
achtien zilvere dessert leepels
achthien zilvere vorken
zeeven zilvere theeleepeltjes
een zilvere koffypotje
vier zilvere bottelhangers
vyf plettet bottelhangers
een plettet theepot
een plettet melkkan
een plettet mostaartpot met zyn leepel
een plettet broodrooster
vier dozynen tafelmessen met witte eyvore hegten
vier dozynen vorken met witte eyvore hegten
twee dozynen dessertmessen met eyvore hegten
twee dozynen dessertvorken met eyvore hegten
twee trancheermessen
twee trancheervorken
een staale snuijter
een staale notekraker
twee leedere broeken
twee paaren laarzen
zeeven paaren schoenen
Twee koffers met kleederen van den heere overleedenen, bestaande in
drie zwarte rokken in zoort
twee blaauwe rokken
zes en twintig broeken in zoort
zeeventhien onderbaatjes in zoort
twee slaaprokken
vyfthien paren zyde kousen in zoort
zeeventhien paren catoene en saijette koussen in zoort
drie slaapmutsen
een paar zwarte zyde handschoenen
zes paren camassen in zoort
twee en twintig paren handschoenen in zoort
een doek en
twee das kussens, als meede:
thien bedde lakens
zes tafel lakens
agthien servietten
een kussen sloop
vier stukken damast tafelgoed
drie lappen baatjesgoed
zeeven tande borsels
een kleederborsel
twee spermacetie kaarsen
twee kasten met thee
twee balijs poederzuijker
neegen vaatjes in zoort met Chinasche limoenen
een kastje met liqueur
een kastje met vyf vlessen adjar
een anker brandewijn
vier potten met China’s confijt
drie potten met een restant confijt
een veldstoel
twee Chinasche wandelstokken
een chambreel
een sweep
een kleine vloertapyt (:defect:)
Op de zolder
een wasch tafeltje
een Japansche snuyfdoos
een blikbusje met een restant hagel
een vierkant tafeltje
In een muurkast
een zydgeweer met staalgevest en porte épée
een wandelstok
een verrekijker
drie blaauwe lakense rokken
agt broeken in zoort
zes hembden
agt onderbaatjes
vier en twintig dassen
zes slaapmutsen
een moorse rok
drie paren laarsen
een [paren] schoenen
een [paren] muijlen
een [paren] wolle kousen
een leedere muts
twee paren ledere camassen
twee hoeden in zoort
twee witte deekens
acht kussen sloopen
acht handdoeken
een verlakte trommel met buskruid
een verlakte doosje
een blik met een restant snuif
twee satyne hairzakken
een groene tafelkleedje
een rolletje restant zwarte lind
twee handdoeken
een spiegel
zeeventien boeken in zoort
een verlakte nagtlamp
een blikke melkkan
In ’s Gouvernements thuinhuis
een schryfkistje door den heere overleedenen vermaakt aan Captain Alexander, waarin:
aan papiere munt eene somma van een duizend zes honderd drie en zeeventig ryxdaalders en dertig stuiv: alsmeede
een reis compasje /:gekozen door capt:n Alexander:/
een scheermes
een porcelaine oogkopje
eenige flesjes en doosjes met medicynen
een schaartje
een kleine yvore etui met een pennestoker
een zilvere botermesje
een zilvere potlootpen
zesthien zilvere theelepeltjes in zoort
een zilvere reukdoosje
een medaillon met hair ingelegd
een staale kurketrekker
een doosje met schryfpennen
een groen beursje waarin
een en dertig heele en twee halve guineas
een zilver snuifdoosje gemerkt R:C:
een liqueur kistje met zes vlessen en twee glazen
een kleine papiere koffer, waarin een beursje met een daalder
een scheerkistje en daarin:
twee zilvere zuiker tangen
een schaar en
een pennemes
een schrijftafel, door den heere overleedenen by voorsch: onderhandsche dispositie van den 17 October vermaakt aan zyne Excellentie den Graaf van Caledon waarin:
een stel wissels n:o 247 gedateerd 8 October 1807 in faveure van den heere overleedenen getrokken op den honorable Lords Commissarissen van zyn Majesteits Schatkamer te London groot vyf honderd ponden sterling
drie goude cachetten
een foudraal met een g’emailleerde snuijfdoos
een goude snuijfdoos
twee scheermessen
twee pennemessen
een foudraal met een paar zilvere schoe en een paar zilvere kniegespen
een foudraal met een flesje
een foudraal met een flesje /:ovaal:/
vier goude ringen in zoort
een goude borstspeld
een zilver snuifdoosje gemerkt J:W:
een goude borstspeld met hair
een goude medaillon met hair
een zilver mesje
een kleine yvore etui met goud gemonteerd
een kleine hoorne met goud gemonteerd
een ronde houte doosje
een agate steen waarin een wapen is gegrafeerd
agt potjes met pomade
een goud zak horlogie en een goud ketting, door den heere overleedenen meede vermaakt aan zyne excellentie den Graaf van Caledon en welke zyn Lordschap even als de voorm: schryftafel op verzoek van Weesmeesteren tot een aandenking van den overleedenen wel heeft gelieven te accepteeren
twee schietgeweeren, waarvan een by voorsch: onderhandsche dispositie is vermaakt aan captain Alexander aanwien hetzelve ook is afgegeeven
twee valisen, waarin:
een scheerzakjen met scheergoed
een kruidflesje
een zakje met vuursteenen, alsmeede de kleederen van welke wylen den heere Barnard tentyde van desselfs overlyden by zig gehad hebbende, gewilt heeft, dat gegeeven zouden worden aan den armen man die zyn Ed: heeft opgepast, zynde een slaaf van den heere Jan Vos, Manuel , genaamd bestaande die kleederen in
een lakense mantel
twee lakense jekkets
een lakense overbroek
een fluweele broek
een leedere broek
twee onderbroeken
twee linnen onderbaatjes
drie douriassen onderbaatjes
zesthien doeken in zoort
vier paren koussen
een kruisband
een paar camassen
een paar laarsen
een paar schoenen en
een paar muijlen

Zijnde door zyne Excellentie den Graaf van Caledon aan de onderget: gecommitteerdens overhandigd, het memorandum in den hoovde deezes gemeld, neevens een paar daarin geslotene hand knoopjes met hair, om met en beneevens de in den boedel gevondene en in tegenwoordigheid van zyne Excellentie, zo met het cachet der Weeskamer als dat van zyn Lordschap in een paquet verzegelde particuliere brieven, mitsg:s nog eenige andere kleinigheeden by eene aparte lyst te specificeeren naar Engeland aan Lady Anne Barnard te worden verzonden, en teevens vertoond een brief van den heere overleedenen en een klein verzegeld cardoesje, met het addres aan voorm: Lady Anne Barnard - van welk een en ander zyn Lordschap verklaarde de verzending wel op zig te willen neemen.

In het wagenhuis in de stal
twee vaten met wijn
een chais
twee tuigen
twee zadels met deszelfs toebehoren en
drie rydpaarden, waarvan een /:zynde een schimmel:/ door den heere overleedene by deszelfs meergem: onderhandsche dispositie is vermaakt aan m:r Obins en aan zyn Ed: ook afgegeeven
Lasten des boedels
  Rd:s
aan den heer J:D: Karnspek voor een castagne bruin paard blykens voorsch: memorandum 200

Aldus na ontzeegeling als in den hoovde deezes gemeld gedaan en geinventariseerd aan de Kaap de Goede Hoop den 2 November 1807.

Als gecommitteerdens: W:J:Klerck, G:E: Overbeek

Mij present: J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/26.43

{18070918} 18 September 1807 Leonard Adamson

Inventaris van alle zodanige goederen als er op Dingsdag den vyfthienden dag der maand September in den jaare onzes Heeren een duijzend acht hondert en seeven ’s nademiddags de klokke omtrend ses uuren ab intestato metter dood zyn ontruijmd ende nagelaten door den koopman de heer Leonard Adamson ten voordeele zyner onbekende uitlandige erfgenaamen, invoegen als het een en ander door ons ondergetekende gecommitteerde Weesmeesteren na gedane ontzegeling is opgenomen en in geschrifte gebragt, en bevonden te bestaan in ’t volgende, namentlyk

In het huys van de wed:e Jan Yselle alwaar de overleedene is woonagtig geweest en aldaar

In een bovenkamer
een koffer n:o 1 en daarin
twee blaauwe lakense rokken
agt en dertig witte hembden
drie bonte hembden
twintig broeken in zoort
zes en twintig onderbaatjes
een koffer n:o 2 en daarin
zes flennelse baatjes
vier en zestig witte doeken en dassen in zoorten
neegen zakdoeken
twee en dertig paaren kousen
dertien paaren zokken
een witte catoene deeken
zes bedde lakens
twee kussenslopen
vijftien servietten
drie slaapmutzen
zes nagtkappen
twee paaren handschoenen
twee moorse rokken
een slonsje
een pakje poeder
een p:r pistoolen
een scheeretui
een handspiegeltje
een doosje tandepoeder
een strykriem
drie koekjes schoenwax
drie kammen in zoort
zes borsels
een p:r plettet spooren
twee stevelhaaken
twee scheermessen met foudraals
een pennemes en een schaar
een valies en daarin
een zakhorologie deeze horologie benevens eene der kettingen is bevonden te behooren aan John Jonson, mate op ’t Engelsch schip The, en aan den capitain van ’t gem: schip tegens quitantie afgegeeven - G:A:W:
twee horologie kettings met ornamenten
een zyde geldbeursje
een party visite kaarten
een koekje scheerzeep
een verlakte doosje
een houte doos met eenige kleynigheid
een stevelknegt
een koffer n:o 3 waarin
twee en twintig differente boeken in zoort
een potje rasberry jam
een scheerdoos
een toiletdoos
vier paaren stevels
drie paaren schoenen
een chambreel
een schryflessenaar waarin
eenige papieren
een scheepsbedt
een chitze deeken
Contanten
  Rd:s
een ryxd:s en twee en dertig stuyvers zegge 1:32
In een pakhuijs van de heer J:P: Baumgaardt
elf vaten met differente soorten spijkers
een quantiteit band, beslag, hoepel en rond yzer in stangen, waarvan het gewigt nader zal worden opgenomen na de inventarisatie nog aan boord van ’t schip Theontfangen, 1 vat met spijkers en 1 mand met staal, 25 September 1807 - G:A:W:
Ten huyse van de heer Thomas Hudson
twee jassen
een rok
twee zakdoeken
een p:r handschoenen
een p:r laarsen
een zilvere horologie
een dambord
een casimiere broek
een baatje
een hoed
agt platte vaatjes en twee kisten met staal

Aldus g’inventariseerd en opgenomen op den 18 September 1807.

Als gecomm: Weesm: A:V: Bergh, G:E: Overbeek

In tegenwoordigheid van mij: G:A: Watermeyer, E: C:

MOOC8/26.44

{18080328} 28 Maart 1808 Fredrik Wilhelm Schmidt

Inventaris van alle zodanige goederen als er op Zaturdag den zes en twintigste dag der maand Maart in den jaare onzes Heeren een duijzend acht honderd en acht ab intestato metter dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den doctor van het alhier ter rheede leggend Deensch particulier schipFredrik Wilhelm Schmidt geboortig van Liebstadt in Pruijssen , ten voordeele zyne onbekende uitlandige erfgenamen invoegen als het een en ander door den captain Pieter Pietersen en super carga Laurens Nielsen van opgem: bodem zyn opgegeven, en door my onderget: Adj:t Commis in presentie van getuygen opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande deeze goederen in ’t volgende, namentlijk

Ten huyse van den burger Andries Momsen alwaar de overleedene is woonagtig geweest
een koffer waarin
twee lakense rokken
tien broeken in zoort
neegen baatjes in zoort
neegen hembden
twintig doeken en dassen in zoort
zes p:r kousen
een ronde hoed
een blikke doos met chocolade
drie p:r laarsen
vier p:r schoenen
twee linnense kruysbanden
zes boeken
een schilderij
een landkaart
een lap
een schryfkistje waarin
een goud horologie
vier cachetten in zoort
drie doosjes tandepoeder
een borseltje
een foudraal met twee snippers
een foudraal met zes snippers messen
een foudraal met vier naalden
twee tandetrekkers
een verfdoosje

Wordende alhier pro memorie bekend gesteld dat de overleedene nog een openstaande reekening heeft met de carga van voormelde bodem, waarvan door denzelven ter Weeskamer nader zal worden opgaaf gedaan

Aldus na gedane ontzegeling g’inventariseerd ten huyze voormeld op den 28 Maart 1808.

Als getuygen: And:s Momsen, J: Serrurier

Voor den opgaaf: Peter Petersen, Lorens Nielsen

Mij present: P:E: Faure, Adj:t C:

MOOC8/26.45

{18060208} 8 Februarij 1806 Maria Anna Auret

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als er op Donderdag den neegende dag der maand Januarij in den jaare onzes Heeren een duijzend acht hondert en ses des morgens de klokke zeeven uuren ab intestato metter dood zyn ontruymd ende nagelaten door Maria Anna Auret dewelke bij acte antenuptiaal in dato vyfthiende Maart een duijzend acht hondert en vijf met haren nagelaten echtgenoot Johannes Nicolaas van Niekerk als toenmaligen bruidegom voor den notaris publicq Jan Bernhard Hoffman en zeekere getuigen opgerigt, voor zig bedongen en buiten de gemeenschap heeft behouden eene somma van veertig duyzend guldens Indische valuatie, gevolglijk het meerder gedeelte ofte het zuiver provenue daarvan ten behoeve van haren echtgenoot bovengem: Johannes Nicolaas van Niekerk ter eenre, en haare in twee onderscheide huivelijken bij wijlen Carel Ewald Ziervogel en voorm: Niekerk verwekte vier minderjarige kinderen, met naamen

1) Christina Johanna oud 7 jaren ter andere zijde
2) Carel Benedictus oud 5 jaren
3) Jeremias Fredrik Ziervogel oud 3 jaren
4) Maria Anna van Niekerk oud 2 maanden

invoegen het een en andere door ons ondergetekende gecommitteerde Weesmeesteren zijn opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande dezelve goederen en effecten in het volgende, namentlijk

Een plaats ofte hofsteede geleegen onder het Kaapsch district aan de Mosselbanks Rivier genaamt Ligtenburg , beneevens zeekere stuk bouwlands daar annex geleegen
een huis en erf staande en geleegen in deeze Tavelvalleij in ’t Blok N:9 groot in zijne grond neegen en twintig quadraat roeden, zeeven en zestig quadraat voeten, en een hondert agt gelijke duijmen
een pakhuis en erf staande en geleegen als eevengemeld in ’t Blok N:9 en aldaar een gedeelte van Lit:a A groot in zijn grond twaalf quadraat roeden, een hondert en zestien quadraat voeten, en vier en tagtig gelijke duijmen

In het woonhuis staande op voorm: plaats Ligtenburg en aldaar

In het voorhuis
drie ophaal gordijnen
een termometer
een kleine schuif gordijn
drie klaptavels
een vierkante theetafel
twaalf stinkhoute stoelen met gestreepte matrassen
twee geelkopere quispedooren
In een muurkastje
een plettit olij en azijn standaart met vijf glaaze vlessen
veerthien glaaze karaffen in zoort
twee en veertig bierglazen in zoort
vijfthien wijnkelken
vier glaaze zoutvaatjes
vier plettit zoutvaatjes
een glaaze confituur pot
twee porcelaine trekpotten
twee porcelaine zuikerpotten
een porcelaine melkkannetje
een porcelaine theebus en
vier en veertig kopjes en pierings
twee water emmers met kopere banden
een tinne water beeker
In de kamer ter regterhand
twee ophaal gordijnen
twee spiegels met nooteboomelysten
een klap tavel
zes leuning stoelen met roode trijpe zittings
drie ledikanten met chitze behangzels waarop
drie bulzakken
neegen kussens
een peuluw
een deeken en
twee chitze sprijen
een groote kist met kooper beslag, waarin kleederen van de overleedene en wylen haren man Carel Ewald Ziervogel, bestaande in
twee en dertig rokken in zoort
zeeventhien tabberts en gonnen
een kripse ammasonne
een zwarte kripse tabbert
zes vrouwe hembden
agt vrouwe broeken
zes en twintig jakken in zoort
vier paaren zakken
drie borstrokken
twee halve hembdjes
vijfthien doeken in zoort
elf paar kousen in zoort
neegen paar handschoenen in zoort
agt paar schoenen in zoort
elf waaijers in zoort
een chambreeltje
een bruin satynne pellies
mitsg:s nog de volgende ongemaakte en niet gebruikte goederen, te weeten
drie rollen sattijn in zoort
ses rollen zijde in zoort
drie echte tjaals
een damaste kabaaij
een geele moorse kabaaij
een stuk batist
twee stukken neeteldoek
een stuk geborduurde neeteldoek
een stuk effen geborduurde neeteldoek
twee lappe kassa
vyf stukken muslin
twee stukken gebloemde neeteldoek
drie stukken doerias
twee chitzen
een lap muslin
vier stukken fijne zijldoek
een rolletje baaij
elf lappen chitzen en voerchitzen in zoort
een lap marcheljie
twaalf zijde en satynne lappen
een lap witte cassimier
twee lappen wit linnen
een stuk bast
hondert en een doeken
twee stukken randjes doeken
een stuk geruit
een restant geel gestreept
twee lappen kamerdoek
eenige lappen
drie tavel kleedjes
drie paar zijde kousen
zeeventhien paar katoene kousen
een behangzel voor een ledikant
een en twintig paar handschoenen in zoort
neegen paar schoenen in zoort
twee paar zijde kouse banden
een groene tavelkleed
een spreij
drie chitze [spreij]
een paar handbrasletten
een yvoire doosje en naaldekooker
een borstspeld
een vergulde ketting en ring
drie paaren kniegespen
drie paaren plettit gespen
een [paaren] rouw gespen
een Psalm boekje
een staale schroefje en drie zilvere brypennen
een coljé
een ijzere geldkist waarin de contanten hier na te melden, mitsg:s 39 potstukjes in zoort
twee kleine alketijven
een dambord
twee stooven
twee nagtspiegels
een Chinase lampet
een paar pistoolen
een Japanse verlakte ommerdoos met viesjes
een Japanse verlakte theekistje
een viool
vier en dertig lakens in zoort /:halfsleeten:/
zeeven en dertig sloopen /:halfsleeten:/
agt en veertig handdoeken en servietten /: halfsleeten:/
In de kamer ter linkerhand n:o 1
een geruite ophaal gordijn
een spiegel met vergulde lijst
een kleine klaptavel
een tavellaaij
een gaare kistje
een schrijf kistje
een verrekijker
een ledikant met wit behangzel waarop
een bulzak
een peuluw
vier kussens en
een wolle deeken
een spenspek zak horologie
een stelletje
een klein kistje met een laade
een parthij boeken
een verlakte theekistje
een schilderij
een omslag met twaalf booren
In de kamer n: 2
een tavel
een tavellaaij
zes roode trijpe kussens
een ledikant waarop
een bulzak
vier kussens en
een wolle deeken
een leedige koffer
een groote kist waarin
vier stukken restant geruit
een stuk blaauwe doeken
een lap gestreepte Nanking linnen
een lap muslin
een lap geele casimier
vier pakjes gaaren
een restant witte baaij
een bos lijn
veerthien douzijnen potlooten
een restant zijde
een restant goude tres
derthien gordijnen in zoort
twee lapjes groene gaas
een bondel katoen
een mandje met een restant medicijnen
zes bollen zeep
een parthij lak
een parthij hoeken
en voorts een parthij romm:
Op de zolder
een zak met koffij boonen
een restant provisie
twee aarde potten met een restant zuiker
twee kasten met een restant thee
een koffer met een restant laxa
een zak met een restant thee
een kistje met elf flesjes
vyf leedige kastjes
een hoed zuiker
vier trossen lijnen
zes bossen zijlgaaren
een cyffer leij
een restant zijldoek
een trommel met een restant theezuiker
een parthij hoorne blaaden voor lantaarns
een kast met almanakken
een vrouwe zadel met zijn kleed
een zak zuijker
een parthij leedige bottels
In de keuken
een tavel
twee waterhalfaams
een bakkist
een karn
een rijstblok met zijn stamper
een koopere vijzel
zeeven ijzere potten
een koopere keetel
twee koeke pannen
twee roosters
een schuim lepel
een vuurschop
een tang
drie schoorsteen kettings
In de dispens
twee koffij moolens
twee soupterrines
derthien schotels in zoort
drie en sestig borden in zoort
een porcelaine boterpot
een tinne koffij kan met zijn test
een tinne keetel
een kopere keetel
een kopere confoor
drie kopere kandelaars
twee snuijters
twee verlakte trommels
een strijkijzer
een leepel bak
vijfthien messen in zoort
een blikke kaarse kooker en
een parthij leedige flessen en bottels in zoort
In de melk kamer
drie rakken
zeeven porcelaine soupterrines
thien porcelaine schotels met dekzels
vier en twintig porcelaine schotels in zoort
agt en sestig porcelaine borden in zoort
zes porcelaine potten
twee porcelaine boter potten
vier porcelaine sous potten
drie porcelaine beekers
een porcelaine kom
twee porcelaine nagtspiegels
zesthien wit aarde schotels in zoort
drie aarde potten
drie blikke trommels
twee blikke beekers
een blikke tregter
een blikke vergiettest
twee bootervaatjes
een waater vaatje
een lantaarn
een tinne nagtspiegel
een tinne steekbekken
twee kopere vormen
een kopere spuit
een kopere aschschop en tang
twee kopere taartepannen
een yzere balans met koopere schaalen
zeeven wit koopere blaakers
twee wit koopere snuijterbakjes
vier staale snuijters
drie cyffer leijen
elf lardeer pennen
een spiegel met vergulde lijsten
twaalf schilderijen in zoort
In de wijnkelder
een legger met een restant wijn
een halve legger met een restant wijn
een halve legger met een restant brandewijn
vijf halve aamen met restanten wijn
twee leedige halfleggers
zeeven kasten met een restant vreemde dranken
een lap zijl
een koopere vijzel
elf koorn zikkels
een koopere kraan
een blikke pomp
een fokzwans
een parthij touwwerk
twaalf zweepstokken
In de smits winkel
een blaasbalk
een aambeeld
een speerhaak
agt tangen
vijf en twintig hamers
vijfthien ploeg schaaren
drie eggen met ijzere tanden
zes graaven
vier pikken
zes stukken ijzer
een yzere remschoe
een parthy hoepels
een parthy oud ijzer
In de tuigkamer
een koornharp
een parthij tuigen
In de schoolkamer
een tavel
een groote mand
tien [mand] kleine
zeeven leedige kasten
In het wagenhuis
drie paarde waagens
twee osse waagens
twee en twintig jukken
drie trektouwen
een huisladder
een krep
een teerputs
vijf ploegen
vyf voorstellen
In de vleesch kamer
een kanaster met een restant zuiker
een kapmes
een bijl
en parthij vellen
In het koornhuis
een hoop koorn
een hoop garst
Op de werf
een stomp van een koornmiet
een stomp van een garstmiet
thien vragten haver gerwen
zes vragten rog gerwen
Beestiaal
vijftig trekossen
vyf en twintig aanteel paarden
drie rijdpaarden
derthien wagenpaarden
dertig aanteel beesten
negen en vyftig aanteel bokken
drie honderd vier en negentig aanteel schapen
Goud en zilverwerk, juweelen en andere praetieusiteiten
een zilvere schenkblad weegende
een zilvere schenkblad weegende
een zilvere schenkblad weegende
een zilvere schenkblad weegende
een zilvere schenkblad weegende
een zilvere trekpot met zyn blaadje weegende te zamen
een zilvere melkkannetje weegende
een zilvere zuikerpotje weegende
een zilvere zuikertrommel weegende
twee zilvere zuikertangen weegende
een zilvere vuurtest weegende
een zilvere inktkoker weegende
twee zilvere zoupleepels weegende te zamen
twee zilvere ragoeleepels weegende
agt en dertig zilvere eetleepels weegende
drie en dertig zilvere vorken weegende
twaalf messen met zilvere hegten
twee zilvere sousleepels weegende
twee thee zeeftjes weegende
een zilvere schel weegende
twee zilvere zoutvaatjes weegende
een zilvere ponsleepel /:defect:/ weegende
veerthien zilvere theeleepeltjes weegende
zesthien zilvere theeleepeltjes kleinder weegende
vijf zilvere confituur vorkjes weegende
vier zilvere mostert leepeltjes weegende
twee zilvere zoutschopjes weegende
twee p:s zilvere schoegespen weegende
een p:s zilvere schoegespen met steenen weegende
neegenthien zilvere potlootpennen weegende
ses zilvere kurkenringen weegende
een verrekijker met zilver gemonteerd
een zilver beslag voor een foudraal
een zilvere beker verguld
een goude zak horologie met ketting en cachet
een medalon met een goude ketting
een paar goude oorkrabbetjes met belletjes
een goude ring met brillianten
een goude ring met paarlen
een goude ring met paarlen
twee goude [ring]
een goude vingerhoed
een p:r goude brasletten
Lijfeigenen des boedels
manslaven
Oerson van Madagascar , koetzier en wagenrijder
Esau van Mosambicque , koetzier en wagenrijder
Apollos van Mosambicque , wagenrijder
Apsalon van Mosambicque
Jefta van Mosambicque
Hector van Mosambicque
Damon van Bougies
Pedro van Mosambicque , huisjongen
Mentor van Mosambicque
Allart van Mosambicque
Galant van Mosambicque
Jacob van Mosambicque
Rammie van Mosambicque
Anthonij van Bougies , kok
Mino van Mosambicque , timmerman
slavinnen
Philida van Mosambicque
Pollij van Mosambicque met haar kind gen:t Jon van de Kaap
wordende in den boedel nog gevonden de volgende lijfeigenen, als
Cesar van Bengalen
Roslyn meede van Bengalen , met haar dogter klein Philida van de Kaap , Abraham van de Kaap , zoon van laatst genoemde
Regina van de Kaap
Lea van Mosambicque met haare kinderen gen:t Roosje en Marthinus beide van de Kaap

Omtrend welke lijfeigenen bij testament door den overleedene met wijlen haren man Carel Ewald Ziervogel in dato vijfthiende October van den jaare een duijzend zeevenhondert neegen en neegentig voor den toenmaligen notaris publicq nu meede wijlen Jan Jacob Fredrik Wagener en getuigen opgericht, mitsg:s bij zeeker aan den voet van dat testament uit kragte der daarbij geinsereerde clausule reservatoir gemaakt bijvoegsel, geordonneerd is dat dezelven nooit zullen moogen worden verkogt, maar de langstleevende der voorsz: echte lieden dienen, zo lange hij of zij leeft, en na doode van den langstleevende met alle zodanige kinderen, die dezelve nog mogten hebben geprocreëerd, onder de respective kinderen, zo van heel als halve bedde, door de bij voorsz: testament aangestelde executeuren zynde de heeren Clement Matthiessen en Petrus Johannes Truter mitsgaders Egidius Benedictus Ziervogel, na evenreedigheid en billijkheid moeten worden verdeeld.

Crediten des boedels aan contanten
  Rd:s
twee hondert drie en twintig ducatons en drie guldens stukken à twaalf schell: 334:24
neegen en dertig halve ducatons à zes schell: 29:12
zes en twintig Spaansche matten à thien schell: 32:24
zeeven en veertig halve ducatons à vijf schell: 29:18
twee en vijftig Fransche kroonen à thien schell: 65:--
agt en sestig halve ducatons a vijf schell: 42:24
zeeven en tagtig guldens à vier schell: 43:24
twintig halve guldens à twaalf stuijvers 5:--
neegenthien ropijen a vijf schell: 11:42
twee Zeeuwsche daalders à neegen schell: 2:12
vier Engelsche schellingen à twaalf stuyvers 1:--
zeeventig Zweedsche daalders à neegen schell: 78:36
zesthien hondert neegen en dertig dubbeltjes à twee stuijvers 68:14
zeeventhien goude Spaansche matten à twintig rijxd:s 320:--
agt goude Johannissen à thien rijxd:s 80:--
een goude rijder à zeeven rijxd:s 7:--
twee goude halve rijders à drie rijxd:s en vier schell: 7:--
veerthien goude ducaaten à neegenthien schell: 33:12
twee en veertig guines à vijf rijxd:s en vier schell: 231:--
twintig halve guines à twee en twintig schell: 55:--
vijftig goude rupijen à neegen rijxdaalders en drie schell: 468:36
een halve [rupijen] a vier rijxdaalders en vijf schell: 4:30
een en twintig pagooden à zesthien schell: 42:--
elf differente stukken goud geld ter waarde van 36:--
agt en tagtig rijxdaalders papiere munt zegge 88:--
Makende te zamen Rd:s2116:20
Inneschulden
    Rd:s
z: de renten voldaan tot p:mo Feb:ij 1806 van Frans Petrus van der Schyf op een scheepenenkennis van den 3 Augustus 1803 aan capitaal zes duijzend guldens Indische valuatie ofte 2000:--
  met de renten zeedert p:mo Februarij 1805 à 6 pc:t p:r a:o
  van Jan Bernhard Hoffman op een notarieele obligatie van den 17 December 1798 aan capitaal vijf duijzend vier hondert guldens ofte 1800:--
  met de renten a 6 pc:t p:r a:o zeedert p:mo September 1804
voldaan den 30 Junij 1807 van Johannes Gijsbertus van Rheenen op een scheepenenkennis de dato 24 Julij 1798 groot aan capitaal twintig duijzend guldens valuatie als vooren ofte 6666:32
  met de renten à 6 pc:t p:r a:o zeedert p:mo Maij 1802
z: van Jan Pieter Kirsten op een scheepenenkennis de dato p:mo September 1800 groot aan capitaal p:r rest vyfthien duyzend guldens ofte 5000:--
op den 14 Oct:br 1806 der van s:r J:F: Kirsten ter Weeskamer quitantie vertoond, in renten aan E:B: Ziervogel behoord te hebben tot primo September 1806 W: met de renten a 6 pc:t p:r a:o zeedert p:mo September 1803
z: van Willem Westhoff op een scheepenenkennis de dato p:mo Januarij 1800 aan capitaal vijfthien duijzend guldens ofte 5000:--
  met de renten à 6 pc:t p:r a:o zeedert p:mo Januarij 1805
capitaal en renten voldaan ultimo December 1806 van Johannes van Niekerk op een notarieele obligatie de dato 23 Maij 1796 aan capitaal twee duijzend guldens ofte 666:32
  met de renten à 6 pc:t p:r a:o zeedert p:mo Januarij 1802
capitaal en renten voldaan ultimo December 1806 van denzelven Johannes van Niekerk blijkens notarieele obligatie van den 21 Maij 1799 groot aan capitaal veerthien duijzend guldens ofte 4666:32
  met de renten a 6 pc:t p:r a:o zeedert p:mo Januarij 1802
voldaan van de heer Daniel de Waal op een notarieele obligatie de dato 6 Maart 1801 aan capitaal drie duijzend guldens ofte 1000:--
de renten voldaan tot ult:o Aug: 1806 met de renten a 6 pc:t p:r a:o zeedert 6 Maart 1803
door den debiteur H:C: van Nieuwkerk op den 7 October 1806 ter Weeskamer een bewijs vertoond en overgelegd, dat door hem in mindering der agterstalligen renten op dit capitaald is betaald - rd:s1311; dit gesijde weduwnaar g’omsteerd heeft op te geeven - zynde de overige renten op voorm: datum betaald tot ult:o Aug: 1806 van Hendrik Cornelis van Niekerk op een scheepenenkennis de dato p:mo Maij 1800 aan capitaal vyfthien duijzend guldens ofte 5000:--
  met de renten à 6 pc:t p:r a:o zeedert p:mo Maij 1801
z: van denzelven Hendrik Cornelis van Niekerk op een scheepenenkennis de dato p:mo Maart 1802 aan capitaal vyfthien duijzend guldens ofte 5000:--
  met de renten à 6 pc:t p:r a:o zeedert voorm: datum
z: van Petrus Johannes en Maria Anna Wannenburg op een scheepenenkennis de dato 15 Januarij 1802 aan capitaal zes duijzend guldens ofte 2000:--
de renten voldaan tot medio Jan: 1806 met de renten á 6 pc:t p:r a:o zeedert 15 Januarij 1805
voldaan September 1806 van Hendrik de Leeuw op een notarieele obligatie de dato 27 Januarij 1802 aan capitaal per rest duijzend guldens 333:16
  met de renten à 6 pc:t p:r a:o zeedert p:mo Augustus 1805
de renten voldaan tot ult:o 1806 capitaal vereffend van Simon Fredrik de Jager op een scheepenenkennis de dato 6 Julij 1802 aan capitaal thien duijzend guldens ofte 3333:16
  met de renten a 6 pc:to p:r a:o zeedert 6 Julij 1804
capit:l en renten voldaan den 15 December 1807 van de wed: Jan George Lochner op een notarieele obligatie de dato 16 Augustus 1801 groot aan capitaal drie duijzend guldens ofte 1000:--
  met de renten a 6 pc:t p:r a:o zeedert 14 Augustus 1802
voldaan van Jan Fredrik Heijdenrijk op een onderhandsche obligatie de dato 24 Februarij 1801 aan capitaal een duijzend guldens ofte 333:16
door J:F: Heijdenreich is ter Weeskamer bewijs geproduceerd, dat de renten voldaan zijn tot a:o 1804 en renten voldaan tot ultimo Aug:s 1806 met de renten à 6 pc:to p:r a:o zeedert 24 Februarij 1803
voldaan van de wed:e J:M: Osiander op een onderhandsch obligatie de dato 17 Maij 1802 aan capitaal vier hondert vyftig guldens ofte 150:--
  met de renten a 6 pc:to p:r a:o zeedert p:mo July 1802
heeft ter Weeskamer quitantie vertoond dat de renten tot 18 Sept:r 1805 voldaan zijn; capitaal en renten voldaan den 17 Junij 1806 van Frans Schuts op een onderhandsche obligatie van den 14 September 1798 groot aan capitaal twaalf hondert guldens ofte 400:--
  met de renten à 6 pc:to p:r a:o zeedert 18 September 1804 400:--
  van Joseph Remmig op een onderhandsche obligatie van den 15 November 1801 aan capitaal neegen hondert guldens ofte 300:--
  met de renten à 6 pc:to p:r a:o zeedert 15 November 1804
  van Jacobus van Leeuwen op een onderhandsche obligatie de dato 5 Augustus 1795 aan capitaal drie hondert guldens ofte 100:--
  van J:L: Colijn op een onderhandsche obligatie de dato 3 April 1797 aan capitaal vijfthien hondert guldens ofte 500:--
voldaan van Dirk Stoffels op twee onderhandsche obligatien de datis p:mo Januarij en 9 Maart te zamen groot aan capitaal drie hondert guldens ofte 100:--
  van Johan Michiel Matthijs op een scheepenenkennis de dato 28 November 1799 groot aan capitaal drie duijzend guldens ofte 1000:--
  met de renten à 6 pc:t p:r a:o zeedert 4 Februarij 1804
  van Stephanus Jeremias du Toit op een onderhandsche obligatie de dato 7 September 1803 aan capitaal twee duijzend guldens ofte 666:32
  met de renten à 6 pc:to p:r a:o zeedert 27 April 1805
voldaan van Andries Grové op een notarieele obligatie de dato 29 September 1804 aan capitaal drie duijzend guldens ofte 1000:--
  met de renten à 6 pc:to p:r a:o zeedert dien datum
voldaan van Hendrik de Leeuw op een onderhandsche obligatie de dato 29 April 1803 aan capitaal zes hondert guldens ofte 200:--
  met de renten a 6 pc:to p:r a:o zeedert 29 April 1804
renten voldaan tot den 12 Aug:s 1806; renten voldaan tot ultimo Aug:s 1806; capitaal bij de Weeskamer overgenomen van Wilhelmina Laubscher blijkens notarieele obligatie van den 12 Augustus 1803 aan capitaal drie duijzend guldens ofte 1000:--
  met de renten à 6 pc:to p:r a:o zeedert 12 Augustus 1804
door de desolate boedelkamer vereffend van Jan Jacob Swanevelder blijkens scheepenenkennis de dato 15 Maart 1804 aan capitaal thien duijzend guldens ofte 3333:16
  met de renten a 6 pc:to p:r a:o zeedert dien datum
capitaal en renten voldaan den 5 Sept:r 1806 van Tobias de Waal blijkens notarieele obligatie de dato 12 Februarij 1804 aan capitaal twaalf hondert guldens ofte 400:--
  met de renten à 6 pc:to p:r a:o zeedert den 15 Maart 1805
capitaal en renten aan E:B: Ziervogel betaald blykens overgelegd reek: van Stephanus Jeremias du Toit P:zn op een notarieele obligatie de dato 7 September 1803 aan capitaal vier duijzend guldens ofte 1333:16
  metde renten a 6 pc:to p:r a:o zeedert den 7 September 1804
cap:l en renten voldaan den 9 Sept:r 1806 van Petrus Johannes Wannenburg op een onderhandsche obligatie van den 2 Julij 1804 aan capitaal duijzend vijftig guldens ofte 350:--
  alle welke voorm: schuldbrieven volgens declaratie van voorm: weduwenaar en een door hem daarvan overgelegd bewijs, zijn onder berusting van Egidius Benedictus Ziervogel als deszelfs generale gemachtigde, die daarvan en van de bij hem in deeze zijne qualiteit ontfangene penn: en gehoudene administratie zal behooren te doen reekenschap en verantwoording
  van Petrus Erasmus Smit op een notarieele obligatie de dato 15 Maart 1804 groot aan capitaal zes duijzend guldens ofte 2000:--
  met de renten à 6 pc:to p:r a:o zeedert [ ..... ]
  welke evengem: schuldbrief alleen door den debiteur en door de borgen nog niet geteekend zijnde, nog is of zijn moet onder berusting van den notaris Hoffman
deese schuldbrief ontfangen bij de Weeskamer den 16 Maij 1806. Capitaal en renten voldaan den 21 October 1806 van Ryk Arnoldus Mauritz Cloete op een onderhandsche obligatie de dato 22 Maart 1801 aan capitaal een duijzend guldens ofte 333:16
  met de renten daarop verlopen zeedert 22 Maart 1801
  van Jacobus Arnoldus van Reenen op een onderhandsche obligatie van den 18 Julij 1802 groot aan capitaal neegen hondert guldens ofte 300:--
  van denzelven Jacobus Arnoldus van Reenen op een onderhandsch obligatie de dato 16 September 1802 aan capitaal vier hondert en vijftig guldens ofte 150:--
deese schuldbrief ontfangen by de Weeskamer op voorm: datum van de weduwe Philip Poggenpoel op een onderhandsch obligatie aan capitaal vier hondert vijftig guldens ofte 150:--
ontfangen by de Weeskamer op voorm: datum van de heer Pieter Laurens Cloete blijkens onderhandsche schuldbriefje de dato 5 December 1797 aan capitaal zes honderd guldens ofte 200:--
  van J:L: Pietersen blijkens onderhandsche briefje van den 26 Februarij 1801 aan capitaal neegentig guldens ofte 30:--
  zijnde de laatstgemelde zes schuldbrieven aan den procureur Tredoux afgegeeven ten einde de debiteurs derzelve door rechterlijke middelen tot de betaling hunnen schulden te constringeeren
Lasten des boedels
  Rd:s Rd:s
aan de Weeskamer deezer colonie weegens een gedeelte der moederlijke erffenispenningen van de minderjarige dogter Catharina Juliana Ziervogel aan wijlen Carel Ewald Ziervogel tot vrugtgebruik afgegeeven, blijkens acte van den 2 Februarij 1798 dertig duijzend guldens ofte   10000
als meede op een Weesmeesteren kennis de dato 24 December 1802 aan capitaal thien duijzend guldens ofte   3333:16
met de renten à 6 pc:to p:r a:o zeedert p:mo Julij 1805
aan de minderjarige Catharina Juliana Ziervogel, weegens het vaderlijk erfdeel haar competeerende blijkens acte van bewijs op den 12 Maart des gepasseerden jaars een duijzend acht hondert en vijf voor den notaris publicq Jan Bernhard Hofman en getuigen gepasseerd eene somma van vier duijzend vier hondert vijf en twintig rijxd:s en derthien stuyvers zegge 4425:13
als meede zo veel haar voor haar aandeel competeerd uit het vaderlijk erfdeel van haren overleeden broeder Ewald Ziervogel blijkens voormelde acte 553:7 5/8 4978:28 5/8
aan Christina Johanna Ziervogel voor vaderlyk erffenis als vooren gemeld 4425:13
mitsgaders voor haar aandeel in de voorm: erffenis van haar broeder Ewald Ziervogel 553:7 5/8 4978:20 5/8
aan Carel Benedictus Ziervogel als voorengemeld   4978:20 5/8
aan Jeremias Fredrik Ziervogel ad idem   4978:20 5/8
aan de natemeldene vier minderjarige kinderen, te weeten Christina Johanna Ziervogel, Carel Benedictus Ziervogel, Jeremias Fredrik Ziervogel, Maria Anna van Niekerk bij representatie van hunne moeder Maria Anna Auret weegens het geene dezelve haare moeder blijkens acte antenuptiaal in den hoofde deezes gemeld voor zig bedongen en buiten de gemeenschap heeft behouden ter somma van veertig duijzend guldens Indische valuatie ofte   13333:16
aan Daniel Krijnouw over een gedeelte der kooppenningen van de voorm: plaats Ligtenburg op een scheepenenkennis daarvan ten zijnen behoeve gepasseerd vijf en twintig duizend guldens ofte   8333:16
met de renten à 6 pc:t p:r a:o zeedert den datum deeser schuldbrief als meede nog over koop van zeeven slaaven, met naamen Galant, Rammie, Jacob, Hector, Jefta en Apsalon, alle van Mosambicque en Oerson van Madagascar de somma van   3429:--
aan Johannes Augustinus Vermaak op een notarieele obligatie de dato p:mo Maij 1805 aan capitaal vyf duijzend guldens ofte   1666:32

Wordende alhier pro memorie genoteerd

1) Dat volgens declaratie van voorm: weduwenaar in het huijs aan de Kaap staande en onder berusting van Beatrix Auret, huisvrou van Egidius Benedictus Ziervogel, zig nog bevinden eenige meubilaire en andere goederen, waarvan door hem bij zijne komst in de stad, nadere en specificque opgaave zal worden gedaan

2) Dat in den boedel zyn gevonden

a) een goude lepel, een goude vork en een mesje met zilver gemonteerd en een leedere foudraal, volgens declaratie van meermelde J:N: van Niekerk thands aan de minderjarige Jeremias Fredrik Ziervogel

b) een schaartje met goud gemonteerd neevens deszelfs foudraal aan de minderjarige Christina Johanna Ziervogel, mitsg:s

c) een aarde spaarpotje met zilvere en goude munt aan de minderjarige Maria Anna van Niekerk behorende

3) Dat bij inventarisatie en tauxatie des boedels door de overleedene met wijlen haren echtgenoot Carel Ewald Ziervogel in gemeenschap bezeeten ter geleegendheid, dat daaruit aan de nagelatene kinderen van hem C:E: Ziervogel vaders weegen bewijs is gedaan, onder berusting van voormelde Egidius Benedictus Ziervogel als een der executeuren des testaments van de voorsz: echtelieden, is verbleeven een aanzienlijk bedragen aan ons betaalde en in den boedel gevondene vendubrieven waarvan door denzelven meede reekenschap en verantwoording moet worden gedaan.

Aldus gedaan en geinventariseerd ter plaatze genaamd Ligtenburg geleegen aan de Mosselbanks Rivier op den 8 Februarij 1806 ende zulx op het op en aangeeven van de in den hoofde deeses gemelde weduwenaar, dewelke verklaarde zig hier inne ter goeder trouwe gedragen en niets verzweegen of te rug gehouden te hebben, dat tot voorm: boedel specteerd, invoegen hij ook getuigde de deugdelijkheid zijner opgaave ten alle tijde des gerequireerd werdende met eede gestand te doen, met belofte wyders zo hier namaals nog iets mogte worden ontdekt tot voorsz: boedel behorende, daarvan als dan getrouwelijk naader opgaave te zullen doen, ten einde deeze inventaris met dezelve te kunnen amplieeren.

In ’t teeken der waarheid is deeze door ons ondergetekende gecommitteerde Weesmeesteren, neevens den inventarient ende mij Secretaris behoorlijk onderteekend

Als gecomm: Weesm: A:V: Bergh, A:v: Breda

Voor den opgaaf: J:N: van Niekerk

Mij present: J:P: Faure, Secret:s

Ampliatie

Volgens opgaave door Johannes Nicolaas van Niekerk op heeden nader gedaan, bestaan de goederen welke tot den gemeenschappelijken boedel van hem en wijlen zijne huijsvrouw Maria Anna Auret behorende, zig aan de Kaap bevinden in de volgende, te weeten:

In ’t huis hier voorengemeld
een cabinet met een stel kast potten
een canappé
een staande horologie
drie tavels
neegenthien stoelen in zoort
een fortepiano
een nagstelletje
een kadel
een bidet
een bed-tavel
een coffertje
een schrijfkistje
een schuijfdoosje waarin
twee en twintig staale vorken
een verlakte theekistje
een toilet spiegel
een keldertje met
vyfthien ledige flessen
een kelder met vyf flessen Fransche brandewyn
een pot met confituren
een ledige pot
een kast
twee mahonie houte foudraalen waarin
zes en twintig messen en
twee en dertig vorken met yvore hegten
drie ledige kasten in zoort
een porcelijne pot met zout
een kopere water keetel
twee strijkijzers
een blikke castrol
een ronde taveltje
een hand lantaarn
een koffij moolen
twee porcelaine potten met een restant sago
een wavelijzer
een houtbijl
een ijzere handboeij
een mandje met drie vlessen rosewater
een sluitmand met
een restant kurken
een vuurmand
een zak met een restant boonen
een zak met zout
drie vogel kooijen
een carbas
drie potten in zoort
een foliant Bijbel
twee boeken
twee lantaarns /:defect:/
agt vaten in zoort
twee vleesch balijs
twee halfamen
een canaster met een restant zuiker
zes zakken met cardemong
een kopere keetel
twee yzere potten
een restant kaarse vet
een paarde krep
negen stukken gewigt in zoort en voorts
een parthij rommeling
Onder berusting van Beatrix Auret, huijsvrouw van Egidius Benedictus Ziervogel
vier echte tjaals
een zwarte krepse tabbert
een zwarte sluijer
een verlakte doosje waarin
een goude ring met paarlen
een vergulde cachet
een goude colleé
een goude horologie sleutel
een goude borstspeld
twee goude ringen met paarlen
een goude [ringen] met juweelen
een goude [ringen] in een foudraal
twee goude ringen in zoort
twee p:r goude brasletten
twee goude ringen met een p:r oorkrabben
een goude vingerhoed
een p:r goude spelden
twee goude cachetten
een goude horologie
twee zilvere [horologie]
eenige stukjes goud
twee paarl d’ amoure doosjes
een carette naaldekoker
een carette kam
een zilvere fluitje
drie pennemesjes in zoort
een memorie boekje
een restant kanten
een zilvere broekgespen en
een kleyn koffertje

Aldus nader opgegeeven aan de Kaap de Goede Hoop op den 26:e Februarij 1806.

Als gecomm: Weesmeester

My present

Wy ondergeteekendens certificeeren hiermeede dat op de ter Weeskamer opgebragte renten ten laste van Hendrik Cornelis van Niekerk in den boedel van wylen Carel Ewald Ziervogel door hem Niekerk afgedraagen is eene somma van een duizend drie honderd en elf ryksdaalders, welk bedraagen voor als nog hem niet te goed gebragt is geworden, verzoekende derhalven den wel edele heer J:P: Faure hem dezelve thans te willen laaten valideeren.

Cabo de Goede Hoop den 7 Octb:r 1806.

E:B: Ziervogel, J:s N:s van Niekerk

MOOC8/26.46

{18060303} 3 Maart 1806 Martha Nortjé

Inventaris van zodaanige goederen als er ab intestato met er dood zyn ontruimd ende nagelaten door Martha Nortjé laast wed:w van wylen den burger Pieter Rossouw d’ oude ten voordeele haarer nagelatene zo mondige als minderjarige erfgenamen, te weten

de kinderen en kinds kinderen door den overledene by wylen Jacob Diederiks verwekt, met namen 1) Martha Diederiks get:d met Jacobus van den Bergh
2) Maria Elisabeth Diederiks get:d met Barend Gildenhuyzen Hendrikz
3) de kinderen van wylen Hester Diederiks in huuwelyk by meede wylen Adriaan van Wyk verwekt, met name a) Roelof van Wyk mondig
b) Jacob van Wyk
c) Adriaan van Wyk
d) Hester van Wyk get:d met Gabriel Rossauw de jonge
e) Willem van Wyk oud 16 jaren
4) de kinderen van wyle Jacob Diederiks, van de naamen en ouderdom met geen zekerheid kan worden gegeeven
de kinderen en kindskinderen uit het laatst huuwelijk met wyle Pieter Rossouw geprocreëerd, in name 5) Anna Rossouw getrouwt met Jan Hendrik van den Berg
6) Pieter Rossouw mondig
7) Gabriel Rossauw d’ oude
8) Susanna Elisabeth Rossouw getrouwd met Gerrit van Emmenes
9) de kinderen van wyl Daniel Rossauw by Petronella Cilliers verwekt met namen a) Jacobus Petrus Rossauw, mondig
b) Anna Rossouw, getrouwt met Jacobus du Toit
c) Abraham Rossauw minderjarig
d) Daniel Rossouw
e) Gabriel Rossauw minderjarig
f) Martha Rossouw
g) Susanna Rossouw
10) Jan Anthony Rossouw mondig
11) Jacobus Petrus Rossouw mondig

Invoegen als het een en ander in gevolge opgave van Gabriel Rossauw d’ oude door mij Adj:t Commis zyn opgenomen en in geschrifte gebracht, bestaande alle deze goederen in de volgende, namentlyk

een bed met desselfs toebehoren
twee kadels
een paweljoentje
drie kleine kisten
een taveltje
een keldertje
een theebalie
een vurk doosje
een anker bantje
een oude pot
drie aarde potjes
een koffie molen
een aarde kan
een strykyzer
een Siaamsche pot
een theepotje
een rakje
een snuiter
drie salvpotjes
een blikje
twee zeepvormen
zes vlessen
zeven bouteilles
een boekerak
een oude tinne keetel
een sluitmand
vier oude mudde zakken
een zilveren zakhorologie
een party boeken
drie oude mantjes
een kleine boterkern
een oude wagen met zyne toebehoren
Beestiaal
tien trek ossen en
agt aanteel beesten
Lyfeigen
een mans slaaf genaamt Adam van de Kaap
Credieten des boedels
    Rd:s
  aan contanten in dezelve gevonden aan papiere munt eene somma van twee en seventig rijksd:s en dertig stuivers zegge 72:30
vold: den 22 Aug:s 1807 van Jacobus Petrus Rossouw hier vooren gem:d over contant geleende penn:n op een onderhandsche oblig: de dato [ ..... ] aan capitaal 700:--
E: met de rente van dien à 6 pc:to p:r a:o zeedert den 8 Aug:s 1807
E: van voormelde Gerrit v: Emmenes de jonge over contant geleende penn:n op een onderhandsche oblig: de dato 13 Maart 1797 groot aan capit:l 200:--
  met de renten à 6 pc:to p:r a:o zeedert 13 Maart 1804
E: van Barend Gildenhuijzen d’ oude over contant geleende penn:n op twee onderhandsche oblig: de dato 13 Maart 1797 en 24 7:ber 1799 aan cap:l 200:--
  met de renten à 6 pc:to zeederd
E: van Jacobus van den Bergh over contant geleende penn: op een onderhandsche oblig: de dato p:mo September 1797 aan capitaal 100:--
  met de renten à 6 pc:to zeederd p:mo September 1803
voldaan met de renten den 14 Sept: 1807 van Jacobus van den Bergh d’ jonge over contant geleende penn: op een onderhandsche oblig: de dato 1 Aug:s 1801 aan capitaal 100:--
  met de renten à 6 pc:to zeederd 1 Aug:s 1803
  van Johannes Henricus van den Bergh over contant geleende penningen op een onderhandsche oblig: de dato 13 Maart 1797 aan capitaal 100:--
  met de renten à 6 pc:t zedert 7 Aug:s 1804
  van Pieter Rossouw over contant geleende penningen op een onderhandsche oblig: de dato 13 Maart 1797 aan cap:l 100:--
  met de renten à 6 pc:t zedert 13 Maart 1804
E: van Gabriel Rossouw over contant geleende penningen op een onderhandsche oblig: de dato 13 Maart 1797 aan cap:l 100:--
  met de renten à 6 pr:cto zeederd 18 Aug:s 1803
  van Jan Anthony Rossouw over contant geleende penningen op een onderhandsche oblig: aan capitaal den 5 December 1801 100:--
  met de renten à 6 pr:cto zeederd 5 December 1803
  van Jacob Diederiksen de jonge over contant geleende penningen op een onderhandsche oblig: de dato 24 Maart 1797 aan capt:l 100:--
  met de renten à 6 p:r c:to zeederd den 29 Maart 1799
voldaan den 29 May van Jacobus Albertus van Zyl over contant geleende penningen op een onderhandsche oblig: de dato [ ..... ] aan capitaal 100:--
  met de renten à 6 pr: c:to zeederd [ ..... ]

Aldus gedaan ende g’inventariseerd ter Weeskamer aan Cabo de Goede Hoop op den 3 Maart 1806 ende zulks op het op en aangeeven van de in den hoofde deezes gemelde Gabriel Rossouw d’ oude, de welke verklaarde zig daar in ter goeder trouwe gedraagen en niets versweegen of te rug gehouden hebben dat tot voormelde nalalenschap behoord, invoegen hy ook getuigde de deugdelykheid zyner opgave ten alle tyde des vereischt werdende, met eede gestand te doen, en belofte wyders zo hier na nog iets tot geschr: boedel behorende, mogte worden ontdekt daarvan nader opgaaf te zullen doen omme dezen inventaris daar mede te kunnen amplieeren.

Tot securiteit van dien is deeze door meerm: G: Rossouw en my Adj:t Commis neevens de meede geteekende getuigen behoorlyk gesubscribeerd.

Als getuigen: P:J: Poggenpoel, D:H:C: van Sprenger

Voor den opgaaf: Gabriel Rossouw de oude

Mij present: P:E: Faure, Adj:t C:

MOOC8/26.47

{18070831} 31 Augustus 1807 Maria Steenkamp

Inventaris der nalatenschap van wijlen Maria Steenkamp aan haar man Hendrik Willem Ras M:zoon geinventariseerd door mij ondergetekende Jacobus Gideon Louw J:szoon, veldcornet op Groot Bokkeveld

10 paarden
23 beesten
39 schapen
30 bokken
2 kisten
1 bok
1 schotel
2 borden
5 lepels
5 vorkens
1 zadel en toom
1 geweer

Hier tegen geeft gem: Ras op 39 rijxd:s schuld te hebben gem: Maria Steenkamp heeft geen kinderen naar gelaten, haar moeder is doot, maar haar vader leeft nog

Bokkeveld voorm: den 31 Augustus 1807.

J:G: Louw, Veldcornet

MOOC8/26.48

{18070908} 8 September 1807 Anna Hilletje Mosterd

Envantaaris van den overleedinen Anna H: Moster

9 beesten
51 bokken
1 merrie
1 bed met seijn toebehoort

den 7 Siptember 1807.

Hendrik V: Liebenberg

Als getuijgen: Niecolaas J: van der Merwe, Johannes Petrus Smit

MOOC8/26.49

{18070625} 25 Junij 1807 Johannes Kloete

De envontares van de overlede man Johannes Kloete Gerretzoon, als volgt

Een leenegt plaats genaamd die Hartbeest Revier gelegen onder die Kamies Berg
twee op rekwes: een genaamd die Brakvontijn in die Matyesvontijn gelegen an die Hartbees Revier onder die Kamiesberg
agt man slaven
agt slavinne
twee ossewagen met seeijn toebehoor
een ploeg met seijn toebehoor in een schar
veijf potte in soorte
een haand mool
twee saals
agt geweers
twee emmers
twee taavels in ses stoelle
een toebakmes in
ses kanne in soorte in
twe katels in
een bulsak in
twe kussens in
twe komberse en
streijk eijser in
twe ketels
een komvor
een koekepan
een vurk
een rooster
drie kiste
twee arde potte in soort
seve pasteleeijne komme
een arde kom
een tenne kom
vier vurken
drie lepels
tien pasteleijne borden
een lanteren
een tregter pentje
een tesse
drie mantjes
twe rakken
twe trekpotten in
drie kommetijes
twe kandelaar
een snuyter
twe vlesse in
veijf bottels
drie glaasen
een soudvatje
een borsels
negen sekels
een meel sif
een kasse met rommelreij
seve ouw roeijye
parteij ou duijgen
een karneng met seijn toebehor
twe boter vaten in sorte
twe alvamme
een anker
sestien koren sakken
drie graven in
drie pekken
veijf eijsers
twe beijlen
een sneijmes
een dessel
twe sagen
en belhamer
en boor
twe durslagen
en koubeijtel
een hamer
tang en schaf
een partij oud eijser
een emmer bank
een korensef
een teer kan
agt in dertig knapsakken
een bakkis
en schepel
drie koeveel vorm in soorte
vier reij parde
ses anteel parde
drie en dertig trek osse
sesenseventig antel besten
tien hondert en seventien schapen en
agt en dertig bokken

den 25: Junij anno 1807.

Als getuigen: Florus Kotse J:s:, Johannes Coetzee D:s:, Frederik Johannekg

De overl: Cloete sorteerd of heeft gesorteerd onder den veltcornetschap van Jan van der Westhuijzen

MOOC8/26.50

{18060618} 18 Junij 1806 Johan David Schmidt

Inventaris van zodanige goederen als ’er op Maandag den sesthienden dag der maand Junij in den jaare onzes Heeren een duijzend agt honderd ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den burger Johan David Schmidt ten voordeele zijne onbekende uitlandige erffgenamen, invoegen als het een en ander door mij ondergeteekende Adj:t Commis ingevolge opgaaf van den meedeburger Marthinus Dur zijn opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande alle deese goederen in de volgende, namentlijk

Ten huijze van opgem: Marthinus Dur, alwaar den overleeden woonagtig is geweest

een koffer waarin
een schansloper
twee lakense rokken
twee baatjes
ses broeken in zoort
een ronde hoed
een driekante hoed
een p:r oude laarsen
een ledere calot
ses lakens
vier en vijftig linnense voorschoten
agt servietten
een rond geruite behangzel voor een paveljoentje
vijf overtreksels in zoort
drie tinne borden
agthien messen in zoort
twee kopere tabaks doosen
twee kopere tondeldoosen
een olij steen
agt stale horologie kettings
twee houte pijpe koppen
sesthien steene pijpe koppen
thien pijpe rietjes
twee portrait stukjes
drie schilderij lijstjes
twee cardoesen tabak
twee flesjes Harlemmer olij
sesthien stropdasjes
een parthij oud zilver
een goude ring
een parthij printen
een goud horologie
twaalf zilvere knoopjes
een kist, daar in
een blaauwe rok
ses baatjes in zoort
veerthien hembden
thien broeken in zoort
derthien doeken
ses kussen sloopen
een bedde laken
agt p:r kousen in zoort
drie steenen seep
een blikke doos met wat chocolade
twee ledige zakken
een groen ledere calot
twee messen
drie vorken
drie oude scheermessen
drie vuur stalen
twee scharen
een geweer slot
een parthij vogelstruijsveeren
drie tinne en drie houte lepels
een handbijl
een kapmes
drie bouteilles met dranken
een ledere knapzak
een zijldoekse lap
een restant roode menie
een buijkband
vijf boeken
een oud zakboekje waarin
een bril
een sluijtmand
agt stukken gewigt
een zak met een restant coffij boonen
een mandje met een restant spijkers
een kussen
een spanzaag
een vogelcooij
Crediten des boedels
  Rd:s
aan contanten in dezelve gevonden aan copermunt 4 dubb: 0:8
van de manh: Ch: Lud Kendler over contant geleende blykens onderh: briefje d:d: 14 Jan:y 1805 300:--
met den intrest van dien zedert gen: datum
van de huysvrouw van voorm: Kendler over contant geleende blykens ond: bewys 10:--
Lasten
  Rd:s
aan voorm: Marth:s Deur over begravenis en verdere gedane ongelden blijkens specificque reekening 210:30
wordende alhier pro memoria genoteerd dat volgens declaratie van meerm: Dur, zijne huijsvrouw aan den overleedene heeft voorgeschoten rd:s30 aan contanten penn: ruijm veerthien dagen geleeden om dezelve volgens des overleedens declaratie te verzenden aan juff:w Kendler die hem daar om ter leen zoude hebben laten vragen

Aldus na gedane ontzegeling opgenomen en in geschrifte gebragt, in presentie van de meede geteekende getuygen op den 18 Junij 1806.

Als getuigen: S: Flamme, J:N: Rörich

Joh: M: Dürr

Mij preesent: P:E: Faure, Adj:t C:

MOOC8/26.51

{18071031} 31 October 1807 Fredrik Brans

aan contante gevonden 13 rd:s 3 sch:
en silver orlogie
2 paar schoenen
1 hoet
1 lakense baatje
1 linnense baatje
1 schansloper
2 hemde
3 oude broeke
1 onder baatje
4 doeke
3 scheermesse
1 brandglas - behoord aan Jan Mareez en aen hem ook afgegeeven
2 hangsloote
1 leij
1 kelder kist
1 tebaks doos
1 knipmes
1 ouwe Psalm Boek
2 penne messies

Deese bovenstaande geld en goedere bekenne wij ondergetekendens gevonde te hebbe ten huijse van den burger Jacobus Redelinghuijs toebehorende aan den overledene Frederik Brans geboortig van ’t eiland Texsel

Bergrivier den 31 October 1807.

Als getuijge: Hendrik G; Witsche, W:C:G: Heideman, J: Hofmeyr senior, H: d: Waal, H: zoon, Cornelüs Grobbelaar

MOOC8/26.52

{18051211} 11 December 1805 Fredrik Rosbach

J: Brand

Inventaris van alle zodanige losse goederen als van wijlen den ingezeeten ten dorpe alhier, Fredrik Rosbach, hebben behoord en door denzelven met er dood ontruimd en nagelaaten, mitsgaders op heeden ten woonhuize des overleedene in waaren weezen zijn bevonden, te weeten

Losse goederen
twee borden, leepels, etc:a
twee vlessen, bottels, dwarszak, etc:a
een vaatje en twee bijlen
een traanputs en looijers gereedschap
een looyers tavel
twee eisere potten
twee emmers
een nieuw combaars
vyf kussens, buldzak en kadel
een blauw baatje
twee broeken
een boven baatje en twee rompjes
vier hemden in zoort
een hoed, twee doeken, etc:a
drie paar koussen, etc:a
een paar gespels en vier boeken
twee messen, etc:a
twee zakken
een leedig kist
vyf en twintig bok vellen in zoort
een zadel en twee toomen
een quantiteit kalk
elf beeste vellen
een quantiteit bast
een vat
twintig halve huiden
zeeventhien bok vellen
zestig vellen
een kelder met leedige vlessen
Slaaven
een slaave jonge, genaamt Anthony van Malabaar
Beestiaal
twee verssen en een kalf
een rijd paard
een rijd paard
Contanten
ryksdaalders twee en zestig en zes schell: papiere munt
Baate des boedels
    Rd:s
voldaan den 4 December van den eerste boode alhier, Hend: van As jun:r, volgens sch: bekentnis 100
  van den schout crimineel alhier m:s J:s Ebersohn, volg:s ond:e oblig:e 40
Lasten des boedels
    Rd:s Rd:s
voldaan aan Jan Crous volg:s reek:   38:--:--
vold: aan Casp: Scheffer volg:s reek:   12:2:--
vold: aan Corn:s Botha d’ oude volg:s reek:   3:--:--
vold: aan C:F: Cuntz volg:s reek: 10:--:--
aan C:F: Cuntz volg:s reek: 12:5:-- 22:5:--
vold: aan de h:r J:H: Frowenfelser volg:s reek:   10:--:--
vold: aan Tob:s Bauer volg:s reek: 14:3:--
aan Tob:s Bauer volg:s reek: 8:7:-- 23:2:--
vold: aan J:L: Muller volg:s reek: 6:6:--
aan J:L: Muller volg:s reek: 2:0:4 8:6:4
vold: aan J:W: Paulsen volg:s reek:   2:--:--
vold: C:A: Craft volg:s reek:   14:4:--
  C:H: Rothman volg:s reek:   3:--:--
vold: Mich: Casp: Exteen sen:r volg:s reek:   50:6:--
vold: wed:e Esselbrugge volg:s reek:   11:6:--
vold: Christ:l Steijn volg:s 1 p:s ond: oblig:e 7:--:--
Christ:l Steijn volg:s reek: 7:2:-- 14:2:--
vold: J:H: Crous volg:s reek:   22:--:--
vold: J: van Rheenen volg:s reek:   13:--:--
vold: J: Boshof volg:s reek: 41:6:--
J: Boshof volg:s reek: 10:--:--
J: Boshof volg:s ond:e oblig:e 20:--:-- 71:6:--
vold: J: Steijn volg:s reek:   5:--:--
  Casp: Bodestein volg:s reek:   2:4:--
  Carel Herselman volg:s reek:   3:--:--
vold: Joh:s Spier volg:s reek:   2:4:--

Aldus gedaan en g’inventariseerd op den 11:de December 1805 ten woonhuize des overleedene in den dorpe van Zwellendam en zulks op ’t aan en opgeeven van Jacobus Boshof, dewelke getuigde daaromtrend ter goeder trouwe te hebben gehandeld, met belofte zo iets nader tot de boedel specteerende mogte komen te ontdekken, deezen inventaris daarmeede te amplieeren; bereid zynde des vereischt werdende, deezen ook met solemneele eede te doen gestand; en zulks in ’t bijweezen van d’ edele J:n H:k Crous, en den manh:e H:k Crous, als getuigen, die de minute deezes, beneffens opgem: Boshof ende my Secretaris meede behoorlyk hebben onderteekend.

’t Welk ik getuigen: J:H: Frouenfelder, Secret:s

MOOC8/26.53

{18080113} 13 Januarij 1808 Anna Elisabeth van Helsdingen

Inventaris van zodanige goederen als er op den 15 December in den jaare een duijzend agt honderd en zeven ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door Anna Elisabeth van Helsdingen ten reguarde haare minderjarige dogtertje in name

Leonora Maria Anna van Helsdingen oud 7 jaren

invoegen als het een en ander door mij ondergeteekende Adj:t Commis in presentie van de meede geteekende getuijgen volgens opgaaff van der overleedene moeder Leonora Loret weed: van wijlen de manh: Johannes Guilliam van Helsding is opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande alle deese goederen in de volgende, namentlijk

een kist waarin de volgende kleederen van de overleedene, als
twintig rokken
twintig hembden
twintig tabbaarts
veerthien borstrokken
vier ongemaakte chitze gonnen
twee ongemaakte witte gonnen
sesthien doeken in zoort
veerthien paren kousen
een witte sluijer
agt paren ledere handschoenen
wat egte kanten
drie zijde spreijtjes
thien slaap cabaaijen
twaalf paren schoenen
twee paren half sleete laarsen
vier hoedjes
twee evore waaijers
twee paren goude krabben
twee goude ringen
een goude slootje
een goude borstspelt
een boek met goud beslag
een snoer egte paarlen
een paar zilvere gespen
een zilvere beugeltast
drie doosjes
een [doosjes] met linten
een verlakte naaij doosje
een vrouwe zadel en toom
Lijfeigen
een meijd gen:t Lea van de Kaap
Crediten des boedels
    Rd:s Rd:s
al deese contanten bevind zig onder berusting van L: Loret wed - J:G: van Helsdingen aan contanten in dezelve gevonden eene somma van rd:s tagtig zegge   80:--
  van haare moeder de wed: Van Helsdingen hier vorengem: over zo veel de overleedene voor vaderlijke erffenisse competeerd 1316:7:--
  als meede voor een bed in gelijkstelling als de overige kinderen bij hun mondigworden hebben genoten 33:16 Rd:s1349:23

Aldus g’inventariseerd ter Weeskamer aan Cabo de Goede Hoop op den 13 Januarij 1808 ende zulx op het op en aangeeven van de in den hoofde deeses gemelde wed: Van Helsdingen dewelke verklaarde zig hier inne ter goeder trouwe gedragen en niets verzweegen of terug gehouden te hebben dat tot voorm: nalatenschap behoord, invoegen zij ook getuigde de deugdelijkheid harer opgave ten allen tijde des vereischt werdende met eede gestand te doen en verdere belofte zo hierna nog iets tot gesz: boedel behorende mogte worden ontdekt, daarvan nader en getrouwelijk opgaaff te zullen doen omme deesen inventaris daarmeede te kunnen amplieeren

In teeken der waarheid is deesen inventaris door de dikwilsgem: wed: Van Helsdingen en getuigen in presentie van mij Adj:t Commis behoorlijk onderteekend

Als getuigen: P: Poggenpoel, J: Serrurier

Voor den opgaaff: Leonora Loret, wed: J:G: van Helsdingen

Mij preesent: P:E: Faure, Adj:t C:

MOOC8/26.54

{18080114} 14 Januarij 1808 Catharina Nicolaassen

Inventaris van alle zodanige goederen als er op Zondag den tienden dag der maand Januarij in den jaare onzes Heeren een duyzend acht honderd en acht, ab intestato metter dood zijn ontruymd ende nagelaten door Catharina Nicolaassen wed:e Adolph Anthonisse ten voordeele harer twee nagelatene kinderen en erfgenamen, met namen

1) Wilhelmina Johanna Anthonisse get:d met Willem Dilman
2) Alida Christina Anthonisse oud 20 jaaren

invoegen als het een en ander door mij ondergetekende Adj:t Commis der Weeskamer, ingevolge opgaaf van den geweezenen stuurman Fredrik Lelie zijn opgenomen en in geschrifte gebragt, mitsg:s bevonden te bestaan in het volgende, nam:

Ten huijze van opgem: Fredrik Lelie alwaar de overleedene is woonagtig geweest

een kadel waarop
een bulzak
een peuluw
vier kussens en
een wolle kombaars
een klederkast waarin
een zyde tabbaart
veertien rokken in zoort
een kashyntje
vier hembden
een p:r kousen
zes kabaatjes
een satyne mantel
zes doeken
vier waayers
een stuk Nankings linnen
een lap zwarte zijde
een lap voerchitz
twee zilvere eetleepels
een rood kopere theemachine
twee vierkante tafels
agt stoelen in zoort
twee kleine spiegels
een schilderij
een eetenskast waarin
twee kopere kandelaars
een snuijter
een kopere vynzel en stamper
vier tinne leepeltjes
twee ledige kisten
vier yzere potten
een schoorsteen ketting
een vuurtang
een rooster
een drievoet
een blikke trommel
een blikke theebus
een koffymoolen
een tinne koffykan
een oude sluitmandje
een yzere balance met houte schaalen
een halfaam

De volgende goederen de overleedene in maatschappij met voorm: Fred:k Lelie toebehoorende

een stel bedde gordijnen
drie ledige vaten
een groote mand
Lasten des boedels
    Rd:s
alle de inneschulden bij deesen inventaris opgebragt voldaan door Fredrik Lelie en Willem Dieman volgens de bewijsen daarvan geproduceerd - Faure, A:C: aan Christiaan Nicolaassen over contant geleende penningen op een onderh: briefje 100:--
met de renten a 6 pc:to zeedert
  aan Wilhelmina Rosina Lelie over aan de overleedene in bewaring gegeevene contanten ten bedrage van 100:--
  aan Johanna Florentina Abrahamse over contante geleende penningen volgens opgaaf van voorm: Alida Christina Anthonisse per rest 15:--
  aan doctor Liesching over gedaane praktijk en geleeverde medicamenten 50:6

Aldus gedaan en g’inventariseerd ten huyse voormeld op den 14 Januarij 1808 ende zulks op het op en aangeeven van de in den hoofde deeses gem: Fredrik Lelie, dewelke verklaarde zig hier inne ter goeder trouwe gedragen, en niets zynes weetens versweegen of te rug gehouden te hebben van al ’t geen tot den boedel en nalatenschap behoord, invoegen hij dan ook getuygde de deugdelijkheid zyner opgaave ten allen tijde des vereischt wordende met solemneele eede nader te bevestigen verdere belofte zo hier na nog iets tot gez: nalatenschap behoorende mogte worden ontdekt, daarvan nader en getrouwelyk ter Weeskamer opgaaf te zullen doen ten einde in zulk geval deezen inventaris daarmeede naar behooren kan worden g’amplieerd.

In teeken der waarheid is deeze ter presentie van my onderget: Adj:t Commis door de dikwils gem: Fredrik Lelie en getuygen behoorlyk gesubscribeerd

Als getuygen: J: Serrurier, J:N: Rörich

Voor den opgaaf: Fred:k Lelie

My present: P:E: Faure, Adj:t C:

MOOC8/26.55

{18080119} 19 Januarij 1808 James Macintosh

Inventaris van alle zodanige goederen als er in de nagt van den 15 op den 16 deeser in den dorpe van Stellenbosch ten huyze van den doctor Lamour de Manila ab intestato metter dood zijn ontruijmd ende nagelaten door m:r James Macintosh, onlangs met het Engels schipvan Monto Video alhier g’arriveerd, zijnde denzelven volgens opgaave in Engeland gehuuwd en heeft aldaar een kind verwekt, zonder dat nogthands de naamen zyner huijsvrouw nog van ’t gemelde kind bekend zijn, zo als dezelve nalatenschap door my ondergeteekende Eerste Commis der Weeskamer alhier ten op en aangaave van des overleedenens gemachtigde m:r Alexander Scot zyn g’inventariseerd en opgenomen, en bevonden te bestaan in het volgende, namentlyk

In het woonhuys van den heere Alexander McDonald in een bovenkamer
twee koffers waarin
twee lakense rokken
zes broeken in zoort
elf hembden
neegen baatjes in zoort
tien doeken en dassen in zoort
elf p:r kousen
vijf p:r sokken
een roode slaapmuts
een beddelaken
twee servietten
een verlakte theebus
een borsel
een oude scheermes
een schrijfboek
drie pennemesjes
neegen p:r nieuwe laarsen
In een pakhuijs van de heer G: Buijskes
een vat met een restant Fransche brandewijn
een vat met een restant genever
een vat met een restant portwyn
twee vaten bier
drie kisten ieder met 12 douzein bottels wit bier
een [kisten] ieder met 5 douzein bottels wit bier
een zak met kurken
twee ledige emmers
twee kleijne baly’s
een bank
twee blikke tregters
eenige ledige bottels en flessen
Contanten
  Rd:s
een goude Spaansche mat
een quart goude Spaansche mat
een agtste goude Spaansche mat
neegen goude guinees
twee en een halve zilvere Spaansche matten
aan klein zilvergeld 14 stuyvers
bedragende volgens de door het gouvernement daarop bepaalde waarde, te zamen Rd:s81:2

Kunnende de verdere baten ende de lasten des boedels door den inventarient niet distinct worden opgegeeven

Aldus g’inventariseerd aan de Kaap de Goede Hoop op den 19 Januarij 1808 ende zulks op het op en aangeven van m:r Alexander Scott in den hoofde deeses gemeld, dewelke verklaarde zig hierinne ter goeder trouwe gedragen en niets zynes weetens verzweegen of te rug gehouden te hebben van al het geen tot den boedel en nalatenschap behoord, invoegen hij dan ook getuygde de deugdelijkheid zyner opgaave ten allen tyde des vereischt wordende met solemneele eede nader te bevestigen en verdere belofte zo hier na nog iets tot gez: nalatenschap behoorende mogte worden ontdekt daarvan nader getrouwelijk ter Weeskamer opgaaff te zullen doen ten einde deezen inventaris daarmeede te amplieeren.

In teeken der waarheid is deeze ter presentie van my Eerste Commis door den inventarient en getuygen behoorlyk onderteekend

Als getuijgen: J: Serrurier, J:N: Rörich

Voor den opgaaf: Alex:r Scott

Mij present: G:A: Watermeijer, E: C:

MOOC8/26.56

{18080518} 18 Maij 1808 Verdinant Mates

Opgaaf van goederen van Verdinant Mates des bij mijn is komt te overleden

aan kontante rd:s53:0:4
vier hemde
vier onder baatjes
drie bove baatjes
vijf broeke
een kabaaij
een mus
een rok
een sprij
een bulzak, 3 kussens, een kombaars
een hoed, tien boeke
een lesnaar, een halve kist, een geweer
een paard, een schijftafel, een bank
een paar zulver kniegesp

S: Haubtfleisch

Als getuig by het opneme van zyn goederen geweest te zyn: J:G: Hugo, S: du Toit

Bovenstaand is door de heer ’s, Hauptfleisch behoorlijk besorgt aan mijn

J:P: [ ..... ]

den 18 Mij 1808

Ontvangen ryks:18

MOOC8/26.57

{18070602} 2 Junij 1807 Hendrik Fred:k Prinsloo , Susanna Faber

J:C: Gie

Copia inventaris van alle zodanige goederen en effecten als ’er door wijlen Hendrik Fred:k Prinslo d’ oude en desselfs nagelatene weduwe Susanna Faber in gemeenschap bezeeten en door eerstgem: ab intestato met ’er dood ontruimd en nagelaten, mitsgad:s heeden opgenoomen en in waaren weezen bevonden zijn geworden, te weeten

Een opstal der leeningsplaats gen:d de Doornekroon gelegen over de Groote Vischrivier in de Baviaans Rivier , dewelke egter uithoofde der rooverijen van de Bosjesmans en kaffers eenige jaaren door den overl: niet heeft kunnen worden bewoond en dus ook van recogn: bevrijd is geword en nil staat
Losse goederen
drie boeken in zoort
een oude wagen met zijn trekgoed
een tentzijl
twee matjes
twee sweepstokken
een sweep
een ploeg met zijn toebehooren
een Noorse meulen
een elsenhoute plank
drie stoelen
een schuijfdoosje
een koopere kandelaar
twee bottels
twee vlessen
drie platvaatjes in z:t
drie emmers
een half aam
een bierpijp
een tafeltje
een kopje en piering
een koffijkan
een koopere keeteltje
ses ijzere potten in zoort
een rooster
een pan
een klijne balie
vijf ledige medicijn flesjes
vier schietgeweeren in zoort
een strijkijzer
twee versleetene pikken
drie versleetene graven
drie oude bijlen
een oude trekzaag
een oude spanzaag
twee oude dissels
twee oude booren
twee oude snijmessen
een oude vijl
een oude steekzaag
twee bilhamers
twee wingertmesse
vier zikkels
een houte omslag
een graaf ijzer
een holdissel
een hamer
drie oude bytels
drie oude kogelvormen
vier jukhaaken
drie kramme
een schroef
een ploegbril en ketting
vier oude platlunsen
een koubytel
een vuurslag
een gatschijf
een slypsteentje
een versleeten tabaks mes
een rotting mand
drie kaffers mandjes
twee rolletjes tabak
een duisend een hondert en seeventig ponden zeep
eenige strookjes voorslag vel
een bereide bokken vel
een koorn zak
een kooijgoedzak
een bed met peul, kussen en combaars
een kadel
vier oude tinne borden
een oude tinne schoteltje
twee oude tinne leepels
zeeven vorken in zoort
eenig ongemaakte wagen hout
Slaven
een slave jonge gen:d Jannuarij van Batavia
een slavinne gen:d Tekae van Batavia
Beestiaal
vyf en dertig trekosse
vyfthien aanteel beesten
een duisend drie hondert agt en seeventig aanteelschapen
een hondert een en veertig aanteel bokken
Contanten
thien rijxd: en ses schellingen papiergeld aan de weduwe gelaten
Baaten des boedels
    Rd:s
van Hendrik Besuidenhout p:r rest voor een wagen   213
van Johannes Besuidenhout voor een handmoolen   18
van Cornelis Faber over contant et:ca   13
van Philip Opperman over contant   4
van Jan du Plessies d’ oude over 2 mudde koorn   5
van Baerend vd Merwe H:kz over 2 mudde koorn   5
van Christ:o Botha een os questieus
van Philip Rieker een os
van W:m H:k Esterhuijzen rd:s7
Schulden des boedels
    Rd:s
voldaan den 7 Maart 1808 aan Daniel Jacobus Erasmus over drie paarden en een schietgeweer, aan den overl: geleend en door de Bosjesmans weggeroofd 101
Erfgenaamen
Broeders en zusters van d’ overledene, waarvan drie meede overleeden, en dus hunne kinderen, met naame de weduwe niet bekend, in alles seeven staagen

/:onderstond:/

Aldus gedaan en g’inventariseerd ter plaatze van Marth:s Prinslo d’ oude gen:d de Naudeés Rivier gelegen op de Bruintjes Hoogte op den tweeden dag der maand Junij 1807 volgens ’t op en aangeeven van de weduwe Prinslo voorn:d, dewelke betuigde hierinne ter goeder trouwe te hebben gehandelt en niets bij weeten verswegen of agter gehouden; verklaarende haar dus bereid deeze opgaave ten allen tyde des gerequireerd, met solemneele eede te staaven; met verdere belofte, zo iets nader tot den boedel specteerende mogt ontdekken, deezen inventaris daermeede te zullen amplieeren, en is zulks geschied in ’t byweezen van den klerk Nicol:s Boijens en den gerechtsbode J:B: Wiese als getuigen /:was get:/ Susanna Faber /:ter zijde:/ ten verstaan van mij / A: Stockenström, Landd:s /:in margine stond :/ Als getuigen was get:d / N: Boijens, J:B: Wiese /:lager:/ mij present Theodorus Muller, Secret:s

Accordeert: Theodorus Muller, Secret:s

Aan Philip Rieker rd:s9:24 voor een os ook betaald

MOOC8/26.58

{18070209} 9 Februarij 1807 Christoffel Viljoen , Maria Elisabeth Scheepers

Copij

Inventaris van alle zodaanige goederen als ’er door Christoffel Viljoen d’ oude en Maria Elisabeth Scheepers in gemeenschap bezeeten en door de laatstgemelde met ’er dood ontruimd en naagelaaten, mitsgaders heeden opgenoomen en in waaren weezen bevonden geworden zijn, te weeten

De opstallen der leeningsplaatsen genaamd:
1) Welgevonden gel: in de Winterhoek aan de Wilgen Fontein
2) De Melkhoutefontein gel: agter de Winterhoeksberg aan de Drie Fonteinen
3) De Tijgerhoek gel: in de Winterhoek aan de Keurfontein
Losse goederen
2 wagens met tentzeilen en toebehoor /:d’ eene oud:/
1 ploeg
3 botervaaten
4 kleine bootervaatjes
1 booterkarn
2 emmers
3 halfaam vaaten
2 platvaatjes
1 wagenkist
1 oude groote kist
4 geweeren
1 groote koopere koogelvorm
3 klijne ijzere [koogelvorm]
1 oud zaadel
1 aambeeld
1 blaasbalk
1 oude schroef
1 handhamer
1 spijkervorm
1 koudbijtel
1 smitstang
1 schroefijzer
1 vijl
1 kraanzaag
1 trekzaag
2 steekzaagen
4 differente schaaven
2 duims booren
1 ijzere booromslag
1 dissel
1 houtbijl en 1 handbijl
1 bijtel en 1 passer
1 kruishout, 1 winkelhaak
3 graaven
24 oude hoepels
eenig oud ijzer
4 zikkels
2 moolensteenen
5 ijzere potten
1 waterkeetel
1 tinne trekpot
2 tinne schootels en 6 borden
3 tinne leepels
3 ijzere leepels
5 yzere vurken
1 slijpsteen
Beestiaal
1 ruin rijdpaard
3 merrie paarden en 2 veulens
22 trekossen
97 aanteel beesten en jonge ossen
618 schaapen
82 bokken
Baaten des boedels
  Rd:s
bij Joh:s Willem van Staaden staan uit 12
bij Pieter Grobbeler staan uit 4
bij Hendrik Wilkens staan uit 2
Schulden
    Rd:s
reeds voldaan blijkens quittantie ter Kamer vertoond Charel Viljoen voorkind van den langstlevende uit het huwlijk met Elisabeth Duplessis heeft zijn moederlijke erfportie nog te goed met 76
Erfgenaamen
de langstleevende echtgenoot: Christoffel Viljoen d’ oude
kinderen van denzelve uit ’t huwelijk met wijlen Maria Elisabeth Scheepers 1) Susanna Elisabeth, gehuuwd met Marthinus van Staden, Joh:sz
2) Christoffel Viljoen de jonge, mondig
3) Maria Magdalena, gehuuwd met Andries Janze van Vuuren
4) Gerhardus Stephanus, oud 21 jaaren
5) Willem Petrus, oud 20 jaaren
6) Gertruida Jacomina, oud 16 jaaren
7) Cornelis Hendrik, oud 14 jaaren
8) Johanna Hermina, oud 12 jaaren

Aldus gedaan en g’inventariseerd ter plaatse genaamd Welgevonden gel: in de Winterhoek aan de Wilgenfontein op den 9 Februarij 1807 en zulks volgens het op en aangeeven van den edele Christoffel Viljoen d’ oude, dewelke betuigde hierinne ter goeder trouwe te hebben gehandeld en niets met zijn weeten te hebben verzweegen of agtergehouden, weshalven zig bereid verklaarde, deeze voorenstaande opgaave ten allen tijden des vereischt werdende, met solemneele eede te willen bekragtigen, met verdere belofte zo iets nader tot den boedel specteerend mogt koomen t’ ontdekken, deezen inventaris daarmede te zullen amplieeren. Alles in ’t bijweezen van den edele Christiaan Kok en den burger Jan Hendrik Combrink als getuigen.

Als getuigen: /:get: / C: Kok, J:H: Combrink

Voor de opgaave: /:get:/ C: Viljoen de oude

In kennisse van mij: /:get:/ J: Knobel, Secretaris

Voor copia conform: J: Knobel, Secretaris

MOOC8/26.59

{18080509} 9 May 1808 Barend Carolus van Nieukerken

Inventaris van alle zodanige goederen als er op Dingsdag den derden dag der maand May in den jaare een duijzend agt honderd en acht ab intestato met er dood zyn ontruimd ende nagelaten door den burger Barend Carolus van Nieukerken, ten voordeele zyner hieronder te meldene kinderen en erfgenamen met namen

1) Anna Berendina van Nieukerken get:d met Jan van Tubberg
2) Aletta Jacoba oud 18 jaren
3) Maria Magd:a oud 16 jaren
4) Barend Johannes oud 14 jaren
5) Jacomina Marg:a oud 13 jaren
6) Jac:s Johannes oud 11 jaren
7) Johanna Pet:a oud 8 jaren en
8) Martha Bartholdat van Nieukerken oud 5 jaren

Invoegen als ’t een en ander ingevolge opgaaf van opgem: Jan Tubberg en de medeget: getuigen, door mij onderget: Adj: Commis zyn opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande alle deeze goederen in de volgende, namentlijk

In een huurhuis van den burger Hendrik Matfeld
zes hembden
zes broeken
vyf baatjes in zoort
zes paren kousen
twee paren schoenen
twee hoeden
twee schaafbanken
een kist waarin de volgende timmermansgereedschappen, als
vier en twintig schaven
vyftien bytels
vyf vylen
tien boren in zoort
vyf kruishouten
een snymes
een duimstok
twee kleine fokswansen
twee passers
twee yzere hamers
twee houte hamers
zeven winkelhaken in zoort
een snymes
agt houte schroeven
twee trekzagen
vyf spanzagen
een kist waarin
dertien schaven in zoort
drie boren
elf bytels
een byl
een klyne handzaag
een hamer
een passer
een buigtang
een duimstok
een schietloot
twee schragen en voorts
een party rommeling

Aldus geinventariseerd ten huize voormeld op den 9 Maij 1808 en zulks op het op en aangeeven van de in den hoofde deezes gem: Jan van Tubbergh dewelke verklaarde zig hierin ter goeder trouw te hebben gedragen en niets verzweegen of terug gehouden te hebben van al het geen tot de nalatenschap behoord in voege hy ook betuigde de deugdelykheid zyner opgaave des vereischt werdende met eede gestand te doen en beloofde wyders zo hier na nog iets tot gezegde nalatenschap behoorende mogte worden ontdekt, daarvan nader en getrouwelyk opgaaf te zullen doen ten einde deeze inventaris daarinne te kunnen worden geëmplieerd

In teeken der waarheid is deeze inventaris in presentie van my ondergeteekende Adjunct Commis en mede get: getuigen door dikwils gem: Jan van Tubberg behoorlyk gesubscribeert

Als getuigen: P:F: Buytendag, J:N: Rörich

Voor den opgaaf: J:V: Tubbergh

Mij preesent: P:E: Faure, Adj:t Commis

MOOC8/26.60

{18080804} 4 Augustus 1808 Cornelis van Nieuwkerken

Inventaris van zodanige goederen als er op den derden dag der maand Maij in den jaare een duijzend agt honderd en acht ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den burger Cornelis van Nieuwkerken, ten voordeele van zijne hier onder te meldene broeders, als meede de kinderen en kindskinderen van de overleedene, met namen

1) Nicolaas van Nieuwkerken mondig
2) Adriaan van Nieuwkerken mondig
3) de kinderen en kindskinderen van wijlen [ ..... ] in huwelijk verwekt bij meede wijlen d’ edele Johannes Gijsbertus Blankenberg als a) Hendrik Emanuel Blankenberg mondig
b) Aletta Hendrica Blankenberg get:d met d’ edele Jacobus Christiaan Faure
c) de kinderen van wijlen Johanna Catharina Blanckenberg in huwelijk verwekt bij den colonel in Eng: dienst Robbert M:c Nab met namen Dunkin Rijnier oud [ ..... ], Robbert Joh:s M:c Nab
d) Wilhelmina Hendrina Blanckenberg geh:d met den cap:n lieutenant ter zee in Hollands koningsdienst Jan Cambier
e) Johannes Gijsb:s Blanckenberg oud, uitlandig
f) Jacobus Henricus Blanckenberg
4) de kinderen van wijlen Barend Carolus van Nieuwkerken, met namen g) Anna Berendina van Nieuwkerken get:d met Jan van Tubberg
h) Aletta Jacoba van Nieuwkerken oud 17
i) Maria Magdalena van Nieuwkerken oud 15
k) Barend Joh:s van Nieuwkerken oud 13
l) Jacomina Margaretha van Nieuwkerken oud 12
m) Jacobus Joh:s van Nieuwkerken oud 10
n) Johanna Petronella van Nieuwkerken oud 7
o) Martha Bartholda van Nieuwkerken oud 2 jaren

invoegen als het een en ander door den meede burger Mijchiel de Kock is opgegeeven en door mij Adj: Commis in presentie van de meede geteekende getuigen opgenomen en geschrifte gebragt, bestaande alle deese goederen in de volgende, namentlijk

een kist waar in
vijf witte hembden
vijf broeken in zoort
twee baatjes in zoort
agt doeken
een hoed
een p:r laarsen
een p:r schoenen
een p:r kousen
een p:r zilver handknoopen
een p:r zilver kniegespen
een spiegeltje
een tinne snuijfdoos
twee scheer doosjes
twee scheermessen
een zadel en toom
een rijdpaard
Crediten des boedels
    Rd:s
bet:d van voorm: Michiel de Kock over knegtsloon p:r rest 7
Lasten
    Rd:s
voldaan aan gem: Michiel de Kock over begravenis onkosten blijkens reek:g 26

Aldus g’inventariseerd ter Weeskamer aan Cabo de Goede Hoop op den 4:e Augustus 1808 ende zulx op ’t op en aangeeven van dikwilsgem: Michiel de Kock, dewelke verklaarde zig hier inne ter goeder trouwe gedragen en niets verzweegen of te rug gehouden te hebben dat tot voorm: nalatenschap behoord, invoegen hy ook getuijgde de deugdelykheid zijner opgave ten allen tijde des vereyscht werdende met eede gestand te doen en verdere belofte zo hierna nog iets tot gesz: boedel behorende mogte worden ontdekt, daar van nader opgave te zullen doen omme deesen inventaris daarmeede te kunnen amplieeren

In teeken der waarheid is deese door de in den hoofde deeses gem: De Kock en getuigen in praesentie van mij Adj:t Commis behoorlijk onderteekend.

Als getuigen: J: Serrurier, J:N: Rörich

Voor den opgaaff: M: de Kock

Mij present: P:E: Faure, Adj:t Commis

MOOC8/26.61

{18080819} 19 Augustus 1808 Anna Franken

Inventaris van alle zodanige goederen als er op Maandag den vyfthiende dag der maand Augustus in den jaaren onzes Heeren een duijzend acht hondert en acht ab intestato metter dood zijn ontruymd ende nagelaten door Anna Franken weduwe van wijlen den burger Jacobus Fredrik Grijling ten voordeele haarer ondertenoemene kinderen en kindskinderen, met namen

1) Hermanus Grijling mondig
2) Jacobus Fredrik Grijling mondig
3) de nagelatene kinderen van wylen Jacomina Hendrina Grijling in huwelijk verwekt bij Barend Carolus van Nieuwkerken, met namen a) Anna Barendina van Nieuwkerken get:d met Jan van Tupberg
b) Aletta Jacoba oud 19
c) Maria Magdalena oud 16
d) Barend Johannes oud 14
e) Jacomina Margaretha oud 12
f) Jacobus Johannes oud 11
g) Johanna Petronella oud 8
h) Martha Martholda oud 6 jaren

invoegen als het een en ander door mij onderget: Adj:t Commis der Weeskamer ter presentie der meede getekende getuygen is opgenomen en in geschrifte gebragt, mitsg:s bevonden te bestaan in het volgende, te weeten

In een huurhuijs toebehoorende aan d’ edele Gabriel Vos en aldaar

In het voorhuijs
een bladtafel
een ledige kist
In de voorkamer
twee ophaal gordijnen
een spiegel met vergulde lyst
een kabinet
een lessenaar
twee tafeltjes
een kleyne glaaze kastjes
zeeven stoelen
een kistje waarin
een doosje met een goude halssnoer met steenen
een diamante ring
een goude ring met steenen
vier goude knoopjes
agt zilvere knoopjes
een zilvere beugel
een zilvere beugel
een zilvere snuyfdoos
een zilvere haak met een schaar
twee p:r zilvere schoengespen
een p:r portepé beslag
een porcelaine doosje met zilver gemonteerd
een snuyfdoos
In een agterkamer
een ledikant waarop
een bedt
een peuluw
vier kussens en
een wolle combaars
twee beddens
neegen kussens en
een deeken
een zydgeweer met zilvergevest
In de combuijs
een kast
een tafel
een waterhalfaam
een kopere koffijkan
een kopere kandelaar
een koekepan
een vleesvork
een rooster
een drievoet
een leepel
een schuijmspaan
een schoorsteenketting
Crediten des boedels
  Rd:s
van Nicolaas Combrink over gekogte goederen blykens reek:g 14:30

Wordende alhier pro memorie genoteerd dat zig in den boedel nog komten te bevinden de volgende goederen toebehorende aan de in den hoofde deeses gemelde gezamentlijke kinderen van wijlen Barend Carolus van Nieuwkerken, als

twee emmers
drie yzere potten
een schoorsteenketting
een roodkopere theemachine
agt borden
drie schotels
een tinne soepkom
vier kandelaars
agt staale vorken, als meede
een slaven jongen gen:t Patra van Bougies

Aldus geinventariseerd in de Kaapstadt aan de Kaap de Goede Hoop ten huijze voormeld op den 19 Augustus 1808.

Als getuygen: J: Serrurier, J:N: Rörich

Voor den opgaaf: P:F: Buytendag

Mij present: P:E: Faure, Adj:t C:

MOOC8/26.62

{18080927} 27 September 1808 Rosina Petronella Rutgers

Inventaris van zodanige goederen als er op Zaturdag den vier en twintigste dag der maand September in den jaare onzes Heeren een duijzend agt honderd en agt met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door Rosina Petronella Rutgers wed:e wijlen Johannes Josephus Jansson hebbende de overleedene bij testamentaire dispositie de dato ult:o Augustus deezes jaars voor den notaris publiek m:r Gerrit Buijskes en zeekere getuijgen opgerigt tot haare eenige en algeheele erfgenamen g’institueerd haare ondertemeldene drie kinderen, met namen

1) Arnoldus Johannes oud 9
2) Richardus Bernardus oud 7
3) Aletta Fredrica Jansson oud 4 jaren

en vermits Heeren Weesmeesteren by gezegde dispositie tot executeuren hares testaments, redderaars hares boedels en voogden over gezegde minderjarigen zijn aangesteld, word het een en ander door ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren opgenomen en in geschrifte gebragt, en bestaat dezelve het volgende, namentlijk

In een huurhuijs toebehorende aan den burger Anthonij Krynauw

In de voorkamer
een ophaal gordijn
een spiegel
twee schilderijen
een cijfferleij
een vierkante tafel
een tafellaade waarin twee spreijen
een gestreept
een restant chitz en
een stuk neteldoek
een toonbank
een restant peeper
een restant coriander
een ledikant met geruite behangzel waarop
een bulzak
een peuluw
vier kussens en
een deeken ingevolge onderh: acte uit kragte der clausule reservatoir gemaakt en de testamente bygevoegd, gelegateerd aan haare gezamentlyke kinderen
een ledikant waarop
een bulzak
vier kussens en
een deeken
twee guerridons
zes stoelen
zeeven stoelkussens
vyf verlakte schenkbladen
een koffykan
een theemachine
vyf kandelaars in zoort
een vuurtestje
een snuyter met zijn bakje
een soupterrine met zyn schotel
een lampet met zijn kom /:defect:/
neegen schotels in zoort
tien borden
zes kopjes en pierings
vier karaffen met twee bakjes
drie glaazen
veerthien kelkjes in zoort
een confyt potje defect
twee zoutvaatjes
een oly en azijn standert
twee sauspotjes
een kopere vyzel en stamper
een yzere balans en kopere schalen
twee pakjes knoopen
een verrekijker
een kistje met zilver beslag waarin 3 p:r nieuwe schoenen
een verlakte trommel waarin zes agaate steenen
een koffer waarin de gemaakte klederen en linnengoed der overleedene bestaande in
tien tabbaarts in zoort welke goederen de overleedene by voorm: acte had begeerd dat verkogt en ten nutte harer kinderen gedurende hunne minderjarigheid zal worden gebruikt, terwyl het geen bij de meerderjarigheid van ’t jongste nog zal worden gevonden, onder hun zal moeten worden verdeeld
twaalf rokken
vyf vrouwe hembden
zestien mans hembden
twee en dertig doeken in zoort
vyf kinderhembdjes
zes borstrokjes
een echte tjaal
agt doekjes
twaalf musjes
neegen ondermusjes
zes makassers
twintig nagelbandjes
een dekluijer
twee bakkerluijers
neegen flepjes
vijfthien lakens in zoort
vier en veertig servietten
neegentien slopen
een stel beddegordynen

als meede

ter Weeskamer in bewaring genomen   een goud horologie bij opgem: acte gelegateerd aan haare Arnoldus Johannes
  een p:r goud hand knoopjes
  een goude ringetje en
  een goud borstspeld
  een p:r goude kniegespen bij opgem: acte gelegateerd aan haare Richardus Bernardus
  een p:r goude handknoopjes
  een goude ringetje
de nevenstaande artikelen by my op heden ontvangen den 14 Sept:br 1829 - A:F: Jansons een Bybel met goud beslag bij opgem: acte gelegateerd aan Aletta Fredrica
twee goude naaijringen
een goude pinkring
een goude pinkring met een diamante steen
een p:r goude oorkrabbetjes
en eyndelijk aan ieder derzelver een zilvere leepel aan hun ten gebruyke afgegeeven
Op de zolder
vier stoelen
vyf schilderyen
twee spiegeltjes
drie tafels
een ophaal gordijn
een kadel waarop
een matras
een kelder met ledige vlessen
een lantaarn
drie waterhalfaamen
een partij bottels
In de combuys
een tafel
een hakbord
een kopere keetel
vier yzere potten
een castrol
een taartenpan
een vergiettest
een drievoet
een vuurtang
drie schoorsteenkettengs
Zilverwerk
een zuykerpotje
een soupleepel
twaalf eetleepels
twaalf eetvorken
twee soutvaatjes
zes theeleepeltjes
zes confituur vorkjes
een koker
twee p:r schoengespen
twee p:r kniegespen
ene p:r kniegespen met steenen
een halsgesp
een kam
een kinderfluitje
een zakhorologie
een party knoopen
een weinig oud zilver
een karette tobaksdoos met zilver gemonteerd
Lijfeigenen
een jongen gen:t April van Mosambicque ; ingevolge testamentaire dispositie heeft de overleedene begeerd dat gez: slaaf gedurende het leeven van haare moeder Rosina Dorothea Jacobusz, wed: wijlen David Hebel, bij en ten dienste van haar zal verblyven onder zodanige conditien als bij de testament breeder is omschreeven
een meijd gen:t Marie van Mosambicque
Contanten des boedels
  Rd:s
een hondert drie en twintig Spaansche matten
zes en zeventig ducatons
tien daalder stukken
zes en twintig goude londors
drie halve guinees
makende volgens de door het gouvernement daar op bepaalde prys een bedragen van 416
aan papiere munt 500
dus te zamen Rd:s916
Lasten des boedels
  Rd:s
van de vier minderjarige kinderen over vaderlijke erfdeel bij acte van 13 Maart 1807 ter Weeskamer vertigt 973:30

wordende hier pro memoria genoteerd dat de tweede onderschout J:A: Schultz aan deezen boedel nog komt schuldig te weezen zeekere somme gelds waaromtrend nader onderzoek zal worden gedaan

Aldus na gedane ontzegeling g’inventariseerd aan de Kaap de Goede Hoop ten huyze voormeld op den 27 Sept:br 1808.

Als gecomm: Weesm: A:V: Bergh, G:E: Overbeek

Mij present: P:E: Faure, Adj:t Commis

MOOC8/26.63

{YYYY} [ ..... ] Jacob Fueman

Lyst der nalatenschap van wylen den overleden burger Jacob Fueman ten plaatze van de weduwe Jacobus Burger

1 tafel
1 ledikant
1 bulsak
1 puul
2 kussens
1 combaars
1 groote kist
1 ketel
1 pistool
2 snyders schaare
1 copere degint
1 paar zilver schoengesper
1 paar copere schoengesper
1 paar schoene
3 boeke
1 spiegel
6 hemde
7 el blouwe linne
1 voersits cabaay
4 broeke
2 blouwe baatjes
2 rompies
2 el witte linne
1 ongemaakte broek
3 doeke
1 zilver halssloot
2 strop dasse
1 hoed
1 omslag met twee formboore
1 oude zak
1 pars eyster
1 kom
1 Kuulse kan
2 riksd: aan gelt

Door myn opgeschreven F:H: Israel per order van den veldcornet

J:H: Nolte

Als getuyge: Jacobus Fredrik Burger P:z, Johann Albregt Zapff

MOOC8/26.64

{18080810} 10 Augustus 1808 Casper Fekkle

Inventaris van alle zodanige goederen als er op Zondag den zeevende dag der maand Augustus in den jaare onzes Heeren een duijzend acht honderd en agt ab intestato metter dood zijn ontruijmd ende nagelaten door de geweezene soldaat bij de tweede classe Auxieliere Artillerij Casper Fekkle ten voordeele zijner onbekende uitlandinge erfgenamen, invoegen als het een en ander door my ondergeteekende Adjunct Commis der Weeskamer ter presentie der meede geteekende getuijgen is opgenomen en in geschrifte gebracht, mitsg:s bevonden te bestaan in het volgende, te weeten

Ten huijze van de manh: Hendrik Oostwald Wilsnach
een kist waarin
een rok
zes baatjes
een broek
vijf hembden
vijf p:r kousen
drie doeken
een hoed
twee p:r laarsen
een sabel
een pijp met zilver gemonteerd
een rotting met zilver gemonteerd
een zilvere zak horologie
een p:r zilvere schoegespen
twee p:r zilvere kniegespen
agt ledige bottels
een partij rommeling
Crediten des boedels
  Rd:s
aan contanten in dezelve gevonden eene somma van twee en vyftig rijxd:s en vier en twintig stuyvers zegge 52:24

Aldus na gedane ontzegeling geinventariseerd aan de Kaap de Goede Hoop ten huijze voormeld op den 10 Augustus 1808.

Als getuigen: J: Serrurier, J:N: Rörich

Voor den opgaaf: H:O: Wilsenach

Mij preesent: P:E: Faure, Adj:t C:

MOOC8/26.65

{18070508} 8 Meij 1807 Samuel Frederik Ungerer , Elisabeth Wilhelmina Bergh

Copia

Inventaris van alle zodanige goederen, effecten, beestiaal, etc:a als er door wijlen den chirurgijn Samuel Frederik Ungerer en desselfs nagelaatene weduwe Elisabeth Wilhelmina Bergh in gemeenschap zijn bezeeten en door d’ eerstgem: met ’er dood ontruimd en nagelaaten, mitsgaders op heeden ter woonplaatse van dezelve in waaren weezen bevonden, namentlijk

Een opstal der leeningsplaats genaamt de Bruijntjes Rivier gel: over de berg onder ’t district van Zwellendam
In ’t voorhuijs
vier tavels
negen stoelen
een pendule defect
een thee machine
een wagen kist
een Keulse waterpot
twee aarde trekpotten
een tinne [trekpotten]
een schenkblaadje
vier kopjes en vier pierings
In de kamer ter regterhand
twee kadels
twee bedden
drie kisten
een Bijbel
twee leijen
In de kamer ter linkerhand
een kadel
een bed
vier stoelen
een spiegel
een koffer waarin zijn de kleederen van den overl:
agtien p:s differente boeken
een degen met zilver gevest
een zabel met koper gevest
een snuifdoos
een snuifdoos
een geelhoute doosje
een laadband
een papier waarin eenige instrumenten
een horologie glas
een doosje met naalden
een oude horlogie ketting
een zakboekje met eenige instrumenten
een knypmes
een bultzak
drie kussens
een combaars
een kleyn kisje
een lessenaar
In de dispens
zeven kelkjes
vyf schootels
vier schootels
zeventhien borden in soort
zes messen defect
twaalf tinne leepels
acht en twintig vorken
een soeplepel, defect
een tavel
een broodbank en mes
een karnvatje
zeven boeijan potten in soort
een kopere rasp
een blikke rasp
drie kopere kandelaars
een yzere snuijter
een kopere koffykan, defect, en comfoor
een aarde comfoor
negen bottels
een kasse met medicamenten
een kopere waterkeetel
twee bierglaasen
In de combuis
een yzere zeeppot
vier yzere potten
een yzere rooster
een yzere drievoet
vier emmers
een waterhalfaam
een combuis tavel
In ’t pakhuis
een bakkist
twee botervaaten
een kelder met vijf flessen
drie mudde zakken
een leedige kist en
wat rommelrij
een yzere balans
zeven p:s gewigt
een tinne steekbekken
een taveltje
In de kelder
twee p:s leggers
een kuip met zout
een botervat
een botervat, defect
een balie
een tregter
een kastje met wat zout
een halfaam
twee knapzakken met wat zout
een voorhamer
een steenpik
wat rommelrij
twee houtbijlen
twee platpikken
een holdistel
een rasp
twee kogelvormen
een spanzaag
drie schaaven
drie bytels in soort
een snijmes
een avegaars boor
een tinne tregter
In ’t wagenhuis
een ossewagen, etc:a
een ploeg en egge met zijn toebehooren
zestien stukken rondhouten
twee wagen bankjes
Op de werf
een slijpsteen
Slaaven
een slave jongen Francois van Mosambicque
een slave jongen Mentor van Mosambicque
een slave jongen Malbroek van Mosambicque
een slave jongen Marcus van Mosambicque
Slavinnen
een slavin gen:t Sara van Bougies
een slavin gen:t Roos van de Caap
Beestiaal
vier aantheel paarden
twaalf ossen
vyfthien aantheel beesten
drie honderd vier en twintig aanteelschapen
Goud en zilver
een goud horlogie - welke volgens declaratie van de wed:e door haaren overledene man tot een trouwpant is gegeeven
een zilvere snuifdoos
een paar goude hemds knoopjes
een zilver thee leepeltje
een zilver thee vorkje
drie paar zilvere kuitgespers
een zilver potlood
Baaten des boedels
    Rd:s
voldaan den 10 Feb:ij 1808 van den vendumeester Jan Hendrik Frouenfelder p:r rest aan vendupenningen weg:s de gehoudene vendutie in dato 27:e Nov:br 1806 bij haar als wed:e van wijlen Joh:s Jacobus Kok eene somma van 3213:1:5
  betaalbaar teg:s ult:o November aanstaande
voldaan den 4 Feb:y 1808 van S:P: Bergh wegens eene onderhandsche obligatie de dato 1 Meij 1805 ten behoeven van wijlen S:F: Ungerer gepasseert groot per rest 24:--:--
  van de wed:e O:A: Bergh weegens eene onderhandsche obligatie de dato 18 Maart 1806 ten behoeven als boven gepasseerd groot 169:--:--
Lasten des boedels
    Rd:s
  aan zoo veel zig in den boedel komt te bevinden weg:s vadersbewijs aan haare zeven kinderen beweezen 3948:--:--
  aan zoo veel zig in den boedel komt te bevinden, wegens moedersbewijs door wijlen haar overleedene man aan desselfs zoon is beweezen 148:2:--
den 15 Jan: in mindering betaald rd:s221 36 stv:s den 15 Aug:s weder in mindering bet:d rd:s 1000; voldaan by afreekening den 27 Xber 1808 aan den heere Landdrost als vendumeester A:A: Faure aan vendupenningen 1973:1:2
voldaan aan den secretaris Frouenfelder over verschotene recognitiepenningen van de plaats genaamt de Maurits Craal 25:--:--
voldaan aan Jan Paap weegens koop van een ossewagen beneevens een span ossen 400:--:--
voldaan den 28 December 1808 aan de colonies chirurgijn P:E: Kleu over practijk en geleverde medicamenten, etc:a 33:--:--
vold: den de 21 Dec: 1808 aan den burger Tobias Bauer blijken reecq: 12:4:--
voldaan den 27 X:ber 1808 aan den eerste bode Hend:k van As junior blykens reecq: 24:--:--
  aan den burger J:F: Crous blykens reecq: 2:2:--
voldaan aan onkosten voor de vendutie de wed: competeerende 28:--:--

Aldus gedaan en g’inventariseerd op den achsten dag der maand Meij 1807, ter plaatze de Bruijntjes Rivier voorm: en zulx volgens ’t aan en opgeeven van de wed:e van gem: Ungerer, die betuigde hierinne ter goeder trouwe te hebben te werk gegaan en niets met haar weeten versweegen of agtergehouden te hebben, en zig dus bereijd verklaarde de voorenstaande opgaave ten allen tijde des vereijscht met solemneele eede te bekragtigen met belofte wijders zo iets nader tot den boedel specteerende mogt komen t’ ontdekken, deeze inventaris daarmeede te zullen amplieeren, en zulx alles in ’t bijweezen van den clercq Johannes Dorotheus Camijn en den eerste gerechtsbode Hendrik van As jun:r als getuigen en ten overstaan van den heere Anthonij Alexander Faure als gecommitteerde Weesmeester

/:onderstond:/

voorde opgave /:was getekend:/ E:W:Bergh wed:e Ungerer ten overstaan van mij /:was get:d:/ A:A: Faure /:ter zijde stond:/ als getuigen /:was getekend:/ J:D: Camijn en H: van As jun:r /:en daaronder:/ Mij present /:was get:d:/ J:H: Frouenfelder, Secretaris

Accordeert: J:H: Frouenfelder, Secret:s

MOOC8/26.66

{18080615} 15 Junij 1808 Jacobus Coenraad Liebenberg

Inventaris van alle zodanige goederen als er op Dingsdag den derden dag der maand Maij in den jaare onzes Heeren een duijzend acht honderd en agt ab intestato metter dood zyn ontruijmd ende nagelaten door den burger Jacobus Coenraad Liebenberg ten voordeele zijner hier onder volgende erfgenamen, als

1) Christiaan Rudolph Liebenberg, mondig
2) Anna Barbera Liebenberg get:d met Lodewijk Botma Stephanusz:n
3) Maria Johanna Liebenberg get:d met Johannes de Klerk Jacobusz:n
4) Helena Jacoba Liebenberg get:d met Jan Hendrik Lategaan
5) ’t kind van wijlen Barend Fredrik Liebenberg in huwelijk verwekt bij Magdalena Mouton in naame Christiaan Liebenberg oud 8 jaren
6) Coenraad Hendrik Liebenberg mondig
7) Elisabeth Christina Liebenberg wed:e Matthijs Michielse Basson
8) Margaretha Aletta Liebenberg get:d met den veldcornet Jan Hendrik Nolté en
9) Johanna Sibella Liebenberg get:d met Willem Meijburgh Willemz:n

invoegen als het een en ander door mij onderget: Adj:t Commis der Weeskamer is opgenomen en in geschrifte gebragt, mitsg:s bevonden te bestaan in het volgende, namentlijk

Een opstal staande op de leenings plaats genaamd Cardouw geleegen over de 24 Rivieren

Op gem: plaats, in het woonhuijs en aldaar

In het voorhuijs
twee kleyne rakken waarop
zeeven borden
twee schotels
twee kommen
een tafeltje
een rustbank
vier stoelen
een tinne koffykan
een tinne trekpot
een kopere keetel en confoor
een schuijfdoos
In de voorkamer
een tafel
drie kisten waarin de kleederen van den overleedene, bestaande in
zes broeken
agt baatjes in zoort
drie hembden
een rok
een hoed
een jas
vijf p:r kousen
twee doeken
twee p:r laarsen
een p:r schoenen
een zilvere snuyfdoos
een zilvere schoegesp
twee zilvere kniegespen en
een zilvere halsgesp
drie kadels
een vedere bedt met een peuluw, twee kussens en een combaars
een peeper moolen
een strykyzer
een kopere kandelaar
twee geweeren
In de combuijs
drie yzere potten
een koekepan
een rooster
een schoorsteen ketting
een vleeschvork
een emmer
In een agterkamer
een scheepel
een handmoolen
een bankschroef
een halflegger
een halfaam
een mand
een kist met een restant Kaapsche tobak
een tentzijl en twee madjes
In het koornhuijs
negen en twintig mudden koorn
vijf mudden rog
elf koornzakken
twee zadels
twee agtertuijgen
twee zeeltjes
agt hoofdstellen
twee teerputzen
twee zagen
twee bytels
een dissel
een schaaf
twee boren
een handbyl
een snymes en voorts
wat romm:
Op de werf
een paarde en een ossewagen
een ploeg met toebehoren
drie agterstellen van ploegen
zeeven zikkels
drie pikken
een stuk ijzer
een party dekstroo
drie ploeg scharen en een spil
een voortang
Beestiaal
derthien trekossen
zes aanteel beesten
derthien aanteel paarden
twee rijdpaarden
zes jonge reun paarden
een hondert vier aanteel schapen
agt en vijftig aanteel bokken
zeeven varkens
Lijfeigenen
Salomon van de Kaap
Jonas van Mosambicque
Davit van Mosambicque
Moses van Mosambicque
Crediten des boedels
    Rd:s
  aan contanten in dezelve gevonden 40
is door denzelven te rug gebragt ter vendu plaatze van And:s Burger over koop van een halfaam 4
Lasten
  Rd:s
aan de wed:e Jacobus Abraham Burger over contant geleende penningen 200
aan Chr: Rudolph Liebenberg over begravenis onkosten 30

Wordende alhier pro memoria genoteerd dat volgens opgaaf van voorm: Christiaan Rudolph Liebenberg bij den burger Adriaan Louw Jacobz:n zig nog komt te bevinden een pakzadel, en bij Alewyn Burger 2 koeijen en een kalf.

Aldus g’inventariseerd ter plaatze voormeld op den 15 Junij 1808 ende zulks op het op en aangeeven van Christiaan Rudolph Liebenberg en Jan Hend:k Nolte dewelke verklaarden zig hierinne ter goeder trouwe gedraagen, en hunnes weetens niets verzweegen of te rug gehouden te hebben van al het geen tot den boedel en nalatenschap behoord invoegen zij dan ook getuijgd en de deugdelykheid hunner opgaave ten allen tijde des vereischt wordende met solemneele eede nader te bevestigen en verdere belofte zo hier na nog iets tot gez:e nalatenschap behorende mogte worden ontdekt, daarvan nader in getrouwelijk ter Weeskamer opgaaf te zullen doen ten einde deezen inventaris daarmeede te amplieeren

In teeken der waarheid is deeze ter presentie van mij Adj:t Commis door de inventarienten en getuijgen behoorlijk onderteekend

Als getuijgen: M:M: Basson M:soon, J:N: Rörich

Voor den opgaaf: C:R: Liebenberg, J:H: Nolte

Mij present: P:E: Faure, Adj:t Commis

MOOC8/26.67

{18080722} 22 Julij 1808 Fredrik Rossouw

Inventaris van het geene door den burger Fredrik Rossouw Abrahamz:n op Maandag den agt en twingtigste dag der maand Maart in den jaare onzes Heeren een duijzend acht honderd en agt, met er dood is ontruijmd en nagelaten, na alvorens bij testament in dato 2 April 1797 voor den toenmaligen notaris publicq Willem Kolver en zeekere getuijgen opgerigt daarover gedisponeerd, en tot zijne universeele erfgenaam te hebben g’institueerd den meede burger Johannes van Middelkoop en bij vooroverleeden zijne wettige decendenten bij plaatsvullinge, welke nalatenschap vermits het overleiden van evengem: Johannes van Middelkoop als bij dat testament teevens aangestelde executeur, door de ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren, uit kragte van het geresolveerde bij Praesident en Raade van Justitie op den 19 Maij jongstl: ten behoeve van de minderjarige Christina Johanna van Middelkoop by representatie van haren overleeden vader op het op en aangeeven van de heer Egidius Benedictus Ziervogel en s:r Derik Coolhaas is opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande dezelve in het volgende, namentlijk

Lyfeigenen
een slave jongen gen:d Abel van de Kaap
een slave jongen gen:d May van Batavia , oud
een slave jongen gen:d Esau van de Kaap
Lasten des boedels
  Rd:s
aan de in den hoofde deeses gem: Egidius Benedictus Ziervogel in huwelijk hebbende de weduwe van wijlen Johannes Middelkoop op een ten behoeve van laatsgem: gepasseerde notarieele obligatie de dato 12 April 1797 over contant geleende aan capitaal ƒ6000 ofte 2000:--
met de renten à 6 pc:to zeedert gem: datum denzelven over begravenis onkosten en doktors loon 197:36

Aldus g’inventariseerd ter Weeskamer aan de Kaap de Goede Hoop op den 22 Julij 1808 ende zulks op het op en aangeeven van de in den hoofde deeses gem: Ziervogel en Coolhaas, dewelken verklaarden zig hierinne ter goeder trouwe gedragen en hunnes weetens niets verzweegen of te rug gehouden te hebben van al het geen tot den boedel en nalatenschap behoord, invoegen zij dan ook getuygde de deugdelijkheid hunner opgaave ten allen tijde des vereischt werdende met solemneele eede nader te bevestigen en verdere belofte zo hier na nog iets tot gezegde nalatenschap behorende mogte worden ontdekt, daarvan nader en getrouwelijk ter Weeskamer opgaaf te zullen doen ten einde deezen inventaris daarmede te amplieeren.

In teeken der waarheid is deeze ter presentie van ons gecomm: Weesmeesteren ende my Adj:t Commis door de inventarienten behoorlijk onderteekend

Als gecomm; Weesm: A:V: Bergh, G:E: Overbeek

Voor den opgaaf: E:B: Ziervogel, D: Coolhaas

Mij present: P:E: Faure, Adj:t Commis

MOOC8/26.68

{18070321} 21 Maart 1807 Johannes Louw

Inventaris der nalatenschap van wijle Johannes Louw A:zn als denzelven met ter dood is ontruijmd ende nagelaten aan desselfs vader, den heer Adriaan Louw, de oude, bestaande in

1 slavin met hare
2 zoontjes
2 reijd paarden
3 aanteel paarden
1 zadel en toom
16 aanteel beesten
  Rd:s
1 onderhandsche obligatie ten lasten Jan Hendrik Kotze groot rijxd:s 300
1 onderhandsche obligatie ten lasten Hend:k van Niekerk Jan:zn groot 200

Geinventariseerd den 21 Maart 1807 door den ondergetekendens

C:J: Rabe, J: de Vries

MOOC8/26.69

{18070630} 30 Junij 1807 Hendrik Johannes Louw

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als er ab intestato door wylen den burger Hendrik Johannes Louw Jac:z met er dood ontruijmd en nagelaaten, mitsgaders heeden opgenoomen en in waaren weezen bevonden geworden, te weeten

Een leenings plaats gen:t aan de Karnemelks Rivier
een leenings plaats gen:t de Brakke Fonteijn onder de Karnemelks Rivier

Losse goederen aldaar

In ’t voorhuis
twee tavels
zes stoelen
een rak waarop
twee schootels, etc:a
elf borden
een hoekrak
twee kandelaars
een tinne trekpot
een leepel rak
In de kamer ter regterhand
twee tavels
twee rakken
vier geweeren
twee kadels
twee bedden met hun toebehooren
een karn
twee pistool holster en pistoolen
een draagband
een patroon tas
een roerschoen
een zabel
een zadel, toom en chabrak
twee kogelvormen
twee pakjes loode kogels
een lap zijl
een handbalie
een ankervatje
een verre kijker
een strijckijzer
een leij
twee boeijan potten
een yzer comfoor
een visch zeegen
een blikke beeker
tien yzere ringen
een zakje spyker
agt yzere banden
een kist waarin de gemaakte kleederen van den overleedene
een kist waar in
elf bedde lakens
drie tavellakens
agt servietten
zes handdoeken
elf kussen sloopen
een kist waarin
vyf combaerzen
vier stukken geruite doeken
vier stukken blaauw gestreept
een voerchits
drie stukken wit linnen
een kist waar in
een draagband met zilver beslag
een Spaanse doosje waar
drie paar goude handknoopjes
een goude halslot
een goude halsgesp
een goude ring
een zilvere kurketrekker waar aan een cachet
een zilvere zakbeugeltje
een zilvere snuifdoos
een zilvere snuifdoos waar in
twee douzijn zilvere knoopjes
een paar zilvere schoengespen
een paar zilvere kuitgespen
een paar zilvere spooren
een porcelyne doosje
een paar zilvere schoengespen
een paar zilvere kuitgespen
een paar zilvere rokhaken
een zilver halslot
een zilver halsgesp
een kisje waar in
zeventien strengen zijlgaaren
een kleijne ledige kisje
elf bijtels in soort
een duimstok
een hagelvorm
een botervat
een ledig botervat
een tentzijl
zestien mudde zakken
agtien porcelijne borden in soort
zeven graat pierings
negen schotels in soort
negen koorn sickels
twee bierglaasen
twee aarde kannen
In de kamer ter linkerhand
een broodbank en mes
een karn met zijn toebehooren
twee tinne schootels
drie porcelijne schootels
negen borden
een waschbalie
een kleyn botervatje
negen emmers in soort
twee boterbakken
een azijn vat
een vleeschbalie
vyf oude wagen roeden
een kapmes
drie jukhaaken
zes trekbanden
twee platlunzen
twee troffels
een kouwbijtel
zes ijzere egtanden
drie zeepvormen
In de combuis
een bakkist
twee potten
een rooster
een drievoet
drie yzere leepels
een schuim spaan
een vleeschvork
een koekpan
een schop en tang
een kopere keetel
drie kookketels
een tavelblad
een vat
Op de zolder
twee nieuwe ballastmantjes
drie trossen klappertijn
twee bossen rottings
een paar nieuwe onbeschoote wagenleeren
In de winkel
een schaafbank
een spanzaag
een kraanzaag
een trekzaag
drie avegaarse booren
een ijzere omslagboor
twee dissels in soort
vier schaven in soort
twee handzaagen
twee raspen
drie vijlen
een schraapmes
twee bijtels
zeven kouwbijtels in soort
een knijptang en passer
een snijmes
drie platpikken
drie oude roeijen
een yzere schroef
ander halve worst kabelgaren
twee ploegwielen
een teerputs
een vat met wat teer
een emmertje
drie bijlen
een hamer
een kisje met oud ijzer
drie graaven
In de stal
vier leerboomen
Op de werf
een legger
twee ploegen
een agter ploeg
een houte egge
twee oude wagen wielen
een snybank
twee naven
een slypsteen
een schuit
twee vleeschvaten
twee wagen met hun toebehooren
een parthij rondhouten
een halfaam
een tregter
Lijfeigenen
een slave jongen gen:t Willem van de Caap
een slave jongen gen:t Carolus van de Kaap
een slave jongen gen:t Gedult van Bengalen
een slave jongen gen:t Ramela van Bougies
een slave meijd gen:t Hester van de Kaap met haare kinders Thomas , Flora en Rosetta
een slave meijd gen:t Ralie van de Caap
een slave meijd gen:t Romana van de Caap met haare kinders, Valentijn , Samson en Mietje
Beestiaal
een en vijftig ossen
een hondert en dertig aantheel beesten
een hengst
vier ruijns
drie en twintig aanteel paarden
vier hondert vier en vijftig aantheel schaapen
vier en negentig hamels en rammen
een honderd agt en zeventig bokken
Baten des boedels
    Rd:s Rd:s
  over zoo veel den burger Balthazar van der Wat op een onderhandsche obligatie de dato 4:e April 1807 debit is groot   600:--
  de burgers Steph:s Hoofdvleesch en Steph:s Malherbe voor ’t houden ter beweijding van drie en tagtig ossen à 2 schell: yder per maand maakt voor twee maanden 41:4
  aan kostgeld voor twee wagters ieder à 5 rd:s per maand maakt 20:-- 61:4
voldaan den 20 December 1808 de burgers Frans du Toit en Pieter van der Merwe over als boven voor 44 ossen maakt   22:--
Lasten des boedels
  Rd:s
aan den burger Petr:s Lavras Moleman blykens reecq: per rest 3:--
aan d’ edele Lud: du Preez voor maalloon blijkens reecq: 3:6

Aldus gedaan en g’inventariseerd ter plaatse bovengemeld op den 30:e Junij 1807 in Julij in ’t bijweezen van den clercq Johannes Dorotheus Camijn en den eerste gerechtsboode, Hendrik van As junior, als getuijgen

Als getuigen: J:D: Camijn, H: van As junior

A:A: Faure

MOOC8/26.70

{18071102} 2 November 1807 Hannes Blijbel

Inventaris van zoodanige goederen als door wijlen den smit Hannis Blijbel van Lorg is nagelaaten geworden

een oude rijdpaard
een oude zadel en toom
een kist waarin
een zilvere zakhorologie
een lakense jas
een nieuwe laakense baaytje
een oude carsaaye baaytje
een chitse baaytje
drie onderbaaijtjes in zoort
drie oude lange broeken in zoort
twee nieuwe hembden
een oude [hembden]
een paar kouzen
drie oude doeken in zoort
een paar steevels
een paar schoenen
een hoed
een paar plettie schoegespen
een peul en 2 kussens, beneevens 1 combaars
een kadel
een cafot
een lij defect

Aldus geinventariseerd in onzer presentie onder zulx op ’t op en aangeeven van den burger Hendrik Ludolph Neethling dewelke betuijgde zulx ter goeder trouwe gedaan en met zijn weeten niets versweegen te hebben, berijd zijnde zulx nader gestand te doen.

Stellenbosch den 2 November 1807.

Als getuijgen: C:F: Briers, S: Bruijneel

MOOC8/26.71

{YYYY} [ ..... ] Daniel Willem Kune

Eventaris wegens de nalatenschap van mejuffrouw Anna Pretorius wyle de edele Daniel Willem Kune

1 waage de ijzerwerk is goed, maar de houtwerk onbruijkbaar
dito 1 oude wagen divec
14 ossen
6 koeijen
9 kalven maar 1 koeij is op pad blijve legge, dood, en 2 kalve geslagt
16 ossen ontfangen bij Matthijs Strijdom de oude, die daar loopten onder de naam van Hofman
1 hengst
5 merries
3 jonge hengsten van 2 jaar
2 jonge merries van 2 jaar
4 kleijne veule van de maand September aangekoomen in het jaar 1797
de yzer werk tot een ploeg
2 pikken
3 oude bylen en een party oud yzer
1 span zaag
4 potten: 2 groote, 2 kleijne, daar van 2 divec
2 kook ketels, divec
1 rooster
1 koekepan
1 strijk yzer
2 vuurtesjes
3 remkettings, divek
1 tinne coffij kan zoo als hij is
1 geweer met een vorm
1 tinne tepot, divec
2 aarde potten
1 kan
1 kandelaar met zijn snuijter
1 tinne schotel
4 tinne borden
6 vorken een gaal
3 vorken, divec
4 tinne lepels
1 leij
2 zifte, difec
1 boter vat
4 emmers divek
1 waagekist
1 coffer
3 wit elshout stoele
1 tafel, divec
de goud van een hoorlosie
1 kleijne compas in order
1 mantje zonder boom
1 plat vaatje
1 tent zeijl
1 bulzak, 1 peul en 4 kussens zonder verschooning
6 sekels zo als zij zijn
3 oude zeyl zakken
1 Afrikaanse slave jonge genaamd Philip
1 oude graaf
13 wit els planken 16 voet
5 wit els planken 12 voet
6 leerboomen uijtgewerkt
2 Gebede boeken
1 brieve tas

Salomon Ferreira

Als getuijgen: Stephanus Ferreira de jonge, Pieter Schelbach

MOOC8/26.72

{18080623} 23 Junij 1808 Valentijn Buchner , Susanna Cortjes

Inventaris van alle zodanige goederen als er in gemeenschap beseten zijn geweest bij Valentijn Buchner en desselfs huijsvrouw Susanna Cortjes mitsgaders van de zijde den laatstgemelde ab intestato metter dood zijn ontruimd ende nagelaten op den 21:e Maij deeser jaars, ten voordeele haarer ondertenoemene kinderen door haar in drie differente huwelijken verwekt, te weten

bij wijlen haare eersten man [ ..... ] Ziegeler 1) Pieter Albertus Ziegeler
2) Susanna Ziegeler get:d met Johan Ernst Volschenk
bij wijlen haare tweede man Paul Lodewijk Zusman 3) Paul Lodewijk Zusman
4) Christiaan Fredrik Zusman
5) Elisabeth Catharina Zusman get:d met Hermanus Kuuhn
6) Anna Godlieb Zusman get:d met Louis Evenant
7) Philipus Johannes Zusman oud 17 jaaren
bij haare derden man, den thans overgeblevenen weduwenaar 8) Carolus Valentijn Buchner oud 10 jaaren
9) Johannes Casparus Buchner oud 9 jaaren
10) Carolina Amarentia Buchner oud 8 jaaren
11) Jan Adam Buchner oud 5 jaaren en
12) Johannes Jacobus Buchner oud 3 jaaren

Zodanig als dezelve door mij Eerste Commis der Weeskamer ter op- en aangave als in het slot deesen vermeld zijn geinventariseerd en opgenomen en bevonden te bestaan in het volgende, namentlijk

3 katels
3 tafels
5 stoelen
1 kist
2 rakken
2 karns
3 emmers
5 ijsere potten
1 spiegel
1 hoekrak
1 pan
1 handwaschbalij
1 bakkist
2 balijs
1 platvaatje
1 kelder met eenige ledige flessen
1 rooster
1 zaag
3 booren
1 bijl
1 looijers trekbank
1 oude kan
1 strijkijzer
1 koper ketel
1 tinne ketel
1 aarde confoir
1 bastmoolen
2 schoorsteenkettings
2 looijers schaafmessen
2 aarde schotels
10 aarde borden
1 tinne kom
2 tinne bakken
3 tinne borden
7 tinne lepels en 1 tinne souplepel
1 slijpsteen
1 kombuijstafel
1 aarde pot
1 kopere kandelaar
1 nieuwe halfter
1 koevoet
1 ligterhout
1 tafelblad
2 looijers bocken
een mansslaaf gen:t December van Mosambicque , die ingevolge heeren Weesmeesteren resolutie van den 16 deeser aan de weduwenaar verblijft voor de somma van rd:s600
2 buldzakken
1 peuluw
3 kussens
3 beddelakens
1 voerchitse combaars
1 zilvere zakhorologie bij den horologiemaker Fredrik Heinricks aan de Kaap
1 Bijbel
Contanten
aan papiergeld een rijksdaalder
Inneschülden
  Rd:s
van den vendumeester der colonie Zwellendam Jan Hendrik Frouenfelder over vendupenningen 1903:28
van Pieter Langenhoven over koop van twee erven 1333:16
met de intrest ’t zeedert heeden
van ’t gouvernement over wagenhuis 60:--
van Jan Oosthuijzen voor een geweer 12:--
Lasten des boedels
  Rd:s
aan Diederik Matthijs Hillebrandt over koop van twee erven 2000:--
met de intrest ’t zeedert 11 November 1807
aan Diederik Matthijs Hillebrandt op een onderhandsche briefje 60:24
aan denselve over boekschuld 8:--
aan Paul Lodewijk Zusman op een onderhandsche briefje de dato 23 Junij 1807 139:--
aan Pieter Langenhoven over doodschulden 52:24
aan Johannes Bartholomaus Krieger voor de doodkist 25:--
aan Christiaan Fredrik Helden voor ’t beslag tot de doodkist 12:--
aan Hermanus Kuuhn voor twee beesten 15:--

Aldus gedaan en geinventariseerd aan de Kaap de Goede Hoop op het erf van de burger Pieter Langenhoven gelegen aan Hottentotsholland op den 23 Junij 1808, ende zulks op het op en aangeven van den in den hoofde deeses gemelden weduwenaars, dewelke betuijgde zig daarinne ter goeder trouwe gedragen en zijnes wetens niets verzwegen te hebben van het geene tot den gemeenschappelijken boedel en nalatenschap behoord, bereid zijnde zulks des gerequireerd wordende ten allen tijde met solemneele eede nader gestand te doen, en verdere belofte zoo wanneer in den tijd iets dienaangaande nader mogte komen te ontdekken, daarvan ter Weeskamer opgaaf te zullen doen ten einde in zulk geval deesen inventaris daarmede naar behooren kan worden geamplieerd.

In teeken der waarheid is deesen door den inventarient ende mij Eerste Commis der Weeskamer in teegenwoordigheid van getuijgen eigenhandig gesubscribeert

Als getuigen: W: Morkel Siener, D:M: Hildebrand

J:V: Büchner

Mij present: G:A: Watermeijer, E: C:

MOOC8/26.73

{18080512} 12 Maij 1808 Nicolaas Heijnenberg

Inventaris van alle zodanige goederen als er op Maandag den negende dag der maand Meij in den jaare onzes Heeren een duijzend acht honderd en acht ab intestato met er dood zyn ontruijmd ende nagelaten door Nicolaas Heijnenberg ten voordeele zyner hieronder te meldene in twee differente huwelyken verwekte kinderen, als

1) by wijlen Maria Oudshoorn in naame Franciscus Petrus Heijnenberg
2) bij zijne gesepareerde huijsvrouw Margaretha Rijnhard Christina Margaretha Heynenberg gen:

invoegen als het een en ander door mij ondergeteekende Adj:t Commis der Weeskamer ter presentie van de medegeteekende getuygen is opgenomen en in geschrifte gebracht, mitsg:s bevonden te bestaan in het volgende, nam:

In een huurhuijs toebehoorende aan Jacob Singeur, en aldaar

In het voorhuijs
een klaptafel
een leuningstoel
een rustbank met zyn matras
In de voorkamer
een kast waarin
vier oude rokken
zes broeken
vijf broeken
veertien baatjes
twee baatjes
agt hembden
twee p:r kousen
twee slaapmutzen
neegen doeken
zeeven lakens
neegen sloopen
twee oude kabaayen
twee oude hoeden
een p:r kniegespen
een schaar
een toilet spiegel
een p:r handschoenen
een doosje met gaare knoopen
een kelkje
een tinne trekpot
drie kopere kandelaars
een blikke [kandelaars]
een soupterrine
vier messen en drie leepels
een boterpot
een zilvere theelepeltje
een aardepot
een houtebak
een kadel waarop
een bulzak
neegen kussens en
een deken
een rakje
twee schilderyen
een roode gordyn
een nagtspiegel
In de kombuijs
een kast
een rystblok en stamper
een tafel
twee emmers
een baly
vier yzere potten
een yzere keetel
twee koekepannen
een vuurtang
drie schoorsteenkettings
een konfoor
een rooster
een drievoet en voorts
een party ledige bottels en vlessen
Op de agterplaats
een huysladder
drie vaatjes
Inneschuld
  Rd:s
van And:s Nieman Michaelz:n op een onderh: briefje d:d: 8 Maart 1808 23:30
Lasten des boedels
  Rd:s
aan Jacob Singeur over 5 1/2 maanden huyshuur a rd:s16 p:r maand 88

Aldus na gedane ontzegeling opgenomen en g’inventariseerd op den 12 Maij 1808.

Als getuijgen: Paul Bartholomeus Simonsz:, J:N: Rörich

Mij present: P:E: Faure, Adj:t C:

MOOC8/27.1

{18070916} 16 September 1807 Sara Elisabeth Muller

Inventaris van alle zodanige goederen, als er door wijlen de jonge juffrouw Sara Elisabeth Muller ab intestato met er dood ontruimd en nagelaaten, mitsgaders heeden opgenoomen en in waaren weezen bevonden zijn geworden, te weeten

een bed met zijn toebehooren
een kleder kast
twee stoelen
twee boeken
een slavin gen:t Petronella van de Kaap
Baten des boedels
  Rd:s
een obligatie ten lasten van d’ edele Jac:s Lud:s du Preez de dato eerste Maij 1804, groot 3817:2:3
doende ’s jaarlyks 5 proc:to waarvan d’ intressen zijn voldaan aan d’ overleedene tot den 1:e Maij 1805 terwijl nog een jaar door gem:e Du Preez aan d’ edele Hillegard Muller is betaald dus vereffend tot den 1:e Maij 1806
een obligatie ten lasten van d’ edele Hillegard Muller de dato 23:e Aug:s 1805, weg:s een gekogte slaven jongetje a 5 proc:to groot 300:--:--
waar op nog geen intressen zijn betaald
opgem: edele H: Muller debet voor ontvangene een jaar intressen van d’ edele J:L: du Preez van voorsz: capitaal van rd:s3817:2:3 gerekend tot den 1:e Maij 1806 190:7:--
voorsz: edele Muller debet over voor reecq: van d’ overleedene verkogte een en twintig beesten, ontvangen aan contanten 200:--:--
d’ edele Muller over zo veel bij ’t overlijden in cassa bevonden en onder zijn Ed:s berusting is 20:3:--
Lasten des boedels
  Rd:s
aan d’ edele J:L: du Preez over contant verschootene tot ’t maaken van de doodkist, dragers geld, als meede verdere kosten tot de begraaffenis 150
Erfgenaamen
1) Susanna Jacomina Muller gehuwd met d edele J:L: du Preez
2) Adriana Josina Muller gehuwd met den manh:e Alb:s Joh:s Myburg
3) Antonij Michael Muller
4) Salomina Magdalena Muller gehuwd met den manh:e Petr:s Joh:s du Preez
5) Hillegard Muller junior
6) Louisa Petronella Muller gehuwd met den burger Joh:s Nic:s de Nicker
7) Cornelis Joh:s Muller minderjarig

Aldus gedaan en g’inventariseerd ter plaatze van d’ edele J:L: du Preez aande Vette Rivier op den 16:e September 1807 volgens ’t op en aangeeven van d’ edele Hillegard Muller, dewelke betuigde hierinne ter goeder trouwe te hebben gehandeld en niets met zijn weeten versweegen of agterhouden, verklaarende de voorenstaande opgave ten allen tijde des vereyscht werdende met solemneele eede te zullen bevestigen, met belofte zoo iets nader tot den boedel specteerende mogte komen t’ ontdekken deezen inventaris daarmeede te zullen emplieeren, ende sulx in ’t bijweezen van den clercq Joh:s Dorot:s Camijn en den heere Joachim Christ:l Schultze als getuijgen

Als getuigen: J:D: Camyn, J:C: Schultze

H: Muller

MOOC8/27.2

{18071229} 29 December 1807 Joseph Nietsche

C: Bird

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als, er op Maandag den zeevende dag der maand December in den jaare onzes Heeren een duijzend acht honderd en zeeven ab intestato metter dood zijn ontruijmd ende nagelaten door Joseph Nietsche ten behoeven zijner onbekende uitlandige erfgenaamen, invoegen als het een en ander door my ondergeteekende Eerste Commis der Weeskamer ter presentie der natenoemene getuijgen zijn opgenoomen en g’inventariseerd, mitsg:s bevonden te bestaan in het volgende, nam:

Een huijs en erf gen:t Grietsgat geleegen over het Hottentots Hollands Gebergte
In het voorhuijs
drie rakken in zoort
twee tafels
een rustbank
drie stoelen
In de kamer ter regterhand
een kleyne kadel defect
een ledige halfaam
een boterkarn
vyf Keulsche kannen
een kleyne kistje
In de kamer ter linkerhand
een veldkadel waarop
een bulzak
een peuluw
twee kussens en
een sprey
een kist waarin
vyf p:s witte linnen
seeven en een halve p:r blaauwe linnen
vyf p:s gestreept
drie en een halve p:s gestreept fijnder
een p:s chitz
zeeven p:s voerchitzen
vier paar bonte kousen
een restant zwarte kant
twee pakken naayzyde en gaaren
zestig kammen
een pak inktkokers
zestien bierglazen
een party scheermessen
een party snoeren koraalen
zeeven cyffer leyen
twee pakken vuurstalen
twintig messen
derthien leepels
drie vorken
zeeven spellen kaarten
een party bullen
elf schrijfboeken
een party boeken in zoort
een party paarlen
vier pakken kopere gespen
zeeven bollen zylgaaren
twaalf manshoeden
drie meelzeeften
een viool met een restant snaaren
een kist met een restant Amerikaansch tobak
een bux
een geweer, defect
een zak met een restant zalpeter
een zak met chocolade boonen
een kastje met eenige instrumenten
twee oly steenen
een restant katoen
drie voering vellen
een restant spijkers
twee blikke keetels
drie tinne borden
vier tinne schotels
een tinne kom
een kopere koffykan
een yzere balance met kopere schaalen en vier stukken gewigt
twee strijkyzers
een kist waarin de kleederen van den overleedene, bestaande in
een lakense rok
een lakense jas
vyf baatjes in zoort
drie broeken
twee hembden
een halsdoek
een hoed
een p:r laarsen
een p:r schoenen
een kistje waarin
negentig vlesjes Halsche medicamenten in zoort
een halflegger met een restant wyn
een halfaam met een restant brandewyn
een halfaam met een restant azijn
twee ledige halfaamen
twee ledige vaten
twee wynkraanen
een kast met een party ledige vlessen, bottels en romm:
In de combuijs
twee yzere potten
een keetel
twee koekepannen
twee bijlen
Op de zolder
zeeven mudden rog
een en een halve gemaale mudden rog
twee mud koorn
een mud garst
een mud meel
drie en halve vat gord
een restant vuyle gord
In de moolen
een party hoepels
twee vischnetten
drie graaven
een pik
een koevoet
een partij timmermans gereedschap
een bank schroef
een emmer zout
een scheepel
drie vaatjes
drie teerputten
een bank
twee karwielen
Op de werf
een oude wagen met zyn toebehooren
een oude ploeg
een oude eg
Beestiaal
zeeventien trekossen
vyftien aanteelbeesten
twaalf varkens
Dubieuse en desperate inneschulden
    Rd:s
vold:n van de wed:e Jurrie van Dyk woonagtig in de Ruggens omstreeks de Zoute Rivier voor negotie goederen en twee mudden garst 18:24
  van Hermanus Steyn woonagtig by Barend Kuuhn aan Speelmans Rivier onder Swellendam voor negotie goederen 12:24
  van Johannes van der Westhuijsen woonagtig aan de Saffrane Kraal onder Swellendam voor negotie goederen 5:--
  van Mattheus Willemse d’ oude woonagtig in de Ruggens in de Groote Vlakte voor negotie goederen 4:12
  van de wed:e Vollenhoven woonagtig op Zwellendam voor negotie goederen 3:--
  van Casper Bodenstein woonagtig op Zwellendam voor negotie goederen 1:36
  van Nicolaas Urban voor negotie goederen 5:--
  van Michiel Nieman And:s z:n woonagtig in de Ruggens over negotie goederen 12:24
  van And:s Nieman d’ oude woonagtig in de Ruggens voor negotie goederen 5:24
voldaan den 27 July 1808 van Simon Hend:k Barkhousen die getrouwd is met de wed:e Scheepers woonagtig in de Lange Cloof voor een viool 14:24
  van Hermanus Redelinghuysen voor practyk 3:--
  van de wed:e Delport thands getrouwd met Brits woonagtig in de Lange Kloof voor een coffymoolen 4:36
  van Philip Fourie /:in huwelyk hebbende Antje Wasserman:/ woonagtig op Zwellendam voor negotie goederen 5:--
  van Hannes de Jager woonagtig agter Zwellendam op een onderhandsch briefje onder berusting van Joh:s Herschelman 30 a 40 rd:s
  van Jan du Plessies woonagtig agter Zwellendam voor een geweer 22:--
  van Fred:k Botha woonagtig in ’t Oude Niqualand voor een os die voorekt is 10:--
  van Joh:s Besuijdenhout voor negotie goederen volgens onderh: bewys 80:6
voldaan den 4 November 1808 van Pieter Mareez woonagtig aan Botrevier voor negotie goederen 50:24
  als meede voor 6 mudden garst 18:--
  van de wed:e Kloppers voor negotie goederen 25:--
  van Jacobus Remmerus Verster zwager van evengem: wed:e Kloppers volgens onderh: bewys 30:36
voldaan van Willem Germershausen woonagtig agter de Kleijne Houwhoek voor negotie goederen 18:--
  van Gabriel le Roux woonagtig aan Botrivier voor negotie goederen 5:12
  van Chrisje Rats woonagtig by Jacob Louw aan ’t Rivier Zonder End over negotie goederen 10:24
voldaan van Roelof du Plooij op een onderh: briefje 14:--
  van George Michiel Elser volgens een onderh: briefje 5:--
  van Charl Naude voor een vragt koorn 47:--
  van Hendrik Cloete s:r voor zeeven brooden aan zyn volk verstrekt 1:36
  van Adolph Fredrik woonagtig in ’t Namaqua Land op een onderh: briefje 52:12
  van Fred:k Werner voor negotie goederen 15:6
vold:n den 2 Juny 1808 van Joh:s Huijsman over geleende contanten 5:--
  van Coenraad Greibe voor garst volgens aanteekening 20:36
  van Carel Lots agter de Groote Houwhoek aan Hermanus Rivier voor maalloon 0:30
  van Jean Charles de la Harpe voor maalloon 6:12
volgens de bewijzen daar van ter Weeskamer vertoond is deese schuldbrief ten lasten J:C: de la Harpe getekend door Heckroth - vold: van Jean Charles de la Harpe voor gekogte bokken 230:--
  van Zacharias Blommerus voor gekogte bokken 3:24
  van Hermanus Kuuhn voor gekogte bokken 2:12
voldaan van Arij Jacob Joubert voor gekogte bokken 1:12
  van Willem Hes woonagtig by evengem: Joubert voor gekogte bokken 3:18
  van Nicolaas Zwart d’ oude woonagtig agter de Houwhoek voor tobak 1:12
  van Nicolaas Zwart Pieterz:n woonagtig op de plaats Rust voor negotie goederen 5:--
  van Jan Godfried Schultz thands woonagtig by de heer Weeler voor negotie goederen 110:--
  van Jean Baptist schoenmaker woonagtig aan de Kaap almeede voor negotie goederen 50:--
  van Hendrik Weeber over gekogte goederen per rest van reek: 495:36
Lasten des boedels
  Rd:s
aan de Weeskamer deezer steede op een Weesm: kennis d:d: 15 Novb:r 1800 aan capitaal ƒ3300 ofte 1100
met den intrest zeedert p:mo January deezes jaars
aan den by de Weeskamer g’administreerd werdende boedel van wylen Sara Mareez laast wed:e Joh:s Jac:s le Roux by vervolg op een onderh: briefje d:d: 15 Maart 1805 47
aan Jan Godried Schultz over koop van een zakhorologie 25
aan Betje van de Kaap voor 20 bokken a 12 schell: ’t stuk 30
aan evengem: Betje van de Kaap voor 5 jaren en 10/m:d te goed hebbende dienstloon a rd:s4 per maand 280

Pro memorie word alhier genoteerd dat de inventariente vermeend dat Jan And:s Germishausen weegens gekogte negotie goederen aan den overleedene nog per rest debet is rd:s25 a 30, zynde egter hiervan geen bewys nog aantekening gevonden

Aldus geinventariseerd en opgenomen aan de Kaap de Goede Hoop op het erf hier voorengem: op den 29 December 1807 ende zulx op het op en aangeeven van opgem: Betje van de Kaap, dewelke betuijgde zig hier inne ter goeder trouwe gedragen en niets hares weetens verzweegen of te rug gehouden te hebben van al het geen tot den boedel en nalatenschap behoord, met belofte zo wanneer in der tijd iets tot den boedel relatie hebbende nader mogte komen ontdekken daarvan nader ter Weeskamer opgaaf te zullen doen ten einde in zulx geval deezen inventaris daarmeede naar behooren kan worden geamplieerd.

In teeken der waarheid is deezen in presentie van mij Eerste Commis der Weeskamer en de meede geteekende getuijgen door de inventariente eigenhandig gesubscribeerd.

Als getuijgen: J:S: Blommerus, C: Gräbe

Voor den opgaaf: Eelisabet Schooumakker

Mij present: G:A: Watermeijer, E: C:

MOOC8/27.3

{18080530} 30 May 1808 Hendrik Wolff

Inventaris van alle zodanige goederen, als er ab intestato metter dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den geweezen soldaat by de tweede classe Auxiliere Artillery Hendrik Wolff ten voordeele zijner onbekende uitlandige erfgenamen, invoegen als het een en ander door my ondergeteekende Ajdunct Commis der Weeskamer ter presentie van de meede geteekende getuygen is opgenomen en in geschrifte gebragt, mitsgaders bevonden te bestaan in het volgende, namentlijk

Ten huijze van Coenraad Fredrik Leibrand en aldaar

In een bovenvertrek
een kist waarin
een slaapkabaay
twee hembden
vier baatjes
vier p:r kousen
een doek
een p:r oude laarsen
drie lyfbanden
een klederborsel
een stuk doeken
zes tobakzakken
drie boeken
een kogelvorm
een scheerdoos
een verrekijker /defect/
een valies
een p:r zilvere schoengespen
een p:r zilvere kuitgespen
Crediten des boedels
    Rd:s
  aan contanten in dezelve gevonden eene somma van een hondert vyf en twintig ryxd:s zegge 125
vold:n den 25 Juny 1808 van J:G: van Reenen op twee onderh: ongedateerde briefjes 25

Aldus na gedane ontzegeling opgenomen en g’inventariseerd op den 30 May 1808.

Als getuijgen: J:F: Zeiler, J:N: Rorich

Voor den opgaaf: C:J: Leibbrandt

Mij present: P:E: Faure, Adj:t Commis

MOOC8/27.4

{YYYY} [ ..... ] Laurens Cornelis Janse

Hier wort behoorlijk op gaaf gedaan door de velt cornet en twee getuige van de goederen van Cornelis Janse Laurens

een slaafven met twee slaaven kinderen
twaalf ossen met een waage met sijn volle toebehoort
ses paarden met tuijgen
seventhig bokken
een car
een ploeg
een eg
een half legger
een bier pijp
twee halffaammen
een half anker
vier potten
een bakkis
drie tavels
een rusbank
twee kisten
twee katels
twee emmers
een vlijsbaalij
ses stoelen
een huijsleer
een spiegel
twee bijle
twee booren
een rak
een lepelrak
een capstok
een peperdoos en
twee keetels
een trekpot
een snuijter
een ou waagekis
een wieg
een vleesvork
een rooster
een asschop
een drie voet
een schuijns pan
een koekepan
drie candelaars
twee schoorsijn kettens
een rijsblok
een coffijmoolen
een coffijkan
een tinne booter pot
tien leepels
een soep leepel
seeven vorken
agt borden
twee koppies en een pirenkie
een knijptan
een haamer
een strijkeijser
twee schaaren
vijf sikels
twee graave
twee pike
twee eijsers
een schop
een scheepel
een sif
een meelsif
een souijtvaatje
een vlakke schootel en 4 dipe
twee manden
een waaterpot
een geweer
twee sadels
twee bootir vaatjes
een karen
een was balij
een kit
ses sakken
een meelkis
een tregter en
een borssel
een blikke trommel
een caarssecander

Nu vint ik niets meer als dat hier staat. Seven kinderen segge vijf soons en twee dogters, een mondige en een onmondige

Als getuijgen: J:H: Smal, Cornet

Coenraat J: Groenewald

Wijnant Wessels

Inventaris des boedels den wylen Cornelis Jansz Laurens

MOOC8/27.5

{18090106} 6 Januarij 1809 Matthijs Michielse Basson , Maria Magdalena Dippenaar

Inventaris van zodanige goederen als in gemeenschap beseeten bij Matthijs Michielse Basson Matthijsz: en zijn huijsvrouw Maria Magdalena Dippenaar en door laatstgemelde op den 22 December j:l: ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten, tot haare erffgenamen nalatende in de eene helfte haarer nalateschap haare moeder Elizabeth Johanna Liebenberg voorm: wed: van wijlen Johannes Dippenaar en thands hertrouwd met Henning Johannes Viljoen, en in de wederhelfte haare halve zusters en broeders, met naamen

1) Elizabeth alle minderjarig
2) Anna
3) Hester
4) Catharina en
5) Petrus Viljoen

invoegen als het een en ander door mij ondergeteekende Adj:t Commis in presentie van getuigen is opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande alle deeze goederen in de volgende, namentlijk

een lessenaar
een koffer
een koffer waar in de kleederen van de overleedene zijnde onder berusting van voorm: zyne schoonmoeder
een bulzak
een jagt geweer
een zadel en toom
een paarde wagen
Beestiaal
een rijdpaard
agt wagenpaarden
zes aanteelpaarden
Lijfeigen
een jongetje gen:t Africa van de Caap
Crediten des boedels
  Rd:s Rd:s Rd:s
aan contanten in dezelve gevonden eene somma van drie honderd rijxd:s zegge 300:--
van welke bedragen door den inventarient de volgende uitbetaling is gedaan, te weeten
aan begravines onkosten 150:--
aan J: Nolte over zo veel denzelven over koop van een paard van den boedel te pretendeeren had 40:--
aan J: le Poudre over overkoop van een paard van den boedel te pretendeeren had 40:--
aan docter Bruce over practykt 18:24
    248:24
resteerd vier zulx aan contanten     Rd:s 51:24

Aldus gedaan ende g’inventariseerd ter Weeskamer aan Cabo de Goede Hoop op den 6 Januarij 1809, ende zulx op het op- en aangeeven vande in den hoofde deeses gemelde weduwenaar, dewelke verklaarde zig hier inne ter goedertrouwe gedragen en niets versweegen of te rug gehouden te hebben dat tot voorz: nalatenschap behoord invoegen hij ook getuigde de deugdelykheid zijner opgave ten allen tijde des vereyscht werdende met solemneelen eede gestand te doen en verdere belofte zo hier na nog iets tot den boedel behoorende mogte worden ontdekt daar van naderen getrouwelijk opgaaf te zullen doen ten einde deesen inventaris daar meede te kunnen worden g’amplieerd.

In teeken der waarheid is deese in presentie van mij ondergeteekende Adj:t Commis door den inventarient en getuigen behoorlijk gesubscribeerd.

Als getuigen: P: Poggenpoel, J: Serrurier

Voor den opgaaff: Ma: Mi: Basson M: soon

Mij present: P:E: Faure Adj:t Commis

MOOC8/27.6

{YYYY} 16 Augustus [ ..... ] Paul Andries Burger

24 Rivier den 16 Augustus

Invandaris van de nalaatende goederen van wylen den overleden Paul Andries Burger Andries Zoon present van myn als veldcornet en getuygen geinvandariseerd en bevonden hebbende als volgt

1 wagen met zyn toebehoorende goederen
1 rypaard, zadel en toom
agtien trek osse
agtien aanvok beesten
zes aanvok paarde
dertig bokken

Ik ondergetekende bekennen met waarhyd dat de nagelaatene goederen van den overledene Paul Burger het welke ons is voorgebragt regtig is op geschreeven en geinvantariseerd hetwelk wy tot allen tyden met een solemneele eedd kunnen bekragtigen

Zoo teken ik myn als veld cornet en getuigen: Barend Fr: Burger sz:

Jacobus Fredrik Burger P:zoon

MOOC8/27.7

{18070514} 14 Maij 1807 Helena Z: Basson

Inventaris van de nalatenschap van wijlen Helena: Z: Basson weduwe Andries Gobregs door mijn ondergetekende A: Loubser in geschrifte gebragt, welke goederen in de volgende bestaan als

  Rd:s
een sak oorloogie 15:--
een postelijne pot 8:7
een ledikant sonder behangsel 13:--
een kar 200:1
agt karwijtuijge 20:2
twee eijsere potte 6:1
twee beddens sonder toebehoor 43:4
een wage paart 81:--
Daniel van de Caap koetsier - siek
Lea van de Caap slegt siek
Sannetta van de Caap 405:--

Alles volgens opgaaf van den burger Lowies: C: Karste

Aldus geinvantariseert op de plaats Ongegunt aan ’t Riebeekskasteel den 14 Maij 1807

Als hiertoe gegaliveseert: /get/ Albertus Loubser N:z

In presentie van getuijge: /get:/ L:C: Karstens, P:B: Wiese

MOOC8/27.8

{18080102} 2 Januarij 1808 Andries Jacobus de Beer , Johanna Maria Venter

J:C: Gie

Copia inventaris van alle zodanige goederen en effecten, als ’er door Andries Jacobus de Beer en Johanna Maria Venter in gemeenschap bezeeten, en door laastgemelde ab intestato met ’er dood ontruimd en nagelaaten, mitsgaders heeden opgenoomen en in waaren weezen bevonden zijn geworden, te weeten

een halfsleete osse wagen met wat toebehoor
een schroefstok
een houdbijl
een dissel
een zaag
twee avegaa’s
een snijmes
een bijtel
twee schaven
twee geweers
een kist
twee ijzere potten
een meelzift
vier tinne borden
drie vorken
vier tinne leepels
twee emmers
een botervat
een strijkijzer
een tinne boterpot
twee tinne kommen /defect/
twee koogelvormen
twee stoelen
twee vijlen
een rasp
een tinne theepot
Beestiaal
elf trek ossen
twintig aanteel beesten
een hondert ses en dertig aanteel schapen
een merrie paard
Baaten des boedels
  Rd:s
van Philip Riekert voor een geweer 10
Schulden des boedels
  Rd:s
aan Hend:s Badenhorst H:kz: over geleend geld 50
aan Joh:s Coetzee D:kz over geleend geld 45
aan Fredrik Preller aan de Kaap over negotiatie 48
aan Daniel Struwig p:r rest over koop van een paard 18
aan Hend:s Badenhorst d’ oude over geleend geld 4
aan Jac:s Pet:s Joubert Jos:azn over negotiatie 7
aan Jan Olivier Ch:z over geleend geld 12
Erfgenaamen
1) Frederica Elisabeth Jacoba de Beer gebooren den 6:de Sept:r 1795
2) Johanna Christina Catharina de Beer gebooren den 26:ste Meij 1797
3) Cornelia Maria de Beer gebooren den 17:de Junij 1798
4) Anna Cornelia de Beer gebooren den 27:ste Aug:s 1800
5) Jacoba Hendrina de Beer gebooren den 24:ste Nov: 1802
6) Helena Sophia gebooren den 1:ste Maart 1805

Aldus gedaan en g’inventariseerd ten dorpe Graaff Reinet op den 2:de dag der maand Jannuarij 1808 volgens ’t op en aangeeven van voorm:de A:J: de Beer dewelke betuigde, hierinne ter goeder trouwe te hebben gehandelt en niets met weeten versweegen of agter gehouden; verklaarende zig des bereid, deese opgaave ten allen tyde des gevorderd werdende met zolemneele eede te staaven; met verdere belofte, zo iets nader tot den boedel behoorende mogt ontdekken, deezen inventaris daarmeede te zullen amplieeren, en is zulks geschied in ’t byweezen van den gerechts bode Joach:m Barth:s Wiese en den burger Joh: Christo: Boshof als getuigen.

/:was get:d:/ Andries Jacobus de Beer /:in margine stond:/ Was get:d: J:B: Wiese, J:C: Boshof /:lager:/ Mij praesent: Th:s Muller Secret:s

Accordeert: Th:s Müller, Secret:s

MOOC8/27.9

{18071222} 22 December 1807 Anna van Wijk

Copia

J:C: Gie

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten, als ’er door wijlen Anna van Wijk weduwe wijlen Abram Oberholzer, zijn bezeeten en ab intestato met ’er dood ontruimd en nagelaten, mitsgaders heeden opgenoomen en in waaren weezen bevonden zijn geworden, te weeten

een wagen met trektouw en jukken
een span riemen en stroppen
een tent zijl
twee beddens
twee peluwen
vijf kussens
twee theepotten
twee koopere slootjes
een scheer bekken
twee kommetjes
een kelkje en een glas
een koopere keetel en een coopere compfoir
een kistje
vier pies gedraaide knoppen
een thee goedbalie met wat theegoed
twee tinne thee potten
een tafeldoek en drie servietten
ses leepels
twaalf vorken
een tinne worsthoorntje
een sleutelhaak met eenige sleutels
een strijkijzer
een theeplank
een zuikerschaar
een meelzift met zijn plank
een taartepan
een koopere keetel
een potleepel
een vlees vork
een asschop
twee avegaa’s
een handbijl
twee houdbijlen
drie zeekels /defect/
een rooster
een euntjes ijzer
een emmer met koopere banden
drie emmers
een bakkistje
een kapbord
een vliegewaaijer
een wit quast
een kleere kist
een peramiede
vier stoelen met een kussen
twee tafels
twee kisten
een keldertje
twee katels
een kooijgoedzak
acht zakken
drie mandjes
een broodplank met mes
een bank
vyf en dertig voet geelhoute planken
een paar zilvere gespen
een zilvere beugel
een slange steen
twee boeken in z:t
een pan
twee vuurtesjes
een doos
een rasp
een koopere quispeldoor /defect/
een beeker
een blikje
een doosje
twee blakers in z:t
een caraf
een naalde kooker
een kurkentrekker
een schaar
drie keldervlessen
drie bottels
twee schaaren
een bijtel
een mes
vijf trommels in z:t
twee tinne kommen
vier tinne borden
een aarde kom
vijf aarde potten
vier aarde kannen in z:t
een aarde kan /klyn/
een aarde bord
een aarde pot
een aarde schotel
vier ijzere potten in z:t
drie vaatjes in z:t
een balie
een doosje
vijf klijne vlesjes
een arde kommetje met dekzel
Kleederen van d’ overleedene
achtien rokken in zoort
een slaap cabaaij
twee oude bedlakens
vier hemden
thien cabaatjes
twee paar koussen /waarvan d’ eene paar defect/
twaalf halsdoeken in z:t
drie borst rokken /waarvan d’ eene oud/
drie oude doeken
zeeven mutzen in z:t
vier halfsleete kussen sloope
een oude laken
ses voorschooten in z:t /waaronder twee oud/
twee mantels van cassand en linne /zijnde d’ eene oud/
een paar schoene
een paar muijle
een snuijfdoos
een blikje
twee vingerhoeden
een naaldekooker
een mes
een zwart hoedje
een zak boekje
een gebed boekje
een bril met huijsje
Beestiaal
acht trek ossen
zeeven aanteelbeesten
dertig aanteelschapen
vier aanteel bokken
een ruin paard
Baaten des boedels
  Rd:s Rd:s
van Joh:s Oberholzer over de aan hem bij testament geprelegateerde twee leenings opstallen de Kruis Rivier en ’t Zeekoegat te zaame voor   300
van denzelven Joh:s Oberholzer meede over den aan hem vermaakte mans slaaf gen:d Jannuarij van Bengaalen   50
van Pieter van der Westhuyzen p:r rest over koop van 9 stuks ossen   30
van Joh:s Fredrik Botha d’ intressen van opgenome gelden ter somma van rd:s164 te zaame p:r rest   30
van Franc:s Alewijn Smit over geleend geld   113
van d edele Nicolaas Smit over geleend geld   100
van Mich:l Oberholzer d’ oude over hamel geld van vhee wat hij op de helfte van aanteel heeft gehad 150
van Jan Davel p:r rest spruitende meede over vhee wat hij op de helfte van aanteel heeft gehad 136
Schulden des boedels
    Rd:s Rd:s
  aan d’ edele Nicolaas Smit over negotiatie kooren, etc:a blykens reek: 68:--
  aan d’ edele Nicolaas Smit voor de begraffenis 53
      121:--
  aan de wed:e Joh:s Smit over negotiatie   25:4
  aan Joh: Hendrik Gryling over negotiatie   7:--
  aan Gerrit Meijnhard over negotiatie   3:--
voldaan aan Abram de Klerk over contant geleend geld   90:--
Erfgenaamen
Maria Elisabeth OIberholzer geh:d met Gerrit Jac:s Koekemoer
Johannes Oberholzer
Elisabeth Oberholzer weduwe wijlen Piet:r v:d: Berg
Anna Sophia Oberholzer get:d met Rud: Ph: Botha
Elsje Oberholzer get:d met Nicolaas Smit
Cecilia Jacomina Oberholzer get:d geweest met Franc:s Alewijn Smit; de kinderen van dezelve zijn Abraham Joh:s Smit gebooren den 8:ste December 1785
Franc:s Alewijn Smit gebooren den 19:de August 1787
Jacobus Joh:s Smit geb: den 2:de Nov: 1788
Anna Elisabeth Smit getrouwd met Barend Naude
Cath:a Adriana Smit getrouwd met P:P: Hugo
Barend Gotlieb Smit geb: den 25 Aug:s 1794
Petrus Christo: Smit geb: den 15 Nov: 1795
Cecilia Jacomina Smit geb: den 28 Oct:r 1798
Jacomina Oberholzer gehuwd met Christo: Botha

Aldus gedaan en g’inventariseerd bij d’ edele Nicolaas Smit ter dorpe Graaffe Reinet , op den 22:ste dag der maand December 1807, volgens ’t op en aangeeven van den burger Johannes Oberholzer, dewelke betuigde hierinne ter goeder trouwe te hebben gehandelt en niets met weeten versweegen of agter gehouden, verklaarende zig dus bereid deeze opgave ten allen tijde des gerequireerd met solemneele eede te staaven; met verdere belofte zo iets nader tot den boedel specteerende mogt ontdekken, deezen inventaris daarmeede te zullen amplieeren, en is zulks geschied ten overstaan van den onderget:de Landd:t, in ’t bijweezen van den clercq Nicolaas Boijens en den gerechtsbode J:B: Wiese als getuigen.

/:was get:d:/ Johannes Oberholzer /:ter zijde:/ ten overstaan van mij /:was get:/ A: Stockenström, Landd:t /:in margine stond:/ als getuigen /:was get:d:/ N: Boijens, J:B: Wiese /:lager/ Mij praesent: /:was get:d:/ Th:s Müller, Secret:s

Accordeert: Th:s Müller, Secret:s

MOOC8/27.10

{18071111} 11 November 1807 Gabriel du Plessies

Copia

C: Bird

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten, als ’er door wijlen Gabriel du Plessies zijn bezeten en ab intestato met ’er dood ontruimd en nagelaaten, mitsgaders heeden opgenoomen en in waaren weezen bevonden zijn geworden, te weeten

een wagen met toebehooren en
een wagen bank
een wagen as
twee geweeren en een oud bandelier
een groote ijzere pot
twee klijndere ijzere potten
twee klijndere ijzere potten /defect/
een Bijbel
een parthij oude boeken in zoort
twee kisten
een katel
een bed met combaars, peul en 6 kussens
een tafel
drie stoelen
een stoof en tesje
een oude zadel en toom
een meelzift
een combaars
een oude zak
twee vaatjes
twee aarde kannen
een raspe
een snijmes
een vijl
een nagelboor
een handbijl
een pik
een tabaksmes
twee emmers
een balie
een rooster /:oud:/
een potleepel
een vleeschvork
een defecte kistje
vier bottels
een koffij moolen
twee ketels
een trekpot
een kommetje
een blikke water-vles
een schaar
een blaker en snuijter /:oud:/
een nagtpot
twee vlesjes
twee groote schotels
ses borden
agt leepels
vier vurken
twee aarde potten
een strijkijzer
een parthij oude hoepels
wat papier
twee lappen geruit
seeven elle linne
een parthij gaare in zoort
een geelhoute plank van 10 voeten
Bestiaal
twee rij paarden
ses aanteel paarden
neegen hondert neegen en taggentig aanteel schaapen
sesthien trek ossen
ses en dertig aanteel beesten
Baaten des boedels
  Rd:s
van Hend:k Kruger G:t z:n voor 4 mudden zout a 2 rd:s 8:--
Schulden des boedels
  Rd:s
aan Nicol:s van der Walt voor cont:t geleende penn: 8:--:--
aan de wed:w wijlen Jan Coetzee 10:--:--
aan Mich: Wolf over negotiatie 47:3:2
aan Jan Hoets over negotiatie in de 70 rd:s dog zegt den opgeever dat den overleeden aan hem heeft gezegd dat sulks reets lange betaalt was
aan Joh:s And:s Beetge voor 3/m:d schoolgeld en kostpenn: - vold: 13:4:--
Erfgenaamen
Martha du Plessies gehuuwd met Jacobus Meijburg dit kind is uit den eersten echt met Magdalena Maria Venter
Anna Maria du Plessies geboren 2 Februarij 1792 dit zijn kinderen uit ’t tweede bedde met Hester Venter
Hester Sophia du Plessies geboren 26 Meij 1795
Gabriel du Plessies geboren 21 October 1797
Joh:a Adriana du Plessies geboren 20 Sept: 1798
Magd:a Cath:na Cornelia du Plessie geboren 9 Aug:s 1800
Jan Albert du Plessis geboren 8 Dec:br 1802
Renske Susanna Geertruij geboren 13 Jann:e 1805
Charel du Plessies geboren 26 Sept: 1806

Aldus gedaan en geinventariseerd ter request plaatze van den burger Stephanus Venter Hend:kzoon genaamd de Blaauwe Krans , geleegen aan Willem Burgers Rivier in ’t district Agter Sneeuwberg op den elfden dag der maand November 1807 volgens ’t op en aangeeven van den burger Jacobus Meyburg Gerritszoon, dewelke betuigde hierinne ter goeder trouwe te hebben gehandelt en niets met weeten versweegen of agtergehouden, verklaarde zig dus bereid deeze opgave ten allen tijde des gerequireerd met solemneele ede te staaven, met verdere belofte zo iets nader tot den boedel specteerende mogt ontdekken, deezen inventarins daarmeede te zullen amplieeren, en zulks is geschied in ’t bijweezen van den gerechtsbode Joachim Barthold Wiese en den burger Johan Christoffel Boshof als getuigen.

/:was get:d:/ Jacobus Meyburg G:t z:n /:in margine stond:/ Was getek:d: J:B: Wiese, J:C: Boshof /:lager:/ Mij praesent /:was getek:d:/ Th:s Müller, Secret:s

Accordeert met dies orrigineel: Theodorus Müller, Secret:s

MOOC8/27.11

{18090316} 16 Maart 1809 Maria Magdalena van Nieuwkerk

Inventaris van zodanige goederen, als er op Donderdag den negenden dag der maand Maart in den jaare een duijzend agt honderd en negen ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door de minderjarige Maria Magdalena van Nieuwkerk ten voordeele harer ondertemeldene zusters en broeders, met namen:

1) Anna Barendina van Nieuwkerk get:d met Jan van Tubberen
2) Aletta Jacoba van Nieuwkerk geh:d met Jacobus Henricus Blanckenberg
3) Barend Johannes van Nieuwkerk
4) Jacomina Margaretha van Nieuwkerk
5) Jacobus Johannes van Nieuwkerk
6) Johanna Petronella van Nieuwkerk
7) Martha Bartholda van Nieuwkerk

Invoegen als het een en ander ingevolge opgaaff van den burger Pieter Fredrik Buijtendag door mij ondergeteekende Adj:t Commis in presentie van getuigen is opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande alle deese goederen in de volgende, namentlijk

Ten huise van voorm: Pieter Fredrik Buijtendag

een bed, peuluw, vier kussens en een combaars
een kastje
een kist waarin de kleederen van de overleedene, bestaande in
veerthien tabberts
elff rokken
ses hembden
vier borstrokken
agt doeken
drie sakjes
ses paaren kousen
drie paaren schoenen als meede
twee lakens
vier slopen
een zilvere snuijfdoos en 10 loot oud zilver
Credit des boedels
  Rd:s
over zo veel de overleedene aan erffenis penningen volgens de weesboeken competeerd 117:41
Lasten
  Rd:s
aan gem: Pieter Fredrik Buijtendag over begravinis onkosten blijkens specifique reekening 132:36

Aldus gedaan ende g’inventariseerd ten huijse voorm: op den 16 Maart 1809

Als getuigen: J: Serrurier, H:k Reijtel

Voor den opgaaff: P:F: Buytendag

Mij praesent: P:E: Faure, Adj:t Com:

MOOC8/27.12

{18090220} 20 Februarij 1809 Charles Hardly Wilson

Inventaris van alle zodanige goederen, als er op Zaturdag den agttiende deezer lopende maand February in den jaare onzes Heeren een duyzend agt honderd en neegen ab intestato metter dood zijn ontruymd ende nagelaten door Charles Hardly Wilson ten voordeele zijner onbekende uitlandige erfgenamen, zo als dezelve door ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren op het op en aangeeven van Jacobus Fredericus Gerhardus Pietersen zyn g’inventariseerd en opgenomen, mitsg:s bevonden te bestaan in ’t volgende, namentlyk

Ten huyze van de wed:e Pietersen alwaar de overleedene is gelogeerd geweest

een koffer waarin
een lap wit kasimier
een groene jekket
elf linnense lakens in zoort
neegen kussenslopen
een chitze sprey
veertien broeken
vyf onderbaatjes
een zak doek
twee p:r kousen
een lap merlij
een zweep
een koffer waarin
vyf en dertig hembden
een driekante hoed
zeventig zo heele als halve doeken in zoort
vier en tagtig p:r kousen in zoort
een en vyftig broeken
een tafelkastje waarin
vyftien onderbaatjes
twee jekkets
een moorse rok
twee broeken
een p:r slop kousen
elf slaapmutsen
zeeven en dertig handdoeken
drie p:r kousen
een waschzak
drie rokken
twee jekkets
vyf en twintig broeken in zoort
vyftien flennelse baatjes
een moorse rok
een laken
drie handdoeken

In een ladetafel toebehoorende aan de wed:e Pietersen

vyf en zeventig boeken
twee zabels
zes borsels
twee geldbeursjes
een foudraal met twee scheermessen
een scheerdoos
twee pakjes poeder
een p:r stevelhaken
twee potjes pomade
een foudraal met drie paren gespen
twee blikke toilet doozen
een blikke doos met kruyt
een chambreel
een hoornse beeker
twee spruijtjes
een kopere kruyd kamer
een tokkodilje bord
twee zilvere eetleepels
een zilvere theelepeltje
een p:r spooren
een p:r glaase oogen
een kleijne kruydhoorn
een kopere schel
vier bossen pennen
een restant lak
een pond lak
zeeven schryfboeken
een mahonyhoute kastje met een pistool
een blikke trommel waarin zestien boeken
een kastje waarin een jagtgeweer
vyf ledige vlessen
een bottel siroop
een houte kastje waarin
twee jassen
een hagelzak
twee kruydhoorns
twee koekjes schoenwax
een portepé
vyf p:r ledere slopkousen
twee hoede schroeven
een zilvere zakhorologie bevinde zig by Joseph Heinrich
een goude ketting met twee goude cachetten, een goude sleutel en 1 goude ornament
een blaauwe lakense jas
een copieermachine
een houte doos waarin
zes p:r stevels
zes p:r schoenen
een ledige kist
een liquer keldertje
een kleijne koffertje waarin
twee zadelkleedjes
viertien paren slopkousen in zoort
twee kleijne borsels
In de stal
een bruyne paard met een bles en twee witte agterpooten
een bruyne paard met een bles en twee witte agterpooten
twee zadels met toomen
een halter
een voerkist

In een pakhuijs toebehorende aan D:G: van Reenen

een pijp met een restant Madeira wyn
een vat met een restant azijn
een en zestig vaten gedeeltelyk ledig en gedeeltelijk met Engelsch porter bier
een party bottels porter bier
een party ledige bottels
twee ledige balies
een kuypers speerhaak
twee omslag booren
twee rakken met restanten kurken
een restant koperdraad

Aldus gedaan en g’inventariseerd ten huyze voorm:d op den 20 en 21 Februarij 1809 ende zulks op het op en aangeeven van Jacobus Fredericus Gerhardus Pietersen en Timothy Wilson dewelke verklaarde zig hierinne ter goeder trouwe gedragen en hunnes weetens niets verzweegen of te rug gehouden te hebben van al het geen tot den boedel en nalatenschap behoord, invoegen zy dan ook getuygden de deugdelykheid hunner opgaave ten allen tyde des vereischt werdende met solemneele eede nader te bevestigen, en verdere belofte zo hier na nog iets tot gezegde nalatenschap behoorende mogte worden ontdekt daarvan nader en getrouwelijk ter Weeskamer opgaaf te zullen doen ten einde deezen inventaris daarmeede te amplieeren.

In teeken der waarheid is deezen ter presentie van ons gecomm: Weesmeesteren ende my Eerste Commis der Weeskamer door de inventarienten behoorlijk onderteekend

Als gecomm: Weesm: A:v: Breda, W:J: Klerck

Voor den opgaaf: Tim J: Wilson, J:F:G: Pietersen

Mij present: G:A: Watermeijer E:C:

MOOC8/27.13

{18090220} 20 Februarij 1809 Thomas Newton

Inventaris van alle zodanige goederen, als er op Zaturdag den elfde deezer lopende maand February in den jaare een duyzend agt honderd en neegen ab intestato metter dood zijn ontruymd ende nagelaten door Thomas Newton ten voordeele zyner onbekende uitlandige erfgenamen, zo als dezelve door ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren op het op en aangeeven van Jacobus Fredericus Gerhardus Pietersen zijn g’inventariseerd en opgenomen, mitsg:s bevonden te bestaan in ’t volgende, namentlyk

Ten huyze van de wed:e Pietersen

een kist waarin
vijf rokken
twee jekkits
een memorie boekje
twee p:r laarsen
vyf p:r oude schoenen
twee ledere broeken
agt broeken in zoort
een koffer waarin
agt witte en bonte hembden
drie en twintig broeken in zoort
elf baatjes in zoort
een oude jekket
drie en twintig p:r kousen en sokken in zoort
twee kussenslopen
zeeven zakdoeken
een scheerkistje
een p:r zak pistoolen
twee lappen Flaamsch linnen
een ledere broek
een bonte hembd
twee p:r kousen
twee zilvere zakhorologies

Aldus gedaan en g’inventariseerd ten huyze voormeld op den 20 Februarij 1809 ende zulks op het op en aangeeven van J:F:G: Pietersen en Thimothij Wilson dewelke verklaarde zig hierin ter goeder trouwe gedragen en hunnens weetens niets verzweegen of terug gehouden te hebben van al het geen tot den boedel en nalatenschap behoord, invoegen zy dan ook betuygden de deugdelykheid zyner opgaave ten allen tyde des vereischt werdende met solemneele eede nader te bevestigen, en verdere belofte zo hier na nog iets tot gezegde nalatenschap behoorden mogte worden ontdekt daarvan nader en getrouwelyk ter Weeskamer opgaaf te zullen doen ten einde deezen inventaris daarmeede te kunnen amplieeren

In teeken der waarheid is deezen ter presentie van ons gecomm: Weesm: ende my Eerste Commis der Weeskamer door de inventarienten behoorlyk onderteekend.

Als gecomm: Weesm: A:v: Breda, W:J: Klerck

Voor den opgaaf: Tim J: Wilson, J:F:G: Pietersen

Mij present: G:A: Watermeijer, E:C:

MOOC8/27.14

{18081101} 1 November 1808 Willem Hurter j:r

C: Bird

Inventaris der nalaatenschap van wylen Willem Hurter j:r in leeven gewoond hebbende ten huyze van zyn moeder juffrouw de weduwe wylen Willem Hurter senior in de Simons Stad alhier geformeerd en in geschrifte gebragt door my Petrus Stephanus Buissinne, geadmitteerde en beëedigde Notaris Publicq resideerende in de Simons Stad voormeld.

Ter requisitie van Heeren Weesmeesteren als administreerende de gemelde nalaatenschap en volgens op en aangaave van de gemelde weduwe Willem Hurter, zynde de gemelde nalaatenschap gevonden in het bovengemeld huys in de Simons Stadt en bevonden te bestaan in de navolgende goederen, te weeten

een ledikant met behangzel, bed, peul kussens en deeken
een kleeder kast waarin zig bevinden de kleederen van den overleedenen
een schryfkistje
een jagt geweer
een zilver zak horologie
een paar zilvere spooren
een mans slaaf genaamd Abel van de Kaap , een wagen ryder
een mans slaaf genaamd Esau van Mosambicque
een mans slaaf genaamd David van Mosambique
een wagen
dertig trek ossen
twee paarden
twee zaadels en toomen

Aldus gepasseerd in de Simon’s Stad voormeld op den eersten November van den jaar een duyzend acht honderd en acht ten byweezen van Frans Rossouw en Ryk Meiring als getuigen.

De minute deezes is behoorlyk onderteekend op zegul van een ryksdaalder.

Quod attestor! P:s Buissinne, No:s

MOOC8/27.15

{18070630} 30 Junij 1807 George Diederik Geere , Anna Catharina Piek

Inventaris van zodanige goederen, als in gemeenschap bezeeten door den veldcornet George Diederik Geere en zijne huijsvrouw Anna Catharina Piek en door laatstgem: ab intestato met er dood ontruijmd ende nagelaaten ten voordeele van opgem: hare man in de eene helfte, mitsg:s in de wederhelfte harer nalatenschap de ondertemeldene erffgenaamen, te weeten:

1) hare moeder Sara Nel, laatst gesepareerde huijsvrouw van Gerrit Cornelis Olivier in de eene en
2) in de andere helfte hare boeders en zusters, met namen a) Andries Christoffel Piek mondig
b) Pieter Willem Adriaan Piek oud 22
c) Alletta Susarra Piek oud 18 en
d) Cornelia Elisabeth Piek oud 14 jaren

invoegen als het een en ander ingevolge opgaaff van den bovengem: George Diederik Geere door ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeestern zijn opgenomen en ingeschrifte gebragt, bestaande alle deese goederen inde volgende, namentlyk

Een opstal staande op de leeningsplaats gen:d de Modderfontein geleegen agter de Bruijntjes Hoogte langs de Kleijne Vischrivier
een bed met zijn toebehoren
drie schietgeweeren
twee stoelen
twee ijzere potten
een kopere ketel
vijf tinne borden defect
twee schotels defect
twee emmers
een wagen kist
een groote kist
een botervat
een halfaam
een osse wagen met desselfs toebehoren
een ploeg defect
Beestiaal
vijfthien trek ossen
ses en zeventig aanteel beesten
twee rydpaarden
twee oude merrijs
vijf honderd zeven en neentig aanteelschapen
een honderd vijf en twintig aanteelbokken
Lijfeigenen
een slave jonge gen:t Primo van Batavia
een slave jonge gen:t Saba van Bantam
een slave meyd gen:t Rachel van Mosambicque
een slave meyd gen:t Diana van de Caap

Aldus g’inventariseerd ter Weeskamer aan Cabo de Goede Hoop op den 30 Junij 1807 ende zulx op het op en aangeeven van de in den hoofde deeses gem: George Diederik Geere dewelke verklaarde zig hier inne ter goeder trouwe gedragen en niets met opzet versweegen ofte te rug gehouden te hebben dat tot voorm: nalatenschap behoord invoegen hij ook getuijgde de deugdelijkheid zijner opgaave ten allen tijde des vereijscht werdende met solemneelen eede gestand te doen en verdere belofte zo hier na nog iets tot gez: nalatenschap behorende mogte worden ontdekt daar van nader en getrouwelijk opgaaff te zullen ten einde deesen inventaris daar meede te kunnen worden g’amplieerd.

In teeken der waarheid is deese in presentie van ons gecommitteerde Weesmeesteren ende my Adj:t Commis door den inventarient behoorlijk gesubscribeerd.

Als gecomm: Weesm: A:v: Breda, W:J: Klerck

Voor den opgaaff: George Died:k Geere

Mij praesent: P:E: Faure Adj:t Commis

MOOC8/27.16

{18070518} 18 Meij 1807 Isaac Meijer , Dirkje Elisabeth Potgieter

Copia

Inventaris van alle zodaanige goederen, als door wijlen Isaac Meijer Jansz: en Dirkje Elisabeth Potgieter in gemeenschap zijn bezeeten en met ’er dood ontruimd en nagelaaten, mitsg:s op heeden opgenoomen en in waaren weezen zijn bevonden geworden, als:

Losse goederen
1 wagen met tentzeil en toebehoor
omtrend 500 ponden booter benevens een bootervat
1 booterkarn
2 booterbakken
2 emmers
1 baalie
1 bootervatje
4 vlessjes
1 zadel met toom
1 geweer
1 schuifdoos
1 handbijl
1 snijmes
1 pikhouweel en 2 graaven
2 ijzere potten
1 tinne koffykan
1 tinne bord
4 tinne leepels
4 ijzere vurken
2 aarde borden
1 piering
3 beekers
1 kandelaar en 1 snuijter
1 mantje
4 koornzakken
1 beddezak
1 onderbed, 2 kussens en 1 deeken
2 stoelen
1 viool
1 stoof
Beestiaal
3 ruin-rijdpaarden
16 trek ossen
24 jonge trek ossen
47 aanteelbeesten
92 aanteelschaapen
39 bokken
Schulden
  Rd:s
aan onkosten wegens de begraffenis volgens annexe reekening door Isaac Meijer d’ oude verschooten 45:24
door denzelve voor de hengsels voor de kisten 2:--
aan Theunis Potgieter Fred:sz voor ijzerwerk tot jukken 5:--
Erfgenaam
Aletta Susanna Adriaana Meijer, gebooren den 5 December 1805

Aldus gedaan en g’inventariseerd ter plaatse genaamd Leeuwenbosch gel: over de Krommerivier , op den 18 Meij 1807 en zulks volgens het op en aangeeven van Isaac Meijer d’ oude, dewelke betuigde hierinne ter goeder trouwe te hebben gehandelt en niets met zijn weeten te hebben verzweegen of agterhouden, weshalven zich bereid verklaarden deeze zijne voorenstaande opgaave ten allen tijden des vereischt werdende met eede te willen bevestigen, met verdere belofte zo iets nader tot den boedel specteerend mogt koomen te ontdekken, deezen inventaris daarmede te zullen amplieeren. Alles in ’t bijweezen van Dirk van Rooijen en Theodorus Potgieter Janz:n als getuigen.

Als getuigen /:g:t:/ Dirk van Rooijen, Theodorus Potgieter

Voor de opgaave /:get:/ Isaac Meijer d’ oude

In kennisse van mij /:get:/ K: Knobel, Secret:s

Voor copia conform: J: Knobel, Secret:s

Copia

Ik ondergeteekende heef gegeeven tot de begrafnus

    Rd:s
  20 rijksdaalers voor de koster en de dragers
  72 voet plankke, 1 schel de voet 9:--
  de maakloon 9:--
  100 speijkers
  2 hamels en 1 lam 5:4
  een half mudde meel 2:--
voldaan Somma Rd:s45:4

/:get:/ G:L: van Niekerk

Voor copia conform: J:Knobel, Secret:s

MOOC8/27.17

{18081207} 7 December 1808 Anna Maria van der Merwe

Inventaris van alle zodanige goederen, als er ab intestato metter dood zijn ontruijmd ende nagelaten door Anna Maria van der Merwe weduwe van wijlen Hendrik Jansse van Rensburg ten voordeele haarer ondertemeldene erfgenamen, met namen

1) Aletta Jansse van Rensburg gehuuwd met Dirk van den Bergh
2) David Jansse van Rensburg mondig
3) de kinderen van wijlen Hendrina Jansse van Rensburg in huwelijk verwekt bij meede wylen Abraham van den Bergh, met namen a) Anna van den Berg gehuuwd met Willem Botha
b) Jacobus van den Bergh mondig
c) de kinderen van wijlen Maria van den Bergh in huwelyk verwekt bij Willem Pretorius, met namen aa) Johannes oud 8 jaren
bb) Hendrina oud 6 jaren
cc) Maria Magdalena Pretorius oud 4 jaren
d) Hendrik van den Bergh mondig
e) Hendrina van den Bergh gehuuwd met Jacobus Petrus van den Bergh
f) Abraham van den Bergh oud 19
g) Johanna van den Bergh oud 17 jaren
4) het kindskind van wylen Nicolaas Jansse van Rensburg uit het huwelijk van wijlen zijne dogter Nicolina Maria Jansse van Rensburg en Coenraad Christoffel Klopper in naame Nicolina Maria Johanna Klopper oud 13 jaren
5) de kinderen van wijlen Elsje Sophia Jansse van Rensburg in huwelijk verwekt bij Jacobus Coenradie, met namen a) Anna Maria Coenradie gehuuwd met Fredrik Hendrik Coenradie
b) Rosina Hermina Coenradie geh:d met Willem van Zijl
c) Willem Jacobus Coenradie oud 12
d) Elsje Sophia Coenradie oud 10 jaren
6) Willem Jansse van Rensburg mondig

Invoegen als het een en ander ingevolge opgaaf van bovengem: David Jansse van Rensburg en Willem Jansse van Rensburg door mij ondergeteekende adjunct Commis der Weeskamer ter presentie van de meede geteekende getuijgen is opgenomen en in geschrifte gebragt, mitsg:s bevonden te bestaan in het volgende, namentlijk

Een opstal staande op de leenings plaats genaamd de Nonnas Rivier geleegen over de Hexe Rivier ingevolge testamentaire dispositie door de overleedene met haare vooroverleedenen man in dato 29 April 1773 voor den toenmaligen gezw: Clercq ter Politicque Secretarije alhier aan Cabo de Goede Hoop Tobias Christiaan Ronnenkamp en zeekere getuygen mutueel opgerigt, gelegateerd aan de in den hoofde deezes gemelde David Jansse van Rensburg

Op gemelde plaats in het woonhijs, en aldaar

In het voorhuijs
drie rakken waarop
drie en dertig borden in zoort
een defecte sauspotje
twee trekpotten
derthien pieringjes
zeeven kopjes
tien stoelen
drie tafels
een Bijbel
In de kamer ter regterhand
drie kadels waarop
drie bulzakken
drie peuluwen
dertien kussens
drie kombaarsen
vier ledige kisten
een kist waarin
vier schaaven
drie bijlen
twee zagen
vier groote booren
een passer
een dissel
een snymes
een rasp
een koffijkan
een oude koffijkan
een kopere vijzel en stamper
een kopere pintje
een blikke lantaarn
een seepvorm
een kandelaar
een snuyter
een suykertang
twee blikke trommels
een boterpotje
twee en twintig tinne leepels
vyf staale vorken
een bierglas
vijf bottels
twee stooven
een sift
een geweer
In de combuijs
zes yzere potten
een rooster
een taartepan
een koekepan
vijf keetels
een drievoet
een asschop
een emmerbank
een bakkist
een meelkist
vier aarde potten
een strijkyzer
twee koffymolens
twee hakmessen
In de kelder
vyf ledige leggers
een halve legger
een bierpijp
een halfaam
twee vaatjes
een tregter
een botervat
een yzere balans met houte schalen
In het koornhuijs
agt mudden koorn
zes mudden boonen
een koornharp
een koornscheepel
tien koornzakken
een zak met een restant zout
een koornvork
vier pikken
een yzere veldcombuijs
drie mandjes
vijf geelhoute planken
twee holsters met twee pistolen
In de smits winkel
een ambeeld
een speerhaak
een bankschroef
een voorhamer
vijf tangen
een party hamers en voorts
een party oud yzer
een kastje met spijkers
Op de werf
twee ossewagens met hun toebehooren
een oude ossewagen
vier wielen
een ploeg met zijn toebehooren
vyf en twintig bamboes stokken
een brandewijns keetel met toebehooren
Beestiaal
twee en twintig trekossen
elf aanteel beesten
een rijdpaard
zes en zestig aanteel schapen
drie hondert zeeven en veertig bokken
neegen en veertig varkens
Lijfeigenen
een jongen genaamd Adam van de Kaap
een jongen genaamd Seban van Mosambicque /zwaar gebroken/
een jongen genaamd Sesar van Mosambicque
een jongen genaamd Januarij van Mosambicque
een jongetje genaamd Adonis van de Kaap
een jongetje genaamd Saul van de Kaap
een jongetje genaamd Seban van de Kaap /:ziekelijk:/
een jongetje genaamd Damon van de Kaap /:ziekelijk:/
een jongetje genaamd Joseph van de Kaap
een jongetje genaamd Benjamin van de Kaap
een jongetje genaamd Moses van de Kaap
een meijd genaamd Candasa van de Kaap
een meijd genaamd Eva van de Kaap
een meijd genaamd Flora met haar kind Julina beijde van de Kaap
een meijd genaamd Cathrijn van de Kaap
een meijd genaamd Lea van de Kaap
een meijd gen:t Hillegonda met haare twee kinderen in naame Esau en Spatie alle van de Kaap
een meijd gen:t Bienta van de Kaap
een meijd gen:t Rosina van de Kaap
een meijd gen:t Griet van de Kaap
een meisje gen:t Silvia van de Kaap
Crediten des boedels
    Rd:s
  aan contanten in differente specien eene somma van zeeven duijzend vijff hondert vier en zeventig rijxdaalders en twee en veertig stuyvers zegge 7574:42
  van Willem Jansse van Rensburg over contant geleende penningen op een onderhandsche obligatie de dato 9 November 1805 groot per rest 769:--
  zonder beding van renten
vold:n den 16 April 1809 van Hendrik Petrus Janssen van Rensburg Davidzoon over contant geleende penningen op een onderhandsche obligatie van p:mo Maart 1808 131:--
voldaan van Johannes Petrus van den Vijver op een onderhandsche obligatie van den 3 October 1807 100:--
  almeede zonder renten
  van Fredrik Hendrik Coenradie op een onderhandsche obligatie van den 20 May 1807 100:--
  almeede zonder renten
Dubieuse inneschuld
  Rd:s
van Jac:b Fredrik van Staden op een vendubriefje d:d: 15 Januarij 1795 gehouden voor reecq: van de overleedene, en by haar van den vendumeester te Graaffereinet de heere Maynier voor contant aangenomen 46:42

Wordende alhier pro memorie genoteerd dat den boedel nog competeerd den oogst van vijf mudden gezaaide koorn, ’t welk zig nog op het veld komt te bevinden.

Aldus gedaan en g’inventariseerd ter plaatze voormeld op den 7 December 1808, ende zulks op het op en aangeeven van de in den hoofde deeses gemelde David en Willem Jansse van Rensburg dewelke verklaarden zig hierinne ter goeder trouwe gedragen, en hunnes weetens niets verzweegen of te rug gehouden te hebben van al het geen tot den boedel en nalatenschap behoord, invoegen zij dan ook betuygden de deugelijkheid hunner opgaave ten allen tijde des vereischt werdende met solemneele eede nader te bevestigen en verdere belofte zo hier na nog iets tot gezegde nalatenschap behorende mogte worden ontdekt, daarvan nader en getrouwelijk opgaaf ter Weeskamer te zullen doen ten einde deezen inventaris daarmeede naar behooren te amplieeren

In teeken der waarheid is deezer ter presentie van my ondergeteekende Adjunct Commis en de getuijgen door de inventarienten behoorlijk onderteekend.

Als getuijgen: Jacobus du Toit, B: Klopper

Voor den opgaaf: David Janzensen van Rensburg, W:J: v: R:burg

Mij present: P:E: Faure, Adj:t Commis

MOOC8/27.18

{18051105} 5 November 1805 Tobias Christiaan Lochner

Inventaris van zodanige goederen als er op Zaturdag den een en twintigsten dag der maand September in den jaare onzes Heeren een duijzend agt honderd en vijf ab intestato met ’er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den burger Tobias Christiaan Lochner ten voordeele zijner hier ondertemeldene zo volle als halve broeders en zusters, teweeten:

Volle broeders en zusters uit het huwelijk van wijlen zijner vader Johan George Lochner en Johanna Geertruijda Verbeek, als 1) Coenraad Hermanus Lochner mondig en uitlandig
2) Christina Lochner wed: Willem Kolver
3) George Philip Lochner mondig
4) Johannes Leonardus Lochner mondig
Halve zusters uit het huwelijk van meergem: Johan George Lochner en Jannetje Mosterd 5) Regina Christina Lochner oud 15 en
6) Johanna Cornelia Lochner oud 14 jaren

invoegen als het een en ander door mij ondergeteekende Adj:t Commis ingevolge opgaaff van voorm: Jannetje Mosterd wed: van wijlen meerm: Johan George Lochner zijn opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande alle deese goederen in de volgende, namentlijk

twee lakense rokken
twee lakense baatjes
agt onderbaatjes
zeven broeken
zes hembden
zes paren kousen
een ronde hoed
een jagt geweer
een reun paard
Inneschuld
  Rd:s
van de in den hoofde deeses gem: Jannetje Mosterd wed: van wijlen Johan George Lochner over moederlijk bewijs na aftrek van begravenis onkosten en verdere gedane verschotten, blijkens reek:g courant per rest 73:22

Aldus gedaan ende geinventariseerd ter Weeskamer aan Cabo de Goede Hoop op den 5 November 1805. Ende zulx op het op- en aangeeven van dikwilsgem: weduwe Lochner dewelke verklaarde zig daar inne ter goedertrouwe gedragen en hares weetens niets versweegen of te rug gehouden te hebben dat tot voorz: nalatenschap behoord, invoegen zij weduwe ook getuigde de deugdelykheid haarer opgaave ten alle tijde des vereijscht werdende met eede gestand te doen, en belofte wijders zo hier na nog iets to gez: boedel behorende mogte worden ontdekt daar van nader en getrouwelijk opgaaf te zullen doen omme deese inventaris daar meede te kunnen amplieeren.

Tot securiteit vandien is deese door voorm: weduwe en mij Adj:t Commis in teegenwoordigheid van de meede geteekende getuijgen behoorlijk gesubscribeerd.

Als getuigen: P:A: Poupart, J:N: Rorich

Voor den opgaaff: J: Lochner

Mij present: P:E: Faure, Adj:t C:

MOOC8/27.19

{18071006} 6 October 1807 Helena Beyers

Inventaris van zodanige goederen als er op Vrydag den tweeden dag der maand September in den jaare onzes Heeren een duyzend acht honderd en zeeven ab intestato metter dood zyn ontruymd ende nagelaten door Helena Beyers, gesepareerde vrouw van Hendrik Sweeden, ten voordeele harer nagelatene kinderen en erfgenamen

1) Catharina Maria Sweeden get:d met Fredrik Leemkeulder
2) Petrus Hendrik Strydom
3) Helena Maria Strydom get:d met Michiel Haan
4) Hester Jacoba Hofmeester get:d met Arend Isaaksz
5) Johanna Hendrica Hofmeester get:d met Jan Isaaksz
6) Anna Dorothea Hofmeester oud 16
7) Hendrica Hofmeester oud 14
8) Maria Hofmeester oud 12
9) Hendrik Simon Zeberg Hofmeester oud 8 jaren

zodanig als het een en ander door ons onderget: gecomm: Weesmeesteren zijn opgenomen en in geschrifte gebragt en bevonden te bestaan in het volgende namentlyk

In een huurhuys van de wed:e A:G:H: Theubes en aldaar

In het voorhuijs
een roode schuyfgordyn
vier schilderyen
een ledige kist
een kadel waarop
een bulzak
drie kussens
In de kamer ter regterhand
een ledikant met rood behangzel
een klaptafel
een vierkante tafel
een bureau
een Friesche klok
een soupterrine defect
zes borden
een oude verlakte schenkblaadje
twee kopere kandelaars
een tinne trekpot
een oude spiegel
In de kamer ter linkerhand
  een ronde tafel
  vyf stoelen
  een roode gordijn
  een aarde pot
  een glaazen kast waarin
  twee lakens
  vier slopen
  drie hand doeken
  zes rokken
  twee tabbaarts
  twee borstrokken
  vyf hembden
  een p:r zwarte handschoenen
  drie kabaayen
  twee zakken
  vier doeken
  een muts
  een mantel
  een hoedje
  vier p:r kousen
  vyf lappen tryp
  twaalf tinne leepels
  derthien vorken
  vier messen
  een Bybel met zilver beslag, welke Bybel Helena Maria Strydom vrouw van Michiel Haan declareert aan haar te behooren en aan dezelve ook afgegeven
aan Maria Hofmeester gelaten een p:r goude oorbellen welke oorbellen Petrus Hendrik Strydom, Helena Maria Strijdom, Hester Jacoba Hofmeester, Johanna Hendrica Hofmeester en Anna Dorothea Hofmeester alle in den hoofde deeses gemeld verklaarden, dat door de overleedene aan Maria Hofmeester tot een present is gegeeven
In de combuijs
vier yzere potten
een koekepan
een vuurtang
een lepel
een vork
twee drievoeten
drie schoorsteenkettings
een waterkeetel
een koffymoolen
een waterhalfaam
twee emmers
twee kommen
een hoekrakje
Crediten
  Rd:s
aan contanten in dezelve gevonden 44
Dubieuse inneschulden
  Rd:s
van David Pretorius woonagtig over de Picquet Bergen volgens aanteekening 158:--
van Jacobus Karsten blykens aanteekeningen 55:12
van N:J: Doman over koop van een stuk linnen blykens schuldbewys van den 5 Feb:y 1801 - voldaan 7:--
van Coenraad Fredrik Eygelaar aan de Boontjes Kloof in de Bidauw woonagtig, over inkoop van negotiegoederen blykens schuld bekentenis van den 31 January 1801 64:36
van Isaac de Vlaming over inkoop van goederen blykens aanteekening 18:--
van And:s Pietersen over inkoop van goederen blykens schuld bekentenis van ’t jaar 1798 22:--
van P:J: Rademan volgens schuld bekentenis van den 25 Junij 1790 115:--
van Abr: de Klerk over inkoop van goederen blykens aanteekening p:r rest 15:36
van Christoffel Korf over inkoop van goederen 32:8
van Cornelia van Saxen wed: Deyssel over koop van een rol zyl blykens schuldbekentenis van den 18 Decb:r 1795 40:--
van Willem Brouwer over inkoop van goederen blykens aanteekening 3:42
van Jacobus Smit over inkoop van goederen 13:66
van de wed:e Ernst du Toit over inkoop van goederen 2:36
van Jan Wessel over 2 lb hagel 0:24
van Jan Bastert over koop van een baatje 2:36
van Hermanus Pietersen blykens aanteekening 6:--
van Johannes Bezuydenhout blykens schuld bekentenis van den 3 January 1778 53:24
van P: Pelser blykens aantekening 7:--
van juff:w Plessies blykens aantekening 5:18
N:B: bij nader onder zoek is gebleeken dat de overleede geen deel heeft in dit verkoping, als zynde deselve reeds in de maand Aug:s van ’t jaar 1776 van den nu meede overleedene Hendrik Sweeden wettig gesepareerd geweest Werdende alhier pro memoria genoteerd dat volgens declaratie van de mondige erfgenamen circa zes jaaren geleeden aan de Botrivier eene publieke verkoping voor reecq: des boedels van de overleedene Hend:k Sweeden zoude zijn gehouden, waarvan door Catharina Maria Sweeden ter Weeskamer nader opgaaf zal worden gedaan.

Aldus g’inventariseerd aan de Kaap de Goede Hoop op den 6 Octb:r 1807 ten huyze voormeld, ende zulks volgens op en aangeeven van de mondige erfgenaamen in den hoofde deeses gemeld, dewelke verklaarde zig hierinne ter goeder trouwe te hebben gedragen, en niets hunnes weetens verzweegen of te rug gehouden te hebben van al het geen tot den boedel en nalatenschap behoord invoegen, zyl: dan ook getuygde de deugelykheid hunner opgaave ten allen tyde des vereischt wordende met solemneele eede nader te bevestigen, en verdere belofte zo hierna nog iets tot gez: nalatenschap behoorende mogte worden ontdekt daarvan nader en getrouwelyk ter Weeskamer opgaave te zullen doen ten einde deezen inventaris daarmeede te amplieeren.

In teeken der waarheid is deeze ter presentie van ons onderget: gecomm: Weesm en my Adj:t Commis door de comp:ten eigenhandig onderteekend

Als Gecomm: A: v: Breda, W:J: Klerck

Voor den opgaaf: Ca: Maria Leijmkuijller, Petrus H: Strijdom, Helena M: Srijdom, H:F: Hofmeester, Johanna Hofmeester, A:D: Hofmeester

Mij praesent: P:E: Faure, Ajd:t C:

MOOC8/27.20

{18081105} 5 November 1808 George Horak

Inventaris van zodanige goederen, als ’er op Zondag den dertigsten dag der maand October in den jaare een duijzend acht honderd en agt ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den geweesene sergeant majoor bij de Bataafsche troupes George Horak ten voordeele zijner nagelatene huijsvrouw Susanna Johanna Oudshoorn ter eenre, mitsg:s zijne onbekende uitlandige erffgenamen ter ander zijde, invoegen als het een en ander ingevolge opgaaff van opgem: weduwe door mij ondergeteekende Adj:t Commis in teegenwoordigheid van de meede getuigen is opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande alle deese goederen in de volgende, namentlijk

een ledige kist
een matras
twee kussens en
een combaars

Komende zig bij de volgende perzonen de onderstaande goederen te bevinden als:

Bij Jan Nijman
een blaauwe rok
een boven baatje
een onder baatje
twee broeken
een hembd
een hoed
een doek
een paar handschoenen
een paar laarsen
een naalden zakje
een kruijs band
Bij J:A: Vergé
een ledige kist
een bultzak
een scheermes
een oude baatje

Aldus gedaan en g’inventariseerd ter Weeskamer aan Cabo de Goede Hoop op den 5 November 1808 ende zulx op ’t op en aangeeven van de in den hoofde deeses gem: weduwe, dewelke verklaarden zig hier inne ter goedertrouwe gedragen en hares weetens niets versweegen of te rug gehouden te hebben dat tot voorm: nalatenschap behoord, in voegen sy ook getuigde de deugdelijkheid harer opgave ten allen tijde des vereischt werdende met eede gestand te doen, en verdere belofte zo hier na nog iets tot gez: boedel specteerende mogte worden ontdekt daar van nader en getrouwelijk opgave te zullen doen ten einde deesen inventaris daarmeede in alle trouwe te kunnen worden geëmplieerd.

In teeken der waarheid is deese door de inventariente en de meede getuigen in presentie van my Adj:t Commis behoorlijk onderteekend.

Als getuigen: J: Serrurier, J:J: Maynier

Voor den opgaafd: Susana Johana Oudshoorn de wed:e Horak

Mij praesent: P:E: Faure Adj:t Commis

MOOC8/27.21

{YYYY} 20 Maij [ ..... ] Philip Snyman , Anna Sophia Venter

C: Bird

Copia inventaris van alle zodanige goederen en effecten, als ’er door wijlen Philip Snyman en Anna Sophia Venter in gemeenschap bezeeten en door eerstgem: ab intestato met ’er dood ontruimd en nagelaten, mitsgaders heeden opgenoomen en in waaren weezen bevonden zijn geworden, te weeten

een wagen met rem ketting
drie jukken
vier ijzere potten
een rooster
twee emmers
een balie
een plat vaatje
drie klijne vaaten in zoort
drie oude bijtels
een meelzift
een coffij moolen
een handschroef
een omslag
een dissel
een handzaag
een handbijl
een snijmes
een defecte koopere keetel
een klijne koopere keetel
een bijl
een raspen
twee bottels
twee klijne tinne kommetjes
vier tinne borden
een aarde pot
een keldervles
een tinne kom
vier tinne leepels
een boter pot
drie vorken
een Bijbel in quarto
een gezang boek van Lasserius
een wagenkist
een tentzijl
twee geweeren
een buldzak
een combaars
twee kussens
Beestiaal
agt en twintig zo trek ossen als aanteel beesten
twee hondert twaalf aanteelschaapen
sesthien aanteelbokken
Baaten des boedels
  Rd:s
van Michiel Comberink, weeg:s koop van de plaats gen:d de Vondeling , geleegen in Zwarteberg p:r rest 68:6
Schulden des boedels
  Rd:s
aan Willem Vorster B:s z:n over cont:t geleend geld 95
aan Casper Slabbert H:s z:n over koop van een wagen p:r rest 100
aan Stephanus Venter H:k z:n over negotiatie 39
aan De Jong aan de Kaap 75
aan Jac:s Pretorius Ch:l z:n over cont:t geleend geld 100
aan Paul Marée over negotiatie 72
aan Christiaan Lessing over negotiatie 40
aan Jacobus Snijman over cont:t geleend geld 18
Erfgenaamen
Johanna Maria gehuwd met Gerrit Coetzee M:zn
Jacobus Christoffel gebooren den 27 Februarij 1792
Johannes Hendrik gebooren den 1 August 1796
Elsje Maria gebooren den 20 Februarij 1798
Philip Stephanus gebooren den 8 Januarij 1800
Anna Sophia gebooren den 20 September 1801
Hester Aletta gebooren den 21 Julij 1803

Aldus gedaan en g’inventariseerd ten dorpe Graaff Reinet op den 20:ste dag der maand Maij volgens ’t op en aangeevan van voorn:de Anna Sophia Venter weduwe wijlen Philip Snijman, dewelke betuigde hierinne ter goeder trouwe te hebben gehandelt en niets met weeten versweegen of agter gehouden, verklaarende zig dus bereid deeze opgave ten allen tijde des gevorderd met solemneele eede te staaven; met verdere belofte, zo iets nader tot den boedel specteerende mogte ontdekken, deezen inventaris daarmeede te zullen amplieeren, en is zulks geschied in ’t bijweezen van den gerechtsbode Joachim Barthold Wiese en Petrus Ignatius van Kaamer als getuigen

/Was geteekend/ J:B: Wiese, P:s I:s van Kaamer /Lager/ mij praesent /was get:d/ Th:s Muller Secret:s

Accordeert: Theod:s Muller, Secret:s

MOOC8/27.22

{17950329} 29 Maart 1795 Gabriel Stols , Isabella Elisabeth de Jager

Inventaris van alle sodanige goederen, effecten, beestiaal, etc:a als door wylen den burger Gabriel Stols d’ oude en Isabella Elisabeth de Jager in gemeenschap beseeten geweest en door eerstgemelden door der dood zyn ontruimd en nagelaaten geworden, mitsgaders op heeden op de plaats de Klipfontein , geleegen aan de Kaukoe aan de Oliphants Rivier in waren weesen bevonden, bestaande deselve in als volgd

Een opstal op de plaats de Klipfontein geleegen aan de Kaukoe aan de Oliphants Rivier
In ’t voorhuis
twee tafels
een tafelkast
een kist
vier rakken
een rustbank
ses stoelen
twee leepelrakken
twaalf leepels
drie kopere kandelaars
een kopere keetel, confoir en schenkblad
twee tinne trekpotten
vyf kopjes en pierings
agt en dertig witte vlakke borden
twee schotels
twaalf bossen zylgaaren
twee tinne peeperdoosen
een tinne schotel
drie porcelaine kommen
In de kamer aan de regterhand
een tafel
een lessenaer met zyn voet
een cabinet
een kist
een spiegel
een rak
twee kommen
twee tinne coffykannen
een schuyf comptoir met zyn tafel
drie kopere confoiren
een kopere schenkkeetel
twee kopere strykyzers
een verlakt brood mandje
een bultzak, een peuluw en 5 kussens
een leedikant
twee meelziften
In de kamer aan de linkehand
twee karnen
twee aamsvaaten
een ankervaatje
een poffertjespan
een atjar pot
een aarde kruyk
twee geweeren defect
een onvoltooyde zeegen
vier paarden tuygen
In de winkel
twee schroeven waar van een defect
een legger
In de kelder
twee leggers
een rysbaly
twee trapbalies
een botervat
twee halve leggers
twee halve aamen defect
een drie half aams vat
een anker
een trekzaag
een party ysere hoepels in soorten
ses ysere kar roeijen
drie oude roeijen
een schamel plaat
drie graaven
twee pikken
een byl
een reeschaaf
Op de werf
een defecte blaasbalg
een zift
een slypsteen
een aambeeld
een wyntregter
twee brandewynskeetels met haar toebehooren
drie booren in soort
twee hamers
een botervat
drie ossenwagens
een kar
een ploeg met zyn toebehooren
vier rakken
twee vogelkooytjes
een aarde kan defect
drie sikkels
een krooshout
een schaaf
een leg schaaf
een legger
een bierpyp
een bankschroef
een party romling
In de combuys
vier ysere potten
twee koekenpannen
een taatje
twee vleeschvorken
twee roosters
twee emmers
een kopere keetel
sestien staale vorken
een porcelaine boterpotje
een vysel en stamper
een vuurtang
een glaase olyfleschje
Lyfëigenen
een slaave jonge genaamd Abraham van de Caab
een slaave jonge genaamd Jacob van de Caab
een slaave jonge genaamd Adonis van de Caab
een slavin genaamd Candace van Mosambicque
een slavin genaamd Cateau van Mosambique
Beestiaal
ses paarden
een honderd seeven en veertig aanteelbeesten
vyf en sestig trekossen
Lasten des boedels
  Rd:s Rd:s
aan den boedel van wylen den heere vendumeester Van Aerssen aan restant vendupenningen   305:7:4
aan de weduwe wylen den burger Caspar Smit volgens reekening   134:5:4
aan den edele Hillegard Muller aan contant geleende penningen   100:--:--
aan de manhafte burger cornet Louis Fourie   256:--:--
aan den burger Hendrik van Staden   260:--:--
aan den boedel van wylen den burger Nicolaas Prinslo d’ oude weegens geleeverd hout tot een wagen   25:--:--
aan den burger Okkert Heins d’ oude weegens geleeverde rosynen en brandewyn per rest   32:--:--
aan den burger Johan Willem Zulch volgens reekening   76:3:--
aan den boedel van wylen den burger Hermanus Gerardus Onken volgens reekening   64:5:2
aan den burger Jacob Welbek volgens reekening   101:3:--
aan den burger Johan Willem Zulch aan contante penningen 228:6:--
aan verloopene intressen tot primo December 1794 40:7:--
    269:5:--
aan Jan Adam May voor een paar kinderschoenen en een paar knoopen   0:7:--
Baten des boedels
    Rd:s Rd:s
voldaan met de renten tot den 10 Aug:s 1809 van Maarthinus Jacobus van Staden weegens ontfangene penningen van den burger Louis Stein voor de koop van een plaats geleegen over de Gourits Rivier   1000:--:--
  van Christiaan van der Westhuisen aan geleeverde drank   6:--:--
  van Cornelis van Rooijen Reiniersz weegens geleeverde drank   14:--:--
  van Willem Morkel over een slagtbeest   5:--:--
  van Christiaan Crouse voor een mud koorn   2:--:--
  van Josias Reneken voor een slagtbeest   6:--:--
  van Hermanus Fredrik Willekens blykens obligatie   45:--:--
  van Dirk Hooijer voor een molen en slypsteen   3:--:--
  van Abel Erasmus volgens handschrift   36:--:--
  van Willem Hendrik van Staden volgens handschrift   16:--:--
  van Willem Hendrik van Staden voor ses ossen   42:--:--
  van Jan Adam May voor een geelkopere plaat 26:--:--
  drie wagen scheenen 7:--:--
  een kopere keetel 1:1:--
  elf en een half ellen casant 8:5:--
  twee strengen syde 0:3:2
  twee slagtbeesten 14:--:--
  drie Suratse baaytjes 4:4:--
  twee spoelkommen 0:4:--
      62:1:2
de schulden en nevens gen: als volgens nadere opgave door de wed:e Stols ter Weeskamer gedaan in ’t geheel groot zynde rd:s116 is bij deselve wed: g’inisieerd en onder haar behoud van Johannes Marthinus Els blykens obligatie 100:--:--
  aan interessen tot 21 Maart 1795 46:--:--
      146:--:--
  van Jacobus Linde blykens handschrift   21:--:--
voor J:J: Jurling op den 16 Februarij 1808 ter Weeskamer bewyzen geproduceerd dat den schuld vereffen is met planken door hem aan den overl: Stols geleeverd van Jan Jacob Jarling voor tien ossen volgens handschrift   100:--:--
  van Okkert Brits voor 48 lb tabak a 6 stuiv:s per lb   6:--:--
  van Cornelis Brits voor 16 lb tabak a 6 stuiv:s ’t lb   2:--:--
  Somma   Rd:s1512:1:2

Nota

alle by wylen Gabriel Stols en Maria Cornelia Minne in echt verwekt Gabriel Stols woonachtig in de Baviaans Kloof mondige erfgenaamen
Christina Stols gehuuwd met Herm:s Lucas Crous de jonge woonende in de Baviaans Kloof
Willem Stols Gabrielsz: oud 22 jaaren onmondige erfgenaamen
Anna Catharina Geertruida Stols oud 14 jaaren
Maria Cornelia Stols oud elf jaaren
Coenraad Fredrik Petrus Stols oud 9 jaaren
Geertruida Sophia Stols oud 7 jaaren
Daniël Jacobus Stols oud 5 jaaren
Fredrik Petrus Stols oud 5 jaaren

Willem Stols Gabrielsz gaat op deszelfs versoek onder approbatie van Heeren Weesmeesteren woonen by deszelfs stief oom Gerrit Schols alwaar deselve zonder eenige onkosten zal g’alimenteerd en gekleed worden, blyvende de overige by de weduwe Stols op haar gedaane versoek woonachtig, zullende zy wanneer onverhoop ’t tot de opvoeding van die kinderen mogte buiten staat raken, daar van Heeren Weesmeesteren kennisse geeven. De weduwe Stols betuygd, ten tyde dat sy met Stols in huwelyk is getreeden, aan de kinderen by wylen haarer voorigen man Jacobus van Staden verwekt geen bewys te hebben gedaan vermits zy arm was en is ’t kinder bewys van Gabriel Stols by ’t aangaan van zyn huwelyk gepasseerd voor wylen den heer Ronnenkamp en nog in den boedel berustende, dog van ’t zelve uitgekeerd aan

  Rd:s
Gabriel Stols 170
Catharina Stols huisvrouw van Herm:s Lucas Crouse de jonge 50

Aldus g’inventariseerd op den 29 Maart 1795 op de plaats de Klipfontein geleegen aan de Oliphants Rivier , en sulks op ’t aangeeven van de in den hoofde gem: Isabella Elisabeth de Jager, dewelke verklaarde hier inne ter goeder trouwe te werk gegaan en met haar weeten niets agtergehouden of versweegen te hebben, belovende en aanneemende ingevalle naderhand iets tot gem:e boedel specteerende mogte koomen te ontdekken, deesen inventaris daar meede te zullen amplieeren en denselven des gerequireerd nader met solemneele eede te staaven, en sulks alles in ’t byzyn van den adjunct geregtsbode Hendrik van As junior en Abraham Casparus Nieuwhof als getuigen

Als getuigen: Hend:k van As junior, A:C: Nieuwhoff

Isabella Elisabet de Jager weduwe

In kennisse van mij: W:L: van Hardenberg, Secret:s

MOOC8/27.23

{18090428} 28 April 1809 Helena Bintfeld

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten, als er op Vrydag den een en twintigste dag deezer lopende maand April ’s morgens de klokke half agt uuren ab intestato metter dood zijn ontruijmd ende nagelaten door Helena Bintfeld wed:e van wijlen den burger Johan Bernhard Rudeloff, ten voordeele der kinderen bij haare evengemelde vooroverleedene man in echt verwekt, met namen

1) Jacobus Andreas Rudeloff
2) Marthinus Rudeloff
3) Henrietta Wilhelmina Rudeloff get:d met Johan Nicolaas Josephus Johne
4) Berhardina Magdalena Rudeloff oud 14 jaren

Zodanig als het een en ander door ons onderget: gecommitteerde Weesmeesteren na gedane ontzegeling en volgens opgaaf in den slotte deesen gemeld is, opgenomen en bevonden te bestaan in het volgende, nam:

Een huijs zynde twee erven staande ende geleegen in deeze Tafelvalley op de hoek van de Keerom[straaten] en Leeuwenstraaten in ’t Blok No: 6 blykens twee transporten in datis 22 Maij 1787 en 1 Augustus 1806 daarvan gedaan

In het bovengem: huijs en aldaar

In het voorhuijs
een lantaarn
een huijstrap
In de voorkamer ter linkerhand
een schuijfgordijn
een spiegel met noote boomhoute lijst
agt schilderijen
twee guerridons
een cabinet met zilver beslag waarop een stel porcelaine kastpotten, en waarin
twintig beddelakens
zes en veertig kussen sloopen
zeeven servietten
voorts de klederen der overleedene bestaande in de volgende, nam:
zeeventien kabaaitjes
zeeven en dertig rokken in zoort
drie spreytjes
veerthien doeken in zoort
twaalf hembden
vier tabbaarts
drie chambreelen
een fluweele hoedje
neegen p:r kousen
een p:r schoenen
zes borstrokken
zes p:r zakken
In de gaanderij
een chitze schuyfgordijn
zes stoelen met vyf roode trijpe kussings
een staande huijs horologie
In de combuijs
een waterhalfaam
twee emmers
een tafel
twee ladders
twee oude vaten
een schuijms pan
drie drievoeten
vyf yzere potten
vier schoorsteenkettings
drie koekepannen
een keetel
een vuurtang
Op de voorzolder
een pijpenrak
een vierkante tafel
een klaptafel
een stinkhoute kast met glaaze deuren
twee leuningstoelen
een witkopere theemachine
een trekpot
een kopere koffykan met zyn test
een plettit suykerpot met een glas
In de kamer no: 1
twee schilderyen
een leedikant
In de kamer no: 2
een enkelde ledikant met rood behangsel waarop
een bulzak
een peuluw
vyf kussens en
een catoene deeken
een kadel
een halfaam
twee oude stoelen
een spiegel defect
In de kamer no: 3
vier oude stoelen
vier ledige kisten
een oude driekante kast
twee dekstoelen
twee kelders met ledige vlessen
een kleyne negotie kast
drie worstpuijten
een kopere wynpomp
een oude vuurmand
een yzere balance met een kopere en een houte schaal
een zeeft
een ankervaatje
een beddetafeltje
een maatscheepel
een halve maatscheepel
een verlakte theemachine
twaalf aarde potten in zoort
een kopere taartenpan
een kleyne taartenpan
een lantaarn
een kaarsenvorm
agt glaaze kandelaaren
twee trommels
een aarde kan
een kopere keetel
een kopere castrol
twee oude kopere quispedooren
een koopere bus
een blikke tregter
een kaarsenbaly met een restant vet
een botervaatje
vier glaaze schotels in zoort
een glaaze confyt pot met zyn schotel
een glaaze koelbakje
twee glaaze confytbakjes
vier glaaze zoutvaatjes
vier schenkborden in zoort
elf kelkjes
twee karaffen
twee tinne water borden
agt schotels
neegen en twintig borden
een porcelaine kom met een party theegoed
In de kamer no: 4
een schuyfgordyn
een vengster gordyn
een kleyne vierkante tafel
een kadel
een bureau waarop
een kistje waarin
twaalf zilvere leepels
een zilvere murg leepel
twaalf messen met zilvere hegten
twaalf vorken met zilvere hegten
een theekistje
en waarin
een p:r goude schoengespen
een goude braslet gesp
een zilvere deegen haak
zeeven messen en zes vorken in zoort
eenige stukjes oud zilver
een restant schrijfpapier
veertien zilvere eetleepels
een zilvere vork
een zilvere theelepeltje
een zilvere soepleepel
een oude zilvere trekpot met zyn schotel
een oude zilvere zuijkerbus
Lijfeigenen
een slave jongetje gen:d Arij van de Kaap
een slavin gen:d Lea van Mosambicque
een slavin gen:d Spatie van Mosambicque
een slavin gen:d Dela van de Kaap
een slave meysje gen:d Mariana van de Kaap
voorts nog
een slafe jongen gen:t Jonas van de Kaap
een slave jongen gen:t April van de Kaap

welke beyde laatsgem: de eerste voor den tyd van tien en de laastgen: voor den tijd van vyf en twintig jaren geconfineerd zijn, om aan de publieke werken te arbeiden.

Bevindende zig voorts volgens opgaaf nog eenige goederen tot den boedel behorende by anderen te weeten

By de gesepareerde huysvrouw van de manh: Willem Kersten

een kist

Bij de wed:e Abraham Beneke

een klavier

Bij Willem Stydler

een toonbank
een leedige vat
een kopere keetel en
vier lb: koper gewigt

Bij Jan Ophausen

agt stoelen om te repareeren
een koffijmoolen
Crediten des boedels
    Rd:s
  Marthinus Johannes Taute op een scheepenenkennis d:d: 5 Januarij 1808 aan capitaal ƒ16000 ofte 5333:16
  met de renten zeedert primo September 1808
  een scheepenenkennis ten lasten Engela Koch die volgens opgaaf in de bank van leening is verpand groot aan capitaal ƒ9000 ofte 3000:--
  een notarieele obligatie ten lasten Jean Baptist Verume d:d: 4 Feb:ij 1810 groot aan capitaal ƒ2400 ofte 800:--
  met alle re renten van dien zeedert 4 Feb:ij 1810
  Jacobus Andreas Rudeloff op een onderhandsche obligatie d:d: 22 November 1797 zonder beding van intrest groot aan capitaal 1300:--
hierop heeft in mindering rd:s230 die bevonden zijn, door gem: Roedeloff aan zijner moeder te zijn afgegeven evengem: J:A: Rudeloff zo veel door de overleedene voor zijn reekening aan vendupenningen is betaald 337:6
  Marthinus Rudeloff op een onderh: obligatie de dato p:mo December 1804 aan capitaal ƒ1000 ofte 333:16
  met den intrest van dien
Dubieuse en disperate inneschulden
    Rd:s
  de van hier na Ceilon vertrokkene wed:e Meemeling over boekschuld van den jaare 1790 36:24
  Jacobus van Staden almeede over boekschuld van 1793 30:4
  Kraamer over boekschuld van den jaare 1795 per rest 13:42
  Pieter Brits Ockertz:n almeede over boekschuld van den jaare 1798 9:--
  Gerrit Scheepers Coenraad z:n over boekschuld 6:42
  Fredrik Jansse van Rensburg over boekschuld 10:24
  David de Villiers Pieterzoon almeede over boekschuld 314:43
  Fredrik Scheepers Fred:k z:n over geleende contanten 30:--
voldaan Marthinus Oosthuijzen op een onderh: obligatie d:d: 10 Feb:y 1800 aan capitaal 100:--
  met de renten van dien a 6 p:c:to p:r a:o
  evengem: Mart:s Oosthuyzen over boekschuld van den jaare 1804 12:--
  Salomon du Preez over boekschuld van den jaare 1805 7:--
  Salomon du Preez over zo veel door de overleedene voor zyn reek:g aan Abraham Pieter de Villiers is betaald 14:--
  Gerhardus Oosthuijzen op den onderh: obligatie d:d: 20 Augustus 1790 aan capitaal 300:--
  met den intrest van dien a 6 p:c:to p:r a:o
  Gerhardus Oosthuijzen op een onderh: obligatie de dato 20 Aug:s 1805 200:--
  almeede met de renten a 1/2 p:c:t p: m:d
nader bevonden voldaan te zyn Gerhardus Oosthuijzen over boekschuld van den jaare 1805 31:--
  Gerhardus Oosthuijzen over zo veel door de overleedene voor desselfs reek:g van Jan Hoetz is betaald 8:13
  Salomon Maritz op een onderhandsche obligatie d:d: 28 May 1805 100:--
  met de renten a 1/2 p:cto p:r m:d
  Salomon Maritz over boekschuld 25:36
  Hester Oosthuijzen op een onderh: obligatie d:d: 18 May 1793 aan capitaal 100:--
  met de renten zeedert 18 September 1807
  Jacobus Andries Roedeloff zo veel door den overleedene voor desselfs reek:g aan Jacob Wille is betaald 100:--
  Nicolaas Jacob Doman op een onderh: obligatie d:d: 14 Feb:ij 1787 aan capitaal 242:--
  met de renten a 1/2 p:c:to p:r m:d
  Johan Fredrik Beerends p:r rest van twee onderh: obligatien de datis 4 Aug:s 1790 en 29 April 1792 20:--
voldaan den 9 Aug:s 1809 Gabriel Stols p:r rest eener onderh: obligatie d:d: [ ..... ] 1798 onder berusting van Jacobus And:s Rudeloff groot geweest zynde rd:s210:36 per rest aan capitaal 100:36
  Nota, zynde in mindering van het geheel capitaal op den 14 October 1807 rd:s110 en in mindering der renten rd:s100 afbetaald
  Nicolaas Gulde over beschadigde borgtogt by wylen de wed:e Zach:s Herman met den intrest zeedert 3 May 1804 500:--
  Jan Beneke op een vonnis d:d: 14 Maart 1807 aan capitaal 82:--
  met de renten en kosten
bevonden per rest te bedragen rd:s4:39 voldaan Daniel Duuring op een vonnis d:d: p:mo Juny 1805 88:36
  met de kosten
Lasten des boedels
  Rd:s
aan de bank van leening op een bankkennis aan capitaal ƒ2000 ofte 666:32
aan den weled: heer W:J: van Reijneveld op een scheepenenkennis aan capitaal ƒ1000 ofte 333:16
almeede met de renten van dien

Aldus na gedane ontzegeling opgenomen en g’inventariseerd ten huyze voormeld op den 28 April 1809, ende zulks op het op en aangeeven van de mondige erfgenamen Marth:s Rudeloff en Johan Nicolaas Josephus Johne in den hoofde deezes gemeld, dewelke verklaarden zig hierinne ter goeder trouwe gedragen en hunnes weetens niets verzweegen of terug gehouden te hebben van al het geen tot den boedel en nalatenschap behoord invoegen zy dan ook getuygde de deugelykheid hunner opgaave ten allen tijde des vereischt werdende met solemneele eede nader te bevestigen, en verdere belofte zo hier na nog iets tot gez: nalatenschap behoorende mogte worden ontdekt, daarvan nader en getrouwelyk ter Weeskamer opgaaf te zullen doen ten einde deezen inventaris daarmeede te amplieeren.

In teeken der waarheid is deezen ter presentie van ons gecomm: Weesmeesteren ende my Eerste Commis der Weeskamer door de inventarienten behoorlyk onderteekend.

Als gecomm: Weesmeesteren: W:J: Klerck, G:J: Overbeek

Voor den opgaaff: M: Roedeloff, J:V:J: Joone

Mij present: G:A: Watermeijer, E:C:

MOOC8/27.24

{18081001} 1 October 1808 Sijbrant Gerhardus van Nukerk , Aletta Doorteeja Bester

Invataris van den boedel van Sijbrant Gerhardus van Nukerk en den overleden huijsvrouw Aletta Doorteeja Bester

1 rijpaard
4 aanteel paarde
11 trek osse
2 aanteel beeste
5 bokke
2 hamels
1 leedekand
1 bet
1 kombaars
2 kussens
5 doeke
3 jakkies
2 hemde
4 tabbers
2 bosterokke
2 jakke
2 paar kouse
6 rokke
2 paar schoene
2 voorschoje
1 sluijjer
1 hoetje
1 speldekussen
1 schaar
1 sadel en toom
1 rak
1 tafel
1 Bijbel
1 kist
De schulde
  Rd:s
aan Andries Johannes Burger rijksd:s twee hondert
aan den veldkornet Nolte voor de dootkist 25:--
voor begrave 14:--
voor en swarte onderpak 20:--
aan Jan Freedrik Wijtsel 5:--
aan de dogter van Nolte 1:4
aan zijn vrouw 2:--
aan zijn zoon Cristjan 6:5

Aldus geinvantarieseerd ter plaats van den ondergetekende veldcornet volgens opgaave door den meede ondergetekende weduwnaar Sijbrand Gerhardus van Nukerk onder presentaatsie van eeden gedaan aan den Vierentwintig Rivieren den 1 October 1808

Als getuijge: Fr: H: Israël, J:F: Weitzels

Voor den opgaf: S:G: v: Niekerk

Voor ’t opschrijve: J:H: Nolte, Veldcornet

MOOC8/27.25

{18080717} 17 July 1808 Joachim Christoffel Schultze

C: Bird

Inventaris van alle zodaanige goederen, beestiaal, etc:a als er door wylen Joachim Christoffel Schultze is bezeeten en met er dood ontruimd en nagelaaten, mitsgaaders op heeden ter plaatse genaamd de Vet-Rivier geleegen aan de Vet-Rivier , by d’ edele Jacobus Lodowikus du Preez opgenoomen en in waare weezen bevonden zyn, te weeten:

een paard, zadel en toom
twee zilvere horlogies
een paar zilvere schoengespen
een paar zilvere kniegespen
een zilvere snuyfdoos
twee mans rokken
twee mans baatjes
vyf mans onderbaatjes
vyf broeken
twee hemden
drie hoeden
vyf doeken
vyf paar koussen
twee brillen
een kist
een schuyfdoos
een slaap combaay
drie slaap mutzen
drie paar steevels
een vogel kooy
een party boeken
een bed met zyn toebehooren
een kooygoed zak
een lessenaar
Baate des boedels
  Rd:s
aan contante papiere munt 46:6
aan zoveel hem competeerd van de wed:e van wylen Isaak van de Vyver 7:--

Aldus gedaan ende g’inventariseerd ter woonplaatse opgemeld op den 17:de July 1808 op het aangeeven van d’ edele Jacobus Lodowikus du Preez, en ingevolge opgaaf van denzelven, beloofde ingevalle er nog iets mogten worden gevonden het welk tot ged:e boedel specteerende is, ten allen tyde te zullen opgeeven, dus verklaarende met zyn weetens niet te hebben vergeeten, bereid zynde zulks ten allen tyden met solemneele eede te zullen bevestigen, en zulks ten overstaan van den heer Anthonij Alexander Faure, als gecommitteerde Weesmeester, en in het byweezen van de manh:s Pieter Lombaard en Jacobus Holtshausen als getuigen.

/:Onder stond:/ /:Voor de opgaave:/ :was get:/ J:L: du Preez /:Ter zyde:/ Ten overstaan van my /:was get:/ A:A: Faure /:In margine:/ :was get:/ Pieter Lombard, en J: Holtshausen als getuigen /:Lager:/ In kennisse van my /:was get:/ J:H: Frouenfelder, Secret:s

Accordeert met dies origineele ter Secretarye aan Swellendam berustende: J:H: Frouenfelder, Secret:s

MOOC8/27.26

{18080613} 13 Junij 1808 Isaac Meijer , Aletta Susanna Zondag

Copia

Inventaris van alle zodanige goederen als ’er door Isaac Meijer d’ oude en Aletta Susanna Zondag in gemeenschap bezeeten en door de laatsgemelde met ’er dood ontruimd en nagelaaten, mitsgaders op heeden opgenoomen en in waaren weezen bevonden geworden zijn, te weeten:

D’ opstallen der leeningsplaatsen gen:d de Klippedrift gel: in de Tsietsiekama en het Leeuwenbosch gel: tusschen de Gamtous en Krommerivieren
Losse goederen
een halfsleeten ossenwagen met toebehoor en tentzeil
een oude ossenwagen met toebehoor en tentzeil
een ploeg en egg
vier defecte ploegschaaren
thien zikkels
zeeven graaven
vier pikken
een brandewijnskeetel
twee leggervaten
drie bierpijpen
drie aamvaaten
een [aamvaaten], defect
drie half aam vaaten
drie half aam vaaten, defect
een ankervatje
een platvatje
twee bootervatjes
een teervatje
twee balies
negen emmers
agt bootervaten
drie booterbakken
drie booterkarnen
een pottebank
twee koornziften
vijf verscheiden kisten
twee schuijfdoosen
een zilvere horologie
een verlakte doosje
twee zakboekjes
elf differente geestelijke boeken
een kabinet kast
een bladtafel
twee theetafels
een rustbank
twaalf stoelen
drie bedden compleet
vijf kaadels
vijfthien stuk geelhoute planken
een parthij wagenmaakershout
een parthij timmerhout in soorten
vier baksteenvormen
twee stooven
veertien bottels
sestien kleine vlesschjes in soorten
twee wijngaardmessen
vier schaaren
twee strijkijzers
een koopere vijsel
een koopere leepelvorm
twee koopere waterkeetels
twintig ijzere vurken
een en tagtig tinne leepels
vier en twintig tinne borden
twee tinne soepkommen
een tinne soepleepel
vier tinne schotels
twee tinne trekpotten
een tinne booterpotje
een porcelaine potje
drie porcelaine kopjes
vijf porcelaine schooteltjes
ses porcelaine kommetjes
twee tinne kandelaars
twee koopere kandelaars
een snuijter
een koffijmoolen
een bakkist
vier koornzakken /:defect:/
vier mandjes
drie schoorsteenkettings
een ijzere vleeschvurk
een ijzere drievoet
negen ijzere potten
een ijzere koekepan
een ijzere rooster
een ijzere vuurtang
drie aarde potten
drie aarde kannen
een broodmess
een zadel /:oud:/
een loodleepel
een koogelvorm
ses geweeren
een borstel
een lijsteen
een schaafbank
een kraanzaag
een trekzaag
dertien verscheidene bijtels
een kroost
twee dissels
een houtbijl
twee handbijlen
twee hamers
twaalf verscheiden schaven
een passer
een booromslag
een doorslag
een koudbijtel
een knijptang
twee snijmessen
een duimstok
een raspe
een kruishout
twee winkelhaaken
vijf differente booren
een spanzaag
een handzaag
een steekzaag
een parthij oud ijzerwerk
een schroef
een handschroef
Beestiaal
een hondert en negen trekossen
een hondert en vijf aanteelbeesten
vijf rijdpaarden
twaalf aanteelpaarden
twee en negentig hamels
seshondert agt en dertig aanteelschapen
twee en negentig bokken
agttien gansen
Lijfeigenen
een mans slaaf gen:d September van Madagascar
een mans slaaf gend: August van Mosambicque
een slavinne gen:d Roosje van Mosambicque beneevens derzelver drie kinderen Rosina , Dina en Fortuin /:zijnde allen door de w:we Matthijs Zondag aan Isaac Meijer verkogt met die voorwaarde, om niet anders als alle vijf gelijk weder te worden verkogt:/
een mans slaaf gend:d Jarson van Mosambique
een mans slaaf gen:d Maart van Mosambique
een mans slaaf gen:d Zephyr van Mosambique
een mans slaaf gen:d Philander van de Caap
een slavinne gen:d Carolina van Malabar
een slavinne gen:d Rachel van Mosambique
een slavinne gen:d Dina van Mosambique
een slavenkind gen:d Pedro van de Kaap
een slavenkind gen:d Esau van de Kaap
een slavenkind gen:d Victorie van de Kaap
Nota. Drie slaven hebben zig kort voor den dag der inventarisatie en verkooping g’absenteerd, dog zullen waarschijnlijk wederom verkreegen worden en zullen in dat geval nog nader worden opgegeven
Baaten des boedels
  Rd:s
Philip Snijman /: Zwellendam :/ 23:2
Jacobus Scholtz /: Zwellendam :/ 26:--
Jacobus Theod:s Potgieter /: Zwellendam :/ 15:--
Jacobus Theod:s Potgieter 7 ellen zeildoek en 2 scheenen
Isabella Potgieter w:we Jan Scholz /: Zwellendam :/ voor 2 ossen 24:--

Nota, meest van de voorm: schulden zijn dubieus.

Schulden
  Rd:s
1) aan de w:we Matthijs Zondag per rest op de koop der bovengem: slaven 196
2) de natenoemen voorkinderen van de overleedene uit ’t huwelijk met Evert Frederik Potgieter hebben als onmondig zijnde, nog hun vadersportie, volgens het door de overleedene bij de Weeskamer gedaan bewijs hun toekoomende, niet ontvangen als Matthijs Gerhardus, Hermanus Jacobus en Evert Frederik
3) de voorkinderen van Isaac Meijer d’ oude met deszelfs eerste huisvrouw Susanna Sophia Schalkwijk zijn mede als onmondig nog niet van hunne moedersportie voldaan, namentlijk: Isaac Johannes, Maria Magdalena, Susanna Catherina, Agatha Jacomina en Engela Sophia
Erfgenaamen
1) Isaac Meijer d’ oude, langst leevende echtgenoot
2) voorkinderen van de overledene uit ’t huwelijk met Evert Frederik Potgieter a) Frederik Johannes Potgieter mondig
b) het kind van wijlen haare dogter Dirkje Elisabeth Potgieter in huwlijk verwekt bij wijlen Isaac Meijer Janz: gen:d Susanna Adriana Meijer oud 2 1/2 jaaren
c) Matthijs Gerhardus Potgieter oud 13 jaaren
d) Hermanus Jacobus Potgieter oud 11 jaaren
e) Evert Frederik Potgieter oud 8 jaaren
3) kinderen van de overleedene Aletta Susanna Zondag uit ’t huwelijk met Isaac Meijer d’ oude a) Lucas Wilhelmus Meijer oud 7 jaaren
b) Gerrit Frederik oud 1 jaar 6 m:den

Aldus gedaan en g’inventariseerd ter plaatse gen:d het Leeuwenbosch op den 13 Junij 1808, ende zulks volgens het op en aangeeven van Isaac Meijer d’ oude, dewelke betuigde hierinne ter goeder trouwe te hebben gehandeld en niets met zijn weeten te hebben verzweegen of agterhouden, weshalven zig bereid verklaarde deeze voorenstaande opgave ten allen tijden des vereischt werdende, met solemneele eede te willen bekragtigen; met verdere belofte zo iets nader tot den boedel specteerende mogt koomen te ontdekken, daarvan getrouwelijk opgaave te zullen doen ten einde deezen inventaris daarmede te kunnen worden g’amplieerd, alles in ’t bijweezen van den gerechtsbode Johannes Henricus Lange en Matthijs Zondag als getuigen.

/Onder stond/ Voor de opgave /:geteekend:/ Isaac Meijer d’ oude /:In margine:/ Als getuigen /:geteekend:/ J:H: Lange, Gerechtsbode Matthijs Zondag /:Lager:/ In kennisse van mij /:geteekend:/ J: Knobel, Secr:s

Accordeert: J: Knobel, Secr:s

MOOC8/27.27

{18080818} 18 Augustus 1808 Jan Booijzen , Magdalena Pretorius

C: Bird

Copia inventaris van alle zodanige goederen en effecten als ’er door wijlen d’ edele Jan Booijzen en desselfs nagelatene weduwe Magdalena Pretorius, in gemeenschap bezeeten, en door eerstgemelde ab intestato met ’er dood ontruimd en nagelaten, mitsgaders heeden opgenoomen en in waaren weezen bevonden zijn geworden, te weeten

een wagen met zijn toebehoor
vyf ijzere potten
vier vaatjes in zoort
vier schootels
ses borden
twaalf leepels
agt vorken
een koopere vijzel
een peeper doos
een zout vaatje
een booter potje
een taarte pan
twee kandelaars
een koffy moolen
een trommel
een koffij kan
een aarde pot
een strijkijzer
een rooster
een kelder met 15 vlessen
twee keetels
twee trek potten
drie kommetjes
twee kopjes en pierings
een meelzift
een sous potje
drie stoelen
een kist
een klijne lessenaar
vier geweeren
vyf zeekels
een tesje
een tafel
een zadel
drie emmers
drie graaven
een pik
een snijmes
een dissel
twee boorijzers
een graaf ijzer
een ploegschaar
een gatschijf
een ploegspel en beugel
elf rollen tabak
drie planken
een geweer laaij
een slangesteen
een ledicant
een kooker met 1 lanzet
een bed met toebehooren
Slaven
September van Boeggies
Salomon van de Kaap
Melatie van Boeggies
Roset van Mosambicque
Lena van de Kaap
Beestiaal
dertig trek ossen
negen en veertig aanteelbeesten
seeven hondert vier en zeeventig aanteelschapen
neegen en veertig aanteel bokken
twee ryd paarden
drie aanteel paarden
Contant in den boedel
  Rd:s
aan gereed geld /aan de weduwe gelaaten/ 167:2
Baaten des boedels
  Rd:s
van Jan Jonathan Booijzen p:r obligatie a 5 p:c:to interest van den 2 Nov: 1807 400:--
van Petrus Jacobus Booijzen a 5 p:c:to van den 21 Nov: 1807 200:--
van Petrus Jacobus Booijzen aan boekschuld 19:--
van Willem Sterrenberg Pretorius a 5 p:c:to van den 1:ste Julij 1808 1000:--
van Jan Lodowijk Pretorius a 6 p:c:to van den 14:de Maart 1807 666:5 2/6
van Isaac van der Merwe a 6 p:c:to van den 7:de April 300:--
van Gerrrit Booijzen over contant geleend geld 24:--
van Hendrik Venter over contant geleend geld 26:--
van Hercules Albartus Viljoen J:sz: 10:--
Erfgenaamen
1) Gerrit Booijzen
2) Anna Elisabeth Booijzen gehuwd met Willem Sterrenberg Pretorius
3) Johanna Christina Booijzen gehuwd met Baerend Johannes Vorster
4) de drie kinderen van wijlen Zacharias Booijzen met naame a) Jan gebooren den 30:ste October 1797
b) Elisabeth Catharina circa 8 jaar oud en
c) Zacharias gebooren den 1:ste Jann: 1804
5) Jan Jonathan Booijzen
6) Magdalena Booijzen geh:d met Hend:s Alb:ts Viljoen
7) Petrus Jacobus Booijzen

/Onder stond/

Aldus gedaan en g’inventariseerd ter plaatze van d’ edele Willem Sterrenberg Pretorius gen:d de Klipfontein geleegen voor Sneuwberg op den 18:de Augustus 1808 volgens ’t op en aangeeven van voorn:de Magdalena Pretorius, dewelke betuigde hierinne ter goeder trouwe te hebben gehandelt en niets met weeten versweegen of agter gehouden, verklaarende zig dus bereid, deeze opgaave ten allen tijde des gevorderd werdende met solemneele eede te zullen staaven; met verdere belofte, zo iets naader tot den boedel behoorende mogt ontdekken deezen inventaris daarmeede te zullen amplieeren. En is zulks geschied in ’t bijweezen van d’ edelen Arie Vos en den gerechts boode Joachim Barth:d Wiese als getuigen.

/Was get:d/ Magdalena Pretorius /Ter zeide stond/ was get:d/ ten overstaan van mij:/ A: Stockenström Landd:t In margine /als getuigen/ was get:d: Arie Vos, J:B: Wiese /Lager/ mij præsent /was get:d/ Th:s Muller, Secret:s

Accordeert: Theod:s Muller, Secret:s

MOOC8/27.28

{18080317} 27 Maart 1808 Andries de Klerk , Susanna Willemze

J:C: Gie

Copia inventaaris van alle zodanige goederen en effecten, als ’er door Andries de Klerk en Susanna Willemze in gemeenschap bezeeten, en door eerstgem: ab intestato met ’er dood ontruimd en nagelaten, mitsgaders heeden opgenoomen en in waaren weesen bevonden zijn geworden, te weeten

een wagen
twee geweers
een blaasbalg
een schroefstok
drie hamers
twee smids tangen
vijf groote booren
twee zaagen
een graaf
een pik
vijf schaven
twaalf pond oud ijzer
zeeven bijtels
drie zeekels
twee dissels
een raspe
drie vijlen
een zadel
een tafel
drie stoelen
een katel
drie klijne vaaten in zoort
twee emmers
vier ijzere potten in zoort
een pan
een rooster
een potleepel
een vleesvork
twee aarde potten
een meelzift
eem trommel
een compfoir
een keetel
twee tinne kommen
drie tinne borden
drie zakken
Slaaven
een slavin gen:d Diana van Massanbico oud
Beestiaal
acht trek ossen
drie aanteel beesten
drie hondert en twaalf aanteel schapen
twintig aanteel bokken
Schulden des boedels
  Rd:s
aan Adriaan Louw p:r obligatie a 5 p:c:to rente zeedert 1803 200
aan de weduwe Pieter Erasmus p:r oblig:e a 4 p:c:to rente zeedert 1788 90
aan Gorus Levener aan de Kaapstad 50
Erfgenaamen
1) Johanna de Klerk getrouwd met Arnoldus Grijling J:z
2) Susanna de Klerk getrouwd met Andries de Klerk B:z
3) Andries Jacobus de Klerk gebooren den 18:de Dec: a:o 1785
4) Barend Bartholomeus de Klerk gebooren den [ ..... ]

/Onderstond/

Aldus g’inventariseerd ter plaatze gen:d d’ Elands Kloof aan Klijn Brakrivier agter Sneuwberg , toebehoorende den burger J:H: Steenkamp op den 27ste dag der maand Maart 1808, volgens ’t op en aangeeven van voorgemelde Susanna Willemze weduwe wijlen And:s de Klerk, dewelke betuigde hierinne ter goeder trouwe te hebben gehandelt en niets met weeten versweegen of agter gehouden, verklaarende zig dus bereid deeze opgave ten allen tijde des gevorderd met solemneele eede te staaven; met verdere belofte, zo iets nader tot den boedel specteerende mogt ontdekken, deezen inventaris daarmeede te zullen amplieeren, en is zulks geschied in ’t byweezen van d’ edelen Louis van Wijk en den gerechtsbode Joachim Barth:d Wiese als getuigen.

/Was get:d/ Susanna Willemze, weduwe Andries de Klerk /In margine stond /was get:d/ L: van Wijk, J:B: Wiese Lager: mij present /was get:d/ Th:s Muller Secret:s

Accordeert: Theodorus Müller, Secret:s

MOOC8/27.29

{18090704} 4 July 1809 Jan Christiaan Zitler

Inventaris van alle zodanige goederen, als er op Vrydag den dertigste dag der jongstgepasseerde maand Junij in den jaare een duijzend acht honderd en neegen ab intestato metter dood zijn ontruijmd ende nagelaten door Jan Christiaan Zitler ten voordeele zyner onbekende uitlandige erfgenamen, zodanig als dezelve nalatenschap door my ondergeteekende Adjunct Commis der Weeskamer ter presentie van de meede geteekende getuygen is opgenomen en in geschrifte gebragt, mitsg:s bevonden te bestaan in het volgende

Ten huyse van Joseph Anthony Mulder alwaar d’ overleedene het laast woonagtig is geweest, en aldaar

In een bovenkamer
een bureau waarin
een zilvere zakhorologie
een p:r zilvere kniegespen defect
een brandewynsproever
een stuk Chineesch linnen
vier zakdoeken
twee lakens
een sloop
vier hembden
twee broeken
neegen p:r kousen
vier doeken
een kist waarin
drie rokken
een jas
twaalf baatjes in zoort
vijf broeken
tien kussenslopen
vier hembden
een linnense rok
twee hoeden
twee doeken
een schuijfgordyn
een kopere kandelaar en snuyter
drie p:r laarsen
vier witte borden
een koekepan
een oude byl
een ysere leepel
een schuymspaan
een kelder met ledige vlessen
een tobaksdoos
een vierkante tafel
een kleijne tafelpendule
een ledikant met behangsel waarop
twee matrassen
twee kussens
twee combaarssen
drie rakken
agt stoelen in zoort
een rood kopere theemachine
Crediten des boedels
  Rd:s
aan contanten in dezelve gevonden 3:28

Volgens in den boedel gevondene aanteekening en declaratie van A:J: Mulder zijn de volgende personen aan den boedel debet, als

    Rd:s
door gen: C:d Fredrik ter Weeskamer bewijs geproduceerd dat hij aan den boedel niets komt schuldig te weesen Coenraad Fredrik 50:--
  de knegt van de heer Onkruijdt gen:t Schulde 17:--
Moor spreekt deese pretentie tegen Moor metzelaar van de werff 13:36
  Frans Pool /:koperslager:/ 16:18
  Jan van Wyk 7:--
  Matthys Marenis 3:24
  Houwert /dragonder/ 5:--
  G: Vienaars 32:--

Komende zig nog in een kelder toebehoorende aan de wed:e Wolhuter te bevinden de volgende goederen, als

twee groote tafels
een kleyne tafel
drie banken
een halfaam
drie halve ankers met een restant wyn
twee oude blakers
vier bierglazen
zeventien kleijne bekertjes
twee kleyne tregters
een balij
een party ledige bottels
twee kopere kraanen
een bocaal en twee kelkjes

Aldus na gedane ontzegeling g’inventariseerd en opgenomen ten huyse voormeld op den vierde dag der maand July in den jaare een duijzend acht honderd en neegen

Als getuigen: J: Serrurier, J:N: Rorich

Voor den opgaaf: Anthony Mulder

Mij present: P:E: Faure, Adj: C:

MOOC8/27.30

{18081109} 9 November 1808 Philip Lodewijk Schalkwijk , Petronella Maria le Roux

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten, als er door wijlen Petronella Maria le Roux in gemeenschap bezeeten met Philip Lodewijk Schalkwijk, ab intestato met er dood ontruijmd en nagelaaten, mitsgaders heeden opgenoomen en in waaren weezen bevonden zijn geworden, te weeten

Een leenings plaats gen:d Potjes Kraal gel: aan de Breede Rivier en de Rivier Zonder Eijnd

Losse goederen aldaar

In ’t voorhuis
twee tavels
agt stoelen
een kast
een rustbank
twee rakken
een soep leepel
zeventien tinne leepels
tien staale vorken
drie kommen
een aarde pot
vyfthien porcelyne borden
een aarde kannetje
een bloem potje
twee kommetjes
vier flessen
zes bottels
drie glaase bottels
twee bierglaasen
twee glase flesjes
vijf kopjes
zes pierings
een trekpot
twee ketels
een aarde komfoor
In de kamer ter regterhand
vier kisten
twee kadels
een botervat
twee karns
twee oude vaten
vier zeepvormen
twee graven
een koevoet
drie booren
vijf bijlen
vier bijtels in soort
een doorslag
een hol dissel en rasp
drie snijmessen
drie hamers
een schaaf
twee zagen
een parthij oud yzer
drie sickels
In de kamer ter linkerhand
een ledikant
twee beddens
een strijckijzer
een koffij molen
een trommel
een peperbos
twee kandelaars
twee schuijfdoosen
een leij
een tinne waterpot
drie kannen
twee geweeren
een paar pistolen met holsters
een zadel
een tavel
In de combuis
vijf yzere potten
twee emmers
twee yzere pot leepels
een vleeschvork
een schuimspaan
een rooster
vier aarde potten
een meel zift
Op de werf
een osse wagen
een ploeg en twee schaaren
twee oude deuren
een schuit
Slaaven
een slavin gen:t Filida van Mosambique
Beestiaal
vier aantheel paarden
agt trek ossen
zes aantheel beesten
vier honderd schapen en bokken
Lasten des boedels
  Rd:s
aan d’ edele Christ:n de Jager d’ oude op eene onderhandsche obligatie zonder betaaling van renten 500:--
Erfgenaamen
1) Tobias Gerhardus oud 9 jaaren
2) Gabriel oud vijf jaren
3) Christ:n oud twee jaren
4) Abraham Petrus oud zes maanden

Aldus gedaan en g’inventariseerd ter plaatse de Potjes Craal gel: tusschen de Breede Rivier en de Rivier Zonder Eijnd op den 9 November 1808 volgens ’t op en aangeeven van Philip Lodewijk Schalkwijk, dewelke betuigde hier inne ter goeder trouwe te hebben gehandeld en niets met zijn weeten versweegen of agterhouden, verklaarende de voorenstaande opgave ten allen tijde des vereyscht werdende met solemneele eede te zullen bevestigen; met verdere belofte zo iets nader tot den boedel specteerende mogte komen t’ ontdekken dezen inventaris daar meede te zullen emplieeren, ende zulx in ’t byweezen van den clercq Joh:s Doroth:s Camijn en den eerste gerechtsboode Hendrik van As junior als getuigen.

Als getuigen: J:D: Camijn, H: van As Junior

Philip Lodewicus Schalkwyk

In kennisse van mij: A:A: Faure

MOOC8/27.31

{18090614} 14 Juny 1809 Owen Gaffisaij

Inventaris van alle zodanige goederen als er op den 8 der jongstgepasseerde maand May ab intestato metter dood zijn ontruymd ende nagelaten door Owen Gaffisaij, geboortig van Ierland , ten behoeve zijner onbekende uitlandige erfgenamen, zodanig als dezelve door ons gecommitteerde Weesmeesteren zijn g’inventariseerd en opgenomen in de tegenwoordigheid van m:r Williaam Fiford onder wiens toezigt de nalatenschap van den overleedenen van het Gouvernements Huijs waar het sterfgeval is voorgevallen aan het huijs van den Secretaris der Kamer is overgebragt bestaande de gemelde goederen in het volgende, namentlyk

een koffer waarin
vyftien hembden
tien broeken in zoort
elf onderbaatjes in zoort
twintig paren kousen
agt paren zijde kousen
zes en twintig doeken en dassen in zoort
elf voorschotten
een serviet
een kruysband
een nagtkap
twee das kussings
twee scheermessen en 1 strykriem
een restand zwart lind
een restand tres
een zilvere zakhorologie
een potloot pen
een kist waarin
twee lakense rokken
twee casimiere broeken
een onderbaatje
twee p:r laarsen
zes p:r schoenen
twee hoeden
een kalotje
een p:r spooren
een p:r kammassen
drie borsels
een poederzak en
een scheerdoos
een zakboekje
Crediten des boedels
  Rd:s
van Robert Crozier op een onderh: briefje van den 10 January 1809 250

Aldus g’inventariseerd en opgenomen ter Weeskamer aan de Kaap de Goede Hoop op den 14 Juny 1809.

Als gecomm: Weesm: A: v: Breda, W:J: Klerck

Voor den opgaaf: Willm Fuford

Mij present: G:A: Watermeijer, E:C:

MOOC8/27.32

{18090508} 8 Meij 1809 Donald McDonald

Inventaris van alle zodanige goederen, als er ab intestato metter dood zijn ontruymd ende nagelaten door den bij zyn Majesteits Douane bescheiden geweest zijnde clerck Donald McDonald ten behoeve zijner uitlandige erfgenamen alhier onbekend, zodanig als dezelve na alvorens door den adjunct fiscaal in de Simons Stad Petrus Stephanus Buissinne provisioneel in ’t ruuve opgenomen, verzeguld en na de Kaapstad opgezonden te zyn, door ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren na gedane ontzegeling in ’t byweezen van den Officie Fiscaal der Hoofdplaatze nader zyn g’inventariseerd en opgenomen, en bevonden te bestaan in het volgende, namentlyk

een mahonijhoute schrifkistje waarin
een zilvere zak horologie
een zilvere potlootpen
twee kleyne zakboekjes
een vlesje
een zijde geld beursje
twee mesjes
een cachet
een nagelborseltje
een kopere slootje
een kleijn gedrukt boekje en
aan contanten vier en twintig ryxdaalders en twee en twintig stuyvers
een blaauw geschilderde kapstok
een koffer met zwart leder overtrokken waarin
een blaauw lakense rok
een lap gemelleerd laken
agt en twintig hembden
zestien onderbaatjes
drie gebreijde onderbaatjes met mouwen
neegen broeken in zoort
een lange ledere broek
vyf en twintig paren zo wolle als katoene kouzen in zoort
drie paren witte zijde kouzen
drie paren zwart zijde kouzen
zes en twintig hals en zakdoeken
agt bedde lakens
vier kussenslopen
vier paren handschoenen
een blikke doosje met ouwels
zes slaapkappen
een witte katoene deeken
drie paren geele ledere stevel kappen
een blikke doos met een restant buskruijt
een verlakte blikke trommel met een slot
waarin
neegen koekjes schoenwax
twee koekjes zeep
een p:r stevelhaken
een nagelborsel
een tandeborsel
een brandijser
twee kammen
een portrait in een foudraal
twee memorie boekjes en
aan contanten vijf hondert vijf en sestig rijksdaalders
een koffer met zwart leder overtrokken, waarin
twee lakense rokken
twee lakense jekkets
een linnense jekket
elf broeken in zoort
drie baatjes
een p:r wolle kouzen
een moorse rok
drie borsels
vier p:r laarsen
tien p:r schoenen
een valies met zijn kussing
een jagtzak
een hagelzak
een kruijdhoorn
een p:r plettit spooren
een toom
drie fluijten
twee yzere honde kettings
een reys etui
een tokkodilje bord
een partij muziekboeken
een geruyte sprey
neegen boeken in zoort
een groen geschilderdt keldertje waarin
een cijfferleij
twee en twintig boeken in zoort
een teekendoosje
een pakje met potlooten, lak en inktstof
een party penneschagten
een restant papier en voorts
eenige beschreevene papieren- en schoolboeken
een groene zijde chambreel
een jagtgeweer
een groen geschildert kastje waarin
twee hoeden
een grynhoute kast waarin
een ham
twee zeekoe tanden en
een party schulpen
een grynhoute kist waarin
een lakense mannel
vyf hembden
een onderbaatje
zes p:r kousen
drie broeken
veertien doeken en dassen in zoort
een kussensloop
twee zakjes
een deeken
een zadelkleedje
twee borsels
een pistool
een kistje met timmermansgereedschap
een roskam
een kleijn groen geschilderd kastje waarin
vier koekje chocolade en
een restant medicynen

Bevindende zig voorts nog blykens den provisioneelen inventaris door den adj:t fiscaal P:L: Buissinne op den 3 deeser geformeerd, alsmeede ingevolge missive door evengem: adj:t fiscaal op den 6 deeser aan ’t Officie Fiscaal der Hoofdplaats g’addresseerd in de Simondstad ten huijse van Jan Pieter Kirsten

een kelder met brandewijn en rum
een paard met zadel en trens, en nog
een ander mahonijhoute schrijfkistje

en zijn de papieren in den boedel gevonden, in het bovengemelde verlakte trommel opgesloten aan den achtbare heer fiscaal m:r J:A: Truter afgegeeven, ten einde daarvan aftezonderen de zodanige als op zijn Ed:s Officie eenig betrekking mogten hebben, terwijl de overige wederom aan de Weeskamer zullen worden terug gezonden.

Aldus na gedane ontzegeling g’inventariseerd aan de Kaap de Goede Hoop ten huijze van den Secretaris der Weeskamer de heer Jan Pieter Faure op den agtsten dag der maand Meij in den jaare een duijzend acht honderd en neegen.

Als gecomm: Weesmeesteren: A:V: Bergh, G:E: Overbeek

Mij present: G:A: Watermeijer, E:C:

May 28th 1809

Received from Mr Ryneveld President of the Orphan Chamber one minature picture and one seal being part of the effects of the late Mr. McDonald

Thomas Blair, Master of Customs

MOOC8/27.33

{18081206} 6 December 1808 John Culverhouse , Margareet Hogg Bensons

Inventaris van alle zodanige goederen, als behoren tot den boedel en nalatenschap van wylen den capitain ter zee in dienst van zyn koninglyke Groot Brittanische Majesteit John Culverhouse en deszelfs echtgenote m:s Margareet Hogg Bensons, door beide, ab intestato metter dood ontruimd en nagelaten ten behoeve hunner onbekende uitlandige erfgenamen, zo als de zelve door ons ondergeteekende expresse Gecommitteerdens als representeerende in deezen het Eerwaarde Collegie van Heeren Weesmeesteren deezer Colonie zyn geinventariseerd en opgenomen, en bevonden te bestaan in het volgende, te weten

Ten huize van de heeren John Houghton en Alexander McDonald, kooplieden binne deeze stad woonagtig, en aldaar

In een bovenvertrek geoccupeerd by evengem: heer John Houghton

een koffer gemerkt A:C:5/M waarin
een chitze sprey
een stel chitze ledikant behangzel
drie tafel lakens
een wolle kombaars
een cyffer ley
twee waschkaarsen
twee zyde doeken
een parallel liniaal
een scheerdoos met twee messen
een foudraal met twee scheermessen
een paar stevelkappen
een paar schoenen
drie yvore waayers
een blaauw lakense rok
een zwarte lakense rok
twee blaauw lakens monterings rokken
een zwarte zyde vest
vier vesten in zoort
een zwarte zyde broek
een witte kasimiere broek
een geele ledere broek
een gebreede broek
twee onderbroeken
zes hembden
zes witte doeken
een paar witte zyde koussen
een paar katoene koussen
twee paar ledere handschoenen en voorts
eenige lappen van weinig waarde
een koffer door ons Gecommitteerdens gemerkt no: 6
en daarin
een zilvere trekpot met zyn onderschotel
een zilvere melkpotje
een zilvere zuikerpot met twee blaauwe glazen
een zilver zuikerpot met twee blaauwe glazen kleinder
een zilvere oly en azyn stander met agt glazen
een zilvere portwyn tregter
een zilvere vischschop
een zilvere souplepel
twee zilvere ragoutleepels
een zilvere salade vork
een zilvere kaasmesje
een zilvere botermesje
agt zilvere nieuwe eetleepels
agt zilvere nieuwe vorken
een zilvere braadspitpriem
veertien zilvere eetlepels
agttien zilvere vorken
twaalf zilvere desert leepels
twaalf zilvere desert vorken
vier zilvere sauce leepels
zes zilvere theeleepeltjes
drie zilvere theeleepeltjes
zeven zilvere mosterd en zout leepeltjes in zoort
twee stukjes oud zilver
zes plettiet zoutvaatjes met glazen
een plettiet eyer standaar
een plettiet liqueur standaar met drie flessen
een plettiet oly en azyn standaar met vyf flessen
vier plettiet kandelaars
twee plettiet kandelaars /:grooter:/
een plettiet koffypot
twee plettiet broodmandjes
een plettiet messebak
een plettiet schotel standaar
twee plettiet toast roosters
een plettiet kleine blakertje
twee plettiet zoutvaatjes zonder glazen
een plettiet snuiterbak
een staale snuiter
twee oude groene wolle tafelkleedjes
twee voetkussen en voorts
een party oude lappen van geen waarde
een koffer door ons Gecommitteerdens gemerkt no: 7
waarin
een lap groene zyde stof
zeventien bonte handdoekjes
vier zyde doeken in zoort
twee diemetje gordynen
drie oude waayers
een witte kante sluijer
een lange tjaaldoek
een vierkante tjaaldoek
twee zwarte fluweele vrouwe jassen
een zwarte zyde vrouwe mantel
een zwarte kante vrouwe mantel
een roos couleure gon
een paerl couleure zyde gon
drie witte zyde gonnen
drie witte diemetse vrouwe rokken
vier paren vrouwe zakken
twee paren vrouwe schoenen
twee vrouwe hembden
twee vrouwe slaapmutsen
vyf witte zakdoeken en voorts
eenige lappen in zoort
een koffer door ons Gecommitteerdens gemerkt no: 8
waarin
negentien tafel en bedde lakens in zoort
zes en dertig servietten
drie kussen sloopen
een lap wit kasimier
twee lappen blaauw laken
een pakje garen, zyde en koort
een pakje zee uniform knopen
zeventien paren nieuwe catoene manskoussen
veertien nieuwe gemaakte manshembden
een paar zwart ledere manshandschoenen en
twee onderbaatjes
een koffer door ons Gecommitteerdens gemerkt no: 9
en daarin
een stuk roode zyde doeken
drie stukken doerjas
vier stukken China’s linnen
twee chitze spreyen
twee lappen batist
een [lappen] gekeeperd
een lap Iersch linnen
negen paren nieuwe vrouwe handschoenen
drie kammen
zeven borsteltjes in zoort
drie blaauw geruite zyde doeken
vyf paren wolle koussen
vyf paren zyde koussen
drie halsdoeken
twaalf vrouwe hembden
een neteldoekse gon
vier vrouwe jakkies
elf vrouwe mutsen en
twee paren schoenen
een koffer door ons Gecommitteerdens gemerkt no: 10
en daarin
negen en twintig spellen speelkaarten
drie dames hoeden in zoort en
een party zyde linten en gemaakte bloemen
een spiegel met vergulde lijst
een mahony houte toilet spiegel

welke bovengem: zes koffers met het geen zig daar in bevind door ons Gecomm: met ’s Weeskamers cachet verzeguld en met ende benevens de gementioneerde twee spiegels in bewaring en onder het opzigt gegeeven zyn van den heere John Houghton

In een beneeden kamer van gem: heeren McDonald en Houghton

een geelhoute onvoltooyde laade tafel
een stel geelhoute tafels van twee vierkante en twee halfronde
vier speeltafels
een kleine vierkante tafeltje
een kleine vierkante waschtafel
een mahonyhoute blad tafel
twee vierkante stinkhoute tafels
een stel dames werktafeltjes van vier
een ledikant
twee oude lantaarns
een bok voor een hangmat
een hangmat en daarin
een paardehair matras en
een hoofdkussen
een vloertapyt
drie lappen Schotsch carpeting
twee lappen oud zyl
vier spekmatten
een blikke bordebak
een baly met poederzuiker
een aardepot met poederzuiker
een groote mand waarin
een zak met eenige gezoute hammen en tongen
twaalf stoelen
twaalf stoelen
zes stoelen
zes leuning stoelen
een rustbank
een nagtstelletje
een sextant
een oude graaf
een tuin schoffel
een houtbyl
een kleine baly
een kopere vuurhaart met twee yzere haken
een China’s confyt pot
een klein kasje waarin
een ronde manshoed
een kistje met twee slooten waarin
een stel chitze ledikant behangzel
een stel witte ledikant behangzel
twee lappen zwart zyde fluweel
een bedde laken
een oude tjaaldoek
vyf paren zyde koussen
twee paren katoene koussen
vier vrouwe gonnen in zoort
een vrouwe lyfje
een vrouwe borstje
een vrouwe muts
een mahony houte bureau met koper beslag
waarin
een zijde deeken
een wolle deeken
een lap ouderwetse zyde stof
een witte kasimiere broek en voorts
verscheide geschreeven papieren
een kist gemerkt no: 1 waarin het volgende behoord aan m:r McDonald
drie groote schotels in zoort
vier kleindere schotels in zoort
twee vischplaten
een salade bak
een soupterine
vyf en twintig vlakke borden in zoort
agt diepe borden
twaalf desert borden
drie kommen in zoort
twee saucepotjes
vier beekers
vyf pasty bakken met schoteltjes
wyders
zes porcelaine beekers
zes glaaze caraffen in zoort
twee ordinaire bierglazen
elf ordinaire bierglazen met vergulde randen
agt bierkelken
neegentien wynkelken in zoort en
vyf glaaze schotels in zoort
een gemerkt no: 2 waarin
dertien bierglazen in zoort
twee liqueur vlesjes waarvan een defect
agttien finger cups en
een vles olyven
een koffer gemerkt no: 3 waarin
een chitze overtrekzel en behorende tot een sopha
vier chitze kussens
twee zyde gordynen met een val
drie stukjes zoolleer
een pakje met koekjes blaauwsel en voorts de hierondergespecificeerde boeken te weeten
A Bible in folio
An impartial history of England till the middle of the year 1799
Elegant epistles from 1794
Elegant extracts in verse, 2 volumes
Elegang extracts in prose, 2 volumes
The moral and religious works of Sir Matthew Hall, 2 volumes
Sermons from the Rev:d Richard de Courcy
The Holy Bible in quarto
The universal gazetteer of 1798
William Perry, General dictionary of the English language
Richard Lloyd, Christian theology
The experiment of education made at Edgemore near Madras by the Rev:d Andrew Bell
The art of cookery by Mrs Glass
The whole duty of man
The pious country parishioner
The Book of Common Prayer
The history of our Lord Jesus Christ by T: Thirlwall
The beneficial effects of Christianity by the Right Rev:d Balby Porteus
A sketch of the denominations of the Christian world
The seasons by James Thomson
The poetical works of Matthew Prior, 3 volumes
Prison thoughts of doctor Dodd
The poetical works of James Thomson, 2:d part
An act for erecting a lazarett in the county of Kenth
Captain Pakenham’s nautical improvements
Regulations and instructions relating to His Majesty’s Service at sea 1790
Extract from the treties betwee G:t B:n and other kingdoms and states
A new directory for the East Indea 1791
een kleine kelder met ledige vlessen
een kastje gemerkt no: 4 waarin
een restant zuiker
een kastje gemerkt no: 5 waarin
een restant thee
een kastje gemerkt no: 6 waarin
een restant tafelzout
een kastje gemerkt no: 7 waarin
een thee servies bestaande in ’t volgende, als
een trekpot met zyn onderschotel
een spoelkom met zyn onderschotel
een zuikerpot
een melkkan
twaalf kopjes en pierings
twaalf chocolade kopjes en
een breakfast schotel
een koffer gemerkt no: 13 waarin
vier verlakte theebakken
twintig waschkaarsen
twee houte bakken
een houte messe bak
negen bonte handdoekjes
een brood zuiker
een boeke rakje
een kruidhoorn, hagelzak en geweer wisser
een handstoffer
een tafelmatje
een buikgordel
een zakje met speceryen
een blikdoosje met een restant thee
een vlesje mosterd
een driekante hoed
zes verlakte bottel bakjes
een vuurtang, asschop en pook
een wolle combaars
een tafellaken
een rood verlakte thee machine
een mandje met eenige kleinigheeden en
eenige lappen oud zyl
een kist gemerkt no: 17 waarin behoord aan m:r McDonald
een honderd en vyftig bottels Madera wyn
een kist gemerkt no: 18 waarin
een honderd en twee heele en vyf halve bottels Madera wyn en
zeeven botttels claret
een kist gemerkt no: 19 waarin
een wit aarde servies met roode bloemen bestaande in het volgende als
twee en twintig langwerpige vlakke schotels in zoort
zes ronde schotels in zoort
drie en twintig diepe borden
drie en zeventig vlakke borden
twaalf ryst pierings
twee soupterines met onderschotels
twee soupterines zonder onderschotels
een vischplaat
vier vierkante diepe schotels met dekzels
vier langwerpige flaa schotels
twee ronde salade bakken
twee langwerpige bakken
zes langwerpige saucepotjes met onderschotels en leepels
vyf ronde sauce potjes
een langwerpe boterpotje met zyn onderschotel
een ronde boterpotje zonder onderschotel
een mosterdpotje
vier zoutvaatjes
vier nagtspiegels
twee wasch lampetten met hunne kommen
een koffykan
een melkpot
twaalf theekopjes en pierings
twaalf chocolade kopjes en
zes kommetjes van differente groote
wyders
vier aarde atjaar bakjes met drie dekzels
een aarde melkkan
een aarde boterpotje met zyn onderschotel
zes aarde groote kopjes en pierings
zes aarde thee kopjes en pierings
twee aarde kommetjes
een kist zonder merk waarin behoord aan m:r McDonald
vyf bottels liqueur
zeventien bottels portwyn
een bottel kerrij kruijen en
zeven en veertig ledige bottels

Zynde voorts in de differente hierboven gespecificeerde koffers en kisten nog gevonden eenige precieusiteiten, familie stukken en zeldenheden die de ondergeteekende gecomm: Weesmeesteren vermeend hebben provisioneel van de overige goederen des boedels afgezonder onverkogt te moeten laten, ten einde indien de gesteldheid der nalatenschap het eenigzins permitteerd omme in natura aan de naaste familie der overledenen naar Europa te worden verzonden, bestaande dezelve in het volgende, namentlyk

een verlakte naaykistje met toebehoren
een China’s yvore ombre doosje met vischjes
een Japansch verlakte doosje
drie China’s gemaakte portefeulles
twee China’s kaartblaadjes
twee China’s zonneschermdjes
een doosje waarin
een China’s yvore waayer
een doosje waarin
een en dertig snoeren koralen en paerlen in zoort
zes borst en hair spelden in zoort
een goude hals keeteng
een paar goude braceletten
tien goude ringen met differente steenen en platen
een gladde goude ring
twee reuk vlesjes
een witte steen geschikt voor een signet
vyf paren bracelet slootjes
vier kleine steentjes in zoort
twee stukjes goud
twee foudralen waarin
twee portraits in mignature, zynde het eene het portrait van den h:r overleedene en het andere van de h:r Thomas Bensons, vader van wylen M:rs Culverhouse
een foudraal waarin
een goude ring met de letters F:B:
een goude ring met hairen en de letters P:B:
een goude ring met een geemailleerde vase op een plaat
een foudraal waarin
een tandestokerdoosje met goud gemonteerd
een tandestokerdoosje
een foudraal waarin
een goude reukdoosje met agate steenen
een lorniette
twee zilvere zuiker leepeltjes met een familie wapen
een zilvere visschop met een familie wapen
een zilvere schenkbord /ancient fashion:/ waarop gegraveerd zyn de letters M:H:B:
twee zilvere zuikerpotten /:ancient fashion:/
een zilvere zuikerpot met een blaauwe glas
een yvore tandestokerdoosje met zilver gemonteerd
twee paren schoengespen
een geldbeurs met eenige vreemde muntstukken
twee en dertig Indiaansche zilvere knoopjes
een zandalhoute tandestokerdoosje
een zilvere hairschuiver met steenen
een Turksche dolk volgens opgaaf door den h:r overledene in Egipte van den vyand veroverd
een foudraal waarin
een goude ring met een significante plaat zynde volgens opgaaf een geschenk van Lord Nelson aan de overledene
een foudraal waarin
een goude Turksche medaillon
een kleine goude snuifdoos
een yvore tandestokerdoosje
twee quadraatjes van yvoor
een kleine spanedoosje waarin
twee kleine steentjes
een paar zilvere kniegespen
een oud Indiaansch mes
een kasje waarin
eenige rariteiten van differente steenen
een oude Bybel met zilver gemonteerd
een oude Bybel waarin geschreeven Thom:s Benson
een memorieboekje tot dagelyks gebruik van M:rs Culverhouse gediend hebbende
twee sabels
een paerl d’ amoure schulp wyders een
eenige kleinigheden met wel te specificeeren en laastelyk
een promesse get:d Peter Benson groot 108 l:t sterling en 15 schell: gedateerd Napp 12:th December 1798 betaalbaar aan den h:r overleedene of order op zigt met den intrest a 5 p:ct pro anno
Contanten des boedels
vier goude guineas
vier halve guineas
een en twintig piasters
twee halve piasters
een Indiaansche ropy
twee Engelsche schellingen
makende te zamen een somma van een zestig ryxdaalders en dertig stuivers

Aldus gedaan en geinventariseerd in de Kaapstad aan Kaap de Goede Hoop op den 6, 8 en 9 December a:o 1808, ende zulks op het op en aangeeven van m:r John Houghton koopman alhier en den lieut:t in zyn Majesteits Zeedienst James Meers als geduurende de afweezigheid van den h:r overleedene van de hoofdplaats des zelfs affaires aldaar waargenomen hebbende, dewelke betuigen zig in den opgaaf ter goeder trouwe gedragen en hunnes weetens niets verzweegen te hebben van het geen tot de nalatenschap behorende, en zig in de Kaapstad bevindt; bereid zynde zulks des gerequireerd wordende ten allen tyde met solemneele eede gestand te doen en verdere offerte zo wanneer in der tyd iets den boedel specteerende nader mogten komen te ontdekken daarvan aan de Weeskamer kennis te zullen geeven ten einde in zulk geval deezen inventaris daarmede naar behoren kan worden geemplieerd.

In teeken der waarheid is deeze door ons gecomm: Weesmeesteren beneevens my Eerst Commis der Weeskamer ende de inventarienten eigenhandig gesubscribeerd.

Als gecomm: Weesmeesteren: A: v: Breda, W:J: Klerck

J:hn Hougton, J: Meers

Mij present: G:A: Watermeijer, E:C:

MOOC8/27.34

{YYYY} [ ..... ] John Culverhouse , Margariet Hogg Bonsons

Inventaris van zodanige goederen als behorende tot de nalatenschap van wylen den capitain ter zee in dienst van zijn Groot Brittannische Majesteit John Culverhouse en desselfs meede overleedene huijsvrouw Miss Margariet Hogg Bonsons alhier met het transport schip deuijt de Plettenbergs Baaij aangebragt, te weeten

een scheeps kot waarin
twee bulzakken
een peuluw
drie kussens
een beddelaken
drie deekens
een oude lakense rok
een oude lakense broek
vyf stoelen
een oude hoed
een zak waarin
een gryne mantel
een schansloper
een blaauw lakense baatje en broek
een p:r laarsen
een deeken
een tafellaken
een gon
drie doeken
twee borstjes
een muts
een mand waarin
een blikke emmer
eenige stukken gezout vleesch en spek
een mand waarin
twee blikke castrollen
een oude vergiettest
een blikke trommel
een ysere keetel
een oude kapmes
een oude baly
vyf ledige bottels
een verlakte snuyterbak
een staale snuyter
een lap oud zijl
een kelder, waarin
neegen aarde kommen
twee aarde beekers waarvan een defect
een kistje waarin
een restant vetkaarsen en zeep
een kleyn kistje met eenig timmermans gereedschap incompleet
een koffer, waarin
een lap Flaamsch linnen
zes taafel en beddelakens
twee kussenslopen
zeeven handdoeken
zes mans hembden
twee dassen
zeeven p:r kousen in zoort
zes broeken in zoort
zeeven baatjes in zoort
twee slaapmutzen
een baarje vrouwenrok
twee vloerkleedjes
een toilet spiegel
twee plettit kandelaren
een zilvere trekpot met zyn blaadje
een zilvere soupleepel
zes zilvere eetleepels
zes zilvere theelepeltjes
een zilvere portwijntregter
een portepé
zes boeken
een koffer waarin
een lap wit linnen
een lap Flaamsch linnen
neegen tabbaarts in zoorte
twee rokken
een zwaarte zijde gon
drie hembden
zes kabaatjes
zes witte doeken
zes borstjes
vier mutzen
een hand chambreeltje
vyf boeken
vier zilvere dessertleepels
een zilver zuykertang
twee zilvere zoutleepeltjes
twee vorken
een plettit blaker
een ledere koffertje waarin
een zydgeweer
een p:r epauletten en voorts
eenige stukken oude klederen door ’t zeewater ten eenemaal bedorven
een kast waarin
twaalf aarde borden
vyf potten
een blikke bus met een restant thee
een zakje met een restant koffyboonen
een kast waarin
twee boterpotjes
zes kopjes en zes pierings in zoort
een sauspotje
een melkkannetje
een mostertpotje
een peperbusje
een waschlampet
een kommetje
drie liquer vlessen
agt wyn kelken
zes bierglaazen in zoort
twee glaaze zoutvaatjes
een kast, waarin
drie blikke keetels
een blikke sauspotje
een blikke soupterrine
een blikke koffykan
een blikke rasp
twee blikke blakers
een yzere koekepan
een kopere vyzels
twee strykyzers
vyftien messen in zoort
zeeventien vorken in zoort
een kast waarin
derthien bottels wyn
veerthien ledige bottels
drie schotels
een schenkblaadje
een kast waarin
zeeventig bottels portwijn

MOOC8/27.35

{18090331} 31 Maart 1809 Johan Philip Kraft

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als er op Zaturdag den vijf en twintigste dag deezer maand Maart ’s avonds de klokke quart voor zes uuren met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door Johan Philip Kraft geboortig van Hessendarmstad , hebbende denzelven bij testamentaire dispositie op den 14 bevoorens voor den notaris publiek ten deezen gouvernemente m:r Johannes Henoch Neethling en zeekere getuigen gepasseerd tot zijne eenige en universeele erfgenamen benoemd, geroepen en gesteld de kinderen door hem bij zijn vooroverleedene huijsvrouw Rachel Ophausen in echt verwekt, en voorts bij het zelve testament tot executeuren testamentair, redderaars zijner nalatenschap en voogden over zyne minderjarige erfgenaamen en legatarisse verzogt het Eerwaarde Collegie van Heeren Weesmeesteren deezer steede, zynde de bovengemelde kinderen en erfgenaamen de volgende, te weeten

1) George Marthinus oud 15 jaaren
2) Johan Philip oud 14 jaaren
3) Johan George oud 12 jaaren
4) George Cornelis oud 11 jaaren
5) Johanna Frederica oud 9 jaaren
6) Aletta Francina Kraft oud 6 jaaren

weshalven den boedel door ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren na gedane ontzegeling is g’inventariseerd en opgenoomen, en bevonden te bestaan in het volgende, te weeten

Een huijs en erf staande ende geleegen in deeze Tafelvalley in ’t Blok D:D: op de hoek van de Berg[straten] en Lange Marktstraten en aldaar No: 4
twee huijzen met derzelver erf staande en geleegen almeede in deeze Tafelvalleij en aldaar regt over ’t Blok J:

In het eerstgemelde huijs en aldaar

In ’t voorhuijs
een roode schuyfgordijn
vier schilderyen
een staand horologie
een kleijne toonbank
drie leuning stoelen in zoort
In de voorkamer ter regterhand
een chitze schuijfgordyn
een jalousie mat
een tafel
een hoekkast
vier en twintig stoelen in zoort
een groote toonbank
een kleyne toonbank
een gerridon
twee geelkopere quispedooren
een voetbank
In de voorkamer ter linkerhand
een chitze schuyfgordyn
een jolousiemat
een spiegel met vergulde lyst
derthien schilderyen in zoort
drie tafels
twaalf stoelen met twaalf kussings
twee glaaze stulpen
een lessenaar
een kabinet met zilver beslag met een stel porcelaine potten, waarin
elf bedde lakens
een bedde laken
en en twintig kussenslopen
vyftien servietten
een lap ruw linnen
een lap blaauw laken
een stel geruyte ledikants gordijnen
vier chitze tafelkleedjes
een lap merlij
een verrekijker
neegen pakjes potlooten
twee verlakte broodbakje
een tinne soupleepel
een en twintig tinne eetleepels
twee klisteer spuijten
een plettet zuykertang
een zilvere zuykerpot
een zilvere soupleepel
twee zilvere eetleepels
agt zilvere vorken
een zilvere theelepeltje
vier zilvere confijt vorkje
een p:r goude kniegespen
drie p:r zilvere schoengespen
een p:r zilvere schoengespen behoorende aan de zoon George Marth:s Kraft
een p:r zilvere schoen en kniegespen behoorende aan de twee zoon Johan Philip Kraft
een party oud zilver
een restant zegellak
een schildery
twee geelkopere kwispedooren
In de gaanderij
een roode schuyfgordyn
vier schilderyen
een klaptafel
een tafel met een steene blad
een kleijne vierkante tafel
vyf stoelen in zoort
In de dispens
een honderd en zes aarde borden in zoort
een oly en azijn standert
vier karaffen
drie en twintig kelkjes en glaazen in zoort
een emmer
twee kopere kandelaars en voort
een party ledige bottels, glaswerk en andere rommeling in zoort
In de combuijs
een kopere keetel met zijn konfoor
een tinne schenkbord
een party aarde theegoed
twee tafels
een kast
een waterhalfaam
een wateremmer
een baly
zes ysere potten in zoort
drie koekepannen
vier schoorsteenkettings
een rooster
twee drievoeten
drie kopere keetels
een potleepel
een schuijmspan
een vleesvork
een vuurtang en asschop
twee ysere braadpannen
twee kopere taartenpannen
twee kopere poffertjespannen
een kopere castrol
een kopere waterbeeker
een lantaarn
twee kopere kandelaars
een tinne kandelaar
een koffijmoolen
een blikke ménagie
een blikke blaker
een blikke vergiettest
een blikke beeker en voorts
een party combuijsgoed en rommeling
In de trap
een zadel en toom
Op de voorzolder
een buydelkist
een snuyfzift
twee oude stoelen
een blikke roeper
mudden koorn
mudden mout
In de kamer no: 1
een koornharp
mudden garst
In de kamer no: 2
een dubbelde ledikant met wit behangsel, waarop
een bulzak
een peuluw en
zes kussens
een dubbelde ledikant met rood behangsel, waarop
een bulzak
een peuluw en
drie kussens
een kadel waarop
een paardehaire matras
drie kussens en
een wolle combaars
een onderbedt
een peuluw
drie kussens en
een deeken
agt peuluwen en kussens in zoort
vier p:r laarsen
een forté piano behoorende aan de oudste zoon George Marthinus Kraf
een vierkante tafel
een oude koffer en voort
een party rommeling
In de kamer no: 3
een hondert mudden garst
drie baalen hop
In de kamer no: 4
twee oude stoelen
een stellagie om vengsters te waschen
Op de agterplaats
een watervat
twee molwagens
vier emmers
twee kleijne balies
een ledige kist
twee slijpsteenen
een party ledige omtrend een duijzend stuk
zes en zeventig kayaty duijgen
twintig zo groote als kleijne vaten in zoort
een waterhalfaam op zijn voet
een kopere vijzel en stamper
een party ledige kannen
een party bindrottings
een blikke gieter
een kan met een restant lynolij en voorts
een party kurken en eenig rommeling in zoort
In de winkel
een tobaks bank met vierentwintig messen
een tobaks pers
een tobaks blok met een yzere en een houte stamper
een oude bladtafel
een tobaks seeft
twee kisten met restanten gestampte snuijf
een party gereedschappen in zoort
een tobaks haspel met zijn tafel
zeeven kleijne seeften in zoort
drie aarde potten
een blikke keetel en voorts
een party ledige vaten en doozen in zoort
In de brouwery met de daartoe gehoorende vertrekken
drie volle rollen en een restand platlood
een groote kopere brouwkeetel van zes leggers nat
elf vaten in zoort
zeeventien balies in zoort
zeeven emmers
twee yzere balance met vier houte schalen
tien stukken gewigt en zoort
agt houte balken
een ysere bankschroef
een hoop kaf
een party mout
een karewy wagen en voorts
een party houtwerk en rommelery in zoort
zeeventien muddezakken
In de paardestal
zeeven paarden in zoort
agt tuygen met zes toomen
In de agterkamer
een tafelkastje met laaden, waarin
vier schilderijen
zes porcelaine bloempotjes
elf porcelaine schoenen
neegen boeken
een restant met een partij kruijdnagelen
vijf oude stoelen in zoort
een tafelkastje waarin
een ysere balance met kopere schalen en vier stukken gewigt
een blikke snuyfschoffel
een hand schoffel

In een pakhuijs toebehoorende aan de heer m:r J:H: Neethling

elf volle vaten met Amerikaansch blaar tobak
een restant Amerikaansch blaar tobak na gissing 1000 ponden
twintig kanaster Brasilie’s tobak
een restant Brasilie’s tobak zynde een aangebrooken rol
een vol en een ontgonnen vat knoes pruijm tobak
neegentien rollen Kaapsch tobak
een kist met een restant gekorven rook tobak
een kist met een restant pypen
een vat met een restant spijkers
vier ledige tobaksdoos
een blikke trommel
een blikke keetel
een hoekkastje met zijn opstaande rak
een glaaze waarin eenige kleijnigheeden
een kastje met een restant kruijd nagelen
Lijfeigenen des boedels
een mansslaaf gen:d Fortuijn van Mosambicque
een mansslaaf gen:d Spadielje van Mosambicque
een mansslaaf gen:d Lubijn van Mosambicque
een mansslaaf gen:d Meij van Mosambicque
een jongen gen:d Jek van Mosambicque
een jongen gen:d Solon van Madagascar , koetzier
een jongen gen:d Anthony van Mosambicque
een slavin gen:d Theresie van Mosambicque
een slave meisje gen:d Doortje van de Kaap
een slave meisje gen:d Mietje van de Kaap
een slavinne gen:t Jamilie van de Kaap , dewelke ingevolge uitterste wille van den overleedenen met believen der hooge overigheid ten kosten des boedels moet worden in vrijdom gesteld

Dienstboden door den overleedenen circa vijf maanden geleeden van ’t Gouvernement verkreegen, ten einde door den tijd van veertien jaren dienstbaar te blijven en daarna in vrijdom te worden gesteld, met namen

October van Mosambicque
Catharina van Mosambicque
Spatie van Mosambicque
Contanten des boedels
  Rd:s
aan de zodanige als volgens opgaaf tot den boedel behooren 2012:16
aan de zulke als volgens opgaaf den spaarpot der gezamentlijke kinderen, in gelijke deelen komen uit te maken 454:34
Dus te zamen Rd:s2467:2
Inneschulden
    Rd:s
  Johan Jurgen Ophausen op notarieele obligatie de dato 3 Maart 1807 aan catiaal 540:--
  met de renten van dien a 1/2 p:c:to p:r m:d
voldaan Hermanus Johannes Josua Vermaak almeede op een not: obligatie de dato 9 Maart j:l: aan capitaal ƒ4000 ofte 1333:16
  met de renten a 1/2 p:c:t per maand na die datum  
voldaan Fredrik Niehaus op een onderhandsch briefje d:d: 30 December 1808 zonder beding van intrest 400:--
  Johannes Halt auf der Heide op een onderhandsche briefje de dato 15 Januarij 1809 betaalbaar drie maanden na dato zonder beding van intrest 20:--
voldaan den 22 December 1809 Johan Jacob Meijnert op een onderhandsche briefje d:d: 10 October 1808 zonder beding van intrest 100:--
vereffend met een ten behoeve der Weeskamer gepasseerde Weem: kennis d:d: 22 December 1809 evengemelde J:J: Meijnert op een onderhandsche obligatie d:d: 7 Februarij j:l: almeede zonder beding van intrest en betaalbaar ter eerster aanmaning 1200:--
  Johan Philip Ketter op een onderh: obligatie d:d: 22 April 1806 insgelyks zonder beding van renten en betaalbaar ter eerster aanmaning 90:30
  Rudolph Cloete op een onderh: obligatie d:d: 15 November 1808 betaalbaar ter eerster aanmaning 600:--
  evengemelde Rudolph Cloete over boekschuld waarvan het zaldo nog eerst bij afreekening moet worden gevonden
  de Societeit Concordia voor 5 vaten bier voor de boedel Walters Evert 100:--
voldaan den 15 Mey 1809 Hendrik Sturk voor 12 bottels bier 2:--
  Philip Wagener voor 1 lb rook tobak en 12 pijpen 4:--
voldaan Johan Albregt Dell voor 50 lb blaar tobak 25:--
  Jacob Hendriks voor 1 anker bier 5:--
  Johan Godfried Kuster voor 2 halve aamen draft 1:12
vold: Christiaan Philip Zinn voor 18 bottels bier 3:--
vold: Jacobus Johannes Wiedt voor 3 emmers draft 0:18
voldaan Carel Keulder aan Papendorp voor bier 20:--
vold: bij afreek: Fredrik Niehaus bovengemeld voor vyftig pond blaar tobak 25:--
den 2 May vold: Christiaan Lodewijk Kendler voor 6 lb blaar tobak en 1 lb snuijf 4:24
  Johan Lodewijk Petersen voor 38 bottels en 72 kannen bier 22:36
den 26 Juny vold: Lodewijk Herbold voor 8 lb snuijf en 6 lb blaar tobak 12:42
den 3 July vold: Johan David Pfaff voor 50 lb blaar tobak en 1 vat bier 49:--
  George Gabriel Vos Jacobuszoon voor 12 bottels bier 2:--
den 14 Junij vold: Pieter Christiaan Soesman voor drie vaten bier 75:--
voldaan den 15 Junij Anthonij Steinhardt voor 4 vaten bier 100:--
vold: den 29 Junij Hendrik Wille voor 8 halve ankers bier 20:--
voldaan Hendrik Binkes voor 4 vaten bier 100:--
  Anthonij Muller voor 9 vaten bier 225:--
vold: Christiaan August Bösenberg voor 30 emmers draft 3:36
  Pieter Benkes voor 2 vaten bier 50:--
  lieut: Cameron 72 reg:t voor 1 anker bier 5:--
Dubieuse en disperate inneschulden
    Rd:s
  C:J: Hoffman op een onderh: briefje de dato 30 October 1806 betaalbaar een maand na dato 30
  Frans Mazijn op een onderh: briefje d:d: 27 Augustus 1808 50
  Nota: deeze heeft waarschijnlijk een tegenreekening
  Andries Grové op een onderh: briefje d:d: 28 December 1808 onder belofte voor dies inhoud door de wed:e wylen Jacob Laubscher 30 mudden garst te doen leeveren 135
  Christiaan Voogd op een onderh: promesse d:d: pr:mo Julij 1807 120
  met de successive daarop verlopene renten
voldaan van Jan Jacob Swanevelder op een onderh: obligatie dewelke volgens opgaaf zig bevind bij den procureur Petrus Johannes Truter j:r 100

Pro memorie word alhier bekend gesteld dat de kleederen van den overleedenen en desselfs voorverstorvene huijsvrouw onder de minderjarige kinderen ten hunnen gebruijke bij lotinge zijn verdeeld.

Aldus na gedane ontzegeling opgenomen en g’inventariseerd op den 31 Maart, mitsg:s op den 1 en 3 April 1809.

Als gecomm: Weesm: A:V: Bergh, A: v: Breda

Mij present: G:A: Watermeijer. E:C:

MOOC8/27.36

{18081202} 2 December 1808 Johan Christoffel Calp

Inventaris van alle zodanige goederen als er op Woensdag den dertigste dag der maand November in den jaar onzes Heeren een duijzend acht honderd en acht ab intestato metter dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den soldaat bij de Auxiliere Artillerij Johan Christoffel Calp ten voordeele van het by zijne vooroverleedene huijsvrouw Anna Maria Jourdaan in echt verwekt eenig minderjarig kind met namen Frans, invoegen als het een en ander door my onderget: Adjunct Commis der Weeskamer ter presentie der meede get: getuygen is opgenomen en in geschrifte gebragt, mitsg:s bevonden te bestaan in het volgende, als

Ten huijse van den burger Petrus Gerhardus de Villiers alwaar d’ overleedene is woonagtig geweest, en aldaar

In de voorkamer
twee tafels
een stoel
een kist waarin
twee oude rokken
drie oude baatjes
twee oude broeken
vier hembden
drie lakens
veertien servietten
agt sloopen
een p:r kousen
een slaapmuts
twee oude hoeden
een p:r schoenen
een scheerzak
een zilvere scheerbekke
een foudraal met eenige scheermessen
twee olij steenen
vier borden
een pijpenkop
een party rommeling
een lessenaar waarin
een tobaksdoos
vijf boeken
drie hamers
een zilvere vorkje en 1 p:r kniegespen
een bulzak
een peuluw
zeeven kussens
twee wolle deekens

Aldus na gedane ontzegeling g’inventariseerd en opgenomen aan de Kaap de Goede Hoop ten huijze voormeld op den 2 December 1808.

Als getuijgen: P:s G: de Villiers, J:N: Rorich

Mij praesent: P:E: Faure, Adj: C:

MOOC8/27.37

{18080808} 8 Augustus 1808 Johannes de Wit

Inventaris van alle zodanige goederen, als er op Dingsdag den tweede dag der maand Augustus in den jaare onzes Heeren een duyzend agt honderd en agt ab intestato metter dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den boode der governements Secretarije Johannes de Wit ten voordeele zijner onbekende uitlandige erfgenamen invoegen als het een en ander door mij ondergeteekende Adjunct Commis der Weeskamer ter presentie der meede getekende getuijgen is opgenomen en in geschrifte gebracht, mitsgaders bevonden te bestaan in het volgende, te weeten

In een gouvernements wooning annex de slavenloge

een ophaal gordijn
een spiegel
een pijpenrak
een ledikant met geruite behangzel waarop
een matras
twee kussens
twee tafels
vier stoelen in zoort
een bank
een bureau waarin
twee rokken
een jas
agttien broeken
zeeven baatjes
zestien hembden
zeeventhien doeken en dassen in zoort
twee slaapkabaaijen
agttien p:r kousen
twee slaapmutzen
vier p:r handschoenen
een lampfer
zeeven tafel en bedde lakens
twaalf sloopen
zes handdoeken
zes servietten
vier hoeden
twee p:r laarsen en twee p:r schoenen
een zilvere zakhorologie
twee en dertig zilvere knopen
een verrekyker
een brandglas
een party schrijfpennen
een restant lak
een tobaksdoos
een pennemes
een microskoop /:defect:/
een pistool
vier boeken
een tinne inktkoker
zes messen
vyftien vorken
agt tinne leepels
een kopere vuurtest
een blikke inktkoker
een theemachine
een soupterrine
een lampet met zijn kom
vier borden
een sauspotje
een boterpotje
een trekpot
een kommetje
twee karaffen
vyf kelkjes
twee glazen
twee kopere kandelaars
een verlakte blaker
twee snuyters
een strykyzer
een kopere hand quispedoortje
een kopere klinkbekke
een yzere balance met kopere schaalen en vier stukjes gewigt
een kistje met romm:
een lequerkeldertje /:defect:/
een doosje met ouwels
een chambreel
een pepermoolen
een rystblok en stamper
een hakbord
een yzere pot
een rooster
een koekepan
een vleesvork, een lepel en een schuijmspaan
een aschschop en vuurtang
twee yzere haaken
een houtbyl
twee kapmessen
twee keetels
drie aarde potjes
een botervaatje
twee spuwbalies
een zaag
twee kisten met ledige bottels en vlessen
een gemakstelletje
een waterhalfaam en een kopere beeker
een waschbalie
een huijsladder
een voetenbank
Inneschulden
    Rd:s Rd:s
word tegengesproken van de heer en m:r J:A: Truter over schrijfloon blijkens aanteekening   114:--
  van Joseph Heijns over gekogte kaarsen   15:28
  van J: Heijneman over 3 maanden huijshuur a 15 rd:s p:r maand 45:--
niet bevinden waarop volgens aanteekening in mindering is ontfangen 30:--
  resteert   15:--
voldaan van W: Majofskie over contant geleende   5:--
Lasten des boedels
  Rd:s
aan J:F: Veill over gekogte vleesch 18:24

Wordende alhier pro memorie genoteerd dat in den boedel nog zijn gevonden de volgende goederen, volgens acte declaratoir door den overleedene in dato primo Augustus voor den not:s J:B: Hoffman en getuygen gepasseert, behooren aan de by hem woonagtig geweest zynde vrije vrouw Saartje van de Kaap, als

een ledikant met wit behangzel waarop
een bedt
een peuluw
vier kussens en
een deken
een tafel waarop een kastje met glaaze raamdeuren, en waarin de kleederen van gem: Saartje
vier stoelen
vier schilderijen
een theetafel
een tinne koffykan
een porcelaine kom met zes kopjes en pierings
een schoorsteen ketting
een yzere drievoet
een water beeker
een yzere pot
een porcelaine nagtspiegel
zes porcelaine diepe borden
zes porcelaine vlakke borden
een tinne koffy trommel
twee wateremmers

Als meede nog de onderstaande goederen volgens declaratie van de vrije vrouw Saartje van de Kaap aan den slagters knegt Jacob Hamel toebehorende, die den overleedenen bij deszelfs vertrek na de binnenlanden tot zijn gemachtigde heeft aangesteld, als

een kist waarin
zes broeken
vyf baatjes in zoort
een rok
een hoed
een kist waarin
zestien hembden
twee mutzen
een laken
vier slopen
zes p:r kousen
twee spiegeltjes
een scheer etui
een p:r zilver schoengespen
twee p:r zilvere kniegespen
een p:r zilvere hoedgespe
een p:r zilvere spooren
een zilvere pypedop
drie en zestig zilvere knoopen in zoort
een kopere signet
een kadel waarop
een bulzak
twee kussens en
een combaars
een zadel en toom, als meede
een slave jongen gen:t Azor van de Kaap , en voorts
eenige papieren

Aldus na gedane ontzegeling g’inventariseerd aan de Kaap de Goede Hoop op den 8 Augustus 1808

Als getuijgen: J: Serrurier, J:N: Rorich

My present: P:E: Faure, Adj:t Commis

MOOC8/27.38

{18090106} 6 Januarij 1809 Charles Lorrion

Inventaris van alle zodanige goederen, als er op Woensdag den vierde dag der maand January in den jaare onzes Heeren een duijzend agt honderd en neegen ab intestato metter dood zyn ontruijmd ende nagelaten door Charles Lorrion ten voordeele van het bij zijne vooroverleedene huijsvrouw Alida Magdalena Pypers in echt verwekte dogtertje, in naame Carolina Magdalena Lorrion oud 14 jaren, en zijne onbekende uitlandige erfgenaamen, invoegen als het een en ander door mij ondergekeetende Adjunct Commies der Weeskamer in tegenwoordigheid van de meede geteekende getuygen is opgenomen en in geschrifte gebragt, mitsgaders bevonden te bestaan in het volgende, namentlijk

Ten huijze van Christiaan Weis alwaar den overleedene is woonagtig geweest

twee overrokken
vier broeken
drie onderbaatjes
zes hembden
een hoed
een p:r laarsen
een p:r schoenen
een scheerzak
een scheerdoos
een foudraal met twee scheermessen
Crediten des boedels
    Rd:s
bevinden niet meer als rd:s 6 debet te wesen van Hermanus Staal over scheerloon volgens reekening 11:12
voldaan van Michiel Elser over scheerloon 6:--
  van Henrij Lauran over scheerloon 6:--
  van Coenraad Oppel over scheerloon 3:--

Aldus gedaan en g’inventariseerd ten huijze voorm:d op den 6 January 1809 ende zulks op het op en aangeeven van Martha Weis dewelke verklaarde zig hierinne ter goeder trouwe gedragen en hares weetens niets verzweegen of te rug gehouden te hebben van al het geen tot boedel en nalatenschap behoord, invoegen zij dan ook getuijgde de deugdelijkheid harer opgaave ten allen tyde des vereischt werdende met solemneele eede nader te bevestigen, en verdere belofte zo hier na nog iets tot gezegde nalatenschap behorende mogte worden ontdekt daarvan nader en getrouwelijk ter Weeskamer opgaaf te zullen doen, ten einde deezen inventaris daarmeede te amplieeren.

In teeken der waarheid is deeze ter presentie van my Adj:t Commis en de getuijgen door de inventariente behoorlyk onderteekend.

Als getuygen: J: Serrurier, J:N: Rorich

Voor den opgaaff: dit kruijs + merk is door opgem: Martha Weis als niet kunnende schrijven voor haar naamteekening ter needergesteld

Mij present: P:E: Faure, Adj:t Commis

MOOC8/27.39

{18071020} 20 October 1807 Maria Laubscher

Inventaris van alle sodanige goederen, als er op Dingsdag den derthienden dag der maand October in den jaare onzes Heeren een duyzend acht honderd en zeeven ab intestato metter dood zijn ontruijmd ende nagelaten door Maria Laubscher wed:e van wijlen den burger Francois Smith ten voordeele haren hier onder te meldene kinderen en kindskinderen, met namen

1) de kinderen van wylen Elisabeth Smith en nag: man Johannes Slabbert d’ oude, met namen a) Jan Slabbert mondig
b) Maria Johanna Slabbert gesepareerde vrouw van Casper Visser
c) Elisabeth Slabbert geh:d met Johannes Augustus Greef
d) Margaretha Anna Slabbert
e) Jacomina Hendrina Slabbert get:d met Johan Fredrik Kirsten
f) Adriana Petronella Slabbert
g) Johanna Maria Slabbert get:d met Petrus Laubscher Michielzoon
h) Hilletje Gerhardina Slabbert oud 18 jaaren
i) Francoinetta Augustina Slabbert oud 14 jaaren
2) Anna Catharina Smith geh:d met Maarten Slabbert
3) de kinderen van wylen Maria Johanna Smith en overgeblevene man Jacobus Karsten, genaamd k) Louis Hendrik Karsten mondig
l) Maria Johanna Karsten oud 22
m) Jacoba Dorothea Karsten oud 14 jaren
4) Adriana Smith get:d met Petrus Jacobus Joubert
5) Hilletje Smith wed:e van wijlen Gerrit van Schalkwijk
6) de nagelatene kinderen van wylen Huijbregt Smith en meede overleedene man Gerrit van Schalkwijk, in naamen n) Theunis Dirkse van Schalkwyk mondig en
o) Maria Johanna van Schalkwyk get:d met Jan Hendrik Rust
7) Francois Smith Fransz:n mondig
8) de nagelatene kinderen van wylen Hendrina Smith en meede overleedenen man Christiaan Gobregts p) Maria Gobregts
q) Johanna Gobregts
r) Sara Gobregts
s) Andries Gobregts
9) Jacobus Smith Fransz:n mondig

invoegen als het een en ander door my ondergetekende Adj:t Commis ter presentie van getuygen zijn opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande alle die goederen in de volgende, namentlijk

Ten huijze van den burger Theunis Dirkse van Schalkwijk

een tafeltje
een hoek tafeltje
twee stoelen
een kadel waarop
een bulzak
een peuluw
drie kussens en
een chitze deeken
een sluitmand waarin de klederen der overleedene bestaande in
twee hembden
zeeven rokken
vier kabaatjes
een slaap kabaay
agt p:r kousen
dertien doeken in zoort
twee voerchitze tjaals
neegen mutzen
drie voorschotten
twee zakken
twee borstrokken
een zwarte mantel
twee p:r schoenen
een p:r muijlen
een zwarte hoed
een p:r zwarte handschoenen
twee waayers
als meede
zes beddelakens
twaalf sloopen
twee handdoeken
een mandje met brygoed
een lap zwarte voerchitz
een schildery zynde het portrait van wijlen der overledene zoon Nic:s Everh:s Smith
een schuijfdoos en daarin
een verlakte trommeltje
een porc: kopje en piering
twee porc: beekertje
een aarde kom
een kopere kandelaar en snuyter
een lessenaartje waarin
een zilvere eetlepel
twee zilvere theeleepeltjes
een paarl d’ amoure snuyfdoos met zilver gemonteerd
een zilvere reijgnaald
een zuykertang
een pennemesje
een kopere keetel en konfoor
een tinne keetel
een yzere pot
een stoof
vier boeken
een nagtspiegel
Lyfeigen
een slave jongen gen:t August van Mallebaar , zynde blind en gebrekkig
Crediten des boedels
  Rd:s
van de in den hoofde deeses gemelde Jacobus Smith Franszoon over contant geleende penningen op een not: obligatie de dato 5 Octb:r 1803 ten behoeven van wijlen des overleedens zoon Ockert Smith gepasseerd en na desselfs dood op haar vervallen groot aan capitaal 600:--
met de renten van dien a 6 p:c:to p:r a:o
welke obligatie egter onder de boedelpapieren niet is gevonden
evengem: Smith over koop van een ledikant 30:--
van Frans Smith Fransz:n over zo veel de overleedene op haar heeft genomen aan nu wylen Carel Ewald Ziervogel te voldoen 200:--
van Jacobus Theodorus Karsten volgens reekening 245:28
van Jan Slabbert Maartenzoon over koop van een geweer 25:--

Wordende alhier pro memorie genoteerd dat in den boedel nog is gevonden een foudraal met een bril met zilver gemonteerd, dewelke volgens declaratie van de inventarienten toebehoort aan d’ edele Steph:s Hofmeijer, die ’t aan de overledene ter gebruijk heeft gegeeven.

Aldus na gedane ontzegeling en volgens opgaaf van Maria Johanna Slabbert en Theunis Dirkse van Schalkwyk opgenomen en g’inventariseerd ten huyse voormeld op den 20 October 1807.

Als getuygen: F: Bootha, J:N: Rorich

Voor den opgaaf: Maria Johanna Slabber, T:D: v: Schalkwijk

Mij praesent: P:E: Faure Adj:t C:

MOOC8/27.40

{18090202} 2 February 1809 George Fredrik Goetz

Inventaris van alle zodanige goederen, als er op Zaturdag den agt en twintigste dag der jongst gepasseerde maand January ’s nademiddag de klokke quart voor zes uuren ab intestato metter dood zijn ontruymd ende nagelaten door den heere George Fredrik Goetz in leeven oud Secretaris van Gouverneur en Raden van Politie en Notaris Publicq ten deezen gouvernemente, ten voordeele der kinderen door hem bij zijne vooroverleedene egtgenoote juffrouw Anna Salome Muller in huwelijk verkreegen, met namen

1) George Fredrik Nicolaas Goetz alle drie minderjarig
2) Josina Susanna Goetz
3) Hendrik Oostwald Joh:s Goetz

zodanig als dezelve na gedane ontzegeling, door ons gecommitteerde Weesmeesteren g’inventariseerd en opgenomen weezende, bevonden zijn te bestaan in ’t volgende, als

Ten huyze van den meede notaris m:r Jac:s Petrus de Wet

een stinkhoute ledikant
een spiegel met een bruyne lyst
een paruijken bol
een bureau met koper beslag waarop
twee en twintig boeken
en waarin
een stel witte doereasse ledikant behangzel
twee wit linnense ophaalgordijnen
een beddelaken
een paarl d’ amoure tobaksdoos met zilver gemonteerd
een zilver broeksgesp
wyders de volgende klederen ven den overleedenen te weeten
twee oude lakense rokken
een oude broek
een driekante hoed en
een party zo wolle als katoene kousen
een tafelkastje, waarin
een kruydhoorn
een verlakte snuyterbak en
eenig defect porcelain in zoort
een oude valies
twee geelkopere quispedooren
een geelkopere handlantaarn
een kast waarin d’ ondergespecificeerde klederen ven den overleedenen, als
twee lakense rokken
een lakense jas
neegen zo boven als onderbaatjes in zoort
neegen broeken in zoort
tien hembden
agt p:r katoene kousen
vier slaapmutzen
agt dassen
twee oude tjaal doeken
een p:r katoene handschoenen
een kruijs band
voorts nog
een stel witte doereasse ledikants behangzel
twee handdoeken
vyf kussenslopen
een lap oud linnen
een zilvere halsgesp
een p:r zilvere kniegespen
een groote ledige kist
een tafelkastje waarin
een zilver zak horologie
een p:r zilver schoengespen
een p:r plettit schoengespen
een p:r goude handknoopjes
vier handdoeken
vyf kussenslopen
een beddelaken
en wyders eenige kleederen van den overleedenen bestaande in
drie voerchitze slaapkabaayen
twee hembden
een broek
vyf zakdoeken
twee p:r kousen
drie slaapmutzen en
twee wolle onderbaatjes
een bedt bestaande in
een bulzak
een peuluw
drie kussens en
twee combaarsen
neegen boeken
een verlakte tafelschel
een kopere kandelaar
twee kopere blakers
een bril met een foudraal
een ouwel cachet
een oude inktkoker
een waschlampet
een kom
een houte inktstander
een karaf
een klisteerspuijt
een waterkoker
een blikke waschbak
een vierkante tafel
twee stoelen
Op ’t comptoir van de heer De Wet
vyf schryftafels in zoort
een geelhoute loketkas
een boekenrak waarop
een hondert drie en veertig boeken
een zee atlas
Lijfeigenen
een mansslaaf gen:d Adam van Madagascar
een mansslaaf gen:d Isaak van Bougies
een mansslaaf gen:d Damon van Macasser
een mansslaaf gen:d Benjamin van de Kaap
een meyd gen:d Camonie van Batavia
Contanten des boedels
  Rd:s
vier ryxdaalders en neegen en dertig stuyvers zegge 4:39

Kunnende de lasten en baaten des boedels thans niet worden gespecificeerd

Aldus na gedane ontzegeling g’inventariseerd aan de Kaap de Goede Hoop ten huijse voormeld op den 2 February 1809

Als gecomm: Weesm: A:V: Bergh, G:E: Overbeek

Voor den opgaaf: J:L: de Wet

Mij present: G:A: Watermeijer, E:C:

MOOC8/27.40 1/2

{18090724} 24 Julij 1809 George Fredrik Goetz

Onderstaande goederen toebehoorende aan de kinderen van wylen de heer G:F: Goetz zyn door my ondergeteekende van mejuffrouw Frats ontvangen, als

behoren aan Josina Susanna Goetz volg:s opgave van de wed: Von Fratz een koffer /waarin/
elf bedde laakens
een lap siamous
zeeventhien sloopen
elf hand doeken
derthien vrouwe hembden
een rood behangzel voor en bed
een rood behangzel voor en vengster
een wit dourias behangzel voor en bed
een chitze spry
een sartijne spry
een blaue zydene rol
twee paar zydene schoebladen
twee douriase gonnen
twee witte zyde gonnen met rokken
een rooserood gon met 1 rok
een blau zyde gon met 1 rok
een rood zyde gon
een echte lange tjal
vier vrouwe rokken /in zoort/
een parthy kindergoed
een klijne kistje /waarin/
een zilvere nadelkooker
een beugeltas met zilver gemonteerd en 1 vingerhoed
een beugeltas met goud gemonteerd niets in
een yvoore doosje met een goude slootje met en blau lintje daarin
een paar hand braseletten in een doosje
een paar hand braseletten in een doosje
een klijn speldekussen
een kam met zilver gemonteerd
een goude coulje met steenen en aurlijetten
een klyn boekje
een zilvere hairnaald
twaalff zelvere leepels
twaalff zelvere vorken
een snoer paerlen met en diamante borst stuk
een snoer paerlen met swarte steenen
een paar diamante orlijetten
een goud horlogie met en goude ketting en paerlen
aan Hend: O:J: Goetz behoren aan H:k O:J: Goetz volgens opgaave van de wed: Von Fratz een klyn kistje /waarin/
een carette doosje
een stuk chelassche
een zilvere trekpot met zyn blaadje
een zilvere koelvaatje met zyn blaadje
twee zilvere theebussen
vier zilvere confyt vorkjes
een goude broek gesp
een goude haak
een klyn verlakte doosje
behoren aan Josina Susanna Goetz volg: opgaave van de wed: Von Fratz een buldtzak
een peul
twee kussens
een toialet tafel
een cabinet
een ledikant
een klyne tafel

Kaap de Goede Hoop den 24 Julij 1809

J:N: Rorich

Alle de hier vorengem: goederen aan mij ondergeteek: Josina Susanna Goetz behorende zijn door den Secretaris der Weeskamer Jan Pieter Faure aan mij afgegeeven 19 October 1816.

Josina Susanna Goetz huisvrouwe van Thomas White

De nevensgemelde goederen mij ondergetekende Hendrik Oostwald Johannes Goetz toebehorende, ontvangen van Heeren Weesmeesteren den 12:e November 1812

H:O:J: Goetz

MOOC8/27.41

{18070910} 10 September 1807 Willem Frans

Inventaris van alle zodanige goederen, als er op den 17 July 1807 door den slagtersknegt Willem Frans met er dood ontruimd ende nagelaaten, als

een klijne kist /waarin/
een blau lakense rok
een sartijne broek
drie Chin: linnen broeken
drie paar kousen
een paar laarsen
een paar schoenen
een tabaks doos
Lasten des boedels
  Rd:s
aan Carel Herrer over contant geleente 100:--
aan Willem de Plooij over begraffenis onkosten 68:18

Kabo de Goede Hoop den 10 Septb:r 1807.

Als getuijgen: C:F: Herrer, J:N: Rorich

Voor den opgaaf: Jan Pyper

Wordende hier by genoteerd dat den overleedenen volgens declaratie van voorsz: Herrer bij zijn vertrek van de Kaap behalven de voorz: contanten met zig uitgenomen

enige klederstukken, mitsg:
drie zakhorologies, als
een goude met een repetitie
twee zilvere en
een paar zilvere schoegespen

MOOC8/27.42

{18081115} 15 November 1808 Johan Marthinus Morgendaal

Inventaris van alle zodanige goederen, als er op Zondag den derthiende dag der maand November in den jaare onzes Heeren een duijzend acht honderd en acht ab intestato metter dood zyn ontruijmd ende nagelaten door den burger Johan Marthinus Morgendaal ten voordeele zijner nagelatene weduwe Elizabeth Johanna Nicolaasz in de eene helfte, en in de wederhelfte zijner nalatenschap zijne moeder Petronella Esser wed:e Casper Morgendaal voor een gedeelte, en voor de andere helfte zijne hieronder te meldene broeders en zusters, met namen:

1) Petronella Morgendaal get:d met Jacob Stydler
2) Johan Casper Morgendaal mondig
3) Cornelis Morgendaal oud 18
4) Hendrik Morgendaal oud15 en
5) Anna Morgendaal oud 14 jaren

invoegen als het een en ander door my ondergeteekende Adjunct Commis der Weeskamer ter presentie van de meede geteekende getuygen is opgenomen en in geschrifte gebragt, mitsg:s bevonden te bestaan in het volgende, namentlyk

Ten huijze van de wed:e Pieter Hamerling

een ledikant met witte behangzel, waarop
een bulzak
een peuluw
vier kussens en
een deeken
een spiegel
zeeven schilderijen
vier stoelen
een tafelkast
een tafel
een kist waarin
een lakense rok
vier broeken
zes baatjes
zes hembden
zes paar kousen
zes doeken
een koffer
een koffykan
In de smitswinkel
een blaasbalg
een ambeeld
twee bankschroef
een partij hamers in zoorten
een partij yzere kijlen en pennen
vier nagelijzers
vier voorhamers
vier tangen
een party fijlen en raspen
drie snij-yzers
een party deurslagen en kou beitels
een omslag
vier handschroeven, voorts
wat oud yzer
twee ysere potten
een oude lessenaar
een schuymspan
een vork
een leepel
vier borden en twee schotels
een lantaarn
Lasten des boedels
  Rd:s Rd:s
aan Louis Muller over contant geleende penningen   100:--
aan de wed:e Hamerling over huur van een kamer en smitswinkel per rest 114:24
aan contant geleende 50:-- 164:24
aan Jacob Stydler over door hem gedane begraffenis onkosten en contant geleende penningen volgens specifique reekening   127:12

Wordende alhier pro memorie genoteerd dat volgens opgaaf van voorm: weduwe, den boedel nog te vorderen heeft van verscheidene perzonen over arbeidsloon waarvan door haar nader opgaaf zal worden gedaan. Alsmeede dat den overleedenen nog competeerd zijn vaderlyk erfdeel.

Aldus g’inventariseerd aan de Kaap de Goede Hoop op den 15 November 1808 ten huijze voormeld, ende zulks op het op en aangeeven van de in den hoofde deeses gemelde weduwe, dewelke verklaarde zig hierinne ter goeder trouwe gedragen en hares weetens niets verzweegen of terug gehouden te hebben van al ’t geen tot den boedel en nalatenschap behoord, invoegen zy dan ook getuygde de deugdelykheid harer opgaave ten allen tijde des vereischt werdende met solemneele eede nader te bevestigen, en verdere belofte zo hier na nog iets tot gez: nalatenschap behoorende mogte worden ontdekt, daarvan nader en getrouwelijk ter Weeskamer opgaaf te zullen doen ten einde deezen inventaris daarmeede te amplieeren.

In teeken der waarheid is deeze ter presentie van ons Adj:t Commis en meede geteekende getuygen door de inventariente behoorlijk onderteekend

Als getuygen: J: Serrurier, J:N: Rorich

Voor den opgaaf: Elisabeth Johanna Nicolaasz de wede Morgendaal

Mij praesent: P:E: Faure Adj:t C:

Ampliatie van inneschulden volgens opgaaff door Jacob Steijdler ter Weeskamer gedaan, onder welke meede dubieuse zijn

    Rd:s
  Miygel over smitswerk blijkens aanteekening 1:--
voldaan den 27 Junij 1809 de wed: Vogelgezang 12:18
  Marthinus Roedeloff 1:--
  Sporkman 1:24
  J:D: Aldens 1:--
  de wed: Roedeloff 2:36
  Coenraad Gie 1:--
  Hendrik Lingefeld 4:--
  Jan Ophuijzen 14:36
  Adriaan Arenze Tomasz: 3:--
voldaan Ditter Anosie 2:--
voldaan den 5 Julij Daniel Brink 7:24
  jonge juff:w Drago 2:--
  Bens 37:24
voldaan den 22 Meij d wed: Mokke 14:36
  de heer H: Cloete 35:--
  C: Bresler 1:--
voldaan den 5 Julij Jan Bonthuijzen 3:36

Ter Weeskamer aan Cabo de Goede Hoop 15 Nov:r 1808

P:E: Faure, Adj:t C:

Jan Martin Herman ter Weeskamer verscheenen zijnde declareerend aan deesen boedels over arbeids loon schuldig te weesen ryx:s vijf.

Den 8 December 1809

MOOC8/27.43

{18080929} 29 September 1808 Nicolaas Booijens

C: Bird

Copia inventaris van alle zodanige goederen en effecten, als ’er door wijlen Nicolaas Booijens zijn bezeeten en ab intestato met ’er dood ontruimd en nagelaten, mitsgad:s heeden opgenoomen en in waaren weezen bevonden zijn geworden, te weeten

een kist waarin
een pluijs hoed
een oude jas en oude hoed
ses oude hemden
[ ..... ] paar kousen in zoort waaronder de meeste defect
een baatje
vier onderbaatjes in zoort
vier lange broeken
een korte zwarte broek
twee slaap mutzen
een defecte swarte zijde doek
twee randjes doeken
een lap linne en 1 pakje gaaren
een paar zilvere handknoopen
twee kleere borsels
een st:k wit Chinaas linnen
een fijne lakensche rok
een scheer doos
een scheermes met doos
een spiegel
wat schoewachs
een paar ijzere schoen gespen
een paar ijzere kuit gespen
een bril
een pennemes
een tabaks doos met wat tabak
een tabaks mes
een paar oude stevels
een paar oude schoene
een paar nieuwe schoene
een thee tafeltje bij [ ..... ] Dusing aan de Kaap
Beestiaal
een rydpaard, oud
Schulden des boedels
    Rd:s
  aan [ ..... ] Dusing aan de Kaap p:r oblig:e weeg:s kost en logis p:r rest 113:7
  aan Fredrik Werner q:q: Carel Volg aan de Kaap blyk:s reek p:r rest 36:6
door den weled:en heere Landdrost voldaan Th:s Muller blyk:s reek: voor begraafnis onkosten p:r rest 66:7

/Onderstond/

Aldus gedaan en g’inventariseerd ter Secretarije aan Graaff Reinet op den 29:ste September 1808, in ’t bijweezen van den gerechtsboode Joach:m Barth:d Wiese en Petrus J:gns van Kamer als getuigen

/In margine stond/ was get:d J:B: Wiese, P:s J:s van Kamer /Lager mij præsent/ was get:d/ Th:s Muller, Secret:s

Accordeert: Th:s Müller, Secret:s

MOOC8/27.44

{18081227} 27 December 1808 Willem Bauens

C: Bird

Copia inventaris van alle zodanige goederen, als ’er door wijlen Willem Bauens zijn beseeten en ab intestato met ’er dood ontruimd en nagelaten, mitsgaders heeden opgenoomen en in waaren weezen bevonden geworden, te weeten

een halve kistje waarin
vier broeken
drie baatjes
drie hemden
drie doeken
twee mutzen
vijf boeken
een scheer doos
twee ijzere potten
Beestiaal
twee hondert bastaard Spaansche aanteelschaapen
Schulden
    Rd:s
  aan Christiaan Janssen blykens handschrift over cont:t geleend geld 202
door den weled:e heere Landd:t voldaan aan Cornelis Jacobus Coetzee voor begraafnis kosten, etc:a 44
aan een knegt en twee Hottentotten 7/m:de huur 88
  aan Sebastiaan Valentijn van Reenen van de Kaap 213
  aan Roelof Janssens 14
  aan Willem Ryntz 3
Baaten des boedels
  Rd:s
een briefje van Baltes Deschler over koop van een paard voor reek: van Joseph Heijns, ’t welk volgens schrijven van de heer S:V: van Reenen door gem: Heijns is geweigerd geworden te betaalen, groot 20:--

/Onder stond/

Aldus gedaan en g’inventariseerd ter plaatzen van de weduwe wijlen Abram Paulus van den Berg gen:d ’t Zeekoegat , geleegen in de Camdebo op den 27:ste December 1808, in ’t bijweezen van d’ edelen Paul Maré en den gerechts boode Joachim Barth:d Wiese als getuigen

/Ter zijde stond, ten overstaan van mij /was get:d A: Stockenstrom, Landd:t /In margine stond/ was get:d: P: Maré, J:B: Wiese /Lager/ mij praesent: Th:s Muller, Secret:s

Accordeert: Th:s Müller, Secret:s

MOOC8/27.45

{18051111} 11 November 1805 Adriaan van Jaarsveld , Anna Elisabeth de Beer

J: Brand

Copia

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten, als ’er door wijlen Adriaan van Jaarsveld en zijne huisvrouw Anna Elisabeth de Beer in gemeenschap bezeeten en door beide gem: met ’er dood ontruimd en nagelaaten, mitsgaders heeden door ’t op en aangeeven der beide zoonen in naame Zacharias en Adriaan Johannes van Jaarsveld, opgenoomen en in waaren weezen bevonden zijn geworden, te weeten

Een leenings opstal genaamd de Klijnefontein , gelegen aan de Klijne Cambdeboo’s of zogenaamde Roode Berg
vijfthien aanteelbeesten
neegen en dertig bokken
twee ouden wagen wiele en wat ijzerwerk

/Onder stond/

Aldus gedaan en g’inventariseerd ten dorpe Graaffe Reinet op den 11de November 1805 volgens ’t op en aangeeven van voorz: Zacharias en Adriaan Johannes van Jaarsveld, dewelke betuigden hierinne ter goeder trouwe te hebben gehandelt en niets met hun weeten versweegen of agtergehouden; verklaarden zijlieden zig des bereid deeze voorenstaande opgave ten allen tijde des vereischt wordende, met solemneele eede gestand te doen; met verdere belofte dat wanneer namaals iets nader tot den boedel specteerende mogt koomen te ontdekken, deezen inventaris daarmeede te zullen amplieeren, en is zulks geschied in ’t bijweezen van de edelen Paul Marée en den gerechts bode J:B: Wiese als getuigen

/Was get:/ A:v: Jaarsveld, A: Johannes van Jaarsveld /Ter zijde, ten overstaan van mij /was get:d A: Stockenstrom Landd:t /In margine stond/ als getuigen /was get:d/ P: Maré en J:B: Wiese /Lager mij praesent /was get:d/ Theodorus Muller Secret:s

Accordeert: Theodorus Müller, Secret:s

MOOC8/27.46

{18090506} 6 May 1809 Josias Carel Christiaan Roddhaan

Inventaris van zodanige goederen, als ’er op Donderdag den 16 Februarij j:l: ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door Josias Carel Christiaan Roddhaan ten voordeele zijner onbekende uitlandige erffgenamen, zodanig als het een en ander door mij ondergeteekende Adj:t Commis in presentie van getuigen is g’inventariseerd, mitsg:s bevonden te bestaan in de volgende, namentlijk:

een kist waar in
twee lakense rokken
een oud overrok
drie broeken
vier onderbaatjes
drie dassen
een ronde hoed
een paar kousen
twee paren schoenen
een paar laarsen
een schuijfdoosje met een restant zijde
een doosje met wat rommeling
een oud rakje

Aldus g’inventariseerd ten huijse van Jan Nicolaas Rorich op den 6 May 1809.

Als getuigen: J: Serrurier, J:N: Rorich

Mij praesent: P:E: Faure, Adj:t Commis

MOOC8/28.1

{18071102} 2 November 1807 Pieter Abraham van der Westhuijsen , Margaretha Louw

C: Bird

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als er in gemeenschap zijn bezeeten geweest bij den burger deezer plaatze Pieter Abraham van der Westhuijsen ende desselfs huysvrouw Margaretha Louw, mitsgaders van de zijde des eerstgemelde ab intestato metter dood ontruymd ende nagelaten ten voordeele hunner by den anderen in echt verwekte twee minderjaarige kinderen, met namen

1) Elsje oud 12 jaaren
2) Hendrik Jacobus oud 7 jaren

Zodanig als dezelve door ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren zijn g’inventariseerd en opgenomen, en bevonden te bestaan in ’t volgende, namentlijk

Een leenings eigendoms plaats genaamd de Kelderfontein geleegen aan het Zwartland , welke plaats echter ingevolge de testamentaire dispositie, door des overleedenens voorverstorvene vader wylen den burger Hendrik van der Westhuijsen in dato 14 October 1786 voor den toenmaligen geswoore Clercq ter Secretarije van Justitie deezes Gouvernements de heer Rijno Johannes van der Riet en zeekere getuygen opgerigt, en overeenkomstig de omstandigheeden die de gemelde testamentaire dispositie na het afsterven van gezegde Hendrik van der Westhuijsen hebben opgevolgd, thands in eigendom moet overgaan aan des overleedenens nagelaten oudste broeder Johannes Stephanus van der Westhuijsen, mits daarvoor aan des overleedenens erfgenaamen ofte boedel opbrengende en betaalende eene somma van twaalf duyzend guldens Kaapsche waarde contant, waarna dezelve plaats door hem kan worden aanvaard onder alle zodanige conditien en bepalingen, als de voormelde testamentaire dispositie verder dicteerd

Op de bovengem: plaats, in het woonhuijs en aldaar

In het voorhuijs
een geel houte klaptafel
twee stinkhoute theetafels
vier vogelkooijen
zes gedraayde stoelen
vier gesneede stoelen
een water emmer
een kleyne spiegel
eenige glaazen en kelkjes in zoort
twee roode ophaal gordynen
een oude kopere waschlampet
een kopere theekeetel met een kopere konfoor
een tinne koffijkan
een tinne trekpot
twee vuurstooven
In de voorkamer ter regterhand
een ouderwetsche kabinet met zilver beslag waarop
tien porcelaine potjes en beekers
een porc: soupterrine
een porc: kom
een witte aarde melkkan
een geel houte ledekant met blaauw geruite behangzel waarop
een bedt
een peuluw
vier kussens en
een chitze combaars
een geel houte ledekant zonder behangzel waarop almeede
een bedt
een peuluw
vier kussens en
een chitze combaars
zes jaty houte gematte stoelen met zes losse chitze kussens
zes stinkhoute stoelen
een kleyne spiegel
een groote verlakte schenkbord
een rood kopere theemachine
een tinne koffy kan
twee kopere kandelaars
een gaaren kistje
een roode ophaal gordijn
twee schietgeweeren
een porc: waschlampet met zyn kom
een porc: boterpotje
een porc: zuykerpot
In de kamer ter linkerhand
een roode ophaal gordijn
een vogelkooij
een ledikant met blaauwe hangzel waarop
een bedt
een peuluw
vyf kussens en
een wolle combaars
een halve kist
een kadel
vier ledige kelders in zoort
een blikke trommel
een rak en voorts
eenig kleynigheid en rommeling
In de agterkamer
een vogelkooy
twee rakken
agt schotels in zoort
zeeven borden
vier ledige vlessen
drie kannetjes
een Keulse pot
een vleeschbalij
een ledig halfaam
vier manden
tien koornzakken
een meelzeeft
In de combuijs
een combuys tafel
een bakkist
een waterhalfaam
een broodmes
een rak waarop eenige tinne leepels en staale vorken
twee schoorsteen kettings
vier yzere potten
een aschschop
een vuurtang
een rooster
een potleepel
een vleesvork
een oude defecte taartenpan
een oude tinne schotel
vier en twintig witte aarde borden
In het koornhuijs
een oude koornharp
een koornscheepel
twee koorn schoppen
vier mudden koorn
twee mudden meel
In een buijtenvertrek
een span paarde tuijgen
een partij oude tuijgen
een oude zadel en toom
een halve legger
een halfaam
een oude vat
een teerputs
een party oud ijzer
In het wagenhuijs
een paarde wagen met tent en tentzyl
een paarde wagen ten eene maal defect
een osse wagen met twaalf jukken en trektouw
twee ploegen compleet
drie agterstellen van ploegen
neegen ploeg schaaren
een oude huijsladder
een bankschroef
vier oude pikken
In de stal
agt wagen paarden
In de kraal
tien aanteel paarden
drie en twintig trekossen
twee koeien en 2 kalfers
vyf varkens
twee en veertig schapen
zeventien bokken
Lyfeigenen
een mansslaaf genaamd Kraak van Madagascar , wagenrijder hoogbejaard
een mansslaaf gen:d Jephta van Mosambicque , vheewagter
een mansslaaf gen:d Jacob van de Kaap , koetzier
een slavin gen:d Agida van de Kaap bejaard
een slavin gen:d Philida met haar kind gen:d Kandasa oud 4 jaaren beyde van de Kaap
Lasten des boedels
  Rd:s
aan Stephanus Walters op een schepenen kennis gepasseerd ten behoeve van wylen Matthys Michielse Basson aan capitaal ƒ16000 ofte 5333:16
met de renten pc:t z:t den 16 February 1805
aan Pieter Domis op een not: obligatie aan capitaal ƒ2000 ofte 666:32
met een en het lopende jaar renten
aan Jacobus Slabbert d’ oude op een onderh: obligatie van 19 7:br 1792 met de renten 200:--
aan Melt van der Spuy op een onderh: obligatie 200:--
aan Floris Koegelenberg almeede op een onderhandsche obligatie 100:--
aan den boedel van wylen Andries Gobrechts 10:30
aan den boedel van wylen Isaak de Villiers Abrh:mzn 40:24
aan Albertus Laubscher 9:--
aan de weduwe Isaac Minnaar het kostende van een legger jongen Kaapsche wyn volgens de marktprys in de jongst afgeweekene maand October 10:--
aan de wed:e Joh:s Albertus Laubscher en z:n - vold:

Pro memorie word alhier genoteerd dat de wed:e vermeend dat er nog eene openstaande reekening is tusschen wijlen haren man en den commissaris van Huwelyks Zaaken Hend:k Emanuel Blanckenberg, waarna dus zal moeten worden g’informeerd

Aldus g’inventariseerd en opgenomen aan Kabo de Goede Hoop op den 2 November 1807 ter plaatze voormeld, ende zulks op het op en aangeeven van de in den hoofde deeses gemelde weduwe, dewelke verklaarde zig hierinne ter goeder trouwe gedraagen en niets hares weetens verzweegen of te rug gehouden te hebben van al het geen tot den boedel en nalatenschap behoord, invoegen zy dan ook getuygde de deugdelykheid harer opgaave ten allen tyde des vereischt werdende met solemneele eede nader te bevestigen en verdere belofte zo hier na nog iets tot gez: nalatenschap behoorende mogte worden ontdekt, daarvan nader en getrouwelyk ter Weeskamer opgaaf te zullen doen ten einde deezen inventaris daar meede te amplieeren

In teeken der waarheid is deeze ter presentie van ons onderget: gecomm: Weesmeesteren ende my Eerste Commis der Weeskamer door de inventariente behoorlijk onderteekend

Als gecomm: Weesm: A: v: Breda, W:J: Klecrk

Voor den opgaaf: Margrieta v: der d: Westhuijsen

Mij present: G:A: Watermeijer, g: C:

MOOC8/28.2

{18081214} 14 December 1808 Catharina Jacoba Rotenburg

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als er op Woensdag den zeevende dag der maand December in den jaare onzes Heeren een duijzend acht honderd en acht ab intestato metter dood zijn ontruijmd ende nagelaten door Catharina Jacoba Rotenburg wed:e van wijlen den geweezen gerechtsbode der colonie Stellenbosch , Godfried Gabriel Haubtfleisch, ten voordeele harer hieronder te meldene kinderen, met namen

1) Catharina Johanna Hauptfleisch get:d met Johan Gebhard Lindenberg
2) Maria Elizabeth Hauptfleisch mondig
3) Johannes Wilhelmus Haubtfleisch mondig
4) Johanna Elizabeth Haubtfleisch get:d met Pieter Daniel Grundeling
5) Fredrik Jacobus Haubtfleisch mondig
6) Petronella Jacoba Haubtfleisch oud 19 jaren
7) Hendrina Louisa Haubtfleisch oud 17 jaren

invoegen als het een en ander door my ondergeteekende Adj:t Commis der Weeskamer ter presentie der meede geteekende getuijgen is opgenomen en in geschrifte gebragt, mitsg:s bevonden te bestaan in het volgende, namentlijk

Een huijs en erf staande en geleegen in den dorpe Stellenbosch

In gemelde huijs, en aldaar

In het voorhuijs
drie schuijfgordijnen
een lantaarn
twee staande horologies
vijf schilderijen
vier elusters
twee tavels
zeeven stoelen met zeeven kussings
In de kamer ter regterhand
een witte schuijfgordyn
een spiegel
twaalf schilderijen in zoort
twee tafels
zes stoelen
een cabinet waarin de gemaakte klederen van de overleedene bestaande in
twaalf hembden bij onderhandsche dispositie de dato 12 November j:l: door de overleedene geprelegateerd aan haare dogter Hendrina Louisa
zeeventien rokken
twaalf kabaaitjes
vier borstrokken
twaalf doeken
agt p:r kousen
twee tjaals
zes zakken
zes mutzen
twee sattijne mantels
een zwart fluweele hoedje, als meede
een zilvere beugeltas
twee zilvere zakhaakjes
een p:r zilvere schoengespen
een zilvere zakbeugeltje
een zilvere snuijfdoos
een zilvere borstspeld met steenen
een p:r goude handknoopjes, voorts nog
zes en twintig lakens omme ingevolge gem: dispositie onder haare dogteren in gelijke deelen bij lotinge teegens billyke tauxatie van derzelver waarde te worden verdeeld
zestig kussenslopen
agttien handdoeken
agttien servietten
een zyde rol
een restant zwarte franjes, als meede
twee mansrokken, een camisool en broek en twee kabaaijen
twee ledikanten met witte behangzels
een kadel
drie beddens met hun toebehooren, volgens gezegde dispositie, in voldoening van het geen de reeds gehuuwde kinderen bij het aangaan van hun huwelyk hebben genoten, vermaakt aan Maria Elizabeth, Petronella Jacoba en Hendrina Louisa
zes geel kopere quispedooren
In de kamer ter linkerhand
een witte ophaal gordijn
een schildery
twee defecte spiegels
een tafel
zes stoelen
een staartstuk van een clavier
twee ledikanten met roode behangzels
een bureau waarin
een goud schaal
een foudraal met twee scheermessen
agt brillen
een kleijne verrekijker
twee kleijne kompassen
twee messen
een party sadelmakers gereedschappen
een kleijne goud horologie met steentjes
twee spinsbekke [horologie]
een zilvere horologie
twee horologie haaken
een snipper
twee fluijten
een boek
een leniaal
een cabinets beslag
een liqueur keldertje
een medicijn kistje
drie kopere quispedooren
twee guerridons
In de gaandery
vier jalousiematten
twee ophaal gordijnen
tien schilderijen
drie barmometers
een klaptafel
twee vierkante [tafel]
twaalf stoelen met kussings
een kist met koper beslag
vijf stoel kussings
vier spuwbalies
In een agterkamer
een geweerrak waarop
twee geweeren
een sabel
een kapstok
een ledikant met wit behangzel
twee kasten
twee Bybels met zilver beslag
een paviljoentje waarop
een bulzak
een matras
een peuluw
drie kussens en
twee deekens
een rustbank met zijn matras
twee guerridons
een kist
twee banken
vier stooven
twee gorgeletten
drie lampetten
een partij boeken
vier nagtspiegels
In de dispens
een kist
een bakkist
een linnenpers
vier rakken
zeeven trommels
vier schenkborden
twee koffijmolens
drie trekpotten
een kopere theemachine
een tinne soupterrine
zestien schotels in zoort
een en twintig borden
drie kommen
vier porcelaine potten
twaalf aarde potten
elf plettit leepels
agt messen
zeeven en veertig vorken in zoort
twee olij en azijn standerts
een partij glaswerk
zeeven flessen
elf bottels
een kopere kom met wat theegoed
een lantaarn
een aarde pot
twee zeeften
In de kombuijs
een tafel
een waschbaly
een rak
een halfaam
twee emmers
derthien kandelaars
drie blakers
zes snuijters
een koffykan
een vuurtestje
een vijzel en stamper
drie strijkijzers
vijftien yzere potten
een koekepan
twee roosters
een vleesvork
een schuijmspaan en leepel
vyf schoorsteenkettings
een drievoet
een aschschop
twee keetels
twee taartenpannen
een vergiettest
een castrol
Op de zolder
een yzere koffybrander en braadspit
drie braadpannen
een tobaksmes
een halfaam
een botervaatje
een lantaarn
een kist
een keldertje met wat gereedschap
drie zadels waarvan een defect
een koornharp
drie zadelmakers banken
een oude horologie kast
twee koeken wasch
neegen muddezakken
een scheepel en voorts
een party ledige vlessen, bottels, houtwerk en rommeling
In een pakhuijs
een chais met twee tuygen
een party vloersteenen
vijf glaaze raamen
een vat met een restant azyn
een halfaam
een anker
een tregter
drie porcelaine potten
een yzere balance met kopere schalen en een party gewigt
een houte schaal
een kelder met ledige vlessen
een mand met een restant blaar tobak
een huijstrap
een halve scheepel
een vaatje met verf
een dambord
een gemakstoel
een verfsteen
een zadelmakers persbank
een kaarsenkrans
Op de agterplaats
een huijsladder
een bankschroef
een slijpsteen
een balij
een varke
zeeven bokken
Zilverwerk
een soupleepel
veertien leepels
drie vorken
zes theelepeltjes
twee zoutvaatjes
een zuijkerbus
een schenkbord
een signet
Lijfeigenen
een jongen gen:t Adam van de Kaap /:koetzier:/
een jongen gen:t December van Mosambicque
een meyd gen:t Roset van Bengalen /:bejaard:/
een meyd gen:t Silvia van de Kaap , met haar kind Baajoe meede van de Kaap
een meyd gen:t Spatie van de Kaap
een meyd gen:t Philida met haar kind Dina beyde van de Kaap
een meyd gen:t Leonara van Mosambicque
een meijsje gen:t Eva van de Kaap
een meijsje gen:t Juliana van de Kaap

Bevindende zig nog bij de in den hoofde deeses gemelde Pieter Daniel Grundeling de volgende goederen, als

vier halve aamen wyn
twee halfleggers
een tafeltje
een tafelkast
agt stoelen
een groote yzere pot
een strijkyzer
een keetel
twee gieters
een tinne koffykan
twee zilvere leepels
een tinne soupkom
een kopere kom
En bij Fredrik Haubtfleisch
een kruijwagen
twee emmers
een catrol en touw
drie styger planken
vier styger paalen
een stamper
Crediten des boedels
    Rd:s
  aan contanten in dezelve gevonden in differente specien blykens geformeerde notitie eene somma van veertig rijxdaalders en twee en dertig stuijvers zegge 40:32
de renten voldaan tot 6 Maij 1809 van Johannes Petrus Rossouw Danielzoon op een scheepenen kennis de dato 18 Juny 1800 groot aan capitaal ƒ9000 ofte 3000:--
  met den intrest a 6 pc:to zeedert 6 Maij deezes jaars
  van Johan Fredrik Baartman op een scheepenen kennis de dato 21 September 1803 per rest groot aan capitaal ƒ2000 ofte 666:32
  met de renten zeedert p:mo Maij 1807
voldaan den 17 Jann: 1809 van Petrus Francois Rossouw op een notarieele obligatie d:d: 10 February 1808 ten behoeve van Marth:s Wolfrum gepasseerd, en door denzelven op den 10 February 1805 aan de overledene gecedeert groot aan capitaal ƒ5000 1666:32
  met de renten zeedert 10 February deezes jaars
  van Johan Gebhard Lindenberg op twee onderhandsche obligatien de dato 15 Septb:r 1807 en 5 Septb:r 1808 te zamen groot ƒ2000 ofte 666:32
  met de renten zeedert 15 en 5 Septb:r deezes jaars
  van Johannes Wilhelmus Haubtfleisch over koop van een cabinet orgel blijkens onderhandsche obligatie de dato 5 deezer 400:--
  met de renten zeedert den datum der obligatie
  van Fredrik Jacobus Haubtfleisch over contant geleende penningen op een onderhandsche obligatie d:d: 26 May 1807 groot aan capitaal ƒ1000 ofte 333:16
  met de renten zeedert 26 Maij 1808
  van gem: F:J: Haubtfleisch op een onderhandsche obligatie de dato p:mo Januarij 1808 over koop van een slave jongen gen:t Valentijn van de Kaap ƒ1000 ofte 333:16
  met de renten van dien zeedert gemelde datum
  van evengem: F:J: Haubtfleisch over contant geleende penn: op een onderhandsche obligatie de dato p:mo May deezes jaars groot aan capitaal ƒ5000 ofte 1666:32
  met de renten zeedert gem: datum
  van meermelde F:J: Haubtfleisch over contant geleende penn: op een onderhandsche obligatie de dato 13 Maij j:l: groot aan capitaal ƒ7000 ofte 2333:16
  met de renten zeedert den datum der obligatie
  van Pieter Daniel Grundeling over contant geleende penningen op een onderhandsche obligatie d:d: p:mo May 1807 groot aan capitaal ƒ3000 ofte 1000:--
  met de renten a 6 pc:to zeedert p:mo May 1808
  van gem: P:D: Grundeling over contant geleende penningen op een onderhandsche obligatie de dato primo Maij deeses jaars groot aan capitaal ƒ3000 ofte 1000:--
  met de renten zeedert gemelde datum
  van evengem: Grundeling over contant geleende penningen op een onderhandsch briefje van den 10 October j:l: ƒ[ ..... ] 50:--
  zonder beding van renten
  van Johan Christiaan Look over contant geleende penningen op een onderh: obligatie d:d: 17 Maart 1796 300:--
  met de renten zeedert 17 Maart l:l:
den 24 Maart 1809 vereffend met een gepasseerde scheepen kennis en de renten voldaan tot 15 Maart 1809 van Stephanus Malang over contant geleende penningen op een onderh: obligatie de dato 15 Maart 1797 groot aan capitaal ƒ3000 ofte 1000:--
  met de renten van dien zeedert 15 Maart deeses jaars
voldaan den 3 Aug:s 1809 van Thomas Marthinus Schoester over contant geleende penningen op een onderh: obligatie de dato 10 Juny 1799 per rest groot 400:--
  met de renten zeedert 22 Aug:s 1808
ter Weeskamer vertoond dat de renten voldaan zijn tot Mey 1807 - J:P: Faure, Secret:s van Helmoed Hartwig Luttig over contant geleende penningen op een onderh: obligatie de dato 6 May 1801 groot aan capitaal ƒ1000 ofte 333:16
voldaan den 23 Ceptemb:r 1809 met de renten van dien zeedert 6 Maij 1806
voldaan den 21 Maart 1809 van Jacobus Bosman over koop van twee leggers op een onderh: briefje van 12 December 1801 50:--
  met de renten zeedert 12 December 1807
voldaan den 3 Aug:s 1809 van Coenraad Johannes Fick over contant geleende penningen op een onderhandsche obligatie d:d: 3 Augustus 1803 150:--
  met de renten van dien a 6 pc:to p:r a:o zeedert 3 Augustus deezes jaars
voldaan den 8 Maart 1809 van de wed:e Eduard Wium over contant geleende penningen op een onderhandsche obligatie de dato 7 November 1803 200:--
  met de renten van dien zeedert 7 November 1807
  van Philip Abraham de Vos over contant geleende penningen op een onderhandsche obligatie de dato 18 Junij 1804 200:--
  met de renten van dien zeedert 18 Juny deezes jaars
vold: den 11 July 1809 van nu wijlen Johannes Josephus Albertijn over contant geleende penningen op een onderhandsche obligatie de dato 24 Augustus 1805 groot aan capitaal ƒ2000 ofte 666:32
  met de renten van dien zeedert 24 August 1807
deese obligatie is volg:s zeggen van Schoester onder berusting van den notaris m:r J:K: Neethling van Christoph Hendrik Niehaus over contant geleende penningen op een onderhandsche obligatie de dato 15 September 1799 groot aan capitaal ƒ6000 ofte 2000:--
  met de renten zeedert [ ..... ]
  welke obligatie zig in handen van Thomas Marthinus Schoester als gemachtigde van de overleedene komt te bevinden
Dubieuse inneschuld
  Rd:s
van Jan van Lindebaum over zo veel bij distributie zynes insolventen boedels op een ingediende pretensie met de daarop verlopene renten groot rd:1976:12 blykens gevondene nota is komen te kort te schieten 743:42
Lasten des boedels
    Rd:s Rd:s
  aan de in den hoofde deeses gemelde Maria Elizabeth, Petronella Jacoba en Hendrina Louisa Haubtfleisch in voldoening van het geen de reeds gehuuwde kinderen bij het aangaan van hun huwelyk hebben genoten ingevolge begeerte van de overleedene bij voormelde onderhandsche dispositie aan ieder rd:s200 ofte aan alle te zamen   600:--
  aan Petronella Jacoba Hauptfleisch over zo vel wylen haare zuster Anna Magdalena Hauptfleisch bij testamente aan haar heeft vermaakt, en onder de overleedene als haare eenige en universeele erfgenaam verbleeven   150:--
  aan de aanspreeker Joh:s Hartog over kerkengerechtigheid, etc:a volgens reekening   6:12
  aan Fredrik Nicolaas de Korte voor het maken der doodkist 25:--
voldaan aan evengem: F:N: de Korte over timmermans werk 11:24 36:24
voldaan aan Roelof Davel voor ’t beslag tot de doodkist   12:--
vold: aan de koster Paul Joh:s Fick blykens reek:g   21:--
vold: aan Jan Swanevelder   3:--
  aan Gilles de Korte   1:24
  aan Fredrik Jacobus Haubtfleisch over saldo van reekening   49:18

Wordende alhier pro memorie genoteerd dat de boedel nog openstaande reekeningen heeft met de volgende, als

de heer Rijno Johannes van der Riet over verdiende vendusalarissen bij haar overleedene man
de heer Johannes Wege en Johannes Wilhelmus Haubtfleisch van alle welke nog aan den boedel reekenschap en verantwoording behoord te worden gedaan
dat volgens declaratie van gem: Johannes Wilhelmus Haubtfleisch wylen desselfs vader in zijn leeven aan hem zoude hebben toegezegd de zadelmakers gereedschap by deezen inventaris bekend gesteld
dat Maria Elizabeth Haubtfleisch als waarneemende de huijshouding op den 5 November aan contanten heeft ontvangen rd:s88 tot dagelyksche uitgaaf, welk bedragen door haar in reekening zal worden verandwoord

Aldus gedaan en geinventariseerd in den dorpe van Stellenbosch ten huijze voormeld op den 14 December 1808 ende zulks op het op en aangeeven van de gezamentlijke mondige erfgenamen in den hoofde deeses gemeld, dewelke verklaarden zig hierinne ter goeder trouwe gedragen en hunnes weetens niets verzweegen of te rug gehouden te hebben van al het geen tot den boedel en nalatenschap behoord, invoegen zij dan ook getuijgden de deugelijkheid hunner opgaave ten allen tijde des vereischt werdende met solemneele eede nader te bevestigen, en verdere belofte zo hier na nog iets tot gezegde nalatenschap behoorende mogte worden ontdekt daarvan nader en getrouwelijk ter Weeskamer opgaaf te zullen doen, ten einde in zulk geval deezen inventaris daarmeede naar behooren kan worden g’amplieerd.

In teeken der waarheid is deezen ter presentie van my Adjunct Commis en de getuijg[ ..... ] door de inventarienten behoorlijk onderteekend

Als getuijgen: H: van der Horst, P: Hartog

Voor den opgaaf: J:G: Lindenberg, M:E: Haubtfleisch, J:W: Haubtfleisch, P:D: Grundling, F:J: Haubtfleisch

Mij present: P:E: Faure, Adj:t Commis

MOOC8/28.3

{18060304} 4 Maart 1806 Elisabeth Mararetha Niemand

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als er bevonden zijn in de nagelate boedel van Elisabeth Mararetha Niemand weduw:e wijlen den burger Christoffel Beukman, als

De opstal van de leningsplaats, gen:d de Klipfonteijn gelegen aan de Hesquas Kloof
1 osse wagen met jukke rieme en stroppe
12 trekosse
2 anteel paarde
236 schaapen
393 bokke
kelder gereedschapen
1 legger
4 halve [legger]
1 aamsvat
1 kelder tregter
1 brandewijns ketel compleet
1 vleesch vat
1 vleesch balij
1 ploeg defect
8 mudde koorn
Combuijs gereedschap
4 ijsere potten
1 rooster
1 koekepan
1 drievoet
1 bakkist
2 water emmers
1 partij oud ijser
2 pikke
4 graven
3 ligte koevoeten
2 troffels
2 hamers
1 bijl
1 oude dissel
1 spansaag
8 koorn sikkels in soort
4 tafels
5 katels
4 beddens compleet
1 [beddens] defect
11 stoelen in soort
5 porselijn rakke
1 pijperak
1 huijs leer
4 kiste in soort
1 spiegel
1 copere schenk ketel met sijn convoor
2 thee potjes
35 porseleijne tafelborde
3 tinne tafelborde
2 porsulijne komme
2 tinne soep komme
1 tinne soutvaatje
1 tinne peper doosje
1 kopere vysel met sijn stamper
3 kandelaars in soort
1 koffij kan
1 rasp
1 oude tinne beker
2 wyngaart messe
2 tinne eet lepels
14 staale tafel vorke
1 vleesch vork
2 koffij molens
3 aarde potten
6 wijnglasen in soort
1 kopere suijkertrommel

Aldus gedaan en g’inventariseert op de plaats de Klip Fonteijn gel: aan de Hesquas Kloof , op aangeven van Christoffel Beukman

Op den 4 Maart 1806

Als getuijgen: J:L: Visser, D:R: du Tooij

Jhannes Veljoen, Veld Cornet

MOOC8/28.4

{18090811} 11 Augustus 1809 Cornelis Michiel Smuts

Inventaris des boedels ab intestato metter dood ontruijmd ende nagelaten op den 3:e deeses loopende maand Augustus des avonds de klocke 8 uuren door den burger Cornelis Michiel Smuts, ten voordeele zijner ondermeldene kinderen bij zijne vooroverledene huijsvrouw Johanna Willemsze in echt verwekt, met namen

1) Adriaan Smuts mondig
2) Johanna Elisabeth Smuts getrouwd met Johan Hendrik Nöttelman, uijtlandig
3) Anna Margaretha Smuts get:d met Fredrik Nicolaas de Korte
4) Helena Catharina Smuts gehuuwd met Johannes Cornelis de Korte
5) Joel Daniel Smuts oud 21 jaaren
6) Gillis Cornelis Smuts oud 14 jaaren en
7) Cornelis Matthijs Smuts oud 13 jaaren

Zodanig als hetzelve op expresse qualificatie van Heeren Weesmeesteren deeser plaatse door mij ondergeteekende Eerste Commis der Weeskamer is opgenomen en bevonden te bestaan in het volgende, namentlijk

drie klijne tafels
een klijne lessenaar
een kist
een pijperak
een hoekrak
vier stoelen
een water emmer
een klijne balij
een coffijmoolen
een koopere coffijkan
een strijk ijzer
een tinne ketel
een kandelaar en een snuijter
een soupkom zonder deksel
vier aarde borden
een soup lepel
drie vorken
een zoutvaatje
een mosterd potje
een schuijfdoosje
een verre kijker
drie stukken gewigt
een kadel waarop
een buldzak
een peuluwe
drie kussens en
een combaars
een kadel waarop
een buldzak
een peuluw en
een combaars
een zilvere zakhorologie
een groote ijzere pot
een ijzere potlepel
een ijzere schuijmspan
een ijzere schoorsteenketting
Lijfeigenen
een mansslaaf genaamt Philander van de Kaap
een mansslaaf genaamt Frans van Mallabaar
een mansslaaf genaamt September van Mallabaar

Aldus geinventariseerd ende opgenomen aan de Kaap de Goede Hoop in den dorpe Stellenbosch op den 11:e Augustus 1809 ende zulks op het op en aangeven van des overledenens in den hoofde deeses gemelde twee schoonzoons, Fredrik Nicolaas de Korte en Johannes Cornelis de Korte, dewelke betuijgden zig daarinne ter goeder trouwe gedragen en hunnes wetens niet verswegen of agtergehouden te hebben, van ’t geene tot den boedel behoord, bereid zijnde des gerequireerd zulks met solemneelen eede gestand te doen en verdere belofte, zoo wanneer na dato iets dienaangaande mogte komen te ontdekken, daarvan getrouwelijk ter Weeskamer opgave te zullen doen ten einde in zulk geval deesen inventaris daarmede na behooren kan worden geamplieerd

Ten blijke van waarheid is deesen door de inventarienten ende mij Eerste Commis der Weeskamer eigenhandig onderteekend

F:N: de Korte

J:C: de Korte

Mij present: G:A: Watermeijer, E: C:

MOOC8/28.5

{18091123} 23 November 1809 Gordon Adams

Inventaris van alle zodanige goederen als er op Maandag den twintigste dag der maand November in den jaare een duijzend acht honderd en neegen ab intestato metter dood zijn ontruijmd ende nagelaten door m:r Gordon Adams ten voordeele zijner onbekende uitlandige erfgenamen, zodanig als het een en ander door ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren is opgenomen en in geschrifte gebragt, mitsgaders bevonden te bestaan in ’t volgende, namentlijk

Ten huyze van James Dick alwaar de overleedene is gelogeerd geweest

een mahony houte lessenaar waarin
tien horologie sleutels
een agate cachet
een zilvere cachet
een yvoore ouwel cachet
een vouwbeen
twee boekjes
een geldbeurs waarin
twee en twintig goude guinees
een pennemes
een zilvere potlootpen
een memorieboekje en voorts
een restant schryfpapier penneschagten en potlooten
een mahonij houte laadetafel waarin
agttien hembden
vyf en veertig broeken in zoort
twee en dertig baatjes in zoort
twee sjaal doeken
een p:s Chinees linnen
neegen p:s slopkousen
drie lakens
twee p:r handschoenen
een oude sprey
drie en dertig p:r kousen in zoort
drie kruysbanden
een en dertig doeken en dassen in zoort
dertien p:r zokken
acht en dertig servietten
een borsel
twee kalotjes
vier waschkaarsen
een vlesje magnesie
een vlesje kina
een karaf met een restant lavendel
vier vlesjes bitter
een geldbeursje waarin
veertien Spaansche matten
zes en een quart ropijen
een koffer waarin
twee lakense rokken
een lakense mannel
zes en dertig hembden
twee en veertig broeken in zoort
twee en vyftig baatjes in zoort
vyftig doeken en dassen in zoort
zeventien p:r kousen in zoort
zes beddelakens
een p:r zwarte slopkousen
een p:r schoenen
een goude zakhorologie
drie goude hembdknoopjes
een goude borstspeld met paarlen
een kist waarin
twee lakense jekkets
een lakense baatje
zes lakense broeken
twee hembden
een en twintig servietten
een p:r slopkousen
twee p:r kinderschoenen
twee kinderbaatjes
drie onderbaatjes
vier borsels in zoort
een p:r kousen
vier boeken en voorts
een party gereedschappen en andere kleynigheeden
een porcelaine pot met een restant zago
een verlakte toilet doos met toebehooren

Aldus g’inventariseerd aan de Kaap de Goede Hoop ten huijze voorm:d op den 23 November 1809 ende zulks op het op en aangeeven van Alexander Robinson dewelke verklaarde zig hierinne ter goeder trouwe gedragen en zynes weetens niets verzweegen of terug gehouden te hebben van al ’t geen tot den boedel en nalatenschap behoord, invoegen hy dan ook getuijgde de deugdelykheid zijner opgaave ten alle tijde des vereischt werdende, met solemneele eede nader te bevestigen, en verdere belofte zo hierna nog iets tot gez:e nalatenschap behorende mogte worden ontdekt daarvan nader en getrouwelijk ter Weeskamer opgaaf te zullen doen, ten einde deezen inventaris daarmeede te amplieeren.

In teeken der waarheid is deezen ter presentie van ons gecommitteerde Weesmeesteren ende my Eerste Commis der Weeskamer door den inventarient behoorlyk onderteekend

Als gecom: Weesm: A:V: Bergh, G:E: Overbeck

Voor den opgaaff: Alexander Robertson

Mij present: G:A: Watermeijer, E: C:

MOOC8/28.6

{18091113} 13 November 1809 David Jacobus Pretorius , Hester Hanekom

Inventaris van alle zodanige goederen als er in gemeenschap bezeeten geweest zijn bij den burger der colonie Tulbach , David Jacobus Pretorius Dirkzoon, ende desselfs huijsvrouw Hester Hanekom mitsgaders van de zijde des eerstgemelden ab intestato metter dood ontruijmd ende nagelaten ten voordeele zijner colaterale erfgenamen, waaronder zig eenige minderjarige bevinden dewelke thans niet allen bekend zijnde, overzulks bij eene nader te formeerene specificque lijst, deezen inventaris te annexeeren, zullen worden opgegeeven; zodanig als gem: nalatenschap door ons ondergeteekendens als daartoe door het Eerwaarde Collegie van Heeren Weesmeesteren aan de Kaap de Goede Hoop expres gequalificeerd is opgenomen en bevonden te bestaan in het volgende, namentlijk

Een opstal staande op de leeningsplaats gen:d de Matausvalley geleegen aan de Langeberg op de Picquetberg
een opstal staande op de leeningsplaats gen:d de Twee Fonteinen geleegen op de Platteberg op de Picquetberg

Op de eerstgemelde plaats, in ’t woonhuijs en aldaar

In ’t voorhuijs
een kleyne spiegel
twee kopere en een blikke trommels
een groote tafel
een kleyne tafel
neegen stoelen
vier rakken waarop
een party aarde schotels en borden
zes wijnkelkjes
twee emmers
een handwasch baletje met zyn bak
een kopere keetel met zijn komvoor
een kopere koffykan met zijn test
een kopere en een blikke blaker
ene tinne trekpot
een tinne soupleepel
zes tinne eetleepels
een partij theegoed
twee snuijters
In de kamer ter linkerhand
een ledikant met chitze behangzel waarop
een bulzak
een peuluw
vier kussens en
een wolle deeken

Ingevolge Heeren Weesmeesteren resolutie van den 26 Octbr: j:l: aan de overgebleevene weduwe bij tauxatie gelaaten voor rd:s40

een ledikant met blauw behangzel
een bulzak
een peuluw
vier kussens en
een wolle deeken
een kadel waarop
een bulzak
een peuluw
vier kussens en
een oude chitze deeken
twee ledige kisten
een kleine [kisten]
een schuifdoos
twee kapstokken
een kleijne rak waarop
eenige boeken
een strijkijzer
een tafel
In de agterkamer
een kadel waarop
een bedt en toebehooren
een tafel
een kleyne tafel kast
twee ledige kisten
een geweer rak waarop
twee geweeren
een stelroer
In de combuijs
een bakkist
een kleyne bakkist
vier emmers
een broodmes
zeeven yzere potten in zoort
een waterkeetel
een taartenpan
een rooster
een koekepang
een vuurtang en aschschop
een kopere vijnzel en stamper
vier kopere kandelaars
vyf tinne borden
drie tinne schotels
zes tinne leepels
twaalf staale vorken
een tinne boterpotje
een balie
een stoel
drie schoorsteenkettings
een vleeschvork
In een buitenvertrek
zes aarde potten
drie aarde kannen
een kopere keetel
vier oude ballas manden
een scheepel
een zeeft
twee botervaatjes
een melkbalie
twee velle kuijpen met een restant zout
een kaarsenvorm
een groote kist
dertien matten
een yzere balance met houte schalen en 10 lb gewigt
tien oude zakken
een koffykan
In ’t moolen vertrek
een kist met gereedschap
een oude zadel
een span zeeltjes van agt
twee beestevellen
een kafzeeft
een vat met een restant teer
eenig rommeling
zes mudden tarwe
In de kelder
een legger wijn
een legger wijn
een legger brandewijn
een halve legger /:ledig:/
een ledige aam
een bierpijp met een restant azijn
een anker kookwyn
een anker oude wijn
agt mudden gouverneursboonen
een restant witte boonen en erwten
een houte tregter
twee blikke [tregter]
een groote kopere kraan
een koffiemoolen en
een tobaksmes
Op de werf
twee trapbalies
zeeventien vaten in zoort
twee brandewijnkeetels met hun toebehooren
een paardewagen met zijn tent
een ossewagen met hun toebehooren
twee oude wagens
twee ploegen
een eg met yzere tanden
twee teerputzen
zes steenvormen
zes houte schoppen
een wagenkist
vier oude ploegscharen
vier koevoeten
zeeven pikken
zestien graaven
een mooker
een bankschroef
twee kouters
een span jukken met stroppen en riemen, en voorts
een partij oude bowgereedschappen, houtwerk en romm:
In de paardenstal
een hengst
tien wagenpaarden
een moolenpaard
In de kraal
drie merrijs en een veulen
neegen jonge hengsten
vier hondert twee en negentig schaapen
een hondert een en zeventig bokken
neegentien trekossen
een en dertig aanteelbeesten
zes varkens
Lijfeigenen
een mansslaaf gen:d Manuel van Mosambicque
een mansslaaf gen:d Kamies van Bengalen
een mansslaaf gen:d January van Bougies
een mansslaaf gen:d Jonas van de Kaap /:legt ziek:/
een mansslaaf gen:d Joab van de Kaap
een mansslaaf gen:d Lafleur van Mosambicque , schapenwagter /:zeedert een maand fugatief:/
een meyd gen:d Adriana van de Kaap , ingevolge Heeren Weesmeesteren resolutie van den 26 October j:l: aan de wed:e bij tauxatie verbleeven voor rd:s450
een meyd gen:d Juliana van Mosambicque
een meyd gen:d Malatie van Mosambicque , oud en afgeleefd
Inneschulden
  Rd:s
A:B: van Niekerk Az:n op een onderhandsch briefje de dato 25 Maij 1803 betaalbaar geweest in de maand October daaraan volgende 50
Lasten des boedels, voor zo verre dezelve bekend zijn
  Rd:s
aan Isaak Visagie op een onderhandsch briefje 500:--
aan Gerrit Coetzee 144:--
aan Dirk Jacobus Vermeulen over 8 jaaren knegtsgagie ä 10 rd: per maand 960:--
aan Willem Esterhuijsen over geleend geld 12:12

Aldus gedaan en g’inventariseerd aan de Kaap de Goede Hoop ter plaatze voormeld op den 13 November 1809, ende zulks op het op en aangeeven van de in den hoofde deeses gemelde weduwe dewelke verklaarde zig hierinne ter goeder trouwe gedraagen en hares weetens niets verzweegen of terug gehouden te hebben van al ’t geen tot den boedel en nalatenschap behoord, invoegen zy dan ook betuijgde de deugdelijkheid harer opgaave ten allen tijde des vereischt werdende met solemneele eede nader te bevestigen, en verdere belofte zo hier na nog iets tot gezegde nalatenschap behoorende mogte worden ontdekt, daarvan nader en getrouwelijk ter Weeskamer opgaaf te zullen doen ten einde deezen inventaris daarmeede te amplieeren.

In teeken der waarheid is deeze ter presentie van ons ondergeteekendens Gecommitteerdens en de inventariente behoorlijk onderteekend

Als gecommitteerden: G:E: Overbeek

Voor den opgaaff: wd Hester Pretorius

Mij present: G:A: Watermeijer, E: C:

MOOC8/28.7

{YYYY} [ ..... ] Johannis Matewis Calits

Invitaris over de boedel van de wedewe van wijle den overlede Johannis Matewis Calits

10 trek osse
1 ouwe wage
3 koijje, 3 kalvers
1 wage kist
nog 1 kist
1 bak kist
2 stoele
1 kelder met 13 vlesse
4 emmers
4 potte
1 tavel
2 ketels
6 ouwe tinne borde
3 pastelijne borde
2 ouwe tinne schottels
3 pastelijne schottels
9 tinne lepels
12 stale vurke
1 hout bijl, 1 hant bijl
1 bed
3 planke
1 geweer
1 pik, 1 graaf
2 beijtels, 1 raspe
1 sop lepel
2 kandelaers
3 boddels
4 koppies, 4 pierens
3 kelkes
1 trekpot
1 streijk eijser
1 meel seft
1 klijne karren
1 3 vles kan
2 bierpijpe vate
1 orlosie

Als getuyge: Johan Henderik Christoffel Oosthuysen, Velt cornet

Johannis Poulus Swart

MOOC8/28.8

{18090104} 4 Jannuarij 1809 Jan Adriaan Venter , Catharina Jochemina Koekemoer

C: Bird

Copia inventaris van alle zodanige goederen en effecten als ’er door wijlen Jan Adriaan Venter J:A:z:n en desselfs nagelatene weduwe Catharina Jochemina Koekemoer in gemeenschap bezeeten en door eerstgem: ab intestato met ’er dood ontruimd en nagelaten, mitsgad:s heeden opgenoomen en in waaren weezen bevonden zijn geworden, te weeten

een oude wagen
een defecte ploeg schaar
een ploeg beugel zonder schakels
een partheij oud gereedschap
twee oude keetels
een trekpot
een drievoet
twee meulen steene
drie ijzere potten in zoort
twee tinne schootels
vijf tinne borden
een leepelrak
een emmer
twee stoelen
een geweer
een bed /oud/
vier boeken in zoort
Beestiaal
derthien hondert derthien schapen en bokken
neegen trek ossen
drie aanteel beesten
ses aanteel paarden
Baaten des boedels
  Rd:s
van Johan Christ:n Kruger capitaal 200
van Joachim Marthinus Venter capitaal 200
Schulden des boedels
  Rd:s
aan Isaac Lezaar van de Kaap over negotiatie 50
Erfgenaamen
Joachim Marthinus Venter gebooren den 9 August 1789
Cornelia Adriana Venter gebooren den 11 September 1791 getrouwd met Johan Christ:n Kruger
Johanna Cath:a Jochemina Venter gebooren den 3 September 1793
Jan Adriaan Venter gebooren den 12 Junij 1795
Diederik Johannes Venter gebooren den 28 October 1797
Anna Sophia Venter gebooren den 28 Nov: 1799
Catharina Jochemina Venter gebooren den 7 Julij 1801
Martha Venter gebooren den 30 Junij 1803
Adriana Maria Hendrina Venter gebooren den 15 Meij 1805

/onderstond/

Aldus gedaan en g’inventariseerd ter plaatze van d’ edele Marthinus Wessel Pretorius gen:d de Letskraal geleegen in ’t district voor Sneuwberg op den vierden dag der maand Jannuarij 1809 volgens ’t op en aangeeven van voorz: weduwe J:A: Venter, dewelke betuigde hierinne ter goeder trouwe te hebben gehandelt en niets met weeten versweegen of agter gehouden. Verklaarende haar dus bereid, deeze opgaave ten allen tijde, des gerequireerd met solemneele eede te staaven, met verdere belofte zo iets nader tot den boedel behoorende mogt ontdekken, deezen inventaris daarmeede te zullen amplieeren en is zulks geschied ten overstaan van den Weledelen Heere Landd:t in ’t bijweezen van d’ E:E:s Baerend Jacobus Burger en Paul Marée als getuigen /was geteekend/ Catrina Jochemmina Koekemoer /ter zijde stond/ /was get:d / ten mijnen overstaan Stockenström Landd:t /in margine stond/ Als getuigen /was get:d/ Baerent J: Burger, P: Maré /lager/ mij praesent /was get:d/ Th:s Muller Secret

Accordeert: Theod:s Muller, Secret:s

MOOC8/28.9

{18091215} 15 December 1809 Robert Silver

Inventaris van alle zodanige goederen als er op Woensdag den zesde dag deezer lopende maand December in den jaare een duijzend acht honderd en neegen ab intestato metter dood zijn ontruijmd ende nagelaten door Robert Silver ten voordeele zijner overgebleevene weduwe Marij Ann ter eenre, en zijne onbekende uitlandige erfgenamen ter andere zijde, invoegen als het een en ander door my ondergeteekende Adjunct Commis der Weeskamer ter presentie der meede geteekende getuijgen is opgenomen en in geschrifte gebracht, mitsgaders bevonden te bestaan in het volgende, namentlyk

Ten huijze van den heere Petrus Johannes Truter

twee kleijne spiegeltjes
vijf schilderijen
twee verlakte schenkblaadjes
een cyfferley
een schuijfgordyn
drie tafels
zeeven stoelen
een paviljoentje met behangzel waarop
een paardehaire matras
een bulzak
een peuluw
zes kussens en
een chitze deeken
een paviljoentje met behangzel
een toiletspiegel
een trommel
twee aarde potten
twee ledige kisten
een kelder met ledige vlessen
tien zeeften
een trekzaag
een kraan zaag
een fokzwans
drie ledige zakken
een kast met een restant spijkers
een ledige koffer
een kist met een party spijkers
een glaaze kast waarin
agt hembden
drie jekkets
neegen baatjes
thien broeken in zoort
twee lakense rokken
zes p:r kousen
vier zakdoeken
een oude hoed
drie p:r oude schoenen
twee beddelakens
zes aarde schotels
zestien aarde borden
een aarde melkkannetje
twee aarde boterpotjes
een keeteltje
zeeven pierings en drie kopjes
een nagtspiegel
zes kleijne karaffen
zeeven glaazen en kelkjes in zoort
twee kopere kandelaars
een tinne keetel
drie tinne leepels
vyf messen
tien vorken
een party ledige bottels in kannen
een slypsteen met zijn bak
een ploeg
drie emmers
een waterhalfaam
agt oude balies
twee potten
een waterkeetel
een koekepan
twee roosters
twee drievoeten
twee yzere leepels
een schuymspaan
een vleeschvork
twee schoorsteenkettings
een tafel
drie graven
twee schaafbanken
een kist met een party timmermans gereedschap
een party houtwerk
Crediten des boedels
    Rd:s
  aan contanten in dezelve gevonden 1:--
voldaan bij afreekening met rd:s20:32 van m:r Clunes over timmermanswerk, etc:a blykens reek:g 221:32
  van m:r Sleigh over timmermanswerk 80:24
vertrokken uit de Colonie van m:r Perry over timmermanswerk 8:24
  van m:r Stopforth per rest dito 24:24
door den wed:e P: de Waal een bewijs ter Kamer vertoond dat op deese schuld in mindering is afbetaald rd:s10 en deselve dus p:r rest groot is rd:s40 voldaan den 24 Aug: van de wed:e Pieter de Waal op een onderh: briefje d:d: 7 Aug: 1807 50:--
vold: van m:r Kingham over timmermanswerk blykens aanteekening 26:18
Lasten des boedels
  Rd:s
aan de heer P:J: Truter over 2 maanden huyshuur a rd:s35 p:r m:d 70

Komende zig nog in den boedel te bevinden de volgende goederen toebehoorende aan m:r Clunes dewelke tot zekerheid van zijn schuld in pand der minne door den overleedenen in bewaring is gehouden, als

een ongesloten koffer waarin
twee hembden
vier baatjes
zestien broeken
zes p:r kousen
vier rokken
vier p:r laarsen
een p:r schoenen
twee lakens
een p:r slopkousen
tien lappen baatjes goed
een schrijfkistje waarin een horologie
vier tinne leepels
vier boeken
agt borden
een geslooten koffer zynde de sleutel daarvan onder hem Cleunes
twee vierkante tafels
een mattras en een kussen

Aldus na gedane ontzegeling g’inventariseerd en opgenomen aan de Kaap de Goede Hoop ten huyze voormeld op den 15 December 1809 ende zulks op het op en aangeeven van de in den hoofde deezes gem: wed: dewelke verklaarde zig hierinne ter goeder trouwe gedragen en hares weetens niets verzweegen of te rug gehouden te hebben van al ’t geen tot den boedel en nalatenschap behoord, invoegen zij dan ook getuijgde de deugdelijkheid harer opgaave ten allen tyde des vereischt werdende, met solemneele eede nader te bevestigen en verdere belofte zo hierna nog iets tot gez:e nalatenschap behorende mogte worden ontdekt daarvan nader en getrouwelijk ter Weeskamer opgaaf te zullen doen ten einde deezen inventaris daarmeede te kunnen amplieeren.

In teeken der waarheid is deeze ter presentie van my Adj:t Commis en de getuygen door de inventariente behoorlyk onderteekend

Als getuijgen: J: Serrurier, J:N: Rörich

Voor den opgaaff: Maryann Silver

My present: P:E: Faure, Adj:t C:

Ampliatie

Inneschuld volgens nadere opgaaf van voorm: weduwe

  Rd:s
van Jan Lewenaar voor twee maanden kamer huur 19:24

Nadere ampliatie

Lasten des boedels
  Rd:s
aan juff:w de weduwe Pieter de Waal voor vier maanden huur van een slavin gen:d Januarij van de Kaap , zeedert p:m Augustus tot ult:o November 1809 volgens nadere opgaave door voorm: weduwe gedaan 34

Ter Weeskamer den 12 April 1810

Maryann Silver

Mij present: J:P: Faure, E: C:

MOOC8/28.10

{18081115} 15 November 1808 Lucas Marthinus Janze van Rensburg , Maria Magdalena Janze van Rensburg

Copij

Inventaris van alle zodanige goederen als ’er door Lucas Marthinus Janze van Rensburg en Maria Magdalena Janze van Rensburg in gemeenschap bezeeten en door den eerstgemelde met ’er dood ontruimd en nagelaaten, mitsg:s op heeden opgenoomen en in waaren weezen bevonden geworden zijn, als

Losse goederen
een ossewagen /:defect:/
een booterkarne
een emmer
een houtbijl
twee ijzere potten
twee tinne borden
twee ijzere vurken
Beestiaal
vijf trekossen
vijf aanteelbeesten
twee hondert en tagtig schapen
Schulden
  Rd:s
aan Johannes Hermanus Redelinghuisen volgens annexe reekening 39:3
Erfgenaamen
1) het kind van wijlen Anna Louisa Janze van Rensburg /:voorkind van den overleedene uit ’t huwlijk met Anna Louisa van der Merwe:/ in huwlijk verwekt bij wijlen Hermanus Fourrie met naamen Lucas Martinus Fourrie oud 7 jaaren
2) kinderen uit ’t huwlijk van den overleedene met de langstlewende echtgenoote a) Nicolaas Martinus, mondig
b) Margaretha Isabella, gehuwd met Willem Janze van Rensburg W:mz:
c) Maria Magdalena gehuwd met Stephanus Scheepers
d) Jacoba Susanna oud 16 jaaren
e) Aletta Sophia oud 12 jaaren
f) Hendrik Christoffel oud 8 jaaren
g) Lucas Martinus oud 5 jaaren
h) Jacobus Johannes - Nota, is na het afsterven van den vader Lucas Martinus Janze van Rensburg in den ouderdom van 1 jaar 9 maanden overleeden

Aldus gedaan en g’inventariseerd ter plaatse gen:d de Hartebeestefontein gel: aan de kleine Winterhoeksberg , op den 15 November 1808 en zulks volgens het op en aangeeven van Maria Magdalena Janze van Rensburg, w:we Lucas Martinus Janze van Rensburg, dewelke betuijgde hierinne ter goeder trouwe te hebben gehandeld en niets met haare weeten te hebben verzweegen of agtergehouden, weshalven zich bereid verklaarde deeze haare voorenstaande opgave ten allen tijden des vereischt wordende met solemneele eede te willen bevestigen, met verdere belofte zo iets nader tot den boedel specteerende mogte koomen te ontdekken daarvan getrouwelijk opgave te zullen doen ten einde deezen inventaris daarmede te kunnen worden g’amplieerd; alles in ’t bijweezen van den gerechtsbode Joh:s Henr:s Lange en den veldcornet Gabriel Stolz als getuigen /:onderstond:/ voor de opgave /:get:/ M:M: Janse van Rensburg /:in margine:/ Als getuigen /:get:/ J:H: Lange ger: boode /:get:/ Gabriel Stolz veldcornet /:lager:/ In kennisse van mij J: Knobel Sec:s

Accordeert met dies origineele: J: Knobel, Sec:s

MOOC8/28.11

{18100403} 3 April 1810 Alexander MacClelland

Inventaris van alle zodanige goederen als er op Zondag den vyf en twintigste dag der maand Maart in den jaare een duyzend acht honderd en tien ab intestato metter dood zijn ontruymd ende nagelaten door den Lieutenant in dienst van de Engelsche Oost Indische Compagnie te Madras , Alexander MacClelland, geboortig in de stad Ayr in Ayrshire , North Britain ten voordeele zyner onbekende uitlandige erfgenamen, zodanig als het een en ander door ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren is opgenomen en in geschrifte gebragt, mitsgaders bevonden te bestaan in het volgende, namentlijk

Ten huijze van de heeren Houghton en M:cDonald

een kist waarin
elf hembden
vyf en dertig broeken
zes onderbaatjes
dertien dassen
veertien servietten en handdoeken
elf p:r zokken
vyf p:r slopkousen
een muts
een laken
een kist waarin
neegentien hembden
vijftien broeken
elf baatjes
drie lakens
agt p:r zokken
vier p:s zyde kousen
vyf doeken
agt kleijne doeken
vier sloopen
twee p:r slopkousen
twee nagtkappen
een zwarte zijde doek
een lapje groen laken
een kam
een foudraal met een scheermes
een ledere inktkoker
twee p:r laarsen
drie p:r schoenen
zes zilvere eetleepels
zes zilvere theeleepeltjes
een plettit soupleepel
drie plettit zoutleepeltjes
een plettit peperbus
een ringkraag en een koppel plaat
een kist waarin
agt hembden
zeeven dassen
zeeven servietten
vier broeken
zeeven baatjes
een p:r kousen
drie p:r zokken
vier lakens en een sprij
een moorse rok
twee sloopen
een slaapmuts
een oude spreij
een lap rood laken
een p:r pistoolen
een epaulet
een bandelier
een strykriem
een hangmat waarin
een mattras
twee kussens en
een deeken

Behoorende nog tot den boedel de volgende goederen gevonden ten huyze van m:r Caldwell te Stellenbosch alwaar de overleedene ’t laatst is gelogeerd geweest, en door denzelven Kaapwaards gebragt

een kist waarin
tien hembden
zeeventien broeken
vyf en twintig baatjes
een en twintig dassen en doeken
twee zwarte zyde doeken
agttien zyde zakdoeken
zes p:r witte handschoenen
een serviet
zes zilvere knopen met een zilvere draad
elf p:r kousen
zes p:r zokken
drie nagtkappen
en aan contanten drie en twintig Spaansche matten, waarvan twee door Caldwell aan de perzoonen die den overleedenen hebben gekist, zijn betaald
resteerd dus 21 Sp: matten ofte rd:s26:12
een grijne mantel
twee monteerings jekken
een monteerings jas
twee lakense broeken
een p:r laarsen
twee p:r schoenen
een hoed
een monteerings hoed
een zydgeweer
een sjerp
een scheerkistje
een zilvere zakhorologie
een zwart ledere portefuilje waarin
een zwart ledere beursje met zeventig stuks klein Indische munt
beneevens eenige brieven en papieren van geen aanbelang
een rood ledere portefuilje waarin almeede eenige brieven en papieren
Lasten des boedels
  Rd:s
aan voorm: heer W:m Caldwell over het saldo eener reek:g courant 195:36

Aldus na gedane ontzegeling g’inventariseerd en opgenomen ten huyze voorm: op den 3 April 1810.

Als gecomm: Weesmeesteren: A:V: Bergh, G:E: Overbeek

Voor den opgaaff: Alex:r Tennant, W:m Caldwell

Mij present: P:E: Faure, Adj:t C:

MOOC8/28.12

{18090715} 15 Julij 1809 Jacobus Swanepoel

Inventaris van zodanige goederen als er ab intestato met ’er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den burger Jacobus Swanepoel Joh:z ten voordeele zijner ondertemeldene erffgenamen, met namen

1) Maria Swanepoel wed: Theodorus de Koker
2) Johannes Swanepoel Johannesz: mondig
3) Martha Elizabeth Swanepoel laatst wed: Van Hassolt en thands hertrouwd met Jacobus Pretorius Jacobz:
4) Rudolph Swanepoel Johannesz: mondig
5) de kinderen van wijlen Dina Alida Swanepoel in huwelyk verwekt bij Jacobus Louw waaronder minderjarige gevonden worden
6) Johanna Christina Swanepoel gehuwd met Philip Jacobsz:
7) Jan Hendrik Swanepoel Johannesz: mondig

Invoegen als het een en ander ingevolge opgaaff van desselfs broeder Johannes Swanepoel Joh:sz hier bovengemeld door mij ondergeteekende Adj:t Commis en getuigen is opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande alle deese goederen in de volgende, namentlijk

een oude kist
een peuluw, drie kussens en een combaars
een jas
vijf doeken
vier mutzen
drie broeken
twee hembden
drie baatjes
een camisool
twee en een half ellen boelang
twee lakens
een hoed
een en half rol tabak, 11 lb
een pijp
een tabak zak
vier en twintig zilvere hembdroks knoopen
een paar stevels
een paar schoenen
twee boeken
drie messen met scheijden
een doosje met rommeling
een rasp
een parthij oude veijlen
een scheermes en wat scheer goed
een nijptang
een geweer
een bandelier
een rijd en
een pak zadel
een bedde zak
Beestiaal
vier aanteel paarden
een honderd en sestig aanteel schaapen
Crediten des boedels
    Rd:s
voldaan den 15 Julij 1809 aan contanten in dezelve gevonden aan papiere munt 10:30
  van Willem Berg over contant geleende penn: op een onderhandsch briefje de dato 20 Februarij 1803 15:--
voldaan den 15 Julij 1809 van Johannes Jacobus Swanepoel Hendriksz: over voor reek: van den overleedene door hem verkogte 12 hamels a 2 1/2 rd:s ieder 30:--
voldaan den 15 Julij 1809 van David Matthijs de Koker over koop van een rijdpaard per rest 30:--
Lasten des boedels
    Rd:s
den 8 Aug:s 1816 aan de heer J:M: Tittle in mindering betaald rd:s95 sh: 6 aan Johannes Swanepoel Johannesz: over ’t opbrengen van de goederen en vee na Tulbach en het toezigt houden over dezelve geduurende het openstaan des boedels blykens reekening 112:24
voldaan aan Johannes Hendrik Visser blijkens specificque reekening 39:24

P:M: word alhier genoteerd dat volgens declaratie van voorm: Johannes Swanepoel Joh:sz aan ’t getal van schapen komende te ontbreeken 14 stuks, welk te kort gekomene bestaat in ses stuks die onder weegs zijn gekrepeerd en agt door hem volgens getroffene overeenkomst met Pieter du Plessies voor het houden ter zyner plaatse van de publicque verkoping en daar toe verstrekte kost en drank aan denzelven afgestaan.

Aldus gedaan en g’inventariseerd ter Weeskamer aan Cabo de Goede Hoop op den 15 Julij 1809 ende zulx op ’t op en aangeeven van de in den hoofde deeses gem: Johannes Swanepoel Johannesz:, dewelke verklaarde zig hier inne ter goedertrouwe gedragen en niets versweegen of te rug gehouden te hebben dat tot voorm: boedel behoord invoegen hij ook getuigde de deugdelykheid zijner opgave ten allen tijde des vereijscht werdend met eede gestand te doen en verdere belofte zo hier nog iets tot gez: nalatenschap behorende mogte worden ontdekt daar van nader en getrouwelyk opgaaf te zullen doen ten einde deze inventaris daar meede te kunnen worden g’amplieerd.

In teeken der waarheid is deese ter praesentie van mij ondergeteekende Adj:t Commis en getuigen door dikwels gem: Johannes Swanepoel Hendriksz: behoorlijk gesubscribeerd.

Als getuigen: P:J: Poggenpoel, J:J: Maynier

Voor den opgaaff: Johannis Swanepoel J: soon

Mij present: P:E: Faure, Adj:t C:

MOOC8/28.13

{18050522} 22 Meij 1805 Claas de Vries

Den 21 Meij 1805 het die ouwie heer Claas de Vries overlieden, nagelaate goedere van door ons ondergetekenne nagesien

een merre met 1 vul
een kleijne ouwie bet met de kussens
een jas
een ouwie lakensie baatje met een broek
een sulver orlogie
een hemp
5 doekke
3 paar kousie
een swarte liere hoed
2 schier messie
2 messe
1 brel
1 peijp
1 tontel doos en vuur slagt
2 ouwie romppjes
1 kersaeijje baatje met een lere broek
1 spegel
nagelate aan contante 2 rd:s aan geld

Clarevonteijn den 22 Meij 1805

Als getuijgen: J:A: van Zijl, Joh:s Mart:s Smalberger, Cornelis Mosterd

MOOC8/28.14

{18100301} 1 Maart 1810 Willem Meijburgh

Inventaris van alle zodanige goederen als er op Woensdag den zeeventiende dag der maand January in den jaare een duijzend acht hondert en tien ab intestato metter dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den burger Willem Meijburgh Jacobuszoon ten voordeele zijner nagelatene weduwe Maria Magdalena Smith ter eenre, mitg:s de hier onder te meldene kinderen door hem in twee onderscheide huwelijken verwekt

bij wylen zijne vooroverleedene huijsvrouw Engela Helena Smith 1) Jacobus Nicolaas oud 24 jaaren en 9 maanden ter andere zijde
2) Willem mondig
3) Alewijn oud 22 jaaren
bij opgemelde zijne huysvrouw geprocreert, met namen 4) Stephanus Christiaan oud 15 jaren
5) Gerrit Jacobus oud 13 jaren
6) Elsje Sophia oud 8 jaren
7) Albert oud 6 jaren
8) Maria Magdalena Meyburgh oud 2 jaren
9) ’t kind waarvan de overgebleevene weduwe verklaard zwanger te zijn

Invoegen als het een en ander door my ondergeteekende Adjunct Commis der Weeskamer ter presentie der meede geteekende getuygen is opgenomen en in geschrifte gebragt, mitsgaders bevonden te bestaan in het volgende, namentlijk

Een opstal staande op de leeningsplaats gen:d de Zantfontein geleegen aan de Drie Heuvels aan de Bergrivier
een opstal staande op de leeningsplaats gen:d de Klipheuvel meede geleegen aan de Bergrivier

Op eerstgemelde plaats, in ’t woonhuijs en aldaar

In ’t voorhuijs
twee spiegeltjes
twee rakken
een emmer
een lepelrak waarop
twaalf tinne leepels
een tinne soepleepel
een vuurtest
een blikke trommel
een klaptafel
een vierkante tafeltje
agt stoelen
drie schotels
elf borden
zes kopjes en pierings
drie kelkjes
een bierglas
een boterpotje
een peper doosje
een mosterdpotje
drie witte kommen
een tinne zoutvaatje
In de kamer
een jagtgeweer
een kadel waarop
een bulzak
een peuluw
vier kussens en
een deeken
een kadel waarop
een bulzak
een peuluw
vier kussens en
twee deekens
twee kisten
een tafeltje waarop
twee kopere keetels
een kopere confoor
een oude trommel
een kopere kandelaar
drie tinne schotels
zes tinne borden
zeeventien vorken
een tinne trekpot
twee aarde bakken
twee vlessen
neegen bottels
twee stooven
twee pistoolen met holsters
een zeeft
een halve ankertje
In de combuijs
een kleijne bakkist
een tafel
twee emmers
twee balies
een mandje
een keetel
een koekepan
vyf yzere potten
een rooster
een aschschop
een vleeschvork
Op de zolder
vier en zestig mudden koorn
vyf en twintig mudden garst, waarvan 8 mudden nog aan het Gouvernement moeten worden geleeverd
In een buytenvertrek
een meelkist
twee vaatjes
een teerkan
twee zagen
vier hamers
drie schaven
drie groote booren
zeeven kleyne booren
twee fijlen
een rasp
vier bijtels
twee snijmessen
een dissel
vier zikkels
een houtbyl
een handschroef
drie pikken
een graaf
zes mudde zakken
een scheepel
twee koornschoppen
een oude kadel
een fuijk
drie zadels
In het wagenhuijs
een paardewagen met zyn toebehooren
een oude en defecte osse wagen
zes jukken en een trektouw
twee zweepen en drie stokken
twee ploegen met hun toebehooren
vier oude ploegscharen
een eg
twee halve leggers
twee halve teervaten
twee oude balies
twee teerputzen
een nieuwe deur casijn
twee steenvormen
een party hout werk
een party oud ijzer
In de stal
een span tuijgen voor agt paarden
zes mudde zakken
drie oud vengster ramen
drie harken
twee gaffels
By de vloer
een mud van circa 2400 garven haver
een mud van circa 1000 garven rog
Beestiaal
vyf wagen paarden
zeeven aanteel paarden
agt trekossen
elf aanteelbeesten
een hondert en agt schapen
een hondert negen en dertig bokken
Lyfeigenen
een jongen gen:d Piet van Mosambicque
een meijd gen:d Spatie van de Kaap
Crediten des boedels
  Rd:s
van Willem Andries Smith over koop van haver 90
van ’t Gouvernement voor 12 mudden garst 36
Lasten des boedels
  Rd:s
aan de wed:e Christoffel Lombard over contant geleende penningen op een onderhandsch obligatie aan capitaal ƒ5000 ofte 1666:32
met alle de renten van dien
aan Jacobus Burgers And:s z:n over kooppenningen van de plaats de Zandfontein per rest ƒ2000 ofte 666:32
met de renten van den datum der obligatie
aan Nicolaas Everhardus Lambregts over contant geleende penningen op een onderhandsche obligatie ƒ1000 ofte 333:16
met de renten van den zeedert de maand Maart 1809
aan Willem Burgers op een notarieele obligatie over contant geleende penningen ƒ1000 ofte 333:16
met de renten van den datum der obligatie
aan Engela Helena Nieuwkerken wed: Alewijn Smith op een onderh: obligatie 100:-- vold:
met de renten zeedert January 1809
aan gem: wed: Smith over contant geleende penningen 12:--
aan Gabriel Rossouw over koop van wijn 6:--
aan de in den hoofde deeses gem: drie kinderen over moederlijk bewys door de overleedene by acte van den 3 November 1792 ter Weeskamer gepasseerd aan ieder rd:s80 ofte te zamen 240:--
aan ’s Lands Comptoir over een jaar recognitie penningen van de twee leenings plaatzen 50:--
aan de Zwartlandsche Kerk voor kerkengerechtigheid [ ..... ]

Wordende alhier pro memorie genoteerd dat volgens opgaaf van de overgeblevene weduwe haar overleedene man nog was competeerende van zijne schoonmoeder Engela Helena van Nieuwkerken wed: Alewyn Smith het vaderlyke erfdeel van zyn vooroverleedene huysvrouw in den hoofde deezes gemeld

Aldus g’inventariseerd aan de Kaap de Goede Hoop op den 1 Maart 1810 ter plaatze voormeld, ende zulks op het op en aangeeven van de in den hoofde deeses gemelde weduwe, dewelke verklaarde zig hierinne ter goeder trouwe gedragen, en hares weetens niets verzweegen of terug gehouden te hebben van al het geen tot den boedel en nalatenschap behoord, invoegen zy dan ook getuygde de deugdelykheid harer opgaave ten allen tyde des vereischt werdende met solemneele eede nader te bevestigen en verdere belofte zo hier na nog iets tot gez:e nalatenschap behoorende mogte worden ontdekt, daarvan nader en getrouwelijk ter Weeskamer opgaaf te zullen doen ten einde deezen inventaris daarmeede te amplieeren.

In teeken der waarheid is deeze ter presentie van my Adjunct Commis der Weeskamer neevens de getuygen door de inventariente behoorlijk onderteekend

Als getuygen: Niecolaas van der Merwe, J:N: Rörich

Voor den opgaaf: Maria Magdalena Smit de wed: Meuijburg

My present: P:E: Faure, Adj:t C:

MOOC8/28.15

{18100503} 3 May 1810 Gijsbert Johannes Krugel

Inventaris van alle zodanige goederen als er op Zondag den neegen en twintigste dag der maand April in den jaare een duijzend acht honderd en tien ab intestato metter dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den burger Gijsbert Johannes Krugel ten voordeele zyner nagelatene erfgenamen, als

1) Helena Catharina Krugel get:d met Johannes Jacobs
2) het nagelaten kind van wylen zyne halve broeder Christoffel Jacobus Kloppers in naame Eduard Johannes Klopper oud 12 jaaren

Invoegen als het een en ander door my ondergeteekende Adjunct Commis der Weeskamer ter presentie der meede getuijgen is opgenomen en in geschrifte gebragt, mitsgaders bevonden te bestaan in het volgende, nam:

Ten huijze van Bernardus Cornelis van Baalen alwaar den overleedenen is woonagtig geweest

een ledikant waarop
een mattras
een kussen
een kistje waarin
een rok
twee jekkets
een baatje
een broek
een hembd
een draaijbank
twee bankschroeven
vier span zagen
vier fokzwansen
twee snymessen
een kopere spindel
zes en twintig booren in zoort
zes en veertig fijlen en raspen in zoort
twee kleijne handschroeven
vier hamers
twee tangen
neegen passers
twaalf schaaven
drie en zeventig bijtels in zoort
drie schroef swingen
vijf winkelhaaken
een slijpsteen met zijn bak
drie houte schroeven
twee beekers van hoorn
een brandewyns proever
een stuk oliphants tand en voorts
een party houtwerk
een cyfferley
een rijdpaard
Inneschuld
  Rd:s
van Cornelis [2] Bernardus [1] van Baalen voor draayers werk - vold: 53:--
van denzelven over successivelyk ontfangene penn: etc:a 80:24
  Rd:s133:24
Lasten des boedels
  Rd:s
aan voorm: Van Baalen volgens specificque reekening 196:24
aan Johannes Jacobs almeede volgens reekening 44:42

Wordende alhier pro memorie genoteerd dat volgens opgaaf van gem: Jacobs den overleedenen nog competeerd van de manh: Johannes Bongaard als g’assumeerde executeur des boedels van wijlen zyne moeder Maria Kris wed:e Johannes Jacobus Krugel desselfs moederlijke erffenis

Aldus na gedane ontzegeling g’inventariseerd aan de Kaap de Goede Hoop ten huijze voorm:d op den 3 May 1810.

Als getuygen: J: Serrurier, J:N: Rörich

Voor den opgaaff: Joh:s Jacobsen, C:B: v: Baalen

My present: P:E: Faure, Adj:t C:

MOOC8/28.16

{YYYY} [ ..... ] Godtfriet Munnik

Nagelaten goederen van den overleden Godtfriet Munnik onder den veltcornet Hans Jacob Swart

1 schoenmakers tavel met seijn gereetschap
29 elsen
6 messen
4 tangen
1 hamer
1 maat stok
1 schaar
2 brillen
1 half pont pik
16 leesten
2 kapmessen
1 borsel
1 schoenmakers plank
2 paar afgesleten stewels
2 paar schoenmakers vellen
2 halve vellen
1 halve soolverl
1 kist
1 kusseng
35 knopen
2 onder baatjes
2 broeken
1 boven baatje
2 strenge seijl garen
2 lepels
2 vurken
1 sadel en toom
1 hoet
1 ketel
1 slot
4 boeken
1 paar schoenen, 2 mantjes

Hans Jacob Swart, Velt cornet

MOOC8/28.17

{YYYY} [ ..... ] Brand, Koenraat Anna Lier

Invantaris van de nalatenschap van Anna Lier en nagelaten man Koenraat Brand

een oude wagen
2 ossen, 1 kween
1 bulletje, 8 bokken
1 dissel, 2 boren
2 bylen, 3 bytels
3 hamers, 1 schaaf
1 knyptang, 1 paster
1 snymes, 1 bilhamer
1 spansaag, 1 pik, 1 graaf
1 oude halve kist
3 ketels in soort
1 oude trekpot, 1 koper kandelaar
3 eyser potten, 4 vurken
2 oude tinne kommen
4 tinne borden, 4 lepels
1 postelyne schotel
1 aarde potje, 1 strykyser
1 oude bulsak, 1 koren schop
1 oude sift, 2 ouwe stoelen
1 untjes user, 1 oude koeke pan
1 rooster
1 oude koper pot, 1 karren vat
1 ploeg met zyn toebehoor

geen uytstaan geld maar nog schuldig

19 rd:s voor de kosten van de begraven
16 aan de wagemaker schuldig
73:3 aan Kristian sin schuldig
15 aan zyn dogter Maria shuldig
12 aan zyn dogter Elisabet
3 r:ders aan zijn zoon Koenrat
een tent zeijl, en een span jukken en touwen
een hant saag, een vel zef
twee kommetjes, twee zeekels
een span stroppen en riemen
2 kusekonne
en 7 pottels

Jacobus A: Engelbreg, Velt Cornet

Als getuijgen: Reijnier Basson, P:H: Hanekom

MOOC8/28.18

{18081115} 15 November 1808 Gerrit Petrus Slabbert , Anna Adriana Nel

Copij

Inventaris van alle zodanige goederen als ’er door Gerrit Petrus Slabbert en Anna Adriana Nel in gemeenschap zijn bezeeten en door de laatstgemelde met ’er dood ontruimd en nagelaaten, mitsg:s op heden opgenoomen en in waaren weezen bevonden geworden zijn, te weeten

D’ opstal der leeningsplaats genaamd de Kleine Brakkerivier gel: in de Zwarteruggens aan deeze zijde van de Zondagsrivier
Losse goederen
een osse wagen met zeil en toebehoor
een bootervat
een booterkarne
twee emmers
een ankervatje
een halfankervatje
een kleederkist
een vleeschvatje
een watervatje
een wagenkist
een kelder
een seepvorm
twee houtbijlen
een handbijl
drie booren
twee schaven
drie bijtels
een raspe
een vijl
een bed met zijn toebehooren
een tafel
drie stoelen
drie geweeren
drie ijzere potten
drie tinne schootels
vier tinne borden
agt tinne leepels
tien ijzere vurken
een rooster
een vuurtang
een vleesch vurk
een uijntjes ijzer
een mandje
twee aarde potten
een aarde trekpot
vier bottels
een vlessche
een handmoolen
een koopere keetel
een koopere kandelaar
een leijsteen
een scheerbak
drie koornzakken
een zaag
een haamer
een kogelvorm
een booterbak
een passer, winkelhaak en kruishout
Beestiaal
twaalf trek ossen
agttien aanteelbeesten
tweehondert vijf en sestig schaapen
een hondert en veertig bokken
Lijfeigene
een mansslaaf gen:d Simon van Mosambique
Uitstaande penningen
de erfportie die op Gerrit Petrus Slabbert, uit de nalatenschap van zijne ongehuwd overleedene suster Elsje Sophia Slabbert, onder de Weeskaamer berustende, mogte koomen te vallen
Schulden
  Rd:s
aan Johannes Gideon Andries Slabbert de koop somma van de voorgemelde opstal der leenings plaats de Brakkerivier 600
Erfgenaamen
Petronella Aletta Catharina Slabbert oud 8 jaaren en 6 maanden

Aldus gedaan en g’inventariseerd ter plaatse gen:d de Hartebeestefontein gel: aan de Kleine Winterhoeksberg op den 15 November 1808 en zulks volgens het op en aangeeven van Gerrit Petrus Slabbert, dewelke betuigde hierinne ter goeder trouwe te hebben gehandeld en niets met zijn weeten te hebben verzweegen of agtergehouden, weshalven zich bereid verklaarde, deeze voorenstaande opgave ten allen tijden des vereischt wordende met solemneele eede te willen bevestigen, met verdere belofte zo iets nader tot den boedel specteerende mogte koomen te ontdekken, deezen inventaris daarmede te zullen amplieeren. Alles in ’t bijweezen van den gerechtsbode Johannes Henricus Lange en den veldcornet Gabriel Stolz als getuigen /:onder stond:/ voor de opgave /:get:/ Gerrit Petrus Slabbert /:in margine:/ als getuigen /:get:/ J:H: Lange, Ger: Bode /:get:/ Gabriel Stolz, Veldcornet /:lager:/ in kennisse van mij /:get:/ J: Knobel Sec:s

Accordeert met de origineele: J: Knobel, Sec:s

MOOC8/28.19

{18091106} 6 November 1809 Gerrit Cloete

Inventaris van de nalatenschap van den overleedenen Gerrit Cloete Gz: door mij ondergetekende Jasper Coetzee Jz: ten presentie van de mede ondergetekende getuijgen opgenomen in in geschrifte gebrag bestaande dezelve in de volgende, namentlijk

De opstal van lenings plaas genaamd het Grote Riet in de Modder Fontijn in het Namaqueland
drie kisten in zoord
een emmer
vier mantjis
twee aarde kanne
een aarde pot
twee bijlen
een kopere ketel
vijf stoelen
twee ijsser potten
een vaatje
twee oude taveljes
zes oude koorn sakken
drie aarde schootels
vijf aarde borde
een trommel
een spigel
een tinne kandelaar
vier schaaf blokke
een ploeg schaar
een ploeg
een koevoet
een partij temmer mans gereetschap
een osse wagen
twee rem kettangs
en wat oud ijser
een teer vat, twee teer kanne
een oude zadel
twee tenne trek potten
een broot kestje
twee oude katels
een bet
een sweepstok
een schroef
een slaaf genaamd Adam , hoogt bejaard en blind
een slaaf genaamd Andries van de Caap
een slaaf genaamd Jantje
zeventien trek osse
zes en dertig anteel beesten
drie hondert en zeventig schapen
twintig bokke
zeven paarden

Op de voorn: plaats het Grote Riet in de Modder Fontijn den 6 November 1809

Jasper Coetzee

Als getuijge: Dirk van Zijl, Abraham Coetsee

MOOC8/28.20

{18100525} 25 Meij 1810 Maria Roux

Dit is de goet van den overlede huijsvrouw van Christiaan Fredrik Mulder; zij is overlede den 17 Meij 1810; en betleggent zik geweest vijf weeke en vier dage bij Pieter Swanepoel in de Vranze Hoek

1 klijne goeje kis
1 klijne ouwwe kis
1 ouwwe tee tavel
1 ouwwe ledekant die uijt malkaar leg
1 sluijt mantje
nog een ope mantje
1 tinne water pot
1 ouwwe spiegel
2 ouwe trekpotte
1 ouwwe bet
1 groote Bijbel
1 ouwwe stoof
1 ouwwe streijkeijzer
1 ouwwe klijne keetel
1 slaafvin gen:t Doortje van de Kaap
1 ouwwe sak orologi

Als getuijge: Joseph Vori J:Z:, Veldcornet

Onder Swellndam d: 25 Meij 1810

MOOC8/28.21

{18090324} 24 Maart 1809 Jacobus Louw

C: Bird

Copia

Inventaris van alle zodaanige goederen en effecten als ’er door wijl: Jacobus Louw Jacz: in zijn leven zijn bezeeten en ab intestato met ’er dood ontruimd en nagelaaten, mitsg:s heeden opgenoomen en in waaren weezen bevonden geworden, te weeten

een half sleete wagen
een heel oude wagen
twee remkettings
vier ijzere potten
twee oude kisten
ses stroppe
zeven riemen
drie jukken
drie tinne borden
vijf geweeren
een kopere ketel
een dissel
een partij defecte zekels
een handzaag
een omslag
een driekwartiers boor
drie boorijzers
een p:r pistoolen
een hand moolen
een bilhamer
een rasp
vier oude vijlen
twee kou bijtels
een kogelform
een knijptang
een hamer
een defecte koekepan
een sabel
een handbijl
een houtbijl
een schaaf
een strijkijzer
twee oude graven
een oude tafel
een klijne botervat
een vaatje
een platvaatje
een oude emmer
twee oude stoelen
een partij oud ijzer
ses leepels
ses vorken
een zadel
een toom
een defecte rooster
een ijzere combuis
een kist met rommelarij
een half klaar gemaakte tentzijl
wat rommelarij
vier mudden koorn
Beestiaal
vijf en vijftig anteel schaapen
derthien anteel bokken
achthien trekossen
veerthien anteel beesten
drie rijdpaarden
acht anteel paarden
Baaten des boedels
  Rd:s
van Gerrit Marais Ch:sz: 6
van Fred:k van Nieuwkerk 6
Erfgenaamen
deeze zijn kinderen uit ’t eerste huuwelijk met Susanna Durand Leendert Johannes Louw, geb: den [ ..... ] /:thans getrouwd:/
Johanna Maria Louw, getrouwd geweest met Joh:s Jacobus Grevenstein, daarbij geteeld een zoon gen:d Jacob Jacobus, geb: den [ ..... ]
Elsje Jacoba Jacomina Louw, wed:w wijl: Adriaan van den Berg
Susanna Cornelia Louw, get:d met Math:s Johannes de Beer Math:sz:
deeze kinderen zijn gesprooten uit het tweede huwelijk met Alida Swanepoel Johannes Jacobus Louw, geb: den [ ..... ] /:meede getrouwd:/
Claudina Johanna Louw geb: deb 26 Dec:r 1785
Martha Elisabeth Louw geb: den 1 April 1787
Elisabeth Catharina Louw geb: deb 12 Dec:r 1788
Anna Jacoba Margaretha Louw geb: den 21 Aug:s 1791

/:onderstond:/

Aldus gedaan en g’inventariseerd ten dorpe Graaff Reinet op den 24:ste Maart 1809 volgens ’t op en aangeeven der bijde zoonen van gem:de Louw, in naame Leendert Johannes en Johannes Jacobus Louw, dewelke betuigden hierinne ter goeder trouw te hebben gehandeld en niets met weeten verswegen of agtergehouden; verklaarende zig dies bereid, deeze voorenstaande opgaave ten allen tijde des vereischt werdende met solemneele eede gestand te doen; met verdere belofte zo iets nader tot den boedel behoorende mogt koomen te ontdekken, deezen inventaris daarmeede te zullen amplieeren en is zulx geschied in ’t bijweezen van den ger: bodens J:B: Wiese en Joh: Godf: Voss als getuigen /:was geteekend:/ L:J: Louw, en Joh:s Jac:s Louw /:in marg:ne:/ als getuigen J:B: Wiese, J: Godf:d Vos /:lager:/ mij praesent /:was get:d:/ Theod:s Muller, Secret:s

Accordeert: Theodorus Müller, Secret:s

MOOC8/28.22

{18090517} 17 Meij 1809 Andries la Grange

Inventaris van alle zodanige goederen als er ab intestato metter dood zijn ontruymd en nagelaten door Andries la Grange ten voordeele zyner nagelatene wed:e Johanna Maria Voslo ter eenre, mitsg:s hunne by den anderen in echt verwekt eenig minderjarig zoontje in naame

Andries Johannes Petrus Laurens la Grange oud 2 jaaren ter andere zijde

zo als het een en ander door opgem: Johanna Maria Voslo ter voldoeninge aan de requisitie van Heeren Weesmeesteren bij aanschrijving van den 1:e October 1808 is opgegeeven en door ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren g’inventariseerd, namentlijk

een kist
twee stoelen
een geweer
een bijl, twee schaaven, een dissel, een rasp en een boor
een sikkel
een ploegyzer
drie aarde kannen
een rooster
tien aarde borden
vyftien staale vorken
neegen tinne leepels
drie koornzakken
twee kleijne balies
twee ijzere potten
een p:r zilvere schoengespen
een ossewagen met zijn toebehooren
Beestiaal
twaalf trekossen
vier en dertig aanteelbeesten
zeeven en zestig schapen
vier honderd zes en zeventig aanteel bokken
Credit des boedels
  Rd:s
van Christiaan Cloete Hend:k z:n over koop van de helfte der opstal van de leeningsplaats gen:d de Muijzenkraal geleegen voor de Marthinus Kloof agter de Plattekloof blykens de origineele onderhandsche koopbrief onder berusting zynde van den landdrost te Zwellendam de heer A:A: Faure 850
Last des boedels
    Rd:s
voldaan den 25 September 1809 aan Gerrit Johannes Oosthuyzen over koop van de voorsz: helfte van de opstal der leeningsplaatz de Muyzenkraal geleegen over de Marthinus Cloof agter de Platte Kloof , waarvan de origineele door wijlen La Grange eigenhandig onderteekende koopbrief is onder berusting van voorm: Oosthuijzen per rest nog 500

Aldus gedaan en g’inventariseerd ter Weeskamer aan de Kaap de Goede Hoop op den 17:e Meij 1809 ende zulks op- het op en aangeeven van de in den hoofde deezes gemelde weduwe dewelke verklaarde zig hierinne ter goeder trouwe gedragen en hares weetens niet verzweegen of te rug gehouden te hebben van al het geen tot den boedel en nalatenschap behoord, invoegen zy dan ook getuygde de deugdelijkheid harer opgaave ten allen tyde des vereischt werdende met solemneele eede nader te bevestigen, en verdere belofte zo hier na nog iets tot gezegde nalatenschap behoorende, mogte worden ontdekt, daarvan nader en getrouwelijk ter Weeskamer opgaaf te zullen doen ten einde deezen inventaris daarmeede te amplieeren.

In teeken der waarheid is deezen ter presentie van ons gecomm: Weesmeesteren ende mij Adj:t Commis door de inventariente eigenhandig onderteekend.

Als gecomm: Weesm: A:V: Bergh, G:E: Overbeek

Voor den opgaaf: Johanna Maria Vosloo wedewe Le Gransi

Mij present: P:E: Faure, Adj:t C:

MOOC8/28.23

{18000522} 22 Maij 1800 Jan Jurgen Meyer

J: Ackerveld

Staat en inventaris van alle zoodanige goederen en effecten als er op den 15 dezer maand Meij 1800 ab intestato met ’er dood zijn ontruijmd en nagelaten door den alhier verbleevene mattroos in dienst van ’t voorig Gouvernement Jan Jurgen Meyer en door mij ondergetekende Secretaris der colonie Stellenbosch en Drakenstein als hier toe door het Eerwaarde Collegie van Heeren Weesmeesteren a Cabo expresselyk gequalificeerd zynde, ter presentie van de natenoemene getuigen opgenome en ten papiere gebragt, mitsgaders bevonde te bestaan in

een vierkante cajate houte tafel
een cajate houte thee tafel
ses peereboome houte stoelen
een tinne coffijkan met een koopere comphoor
twee koopere kandelaars en een stale snuijter
een spiegeltje
een aarde ketel en comphoor
een ledige blikke trommel
een Keuls booter potje
een aarde stoof pot
een aarde bak
een aarde stoof pot
een kleine ysere pot
drie tinne schootels
agt witte vlakke borden
agt blaauwe vlakke borden
een bierglas
een aarde pot met wat sout
een aarde pot met wat risjes asijn
een aarde comphoor
een leedige bierpijp
een aamsvat met wat wyn
een platvaatje
een groote kist met kuypers gereedschap in soorten
een kist met kuypers gereedschap in soorten
een groote kuypers schaaf
een span haak
een keldertje met wat oude plunjes
een kleine legidige kist
een keldertje met vier flessen en neege leedige bottels
een zaag blad /defect/
ses oude boeken in soort /defect/
een oude paarde toom en buykgording
drie oude emmers
sesthien ysere hoepels in soorten
een houte armblaker
een ysere pot
een ysere schep leepel
een ysere vleesch vork
een ysere koekepan
een parthij ysere banden
een slypsteen met zyn spil
een snybank
een parthy houtwerk in soort
een combuys rak
een veldstoel zonder bekleedzel
een onbekleed ledikants verhemelten
een parthy ysere banden en houtwerk
een kadel waar op
een bed, een peluw, drie kussens, twee lakens, een schitse en een wolle combaars
een gryn houte kist waar in
twee swarte satinette broeken
twee geele Chinaas linne broeken
een blaauwe lakense rok
een blaauw lakense jekkert
een blaauw lakens onderbaaytje
een swart satinet onderbaaytje
een gestreepte jas
twee hoeden
drie linne lange broeken
vyf wit linne onderbaaytjes
elf witte mans hemden
een wit linne baaytje met mouwen
een bont hemd
vier servetten
drie witte linne mutsen
drie paar zeyde kousen
twee paar witte catoene kousen
twee paar peeper en sout kousen
een roode zeyde sakdoek
een bonte zeyde sakdoek
twee wit linne sakdoeken
een blaauw linne sakdoek
een lap Vlaams linnen
een stuk gestreept
vier nieuwe blaauw geruyte sakdoeken aan een stuk
twee lappen geel Chinaas linne
een stuk linne waar aan vyf en twintig ellen
een leere sakje waar in vyff ryxdaalders en silverwerk
twee voering vellen
een silver sak horlogie met een staale ketting in een kleeder kist
een silvere peeperbusch
ses silvere leepels
een paar silvere schoen gespen
een paar silvere broek gespen
een en een half dousyn silvere hemroks knoopen
een paar dubbelde goude hemdsknoopen
een leedig Ambons kistje met kooper beslag
vier pakjes band en eenige strengetjes naay garen
een schuyfdoosje met wat kopere spykers
een leere sakje met drie scheermessen
een paard sadel en toom /bij de edele Jacob Eksteen/
Credieten des boedels
door den bode K: laten aanmanen een onderhandsche obligatie groot een hondert en twintig ryxd:s ten behoeve van voormelde Meyer en ten lasten van den alhier resideerende Fredrik Tafel gedateerd 26 Mey 1798
door den debiteur F: Dafel is ter Weeskamer beweezen aan dien boedel niet meer schuldig te zijn als rd:s120 een onderhandsche schuld brief ten behoeven als vooren geteekend door den burger A:J: de Villiers voor reekening van voormelde Tafel, gedateerd 2 Juny 1798

Aldus geinventariseerd aan Stellenbosch op den 22 dag der maand May in ’t jaar onses Heere een duyzend acht hondert, ter presentie van den adsistent Jan Gerrit Meysart, ende geregtsboode Godfried Gabriel Haubtfleisch als getuigen die de minute deeses beneevens my Secretaris meede behoorlyk hebben ondertekend op een segul van vier en twintig stuyvers

Quod attestor: J: Wege, Secret:s

MOOC8/28.24

{18100505} 5 May 1810 Dirk de Jongh

Inventaris van alle zodanige goederen als ’er op den 8 Maart in den jaare een duizend acht honderd en tien ab intestato metter dood is ontruimd ende nagelaten door den burger Dirk de Jongh ten voordeele zyner hierondertemeldene erfgenamen, te weten

zynen vader den meede burger Jacobus de Jongh in d’ eene helfte
mitsg:s zyne broeders en zusters in de wederhelfte, namentlyk volle zusters en broeders uit het huwelyk met Wilhelmina Hendrina Cornelissen 1) Laurens Joh:s de Jongh mondig
2) Johanna Barbera de Jongh get:d met Petrus Salomon Woudberg
3) Wilhelmina Hendrina de Jongh oud 24 jaren
4) Jacobus de Jongh oud 20 jaren
halve broeders en zusters uit het huwelyk met Anna Elisabeth Louw 5) Susanna Maria de Jongh oud 16 jaren
6) Gerharda Sus:a de Jongh oud 12 jaren
7) Elisabeth Jacoba de Jongh oud 10 jaren
8) Anna Joh:a Wilh:a de Jongh oud 2 jaren
  bij resumptie van deesen inventaris is gebleken dat de vier laatstgemelde halve zusters van den overledene, denselven niet in bloede bestaan, van de zijde waarvan ouderswegen bestorven was, en dat deselve dienvolgens zo in overeenkomst met het Asdoms Versterfrecht, als der ordonnantien op de successie ab intestato hem niet als erfgenamen komen te succedeeren. Ter Weeskamer aan de Kaap de Goede Hoop den 15 December 1810 - G:A: Watermeijer E: C:

Invoegen als het een en ander door my ondergetekende Adjunct Commis der Kamer is opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande alle deeze goederen in de navolgende, als

Ten huize van opgem: zynen vader
6 Flaamslinnen broeken
2 baatjes
4 hembden
1 matras
Inne schulden
  Rd:s
van voorm: zijnen vader over moederlyk bewys bij acte van den 29 April 1791, voor den toenmaligen gesw: clercq ter Secretarye van Justitie, J:D: Karnspek, en getuigen gepasseerd een bedragen van 233:16
over zoo veel den overledenen volgens de Weesboeken aan grootmoederlyk erffenis competeerd 48:27
Last des boedels
  Rd:s
aan meerm: zijnen vader over begraffenis onkosten volgens rekening 75

Aldus gedaan en geinventariseerd ter Weeskamer aan de Kaap de Goede Hoop den 5 May 1810 ende zulks op het op en aangeven van den in den hoofde dezes gemelden Jacobus de Jongh, dewelke verklaarde zich hierinne ter goeder trouwe gedragen en zjnes weten niets verzwegen of terug gehouden te hebben van al het geen tot de nalatenschap behoord, invoegen hy dan ook getuigde van de deugdelykheid zyner opgaave ten allen tyde des vereischt wordende met solemneele eede nader te bevestigen; en verdere belofte, zo hier na nog iets tot gezegde nalatenschap behorende, mogte worden ontdekt, daarvan nader en getrouwelyk ter Weeskamer opgaaf te doen, ten einde dezen inventaris daarmede naar behoren kan worden geampliëerd

In teeken der waarheid is dezen ter praesentie van my Adj:t Commis en de getuigen door den inventarient behoorlyk ondertekend

Als getuigen: P:J: Poggenpoel, J: Serrurier

Voor den opgaaf: J:s de Jongh

My present: P:E: Faure, Adj:t C:

MOOC8/28.25

{18090419} 19 April 1809 Helena Dorothea Schoeman

Inventaris van alle zodanige goederen als er door wylen Helena Dorothea Schoeman wed:e Stephanus Johannes Bekker ab intestato met er dood ontruijmd en nagelaten, mitsgaders heeden opgenomen en in waren weezen bevonden zijn geworden, te weeten

een ledige kist
een wagenkist
een kleyne kist
een bed met zijn toebehoren
een groote yzere pot
twee kleyne yzere [pot]
een thee tavel
een stoel
een stoof
een vuurtest
een kopere ketel en comfoor
een tinne trekpot
een vork
een blaker en snuiter
een wasch balie
een koekepan
een beddezak
twee aarde kannen
een tavellaken en negen servietten
een tinne suiker trommel
twee geelhoute planken
een opslag tent
een halve flesch campher brandewyn
een bottel met wat terpentyn
drie flessen medicynen
een stuk renoster hoorn
een blikje safraan
een blikje theriacle
een half sleete ossewagen
vier boeken
Lyf eygenen
een slave jongen gen:d Damon van Mosambique
een slave jongen gen:d Civil van de Caab
een slavin gen:d Delia van de Caab
een slavin gen:d Deel van de Caab
een slavin gen:d Anna van de Caab
een slave meisje gen:d Petronella van de Caab
Baten des boedels
    Rd:s
voldaan van den burger Steph:s Bekker op eene onderhandsche obligatie de dato 26 Aug:s 1808 306
vervalt NB van den burger Gerrit Scheepers op eene onderhandsche obligatie de dato 11:e Maart 1797 894
vervalt van den burger Daniel Jansze van Veuren op eene onderhandsche schuldbrief de dato 22 Julij 1797 300
vervalt van den burger Daniel Jansze van Veuren op eene onderhandsche schuldbrief de dato 12:e April 1805 200
vervalt van den burger Daniel Jansze van Veuren op eene onderhandsche schuldbrief de dato Jann: 1807 130
in mindering betaalt rd:s1000 - bij de generale boedel rekening opgebracht van den burger Marth:s Bekker volg:s zyne opgave en die der erfgenaamen 1743
  van den burger Joh:s Jurrie Bekker op een onderhandsch briefje de dato 25 Julij 1801 125
  van den burger Reynier van Jaarsveld de jonge op eene onderhandsche schuld brief de dato 16 November 1807 108
voldaan van den burger manh:e Jacob van Rheenen over contant geleende penn: op eene onderhandsche obligatie de dato 4:e October 1787, groot aan capitaal ƒ12000 ofte 4000
  met de renten à 5 pc:to zedert [ ..... ]
  van den burger Daniel Strijdom over koop van een wagen op eene ond: obligatie de dato 1:e Jann: 1802 150
  van Josina Elisabeth Bekker op eene onderhandsche obligatie de dato 22 April 1797 groot 80
  van Johan Salomon Stigling over contant geleende penn: op eene onderhandsche obligatie de dato 25 Junij 1782 groot aan capitaal per rest 40
  met de renten a 5 pc:to per anno zedert [ ..... ]
  van den burger Francois Venter over contant geleende penn: op eene ond:h: obligatie de dato primo Jann: 1780, groot aan capitaal per rest 10
  met de renten a 5 pc:to per anno zedert [ ..... ]
  van den burger Nicolaas Janze van Rensburg Nic:s z:n op eene onderhandsche obligatie de dato 12:e Maart 1790 groot aan capitaal 200
  met de renten à 5 pc:to per anno zedert [ ..... ]
  van den burger Johannes Voslo Arnoldusz: op een onderhands bewys de dato 8 April 1800 100
Lasten des boedels
  Rd:s
over zo veel den burger Hendrik Schoeman Jurriesz:n volgens opgave der erfgenaamen uit den boedel te praetendeeren heeft 330
Erfgenaamen
1) Stephanus Bekker
2) de kinderen van wijlen Martha Bekker in huwlyk verwekt bij den burger Louis van Wijk
3) Sara Bekker gehuwd met Daniel Jansz: van Veuren
4) de kinderen van wijlen Helena Dorothea Bekker in huwlijk verwekt bij Gerrit Scheepers
5) de kinderen de wijlen Hendrik Bekker, de wed:e hertrouwd met Carel Fred:k Pitzer
6) de kinderen van wijlen Maria Helena Bekker in huwlyk verwekt by Johannes Jurgen Schoeman
7) Marthinus Bekker
8) de kinderen van wijlen Anna Catharina Bekker in huwlyk verwekt bij Hendrik Schoeman Jurriesz:
9) Johannes Jurrie Bekker
10) Petronella Bekker gehuwd met Reynier van Jaarsveld

Aldus gedaan en g’inventariseerd ter plaatse genaamd d’ Oude Muragie gel: op ’t eynde van de Cango op den 19 April 1809 ende zulx op het op en aangeeven van de burgers Marthinus en Johannes Jurrie Bekker dewelke verklaarde zig hierinne ter goeder trouwe gedragen en huns weetens niets versweegen of terug gehouden te hebben van al ’t geen tot den boedel en nalatenschap behoord, invoegen zij dan ook getuygden de deugdelykheid hunner opgave ten allen tijde des vereyscht werdende met solemneele eede nader te bevestigen, en verdere belofte zoo hierna nog iets tot gez:e nalatenschap behoorende mogte worden ontdekt, daarvan nader en getrouwlijk ter Weeskamer opgaaf te zullen doen, ten eijnde deezen inventaris daar meede te amplieeren.

Ende zulx in ’t byweezen van den clercq Johannes Dorotheus Camijn en den eerste gerechts bode Hendrik van As junior, als getuijgen

Als getuijgen: J:D: Camijn, H: van As junior

Martinus Bekker, Johannis Juri Bekker

Ten mynen over staan: A:A: Faure

MOOC8/28.26

{18100818} 18 Augustus 1810 Willem Esterhuijzen , Magdalena Christina Meintjes van den Bergh

Inventaris des boedels in gemeenschap bezeeten geweest by den burger Willem Esterhuijzen Joh:s z:n en desselfs huijsvrouw Magdalena Christina Meintjes van den Bergh, mitsgaders van de zijde des eerstgemelde op den 30 Maart deezes jaars met ’er dood ontruijmd en nagelaten, hebbende den overleedene bij testamentaire dispositie in dato 26 October des gepasseerden jaars 1809 voor den notaris publicq ten deezen gouvernemente m:r Johannes Henoch Neethling en zeekere getuijgen met zijne thans overgebleevene weduwe mutueel opgerigt, tot zyne eenige en universeele erfgenamen benoemd en aangesteld zijne kinderen ofte bij derzelver vooroverleiden derzelver wettig nakroost bij plaatsvulling in gelijke deelen, zijnde op dien grond de erfgenamen van den overleedenen de ondertemeldene twee kinderen door hem by zijn overgebleevene weduwe in wettig huwelijk geprocreëert, met namen

1) Engela Jacoba oud 13 jaren
2) Willem Johannes Esterhuijzen oud 11 jaren

Zijnde wijders bij het gemelde testament het Eerwaarde Collegie van Heeren Weesmeesteren aan de Kaap de Goede Hoop benoemd en aangesteld tot executeuren van hetzelve redderaars des boedels en voogden over de minderjarige erfgenamen van den overleedenen weshalven den gemeenschappelyken boedel door ons ondergeteekendens als expresse gecommitteerdens uit gemelde Collegie is g’inventariseerd en opgenomen, mitsg:s bevonden te bestaan in het volgende, namentlyk

Een opstal staande op de leenings plaats genaamd aan de Picquetbergen aan deeze hoek geleegen onder t district Tulbagh
een opstal staande op de leenings plaats gen:d de Draay geleegen aan de Groote Rivier aan de Picquetbergs Vlakte bij testamentaire dispositie aan de overgebleevene weduwe gelegateerd voor de somme van vier duijzend guldens

Op de eerstgemelde plaats in het woonhuijs, en aldaar

In het voorhuijs
neegen schilderijen waaronder een dagregister
een kopere handwaschvaatje met zijn kom
drie tafels in zoort
een wateremmer
agt stoelen
een ledige kist
een verrekijker
In de kamer ter regterhand
vier kisten
een kadel waarop
een bedt en toebehooren
een kadel waarop een bedt en toebehooren
een ledige kadel
een yzere balance met kopere schalen
een yzere balance
twee kopere keetel
een tinne koffykan
een tinne trekpot
een tinne schenkkeetel
een tinne soupleepel
een tinne soupleepel
zes en dertig tinne eetleepels
zes en dertig vorken
agttien messen
vier groote rakken
twee leepel rakken
twee geweers
een stel roer
een p:r pistoolen
een hagelvorm
een tafel
twee en dertig rollen Kaapsch tobak
In de kamer ter linkerhand
twee ledikanten met behangzels waarop
twee beddens en toebehooren
een kadel met een bedt en toebehooren
een kast
een stel Japans porcelaine kastpotten
een lessenaar met zyn voet
een klaptafel
een kleijne spiegel
twee cijfferleijen
agt stoelen
twee kleyne porcelaine potten
een party boeken
In de dispens
twee waterkaraffen
zeeven water glaazen
twaalf kelkjes
een aarde soepkom
zes diepe schotels
twee aarde boterpotjes
twee aarde sauspotjes
zeeven aarde theekommetjes
twee aarde mostertpotjes
een porcelaine trekpot
twee tinne [trekpot]
een pijpenrak
een lampet met zijn kom
vier kopere kandelaaren
drie strijkyzers
vier tinne schotels
een yzere confoor
twee trommels
een tinne boterpotje
een broodmes
een lantaarn
zes Chinasche potjes
zes en veertig borden in zoort
tien dito schotels
twaalf kopjes en pierings
vyf pond gewigt
een kopere vijzel en stamper
In de combuijs
een tafel
een emmerbank
vier emmers
zes yzere potten
een kookkeetel
een taartenpan
een braadpan
een koekepan
een schuijmspan
een rooster
een drievoet
In de buijtenvertrekken
zes ledige leggers
drie ledige bierpijpen
twee ledige halfaamen
een ledige ankervaatje
een houte tregter
zes pikken
agt graaven
drie tentzijlen
twintig mudden zakken
een party stroo madjes
twee kopere beekers
vier aarde kannen
zes mandjes
drie teervaaten
een botervaatje
een boter karn
een party duijgen
vier remkettings
een blaasbalk
een ambeeld
vyf ploegscharen
twee voorhamers
een handhamer
twee bijtelhamers
drie smitstangen
een kielhouwer pik
een bankschroef
drie dissels
vier groote booren
twee omslag booren
een trekzaag
twee hand zaagen
een spanzaag
vier schaaven
twee snijmessen
agt yzere hoepels
een party oud yzerwerk
een party oude fylen en bijtels
vyf enden planken
In de paardenstal
agt wagenpaarden
twee rijdpaarden
een spantuijgen
Op de werf
een paardewagen
twee ossewagens
een kar
drie ploegen met toebehooren
twee trektouwen met twee spanjukken
twee eggen
een oude schuijt
twee wagenwielen
een slypsteen met zijn bak
een brandewijnskeetel met toebehooren
een rozynenkeetel
In de kraalen
neegen aanteel paarden
vier en veertig trekossen
een en twintig aanteel beesten
vyf hondert neegen en zestig schapen
een hondert zeeven en tagtig bokken
zeeven varkens
Lijfeigenen
een mansslaaf gen:d Goliath van de Kaap
een mansslaaf gen:d Coridon van de Kaap
een mansslaaf gen:d Jonas van de Kaap
een mansslaaf gen:d January van Bougies
een mansslaaf gen:d Mentor van Mosambicque
een mansslaaf gen:d Anthony van Mosambicque
een mansslaaf gen:d Cesar van Mallebaar
een mansslaaf gen:d Present van Madagascar
een mansslaaf gen:d April van Madagascar
een slavin gen:d Eva van de Kaap
een slavin gen:d Clara van de Kaap
een slavin gen:d Sara van de Kaap
een slavin gen:d Theresia met haare drie kinderen, in naamen Goliath Leijs en Africa alle van de Kaap
een slavin gen:t Amilie van Madagascar met haare twee kinderen, in naamen Sabander en America beide van de Kaap
een slavin gen:t Malatie van Mosambicque
Op de plaats gen:d de Draay geleegen aan de Groote Rivier
een handmoolen
twintig en een halve mudden koorn

Pro memorie word alhier genoteerd dat de kleederen, linnengoed en verdere lijfstoebehooren van den overleedenen aan de overgebleevene weduwe zijn afgegeeven ten einde, overeenkomstig de testamentaire dispositie, onder desselfs twee minderjarige kinderen te worden verdeeld

Inneschulden
  Rd:s
van Petrus van der Westhuyzen Jansz:n woonagtig in ’t Roggeveld op een onderhandsch briefje de dato 17 November 1798 ƒ100 ofte 33:16
Lasten des boedels
    Rd:s
  aan den Secretaris der Weeskamer de heer J:P: Faure over vendupenningen weegens den boedel van wylen David Jacobus Pretorius en nag: wed:e Hester Hanekom 913:24
voldaan aan Christiaan Liebenberg over contant geleende penningen op een onderhandsch briefje omme in den loop van de aanstaande maand September te worden betaald 400:--
  aan Hermanus Louw almeede op een onderhandsch obligatie over geleende penningen aan capitaal 400:--
  aan Willem Burgers Willemzoon insgelijks op een onderh: obligatie aan capitaal 150:--
  meede met het lopende jaar renten
  aan Carel Christiaan Smidt over gekogte negotie goederen 377:--
vold: den 23 Novb:r 1810 aan Willem Hanekom p:r rest van deszelfs vadersbewijs in den gemeenschappelijken boedel berustende 400:--

Aldus g’inventariseerd aan de Kaap de Goede Hoop ter plaatze voormeld op den 18 Augustus 1810 ende zulks op het op en aangeeven van de in den hoofde deeses gemelde weduwe dewelke verklaarde zig hierinne ter goeder trouwe gedraagen en hares weetens niets verzweegen of terug gehouden te hebben van al het geen tot den boedel en nalatenschap behoord, invoegen zy dan ook getuijgde de deugdelijkheid harer opgaave ten allen tijde des vereischt werdende met solemneele eede nader te bevestigen, en verdere belofte zo hier na nog iets tot gez:e nalatenschap behoorende mogte worden ontdekt, daarvan nader en getrouwelijk ter Weeskamer opgaaff te zullen doen ten einde deezen inventaris daarmeede te amplieeren.

In teeken der waarheid is deezen inventaris ter presentie van ons gecomm: Weesmeesteren ende mij Eerste Commis der Weeskamer door de inventariente behoorlijk onderteekend

Als gecomm: Weesmeesteren: A: v: Breda, W:J: Klerck

Voor den opgaaff: Magdalena Cristina Myntjes van de Berg weduwe W: Esterhuijse

Mij present: G:A: Watermeijer, E: C:

MOOC8/28.27a

{18100717} 17 Julij 1810 Catharina Bruijns

Inventaris van alle zodanige goederen als er op Vrydag den dertiende deezer des nademiddags de klokke twee uuren metter dood zijn ontruijmd ende nagelaten door mejuffrouw Catharina Bruijns wed:e van den heere Pieter Mallet ten voordeele harer bij haare in dato 26 Julij 1794 voor den toenmaligen notaris publicq ten deezen Gouvernemente, Johannes Daniel Karnspek, en zeekere getuigen opgerigt testamente genomineerd en g’institueerde erfgenaamen zijnde de kinderen door de overleedene bij haaren opgemelden voorverstorvenen man in echt verwekt, dan wel derzelver wettige afstammelingen bij plaatsvulling, in naamen

1) Jacobus Mallet
2) de nagelatene kinderen van wylen Petronella Catharina Mallet in huwelijk verwekt by haaren voorverstorvenen man den Adsistent in dienst der E: Comp:e s:r Nicolaas Hoffman, gen:d a) Catharina Elisabeth oud 19 jaren
b) Johan Bernard oud 18 jaren
c) Anna Catharina Hoffman oud 16 jaren
3) Catharina Mallet thans wed:e van den Cassier in de Bank van leening d’ edele Joh:s Ackerveld
4) Neeltje Maria Mallet wed:e Gijsbert van Wintershoven
5) Alida Mallet geh:d met den oud eerste Opper chirurgijn van ’s E: Compagnies hospitalen de heer Johannes Leeuwer
6) Anna Catharina Mallet
7) Magdalena Jacoba Mallet get:d met den burger Daniel Tobias Brand

Zijnde bij zeekere onderhandsche acte in dato 12 February 1803 uit kragte der clausule reservatoir den voorsz: testamente bijgevoegd het Eerwaarde Collegie van Heeren Weesmeesteren alhier verzogt tot executeuren van het zelve testament en voogden over de minderjarige erfgenaamen wiensvolgens den boedel en nalatenschap der juff:w overleedene door ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren na gedane ontzegeling en in de tegenwoordigheid der meerderjarige erfgenamen is g’inventariseerd en opgenomen en bevonden te bestaan in het volgende, namentlyk

Een huijs en erf staande ende geleegen in deeze Tafelvalley in de Casteelstraat in t Blok T en aldaar N:o 6

In het evengemeld huijs en aldaar

In het voorhuijs
een lantaarn
In de voorkamer ter regterhand
een jalousiemat
een witte ophaal gordyn
een spiegel met nooteboomhoute lyst
twaalf schilderyen met vergulde [lyst]
een tafel
twaalf stoelen met twaalf trype kussens
zes wit kopere quispedooren
twee guerridons
een kabinet met zilver beslag met een stel potten en waarin
eenig linnengoed etc:a tot huysgebruik gediend hebbende en ingevolge testamentaire dispositie der overleedene aan haare gezamentlijke dogters geprelegateerd
In de voorkamer ter linkerhand
een jalousiemat
een witte ophaal gordijn
een spiegel met nooteboomhoute lyst
neegen schilderijen
een tafel
twee leuningstoelen
agt ordinaire stoelen
twaalf roode trijpe zittings
twee guerridons
een kleijne ronde tafel
een kast
een lessenaar met zijn voet
een kleine lessenaar
een draagstoel
een kabinet met zilver beslag met een stel potten waarin almeede een gedeelte der kleederen van de overleedene, mitsg:s eenig linnengoed etc:a tot huijsgebruik gediend hebbende, en invoegen voorsz: aan de gezamentlyke dogters gelegateerd
In de gaanderij
een roode ophaal gordyn
een spiegel met nooteboomhoute lyst
een staand horologie
een tafel met een steene blad
een klaptafel
twee leuningstoelen
vijf ordinaire stoelen
een wit kopere theemachine
een verlakte theekistje
een sleutelkistje
In een agterkamer
vier schilderyen
een tafel
vier stoelen
In een muurkast
twee zetten Chinaasch porcelaine theegoed met familie naamen
In de dispens
een tafelkast
een kopere confoor
een kleijne confoor
vier kopere strykyzers
twee kopere kandelaars
twee kopere taartepannen
een wafelyzer
twee zuijkerbroodsformen
twee castrollen
een tinne keetel
twee soepterrines
twaalf schotels in zoort
agt en twintig borden
twee oly en azijn standers
twee raspen
een handlantaarn
drie manden
eenige bottels en flessen
vier en twintig bierglazen in zoort
twee confituur glaazen
zes confituur bakjes
een koelbakje
vyf karaffen
neegen kommetjes
In de combuijs
een tafel
zes yzere potten
een koekepan
twee ijzere leepels
een ijzere vork
een ijzere schuijmspaan
twee ijzere roosters
vier schoorsteenkettings
een vuurtang
een asschop
twee vergiettesten
een kopere vijzel
een koffiepot
een keetel
een kopere beeker
drie waterhalfaamen
twee watervaatjes
een vleeschblok
een balij
Op de boven voorzolder
een ouderwetse cabinet met laaden
een kleyne spiegel
zes schilderyen
een klaptafel
een vierkante tafel met yzere stang waaraan
een yzere balance met twee kopere schaalen, en waarop
tien stukken koper gewigt, te zamen 30 lb
een groote kist waarin
twee roode ophaal gordynen
twee doosjes met Chinasche bloemen
een groote ledige kist
twee stoelen
elf oude fluweele stoelkussens
een chambreel
een bedt bestaande in
twee bulzakken
een peuluw
vyf kussens
een wolle combaars
een chitze combaars
zynde het bedt ten gebruijke der overleedene gediend hebbende, en dus meede begreepen onder zodanige goederen als aan de gezamentlijke dogters bij testamente zijn geprelegateerd
In de kamer n:o 1
een porcelyne soupterrine
vyf en zestig porcelyne schotels
een hondert en veertig borden
een salade bak
zeven en twintig rystpieringjes
een gorgelet met zyn kom
een party theegoed
zes en twintig witte aarde beekertjes
drie witte aarde kannen
een nestje Japanse sauspotjes
twee stellen kastpotten
een porcelaine nagtstelpot
vier sauspotjes
twee witkopere kandelaars
elf vlesjes mosterd
vijf blikke trommels
drie douzein kelkjes
een chitze deeken
elf ellen beddetijk
In de kamer n:o 2
een spiegel met nooteboomhoute lijst
een vierkante tafel
In de kamer n: 3
een jaty houte klederkast
een vierkante tafel
een sluitmand
een stel witte gordynen
In de kamer n:o 4
een ledige kist
In de kamer n:o 5
een kast met glaze deuren
twee stoelen in zoort
In een pakhuijs op de agterplaats
twee rakken waarop
eenige bottels wijn
een kopere glazespuit
een kopere tregter
een blikke keetel
een blikke trommel
een schuijmspaan
twee kelders met ledige vlessen
twee emmers
een haspel
zeeven balies en vaten in zoort
een halfaam met zyn bok
een halfaam
een houte tregter
twee kopere keetels
een ledikant
een kadel
drie huijsladders
een nagtstelletje
elf Keulse en aarde potten
een huijstrap
twee manden
een rooster
een koffiemoolen met zijn bank
eenige ledige bottels en flessen
een kast met een restant vloerzijl
een kleyne kast
een botervat
eenig rommeling
Zilvergoed
een schenkbord
een soupleepel
vier eetleepels
vier vorken
een zuijkertrommel
zes theeleepeltjes
twee confituur vorkjes
twee zoutvaatjes
twee zout schopjes
Lijfeigenen
een mansslaaf gen:d Aron van Ceilon
een mansslaaf gen:d Abraham van de Kaap
een mansslaaf gen:d Laurens van de Kaap
een mansslaaf gen:d Esau van de Kaap
een jongetje gen:d Hannes van de Kaap oud 2 jaaren
een meid gen:d Diana van de Kaap
een meid gen:d Rachel van de Kaap
een meid gen:d Portia van Bougies
een meid gen:d Lea van de Kaap
een meid gen:d Carolina van de Kaap
een meid gen:d Martje van de Kaap
een meid gen:d Rachel /de kleine/ van de Kaap oud 7 jaren
een meid gen:d Poulina van de Kaap oud 3 jaren
een meid gen:d Poulina van Bengalen aan dewelke volgens opgaaf der erfgenaamen bij testament door de overleedene met haren voorverstorvenen man mutueel opgerigt de vrijheid is gelaten omme na doode van den langstleevende hunner beide by een der erfgenaamen na haar eige verkiezing te gaan woonen, terwyl voorts alle de overige hier voren gemelde lijfeigenen ingevolge den inhoud der in den hoofde gem: testamentaire dispositie van de overleedene onder de gezamentlijke erfgenaamen aan de meestbiedende zullen moeten verkogt worden, met die bepaling nogtans dat by die verkoping zal moeten worden in ’t oog gehouden dat de kleinste kinderen niet van hunne moeders gescheiden, maar bij dezelve gelaaten worden
Contanten des boedels
door den heere J:s Leuwer bij afreekening verantwoord den 20 Aug:s 1810 zynde volgens opgaaf der erfgenaamen by het afsterven der overleedene bevonden eene somma van drie hondert zeventig rijksd:s, dewelke door der overleedene dogter Catharina Mallet met het geene door haar en haare zusters zo voor begravenis onkosten als voor de huishouding geduurende het openstaan des boedels is uitgegeeven, zullen worden verantwoord
Inneschulden
    Rd:s
overgenomen bij Anna Catharina Malet vide generale boedelrekening ultimo December 1810 een scheepenenkennis ten lasten Fred:k Ludwich Lisching de dato p:mo April 1800 groot aan capitaal ƒ3000 ofte 1000:--
  met de renten à 6 pc:to zeedert p:mo April l:l:
overgenomen bij Jacobus Malet, vide generale boedelrekening ultimo December 1810 een scheepenenkennis ten lasten Frans Petrus van der Schijf d:d: 3 Aug:s 1803 gepasseerd ten behoeve van Johan David Piton en by notarieele acte de dato 28 December 1803 aan den overleedene gecedeerd groot aan capitaal ƒ7000 ofte 2333:16
renten voldaan tot ult:o July 1810 met de renten a 6 pc:t p:r a:o zeedert primo Augustus 1809
bij de Weeskamer overgenomen, vide generale boedelrekening ultimo December 1810 een scheepenenkennis ten lasten Mattheus van Wieligh d:d: 8 Maart 1801 groot aan capitaal ƒ10000 ofte 3333:16
  met de renten a 6 pc:to p:r a:o zeedert den 17 December 1809
bij Johannes Leeuwer overgenomen, vide generale boedelrekening ultimo December 1810 een notarieele obligatie ten lasten Gerrit Hendrik Meijer Nic:s z:n de dato 9 January 1804 groot aan capitaal ƒ7000 ofte 2333:16
  met de renten à 6 pc:to p:r a:o zeedert 5 January deezes jaars
den 23 October 1810 bij de Weeskamer overgenomen ƒ6000 en de resteerende ƒ6000 bij Johannes Leeuwer, vide generale boedelrekening ultimo December 1810 een notarieele obligatie ten lasten Willem Basson Jacobusz:n de dato 8 Maart 1799 groot aan capitaal ƒ12000 ofte 4000:--
  met de renten van dien zeedert den 15 January deezes jaars
voldaan met een Weesm: kennis ten behoeve der Kamer gepasseerd een onderh: obligatie ten lasten Andries Holtman de dato 22 Maart 1804 groot aan capitaal ƒ2000 ofte 666:32
  met den intrest a 6 pc:t zeedert 22 Maart l:l:
bij de generale boedelrekening opgebracht ultimo December 1810 een onderh: briefje ten lasten de wed:e Gijsbert van Wintershoven de dato 5 Augustus 1805 zonder beding van intrest groot 300:--
Lasten des boedels
  Rd:s
aan mejuff:w de wed:e Cornelis Cruiwagen de dato 27 February 1806 aan capitaal 800
met de renten zeedert 27 February deezes jaars

Aldus g’inventariseerd aan de Kaap de Goede Hoop ten huijze voormeld op den 17 Julij 1810 ende zulks op het op en aangeeven van de in den hoofde deezes gemelde mondige erfgenamen, dewelke verklaarden zig hierinne ter goeder trouwe gedraagen en hunnes weetens niets verzweegen of terug gehouden te hebben van al het geen tot den boedel en nalatenschap behoord, invoegen zy dan ook betuijgden de deugdelijkheid hunner opgaave ten allen tijde des vereischt werdende met solemneele eede nader te bevestigen en verdere belofte zo hierna nog iets tot voorz: boedel specteerende mogte worden ontdekt, daarvan nader en getrouwelijk ter Weeskamer opgaaf te zullen doen ten einde deezen inventaris daarmeede te amplieeren.

In teeken der waarheid is deeze ter presentie van ons gecomm: Weesmeesteren ende my Eerste Commis der Weeskamer door de gezamentlijke inventarienten eigenhandig onderteekend

Als gecomm: Weesm: A:V: Bergh, G:E: Overbeek

Voor den opgaaff: J:s Malet, J: Leuwer, Catharina Malet, Neeltje Mariea Malet, Anna Catharina Malet, D: Brand

Mij present: G:A: Watermeijer, E: C:

Ampliatie

Nader onder de kleederen der overledene gevonden

Aan contanten
  Rd:s
twaalff zilvere piasters ofte 15

Kaap de Goede Hoop den 8:e Augustus 1810

G:A: Watermeijer, E: C:

MOOC8/28.27b

{18100808} 8 Augustus 1810 Catharina Bruijns

Specificque lijst van het goud, zilver, kleinnodien, kleederen en lyfciradien, mitsgaders gemaakt linnengoed, bestaande in bed tafellakens, slopen, servietten en het geen verder tot huysgebruik heeft gediend, als ingevolge testamentaire dispositie door wylen juff:w Catharina Bruyns wed:e Pieter Malet in dato 26 Julij 1794 voor den notaris publicq ten deezen gouvernemente J:D: Karnspek en zeekere getuijgen gepasseerd onder haare als toen in leeven zijnde dogters na haar overlijden in eguale deelen zullen moeten werden verdeeld, zo als dezelve door ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren als daartoe door het Eerwaarde Collegie van Heeren Weesmeesteren als uitvoerders van der overleedene uitterste wille expres gequalificeerd ter op en aangaave van de presente meerderjarige erfgenamen zyn opgenomen, bestaande dezelve in het volgende, namentlijk

een bedt bestaande in
twee bulzakken
een peuluwe
vyf kussens
een wolle deeken
een chitze deeken
twee en veertig servietten
vier en twintig handdoeken
vier en vyftig bed en tafellakens
vier en tagtig kussenslopen
zeeventien hembden
drie hembden
zeeven witte doeken met randen
twaalf zakken
twaalf mutzen
dertien jakkies
een en twintig rokken in zoort
zeeven gonnen
vier halve zakken
zes en dertig doeken in zoort
viertien p:r kousen
twee p:r handschoenen
vier waaijers
vier chitze spreijen
een satynne pellies
een party gekeeperd kindergoed
drie zilvere snuyfdoozen
een Bybel met zilver beslag
een p:r zilvere schoengespen
een p:r goude handknoopen met steenen
een zilvere zakbeugel
een stel zilvere knoopen
een p:r zilvere voorschoot haaken met steenen
eenig kleijn zilverwerk

Alle welke bovenstaande goederen ten overstaan van ons gecomm: Weesmeesteren is opvolging van den letter der testamentaire dispositie van de overleedene onder haare nagelatene dogters en die haarer vooroverleedene dogter Petronella Catharina Malet ten hunner volle genoeging by lottinge zo naauw mogelijk in gelyke deelen verdeeld en by de gerechtigdens ontfangen zijn.

Aldus gedaan verdeeld en ontfangen aan de Kaap de Goede Hoop den 8 Augustus 1810.

Als gecom: Weesm: A:V: Bergh, G:E: Overbeek

Voor den ontfangst: Catharina Malet, Neeltje M: Malet, A: Leuwer, A:C: Malet, M:J: Malet

Mij present: G:A: Watermeijer, E: C:

MOOC8/28.28

{18100615} 15 Junij 1810 Jan David Phaff

J:E: Mestaer

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als door Jan David Phaff op den 13:de deezer met er dood is ontruijmd en nagelaaten en bij my Petrus Borchardus Borcherds, Secretaris van het drostambt Stellenbosch fungeerende als Notaris Publicq ter presentie der hier natenoemene getuigen ter requisitie van den Landdrost alhier den weledele heer Rijno Johannes van der Riet als daartoe behoorlijk gequalificeerd door het Eerwaarde Collegie van Heeren Weesmeesteren deeser colonie bij missive van den secretaris der Weeskamer den heere Jan Pieter Faure de dato 14:de deezer aan het sterfhuijs is geformeerd en in geschrifte gebracht bestaande dezelve in de volgende, te weeten

Een huys en erve ten deesen dorpe geleegen
In het voorhuijs aldaar
een billiard tafel met een Vlaamsch linnen kleed
elff ballen
twaalff keuen in zoorten /waar van twee defect/
acht blikke blaakers met dies stokken en een marqueer plank
een aanzet tafel
In een in ’t voorhuijs staande glaaze kast
een plettische olij en azijn stander /defect/
zes caraffen in zoorten /waarvan een defect/
een klyn lequer vlesje
twee glaase confituur potjes
twaalff kelkjes in zoorten
drie porcelyne beekers in zoorten
acht verlakte blikke beekers
twee kelder vlessen
vyff boddels in zoorten
twee verlakte bakjes /halfsleeten/
een blikke tregter /defect/
ses klyne kleedjes
een vles met wat brandewyn
In de voorkamer ter rechterhand
twee kadels voor een perzoon
een kleine kinder kadel
vyff leuningstoelen met roode trype kussens en chitsse overkleedjes
drie ordinaire stoelen in zoorten
een cajate houte klaptafel
vyff theetafels waar van twee met groen vlennelse kleedjes zyn en zonder laaden
een wasch tafel met een kom
een stinkhoute kast met laaden en kooper beslag waar in
in de bovenste laade ter rechterhand
twee horologien /waar van een defect/
negen geelkopere beslag plaatjes met de hengzels stifjes, etc:a
vier vlesjes half gevuld met medicamenten
een groen steene pijpenkop met zilver gemonteerd, waaraan een zilvere keetentje
een zijde sjerp
thien hoornen keegeltjes
een klyne slijpsteen
een halsgespe
een scheerdoosje waarin twee scheermessen
een blad met twaalff ordinaire blanke knoopen
een wyn zwigtertje
elff Vrije Metzelaars Ordens teekens in een bundel
een pakje wit franjens
een stuk van een zilvere hair speld met steentjes
een staartekam en hair ijzer
in de bovenlade ter linkerhand
een stuk wit Sinaas linnen
drie lappen wit linnen en gekeeperd
twee lappen chits
een stuk roode chits /aangescheurd/
een waaijer
elf zakdoeken in zoorten /in een bundel/
een zijde tjaal met wit vranjens
vier witte halsdoeken en in een bundel
drie bonte halsdoeken
in de middel laade
zes witte mans hemden /gebruijkt/
twee mans jakkets /gebruijkt/
vyff mans bovenbaatjes /gebruijkt/
elff broeken /in zoorten/ /gebruijkt/
twaalff onderbaatjes /in zoorten/ /gebruijkt/
vier witte servietten /in zoorten/ /gebruijkt/
drie paar grove wolle kaussen
ses paar witte geweefde kousen
een paar zijde kousen
een geelhoute schrijfkistje waar in
een zilvere zak horologie
een zilvere soup leepel
twee plettische eetens leepels
drie plettische theelepeltjes
agt zilvere eetens leepels
een zilvere vork
vier paar schoengespen /in zoorten/
een paar kniegespen
een horologie haak
een klijn caberette doosje waar in een inkt en zandkoker
een langwerpig zilver plaatje
twee klijne kruydhoorns
een doosje zonder dekzel waar in twee paar oorringen en een borstspeld, mitsgd:s een zilvere plaatje
drie klijne caberette doosjes /waar van twee defect/
een klyn paarlenmoer doosje waarin
een klyn vlesje mitsg:s paarlemoer signet
een horologie kast /defect/
een yvoore kokertje
een zilvere doosje /defect/
twee halsgespen
twee zilvere theeleepeltjes in zoorten en een confituur vorkje
een koopere rolletje
twee pijpenrietjes
een klyn schuyfdoosje waar in
een rood Marokkoleedere schrijfdoosje
vier borstspelden in zoorten /waarvan een defect/
een zilvere tregtertje
elf ringen in zoorten
een zilvere pijpenkeetentje /defect/
een goude crabbetje /defect/
een zilvere brijpypje /defect/
een wit steentje en
drie klyne brokjes goud
thien boeken papier
een geelhoute naaijkisje waar in een witte zijde beursje /defect/
thien staale messen en vorken
een gematte vlesje
twee klonten aluijn
een dwars fluijt /defect/
een pistool /defect/
een ell
negenthien schilderijen in zoorten
vier spiegels in zoorten
een klijne negotie rak waar op
ses kopjes /in zoorten/
vyffthien pierings /in zoorten/
een langwerpige blikke bus met zwartzel koekjes
een laadje waarin zeeve pakjes en vier-en-dertig stringen gaaren in zoorten
een klyn doosje met naalden
twee en een half pakje spelden
twee kannetjes schoenswartzel
een parthy rommelary
een vouwbeen
een klyne toonbank /defect/
een klijne balans met twee koopere schaalen
een verrekijker
een parthij pijpen
een klijn rakje hangende aan de muur waar op
thien blikke beekers en
drie koekjes chocolade
een voetbank /halfsleete/
een lij
twee lineaals
een tover lantaarn met neegen vertoon stukken
een witte ophaal gordijn
een klyne coffer waarin
drie groene tafelkleetjes
twee pijpenrietjes /defect/
een bedden laaken en twee kussen sloopen, mitsgaders een parthij halfsleete en gedraagen kleederstukken van den overleedene
twee mattrassen
twee sprijen
een klyn kastje waar in
veerthien sloopen
zeeven servietten
twee handdoeken
thien stukken vuijl linnengoed in zoorten
een tafelkastje waar in
drie en twintig stukken vuijl linnen goed in zoorten
een schilderij /defect/
een ledige tafelkast
een blikke tregter
In de voorkamer ter linkerhand
een ledikant met chitse behangzel
drie beddens
drie peluwen
twaalff kussens
drie deekens
een parthij leedige kasten en
een toonbank

Welke zeeven laatsgemelde posten specteeren tot den inventaris geformeerd by authorisatie van de Desolate Boedelkamer alhier, sub dato 21 Maij l:l: ten overstaan van gecommitteerde Heemraaden, van zodanige goederen als tot verhaal van twee vonnissen ten faveure J:C:H:L: Wehr en F: Barends te zaamen bedraagende rd:s660:2:4 door den overleedene zijn opgegeeven.

In de achterkamer ter linkerhand
een groote print Bijbel /defect/
veertig boeken in zoorten
een kadel
twee bedde lakens
een kastje waar in een vles anchovis
vijff langwerpige stukken tobak
een ijzere balans met twee groote koopere schaalen, een van welke byna geheel opgevuld is met koekjes blauwsel
twee klyne koopere schaalen
drie en twintig stukken klijn gewicht in zoorten
een blikke trommel waarin eenige specerijen
een kastje met wat lakza
een klyne blikke schop
een klijne quantiteit ryst in een gonje zak
twee sabels /defect/
een tobaks kerf plank met een mes
een houte doos /defect/
een hoed broodzuijker
een patroontas /defect/
een mand waarin vier boddels zoet olij
een mand waarin een klyn quantiteit amandelen
een zuijker vat waarin een klyn quantiteit zuyker
een ledige zuykervat waarin twee stokvissen
twee paar halfsleete steevels
twee steevelhaaken
In de achterkamer ter rechterhand onder de trap
een water halfaam
een waschlampet en kom
een tinne coffijkan
een tinne vuurtest /defect/
een koopere coffijpot
een blauw porcelijne soupterrine /defect/
twee groente schotels met dekzels
een vis schotel
vyffthien schotels in zoorten /waar van een defect/
twee blauwporcelyne vis borden
twaalf witte holle borden
vyffthien witte vlakke borden in zoorten
achtien roode en blauwe porcelijne borden in zoorten
een porcelyne theepot /defect/
een klyne verlakte theepot /halfsleete/
twee zuijkerpotjes in zoort
twee melkkannetjes /defect/
vier kopjes in zoorten
een piering
drie aarde potten in zoorten
twee ledige klijne blikke trommels
twee boddels
een vles
een groote en drie klijne koopere kraanen /defect/
een groote en een klyne strijkijzer /defect/
neegen vorken in zoorten
een tafel mes
drie tinne eetens leepels
een bierglas
een zoutvaatje
een boterpotje en schoteltje
een blikke tregter
Op de zolder
twee zakken met zwart sout
In een buiten vertrek ter rechterhand bij de achterdeur
twee tafels
zes stoelen in zoorten
een ledikant met behangzel, vermeld bij inventaris ter authorisatie van de Desolate Boedelkamer op den 21 Maij l:l: geformeerd en hiervoeren breeder omschreeven
een kasje
twee vengster gordijnen
een spiegel
vyff klijne schilderijen
twee glaase karaffen
drie bierglaasen
twee kelkjes

alle welke thien laatstgemelde posten goederen zijn in gebruijk bij den Adjudant van het 72:de regement R: Conventrij door de overleedene gegeeven welke dan ook aangenoomen heeft dezelve op aanvraage te zullen leeveren

In een buiten vertrek op de agterplaats n:o 1
een biervat met wat zuur bier
een halfaam met wat Kaapsche wijn
een halfaam met wat azijn
een halfaam met wat anijs brandewyn
een anker met wat Kaapsche wyn
een half anker met Kaapsche wijn
een-en-zeeventig boddels wyn van verscheiden zoorten
negen en veertig leedige boddels
een vlesch met wat lynolij
een hever /defect/
een ledige olijkan
een tinne tregter /defect/
een glaase stulp
een vat gevuld na gissing met booter
twee vaatjes half gevuld met aangemaakte verff
een kan /half gevuld met olij/
een gonje zak met wat amandelen
twee klyne vierkante manden met wat beschuijd
een linnen zakje met comijn en borrij
een klyne teenemand /defect/
een aangesneede huijd soolleer
een koopere theemachine en vuurtest
twee aarde potten in zoorten /defect/
een klijne porcelijne kom /defect/
een klyne kan
een vergiettest
twee aarde waterpotten /waar van een defect/
een aarde stoofpot met dekzel /defect/
twee blikke melkkannetjes /defect/
een blikke lantaarn /defect/
een groote en ses klyne blikke lampen /defect/
een blikke beeker waar in een glaase lamp
twee witkoopere blaakers en een snuijter
twee geelkopere candelaars in zoorten
een verlakte blaaker /defect/
een snuijter
een koopere taartepan
een yzere kookkeetel /defect/
ses potten in zoorten /waar van twee defect/ en een met een yzere dekzel
een klijne koekepan
twee yzere leepels
een groote ijzere vleeschvork
een rooster
twee drievoeten in zoorten
een blikke keeteltje /zonder dekzel/
een rolstok
twee wateremmers /halfsleete/
drie leedige vaatjes /defect/
een ham
een klijn quantiteit aardappelen
een porcelyne bloemkelk
twee botervaaten en een stamper
neegen stoelen in zoorten /waar van vier defect/
een kastje met wat witte boonen
een gematte zitbank
twee ladders /defect/
een paarde zweep /defect/
twee klijne banken /halfsleeten/
In een agter vertrek n:o 3
een uithang bord
twee agtertuijgen /halfsleeten/
een klyne tafel /halfsleeten/
een klyne emmer /halfsleeten/
een hoek rak /halfsleeten/
In het wagenhuijs
een chais behoorende aan M: Wolfferum
een oude billiard tafel behoorende aan W: Lamberts
Op de agterplaats
een ossen kar
twee paarden

vermeld bij inventaris ter authorisatie van de Desolate Boedel kamer op den 21 Maij l:l: geformeerd en hier vooren breeder omschreeven

Contanten des boedels
twee stukken van een ryxdaalders
twee stukken van vier schellingen
een stuk van twee schellingen
en voorts eenige stukken van vier, twee en een schellingen voor verdere circulatie onbruykbaare papiere munt en
aan koopere munt drie schellingen en twee stuyvers

Alle welke stukkens gelds aan my Secretaris en getuigen door Willem Lamberts zijn ter handen gesteld met verklaring dat de bovengem: munt stukken door hem in den nacht van het afsterven van gemelde Phaff uit een tafel laade ter bewaaring en tot meerder securiteit tot zich was genoomen geworden.

Goude munt specien
een goude Johannes
een ducaat
een quart guinia
een achtste ropij
Zilvere munt specien
drie ducatonnen
een Spaansche mat /geschonden/
een halve Spaansche mat
twee daalders
een ropij
een halve ropij
elff quart ropijen
een halve gulden
twaalff quartjes
drie-en-dertig schellingen
seeven-en-sestig dubbeltjes
twaalf een agste gulde stukken
twee-en-dertig een sesthiende gulde stukken
een-en-twintig stuijvers
twee stukken /onbekend/
ses stukken afgesleeten en daar door onkenbaar geworden munt
Koopere munt
een calender
twaalff dubbeltjes
Papiere munt
twee stukken a een ryxdaalder zeer geschonden
een stuk van vier schellingen
vier stukken van een quart ryxd:s
drie van een achste ryxdaalder
een assignatie getrokken door de dato 17 November 1804 op den heere P:L: Cloete ten faveure van den overleedene groot vijftig ryxdaalders
een lootje van twee schellingen
drie [lootje] van een schelling
vyff [lootje] van twee stuijvers
derthien kladboeken en vyff honderd twee-en-tachtig diverse papieren gebonden in pacquetten van n:o 1 tot n:o 11

En word alhier pro memoria genoteerd dat de slaaff Cupido van Batavia mitsgaders een ledikant met behangzel vermeld by de inventaris op den 21 Maij 1810 by authorisatie van de Desolate Boedelkamer geformeerd in hier vooren aangehaald in den boedel niet is gevonden geworden, als meede dat onder de diverse papieren nog gevonden is een tertia wisselbrief getrokken te Calcutta den 13 February 1794 door Faulie Reind en C:o ten faveure Alexander Waker op ’t huijs van David Schott en C:o te London groot vier-en-dertig ponden en sesthien schellingen sterling

Aldus geinventariseerd op den 15 en 16 Junij 1800 en thien ten dorpe Stellenbosch ter requisitie als in den hoofde deezes gemeld aan het sterfhuys van voormelde J:D: Phaff in het byweesen der clercquen Johannes Cornelis de Korte en Rijno Petrus Johannes van der Riet als getuigen die de minuute deezes beneevens mij Secretaris meede behoorlijk op een zegul van een ryxd:s hebben onderteekend

Quod attestor: P:B: Borcherds, Secretaris

MOOC8/28.29

{18080316} 16 Maart 1808 Niclaas Moolman

Inventaris der nagelaate goederen van wylen Niclaas Moolman van Amsterdam , als in berusting van my ondergeteekenden

1 hoed
1 jas
een bruyn baatje
1 wit diemert baatje en 4 onder baatjes
3 lange broeke en 1 onder broek
3 hemde
2 mutzen
4 p:r koussen
2 halve hals doeken
1 p:r laarsen en 1 p:r schoe
1 scheermes
1 voervelle dwars zak
1 paar pistoole en
1 blikke tabaks doos
by den burger Christian Look een run paard
by den burger Gabriel Rossouw aan de Klapmuts is volgens myn beste informatie een kist met eenige kleeren

Warm Badt , den 16:de Maart 1808

P:J: Rademan

Christiaan Loock, Gabriel Rossouw ter Weeskamer gerequireerd en verscheenen zynde, verklaarden niets onder zig te houden van het geene tot de nalatenschap en den overleeden Moolman zoude behoren

MOOC8/28.30

{18100122} 22 January 1810 Michael Adriaan Wichers

Inventaris van alle zodanige goederen als er Woensdag den zeeventiende dag der maand January in den jaare een duijzend acht hondert en tien ab intestato metter dood zijn ontruymd ende nagelaten door het lidt in den Raade van Justitie by het voormalig Bataafsch Gouvernement alhier aan de Kaap de Goede Hoop den heere Michael Adriaan Wichers ten voordeele van de hier ondertemeldene minderjarige kinderen bij zijne van hem gesepareerde huijsvrouw mev:w Philippina Chakilina Smit in echt verwekt, als

1) Hendrik Ludolph oud 9, uitlandig
2) Agatha Johanna Wichers oud 11 jaren

Invoegen als het een en andere door ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren zijn opgenomen en in geschrifte gebracht, mitsgaders bevonden te bestaan in het volgende, namentlijk

Ten huurhuyze van J: Kleenwerk alwaar den overleedene ’t laatst is gelogeerd geweest

een sofa
een koffer waarin
twee lakense rokken
tien hembden
agt broeken
zeeven onderbaatjes
twee p:r zijde kousen
vier p:r sokken
veertien doeken en dassen
een slaapmuts
een p:r laarsen
een p:r schoenen
twee borsels
twee boeken
een scheerkistje
een olijsteen
een wandelstok
een toverlantaarn
Lijfeigen
een jongen gen:d Apollos van Madagascar
Crediten des boedels
  Rd:s
aan contanten in den boedel gevonden aan papieremunt derthien ryxd:s en agttien stuyvers zegge 13:18
Lasten des boedels
  Rd:s
aan voorm: mevrouw P:J: Smit over begraffenis onkosten blijkens reekening [ ..... ]

Aldus g’inventariseerd aan de Kaap de Goede Hoop ten huyze voormeld op den 22 January 1810 ende zulks op het op en aangeeven van de gesepareerde huysvrouw van voorm: heere Wichers dewelke verklaarde zig hierinne ter goeder trouwe gedragen en hares weetens niets verzweegen of terug gehouden te hebben van al het geen tot den boedel en nalatenschap behoord invoegen zy dan ook getuijgde de deugdelijkheid harer opgaave ten allen tijde des vereischt werdende met solemneele eede nader te bevestigen en verdere belofte zo hier na nog iets tot gez: nalatenschap behorende mogte worden ontdekt, daarvan nader en getrouwelijk ter Weeskamer opgaaf te zullen doen ten einde deezen inventaris daarmeede te amplieeren.

In teeken der waarheid is deezen ter presentie van ons gecomm: Weesmeesteren ende my Adj: Commis door de inventariente behoorlyk onderteekend

Als gecomm: Weesm: A:V: Bergh, G:E: Overbeek

Voor den opgaaff: P:J: Smit wed: Wichers

Mij present: P:E: Faure, Adj: Commis

MOOC8/28.31

{18091125} 25 November 1809 Richard Morris

Inventaris van alle zodanige goederen als er op Donderdag den drie en twintigste dag der maand November in den jaare een duijzend acht honderd en neegen ab intestato metter dood zijn ontruymd ende nagelaten door den schipper van het Fransch prijsschip, Richard Morris ten voordeele zijner onbekende uitlandige erfgenamen, invoegen als het een en ander door my ondergeteekende Adj:t Commis der Weesmeesteren ter presentie van de meede geteekende getuygen is opgenomen en in geschrifte gebragt, mitsg:s bevonden te bestaan in het volgende, nam:

Ten huijze van m:r Batt alwaar de overleedene is gelegogeerd geweest, en aldaar

In een bovenvertrek
een kist waarin
twee lakense rokken
agt baatjes in zoort
zeeven hembden in zoort
elf broeken
vyf paren schoenen
drie p:r kousen
zeeven doeken
een doosje met een party naalden
een steen zeep
drie strengen zylgaren
een restant touw
twee hamers
een rasp
een oly steen
drie borsels
een kannetje spruce
een leniaal
een aarde beeker
eenige bollen katoen, voorts
eenig rommeling
een hangmat waarin
een oude bedt
een oude schansloper
een rok
twee broeken
twee onderbaatjes
twee p:r laarsen
drie p:r schoen
een p:r kousen
twee hoeden
een kruysband

Wordende alhier pro memorie genoteerd dat de overleedene volgens opgaaf van m:r Batt by den heere Pringle als Agent van d’ Edele Oost Indische Companie te goed zoude hebben voor het overbrengen van het schip uit de Simonsbaay na herwaards als meede voor verdiende gagie de somma van twee hondert ryxd:s zegge rd:s200.

Aldus na gedane ontzegeling g’inventariseerd in de Kaapstad aan de Kaap de Goede Hoop ten huyze voorm:d op den 25 November 1809

Als getuygen: J: Serrurier, J:N: Rörich

Voor den opgaaff: W: Batt

Mij present: P:E: Faure, Adj:t C:

MOOC8/28.32

{18090812} 12 Augustus 1809 Andrias Jacobus Herbershauzen

Inventaris der nalaatenschap en door den dood ontruijmt door wijlen Andrias Jacobus Herbershauzen sub dato 22 Julij 1809, bestaande die goederen en effecten, mitsgaders der zelver waardije als volgt

  Rd:s
een ruijn paard 25:--
een schiet geweer 8:--
een klijn kerdertje, devect 1:2
wegens vaderbewijs compiteerd den zelve 217:3
Somma Rd:s251:5

Deze inventaris suijverlijk gedaan en getaxeerd door ons ondergeteekende ter woonplaats van mejufvrouw de wed:w Herbershausen de welke verklaare in het op en aangeeven ter goeder trouwe hebbe gedraagen gelijk de meede ondergeteekende verklaare ons na onze beste kennis onder het taxeeren hebbe gequeten Drakenstijn den 12 Augustus 1809.

Taxeerders: Jan St:s de Villiers, Petrus Johannis Marais

De w:e A:s Herbershaus

MOOC8/28.33

{18091216} 16 December 1809 Christiaan Moesbag

Inventaris van den overleedenen Christiaan Moesbag als volgt

1 zilver horologie
1 zilver out horlogie, tik
1 geweer
1 pistool
2 halve kisten
1 paard zadel en toom
Aan kleeren
2 jekkerts groflaaken
2 groflaaken onderbaatjes
3 hembden in zoorten
5 deeken: 4 blaauwe en 1 rood
2 witte onderbaatjes en 1 zwaarte
3 paar koussen
1 paar schoenen
2 hoeden
1 partij bladen tabak
1 haamer, kapmes, bijl en bijtel
Slagter gereedschap
1 partij rommeling, niets waard
1 partij oude plunjes

In myn presentie uijtgekleed alles opgenoomen den 16 den December 1809

P:S: drie maanden gagie te goed bij zyn huijsbaas Johannes Petrus du Toit riksdaalders neege

D:J: Kotze, Veldkornet

Als getuijge: Daniel Jacobus du Toit, Johann Lochner

MOOC8/28.34

{18101212} 12 December 1810 Jan Schwensing

Inventaris van alle zodanige goederen als ’er in den nacht van den eersten dezer lopende maand December door den perzoon van Jan Schwensing, geboortig van Regensburg , gewezen soldaat in dienst van het Bataafsch Republicq, aan het huis van den burger Hendrik Matfeld ab intestato met er dood zyn ontruimd ende nagelaten; zynde dezelve nalatenschap opgegeeven door opgem: Matfeld bestaande dezelve in als volgt, namentlyk

een over rok
zeven baatjes in zoort
twee hembden
twee broeken
een p:r oude koussen
een oude zak doek
een oude slaap muts
een p:r oude schoenen en
een p:r zilver schoe gespen

Aldus geinventariseerd aan het huis van opgem: Hendrik Matfeld in de Kaapstad op den 12 December 1810.

Als getuigen: P:J: Poggenpoel, J:N: Rörich

Voor den opgaaf: Hend:k Matfelt

MOOC8/28.35

{18100919} 19 September 1810 Susanna Francina Mareez

Inventaris van zodanige goederen als er op Woensdag den eersten dag der maand Augustus in ’t jaar een duijzend agt honderd en thien ab intestato met ’er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door Susanna Francina Mareez weduwe Barend Sijbold Havinga, ten voordeele van haare hier ondertemeldene negen zo mondige als minderjarige kinderen en erffgenamen, met namen

1) Hendrina Wilhelmina Havinga huijsvrouw van Joh:s Swart Cornelisz:n
2) Lucas Marthinus Havinga mondig
3) Maria Aletta Elizabeth Havinga gehuuwd met Jacobus Philipp:s Fourie Jacobusz:
4) Susanna Magdalena Havinga get:d met Louis Fourie Jacobusz:
5) Barend Herm:s Havinga oud 19
6) Johannes Jacobus Havinga oud 16
7) Susanna Geertruijda Havinga oud 13
8) Geertruijda Johanna Wilhelmina Havinga oud 9
9) Anna Christina Magdalena Havinga oud 5 jaren

Invoegen als het een en ander door mij Adj:t Commis en getuigen is opgenomen en ingeschrifte gebragt, bestaande alle deese goederen in devolgende, namentlijk

Een opstal staande op de leenings plaats genaamd de Ezelsjagts Bergen gel: onder het district van Stellenbosch

Op gemelde plaats en aldaar

In het voorhuijs
een rak waarop
vier en twintig borden
een oude tinne trekpot
een tinne schotel
een porc: schotel
een tinne peperdoos
vier wit aarde schotels
een vierkante tafel
een stoel
een cijverleij
een tinne ketel
agt messen
In een agterkamer
een kadel
vier en twintig tinne lepels
vier en twintig stale vorken
In de combuijs
een rijstblok met twee stampers
drie water emmers
vier yzere potten
twee ketels
een vleesch vork
twee aarde vet potjes
een aarde pot
twaalff tinne lepels
twee oude tinne ketels
een oude brood kist
In het koornhuijs
een oude zadel
een draaijbank
een scheepel
twee koornschoppen
drie oude zakken
ses zikkels
twee mudde koorn
een groote kist
een kleijne kist
een defecte legger
een bierpijp
een halfaam
twee kleijne vaatjes
een kleijn baletje
een trap balij
een boter kern
een boter vaatje
een vleesch vat
ses avegaars boren
een omslag [boren]
drie hamers
drie hamers kleijnder
thien bijtels
thien schaven
vier dissels in zoort
vier bijlen
een snijmes
drie defecte as houten
twee nyptangen
een passer
een houte werk schroef
twee graven
een pik
vijf naven
dertig spaken
een stuk ijzer tot een ambeeld
een parthij oud ijzer
Op de werff
een osse wagen
een oude osse wagen agterstel
een ploeg met een schaar
een oude voorstel van een paarde wagen
een parthij dekstroo
Beestiaal
een reunpaard
vier aanteel[paard]
ses trek ossen
agt aanteel beesten
thien aanteel schapen
veerthien aanteel bokken
Inneschuld
    Rd:s
voldaan van Joh:s Mareez op een onderhandsch briefje de dato 3 Aug:s j:l: over contant geleende 42:--
vold: van Andries Otto over werkloon volgens aanteekening 12:44
  van Jan Pfeiffer over huur van een wagen 6:--
  van de wed: Jan Andries Nieman over werkloon 5:24
Lasten des boedels
    Rd:s
voldaan den 14 Jan:y 1811 aan Hend:k And:s Gildenhuijsen over contant geleende penn: op een onderh: obligatie d:d: 24 Nov:r 1806 aan capitaal 150:--:--
  met de renten a 6 pc: zedert 24 Nov:r 1809
voldaan aan ’t gouvernement over vier jaren agterstallige recognitie penn: van voorm: leeningsplaats 120:--:--
voldaan aan Diederik Otto over contant geleende penn: op een onderhandsche obligatie d:d: primo Februarij 1799 aan cap:l 50:--:--
  met den intrest a 6 pc: zedert 17 May 1809
  aan Barend Gildenhuijsen over ’t maken van de doodkist, begravenis onkosten alsmeede voor smitswerk 60:--:--
vold: aan s:r Marthinus Theunissen d’ oude over wagenmakers loon blijkens reekening 61:--:--
voldaan aan Theunis Dirkse van Schalkwijk over koop van negotie goederen blijkens reekening 88:--:--
voldaan den 27 April 1811 aan Andries Otto over koop van drie half aamen en een anker wijn b:r: 14:12:--
voldaan den 18 February 1811 aan Frans Badenhorst over twee mudden koorn 12:--:--
voldaan den 18 February 1811 aan Jacobus Fourie d’ oude over drie mudden koorn 15:--:--
voldaan den 18 February 1811 aan Wessel Fourie Jacobusz: over koop van een os 8:--:--
voldaan den 18 February 1811 aan Louis Fourie over contant geleende penningen, volgens getuigenis van de mondige erffgenamen 14:--:--
voldaan aan Joh:s Jacobus Havinga over koop van een os 10:--:--
  aan de weed: Joachim Mulder over koop van negotie goederen bl: reek: 8:0:4
voldaan aan Johannes Swart Cornelisz: over aan de overleedene contant voorgeschotene tot aankopen van schapen 28:12:--
voldaan aan den bastaart Cupido over een jaar huurpenningen 8:--:--
voldaan aan den bastaart Joost over een jaar huurpenningen 11:36:--

Worden alhier pro memorie genoteerd dat voorm: Joh:s Swart Cornelisz: van Jacobus Rasmus heeft ontfangen ryxd: vijf, over zo veel hij Rasmus aan den boedel komt debet te weesen en dat daar en teegen door hem Swart geduurende het openstaan des boedels uitgaven zijn gedaan, van welk een en ander hij nader reekening en verantwoording zal doen

Aldus gedaan ende g’inventariseerd ter plaatse voorm: op den 19 September 1810 ende zulx op ’t op- en aangeeven van de in den hoofde deeses gemelde mondige erffgenamen, dewelke verklaarde zig hier inne ter goeder trouwe gedragen en niets versweegen of te rug gehouden te hebben dat tot voorsz: boedel behoord, invoegen zijlieden dan ook getuigde de deugdelijk hunner opgave ten allen tijde des vereijscht werdende met eede gestand te doen en verdere belofte, zo hier na nog iets tot gem: nalatenschap behoorende mogte worden ontdekt daar van nader en getrouwelijk opgave te zullen doen, ten einde deesen inventaris daar meede in allen trouwe te kunnen worden g’amplieerd.

In teeken der waarheid is deese in preesentie van mij Adj:t Commis door de inventarienten en getuigen behoorlijk onderteekend

Als getuigen: Johannes Swart, Cornelis Swart

Voor den opgaaff: J: Swart, L:M: Havenga, Jacobus Philipus Forie, Lowies Forie

My present: P:E: Faure, Adj:t Commis

MOOC8/28.36

{18110220} 20 Februarij 1811 Jacobus Coetzee

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als er op Woensdag den tweeden dag der maand January in den jaare onzes Heeren een duijzend acht honderd en elf des avonds de klocke omtrend tien uuren ab intestato metter dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den burger Jacobus Coetzee d’ oude, ten behoeve zijner nagelatene weduwe Maria Margaretha Kloete, en zijne hierna te meldene kinderen en kindskinderen, te weeten

1) Huijbregtje Coetzee get:d met Johannes Coetzee
2) de kinderen van wijlen Johannes Coetzee in huwelijk verwekt by Johanna Coetzee, met namen: a) Maria Johanna Margaretha Coetzee get:d met Johannes van Zijl
b) Johannes Hermanus Coetzee oud 17 jaaren
3) Jacobus Coetzee
4) Gerrit Coetzee
5) Dirk Coetzee
6) Anna Elizabeth Coetzee get:d met Daniel Lambrechts
7) Maria Margaretha Coetzee geh:d met Theunis Kotzee
8) Sara Coetzee get:d met Steph:s Francois du Toit en
9) Jasper Coetzee

Zynde dezelve door my ondergeteekende Secretaris der Weeskamer opgenomen en in geschrifte gebragt, mitsgaders bevonden te bestaan in het volgende, namentlijk

twee kadels
drie stoelen
een theetafeltje
een kist
een kist /:kleinder:/
een wagenkistje
een meelkistje
een halfaam
een bulzak, 2 kussens en een combaars
een bulzak, 2 kussens en een deeken
vier yzere potten
drie keetels in zoort
een oude trekpot
een koornharp
een schaafbank
een schaafblok
een hamer
twee schaaven
drie graaven
een pik
een bijl
een balans met houte schaalen en 18 lb lootgewigt
een tinne schotel
drie tinne borden
een stale vork
een tinne nagtspiegel
een oude wagen
Beestiaal
tien trekossen
dertig schaapen
vyftig bokken
Lijfeigenen des boedels
een mansslaaf gen:d Goliath van Mosambicque
een mansslaaf gen:d April van Malabaar
een mansslaaf gen:d Cupido van de Kaap
een mansslaaf gen:d Paul van de Kaap
een mansslaaf gen:d Jantje van de Kaap
een mansslaaf gen:d Joab van de Kaap
een mansslaaf gen:d Willem van de Kaap
een mansslaaf gen:d Andries van de Kaap
een mansslaaf gen:d Jan van de Kaap
een mansslaaf gen:d Adam van de Kaap
een slavin gen:d Dina van de Kaap
een slavin gen:d Amilie van Malabaar
een slavin gen:d Rachel van de Kaap
Crediten des boedels
  Rd:s
van Jasper Coetzee over contant geleende penningen blykens onderhandsche obligatie de dato 29 Augustus 1809 aan capitaal eene somma van zeeven duijzend drie honderd guldens ofte 2433:16
met de renten a 5 pct:o p:r a:o zeedert p:mo February 1810
evengemelde Jasper Coetzee over restant kooppenningen van de opstal der leeningsplaats gen:d Klipfontein geleegen op de hoek van de Picquetberg eene somma van vyf duyzend zes honderd guldens ofte 1866:32
zullende hierop egter in mindering strekken zo veel hy Coetzee aantonen zal hierop reeds in mindering te hebben voldaan
van de manh: Daniel Lambrechts op een onderh: briefje d:d: 20 November 1810 355:12
van Dirk Coetzee Jacobusz:n op een onderh: briefje d:d: 14 November 1810 900:--
van Theunis Kotzee op een onderh: briefje de dato 20 November 1810 60:--
van Dirk Snibbe op een onderh: briefje de dato 28 Julij 1808 89:36
van Joh:s Coetzee Dirkzoon over zo veel door de overleedene voor reek:g van denzelven is betaald in mindering van een vendubrief ten zijnen laste [ ..... ]

Aldus g’inventariseerd ter plaatze van de manh: Daniel Lambrechts genaamd Stinkfontein geleegen aan de Picquetberg op den 20 Februarij 1811 ende zulks op het op en aangeeven van voorm: Daniel Lambrechts, Gerrit Coetzee en Jasper Coetzee alle in den hoofde deezes vermeld dewelke verklaarden zig hierinne ter goeder trouwe gedragen en hunnes weetens niets verzweegen of terug gehouden te hebben van al het geen tot den boedel behoord, invoegen zijl: dan ook betuijgden, de deugdelykheid hunner opgaave ten allen tijde des vereischd werdende met solemneele eede nader te bevestigen, en verdere belofte zo hier na nog iets tot gez:e nalatenschap behoorende mogte komen te ontdekken, daarvan nader en getrouwelijk ter Weeskamer opgaaf te zullen doen, ten einde deezen inventaris daarmeede te kunnen amplieeren

In teeken der waarheid is deezen ter presentie van my onderget: Secretaris der Weeskamer door de inventarienten behoorlyk onderteekend.

Als getuijgen: J: Serrurier, J:N: Rörich

Voor den opgaaf: Gerrit Koetzer, Jasper Coetze, Daniel Lambrechtsz

Mij present: J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/28.37

{18110514} 14 Maij 1811 Jasper Slabbert

Inventaris van zodanige goederen als ’er op Zondag den vijfden dag der maand Maij in den jaare een duijzend agt honderd en elff ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den burger Jasper Slabbert ten voordeele zijner hier ondertemeldene erffgenamen, met namen

1) Jacobus Slabbert d’ oude
2) het nagelaten kindt van wijlen zijne zuster [ ..... ] in huwelijk verwekt bij Jacobus van Aarden oud 22 jaren

Invoegen als het een en ander ingevolge opgaaff van d’ edele Josias Godlieb Blanckenberg door mij Adj:t Commis en getuigen is opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande alle deese goederen in de volgende, namentlijk

Ter plaatse van den burger Jacobus Slabbert de jonge

een tafel
twee stoelen
een kadel waarop
een bed, peuluw, twee kussens en een deken
een kapstok
een spiegeltje
een kist waarin de kleederen van den overleedenen
een kist ledig
een paar zilvere schoegespen
een paar zilvere kniegespen
een hals gespen
drie goude hand knoopjes
een geweer
een bandelier
een bakkist
een ijzere pot
een pot lepel
een rooster
een waterhalfaam
twee kleijne kopere ketels
een Keulse kan
een balans met twee schalen
thien lb loot en ijzer gewigt
een kopere kandelaar
een strijkijzer
een tinne boterpotje
twee zadels en toomen
Beestiaal
twee rijd paarden
Lijfeigenen
een meijd gen:t Spacie van de Caab met haar drie kinderen in name Casaer en Silvia en David meede van de Caab - alle welke ingevolge codicillaire acte in dato 23 Maart 1799 voor nuwijlen den notaris publicq, Jan Jacob Fredrik Wagener en zeekere getuigen gepasseerd, ten kosten der boedels in vrijdom zullen moeten worden gesteld
Crediten des boedels
  Rd:s
van d’ edele Hendrik Emanuël Blanckenberg over contant geleende penningen op een scheepenen kennis de dato 8 Feb:y deeses jaars aan cap:l ƒ20000 ofte 6666:32
met den intrest van dien a 6 pc: p:r a:o zedert primo Januarij l:l:
van de heer Watse Sebius van Andringa en den burger Pieter Retief Jac:sz op een scheepenen kennis de dato 19 April j:l: aan cap:l ƒ10000 ofte 3333:16
met de renten a 6 pc: per a:o zedert 15 Februarij l:l:
van Josias Godlieb Blanckenberg over ’t zaldo van reekening 10:44

Aldus gedaan ende g’inventariseerd ter Weeskamer aan Cabo de Goede Hoop op den 14:e Maij 1811.

Als getuigen: P:J: Poggenpoel

Voor den opgaaff: J:G: Blanckenberg

My present: P:E: Faure, Adj:t C:

MOOC8/28.38

{YYYY} [ ..... ] Anna C: Verkouter

Eventaris van de onderstaande goederen zijnde de nalaatenschap van Anna C: Verkouter wdw: A: Vosloo d’ oud zover opgenoome door ons ondergeteekende volgen aanwijsing van des selfs nagelaate erf genaame

1 catel
1 bulsak
1 kussin
1 kannetie
1 pastelijne bottel
2 kommetjes
1 waterpot
1 stoof
1 klijne treksaag
2 bil haamers
1 ploegbeugel
1 tinnebort

Als getuijge: Jan Blignaut, V:cornet, M: Jonker, Johannes van der Bank

Als erfgenaame: Johannis Vosloo, Arnoldus Vosloo, Nicolaas Vosloo, Wlessel Vosloo, Barent Christhoffel Spies

MOOC8/28.39

{18110628} 28 Juny 1811 Petrus Bartholomeus Andriessen

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als er op Dingsdag den vijfentwintigste dag deezer lopende maand Junij in den jaare onzes Heeren een duijzend acht honderd en elf ab intestato metter dood zyn ontruijmd ende nagelaten door den burger Petrus Bartholomeus Andriessen ten voordeele zyner by zijne vooroverleedene huijsvrouw Maria Geertruijda Lavekaden in echt verwekte eenig minderjarige dogter in naame

Magdalena Dorothea Andriessen oud 15 jaaren

invoegen als het een en ander door ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren zijn g’inventariseerd en opgenomen, mitsgaders bevonden te bestaan in het volgende, namentlijk

Een huijs en erf staande ende geleegen in deeze Tafelvalley in t Blok H:H: en aldaar N:o 6 groot in zynen grond 9 quadraat roeden 61 quadraat voeten en 142 gelyke duijmen, volgens transport op den 26 May 1800 aan den overleedenen gedaan

In opgemelde huys, en aldaar

In de voorkamer
een witte ophaal gordijn met plank en lynen alle welke involge testament door haar met wijlen voorm: haare man in dato 5 October 1801 voor den notaris m:r J:H: Neethling en zeekere getuijgen mutueel opgerigt zijn gelegateerd aan hunne dogter Magdalena Dorothea Andriessen
twee klijne spiegels
vier klijne schilderijen
twee tafels
vyf stoelen
twee klyne kistjes
een ledikant met wit behangzel waarop
een bulzak
twee peuluwen
zes kussens en
een deeken
een zilvere zakhorologie
een zilvere leepel
een kabinet waarin de kleederen van des overleedenens voorverstorvene huijsvrouw
zes tabbaarts
zeeven rokken
vijf jakkies
een hoedje
vier waaijers
een chambreel en
een naaldenkoker
twee rokken als meede de kleederen van den nu overleedenen bestaande in
een mannel
twee broeken
een hembd
drie baaitjes
een p:r kousen
twee slaapmutzen
een hoed
een p:r schoenen
In de combuijs
vier yzere potten
een yzere pan
een yzere vork
een yzere leepel
een yzere rooster
drie yzere drievoeten
twee yzere schoorsteenkettings
een kopere keetel
twee schuijmleepels
een vuurtestje
drie kopere kandelaars
drie snuijters
een hak bord
een blaasbalk
een oude waterhalfaam
een oude kast
twee ledige vaten
twee kopere keetels en confoor
drie porcelaine potten
vier schotels
agt borden
een boterpotje
zes tinne leepels
zes staale vorken
Op de zolder
een restant touwwerk
een restant kalk
een party rommeling
twee tinne nagtspiegels
Op de agterplaats
een huysladder
een oude halfaam
een blok en
een baly
Credit des boedels
  Rd:s
aan contanten twee en veertig stuyvers 0:42

Aldus na gedane ontzegeling g’inventariseerd en opgenomen aan de Kaap de Goede Hoop ten huijze voormeld op den 28 Juny 1811.

Als gecomm: Weesmeesteren: A: v: Breda, W:J: Klerck

Voor den opgaaff: J: Heijns

My present: P:E: Faure, Adj:t C:

MOOC8/28.40

{YYYY} [ ..... ] Vrederik Leman

Invantaris van de nalatenschap van Vrederik Leman is kome te overleede op de plaats van de edele Pied Human

Alzo bevonde door de ondergetekende veldcornet ende twee getueigen

aan kleerazie gevonde
een bove baatje
een rompie
twee hemde
twee broeke
een paar kouzen
een paar schoene
een ouwe bed
aan gereedschap
een ouwe houte schrof
drie ouwe boore
twee schaafe
een omzlag
kombuis goedere
een ketel
een pot
aan rommillarie een ouwe bakkis
een kleine baalie een azein vaatjie
een ouwe tafel voor zes stoele houd ueitgewerkt een katel

M:C: Eksteen, Veldcorned

Als getuigen: J:P: Louw, P:G: Human

MOOC8/28.41

{18110620} 20 Juny 1811 Anna van den Bergh

Inventaris van alle zodanige goederen als ’er ab intestato met er dood zijn ontruimd ende nagelaten door Anna van den Bergh, ten voordeele haarer nagelatenen man Johannes Odendaal Janszoon ter eenre, en hunne by den anderen in echt verwekte vyf minderjarige kinderen ter andere zyde, met namen

1) Magdalena Susanna oud 16
2) Anna Jacomina oud 14
3) Martha Johanna Marg:a oud 10
4) Johannes Hendrik oud 4 jaren en
5) Pieter Josua Cilliers Odendaal oud 2 maanden

invoegens als het een en ander door den ondergetekende Adjunct Commis in overstaan van getuigen is opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande dezelve in de volgende, als

een grote kist
drie klyne [kist]
twee koevoeten
twee pikken
drie graven
een hoop oude roeien
een zaag
een boor
drie bijtels
een hark
vyf zikkels
tien zakken
een emmer
zeven emmer hoepels
twee manden
een schepel
een bed met desselfs toebehoren
tien lepels /tinne/
agt vorken
drie schotels
zes borden
drie potten
vier stoelen
een rooster
een lantaarn
een stoof en vuur test
een lepelrak
een trommel
een koffyketel
twee aarde potten
twee kandelaars
een snuijter
een koffymolen
een vleeschvork
drie kannen in zoort
vyf zikkels
een schop
een karn
een strykyzer
twee pot lepels
een kookketel
een trekpot
vier bottels
een ploeg met desselfs toebehoren
een ossen wagen met toebehoren
Beestiaal
zeven trek ossen
een koe en twee kalveren
drie en veertig aanteel bokken

Aldus gedaan en g’inventariseerd ter Weeskamer aan de Kaap de Goede Hoop op den 20 Juny 1811 ende zulks op het op en aangeven van den in den hoofde dezes gem: weduwenaar, dewelke verklaarde zich hierinne ter goeder trouwe gedragen, en zijnes wetens niets verzwegen of terug gehouden te hebben van al het geen tot den boedel en nalatenschap behoord; invoegen hy dan ook betuigde de deugdelykheid zyner opgave ten allen tyde des vereischt wordende, met solemneelen eede nader te bevestigen, en verdere belofte zo hierna nog iets tot gezegde nalatenschap behorende mogte worden ontdekt, daarvan nader en getrouwelyk ter Weeskamer opgaaf te zullen doen, ten einde dezen inventaris daarmede te amplieeren.

In teken der waarheid is deeze ter praesentie van my Adjunct Commis en de getuigen, door den inventarient behoorlyk ondertekend

Als getuigen: P:J: Poggenpoel, J: Serrurier

Voor den opgaaf: J: Odendaal Jz:

Mij present: P:E: Faure, Adj:t C:

MOOC8/28.42

{18090719} 19 Julij 1809 Jacob Hallert

Invendaris van de nalaatenschap van wijlen Jacob Hallert overleeden den 19:ten Julij 1809 by den burger David van Wyk, als volgt

een klijne soldaaten kist
een baadje
een vluweele broek
een blauwe Sinaas linnischee broek
een Sinaas linnischee broek geel
drie halfsleete hemde
een oude vluuwele broek
een blauwe laakenschee rok
vijf onderbaadjes in soort
een voersitze baadje
drie oude slaapmutzen
een oude bedlaaken
een lap laaken voor een baadje
een ell blauwe saaij
drie halfsleete syde doeken
een paar causen
drie silverne gespes
twee hoede
een peul met een compaars
een loop en slott van een jaager bucks
een roer met syn slott sonder schroeven
een pistool, een hand beijl
een kuijpers boor en een handsroef
een witte vrouwe rok
een hierschvanger
drie scheermesser, een boschlemmer mes
een oude kist
een kan houdt 2 vlessen
een tinne coffee kan
een loojers mes
een deur klink
een schaar
ses phylen en drie raspes
vier schaaf bytels
ses schoemaakers messe in soort
drie haamers in soort
twee schoemaakers tange
een eyserne winkelhaak
drie schaave en een kruijshoudt
een trekbott
een stukende coffee muul
een paar steuvels en twee paar schoenen
vier boeken in soort
een sakkie met schoenmaakers elsden en spijkers
twee streng schoenmaakers gaare
twee oude saadels en een schabrak
drie en een half vel perse leer
twentig bruijne voering velle
drie helfte sool leer, en een waar wat van af is
een pardij stukkies sool leer
een schoenmaakers daavel
een bankie en een caatel
een pardij leeste
een plikke melkkan en een booder potje
drie reyd paarde
een traan vaatje
een Keuls kannige
een fluijt

Naa de dood van den overleedenen Jacob Hallert, is in gekoomen voor schoenen die klaar waare en besteldt van de volgende persoonen

  Rd:s
Petrus Schoeman en paar schoene, een paar muyle 3:6:--
Jan Schoeman schoenen 4:--:--
Jurie Schoeman schuld 1:--:--
Hannes Schoeman 7:1:--
aan condante gevonden 14:--:--
nog in een kist gevonden 0:4:2
Bedragt de som aan condante 30:3:2

MOOC8/28.43

{18101011} 11 October 1810 James Baird

Inventaris van alle zodanige goederen als er op Maandag den agtste dag der maand October in den jaare een duijzend acht honderd en tien ab intestato metter dood zijn ontruijmd ende nagelaten door James Baird ten voordeele zijner onbekende uitlandige efgenamen, invoegen als het een en ander door my ondergeteekende Adjunct Commis der Weeskamer ter presentie der meede geteekende getuijgen is opgenomen en in geschrifte gebragt, mitsgaders bevonden te bestaan in het volgende, te weeten

Ten huurhuijze van mejuff:w de wed:e Van Schoor

een kist waarin
zeeven hembden
twaalf baatjes in zoort
een jekket
zes broeken
twee oude rokken
een schansloper
vier p:r kousen
twee oude hoeden
een kussensloop
een roode slaapmuts
drie kleedjes
twee chitze spreyen
een bulzak
een kussen
twee wolle deekens
een hangmat
drie lappen zijl
een rak met een party oud gereedschap
een kopere bout
een restant lijn
een maatstok
een kot
Lasten des boedels
    Rd:s
voldaan door John Henderson met rd:s35 blykens bewys ter Kamer vertoond aan Sophia van de Kaap voor kamerhuur, oppassing, kost en drank, en linnen voor de doodkist 60:--
voldaan door voorm: Henderson, blykens vertoond bewijs aan d:r Mackrill voor practijk en geleeverde medicamenten 50:--
deeze schuld is volgens declaratie door C:l Muller gedaan aan hem reeds voldaan aan Carel Muller voor het maken der doodkist en begravenis onkosten 90:--
  aan de Diaconij armen voor kerkengerechtigheid 8:24

Aldus na gedane ontzegeling g’inventariseerd en opgenomen aan de Kaap de Goede Hoop ten huijze voormeld op den 11 October 1810.

Als getuigen: J: Serrurier

Voor den opgaaff: John Henderson

My present: P:E Faure, Adj:t C:

MOOC8/28.44

{18100511} 11 Maij 1810 Johanna Rijnetta Kleijnsmit

Inventaris van alle zodanige goederen als er op Woensdag den neegenden dag der maand May in den jaare een duijzend acht honderd en tien ab intestato metter dood zijn ontruymd ende nagelaten door Johanna Rijnetta Kleijnsmit wed:e van wylen Johan Lucas Gertenbach ten voordeele harer ondertemeldene kinderen, met namen

1) Johan Hendrik oud 16 jaren
2) Johan Abraham oud 13 jaren
3) Elisabeth Sophia oud 11 jaren
4) Michiel Gertenbach oud 7 jaren

invoegen als het een en ander door my ondergeteekende Adjunct Commis der Weeskamer ter presentie der meede geteekende getuijgen is opgenomen en in geschrifte gebragt, mitsgaders bevonden te bestaan in ’t volgende, namentlyk

Ten huurhuijze van Frans Hoger alwaar de overleedene is woonagtig geweest en aldaar

In een bovenvertrek
twee tafels
twee stoelen
een ledige kist
een lessenaar
een kleine kelder
twee oude kandelaars
een stelletje
een sleutelkistje
een theepot
een bulzak
drie kussens
een peuluw
een keetel
een party rommeling

komende zig nog volgens opgaaf van Hendrik Kleynsmit by de gesepareerde huijsvrouw van Casper Visser te bevinden

een ledikant en
een tafel
Inneschuld des boedels
  Rd:s
van m:r Nesbit volgens reekening per rest 156

Aldus g’inventariseerd aan de Kaap de Goede Hoop ten huyze voormeld op den 11 Maij 1810 ende zulks op het op en aangeeven van Hendrik Kleijnsmit dewelke verklaarde zig hierinne ter goeder trouwe gedragen en zynes weetens niets verzweegen of te rug gehouden te hebben van al het geen tot den boedel en nalatenschap behoord, invoegen hy dan ook getuygde de deugdelykheid zyner opgaave ten allen tijde des vereischt werdende met solemneele eede nader te bevestigen en verdere belofte zo hier na nog iets tot gezegde nalatenschap behoorende mogte worden ontdekt daarvan nader en getrouwelyk ter Weeskamer opgaaf te zullen doen ten einde deezen inventaris daarmeede te amplieeren

In teeken der waarheid is deezen ter presentie van my Adj:t Commis en getuygen door den inventarient behoorlyk onderteekend

Als getuijgen: J: Serrurier, J:N: Rörich

Voor den opgaaff: dit kruys + merk is door opgem: Hend:k Kleynsmit als niet kunnende schryven voor zyn naamteekening ter neder gesteld

My present: P:E: Faure: Adj:t C:

MOOC8/28.45

{18110403} 3 April 1811 Hermanus Grijling

Inventaris van zodanige goederen als ’er op Vrijdag den negen en twintigsten dag der maand Maart in den jaare een duijzend agt honderd en elff ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den burger Hermanus Grijling ten voordeele zijner hier ondertemeldene erffgenamen, met namen

1) Jacobus Fredrik Grijling mondig
2) de kinderen van wijlen zijne zuster Jacomina Hendrina Grijling in huwelijk verwekt bij meede wijlen Barend Carolus van Nieuwkerk, in namen a) Anna Barendina van Nieuwkerk get:d met Jan van Tubberg
b) Aletta Jacoba van Nieuwkerk geh:d met Jacobus Henricus Blanckenberg
c) Barend Johannes van Nieuwkerk
d) Jacomina Marg:a van Nieuwkerk
e) Jacobus Joh:s van Nieuwkerk
f) Johanna Petronella van Nieuwkerk
g) Martha Bartholda van Nieuwkerk

invoegen als het een en ander door mij ondergeteekende Adj: Commis der Weeskamer ingevolge opgaaff van voorm: Jacobus Fredrik Grijling is opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande alle deese goederen in de volgende, namentlijk

Ter plaatse van den burger Pieter Jacob de Villiers

een kadel
een bed
twee kussens
een peuluw
een wolle deken
twee lakens
een tavelkast
twaalff schilderijen
twee vogelcooijen
een cijver leij
twee geweeren
een paar pistolen
een kist waar in de kleederen van de overleedene bestaande in
agt hembden
zeventhien broeken in zoort
ses onder baatjes
drie boven baatjes
veerthien paren kousen
zesthien doeken
twee slaap mutzen
drie rokken
een kruijsband
een gebreede zak
drie kleder borsels
een ronde hoed
als meede een paarl d’amoure snuifdoos met zilver gemonteerd
een zilvere deksel tot een snuifdoos
een zilvere halsgespen
een zilvere hoede gespen
een zilvere beslag van een draagband
een p:r zilvere kniegespen
vier goude ringen
een borstspeld
twee bollen zijlgaren
een brand glas
een bondel tontellappen
een parthij gaarn
een paar laarse schagten
twee scharen
een dwarzak
een paardestang en trens
een parthij boeken
een paar spooren
een paar plettet schoegespen
twee oude zak horologies
een horologie ketting
een seep doosje en twee scheermessen
een matje
een zadel
een toom
een rijdpaard
Inneschulden
    Rd:s
den 12 Juny 1811 betaald in mind: van nev: schuld rd:s700 van den burger Josua de Villiers over koop van een slave jongen en schoenmakers gereedschappen blijkens onderh: obligatie de dato 19 April 1810 1440:--
voldaan den 10 Juny 1811 van den burger Fredrik Herman over koop van een zilvere zak horologie 30:--
voldaan den 15 Juny 1811 van den burger Joh:s Aug:s Dreijer over schoenmakers loon blijkens annotatie 9:--
  van den burger Jan Laubscher Evertz: over schoenmakers loon 6:--
deeze pretensie word door Schreuder tegen gesproken die bereid is de onwettigheid derzelve te beeedigen den 18 Julij 1811 van den burger Hannes Schreuder over koop van vier hamels en vijf bokken [ ..... ]
  van den burger Izaak de Villiers over boekschuld 2:24
door evengem: Van Eijck een bewijs vertoond dat de schuld voldaan is van den burger Jan van Eijck over schoen makers loon 4:--
vold: van den burger Daniel de Villiers over schoen makers loon 6:24
vold: van den burger Gerrit Munnik Gerritz: over schoen makers loon per rest 2:24
  van den burger Helmont Halweg over schoen makers loon 1:24

Wordende alhier pro memoria genoteerd dat volgens opgaaff van voorm: J:F: Grijling den overl: eene pretensie zoude hebben op den boedel van wijlen Barch:s Eijbergen, die door hem bij deesen niet juist kan worden opgegeegen

Aldus g’inventariseerd ter Weeskamer aan Cabo de Goede Hoop op den 3 April 1811 ende zulx op ’t op en aangeeven van de in den hoofde deses gem: Jacobus Fredrik Grijling, dewelke verklaarde zig hier inne ter goeder trouwe gedragen en niets versweegen of te rug gehouden te hebben dat tot voorm: nalatenschap behoord, in voegen hij ook getuigde de deugdelykheid zijner opgaave ten allen tijde des vereijscht werdende met eede gestand te doen, en verdere belofte zo hier van nog iets tot gen: nalatenschap behorende mogte worden ontdekt, daarvan nader opaaff te zullen doen ten einde deesen inventaris daar meede in allen trouwe te kunnen worden g’amplieerd.

Inteeken der waarheid is deese ter presentie van mij Adj:t Commis ende meede geteekende getuigen door dikwils gem: Grijling behoorlijk onder teekend

Als getuigen: P:J: Poggenpoel, J: Serrurier

Voor den opgaaff: Jacobus Frederik Greijling

My present: P:E: Faure, Adj:t Commis

MOOC8/28.46

{18100903} 3 September 1810 Daniel Jacobus van der Merwe

Inventaris van de nalaatenschap van wylen Daniel Jacobus van der Merwe

2 slaave jongens Hendrik van Mosambique
Caesar van de Kaap
1 slaave meid Lea van de Kaap
85 p:s schaapen
23 aanteel beesten
8 trek ossen
12 aanteel paarden
2 ryd paarden
1 sadel en toom

Bokkveld den 3 Septembr 1810

Als getuigen: J:B: Pienaar, Jacobus Wijnant du Pliesie

MOOC8/28.47

{18090722} 22 Julij 1809 Ernst Ludeke

Wy verklaar dat wij de goeder van den weduwe Ludeke getelt heef

de schapen en bokken es 42
een ouwe wage met syn toebehoort
en 4 osse, een bul, een koij met een kalf
2 potte
1 roster
1 plat vat
1 ketel en 1 trek pot
een bet
3 bottels
1 meelsef
1 strijk eijster
2 schottels
2 lepels
1 vork
1 bort
1 mulspel
een graf, 1 bor, 3 stroppe

dat bekrag wij met war heyt

David Jacobus Kok

Den 22 Julij a: 1809

Geel Kopman 10 rijkdaders
Vrans Harst 9 rijkdaders
de baster f Henderk Vissje 12 rijkdr:
Wellem van Wijk 6 rijks D:
29 voet plank: 2 schullen de voet aan Geel Kopman
schuldig an Petrus Jacobus Jacobs een os

Petrus Jacobus Jacobs

MOOC8/28.48

{18111231} 31 December 1811 Johan Witschiebe

Inventaris van alle zodanige goederen als er op Zondag den neegen en twintigste dag der maand December in den jaare onzes heeren een duijzend acht honderd en elf ab intestato metter dood zijn ontruijmd ende nagelaten door Johan Witschiebe ten voordeele zijner onbekende uitlandige erfgenaamen, zodanig als dezelve nalatenschap door mij ondergeteekende Adjunct Commis der Weeskamer ter presentie der meede geteekende getuijgen is opgenomen en in geschrifte gebragt, mitsgaders bevonden te bestaan in het volgende, te weeten

In een huurhuijs van A: Jonker alwaar d’overleedene gewoond heeft

drie tafels
vier banken
twee stoelen
een halfaam en bok
een vat
een emmer
twee balies
een kleine hand lantaarn
vier kopere kraanen
een kapmes
twee bytels
twee hamers
twee wandelrottings
een houte bord
een yzere pot
een koekepan
twee manden
agt blikke beekers
een blikke tregter
een blikke blaker
zes glazen in zoort
een kadel
een stuk hout
een party flessen en bottels
een hagelzak
een rok
drie hembden
elf broeken in zoort
zes onderbaatjes
zeeven p:r kouzen
vier handdoeken
een p:r oude laarsen
een p:r oude schoenen
een hoed
een borsel
twee kammen
een scheermes
Credit des boedels
  Rd:s
aan contanten in dezelve gevonden 38:30

Aldus na gedane ontzegeling g inventariseerd en opgenomen aan de Kaap de Goede Hoop ten huyze voormeld op den 31 December 1811.

Als getuygen: J: Serrurier, J:N: Rörich

My present: P:E: Faure, Adj:t C:

MOOC8/28.49

{18120116} 16 January 1812 Christina Johanna Karnspek

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als er op Vrydag den tienden dag deezer lopende maand Januarij des morgens tusschen vijf en zes uuren ongehuwd ab intestato metter dood zijn ontruijmd ende nagelaten door juff:w Christina Johanna Karnspek ten voordeele harer ondertenoemene broeders en zusters, mitsgaders het overgebleeven kind van een voor overleedene zuster, namentlijk

1) Johannes Daniel Karnspek
2) Olof Christoffel Karnspek
3) Helena Maria Geertruijda Karnspek geh:d met m:r Ryk le Sueur
4) Johanna Magdalena Karnspek get:d met Adriaan Jacobus Cruijwagen
5) Engela Maria Karnspek get:d met Andries Muller
6) het eenig overgebleeven kind van wylen Sophia Magdalena Karnspek in echt verwekt by den Lieutenant der Cavalerie der voormalig Bataafsch Republicq Joseph Bebber, minderjarig en uitlandig dog de naam onbekend

Zynde den boedel ten reguarde der laatstgemelde erfgenaame bij het Collegie van Heeren Weesmeesteren deezer Colonie ter redderinge aanvaard, mitsgaders door ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren g’inventariseerd en opgenomen, en bevonden te bestaan in het volgende, te weeten

Aan het huijs van den heere A:J: Cruywagen alwaar de overleedene is woonagtig geweest

twee witte vengster gordijnen
een spiegel met vergulde lijst
een toilet spiegel
een ledikant met behangzel
een dubbelde kadel
een enkelde kadel
twee beddens
twaalf kussens
twee wolle deekens
een chitze spreij
een toilet commode
een toilet tafel
een kleyne klaptafel
dertien stoelen
een Bybelknaap waarop
een foliant Bijbel
twee ledige koffers
een Japans verlakte [koffers]
drie mandjes in zoort
twee bankjes
een kleijne schuijfdoos
een ronde tafel
een kopere kandelaar
een kopere blaker
een yzere confoir
een kleyn kistje
een kleyne huijstrap
twee lampetten en kommen
een cabinet met koper beslag, waarin de kleederen en linnengoed van de overleedene
twee tafelkastjes met koper beslag
twee vierkante koffertjes
een kabinet met koper beslag waarin
agt trommels in zoort
twee verlakte theedoozen
een inktstander
een verlakte breibak
een tinne keetel
een tinne koffypot
een verlakte schenkbord
twee verlakte broodmandjes
zes yzere leepels
een wit kopere kom
vier plettit kandelaars
twee kopere blakers
vier glaze confituurpotjes
twee glaze koelbakjes
een kopere strykyser
twee aarde trekpotten
twee melkpotjes
een zuijkerpotje
twee douzeinen kopjes en pierings
een Japanse potje
een glaze karaf
een Hals medicynkistje met een restant medicijnen
Zilverwerk
een zilvere chocolade kan
een zilvere trekpot
een zilvere zuykerdoos
een zilvere tang
een zilvere schenkblad
twaalf zilvere theelepeltjes
twee zilvere confituur vorkjes
Ten huyze van m:r Rijk le Sueur
een badbaly
Ten huyze van den heere And:s Muller
een draagstoel met stokken en banden
Contanten
  Rd:s
door den heere Joh:s Daniel Karnspek aan ons Gecommitteerdens ter hande gesteld als onder zijn Ed:s bewaring geweest zynde 1236:32
in den boedel gevonden 1:36
Te zamen Rd:s1238:20
Lijfeigenen
een meid gen:t Martha met haar kind Mina beide van de Kaap
een meid gen:t Cathrijn van Mosambicque met haar twee kinderen Soenting en Sallia beide van de Kaap
Inneschulden
    Rd:s
op den 13 Maij 1812 betaald, in mindering van ’t capitaal rd:zegge van rd:6166:32 renten van ’t geheel capitaal tot dato voorm: rd:s406:12, te zamen rd:s6572:44 een scheepenen kennis ten lasten de heer Coenraad Nelson de dato 24 Aug:s 1802 groot aan capitaal ƒ37500 ofte 12500:--
  met de renten zeedert primo November 1811
  een onderhandsche obligatie ten lasten de heer Adriaan Jacobus Cruywagen de dato 15 December 1802 groot aan capitaal 2054:7
  met den intrest zeedert medio December l:l:
  zo veel evengm: Cruywagen volgens eigen opgaaf per rest van reekening aan de overleedene debet is 63:12

Aldus g’inventariseerd en opgenomen aan de Kaap de Goede Hoop ten huyze voorm:d op den 16 January 1812 ende zulks op het op en aangeeven van de heeren Joh:s Daniel Karnspek, m:r Ryk le Seur en Adriaan Jacobus Cruywagen alle in den hoofde deezes vermeld, dewelke verklaarden zig hierinne ter goeder trouwe gedragen en hunnes weetens niets verzweegen of te rug gehouden te hebben, van al ’t geen tot den boedel en nalatenschap behoord, invoegen zyl: dan ook betuygden de deugdelykheid hunner opgaave ten allen tyde des vereischt werdende met solemneele eede nader te bevestigen, en verdere belofte zo hier na nog iets tot gez:e nalatenschap behoorende mogte worden ontdekt, daarvan nader en getrouwelyk ter Weeskamer opgaaf te zullen doen ten einde deezen inventaris daarmeede te amplieeren.

In teeken der waarheid is deeze ter presentie van ons gecomm: Weesmeesteren ende my Eerste Commis der Weeskamer door de inventarienten eigenhandig onderteekend

Als gecomm: Weesmeesteren: A:V: Bergh, G:E: Overbeek

Voor den opgaaff: J:D: Carnspek, R: le Sueur, A:J: Cruywagen

My present: G:A: Watermeijer, E: C:

Op heeden den 31 Januarij 1812 word door de heer Adriaan Jacobus Cruijwagen nader opgegeven, dat hij nader ontdekt heeft dat dor de overledene aan zijne kinderen successive is gegeven ofte geleend rd:s25 en dat dus zijn debet per zaldo van rekening hierbovengemeld, in stede van rd:s63:12 komd te bedragen rd:s88:12.

Ter Weeskamer aan Kaap de Goede Hoop 31 Januarij 1812

G:A: Watermeijer, E: C:

MOOC8/28.50

{18110910} 10 September 1811 Johannes Hegenhouwer

Inventaris van alle zoodanige goederen en effecten als er op Maandag den negenden der maand September in den jaare onzes Heeren een duyzend agt honderd en elf, ten woonhuyze van den ondergeteekende in het dorp Stellenbosch gelegen, met ’er dood zyn ontruimd en nagelaaten door Johannes Hegenhouwer, zynde dit een en ander door den ondergeteekende ter praesentie van de meede ondergeteekende getuygen opgenomen en in geschrifte gebracht, mitsgaders bevonden te bestaan in de volgende, namentlyk

1 katel met blaawe behangzels waarop
1 bed, peuluwe, kussen en wolle deken
1 kleine tafel met een laade waarin
2 handdoeken
1 Hoogduitsche Bybel en
4 boeken
3 scheermessen
1 kleine mesje
1 potloot
1 bril
1 stoel
1 kist waarin
2 mutsen
1 doosje met twee scheermessen
11 boeken
1 blaauwe lakense jekkert
1 Sinaas linnen jekkert
1 blaauwe lakense overrok
1 schanslooper
1 blaawe fluweele bovenbaatje
1 Sinaas linnen bovenbaatje
5 onderbaatjes in soort
9 broeken in soort
8 hembden in soort
9 doeken in soort
13 p:r koussen in soort
3 sloopen
1 dwarssak
3 hoeden in soort
1 kalot
1 kam
4 borsels in soort
2 p:r schoenen
1 kist waarin
2 blikke doosen
2 zakboekjes waarin wat spelden en naalden
3 stukjes zeep
1 partij oude sleutels
1 tinne trekpotje
1 kopere tes
2 porceleine kommetjes
2 tregters
2 kopere doosjes
1 haak met een schootsvel
3 knipmessen
2 oude scheermessen en wat rommeling
1 tafel mes
1 tinne lepel en vork
2 blikke snuifdoosen
1 kopere inktkoker
1 passer
1 blikke kastrol
4 oude zakken
4 yzere komfoor
4 blikke doosen
1 kopere kandelaar
1 hangslot
1 tinne nacht spiegel
1 bankschroef
1 ryd zadel
1 toom
1 snyd yzer
Aan zilver werk
1 paar zilvere schoe gespen
1 knie gesp
1 hals gesp
5 zilvere hembdrok’s knoopjes
Aan contanten in zilver munt
2 drie guldens stukken
7 Spaansche matten
1 ropy
2 schellingen
2 pot stukjes
2 dubbeltjes
7 stuivers [makende te zamen derthien rijxd:rs]
Aan papiere munt
59 ryksdaalders
2 schellingen

Den ondergetekende neemt op zich het verdiend arbeidsloon benevens de kosten van begraaving etz: by specificque reekening te zullen verantwoorden.

Stellenbosch den 10 September 1811

Als getuigen: J:D: van Coller, Paul Hartog

J:s C:s Faure

MOOC8/28.51

{YYYY} [ ..... ] Adriaan van Niekerken , Johanna Smit

Inventaris van zodanege goederen als behooren tot de boedel van weylen Johanna Smit en nagelaten man Adriaan van Niekerken

  Rd:s
20 p trek ossen 400
25 aanteel beesten 175
700 schaapen 1400
2 osse waagens 500
3 reyd paarden 170
1 merrie 25
170 bokken 170
1 schiet geweer 20
1 hand moolen 10
1 schroef 10
4 stoelen 9
2 emmers 6
1 karning 5
1 booter vat 24
2 groote potten 7
3 klyne potten 2
1 groot kist 3
1 klyne kist 3
1 kelder met vlessen 3
1 tee taavel 2
1 keetel 9
1 klyne keetel 2
1 ttrekpot 2
1 blikke emmer 2
3 mantjes 3
1 alfaam 4
1 anker 1
3 groote booren 3
wat oud eysser 1
4 beylen 4
2 pikken 3
1 ploeg met zyn toebehooren 15
1 graaf eysser 1
3 aarde potten 1
6 tinne borden 3
3 tinne schootels 6
3 witte aarde borden 1
2 dissels 3
1 hand zaag 1
4 schaaf beytels 1
1 bed 20
een ordenantie plaats 1000
  Rd:4010

Johannes Adries Kraaij

Barend Johannis van Nieukerk

Floriean Smit

MOOC8/28.52

{18100531} 31 Meij 1810 Roelof van Wijk , Anna Catharina Kuhne

Copij

J:E: Mestaer

Inventaris van alle zodaanige goederen als ’er door Roelof van Wijk en wijlen deszelfs huisvrouw Anna Catharina Kuhne in gemeenschap bezeeten en door de laatst gem: met ’er dood ontruimd en nagelaaten, mitsg:s heeden opgenoomen en in waaren weezen bevonden geworden zijn, te weeten

Losse goederen
twee oude kisten
een hand moole
twee vatjes
een emmer
een water vaatje
drie tinne schootels /:defect:/
vijf tinne leepels
drie vurken
een koopere keetel
twee aarde potten
een kleine aarde kan
twee groote aarde [kan]
drie duims booren
eenig oud gereedschap
eenig oud yzer
een smits blaasbalk /defect/
twee pikken
een bankschroef
twee houtbijlen
een slijpsteen
een dissel
een koevoet
twee geweeren
twee yzere potten
een tafelblad
twee veldstoelen
twee oude ossenwagens
Bestiaal
twaalf trek ossen
twee jonge ossen
elf aanteelbeesten
een merriepaard
tweehondert twee en vijftig schaapen
driehondert ses en veertig bokken
Lijfeigenen
een slavinne in naame Mariana
Baaten des boedels
  Rd:s
Balthasar Korsten debet 22
Erfgenaamen
Roelof van Wijk langstleevende echtgenoot
kinderen: 1) Anna Margaretha gehuwd met Johannes Hendrik Potas
2) Adriaan van Wijk oud 13 jaaren
3) Catharina Elisabeth oud 11 jaaren
4) Sacharia Gertruijda oud 10 jaaren
5) Hester oud 5 jaaren
6) Hendrina Catharina oud 4 jaaren

Aldus gedaan en g’inventariseerd ter plaatse genaamd de Brakkerivier gel: aan de Zondagsrivier op den 31 Meij 1810 en zulks volgens het op en aangeeven van Roelof van Wijk dewelke betuigde hierinne ter goeder trouwe te hebben gehandeld en niets met zijn weeten te hebben verzweegen of agtergehouden, weshalven zich bereid verklaarde deeze zijne voorenstaande opgaave ten allen tijden des vereischt wordende met solemneele eede te willen bekragtigen, met verdere belofte zo iets nader tot den boedel specteerend, mogt koomen t’ ontdekken, deezen inventaris daarmede te zullen amplieeren; alles in ’t bij weezen van den manh:e Gerrit Petrus Slabbert en Christiaan Swanepoel als getuigen

Als getuigen: /geteekend/ G:P: Slabbert, Christiaan Swanepoel de oude

Voor de opgaave: /:geteekend:/ Roelof van Wijk

In kennisse van mij: /:geteekend:/ J: Knobel, Secretaris

Accordeert met d’ origineele: J: Knobel, Sec:s

MOOC8/28.53

{18081224} 24 December 1808 Pieter van Wijk

Copia

J:E: Mestaer

Extract uit een rapport door den veldcornet van ’t district Zuurevelden Michiel Daniel Delport, aan den Landdrost der Drostdij Uitenhage majoor J:G: Cuijler gedaan:

Goederen nagelaaten door wijlen Pieter van Wijk d’ oude op den 24 December 1808 door kaffers vermoord, ter plaatse van Joseph van Dijk met nalating van een zoon die gebooren is den 22 July 1799, als

1 halve kist waarin gevonden zijn 9 r:ds 2 sch: aan contanten benevens de hier annexe notitie van uitstaande schuldvorderingen
1 oude bulzak
1 kussen
3 zakken
631 schaapen
99 bokken

Nog hebben van den overleedene op de helft van de aanteelt

Sijbrand van Dijk 100 schaapen
Frans van Dijk 50 schaapen

/:onderstond:/ Accordeert met ’t voor schreevene rapport voor zoverre ’t g’extraheerde

/:geteekend:/ J: Knobel, Secretaris

Accordeert met ’t origineele extract: J: Knobel, Sec:s

MOOC8/28.54

{18090817} 17 Augustus 1809 Andries Janze van Vuuren , Maria Magdalena Viljoen

Copij

J:E: Mestaer

Inventaris van alle zodaanige goederen als ’er door Andries Janze van Vuuren en wijlen Maria Magdalena Viljoen in gemeenschap zijn bezeeten en door de laatstgemelde met ’er dood ontruimd en nagelaaten, mitsgaders op heeden opgenoomen en in waaren weezen bevonden geworden zijn, te weeten

D’ opstal der leeningsplaats gen:d de Tijgerhoek gel: in de Winterhoek aan de Keurfontein , fol: 617
Losse goederen
een oude wagen
een bankschroef
een bootervat
een booterkarne
twee geweeren
een meelzift
een ijzere seeppot
drie ijzere kookpotten
twee tinne schootels
agt tinne borden
een koopere keetel
ses vurken
twee tinne leepels
een aarde kom
Beestiaal
een rijdpaard
een merriepaard
twaalf trek ossen
agt jonge ossen
zestien aanteelbeesten
een hondert ses en tachtig schapen
een hondert bokken
Schulden
  Rd:s
aan Isaac Lezar voor negotie goederen 123:--
de onkosten van transport alsmede recognitie wegens de voormelde opstal, door Andries van Vuuren p:r vendutie uit den boedel van Christoffel Viljoen d’ oude gekogt, en annog niet getransporteerd, bedragende /:de recognitie gereekend tot ult:o Julij 1809:/ tezaamen 86:--
aan den Secretaris van Uitenhage J: Knobel, als Vendumeester Weeskamers wegen, per rest op eene vendubrief ten lasten Andries Janze van Vuuren wegens vendutie gehouden den 9 Feb:r 1807 bij Christoffel Viljoen d’ oude de somma van 363:38
mitsg:s de interesten van dien van den 9 February 1808 tot den 9 Augustus 1809, zijnde 19 maanden en 3 maanden na dato der verkooping voor reek: van And:s Janze van Vuuren gereekend, zijnde t’ zaamen 22 maanden à 1/2 perc:t p:r maand 39:44
Erfgenaamen
a) Maria Elizabeth Geertruijda Janze van Vuuren oud 10 jaaren
b) Johanna Susanna Janze van Vuuren oud 7 jaaren 11 maanden
c) Saara Aletta Janze van Vuuren oud 4 jaaren

Aldus gedaan en g’inventariseerd ter plaatse genaamd Welgevonden gel: aan de Winterhoek , op den 17 Augustus 1809, en zulks volgens het op en aangeeven van Andries Janze van Vuuren, dewelke betuigde hierinne ter goeder trouwe te hebben gehandeld en niets met zijn weeten te hebben verzweegen of agterhouden weshalven zich bereid verklaarde deeze voorenstaande opgaave des noodig met solemneele eede te zullen bevestigen, met verdere belofte zo iets nader tot den boedel specteerende mogte koomen t’ ontdekken, deezen inventaris daarmede te zullen amplieeren; alles in ’t bijweezen van den gerechtsboode J:s H:s Lange en Gerh:s Steph:s Scheepers als getuigen.

Als getuigen: /:get:/ J:H: Lange, Ger: boode, G:S: Scheepers

Voor de opgaave: /:get:/ A: Janze van Vuuren

Accordeert: J: Knobel, Sec:s

MOOC8/28.55

{18110314} 14 Maart 1811 Jacobus Koorst

De boedel van Jacobus Koorst de beij meyn is kom te sterfven de ik op genom heef met 2 getuygen

317 schaappen
15 bokken
1 geweer
wolle kombers

Den 14 Maart 1811

Johannes M: Koorst, Veld cornet

Eelieas Wilhelmus Mijnhart

David Jacobus Kruger

MOOC8/28.56

{18110513} 13 Meiij 1811 Cornelis Jansse Laurens , Jacoba Marijna Cortje

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als er behorende zijn tot den gemeenschapplyken boedel van wylen den burger Cornelis Jansse Laurens ende deszelfs huijsvrouw Jacoba Marijna Cortje mitsgaders van de zijde des eerstgemelde op den 16 February deezes jaars ab intestato metter dood ontruijmd en nagelaten ten voordeele van deszelfs by zijne vooroverleedene eerste huijsvrouw Elsabe Swart in huwelijk verwekte kinderen, met namen

1) Elsabe Luijtje Laurens get:d met Matthijs Johannes Laurens Matthysz:n
2) Matthijs Johannes Laurens
3) Johannes Gerhardus Laurens oud 14 jaren
4) Cornelis Petrus Laurens oud 13 jaren
5) Hendrik Jacobus Laurens oud 11 jaren
6) Dina Louisa Laurens oud 9 jaren
7) Petrus Laurens oud 8 jaren

Zodanig als dezelve door ons ondergeteekende uit naam van het eerwaard Collegie van Heeren Weesmeesteren zijn g’inventariseerd en opgenomen, mitsg:s bevonden te bestaan in het volgende, namentlyk

Een stuk land met de daarop staande gebouwen geleegen in den omtrek van Hottentots Holland zynde een gedeelte van de plaats gen:d Vellebereiders Molen thans gen:d Liefde en Trouw blijkens transport op den 3: deezer ten behoeve des boedels gedaan
een ossewagen
een kuijpbalie
twee halve leggers
een ankervaatje
een oude zadel
een tafel
zes stoelen in zoort
twee kisten
twee kadels
drie emmers
twee yzere potten
een kookkeetel
een schoorsteenketting
een theebalie
een theekeetel
twee trekpotten
een melkkan
twee schotels
zes borden
een soupleepel
een boterpotje
een peperbusje
een olij en azijn stander
vyf ledige vlessen
een meelzeeft
een bedt en toebehooren
een enkelde buldzak, voorts
een party rommeling en oud ijzerwerk
Beestiaal
twee rijdpaarden
zeeven trekossen
Lyfeigenen
een mansslaaf gen:t Azor van Mosambicque
een slavin gen:t Silvia van de Kaap
een slavin gen:t Sanna van de Kaap
Inneschulden
  Rd:s
van Andries Conterman volgens obligatie dewelke zig onder de manh: Marth:s Wilhelmus Theunisse bevind 600
Lasten des boedels
  Rd:s
aan de twee minderjarige voorkinderen van de overgeblevene weduwe in naame Anna Dorothea Radijn en Petrus Albertus Radijn weegens derzelver vaderlyk bewijs of erfdeel waarvan zig de acte onder opgemelde M:W: Theunisse en de manh: Philip Morkel als hunne toeziende voogden is bevindend aan ieder rd:s1070:31 ofte aan beide te zamen 2141:14
aan opgemelde Petrus Albertus Radijn weegens zo veel in den boedel berust over het provenu van een paard aan hem toebehoord hebbende en voor zijn reek:g verkogt 20:--
aan de wed:e Diederik Matthijs Hildebrand voor 4 hamels, 1 bok en 1 lam 13:--
aan Philippus Albertus Meijburgh senior op een reekening van smits en wagenmakers werk lopende vanaf ult:o December 1804 tot den 8 July 1809 184:36
dog waarop volgens opgaaf van de wed:e af betaald is rd:s176
aan Adriaan Rouz Paulszoon over boekschuld 7:24

Aldus g’inventariseerd aan de Kaap de Goede Hoop ter plaatze voormeld op den 13 Meiij 1811 ende zulks op het op en aangeeven van de in den hoofde deezes gemelde weduwe dewelke verklaarde zig hierinne ter goeder trouwe gedragen en hares weetens niets verzweegen of te rug gehouden te hebben van al het geen tot den boedel en nalatenschap behoord, invoegen zij dan ook getuijgde de deugdelijkheid harer opgaave ten allen tijde des vereischt wordende met solemneele eede nader te bevestigen, en verdere belofte zo hierna nog iets tot gezegde nalatenschap behorende mogte worden ontdekt, daarvan nader en getrouwelyk ter Weeskamer opgaaf te zullen doen, ten einde deezen inventaris daarmeede te amplieeren.

In teeken der waarheid is deezen ter presentie van ons ondergeteekendens door de inventariente eigenhandig onderteekend

Als gecommitteerde: G:E: Overbeek

Voor den opgaaff: Dit kruys + merk is door opgemelde weduwe Laurens als niet kunnende schryven voor haar naamteekening ter needer gesteld

My present: G:A: Watermeijer, E: C:

MOOC8/28.57

{18120326} 26 Maart 1812 Johan Christoffel Vulker , Elisabeth du Toit

Staat en inventaris van alle zodanige goederen en effecten als ’er in gemeenschap bezeten zyn geweest, by wylen den Capitain Lieutenant Militair der voormalige Nederlandsche geoctroijëerde Compagnie, Johan Christoffel Vulker, en desselfs huysvrouw jufvrouw Elisabeth du Toit, mitsg:s door den eerstgemelden op den drie en twintigsten dezer, des morgens de klokke twee uuren met ’er dood zijn ontruijmd ende nagelaten; hebbende den overledenen by testamentaire dispositie op den 29 February laatstl: voor den notaris publicq ten dezen gouvernemente m:r Jacobus Petrus de Wet en zekere getuygen, met zyne voorm: overgeblevene huysv:w mutueel opgericht, tot zyne eenige en universeele erfgenamen geroepen, genomineerd en g’institueerd, zynen broeder Johannes Vulker, woonagtig in Kessenroth in het vorstendom Yzenburgh en by vooroverlijden van hem, zyne wettige descendenten by representatie, mitsg:s het eerwaardig Collegie van Heeren Weesmeesteren dezer stede verzogt, benoemd en aangesteld tot executeuren van datzelfde testament, redderaars van zynen boedel en nalaatenschap, mitsg:s tot voogden over zyne natelatene onmondige erfgenamen wiensvolgens den gem: boedel door ons ondergetekende expres gecomm: Weesmeesteren is g’inventariseerd en opgenomen, ende bevonden te bestaan in het volgende, nam:

Een huys, pakhuys en erf, staande ende gelegen in deze Tafelvally op de hoek van de Walestraat en Buytengragt , bl: transport op den 1 October 1798 aan den overledenen gedaan
een tuijn met desselfs huys en erf, almede staande en gelegen in deze Tafelvalley , in het Blok N:o 4 en aldaar N:o 3 bl: transport en opdragt aan den overleden gedaan op den 16 Aug:s 1791

In het eerstgem: huys en aldaar

In het voorhuijs
een klok lantaarn
In de kamer ter regter hand
een ophaal gordijn
een jalosie mat
een spiegel met houte lysten /defect/
een Frische klok
twee vierkante tafels
twaalf stoelen met trijpe kussens
een ledikant waarop
een onderbed
een peuluw
zes kussens en
een wolle deken
een witkopere inktkoker
een kabinet
een grote, ledige kist
een bureau waarin
agt pakjes gaarn
twee pakken knopen
vier pakken schoegespen
twee paren goude nestels
een [paren] troetels
een zyd geweer met zilver gevest en portepé
twee borstels
negen boeken in zoort
een parthij muziek
twee zilvere zak horologies
negen pakjes hembden knopen
een restant viöol snaren
een verlakte tobaks doos
een p:s bl: cassimeer en een rest zijl en een rest Flaamslinnen
een lessenaar
twee fouderalen met
twee viöolen
vier strijkstokken
In de kamer ter linker hand
een ophaal gordyn
een jalozie mat
twee spiegels met vergulde lysten
negen schilderyen
een tafel met stene blad
twee vierkante tafels
zes leuning stoelen met losse kussens
twaalf stoelen met vaste kussens
twee gerridons
zes grote geelkopere quispeldoren
zes klyne geelkopere quispeldoren
een tafel pendule
een verlakte schenkblad
In de gaanderij
een oude rode ophaal gordyn
zes kleine schilderyen met houte lysten
een klap tafel
twee vierkante [tafel]
een hoek kast waarop
een roodkopere thee machine
een roodkopere vuur test
een kopere wasch bak
een kopere vyzel
twee kopere kandelaars
een wit kopere koffy kan
een ledige kost kast
veerthien stoelen in zoort
een muurkast waarin
twaalf kopjes en twaalf pierings
agthien wyn kelkjes in zoort
agt bierglazen in zoort
een aarde thee pot
een oly en azyn standertje /defect/
negen schotels in zoort
zestien borden in zoort
een hand lantaarn
een wasch lampet met desselfs kom
In de agter kamer
een spiegel met notebome lysten /defect/
drie oude schilderyen
een ledikant met chitze behangzel waarop
een bed
een peuluw
vier kussens en
een wolle deken
een vierkante tafel
zes stoelen in zoort
een oud clavier
een kabinet waarop
een stel porc: potten en waarin de klederen van de overgeb: weduwe
een oude glaze kast
een kist waarin
een yzere koffy molen
In de kombuijs
een kombuys tafel
twee water halfamen
drie emmers
een ryst blok met desselfs stamper
een kap blok
drie ballast manden
een meel zeeft
twee kopere strykyzers
een kopere water beker
een kopere gieter
twee kopere water ketels
zeven yzere potten
twee koeke pannen
twee yzere lepels
een rooster
een drie voet
drie schoorsteen kettings
twee vleesch vorken
een schuijmspan
een byl
Op de voorzolder
twee tafels
een oude draagstoel
een oude vat
een kaf zeeft
In de kamer n:o 1
een meel zeeft
een klyne bakkist
twee klyne kisten /defect/
drie mudden haver
een hondert drie en zestig ledige bottels
zestig kelder flessen in zoort
twee ledige kannen
een ledige [kannen] /klyn/
vier oude glaze ramen
een zak fyn meel
drie zakken molen meel
vyf zakken zemels
veerthien ledige mudden zakken
een restant gember
een restant ryst
In de kamer n:o 2
een hoop kaf
een schepel
In de kamer n:o 3
twee zadels met hoofdstellen
een cyfer ley
een pype rak
een valies
twee kopere ketels
vier kopere waterketels in zoort
een kopere taarte pan
een kopere koffy kan /defect/
een kopere fijzel
een kopere lantaarn
vyf kopere tafel kransen
een yzere balance met
twee kopere schalen
een tinne koffy kan /defect/
een blikke gieter
een blikke lantaarn
twee vogel kooyen
agt rolletjes Kaapsch tobak
een vaatje aangemaakte verf
een tabaks mes
drie schiet geweeren
een kist waarin
een klein restant blaar tobak
twee trek zagen
twee mokers
twee bylen
twee houte hamers
een yzere tuyn hark
een parthy oude zikkels
twee catoen haspels
een dubbelde kadel
een mahonie paveljoentje
een kist waarin
een worst spuyt
twee yzere roosters
twee yzere schrapers
vier bylen
twee strykyzers
negentien roskammen
twee koffy molens
een kopere kraan
een oblie yzer en voorts
een parthy rommeling
een zabel met koper gevest
een hand stoffer
een restantje koper draad
vier rakken in zoort
een vloer mat
een parthy paardenhair knopen, en wyders
eenige rommeling
In een klijn vertrekje op de agterplaats
een ledige legger
zeven ledige vaten in zoort
een houte tregter
een yzere balance met
twee houte schalen en
negen stukken zynde 161 ponden gewigt
een legger met fyn meel
drie vaten met een restant meel
twee staven lood voor schuyframen
een vaatje aangemaakt witlood
twee hondert vyf en negentig vellings en voorts
wat rommeling in zoort
In een tweede buijten vertrek
een kwantityd vellingen en spaken
een aarde pot met restant catjang oly
een houte water goot
een ledige halfaam
een kan met een restant lyn oly
twee oude kozynen
een oude cruywagen
een stamper
een koevoet
twee ligte grynhoute balken
een oude pik
vier dief ijzers en voorts
wat rommeling
Op de agterplaats
drie ladders in zoort
een enkelde kadel
een bank schroef
twee graven
drie balies in zoort
een nagt stelletje
In het beneden pakhuijs
twee ladders
een honderd vier en dertig geelhoute duyms planken
dertien stinkhoute drie duyms planken
negen stinkhoute balken van 6 en 7
vyf stinkhoute balken van 5 en 6
drie geelhoute 2 duymsplanken
drie en zestig agter tangen
vyftien voortangen
twee en veertig naven
een en dertig schamels
honderd twee en dertig yzerhoute assen
een en dertig yzerhoute ossen wagen voortangen
negen stinkhoute leerbomen
een parthy pik stelen
zestien wit elshoute planken
een rood elshoute planken
zeven geelhoute balken van 7 en 9
een hoop steen kalk
Op de eerste pakhuys zolder
zeven honderd vyf en veertig vellings in zoort
een kwantityt spaken
vier en twintig geweer laden
een oude zadel
een oude vat met wat touwerk
vyftig mudden garst
Op de tweede pakhuijs zolder
een kast met lange peper
een kast met een restant peper
vyf honderd een en dertig spaken
een honderd zes en veertig mudden koorn
negen en dertig mudden garst
Zilverwerk des boedels
een soup lepel
twaalf etens [lepel]
twaalf vorken
drie mostard potjes
Lijfeigenen des boedels
een mansslaaf gen:d Pedro van Mossambicque , mans kledermaker
een mansslaaf gen:d Carolus van Mossambicque , mans kledermaker
een mansslaaf gen:d Jephta van Mossambicque
een mansslaaf gen:d Agonsa van Mossambicque , fugatief
een slavin gen:d Calima van Batavia , ziekelyk, met haare drie kinderen gen:d September Sara en Lea alle van de Kaap
een slavin gen:d Sepha van Mossambicque
een slavin gen:d Regina van Mossambicque
Contanten
  Rd:s
eene somma van negen honderd elf ryksd:s en veerthien stuyvers, zegge 911:14
Inneschulden
    Rd:s
zal door de weduwe worden overgenomen Abraham Pieter de Villiers Janszoon op een schepenenkennis d:d: 1 Januarij 1811 aan capitaal ƒ5000 ofte 1666:32
  met de renten a 6 pc:to zedert den 1 January dezes jaars
zal bij de Weeskamer worden overgenomen, nader zal door de wed:e worden overgenomen Henrietta Wilhelmina Baard wed:e Johan Godfried Kuster op een notarieele obligatie d:d: 16 Aug:s 1811 aan capitaal ƒ1000 ofte 333:16
  met de renten zedert den datum der obligatie
den 24 April 1812 bet:d een jaar renten tot den 9 Maij deeses jaars Albertus Laubscher op een onderh: obligatie de dato 9 Maij 1794 aan capitaal ƒ5000 ofte 1666:32
zal door de wed: worden overgenomen met de renten zedert den 9 Maij 1811
voldaan den 9 Juny 1812 Schalk Willem van der Merwe Roelofsz op een onderh: obligatie de dato primo Julij 1783 aan capitaal ƒ5000 ofte 1666:32
  met den intrest a 5 pc:to p:r a:o zedert primo July 1811
zal door den wed:e worden overgenomen Petrus van Nierop op een onderh: obligatie de dato primo October 1791 aan capitaal ƒ1000 ofte 333:16
  met de renten van den datum der obligatie à 5 pc:to p:r a:o
voldaan den 11 Maij 1812 Abraham Andries le Roux op een onderh: obligatie d:d: 24 Maart 1787 aan capitaal ƒ600 ofte 200:--
  met de renten a 5 pc:to p:r a:o zedert 24 Maart 1811
vold: den 22 July 1812 Alexander Bertin Daneel op een ond: obligatie de dato 20 February 1811 aan capitaal ƒ750 ofte 250:--
  met de renten à 1/2 pc:to p:r m:d zedert de datum der obligatie
  Johan Jurgen Ophausen op een ond: briefje de dato primo Juny 1811 betaalbaar ter eerster aanmaning 17:24
voldaan den 30 July 1812 Frans Hilligers op een onderh: bewys de dato 6 dezer betaalbaar ter eerster aanmaning voor 13 geelhoute balken 143:--
  mitsg:s 7 halfamen kalk
voldaan Fredrik Trenk op een onderh: obligatie volgens aantekening onder den g’admitteerden procureur Ruysch berustende 100:--
betaald met rd:s48:4 de Raad der Gemeente over 2/m:d metzelaar huur bl: aantekening 50:--
voldaan den 8 Aug:s 1812 Bernhardus Cornelis van Baalen over koop van houtwerk, blykens aantekening, per rest 6:--
  Fredrik Leemkeulder over contant geleende penn: bl: aantekening 21:--
vold: den 25 Juny 1812 Fredrik Wilhelm Spengler bl: aantekening 25:--
  Drosky bl: aantekening 10:--
  Anthonij Nix bl: aantekening 15:--
bevonden dat op ordre van den overledene naar Duijtschland geremitteerd is G:H: Hancock te Amsterdam over het saldo eener rekening courant gesloten den 8 Januarij 1810 Holl: courant ƒ1004:5
  Andries Lategaan op een onderh: briefje de dato 7 April 1803 betaalbaar ter eerster aanmaning 40:--
  mitsgaders over boekschuld bl: aantekening 30:--
vold: pro memorie word alhier genoteerd dat het huijs en tuijn hierboven gemeld, verhuurd is aan offecieren van het 21 Regt Light Dragoons tegens 40 rd:s per maand, zijnde de huur onbetaald zedert primo dezer; mitsgaders dat uit zekere missive gedagtekend Kessenorth by Birstien in het vorstendom Yzenburgh , den 27 January 1807, en getekend dor Johan George, Daniel, Johannes, Wilhelmina, Anna Elisabeth en Elisabeth Vulker, consteerd dat des overledenens vaderlijk erfdeel, als nog aldaar, onder den magistraat dier plaats berust

Aldus na gedane ontzegeling opgenomen en g’inventariseerd aan de Kaap de Goede Hoop op den 26 en 27 Maart 1812, ende zulks op het op en aangeven van de in den hoofde dezes gem: weduwe, dewelke verklaarde zich hierinne ter goeder trouwe gedragen en haares wetens niet verzwegen of terug gehouden te hebben van al het geen tot den boedel en nalaatenschap behoord; invoegen zy dan ook betuygde de deugdelykheid haarer opgaave ten allen tyde des vereisch wordende met solemneelen eede nader te bevestigen, met verdere belofte zoo wanneer hierna nog iets tot gez: boedel en nalaatenschap behorende mogten worden ontdekt, daarvan dadelijk en getrouwelyk ter Weeskamer opgaaf te doen, ten einde dezen inventaris daarmede te ampliëeren.

In teeken der waarheid is deze ter praesentie van ons gecomm: Weesm: ende my Eerste Commis der Weeskamer door de inventariente behoorlyk gesubsribeerd

Als gecomm: Weesm: A: v: Breda, G:E: Overbeek

Voor den opgaaf: Elisabet du Tooy weduwe Volker

Mij present: G:A: Watermeijer, E: C:

MOOC8/28.58

{18050718} 18 Julij 1805 Hendrik Ahlers

Inventaris van zodanige goederen als ’er op Donderdag den elffden dag der maand Julij in den jaare onzes Heeren een duijzend agt honderd en vijf ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den meerderjarigen jongman Hendrik Ahlers, ten voordeele zijner moeder Doortje van Bengalen laatst weduwe Thomas Pietersz: in de eene helfte van desselfs nalatenschap, mitsg:s in de wederhelfte zijne hier ondertemeldene zusters en broeders, met naamen

1) Rachel Ahlers geh:d met Fred:k Monk
2) Johanna Gezina Ahlers wed: van wijlen Jan Hendrik Wolff
3) Oltman Ahlers mondig en
4) Jan Jacob Ahlers

Invoegen als het een en ander door mij onderget:d Adj:t Commis zijn opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande alle deese goederen in de volgende, namentlijk

een bed met zijn toebehoren
een kist met kleederen
twee ijzere potten
een plat vaatje en
twee schoorsteenkettings
een osse wagen

alle welke goederen zig bevinden in de duijnen op een kraal van d: heer F:k Kirsten onder het opzigt van de vrije vrouwe Rachel van de Kaap

een zilvere beker
een paar goude handknoopen

deeze onder berusting van voorm: weduwe Pietersz:

Beestiaal
de heer Fredrik Kirsten ter Weeskamer verscheenen verklaard geene ossen van den overleeden te hebben of op zijn plaats te weezen zeven ossen met het vee van d: heer F:k Kirsten na de Saldanhabaaij ter wijde gezonden
Crediten des boedels
    Rd:s
  van voorm: Fredrik Monk over contant geleende penningen op een onderhandze briefje van den [ ..... ] 200
word ontkend, en kan niet beweesen worden van Cornelis Brits 3 ossen van denzelven geruijld voor een merrij paard

Aldus gedaan ende g’inventariseerd ten huyse van gen: wed:e Wolff op den 18 Julij 1805 ende zulx op het op en aangeeven van meerm: wed: Pietersz: dewelke betuigde zig hier inne ter goeder trouwe gedragen en thans weetens niets versweegen of terug gehouden te hebben dat tot voorm: nalatenschap behoord, invoegen zij ook getuigde de deugdelykheid haarer opgaave ten allen tijde des gerequireerd werdende met eede gestand te doen en verdere belofte zo hier na nog iets tot gen: boedel behorende mogte worden ontdekt, daar van nader opgaave te zullen doen omme deesen inventaris daar meede te kunnen amplieeren.

Tot verzeekering van dit een en ander is deese door dikwilsgem: wed: Pietersz: en getuigen in praesentie van mij Adj:t Commis behoorlijk onderteekend

Als getuigen: Ch: Caspar Renken, J:N: Rorich

Voor den opgaaff: Dit kruijsmerk heeft de wed: Thomas Pietersz: + als niet kunnende schrijven eigenhandig hier ter neder gesteld

My praesent: P:E: Faure, Adj:t Commis

MOOC8/28.59

{18120115} 15 Januarij 1812 Sara Drijer

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als ’er op Zaturdag den elfden dezer lopende maand January des morgens de klokke tien uuren met er dood zyn ontruimd ende nagelaten door jufv:w Sara Drijer wed:e wylen den heere Johannes Bresler; hebbende de overledene by testamentaire dispositie in dato 2 Februarij 1796 voor den toenmaligen notaris publicq ten dezen Gouvernemente nu wylen Johan Jacob Fredrik Wagener en zekere getuijgen gepasseerd tot haare eenige en universeele erfgenamen benoemd ende geroepen de kinderen en kindskinderen, voortgesproten uit het huwelyk met haaren opgemelden vooroverledenen man, te weten

1) de kinderen van wylen haren zoon Johannes Augustus Bresler in namen a) Sara Christina Bresler get:d met Jacobus Bosman
b) Johannes Augustus Bresler
c) Anna Cornelia Bresler get:d met Adam Hesler
2) haaren zoon Casparus Bresler
3) haare dogter Sara Christina Bresler get:d met Pierre Alexander Roubeaud
4) haaren zoon Frans Rynhard Bresler

ende by vooroverlyden derzelver wettige descendenten by plaatsvullinge.

En wyders tot executeuren dezer haarer uiterste wille, mitsgaders tot voogden haarer natelatene minderjarige erfgenamen verzogt en aangesteld, Heeren Weesmeesteren dezer stede, ingevolge waarvan den boedel en nalaatenschap door ons ondergeteekende expres gecommitteerde Weesmeesteren is g’inventariseerd en opgenomen, en bevonden te bestaan in het volgende, namentlyk

twee gerridons
een spiegel met notebome lijsten
een tafelkasje met 2 dubbelde deuren waarin de klederen van de overledene volgens bygev: lyst
een kopere ham ketel
een kopere taarte pan
vier kopere kastrollen
drie kopere water ketels
een kopere vergiet test
een kopere vuir test
een yzere braadpan
een yzere rooster
een yzere rooster kleiner
twee yzere drie voeten
een yzere vuurtang
drie yzere potten
een balie
een kombuys tafel
vijf tinne water potten
drie tinne schotels
een tinne soupterrine
drie tinne schenkbladen
twee tinne trekpotten
zes manden in zoort
een kleine huys trap
een stinkhoute kabinet met wit koper beslag
een oude draagstoel
agtien stoelen in zoort
twee leuning stoelen
een gemak [stoelen]
vyf vierkante tafeltjes
een kleine klap tafel
twee tafelkasjes
twee kadels
een paviljoentje
een matras
een bulzak
een peuluw
tien kussens
een wolle kombaars
een chitze deken
vyf kleine kistjes in zoort
een schuyfdoos
zeven blikke trommels in zoort
twee kleine spiegels /defect/
twaalf schilderyen in zoort
een kleine bedde tafeltje
een kleine boeke rak
een kopere nagt lamp
een kopere comfoir
drie kopere kandelaars
twee kleine kopere kwispeldoren
een stryk yzer
een soup terrine
elf schotels in zoort
drie sous potjes
een zilver lepel en vork wegende 8 l:t
twee boter potjes
twee melk kannetjes
vier zuyker potjes
een peper bus
een lampet kom
een sasinet
een kinder stoeltje
een blikke beker en eenige ledige bottels
drie schilderyen zynde famille stukken, dewelke ingevolge testamentaire dispositie aan den heer Frans Rynhard Bresler zyn afgegeeven
Lijfeigenen
een mansslaaf genaamd Liander van Bengalen [600]
een mansslaaf genaamd Basta van de Kust van Cormandel [1000]
een slavinne gen:d Johanna van de Kaap met haare drie kinderen Frederica , Jan en Carolina , alle mede van de Kaap [2400]
Alle welke voorz: lyfeigenen ingevolge dispositie door de overledene in dato 26 January 1806 voor den toenmaligen secretaris der colonie Stellenbosch Johannes Wege en getuygen gepasseerd, onder haare erfgenamen moeten worden verkogt, voorts nog
een mansslaaf gen:d Jephta van Mossambicque
een mansslaaf gen:d Filies van Mossambicque
Inneschulden
  Rd:s Rd:s
een onderhandsche obligatie de dato 12 December 1806 ten lasten Jacobus Bosman zonder beding van intrest groot   400:--
zoo veel de heer Pierre Alexander Roubeaud in huwelyk hebbende der overledene dogter jufv:w Sara Christina Bresler volgens bewys gedateerd 13 October 1784 van de overledene heeft ontvangen en welke somma ingevolge testamentaire dispositie op het erfdeel van gem: S:C: Bresler moet worden in collatie gebragt, dan wel ingevalle dit erfdeel niet zo veel mogt komen te bedragen, voor het overblyvende gedeelte door de overledene is geremitteerd, of geschonken ƒ16000 Kaapse valuatie ofte   5333:16
over zoo veel door de overledene voor haaren zoon Casparus Bresler, zo uit hoofde van borgtogt als andersints is voldaan ende betaald en waarvan almede by de voormelde testamentaire dispositie word gesproken, te weten
aan Daniel Ferdinand Immelman volgens rekening courant gesloten den 3 Augustus 1789 ƒ21643:6 ofte 7214:20
aan wylen Benjamin Sydler q:q: jufv:w G:J: Hyning volgens afrekening in den boedel gevonden, gedateerd 14 Maij 1789 3082:19
aan Michiel Bester volgens rekening gedateerd 8 April 1786 16:36
aan Jan Grubel volgens rekening van den 12 April 1786 8:-- 10321:27
Lasten des boedels
  Rd:s
aan de heer Frans Rynhard Bresler te weten
over zoo veel zyn E: volgens testamentaire dispositie voor desselfs vaderlyk bewys competeerd ƒ1000 ofte 333:16
over zoo veel zyn E: volgens testamentaire dispositie wegens het zaldo eener rekening courant, dewelke door zyn E: nader ter Weeskamer zal worden ingediend

Aldus gedaan en geinventariseerd ten woonhuijze van den in den hoofde dezes gem: heere Frans Rynhard Bresler, op den 15 Januarij 1812 ende zulks op-het-op en aangeven van voormelde heer F:R: Bresler en J:A: Bresler, dewelken verklaarden hun ter goeder trouwe gedragen en hunnes wetens niets dat tot den boedel behorende te hebben verzwegen, met verdere belofte zo hierna nog iets tot gezegde boedel behorende mogte worden ontdekt, daarvan dadelyk en getrouwelyk ter Weeskamer opgaaf te zullen doen ten einde dezen inventaris daarmede te amplieeren.

In teeken der waarheid is deeze inventaris door ons gecomm: Weesmeesteren en den Eersten Commis door de inventarienten behoorlijk gesubscribeerd.

Als gecomm: Weesm: A:V: Bergh, G:E: Overbeek

Voor den opgaaf: F:R: Bresler, J:A: Bresler

Mij present: G:A: Watermeijer, E: C:

MOOC8/28.60

{18110530} 30 May 1811 Willem Jansz

Inventaris van alle zodanige goederen als er op Maandag den vier en twintigste dag der maand May in den jaare onzes Heeren een duijzend acht honderd en elf ab intestato metter dood zyn ontruijmd ende nagelaten door Willem Jansz ten voordeele zijner onbekende erfgenamen, zodanig als dezelve door mij ondergeteekende Adjunct Commis der Weeskamer ter presentie der meede geteekende getuijgen is opgenomen en in geschrifte gebragt, mitsgaders bevonden te bestaan in het volgende, namentlijk

In een huurhuijsje van den eerw: heer Manger

een tafel
een kast
een kist met een party oude plunje
een kadel
Lijfeigenen
een jongen gen:d April van Mosambicque
een meid gen:d Philida van Mosambicque

Aldus g’inventariseerd aan de Kaap de Goede Hoop ten huijze voorm:d op den 30 May 1811 ende zulks op het op en aangeeven van de vrye vrouw Catharyn van de Kaap dewelke verklaarde zig hierin ter goeder trouwe gedragen te hebben en hares weetens niets verzweegen of terug gehouden te hebben van al het geen tot den boedel en nalatenschap behoord, en verdere belofte zo hierna nog iets tot gezegde nalatenschap behoorende mogte worden ontdekt, daarvan nader en getrouwelijk ter Weeskamer opgaaf te zullen doen ten eynde deezen inventaris daarmeede te amplieeren.

In teeken der waarheid is deeze ter presentie van my ondergeteekende Adj:t Commis door de inventariente eigenhandig onderteekend

Als getuijgen: J: Serrurier, J:N: Rörich

Voor den opgaaff: dit kruys + merk is door opgem: Catharyn van de Kaap als niet kunnende schryven voor haar naamteekening ter needergesteld

Mij present: P:E: Faure, Adj:t C:

Ik ondergeteekende Bartholomeus Eybergen bekenne bij deesen wel en deugdelijk verkogt te hebben myn slaave mijd genaamt Filida van Mosambique aan en ten behoeve van monsieur Willem Jansen voor een somma van een honderd en twintig rykd:s, bekenne wijders van gemelde cooppenn: volkoomen voldaan ende betaalt te zyn, dierhalven afstand doende van alle het regt en eygendom dat tot dato deeses opgem: slavinne gehad hebbende, sullen deesen transport ten allen tyden vrijen en waaren onder verband als na regten

Cabo de Goede Hoop den 13 December 1786

B:s Eybergen

MOOC8/28.61

{18120428} 28 April 1812 Johannes Abraham Burger , Margaretha Louw

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als behooren tot den gemeenschappelyken boedel van Johannes Abraham Burger en zyne huysvrouw Margaretha Louw, door eerstgemelde op Zondag den neegentiende dag der maand April in den jaare een duijzend acht hondert en twaalf ab intestato metter dood ontruymd en nagelaten ten behoeve zyner by zijne vooroverleedene huysvrouw

Susanna Johanna Gobrechts in echt verwekte drie minderjarige kinderen, met namen 1) Cicilia Petronella Burger oud 15 jaren
2) Andries Stephanus Burger oud 11 jaren
3) Maria Jacoba Burger oud 10 jaren
en door laatstgemelde op den drie en twintigste daaraanvolgende meede ab intestato door den dood ontruymd en nagelaten ten voordeele harer by haaren voorverstorvenen man Pieter Abraham van der Westhuijzen in echt geprocreeerde kinderen, in namen 4) Elsje van der Westhuijzen oud 17 jaren
5) Hendrik Jacobus van der Westhuyzen oud 11 jaaren

Invoegen als het een en ander door my ondergeteekende gecommitteerde Weesmeester is opgenomen en in geschrifte gebragt, mitsgaders bevonden te bestaan in het volgende te weeten

Een plaats ofte hofsteede genaamt Ongegund geleegen aan Ribeesks Casteel onder het district van Stellenbosch

Op gemelde plaats en aldaar

In het voorhuijs
een rak
een spiegel defect
zes schilderijen
een klaptafel
twee vierkante tafels
agt stoelen
een rustbank
een porcelaine pot
een tinne koffij kan
een verlakte schenkblaadje
In de kamer ter regterhand
een geweer rak
twee stoelen
twee ledige kisten
een vuurmand
een kadel waarop
een bulzak
een peuluw
vier kussens
een kadel waarop
een bulzak
een peuluw
twee kussens
een deeken
twee geweers met een bandelier
In de kamer ter linkerhand
een schuifgordijn
een spiegel defect
zes schilderijen
twee tafels
neegen stoelen met zeeven kussens
een klederen kast waarin de kleederen der overleedenen
een ledikant waarop
een bulzak
een peuluw
drie kussens
een wolle deeken
een ledikant met behangzel waarop
een bulzak
een peuluw
twee kussens
een wolle deeken
twee kleine kistjes
een roodkopere theemachine
een geel kopere koffijkan met zyn blaadje
een kopere keetel
drie kopere kandelaars
een kopere blaker
een tinne soupleepel
twaalf tinne eetleepels
een tinne mosterdpotje
een tinne peperdoos
twee tinne zoutvaatjes
neegen staale vorken
zes schotels in zoort
zes en twintig borden in zoort
agt kopjes en pierings
een trekpot
twee waterbeekers
een scheerbak
vier glaaze vlesjes
een soupkom
vier glazen in zoort
een blikke trommel
een zilvere zakhorologie
In de combuijs
een oude rak
een tafel
een bakkist
een broodmes
twee aarde potten
een waterhalfaam
vyf emmers
vier yzere potten
twee roosters
twee leepels
een vork
een drievoet
drie schoorsteenkettings
een waterkeetel
een kapmes
Op de zolder
acht koorn zikkels
een oude rak
een ledige kist
een zak met veeren
In de kelder
twee groote kuypbalies
twee kleine kuypbalies
twee trapbalies
een anderhalf legger met een restant wijn n:o 1
een anderhalf legger met wijn n:o 2
een legger met wyn n:o 3
een legger met wyn n:o 4
een legger met een restant wyn n:o 5
een legger met wyn n:o 6
een legger met wyn n:o 7
een legger met wyn n:o 8
een legger met wyn n:o 9
een legger met wyn n:o 10
een legger met wyn n:o 11
een vat met een restant wyn n:o 12
een legger met een restant brandewyn n:o 13
een legger met een restant brandewyn n:o 14
een vat met een restant azijn
neegen ledige leggers
een ledige halfaam
een ledige aam
een houte tregter
een wynpomp
twee kopere kraanen
een groote mand
een tappoenboor
een koevoet
agt graaven
vier pikken
vier zweepstokken en drie zweepen
In de smitswinkel
een ambeeld met zijn blok
een bankschroef
een slijpsteen
een blaasbalk
zes hamers in zoort
twee tangen
een boor
een spanzaag
vier schaaven
een nijptang
een agterstel van een ploeg
zeeven ploegschaaren
In het molen huijs
een groote zaag
twee oude ploegwielen
In het koorn huijs
zeeventig mudden koorn
drie koornschoppen
een koornscheepel
vier en twintig zakken
een zyldoeksche krip
een teerputs
twee span tuijgen
vyftien jukken en twee trektouwen
een party riemen
Op de stal zolder
een hoop kaf
een hoop dekstroo
een hoop riet
In het wagenhuijs
een paardenwagen met toebehooren
drie ossenwagens met toebehooren
In een buijtenvertrek n:o 1
vyf balies
een botervat
een yzere vleesch haak
Op de werf
drie ploegen
een eg
een ladder
een brandewijns keetel en toebehooren
een party vloersteenen
Beestiaal
zes wagenpaarden
een rydpaard
een oude molenpaard
agt aanteel paarden
vyf en dertig trekossen
een bul
elf aanteel beesten
een hondert zes en zestig aanteel schapen
vyf en zestig aanteel bokken
twee varkens
Lijfeigenen
een mansslaaf gen:t Laban van de Kaap /wagenryder/
een mansslaaf gen:t Noach van de Kaap , koetzier
een mansslaaf gen:t Favoriet van Mosambicque
een mansslaaf gen:t Jonas van Mosambicque
een mansslaaf gen:t Carolus van Mosambicque
een mansslaaf gen:t Lafleur van Mosambicque , beestenwagter
een mansslaaf gen:t Jephta van Mosambicque
een oude mansslaaf gen:t January van Malabaar , tuijnier
een meid gen:t Christina van de Kaap
een meid gen:t Philida met haar kind Candasa , beide van de Kaap
een meid gen:t Eva met haar kind Daniel , beide van de Kaap
een meid gen:t Rachel van Mosambicque
Inneschulden
    Rd:s
  van Jan Lombard blykens aanteekening 47:36
  van de wed:e Lombaard blykens aanteekening 10:12
vold: van Louis Christiaan Karstens blyken aanteekening 22:24
vold: van Jurie Kotzee blijkens aanteekening 6:--
  van Johannes Louw blijkens aanteekening 25:--
  van Jacobus Adriaan Louw Jz:n over aanteekening 20:18
  van Pieter Benjamin le Roux over aanteekening 24:24
vold: van Jan Hendrik Muller over aanteekening 32:--
  van Jan Mulder /doctor/ blykens aanteekening 28:--
  van Theodorus Karsten Hermanus z:n over aanteekening 21:--
  van Jacobus Theodorus Karsten d’ oude over aanteekening 25:--
  van Hendrik Albertijn blykens aanteekening 15:--
  van Nicolaas Basson Jans z:n over aanteekening 16:--
vold: van Jan Truter Fredriks z:n blykens aanteekening 10:--
voldaan van Jacobus Smith woonagtig by den veldcornet Floris Smith blykens aanteekening per rest 20:--
Lasten des boedels
  Rd:s
aan de Weeskamer deezer Colonie op een scheepenen kennis in dato 2 February 1810 ten behoeve van Jac:s Adriaan Louw Jac:s z:n gepasseerd, en aan de kamer gecedeerd groot per rest ƒ18000 ofte 6000:--
aan gemelde kamer op een Weesmeesteren kennis de dato 2 February 1810 aan capitaal ƒ13000 ofte 4333:16
met de renten op beide capitalen zeedert primo January 1811
aan de drie minderjarige kinderen, in namen Cicilia Petronella, Andries Steph:s en Maria Jacoba Burgers zo veel aan hun voor moederlyke erffenisse is beweezen, aan ieder rd:s1041 ofte aan allen te zamen 3121:--
aan Philip Eduard Faure op een notarieele obligatie de dato 12 Maij 1809 ten behoeve Pieter Benjamin Wieze gepasseerd en door Gerrit Kleyn als houder derzelve by notarieele acte van den 15 Augustus 1810 gecedeerd ƒ5000 ofte 1666:32
met de renten van dien à 6 pc:to p:r a:o zeedert p:mo July 1811
aan Louis Christiaan Karsten Hermanus z:n op een notarieele obligatie de dato 30 Aug:s 1809 groot per rest aan capitaal 997:--
met de renten a 6 pc:to p:r a:o zeedert den 30 Aug:s 1810
aan den hottentot Carel Jochem over 11 maanden huur à 3 rd:s p:r m:d 33:--

Wordende alhier pro memorie genoteerd dat de in den boedel by overleiden van eerstgenoemden gevondene contanten ten bedragen van rd:s54 door Louis Christiaan Karsten met voorkennis van de weduwe is gebruijkt, ter gedeeltelyke goedmaking van begraffenis onkosten, waarvan door hem nader reekening en verantwoording zal worden gedaan als meede dat zig bij Pieter le Roux nog komt te bevinden een kadel en by Jacobus de Jongh een zadel.

Aldus g’inventariseerd aan de Kaap de Goede Hoop op den 28 April 1812 ter plaatze voormeld gen:t Ongegund geleegen aan Ribeeks Casteel onder t district van Stellenbosch , ende zulks op het op en aangeeven van Louis Christiaan Karsten en Albert Willem Louw dewelke verklaarde zig hierin ter goeder trouwe gedragen en hunnes weetens niets verzweegen of terug gehouden te hebben van al het geen tot den boedel en nalatenschap behoord invoegen zy dan ook betuijgden de deugdelykheid hunner opgaave ten allen tyde des vereischt werdende met solemneele eede nader te bevestigen, en verdere belofte zo hier na nog iets tot gezegde nalatenschap behoorende mogte worden ontdekt, daarvan nader en getrouwelyk ter Weeskamer opgaaf te zullen doen ten einde deezen inventaris daarmeede te amplieeren.

In teeken der waarheid is deeze ter presentie van my ondergeteekende gecommitteerde Weesmeester ende my Adj: Commis der Weeskamer door de inventarienten eigenhandig onderteekend.

Als gecomm: Weesmeester: A: v: Breda

Voor den opgaaff: L:C: Karstins, Albertus W:m Louw

My present: P:E: Faure, Adj:t Commis

Bekenne ik ondergeetelkende Christina Margaretha Engel huysvrouw van Albert Jesse van der Westhuyzen by deesen ontfangen te hebben uit den boedel van wylen Johannes Abraham Burger en meede overleedene huysvrouw Margaretha Louw een pinsbekke zak horologie, toebehoorende aan mynen broeder en aan den overleedenen gegeeven om te laaten repareeren

Kaap de Goede Hoop den 26 May 1812

Christina Margrietha Engel

MOOC8/28.62

{18080915} 15 September 1808 Hendrik Johannes de Wet , Geertruijda Johanna Lingevelder

Inventaris van alle zodanige goederen als er in gemeenschap bezeeten geweest zyn bij den burger Hendrik Johannes de Wet ende desselfs huijsvrouw Geertruijda Johanna Lingevelder, mitsg:s van de zijde des eerstgemelden in den nagt van den elfden op den twaalfden deezer loopende maand September ab intestato metter dood ontruijmd ende nagelaten ten voordeele zijner ondertenoemene broeders en zusters zo van heelen als halve bedde, namentlijk

a) van heelen bedde, den overleedene zo van vaders als moeders zijde bestaande 1) Johannes Carolus de Wet
2) Olof Godlieb de Wet
3) m:r Jacobus Petrus de Wet
b) halve broeders en zuster den overleedene alleen van vaderszijde bestaande 1) Sophia Alida de Wet geh:d met m:r Joh:s Andreas Truter
2) Johannes de Wet
3) Hendrik Justinus de Wet
4) Fredrik Willem de Wet
5) Petrus Jacobus de Wet
c) broeder en zuster den overleedene alleen van moederszijde bestaande 6) Anthonia Alida Beck wed: van wylen den notaris Pieter Hendrik Faure
7) Rynier Beck

Zodanig als dezelve nalatenschap door ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren op het op en aangeeven van des overleedenens nagelatene weduwe is g’inventariseerd en opgenomen, en bevonden te bestaan in het volgende, namentlijk

In een huijs van den burger George Hendrik Lingevelder alwaar d’ overleedene is woonagtig geweest, en aldaar

In een voorkamer
een ledikant met wit behangzel
zeeven stoelen
een leuning stoel
twee tafelkastjes waarin de klederen van de weduwe
een bedde tafeltje
een ronde klaptafel
twee kleyne vierkante tafels
een draay orgel
een compositie theemachine
twee compositie kandelaars
twee kopere quispedoortjes
een blikke schenkbord
eenig theegoed
een waterhalfaam
twee wateremmers
een bureau met laaden waarin
een zilvere zak horologie
een zilvere zak horologie van Fransch goud /defect/
een kleyne ring met steenen
twee fluijten
een scheerdoos met 2 scheermessen
een p:r kniegespen
zes tafelmessen en vorken
eenig verguld bureau’s beslag
twaalf zilvere vorken en voorts
eenig kleijnigheid van geen aanbelang
neegen en twintig borden in zoort
twee peperbusjes
een zoutvaatje
een boterpotje
een zuykerpot
een witkopere schenkbord
een party ledige bottels en flessen
In de combuijs
twee yzere potten
een yzere keetel
een yzere rooster
en yzere pan
Lijfeigenen
een slave jongetje gen:d Lafleur van Mosambicque
een slavin genaamt Spatie van Mosambicque
Inneschulden
    Rd:s
volgens ter Weeskamer vertoonde quitansien is op de schuld van Hartogh betaald in mindering van ’t capitaal ƒ1000 en de renten van de resteerende ƒ5000 vereffend tot 7 April 1808 een notarieele obligatie ten lasten Paul Johannes Hartog d:d: 7 April 1807 groot aan capitaal 2000
  een notarieele obligatie ten lasten Jurriaen de Vries d:d: 17 April 1807 groot aan capitaal 1000
  waarop egter blykens aanteekening in mindering is betaald rd:s773:6
op den 13 April 1810 zyn de renten tot den 18 deese maand door den debiteur voldaan een notarieele obligatie d:d: 18 April 1807 ten lasten Robbert Jacob Heydenryk aan capitaal 200
  met de renten zeedert 18 April 1808
  een onderhandsch briefje d:d: 23 August j:l: ten lasten H: Laurent groot 50
Dubieuse schuld
  Rd:s
een onderh: obligatie ten lasten Barend van Beek d:d: 28 Maart 1807 groot aan capitaal 300
hebbende den overleedene volgens opgaaf nog te pretendeeren aan J:C: Vrijman 600
over welke vordering procedures ontstaan zyn dewelke thans bij den Edele Achtb: Rade van Justitie deezes Gouvernements lites pendent zijn, en door den advocaat m:r G: Buijskes voor den overleedene worden waargenomen
wordende hier voorts pro memorie bekend gesteld, dat bij den overleedene nog niet is genoten het erfdeel of bewijs zyner overgebleevene weduwe van wijlen haren vader Johan George Lingevelder

Aldus gedaan en geinventariseerd aan de Kaap de Goede Hoop ten huijze voormeld op den 15 September 1808 ende zulks op het op en aangeeven van de in den hoofde deeses gemelde weduwe, dewelke verklaarde zig hierinne ter goeder trouwe gedragen en hares weetens niet verzweegen of te rug gehouden te hebben van al het geen tot den boedel en nalatenschap behoord, invoegen zy dan ook getuijgde de deugdelijkheid harer opgaave ten allen tijde des vereischd werdende met solemneele eede nader te bevestigen, en verdere beloft zo hier na nog iets tot gezegde nalatenschap behoorende mogte worden ontdekt, daarvan nader en getrouwelijk ter Weeskamer opgaaf te zullen doen, ten einde deezen inventaris daarmeede te amplieeren.

In teeken der waarheid is deeze ter presentie van ons gecommitteerde Weesmeesteren ende my Eerste Commis der Weeskamer door de inventariente behoorlijk onderteekend

Als gecomm: Weesmeesteren: A:V: Bergh, G:E: Overbeek

Voor den opgaaf: G:J: de Wet

Mij present: G:A: Watermeijer, E: C:

MOOC8/28.63

{18090423} 23 April 1809 Ockert Oosthuijzen

Inventaris van alle zodanige goederen, beestiaal, etc:a als er door wijlen den manh:e Ockert Oosthuijzen ab intestato met er dood ontruijmd en nagelaaten, mitsgaders heeden opgenoomen en in waren weezen bevonden zyn geworden, te weeten

Op de plaats de Modder Fonteyn en aldaar

In ’t voorhuis
drie stoelen
een rustbank
drie banken
drie emmers
een boterbak
twee kopere ketels
twee tinne trekpotten
een kopere comfoor
een kopere blaadje
een kopere vyzel en stamper
zes tinne borden
twaalf staale vorken
twee en twintig tinne leepels
twee tinne kommen
een tinne soutvatje
een tabaksmes
een yzere balans met kopere schaalen
drie kandelaars in soort
een koffij molen
drie kommen
een stryckyzer
drie tavels in soort
een zilvere horlogie
In de kamer ter regterhand
vier kadels in soort
een oude kast
vier bottels
drie blikke trommels
een schuifdoosje
een meel zift
twee aarde kannen
een glas
een peperbos
een bed met zijn toebehoren
In de kamer ter linkerhand
vier ledige kisten
twee botervaten
een karn
twee kleijne botervatjes
een lekvatje
een blaker
een aarde pot
twee tinne waterpotten
In de combuis
zes yzere potten
een sous potje
een rooster
drie pannen
twee potleepels
een vleeschvork
In de winkel
een oude blaasbalk
een ballast yzer
twee voorhamers
een handhamer
een tang
een schroef
een zadel en toom
Op de werf
een osse wagen met zijn toebehooren
twaalf stukken hout
vier geelhoute planken
eenige stukken wagemakershout
een chais, defect
Beestiaal
een oude rijpaard
agt ossen
vijf aantheel beesten
twee honderd schapen
agt en veertig bokken
Baten des boedels
  Rd:s
den burger Joh:s Jansz van Rensburg Jansz: voor een betaalde borgtogt 28:--
den burger Ignatius Wilhelm ter Blanche over gekogte goederen 10:--
den burger Pieter Lindeque Barendz: over gekogte wagemakershout 6:6
den burger Ockert Almoro Oosthuizen per rest op een gekogte wagen - vold: 56:--
den burger Burger Gerrit Knoedse voor betaalde borgtogt 5:--
den burger Pieter Corn:s Oosthuizen Piet:r z: over contant geleende 16:2
den burger Jacobus Johannes Oosthuizen over koop van de plaats de Modder Fonteyn - den 11 Decb:r 1810 in mindering betaald rd:s344 1000:--
Lasten des boedels
  Rd:s
aan den burger Theunis Dirk Schalkwijk over gekogte negotie goederen volgens reecq: 175
aan den Secretaris J:H: Frouenfelder per rest volg:s reecq: 125
aan den burger Anthonij Christ:l Smit per rest 12
aan de wed:e Stephanus Gousch over contant geleende penn: volg:s opgave der erfgenaamen 100
aan de jonge dogter Cornelia van Emmenes over contant geleende penn: volg:s opgave der erfgenaamen 248
Erfgenaamen
1) Jacobus Johannes Oosthuyzen oud 25 jaren
2) Ockert Almoro Oosthuyzen oud 23 jaren
3) Dina Magdalena Oosthuyzen oud 18 jaren
4) Cornelia Petronella Oosthuizen oud 17 jaren en gehuwd met den burger Petrus Jacobus Venter
5) Cornelis Andries Oosthuizen oud 15 jaren alle woonachtig bij denzelver broeder Jacobus Joh:s Oosthuijsen
6) Gerrit Adriaan Oosthuizen oud 14 jaren
7) Pieter Marthinus Oosthuizen oud 12 jaren
8) Roelof Oosthuizen oud 10 jaren
9) Susanna Johanna Oosthuizen oud 8 jaren
10) Sara Maria Oosthuizen oud 6 jaren
11) Daniel Jacobus Johannes Oosthuizen oud 2 jaren

De laatstgem: zeven onmondige zijn op speciaal verzoek van Jacobus Johannes Oosthuizen die bij ’t afsterven van zijne ouders heeft belooft dezelve te zullen nazigneemen en doen onderwijzen tot dat zij hunne mondige jaren zullen hebben bereykt, besteed

Aldus gedaan en g’inventariseerd ter plaatse genaamd de Modder Fonteijn gel: aan d’ Oliphants rivier op den 23 April 1809, ende zulx op ’t op en aangeeven van de burgers Jacobus Johannes en Ockert Almoro Oosthuizen, dewelke verklaarde zig hierinne ter goeder trouwe gedragen en huns weetens niets versweegen of te rug gehouden te hebben van al ’t geen tot den boedel en nalatenschap behoord, invoegen zij dan ook getuijgden de deugdelykheid hunner opgave ten allen tijde des vereyscht werdende met solemneele eede nader te bevestigen, en verdere belofte zo hierna nog iets tot gez:e nalatenschap behoorende mogte worden ontdekt daarvan nader en getrouwelyk ter Weeskamer opgaaf te zullen doen ten eijnde deezen inventaris daar meede te amplieeren, ende zulx in ’t bij weezen van den clercq Johannes Dorotheus Camijn en den eerste gerechtsboden Hendrik van As junior als getuijgen

Als getuygen: J:D: Camijn, H: van As junior

Voorde opgaave: Jacobus Johanes Oosthuysen, Ocker Almero Oosthuysen

Ten mynen overstaan: A:A: Faure

MOOC8/28.64

{18110122} 22 Januarij 1811 Nicolaas Smit , Martha Aletta Olivier

C: Bird

Copia inventaris van alle zodaanige goederen en effecten als ’er door wijlen d edele Nicolaas Smit /:zo ten zijnen woonhuijze ten dezen dorpe, als ook ter zijnen plaatzen in de Camdebo :/ en desselfs nagelatene weduwe Martha Aletta Olivier in gemeenschap bezeten, en door eerstgemelde ab intestato met ’er dood ontruimd en nagelaten, mitsgad:s heden opgenomen en in waren wezen zijn bevonden geworden, te weten

Een huis en erf ten dezen dorpe Graaff Reinet
een opstal der lenings plaats, gen:d de Zondags rieviershoek gelegen in Camdebo
een opstal der lenings plaats genaamd d’ Uitspruitzel van Zondagsrivier , mede in Camdebo gelegen
twee ossewagens waarvan een met toebehoor
een paarde [wagens] met toebehoor, en voor vier paardetuigen
een ploeg
een eg
een ploeg kouter
een slijpsteen
een schroef
twee blaasbalgen met een partij smits gereedschappen
een vaatje met wat theer
een kraanzaag
vier zagen in zoort
twaalf schaven
een dissel
vijf snijmessen
drie avegaas boren in zoort
twee omslagbooren
twee naafboren met verdere gereedschappen
een en twintig bijtels in zoort
acht vijlen in zoort
twee schroeven
een handschroef
drie passers
drie leggers
vijf halve leggers
zes vaten in zoort
een kuipbalie
twee kuipen
een houte tregter
twee balies
acht halve aamen
een boter vat
drie kaarens
twee boter bakken
elf emmers
een water vat
drie platvaatjes
een emmerbank
een brandewijns ketel en helm met slang
twee zadels en een toom
vijf tafels in zoort
acht katels in zoort
twee en twintig stoelen in zoort
tagtig voet geelhoute planken
veertig voet witte else planken
drie troffels
zeven wingerd messen
thien zekels
drie koevoeten
drie pikken
twee vijzels met stampers
drie koorn schoppen
vijf harken
vier rotting mandjes
veerthien zakken
thien ijzere potten in zoort
drie ijzere zeeppotten
twaalf graven
zes trommels in zoort
zes geweers
twee geweer lopen
een pistool
een zijdgeweer
een kogelform
zes aarde potten
drie aarde kannen in zoort
drie schuifdozen
een bloempot
een kraan
twee stoven
drie spugbalies
een comfoir
een leij
een spiegel
twee kisten
een kist met oud gereedschap
een tabaksmes
een blikke castrol
een balance met kopere schalen en drie pond gewigt
een kleerekast
twee sluitmandjes
drie ketels
drie kandelaars
een blaker
een peperdoos
een pijpekan
twee vuurtesjes
drie witte caraffen
drie witte vlessen
drie melk kannetjes
twaalf kopjes en twee en twintig pierings
zeven kommetjes
drie trekpotjes
een zuiker potje
vijf water glazen
vijf wijn kelkjes
drie schenkborden
drie tregters
drie bottels
een klijn visch zegen
een mud zout
twee vleesvorken
drie potlepels
een confijt potje
een aarde beker
een blikke beker
een partij zwafel
een strijkijzer
een meelzift
een taartepan
een broodpan
een raspen
een rolstok
een hakkebord
vier rakken in zoort
een bilhamer
een molen spil
een porcelaine schotel
vier en dertig porc:ne borden
een tinne souplepel
twee doezijn tinne lepels
twee doezijn stale vorken
een tinne boterpot
twee glaze zout vaatjes
vijf tinne schotels in zoort
twintig tinne borden
vier aarde schotels
vier aarde borden
een zeepform met verscheide vakken
zes disselboomen
zes assen
een hondert zeven en vijftig spaken
twee en twintig vellings
een naaf
twee staven bandijzer
een draaijbank
een partij oud ijzer
twee houdbijlen
vier en twintig mudden garst
een en taggentig mudden koorn
vier buldzakken
twee peulen
derthien hoofdkussens
vijf combaerssen
ses bedlakens
Slaven
Domingo van Mallebaar
Jochem van Boegies
Arie van de Kaap
Maart van Mossambicq
Bastiaan van Mossambicq
Elias van de Kaap
Marthinus van de Kaap
Goliath van de Kaap bijna twaalf jaren absent
September van Mossambicq , baars, en omtrend negen jaren absent
Rachel van de Kaap
Candace van Mossambicq
Spaas van de Kaap , en reeds twee a drie jaar absent
Regina van de Kaap
Beestiaal
twee duizend achthondert een en tagtig anteelschapen
een hondert zeven en tachtig bokken
vijftig trekossen
een hondert twee en vijftig beesten
seven rijd paarden
ses anteel paarden
Contanten
  Rd:s
aan gereed geld onder de wed:we verbleven 150:7
Baten des boedels
  Rd:s Rd:s
van Jacob Jonath:n van Aswegen voor werksloon   33:3
van Jacobus Joubert voor werksloon   32:4
van Marth:s van Staden over cont:t geld   6:7
van Barend de Clercq d’ jonge over cont:t geld   17:6
van Barend de Clercq d’ oude over cont:t geld   24:2
van Schalk W:mse Burger voor werkl: en cont:t   19:2
van Jonath: Fourie cont:t   50:--
van Frans Botha cont:t   8:6
van Johannes de Beer over koop van een as   6:--
van Fred:k Schimper over koop van 50 Spaanse en een half mud garst   3:--
de vrij slavin Catrijn 133
Schulden des boedels
  Rd:s
aan de wed:we Michiel Christoffel Dippener p:r rest over de gekogte halve opstal, gen:d d’ Uitspruitzel van Zondags rivier , gel: inde Camdebo 232
Erfgenaamen
1) Abram Johannes Smit
2) Helena Elisabeth Smit getrouwd met Jac:s Pet:s v:d: Berg
3) Anna Magdalena Smit getrouwd met Pieter Er:t Kruger
4) Maria Jacomina Smit getrouwd met Joh:s Corn:s Coetzee
5) Elisabeth Catharina Smit getrouwd met Joh:s Ch:l Boshof
6 ) Nicolaas Jacobus Smit
7) Elsje Adriana Smit getrouwd met Casper Hend:k le Roux
8) Jasper Franc:s Smit
9) Andries Adriaan Smit geboren den [ ..... ] 1794
10) Cecilia Jacoba Smit geboren den 7 Dec:r 1802

/:onderstond:/ Aldus gedaan en g’inventariseerd ten woonhuize en ter plaatze van wijlen d edele Nicolaas Smit voormeld, op den 22:ste en 24:ste Januarij 1811 volgens ’t op en aangeven van voorz: Martha Aletta Olivier, dewelke betuigde hierinne ter goeder trouwe te hebben gehandelt en niets met weten verswegen of agtergehouden verklaarende haar dus bereid, deze opgave ten allen tijde des gevordert werdende met solemneele eede te zullen staven, met verdere belofte zo iets nader tot den boedel behoorende mogt ontdekken, dezen inventaris daarmede te zullen amplieeren, en is zulks geschied in ’t bijwezen van den burger Jerem:s Auret en den ger: bode J:B: Wiese als getuigen, en wel ten overstaan van den wel edelen heere landdrost Andries Stockenström

/:was geteekend:/ Martha Alletta Olivier, wed:we Nicolaas Smit /:ter zijde stond:/ ten overstaan van mij /:geteek:d:/ Stockenström, Land:t /:in margine stond:/ als getuigen /was geteek:d/ J: Auret, J:B: Wiese /:lager:/ mij praesent /:was get:d:/ Th:s Muller Secret:s

Accordeert: Theod:s Muller, Secret:s

Ampliatie

Inneschulden
  Rd:s
van de districts cassa van Graaffe Reinet volgens aanschrijving van den landdrost aldaar A: Stockenstrom p:r rest 70

verg:g den 24 April 1811

MOOC8/28.65

{18110816} 16 Augustus 1811 Philip Petrus Kuuhl

Copia

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten baaten, lasten, etc:a als tot den boedel van wylen Philip Petrus Kuuhl behooren en door voorsch: Kuuhl op den 14 dezer maand met den dood ontruimd en nagelaten zyn, zynde dezelve op order van den Heer Landdrost en by absentie van den Secretaris door my ondergeteekende geformeerden in geschrifte gebragt ter presentie der nagenoemde getuigen, als zynde voorm: Kuuhl ab intestato komen te overlyden

een zadel en een toom
een vellies
zeventig bokken
een honderd negen en vyftig schaapen
twee ryd paarden
zeven ossen
thien aanteelbeesten

En een by hem gevondene bekentenis van Hermanis Maasdorp van twee hondert drie en dertig aanteel schaapen welke den overleedene aan hem Maasdorp op de helft van de aanteel gegeeven heeft

Aldus gedaan en geinventariseerd op den 16 dag der maand Augustus 1811 ter plaatze van den burger Charl Wynand Theron Charlzoon, ende zulks op het op en aangeeven van de burgers Jacob Philip Marée en Charl Wynand Theron C:lz:, ten huize van welkers eerstgem: Kuuhl gelogeerd geweest zynde, aldaar is komen te overlyden, en meede aldaar het door hem gebragte vhee is aangekomen, mitsgaders ter plaatze van de tweede genoemde het vhee ten tyde van Kuuhl’s ziekte is ter wyding gezonden, en verklaarde voorm: Maree en Theron het door hun opgegeeven vhee en niet minder te zyn als het geen zyl: ontvangen en ter wyding bekomen hebbe, bereid zynde dit ten allen tyde nader te bevestigen, ter presentie van den oud veldcornet Petrus Johannes Theron Charlzoon, en de bode Fredrik Mong als getuigen

Als getuigen: /get/ P:J: Theron C:z:, F: Mong

/get:n/ Jacob Philip Mare, C:W: Theron

In kennisse van my: /get/ J:F: van de Graaff, Clerk

MOOC8/28.66

{18110418} 18 April 1811 Simon van der Vecht

Inventarisatie van zodaanige goederen als ’er op de plaats van Jost Hendrik Hoppe gelegen aan de Zwarte Berg van den aldaar te koomen overlyden Simon van der Vecht gevonden zijn geworden, te weeten

een silver horlogie met silver signet
twee silvere hande knoope
een knip mess
een blouw lakens onder baatje
een blouw lakens jak
eene lange broek
twee paar kouzen
een fluweele lange broek
een hembd
een swart zyden hals doek
een swart hals doek
twee neus doeke
een swart fluweel onderbaatje
een hoed met lamfer
een voer velle dwars zak
een Hollandsche sadel
een ruin paard
een hand bijl
een dissel
drie bijtels in zoort
twee groote boore
een duim stok

Boven vermelde goederen naagezien en opgenoomen op de vermelde wohn plaats van Jost Hend:k Hoppe ter prazentie van de burgers Diedrich Michiel Otto als Veld Corporaal, en Lucas Martinus Maree en Andras Klem, als getuigen, op heden den 18 April 1811

L:M: Maree

A: Klem

D:M: Otto

MOOC8/28.67

{18120508} 8 Maij 1812 Philip Fredrik Wilhelmie

Inventaris van alle zodanige goederen als er ab intestato metter dood zijn ontruijmd en nagelaten door Philip Fredrik Wilhelmie ten voordeele zijner bij zijne vooroverleedene huijsvrouw in echt verwekt eenig minderjarige dogtertje, in naame

Anna Christina Wilhelmie oud 9 jaaren

zodanig als dezelve nalatenschap door my ondergeteekende Adjunct Commis der Weeskamer ter presentie der meede geteekende getuijgen is opgenomen en in geschrifte gebragt, mitsgaders bevonden te bestaan in het volgende, namentlyk

In een pakhuijs toebehoorende aan D:l Collinet
twee schaafbanken
een honderd elf schaaven
agttien zagen in zoort
een hondert negen bytels in zoort
agt nijptangen
veertig fijlen en raspen in zoort
zes groote booren
een doosje met een party booren
vijf hamers
vier passers
twee duijmstokken
twee schroefknegten
vier kruijshouten
een houtbyl
agt houte schroeven
drie lympotten
drie dissels
een slypsteen met zyn bak
vier en twintig stukken hout en voorts
eenig oud houtwerk en rommeling
twee emmers
een rooster
een drievoet
een vuurtang en asschop
twee aarde potten
twee kleine castrollen
een kist waarin
een keetel
agt borden
drie kommetjes
een glas
een partij ledige vlessen en bottels
een oude lantaarn
Op de zolder
een kist waarin
twee lakense rokken
een lakense jas
drie hembden
zeeven baatjes
elf broeken
dertien doeken
een hoed
een p:r laarsen
vier p:r oude schoenen
een stel witte gordijnen
drie kussensloopen
drie cyfferleijen
vyf boeken
een zilvere zakhorologie
twee p:r zilvere kniegespen
een p:r zilvere schoengespen
zeeven en twintig zilvere knoopen
een p:r goude handknopen
een goude ring
een kist waarin
een party spijkers en oud ijzer
een tafel
een oude lessenaar
tien defecte stoelen
een nagtlamp
agttien stukken green hout
een bulzak
drie kussens
twee deekens
een sprey
een vat met wat rommeling, en voorts
eenig oud houtwerk
Crediten des boedels
    Rd:s
  aan contanten in dezelve gevonden vier ryksd:s en zestien stuyvers 4:16
  van Mededevenkamp over timmermans werk blykens aanteekening per rest 5:12
volgens declaratie door W:A: Smuts ter Weeskamer gedaan is deezen schuld bij afreekening vereffend van Jan Jurgen Ophausen over timmermans werk per rest van reekening 21:28
door J: Dick den 2 7:br 1812 ter Kamer een bewijs vertoond dat de schuld voldaan is van James Dick over timmermans werk per rest van reekening 173:11
  van [ ..... ] Holtman over timmermans werk 8:12
  van de Societeit d’ Harmonie over timmermans werk 72:27
  van H: Timmer over timmermans werk 7:36
  van A: Steinhard over timmermans werk 11:12
  van [ ..... ] Tornge over timmermans werk 1:24
door nevensgem: J: van Helsdingen ter Weeskamer bewyzen vertoond dat aan den boedel niets schuldig is van Johannes van Helsdingen over timmermans werk 86:--
  van Casper Lusenbrink over timmermans werk per rest 6:24
  van [ ..... ] Meijer /:bakker:/ over timmermans werk 2:24
  van Alexander Franke over timmermans werk 1:24
  van Bernardus Oppel over timmermans werk volgens aanteekening 8:--
  van Cornelis Janssen over timmermans werk 38:--
  van Anthony Mulder over timmermans werk volgens drie reekeningen 36:42
  van Hermanus Keeve over timmermans werk volgens reekening 8:--
Last des boedels
  Rd:s
aan den ter Weeskamer g’administreerd wordende boedel van wylen Cornelis Petrus Jansse de Bruijn op een notarieele obligatie de dato 21 January deezes jaars aan capitaal 100
met de renten van dien

Aldus na gedane ontzegeling g’inventariseerd ten pakhuijze voormeld op den 8 Maij 1812.

Als getuygen: J: Serrurier, J:N: Rörich

My present: P:E: Faure, Adj:t C:s

MOOC8/28.68

{18120106} 6 January 1812 Johan George Silip

Inventaris van alle zodanige goederen als er op Donderdag den tweeden dag deezer lopende maand Januarij in den jaare onzes Heeren een duijzend acht honderd en twaalf ab intestato metter dood zijn ontruijmd ende nagelaten door Johan George Silip ten voordeele zijner bij zijne vooroverleedene huijsvrouw Johanna Carolina Gertenbach in echt verwekte drie minderjarige kinderen, met namen

1) Anna Carolina Silip oud 15 jaren
2) Susanna Petronella Silip oud 13 jaren
3) Sara Jacoba Silip oud 11 jaren

Zodanig als dezelve nalatenschap door my ondergeteekende Adjunct Commis der Weeskamer ter presentie der meede geteekende getuijgen is opgenomen en in geschrifte gebragt en bevonden te bestaan in ’t volgende, te weeten

Ten huijze van Cornelis Mosterd alwaar den overleedene is gelogeerd geweest en aldaar

In een bovenkamer
een geruijte ophaal gordijn
vyf stoelen in zoort
een toilet tafel
een kleine spiegel
twee schilderijtjes
een lessenaar waarin
een inktkoker
een restant kaarsen
een doosje met restant ouwels
tien boeken
een zilvere theeleepeltje
twee zilvere vorken
twee brillen
een ledikant met geruyt behangzel waarop
een bulzak
vijf kussens en
twee wolle deekens
een kist waarin
drie lakense rokken
tien broeken in zoort
agt baatjes in zoort
een mannel
een schansloper
vyf hembden
tien p:r kouzen
twee slaapmutzen
zeeven kussenslopen
een p:r laarsen
drie p:r schoenen
een zakdoek
drie hoeden
een kruijsband
een chambreel
twee boeken
een kleijne verrekijker
een pinsbekke horologie
een liniaal
een kopere kraan
een borsel
een stoffer
een kleine zabel
vier wandelrottings
twee kopere kandelaars
twee snuijters
drie tafels
een lampet
twaalf borden
drie kommen in zoort
een porcelaine bloempot
vyf glaaze vlesjes in zoort
vier kelkjes
twee vaatje salm
een ledige anker
een baly
een vloermat
vyf bottels en twee halve vlessen
vyf boeken
Last des boedels
  Rd:s
aan zijne drie voorengenoemde kinderen zo veel hy bij acte van den 4 November 1808 ter Weeskamer aan dezelve voor moederlijke erffenisse heeft beweezen 132:24

Aldus na gedane ontzegeling g’inventariseerd aan de Kaap de Goede Hoop ten huijze voormeld op den 6 January 1812

Als getuijgen: J: Serrurier, J:N: Rörich

Mij present: P:E: Faure, Adj:t C:s

MOOC8/28.69

{18110612} 12 Junij 1811 Heinrich Tulke

Inventaris van zodanige goederen als er door wijlen Heinrich Tulke op den 10 dezer met er dood ontruijmd en nagelaaten zijn, te weeten zoo veel ten mijn huise zich bevinden, namentlijk

een thee tavel
een oude stoel, defect
een kist, een kadel
een zak horologie
een geweer
twee scharen en een parsijser
een oude bed, vier kussens en een wolle combaars
een hoed
een oude jas
een zwarte rok
drie boven baatjes
ses onder baatjes
vijf hemden
vijf broeken
twee paar oude kousen
twee paar schoenen
een paar oude stevels
een paar silvere schoen gespen
een paar silvere handknoopen
een pijperiet
partij koopere knoopen
vormpjes
gaaren
zijde en
oude lappen
aan contante gevonden vier schelling

Aldus gedaan ter mijner woonplaats genaamd de Slot van de Paarl in tegen woordigheid van de nevens geteekende getuigen op den 12 Junij 1811

Als getuigen: Pieter Booijsen de oude, P:J:de Villiers

J:W: Louw

MOOC8/28.70

{18120114} 14 January 1812 Balthazar Weiler

Inventaris van alle zodanige goederen als er op Zondag den twaalfden dag deezer lopende maand January in den jaare onzes Heeren een duijzend acht honderd en twaalf ab intestato metter dood zijn ontruijmd ende nagelaten door Balthazar Weiler ten voordeele zijner onbekende uitlandige erfgenamen, zodanig als dezelve nalatenschap door ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren is g’inventariseerd en opgenomen, mitsgaders bevonden te bestaan in het volgende, te weeten

In een huijs toebehoorende aan T: Hudson alwaar den overleedenen is gelogeerd geweest en aldaar

In het voorhuijs
een kloklantaarn
vijf stoelen
In de voorkamer ter regterhand
vijf schrijftafels
drie banken
twee stoelen
een houte bord
In de voorkamer ter linkerhand
twee schuijfgordynen
een spiegel met vergulde lijst
een tafel met een muzieklessenaar
een vierkante tafel
een tafelpendule
neegen stoelen
een bureaux waarin
vyf broeken in zoort
twee lakens
twee p:r kouzen
veertien halsdoeken
een serviet
een ronde hoed
een p:r handschoenen
In een agterkamer
twee stoelen
een houte bord
In een tweede agterkamer
een klaptafel
een vierkante tafel
drie schrijftafels
zeeven banken
een houte bord
een houte ezel
een kistje met een hangslot gemerkt P: Acker
In de dispens
drie rakken waarop
een soupterrine defect
dertien schotels
zeeven en vyftig borden
drie kopjes en vijf pierings
een sauspotje
zes kandelaars
een blaker
vier blikke bakken
een blikke kan
een kopere theemachine defect
zes messen en twee vorken
een kopere vijzel en ijzere stamper
een verlakte specerij doos
een koffijmoolen
een balij
een lantaarn
twee kelders met ledige vlessen
een ijzere confoir
een blikke bak met een party oude messen en vorken
een lampet en kom
twee stoelen
In de combuijs
een tafel
een pottebank
een rak
een vleeschblok
een oude emmer
twee schoorsteenkettings
een rooster
twee drievoeten
een waterkeetel
een koekepan
twee vleeschvorken
twee ijzere potten
een blikke keetel
Op de voorzolder
een houte rak
In de bovenkamer n:o 1
twee vengster gordijnen
een ledikant met behangzel waarop
een bulzak
een mattras
een peuluw
vijf kussens
twee lakens en
een deeken
een vierkante tafel
een ronde tafel
een kist waarin
vier en twintig hembden
twintig broeken in zoort
agt onderbaatjes
vyftien p:r kouzen
neegen en dertig doeken en dassen in zoort
neegen lakens
zes sloopen
neegen servietten
twee lakense rokken
een lakense overrok
een moorsen rok
zes p:r laarsen
twee p:r schoenen
een jagtgeweer
een kruijdhoorn
een hagelzak
een vallies
een kistje met een restant verf
twee doosjes met mathematische instrumenten
een compas
een trommel
In de kamer n:o 2
een ledikant met behangzel waarop
een bulzak
een peuluw
twee kussens
een laken en
een combaars
In de kamer n:o 3
tien stoelen met vijf kussens
een klaptafel
vyf vierkante tafel
zeeven honderd en zeventig boeken in zoort
een party kaarten en plaaten
een schrijfkistje waarin
een goud horologie met paarlen bezit en een goud ketting
een borstspeld met een steen
een borstspeld
zeeven potlooden
een restant teekenpapier
In de kamer n:o 4
een witte vengster gordijn
twee globussen
twee rakken waarop
drie karaffen
tien kelkjes
zes bierglazen
een confituur bak
drie zoutvaatjes
zeeventien witte borden
een blikke broodbak
een blikke schenkblad
tien messen
agttien vorken
een schenkbord
twee spiegel lijsten
een groote kast waarin
twee zilvere soupleepels
een zilvere vischschop
zeeven en twintig zilvere eetleepels
twaalf zilvere theeleepeltjes
twee confituur zilvere vorkjes
twee zilvere zoutleepeltjes
een plettit olij en azijnstander
een plettit koffijpot
een plettit theepot
een plettit zuijkerpot
een plettit melkkan
twee plettit zoutvaatjes
vier plettit kandelaars
een plettit snuijter met zijn bak
een en twintig kopjes en elf pierings in zoort
een zuykertpot
een melkpot
een restant sterke drank
een partij mathimatische en landmeeter’s instrumenten
een lugtpomp met toebehooren
twee verrekijkers
In de kamer n:o 5
een kadel waarop
een bulzak
een peuluw
twee kussens
twee lakens en
een deeken
een tafel waarop
drie kussens
een vierkante tafel
een lampet
een koffer met eenig plunje en papieren aan een der scholieren toebehoorende
een ledige koffer
In de kamer n:o 6
een kist en een doos aan m:r Hopleij toebehoorende
drie stoelen
een lampet kom
Op de agterplaats
een schrijftafel
twee huijstrappen
twee huijs ladders
een halfaam
een graaf
Contanten
  Rd:s
een zilvere piaster ofte 1:12

Wordende alhier pro memorie bekend gesteld dat de papieren des boedels uit hoofde van gebrek aan tijd met geen mogelijkheid staande de inventarisatie hebben kunnen worden gesorteerd, en dus ook de baaten en lasten des boedels, voor zo verre die anderzints daaruit mogten hebben kunnen blijken, bij deezen inventaris niet hebben kunnen worden genoteerd.

Aldus na gedane ontzegeling g’inventariseerd en opgenomen aan de Kaap de Goede Hoop ten huijze voorm:d op den 14:e January 1812

Als gecomm: Weesmeesteren: A:V: Bergh, G:E: Overbeek

My present: G:A: Watermeijer, E: C:

MOOC8/28.71

{18120128} 28 January 1812 Balthazar Weiler

Catalogus der boeken, etc:a dewelke op den 28 January 1812 door Heeren Weesmeesteren voor reekening des boedels van wijlen Balthazar Weiler staan te worden verkogt, namentlijk

In folio
n:o 1 Atlas historique, representeé dans de nouvelles Cartes par m:r C [ ..... ] avec de dissertations sur l’ histoire par m:r Guendeville. 17 tomes folio [avec] le suplement 1 tome folio. Amsterdam 1732
2 Annales de Provinces Unies, par m:r Basnage 11 tomes folio. a la Haye , 1726
3 Medailles de Grand [et] moyen Bronze du Cabinet de la Reine Christine, par P:S: Bartolo, traduit du latin de Siegbert Haverkamp 1 tome fol: a la Haye 1742
4 La Sainte Bible, le vieux [et] nouveau Testament. faite sur la version de Genève. II tomes fol: a Amsterdam 1669
5 L Annaei Senecae, opera quae extant omnia. a Justo Lipsio emendata et scholiis illustrata, 1 tome fol: Antwerpen 1615
6 Histoire Militaire du Prince Eugene de Savoye, du Duc de Marlborough, et du Prince de Nassau, Frise, III tomes grand folio, enrichie de plans necessaires. à la Haije 1729
7 Atlas coelestis, serie Harmonia macrocosmica, studio et labore Andreae Cellarii Palatini, 1 tom fol: Amsterdam 1708
8 Vues de plus beaux restes des Antiquités romaines, dessinées par m:r Barbault et Graveés par d’ habiles maitres, en 120 planches, 1 tome fol: Rome 1775
9 Atlas, behelzende 40 kaarten en plaaten, beneevens eene beknopte beschrijving van de geheele wereld. Amsterdam 1 deel. fol.
10 Atlas Maritimus, or new Sea Atlas, describing the Coasts, ports, harbours, baijs, roads, rivers, rocks etc: in 29 Charts bij Charles Price. London 1732 1 volume fol:
11 Atlas (Neue Weltkarte) in 39 Kaarten Nurnberg 1784. 1 deel fol: [J: Beck]
12 Bijbel, het oude en nieuwe Testament, vertaald op last van Heeren Staaten Generaal. Gorinchem 1748, 1 deel fol:
13 Encijclopedie, ou Dictionaire raisonné, des Sciences des Arts, et de Metiers, mis en ordre par Diderot et d’ Alembert, a Paris 1730. tome I, II, IV, VII, VIII, IX, XI, XIV, XVII. Supplement au Dictionaire raisonné tome I, II, V. te zamen XII boekdeelen
14 Historien en Openbaringen des Ouden en Nieuwen Testaments, konstig geteekend, door m:r Merian en P:H: Schutte, uitgegeeven door N: Visscher (in 5 talen) 1 deel klein folio
In quarto
15 Vies de Gouverneurs generaux, avec l’abregé des etablissement hollandois, aux Indes Orientales, par du Bois, á la Haije 1763
16 Woordenboek der Nederduijtsche en Fransche talen, door Francois Halma. Derde druk, te Leijden en Utrecht 1758
17 Grand dictionaire Francois et Flammand, par Francois Halma. Vijfde druk, Leijden en Utrecht 1761
18 Dictionaire Roijal françois, anglois, et anglois, françois, par m:r A: Boijer. London 1783 [J: Maijnier]
19 Dictionaire de l’Academie françoise II deelen, Paris 1802. Nouvelle edition augmenteé
20 Commentaires sur le Memoires de Montecuculi, par le Comte Turpin de brissé III deelen a Paris 1769
21 Dictionaire Italien, latin et françois, par l’Abbé Antonini II Boekdeelen, Paris 1743
22 Histoire Naturelle de Buffon. XVII deelen a Paris 1749 - 1770
23 La Religion Chretienne prouveé par les faits, par l’Abbé Houteville, II deelen, 1740
24 P: Virgilius Maroo’s Werken, vertaald in Nederduitsch dicht door J: v: Vondel Amsterdam 1696
25 Memoires de Fredric Henri Prince d’ Orange, par B: Picart. 1 deel, Amsterdam 1733
26 La Vie de Descartes - par A:B: II deelen, Paris 1691
27 Essai sur la tactique de l’Infanterie - a Geneve 1761
28 Thesaurus Vocum et phrasium latinarum J:H: Drumelii. Ratisbonae 1753
29 Woordenboek der Nederduijtsche en Fransche talen, door Francois Halma, Amsterdam 1729, 1 deel [Holtman]
30 La peinture poëme en trois chants par le Mierre Paris
31 Lexicon latino, belgicum novum a Samuele Pitisco, editio, A:H: Wintershovii, Dordrecht en Amsterdam 1738. Pars I:ma en II:da een boekdeel
32 Promptuaire de Medailles, 2 deelen in 1 band. Lyon 1581
33 O: Horatius Flaccus, Lierzangen en Dichtkunst vertaald door J: v: Vondel, Amsterdam 1703, 1 deel
In octavo et forma minori
34 Elegant Extracts in prose, London 1794
35 Elegant epistles London 1803
36 New et complete dictionarij of the English and Dutch Languages by J:H: Wilcocke London 1798 [Holtman]
37 New et complete dictionarij of the English and Dutch Languages by J:H: Wilcocke London 1798, defect [Van Oudshoorn]
38 Kort begrip der algemeene geschiedenis, door J:G: Schröck uit het Hoogduijtsch, met platen IV deelen [5 deelen]
39 The Works of S: Sterne in X Volumes, 10 boeken London 1798
40 Oeuvres de m:r Dorat, à la Haye 1773 XX deelen
41 Cours d’ etude par l’Abbé Condillac, nouvelle edition, a Paris 1795, 15 boekdeelen
42 Elegant Extracts in prose, London 1797
43 Précis de l’Histoire Universelle, on tableau historique par le Cit: Anquetil. Paris, 8 boekdeelen
44 Lettres et negociations entre m:r Jean de Witt et Messieurs les Plenipotentiaires des Provinces Unies des Pais-bas. V deelen, Amsterdam 1725
45 Lettres françoises par P: Richelet. II deelen Amsterdam 1755
46 Oeuvres de m:r de Montesquieu - à Londres 1769, 6 boekdeelen
47 Traité de l’attaque et de la defense des places par le Marechal de Vauban. II deelen, a la Haije 1742
48 Lettres juives ou correspondance philosophique, historique et critique, nouvelle edition, VIII deelen, a la Haije 1754
49 Delices de la Grande Bretagne et de l’Islande par James Beverell A:M: Leijden 1727, VI boekdeelen
50 Delices des Pais-bas, ou l’ histoire générale des Pais-bas, Brussel 1743
51 Delices de l’Italie par m:r de Rogissart, 3 tomes, 3 boekdeelen, Leijden 1706
52 Delices de l’ Espagne et du Portugal, 5 tomes, 4 boekdeelen par J:A: de Colmenaar, Leijden 1707
53 Oeuvres de Nicolas Boileau Despreaux tome I - IV. 4 Boeken, Dresden 1746
54 Abregé de l’Histoire générale des Voyages, 21 boekdeelen met een atlas, par m:r de la Harpe, tomes XXI beneevens een atlas van 75 Kaarten /compleet/. Paris 1780
55 Histoire Generale, civile, naturelle, politique et religieuse de tous les Peuples du monde, par L’Abbé Lambert, Paris 1750, 15 boeken
56 L’Honeur françois ou Histoire des Vertus, et des exploits de Notre Nation, par M: de Sacij, tomes 17, a Paris 1771, 6 boeken
57 Oeuvres completes d’ Alexis Piron, publicés par m:r Rigoley de Juvigny, 7 boeken tomes VII, a Neuchatel 1777
58 Oeuvres completes de P:A: Caron de Beaumarchais tomes IV. 1780, 4 Boeken
59 Oeuvres completes d’Alexander Pope, traduits en françois, tomes VIII, nouvelle edition. Paris 1780, 8 boeken
60 Histoire Philosophique et politique des établissemens et du commerce des Europeens, dan le deux Indes, tomes X, par Guilleaume Thomas Raijnal. 10 boekdeelen met een atlas, â Geneve 1780
61 Memoires de Jean de Wit, Grand Pensionaire de Hollande traduits de l’original, á la Haije 1709
62 Theodor, von August Lafontaine, 2 deelen. Frankfurt und Leipzig 1800
63 Traité des Pierres qui s’engendrent dans les terres et dans les animaux par N: Venette, Paris 1701
64 Manuel lexique ou Dictionaire portatif des mots françois, tomes II. 2 boeken, nouvelle édition augmentee. Paris 1770
65 Lecons de phijsique experimentale par m:r l’Abbé Nollet, tomes I - VI. 6 boeken, Paris 1764
66 Considerations sur le corps organisés, par C: Bonnet, Amsterdam 1762
67 Fables choisies, mises en vers par J: de la Fontaine, 6 deelen /compleet/. Paris 1765
68 Classical Dictionary etc: etc: London
69 L’art des experiences ou avis aux amateurs de la phijsique, par l’Abbé Nollet, tome III. 3 boekdeelen, Paris 1770
70 Medulla historiae anglicanae, the ancient and present state of England , by d:r Howell, 12:th edition, London 1766
71 Titi Livii Patavini historiarum quod extat, cum perpetuis Car. Sigonii et J:F:r Gronovii notis. editio nova, Basileae 1740, 3 deelen
72 Velleji Paterculi quae supersunt, ex historiae romanae Voluminibus duobus cum animad versionibus doctorum, curante D: Rhunkenio. Lugduni Batavorum 1779, 2 deelen in een band
73 Le Politique Hollandais, van February 1781 tot August 1783, V deelen, Amsterdam
74 New and complete Dictionary of the English and Dutch languages, by J:H: Wilcocke, London 1798
75 Nouveau Dictionaire François, allemand et allemand, françois van J:L: Frisch. Leipzig 1746
76 Complete Dictionary of the English Language, to which is prefixed a prosodical Grammar by Thomas Sheridan A:M: II Volumes, 2 boeken, London 1797
77 Werkdadige meetkonst van J:H: Knoop, Leuwaarden 1743
78 Apparat Roijal ou Dictionarij françois et latin, nouvelle édition augmenteé, Paris 1766
79 Traité de l’Artillerie par B: de Villeneuve, premiere et seconde partie, 1 deel, a la Haije 1741
80 M:T: Ciceronis epistolae ad familiares, ex recensione J:G: Graevii, editio nova. Amstelodami 1729, 1 deel
81 Petit Dictionaire François et latin, par R:P: Joubert nouvelle edition augmenteé, a Lyon 1777
82 Redenkundige bedenkingen over de zamenleeving der menschen, door Christiaan Wolf, uit het Hoogduytsch vertaald door A:F: Marci, Amsterdam 1744
83 Oeuvres de Moliere, nouvelle edition, VIII deelen. Paris 1760
84 Mythologie compareé avec l’ histoire, par m:r L’Abbé Tressan. Paris au X, 1802. 2 deelen, 1 band
85 A: v: Kotzebue, Kleine Erzählungen, Geschichten u: Anekdoten. 1 band. Berlin 1801
86 M:A: Luconi, Pharsalia sive de bello civili Caesaris et Pompeji cum H: Grotii et Farnabii notis, Amsterdam 1743
87 Terentii comoediae, editio min - ellii 1669
88 La morale des sens, ou l’Homme du siécle, à Londres 1781
89 Oeuvres de Voltaire, tome 1 - XL. 40 boekdeelen 1775
90 Les erreurs de Voltaire, nouvelle edition. Amsterdam 1766, 2 boekdeelen
91 Etat present de la Republique des provinces unies par F:M: Janicon, 4:me edition, 2 deelen, à la Haije 1729
92 Corn: Schrevelii Lexicon manuale graeco, latinum et latino, graecum. London 1781
93 M:A: Plauti comoediae, Amstelodami 1652
94 Moral Miscellany, sixth edition, London 1787
95 Poetical miscellany, fouth edition, London 1789 [J: Beck]
96 D: Magni Ausonii opera, Amstelodami 1759
97 Johnson’s Dictionarij of the English Language in miniature, 15:th edition, London 1803
98 Cornelius Nepos, Parisiis 1767
99 Les iniquites decouvertes, à Londres 1760
100 Le Histoire des progres de la puissance navale de l’Angleterre, 2 deelen, Yverdon 1783
101 The letters of Junius, a new edition. Vol: 1. London 1798
102 Les poesies d’ Anacreon et de Sappho, traduites de grec par mad:me Dacier, nouvelle edition. Amsterdam 1699
103 Nouvelle methode geographique, par M: L’Abbé Compan, 2 Volumes, Paris 1771, 2 boeken
104 Dictionaire Militaire portatif, 3 deelen, Paris 1758
105 J:F: Buddei theses theologicae de atheismo et superstitione. Trajecti ad Rhenum 1737
106 Glossarium graecum in sacros novi foederis libros
107 Pomponius mela de situ orbis, curante Abr Gronovio Lugd: Batovor: 1722
108 Collection complete des Oeuvres de J:J: Rosseau, tome I - XXIV, 24 boeken, Geneve 1782
109 L’espion Anglais, 4 deelen, London 1779
110 L’histoire de la vie de Mahomet par m:r Turpin, 2 deelen, Paris 1773
111 Grammaire élémentaire, beknopte fransche Spraakkonst voor Kinderen, Amsterdam 1802
112 Lexicon Manuale, cum appendice, J:H: Drumelii. Ratisbonae 1753
113 Gramaire élémentaire, beknopte fransche Spraakkonst voor Kinderen, Amsterdam 1802
114 Anleitung zur Kenntnis der Algebra, von J: Kroyman. Schleswig 1787
115 Nouveau dictionaire historique par une Societé de gens de lettres, a Caën 1779, VI deelen
116 Traite de l’ education de femmes, IV deelen. Paris 1779
117 J:J:G: Scheller’s ausführliche lateinsche Sprachlehre. Leipzig 1790
118 Oeuvres de J: Racine. V deelen, Paris 1801, édition Strereotijpe
119 Tableau de l’histoire générale de Provinces unies, IX deelen, 1777
120 Recuil de lettre de mad:me la Marquise de Sevigné, tome I - X. X deelen, Mastricht 1780
121 Lettres hollandaises, ou correspondance politique etc:a VIII deelen, Amsterdam 1781
122 Oeuvres completes de m:r de Crebillon, tome I - XII, XII deelen, nouvelle édition, Mastricht 1779
123 Memoires secretes pour servir á l’ histoire de la republique de lettres en France, par m:r de Bachaumont, tome I - XXI, XXI deelen. London 1781
124 Chr: Wolffs Anfangsgrunde aller mathematischen Wissenschafflen, Habe 1731. 5 bände [Heyman], [4 deelen]
125 C:W: Scheele, chemische Abhandlung von Luft und Feuer. Leipzig 1782
126 Annual Register for the Year 1804, London 1806
127 M:J: Ciceronis de officiis libri tres, Amstelodami 1786
128 Les Milles et une nuit, contes arabes, traduit en francois par m:r Galland, nouvelle édition, tome I - XII, XII deelen, Leijden 1768
129 Latina Grammatica, Studio atque opera G:T: Vossii. Amstelodami 1735
130 Memoire de Louis Comte de Bijland, Vice Admiral au Service de la Republique par Bernard. Utrecht 1783
131 Correspondance politique, civile et literaire, 5 Cahiers /:incompleet:/ a Berlin 1783
132 Epitres diverses, sur de sujets differents, 1 tot 3 deelen, 3 boeken, Amsterdam 1755
133 Abregé de l’histoire de la Hollande par Revioux, tome I - IV. IV deelen, Leyden 1778
134 H:W: Clemms, mathematischen Lehrbuch, Stutgard 1764
135 Histoire ancienne, par M: Rollin, tome II - XIII, zynde XIII boekdeelen
136 Cornelii Nepotis vitae, editio duodecima. Londini 1794
137 Terentii comoediae, Cura Hoogstratani, Amstelodami 1718
138 Lettres traduites de l’Anglais, Londres 1751
139 Juvenalis et persii satijrae, /2 exemplaren waarvan een defect/ 2 boeken
140 Nouveau recuil des Epigrammatistes françois, tome II:d een boek, Amsterdam 1720
141 Erklärte Cours-zettel von G:H: Flugel, dritte Auflage, Frankfurt 1764
142 Introduction to the latin tongue for the use of the youth, new edition, Eton 1796
143 Elementary Introduction to the latin grammar with practical exercises, bij N: Wanostrocht L:L:D: London 1797
144 English Spelling-book with reading lessons etc:a by Lindley Murraij, fifth edition, York 1806
145 Lettres du comte de Chesterfield á son fils, tome I - IV /compleet/, Rotterdam 1779 [Boniface]
146 Lettres du Comte de Chesterfield á son fils, tome V - XI /incompleet/ 7 boeken, Paris 1796 an 4
147 Leiden der Ortenbergschen familie von A:v: Kotzebue 2:de deel, 1 boek
148 Staatkundige Historie van Holland met konstplaten, het XVI:de deel, 1 boek, Amsterdam 1764
149 Oeuvres de Chaulieu, tome I en II, a la Haye 1777 /compleet/ 2 boeken
150 Le Geographe manuel ou le Voijageur universel, tome I - II /compleet/, Paris 1766, 2 boeken
151 L’Amerique delivreé, esquisse d’un poëme sur l’independance de l’Amerique, Amsterdam 1783, in 2 banden
152 Hedendaagsche Historie of tegenwoordige Staat van Amerika met kaarten en plaaten, III:de deel Amsterdam 1769, 1 boek [J: Beck]
153 Memoires pour Servir á l’ histoire de la Calotte, nouvelle édition /3 boekdeelen/, aux etats calotins, 1752
154 Le monde enchanté, I:ste, III:de en IV:de deel, Amsterdam 1694. 3 boeken
155 Analijse de la Bulle de Clement XIV sur l’ extinction des Jesuites /par main de maitre/. Berlin 1774
156 Oeuvres du philosophe bienfaisant, IV tomes, in een band, Amsterdam 1764
157 Oeuvres de m:r d’ Arnaud, in V boekdeelen, Paris 1775
158 The European Magazine and London Review, from January to June 1795, London
159 Memoires et avantures d’un homme de qualité, VII boekdeelen /compleet/. Amsterdam en Leipzig, 1759
160 La vie de Louis XVI, en forme de drames ou conversations interessantes, Londres 1774
161 Histoire de Robert le Diable, Duc de Normandie. Paris 1775
162 Les Fastes de Louis XV. 2 boekdeelen, á ville Franche 1782
163 J: Caesaris quae extant, ex emendatione J: Scaligeri, Amstelodami 1686
164 La Fontaine’s kleine Romane, VI Boekdeelen. Berlin 1800
165 Poetical Works of A: Pope, IV Boekdeelen /compleet/. Edenburgh 1776
166 Oeuvres de l’Abbé Condillac, II:de deel, 1 boek, Paris 1769
167 Apologues orientaux par m:r Sauvigny, Amsterdam 1765
168 Poetische Werke des Weltweisen zu Sans-Souci aus dem Französischen, 1760
169 Poësies de Societé par M:L: Renaud, Leipzig 1775
170 Oeuvres de Gessner, in 3 boekdeelen compleet
171 Bibliothéque amusante, contenant Romans et Contes de Voltaire, 4 deelen, Londres 1787
172 Bibliothéque amusante, contenant Roman comique par M: Scarron. Londres 1787. 3 deelen
173 Sallustri Crispi opera omnia, illustravit D: Crispinus. Londini 1790
174 Engelsche Spraakkonst door G:W: Lehman, Amsterdam 1805
175 La vie de Gaspard Coligny, a Cologne 1786
176 La France sans bornes, a Cologne 1684
177 Historia Juris civilis Romani ac Germanici, auctore J:G: Heinecois J:C:, Lugdini Batavorum 1748
178 M:J: Ciceronis philosophicorum, volumen 1:mun. Francofurti 1590
179 W: Sluijters gezangen, 8:ste druk, Amsterdam 1739
180 Novum Testamentum Gr: en Lat: Theodoro Baza interprete 1567
181 De beginzelen van Euclides door H: Coets, Leyden 1752
182 Terentii comoediae, editio 8:ta, Londini 1792
183 Tableau des maladies, nouvelle édition, Paris 1765
184 L’Homme de lettres et l’homme du monde, à Orleans 1774
185 De koophandel van Amsterdam. Rotterdam 1763
186 L’Orpheline Anglaise, ou histoire de Charlotte Summers, par m:r de la Race, IV boekdeelen /compleet/, â Londres 1752
187 Levensbeschrijving van voorname Nederlandsche mannen en vrouwen, 4 boekdeelen II, IV, V, VI. Amsterdam 1775
188 Essai sur la Fortification, à la Haye 1755
189 Tafelen van Sinussen, tangenten en secanten, beneevens derzelver logarithmen, door B:J: Douwes Amsterdam 1779 [J: Brink]
190 Le Depit et le Voijage, suivi de lettres venitiennes, a Londres 1771
191 Le platonisme de voilé, a Cologne 1700
192 Rational recreations, containing principles of numbers and natural philosophij by W: Hooper, Vol: 1
193 L’art de Connoitre les femmes, a la Haye 1730
194 Le Désoeuvré ou l’espion, Londres 1782
195 Le Gazettier cuirassé, ou anecdotes Scandaleusses, à cent lieues de la Bastille 1772
196 Aristide par l’Abbé Duval Pyrau
197 Nouveau Voijage vers le Septentrion, Amsterdam 1708
198 Histoire abregeé de la découverte et de la conquête des Indes par les Portugais, par d’ Ussieux a Bouillon 1770
199 Histoire du Vicomte Turenne, par Raguenet Paris 1769
200 Lettres cabalistiques, nouvelle édition, VII deelen, a la Haije 1769
201 Plutarchs lives, from the Original Greek, VII deelen, London 1762
203 Elements de phijsique ou introduction a la Philosophie de Newton par J:s Gravesande, 2 deelen, Paris 1747
202 Portraits des rois de France par m:r Mercier, IV deelen, Neuchatel 1789
204 Dictionaire de phijsique portatif, 2 deelen, Avignon 1767
205 Histoire Secrete de la Revolution francaise, VII deelen, par Francois Pageé, Paris 1800
206 Oeuvres de Maupertuis, 2 deelen, Lijon 1756
207 Abregé de la Géographie universelle par W: Guthrie avec de cartes, nouvelle edition, Paris 1802
208 Suetonius Tranquillus, Curante Schildio, Lugdini Batavorum 1647
209 Charactéres des historiens Satyriques, de Braseij a Viritopolis
210 Taal-, dicht- en letter-kundig kabinet van Brender à Brandis, 2 boeken, Amsterdam 1781 en 84
211 Almanack ten dienst der Zeelieden, Amsterdam 1793
212 Blijspelen van J: Gellert, 1 deel, uit het Hoogduijtsch
213 Almanach des muses, 2:de edition, 18 boeken, beginnende van ’t Jaar 1765
214 Theatre françois, ou recueil de meilleures pieces de Theatre, Paris 1735. 11 boeken
215 Val: Martialis, ex museo P: Soriverii, Amstelodami 1664
216 Rudimenta latina, usitatiora aliquot vocabula. Vernacule reddita
217 Volta uber die entzündbare Luft, aus dem Italiänischen. Zurich 1778
218 Les Toulousaines ou lettres historiques, â Edemburg 1773
219 Reflexions sur les grands hommes, Rochefort 1755
220 Anti-contract social, par Bauclair, a la Haye 1764
221 La friponnerie laique des prétendus esprits forts d’Angleterre, traduite de l’Anglais. Amsterdam 1731
222 Het schouwtoneel voor jonge lieden, uit het fransch van m:lle de Genlis, door E: Bekker wed:e D:r Wolff. ’s Gravenhage 1787
223 Africaansche Staats almanak van 1807 en 1810. 2 boeken
224 Les Graces, et psyche entre les Graces, traduite de l’Allemand de Weiland. Francfort 1771
225 Guide to the English tongue and spelling book. 2 boeken. London 1800
226 Grammar to the Dutch language bij B: Jonson. 20 exemplaren, London 1792 d: 98
227 l: l: Taciti quae extant, ex editione Boxhornii. Amstelodami 1661
228 Die Gedichte Ossians, übersetzt vom Freyherrn v: Harold, Manheim 1782
229 Le bonheur, poëme en 6 chants, Londres 1773
230 Klein woordenboek der Lat: taal van J:J:G: Scheller. Amsterdam 1792
231 Abregé de l’ histoire de la patrie
232 Voijage d’ un philosophe, Yverdon 1768
233 Corderii colloquia bij John Clarke, 27:th Edition. London 1793
234 Observations practique sur les meladies veneriennes. Paris 1785
235 Eene party differente kleine schoolboeken
  20 stuk landkaarten op linnen
  29 zeekaarten
n:o 1 een meet aparaat waartoe behoorende a) een niveau med perspectief en compas
b) een compas med 2 staande en mobile diopters
c) een planchette :/NB sonder diopter linial/: meettafel
een statief med een dubbelte hoot en schroef zonder end, behoorende tot boven benoemte meet aparaat
n:o 2 een kleine astrolabium med twee staande en 2 mobile dioptern in halve graade gedeelt
n:o 3 een compas
n:0 4 een mathematisch bestick van mahagoni hout
n:o 5 een mathematisch bestick in swarte band
n:o 6 een grote transporteur in halve graade gedeelt
n:o 7 een transporteur kleinder
n:o 8 een grote proportionaal passer van metall
n:o 9 een proportionaal passer van metall, kleinder
n:o 10 twee proportionaal passers van ivoor
n:o 11 een verjungte maat med transporteur van ivoor
n:o 12 een groote by elkander slaande winkelhoeck
n:o 13 een by elkander slaande winkelhoeck, kleinder
n:o 14 een pas meeter :/schritzähler/:
n:o 15 een artillerie quadrant
n:o 16 een waterpas voor artillerie gebruijck
n:o 17 een aap
n:o 18 een groot achromatisch perspectief
n:o 19 een sak perspecktief
n:o 20 een prisma
n:o 21 een gedeelte land kaart in een doosje
n:o 22 twee globen, een coelest: en de andere terreste, med dartoe behorende twee tafeltjes :/circa 18 duijm/:
n:o 23 een noot, paralel linial en eenige defecte instrumente
n:o 24 een gedeelte van hout gemaikte modelle, tot het bewijzen der mekaniken grondbegindselen :/NB defect/:
n:o 25 een kast med fraie kleuren tot schildern

MOOC8/28.72

{YYYY} 13 November [ ..... ] Pieter Gelman

Lijst der nagelatene goederen van den overleedenen Pieter Gelman

1 hoed
2 fluweele broekken
1 Sinees [broekken]
2 Vlaams linne broekken
1 fluweel, en 2 Sinees linne onderbaatjes
2 rokken
3 paar kouse
3 doekken
1 paar silverne kespes
2 sch: aan geld
1 tobak doos
1 silver pijpe dop
5 geestelijke boeken
1 bril
1 bulsak
1 peul
2 kussens
1 combaars
1 laaken
1 hemd
1 scheer doos met 2 scheermessen
1 spiegel
3 elle Siamus
1 paar Engelsche stiefels
schoen maakers gereedschap

Boetelliers Fontijn den 13:ten November

G: Frd:k Dannhauser

MOOC8/29.1

{18120210} 10 Februarij 1812 Jochem Helmond

Inventaris van goederen als bij Jochem Helmond bevonden is door ons ondergeteekende opgenoomen als volgd

vier Spaanse matten
een kyzer daler
elf ropyen
twaalf silvere schellingen
een dubbeltje
vier stuyvers
ses broeken
nog drie broeken
een hemd
nog drie hemden
ses doeken in zoort
drie paar kousen
vier baatjes
twee baatjes onder
een [baatjes] boven
een p:r steevels
een p:r schoenen
een hoed
een kist
een kleine tafel
een stoel
een cadel
een pot
een scheer doos
een paar silvere hends knoopen
een silvere horlogie
een streng zyde

Simons Stad den 10 Febr:ij 1812

J:P: Kirsten

J:P: Aspeling

MOOC8/29.2

{18100503} 3 Meij 1810 Phil:s Pet:s du Plessis

C: Bird

Inventaris van zodanige kleeragie, beestiaal uitstaande penn: en schulden als door wylen den burger Phil:s Pet:s du Plessis met er dood ontruimd zyn en in waaren weezen bevonden

Kleeragie
vyf el linne baay
drie el half laken
vier en drie quart el geel Chin:s linnen
twee Ch:s linne broeken /oud/
een gryze hoed /versleeten/
vier silvere gespentjes
twaalf kl: kopere knoopen
een scheermes /defect/
vier el lanfer /defect/
een peul oud
een hoofd kussen
een combaarsje
drie boeken
een gemaakte lakense baatje door des overl: broeder Franc:s du Plessis, opgezonden aan zyn tweede broeder Jan Abraham du Plessis
vyf el linnen baay
drie el half laken
Beestiaal
twee koeyen en een kalf
twee paarden
Uitstaande penn:
    Rd:s Rd:s
  van Lourens J: Erasmus 616
  waarvan egter moet afgaan voor logies, kost, oppassen en begraffenis volg:s accoord met den overledene en getuigenis van den oud veld corn:t P:H: Erasmus en Bar:d Bester 150
  blyft dus p:r rest   466
volgens bewijs ter Weeskamer vertoond is in mindering van deese silver door den debiteur betaald rd:s60 van Phi:p Rud:f Opperman   240
  van Jac:s Alewyn Kruger   120
  van Jochem Prinslo d’ oude   87
  van Jochem Prinso de jonge   10
  behalve 8 el blaauw linnen
  van Maria Elisabeth Prinslo   10
ter kamer nog bewijs vertoond dat deese pretensie is onnodig van Corn:s Faber   18
Schulden
  Rd:s Rd:s
aan Jan du Vinage over
3 1/2 el rood laken a 5 1/2 rd:s d’ el 19:2
10 el rood satinet a 12 sch: d’ el 15:--
7 el cassant a 8 sch: d’ el 7:-- 41:2
aan Dan:l Jac:s Erasmus voor een jaar kost geld voor den overl: en 2 kleine meiden als mede voor ’t oppassen van 2 paarden volg:s nevensgaand brief
aan Jochem Prinslo d’ oude waarvoor en hoeveel niet opgegeeven
Erfgenaamen
1) des overledens moeder Elisabeth du Toit wed:e wylen Philip du Plessis
2) broeders en zusters a) Charl Marais stief
b) Maria Marais zinneloos
c) Francois du Plessis
d) Jan Abraham du Plessis
e) kinderen van wylen Jac:s du Plessis
f) Cicilia du Plessis gehuwd met Jan du Toit
g) Margaretha du Plessis wed:e wyl: J:v: Heerden

/:onderstond:/ Aldus g’inventariseerd ter plaatse van den burger A:C: Gryling in de Zwagershoek op den derden dag der maand Mey 1810 volg:s ’t op en aangeeven van den veld cornet Jan Chr:l Gryling, die de boedel ter plaatze van den burger L:J: Erasmus gen:d Jerico op de Bruintjes Hoogte gelegen alwaar den overl: ’t laatst heeft gewoond, en is komen te sterven, met getuigen en in ’t by zyn van des overledenens broeder Franc:s du Plessis heeft opgenomen, welke alle aan my hebben gedeclareerd hierin ter goeder trouwe te hebben gehandeld, en niets huns weetens verzweegen of agtergehouden, met belofte, zo zy iets nader tot den boedel specteerend mogten komen te ontdekken, deezen daarmede te zullen amplieeren, dus bereid zynde ’t voorenstaande, des vereischt, met solemneele eede te zullen bekragtigen en zulks in presentie van den adj:t bode J:G: Vos en den burger A:C: Gryling als getuigen /laager/

Voor d’ opgaave /was get:d/ J:C: Gryling veld c:t /ter zyde/ als getuigen /was get:/ J:G: Vos, A:C: Gryling /daaronder/ my present /was getekend/ A: Stockenstrom Landd:t

Accordeert: Stockenström, Land:st

MOOC8/29.3

{18121119} 19 November 1812 Hendrik Rossouw

Inventaris van alle zodanige goederen als er op den eersten dag der maand Augustus in den jaare onzes Heeren een duijsend acht honderd en twaalf ab intestato metter dood zyn ontruijmd ende nagelaten door den burger Hendrik Rossouw Abrahamszoon ten voordeele zijner nagelatene weduwe Anna Petronella Hausamen ter eenre, en hunne by den anderen in echt verwekte vyf minderjarige kinderen, met namen

1) Abraham oud 16 jaren ter andere zyde
2) Anna Catharina oud 11 jaren
3) Hendrik Gijsbert oud 10 jaren
4) Johanna Hendrina oud 7 jaren en
5) Helena Christiana Rossouw oud 2 jaren

Invoegen als het een en ander door my ondergeteekende Adjunct Commis der Weeskamer ter presentie der meede geteekende getuygen is opgenomen en is geschrifte gebragt, mitsgaders bevonden te bestaan in het volgende, namentlijk

Een opstal staande op de leeningsplaats genaamd de Nieuwe Drift gelegen aan de Bergrivier onder ’t district van Stellenbosch

Op gemelde plaats in ’t woonhuijs, en aldaar

In het voorhuijs
twee kleijne spiegels
een blikke trommel
een klaptafel
een vierkante tafel
zes stoelen
een kopere koffy kan
een tinne keetel
twee tinne kandelaars
een tinne trekpot
vier aarde schotels
zeeven aarde borden
drie kopjes en pierings
In de kamer ter regterhand
twee rakken
een tafel
een kadel waarop
een bulzak
een peuluw
vyf kussens en
een deeken
twee kisten
een oude meelzeeft
een aarde beekertje
twee aarde mosterdpotjes
neegen leepels en dertien vorken
In de kamer ter linkerhand
een kadel waarop
een bulzak
een peuluw
twee kussens
een kadel waarop
een peuluw
een kist
een kastje met koper beslag
In de combuijs
een oude tafel
een bakkist
twee emmers
drie ijzere potten
twee keetels
twee oude balies
een rooster
een schuyms pan
een leepel
een vleeschvork
In een buitenvertrek
een halflegger
een scheepel
een meelkist
drie ploeg scharen
een koorn harp
een waterhalfaam /defect/
twee rakken
een bankschroef
een voorstel van een ploeg
drie zwengels met een trektouw
twee balies
twee pikken
twee teerputzen
een stel tuijgen
tien koornzakken
een zadel en toom
twee booren
een dissel
een nijptang
een schaaf
een hamer
twee oude graaven
Op de werf
een slijpsteen
een paardenwagen
een eg
een span jukken en trektouw
Beestiaal
zes wagenpaarden
twee merries
agt trekossen
twee koeien
zes en tagtig aanteel schapen
een honderd en zes aanteel bokken
Inneschulden
  Rd:s
van Izaak van Nieuwkerk Gerritszoon over koop penningen van den opstal der leenings plaats gen:d de Geele Kuijl ƒ13000 ofte - voldaan den 6 January 1813 4333:16
van Maarten Slabbert over koop van een ossenwagen blijkens onderhandsch bewys de dato 28 February 1812 100:--
van Albert Rust Janszoon over koop van een ledikant 25:--
van Jan Botes over koop van twee hamels en een anker wijn 11:--
Lasten des boedels
    Rd:s
voldaan den 19:e Januarij 1813 aan Jan Hendrik Hanekom over koop van den opstal der leeningsplaats gen:d de Nieuwedrift gelegen aan de Bergrivier blijkens koopbrief de dato 11 April deeses jaars ƒ7000 ofte 2333:16
voldaan den 20:e Jan:ij 1813 aan de Bank van Leening op een bank kennis aan capitaal 250:--
  met de renten zeedert
  aan Hendrik de Nicker over contant geleende penningen aan capitaal ƒ2000 ofte 666:32
  met de renten zeedert
voldaan den 9 Maart 1813 aan Abraham Rossouw Abrahamsz:n over geleende penningen aan capitaal ƒ2000 ofte 666:32
  aan Philip Rens over koop van negotie goederen 33:--
  aan d’ edele Willem Basson over het maaken der doodkist 18:--
  aan Jan Rossouw over gekogte negotie goederen 115:--
  aan Gerhardus Verweij over knegtsloon per rest 28:24

Aldus g’inventariseerd aan de Kaap de Goede Hoop ter plaatze voormeld op den 19:e November 1812 ende zulks op het op en aangeeven van de in den hoofde deezes gemelde weduwe en haren vader Johan Fredrik Hausamen dewelke verklaarden zig hierinne ter goeder trouwe gedragen en met hun weeten niets verzweegen of te rug gehouden te hebben van al het geen tot den boedel en nalatenschap behoord, invoegen zy dan ook betuygden de deugdelykheid hunner opgaave, ten allen tijde des gerequireerd werdende, met solemneele eede nader te bevestigen en verdere belofte zo hierna nog iets tot gesegde nalatenschap behoorende, mogte worden ontdekt, daarvan nader en getrouwelijk ter Weeskamer opgaaf te zullen doen ten einde deezen inventaris daarmeede te amplieeren.

In teeken der waarhied is deeze ter presentie van mij Adjuct Commis en getuigen door de inventarienten eigenhandig onderteekend.

Als getuijgen: J: Serrurier, J:N: Rorich

Voor den opgaaff: dit kruys + merk is door de inventariente als blind zynde en dus niet kunnende schryven voor haar naamteekening ter neder gesteld.

Jo: F: Hauijsamen

Mij present: P:E: Faure, Adj:t C:s

MOOC8/29.4

{18110410} 10 April 1811 Jan van Vugt

Copia

J:E: Mestaer

Inventaris van alle zodaanige goederen als ’er door Jan van Vugt in leeven zijn bezeeten, en door denzelve met ’er dood ontruimd en nagelaaten mitsgaders op heeden opgenoomen en in waaren weezen bevonden geworden, te weeten

Beestiaal
vier kweenkoejen
Losse goederen
een ossen kar met toebehoor voor 4 ossen
twee sweepstokken
een sweep
een zaabel
een trommeltje
een keldertje
drie zilvere gespen
twee goude gespen
een verlakte tabaksdoos
eenige zilvere knoopjes
een bril
een scheermess
een schaar
een geldzakje
drie borstels
twee paar schoenen
een paar laerzen
een laerzetrekker
een onderbed
vier kussens
een combaars
een jass
twee hoeden
twee hemden
twee hemden ongemaakt
twee dassen
twee nagtkabaaijen
twee broeken
drie onderbaaitjes
een zwarte broek en baaitje
twee paar koussen
een zwart zijden doek
een muts
een blauwe doek
drie zak doeken
drie hand doeken
drie sloopen
een waterpan
twee troffels
Baaten des boedels
  Rd:s
een vonnis van Landdrost en Heemraaden te Zwellendam te faveure van Jan van Vugt ten lasten van Johannes Janze van Rensburg groot 195
een onderhandsche obligatie van Johan Godlieb Welgemoed 150
een reekening over werksloon bij den lieut:t Baird 9
Somma Rd:s354
Schulden
  Rd:s
ingeleeverde reekeningen ten lasten van Jan van Vugt tot dato toe
1) van Coenr:d W:m Behrens voor negotie goederen en dranken 83:5
2) van Johan Andries Blecksmidt voor leeder 10:--
3) van Gerrit Snijman voor eene maand kost en logies a twaalf rd:s 12:--
4) van Ignatius Johannes Muller over de onkosten van begraffenis 59:--
Somma Rd:s164:5

Aldus gedaan en g’inventariseerd ter Drostdije Uitenhage op den 10 April 1811 ende zulks volgens het op en aangeeven van Ignatius Johannes Muller, dewelke betuigde hierinne ter goeder trouwe te hebben gehandeld en niets met zijn weeten te hebben verzweegen of agter houden, weshalven zich bereid verklaarde, zijne voorenstaande opgaave, des noodig met solemneele eede te zullen staven, met verdere belofte zo iets nader tot den boedel specteerend mogte koomen t’ ontdekken, deezen inventaris daarmede te zullen amplieeren, alles in ’t byweezen van den gerechts boode Johannes Henricus Lange en Gerrit van Rooijen Corn:sz als getuigen

/:Onderstond:/ voor de opgave /:geteekend:/ J:J: Muller

/:In margine:/ als getuigen /:get:/ J:H: Lange, G:v: Rooijen

/:Lager:/ in kennisse van mij /:geteekend:/ J: Knobel, Secretaris

Nota. Na deezen is informatie ontfangen, dat in de Langekloof bij Stephanus Ferreira zig nog eenige goederen namentlijk een kist en vier paardetuigen aan wijlen Jan van Vugt behoorende zouden bevinden.

Almede is koomen te blijken, dat de in den inventaris gem: onderhandsche obligatie door J:G: Welgemoed alleen gepasseerd is op het geval dat zeekere Nicolaas van Loggerenberg aan denzelve zoude betaalen eene somma van een honderd vijftig rijksdaalers die dezelve aan Jan van Vugt voor een huis orgel kwam schuldig te zijn, en dewelke Welgemoed als dan zoude op interest houden; ’t welk Loggerenberg edog nog niet gedaan, en dus de voorm: rd:s150 nog door Nicolaas van Loggerenberg moeten worden voldaan, waartoe dezelve ook is aangeschreeven.

Nog is aan den ondergeteekende ter hand gesteld

  Rd:s
1) een reekening over negotie goederen ten lasten van Jan van Vugt van d’ h:r W:L: von Bourhuroder groot 36:--
en hebben zig bij brieve g’addresseerd
2) Pieter Strijdom woonagtig in de Langeklooff wegens eene pretensie opgem: van Vugt, wegens koop van eene kar 100:--
3) den venduafslager te Zwellendam Pieter Koen wegens eene vendubrief ten lasten Jan van Vugt groot 91:6
t’ zaamen 227:6
wijders heeft den ondergeteekende ontfangen het bedragen van het vonnis ten lasten van Joh:s Janze van Rensburg 195:--
en ’t bedragen der reekening van werksloon van lieut: J: Baird 9:--
Soma Rd:s204

/:was geteekend:/ J: Knobel, Secretaris

Ook heeft aan den ondergeteekende voldaan Nicolaas van Loggerenberg de hier voorengem: somma van rd:s150 maar te gelijker tijd ingeleeverd een reekening ten lasten van Jan van Vugt over geleeverde dranken groot rd:s37 4 schellingen.

/:geteekend:/ J: Knobel, Secretaris

Voor copia conform: J: Knobel, Sec:s

MOOC8/29.5

{18120720} 20 Julij 1812 Sara van Wijk

C: Bird

Inventaris van alle zodaanige goederen, als er door wylen de weduwe Johannis Petrus Strydom, ab intestato met er dood ontruimd en naagelaaten zyn, mitsgaaders heeden opgenoomen, ter woonplaatze van den burger Petrus Jacobus Joubert Josias zoon, geleegen aan de Duivenhoks Rivier , onder het district van Swellendam , en in waaren weezen bevonden, te weeten

1 mans slaaf, gen:d September
1 slavin genaamd Mariana
1 slave meisje, genaamd Sara
1 Bybel
1 groote klederen kast
1 onbeslaage blad tafel
1 thee tafel
1 kleine tafel
3 kadels
4 bedden met toebehoren
2 groote porcelaine kommen
2 groote porcelaine schotels
6 porcelaine vlakke borden
9 witte aarde diepe borden
1 koffy kan
6 kopjes en schoteltjes
2 trekpotten
1 dozyn staale lepels en vorken
4 stoelen
1 geweer
4 yzere potten
4 emmers
2 roosters
1 pot lepel
2 vleisch vorken
3 karns
5 boter vaten
1 halve anker
1 legger
1 koffy molen
1 stryk yzer
2 kopere ketels
5 bottels
2 vlessen
1 taartepan
1 bakkist
2 vleischvaten
3 kleine balies
5 jukken
1 schepel
2 houtbylen
1 blikke lantaarn
1 teer puts
1 slypsteen
2 molensteenen
1 pik
1 kogelvorm en byltje
11 zakken
1 vuurtang
1 drie voet
1 yzere rak
1 boterbak en rolstok
1 uyntjes yzer
3 tinne kommen
4 tinne borden
1 balans en 3 stukken gewigt
1 spanzaag
1 dissel
1 party rommelary
1 beddezak
1 yzere schroef
1 broodmes
2 kommen
1 tinne beker en kom
1 peper bus
5 trommels
1 porcelyne pot
2 aarde potten
1 groote kan
1 schuyfdoos
1 kleyn kistje
1 geestelyk boek
1 slange steen
4 schoorsteen kettings
1 ploeg
1 ossewagen
10 trekossen
1 bul
28 aanteel beesten
50 schapen
33 bokken
30 ganssen
1 stoof
1 ley
1 kist
1 wagen kist
1 trek zaag
4 omslag boren en 2 omslagen
2 geelhoute planken
1 bierpyp

Aldus gedaan en g’inventariseed ter woonplaatze van den burger Petrus Jacobus Joubert Josias z:n voormeld, op den twintigsten July 1812 ende zulks op het op en aangeeven van gem: Joubert, dewelke verklaarde zig hierinne ter goeder trouw gedragen en zyns wetens niets verzwegen te hebben, van al het geen tot den boedel en nalaatenschap behoord, betuigende hy dan ook, de deugdelykheid zyner opgaaf ten allen tyden des vereischt wordende, met solemneele eede nader te zullen bevestigen, met verdere belofte, om by aldien ’er nog iets tot voorm: nalaatenschap behorende mogt worden ontdekt, daarvan nader en getrouwelyk ter Weeskamer opgaaf te zullen doen, ten einde dezen inventaris daarmede te amplieeren, ende zulks in het bywezen van d’ edelen Pieter du Preez en den manhaften Pieter Lombard d’ oude als getuigen.

Als getuigen: Pi: du Preez, Pieter Lombard

Voor de opgaaf: P:J: Joubert

Ten myne overstaan: D: Kuys

Ampliatie

Inneschulden
  Rd:s
van Petrus Jacobus Joubert Josiasz: hier voren gem: over koop van de opstal der lenings plaats gen:d de Kruijsrivier gelegen over Duivenhoks Rivier onder het district van Swellendam per rest ƒ9000 ofte 3000

Ter Weeskamer opgegeeven door voorm: Petrus Jacobus zelfs den 8 Febr:j 1813.

P:J: Joubert

Mij present: J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/29.6

{18120724} 24 Julij 1812 Maria Aletta Jacobsze

Inventaris van zodanige goederen als ’er ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door Maria Aletta Jacobsze ten voordeele haarer nagelatene man den burger Gerrit van Emmenes ter eenre en hunne bij den anderen in echt verwekte kinderen en derzelver descendenten bij representatie, met namen

1) Gerrit van Emmenes mondig   ter andere zijde
2) Anna Cornelia van Emmenes geh: met Pieter Gerritse van As
3) de kinderen van wijlen Aletta Sophia van Emmenes in huwelijk verwekt bij Pieter Willem van Zijl, in namen: a) Fredrik van Zijl oud 15
b) Maria van Zijl oud 13 jaren
4) Elsje Magdalena van Emmenes geh: met Gerrit van Zijl
5) Johannes Jacobus van Emmenes, mondig

Invoegen als het een en ander door mij Adj:t Commis der Weeskamer in presentie van getuigen is opgenomen en ingeschrifte gebragt bestaande alle deese goederen in de volgende, namentlyk

twee tavels
ses stoelen
twee kisten
twee kisjes
een bed met desselfs toebehoren
een kadel
tent zijl
thien mudde zakken
negen en twintig voeten geelhoute planken
een koorn zift
een meel zift
een parthij timmermans gereedschappen
vier schotels
twee kommen
thien borden
twaalff vorken
zeventhien lepels
vier kommetjes
twee kopjes en drie pieringjes
een tinne koffij kan
twee trommels
een peper molen
een koffij molen
een peper doos
een zout vaatje
een vijzel
twee raspen
agt bouteilles
drie porcelijne potjes
vier aarde potten
twee flesjes
drie kopere ketels
een aarde [ketels]
een kopere conphoor
twee trekpotten
een pintje
een koekepan
twee yzere potleepels
drie kopere kandelaars
vijf schaven
twee lepelrakken
een spiegel
een brandglas
een strijkijzer
een zout doos
drie hangsloten
een kopere schaal
twee pond gewigt
drie mande
een verkijker
een Bijbel
agt boeken
een mostaart potje
twee kleijne doosjes
een vuurtang
een rooster
drie emmers
vijf ijzere potten
twee sous potten
twee vuur tesjes
een stoof
een drievoet
twee kannen
vier houte bakken
twee haken
een halfaam
twee houtbijlen
een handbijl
een slijp steen
drie handhamers
een moker
drie graven
twee pikken
vijf hoepels
vijf voeten staaff ijzer
wat oude ijzer
een kap mes
een agterploeg
een kopere rolletje
een kleijne bankschroef
een zadel en toom
een osse wagen
Beestiaal
agt trek ossen
een rijdpaard
Lijfeigen
een jonge gen:t November van Mosambicque

Bij de in den hoofde deeses gemelde Gerrit van Zijl in ’t jaar 1808

op aanteel gelaten

twaalff aanteel beesten
vijftig aanteel schapen
twintig aanteel bokken
Lasten des boedels
  Rd:s
aan voorm: Johannes Jacobus van Emmenes over contant geleende 100
zonder beding van renten

Aldus g’inventariseerd ter Weeskamer aan Cabo de Goede Hoop op den 24 Julij 1812 ende zulx op het op- en aangeeven van de in den hoofde deeses gem: weduwenaar, dewelke verklaarde zig hier inne ter goedertrouwe gedragen en niets versweegen of te rug gehouden te hebben dat tot voorm: boedel behoord, invoegen hij ook getuigde de deugdelykheid zijner opgave ten allen tijde des vereyscht werdende met eede gestand te doen en verdere belofte zo hier na nog iets tot gem: nalatenschap behorende mogte worden ontdekt daar van nader en getrouwelijk opgave te zullen doen, ten einde deese inventaris daarmeede in allen trouwe te kunnen worden g’amplieerd.

Inteeken der waarheid is deese door den inventarient nevens mij Adj:t Commis en getuigen behoorlijk onderteekend.

Als getuigen: P:J: Poggenpoel, J: Serurrier

Voor den opgaaff: G: van Emmenes

Mij present: P:E: Faure, Adj:t C:s

MOOC8/29.7

{18101219} 19 December 1810 Maria Aletta Jacobsze

Door ons byde getelt de vee van Cornelis van Tonder

vyf aanteel beeste
agt en sestig schape
negen en veertig bokke
een merrie paart en
een ouwe slave myt genaamt Romynn van Bogies

Den 19 December 1810

Willem Greef

Fredrik Geijser

MOOC8/29.8

{18120918} 18 September 1812 Petrus Wilm van Seyl

De invontharis van de van wijle Petrus Wilm van Seyl seyn dese alle ontvangen

176 schaape
120 bokke
8 trik osse
1 waage
3 boekke
1 pot
1 biytil
1 biyl
1 haamir
2 borde
2 leepils
2 vorke

Char din 18 Septemmir 1812

Petrus van de Westhuysin, Velt Cornet

Wy als getuyge ondirteekind: Petrus Jacobus Theron, Gerrit Petrus Visser

MOOC8/29.9

{18120120} 20 Januarij 1812 Joh:s Bakker

Op heeden den 20 Januarij 1812, bij mij C:J: Brits, overleeden zeker persoon Joh:s Bakker, en begraven den 24 Januarij 1812.

De nalatenschap van gemelde persoon

een merrie paard
een zwarte fluweele jekkert
een blauw boove baaijte
een Nankies boove baaijtje
twee fluweele lange broeke
een witte diemet langebroek
vier onder baaijtjes
een hemd
drie doeke
een houd
een lap witte casant
vijf kousen
twee catoene mutsen
en eeniege oude lompe
vier strenge gaare
een ledere dwars zak
een oud stuurmans boek
twee klijne knip messen
een kruijsband
een paar oude schoenen

Deeze bovenstaande goederen te hebben ge examineert in onzer precentie,

Jacobus Rijk

Carel Kleinhans

P:A: Ziegler

H: Stole

E:L: K:hans

F: Joubert

J:N: Dieterna

Carl Huselman

  • Jan Hendrik Zwelkens

MOOC8/29.10

{18120829} 29 Augustus 1812 Johanna Elizabeth Kampher

Inventaris van alle zodanige goederen als er op Dingsdag den vyf en twintigste dag deezer lopende maand Augustus met er dood zijn ontruymd ende nagelaten door Johanna Elizabeth Kampher gesepareerde huijsvrouw van Jonas Hendriksen, hebbende de overleedene bij testamentaire dispositie op den 25 September 1809 voor den notaris publicq Daniel Petrus Haupt en getuygen opgerigt tot haare eenige en universeele erfgenamen g’institueerd, als

1) Fredrik Delitz de jonge oud 11 jaren
2) Johannes Adrianus Kraaijwinkel
3) Fortenatus de Jager en
4) Sara Rebecca de Jager, get:d met Christiaan Bossert

en bij voor overlijden van dien derzelver wettige descendenten bij representatie, mitsg:s het Eerwaard Collegie van Heeren Weesmeesteren deezer steede benoemd en aangesteld tot executeuren van dat testament, redderaars haares boedels en nalatenschap, mitsg:s tot voogden over haare natelatene onmondige erfgenamen, wiensvolgende den gesegde boedel door ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren is g’inventariseerd en opgenomen, mitsg:s bevonden te bestaan in het volgende.

In een huurhuijs van den heere Izaak Strombom, en aldaar

In de voorkamer
twee spiegels
elf schilderijen
een groote klaptafel
een kleine klaptafel
een vierkante klaptafel
tien stoelen in zoort
drie kleine verlakte schenkblaadje
een ledikant, met twee stellen gordynen waarop
twee bulzakken
een mattras
vijf kussens
twee peuluwen
een combaars en
een spreij
twee kopere quispedooren
een kopere lantaarn
twee kopere kandelaars
een kopere waschbak
drie stooven
een draagstoel
een lessenaar waarin
een zilvere soupleepel
een zilvere ponsleepel
negen zilvere eetleepels
vier zilvere theeleepeltjes
een zilvere zuykerpot
een zilvere snuijf doos
een goud schaaltje met eenig gewigt
vier messen
zeeven vorken
een party druk letters
een restant blaauwzel
een hangslot
een Bijbel
een blikke beeker
een kabinet waarin de kleederen van den overleedene bestaande in
een casimiere amozoon en rok
vyftien rokken
tien tabbaarts
neegen hembden
vyf borstrokken
zes p:r sakken
vyf kabaaijen
twee egte tjaals
drie mutzen
vier doeken
twee p:r handschoenen
zes lakens
elf kussenslopen
drie kastdoeken
een spreij
twee waayers
een kante doek
een p:r schoenen
zes p:r kouzen
een jas
een zwarte hoed alle welke kleederen en linnengoed de overleedene by testamentaire dispositie had begeerd dat onder Clasina Kannemeijer, Barendina Kannemeijer en Sara Robecca de Jager zoude moeten worden verdeeld
een zwart lakense mansrok
een zwart lakense mansbroek
een zwart lakense onderbaatje
een chambreel
een liquer standertje
een goud horologie met ketting
een goud beugel
een kist waarin
een restant was
een stuk zeep
een zak met een restant garst
een zak met een restant peper
een overtrekzel van een bulzak
een bonte hembd
een vloermat
een wolle combaars
drie ledige zakjes
een aarde pot
In de gaandery
een kadel
een ledige kist
een kelder met vijf vlessen
een waterhalfaam
een houte bak
een koffy moolen
een balans met kopere schalen
een lantaarn
een kast waarin
een tinne schotel
elf aarde [schotel]
twee groote kommen
een trommel
een koffymoolen
vier en twintig borden
vier glazen in zoort
agt fruitborden
een kleine baletje
vier aarde potten
een kopere kandelaaren
een bloem bakje
een party bottels en vlessen
een castrol
In de combuijs
een vleeschblok
drie yzere potten
een koekepan
twee schoorsteenkettings
een vleeschvork
een rooster
een vuurtang
een kapmes
een schuijms pan
twee emmers
een kleine bank
een oude kist
twee oude mandjes
een waterkeetel
een poffertjes pan
een castrol
een taartenpan
een balans met houte schaalen
een wavelyzer
een blikke tregter
een lijmpot
Lyfeigenen
door den heer H:C: Voget gereclameerd vide, resolutie van den 9 September 1812 een jonge gen:d Abraham van de Kaap
  een jonge gen:d January van Mosambicque
door den heer H:C: Voget gereclameerd vide, resolutie van den 9 September 1812 een jonge gen:d Coridon van Bougies by testament gelegateerd aan Clasina Kannemeijer
door den heer H:C: Voget gereclameerd vide, resolutie van den 9 September 1812 een meid gen:t Albertina van Bengalen gelegateerd aan Barendina Kannemeyer onder voorwaarde dat beide die slaven door hun nimmer zullen mogen worden verkogt ofte veralieneerd
  een meid gen:t Mina van Bougies , door de overleedenen ingevolge gez:e dispositie begeerd dat zy ten kosten des boedels in vrydom zal moeten worden gesteld
door den heer H:C: Voget gereclameerd vide, resolutie van den 9 September 1812 een meid gen:t Sensie van Mosambicque met haar kind Jacob van de Kaap
Crediten des boedels
  Rd:s
aan papiere munt 80:36
aan de volgende goude en zilvere specien, als
een goude Spaansche mat
een goude reijder
tien goude pagoden
een honderd zilvere Spaansche matten
neegen en vyftig drie gulde stukken
zeeventien Fransche kroonen
vier halve ducatons
twee cruisades
drie en twintig guldens
vyf en veertig rupeijen
zeeventien quartjes
dertig schellingen
tagtig stuijvers
van Daniel van den Berg over kost en logies penningen blykens onderh: bewys de dato 30 September 1810 140:--
van den heere Jac:s Joh:s Vos volgens reekening 39:--
van capt:n ord: /dragonder/ voor stal huur blykens aanteekening 12:--
Lasten des boedels
    Rd:s
vold: aan Barendina Kannemeijer over zoveel bij testament aan haar is gelegateerd 100
  aan Clasina Kannemeyer over zoveel bij testament aan haar is gelegateerd 100
vold: aan de slavin Mina van Bougies over zoveel bij testament aan haar is gelegateerd 100

Wordende alhier pro memorie genoteerd dat in den boedel nog is gevonden in een enveloppe aan contanten veertien ryksd:s die volgens declaratie van Kraaywinkel en Barendina Kannemeyer zoude toebehooren aan de zuster der overleedene in naame Juliana Gertse.

Deese penningen na tot sluiten des boedels, wel op den 15 Julij 1814 aan den veld cornet Lucas Marth:s Marsez als tot den ontfangst door Juliana Gertse gequalificeerd zijnde afgegeeven, blijkens quittantie te vinden bij de boedelpapieren

J:P: Faure, Secret:s

Aldus na gedane ontzegeling g’inventariseerd en opgenomen aan de Kaap de Goede Hoop ten huyse voormeld, op den 29 Augustus 1812.

Als gecomm: Weesm: A:v: Breda, W:J: Klerck

Voor den opgaaff: J:H: Kraaijwinkel, F: de Jager, C: Bossert

Mij present: P:E: Faure, Adj:t C:s

MOOC8/29.11

{18121124} 24 November 1812 Christina Hendrica Bletterman

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als op den 25:e October jongstleeden metter dood ontruymd en nagelaten zyn door juffrouw Christina Hendrica Bletterman, bestaande deselve in als volgt

een kiaten houte tavelkasje waarin de gemaakte kleederen en linnengoed van de overleedene, van wynig aanbelang synde
een klyn wortelhout kisje
een klyn geelhoute kisje
een kamme doos
een klijn bed, met vier kussens en een wolle deeken
Crediten
onder de administratie van mejuffrouw de weduwe wylen den heer Johannes Mattheas Bletterman bevinden zig vyf hondert ryxdaalders, voor welkers renten d’ overleedene van de nodige kleeding stukken en andere behoeftens is voor zien
het legaat van een duyzend guldens Indische valuatie, by den ondergeteekende als executeur des testaments wylen juff:w Helena Hendrica Ley, den 25 July deeses jaars voor d’ overleedene g’incasseert
Lasten des boedels
aan begraaffenis en ander kosten blykens specifique reekening competeerd den ondergetekende twee honderd ryxdaalders en vier schellingen

Aldus g’inventariseerd te Stellenbosch den 24 November 1812 door den ondergeteekende ter praesentie van Meent Jacobus Borcherds junior en Abraham Faure Jacobuszoon als getuigen

Als getuygen: M:J: Borcherds, A: Faure Jac:zoon

J:V: Bletterman

MOOC8/29.12

{18100927} 27 September 1810 Nicolaas van Wijk , Hester Susanna Elisabeth de Beer

Inventaris van alle zodanige goederen en als door wijlen den burger Nicolaas van Wijk met deszelfs nagelaatene weduwe, Hester Susanna Elisabeth de Beer, in gemeenschap zijn bezeeten, en met ’er dood ontruimd en nagelaaten midsgaders heeden opgenoomen en in waaren weezen bevonden geworden, namentlijk

Een opstal van zeeker leenings plaats gen:d Damascus gel: aan de Zwarteberg
Losse goederen
drie geweers
een zadel
een geelhoute plank a 8 voet
een schroef
drie emmers
een sleijpsteen
een fijne meelzift
een koekepan
drie flessen
drie bottels
twee schaaven
twee schaaren
een oude ploeg
twee klijne balies
twee fijlen
vier wijngaard messen
twee smits hamers
zesthien leepels
twaalf nieuwe vorken
zes oude vorken
vier messen
thien nieuwe tinne borden
drie oude borden
een tinne schotel
een aarde zop kom
drie bierglaazen
drie kelkjes
drie koppies en pierings
neegen zeekels
een kandelaar
een blaaker
twee aarde potten
twee kannen
een kommetje
een schaal en gewigt
drie kisten
een hand moolen
een glaaze zoutvaatje
een aarde zouspot
een koopere strijk eijzer
twee zakken
een tafel
vier stoelen
een leepel rak
een zeep pot
twee kook potten
een Bijbel
neegen boeken
twee halfsleeten keetels
een comvoor
een trek pot
een legger
vier vaaten
een ossewagen met zijn volle toebehoor
vier nieuwe graaven
twee pikken
twee bijlen
twee snijdmesen
een beeker
een dissel
een boter karn
Beestiaal
agt aanteel paarden en twee klijne veulens
vier aanteel paarden zijn nog op Roggeveld
een rijd paard
agt en dertig aanteel beesten
derthien trekossen
neegen honderd zes en zestig aanteel schaapen
twee honderd twee en vijftig aanteel bokken
elf schaap ramme zijn nog op Roggeveld
Slaaven
een slaave jonge gen:d Kowes van Madagaskar
een slaave jonge gen:d Gedult van Mosambik
een slaave jonge gen:d Antonie van de Kaap
een slaave jonge gen:d Samson van de Kaap
een slaave jonge gen:d Gedult van de Kaap
Slavinnen
een slavin gen:d Klara van Mosambique
een slavin gen:d Dina van de Kaap
een slavin gen:d Lea van de Kaap
Den boedel debet
aan d’ weduwe Joh:s van der Westhuijsen rd:s vijfthien honderd
aan Joseph de Beer rd:s een honderd vijftien
aan Jan Hoets een honderd twee en twintig en vijf schell:
aan Diederik Hatting rd:s vier en vijftig en vier schell:
aan Jan Petrus Mulder rd:s vier en twintig
aan Matthijs And:s de Beer een honderd een en veertig
aan Johannes van Wijk rd:s een honderd zeeventhien
aan Ernst Christoffel Everhard rd:s een en twintig 7 schell:
aan Fred:k Preller rd:s een hondert derthien
aan juffrouw Nielsen rd:s vijf
aan Jan Cornelis rd:s dertig
Den boedel credit
een obligatie ten lasten van Joseph de Beer groot rd:s agthonderd abusivelyk hier opgebragt vide brief van den landdrost A: Stockenstroom d:d: 16 Decb:r 1810
een obligatie ten lasten van Wietse Botes groot rd:s veertig
Erfgenamen
1) uit ’t eerste huwelijk met Catharina van der Westhuysen een zoon gen:d Johannes oud 14 jaaren ongetrouwd
een dogter gen:d Christina Gertruijda van Wijk getrouwd met Petrus Cornelis Muller oud agtien jaaren
uit ’t tweede huwelijk met Hester Susanna Elisabeth de Beer een dogter gen:d Anna Magdalena oud drie maanden

Aldus gedaan en g’inventariseerd ter plaatze Damascus opgem: op den 27 dag der maand September 1810 volgens het op en aangeeven van de nagelatene weduwe en den schoonzoon P:C: Muller en den burger Jacobus H: Nel dewelke verklaarden hierinne ter goeder trouwe te hebben gehandeld en niets hunnes weetens te hebben verzweegen of agter uit gehouden met belofte zo iets nader tot ten boedel specteerende mogt koomen te ontdekken deezen daarmeede te zullen amploieeren dus bereid ’t voorenstaande des vereischt wordende met solemneele eede te zullen bekragtigen ende zulks in praesentie van den veld cornet Samuel de Beer en den burger Ferdinand Hartzenberg als getuigen.

Als getuigen: S: de Beer, V:c:, F:d Hartzenburg

Voor d’ opgaave: H:S:E: de Beer weeduwe van Wyk, P:C: Muller, Jacobus H: Nel

Mij present: J:G: Vos, Adj:t Bode

Ampliatie

Inneschulden
  Rd:s
van Bernardus Stephanus Ackerman over koop van een rijdpaard blijkens onderh: bewijs van den 24 Octob:r 1798 120
Lasten
  Rd:s
aan Joseph de Beer nog buiten den rd:s115 hier voren opgebragt voor negotiegoederen 14

Ter Weeskamer den 11 Jan:ij 1812.

Voor de opgaaff: H:S:E de Beer, w: v: Wyk

Mij present: J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/29.13

{18110806} 6 Augustus 1811 Johannis van Wijk

Goederen van myn overlede zwager Johannis van Wijk

81 schaape
een jonge paart
7 anteel beesste
een geweer

Den 6 Augus: anno 1811

Wij als getuige: Petrus C: Muller, Hendrik L: van de Westhuijse, Jacobus J: Marais

MOOC8/29.14

{18120113} 13 Januarij 1812 Johanna Hermina Dill

Inventaris van zodanige goederen als er ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door Johanna Hermina Dill, ten voordeele haarer nagelatene man den burger Johannes Botes in de eene helfte, mitsg:s haare broeder en zuster, met namen

1) Albrecht Dill mondig in de weder helfte des boedels
2) Susanna Dill gehuwd met [ ..... ]
3) Catharina Dill get:d met [ ..... ]

In voegen als het een en ander door mij ondergeteekende Adj:t Commis in presentie van getuigen is opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande deese goederen in de volgende, namentlijk

een oude tafel
een bed met zijn toebehoren
een kadel
een yzere pot
een oude paarden wagen
een oude zadel en toom
Beestiaal
een rijdpaard /:zijnde een merrij:/
zeven trek ossen
Lasten des boedels
  Rd:s
aan Jan Fredrik Kirsten over verschotten door hem gedaan tot reparatie van een wagen 285
aan de wed: Samuël Anth: Walters voor een halve legger wijn 32
aan Jasper Smit voor een zadel 12
aan Hendrik Rossouw voor 2 schapen 8
aan Floris Visser voor een pijpe dop en pijp 5
aan doctor Broese voor doctors loon 10

Aldus gedaan ende g’inventariseerd ter Weeskamer aan Cabo de Goede Hoop op den 13 Januarij 1812 ende zulx op ’t op en aangeeven van de in den hoofde deeses gem: weduwenaar dewelke verklaarde zig hier inne ter goedertrouwe gedragen zijnes weetens niets versweegen of te rug gehouden te hebben dat tot voorm: boedel behoord, invoegen hij ook getuigde de deugdelijkheid zijner opgave ten allen tijde, des vereijscht werdende met solemneelen eede gestand te doen, en verdere belofte zo hier na nog iets tot gesz: nalatenschap behorende mogte worden ontdekt, daar van nader en getrouwelijk opgaaff te zullen doen ten einde deesen inventaris daar meede te kunnen worden g’amplieerd.

Inteeken der waarheid is deese door den inventarient in presentie van mij Adj:t Commis en getuigen behoorlijk onderteekend.

Als getuigen: P: Poggenpoel, J: Serrurier

Voor den opgaaff: Jan Bootes

Mij present: P:E: Faure, Adj:t C:s

MOOC8/29.15

{YYYY} [ ..... ] Enge Schryver

Den ondergeteekende, met de nagenoemde getuigen, verklaaren, dat de nalatenschap, van den overledenen schoolmeester, Enge Schryver bestaat, als volgd

1 kist met kleederen daar in zig bevind
12 ryksdaalders zilver geld en 42 stuijvers
25 ryksdaalders papier geld
1 goude orologie
1 zilvere orologie
1 ledicant met wit behangzel
1 bed met zyn toebehooren
4 tafels
1 lessenaar
1 stoel
17 schilderytjes
1 pype rak
4 spiegels in zoorten
1 klein orologie kastje
1 verrekyker
1 halfaam
4 paar steevels
3 paar schoenen
enige boeken in zoorten
enige bottels en flessen
4 venster gordynen
een gedeelte vuyl wasgoed
3 banken
1 p:r goude hand knoope - ontfangen

Als getuigen: L:J: Colijn, Veld c:t, H:k Diederich, H:k Henke, J: Petrie, Ohelsson

MOOC8/29.16

{18120730} 30 Julij 1812 Salomon van Koppen

Inventaris van zodanige goederen als er ab intestato met er dood zyn ontruimd en nagelaten door den burger Salomon van Koppen ten voordeele zyner eenige overgebleevene erfgenaam zynde desselvs broeder, met naame

Coenraad van Koppen oud 15 jaren
aan contanten een en tagtig ryksd:
Losse goederen
drie bylen
een kraamzaag
een oud wagekist
een plat vaatje
een oude ossen wagen met zyn toebehooren
een defecte ossen wagen
een lyfeigen genaamd David van Malgas
Beestiaal
25 trek ossen
1 koey met een kalf
Lasten des boedels
volgens onderhandsche schuldbekentenis twee honderd en vyftig rd:s aan Jacobus Swart

Aldus g’inventariseerd ten huize van den burger Cornelis van der Wat woonachtig op desselvs plaats genaamd de Wolvedam op den 30 Julij 1812 ende zulks op ’t op en aangeevan van gem: Cornelis van der Wat dewelke verklaarde zich hier inne ter goeder trouwe gedragen, en niets zijns weetens verzweegen, of te rug gehouden te hebben, dat tot voorm: nalatenschap behoord, invoegen hy ook getuigde de deugdelykheid zyner opgaaf ten allen tyde des vereyscht wordende, met eede te bevestigen en verdere belofte zo hier na nog iets tot gez: boedel behorende mogte worden ontdekt, daar van nader, en getrouwelyk opgaaf te zullen doen, ten einde deeze inventaris daarmeede, in allen trouwe te kunnen worden g’amplieerd.

In teeken der waarheid, is deeze inventaris door den inventarient in presentie van my Districts Klerk /als hier toe door den Landdrost verzoekt en g’authoriseerd/ en getuigen behoorlijk onderteekend

Als getuigen: Adam Boshoff, Veldcornet, G: Bellingan

Voor opgaaf: Cornelis van der Wat

My present: D: Coolhart, D: C:

MOOC8/29.17

{18120425} 25 April 1812 Cornelis Petrus Jansse de Bruijn

Inventaris van alle zodanige goederen als er op den zesden April in den jaare een duijsend acht honderd en twaalf ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den burger Cornelis Petrus Jansse de Bruijn ten voordeele zijner ondertemeldene erfgenamen, als in de eene helfte zyner nalatenschap zijne moeder Margaretha Schildmeijer wed:e Jan Jansse de Bruijn en in de wederhelfte zyne broeders en zusters, met namen

Jan Marthinus Jansse de Bruyn mondig
Willem Jansse de Bruyn mondig
Catharina Dorothea Jansse de Bruyn get:d met Egidius Pietersen en
Maria Carolina Jansse de Bruyn oud 24 jaren

Zodanig als dezelve nalatenschap door my ondergeteekende Adj:t Commis der Weeskamer ter presentie der meede geteekende getuygen is opgenomen en in geschrifte gebragt, mitsg:s bevonden te bestaan in ’t volgende, namentlyk

Ten huyse van Michiel Hanssen

drie lakense rokken
neegen baatjes in zoort
zeeven broeken
zes hembden
een hoed
tien bossen rotting
een tros touw
eenig houtwerk
een baal koffij
zes en dertig strengen zylgaaren
drie trossen lijn
een restant koffy
twee rollen Brasilische tobak
zes potten confituuren
een greinhoute kast
een koffy kan
een kelder met ledige vlessen
een schildery
een halfaam met eenige duygen
vyf schuit roeijen
een koffy moolen
een huijstrap
Crediten des boedels
  Rd:s
aan contanten een hondert en tien ryksd:s 110:--
van Philip Fred:k Wilhelmie op een not: obligatie d:d: 21 January deezes jaars 100:--
van Joh:s Sonderman blykens onderh: obligatie d:d: 25 Novb:r 1811 43:--
van J:D: Ackerman blykens onderh: ongedateerd briefje 6:--
van Damon van Bengalen blykens reek:g 21:40

Aldus na gedane ontzegeling g’inventariseerd aan de Kaap de Goede Hoop ten huyse voormeld op den 25 April 1812 ende zulks op het op en aangeeven van Johanna Magdalena van de Kaap dewelke verklaarde in het doen inventariseeren deeses boedels zig in alles ter goeder trouwe gedraagen en haares weetens niets verzweegen of te rug gehouden te hebben van al het geen tot de nalatenschap behoord invoegen sy dan ook betuijgde de deugdelijkheid harer opgaave ten allen tijde des vereischt werdende met solemneele eede nader te bevestigen en verdere belofte zo hier na nog iets tot gez:e nalatenschap behoorende mogte worden ontdekt, daarvan nader en getrouwelyk ter Weeskamer opgaaf te zullen doen ten einde deesen inventaris daarmeede te kunnen amplieeren.

In teeken der waarheid is deeze ter presentie van my Adj:t Commis en getuigen door de inventariente eigenhandig onderteekend.

Als getuygen: J: Serrurier, J:N: Rorich

J: Magdalena

My present: P:E: Faure, Adj:t C:s

Ampliatie

Zaturdag den 2:e Maij 1812 word door Johanna Magdalena van de Kaap, ter Weeskamer opgegeeven, dat zij na het formeeren van den inventaris nog heeft ontdekt de volgende goederen tot de nalatenschap van den overleedenen Cornelis Jansse de Bruijn behorende, als

twee onderbaatjes
een zwarte linne broek
twee boeken
eenige prenten
een paar swart zijde handschoenen
een schilderij waar in gesneeden is den naam van den overleedenen

Ter Weeskamer voorm: 2:e Maij 1812

Als getuygen: P:J: Poggenpoel, J: Serrurier

J: Magdalena

Compareerde voor ons ondergeteekende expres gecommitteerde Weesmeesteren Johanna Magdalena van de Kaap, aan dewelke deesen voorenstaanden inventaris ter haarer op en aangave geformeerde woordelijk voorgelesen zijnde, verklaarde bij deselve op en aangave ten vollen te blyven persisteeren, zonder iets daarinne bij tevoegen ofte te veranderen te hebben en sprak de comparente tot bevestiging der waarheid de solemneele woorden

Zoo waarlijk helpe mij God Almachtig.

Aldus gerecolleert ende beëdigd ter Weeskamer aan de Kaap de Goede Hoop den 8:e Maij 1812.

Als gecomm: Weesmeesteren: A:V: Bergh, G:E: Overbeek

Dit onderstaande letterwerk: J: Mageen is door Johanna Magdalena van de Kaap, in stede van haren naamteekening eigenhandig gesteld

Mij present: G:A: Watermeijer, E: C:

MOOC8/29.18

{18121124} 24 November 1812 Anna Christina Mader

Inventaris van alle zodanige goederen als er op Donderdag den negentiende dag deeser lopende maand November in den jaare een duijsend acht honderd en twaalf ab intestato met er dood zijn ontruijmd en nagelaten door de jonge dochter Anna Christina Mader ten voordeele harer hier onder te meldene erfgenamen, als haare moeder Magdalena Johanna Roep voormaals wed:e Jan Godlieb Mader thans hertrouwd met den medicine doctor Coenraad Christoffel Prediger voor de eene helfte, en in de wederhelfte haare hier na te meldene broeders en zusters, met namen

1) Hendrik Mader, mondig
2) Susanna Maria Mader get:d met Dirk Johannes Wentzel
3) Johanna Frederica Mader oud 17 jaren
4) Louisa Johanna Mader oud 13 jaren
5) Jan Adam Mader oud 10 jaren

Zodanig als dezelve nalatenschap door ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren is g’inventariseerd en opgenomen, mitsgaders bevonden te bestaan in het volgende, namentlijk

Ten huyse van gez:de heer Prediger en aldaar

In een bovenkamer
een kast waarin
drie en twintig tabbaarts in zoort
tien kabaatjes
twee jassen
twee spencers
tien hembden
tien borstrokken
elf rokken
een en twintig paren kousen
vyf p:r handschoenen
agt borstjes
een egte tjaal
drie voerchitze [tjaal]
twee mutzen
vier oude waaijers
twee hoedjes
vyf doeken
twee zakboekjes
een p:r witte zyde kouzen
een klein doosje waarin
een p:r goude oorkrabben
een goude ring
een goude borstspeld met diamante steenen
een goude borstspeld
een vergulde halsketting
een party coraalen
een zilvere brykokertje
eenige lappen geborduurd en onvoltooid handwerk
een ledikant met wit behangzel waarop
een bulzak
een peuluw en
twee kussens
Inneschuld
  Rd:s
van voorm: haare moeder voor vaderlyke erffenisse by acte van kinderbewijs de dato 17 September 1812 voor den not:s publicq m:r Gerrit Buyskes en getuygen gepasseerd 4934:14 5/6

Aldus na gedane ontzegeling g’inventariseerd aan de Kaap de Goede Hoop ten huijse voormeld op den 24 November 1812 ende zulks op het op en aangeeven van voorm: heer Prediger, dewelke verklaarde zig hierinne ter goeder trouwe gedragen, en met zijn weeten niets verzweegen of te rug gehouden te hebben van al het geen tot den boedel en nalatenschap behoord, invoegen hij dan ook betuygde de deugdelykheid zyner opgaave ten alle tyde des vereischt werdende met solemneele eede nader te bevestigen en verdere belofte zo hier na nog iets tot gesegde nalatenschap behoorende mogte worden ontdekt daarvan nader en getrouwelijk ter Weeskamer opgaaf te zullen doen ten einde deesen inventaris daarmeede te amplieeren.

In teeken der waarheid is deese ter presentie van ons gecommitteerde Weesmeesteren ende mij Adj:t Commis door den inventarient eigenhandig onderteekend.

Als gecomm: Weesmeesteren: A:V: Bergh, G:E: Overbeek

Voor den opgaaf: C:C: Prediger

My present: P:E: Faure, Adj:t C:s

MOOC8/29.19

{18121110} 10 November 1812 Andries Janssen

Inventaris van alle zodanige goederen, als ’er op Donderdag den negen en twintigsten October, in den jaare een duijzend acht honderd en twaalf, ab intestato metter dood zijn ontruymd ende nagelaten door Andries Janssen, ten voordeele zyner onbekende uitlandige erfgenamen invoegen als het een en ander door my ondergetekende Adjunct Commis der Weeskamer, ter presentie der meede geteekende getuijgen, is opgenomen en in geschrifte gebragt, mitsgaders bevonden te bestaan in het volgende, te weten

In een huurhuijs van mejuvrouw de weduwe van Schoor

een lessenaar waarin
een oud zilvere horologie
vier scheermessen
een parthy oude boeken en
wat rommeling
een kist waarin
een blaauw lakense jas
agt broeken in zoort
derthien baatjes in zoort
drie hembden
vier halsdoeken
twintig paaren oude koussen
twee paaren witte handschoenen
een kot met twee matrassen en drie kussens

Aldus opgenomen en g’inventariseerd aan de Kaap de Goede Hoop op den 10 November 1812

Als getuygen: P:J: Poggenpoel, J:N: Rorich

Mij present: P:E: Faure, Adj:t C:s

MOOC8/29.20

{18130111} 11 Januarij 1813 Bonaventura Fleischer

Inventaris van alle zodanige goederen als er op Woensdag den zesden dag deezer lopende maand Januarij in den jaare een duijzend acht honderd en dertien ab intestato metter dood zijn ontruymd ende nagelaten door Bonaventura Fleischer ten voordeele zijner onbekende uitlandige erfgenamen, zodanig als dezelve nalatenschap door my ondergeteekende Adjunct Commis der Weeskamer ter presentie der meede geteekende getuygen is opgenomen en in geschrifte gebragt mitsgaders bevonden te bestaan, in ’t volgende, namentlijk

Ten huijse van Johannes Casparus Lotter alwaar den overleedene is woonagtig geweest

een kist waarin
twee lakense rokken
een lakense mannel
zes broeken in zoort
zeeven baatjes
zeeven hembden
vier p:r kousen
vier doeken
een lamfer
drie hoeden
twee p:r schoenen
een p:r laarsen
een kabaay
een muts
twee borsels
twee blikke trommels
twee olysteenen
twee oude scheermessen
een oude spiegeltje
een kastje met eenige fijlen
drie brillen
een p:r zilvere kuitgespen
een zilvere zakhorologie
een zilvere eetleepel
dertien zilvere thee leepeltjes
een zilvere halsgespe
een p:r goude handknoopjes
twee stukjes zilver
een party smeltkroesen
een kolfbal
een kadel waarop
een bulzak
een peuluw
drie kussens
een wolle deeken
een tafel
twee stoelen
een ledige kist
twee rottings met zilver beslag
een partij zilversmits gereedschap
een ledige zak
Contanten
  Rd:s
twintig zilver ducatons
aan papiere munt vier en negentig ryksd:s en zestien stuyvers 94:16
Last des boedels
  Rd:s
aan voorm: J:C: Lotter over een halfmaand kamerhuur tot medio deeser 5

Aldus na gedane ontsegeling g’inventariseerd en opgenomen aan de Kaap de Goede Hoop op den 11:e January 1813.

Als getuygen: J: Serrurier, J:N: Rorich

Voor den opgaaff: J:s C: Lotter

Mij present: P:E: Faure, Adj:t C:s

MOOC8/29.21

{18120625} 25 Junij 1812 Louis Joachim Boshoff

Inventaris van zodanige goederen als er ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den burger Louis Joachim Boshoff ten voordeele zijner overgebleevene weduwe Martha Magdalena Cortje ter eenre en de hier ondertemeldene kinderen en kindskinderen, met namen

1) Louis Joachim Boshoff mondig   ter andere zijde
2) Johannes Jacobus Boshoff mondig
3) Elizabeth Petronella Boshoff get:d met Jan de Weege
4) de kinderen van wijlen Martha Maria Boshoff in huwelijk verwekt bij Johannes Wolffgang van Grun, met namen a) Johannes Wolffgang 12
b) Cornelia Margaretha 9
c) Louis Joachim 11
d) Johan Adam 8
e) Johan George 6
f) Petrus 4
g) Martha Maria 2
h) Catharina Jacoba van Grun oud 1 jaar
5) Lea Magdalena Boshoff geh:d met Pieter Fouche
6) Susanna Catharina Boshoff geh:d met Hendrik Fouche
7) Willem Hendrik Boshoff oud 16
8) Jacobus Nicolaus Boshoff oud 12 en
9) Petrus Joachim Boshoff 8 jaren

Invoegen als het een en ander ingevolge opgaaff van voorm: weduwe door mij Adj:t Commis in presentie van getuigen opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande alle deese goederen in de volgende, namentlijk

een oude bed met vier kussens en een combaars
een kadel
twee stoelen
twee aarde kannen
een emmer
een koekepan
vier kook potten
een yzere pot lepel
een yzere vork
vijf tinne borden
een tinne schotel
een postelijne kom
drie kopjes en drie pieringjes
thien staale vorken
derthien tinne lepels
een boterkern
een rooster
twee theeketels
een trekpot
een blikke trommel
een meelzift
een kleijne ledige kist
drie oude zakken
een aarde vet pot
twee zagen
een hand [zagen]
twee bijlen
een duims boor
een omslag van een boor
een bijtel
een snijmes
een vijl
twee bouteilles
een kopere kandelaar
twee schaven
een lekvaatje
ses mudden koorn
een osse wagen met zijn toebehoren
Beestiaal
twaalff trek ossen
Lasten des boedels
  Rd:s
aan Michiel Wolff over negotie goederen 28:2

Aldus g’inventariseerd ter Weeskamer aan Cabo de Goede Hoop op den 25 Junij 1812 ende zulx op het op en aangeeven van de in den hoofde deeses gemelde weduwe, dewelke verklaarde zig hier inne ter goedertrouwe gedragen en niets hares wegens versweegen of terug gehouden te hebben dat tot voorm: nalatenschap behoord, invoegen zij ook getuigde de deugdelykheid haarer opgave ten allen tijde des vereijscht werdende met eede te bevestigen en verdere belofte zo hier na nog iets tot gez: boedel behorende mogte worden ontdekt daar van nader en getrouwelijk opgave te zullen doen ten einde deesen inventaris daar meede in allen trouwe te kunnen worden g’amplieerd.

Inteeken der waarheid is deesen inventaris door de inventariente in presentie van mij Adj:t Commissen en getuigen behoorlyk onderteekend.

Als getuigen: P:J: Poggenpel, J: Serrurier

Voor den opgaaff: dit +++ kruijsjes heeft der inventariente als niet kunnende schrijven eigenhandig hier ter nedergesteld

My present: P:E: Faure Adj:t C:s

MOOC8/29.22

{18100401} 1 April 1810 Court Mulder

Enventaaris van bij den ondergeteekene overleedene knegt Court Mulder

3 paarden
1 rock
4 baatjes
3 onderbaatjes
5 broeken
3 hemden
3 doekken
2 hoeden
1 paar schoenen
10 boekken
1 saabel
aan gaazie tegoed rijkd: honderd en vijftig
Debet
  Rd:s
over gedaane verschotten volgens speezievieken reekeninggen soma 270:4:1

Stellenbosch de 1 April 1810

Casparus Albertijn

Rd:s
25:--
107:15
6:12
8:22
25:--
10:24
16:--
45:24
9:--
17:24
Rd:s270:[ ..... ]

MOOC8/29.23

{18120707} 7 Julij 1812 Petrus Jacobus Meijer

Inventaris van zodanige goederen als er op Woensdag den vier en twintigsten dag der maand Junij in den jaare een duijzend agt honderd en twaalff ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door Petrus Jacobus Meijer ten voordeele zijner hier ondertemeldene broeders en zusters en zuster kinderen, met namen

1) Abraham Meijer mondig
2) Christiaan Meijer mondig
3) de overgebleevene kinderen van wijlen Johanna Petronella Meijer wed: Jean Henry Roselt, in namen a) Susanna Magdalena Roselt get:d met Charles Raoult
b) Petronella Jacoba Frederica Roselt get:d met Edward Kellwick
c) Anna Alletta Sophia Roselt get:d met Christian Lodewijk Wentzel
d) Henrietta Johanna Maria Roselt
c) Henricus Theodorus Godefridus Roselt
f) Jacoba Anthoinetta Roselt
g) Johan Jacob Fredrik Roselt
h) Marg:a Joh:a Petronella Roselt
i) Charlotta Elizabeth Roselt
k) Wilhelmina Jeannetta Francina Roselt
l) Carolina Sophia Fredrica Roselt
m) Sophia Elizabeth Jacoba Roselt
4) Aletta Meijer
5) Anaatje Meijer

Invoegen als het een en ander door mij Adj:t Commis ingevolge opgaaff van Nicolaas Hollen is opgenomen en ingeschrifte gebragt, bestaande alle dezelve in de volgende, namentlijk

Ten huijse van Nicolaas Hollen

een kist waar in
een span zaag
een bijl
drie schaven
twee kruijshouten
twaalff raspen en vijlen in zoorten
agt booren
twee oude snijmessen
vier en twintig bijtels
twee hamers
twee soldeerbouten
vijf passers
een yzere pens
een oude schaar
een kleijne kist waar in
een parthij rommeling
een slijpsteen
een bankschroef
een draaijbank
Lasten des boedels
  Rd:s Rd:s
aan voorm: Nicolaas Hollen over 4 maanden kamerhuur a 10 rd:s p:r maand 40
over een lakense broek en baatje 10 50

Pro memorie word alhier genoteerd dat bij Joh:s Gregorius Loedolff zoude weesen 18 goude knoopjes, die den overleedene tot een onderpand voor agterstallige huijshuur aan denzelven had gegeeven

Aldus gedaan ende g’inventariseerd ten huijse voormeld op den 7 Julij 1812

Als getuigen: P:J: Poggenpoel, J:N: Rorich

Voor den opgaaff: N: Hollen

Mij present: P:E: Faure Adj:t C:s

Ampliatie
  Rd:s
Maandag den 10 Augustus 1812 word door Simon Fredriks Jager ter Weeskamer opgegeven dat J: Petrie aan den boedel van den overledenen Petrus Jacobus Meijer hier vorengem: schuldig is voor een en een halve maand knegts gagie van den 14 Nov:r 1808 tot p:mo Januarij 1809 mitsg:s over geleende blykens reekening daarvan geproduceerd 41:12

Ter Weeskamer aan de Kaap de G: Hoop u supra

J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/29.24

{18120820} 20 Augustus 1812 Albertus van Zyl , Christina Margaretha van Zyl

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als behooren tot den gemeenschappelyken boedel van wylen den burger Albertus van Zyl Janszoon en nagelaatene weduwe Christina Margaretha van Zyl zynde gem: boedel op den 5 Maart 1812 door den overleedene ontruimd en nagelaaten ten voordele zyner vier onmondige kinderen in, naamen

1) Johannes Abraham van Zyl geboren den 3 December 1804 /:deeze beyde kinderen geprocreëert uit het huwelyk met zyne meede overleedene eerste huisvrouw Christina Magdalena Nel:/
2) Hester Christina van Zyl geb: den 3 Mey 1806
3) Albert van Zyl geb: den 16 April 1810 /:de twee laatsgem: kinderen geprocreëert uit het huwelyk met zyne bovengem: weduwe Christina Margaretha van Zyl:/
4) nog ongedoopt en geb: den 14 Februarij 1812

welke goederen en effecten bestaan in

12 tinne borden
17 tinne lepels
12 staale vorken
2 kopere ketels
1 kleyne tinne ketel
2 eyzere potten
3 tinne trekpotten
3 aarde schotels
2 tinne schotels
1 kopere vuurtesje
8 kopjes en pierings
2 vlessen
6 bouteljes
2 vlesjes
1 kopere kandelaar en snijter
1 eyzere komfoor
1 braad pan
1 pot lepel
1 vleesch vork
1 rooster
1 schuims pan
1 kleyne spiegeltje
1 zak horologie /:defect:/
2 zous potjes
2 schiet geweeren
1 schiet [geweeren] /:defect:/
1 parthy geestelyke boeken
2 bedden met het geen daartoe verder behoorten
1 katel
5 stoelen
3 kleyne kisten
1 kistje
3 schuifdoosjes
3 mantjes
1 groote aarde kan
10 zyldoeksche zakken
1 lap zyl
1 meelzeeft
1 tabaks mes
6 zikkels
53 voeten cederhoute planken
1 omslag met 12 booren in zoort
1 sny mes
1 veyl en rasp
1 kleyne byltje
2 bytels
1 eyzere plaat
7 klink nagels
1 sny eyzer met 7 daartoe behoorende booren
1 kogel vorm
1 jukhaak en kram
1 osse spoor
1 aarde ketel
1 schaaf
1 hand byl
1 hout byl
1 dissel
1 pik
1 graaf
1 ploeg beslag
1 zadel en toom
1 pakzadel
1 ossewagen met al het geen daartoe behoort
Lyf eigenen
1 manslaaf gen:d Jannuary van Mallabaar
1 slavin gen:d Truy van de Kaap
Beestiaal
14 trekossen
10 jonge ossen
53 aanteelbeesten
315 aanteelschaapen
166 hamels
308 bokken
3 ryd paarden
3 jonge hengsten
16 aanteel paarden
Boek schulden
  Rd:s
van Pieter van Zyl Janzoon over koop van vyf paarden 160
van Dirk Coetzee Janz: debet op koop van een wagen - vold: en 21 Aug:s 1813 25
Baaten des boedels
een onderhandschen obligatie de dato 7 November 1802 ten lasten Hermanus Arnd:s van Nieukerk groot tagtig ryksd:s zonder renten
een onderhandschen obligatie de dato 25 December 1811 ten lasten Petrus Burgers Pieterz groot twee hondert en vyftien ryksd:s - voldaan den 11 Maart 1813
een onderhandschen obligatie de dato 7 January 1811 groot een hondert en vyf en dertig ryksd:s met de renten a vyf percent ’s jaars gerekend van den 7 Jannuary 1812

Aldus gedaan en geinventariseert op de woonplaatze van de weduwe Aldert van Zyl Pieterzoon gen:d de Vredensdal gel: onder aan d’ Oliphants Rivier op den 20:ste Augustus in den jaare 1812 ende zulks ter op en aangaave van de in den hoofde deezes gem:d weduwe welke betuigde zig daarinne ter goeder trouwe gedraagen en haarens weetens niets verzweegen ofte agter gehouden te hebben van al het geen tot den boedel behoort bereid zynde zulks des gerequireerd werdende ten allen tyde gestand te doen, en verdere belofte, zo wanneer in der tyd iets dienaangaande nader mogte komen te ontdekken, daarvan getrouwelyk opgaaf te zullen doen, ten einde in zulk geval, deezen invent: daarmede na behooren kan worden geamplieert.

In teeken der waarheid is deezen in de tegenwoordigheid ende benevens my Clercq ende mede geteekende getuigen van goeden geloove door de inventariente eygenhandig gesubscribeert.

Als getuigen: E:A: W: Vaart, V: Cornet, A:E: v: Wijk

Christina Ma: van Zijl

My praesent: J:D: Meiring, Clercq

MOOC8/29.25

{18120708} 8 Julij 1812 Nicolaas van Nieuwkerken

Inventaris van zodanige goederen als ’er ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den burger Nicolaas van Nieuwkerken Barendz ten voordeele zijner hier onder te meldene zo mondige als minderjarige erffgenamen zijnde desselfs broeder en broeder en zuster kinderen, met namen

1) Adriaan Pieter van Nieuwerken, mo:
2) de overgebleevene kinderen van wijlen Maria Cornelia van Nieuwkerken in huwelijk verwekt bij wijlen Joh: Gijsbertus Blanckenberg, in naamen a) Hendrik Emanuel Blanckenberg
b) Aletta Hendrina Blankenberg get:d met Jacobus Ch:n Faure
c) de nagelatene kinderen van wijlen Johanna Cath:a Blankenberg in echt verwekt bij Robert McNab, met naamen aa) Dunckan Rijnier McNab onmondig
bb) Robert Joh:s McNab on:
d) Wilhelmina Hendrina Blankenberg get:d met Jan Cambier
e) Johannes Gijsb:s Blankenberg
f) Jacob:s Henr:s Blankenberg
3) de nagelaten kinderen van wijlen Barend Carolus van Nieuwkerken, met namen a) Anna Barendina van Nieuwkerken geh: met Jan van Tubberg
b) Aletta Jacoba van Nieuwkerken geh:d met Jacobus Henricus Blankenberg
c) Barend Joh:s van Nieuwkerken oud [ ..... ]
d) Jacomina Margaretha van Nieuwkerken oud [ ..... ]
e) Jacobus Joh:s van Nieuwkerken oud [ ..... ]
f) Johanna Petronella van Nieuwkerken
g) Martha Bartholda van Nieuwkerken oud [ ..... ]

Invoegen als het een en ander door mij Adj:t Commis ingevolge opgaaff van den meede burger Hendrik Cornelis van Nieuwkerken Johannesz: is opgenomen en in geschrifte gebragt, betaande alle dezelve goederen inde volgende, namentlijk

een kist waar in
twee rokken
drie jekkers
ses onderbaatjes
ses broeken
drie hembden
vier doeken
agt paren kousen
drie mutzen
een merrij paard
Crediten des boedels
  Rd:s
aan contanten in dezelve gevonden 0:12
van voorm: Hendrik Cornelis van Nieuwkerken Johannesz: over contant geleende blijkens onderhandsche obligatie, onder berusting zijnde van de in den hoofde deeses gem: Hendrik Emanuel Blankenberg aan capitaal groot - voldaan den 3 Julij 1813 990:16
voor de renten van welk cap:l hij Nieuwkerk den overleedenen van logies, kost en verdere benodigdheeden heeft verzorgd
van de Weeskamer, over zo veel den overleedene aan erffenis-penn: uit den boedel van wijlen zijne broeder Cornelis van Nieuwkerken competeerd 16:27
Lasten des boedels
  Rd:s
aan dikwilsgem: Hendrik Cornelis van Nieuwkerken over begravenis kosten, blijkens specificque reekening 60

Aldus gedaan en g’inventariseerd ter Weeskamer aan Cabo de Goede Hoop op den 8 Julij 1812 ende zulx op het op-en aangeeven van voorm: Hendrik Cornelis van Niewkerken Joh:sz: dewelke verklaarde zig hier inne ter goeder trouwe gedragen en niets versweegen ofte rug gehouden te hebben dat tot voorm: nalatenschap behoord, invoegen hij ook getuijgde de deugdelijkheid zyner opgaave ten allen tijde des vereyscht werdende met eede gestand te doen, en verdere belofte zo hier na nog iets tot gez: boedel behoren mogte worden ontdekt, daar van nader en getrouwelijk opgaaff te zullen doen, ten einde deesen inventaris daar meede in allen trouwe te kunnen worden g’amplieerd.

Inteeken der waarheid is deese der waarheid is deese door meerm: Hendrik Cornelis van Nieuwkerken ende mij Adj:t Commis en getuigen behoorlijk onderteekend.

Als getuigen: P:J: Poggenpoel, J: Serurrier

Voor den opgaaff: H:C:v: Niekerk, Joh: zoon

Mij present: P:E: Faure, Adj:t C:s

MOOC8/29.26

{YYYY} [ ..... ] Jan van Loon

Lijst, van den overleeden schoolmeester Jan van Loon, zijne na gelatene goederen, en brieven

1 kist
1 hoed
5 baatjes
3 broeken
3 hemden
4 paar koussen
2 stuk blouw Sinaas linnen
1 stuk geel Sinaas linnen
1 paar zilver knopen en nog wat versleetene kleederen

Copee

Ik ondergeteekende bekenne ontfangen te hebben van Hendrik Hanekam de zomma van 23 rd: zijn op afkorting van een zomma 53 rijxdaalders
Blijft debet de zomma van 30 rijxdaalders

J:v: Loon

Hendrik A: Hanekom

geleent aan Hendrik Hanekom 50 rd:
geleent aan Hendrik Hanekom 3 rijxdaalders
geleent aan Willem Adriaan Hanekom een zomma van 75 rijxdaalders

Ik ondergeteekende bekenne geleent en ontfangen te hebben van Jan van Loon een zomma van 75 rd:

Willem A:n Hanekom

mejuffrouw de weduwe Esterhuijse debet aan mijn J: van Loon voor het onderwijs der kinderen de zomma van 51 rijxdaalders, 7 schelling

Weduwe Willem Esterhuijse

MOOC8/29.27

{18111102} 2 November 1811 Johannes Franciscus Crous

Inventaris van alle zoodanige goederen, als er door wylen den burger Johannes Franciscus Crous, ab intestato met er dood ontruimd en nagelaten, mitsgaders heeden opgenomen ten huize van wylen denzelver Crous, gelegen in het ondereind van het dorp Zwellendam , en in waaren weezen bevonden, te weeten

Een huis en erf, geleegen in het ondereind eynd van het dorp Zwellendam ingevolge kaart xc: xc: 13 October 1803
Losse goederen
een slave jonge genoemt Forteyn van Bengalen
twee zilvere horlogies in het voorhuis
een zilvere vork
twee lanzetten
twee blikke trommels
een koopere koffij kan
twee koopere keetels en gelyken confooren
een koopere vyzel en koopere stamper
drie koopere kandelaars
een koopere stryk eizer
een koffij meulen
een kopere trommeltje en kopere rasp
een tinne trekpot, en een tinne boter pot
een verlakte beeker
vyf tinne schotels
twee tinne schotels
elf tinne borden
twee douzyn staale vorken, en zeeven staale messen
een tinne trechter, en een tinne zoutvaatje
een hakmes en een tesje
twee kopere hagel vormen en een kopere lepel vorm
een tinne soup lepel, en een en dertig tinne eetenslepels
vier stukke tin
tien geweer sloten en eenige andere romlarij
een thee blaadje
een aarde trekpot, en twee aarde zuikerpotjes
een postelyne schootel, en zeeven aarde soup borden
vier postelyne kommen, drie postelyne pierings en twee postelyne kopjes
drie houte emmers
In de combuis
vyf eizere potten
een koeke pan
een vlees vork
een schuims pan
een vuur tang
twee schoorsteen keetens
een bakkist
een hakke bord
een boter vat
twee vaaten en een kist met zout gevuld
een emmer bankje
In de smits winkel
acht en twintig veylen in zoort
een ros kam
neegen bytels
vyf en twintig kouw bytels en doorslagen
een snymes
neegen eizere vormen
twaalf schaaf bytels
drie snij eizers
veertien boor eizers
een snilder
een stukje staal
een dissel
vier handschroeven
een duims boor
een pistool
een schaal en balans
een koevoet
twee geweeren
twee hout bylen
een span zaag
zes smits tangen
een haak en een vuurspit
een houte en een eizere duim stok
een passer
drie stukken gewigt
vier voorhamers, en drie hand hamers
neegentien smits haamers
een rijstblok en twee stampers
twee pikken en een graaf
een slijpsteen en toebehoren
een en twintig eizere pennen
een kist, slot, en sleutel
een stok schrof
een aambeeld
een spier haak
een blaasbalk en
eenige andere klynigheden tot een smits winkel gehoorende
twee eyzere knyptangen
In de voorkamer aan de regtehand
drie slooten en tien knippen
een rol en twee stukken kooperdraat
een ledikant
een katel
een tavel
een kleine kast
een houte bak
een vuurmand
een stelletje
een groote Bybel met kopere beslag
een Bybel met zilvere beslag
eenige oude boeken
een scheerdoosje met twee messen
twee kelder flessen
een schepel en een zift
drie schaaven
een mand
een stinkhoute buikplank met vier leere boomen
twee boter vaatjes
een teer kan
een asch
een katrol met een zakje oud koper
een spat en eenige romlarij
twaalf vellen
In de voorkamer ter linkerzyde
twee beddens acht kussens
een peul, en twee combaarsen
een meel kist
een katel
twee zaadels en een toom
drie bakjes
een el
In het voorhuis
twintig geel houte planken a 20 voeten yder
zes schilderyen
een rustbank
een groote kist
acht stoelen
drie stooven
vyf taavels
Op het werf
een osse wagen
twee trek touwen en vier jukken
Beestiaal
thien trek ossen
drie aanteel beesten
twee en vyftig schaapen en acht en zestig bokken
een ryd paard en zes aanteel [paard]
Inne schulden des boedels
    Rd:s
  van Jan Hendrik Crous d’ oude over smits werk blykens aanteekening boek 955:--:--
  van de heer A:A: Faure over smits werk blykens aanteekening boek 8:2:--
  van Hendrikus Albertus Swart over smits werk blykens aanteekening boek 11:--:--
  van Daniel Swart Pieter zoon over smits werk blykens aanteekening boek 3:--:--
  van Hendrik Veltman over smits werk blykens aanteekening boek 1:3:--
  van Hendrik Beukes over smits werk blykens aanteekening boek 0:5:--
  van F:S: Moller over smits werk volgens aanteekening boek 3:4:--
  van D:C: Uys over smits werk blykens aanteekening boek 100:--:--
  van Petrus Kemp Gertzoon over smits werk blykens aanteekening boek 7:3:--
  van Philip Kemp Gertz: over smits werk blykens aanteekening boek 3:--:--
  van Lourens Rootman over smits werk blykens aanteekening boek 16:6:--
  van D:C: Uys 56:6:4
  van J: Beir 3:--:--
  van G: de Neys 17:5:--
  van de wed:e P:s J:s Uys 2:--:--
  van F: J: Nieuwenhuis 2:--:--
  van de wed: J:C: Rog 21:3:--
vold: van J: Goch 0:6:--
  van Fr: Gildenhuisen P:z: 4:--:--
  van Jan Bastiaan Rabie d’ oude 0:6:--
vold: van Fred:k van Eeden 2:--:--
  van Adriaan Jonker 11:4:--
  van J:W: van Eyk 40:6:--
  van C: H: Rothman 9:2:--
  van Bergman 3:6:--
  van N: Marcus 3:7:--
  van H: Vollenhoven 0:4:--
  van d’ heer P:S: Buissine 31:2:--
  van Jacobus Joh:s Diedericks 93:4:--
  van Joh:s H:s Crous H:k zoon 53:7:--
  Appollos voor reekening
  van van Aarden 7:2:--
  van Jan van Koppen 20:2:--
  van Bellingan 1:--:--
  van Schuts 3:5:--
  van T:L: Schalkwyk 4:--:--
vold: van W: Kotter 7:1:--
  van Jacobus van Reenen D:z: 0:4:--
  van Stephanus Kuun 16:--:--
  van Jan du Tooij 7:0:4
  van Jacobus van Eeden Fred:kz:n 0:6:--
  van d’ heer Klue 3:--:--
  van Jacobus Swart d’ oude P:r z:n 4:--:--
  Barend Christiaan Crous voor reek: van Jan Pletsen 1:4:--
  van J:s Steyn Herm:sz: 3:--:--
  van Adam Koense 1:6:--
  van J:D: Camyn 2:--:--
  van Johan Bekker 57:6:2
  van P:s P:z Steyn 87:5:--
  van P:s A:s Crous 41:--:--
  van Jacobus Kok 1:4:--
  van Jan Schols 0:5:--
  van Jacobus Uys Corn:sz 2:--:--
  van C: Herselman 5:6:--

Aldus gedaan en g’inventariseerd ten huize van d’ overleedene, op den 2 November 1811 ende zulks op het op en aangeeven der burgers Dirk Cornelis Uys, en Hans Jurin Crous, dewelke verklaarde zich hierinne ter goeder trouwe gedraagen, en hun’s weetens niets verzweegen of te rug gehouden te hebben, van al het geene tot den boedel en nalaatenschap behoord, invoegen zij dan ook betuigden de deugdelijkheid hunner opgaaf ten allen tyden des vereischt werdende, met solemneele eede nader te zullen bevestigen, en verdere belofte zo hierna nog iets tot gez:e nalatenschap behoorende, mogte worden ontdekt, daarvan nader en getrouwlyk ter Weeskamer opgaaf te zullen doen, ten eynde deezen inventaris daarmeede te emplieeren, ende zulks in het byweezen van den klerk George Christiaan Bergman, en den gerechts boode Johannis Petrus Koen als getuigen.

/:onderstond:/

Voor de opgaave /was getekend/ Dirk Cornelis Uys, en H:J: Crous

/Lager/ mij present was getekent: D: Kuys, Notaris /ter zyde stond/

Als getuigen: G:C: Bergman, en J:P: Koen

/Laager/ ten myne overstaan was getekent: J:W: Frauenfelder

Accordeert met diesse original: D: Kuys, Not:s

MOOC8/29.28

{18130129} 29 Januarij 1813 Andrew Dowie

Inventaris van alle zodanige goederen als er ab intestato metter dood zijn ontruijmd ende nagelaten door Andrew Dowie ten voordeele zijner onbekende uitlandige erfgenamen, zodanig als dezelve nalatenschap door ons ondergeteekendens is opgenomen en in geschrifte gebragt, mitsg:s bevonden te bestaan in het volgende, te weeten

Ten pakhuijse van den heer J:B: Hoffman.

een koffer waarin
twee lakense rokken
vyftien hembden
vier en twintig broeken in zoort
veerthien baatjes in zoort
een en twintig p:r kousen
twee en twintig doeken en dassen in zoort
twee slaapmutzen
drie lakens
een kist waarin
twee lakens
een oude spreij
neegen servietten
twee p:r laarsen
twee p:r schoenen
een chitze overtrekzel van een rustebank
vier boeken
vier borsels
een botteltje met een restant lavendel
een p:r handschoenen
een strijkriem
een wandelstok
een memorie boekje
twee kammen
een pennemes
een p:r kamassen
een kadel waarop
twee mattrassen
twee kussens
een combaars
een toilet spiegel
een lampet en kom
drie kopjes en pierings
een aarde trekpot
een zuykerpot
een boterpot
een melkpotje
Crediten des boedels
  Rd:s
een promesse getrokken door James Smith in behoeve van J:B: Hoffman en door denzelver aan den overleedenen gecedeerd, en g’accepteerd by Charles N: McLean groot 230
een promesse ten lasten James Williams groot 500

Aldus g’inventariseerd aan de Kaap de Goede Hoop op den 29 Januarij 1813

Als getuygen: A: Aitchison, James Swan

Voor den opgaaff: Alec Watts

Ter onser presentie: J: Serrurier, J:N: Rorich

MOOC8/29.29

{18130227} 27 Februarij 1813 Johanna Louw

Envantares van de nalatige goederen van de overleden Johanna Louw, 27 Februarij 1813.

1 botervaatje
2 tinne schotels
1 tee potje
1 koper schenk ketel
1 aarde potje
1 passleijne kom
2 kommejes, een bort
2 sneyders scharen
1 peper doosje
1 dose met gareng
1 spiegel
2 kammen
6 el zaay
6 zesjes
13 el wette veijne lenne
20 el wette grofve lenne
1 steuk geruijt
1 spreijje
2 wette doeken
11 pakjes garing
1 pont tee
1 pont koffe boonen
1 half pont peper
1 el kamer doek
1 brieffe spelden
7 steenen speep
1 pakke bant
1 stoof
1 liedeboek
1 Zalm boek
2 neus doeken
1 boek bapier
1 bet met zeijn toe behoren
1 kelder kest
1 kleijne kest
19 bokken
1 zilver beugl tas
7 pakke klerasie
1 blike dooze
2 goude oor krabbejes
1 dosie
1 selver venger goed
1 silver reijg naalt
1 maat el
1 paar schoenen
1 borst spelt

Gerrit E: Smit, Veltcornet

Als getuijgen: Pieter van Aarde, Johannes Davit van Aarde

MOOC8/29.30

{18120302} 2 Maart 1812 Christoffel Linker

C: Bird

Inventaris van alle zodaanige goederen en effecten, als ’er door wijlen den burger Christoffel Linker in leven bezeeten, en, ab intestato, met er dood ontruimd en nagelaten mitsgad:s heden ter plaatze van den heer Phil:s Albertus Mijburg, gen:d Vergelegen , gelegen aan Plat Rivier in Buffelshoek , alwaar door op en aangeven van den burger Joh: David Stroh, aldaar woonagtig, gem: boedel is opgenoomen, en in waaren wezen bevonden geworden, te weeten

een kist
een kookpot
een zadel en toom /oud/
een boter vaatje
een schaar
een tinne trekpot, defect
een hoed
twee baatjes
een rompje
twee oude Hoogduitsche boeken
een paar koussen
een borstel
een wolle combaars
een bijl
een pakje klijne spijkers
twee emmers
twee schiet geweeren
een oude wagen
een heel oude velle bultzak en 1 heel oude kussen /:aanmerking/ niemand hierop hebbende willen bieden, is deze aan des overl: bijzit de Hott:tin Catrijn, alwaar twee zoontjes bij heeft geprocreeerd, door den onderget:de Secretaris geschonken
Beestiaal
hondert agt en dertig schaapen
zeven en sestig bokken
seven ossen
elf aanteelbeesten
een paard
Contanten
  Rd:s
aan gereed geld 40
aan een pies slagter brief 156
Baten des boedels
  Rd:s
van Christoffel Schoeman 13:4
van Marth:s J: Els 2:4
Schulden des boedels
  Rd:s
aan Coenraad Marnewek d’ oude over ontvangen negotiatie p:r rest, blijk:s hier annexe nota 34:5
aan Jan Davik Stroh, voor begravenis gelden, blijk:s reekening, reeds voldaan 48:7
aan de Hottentottin Catrijn over negen hamels 18:--
aan Gerh:s Franc:s Lottriet blijk:s reekening 4:4

Aldus gedaan en g’inventariseert, ter plaatze van opgem: heer G:A: Mijburg gen:d Vergelegen , gel: aan Plat Rivier in Buffelshoek , voorm:d op den 2:den der Maart 1812 volgens ’t op en aangeven van voorz: J:D: Stroh dewelke betuigde hierinne ter goeder trouwe te hebben gehandelt, en niets met weeten verzweegen of agtergehouden verklarende dus bereid te zijn, deeze opgaaf ten allen tijde des gevordert werdende, met solemneele eede te zullen staven met verdere beloften, zo iets nader tot den boedel behoorende, mogt ontdekken, dezen inventaris daarmeede te zullen amplieeren en is zulks geschied in ’t bijweezen van den burger Jeremias Auret, en den Veldcorn:t Joh:s Corn:s Coetzee als getuigen, en wel ten overstaan van den secretaris Th:s Muller.

Als getuigen: J:s Auret, J:C: Coetsee

J:D: Stroh

Ten overstaan van mij: Th:s Muller, Secret:s

Mij praesent: J:B: Wiese, Clercq

MOOC8/29.31

{18101221} 21 December 1810 Jan Hendrik Berjé

Inventaris van den boedel van wylen den overleedenen Jan Hendrik Berjé de welke overleeden is bij den berger Wynand Bredenbach woonagtig in de Congo op den 14 December 1809

1 zwarte korte broek
1 Traweeze lange broek
1 witte lange broek
1 witte oude Trawesen broek
1 langen witte broek
1 groene zitze rompie
1 kasjemire rompie
1 bloouwe baatje
2 paar oude catoene kouze
2 oude hemden
3 roode doeken
2 serniere van een kist
10 rollen spinaas
1 half sleeten zwarte hoet
1 oude vale hoet
1 knip mes
4 scheer messen
1 klyn spiegel
2 Hoog Duytsche boeken
12 strengens blouwe gonny
2 tinne borde
1 jagt zak
enige schoen maakers gereed schap
3 huyten sool leer
5 zwarte schoenmaakers vellen
28 schoen leesten
1 stevel leest
1 snij plank
2 schraap messen
2 vellen baalies
1 merry paard met een vulle
1 jaarige hengs vulle
2 schoen makers tafels
1 waage kist
1 zaal en toom
1 paar zilver broek gepze
1 wage kist
aan contant 4 rd:s

Congo den 21 December 1810

P: du Preij, V:d Cornet

MOOC8/29.32

{18120605} 5 Junij 1812 Michael Grobler , Hester Jacoba v: Jaarsveld

C: Bird

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten, als ’er door Michael Grobler en Hester Jacoba v: Jaarsveld in gemeenschap bezeeten, en door laastgem: ab intestato met ’er dood ontruimd en nagelaten, mitsgad:s heeden op genoomen, en in waaren weezen zijn bevonden geworden, te weeten

een oude wagen /defect/
vier jukken
agt stroppen
een trektouw voor 8 ossen
een wagen kist
een bultzak
vier kussens
een combaers
vier tinne leepels
vier staale vorken
vier witte platte aardeborden
twee oude tinne schotels
een ijzere pot /defect/ groot
een ijzere pot /defect/ klijn
Beestiaal
agt trek ossen
Baaten des boedels
[ ..... ]
Schulden des boedels
  Rd:s
aan David van Wijk over geleend geld 14
aan Hendrik van Jaarsveld over geleend geld 7
aan Gerrit van Jaarsveld over geleend geld 7
aan Gerrit Scheepers over geleend geld 7
Erfgenaamen
1) Petrus Joh:s Venter
2) Johanna Hendrica Venter deze zijn kinderen uit den eersten bedde met Johannes Hendrik Venter, voorts
3) Michael Jacobus Grobler
4) Rijnier Nicol:s Johannes Grobler
5) Hester Jacoba Sara Maria Grobler

Aldus gedaan en g’inventariseerd ten dorpe Graaff Reinet , en wel ten woonhuize van voorm:de J:L: Konkel op den 5:de Junij 1812, volgens ’t op en aangeeven van voorgem:de weduwnaar Michael Grobler dewelke betuigde, hierinne ter goeder trouwe te hebben gehandelt, en niets met weeten verswegen of agtergehouden verklaarende hem dus bereid, deze opgave ten allen tijde, des gevordert werdende, met solemneele eede te zullen staven met verdere belofte, zo iets nader tot den boedel specteerende, mogte ontdekken dezen inventaris daarmeede te zullen amplieeren, en is zulks geschied in ’t bijweezen van den veld cornet Johan Christ:l Boshof, en den venduafslager Jerem:s Auret als getuigen

Als getuigen: Joh: Chr: Boshof, J:s Auret

Migael Grobler

Ten overstaan van mij: Th:s Muller, Secret:s

Mij praesent: J:B: Wiese, Clercq

MOOC8/29.33

{18120531} 31 Meij 1812 Johanna Cloete

A:W: Blane

Inventaris van alle zodaanige goederen en effecten als ’er door wijlen Johanna Cloete, weduwe wijlen Jan Coetzee d’ oude, in leven zijn bezeeten, en ab intestato met ’er dood ontruimd en nagelaten, mitsgad:s heeden opgenoomen, en in waren wezen bevonden geworden te weeten

drie atjaar potten
een saus potje
twee thee trommels
twee bl: busjes
een trommel
drie kopere keteltjes /:waarvan een defect/
een ijzere potje
een strijkijzer
drie hangsloten
twee witte vlesjes
een tinne schotel
een tinne bord
een tinne lepel
een blikke schotel
een porc:ne bord
een porc:ne potje
een kaffer mandje
een oude ijzere comfoir
een balie
een klijn vaatje
drie oude zijld: zakken
een kopere vijsel met stamper
een stoel
een wagenkist /defect/
een paarde wagen
een tent zijl
drie jukken
een theer putz
een remketting
een bultzak
vier kussens
twee combaerssen
een kooij goed zak
Slaven
een slavejongen gen:d Arie van de Kaap
een slavin gen:d Dina van Bengalen
een slavin gen:d Alima van de Kaap
Beestiaal
ses trekossen
twee hondert vier en dertig anteel schaapen
Contant in den boedel
  Rd:s
aan gereed geld 80
Baaten des boedels
  Rd:s
aan zoveel ter Weeskamer aan de Kaap de Goede Hoop p:r rest uit de boedels van wijlen Gerrit en Jasper Cloete volgens beste gedagten van den opgever, is berustende, circa 500:--
van Jan Coetzee d’ oude 753:2
van Johannes Coetzee Jansz: 100:--
van Jan Viljoen Coetzee Jansz: 210:--
van de weduwe Nicol: v:d: Walt 272:--
van Dirk Jac:s Coetzee 200:--
van Abram Jac:s Coetzee 435:--
van Tjaard van der Walt A:sz: 100:--
van Gerrit Jac:s Coetzee Maart:sz 45:--
van Jacob Kruger Hend:kz 30:--
van Stephanis Buijs 110:--
van Godlieb Rud: van Jaarsveld 200:--
van Joh:s Coetzee Maart:sz 140:--
van Adriaan Coetzee Maart:sz 300:--
Erfgenaamen
1) Jan Coetzee d’ oude
2) Huijbregt Coetzee getrouwd met Ab:m de Clercq Josephz:
3) Margrieta Jacoba getrouwd met Jacobus Pretorius
4) Maria Jacoba getrouwd met wijlen Nic:s v:d: Walt
5) wijlen Maartin Coetzee, elf kinderen nagelaten a) Johannes Coetzee, geb: den 13 April 1785
b) Jan Adriaan geb: den 3:de Januarij 1788
c) Gerrit Jacobus geb: den 6 November 1790
d) Anna Cornelia geb: den 11 Decb:r 1791
e) Maria Magdalena geb: den 7 Aug:s 1793
f) Hendrik Petrus geb: den 9 Febr: 1798
g) Lacija Christina geb: 28 Januarij 1797
h) Stephanus Jacobus geb: den 1 Julij 1801
j) Christina Willemina 19 Junij 1799
k) Christiaan Johannes 21 Octb:r 1802
l) Hendrina Francina den 29 Julij 1804
6) Anna Francina gehuuwd geweest met Barend Rudolph Buijs, de kinderen zijn a) Stephanis Buijs
b) Anna Francina
7) Anna Elisabeth Coetzee, getrouwd met Jacob Kruger Hend:kz:
8) Johanna Adriana Coetzee getr: met Jan Basson
9) Dirk Jacobus
10) Abram Jacobus

Aldus gedaan en g’inventariseerd ter plaatze van den burger Jan Coetzee d’ oude, gen:d de Drie Fonteinen , gel: agter Rhinocerberg op den 31 Meij 1812 volgens op en aangeeven van voorm:de burger J: Coetzee d’ oude, dewelke betuigde hierinne ter goeder trouwe te hebben gehandelt en niets met weeten verzwegen of agtergehouden; verklaarende zig dus bereid deze opgave ten allen tijde, des gevordert werdende, met solemneele eede te zullen staven met al verdere belofte, zo iets nader tot den boedel behoorende mogt koomen te ontdekken, dezen inventaris daarmeede te zullen amplieeren, en is zulks geschied in ’t byweezen van den burger Coenraad Fred:k Herhold en den venduafslager Jeremias Auret als getuigen.

Als getuigen: Coenraad Fr: Herholdt, J:s Auret

Ten overstaan van mij: Theod:s Müller, Secret:s

Jan Coetse

Mij praesent: J:B: Wiese, Clercq

MOOC8/29.34

{18121207} 7 December 1812 Hester Meijburg

Inventaris van alle zodanige goederen als er op Vrijdag den veertiende dag der maand Augustus in den jaare onzes Heeren een duijzend acht honderd en twaalf ab intestato met ’er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door Hester Meijburg wed:e van wijlen Gerrit Olivier Hendrikszoon ten voordeele der kinderen bij gez:e haare vooroverleedene man in echt geprocreëerd, met namen

1) Anna Elizabeth Olivier get:d met Jan Hendrik Smith Petruszoon
2) Gerrit oud 12 jaaren
3) Albert oud 10 jaaren
4) Renske Maria oud 7 jaaren
5) Hendrik Olivier oud 4 jaaren

Zodanig als dezelve nalatenschap door ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren is g’inventariseerd en opgenomen mitsgaders bevonden te bestaan in het volgende, namentlijk

Een opstal staande op de leenings plaats genaamd de Bokkefontein geleegen in het Koude Bokkeveld onder het district van Tulbagh

Op gemelde plaats, en aldaar

In het voorhuijs
een eetenstafel
twee thee [tafel]
een rustbank
elf stoelen
drie rakken in zoort
een groote kist
een wit aarde kom
dertien kopjes en pierings
een trekpot
een tinne trekpot
een beeker
twee keetels
een kleine theebalie
In de voorkamer ter regterhand
een kadel waarop
een bulzak
zes kussens en
een deeken
een kadel waarop
een bulzak
vier kussens en
een deeken
een kastje waarin
tien schotels in zoort
zes en dertig borden in zoort
een groote aarde kom
een groote aarde kom defect
een zuijkerpotje
een melkkannetje
een peperbusje
vier en twintig messen
dertig vorken
negen en twintig tinne leepels
een tinne pijpekan
een tinne busje
drie kopere kandelaars en snuijter
een tinne keetel
een potje met een restant verf
twee blikke trommels
een kopere kraan
een kopere klisteer spuit
zes kelkjes
vier waterglazen
vier vlessen
twee bottels
twee tafellakens
veertien servietten
twee schenkborden
een blikke tregter
een cijffer ley
een kleine spiegeltje
een foliant Bybel
een party boeken
een bank
een pistool
In de voorkamer ter linkerhand
een kadel waarop
een bulzak
vier kussens en
een deeken
een kadel waarop
een bulzak
een peuluw en
een wolle deeken
een kist waarin de klederen der overleedene, bestaande in
een lakense jas
vier tabbaarts
elf rokken
vier hembden
twee borstrokken
vier p:r kousen
zeeven mutsen
elf doeken
twee spreijen
tien kabaaitjes
een p:r schoenen
een hoed, alsmeede
een p:r goude hand knopen
een zilvere horologie defect
een zilvere zuykertrommel
een zilvere eetlepel
een zilvere theelepeltje
een zilvere snuijfdoos
twaalf zilvere knoopen
een zilvere cachet
een p:r zilvere kniegespen
een zilvere beugeltas
een verlakte snuyfdoos
een naaldekoker
een scheerdoosje
twee geweeren
een blikke koffijkan
een blikke tobaksdoos
drie manden
een strykijser
zes stooven
een sleutelkistje
twee aarde potten
een tinne nagtspiegel
drie aarde kannen
een klederborsel
een tafel
twee verf kwasten
In de kombuijs
vier emmers
zeeven ijzere potten
een rooster
een potleepel
een vleeschvork
een taartenpan
een vleeschvat
een vleeschhaak
twee schoorsteen kettings
een bakkist
een houte bak
een meelzeeft
twee boterkarns en een vaatje
In een buitenvertrek
twee kadels /oud en defect/
een kleine vengster
drie vengster raamen
een baly
een aarde pot
drie defecte keetels
vier matjes
een groote zak
dertien koorn zakken
een zak met een restant vederen
dertien steenen zeep
drie kisten
vier en twintig mudden koorn
In het wagenhuijs
een paardenwagen met toebehooren
een ossen wagen met toebehooren
zes tuijgen
neegen jukken en een trektouw
een teerputs
twee zadels en een toom
een pakzadel
een halfaam
In de winkel
een blaasbalk
een speerhaak /oud/
een bankschroef
een zaag
een groote hamer
een bijl
een fokswans
een schaaf
een boor
een dissel
een snijmes
een platvaatje
een kleine platvaatje
een oude halfaam
vijf zikkels
vier oude graven
twee staven ijser
vier staven hoepelyser
dertien cederhoute planken
een party poepelier planken
een party oud ijser
Op de werf
een ploeg met zijn toebehooren
een onderstel van een ploeg
een eg
een overslag molen
een slijpsteen
een koevoet
een hoop dekstroo
Beestiaal
zes wagenpaarden
een hengst
vier jonge reun paarden
twintig trekossen
agt en zestig aanteel beesten
een honderd en twintig hamels
een duijzend een honderd een en twintig aanteelschapen
twee en zeventig aanteel bokken
Lijfeigenen
een jongen gen:t January van de Kaap wagenrijder
een jongen gen:t Trambo van Bougies
een meid gen:t Dina met haar drie kinderen, in naamen Stoffel alle van de Kaap
Mey en
Silvia
een meid gen:t Flora van de Kaap
een meisje gen:t Philida van de Kaap
een meisje gen:t Victorie van de Kaap
Inneschulden
    Rd:s
den 7 Maij 1813 in mindering betaald rd:s3333:16, voldaan den 10 September 1813 van Andries Hoffman over kooppenningen van den opstal der leeningsplaats gen:t de Wagenbooms Rivier gelegen in t Koude Bokkeveld blykens onderhandsch koop brief de dato 17:e November 1811 aan capitaal per rest ƒ14000 ofte 4666:32
  van Barend Lubbe, woonagtig aan Sneeuwberg voor gekogte amandelen en een half mud koorn 3:--
  van Willem Jansse van Rensburg Nic:s z:n over contant geleende penningen 8:--
Lasten des boedels
    Rd:s Rd:s Rd:s
  aan Renske van der Wald wed:e Hendrik Olivier over contant geleende penningen op een onderh: obligatie de dato primo Juny 1810   1500:--
  zonder beding van renten
  aan gem: wed:e Olivier op een onderh: bewijs de dato 11 May 1807   80:--
  aan gem: wed:e Olivier blykens specificque reekening   14:12 1594:12
  aan Hendrik Lodewijk de Lange over t saldo eener reek:g courant     299:12
  aan J: Houvenagel over 1 jaar gagie als schoolmeester   96:--
voldaan 7 Junij 1813 waarvan afgaat
  zo veel aan den gew: onderschout van Tulbagh Pieter Stoel volgens quittantie is betaald 30:--
  over door de overledene aan hem successivelijk voorgeschotene penningen en geleverde goederen blykens aanteekening 32:-- 62:--
  resteerd nog     34:--
voldaan aan Johanna Jansse van Rensburg voor het toebereiden der spyse tot de vendutie     20:--
Wordende alhier pro memorie genoteerd dat zig nog in den boedel komen te bevinden twee bejaarde lijfeigenen met naamen Baatjou van Boegies en Adonia van de Kaap , welke beide lijfeigenen de overleedene en haren vooroverleedenen man blijkens onderhandsch ongedateerd geschrift hadden verklaard te begeeren dat dezelve na hun overleiden zouden vrij zijn, mits dat zy zullen moeten kiezen bij een hunner kinderen te wonen, en hebben overzulks opgemelde Baatjou en Adonia gekozen ter woon te verblijven bij de in den hoofde deezes gemelde J:H: Smith.

Aldus g ’inventariseerd aan de Kaap de Goede Hoop ter plaatze voorn:d op den 7:e December 1812 ende zulks op het op en aangeeven van voormelden Jan Hendrik Smith, dewelke verklaarde zig hierinne ter goeder trouwe gedragen en met zijn weeten niets verzweegen of te rug gehouden te hebben van al ’t geen tot den boedel en nalatenschap behoord, invoegen hij dan ook betuijgde de deugdelijkheid zijner opgaave ten allen tijde des vereischt werdende met solemneele eede nader te bevestigen en verdere belofte zo hier na nog iets tot ges:e nalatenschap behoorende mogte worden ontdekt daarvan nader en getrouwelijk ter Weeskamer opgaaf te zullen doen ten einde deezen inventaris daarmeede te amplieeren.

In teeken der waarheid is deezen ter presentie van ons gecomm: Weesmeesteren ende my Adjt: Commis door den inventarient eigenhandig onderteekend.

Als gecomm: Weesmeesteren: A:v: Breda, G:E: Overbeek

Voor den opgaaff: J:H: Smit P: soon

Mij present: P:E: Faure, Adj:t Commis

MOOC8/29.35

{18130201} 1 Februarij 1813 Josua Baptis Schultz

Lijst der goederen die in den kisten van den overleedene schoolmeester Josua Baptis Schultz door my ondergetekende met twee getuijgen zijn gevonden

2 kiste
1 silvere horlogie
1 paar zilvere knie gespes
1 trek pot zilvere en een zuijker pot
1 klijn spiegel
2 hoede met een stuk lanfer
4 rokken en een jekket
5 paar schoene
20 broeke
14 onder baatjes
12 paar koussen
12 hemde
18 doeke
3 slope en 2 dwars zakke
een oude bulsak, een peul en 3 kussens
1 oude combaars
een dozij met scheer goed
een dozij een met een fluijd

Paarl den 1 Februarij 1813

Als getuijgen: Isaac J:s de Villiers, J:J: Luttig

J:E: Wagener, Veld Cornet

MOOC8/29.36

{18121207} 7 December 1812 Barend Hendrik Badenhorst

H: Maynier

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als er bevonden zyn in den boedel van wijlen den burger Barend Hendrik Badenhorst met er dood zyn ontruimd en nagelaaten, te weeten

een onderstel van een osse wagen
een tentzyl
tien trekossen
acht aanteelpaarden
twee hengstpaarden
vyf en twintig schaapen
een hondert acht en twintig bokken
een zadel
een toom
Erfgenamen
Frans Hendrik Lourens Badenhorst
Casper Hendrik Badenhorst
Wessel Johannes Badenhorst
Geertruy Juriena Badenhorst
Christina Geertruy Maria Badenhorst

Aldus g’inventariseerd op den zeevende dag der maand December in ’t jaar een duizend acht hondert en twaalf ten woon huise en plaatse van des overleedenens vader gen:t Swart Rivier in ’t district van Zwellendam en zulks op het aangeeven van deszelfs vader Frans Hendrik Badenhorst dewelke betuigde hier in ter goeder trouwe te werk te hebben gegaan, en zyn’s weetens niets niets agtergehouden te hebben, beloovende en aanneemende, omme indien naderhand iets tot gem: boedel specteerende mogt komen te ontdekken, deezen inventaris daarmeede te zullen amplieeren, en denzelven des vereischt wordende met den gewoone eed te bekragtigen, en zulks in ’t by zyn van den klerk Willem Cornelis Kuys en Gabriel Jacobus Vos Jac:sz als getuigen van gelooven

Als getuigen: W:C: Kuys, Clerc, G:G: Vos

Voor de opgave: F:H: Badenhorst

Ter myner praesentie: J:H: Frouenfelder, Adj:t Land:st

MOOC8/29.37

{18070923} 23 September 1807 Magdalena Wilhelmina van der Swijn

Inventaris van alle zodanige goederen als er op Zondag den twintigste deezer lopende maand September ab intestato metter dood zyn ontruijmd ende nagelaten door Magdalena Wilhelmina van der Swijn wed:e van den adsistent in dienst der Nederlandsche Oost Indische Compagnie Cornelis Jacobus Sanderus ten voordeele der kinderen bij haar evengemelde vooroverleedene man in echt verwekt, met namen

1) Maria Catharina Sanderus gehuuwd geweest met en thands weduwe van [ ..... ] de Grenie uitlandig
2) Carolina Anthonetta Sanderus gehuuwd met Hendrik Jacobus Hendriksz
3) Willem Hendrik Sanderus meerderjarig

Zo als dezelve door ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren zyn g’inventariseerd en opgenoomen en bevonden te bestaan in het volgende, namentlyk

In het woonhuijs van den burger Andries Mellet en aldaar

In een agterkamer
drie spiegels in soort
zeeven schilderyen
twee vierkante tafels
een ovaale [tafels]
zeven stoelen in zoort
zes stoel kussens
een ledikant waarop welk ledikant en beddegoed door de overleedene by zeeker in den boedel gevonden onderhandsch papier om reedenen en ’t zelve uitgedrukt en gedateerd 19 April 1797 is gemaakt aan haare dogter Carolina Sanderus
een bedt
een peuluw
vyf kussens
een chitze deeken
een kopere confoor
een kopere vyzel met zyn stamper
een kopere kandelaar
een kopere blaker
een kopere quispedoor
drie kopere strykyzers
een tinne keetel
drie tinne schotels
een vliegen kast waarin
een en veertig boeken in zoort
een kleine kastje met een glaze deur waarin
twee trekpotten
vier kopjes en drie pierings
een zuykerpotje
een ledige keldertje
een gemak stelletje
drie schuyfdoosen
een emmer
een yzere drievoet
een yzere rooster
een yzere pot
een yzere schoorsteenketting
een kopere keetel
een hakkebord
een meelseeft
drie blikke trommels
een tinne schenkblaadje
vier stooven
vier Japanse sauspotje
twee porcelaine kommen
een Keulse kan
een lampet met zijn kom
twee schotels
vyf borden
een tinne oly en azyn standert met twee vlessen
een parthy ledige vlessen en bottels
een groote Bijbel
twee oude zakken
een nagtspiegel
een kabinet met laaden insgelijks volgens het voorm: onderh: papier door de overleedene gemaakt aan hare dogter Carolina Sanderus, en daarin
een Japanse kom met een schoteltje defect
een blikke trommel
twee bullen met zilver gemonteerd waarvan een defect
twee schaaren
een zilvere theelepel
een zilvere confituur vorkje

Voorts de volgende kleederen linnengoed en het geen verder tot der overleedene lighaam heeft behoord, dan wel tot dagelyks gebruijk gediend, namentlijk

zes tabbaarts in zoorten
drie en twintig rokken in zoorten
veertien kabaatjes
neegen en dertig mussen en kappen in zoort
zestien hembden
drie nagt kabaaijen
vier katoene tjalies
drie en dertig doeken in zoort
zeventien zakken
zes borstrokken
neegen p:r kousen
twee satynne mantels
neegen waayers
neegen p:r handschoenen
een lap linnen
zestien lakens
zes en veertig sloopen
twintig servietten
een restant katoen
twee zwarte hoedjes
een zilvere vingerhoed
een zilver naayring
een Nagtmaals boek met een zilvere haak
ten opzigte van welke klederen linnengoed etc:a door den inventarient is verzoek gedaan dat dezelve aan zyne huijsvrouw Carolina Anthonetta Sanderus als der overleedene eenigste alhier aanweezig zynde dogter bij tauxatie mag worden overgelaten
wyders nog
twee zilvere leepels
twee zilvere vorken
een p:r goude hembsknoopen het een en andere door de overleedene by het voorsz: onderhandsch papier gelegateerd aan haren kleinzoon Johannes Jacobus Hendriks
als meede
een zilvere cachet in de form van een etui, het welk met ende beneevens
een ledikant en
een bedt dewelke zig ten huyse van den inventarient bevinden by het meerm: onderh: papier door de overleedene gelegateerd is aan haren zoon Willem Sanderus
Lyfeigen
een slavin genaamd Roosje van Batavia
Contanten
  Rd:s
aan papier en kopere munt te samen een sommetje van zes en veertig stuyvers zegge 0:46

Aldus g’inventariseerd en opgenomen ten huyze voorm: op den 23 September 1807 ende zulks op het op en aangeeven van der overleedene schoonzoon Hendrik Jacobus Hendriksz in den hoofde deeses gemeld, dewelke verklaarde zig hierinne ter goeder trouwe gedragen, en niets zynes weetens verzweegen of te rug gehouden te hebben van al het geen tot den boedel en nalatenschap behoord, invoegen hy dan ook getuygde de deugdelykheid zijner opgaave ten allen tijde des vereischt werdende met solemneele eede nader te bevestigen, en verdere belofte, zo hier na nog iets tot gezegde boedel behoorende mogte worden ontdekt daarvan nader en getrouwelyk ter Weeskamer opgaave te zullen doen, ten einde deezen inventaris daarmeede te amplieeren.

In teeken der waarheid is deeze ter presentie van ons onderget: gecomm: Weesmeesteren ende mij Eerste Commis der Weeskamer door den comparant eigenhandig onderteekend

Als gecomm: Weesm: A:V: Bergh, G:E: Overbeek

Voor den opgaaf: H:J: Hendrikz

Mij present: G:A: Watermeijer, E: C:

MOOC8/29.38

{18110518} 18 Meij 1811 Charl D:d Naude , Elisabeth van der Merwe

Copia

Inventaris van zodanige opstal eener leeningsplaats, losse goederen, slaven, beestiaal etc:a als ’er door wylen Elisabeth van der Merwe, in gemeenschap met hare nageblevene man Charl D:d Naude bezeeten en door eertsgemelde ab intestato met ’er dood ontruimd en nagelaten mitsgaders heeden opgenomen en in waren weezen bevonden geworden zyn, te weeten

Een opstal der leenings plaats, gen:d de Brakfontien gelegen in de Camdebo
Losse goederen in ’t woonhuis
een bladtafel
een tafelkast
seven oude stoelen
een stoof met zyn tesje
drie oude kisten in zoort
een kelder met flessen
een borde rak
vier tinne schootels in z:t
elf tinne borden in z:t
veertien tinne leepels
dertien staale vorken
vier tafelmessen
een soeplepel
een vleesch vork
een pollepel
ses aarde schootels in z:t
vyf porc: borden
vyf aarde spoelkommen
drie kopjes met pierings
twee zoutvaatjes
vier glaazen in z:t
vyf aarde potten in z:t
een aarde beeker
een tinne mosterd pot
een peeperdoos
seven bottels
een vles
een parthy medicyn vlesjes
een koffy moolen
vier hangslooten
een groote schaar
een kleine schaar
een kopere trek schaaltje
een tinne trek potje
drie oude kopere ketels
vier gemeene messen
vyf tonteldoozen
vier vuurslagen
een spiegeltje
een noote raspe
een tinne waterpot
een bl:ke lantaarn
drie bedden in z:t
een zak veeren
een oude kadel
twee boter potjes
een strykyzer
een kleine verrekyker
ses kook potten in z:t waarvan een defect
een zeeppot
een yzere souspotje
een koeke pan
twee schoorsteen kettings
een aschscop
een rooster defect
twee bakkisten
drie oude emmers
een blikke [emmers]
een wasch balie
een koopre kandelaar
een blik blaker
seven koeke zeep
een rol zeil
agt sakken
elf zikkels in z:t
vyf rottings manden in z:t
drie oude wingert messen
twee schiet geweeren
een sleutelhak
een meelsift
een groote Bybel
seven kleine boeken
In de kelder
een halflegger
twee aamen; d’ een met brandwyn
drie halfaamen waarvan twee met brandwyn
een halfaam met kookwyn
een halfaam met azyn
een oude brandewyns keetel met zyn toebehooren
een trap balie
een botervat
In de winkel
vier boter vaatjes
een defecte halfaam
negen kl: hoepels
een anker vaatje met wat theer
zes stringen kabelgaaren
een ongemaakte roerlaadje
wat zout
een zadel en toom
een zadel en toom defect
drie oude geraamtes van zadels
vier oude koorn schoppe
een oude blaasbalg
een bankschroef
drie hamers in z:t
twaalf gesleeten graaven in z:t
een oude pik
een graaf yzer
vier booren in z:t
een yzere omslag met tien booren
vier vylen in z:t
twee raspen
drie bytels
een handbyl
twee houtbylen
een dissel
drie schaaven in z:t
een yzere winkelhaak
een yzere passer
een deurslag
een spansaag
Op de werff
een halfsleeten ossewagen met zyn toebehooren
een halfsleeten paardewagen met zyn toebehooren
een oude ploeg
een slijpsteen
Beestiaal
ses en twintig ossen in z:t
agt en tachtig aanteelbeesten
drie oude ry paarden
tien aanteel paarden
negen honderd en vyftig schaapen
een honderd en twintig bokken
Lyfeigenen
vier mans slaaven, als
Salomon van Mossamb:
Joseph van
Absalon van de Kaap
Carolus van
een slavin gen:d Flora van de Kaap
Baaten des boedels
  Rd:s Rd:s
aan contant zo in papier als zilvermunt, en aan Naude gelaaten   199:3
aan innevorderingen, als
van H:k Woest voor een wagen   280:--
van N: Steep voor garst   1:--
van H:k Wilkers voor koorn etc:a   6:4
van N:s Haarhoff voor brandewyn   2:--
van C:t v: Staden voor brandewyn   16:--
het volgende door Naude overgenomen, als
van Joh:s Smit Ant:z:n voor koorn 30:--
van Meinh:d Smit voor een merrie 25:--
van Willem Smit voor koorn 4:4
van Joh:s Swanepoel voor koorn 5:--
van Joh:s Smit An:z:n voor koorn 1:--
van Joh:s Jac:s Oberholster voor brandewyn 1:--
van Ph: Jac: Naude Ph:z voor brandewyn 4:--
van Abr: Joh:s Smit N:z: voor brandewyn 1:--
van P:r v:d: Merwe voor brandewyn 0:4
van P:r Minie voor brandewyn 1:1
van Ab:m v:d: Berg D:z:n voor brandewyn 1:4
van Jac:s v:d: Berg Ab:mz:n voor brandewyn 1:--
van Jan du Preez Fr:z:n voor brandewyn 1:-- 76:5
    Rd:s581:4
Schulden
  Rd:s
aan de vier voorkinderen weg:s vaders bewys elk rd:s400 of te zamen 1600
aan de wed: wylen Isac v:d: Merwe 75
aan kerken geregtigheid - door den Landd:t voldaan 3
aan 8/m recognitie 20
Erfgenaamen
vier kinderen uit des overledenes eerste huwelyk met Hendrik v:d: Berg Dirkz:n, als a) Anna Susanna v:d: Berg, gebooren den 23 April 1793 bij de wed: J:s v:d: Merwe
b) Aletta Sophia v:d: Berg, gebooren den 7 Octob:r 1794 pror:l by D:k v:d: Berg d’ oude
c) Hendrik Jacobus v:d: Berg, geb:n den 10 Octob:r 1797 by Jac:s v:d: Berg D:dz:n
d) Isac Joh:s Matthys v:d: Berg geb:n den 19 August 1801 by Matthys Jac:s Pretorius
drie kinderen met ’t tweede huwelyk met Charl D:d Naude, te weeten a) Johanna Maria Naude, geb:n den 19 Maart 1806
b) Philip Jacob Naude geb:n den 10 August 1808
c) Elisabeth Naude geb:n den 20:ste April 1811

/:onderstond:/

Aldus gedaan en g’inventariseerd ter plaatse de Brakkefontein voornoemd op den 18:de dag den maand Mey 1811 en zulks volg:s het op- en aangeeven van des overleedenes man Charl D:d Naude meerm:d dewelke betuigde hierinne ter goeder trouw te hebben gehandeld, en niets, zyns weetens, verzweegen of agtergehouden; verklaarende zig dus bereid deeze opgaave ten alle tyden des vereischt, met solemneele eede te zullen bevestigen; met verdere belofte, zo iets nader tot den boedel specteerende, mogt komen te ontdekken, deeze inventaris daarmeede te zullen amplieeren, en zulks in ’t byweezen van den Hemeeraad, d’ edele Jan Bastiaan Rabie, en den burger Johannes Jacobus Oberholster als getuigen /lager stond:/ voor de opgaave: /was geteekend:/ Charel David Naude /:ter zyde:/ als getuigen /getekend:/ J:B: Rabie, J:J: Overholster /nog lager:/ my present /:getekend:/ A:s Stockenström Landd:t

Accordeert: O:G: Stockenström, Klerk

MOOC8/29.39

{18110612} 12 Junij 1811 Jan du Plissis

24 st:s

Copia

Inventaris, van alle zodanige goederen, opstallen van leenings plaatsen, losse goederen, slaven, beestiaal etc:a als ’er door wylen Jan du Plissis d’ oude in ’t leven zyn bezeeten en met ’er dood, ab intestato ontruimd en nagelaaten mitsgaders heden opgenomen en in waaren weezen bevonden zyn geworden, te weeten

Een opstal der leenings plaats gen:d de Rietvally gelegen aan de Tarka met een Noordsche moolen
een opstal der leenings plaats gen:d de Commande Drift gel:n aan de Tarka
een opstal der leenings plaats gen:d de Zuivere Fontein gel:n aan de derde spruid van Nautoe gel:n in ’t Zuure Veld , staande nog op den naam van W:m Venter
Losse goederen
drie osse wagens met hun toebehooren waarvan een half sleeten en twee meer of minder defect
elf geweeren
twee kogel formen
een oude ploeg met zyn toebehooren
een oude eg
een handmoolen
een tafel
twee boter vaaten
twee boter karns
twee kleine vaatjes
drie anker vaatjes
een leedige teer vat
drie emmers
een balie
een zeep pot
drie kookpotten
een kleine potje
een kopere ketel
een kopere ketel met een yzere comfoor
zes koorn zakken
drie aarde kannen
zes zikkels en twee zaagen
een kandelaar
een snuiter
een confituur pot
een kannetje
een pan
een boter pootje
een balans met schalen en zes lb: lood gewigt
twee flesschen
tien pottels
een aarde potje
een blikke doosje
een vleesch vork
een potlepel
een blikke trommel
een blikke tregter
een blikke raspe
een kleder borstel
een groote trommel
een vuurtang
een asschop
een rooster
een trekpot
een koffy moolen
een bloem potje
drie tinne schotels
vier tinne schotels klein
twalf tinne borden
zestien tinne lepels
veertien staale vorkens
zes porcel: spoel kommen
een meelsift
een koornsift
een stoof met een tesje
een lepelrak
een loodlepel
vier aarde schotels
zes graven
vyf pikken
een koevoet
een breekyzer
een yzere drie voet
twee zagen
zes booren in zoord
twee bytels
een gust
een handhamer
een belhamer
twee bakken
twee hout bylen
een vleesch byl
een dissel
een parthy oud yzer
een zakje veeren
vier stoelen
een veldstoel
twee kadels
een koffer
een kistje
een banschroef
een zadel
Beestiaal
negen veertig trek-ossen
een honderd en negentig beesten
vyf rypaarden
zes aanteel paarden
twee duizend vier honderd en zeven en tagtig schapen
drie honderd en zes bokken
Lyf eigenen
een man slaaf gen:d Maart van Mosamb:
een man slaaf gen:d April
een man slaaf gen:d Mey
een slave meyd gen:d Pamela
een slave meyd gen:d Silvia, van Batavia
Baate des boedels
    Rd:s
onder andere districten woonende, en meer of minder onzeeker van Salomon du Preez 150:--
van Andries van Tonderen A:sz:n 6:--
van Burgert v:d: Westuizen 2:--
van Ferdinant Kleinhans 0:7
van Jan Labuschagne Casp:rz:n 15:--
van Thomas Dreyer A:sz:n 50:--
van Hendrik Appel 26:--
van Jacobus Bester d’ oude 132:--
Erfgenaamen
drie kinderen uit ’t eerste huwelyk met Johanna Helena Bekkers, als a) Pieter du Plissis
b) Lourens du Plissis
c) Johanna Helena du Plissis getrouwd met Jan Harme Steekam
zeven kinderen uit de tweede huwelyk met Catharina Botha, als a) Petronella du Plissis getrouwd met Ign:s Mich:l van Rooyen
b) Geertruyda du Plissis getrouwd met Jan Labuschagne
c) Barend Christoffel du Plissis
d) Catharina Maria du Plissis get:d met Christiaan Hatting
e) Jan du Plissis
f) Martinus Johannes du Plissis oud 20 jaaren
g) Ignatius Micael du Plessis oud 19 jaaren

/onderstond/

Aldus gedaan en g’inventariseerd ter woonplaatze van den overledene Jan du Plissis gen:d de Rietvally gel:n in de Tarka op den 12:de dag der maand Juny 1811 en zulks volg:s ’t op en aangeven van deszelfs nagelatene weduwe Catharina Botha dewelke betuigde hierinne ter goeder trouwe te hebben gehandeld, en niets haares weeten te hebben verzweegen of agtergehouden, weshalven zy declareerde bereid te zyn de voorenstaande opgave des vereischt, met solemneele eede te bevestigen, belovende, zo iets nader tot den boedel specteerende mogt komen te ontdekken, dezen daarmede te zullen ampliëeren en zulks in ’t byweezen van den veldcornet Jacobus Potgieter en den burger Philip Schutte als getuigen /lagerstond/ voor de opgaave /was getekend:/ Catrina Botha /ter zyde stond:/ als getuigen /get:d:/ Jac:s Potgieter en Philip Schutte: /nog lager:/ in kennisse van my: /was getekend/ A:s Stockenstrom Landd:t

Accordeerd: O:G: Stockenström, Klerk

MOOC8/29.40

{18110627} 27 Junij 1811 Carel Nic:s van der Merwe

Inventaris van alle zodanige goederen, beestiaal etc:a als er door wylen den burger Carel Nic:s van der Merwe in ’t leeven bezeeten in met er dood ontruimd en nagelaten mitsgaders heden morgen opgenomen en in waaren wezen bevonden zyn geworden, te weeten

Losse goederen
vier schietgeweren vaarvan 2 defect
vyf yzere kook potten vaarvan 2 defect
twee emmers
een rooster
een koperketeltje
een koperketeltje defect
vyf tinne borden
twee tinne schotels waarvan 1 defect
zeven tinne lepels
een trekpotje
zeven stale vorken
twee aarde kommetjes defect
een houte pot lepel
een vleesch vork defect
vier stoelen
een tafeltje
een kandelaar
een snuiter
twee kisten
twee oude katels
een bulzak
vier kussens
een veldcombaars
twee bottels
een oude zadel en toom
een Bybel
een Psalmboek
een oude wagen
een ploeg
een eg
twee houte schobben
een handmolen defect
een ankervaatje
een ankervaatje defect
een oude pik
een oude byl
twe oude graven
twee oude sikkels
een oude vyl
een oude handsaag
drie oude bytels
een oude boor
een bankschroef
eenig oud yzer
Beestiaal
ses paarden in zoort
een duizend twee honderd seven en twintig aanteel schapen
een honderd en acht bokken
sestien jonge ossen
vier en twintig aanteelbeesten
Schulden
  Rd:s
aan Fr:s le Clus negotie goederen blykens obligatie van den 20 Augu:s 1807 100:--
aan de geregtsboode J:B: Wieze weg:s aanmaning tot betaling van evengem:d debet 0:4
aan Erasmus Smit 4:--
aan D:d Viljoen Alb:z:n 7:--
aan Ch:l du Toit 2:4
aan Joachim Schols 4:--
aan Coenr:d Herholdt 4:2
aan Christiaan Lessing 3:--
  Rd:s125:2
Erfgenamen
ses kinderen uit des overleedens eerste huwelyk met wylen Johanna Venter, als a) Petrus Joachim v:d: Merwe, geboren den 19 Oct:r 1794 besteed by Pieter Venter J:zn
b) Jan v: der Merwe geboren den 4 Oct:r 1795 by Jan Venter Jan z:n
c) Carel Rasmus v:d: Merwe geb: den 23 July 1797 is by W:m Adr:n Venter J:z:n
d) Andries v:d: Merwe geb: den 20:ste April 1799, woond by H:k Venter J:z:n
e) Sophia Johanna v: der Merwe geb: den 17:e Oct:r 1800, by Ph:p A:s Olivier
f) Jac:s Schalk v:d: Merwe geb: den 25:ste July 1802 is by Jan Venter d’ oude
drie kinderen uit ’t huwelyk met de nageblevene weduwe Geesje Cornelia Smits, en alle by haar verbleven, in naamen a) Anna Dorothia Willemina v:d: Merwe geb: den 1 Maart 1806
b) Elsje Catharina v:d: Merwe geb: den 20:ste Nov:r 1807
c) Geesje Cornelia v:d: Merwe geb: den 30:ste Sept:r 1809

/:onderstond:/

Aldus gedaan en g’inventariseerd ter woninge van den overledene, op deze zekere gerequesteerde plaats gen:d d’ Andries Fontein gelegen aan de Zeekoerivier op den 27:ste dag der maand Juny 1811, en zulks volgens ’t op en aangeven van de voorm:e weduwe Van der Merwe dewelke betuigde hierinne ter goeder trouwe te hebben gehandeld, en niets, haares wetens, te hebben verzwegen of agtergehouden weshalven zy declareerde bereid te zyn, de voorenstaande opgaave, des vereischt, met solemneele eede te bevestigen; belovende, zo iets nader tot den boedel specteerende mogt komen te ontdekken, dezen daarmede te zullen amplieeren en zulks in ’t byweezen van den veldcommandant d’ edele Johannes P:s van der Walt en den burger Philip Arnoldus Olivier als getuigen.

/lagerstond:/ voor de opgaave: /was getekend:/ Geesje C:a Smit: / ter zyde stond:/ als getuigen /get:d/ Johannes P:s van der Walt, Philippus Arnoldus Olivier /:nog lager:/ in kennisse van my: /was getekend:/ A:s Stockenstrom, Landd:t

Accordeert: O:G: Stockenström, Klerk

MOOC8/29.41

{18121113} 13 November 1812 Johannes Andries Beetge , Maria Agatha du Plessies

J:N: Stole

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als er door wijlen Johannes Andries Beetge en desselfs nagelate huisvrouw Maria Agatha du Plessies in gemeenschap bezeeten, en door eerstgem: ab intestato, met ’er dood ontruimd en nagelaten mitsgaders heeden opgenoomen en in waaren weezen zijn bevonden geworden te weeten

twee buldzakken
een peul
ses kussens
een combaars
een katel
een stoof
drie ijzere potten
een yzere combuis
twee ketels
een ijzere compfoir
een kist
een tafel
een rakje
een half anker
een vlees vat
een lessenaar
drie stoolen
vier klyne stoeltjes
een emmer
ses tinne borden
drie tinne schotels
twee aarde schotels
ses lepels
twaalf vurken
een kopere koffij kan
drie bottels
vier kopjes en vier pierings
twee spiegels
een vijzel
een Bybel /oud/
een partheij boeken
een atjaar pot
twee zilvere horlogies
een blaker
een thee pot
een plat vaatje
een strijkijzer
een lepel rak
een beker /defect
een tinne souplepel
Beestiaal
drie aanteel paarden
seven aanteel beesten
een hondert negen en negentig aanteel schapen
Baten des boedels
  Rd:s
van Lod:w van der Merwe C:s z:n 10:--
van Steph:s Venter d’ oude 2:4
van Jan Louis du Plessies 3:--
Schulden des boedels
  Rd:s
aan d’ edele Paul Mare over negotiatie 33:7:--
aan de weduwe Barth:s Schonke aan de Kaap over negotiatie als boven 35:6:2
aan Willem Zagener voor planken en ’t maken van een doodkist 17:6:--
aan den vendumeester weg:s een pies vendubr: 3:6:--
Erfgenamen
Johannes Andries Beetge gebooren 1796 den 10 Septb:r
Willem Gerhardus Beetge gebooren 1799 den 21 Nov:

Aldus geinventariseerd ten dorpe Graaff Reinet op den 13 dag der maand November 1812 volgens ’t op en aangeven van Maria Agatha du Plessies weduwe wijlen J:A: Beetge. Dewelke verklaarde haar in het op en aangeven haars boedels ter goeder trouwe te hebben gedragen, en niets met weeten versweegen of agter gehouden veklaarende haar dus bereid, deeze haare opgave ten allen tijde des begeerd werdende met solemneele eede te zullen staven met verdere belofte zo iets nader tot den boedel behoorende mogt ontdekken deezen inventaris daarmeede te zullen amplieeren en is zulks geschied in het bij weezen van den clercq Joachim Barthold Wiese en den venduafslager Jeremias Auret als getuigen.

Als getuigen: J:B: Wiese, J:s Auret

Maria Agatha du Plesie weduwe Beetge

In kennisse van mij: Th:s Muller Secret:s

MOOC8/29.42

{18130126} 26 Jannuarij 1813 Jacobus Coetzee , Magdalena Maria de Clercq

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als door den burger Jacobus Coetzee D:ks z:n en desselfs huisvrouw wylen Magdalena Maria de Clercq in gemeenschap bezeeten en door laastgemelde ab intestato met ’er dood ontruimd en nagelaten, mitsgaders heden opgenomen en in waaren weezen zijn bevonden geworden te weeten.

een wagen met zijn toebehoor /oud/ en except wagenkist
een kelder kist
een emmer
thien borden
twee schotels
seven lepels
negen vorken
twee ijzere potten
een handbijl oud
een houd byl
een kapmes
een zaag
twee geweeren
een handmoolen
een blikke emmer
een ketel
een oude zadel en toom
Beestiaal
thien trek ossen
drie en twintig aanteel beesten
twee ryd paarden
vyf aanteel paarden
elf hondert negen en twintig aanteel schapen en bokken
Schulden des boedels
  Rd:s
aan Johannes Groenewald aan de Kaap over ontfangen negotiatie de dato den 20 Octb:r 1808 316:5
Erfgenaamen
1) Maria Dorothea Margaretha Coetzee geb: den 30 Mey 1787
2) Johanna Coetzee geb: den 8 Mey 1790
3) Huibregt Elisabeth Lacija Coetzee geb: den 22 Octb:r 1791
4) Maartje Maria Coetzee geb: den 7 Octb:r 1793
5) Dirk Johannes Gustavus Coetzee geb: den 1 Aug:s 1798
6) Abraham Johannes Coetzee geb: den 20 Septb:r 1804
7) Sara Johanna Coetzee geb: den 7 Octb:r 1808
8) Hester Cornelia Coetzee geb: den 6 April 1810
9) Magdalena Maria Johanna Coetzee geb: den 9 Septb:r 1812

Aldus gedaan en geinventariseerd ter plaatze van de weduwe wijlen den burger Jan Albert van Nieuwkerk gen:d Weltevreeden gelegen op de Sneeuwberg op den 26:ste Jann: 1813 volgens ’t op en aangeven van voorgemelden Jacobus Coetzee D:k z:n dewelke verklaarde zig in het op en aangeven zijns boedels ter goeder trouwe te hebben gedragen en niets met weten verswegen of agter gehouden verklaarende zig dus bereid, deeze zijne opgave ten allen tyde des gerequireerd werdende met solemneele eede te zullen staven met verdere belofte zo iets nader tot den boedel behoorende mogt ontdekken deezen inventaris daarmeede te zullen amplieeren, en is zulks geschied in ’t byweezen van den venduafslager Jeremias Auret en den burger Christ:l Hendrik Olivier Ch:z:n als getuigen

Als getuigen: J:s Auret, C:H: Olivier

Jacobis Coetsee

In kennisse van mij: Th:s Muller, Secret:s

MOOC8/29.43

{18130528} 28 May 1813 Maria Mareez

Inventaris van alle zodanige goederen als er op den 3 February dezes jaars, ab intestato met er dood zyn ontruymd ende nagelaten door Maria Mareez wed:e wylen den burger Coenraad Groenewald ten voordeele haarer ondertenoemene by haaren opgem: vooroverledenen man in echt verwekte kinderen en kindskinderen, met namen

1) Lucas Johannes Groenewald
2) Christoffel Petrus Groenewald
3) Hendrik Groenewald
4) Coenraad Adolph Groenewald
5) Catharina Groenewald geh:d met Hendrik Groenewald Christoffels zoon
6) Francina Groenewald wed: Willem Bester
7) de kinderen van wylen Susanna Groenewald in echt verwekt by Daniel Bester, met naamen a) Susanna
b) Maria
c) Daniel
d) Sara
8) de kinderen van wylen Geertruyda Groenewald in huwelyk verwekt by Hermanus Havinga waarvan het getal en de namen aan de inventarienten, onbekend zyn
9) Elisabeth Groenewald geh:d met Pieter Pietersen
10) Johanna Groenewald geh:d met Nicolaas Swart Nicolaas zoon
11) Maria Groenewald wed:e Christoffel Groenewald Christoffels zoon
12) Anna Groenewald en
13) Magdalena Groenewald geh:d met Andries van Dyk

Zodanig als dezelve nalaatenschap ingevolge Heeren Weesm: resolutie van den 5 dezer, op het op en aangeeven van Coenraad Groenewald d’ oude en Lucas Johannes Groenewald is geinventariseerd en opgenomen en bevonden te bestaan in het volgende, nam:

een kleine bed
een ledige kist
een kadel
een ketel
een trekpot
drie stale vorken
drie tinne lepels
een tinne water pot
twee paaren zilvere gespen
Contanten
eene somma van vier en tachtig ryksd:s en tien stuyvers
Inneschulden
  Rd:s
een custingbrief ten lasten Lucas Johannes en Christoffel Petrus Groenewald de dato 9 Augustus 1811 betaalbaar den 16 September dezes jaars groot ƒ6000 ofte 2000
een notariele obligatie de dato 7 Augustus 1811 ten lasten Lucas Johannes en Christoffel Petrus Groenewald, groot aan capitaal ƒ6000 ofte - in mindering van nevensgem: obligatie afgelegd rd:s1577:24 met de renten van het geheel capitaal tot den 23 September 1813. Op den 30 Septb:r 1813 wederom in mind: afgelegd rd:s350 2000
met den intrest a 6 p:cto per anno, zedert den 16 September 1812.

Aldus gedaan en g’inventariseerd ter Weeskamer aan de Kaap de Goede Hoop op den 28 May 1813 ende zulks op het op en aangeven van de in den hoofde dezes gem: Coenraad Groenewald d’ oude, en Lucas Johannes Groenewald dewelken verklaarden hun in alles ter goeder trouwe gedragen, en niets hunnes wetens verzwegen of terug gehouden te hebben, dat tot den boedel en nalaatenschap behoord; invoegen zij dan ook getuigde, de deugdelykheid hunner opgave ten allen tyde des vereischt wordende, met solemneele eede te bevestigen en verdere belofte, zo hierna nog iets tot gez: boedel en nalatenschap behoorde, mogte worden ontdekt, daarvan nader en getrouwelyk ter Weeskamer opgaave te zullen doen, ten einde dezen inventaris daarmede te amplieeren.

In teken der waarheid is deezen door de inventarienten ter presentie van my Eerste Commis der Weeskamer eigenhandig onderteekend.

Als getuigen: P:J: Poggenpoel, J: Serurrier

C: Groeneweld, L:J: Gronewold

Mij present: G:A: Watermeijer, E: C:

MOOC8/29.44

{18120209} 9 Februarij 1812 Gerrit Mijburg , Aletta Johanna Smit

C: Bird

Inventaris van alle zodaanige goederen en effecten als ’er door wijlen Aletta Johanna Smit, met desselfs nagelatene man Gerrit Mijburg Gertz: in gemeenschap bezeeten, en door eerstgem: ab intestato, met ’er dood ontruimd en nagelaten, mitsgaders heeden opgenoomen en in waren weezen bevonden geworden te weeten

een halfsleete wagen
een wagenkist
een oude kist
een thee tafel /:verruild voor kleeragie voor zijn kinderen:/
twee kost potten
een [kost potten] /:defect, of uit elkander:/
een tinne schootel
zeven tinne borden
vier vorken
zeven tinne leepels
twee emmers
een vleesch vaatje /:defect:/
een stoel
een blikke ketel
een oude tinne trekpot
een duims boor
een oude dissel
een oud bed
een zadel defect
een toom
een schiet geweer
Beestiaal
vijf hondert aanteel schaapen
veerthien anteel beesten
acht trekossen
drie anteel paarden
een oude rijdpaard /:kreupel:/
elf bokken
Batens des boedels
[ ..... ]
Schulden des boedels
  Rd:s
aan Erasmus Jacobus Smit aan contant geleende penn: 400
Erfgenaamen
1) Martha Christina Mijburg geboren den 24 Sept:r 1805
2) Anna Cecilia Mijburg geboren den 18 Sept:r 1807
3) Gerrit Mijburg geboren den 14 Jann: 1810

Aldus gedaan en g’inventariseerd, ten huize en plaatze van den burger Erasmus Jacobus Smit, gen:d de Boschmans Fontein , gelegen agter Rhinocerberg , op den 9:de Februarij 1812 volgens ’t op en aangeeven van voorz: Gerrit Mijburg Gertsz: dewelke betuigde hierinne ter goeder trouwe te hebben gehandeld, en niets met weeten verzwegen of agtergehouden te hebben verklaarende dus bereid, deeze opgave ten allen tijde, des gevorderd werdende, met solemneele eede te zullen staven, met verdere belofte, zo iets nader tot den boedel behoorende, mogt ontdekken, dezen inventaris, daarmeede te zullen amplieeren en is zulks geschied in ’t bijweezen van den veld cornet Jacob Venter en den burger Erasmus Jacobus Smit als getuigen, en wel ten overstaan van den Sec:s T: Muller.

Als getuigen: Jacob Venter, E:s Jacobus Smit

Gert Mijburgt G:s

Mij praesent: J:B: Wieze, p:l Clercq

Ten overstaan van mij: Th:s Muller, Secret:s

MOOC8/30.1

{18120618} 18 June 1812 Catharine Fisher

Inventory of all such goods as belonged to Catharine Fisher, who died ab intestato on the 24th December 1811 left on behalf of her foreign heirs, and which were taken down in writing by us, the undersigned agreeably to the statement of Mrs Alexander and Mrs W: Fiford consisting as follows, viz:t

  Rd:s
eight old white gowns 8:--
eight old coloured gowns 14:--
five old silk gowns 10:--
two pieces muslin diessings for gowns 24:--
two white dressen gowns 2:--
nine old skirts for gowns 7:--
eleven old petticoats 22:--
three old petticoats /flennel/ 3:--
four new spencers 13:--
seven new white aprons 21:--
seven old coloured aprons 6:--
six new shifts 20:--
thirteen old shifts 26:--
five new night gowns 7:--
three old night gowns 1:--
four French cambric handkerchiefs 10:--
eight common white handkerchiefs 6:--
eight old coloured handkerchiefs 3:--
eleven new silk handkerchiefs 16:--
five new silk handkerchiefs /half/ 5:--
six old silk handkerchiefs 3:--
two old black handkerchiefs 1:24
five muslin handkerchiefs 3:24
two muslin handkerchiefs
several pieces of gown patterns 27:--
four squares muslin 6:--
five pieces muslin and cambrick 12:--
one piece of worked cambric stripe /trimmen/ 8:--
three pieces black love 6:--
one lace cloak 5:--
twelve night caps 9:--
six muslin night caps
twenty three hablut shirts 24:--
two silk polices 12:--
one Frensh fan 1:24
two common fans
five p:r new long gloves 9:--
seven p:r old short gloves
eight pockets 2:--
twenty one p:r cotton stockings 30:24
some p:r old cotton stockings and one p:r socks
four p:r silk stockings 3:--
one short veil 3:--
one white tippet 3:--
one green tippet /silk/ 1:24
one shawl 14:--
two p:r stais 2:--
seven p:r new shoes 15:--
three p:r old shoes
eight towles 4:--
one table cloth 3:--
one piece black lace /5 ells/ 25:--
eleven ells old black lace 11:--
two and a half ells new white lace
some pieces old lace
two pieces robbin 0:24
some pieces robbin 5:--
a remnant new black lace 7:--
one embrella 1:--
five pieces tape 3:--
nine packs thread 4:--
two packs cotten 0:24
three ells broad tape 0:24
ten skeins black silk 1:--
three silk laces 1:24
three dozen bottons 0:24
some new pieces flennel 1:--
a remnant cord dimity 6:--
a remnant cord muslin
a remnant dimity
some pieces cloths for gowns 2:--
some pach worck 2:--
one white silk patticoat 1:--
a silver watch 18:--
a black bugled bandeau 1:24
two combs and a head bruss 2:
one piece of green silk and cotton for a gown 8:--
sundry remnents 2:--
two new straw bonnats 36:--
two old straw bonnats 7:--
one brown beaver hatt 8:--
one thousand eight hundred and fifty needles 4:--
two trunks 8:--
nine books 6:--
a silver band 2:--
six silver thea spoons 12:--
  Rd:s619:24
A smale chest containing
a p:r gold ear rings
a gold ring
two guineas
a shilling
a shilling
a sett string of beads
two combs
a gold brust pane and
some triffles
  Rd:s
balance due to H: Alexander Esq:re by the estate, according account currancy 38:41
Total amount Rd:s580:31

Thus done, valued and an inventory made thereof, at the dwelling house of M:r W: Fiford, Cape of Good Hope, on the 18th June 1812

As Commissioners: A:V: Bergh, A: v: Breda

Edward Smith, Dorothy Alexander, Jane Fiford

My present: P:E: Faure, Adj: C:

MOOC8/30.2

{18130531} 31 Mey 1813 Christiaan Janse van Olburg

Staat en inventaris van den ab intestato met er dood ontruimd en nagelaten goederen van wylen Christiaan Janse van Olburg ter plaatze van den burger Daniel Marais Sarelz: aan Hartebeestkuil

1 rydpaard met halfsleeten zadel en toom
1 bed, peul en 2 kussens en wollen kombaars
1 thee tafel, 10 aarde borden
1 wagenkist
2 grof lakense baatjes waarby een oud is
1 grof lakense broek en een hembd
1 witte onderbaatje
2 vrouwe hoeden
1 spinrat met zyn toebehoren
1 ongeseemden setnet
1 stuk van een fuijk
5 vaam nieuw gebreekte seegen ongeseemd
1 bos seege leyn
1 scheermes, een knipmes
1 paar schoenen en een oude tas
1 houte pyp, tabakzak en vuurgoed
een weinig tabak
1 bril
Schuld des boedels
  Rd:s
Daniel Marais Sarelz: geeft op aan begraffenis kosten volgens ingeleverd rekening 72

Aldus nader g’inventariseerd ter plaatze voorsz: op Maandag den 31 Mey 1813.

Als getuigen: E:s E:t Meijer N:z zoon, J:F: Meijer C:s zoon

J:L: Botha, Veltcornet

My present als daartoe gequalificeert: D: Coolhaas

Ampliatie
by het houden der verkoping nog gevonden de navolgende goederen, als
1 bosch zylgaaren en naalden
eenig oud goed
2 el baadjes goed en een kruisband

Datum als boven

Als getuige: E:s E:t Meijer, N:z zoon, J:F: Meijer C:s zoon

J:L: Botha, V:cornet

Mij praesent als hiertoe gequalificeert: D: Coolhaas

MOOC8/30.3

{18120908} 8 September 1812 Godlieb Swiegers , Cornelia Johanna van Jaarsveld

A:W: Blane

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als er door wijlen Godlieb Swiegers en desselfs nagelatene weduwe Cornelia Johanna van Jaarsveld in gemeenschap bezeeten, en door eerstgemelde ab intestato met er dood ontruimd en nagelaten, mitsgaders heeden opgenomen en in waaren weezen bevonden zijn geworden, te weeten

Een leenings opstal genaamd de Elandsdrift gelegen in Tarka
een halfsleete ossen wagen
een oude defecte ossen wagen
twee vaatjes
twee oude graven
een handbijl
een handbijl
een oude zadel
wat oud ijzer
een bed, vier kussens en een combaars
twee geweeren
thien tinne borden
thien tinne lepels
thien vorken
twee defecte tinne schotels
twee defecte tinne kommen
een aarde stoofpot
een defecte kan
een koopere ketel
twee ijzere potten
een wagenkist zonder beslag
een tafel /oud/
drie stoelen
Beestiaal
een duizend vier en negentig aanteelschapen
een hondert en vyftig aanteelbokken
twintig trek ossen
vijf aanteel beesten
twee merrie paarden
Contant in den boedel
  Rd:s
aan gereed geld 10
Erfgenaamen
Rijnier Adriaan Swiegers geb: den 8 April 1792
Jan Hendrik Swiegers geb: den 20 Meij 1795
Godlieb Swiegers geb: den 19 Febr: 1799
Anna Hendrina Swiegers geb: den 29:e Sept:br 1800
Cornelia Johanna Swiegers geb: den 21 Junij 1803
Hester Maria Swiegers geb: den 19 Sept:br 1806

Aldus gedaan en geinventariseerd ter plaatze gen:d de Elands Drift gelegen in het district Tarka op den 8:ste September 1812 volgens ’t op en aangeeven van voorgemelde Cornelia Johanna van Jaarsveld weduwe Godlieb Swiegers, dewelke verklaarde, haar in het op en aangeeven hares boedels ter goeder trouwe te hebben gedragen en niets met weeten versweegen of agter gehouden; verklaarende haar dus bereid deeze haare opgave ten allen tyde des gerequireerd werdende met solemneele eede te zullen staven, met verdere belofte zo iets nader tot den boedel behoorende mogt ontdekken, deezen inventaris daarmeede te zullen amplieeren en is zulks geschied in ’t byweezen van d’ edele Louis van Wijk en den oud secret:s Sam:l Veit Oertel als getuigen

Als getuigen: L: van Wijk, S:V: Oertel

Cornelia Johanna van Jarsveldt, weduw: J: Swiegers

In kennisse van mij: Th:s Müller, Secret:s

MOOC8/30.4

{18130817} 17 Augustus 1813 Wiliam Dalrymple

Inventaris de nalatenschap van wylen William Dalrymple, gewezen tweede chirurgyn van het Engelsche Comp:s schip

een ledig coffertje
eene kist waarin het volgende boeken
Abridgement of Ainsworth’s English and Latin dictionary
Cullen’s Practise of physic 2 vol
Cullen’s Nasology 1 vol:
Cooper’s Dictionary of practical surgery
Robert Burns poetical works, 2 vol:
Robert Burns’ Views of North Britain
en verder eenige oncompleete boeken
een zakje waarin
aan Engelsche banknooten
een p:s van tien £ sterling
een p:s van twee £ sterling
drie p:s van een £ sterling
aan Kaapsch papiere geld
drie p:s van vyfentwintig rd:s
een p:s van tien rd:s
drie p:s van vyf rd:s
mitsgaders veertig Spaansche matten
een en twintig hembden zonder manchetten
elf hembden met manchetten
zeventien halsdoeken
zes handdoeken
negen paar zakken
vier paar kousen
tien paar wolle bonte kousen
een paar laarsen
twee paar schoenen
een stevelknegt
drie flennel onderbaatjes
een flennel onderbroek
een onderbaatje
een wit gebreede pantalon
drie blaauw lakensche [pantalon]
een blaauw lakensche onderbaatje
een blaauw lakensche bovenbaatje
twee lakensche rokken
een gestreept wolle onderhembd
twee doeken
twee mutsen
een hoed
een kot met matras en een kussing
een blikke doos met zalf
een klein doosje met chirurgicaale instrumenten /oncompleet/

Fiscaals bureau Simonstad , den 17 Augustus 1813

J: Brand, Adj: Fisc:l

MOOC8/30.5

{18121026} 26 October 1812 Johannes Petrus Albertus Venter , Martha Sophia Pretorius

J:N: Stole

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten, als er door den burger Johannes Petrus Albertus Venter en wijlen Martha Sophia Pretorius in gemeenschap bezeeten, en door laastgemelde ab intestato met er dood ontruimd en nagelaten, mitsgaders heeden opgenomen en in waaren weezen zijn bevonden geworden, te weeten

een oude ossewagen met een oude tent en voorts ’t verdere toebehooren
een klijne water vaatje
een klijne vlees vaatje
drie klijne ijzere potjes
een klijne kisje
een aarde potje
een oude strykijzer
twee stoelen
een stoof
twee klyne tinne schotels
drie tinne borden
ses tinne lepels
drie vorken
twee kommetjes
een melkbalie
een oude theepot
een klijne ketel
een oud geweer
een kogelvorm
een katel
een buldzak
een combaars
een peul
vijf kussens
een oude zadel
twee tomen
Slaven
een slavin van de Kaap genaamd Regina
Beestiaal
een en vijftig aanteelbeesten /klijn en groot/
acht trekossen
acht hondert en seven aanteel schapen
vier en veertig aanteel bokken
twee rijd paarden
seven aanteel paarden
Baten des boedels
[..... ]
Schulden des boedels
[ ..... ]
Erfgenaamen
Martha Sophia Hendrina Venter geboren den 17:de Dec: 1811

Aldus gedaan en geinventariseerd ter plaatze van den burger Jan Alb:t Venter d’ oude gen:d de Rietpoort gelegen agter Rhinocerberg op den 26:ste October 1812 volgens ’t op en aangeven van voorgemelden Johannes Petrus Alb:ts Venter, dewelke verklaarde zig in het op en aangeven zijns boedels ter goeder trouwe te hebben gedragen en niets met weeten versweegen of agter gehouden, verklaarende zig dus bereid deeze zijne opgave ten allen tyde des gerequireerd werdende met solemneele eede te zullen staven, met verdere belofte zo iets nader tot den boedel behoorende mogte ontdekken, deeze inventaris daarmeede te zullen amplieeren en is zulks geschied in ’t bijweezen van den veldcornet Joh:s Christo: Boshof en den venduafslager Jeremias Auret als getuigen

Als getuigen: Joh: Chr: Boshof, J:s Auret

Johannes Petrus Albertus Venter

In kennisse van mij: Th:s Müller, Secret:s

MOOC8/30.6

{18120928} 28 September 1812 Johan Daniel Wilhelm Kuhn , Anna Elisabeth Strijdom

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten, als er door wijlen Johan Daniel Wilhelm Kuhn en desselfs nagelate weduwe Anna Elisabeth Strijdom in gemeenschap bezeeten, en door eerstgemelde ab intestato met er dood ontruimd en nagelaten, mitsgaders heeden opgenomen en in waaren weezen bevonden zijn geworden, te weeten

een osse wagen met zijn volle toebehoor
twee yzere potten
een klyn karnvaatje
een emmer
een oude kist
drie stoelen
twee borde
twee lepels
vyf vurken
een bed met zijn toebehoor
een zaag
een bijl
een rooster
een thee pot
een klyne keetel
Beestiaal
negen hondert en seven aanteel schaape
een en vijftig aanteel bokken
thien trek ossen
twaalf aanteel beesten
vier rijd paarden /waarvan een is verongelukt/
drie aanteel paarden
Baten des boedels
[ ..... ]
Schulden des boedels
  Rd:s
aan van Jan Louis Venter voor brandewijn 7
aan Marth:s Laurens Strijdom voor 2 hamels 4
Erfgenaamen
Magdalena Josina Kuhn geboren den 31 October 1808
Johan Daniel Wilh:m Kuhn geboren den 27 Sept:br 1810

Aldus gedaan en g’inventariseerd ter reg:t plaatze genaamd de Korfskraal gelegen in het district Buffelshoek op den 28 Septb:r 1812 volgens ’t op en aangeven van voorgemelde Anna Elisabeth Strijdom weduwe wijlen Johan Daniel Wilhelm Kuhn, dewelke verklaarde in het op en aangeven harers boedels ter goeder trouwe te hebben gehandelt en niets met weeten versweegen of agter gehouden, verklaarende haar dus bereid, deeze haare opgaave ten allen tyde des gerequireerd werdende met solemneele eede te zullen staaven, met verdere belofte zo iets nader tot den boedel behorende mogt ontdekken deezen inventaris daarmede te zullen amplieeren, en is zulks geschied in ’t byweezen van den venduafslager Jeremias Auret en den burger Hendr: Fredrik Papenfus als getuigen

Als getuigen: J:s Auret, H: Papenfus

Anna Elisabetta Strydom, weduwe Kuene

In kennisse van mij: Th:s Müller, Secret:s

MOOC8/30.7

{18121030} 30 October 1812 Jacobus du Plessis , Petronella Magdalena Blom

J:N: Stole

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten, als er door wijlen Jacobus du Plessies Dan:ls z:n en desselfs nagelatene huisvrouw Petronella Magdalena Blom in gemeenschap bezeeten en door eerstgemelde ab intestato met ’er dood ontruimd en nagelaten, mitsgaders heeden opgenomen en in waaren weezen zijn bevonden geworden, te weeten

een wagen met zijn volle toebehooren
drie ijzere potten in zoort
twee zakken
twee jager zakken
een bed
een peul
vier kussens
twee combaarsen
twee kisten
een stoel
een stoof
ses tinne borden
een tinne leepel
drie vorken
een blikke beeker
een kommetje
een kopje en piering /defect/
een koopere keetel
een kandelaar
een Keulsche kan
een zekel
een katel
een anker vaatje
een graaf
een zadel zonder toom
een dagboek van wylen juff: Van Lier
Slaven
een mansslaaf genaamd Februarij van Mossambicque
Beestiaal
twaalf zo trek als jonge ossen
ses aanteelbeesten
seven hondert negen en sestig aanteelschapen
Erfgenaamen
Maria Aletta Magdalena du Plessies gebooren den 22:ste Sept:br 1807
Anna Magdalena du Plessies gebooren den 8:ste April 1810

Aldus gedaan en geinventariseerd ter plaatze genaamd den Spitzekop gelegen agter Sneeuwberg op den 30:ste dag der maand October 1812 volgens ’t op en aangeven van voorgemelde Petronella Magdalena Blom weduwe wijlen den burger Jac:s du Plessies D:l z:n, dewelke verklaarde haar in het op en aangeeven haars boedels ter goeder trouwe te hebben gedragen en niets met weeten versweegen of agter gehouden, verklaarende haar dus bereid deeze haare opgave ten allen tijde des begeerd werdende met solemneele eede te zullen staven; met verdere belofte, zo iets nader tot den boedel behoorende mogt ontdekken deezen inventaris daarmeede te zullen amplieeren, en is zulks geschied in ’t bijweezen van den veldcornet Johan Christ:o Boshof en den venduafslager Jeremias Auret als getuigen

Als getuigen: Joh: Chr: Boshof, J:s Auret

Petronella Magdalena Blom, weduwe Jacobus du Plesie

In kennisse van mij: Th:s Müller, Secret:s

MOOC8/30.8

{18131210} 10 December 1813 Cecil Smith

Inventaris van alle zoodanige goederen, als er op Woensdag den 8:ste deezer des nademiddags de klokke omtrent vier uuren ab intestato met er dood zyn ontruimd en nagelaten door Cecil Smith Esq:re in leven rekenmeester generaal in dienst van de edele Oost Indische Comp:ij te Madras op deszelfs terugreize naar Europa met het ship dealhier aangekoomen, zoo als dezelve door ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren zyn opgenomen en bevonden te bestaan in ’t volgende, te weten

Ten woonhuize van de heer Ferdinand Hendrik Schultz, alwaar de overleedene is gelogeerd geweest

een rustbank met laaden waarop
een zwarte paerde haare matras en
twee zwarte paerde haare kussens
een groote verrekyker met syn fouderaal
een zeekaart
een kleine foet alkatyf
een lap groene baay
zes pakjes pouder
zes potten pomade
veertien spellen kaarten
een scheerdoos
een verlakte doosje met visjes en
vier spellen kaarten
vier flennysche onderbroeken
zes flennysche baatjes
een schupsbed bestaande in
een hangmat
een matras
vyf kussens
drie combaarsen
een spry en
een chitze behangzel
een koffer n:o 1 waarin
6 p:s isories
35 hembden
76 broeken in zoort
54 onderbaatjes in zoort
15 kussens sloopen
8 bedde lakens
10 kruis banden
37 witte halsdoeken in zoort
12 strop dassen
9 zakdoeken
6 paar slop-kouzen
1 paar handschoenen
4 slaap mutzen
8 paaren kouzen
een koffer n:o 3 waarin
22 hembden
8 baatjes in zoort
22 servietten
25 boeken en dassen in zoort
2 bedde lakens
4 paar kouzen
8 paar zokken in zoort
3 slaap mutzen
1 chitze spry
2 chitze moorsche rokken
4 slaap kabaaijen
30 pakjes poeder en
12 potjes pomade
een koffer n:o 4 waarin
2 chitze spreyen
7 hembden in zoort
6 broeken in zoort
8 broeken in zoort
48 paar katoene en wolle kouzen in zoort
43 paar zyde kouzen in zoort
30 paar katoene en wolle zokken in zoort
7 paar zyde zokken
55 paar handschoenen in zoort
43 slaap mutzen in zoort
11 kruis-banden
6 strop dassen
6 paar slop kouzen in zoort
45 witte doeken in zoort
44 onderbaatjes in zoort
een koffer n:o 5 waarin
60 boeken in zoort en
5 differente kaarten
een koffer n:o 6 waarin
2 witte cartoene dekens
13 lakens
27 sloopen in zoort
53 servietten
14 strop dassen
12 Chinaas linnische broeken
4 lange broeken in zoort
7 baatjens in zoort
1 paar leere slop-kouzen
1 stuk groene harmezyn
2 lappen linnen
1 cocket head
1 oude echte tjalie
6 paar nieuwe schoenen
3 paar nieuwe stefels
een koffer n:o 8 waarin
24 hembden
24 hals doeken
24 zakdoeken
24 servietten
22 onderbaatjens
4 paar nieuwe witte zyde kouzen
4 paar nieuwe zwarte zyde kouzen
23 broeken in zoort
5 onderbaatjens
12 linnesche lyf baatjens
1 blaauwe lakensche rok
1 lakensche overrok
een koffer n:o 10 waarin
24 hembden
24 hals doeken
24 zak doeken
24 servietten
26 onderbaatjens in zoort
4 paar nieuwe witte zyde kouzen
4 paar zwarte witte zyde kouzen
18 broeken in zoort
1 groen lakensche rok
2 blaauwe lakensche [rok]
een kisje waarin twee trommels met een restant thee en zuiker
een kisje met drie trommels waarin een restant zago, gort, etc:a
een mahonihoute medicyn kistje
een kleine schryflesnaartje waarin
3 kachetten in zoort
3 ringen in zoort
1 zilvere broek gespe
4 paar zilvere hembds knoopen
9 paar zilvere knie gespes in zoort
1 vrymetzelaars ornement
1 snuif doos met goud gemonteerd
1 fouderaal waarin een klein compas
1 fouderaal waarin een portrait beschadig
1 portrait in een ebbenhoute raam met goud gemonteerd
1 zilvere tongschraper
1 plyster mes
5 horlogie glaasen
12 potlooten in zoort en
voorts eenige kleinigheden
een mahonihoute hoede kast waarin
een cockehead
een driekante hoed
een ronde hoed
een borsel
twee sponsen
twee blikke doosjes met tande poeder
een bottel ink
een strykriem
een blikke doos met arrowroot
een flesje arquebusade water
een zilvere trekpot met zyn onderblaatje
een zilvere melkpot
een tafel schel
een tinne mazune met een eufore pyp
een tinne klarsteerspuit
dree fouderaalen met vier scheermesse
een duimstok
een koker met visite kaatjes
een scheerdoos
vier borsels in zoort
twee karette kammen
twee efore kammen
een doosje tandepoeder
een scher met zyn fouderaal
een zilvere tongschraper
een zilvere oorlepel
een goude potlootje
een pennemes
twee tande borsels
een goude horologie met zyn goude ketting
drie kachetten en 2 sleutels
vier spellen kaarten
een ledere kap
een tocadille en schaakbort met toebehoren
een mahonihoute schryflessenaar met kopere beslag waarin
twee strykriemen
twee tobyner
een ouel cachet
zes zilvere tee lepels
zes zilvere eyer lepels
een pennemes
een ladeer mes
een paar goude mou knoopen
een goude bors-speld
een fouderaal met suricicale instrumenten
drie metale schroeven
twee ooge glaasjes
een restant schryf pennen en
voorts eenige kleinigheden mitsgaders
2 pakjes inkstof
een pakje visite kaarten
een pakje blink sand
een restant lak
vyf pakjes rood band en
een restant schryf-papier
een kline doos met twee medicyn flesjes
een mahonihoute tafel waarin
een blikke koker
een doos ouvels
een restant schryf papier
een zwart aarde zant koker
een etorie
twee schaaren met fouderaalen
drie tande borsels
een olie steen
8 koekjes zeep
twee borsels
een waayer
een urien glas
een medicyn glaasje
een bidet
een tinne trommel
een nieuwe mahonihoute flessen kelder
een leuning stoel met een lees lessenaar
een mahonihoute nachtstelletje met zyn pot
een kleine ryst koffertje met een party lappen
een houte kast waarin
zes en veertig bottels Madera-wyn
drie bottels höning
een houte kast waarin
zes en veertig bottels port wyn
een toilet spiegel
twee rottings en een kruk
een mahonihoute was-bok
een voet bank
een blikke trommel met een kopere hangslot
een koffer n:o 18 waarin
differente papieren en beschrevene boeken
twee hangletterings
twee kandelaars met glaase stulpen van welke laatst gem: een gebroken
twee halve bottels zoete oly
een kannetje schoe zwartsel
twee water glaasen
twee bierkelken
een kleine gerraft
een blikke slonsje
twee aarde kommen met een aarde beker
vier en twintig ledige bottels in zoort
een hand zwafer
twee hand stoffers
twee vliege waayers
een zijldoeksche fernitster waarin
een party gereedschappen yzer en koper werk
een gony zak waarin
een party lynen
een honderd en vyftig korte was kaarsen
twee gecouleurde beddelakens
een flennische poeder mantel
vier lakensche rokken
een casimiere pantalon
een lakensche overrok
een groote paarde haare matras
een hemb
drie broeken
drie baatjens
vyf doeken
twaalf servietten
twee slaapmutzen
een paar handschoenen
een kruisband
een paar slop kousen
twee paar stevel haaken
Contanten des boedels
vyfthien zilvere Spaanse matten
een en een half goude guinies
aan coloniaal papier en koper munten
acht en twintig rykdaalders en zes en veertig stuivers
aan vreemde munts stukken
twee goude
drie en dertig zilvere en
acht kopere
neegen pees promessen van de Gouvernements bank te Madras alle gedateerd 6:de April 1813 tezamen groot zeventig ster pegodas deese negen p:s promessen op den 9: Februarij 1814 aan Peter Rose afgegeeven in voldoening van het geene hem uit de boedel competeerde voor zijne terug reise van hier naar Madras en voor twee maanden gagie, tezamen bedragende blijkens het bewys daarvan onder de boedel papieren berustende

Aldus na gedaane ontzegeling geinventariseerd en opgenoomen ten huize voormeld aan de Kaap de Goede Hoop op den 10:den en 11:den December 1813.

Als gecomm: Weesm: Daniël de Waal, A: v: Breda

Voor den opgaaf: Peter Rose

Mij present: G:A: Watermeijer, E: C:

MOOC8/30.9

{18120513} 13 Maij 1812 Johan Jurgen Ophausen , Sara Cath:a Lucas

Inventaris van alle zodanige goederen, als er op den zeeven en twintigste Maart deezes jaars ab intestato metter dood zijn ontruijmd ende nagelaten door Sara Cath:a Lucas ten voordeele van haaren eerst overgebleevenen man, doch daarna en wel op den twaalfden April daaraanvolgende ex testamento meede overleedenen weduwenaar Johan Jurgen Ophausen, met wien zij in gemeenschap van goederen is gehuuwd geweest, ter eenre, mitsg:s haare tot nog toe onbekende erfgenaamen ab intestato ter andere zijde, zodanig als denzelven boedel na dat het sterfhuijs der overleedenen wederom buijten quarantaine is gesteld /:als zijnde beide opgemelde echte lieden aan de kinderziekte overleeden:/ na gedaane ontzegeling is opgenomen en bevonden te bestaan in het volgende, namentlijk

Een huys en erf staande en geleegen in deeze Tafelvalley op de hoek van de Langestraat en Nieuwe Steg blykens transport op den 29 April 1808 aan den overleedenen gedaan

In het evengemeld huijs en aldaar

In het voorhuijs
een lessenaar waarop
een klein boekenrak
een tafel
een toonbank met twaalf laaden
een provisie kist met laaden
vier stoelen
een kleine hoekrak
drie cijfferleijen
een kopere theemachine
twee vogelkooijen
een stuk gewigt 25 lb
een yzere haak
In de voorkamer ter regterhand
een lessenaar waarin
een zilvere theeleepeltje en
een zilvere confituur vorkje
een zilvere oorleepeltje
agttien fijlen in zoort
een foudraal met twee scheermessen, voorts
eenige kleinigheeden en papieren
aan kopergeld agttien stuijvers
een kleederen kast waarin
een lakense rok
zes broeken in zoort
neegen baatjes in zoort
twaalf p:r oude kousen
drie lakens
eenige weynige vrouwen kleederen
een Vriessche klok
twee teekenplanken en een liniaal
twee kleine hoekrakken
een tafel
drie stoelen
een verrekijker
agttien schilderijen in zoort
een kastje waarin
drie en dertig bijtels in zoort
een roode ophaal gordijn
een spiegel
zes graaven
vier nijptangen
vier verstekblokken
vier lijmschroeven
drie feikbooren
vijf groote roebanken
een tandschaaf
vijftig lijs schaaven in zoort
een waterpas
twee snitsers
zeeven omslaagen
een steekzaag
veertien schaaven in zoort
een spookschaaf
twee kruijshouten
agt winkelhaaken en verstekken
twee hamers
twee wynkraanen
In de gaanderij kamer
twee insteekslooten met krukken
drie Fransche slooten
vier schuijvers
agttien kistslooten
elf kamerdeur slooten
twee windhaaken
vier p:r vis banden
twee p:r hengzels en duijmen
zes billiard beugels
zeeven steek lünzen
een strykijzer
een party knippen
drie bossen ijzerdraad
twee handlantaarns
zeeven hangslooten
een kopere keetel en confoor
twee koevoeten
een graaf
twee poleer ijzers
twee jukhaaken
een party oude bijtels
twee kopere bussen
twee pakhuijs slooten
twee koffijmoolens
een party sleutels
een kuypers dissel
zes lampen
een pary oud yzerwerk
een p:r waterhalfaams ooren
een pakhuijs knip
een kleine balans met twee blikke schaalen
een klaptafel
een kleine tafel
een kast met een restant glaaze ruijten
In de dispens
een party ledige vlessen en rommeling
In de combuijs
agt yzere kookpotten
een yzere waterkeetel
twee yzere roosters
twee yzere drievoeten
twee kapmessen
een waterhalfaam
twee wateremmers
een vuurtang en aschschop
een yzere lamp
drie schoorsteenkettings
twee potleepels
een schuymspan
een vleeschvork
een rystblok en stamper
een eetenskast
een tafel
vyf kandelaars in zoort
een hakkebord
een kopere konfoor
een kopere vijzel defect
In de winkel
twee kloofzaagen
een kraanzaag
drie spanzaagen
een party booren in zoort
drie oude schaafbanken
een party lymswikken
een trekzaag
agt nagelijzers
drie dissels
een huys ladders
een blaas balg
twee yzere sergeants
een yzere schroef
een party Brazilisch hout, gedeeltelijk gereed gemaakt voor zes stoelen
drie stinkhoute drie duijms planken
drie geelhoute drie duijms planken en voorts
een party kleinder houtwerk en rommeling in zoort
Op de winkelzolder
een party vengster raamen
een party modellen voor stoelen
een houte schroef
zeeven blindens en een raam
drie Ambons houte planken
drie Brazilisch houte planken en voorts
een party kleinder houtwerk en planken
In een vertrek agter de combuys
een tobaksbank en toebehooren
een ysere balans met twee houte schaalen
een ysere balans met twee kopere schaalen
een vat met een restant gekorven tobak
een kelder met een restant gekorven tobak
een doos met een restant snuijf
een vat met een restant ryst
een kast met een restant koffyboonen
een vat met een restant knoestobak
een ontgonnen rol pruijmtobak
een rol gevlogte yserdraad
een ledige kist
een quantiteit losse blaar tobak
twaalf stukken gewigt in zoort te zamen 46 lb
een marmere tafelblad
zes ledige tobaksdoosen
twee snuijfzeeften
drie blikke trommels
een rak en voorts
eenige ledige vaten en andere kleynigheeden in zoort
Op de binnen agterplaats
een oude huysladder
twee rakken
twee balies
vyf oude ledige vaaten
een oude rustbank
een oude mand
een party oud ijser
In de smitswinkel
twee ysere bankschroeven
een ledikant
een voorhamer
zeeven kleine hamers
vier smitstangen
twee koets veeren
een dissel
een kleyne ysere bankschroef
een ysere omslag
een drilboor
twee oude wagen assen, en voorts
een party klein smitsgereedschap, oud yserwerk en rommeling in zoort
Op de groote agterplaats
een yzere bankschroef
een oude ambeeld defect
een vierkante kopere keetel
twee oude wagenwielen
een oude strykbank
een oude buydelkist defect
vyf oude stoelen in zoort
twee halve voordeuren en voorts
een party oud yser houtwerk en rommeling in zoort
By de wed:e Johan George Barendsz
twee schaafbanken
By Theodorus Liedeman
eenige weynige gereedschap volgens eigen notitie
By Marth:s Smuts
eenige weynige gereedschap volgens eigen notitie
By Gerrit Bam
een kleine vierkante tafel
Lijfeigenen
overleeden aan de kinderpokken als hier nevens gem:d een mansslaaf gen:d Maart van Mosambicque , dog die volgens zeggen op ’t Paarden Eiland aan de kinderziekte overleeden is

Aldus na gedane ontzegeling g’inventariseerd aan de Kaap de Goede Hoop ten huyse voormeld op den 13 Maij 1812 ende zulks op het op en aangeeven van Pieter Touissain, Cornelis Hugo, Johannes Henricus Eckard en Willem Adriaan Smuts dewelke verklaarden zig hierinne ter goeder trouwe gedragen en hunnes weetens niets verzweegen of terug gehouden te hebben van al het geen tot den boedel en nalatenschap behoord, invoegen zyl: dan ook betuygden de deugdelykheid hunner opgaave ten allen tyde des vereischt werdende met solemneele eede te bevestigen, en verdere belofte zo hierna iets tot gesegde nalatenschap behoorende mogte koomen te ontdekken, daarvan nader en getrouwelyk ter Weeskamer opgaaf te zullen doen, ten einde deezen inventaris daarmeede te amplieeren.

In teeken der waarheid is deezen ter presentie van ons gecommitteerde Weesmeesteren ende my Eerste Commis der Weeskamer door de inventarienten eigenhandig onderteekend

Als gecomm: Weesmeesteren: A:V: Bergh, G:E: Overbeek

Voor den opgaaff: P: Touissain, C: Hugo, J:H: Eckardt, W:A: Smuts

Mij present: G:A: Watermeijer E: C:

MOOC8/30.10

{18140117} 17 January 1814 Carel Cremer

Inventaris van alle zodanige goederen, als er op Vrydag den veertienden dag dezer maand January in den jaare onzes Heeren een duyzend acht honderd en veertien ab intestato metter dood zijn ontruijmd ende nagelaten door Carel Cremer ten voordeele zyner onbekende uitlandige erfgenamen, zodanig als dezelve nalatenschap door my ondergeteekende Adj:t Commies der Weeskamer ter presentie der mede geteekende getuijgen is opgenomen en in geschrifte gebragt, mitsg:s bevonden te bestaan in het volgende, te weeten

In een huurhuys van mejuff: de wed:e Onkruijdt

vier tafels
agt banken
een oude kast
een halfaam
twee kopere kranen
een baly
een halfanker vaatje
een blikke beker en tregter
een oude spiegel
agttien schilderyen in zoort
drie en dertig glazen en kelkjes in zoort
een klaptafel
een theetafel
zes stoelen
een paviljoentje met wit behangzel, waarop
een bulzak
een peuluw
twee kussens
een deken
sprey
een koffer waarin
vier rokken
twee manellen
twaalf baatjes in zoort
elf broeken
een jekket
vyf hembden
dertien doeken en dassen in zoort
agttien p:r kousen
twee slaapmutzen
een nagtkabaay
drie hoeden
drie p:r laaren
een p:r schoenen
vier beddelakens
negen kussenslopen
zes handdoeken
een pyp met zilver beslag
twee zilvere zakhorologies waarvan een toebehoord aan de soldaat van ’t 60 Reg:t Jan Flemmert, die aan hem is afgegeeven geworden
twee plettit kandelaars
een chambreel
een zweep
een tobaksdoos
twee borsels
twee boeken
een p:r sporen
drie kadels waarop
twee mattrassen
een deken
een kistje waarin
twee pistolen
twee foudralen
een kast waarin
drie schotels
twee en veertig borden in zoort
een ysere souplepel
agt ysere eetlepels
vyf messen
vyf vorken
een lessenaar waarop een glase kast
een party ledige vlessen en bottels
een uithang bord
vier stukken loot
Crediten des boedels
pub: verkogt een zilvere Spaansche mat
twee zilvere halve Spaansche [mat]
zes zilvere ropyen
een zilvere schelling
aan papiere munt twee en dertig ryksd: en zes en dertig stuyvers

Pro memorie word alhier genoteerd dat in den boedel nog is gevonden een kist met goederen, volgens opgaaf van de by hem ingewoond hebbende meid Spasie niet tot den boedel, maar aan zekere by haar onbekende perzoon toebehoorende, bestaande in

twee oude baatjes
twee oude broeken
een oude hoed
een oude hembd
een p:r schoenen
een combaars
een olysteen
een scheerdoos
twee kommetjes
twee ledere kallotten
vier p:r oude kousen
een oude borsel
drie vorken, een mes en een tinne leepel
vier vergulde cachetten
een fyne kam
een restant gaarn

Aldus geinventariseerd aan de Kaap de Goede Hoop ter huyze voormeld op den 17 January 1814

Als getuygen: J: Serrurier, J:N: Rorich

Mij present: P:E: Faure, Adj:t C:

MOOC8/30.11

{18131116} 16 November 1813 Pieter Marthinus van Hatting

Inventaris van zodanige goederen, als er op Zondag den veerthienden dag der maand November in den jaare een duijzend acht honderd en derthien ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door Pieter Marthinus van Hatting geboortig van Leeuwaarden , ten voordeele zijner onbekende uitlandige erfgenamen, invoegen als het een en ander door mij Adj:t Commis in presentie van getuigen is opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande alle deese goederen in de volgende, namentlijk

Ten huijse van Fredrik Kramer alwaar den overleedene het laatst is woonagtig geweest

een koffer waar in
een rok
drie jekkets
agt broeken
zeven baatjes
zeven hembden
agt doeken
twaal paren kousen
een paar laarsen
een hoed
een paar zilvere kniegespen
een zilvere pijpe dop
een zilvere horologie
Crediten des boedels
  Rd:s
aan contanten in dezelve gevonden een bedragen van twee rijxd: en agt en dertig st:s zegge 2:38
van de heer F:J: Becker voor schoolmeestersloon per rest 16:--
Lasten
  Rd:s
aan opgem: heer Becker voor begravenis kosten 60
aan Dominicus Kaisser over koop van een zilvere zak horologie 25

Aldus na gedane ontzegeling g’inventariseerd ten huijze voorm:d op den 16 November 1813.

Als getuigen: J:J: Maynier, J:N: Rorich

Voor den opgaaff: F:J: Becker

Mij present: P:E: Faure, Adj:t C:

MOOC8/30.12

{18140207} 7 February 1814 Pieter Weiman

Inventaris van alle zodanige goederen, als er op Donderdag den derden dag deezer lopende maand February in den jaare een duijzend acht honderd en dertien ab intestato metter dood zyn ontruijmd ende nagelaten door Pieter Weiman ten voordeele zyner onbekende uitlandige erfgenamen, zodanig als dezelve nalatenschap door my ondergeteekende Adj:t Commis der Weeskamer ter presentie der mede geteekende getuijgen is opgenomen en in geschrifte gebragt, mitsg:s bevonden te bestaan in het volgende, te weeten

In het huurhuijs van d’ edele Abraham Pieter de Villiers

een kist waarin
twee lakense rokken
twee broeken
drie baatjes
drie hembden
twee p:r kousen
twee schuyfdoosjes
een hoed
een p:r zilvere schoengespen
een kadel
een tafel
twee stoelen
een ledige kist
een ledige kan
een restant kaarsvet
een restant koorn
Contanten
publiek verkogt zeven en zestig zilvere Spaansche matten
zeventien zilvere driegulden stukken
zes heele zilvere Franse kroonen
twee halve zilvere Franse kroonen
vyf en zestig zilvere guldens
drie zilvere ropijen
zestig zilvere quartjes
zestig zilvere schellingen
negen en dertig dubbeltjes
zeven zilvere stuyvers
  aan papiere geld zes en twintig ryksd:s

Pro memorie word alhier genoteerd dat volgens opgaaf van Paul Wyngaard door den overleedenen aan hem in bewaring is gegeven zeventien goude guinees en dat denzelven eene pretensie op dien boedel heeft door hem nader optegeeven.

Aldus na gedane ontzegeling g’inventariseerd aan de Kaap de Goede Hoop ten huyse voormeld op den 7:e February 1814.

Als getuigen: J: Serrurier, J:N: Rorich

My present: P:E: Faure, Adj:t C:

MOOC8/30.13

{18121211} 11 December 1812 Hendrik van As

C: Bird

Inventaris van alle zodanige goederen als door wylen Hendrik van As de oude ab intestato overleeden zyn nagelaaten, mitsgaders heden opgenomen en in waare wezen bevonden, te weeten

Lyfeigenen
Rebecca van de Kaap - overleeden vide resol: van den 30 December 1812
Kaatje van de Kaap
Betje en Griet kinderen van Kaatje
Mentor van Mallebaar
Hendrik van de Kaap
Losse goederen
een groote kist met een overslag
twee silvere eetens lepels
een silvere eyerlepel
twee silvere vorken
drie ordinaire tafel messen
twee kommen
zeven borden
twee schotels
twee karaffen
twee wynglaassen
een mandje voor een glas
een ledikant /:defect:/
twee bedden
drie dekens
een tafel
twee stoelen
twee paar zilvere schoengespen
een paar zwarte schoengespen
een paar zilvere kniegespen
een doosje met twee scheermessen
een zeep doosje
een oude paarde wagen met toebehoren
Beestiaal
acht ossen
Baaten des boedels
    Rd:s
aan papiere munt   749:4:--
aan zilvere munt
op den 13 Febr: 1813 publiek verkogt blijkens extract vendurolle twintig Spaansche matten 25:--:--
dertig guldens 15:--:--
achtien kwartjes 4:4:--
negentien schellingen 2:3:--
vier en halve ropyen 2:6:3
aan stuivers en dubbeltjes 0:2:4
voldaan den 2 April 1813 een vonnis ten lasten Joost Koppe in faveure des boedels groot 420:--:--
voldaan den 20 April 1813 een onderhandsche obligatie ten lasten Joh:s Gerh:s Ter Blanche 5000:--:--
  eene notarieele obligatie ten lasten Hend:k van As junior 4333:2:4
voldaan den 23:e April 1813 eene notariele obligatie ten lasten Jan W:m van Eyck 400:--:--
de renten contant bet:d en de capitaal by de Kamer overgenomen eene notarieele obligatie ten lasten G:C: Deneys 1000:--:--
  eene notarieele obligatie ten lasten J: Siebert 600:--:--
  eene notarieele obligatie ten lasten Nic:s Slegt 446:--:--
den 29 April 1813 vold: eene notarieele obligatie ten lasten J: Bauer 1074:4:--
  eene notarieele obligatie ten lasten H: van As jun: 825:6:4
den renten en een gedeelte van het capitaal contant betaald is ƒ10000 by de Kamer overgenomen eene notarieele obligatie ten lasten J:A: Cuntz 3590:7:--
  een wissel door den overleedenen landdrost A: Stockenstrom in zyn leven getrokken op de heer E:B: Ziervogel 150:--:--
Lasten des boedels
Geene

Aldus gedaan en geinventariseerd in het dorp van Zwellendam op den elfden dag der maand December in het jaar een duyzend acht honderd en twaalf ende zulks op het op en aangeven aan de geweezene curatoren over de perzoon en goederen aan den overleedene, Hendrik van As junior, Tobias Bauer en Gerhardus Cornelis Deneys dewelke verklaarde zig hierinne ter goeder trouwe gedragen en huns wetens niets verzwegen te hebben van al het geen tot den boedel en nalaatenschap behoord, betuigende zylieden dan ook de deugdelykheid hunner opgaave ten allen tyde des vereischt wordende met solemneele eede nader te zullen bevestigen, met verdere belofte om by aldien ’er nog iets tot voormelde nalaatenschap behoorende mogt worden ontdekt, daarvan nader en getrouwelyk ter Weeskamer dezer volkplanting opgaaf te zullen doen ten einde deze inventaris daar mede zal kunnen werden geamplieerd; ende zulks in het byweezen van den klerk Andreas Tobias Kolver en den adjunct gerechtsbode alhier Willem Ebersohn als getuigen

Als getuigen: A:T: Kolver, W: Ebersohn

Voor de opgaaf: Hend:k van As junior, T: Bauer, G: Deneys

Ter mynen overstaan: D: Kuys

MOOC8/30.14

{18121123} 23 November 1812 Paul Johannes van den Berg , Susanna Haarhof

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten, als er door den burger Paul Johannes van den Berg Pet:sz en desselfs huisvrouw wijlen Susanna Haarhof laast weduwe wylen Matthys Daniel Maartens in gemeenschap bezeeten en door laastgem: ab intestato met er dood ontruimd en nagelaten, mitsgaders heeden opgenomen en in waaren weezen zijn bevonden geworden, te weeten

een halfsleete tentwagen met zijn toebehoor
een boter vat
twee boter [vat]
een aams vat
vier water emmers
een klijne balie
een middelmatige kist
een tafel
drie stoelen
een klijne zeeppot
drie kookpotten
een potleepel
twee klijne koopere keeteltjes
twee tinne schootels
elff tinne borden
ses porcellaine borden
negen tinne lepels
elff staale vorken
een kopere blaker
een kopere kandelaar
een groote blikke trommel
een klyne blikke trommel
een boter bak
een yzere koefoet
twee ballastmantjes
een vles
drie bottels
ses zakken
twee katels
een yzere compfoir
drie schiet geweeren
een oude bijl
twee oude graaven
een tinne trekpot
een oude zadel
een strijk ijzer
een stoof
een aarde kan
twee atjaar potten
een houd byl
een spigeltje
een blikke peperdoos
een blikke keeteltje
een blikke lantaaren
vier kopjes en 4 pierings
een zadel met toom
een bed
Slaven
een slaaf gen:d Africa van Mallagas
een slaaf gen:d Hanebalk van Mallebaar
een slaaf gen:d Appollos van Massanbicque
een slaaf gen:d Maart van Mallagas /oud en gebrekkig/
een slavin gen:d Flora van Massanbicque
Beestiaal
twee rijdpaarden
vier aanteelpaarden
twee en veertig ossen
veerthien jonge ossen
twee en negentig beesten
2761 aanteel schapen
170 aanteel bokken
Baten des boedels
van Paulus Joh:s van den Berg omtrend den halve opstal van den lenings plaats gen:d Niet te na of eigenlijk Vergenoeg aan den boedel ingevolge besluit van Heeren Weesmeesteren Rd:s 500
Schulden des boedels
  Rd:s
aan d’ edele Jan Barend van Blerk debet over een halfaam wijn en ses vlesse brandewijn 25:--
aan Susanna Elisabeth Maartens wegens verkogte beestiaal 31:4
aan Joachim Hend:s Maartens wegens verkogte beestiaal 31:4
Erfgenamen
1) Susanna Elisabeth Maartens gebooren den 16:de Dec: 1798 deeze zijn kinderen uit het eerste huwelijk by wylen Matth:s Daniel Maartens geprocrieerd
2) Joachim Hendrik Maartens gebooren den 10 Nov: 1801
3) Petrus Jac:s van den Berg gebooren den 10 Febr: 1804 deeze zyn kinderen uit den tweeden bedde met P:J: van den Berg
4) Nicolaas Francois van den Berg gebooren den 28 Dec:br 1806
5) Paul Joh:s van den Berg gebooren den 5:de Jann: 1808
6) Abram Franc:s van den Berg gebooren den 7 Meij 1811
7) Susanna Marie van den Berg gebooren den 16 Junij 1812

Aldus gedaan en geinventariseerd ter plaatze van d edele J:B: van Blerk en opgem: P:J van den Berg genaamd Niet te na of eigentlijk Vergenoeg , gelegen in ’t district Buffelshoek op den 23:ste November 1812 volgens ’t op en aangeven van voorgen: burgers Paul Joh:s van den Berg, dewelke verklaarde zig in het op en aangeeven zyn’s boedels ter goeder trouwe te hebben gedragen, en niets met weeten versweegen of agter gehouden, verklaarende zig dus bereid deeze zyne opgave ten allen tyde des gerequireerd werdende met solemneele eede te zullen staven, met verdere belofte zo iets nader tot den boedel behoorende mogt ontdekken deezen inventaris daarmeede te zullen amplieeren, en is zulks geschied in ’t byweezen van den venduafslager Jeremias Auret en den burger W:H: Boshof als getuigen

Als getuigen: J:s Auret, W:H: Boshof

Paulus Johannes van den Bergh

In kennisse van mij: Th:s Müller, Secret:s

MOOC8/30.15

{18030912} 12 September 1803 Catharina Maria Nielen

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten, als ’er op op Vrijdag den vijffden dag der maand Augustus in den jaare onzes Heeren een duijzend acht hondert en drie des ochtends de klokke half zes uuren met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door Catharina Maria Nielen, gesepareerde huijsvrouw van Pieter Francois le Clus, na alvorens bij testament in dato 9 Julij des voorm: jaars voor den notaris publicq Jan Bernhard Hoffman en zeekere getuigen opgerigt, dien aangaande te hebben gedisponeerd en ingevolge welke dispositie tot universeele erfgenamen van de overleedene komen te succedeeren haare vijf kinderen, met namen

1) Johanna Helena le Clus geh:d met Fredrik Leimkeulder
2) Martha Annetta le Clus wed: wijlen Hendrik Benninghoff
3) Fredrica Marg:a le Clus huijsvrouw van Cornelis Jansse de Boer
4) Carolina Maria le Clus geh:d met Johan Carel Beijer
5) Coenraad Francois le Clus oud 13 jaren

en bij vooroverlijden van een ofte meer derzelve zijne ofte haare wettige descendenten bij representatie

Terwijl Heeren Weesmeesteren deeser steede tot executeuren van het voorsz: testament, redderaars van der overleedene nalatenschap en voogden over haare onmondige erfgenamen aangesteld zijnde, de voorsz: nalatenschap uit dien hoofde door ons onderget:de gecommitt: Weesmeesteren is g’inventariseerd en bevonden te bestaan in de volgende, namentlijk

In een huurhuijs van Frans Ouerhamer
twee ledikanten neevens een bed, peuluw en drie kussens, door de overleedene bij haare testamentaire dispositie geprelegateerd aan Coenraad Francois en Carolina Maria le Clus in den hoofde deeses gemeld
zeven schilderijen
een hoekrak
een geelcopere koffijkan
een sprits spuijt
twee verlakte schenkborden
een waterhalfaam met een kopere beker
een rijst blok met zijn stamper
twee ijzere potten en voorts
de kleederen van de overleedene en ’t geene door haar is gedragen
drie gonnen in zoort
drie jakjes
een chitze rok
een mutz
een paar kousen
een paar zilvere gespen
een slave jonge gen:t Azor van Malabaar , door de overleedene almeede geprelegateerd aan haren zoon C:H: le Clus onder deese expresse conditie dat voorm: slaaf, zo lange hij zig wel gedraagd, niet zal mogen worden verkogt
Credieten des boedels
  Rd:s
van Fredrik Leimkeulder blijkens onderhandsche briefje de dato 6 December 1802 47
van den bode der Kamer Johan Nicolaas Rorig en Joseph Phioronie als testamentaire executeuren des boedels van wijlen Johanna Helena Smith, wed: Johan Valentijn Grubel, het erffdeel de overleedene C:M: Nielen als zuster van de wed: Grubel uit den boedel competeerende, welks bedragen bovengem: Beijer verklaard niet te kunnen opgeeven
Lasten des boedels
    Rd:s
voldaan aan den wijkmeester Bartholomeus Schultz over geleeverde wijn tot de begravenis 8:--
  aan den bode der Weeskamer J:N: Rorig bovengen:d, weegens verschotten tot de begravenis blijkens specificque reekening 73:18
  aan Coenraad Gaatje over contant geleende penningen 23:24

Aldus gedaan ende g’inventariseerd aan Cabo de Goede Hoop ten woonhuijse voorm:t op den 12 September 1803 ende zulx op het op en aangeeven van de in den hoofde deeses gem: Johan Carel Beijer, dewelke betuigde zig hier inne ter goeder trouwe gedragen en niets versweegen of te rug gehouden te hebben dat tot voorn: boedel behoord, invoegen hij ook getuigde de deugdelykheid zyner opgaave ten alle tyde des gerequireerd werdende met eede gestand te doen, en verdere belofte zo hier na nog iets tot gen: nalatenschap behoorende mogte worden ontdekt daarvan nader opgaaf te zullen doen omme deese inventaris daarmeede te kunnen amplieeren

Tot verzeekering van het een en ander is deese door ons ondergeteekende gecomm: Weesm:ren en den Secretaris nevens den inventarient behoorlyk onderteekend

Als gecomm: Weesm: A:V : Bergh, A:J: van Breda

Voor den opgaaf: Johan Carel Beijers

Mij present: J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/30.16

{18121228} 28 December 1812 Marcus Greeve , Cornelia Johanna van Jaarsveld

J:N: Stole

Inventaris van alle zodanig goederen en effecten, als ’er door Marcus Greeve en wijlen Cornelia Johanna van Jaarsveld in gemeenschap bezeeten en door laastgemelde ab intestato met er dood ontruimd en nagelaten, mitsgaders heeden opgenomen en in waaren weezen bevonden zijn geworden, te weeten

een osse wagen met zijn toebehoor
een wagen kist
vijf tinne borden
twee tinne schotels defect
vyf lepels
vier vorken
een tinne trekpot defect
een kopere kandelaar
twee yzere potten een defect
twee kopere ketels waarvan een defect
een aarde kan
twee vleesvaatjes
twee emmers
twee zekels
een oude dissel
een oude bijl
twee graven waarvan een oud
twee geweeren
een kooygoedzak
een buldzak
vier kussens
een combaars
een stoel /arm/
Beestiaal
twintig trek ossen
ses jonge ossen
negen aanteel beesten
vier hondert negen aanteel schapen
negentig aanteel bokken
Kontant in den boedel
  Rd:s
aan gereed geld 1350
Baten des boedels
  Rd:s
van Hend:k Josephus Strijdom P:zn over negotiatie 50
Schulden des boedels
  Rd:s
aan de weduwe Jacobus Roeland aan de Kaap over koop van een mansslaaf zeedert den 4:de Julij 1810 per rest 1125
rente van dien en 6 pc:to zedert gemelden datum tot den betaaldage toe
Erfgenaamen
Rijnier Adriaan Swiegers gebooren den 8 April 1792 deeze zijn kinderen uit den eersten bedde met Gotlieb Swigers
Jan Hendrik Swiegers gebooren den 20 Meij 1795
Gotlieb Swiegers gebooren den 19 Feb: 1799
Anna Hendrina gebooren den 29 Sept:br 1800
Cornelia Johanna gebooren den 21 Junij 1803
Hester Maria gebooren den 19 Sept: 1806

Aldus gedaan en g’inventariseerd ter Graaff Reinet op den 28:ste dag der maand December 1812 volgens ’t op en aangeeven van voorm:de Marcus Greve, dewelke verklaarde in het op en aangeeven zijns boedels zig ter goeder trouwe te hebben gedragen en niets met weten versweegen of agter gehouden, verklaarende hem dus bereid deese opgave ten allen tijde des gerequireerd werdende met solemneele eede te zullen staven, met verdere belofte zo iets nader tot den boedel behoorende mogte ontdekken deezen inventaris daarmeede te zullen amplieeren en is zulks geschied, in ’t byweesen van den clercq Joachim Barthold Wiese en den venduafslager Jeremias Auret als getuigen

Als getuigen: J:B: Wiese, J:s Auret

Marcus Greve

In kennisse van mij: Th:s Müller, Secret:s

MOOC8/30.17

{18130420} 20 April 1813 Isaac Hesler

A:W: Blane

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten, als ’er door den police ruijter wijlen Isaac Hesler in leven bezeeten en ab intestato met ’er dood ontruimd en nagelaten, mitsgaders heeden opgenomen en in waaren weezen zijn bevonden geworden, te weeten

een katel
een emmer
een balie
een houdbijl
een stoel
een spanzaag
een lantaaren
een doosje
een blikke trommel
een blikke doosje
een ledige kist
vier boeken in zoort
twee paar stevels
een jas
twee baatjes
seven broeken in zoort
een roode onderbaatje
een hemd /oud/
twee paar koussen
Beestiaal
negen en twintig aanteelbeesten
Contanten
  Rd:s
aan gereed geld in den boedel bevonden 315:4
Schulden des boedels
  Rd:s
aan P:J: van Kamer weg:s begraffenis onkosten 40:2
aan Kerk gerechtigheid etc:a 5:--
aan P:J: Joubert voor de doodkist 27:4
NB door den weled: h:re Landd:t uit betaald
Erfgenaamen
den opgever onbekend, alzo uitlandig

Aldus gedaan en geinventariseerd ten dorpe Graaff Reinet op den 20:ste April 1813 volgens ’t op en aangeven van den onderschout Pet:s Ignatius van Kamer, dewelke betuigde hierinne ter goeder trouwe te hebben gehandelt en niets met weeten versweegen of agtergehouden. Verklaarende zig dus bereid deeze opgave ten allen tyde des gevordert werdende met solemneele eede te zullen staven, met verdere belofte zo iets tot den boedel behoorende mogt ontdekken deezen inventaris daarmeede te zullen amplieeren, en is zulks geschied in ’t bijweezen van den clercq J:B: Wiese en den burger Hend:k Davel als getuigen

Als getuigen: J:B: Wiese, H:J: Davel

P:J: van Kamer

In kennisse van mij: Th:s Müller, Secret:s

Ampliatie

een zilver zakhorologie tot den voormelde boedel behorende, maar van g’omitteerd is opgave te doen door Jacob Meiring namens de landdrost te Graaff Reinet de heer J:A: Fischer ter ons Kamer geproduceerd den 7 Julij 1814

J:P: Faure, Secret:s

MOOC8/30.18

{18130730} 30 July 1813 Johan Heinrich Richter , Elisabeth Catharina Rothman

Copy

H: Maynier

Staat en inventaris van alle zodanige goederen en schulden welken door Johan Heinrich Richter ingezeeten alhier, overleden den 4 July 1813, en zyne huysvrouwe Elisabeth Catharina Rothman in gemeenschap zyn bezeeten geweest

Gedaan maken door de voormelde Elisabeth Catharina Rothman ten verzoeke van Heren Weesmeesteren dezer volksplanting als voogden over de minderjarige nagelaatene kinderen

Maria Sophia oud 17 jaren de vyf eerste gemelden in een vroeger huwlyk van den overleedenen met Bernhardina Wilhelmina Oppel
Johan George Fredrik oud 13 jaren
Bernhard Wilhelm oud 10 jaren
Catharina Wilhelmina oud 8 jaren
Johan Andreas oud 6 jaren
Hendrik Samuel Theodorus oud 3 jaren en de twee laatstgemelden in het voorzeide huwlyk verwekt
Johan Christiaan oud een jaar

zo ende in diervoegen als hierna is volgende

Vaste goederen
Een huys en erf staande en geleegen in het dorp van Zwellendam
Lyfeigenen
een slavejongen gen:d Johan van Mosambicque
een slavejongen gen:d Manuel van Mosambicque
een slavejongen gen:d Simson van Mosambicque
een slavinne gen:d Philida van Mosambicque met haare twee kinderen gen:d Theresia en Spaasie
een slavinne gen:d Dolphina van Mosambicque
een slavinne gen:d Marie van Ceylon
een slavinne gen:d Cananga van de Kaap
In het voorhuys
een groote kist met witte zuyker
een groote kist met bruine zuyker
een groote kist met tobak
In de gaanderye
een thermometer
een eetens tafel
een ordinaire tafel
een bureau
een pendule
drie groote spiegels
twee kleine spiegels
twee ophaal gordynen
acht kleine vengster gordynen
acht stoelen
vyf stooven
In de voorkamer ter regterhand
twee half ronde tafels
een ronde theetafel
zes arm stoelen
een en twintig ordinaire stoelen
twaalf stoel kussens
een tapyt
In de binnekamer ter regterhand
drie ledikanten met behangzels
drie bedden
twee matrassen
drie peuluwen
dertien hoofdkussens
vier dekens
een cabinet met zilver beslag
een laatafel
twee tafels
een goud zakhorologie
vier stoelen
een kledere koffer
een groote blikke trommel
een yzere geldkist
een ophaal gordyn
twee kleyne vengster gordynen
een spiegel
twee schenkbladen
een schaak en dam bord
een lootery spel
twee rakken waarop
eenige potjes en vlesjes met medicynen
eenige boeken en
eenige snuyseryen
een koffer waarin eenig timmermans gereedschap
een koffer met eenige chirurgyns instrumenten
een hand zaag
een span zaag
twee vioolen
een boter karn
drie boter vaatjes
een boter bak
een rolstok
een tobaksdoos
een groote aarde pot
een tin verlakte lamp
een wynpomp
een meelzift
twee inktkokers
een witkwast
een poederdoos
een tobaksdoos
een sabel met zilver gemonteerd
In de binnekamer ter linkerhand
drie ledikanten met behangzels
drie bedden
drie peuluwen
negen kussens
drie dekens
een latafel
vier koffers
een kist
een tafel
drie stoelen
een spiegel
een ophaal gordyn
twee kleine vengster [gordyn]
een rak waarop
een aarde soep terrine
drie tinne soep terrine
acht aarde schotels in zoort
drie en twintig aarde borden in zoort
een souspotje
twee boterpotjes
vyf karaffen
acht waterglaasen
drie wyn glaasen
twee zout vaatjes
twee peper bussen
een hand lantaarn
vyf tinne borden
elf kopere kandelaren
twee kopere blakers
vyf snuyters
een koffy molen
een blikke beker
een tregter
een kopere quispeldoor
een doos waarin eenige tinne lepels, vorken en messen
een schenkblad
een koffy machine
een thee machine
twee lampetten en kommen
een theepot, melkkan en zuikerpotje
een kopere theebak
vyf pierings en vier kopjes
een kom
In de keuken
een bakkist
een waterhalfaam
vyf water emmers
een ryst blok
een hakkebord
een kopere emmer
een castroll
een taartepan
twee blikke castrollen
vyf yzere potten
drie pannen
een rooster
drie waterketels
een vyzel
een comfoor
een sprits spuyt
twee drievoeten
drie blakers
een vuurtesje
drie tinne schotels
twee geelkopere quispeldoren
twee strykyzers
een leepel, schuymspan en vork
een aschschop en vuurtang
vyf schoorsteen kettings
een houtbyl
een wavelyzer
Op de zolder
een kombuys tavel
drie kisten met zemels
vier broodplaaten
een kast met zout
een quantiteit garst
een quantiteit koorn
dertig geelhoute planken
twee zakken peper
agt zakken ryst
elf zakken meel
vyf zakken erwten en boonen
drie en twintig ledige zakken
een zeyl voor een veld tent
een koffer
twee kleine kastjes met rommelarye
twee stoelen
een veldstoel
zeven gordyn planken
twintig gordyn roeden
vier ledige kasten in zoort
een schepel
een sluytmand
vier vaam kabeltouw
een quantiteyt lyntouw en
eenige snuyseryen
In de winkel
vier tafels
een laatafel
vyf rakken in zoort
vier stoelen
circa een honderd twee en dertig manshoeden in zoort
drie en dertig stukken fluweel
vier en twintig aangesneedene stukken fluweel
een stuk grof blaauw laken
agt stukken lakens in zoort /:aangesneeden:/
drie stukken baay /:aangesneden:/
vier en twintig stukken nankinsch
acht stukken nankinsch /:aangesneden:/
zes rollen diemit
zes rollen diemit /:aangesneeden:/
veertien pakken geel Chinaas linnen
zes en twintig stukken blaauw linnen
drie en dertig stukken wit linnen
twee stukken Schots geruit
zeventien stukken Schots geruit /:aangesneden:/
vyf aangesneedene stukken onderbaatjes goed
twee en veertig stukken neteldoek en doerias in zoort /:aangesneeden:/
achtien stukken wit linnen in zoort
acht stukken wit linnen /:aangesneeden:/
drie en twintig groote stukken chitsen in zoort
twee en veertig groote stukken chitsen /:aangesneeden:/
een honderd zeven en vyftig kleine stukken chits in zoort
zeven en zeventig stukken blaauw Indisch geruit in zoort
vyf p:s boelang
vyf stukken witte vyne halsdoeken
negen stukken witte vyne halsdoeken /:aangesneeden:/
veertien stukken witte vyne zakdoeken
elf stukken witte vyne zakdoeken /:aangesneeden:/
zeven stukken bonte vyne zakdoeken
dertien stukken bonte vyne zakdoeken /:aangesnede:/
een [stukken] zwarte zyde doeken
vyftien enkelde zwarte zyde doeken
twee stukken blaauwe linnen
vyf stukken blaauwe linnen /:aangesneeden:/
zeven tjaals
vyf stukken blaauw gestreept
achtien stukken linnebaay
zes stukken linnebaay /:aangesneeden:/
drie rollen tyk
drie rollen tyk /:aangesneede:/
een stuk Vlaams linnen /:aangesneeden:/
zestig p:s gemaakte hembden
zeven blaauw lakense en drie blaauw gestreepte broeken
een blaauw lakense baatje
eenige bossen schagten
veertien riemen en eenige boeken schryfpapier
een quantiteit garen in zoort
een quantiteit band in zoort
een quantiteit koord in zoort
een quantiteit knopen in zoort
een quantiteit scharen in zoort
een quantiteit snuyters in zoort
een quantiteit slooten in zoort
een quantiteit katoen in zoort
een quantiteit kousen in zoort
een quantiteit handschoenen in zoort
een quantiteit schoenmakers garen in zoort
een quantiteit aardewerk bestaande in borden, kommen en waterpotten
een aantal pletty kandelaren
een quantiteit tinne borden
een geelkopere thee machine
een quantiteit glasen in zoort
een Chinaase thee servies
twee rood verlakte schenkbladen
eenige keetels
een quantiteit groene en zwarte thee
een quantiteit roode minie
een quantiteit witlood
een quantiteit vrouwen enkinderen handschoenen
een quantiteit kruysbanden
een quantiteit tinne lepels en vorken
een quantiteit messen in zoort
een quantiteit groote yzere potten
een quantiteit graven
een quantiteit sikkels
een quantiteit bylen
een quantiteit spykers
twee glaase patroon kasten waarin
een zilver soeplepel
zes en twintig zilver eetenslepels
twaalf zilver eetensvorken
zes en dertig zilver thee lepeltjes
drie en twintig confyt vorkjes
een zilvere schenkblad
twee zilvere zuykerpotjes
een zilvere koelbakje
twee zilvere zoutvaatjes
een zilvere zuikertangetje
een zilvere Vrye Metzelaars sabeltje
twee p:r zilvere schoengespen
twee p:r zilvere kniegespen
zes zilvere mostaard lepeltjes
twee paar zilvere spooren en
eenige galanterie waren
vier schaalen met hunne balansen en eenige stukken gewigt
een quantiteit klederborstels
een quantiteit schoenborstels
een quantiteit paardeborstels
een quantiteit roskammen
zes parapluies
eenige vlesjes met zoete olie, visch sauzen, etc:a
een quantiteit breynaalden
een quantiteit koperdraad
een quantiteit spelden in zoort
een quantiteit naalden in zoort
een quantiteit kammen in zoort
zeventien cyfer leyen
eenige pakken grifjes
een quantiteit potlooden
eenige tondeldoozen en vuurslagen
eenige trommels waarin eenige restanten aan zuiker, specerijen, corinten, sago, gort
eenige blikken met snuyf
twee kasten met ruyten
drie vaatjes verf
zes koekepannen in zoort
een winkel ladder en voorts
eenige kleinigheeden
In de kelder n:o 1
een en dertig pickels koffy
elf zakken zuiker
een en een halve zak tamarinde
vyf en twintig rollen tobak
twee vaatjes tobak
twee kisten waarin een quantiteit zuyker
een kadel
een rak waarop
twee soup terrines
twaalf dozyn borden in zoort
dertig schotels in zoort
een aarde kom
een melkpotje
drie boterpotjes
een sauspotje
drie aarde sauslepels
twee Chinaase confituur potjes
tien atjar potjes
zes glaase karaffen
tien olie en azyn vlesjes
eenige steenen zeep en
tien pakken schoenzwartzel
een quantiteit kalk
twee vrouwe zadels
drie mans zadels
negen toomen
twee halters
een valies
een quantiteit uitgesmolte vet
twee ledige botervaten
zeven ledige kasten
een ledige vat
twee yzere potten
een restant borrie en voorts
eenige snuyseryen
In de kelder n:o 2
een mand aardewerk
drie vaten waarin wat rum
twee vaten waarin wat wyn
een klein vaatje waarin een weinig zuurlemoen zap
twee klein [vaatje] in het eene een weinig wyn en in het ander wat bitter
eenige kannen en bottels wyn
twee koffers met blaauwsel
twee kasten met kalk
een tregter
een ledige balie
twee gieters
elf graaven
vier pikken
twee koevoeten
een tuin hark en wyders
enig rommelary
Op de werf
een osse wagen met dies toebehoren
veertien trekossen
zeven en twintig aanteelbeesten
twaalf aanteel paarden en
vier honderd en zeventien aanteel schapen
Baten des boedels
    Rd:s
  aan contanten in den boedel gevonden en in bewaring aan de wed:we verbleeven 986:0:1
voldaan den 21 Maart 1814 een vendurolle betaalbaar den 23 Dec: 1813 groot p:r saldo 1335:2:--
voldaan den 21 Maart 1814 een vendurolle betaalbaar den 9:e Nov:r 1813 groot per saldo 835:2:1
voldaan Julij 1814 een vendurolle betaalbaar den 5 Junij 1814 groot per saldo 1352:3:3
voldaan den 21 Maart 1814 een gecedeerde notarieele obligatie ten lasten J:A: Kunz in faveure de heer A:A: Faure d:d: 14 October 1812 groot 800:--:--
voldaan den 21 Maart 1814 een gecedeerde notarieele obligatie ten lasten J:A: Kunz in faveure de heer A:A: Faure d:d: 14 October 1812 groot 468:--:--
  een door den heer P:S: Buissinne op den heer W:F: de Haan getrokken wissel d:d: 21 Juny 1813 en door den overleedene aan den heer Lucas Fred:k Fisscher ter incasseering overgezonden groot 3000:--:--
vold: den 11 Maart 1814 een onderhandsche schuldbrief d:d: 16 Maart 1813 ten lasten Messrs J:D: Camyn and Co: betaalbaar den 16 December eerstkomende cum renten, groot aan cap:l 517:--:--
voldaan April 1814 een onderhandsche schuldbrief ten lasten A: Rosa d:d: 7 May 1812 betaalbaar cum renten met p:mo Janu: 1814 groot aan capitaal 212:--:--
  een onderhandsche schuldbrief ten lasten J:A: Kunz d:d: 9 Juny 1813 betaalbaar cum renten den 16 Juny 1814 groot aan capitaal 200:--:--
vold: den 21 Maart 1814 een onderhandsche schuldbrief ten lasten A: Keyter d:d: 15 Mey 1813 betaalbaar cum renten den 15 Aug:s eerstkomende groot aan capitaal 100:--:--
  een door J:H: Voorman gepasseerde en door P:E: Kleu op den overledene gecedeerde onderhandsche schuldbrief, groot 26:4:--
  een onderhandsche schuldbrief ten lasten Johannes Otendaal d:d: 18 Juny 1813 reeds verstreeken den 18: dezer, groot 15:1:2
  Matth:s Gerh:s Beukes voor het lopen eener vendubrief ten zyner lasten, groot 55:7:--
Boekschulden
    Rd:s
word tegengesproken Matth:s Beukes d’ oude 21:4:--
  Nicolaas Slegt 3:--:--
  Jan du Toit 14:5:--
  Hendrik Smidt 16:--:--
  J:H: Voorman 7:6:--
vold: den 21 Maart 1814 Hendrik Kleynhans 83:6:--
  Roosje van Alberts 5:2:--
door Rorich verantwoord Lemming 1:--:--
  C:J: van der Lith 13:--:--
vold: den 21 Maart 1814 Nielse Luck 1:--:--
vold: den 21 Maart 1814 de heer Human 1:2:--
vold: den 21 Maart 1814 Drosky 0:2:--
  Ryk Meiring 10:4:--
  Fredrik Koch 3:4:--
  Hend:k van Vollenhoven 1:--:--
vold: den 21 Maart 1814 Jan Crous 14:4:--
vold: den 21 Maart 1814 Anthony Keyter 113:4:--
  Catryn /Hottentottin/ 2:--:--
  Dirk Uys 4:4:--
vold: den 21 Maart 1814 Heyn Crous 10:--:--
  Michiel Casp:s Eksteen 6:--:--
  Pieter Janssen 0:2:--
vold: den 21 Maart 1814 Jacobus Rensburg Marth:sz 9:4:--
vold: den 21 Maart 1814 Johannes Muller 10:--:--
  Johan Jurgen Sieberhagen 5:2:--
vold: den 21 Maart 1814 Joh:s Jac:s Mulder 21:--:--
  districts kas van Zwellendam 98:--:--
  Christiaan Hampe 8:--:--
  Herm:s Arn:s Eksteen 1:--:--
  Johannes Otendal 3:--:--
  Hend:k Crous d’ oude 10:6:--
vold: den 21 Maart 1814 Jacobus Botha 0:4:--
  Gerh:s Corn:s de Neys 3:2:--
  de heer P:S Buissinne 368:3:3
  de heer P:S: Buissinne voor 7 maanden huur van een kamer á 8 rd:s p:r maand 56:--:--
  Hend:k Hernhold 9:7:--
  Dr Mackrill 25:--:--
  Mr West 1:2:--
  jufr:w Weitsman voormaals de wed:we van Vucht p:r rest 436:4:--
  de meid van jufv:w De Wit 2:5:2
  de meid van jufv:w Steyn 4:3:--
  juff:w de wed:we Muller 0:3:2
  B: de la Motte 1:0:4
  de jongen van Muisenkelder 0:2:2
  [ ..... ] Lerm 7:--:--
  M: Pietersen 14:4:4
  de jongen van den h:r Egb:s Berg 6:--:--
  de molenaar Swart aan Drakensteyn 30:1:2
  de heer Schoekhardt 4:--:--
  de heer Hendrikse 11:--:--
  Marth:s Keet 26:7:--
  Janssen de timmerman p:r rest 1:1:--
  jufv:w Kuhlman 11:--:--
  Olkerd Smidt 5:3:--
  de wed:we Storm 24:4:4
  Serg:t Muller 72 Reg:t p:r rest 8:--:--
  Mr M:c Connel Cape Reg:t 44:4:--
  Major Bertes 21 Drag:s 7:--:--
  Serg:t Wright 83 Reg:t 8:7:--
  Piet Tousain 6:3:--
  Mr Row 11:6:--
word tegengesproken [ ..... ] Grundler per rest 2:2:--
  Fred:k Rahl 58:0:2
  Lieut:t Humphrys 1:--:--
  Lieut:t Newton 21 Drag:s 2:2:--
  Quarter Master Shearing 21 Drag:s 39:1:2
vold: den 18 April 1814 Major Napper 83:d Reg:t 51:7:4
vold: den 18 April 1814 Capt: Alex:r Campbell 83 Reg:t p:r rest 21:--:--
vold: den 19 Feb:r 1814 Georg Henning 28:1:--
bewys vertoond dat voldaan is jufv:w Leibbrandt 25:2:4
bewys vertoond dat voldaan is Alexander Francke 68:1:--
  Christ:n Bam 9:5:2
  Capt: Bell 260:6:4
  de jongen van Jac:b Bouchie 0:3:--
  de jonge jufv:w Dina Mulder 0:2:--
  jufv:w Schultz 1:6:--
  Ernst van Berning 69:--:--
  de vryzwart Slammat 0:7:--
  de Amer: kapteyn Swart 1:--:--
  [ ..... ] Pentz 34:--:--
vold: den 10 Maart 1814 jufv:w Fonck 8:--:--
  Jan Ley 4:--:--
  [ ..... ] Langerman 0:4:--
  Serg:t M:c Kay p:r rest 26:--:--
  Cluhn /de Engelsche snyder/ p:r rest 22:--:--
  Lieut:t Bell 87 Reg:t 5:4:--
  Serg:t Maj:r Mase 87 Reg:t 6:6:--
  Lieut:t Trydell 0:2:--
  John MacDonnald /messman/ p:r rest 27:--:--
  de boedel van wylen Chr: Fred:k Kunz 302:6:--
vold: den 21 Maart 1814 Adam Kunz p:r rest 94:1:2
een bewys vertoond dat aan den overl: voldaan heeft [ ..... ] Marais /aan Zwartland / 14:2:--
  Jan Behr 3:--:--
een bewys vertoond dat de schuld voldaan is [ ..... ] Bouche 61:1:--
vold: den 21 Maart 1814 Tobias Bauer 3:4:--
  [ ..... ] Kuhn 0:2:--
  Francois Agron 0:2:--
  Andries Willemse 2:4:--
  Hannetje West 0:5:--
  D: Davidse 90:--:--

Wyders /:blykens annotatien en bewyzen daarvan in den boedel gevonden:/ door den overleedenen aan zynen gemachtigdes in de Kaapstad J:N: Rorich ter incasseering overgezonden onderscheidene schuldbrieven en reekeningen ten lasten van de volgende perzoonen, namentlyk

    Rd:s
verantwoord door Rorich 24 Sept:br 1813 J:C: Schiller 469:4:--
  de onderschout Geyer 40:--:--
  de onderschout Morgendahl 9:--:--
voldaan den 18 April 1814 [ ..... ] Hes 18:--:--
verantwoord door Rorich 24 Sept:br 1813 H:A: Basson 60:3:4
voldaan December 1813 A:H: Prins 126:4:--
verantwoord door Rorich 24 Sept:br 1813 [ ..... ] Blommerus 60:--:--
verantwoord door Rorich 24 Sept:br 1813 Capt:n Ord 46:6:--
  Lieut:t Proctor 45:4:--
verantwoord door Rorich 24 Sept:br 1813 Lieut:t Kocks 10:6:2
verantwoord door Rorich 24 Sept:br 1813 aan contanten 50:--:--
voldaan December 1813 Seb:n Walters 128:6:--
voldaan December 1813 [ ..... ] Janssen gehuwd met de dogter van gem: Walters 69:3:4
verantwoord door Rorich 24 Sept:br 1813 Willem Lambert 18:--:--
voldaan den 1 Nov:br 1813 Hannetje Beyers aan Papendorp 23:--:--
verantwoord door Rorich 24 Sept:br 1813 serg:t John Campbell 1:--:2:--
verantwoord door Rorich 24 Sept:br 1813 capt:n Gray 83 Reg:t 22:4:--
voldaan August 1814 Pieter van der Spuy 33:--:--
verantwoord door Rorich 24 Sept:br 1813 capt:n Cameron 83 Reg:t 71:6:--
  Lieut:t Aitchison 0:2:--
door Rorich in mindering verantwoord rd:s100 24 September 1813 de heer Kassner 195:3:--
  Jan Rickert 31:--:--
  Lieut:t Prescott 0:2:--
  Lieut:t Stake 17:2:--
door Rorich verantwoord 24 September 1813 jufv:w Keuler 5:2:--
  serg:t Shelding 43:7:--
  [ ..... ] Anderson /messman/ 60 Reg:t 17:--:--
verantwoord door Rorich 24 Sept:br 1813 Capt:n Boulton 31:2:--
Lasten des boedels
  Rd:s
aan mejufvrouw de wed:w Corn:s van der Poel ƒ17000 ofte 5666:5:2
aan de door den overleedenen by zyne vorige huysvrouwe wyle Bernhardina Wilhelmina Oppel verwekte vyf kinderen van moeders bewys, blykens de daarvan door den overleedene op den 28 Nov:r 1800 voor den notaris m:r Johan Henoch Neethling en getuigen gepasseerde acte van kinderbewys ƒ25000 ofte 8333:2:4

Op heden den dertigsten dag der maand July des jaars een duyzend acht honderd en dertien

Compareerde voor my Daniel Kuys, Notaris van het district Zwellendam , de hier bovengemelde Elisabeth Catharina Rothman, nagelaatene weduwe van den overleedene dewelke verklaarde in het opgeeven van dezen inventaris haarzelve getrouwlyk en oprechtelyk te hebben gedragen zonder deswegens iets agtergehouden ofte verzweegen te hebben, direct of indirect, presenteerende desnoods en daartoe verzogt zynde, deeze met den boedel eed te zullen bekragtigen, beloovende indien iets naders tot voordeel ofte schaade van den gem: boedel mogte opkomen, hetzelve ten allen tyde by nadere ampliatie van inventaris te voorschyn te zullen brengen.

Aldus dezen inventaris geslooten ter presentie van d’ edele Tobias Bauer en den klerk Andreas Tobias Kolver als getuigen hiertoe verzogt.

/:onderstond:/

was get:d /E:C: Rothman weduwe J:H: Richter, /:lager:/ In kennisse van my /was get:d/ D: Kuys, Notaris /:in margine stond:/ als getuigen /was geteekend/ J: Bauer, en A:T: Kolver

Accordeerd met dies origineel ter Secretarye alhier berustende: D: Kuys, Sec:s

MOOC8/30.19

{18140404} 4 April 1814 Isaak Pietersz

Inventaris van alle zodanige goederen als er op Dingsdag den neegen en twintigste dag der jongst gepasseerde maand Maart in den jaare en duijzend acht honderd en veertien ab intestato metter dood zyn ontruijmd ende nagelaten door Isaak Pietersz ten voordeele zyner onbekende erfgenamen, zodanig als deselve nalatenschap door my ondergeteekende Adjunct Commies der Weeskamer ter presentie der meede geteekende getuijgen is opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande alle deese goederen in de volgende, te weeten

In het huijs van Nicolaas Russouw, en aldaar

In een agtervertrek
een kist waarin
zeeven baatjes
een rok
vier broeken
een p:r kousen
een doek
een jas
een oude hoed
twee riemen
zes stoelen
drie tafels
een ledikant met behangzel waarop
een bulzak
een kussen en
een deeken
een theemachine
een koffiekan
zes schilderyen
een spiegel
een kopere keeteltje
een kandelaar en snuyter
Credit des boedels
  Rd:s
aan contanten in deselve gevonden drie ryksd:s en zes en dertig stuyvers zegge 3:36

Aldus na gedane ontzegeling g’inventariseerd aan de Kaap de Goede Hoop ten huize voormeld op den 4:e April 1814.

Als getuygen: J: Serrurier, J:N: Rorich

Voor den opgaaff: N:s Russouw

My present: P:E: Faure, Adj:t C:

MOOC8/30.20

{18130903} 3 September 1813 Colin Peter

Inventaris van alle zodanige goederen als er op Dingsdag den een en dertigste dag der jongst gepasseerde maand Augustus in den jaare een duijzend acht honderd en dertien ab intestato metter dood zyn ontruymd ende nagelaten door den stuurman van het extra Edele Oost Indische Compagnie schipColin Peter, ten voordeele zyner onbekende uitlandige erfgenamen, zodanig als dezelve nalatenschap door ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren is g’inventariseerd en opgenomen, mitsgaders bevonden te bestaan in het volgende, namentlyk

Ten pakhuijse van den heer John Murray
een koffer waarin
een lakense rok
vier en dertig broeken in zoort
dertien baatjes
zes bonte hembden
een witte hembd
drie p:r kousen
neegen doeken in zoort
een sprey
agt hand doeke
een kussensloop
drie hoeden
een tafel laken
een mans en drie vrouwen chambreels
tien doosjes met elf yvoore waayers
een octant
drie doosjes met knoopnaalden
vier carette kammen
een mancse met wat gaaren
een tandentrekker
een koffer waarin
twaalf broeken in zoort
een bonte hembd
twee baatjes
twee p:r wolle kousen
twee p:r wolle handschoenen
een halve doek
een p:r laarsen
twee p:r schoenen
eenige schrijfpennen
twee hembden
twee baatjes
drie doeken
twee jassen
een mattras
drie deekens
een schryfkistje waarin
eenige yvoire viesjes
twaalf geslote brieven aan differente perzoonen
een yvoire seroeten doos
een goud zakhorologie met ketting
agt yvoire oorleepeltjes
een ledikant en bedt
Crediten des boedels
vold: den 5 September 1814 aan contanten in dezelve gevonden vier en twintig zilvere Spaansche matten
  een wissel getrokken door John Cros in behoeve van den overleedenen en g’accepteerd by John Murray groot £212:12 waarop in mindering is betaald twintig zilvere Spaansche matten

Aldus na gedane ontzegeling g’inventariseerd aan de Kaap de Goede Hoop op den 3:e September 1813

Als gecomm: Weesmeesteren: A:V: Bergh, G:E: Overbeek

Voor den opgaef: John Murray

My present: P:E: Faure, Adj:t Commis

MOOC8/30.21

{18140609} 9 Junij 1814 Johannes Kloppenburg

Inventaris van alle zodanige goederen, als er op Maandag den zesden deezer lopende maand Junij des middags de klokke twaalf uuren, ab intestato metter dood zyn ontruijmd ende nagelaten door Johannes Kloppenburg geboortig van Amsterdam , ten voordeele zyner onbekende uitlandige erfgenamen, zo als dezelve nalatenschap na gedane ontzegeling door ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren is geinventariseerd en opgenomen, mitsg:s bevonden te bestaan in het volgende, te weeten

In een pakhuijs onder de Africaansche schouwburg n:o 7

een kleyne spiegel
vier schilderyen
een kleyne horologie kast
een kapstok
een kleine tafel met een steene blad
een lampet en kom defect
een kleederen kist waarin
twee rokken
een jas
drie jekket
vyftien hembden
twaalf broeken
drie en twintig baatjes
agt p:r kousen
zeeven en twintig doeken en dassen in zoort
vyf hand doeken
een laken
zeeven kussenslopen
twee kruysbanden
een lampher
een toiletdoos
een p:r laarsen
vyf p:r schoenen
vier borsels
een scheerdoos
een p:r handschoenen
een zilvere pypendop
vyf en dertig boeken in zoort
een wandelrotting
een zabel
een tobaksdoosje
een hoed
drie kolfballen
een p:r zilvere schoengespen
een p:r goude handknoopjes
een goude oorkrabbetje
twee trekpennen en een passer
een slonsje
twee aarde kommen
een baly
een bulzak
een peuluw
vyf kussens en
twee deekens
een oude jas
twee kastjes thee
twee dubbelde kastjes thee
vyf ronde leniaals
drie kuypers bijlen
elf ysere koekepannen
twee pakjes schroeven
vyf pakjes koper beslag
vier troffels
twee troffels
agt platte pikken in zoort
een hamer
vyftien kamerdeur slooten
twee en dertig bylen in zoort
vyf dissels in zoort
agt en tagtig raspen in zoort
drie en zestig steek bytels in zoort
twee en veertig schaafbytels in zoort
twaalf koekjes schoenzwartsel
twee en twintig frikbooren
drie waayers
twee messen
twee cyfferleyen
dertien avegaars booren
een grote byl
een plat pik
een schaafbytel
twee beekers
een party vuursteenen
tien strengen zylgaaren
twaalf bossen lynen
een p:r vengster knippen
vier p:r hengzels
vyf koubeitels
twee grendelslooten
een paardenborsel
een en twintig kistslooten
zeeventien hangsloten
vier tinne kommetjes
drie klinken compleet
elf kopere tonteldoozen
agt vuurslagen
zes scharen
een en veertig potlooden
zeeventien ysere leepels
veertien pypenrietjes
vijf zilvere pypendopjes
een p:r stiegbeugel
agt fyne kammen
een friseer [kammen]
een party knoopen
een party kopere oorkrappen
twee schoolboeken
zeeven witkwasten
een party fylen
drie nyptangen
twee yzere bankschroeven
twee worsten en twee strengen kabelgaaren
een yzere mooker
twee en veertig yzere potten in zoort
een en dertig graven
vyf pikken in zoort
twee roosters
een schapenschaar
een restant lijm
tien zagen in zoort
twee blikke lantaarns
twee zwarte aarde trekpotjes
een zwarte aarde zuykerpotje
agt pakjes gaaren
agt pakjes band
drie pakjes koord
een party naaizyde
twee stukken geel Chinees linnen
een stuk wit linnen
zes zwarte zyde doeken
drie boeken schryfpapier
een stuk witte doeken
een lap linnen
een pyp met zilver beslag
een lap geruyte doeken
een stuk Chineesch linnen
een lap nankinsch
een lap chitz
een aangescheurde rol blaauw linnen
neegen pakjes inktstof
een party zylnaalden en plaaten
een vat met een restant spykers
een glaze negotie kast
een vierkante tafel
een toonbanks kadel
een kastje met een restant thee
een vaatje roode verf
een vaatje hagel
een party klyne booren
een ysere balans met kopere schalen en zes stukken gewigt
Ten huyse van J:J: Pool
een zilvere zakhorologie
drie lakens
drie slaapmutzen
drie hembden
een broek
een onderbaatje
twee handdoeken
drie sloopen
een chambreel
een gezangboek
een kadel
een nagtspiegel
negentien pikken
twee graven
neegen en zeventig witkwasten
vier en dertig bylen
agt booren
Contanten des boedels
  Rd:s
de helfte eener somma van rd:s een honderd agt en twintig, zynde het geen gevonden is in den winkel door den overleedenen met J:J: Pool om de helfte in maatschappy gehouden 64
Crediten des boedels
zo veel diverse perzonen over boekschuld debet zijn aan de maatschappy van negotie door den overleedenen om de helfte met J:J: Pool gevoerd blykens aparte notitie aan dezen inventaris g’annexeerd, waarvan de reekeningen aan evengemelde Pool zullen worden ter handen gesteld, omme dezelve zo veel en zo spoedig mogelijk te incasseeren, en de helfte van het bedragen deszelve aan de Weeskamer te verantwoorden

Pro memorie word alhier genoteerd dat de in de winkel gevondene door den overleedene met meergem: Pool in maatschappy bezeetene negotie goederen, met denzelven om de helfte zyn gedeeld, en dat gevolglyk de schulden die nog op de maatschappy berusten door den boedel voor de eene helfte moeten worden gedragen

Aldus na gedane ontzegeling g’inventariseerd en opgenomen aan de Kaap de Goede Hoop op den 9:e Juny 1814, ende zulks op het op en aangeeven van de in den hoofde dezes gemelde Pool, dewelke verklaarde zig hierinne ter goeder trouwe gedragen, en met zyn weeten niets verzweegen of te rug gehouden te hebben van al het geen tot den boedel en nalatenschap behoord, invoegen hy dan ook betuygde de deugdelykheid zyner opgave ten allen tyde des vereischt werdende, met solemneele eede nader te bevestigen en verdere belofte zo hierna nog iets tot gezegde nalatenschap behoorende mogte worden ontdekt, daarvan nader en getrouwelyk ter Weeskamer opgaaf te zullen doen ten einde deezen inventaris daarmeede te amplieeren.

In teeken der waarheid is deesen ter presentie van ons gecommitteerde Weesmeesteren ende my Eerste Commis der Weeskamer door den inventarient eigenhandig onderteekend

Als gecomm: Weesmeesteren: A: v: Breda, W:J: Klerck

Voor den opgaaf: Joh:s Jac:s Pool

My praesent: G:A: Watermeijer, E: C:

Bekenne ik ondergeteekende Johannes Jacobus Pool ontfangen te hebben van de Weeskamer de ondervolgende reekeningen ten lasten de daarby bekend gestelde perzonen, behoorende tot de maatschappij door my met nu wylen Johannes Kloppenburg gevoerd, omme dezelve te incasseren en vervolgens ter gemelde Kamer te verantwoorden, als

  Rd:s
1 ten lasten Philip Olivier 2:--:--
1 ten lasten Voges /:voorzanger:/ 8:--:--
1 ten lasten Org Gans 15:--:--
1 ten lasten Petrus Schonken 44:2:--
1 ten lasten van Petrus Brewis 11:--:--
1 ten laste van Mr Read 7:--:--
1 ten lasten van Sergeant Wheeler 7:--:--
1 ten lasten van Robert Carr 78:6:--
1 ten lasten van Greeff 1:2:--:--
1 ten lasten van Cobus Linde /onder Zwellendam/ 2:0:2
1 ten lasten van Martin Smith d’ oude 4:--:--
1 ten lasten van J: de Goede 3:2:--
1 ten lasten van J: Rutgers 16:--:--
1 ten lasten van Petrus Louw S:zn 1:4:--
1 ten lasten van Baster 6:4:--
1 ten lasten van Petrus du Toit / Hexrivier / 13:--:--
1 ten lasten van Petrus H:k de Villiers / Zilvermyn / 4:6:--
1 ten lasten van Thomas Buckle 4:--:--
1 ten lasten van de wed:e Hebel 9:3:--
1 ten lasten van de heer Stuckerus 2:--:--
1 ten lasten van Jurrie Lingeveld 3:--:--
Somma Rd:s243:5:2

Ter Weeskamer aan de Kaap de Goede Hoop den 11:e Juny 1814

Joh:s Jac:s Pool

MOOC8/30.22

{18140523} 23 May 1814 Henry McGregor

Inventaris van zodanige goederen, als er op Dingsdag den zeventienden dag der maand May in den jaare een duyzend agt honderd en veertien ab intestato met er dood zyn ontruimd ende nagelaten door den gewesenen capitein van zekere brik,, toebehoord hebbende aan Mr W:J: Venables met naame Henry McGregor ten voordeele zyner onbekende uitlandige erfgenamen, invoegen als het een en ander door ons onderget: gecomm: Weesmeesteren zyn opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande alle deeze goederen in als volgt

Ten huurhuyze van de h:r Reynolds by Johannes Abrahams alwaar den overledene het laatst is woonagtig geweest

een koffer waarin
elf witte hembden
zeven bonte hembden
twaalf onderbaatjes
dertien broeken
twee bovebaatjes
veertien p:r kousen
zeven p:r zokken
een p:r zwarte zeide kousen
veertien zakdoeken in zoort
negen dassen
twee lakens
twee lakensche rokken
drie handdoeken
drie sloopen
twee kruisbanden
een klein compas
een zilvere horologie
twee oud zakboekjes
een kist waarin
drie streikriemen
zes liniaalen
een stuk zeep
een kistje met wat scheergoed
een potje met een restant zalf
een tinne spuitje
twee rokken
drie flesjes met medicamenten
zeven baatjes in zoort
twee roode scheepsch hembden
zes oude broeken
een schansloper
twee lakens
drie p:r wolle kousen
een hamer
drie p:r handschoenen
een kleder borssel
een scheerdoos
drie p:r schoenen
een kopere kraan
vier potloten
een kopere inkkoker en voorts wat rommeling
negen zee kaarten
een mattras twee kussings en drie wolle dekens
twee ronde hoeden
Crediten des boedels
  Rd:s
aan contanten in dezelven gevonden als
negen en zeventig zilvere Spaansche matten
twee Spaansche crosades
vier en dertig ryksd:rs papiere munt zegge 34

Wordende alhier pro memoria genoteerd

dat volgens declaratie van Johannes Abrahams den overledenen nog eene pretensie zoude hebben op de heer W:J: Venables

dat eene rekening van betaalde doctors loon en kamer huur door voorm: S: Abrahams nader zal worden opgegeven

Aldus na gedane ontzegeling g’inventariseerd ten huyze voormeld op den 23:ste May 1814.

Als gecomm: Weesmeesteren: W:J: Klerck, A: v: Breda

Voor den opgaaf: J: Abramsz

Mij present: P:E: Faure, Adj:t C:

MOOC8/30.23

{18140205} 5 Februarij 1814 Wolter Jan Wolters

Inventaris van zodanige goederen, als er ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door Wolter Jan Wolters ten voordeele zijner onbekende uitlandige erffgenamen, invoegen als het een en ander door mij Adj:t Commis is opgenomen en in geschrifte gebracht, bestaande alle deese goederen in de volgende, namentlijk

een kist waar in
twee zwarte onderbaatjes
twee witte onderbaatjes
een zwarte rok
twee manellen
een blaauwe jekket
een blaauwe boven baatje
drie broeken in zoort
drie hembden
vier doeken
een ronde hoed
ses paaren kousen
een lap gemotteerd casimier
een scheer doosje
een scheermes
een defecte spiegel
een paar kniegespen
een zadel en toom
Beestiaal
een rijdpaard
een merrijpaard
Inneschuld
  Rd:s
van Johannes Nicolaas Louw voor negen maanden onderwijs aan zijne kinderen, á 10 rd:s p:r maand 90
Last des boedels
  Rd:s
aan opgem: Joh:s Nicolaas Louw over aan den overleedenen voorgeschoten penningen en gedane begravenis onkosten blykens specificque reek: 241:32

Aldus gedaan en g’inventariseerd ter Weeskamer aan Cabo de Goede Hoop op den 5:e Februarij 1814, ende zulx op het op en aangeeven van bovengem: Johannes Nicolaas Louw, dewelke verklaarde zig hierinne ter goedertrouwe gedragen en niets versweegen of te rug gehouden te hebben dat tot de nalatenschap behoord, invoegen hij ook betuigde de deugdelijkheid zyner opgave ten allen tijde des vereyscht wordende met eede gestand te doen, en verdere belofte zo hier na nog iets tot gesz: nalatenschap behorende mogte worden ontdekt, daar van nader en getrouwelijk opgave te zullen doen, ten einde deese inventaris daarmeede te kunnen worden g’amplieerd.

In teeken der waarheid is deeze door dikwilsgem: Joh:s Nic:s Louw in presentie van mij Adj:t Commis en getuigen behoorlijk onderteekend.

Als getuigen: J: Serrurier, J:N: Rorich

Voor den opgaaf: J:s Louw

Mij present: P:E: Faure, Adj:t C:

MOOC8/30.24

{18140407} 7 April 1814 F: J: Olweg

De nalaatenschap van goedere van F:J: Olweg

1 bet
1 baatje
1 broek
2 hemde
2 doeke
1 onderbaatje
1 hoet

Counterberg 1814 den 7 April

F: Buckle

Als getuigen: J:s N:s Greef, J: ter Meulen

MOOC8/30.25

{18130219} 19 Februarij 1813 Stephanus Venter , Francina Johanna Susanna Kruger

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als er door Stephanus Venter Hendrikszoon en wijlen Francina Johanna Susanna Kruger in gemeenschap bezeeten en door eerstgemelden ab intestato met ’er dood ontruimd en nagelaten, mitsgaders heeden opgenomen en in waaren weezen zijn bevonden geworden, te weeten

een tafel
twee katels
vyf en twintig voet planken
een paar meulen steene
een partheij oud ijzer
voor een ploeg het eyzerwerk
twee bytels
drie booren
een oud vaatje
twee vijlen
een rasp
een bankschroef
een schyfdoosje
drie hoepels
drie oude boeken /defect/
een oude omslag
een stoof
een kopere kandelaar /defect/
een defecte ploegspil
een oude zadel
een handmolen
drie ijzere potten
een emmer
twee kopere ketels oud
een atjar pot
een kopere strykijzer
twee vlessen
een koffij molen defect
twee tinne schotels
agt tinne borden
seven tinne lepels
vyf tinne vorken
een tinne soeplepel
twee geweers
een zift
een zadel en toom
een voorhamer
een buldzak, 2 kussens en 1 combaars
twee wolle combaarsen
een oude wagen
twee oude kisten
een oude stoel
een oude defecte compfoir
een anker vaatje
Beestiaal
acht trek ossen
een en twintig aanteel beesten
vyf hondert seven en tagtig aanteelschapen
een rijdpaard
twee aanteel paarden
Contanten
  Rd:s
aan gereed geld bevind zig 147
NB: aan den opgever gelaten
Baten des boedels
    Rd:s
voldaan van Abram Griesel over koop van de plaats gen:d de Zaayfontein p:r rest 80:--
voldaan van Jan Louis du Plessis over cont:t geleend geld 70:--
vold: van Alb:t Venter Jansz:n over cont:t geleend geld 60:--
voldaan van Pet:s Jac:s Venter St:z over cont:t geleend geld 70:--
vold: van Chr: Philipp:s Venter S:z 70:--
  van Coenr:d Fred:k Heerhold over ’t genezen van een mansslaaf van de Venusziekte 49:4
vold: van Jan Pijper over koop van een geweer 16:--
Schulden des boedels
  Rd:s
aan Jan Jacob Kruger over geleend geld 294:--
aan de weduwe Jan van Aswegen over geleend geld 225:--
aan Philip Potgieter over geleend geld 100:--
aan Coenraad Fred:s Heerhold weg:s dertig pond tabak 11:2
Erfgenamen
Petrus Jacobus Venter geboren den 23:ste Dec: 1790
Francina Stephina Venter geboren den 7 Febr: 1792
Christiaan Philippus Venter geboren den 1 Nov: 1793
Gerrit Venter geboren de 25 Febr: 1795
Johanna Maria Venter geboren den 18 April 1797
Jacob Venter geboren den 26 Aug: 1798
Anna Sophia geboren den 3 Maart 1799
Johannes geboren den 1 Sept:br 1803
Susanna Hendrina Dorothea geboren den 20 Febr: 1806

Aldus gedaan en geinventariseerd ten dorpe Graaff Reinet op den 19:den Febr: 1813 volgens ’t op en aangeven van voorgemelden weduwenaar Stephanus Venter H:kzn, dewelke verklaarde zig in het op en aangeven zijns boedels ter goeder trouwe te hebben gedragen en niets met weeten versweegen of agtergehouden, verklaarende zig dus bereid deeze zijne opgave ten allen tijde des gerequireerd werdende met solemneele eede te staven, met verdere belofte zo iets nader tot den boedel behoorende mogt ontdekken deezen inventaris daarmeede te zullen amplieeren, en is zulks geschied in ’t bijweezen van den clercq Joachim Barthold Wiese en den venduafslager Jeremias Auret als getuigen

Als getuijgen: J:B: Wiese, J:s Auret

Stevanus Venter

In kennisse van mij: Th:s Müller, Secret:s

MOOC8/30.26

{18130320} 20 Maart 1813 Christiaan Pieter Brits

J:N: Stole

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten, als er door wylen de burger Christiaan Pieter Brits in zijn leven zijn bezeeten en ab intestato met er dood ontruimd en nagelaten, mitsgaders heeden opgenomen en in waaren weezen zijn bevonden geworden, te weeten

een schiet geweer /defect/
Beestiaal
vier en dertig aanteel beesten
agt en vyftig aanteel schapen
ses dertig aanteel bokken
een oud rijd paard
Baten des boedels
    Rd:s
  van Gerrit Steenkamp over koop van zes ossen p:r rest 30
bet:d rd:s5 vide extract missive van den landdrost Fischer van Pieter Brits Ock:tz over koop van twee ossen 40
Schulden des boedels
[ ..... ]
Erfgenaamen
1) Rud Brits d’ oude
2) wijlen Cornelis Brits, de kinderen van denzelven zijn a) Rudolph Brits C:z
3) wijlen Gidion Brits, de kinderen van denzelven zijn a) Gidion Brits G:z
4) Ockert Brits
5) wijlen Pieter Brits, de kinderen zijn a) Rudolph Brits
b) Hubregt Brits getrouwd met Pieter Gouws de jonge
c) Johanna Brits
d) Neeltje Brits
e) Jan Brits
f) Christiaan Brits
6) Neeltje Brits getrouwd met Mattheus Joh:s de Beer

Aldus g’inventariseerd ten dorpe Graaff Reinet op den 20:sten Maart 1813 volgens ’t op en aangeven van den burger Mattheus Joh:s de Beer, dewelke verklaarde zig in ’t op en aangeven dezes boedels ter goeder trouwe te hebben gedraagen en niets met weeten versweegen of agter gehouden, verklaarende zig dus bereid deze opgave ten allen tijde des gerequireerd werdende met solemneele eede te zullen gestand houden met verdere belofte zo iets nader tot den boedel behoorende mogt ontdekken dezen inventaris daarmede te zullen amplieeren, en is zulks geschied in ’t byweezen van den venduafslager Jerem:s Auret en den burger Hendrik Dafel als getuigen en ten overstaan van den wel edele heere landdr:t J:H: Fischer

Als getuigen: J:s Auret, H: Dafel

Mattheus Johannis de Beer

In kennisse van mij: Th:s Müller, Secret:s

Ten overstaan van mij: J:H: Fischer, Landd:t

MOOC8/30.27

{18130827} 27 Augustus 1813 Samuel Fredrik Krouse

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als er door wijlen den ingezeetenen Samuel Fredrik Krouse in leeven beseeten en ab intestato met er dood ontruimd en nagelaten, mitsgaders heeden opgenomen en in waaren weezen zijn bevonden geworden, te weeten

een klijne kist
een oude bed
een katel
een zadel en toom /oud/
een klijne stoel
een kl: trekpot /oud/
een kl: kopere ketel
een tinne bord
een tinne lepel
een stale vork
een tinne schotel
vier hemden
drie broeken
twee onderbaatjes
een boove baatje
een rok /oud/
drie geruite doeken
twee linne mutzen
twee paar koussen
twee hoeden
een jas /oud/
een snijmes
een kl: bijl
een vijl
een inktkoker
een bril
een pennemes
dertig zilvere knopen
een paar zilvere handknopen
wat garen in zoort
Slaven
een mansslaaf genaamd Isaac van [ ..... ] ingevolge dispositie van President en heeren Weesmeesteren als nog niet verkogt
Contant in den boedel
  Rd:s
aan gereed geld 50
Baaten des boedels
    Rd:s
voldaan met rd:s53 van J:A: Kruger over contant inhandigd door den overleedene 60
Schülden des boedels
    Rd:s
  aan Christoffel Alewijn Kruger voor het maken van de doodkist blykens reekc: 15:4
betaald aan J:A: Kruger voor rijloon van de goederen na de Drostdije 7:--
vold: aan d’ edele Louis van Wijk blykens reekc: 81:--
  aan den veldcornet W:m van Heerden blykens reekc: 10:--

Aldus gedaan en geinventariseerd ter Drostdije aan Graaff Reinet op den 27:sten Augustus 1813 volgens ’t op en aangeeven van d’ edele Louis van Wijk, dewelke betuigde hierin ter goeder trouwe te hebben gehandelt en niets met weeten versweegen of agter gehouden, met verklaring bereid te zijn deeze opgaave ten allen tijde des gevordert werdende met solemneele eede te zullen staaven; alverder beloovende zo iets nader tot den boedel behorende mogt ontdekken, deezen inventaris daarmeede te zullen amplieeren, en is zulks geschied in ’t byweezen van den clercq ter Drostdije J:H: Meiring en den venduafslager Jeremias Auret als getuigen

Als getuigen: J: Meiring, J:s Auret

L: van Wijk

In kennisse van mij: Th:s Müller, Secret:s

Ten mynen overstaan: J:H: Fischer, Landd:s

MOOC8/30.28

{18140413} 13 April 1814 Christoffel Coenraad Prediger , Magdalena Johanna Roep

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten, als in gemeenschap zijn bezeeten geweest by den heere Christoffel Coenraad Prediger medicinae doctor en juff:w Magdalena Johanna Roep, mitsg:s van de zijde der laatstgemelde op Donderdag den zeevende deeser lopende maand ’s avonds de klokke half elf uuren ab intestato metter dood zyn ontruymd ende nagelaten ten voordeele harer in eerder huwelijk by den heere Johan Godlieb Mader medicinae doctor verwekte kinderen, met namen

1) Hendrik Mader mondig
2) Susanna Maria Mader geh:d met Dirk Johannes Wentzel
3) Johanna Fredrica Mader oud 18
4) Louisa Johanna Mader oud 15
5) Jan Adam Mader oud 11 jaren

zodanig als dezelve door ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren zyn g’inventariseerd en opgenomen, mitsg:s bevonden te bestaan in het volgende, namentlyk

Een huys en erf staande ende geleegen in deese Tafelvalleij in de Casteelstraat en aldaar N:o 4
een pakhuys, stal en vier huurhuijzen met derzelver erf staande ende geleegen in de Kerkstraat

In het eerstgemelde huys en aldaar

In het voorhuys
een kloklantaarn
In de voorkamer ter regterhand
twee witte vengster gordynen
twee spiegels met vergulde lijsten
vier schilderyen met vergulde lijsten
twee tafels
twee guerridons
twaalf stoelenen twee leuningstoelen, met vaste rode trype zittingen
een mahonijhoute theekastje
zes wit kopere quispedooren
een vloertapijt
In de voorkamer ter linkerhand
twee witte vengster gordynen
twee spiegels met vergulde lysten
zes schilderyen met vergulde lysten
een vierkante klaptafel
een ronde speeltafel
een mahonyhoute rustebank, twaalf mahonyhoute stoelen en twee mahonyhoute leuningstoelen met vaste zwarte paardehaire zittingen
twee guerridons
een vloertapijt
een gebruineerde theemachine met plettit beslag
zeeven stooven
In de gaandery
twee chitse vengster gordijnen
een kloklantaarn
drie spiegels met vergulde lysten
een staand horologie
twaalf stoelen met losse matrassen
een leuningstoel
een vierkante tafel
een stel eetenstafels, zynde twee vierkante en twee halfronde
een bufet
een klein tobakskistje
een aarde waterkan
een klein geel kopere quispedoor
In een muurkastje
zes plettet kandelaars
een plettet snuyterbakje met een plettet snuyter
een plettet oly en azyn standaart met zeeven vlesjes
een plettet broodmandje
een plettet trekpot met zyn blaadje
een plettet zuykerpotje
een plettet melkpotje
twee witkopere kandelaars
vier caraffen
drie glase confytpotjes
vier glase koelbakjes
drie bierglazen
tien kelkjes in zoort
een aarde boterpotje
vyf en twintig kopjes en pierings in zoort
vier glase beekers
een verlakte trommeltje
een verlakte snuyterbakje
In de agterkamer
een rode ophaal gordijn
een kleine spiegel
een draagstoel met stokken en banden
een secretaire
een cabinet met zilver beslag waarin de klederen van de overleedene
een klein cabinet met geel koper beslag, behorende aan de jongste dogter Louisa Johanna Mader, waarin
een kleine toiletdoos defect
een snuyfdoos en voorts
eenige kleederen van de overleedene en de kinderen
een bureau behoorende aan de jongste zoon Jan Adam Mader
In de dispens
een rood kopere theemachine
twee tinne koffijkannen
een koffijmolen
vier kopere kandelaars
zes snuijters
vijf blikke stulpen
twee blikke trommels
twee kopere taartenpannen
drie castrollen
een handlantaarn
drie kopere strijkyzers
een snijmes
een rolstok
twee soupterrines
zeeven schotels
vyf en twintig borden in zoort
vyftien rystpieringjes
zeeven boterpotjes in zoort
drie zuykerpotten
drie trekpotten
vier beekers in zoort
zes glaaze confytpotjes
Op de boven voorzolder
een chitse vengster gordyn
vyfthien schilderytjes in zoort
twee oude tafels
agt oude stoelen
een oude klederkastje
een ledige kist
een sleutelkistje
twee quart Bijbels
In de kamer n:o 1
een kist waarin
een zyde tjaal
zes stukken wit linnen in zoort
drie lappen wit linnen
drie lappen beddetyk
een aangescheurde rol lustring
een stuk gestreept
een lap zwart sattyn
een stuk gebloemd doereas
een stuk Chineesch linnen
zes p:r kousen
twee en dertig doeken in zoort
een zakje met een restant franjes en gimpies
drie pakjes ruw garen
vyf pakjes blaauwzel
vyf dons kwasten
twaalf differente lappen
een kist, waarin kleederen van wylen den heere Johan Godlieb Mader
een kist waarin een restant Kaapsche zeep
een koffer waarin
een restant styf linnen en
eenige boeken
een kadel waarop
drie bulzakken
drie kussens en
twee deekens
een stel porc: kastpotten
twee kafzakken waarin
eenig oud beddegoed
In de kamer n:o 2
een spiegel
acht schilderyen
een tafel
een bureau met een glaze kast, behorende aan den jongste zoon Jan Adam Mader
twee ledikanten met derzelver beddens
een kabinet met laaden en koper beslag behoorende aan de tweede dogter Johanna Fredrica Mader
In de kamer n:o 3
een rode vengster gordyn
twee tafeltjes
een lessenaar
een klederen kast waarin
een schryflessenaar met eenige papieren, mitsg:s de klederen van den overgeblevene weduwenaar
een gordynplank
een klein koffertje
een klein kistje met koper beslag
vier charet tuijgen
twee chais tuijgen
een gig [tuijgen]
een zweep
drie tekendoozen
een stuk gestreept
een stuk wit linnen
twee [stuk] geel Chineesch linnen
een rak waarop eenige boeken, zynde het bibliotheecq van den overgeblevenen weduwenaar
een agate doos met een foudraal
een zilver vrouwen horologiehaak met steenen defect
een Japans verlakte schenkblad
een blik verlakte schenkblad
een stuk beddetijk
een tobaksdoos
een foudraal waarin
een p:r zilvere gespen met steenen
een paarl d’amoure doos met zilver gemonteerd
een paarl d’amoure doos met zilver gemonteerd
een blikke snuyfdoos
een houte snuyfdoos
een zilvere zakhorologie
een oude memorie boekje met zilver gemonteerd
een zakje met eenige steentjes en andere kleinigheeden
In de provisie kamer
twee kopere keetels
vyf blikke trommels zynde in de eene een met restant wasch
een kleine liquerkeldertje met vlessen
twee houte trommels
een zak met een restant koffie
een zak met een restant zuyker
een hakkebord
twee ledige kistjes
een koekepan
een rooster
een rooster
een schuymspan
een potleepel
een zak met een restant koorn
een taartenpan
een kleine castrol
een kleine zak rijst
een porcelaine soupterrine
een porcelaine salade bak
twee porcelaine kommen
vyf en twintig schotels in zoort
een honderd vier en vyftig borden in zoort
een porcelaine pot voor een stelletje
twee porcelaine bloempotten
een aarde waterpot
twee en twintig kelkjes in zoort
zeeven bier en waterglazen in zoort
twee caraffen
een composietsie trekpot
een verlakte beeker
twee rolstokken
een verlakte ommerdoosje
een blikke slonsje
een porcelaine kastpot
twee zabels
een loode vogel
drie wandelrottings, en voorts
eenig klein aarde werk, ledige bottels en wat rommeling in zoort
In de combuijs
een tafel
een halfaam
twee emmers
vier balies
een hakkebord
een houtbyl
een rystblok en stamper
vyf yzere potten
een rooster
een leepel
een koekepan
een vleesvork
een schuymspan
twee drievoeten
vier schoorsteenkettings
een kopere waterkeetel
Op de agterplaats
een huysladder
een veldledikant
twee oude manden
In het pakhuys
twee halve leggers
twee schoorsteenkettings
een wafelyser
een poffertjes pan
agt ysere potten in zoort
een keetel
drie castrollen
een kleine glase kloklantaarn
tien confytpotten
twee porcelaine soupkommen
een ysere vleesch kroon
drie aarde potten
een botervaatje
een wateremmer
een blikke vergiettest
een blikke tregter
zeeventien aarde kannen
een oude kelder met eenige ledige vlessen
een spaane tobaksdoos
een oude stoel
een kopere kraan
drie oude mandjes en voorts
een party ledige bottels, vlessen en rommeling in zoort
Op de stalzolder
een restant paardenvoeder en
wat rommeling in zoort
In de paardenstal
twee chaispaarden
Zilver, goud en juweelen
vier zilvere kandelaars
een zilvere schenkblad
een zilvere melkkan
een zilvere zuijkerbus
twee zilvere peperbussen
twee zilvere zoutvaatjes
een zilvere mosterdpotje
een zilvere vuurtestje
een zilvere steel voor een vliegen waayer
een zilvere soupleepel
negentien zilvere eetleepels
vyftien zilvere vorken
twaalf zilvere theeleepeltjes
twee zilvere confytvorkjes
vier zilvere soutschopjes
twee p:r zilvere schoengespen
twee p:r zilvere kniegespen
een zilvere halsgesp
een zilvere degenhaak
een zilvere schaarhaak
een zilvere foudraal voor een vlesje
een zilvere theezeeftje
een zilvere hairkam
agttien zilvere knoopjes en
eenig klein oud zilverwerk
een goude doosje
twee goude brasseletten /:een paar behoord tot de klederen des overledenen:/
een goude beslag voor een Bybel
een goude brasseletgespen
een paar goude handknopen
een enkelde goude [handknopen]
een paar goude oorkrabben
twee goude hartjes
drie goude ringen met steenen onder de erfgenamen verdeelt
een hairspeld met steenen
een borstspeld met steenen
zes snoeren egte paarlen
Lyfeigenen
een jongen gen:t Floris van Mallabaar
een jongen gen:t Francois van Mosambicque
een jongen gen:t Zondag van Bougies
een jongen gen:t Lion van de Kaap
een jongen gen:t Castor van Mosambicque
een meid gen:t Rosina van Bougies
een meid gen:t Spatie van de Kaap
een meid gen:t Clara van de Kaap
een meid gen:t Dina met haar kind Mariana beide van de Kaap
Contanten des boedels
  Rd:s
eene somma van zes honderd zestig rijksd:s vier en twintig stuyvers papiere geld zegge 660:24
voorts
vier goude guinees
drie goude ducaaten
een goude halve ryder
een twee en dertigste gedeelte van een goude Spaansche mat
twee en een quart zilvere Spaansche matten
drie zilvere Fransche kroonen
vier zilvere keizer daalders
aan zilvere schellingen 111:30
aan zilvere dubbeltjes en stuyvers 140:13
aan differente klein zilver munt 10:30
een en twintig stukken vreemd silver munt in zoort
Bevindende zig voorts op het erf in de Kerkstraat
een Engelsche charet
een chais
een tentkar met een karrewey stel
een combuijstafel
By capt:n Lord
een stinkhoute kadel met een gematte raam
een stoel
Inneschulden
    Rd:s
  een schepenenkennis ten lasten Jan And:s Bam de dato p:mo December 1797 groot aan capitaal ƒ8500 ofte 2833:16
  met de renten a 6 pc:to zeedert p:mo December 1813
capitaal en renten voldaan den 2 Sept:br 1814 Johannes Bongaard op een onderhandsche obligatie de dato 8 July 1791 aan capitaal ƒ3000 ofte 1000:--
  met de renten a 6 pc:to zeedert den 8 July 1813
capitaal en renten voldaan den 2 Sept:br 1814 evengem: Joh:s Bongaard op een gelyke obligatie de dato 8 Maart 1802 ƒ3000 ofte 1000:--
  met de renten zeedert 8 Maart 1813
renten voldaan tot p:mo July 1814 den 3 July 1814 Fredrik Duzing op een scheepenenkennis de dato 3 Juny 1808 aan capitaal ƒ20000 ofte 6666:32
  met de renten zeedert p:mo July 1813
renten voldaan tot den 15 Maart j:l: den 10 Juny 1814 Ernst August Egger op een onderhandsche obligatie de dato 15 Maart 1813 ƒ6000 ofte 2000:--
  met alle de renten van dien
renten voldaan den 16 Juny 1814 Christiaan Frieslin op een scheepenenkennis d:d: 16 Aug:s 1804 aan capitaal ƒ5000 ofte 1666:32
  met de renten zeedert 15 Juny 1813
renten voldaan tot 21 Aug:s 1814 Carolus Augustus Freislich op een not: obligatie d:d: 30 November 1803 aan capitaal ƒ10000 ofte 3333:16
  met de renten zeedert 21 Aug:s 1813
renten vold: den 1 Sept:br 1814 Ernst James Heckrath op een scheepenenkennis de dato 28 Aug:s 1807 aan capitaal ƒ13000 ofte 4333:16
  met de renten zeedert den 28 Augustus 1813
  Michiel Lippert op een scheepenenkennis d:d: 3 December 1813 aan capitaal ƒ6000 ofte 2000:--
  met de renten zeedert p:mo January dezes jaars
  Christina Johanna Lochner wed: Willem Kolver op een onderh: obligatie de dato 27 Maart deeses jaars aan capitaal ƒ1200 ofte 400:--
  met de intrest van dien á 1/2 pc:t per maand
renten betaald tot ult:o July 1814 den 6 Aug:s 1814 David Benjamin Kuuhl op een notarieele obligatie de dato 30 July 1812 aan capitaal ƒ10000 ofte 3333:16
  met de renten zeedert p:mo Aug:s 1813
  Michiel Casparus Laubscher Pieterszoon op een not: obligatie d:d: 22 May 1811 aan capitaal ƒ3000 ofte 400:--
  met de renten zedert 4 Aug:s 1813
  de wed:e Jan Casper Morgendaal op een not: obligatie d:d: 22 May 1811 aan capitaal ƒ3000 ofte 1000:--
  met de renten zedert den 15 January deeses jaars
  Gerrit Hendrik Meijer Nicolaas z:n op een onderh: obligatie d:d: 6 Maart 1803 aan capitaal ƒ6000 ofte 2000:--
  met de renten zeedert den 6 Maart deses jaars
  evengem: Gerrit Hend:k Meyer Nicolaas z:n op een gelyke obligatie d:d: 21 Jan:y 1805 aan capitaal ƒ6000 ofte 2000:--
  met de renten zeedert 21 Jun:y deeses jaars
voldaan den 11 July 1811 Johan Fredrik Meijer op een notarieele obligatie d:d: 17 Feb:y 1813 aan capitaal ƒ1800 ofte 600:--
  met den intrest zeedert 17 February deezes jaars
voldaan den 19 July 1814 Susanna Margaretha Smuts gesep: vrouw van den heere Wilhelm Buissine op een onderh: briefje d:d: 25 January deeses jaars 200:--
  met de renten á een half pc:t per maand
intrest bet:d den 5 Sept:r 1814 Johanna Maria Broeders wed: Willem Osiander op een scheepenenkennis de dato 28 July 1803 aan capitaal ƒ1500 ofte 5000:--
  met de renten zeedert p:mo October 1812
intrest bet:d den 5 Sept:r 1814 evengem: Johanna Maria Broeders wed: Osiander op een onderh: obligatie de dato 6 Juny 1803 aan capitaal ƒ2000 ofte 666:32
  met de renten zeedert 3 October 1812
  Claas Peters op een onderh: obligatie de dato p:mo Aug:s 1810 aan capitaal 1000:--
  met de renten zeedert p:mo Aug:s 1813
  Elizabeth Catharina Rothman wed:e Johan Heinrich Richter op een scheepenenkennis d:d: 28 January deeses jaars aan capitaal ƒ7000 ofte 2333:16
  met de intrest van dien zeedert den 11:e January
den 5 Julij 1814 renten bet:d tot den 23 deeser Andries Stadeler op een notarieele obligatie de dato 23 July 1807 aan capitaal ƒ6000 ofte 2000:--
  met den intrest zeedert 23 July 1813
  Joseph Heijns op een not: obligatie de dato 18 Maart l:l: aan capitaal ƒ3600 ofte 1200
  met de renten á een half percent per maand
vold: den 24 Juny 1814 Pieter Wouter Steijn op een onderh: obligatie d:d: 26 November 1813 aan capitaal 300:--
  met de renten zeedert 22 Nov:br 1813
voldaan den 10 Juny 1814 Balthazar Volsteedt op een not: obligatie de dato 6 Feb:y 1802 aan capitaal 1000:--
  met de renten zeedert 6 February deezes jaars
  Pieter Ernst Wahlstrand op een scheepenenkennis de dato 26 September 1806 aan capitaal ƒ12000 ofte 4000:--
  met de renten zeedert 26 September 1813
  Jan Adolph Wagener op een not: obligatie de dato 13 December 1804 aan capitaal ƒ2000 ofte 666:32
  met de renten zedert p:mo December 1813
  Nicolaas van Wieligh op een onderhandsche obligatie d:d: 14 January 1807 aan capitaal ƒ6000 ofte 2000:--
  met de renten zeedert 14 January deezes jaars
voldaan den 15 Juny 1814 Marthinus Wolfrum op een onderhandsche obligatie de dato p:mo January 1811 aan capitaal 1000:--
  met de renten zeedert p:mo January deses jaars
  Dirk Erasmus Wentzel en Dirk Joh:s Wentzel op een onderh: obligatie de dato 23 October 1813 aan capitaal 2833:--
  met de renten van dien a 1/2 pc:t p:r m:d
  evengemelde Dirk Joh:s Wentzel op een gelyke obligatie d:d: 27 November 1813 aan capitaal 500:--
  met den intrest a 1/2 pc:t p:r m:d
  voormelde Dirk Joh:s Wentzel op een gelyke obligatie d:d: 15 Feb:y 1814 almede groot aan capitaal 500:--
  insgelyks met de renten a 1/2 pc:t p:r m:d
  George Michiel Elzer op een onderh: briefje d:d: 12 Nov:br 1808 39:--
capit: en renten vold: den 7 Sept:br 1814 Michiel van Breda Alexandersz:n op een onderh: obligatie d:d: 18 July 1810 aan capitaal ƒ1000 ofte 333:16
  met de renten zeedert 18 July 1813
voldaan den 27 Juny 1814 Hermanus Dempers op een onderh: obligatie de dato 23 January 1806 aan capitaal ƒ2000 ofte 666:32
  met de renten zeedert 23 Jan:y 1813
voldaan den 3 Junij 1814 Francois Prijs op een onderh: obligatie de dato 3 October 1807 aan capitaal ƒ3000 ofte 1000:--
  met de renten zeedert 3 October 1813
  Ryk Arnoldus Mauritius Cloete op een onderh: obligatie d:d: 25 February deeses jaars aan capitaal 1100:--
  met de intrest á 1/2 pc:to p:r m:d
nota: heeft quitantie vertoond, dat een jaar intrest tot den 21:e October 1813 deur hom op den vervaldag aan C:C: Prediger is voldaan Johan Jacob Meinert op een scheepenenkennis de dato 13 Aug:s 1813 aan capitaal ƒ11342 ofte 3780:32
  met den intrest zeedert den 21 October 1812
Nota, heeft quitantie vertoond, dat d’ eerste jaar den nevensgemelde custingbrief door hem op den 1:e October 1813 aan C:C: Prediger is voldaan evengemelde Johan Jacob Meinert op een custingbrief d:d: 13 Aug:s 1813 betaalbaar in twee eguale termijnen op den 21 October 1814 ƒ22683 ofte 7561:--
de agterst: renten op de vier nevenstaande capitalen betaald den 9 Sept:br 1814 Johannes Jacobus Heineman op een not: obligatie de dato 21 April 1807 aan capitaal ƒ16400 ofte 5466:32
met den intrest zeedert 26 Juny 1813
evengem: Heineman op een onderh: obligatie de dato 25 January 1809 aan capitaal 800:--
met de renten zedert 15 Decb:r 1812
denselven Heineman op een gelyke obligatie de dato 25 January 1809 aan capitaal 300:--
met de renten zeedert p:mo July 1813
meermelde Heineman op een gelyke obligatie de dato 25 January 1809 aan capitaal 300:--
met de renten zeedert den 24 January 1813
renten voldaan tot p:mo May 1814 Daniel Fredrik Lehman op een onderh: obligatie d:d: p:mo May 1808 aan capitaal ƒ1000 ofte 333:16
  met de renten zedert p:mo May 1813
  John Henry Lambert op een onderh: obligatie d:d: 26 January 1808 aan capitaal ƒ2000 ofte 666:32
  evengemelde Lambert op een gelyke obligatie de dato 10 May 1811 aan capitaal 800:--
  met de renten zeedert 10 May 1813
  Pieter Fredrik Buytendag op een scheepenenkennis de dato 19 November 1799 aan capitaal ƒ8000 ofte 2666:32
  met de renten zeedert p:mo Nov:br 1813
den 20 Maij 1814 1 j:r renten bet:d Daniel Brink And:s z:n op een scheepenenkennis de dato 11 July 1805 aan capitaal ƒ9000 ofte 3000:--
  met de renten zedert p:mo May 1813
  Frans Josephus Bekker op een onderh: obligatie de dato 13 Feb:y 1809 aan capitaal ƒ3000 ofte 1000:--
  met de renten zeedert 13 Feb:y deses jaars
  Johannes Henricus Fischer op een onderh: obligatie d:d: 8 September 1808 aan capitaal 400:--
  met alle de renten van dien á 1/2 pc:t per maand
deese post is door den weduwenaar bij rekening courant van den 5:e November 1814 verantwoord van Debora van de Kaap over agterstallige huyshuur tot ult:o Maart j:l: 11:34
  van de minderjarige dogter Johanna Fredrica Mader voor den clavier voor haar op vendutie ingekogt 253: 24
  van de minderjarige zoon Johan Adam Mader voor een bureau voor hem almede op vendutie ingekogt 27:24
Dubieuse en desperate schulden
  Rd:s
Hendrik Mackay volgens reek:g voor geneeskundige practyk 20:24
Fredrik Smook over boekschuld 8:--
Joh:s Petrus van Wooijer op een onderh: obligatie d:d: 29 Sept:br 1794 aan capitaal ƒ1000 ofte 333:16
met de renten a 1/2 pc:t per maand
de wed:e C: Vlotman geboren Kerkhoff /thans get:d met Hoffman woonagtig aan de Paarlse Pont / op een onderh: briefje de dato 23 January 1813 25:--
Lasten des boedels
  Rd:s
aan de drie minderjarige kinderen der overleedene, in namen Johanna Fredrica, Levina Johanna en Johan Adam Mader voor derzelver vaderlyk bewys ofte erfenisse volgens acte in dato 17 September 1812 voor den not:s m:r Gerrit Buyskes en getuygen gepasseerd, ieder rd:s4934:15 ofte voor alle drie te zamen 14802:45
aan evengem: drie minderjarige kinderen wegens zo veel hen door wylen hunlieder vader de heer Johan Godlieb Mader by testamentaire dispositie in dato 19 Juny 1795 voor den toenmalige notaris J:D: Karnspek en getuygen gepasseerd voor een praelegaat is besprooken ieder rd:s1000 ofte met hun drieën te zamen 3000:--
aan voorsz: drie minderjarige kinderen zo veel aan dezelve by de schifting en scheiding des gemeenschappelyken boedels der overleedenen en haren voorverstorvenen tweeden man de heer Johan Godlieb Mader voor een aan ieder hunner gepraelegateerde slaaf tot een equivalent is toegekend voor ieder ƒ2000 ofte voor alle drie te zamen 2000:--
aan de minderjarige Johanna Fredrica Mader over zo veel aan haar uit den boedel van wylen Johan Fredrik Lybrecht Henning voor een legaat is te beurt gevallen, en in deesen boedel berustende aan capitaal ƒ1000 ofte 333:16
met de daarop aangewonne renten, de welke by de te formeerene generale boedelrekening specificq zullen worden opgebragt
aan de medicinae doctor Hendrik Mader op een onderh: obligatie de dato 16 January 1813 aan capitaal ƒ10000 ofte 3333:16
met de daarop verlopene renten zedert 16 January j:l:
aan de medicinae doctor Hendrik Mader op een onderh: obligatie d:d: p:mo July 1813 aan capitaal 400:--
met de renten á 1/2 pc:t p:r m:d
aan de medicinae doctor Hendrik Mader op een onderh: obligatie van den 25 February j:l: aan capitaal 250:--
almede met de renten á 1/2 pc:t p:r m:d
aan den minderjarige Johannes Marth:s Coomans volgens reek:g courant gesloten den 20 Feb:y 1812 11690:34
aan Johan Godfried Erfweth te Rudolfstad over het saldo eener reek:g courant met de renten zedert 6 December 1812 mitsg:s de wisselagio voor het remitteeren der penningen naar Europa 179:3

Wordende voorts pro memorie alhier bekend gesteld, dat door den heere Prediger is opgegeeven dat den gemeenschappelyken boedel nog aan eenige perzonen pretensie heeft wegens door zyn edele verrigte medicinale practijk, alsmeede dat nog eenige schulden op den in den boedel gevondene vaste goederen zyn hegtende, vanwelk een en ander door zyn E: ter Weeskamer nadere opgaven zal werden gedaan

Aldus na gedane ontzegeling g’inventariseerd aan de Kaap de Goede Hoop op den 13 en 14 April 1814 ende zulks ter op- en aangaave van den overgebleevenen weduwenaar en de presente mondige erfgenamen, dewelke betuijgden hen daarinne ter goeder trouwe gedragen en hunnes weetens niets verzweegen te hebben van het geene tot den gemeenschappelyke boedel behoord, bereid zynde zulks des gerequireerd wordende, ten allen tijde met solemneele [eede] gestand te doen; en verdere belofte, zo wanneer in der tyd iets den gemeenschappelyken boedel aangaande, mogte komen te ontdekken, daarvan ter Weeskamer te zullen opgaave doen, ten einde in zulk geval deezen inventaris daarmeede na behoren kan worden g’amplieerd.

In teeken der waarheid is deesen door de inventarienten beneevens ons gecommitteerde Weesmeesteren, ende my Eerste Commis der Weeskamer eigenhandig onderteekend

Als gecomm: Weesmeesteren: A: v: Breda, G:E: Overbeek

Voor den opgaaf: C:C: Prediger, H: Mader, D:k Joh:s Wentzel

Mij present: G:A: Watermeijer, E: C:

MOOC8/30.29

{18140604} 4 Junie 1814 Anna Christina Bosman

Staat en inventaris des boedels op den eersten deezer lopende maand Junij des middags de klokke twaalf uuren met er dood ontruymd ende nagelaten door juff:w Anna Christina Bosman, weduwe wijlen den heere Andreas George Hendrik Theubes, hebbende de overleedene bij testamentaire dispositie in dato 5:e Februarij 1808 voor den toenmaligen notaris publiek ten deezen gouvernemente, Jan Bernhard Hoffman en zeekere getuijgen opgerigt, tot haare eenige en algeheele erfgenamen benoemd en aangesteld de vier kinderen bij gemelde haren vooroverleedenen echtgenoot in huwelijk geprocreëerd, met namen

1) Andreas George Hendrik Theubes oud 22 jaar
2) Anna Christina Theubes oud 19 jaar
3) Johann Andreas Theubes oud 17 jaren en
4) Maria Elizabeth Theubes oud 13 jaren

en voorts bij onderhandsche acte gedateerd 23 February 1813 den voorsz: testamente uit kragte der clausule reservatoir g’annexeerd, tot executeuren van het zelve testament, mitsg:s voogden over haare kinderen verzogt en aangesteld Heeren Weesmeesteren deezen steede.

Wiensvolgens den boedel dan ook bij de Weeskamer ter beheering aanvaard zijnde, door ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren is geinventariseerd en opgenomen, en bevonden te bestaan, in het volgende

Een huys en erf staande ende geleegen in deese Tafelvalley aan den voet des Leeuwenbils , groot in zijnen grond, 125 quadraat roeden, netto mitsg:s nog een stuk land daar annex geleegen, groot 225 quadraat roeden en 120 quadraat voeten, blykens transport op den 19 November 1799 aan den heere overleedene gedaan
een erf staande ende geleegen in deese Tafelvally beoosten de Leeuwenberg , zynde een gedeelte van het gedeelde terrain van de voormalige compagnies steenvormery, gemerkt N:o 5 , met de daarop staande zes huurhuijsen, waarvan drie huurhuijzen blykens onderhandsche acte de dato 23 February 1813 den voorsz: testamente uit kragte des clausule reservatoir bijgevoegd, door de overleedene geprelegateerd zijn, aan haren oudsten zoon Andreas George Hendrik Theubes, onder voorwaarden, dat aan denzelven daarvoor op zijn erfdeel zal worden aangereekend eene somma van twintig duijzend Kaapsche guldens
drie huurhuijsen met derzelver erf staande ende geleegen in deeze Tafelvalley : op de hoek van de Kerk-[straaten] en Burg-straaten in het Blok K:K en aldaar N:o 9 blykens de erfgrondbrief d:d: p:mo November 1708 groot in zynen grond 21 quadraat roeden en 36 quadraat voeten, zynde egter het transport daarvan niet onder de boedelpapieren gevonden

In het eerstgem: huijs zynde geweest het woonhuijs der juffrouw overleedene, en aldaar

In het voorhuijs
een verrekyker
In de voorkamer ter regterhand
een chitze ophaal gordyn
twee spiegels met vergulde lijsten
een forte piano, behoorende aan de oudste dogter Anna Catharina Theubes
een kleine klaptafel
een spiegel tafel met een marmere blad waarop
een tafel pendule
twee hoektafels met marmere bladen
twaalf stoelen en twee leuningstoelen met vaste roode trype zittingen
zes wit kopere quispedooren
twee guerridons
een vloertapyt
een verlakte schenkblad
een rood verlakte theemachine met pletty gemonteerd
een rood verlakte koffy machine
een porcelaine inktkoker
In de voorkamer ter linkerhand
een witte ophaal gordyn
een spiegel met vergulde lyst
twee kleyne schilderytjes
een spiegeltafel met een marmere blad
zes stoelen met losse blauwe mattrassen
twee guerridons
een ledikant waarop
twee bulzakken
een peuluw
vyf kussens
twee chitze combaarsen en
een chitze sprey
een cabinet met zilver beslag, door de overleedene by onderhandsche dispositie van den 11:e May deezes jaars gepraelegateerd aan haare jongste dogter Maria Elizabeth Theubes en waarin
linnengoederen tot den boedel behoorende
zes stooven
In de gaandery
twee spiegels met bruine lysten
een staand horologie
een halfronde tafel met een marmere blad
twee klaptafels
zes stoelen en twee leuningstoelen met losse blaauwe mattrassen
zes geelkopere quispedooren
een rood verlakte theemachine
een tafelkast waarin
een porcelaine servies bestaande in
een trekpot
een melkkan
een theebus
een zuykerpotje
tien p:r kopjes en pierings
vyf chocolade beekers en
een koekschotel
neegen p:r porcelaine kopjes en pierings
twee groote porcelaine kommen
derthien karaffen in zoort
twaalf bierkelken
zeeven bierglazen met ooren
agt glaase confyt potjes in zoorten
een glaase koelbakje
neegen en twintig wynkelken in zoort
twee champagne glasen
vyf soopjes kelkjes
een tobaks kistje
een rood verlakte broodmandjeen voorts
eenige ledige vlessen en klein porcelain en aardewerk in zoort
een grote waterglas
In de middenkamer ter linkerhand
een spiegel defect
zes stoelen
een ledikant met chitse behangzel waarop
een onderbed
een peuluw
zes kussens en
een chitse combaars
een vierkante tafeltje
In de middenkamer ter regterhand
een ophaal gordyn
een kleine spiegel met bruine lysten
agt schilderyen in zoort
zes stoelen
een ledikant met chitze behangzel waarop
een onderbed
een peuluw
zes kussens en
een chitse sprey
een vierkante tafel
een plettit oly en azyn standert met 8 vlesjes
een lessenaar met zyn voet
twaalf messen en vorken met plettit hegten
In de agterkamer
een tafelkast met drie laaden met een boven glazenkast
een draagstoel met stokken en banden
een comptoir
acht stoelen in zoort
een ledikant met chitse behangzel waarop
een onderbed
een peuluw
vier kussens en
een witte catoene deeken
een celinder kast
een kadel waarop
een onderbed
een peuluw
vier kussens en
een witte catoene deeken
twee geelkopere handquispedoortjes
een kleine kist behoorende aan de jongste dogter Maria EIizabeth Theubes
zes schilderyen
een spiegeltafel met een marmere blad
In de dispens
zeeven en veertig schotels in zoort
vyf soepterrines in zoort
twee hondert twee en twintig borden in zoort
twee boterpotjes
zeeven atjar potjes in zoort
vier sauspotjes
zes beekers
een porcelaine schenkbord
zes blikke trommels in zoort
veertien aarde potten in zoort
zes wit kopere kandelaars
zes geel kopere kandelaars
twee geel kopere kandelaars
drie geel kopere blakers
een handlantaarn
een porcelaine kastpot
een vuurtestje
een ysere balance met kopere schalen en neegen stukken gewigt
twee stukken koper inzet gewigt en voorts
eenige kleinigheeden
In een opkamer
twee hoekrakjes
een pypenrak
een tinne watervles
Op de bovenkamer
een ophaal gordijn
drie spiegels met bruyne lysten
zes schilderyen met vergulde lijsten
een tafeltje
In de combuijs
tien tinne schotels in zoort
een tinne soepkom
een kopere waschlampet
een porcelaine waschlampet
twee combuystafels
zeeven ysere potten
een waterhalfaam
twee water emmers
vier schoorsteenkettings
een schuymspan
een potleepel
een vleeschvork
een koekepan
een koekepan
twee taartenpannen
In het pakhuijs
drie vaten met restanten azijn
een legger met wijn n:o 1
een halflegger met wyn n:o 2
elf ledige vaten in zoort
een vat met een restant cement
een kleine trap balie
een houte tregter
twee wyn emmers
een yzere balans met twee houte schalen en 20 stukken gewigt in zoort
een verfsteen met zyn loper
agt aarde kannen
een kist met koper beslag
twee ledige kisten
een trekzaag
vier waterpotten
twee ysere koekepannen
twee ledige vaatje
een ledige platvaatje
agt oude geweerloopen, voorts
een domme kragt defect
drie kopere kranen in zoort en voorts
eenige kleine gereedschappen, oud yserwerk en
wat rommelery in zoort
In de timmermans winkel
een trekzaag
een kraanzaag
een kloofzaag
een handzaag defect
twee schaafbanken
een kist met een party timmermans gereedschap
een party klinkers en voorts
wat rommeling
Op de binnenplaats
vier ladders
een halfaam
Op de provisiesolder
een buidelkist
een kastje met cement
vyftien ledige zakken
zes ledige kasten
een zak met een restant paardenhair
Op de pakhuys zolder
twee kadels
vier glase ramen
twee houte vengsters
een wieg
een groote aardepot
een restant bos rottings
een restant oud touwwerk
een scheepel
twee stinkhoute planken
een party stygerhouten en voorts
eenig rommeling
In een klein buiten vertrek
een kleyne brandewynskeetel met helm en koelvat
In een pakhuys kelder
een hoekkast
een ysere braadpan
neegen ledige kisten kasten en keldertjes in zoort
vijf ledige vaten
een koffiemolen
een nagtstelletje
een yzere pot
een hoekrakje
twee stoof keetels
twee ledige manden
elf aarde potten in zoort
een handlantaarn
een party ledige bottels
vier en twintig kannen seltser water en voorts
eenig rommeling in zoort
Zilverwerk
drie schenkborden
een theemachine
twee kandelaars
een tobaks confoortje
een trekpot met zyn onderschotel
een melkkannetje
een zuykerbus
een zuykertrommel
twee soepleepels
twee ragou leepels
een mosterdpotje
een foudraal waarin
twaalf leepels
twaalf vorken
twaalf messen met silvere hegten
agttien eetleepels
vyftien theelepeltje
zes confytvorkjes
twaalf messen met zilvere hegten
Lyfeigenen des boedels
een mansslaaf gen:d Cesar van Mallebaar , dewelke ingevolge testamentaire dispositie der overleedene voor reek:g der gezamentlyke erfgenamen zyn leevenlang zal moeten worden verpleegd, hebbende de oudste zoon der overleedene Andreas George Hendrik Theubes vrywillig op zig genomen dit gedeelte der begeerte zyner moeder voor zyn privé en ten zynen kosten alleen ten uitvoer te brengen
een mansslaaf gen:d October van Bougies , die ingevolge uiterste wils dispositie der overleedene op vrye voeten zal moeten worden gesteld, doch zo dit niet zoude mogen gedaan worden, als dan by een haarer erfgenamen na zijne keuze zal mogen gaan woonen
een mansslaaf gen:d Thomas van de Kaap die volgens begeerte der overleedene onder haare erfgenamen aan de meestbiedende van hen zal moeten worden verkogt
een mansslaaf gen:d September van Bengalen , zynde over deese slaaf inzelver voegen gedisponeerd, als over de even vooraf genoemde
een mansslaaf gen:d Maij van Mosambicque door de overleedene gepraelegateerd aan haare jongste dochter Maria Elizabeth Theubes
een mansslaaf gen:d Mentor van Mosambicque invoegen voorsz: gepraelegateerd aan de oudste dogter der overleedene Anna Christina Theubes
een mansslaaf gen:d Fortuijn van Bougies , zynde een metzelaar gepraelegateerd aan de jongste zoon Johan Andreas Theubes
een mansslaaf gen:d Castor van Batavia , zynde een metzelaar door de overleedene insgelyks gepraelegateerd aan haren oudsten zoon Andreas George Hendrik Theubes
een mansslaaf gen:d Maart van Bougies , zynde een timmerman, door de overleedene insgelyks gepraelegateerd aan hare oudste dogter Anna Christina Theubes
een mansslaaf gen:d Lackey van Ceilon , zynde een metzelaar
een mansslaaf gen:d Darius van Ambon , zynde een timmerman
een mansslaaf gen:d Goliath van Mosambicque
een meid gen:d Dawnie van Mosambicque die volgens begeerte der overleedene zal mogen kiezen, omme bij een der kinderen te gaan woonen, die voor haar aan den boedel zal moeten vergoeden eene somma van rd:s200
een meid gen:t Betje met haare twee kinderen genaamt Leander en Adam alle van de Kaap, door de overleedene gepraelegateerd aan haare jongste dogter Maria Elizabeth Theubes
een slavin gen:d Amilie met haare drie kinderen George , August en Charlotte alle van de Kaap, welke evengemelde drie kinderen door de overleedene zyn gepraelegateerd, te weeten: George aan haren oudsten zoon Andreas George Hendrik Theubes, August aan haren jongsten zoon Johan Andreas Theubes en Charlotta aan hare oudste dogter Anna Christina Theubes
een slavinne Spatie van de Kaap
Contanten des boedels
drie en twintig en een halve zilvere Spaansche matten
vyftien en een halve Indische ropyen
drie quart zilvere pagoden
een en dertig Hollandsche guldens
agttien Hollandsche quartjes
tagtig Hollandsche schellingen
aan dubbeltjes en stuyvers twee ryxd:s en negentien st:vrs
aan Bataafse geld twee rd:s en twaalf st:vrs
zes Engelsche schellingen
drie Engelsche zespencen
agt Portugeesche quartjes
een stuk Fransch en
een stuk Portugeesch geld
aan papieregeld vier ryxd:s
Crediten des boedels
    Rd:s
renten betaald den 27 Sept: 1814 Fredrik Lodewyk Liesching op een scheepenenkennis de dato p:mo October 1797 aan capitaal ƒ12000 ofte 4000:--
  met den intrest á 6 pc:t zeedert p:mo October 1813
renten vold: den 1 October 1814 Henry Home op een schepenenkennis de dato 27 January 1801 aan capitaal ƒ13000 ofte 4333:16
  met de renten zeedert p:mo October 1813
  Lodewyk Lindeman op een notarieele obligatie de dato 9 December 1799 aan capitaal ƒ6000 ofte 2000:--
  met den intrest van dien zeedert den 9 December 1813
renten voldaan tot den 15 May 1814 den 19 Aug:s 1814 Jonathan Willem Groenewald op een notarieele obligatie de dato 2 Juny 1806 aan capitaal ƒ6000 ofte 2000:--
  met den intrest zeedert 15 May 1813
renten vold: den 11 July 1814 Petrus Johannes Wessels op een notarieele obligatie de dato 3 Maart 1810 aan capitaal ƒ3000 ofte 1000:--
  met den intrest zeedert 3 Maart 1813
  Jacobus Gerhardus van Reenen op een scheepenen kennis de dato 15 Juny 1810 aan capitaal ƒ6000 ofte 2000:--
  met den intrest van dien zeedert den 2 Maij deeses jaars
  Jacob Hendrikse op een notarieele obligatie de dato 4 February 1806 per rest ƒ3000 ofte 1000:--
  waarop van het capitaal afbetaald ƒ6000
  dus met de renten van de resteerende ƒ3000 zeedert 4 February deezes jaars
  even gemelde Jacob Hendrikse op een notarieele obligatie de dato 8 Julij 1813 aan capitaal ƒ12000 ofte 4000:--
  met den intrest van dien zeedert den 15 Juny 1813
voldaan met de renten den 9 September 1814 Hermanus Lambertus Bosman op een notarieele obligatie de dato 9 September 1808 aan capitaal ƒ2000 ofte 666:32
  met den intrest van dien zeedert p:mo September 1813
  Matthijs Lotter op een scheepenen kennis de dato 30 November 1810 aan capitaal ƒ18000 ofte 6000:--
de renten betaald tot primo May 1814 met den intrest van dien zeedert p:mo May 1813, mitsg:s nog rd:s60 van de renten het jaar vooraf verscheenen geweest
de renten betaald tot primo May 1814 den 24 Juny 1814 Andries Momsen op een scheepenenkennis de dato 15 Juny 1803 aan capitaal ƒ4000 ofte 1333:16
  met den intrest zeedert p:mo May 1813
in mindering van het capitaal betaald ƒ3300 rd:s1100 met de renten tot heden 17 Sept:b 1814 Johannes Adolp Kleijnhans op een not: obligatie de dato 4 September 1806 aan capitaal per rest ƒ4200 ofte 1400:--
  met den intrest van dien zeedert p:mo July 1813
voldaan 29 October 1814 Nicolaas van Wieligh op een onderhandsche obligatie de dato 6 April jongstl: aan capitaal ƒ4000 ofte 1333:16
  met de renten van dien zeedert den 10 February deezes jaars
voldaan den 5 July 1814 Jan Pyper op een Weesmeesterenkennis de dato 6 December 1783 aan capitaal ƒ1500 ofte 500:--
  met de renten van dien zeedert p:mo July 1813
vold: den 5 July 1814 evengemelde Jan Pyper op een gelyken schuldbrief de dato 30 September 1784 aan capitaal ƒ1500 ofte 500:--
  almeede met de renten zeedert p:mo July 1813
voldaan den 13 Septb: 1814 Maria Susanna Barendse wed: Hend:k Jacob Welchen op een notarieele obligatie de dato 29 Juny 1808 aan capitaal ƒ1000 ofte 333:16
  met de renten van dien zeedert den 21 Maart jongstleeden
voldaan den 13 Sept: 1814 Jurgen Jacob Wiehahn op een notarieele obligatie de dato 13 Juny 1808 aan capitaal ƒ1000 ofte 333:16
  met den intrest van dien zeedert den 21 Maart jongstleeden
vold: den 8 Mey 1814 George Thomas en Gysbert Henry Maasdorp op een wissel door Jacob Daniel Heyning op hen getrokken gedagteekend Triesbigah near Chinsurah 20 December 1813 betaalbaar, twee maanden na zigt 1650:21
  de eerw: heer J:J: Kicherer over contant verschotene voor een riem papier 20:--
  Simon Fredrik de Jager op een onderhandsche schuldbekentenis betaalbaar geweest in de maand January deezes jaares per rest 25:--
  Andreas George Hendrik Theubes op een onderhandsche obligatie de dato 17 February 1813 gepasseerd onder beding dat daarvan in de eerstkomende vyf jaaren geen intrest zal mogen worden gevorderd aan capitaal ƒ123000 ofte 4100:--
  evengemelde Andreas George Hend:k Theubes op een onderh: obligatie de dato 23 February 1813 aan capitaal ƒ20000 ofte 6666:32
  met den intrest van dien zeedert den datum der obligatie
  Nota, zynde dit capitaal het bedragen der somma waarvoor aan den debiteur by uitterste wils beschikking der overleedene zyn gelegateerd zeekere drie huurhuijzen en erven dus slegts de intresten daarvan in reekening moeten gebragt worden
Dubieuse en desperate inneschulden
    Rd:s
  Jacob Hendrikse over 3 maanden pakhuys huur gereekend zedert p:mo April tot ult:o deezer á rd:s22 per maand 66:--
voldaan Johanna Christina Heegers over 2 m:d huyshuur gereekend zeedert p:mo May j:l: tot ult:o deezer á rd:s25 per maand 50:--
voldaan den 18 July 1814 Betje van de Kaap /:vrygegeeven lyfeigene van wylen de wed: Joh:s Marth:s Horak:/ over 1 1/2 m:d huijshuur gereekend zeedert medio May j:l: tot ult:o deezer á rd:s18 per maand 27:--
  collonel Marlton van het 60 Reg:t over 1 maand huijshuur gereekend zeedert primo to ult:o deezer 35:--
betaald den 12 July 1814 Moeras van Bougies voor 2 m:d huyshuur gereekende zeedert p:mo May j:l: tot ult:o deezer á rd:s21 p:r m:d 42:--
vold: den 5 July 1814 Baatjou van Batavia almeede over 2 m:d huyshuur als voren á rd:s29 p:r m:d 58:--
voldaan den 10 September 1814 Souson van Bougies over 2 m:d huyshuur á rds:21 per maand 42:--
  Pieter Fredrik Buytendag over metzelaarshuur per rest van reekening 80:40
bij afrekening bevonden niet meer te bedragen als rd:s297 vold: den 11 Aug:s 1814 Lucas Fredrik Fischer voor timmermans en metzelaarshuur volgens reek:g 320:--
  den vryzwart Alie per rest van een vonnis van den Ed: Achtb: Raade van Justitie deeze gouvernement de dato [ ..... ] 37:34
  Mr Gib per rest van reekening 40:--
  Evert Poussijn over 3 m:d agterstallige huyshuur tot den laatsten January 1814 75:--
  Mr Obrein per rest van huyshuur tot den 15 May j:l: 120:--
  de wed:e Martijn thands hertrouwd met den geweesen hofmeester van Sir J:F: Cradock over een maand huyshuur 18:--
  Thomas James Kelly op een onderhandsch briefje onder berusting van den solliciteur Simon Fredrik de Jager waarvan de erfgenamen het bedragen niet weeten optegeeven
  Wihthold per rest van huyshuur 20:--
  de heer Dirk Hendrik Dietz over beschadigde borgtogt blykens quitantie de dato 25 Sept:br 1811 576:--
  Matthys van der Westhuijzen op een onderhandsche briefje de dato 14 Juny 1795 14:--
  Jan Michiel Endres volgens reek:g de dato 17 December 1798 201:36
  Andreas George Hendrik Theubes over boekschuld 1426:--
  Izaak de Vlaming over boekschulden der jaare 179 3/4 99:32
  Fredrik Kirsten over boekschuld 22:--
  de heeren Willem en Jan Willenk te Amsterdam weegens door den overleedenen heer Theubes als met en beneevens wylen de heer Jan Godlieb Brink senior geweezene generale gemachtigde van dezelven, aan gemelde heer Brink op den 25 February 1806 betaalde contanten, weegens de helfte van de kosten der procedures door hen beiden q:q: contra Joh:s Gysbertus van Reenen gevoerd; gereekend tot voormelde 25 February 1806 535:18
  Gerrit van den Burg op een onderh: obligatie d:d: p:mo January 1795 aan capitaal 900:--
  met de renten van dien zeedert p:mo January 1801
  evengem: Gerrit van den Burg op een onderh: obligatie d:d: 21 Maart 1803 per rest aan capitaal ƒ1000 ofte 333:16
  met de renten zeedert den 21 Maart 1807
  nota, zynder deeze obligatie groot geweest ƒ3000, waarvoor zig als borgen hebben verbonden, Jurgen Joh:s Wiehahn Hendrik Jacob Welchen en Gotlieb Bernhard Wilhelm Wehmeyer, waarvan door de twee eerstgemelde ieder hun derde aandeel in de borgtogt is vereffend, door notariëele obligatien hierboven onder de crediten des boedels bekend gesteld, terwyl van het laatste derde gedeelte door Jorans Butler als in huwelyk hebbende de wed:e G:B:W: Wehmeyer aan F:C: Voigt als voormalige gemachtigde van de overleedene in mindering is betaald eene somma van rd:s312:24
Lasten des boedels
  Rd:s
aan de vier minderjarige kinderen in den hoofde deezes gemeld over zo veel aan dezelve bij testamentaire dispositie door de overleedene met haren voorverstorvenen echtgenoot in dato 23 Junij 1807 voor nu wylen den notaris George Fredrik Goetz en zekere getuygen mutueel opgerigt, voor een praelegaat is besprooken aan ieder rd:s1000 ofte aan alle te zamen 4000:--
aan evengemelde vier minderjarige kinderen wegens derzelver vaderlijk bewys of erfdeel blykens actens in dato 22 Augustus 1807 voor voorsz: notaris Goetz en getuygen gepasseerd ieder rd:s4691:42 ofte aan alle vier te zamen 18767:24
aan Andreas George Hendrik Rossouw zoon van Nicolaas Rossouw over zo veel aan denzelven by de opgemelde mutueele testamentaire dispositie voor een legaat is gemaakt ƒ1000 ofte 333:16
met den intrest van dien á 1/2 pc:t p:r m:d zeedert den 28 Sept:br 1813
aan den jongste zoon der overleedene Johan Andreas Theubes zo veel door de overleedene by onderhandsche acte in dato 11 Maij deezes jaars uit kragte der clausule reservatoir haren testamente g’annexeerd aan denzelven voor een praelegaat is besprooken 150:--
aan Josina Christina Rossouw dogter van Nicolaas Rossouw over zo veel aan haar by laatstgemelde acte door de overleedene almeede voor een legaat is gemaakt ƒ1000 ofte 333:16
aan de Luthersche gemeente alhier op een onderhandsche verbandschrift de dato p:mo Julij 1806 zonder beding van intrest 150:--

Pro memorie word wyders alhier genoteerd, dat uitwijzens de in den boedel gevondene boeken en papieren tusschen de overleedene en de heeren Hendrik Endeman en Huskus kooplieden tot Amsterdam , alsmeede met de heer Zacharias van Hek te Batavia nog onafgedane openstaande zaken van reekening existeeren, waaromtrend de papieren nader zullen moeten worden ingezien, en daarvan vervolgens bij de finale vereffening des boedels nadere verantwoording moeten worden gedaan,

mitsg:s dat eenige posten onder de crediten des boedels voorkomende, alsmeede de hierboven gementioneerde uitlandige zaaken, van welk een en ander eene aparte nota zal worden geformeerd, en deezen inventaris g’annexeerd, betrekking hebbende tot den gemeenschappelyken boedel van de juff:w overleedene en haren voorverstorvenen echtgenoot, dat overzulks het batig of lastig saldo het welk daaruit mogt worden gebooren, voor de helfte moet worden genoten of gedragen door de gezamentlyke erfgenamen van wylen den heere Andreas George Hend:k Theubes.

Aldus g’inventariseerd aan de Kaap de Goede Hoop op den 4, 6 en 7 Junij 1814 ende zulks op het op en aangeeven van de in den hoofde dezes gemelde gezamentlyke erfgenamen, dewelke verklaarde zig hierinne ter goeder trouwe gedragen en met hun weeten niets verzweegen of te rug gehouden te hebben van al het geen tot den boedel en nalatenschap, en verdere belofte zo hierna nog iets tot gezegde nalatenschap behoorende, mogte worden ontdekt daarvan nader en getrouwelyk ter Weeskamer opgaaf te zullen doen, ten einde in zulk geval deezen inventaris daarmeede na behooren te amplieeren.

In teeken der waarheid is deezen ter presentie van ons gecommitteerde Weesmeesteren ende mij Eerste Commis der Weeskamer door de inventarienten eigenhandig onderteekend

Als gecomm: Weesmeesteren: A: v: Breda, G:E: Overbeek

Voor den opgaaff: A:G:H: Teubes, A:C: Teubes, J:A: Teubes, M:E: Teubes

Mij present: G:A: Watermeijer, E: C:

Aparte nota, opgemaakt overeenkomstig het aangeteekende bij het slot van den inventaris des boedels van wijlen Anna Christina Bosman, weduwe Andreas George Hendrik Teubes, van zodanige posten als betrekking hebben of behooren tot den boedel door de nu overledene met gemelden haaren voorafverstorvenen man in gemeenschap beseten geweest, en waarvan overzulks de baten of lasten door zijne bij testament geïnstitueerde erfgenamen, gesamentlijk voor de helfte moeten worden genoten of gedragen

  Rd:s
zo veel de weed:w Hendrik Jacob Welchen op een notarieele obligatie de dato 29 Junij 1808 debet is aan capitaal ƒ1000 ofte 333:16
waarop de intresten moeten berekend worden ’t zeedert den 21:e Maart 1807
zoo veel Jurgen Jacob Wiehahn op een notarieele obligatie de dato 13 Junij 1808 debet is aan capitaal ƒ1000 ofte 333:16
waarop de renten almede ’t zedert den 21:e Maart 1807 moeten worden berekend
zo veel Gerrit van den Burg per rest eene onderhandsche obligatie de dato 21:e Maart 1803 debet is aan capitaal ƒ1000 ofte 333:16
waarop insgelijks de renten behooren te worden berekend ’t zedert den 21:e Maart 1807
het bedragen eener geaccepteerde assignatie ten lasten George Thomas en Gysbert Henrij Maasdorp groot 1650:21
zo veel Matthijs van der Westhuijzen op een onderhandsche briefje de dato 14 Junij 1795 debet is 14:--
Jan Michiel Enderes op een onderhandsche briefje over boekschuld van a:o 1798 201:36
Isaak de Vlamingh op een onderhandsche briefje over boekschuld d’ annis 1793 en 1794 99:32
Fredrik Kirsten almede over boekschuld 22:--
Willem Jan Willink te Amsterdam over gedane verschotten 535:18
opgemelde Gerrit van der Burgh op een onderhandsche obligatie de dato primo Januarij 1795 aan capitaal 900:--
met de renten ’t zedert primo Januarij 1801
en eindelijk de batige of lastige zaldo’s der openstaande rekeningen, mes: Hendrik Endeman en Huskus te Amsterdam , en met Zacharias van Heck te Batavia

Ter Weeskamer aan de Kaap de Goede Hoop 8:e Junij 1814

G:A: Watermeijer, E: C:

MOOC8/30.30

{18140922} 22 September 1814 Fredrik Hurling , Maria Jacoba Amelong

Inventaris van alle zodanige goederen, als er in gemeenschap zyn bezeeten geweest bij wylen den heere Fredrik Hurling ende desselfs huysvrouw Maria Jacoba Amelong, mitsg:s van de zyde des eerstgenoemden op Zondag den achttiende dag deeser lopende maand September des morgens de klokke half drie uuren metter dood ontruymd ende nagelaten; hebbende de overleedene bij testamentaire dispositie in dato 11 Juny 1800 voor den des tyds notaris m:r Arnold Jan van der Tuuk en getuygen met opgemelde zyne huysvrouw mutueel opgerigt, na alvorens differente beschikkingen nopens zyne nalatenschap te hebben gemaakt, voorts tot zyne eenige en universeele erfgenamen benoemd en g’institueerd de kinderen by opgemelde zyne huysvrouw toen reeds in echt verwekt, en verder nog te procreëeren, zynde de kinderen thans in weezen, genaamd

1) Sibilla Margaretha mondig
2) Fredrik mondig
3) Johannes mondig
4) Sara Maria gehuuwd met Otto Luder Jacobus Maasdorp
5) Justinus oud 23 jaren
6) Magdalena oud 17 jaren
7) Adam Gabriel oud 15 jaren
8) Aletta Alida oud 13 jaren
9) Johan Casper Loos Hurling oud 11 jaren

zynde wijders door den overleedenen zo wel bij deszelfs voorsz: testament, als bij zekere codicillaire acte in dato 5 Julij deezes jaars voor den notaris publiek Johannes Joachim Lodewyk Smuts en getuygen gepasseerd tot executeurs zynes testaments, reddenaars zynes boedels en voogden over zyne onmondige erfgenamen verzogt, benoemd en aangesteld Heeren Weesmeesteren deeser colonie, wiens volgens den gemeenschappelyken boedel ter op en aangaave van de meerderjarige belanghebbende door ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren is g’inventariseerd en opgenomen, mitsg:s bevonden te bestaan in het volgende, te weeten

Een huys en thuyn gen:d Zorgvlied beneevens eenige stukjes leening eigendoms land daar annex, staande ende geleegen in deeze Tafelvalley blykens het transport, daarvan op den 15 April 1791 aan den overleedenen gedaan

In het woonhuys en aldaar

In het voorhuijs
een staand horologie
een barmometer
twee klaptafels
twaalf stoelen met kussens
een leuning stoel
In de voorkamer ter regterhand
twee spiegels met bruine lysten
twintig schilderyen
twee tafels
een kabinet, waarin de klederen van den overleedenen en waarop
een stel potten, zynde drie potten en twee bekers welk kabinet en potten aan de overgebleevene weduwe zyn gelegateerd
acht stoelen met matrassen
vier guerridons
acht stooven
twee stelletjes
zes kopere quispedooren
een kopere theemachine
een kopere comfoor
een kopere keetel
negen kopere kandelaars
twee kopere snuijters
een kopere taartenpan
een kopere glazenspuit
een kopere confyt keetel
een kopere nagtblaker
een kopere vyzel en stamper
twee kopere strykyzers
twee kopere kraanen
twee kopere schuijmspannen
een tinne koffie kan
een tinne teemachine
vier tinne schotels
een wavelyzer
een oblieyzer
zeeven porc: kastpotten
zes porc: beekers
vier aarde potten
een soupterrine
twee en dertig schotels in zoort
vyf en zestig borden in zoort
een boterpotje
zeeven kopjes en pierings
een trekpot
een en twintig aarde beekertjes
een lampet en kom
twee karaffen
twintig glazen en kelkjes in zoort
elf confyt glasen en bakjes
een Bijbel met platen
een party ledige bottels
een lantaarn
een verlakte schenkblad
een zilvere trekpot met zyn schoteltjes en zeeftje
een zilvere melkkan
een zilvere zuykerpot
een zilvere vuurtestje
een zilvere beeker
een zilvere snuyfdoos
een zilvere soupleepel
drie en twintig zilvere eetleepels
twaalf zilvere vorken
vier zilvere theeleepeltjes
twee zilvere confytvorkjes
In de voorkamer ter linkerhand
twee spiegels met bruine lysten
vier ophaalgordynen
veertien schilderyen in zoort
twaalf stoelen
een ledikant waarop
een bedt en toebehooren, gelegateerd aan de overgebleevene weduwe
een ledikant waarop
een bedt met toebehooren, gepraelegateerd aan de oudste dogter Sibilla Margaretha Hurling
een ledikant waarop
een bedt met toebehooren, gepraelegateerd aan de derde dogter Magdalena Hurling
een ledikant waarop
een bedt en toebehooren, gepraelegateerd aan de overleedens derde zoon Justinus Hurling
twee tafels
een tafelkast
een kleederenkast
een eetenskast
twee ledige kisten
In de combuijs
twee tafels
een waterhalfaam
vier emmers
een hakkebord
agt ysere potten
twee roosters
twee drievoeten
een koekepan
twee leepels
drie schoorsteenkettings
een vork
een kopere keetel
In een buyten zijkamer
vyf spiegels met vergulde lysten
zeeven schilderyen
twee vierkante tafels
veertien stoelen met mattrassen
zes wit kopere quispedooren
een verrekyker
een klein kistje met zilver beslag
een kabinet met zilver beslag
twee hoekkasten met zilver beslag
een celinder kast
In een buitenvertrek
zeeven schilderyen, zynde landkaarten
een kleine spiegel
een tafelkast
een kadel waarop een bed en toebehooren, gepraelegateerd aan Adam Gabriel Hurling
een kadel waarop
een bedt en toebehooren, gepraelegateerd aan des overleedenens jongste zoon Johan Casper Loos Hurling
een kadel waarop
een bedt en toebehooren, waarover by uitterste wille niet is gedisponeerd
In de stal
vyf paarden
twee tuygen met koper beslag
vier tuygen met yzer beslag
Op de stal zolder
een ladder
zeeven en veertig jaty houte duijgen
twee kouzynen met raamen
twee jaty houte muurkastjes
een ysere bakovendeur
een party oud yzer en romm:
Op de werf
een grote klok
een carrewy wagen
een charet
een gig met twee tuygen
neegen gieters in zoort
tien graaven
drie pikken
een koevoet
twee ysere harken
een tuynlijn
In de kelder
twee kouzeynen
eenig rommeling
Lijfeigenen des boedels
een mansslaaf gen:d April van Mallebaar
een mansslaaf gen:d April van de Kaap , koetsier
een mansslaaf gen:d April van Boegies , melkboer
een mansslaaf gen:d America van de Kaap , /hardhorend/
een mansslaaf gen:d Sephier van Mosambicque
een mansslaaf gen:d Spadiel van Mosambicque , tuijnier
een mansslaaf gen:d Fluks van Mosambicque , groenteverkoper
een mansslaaf gen:d July van Mosambicque
een mansslaaf gen:d Hoop van Mosambicque
een mansslaaf gen:d Geduld van Mosambicque
een mansslaaf gen:d December van Mosambicque , metselaar
een mansslaaf gen:d Pluto van Mosambicque
een mansslaaf gen:d January van Mosambicque
een mansslaaf gen:d Dappat van Batavia , metselaar
een mansslaaf gen:d Maart van Batavia /gebroken/
een mansslaaf gen:d Slammat van Bengalen
een mansslaaf gen:d Baatjou van Ternaten
een mansslaaf gen:d Compas van Ternaten , groenteverkoper
een mansslaaf gen:d Louis van Madagascar
een mansslaaf gen:d Damon van Madagascar
een mansslaaf gen:d Adam van Madagascar
een mansslaaf gen:d Fortuyn van de Kaap
een mansslaaf gen:d Jonas van Mallebaar aan wien by testamentaire dispositie de vryheid is gelaten, om binnen den tyd van zes maanden aan den boedel op te brengen eene somma van rd:s2000 waarna hy zal worden in vrydom gesteld, met deese byvoeging nogthands dat zo hy binnen gezegde tyd de gemelde som niet mogt hebben opgebragt, hij als dan gelyk de andere lyfeigenen des boedels publiek zal moeten werden verkogt
een slavinne gen:d Anna van Tranquebar
een slavinne gen:d Lea van de Kaap door de overleedenen zonder betaling gelegateerd aan zyne overgebleevene weduwe
een slavinne gen:d Soelatrie van Bougies , door den overleedenen zonder betaling gepraelegateerd aan zyne oudste dogter Sibilla Marg:a Hurling
een slavinne genaamd Rachel van de Kaap
Contanten
  Rd:s
aan papiere munt eene somma van twee honderd en vyftig ryksd:s zegge 250
Inneschulden
    Rd:s
nevenstaande schuld door den debiteur betaald met rd:s103:12 den 17 October 1814 J:B: Rijkheer op een onderh: briefje de dato 2 December 1813 betaalbaar den 2 December deeses jaars met den intrest á zes pc:to aan capitaal 100:--
  Hermanus Johannes de Milander op een onderh: briefje d:d: 30 July 1811 per rest 25:--
  Johannes Hurling volgens het aangetekende by de codicillaire dispositie de dato 5 July deezes jaars 300:--
  Fredrik Hurling volgens het aangetekende by de codicillaire dispositie de dato 5 July deezes jaars 100:--
  Sibilla Margaretha Hurling volgens het aangetekende by de codicillaire dispositie de dato 5 July deezes jaars 300:--
  Justinus Hurling volgens het aangetekende by de codicillaire dispositie de dato 5 July deezes jaars 300:--
  Sara Maria Hurling volgens het aangetekende by de codicillaire dispositie de dato 5 July deezes jaars 500:--
  Nota, by de codicillaire dispositie word gesproken van genotene rd:s300 voor bruidskleederen, edoch betuygen de gesamentlyke meerderjarige belanghebbende des boedels, dat door hunne zuster ten dien einde niet meer genoten is dan rd:s200 weshalven deese schuld om rd:s100 is verminderd
  Michiel van Breda Pietersz:n over slavenhuur
  Joh:s Joachim Lodewijk Smuts voor 50 bamboesen als mede voor slavenhuur
  Otto Luder Jacobus Maasdorp over boekschuld 48:24
Lasten des boedels
  Rd:s
aan de twee minderjarige kinderen van Christiaan Ernst Rens wegens derzelver moederlyk bewys bewys ofte erffenisse 2268:32
met den intrest zeedert den 24 Maart deeses jaars

Pro memorie word alhier genoteerd dat in den boedel gevonden zyn, twee zogenaamde apprentices, staande onder opzigt van den Collecteur der Douanen

Aldus geinventariseerd aan de Kaap de Goede Hoop ten huyse voorm:d op den 22 September 1814 ende zulks op het op en aangeeven van de meerderjarige belanghebbenden, dewelke verklaarden zig hierinne ter goeder trouwe gedragen en met hun weeten niets verzweegen of te rug gehouden te hebben van al het geen tot den boedel en nalatenschap behoord, invoegen zylieden dan ook betuygden de deugdelykheid hunner opgaave ten allen tyde des vereischt werdende met solemneele eede nader te bevestigen, en verdere belofte zo hierna nog iets tot gezegde nalatenschap behoorende mogte worden ontdekt, daarvan nader en getrouwelyk ter Weeskamer opgaaf te zullen doen, ten einde deezen inventaris daarmeede te amplieeren.

In teeken der waarheid is deezen ter presentie van ons gecommitteerde Weesmeesteren ende my Eerste Commies door de inventarienten eigenhandig onderteekend

Als gecomm: Weesmeesteren: A:V: Bergh, G:E: Overbeek

Voor den opgaaf: Sibilla Hurlingh, Johannis Hurling, O:L:J: Maasdorp

Mij present: G:A: Watermeijer, E: C:

MOOC8/30.31

{18140104} 4 January 1814 Arend de Waal

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten, als er op Donderdag den dertigsten dag der maand December in den jaare een duijzend agt honderd en derthien ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den oud secretaris bij het voormalig Collegie van Civiele en Huwelijkse Zaken d’ edele Arend de Waal junior, ten voordeele van de hier ondertemeldene bij zijne voor overleedene huijsvrouw Martha Hendrina Möller in echt verwekte drie minderjarige kinderen, met namen

1) Geertruijda Petronella oud [ ..... ]
2) Josina Arendina oud [ ..... ]
3) Arend Egbertus de Waal oud [ ..... ]

invoegens als het een en ander door den Adj:t Commis in tegenwoordigheid van getuigen is opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande alle deese goederen in de volgende, namentlijk

Een stuk land met de daar op geconstrueerde gebouwen, blijkens erfgrondbrief de dato primo Maij 1810

In het woonhuijs en aldaar

In het voorhuijs
vijf schilderijen
een rustbank
drie tavels
vyf stoelen met vijf kussens
In de kamer ter regterhand
een ledikant met rood zijde behangzel
waarop
een bulzak
een peuluw
een wolle deken
een ledikant met rood behangzel
daarop
een bulzak
vier kussens
twee tavels
een toilet spiegel
een thee kisje
een stelletje
een bureau waar in
een hembd
twee rokken
twee broeken
twaalff baatjes
zeven paren kousen
vijf lakens in zoort
twee kussens slopen
een serviet
een oude spreij
een zijde zakdoek
een geel zijde scherp
een verrekijker
negenthien boeken in zoort
een defecte nagtspiegel
In de kamer ter linkerhand
een kast waarin
elf wit aarde schotels
derthien borden
een kom
twee beekers
een olij en azijn standaart
vijf glaasen in zoort
twee messen
zes en twintig vorken
een soup lepel
thien tinne eet [lepel]
twee tinne trekpotten
drie kopere kandelaars
een snuijter
een kopere vijzel
twee paren gespen met steenen
vyf zilvere theelepels
twee waayers
twee borsels
een halve bouteille zoete olij
een tinne ketel
twee ledige kasten
een oude kist
een halfaam
een vaatje
een baletje
een rijstblok met zijn stamper
een kapstok
een kasje met wat zout
een oude zadel en toom
twee pikken
drie bijlen
een koevoet
een boor
drie zikkels
een oude kopere quispedoor
vier aarde kannetjes
twee en twintig ledige boutellies
In de combuijs
een tavel
een emmer
vier ijzere potten
een rooster
een koekepan
een schuimlepel
een vork
twee drievoeten
twee schoorsteenkettings
Op de werff
een ossewagen met 8 jokken en een trektouw
een Eng: ploeg
twee oude voor assen
een oude agter [assen]
twee oude wielen
een oude theerputz
Beestiaal
een rydpaard
veerthien trekossen
vier aanteelbeesten
Inneschuld
  Rd:s
van Hendrik Eksteen aan Bergvliëd woonagtig, over door desselfs vee toegebragte schade in het gezaaijde van de overl: door den veldcornet Paul Stadelen /volgens opgaaff van J: Lautenbach/ getauxeerd op 50
dit slaven jongetje aan den collector de heer Charles Blair ter zyner requisitie terug gegeeven wordende alhier pro memorie genoteerd dat in den boedel nog is gevonden een slave jongetje gen:t Jek van Mosambicque door het gouvernement aan den overl: voor den tijd van 14 jaren onder zeekere bepaling afgestaan

dat in dezelve meede zijn gevonden eenige boeken en papieren de volgende toebehorende als aan het Collegie van Commissarissen van Civiele en Huwelykse zaken aan nu wijlen P:J: Müller en aan de gebroeders Stadeler

Aldus na gedane ontzegeling opgenomen en g’inventariseerd ter plaatze voormeld op den 4:e Januarij 1814.

Als getuigen: J: Laudenbach, J:N: Rorich

Mij present: P:E: Faure, Adj: C:

MOOC8/30.32

{18130423} 23 April 1813 Gidion Karsten

H: Maynier

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten, als er door wijlen den burger Gidion Karsten in leeven bezeeten en ab intestato met er dood ontruim en nagelaten, mitsgaders heeden opgenomen en in waaren weezen zijn bevonden geworden, te weeten

een ledige kist /oud/
Beestiaal
een hondert acht en twintig aanteelschapen
seventhien aanteelbokken
Baten des boedels
  Rd:s
van Ockert Brits de oude voor tabak 1:2
van Hend:k Fred:k Papenfus voor twaalf mudden garst per rest 6:--
Schulden des boedels
  Rd:s
aan Guill:m Oberholzer voor ’t maken van hemden 1:--
aan Tobias Benadie voor begraffeniskosten blykens reek:g 23:4
aan Fred:k Schimper weg:s negotiatie 8:--
Erfgenamen
1) Joh:s Matthijs Benade geboren den 12 Nov: 1780
2) Gidion Franc:s Benade geboren den 10 Maart 1791
3) Hermina Aletta Benade geboren den 4 Sept:br 1788 getrouwd met Joseph Erasmus Fourie, de kinderen zijn a) Aletta Cath:a Fourie geboren den 6 Maart 1805
b) Maria Elisabeth Dorothea Magdalena geboren den 4 Maart 1807
c) Hermina Aletta geboren den 8 Octb:r 1812
4) Johannes Tobias Benade geboren den 14 Jan: 1793
5) Gerhardus Benade geboren den 18 April 1796

Aldus gedaan en geinventariseerd ten dorpe Graaff Reinet op den 23:ste April 1813 volgens ’t op en aangeven van den burger Joh:s Tobias Benade, dewelke betuigde hierinne ter goeder trouwe te hebben gehandelt en niets met weeten verswegen of agtergehouden. Verklaarende zig dus bereid, deeze opgave ten allen tijde des gevordert werdende, met solemneele eede te zullen staven; met verdere belofte zo iets nader tot den boedel behoorende mogt ontdekken, deezen inventaris daarmeede te zullen amplieeren en is zulks geschied in ’t bijweezen van den venduafslager Jeremias Auret en den burger Hend:k Fred:k Papenfus als getuigen

Als getuigen: J:s Auret, H: Papenfus

Dit merk + heeft Tobias Benade eigenhandig ter neder gesteld

In kennisse van mij: Th:s Müller, Secret:s

Ten mijnen overstaan: J:H: Fischer, Landdr:t

MOOC8/30.33

{18140108} 8 Januarij 1814 Jan Harmse Pietersen

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten, als ’er door wijlen den ingezetenen Jan Harms Pietersen /knegt van den veldcornet Abram Carel Grijling/ in leeven zijn bezeeten en ab intestato met er dood ontruimd en nagelaten, mitsgaders heeden opgenomen en in waaren weezen zijn bevonden geworden, te weeten

een geweer met bandelier en kruithoorn
ses elle groene fluweel
drie pakjes matze band
een ongemaakte broek van blauw Chin:s linne
een ongemaakte baatje van blauw Chin:s linne met een mouw
een gestr: boven baatje
twee voorpanden voor een onderbaatje van chitz
ses oude boven baatjes
twee oude onder baatjes
een nieuwe onderbaatje
een halfsleete hemd
drie oude hemden
een enkelde broek van Chinaas linne
drie oude broeken in zoort
twee oude mutzen of calotten
een nieuwe velle broek
twee oude velle [broek]
vier oude zakdoeken
ses oude scheermessen - 2 per abuis opgetekend zynde eigent zig den opgever
drie paar sokkies of halve kousen
vier oude boeken /in den Hoogduitsche taal/
een olij steen
drie lepels
twee messe en drie oude scheiden
een oude tabaksdoos koper
twee klijne schaartjes
een tonteldoos en 1 vuurslag
een klijn bondeltje oude lappen
een oude hoed
Beestiaal
vier en tagtig aanteelbokken waarvan den opgever declareerd den mankeerende door de laatste sterke regen den mindere zijn verreegent en afgegaan
een hondert negen aanteelschapen zijn vermeerdert tot een hondert een en dertig
een merriepaard /die den opgever niet vermeend verpligt te zijn te laten opveilen/ ofschoon dezelve een hengst veulen voor omt:d twee maanden heeft geworpen, terwijl desselve wel is gekogt egter niet betaald
Contanten des boedels
  Rd:s
aan gereed geld 47:1:4
aan gereed geld op heeden in ’t zak boek gevonden 0:2:--
  Rd:s47:3:4
Baten des boedels
  Rd:s
van Petrus Meijer door Abram Carel Grijling ontfangen 1:4:--
dus gesamentlijk door den opgever genoten Rd:s48:7:4
Schulden des boedels
  Rd:s Rd:s
aan den opgever Abram Carel Grijling als ingevolge geexhibeerde quittantie aan Hend:k Batenhorst de oude bet:d   61:2
aan den opgever wegens ’t te kort geschote van de bij den gerechts bode Wiese ontfangen rd:s een hondert en veertig rd:s   21:--
aan den opgever wegens twee pies vendubrieven
1 groot 20:--
1 groot 7:7
dus te zame aan Wiese betaald   27:7
aan den opgever wegens een snyders reekg: aan C: Scheffer betaald   14:--
aan den opgever zelve blijkens obligatie de dato den 25:ste Oct:br 1809   395:--
dus aan A:C: Grijling in ’t geheel   519:1
aan Carel Gustaf Tregard weg:s koop van een paard   70:--

Aldus gedaan en geinventariseerd ter plaatze van den veldcornet Abram Carel Grijling genaamd de Groote Vlakte gelegen in ’t district de Swagershoek op den 8:ste dag der maand Jann: 1814 volgens het op en aangeeven van voormelde veldcornet A:C: Grijling, dewelke betuigde hierinne ter goeder trouwe te hebben gehandelt en niets met weeten versweegen of agter gehouden, verklaarenden zig dus bereid deeze opgave ten allen tijde des gerequireerd werdende met solemneele eede te staven met verdere belofte zo iets nader tot den boedel behoorende mogt ontdekken deezen inventaris daarmeede te zullen amplieeren.

En is zulks geschied in ’t byweezen van den burger Carel Gustaf Tregard en den adjunct gerechts bode Jerem:s Auret als getuigen

Als getuigen: Carolus Goestaaf Tregardt, J:s Auret

A:C: Grijling

In kennisse van mij: Th:s Muller, Secret:s

MOOC8/30.34

{18140305} 5 Maart 1814 Johanna Luster

Inventaris van alle zodanige goederen, als er Woensdag den tweeden dag deezer lopende maand Maart in den jaare een duijzend acht honderd en veertien ab intestato metter dood zijn ontruimd ende nagelaten door Johanna Luster, weduwe Pieter Welter, ten voordeele harer ondertenoemene kinderen, met namen:

1) Elizabeth Welter get:d met Johan Wilhelm Neuhoff
2) Pieter Welter oud 19 jaren
3) Johanna Welter oud 18 jaren
4) Jacobus Hermanus Welter oud 7 jaren
5) Robert van der Schyff oud 2 jaren zynde de beide laatstgem: kinderen door de overleedene in onecht verwekt bij Roelof van der Schijff
6) ongedoopt kind het welk by den Heiligen doop den naam van Francis Petrus van der Schyff staat te ontfangen

invoegen als het een en ander door mij ondergeteekende Adjunct Commis der Weeskamer ter presentie der meede getekende getuijgen is opgenomen en in geschrifte gebragt, mitsg:s bevonden te bestaan in het volgende, te weeten

In een huurhuijs van Hendrik Matfeld
een defecte spiegel
vier schilderyen
twee tafels
vier stoelen
een roodkopere theemachine
een tinne keetel
een yzere pot
een yzere koekepan
een yzere rooster
een yzere schoorsteenketting
een blikke blaker
een snuyter
een plettit soupleepel
drie vorken en drie messen
vier zilvere eetleepels
een soupterrine
drie borden
een koffer waarin
een tabbaart
vijf rokken
een hembd
een Chineesch linnen jas
twee kabaayen
vier servietten
twee handdoeken
drie lakens
twee slopen
een ledikant

zullende de begraffenis onkosten door R: van der Schyff nader worden opgegeeven

Aldus g’inventariseerd aan de Kaap de Goede Hoop ten huijse voorm:d op den 5:e Maart 1814 ende zulks op het op en aangeven van voorm: Elizabeth Weller huysvrouw van Johan Wilhelm Neuhoff en Roelof van der Schyff, dewelke verklaarden zig hierinne ter goeder trouwe gedragen en met hun weeten niets verzweegen of terug gehouden te hebben van al het geen tot den boedel en nalatenschap behoord, invoegen zy dan ook betuygden de deugdelykheid hunner opgaave ten allen tyde des vereischt werdende, met solemneele eede nader te bevestigen, en verdere belofte zo hierna nog iets tot gezegde nalatenschap behoorende, mogt worden ontdekt daarvan nader en getrouwelyk ter Weeskamer opgaaff te zullen doen, ten einde deesen inventaris daarmede te amplieeren.

In teeken der waarheid is deese ter presentie van my Adj:t Commis door de inventarienten eigenhandig onderteekend.

Als getuijgen: J: Serrurier, J:N: Rorich

Voor den opgaaff: Elisabeth Neuhoff, R: v: d: Schyff

My present: P:E: Faure, Adj:t C:

Ampliatie

Op heeden den 18 Meij 1814 compareerde voor de ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren Roelof van der Schijff, dewelke nader opgaaf doende van het geene behorende is tot den boedel en nalatenschap van wijlen Johanna Luster, wed:e Pieter Welter - verklaarde niet verder onder zijne berusting te weesen als een paar goude oorkrabben die door d’ overledene aan haaren zoon Robert van der Schijff had present gedaan en die hij comp:t aan stukken had gebrooken omme daarvan voor de twee jongste kinderen der overledene tot een aandenking ringen te laten maken dog thans aan Heeren gecommitteerde Weesmeesteren overhandigde, mitsgaders een oude koffertje die hij comp:t vermeend door de overledenen van haare dogter geleend te wesen

Als gecomm: Weesmeesteren: A:V: Bergh, W:J: Klerck

R: van der Schyff

Mij present: G:A: Watermeijer, E: C:

Compareerde als vooren opgem: Van der Schyff dewelke na alvoorens deesen inventaris met die ampliatie nog eens doorgesien te hebben, verklaard zijne daarin vervatte gedane opgaaf te zijn deugdelijk en oprecht zonder zijn wetens iets te hebben verzwegen of agtergehouden van het geene tot den voorsz: boedel en nalatenschap behoord, en sprak ten Comp:s ter bevestiging der waarheid de solemneele woorden Zo waarlijk helpe mij God Almagtig!

Aldus gerecolleerd en beeedigd ter Weeskamer aan de Kaap de Goede Hoop die et anno ut supra

Als gecomm: Weesmeest:n: A:V: Bergh, W:J: Klerck

R: van der Schyff

Mij present: G:A : Watermeijer, E: C:

MOOC8/30.35

{18120531} 31 Maij 1812 Fredrik Potgieter , Martha Johanna Smit

A:W: Blane

Inventaris van alle zodaanige goederen en effecten, als er door wijlen Fredrik Potgieter Jac:sz en desselfs na gelaatene weduwe Martha Johanna Smit in gemeenschap bezeeten, en door eerstgem: ab intestato met ’er dood ontruimd en nagelaten, mitsgaders heeden opgenoomen en in waren weezen bevonden zijn geworden, te weeten

een schietgeweer met holster
een rooster
een potje /defect/
een ijzere pot
twee kopere keteltjes
een tinne trekpot
vier vorken
ses leepels
vijf tinne borden
twee tinne schotels
een mandje
twee emmers
een zadel met toebehoor
een veldstoel
twee stoelen
een schroef
een oude geweerloop en slot
vier schaaven
twee gusten
een passer
vier bijtels
een oude hamer
twee booren
een rasp
drie vijlen
een karn vaatje
een oude wagenkist
een span zaag
een snijmes
een dissel
een schroef stok
een ploeg spil en beugel
twee oude graven
een bijl
een zeekel
een zeeppot
een halter
een bultzak
een peul
drie kussens
een combaers
een Bijbel in quarto
een oude wagen
een trektouw met vier jukken
een tentzijl
een remketting
Beestiaal
zes paarden
seven ossen
achttien beesten
zeshondert negen sestig anteel schaapen
acht en veertig anteel bokken
Baaten des boedels
  Rd:s
van Henning Joh:s Viljoen Herc:z over koop van een klip pijp en rietje met zilver beslag 7
van Isaac Delporte Isaacz: over een zadel 8
van Anthonie Botha Anth:sz over een pijpe riet 3
Schulden des boedels
    Rd:s
  aan Philip Potgieter over geleend geld 48:--
  aan de wed:w B: Schonken over negotiatie 36:6
vold: aan Joh:s Lod: Olivier d’ oude over geleend geld 6:6
  aan Isabella Fred:a Potgieter 96:--

NB: zijnde een vrije gift door den overleedenen, zowel aan de vier voorkinderen van wijlen Antonie Jacobs, in name Maria Susanna, Susanna Magdalena, Johannes Petrus en Martha Johanna alsmeede de bovengem:, bij de weduwe geprocrieerde en nagelaate dogter geschonken

Erfgenaamen
Isabella Fredrica, geb: den 9 Maart 1794

Aldus gedaan en g’inventariseerd ter plaatze naar dien burger Jan Coetzee d’ oude gen:d Drie Fonteinen gelegen agter Rhinocerberg , op den 31 Meij 1812 volgens ’t op en aangeven van voorm:de Martha Johanna Smit weduwe wijlen den burger Fred:k Potgieter Jac:z, dewelke betuigde hierinne in goeder trouwe te hebben gehandelt en niets met weeten verzweegen of agtergehouden; verklarende haar dus bereid deze opgave ten allen tijde des gevordert werdende, met solemneele eede te zullen staven; met verdere belofte, zo iets nader tot den boedel behoorende mogte ontdekken, dezen inventaris daarmeede te zullen amplieeren; en is zulks geschied in ’t bijweezen van haren zoon en twee schoonzoonen, de burgeren Joh:s Petrus Jacobs, Philip Dan:l Rieker en Herm:s Barend van der Schijff als getuigen

Als getuigen: Joh: Pet: Jacobs, Philip Daniel Rikkert, Harmanis Barent v: Schyf

Martha Johanna Smit, weduwe Potgieter

Mij praesent; J:B: Wiese, Clercq

Ten overstaan van mij: Th:s Müller, Secret:s

MOOC8/30.36

{18140201} 1 Februarij 1814 Gerrit van Emmenes

Inventaris van alle zodanige goederen, als er ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den burger Gerrit van Emmenes d’ oude ten voordeele zijnen ondertemeldene kinderen en kindskinderen, met namen

1) Gerrit van Emmenes de jonge
2) Anna Cornelia van Emmenes geh:d met Pieter Gerritse van As
3) de twee nagelatene kinderen van wijlen Aletta Sophia van Emmenes in huwelijk verwekt bij Pieter van Zijl Frederiksz: met namen a) Fredrik Jacobus van Zijl oud 17
b) Maria Aletta van Zijl oud 15 jaaren
4) Elsje Maria van Emmenes get:d met Gerrit van Zijl
5) Johannes Jacobus van Emmenes mondig

invoegen als het een en ander door mij ondergeteekende Adj:t Commis in tegenwoordigheid van getuigen is opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande alle deese goederen in de volgende, namentlijk

een kist waarin de kleederen van de overleedenen, als
een zwarte Capriniese baatje
een carsaaje baatje
een fluweele broek
een zwarte fijf schaftebroek
een Chinaas linne broek
twee rompjes
twee wit linne hembden
een carsaaje jas
een nagt cabaaij
een bulzak, peuluw, twee kussens en een deken
een schuijfdoosje
een oly steentje
twee oude scheermessen
Inneschulden
    Rd:s
  van de Weeskamer, over zo veel den overleedene uit den boedel van wijlen zijne huijsvrouw Maria Aletta Jacobsz in gemeenschap bezeeten per rest nog competeerd 10:35
voldaan den 8 Aug:s 1814 van voorm: Gerrit van Emmenes de jonge over koop van den slaaf November van Mosambicque , blykens koopbrief de dato 16 Julij 1813 1000:--
Last des boedels
  Rd:s
aan opgem: Gerrit van Emmenes de jonge, over verschotten tot de begravenis van den overleedenen, blykens specificque reek:g 36:36

Aldus g’inventariseerd ter Weeskamer aan Cabo de Goede Hoop op den 1:e Februarij 1814 ende zulx op het op- en aangeeven van de in den hoofde deeses gem: Gerrit van Emmenes de jonge, dewelke verklaarde zig hierinne ter goeder trouwe gedragen en niets verzweegen of terug gehouden te hebben dat tot voorm: nalatenschap behoord, invoegen hij ook betuigde de deugdelykheid zyner opgave ten allen tyde des vereyscht werdende met eede gestand te doen; en verdere belofte zo hier na nog iets tot gesz: nalatenschap behorende mogte worden ontdekt, daarvan nader en getrouwelyk opgave te zullen doen, ten einde deesen inventaris daarmeede te kunnen worden g’amplieerd.

In teeken der waarheid is deese inventaris door dikwilsgem: Gerrit van Emmenes de jonge in presentie van mij Adj:t Commis en getuigen behoorlyk onderteekend.

Als getuigen: J: Serrurier, A: v: Breda

Voor den opgaaff: Gerrit van Emmenes de jonge

Mij present; P:E: Faure, Adj:t C:

MOOC8/30.37

{18130309} 9 Maart 1813 Johan Peter Hanssen

Inventaris van alle zodanige goederen, als er op Zondag den zevende dag deezer lopende maand Maart in den jaare een duijzend acht honderd en dertien ab intestato met er dood zyn ontruymd ende nagelaten door Johan Peter Hanssen ten voordeele zijner onbekende uitlandige erfgenamen, zodanig als dezelve nalatenschap door mij ondergeteekende Adjunct Commis der Weeskamer ter presentie der meede geteekende getuijgen is opgenomen en in geschrifte gebragt, mitsg:s bevonden te bestaan in het volgende, te weeten

Ten huurhuijze van den heere Tugnot
een kadel waarop een kadel en 3 kussens aan de slavin Sada behorende, aan haar afgegeeven
een mattras
vier kussens en
een combaars
twee jassen
twee baatjes
drie broeken
twee hembden
twee doeken
een p:r kousen
twee mutzen
een hoed
een p:r schoenen
een nagtspiegel
een keetel
een theepot
bevindende zig voorts nog volgens opgaaf van Frans Bohl het volgende by Hendrik Leller, door den overleedenen voor eene somma van rd:s20aan denzelven in pand gegeeven, als door Hendrik Liller ter Weeskamer een bewijs vertoond gedateerd den 12:e November 1812 dat deese goederen door den overleedenen aan hem zijn verkogt voor rd:s20
een zilvere snuijfdoos
twee goude vingerringen
een p:r goude oorkrabben
twee borstspelden
twee hembdsknopen

Aldus g’inventariseerd aan de Kaap de Goede Hoop op den 9:e Maart 1813 ende zulks op het op en aangeeven van gem: Frans Bohl, dewelke verklaarde zig hierinne ter goeder trouwe gedragen en met zyn weeten niets verzweegen of terug gehouden te hebben van al ’t geen: tot den boedel en nalatenschap behoord, invoegen hij dan ook betuijgde de deugdelijkheid zyner opgaave ten allen tijde des vereischt werdende met solemneele eede nader te bevestigen, en verdere belofte zo hier na nog iets tot gez: nalatenschap behoorende mogte worden ontdekt, daarvan nader en getrouwelyk ter Weeskamer opgaaf te zullen doen ten einde deezen inventaris daarmeede te amplieeren.

In teeken der waarheid is deese ter presentie van ons gecommitteerde Weesmeesteren ende my Adj:t Commis door den inventarient eigenhandig onderteekend

Als getuygen: J: Serrurier, J:N: Rorich

Voor den opgaaff: F: Bohl

Mij present: P:E: Faure, Adj:t C:

MOOC8/30.38

{18130601} 1 Junij 1813 Nicolaas Slegt

Copy

H: Maynier

Inventaris van alle zodanige goederen, als door wylen Nicolaas Slegt ab intestato overleeden zyn nagelaten, mitsgaders heden opgenoomen en in ware wezen bevonden, te weten

een slavin met naame Marie van Ceylon
een rydpaard, zadel en toom
negen aanteel beesten
twee zilvere zak horologies
twee beddens
drie hoofdkussens
een peluw
een kombaars
een kadel
twee thee tafels
vier stoelen in zoort
vier yzere potten in zoort
een pottebank
twee emmers
twee hoekrakken
een zak met aardappelen
een zak met meel
een zak met koorn
een vaatje waarin eenig rommelarye
drie defecte stoelen
een bakkist
twee matjes
een boterkarn
een balie
twee stooven
een klein rakje
een zak met 20 p:s schoenmakers leesten
een zak met eenig yzerwerk
een kist gemerkt n:o 1 waarin
zeven ledige vlessen
zeven ledige bottels
twee aarde boejangs
een hoorn met kruid
een zakje met zaad
een trommel met spykers
een defecte spiegel
zeventien witte borden in zoort
een blaauwe porcelaine schotel
zeven tinne lepels
zeven tinne vorken
vier messen
een blikke trechter
twee aarde zouspotjes
een spiegeltje
een bloempotje
een blaauwe porcelaine schotel
een broodbakje
een geelkopere asch schop
een kist gemerkt n:o 2 waarin
een blaauwe porcelaine boejang
twee witte porcelaine kommen
twee zouspotjes
een trommel
een paar spooren
een bottel
vier kopjes en schoteltjes
twee witte aarde schotels
een geweer slot
vier gebeede boeken
een meelzift
een houte schaal en balans
een kopere ketel
een wit kwast
een porcelaine tafel quispedoor
een rasper
een kapmes
een groot glas met eenige vlesjes
een koekepan
twee vleesch vorken
een rooster
een kandelaar
twee kist hengzels
een schryfdoosje waarin eenig rommelarye
een koffy molen
een vles
een bottel
een kopere potje met dekzels
een rolstok
een ketel
een witkwast
een schaaf
een rasper
een bydel
een sabel
een troffel
een hamer
een party klederen
een tobaksdoos
een schaar
een kurketrekker
een klisteer spuyt
een schaar
een schoenmakers tafel met een weinig schoenmakers gereedschap
Baten des boedels
  Rd:s
een in den boedel gevinden reekening ten lasten van Piet Huyzer over geleevert schoenen 10
Lasten des boedels
  Rd:s
eene onderhandsche obligatie ten behoeven der laade’s kasse alhier groot 50
renten ten agteren zedert 20 July 1809
Erfgenaamen
onbekend

Aldus gedaan en geinventariseerd op het dorp Zwellendam , den eersten dag der maand Juny in het jaar een duyzend acht honderd en dertien, ende zulks op het op en aangeeven van Christiaan Albrecht Kraft en Coenraad Graebe Leder van het Begraaffenis Genootschap alhier, dewelken verklaarden zig hierinne ter goeder trouwe gedragen en huns wetens niets verzweegen te hebben van al het geen tot de boedel en nalaatenschap behoord, betuigende zylieden dan ook de deugdelykheid hunner opgaave ten allen tyde des vereischt met solemneele eede nader te zullen bevestigen, met belofte om by aldien ’er nog iets tot voorm: nalaatenschap behoorende mogt worden ontdekt, daarvan nader en getrouwelijk ter Weeskamer dezer volksplanting opgaaf te zullen doen, ten einde deze inventaris daarmede zal kunnen worden geamplieerd, ende zulks in het by weezen van der gerechtsbode alhier Johannes Muller en den burger Philip du Plessis D:lzn als getuigen

/:onderstond:/ Voor de opgaaf /:was geteekend:/ C:A: Kraft en C: Gräbe /:lager:/ Ten overstaan van mij /: was get:d /D: Kuys Sec:s /:in margine stond:/ Als getuigen /:was get:d:/ J: Muller en P: du Plessis

Accordeert met dies origineel ter Secretarye alhier berustend: D: Kuys, Sec:s

MOOC8/30.39

{18120831} 31 Augustus 1812 Jacob Erasmus , Anna Visage

Desen inventaris des boedels van wijlen Jacob Erasmus en zijne meede overleedenen huisvrouw Anna Visage door de landdrost te Graaff Reinet , J:H: Fischer, by briefje den 31 Aug:s 1812 ter Weeskamer ingezonden

Inventaris

1 wagen
2 voorwielen met een agter stel
1 kist van kiaaten houd
2 molen steenen met zijn spil
ploeg spil met een bril zonder kugel
1 ketel
1 pot
2 oude emmers
1 balans met 8 lb loot gewigt
1 hant hamer
1 snij mes
partij oude roeyen rommeling
1 graaf, 2 pikken
1 avegaar boor met oude bijtels
1 snijmes
1 dissel
gatschijf doorslag koutbijtel
2 houdbijlen
2 winkel haaken
1 uintjes eijster
1 sabel
1 rimketen
2 eijsters wagen arms
2 oude pikken
1 boter vat
3 oude geweers
1 oude slijpsteen
6 voet geelhoud plank
1 boter karn
1 oude sadel en toom
1 knapsak sout
1 saag blat
3 tinne kommen
1 aarde schotel, 2 borden
4 vorken 3 lepels
1 boter bak
2 fleesvorken en een pot lepel
een bet met peul, 4 kussens en deken
40 beestiaal, 10 ossen
302 schapen
120 bokken

S: de Beer, V:C:

Johannes Petrus Mulder, Johan Graaf

MOOC8/30.40

{18130921} 21 September 1813 Pieter Huijsing

Inventaris der nalaatenschap van wijlen Pieter Huijsing, in leven knegt bij den ondergeteekenden en op den 18:e September 1813 overleeden.

Bestaande in het volgende

een koffer daarin
1 lakensche jekkert
1 lakensche jas
1 oude carsaaije baaitje
5 onderbaaitjes in zoort
2 broeken
2 doeken
1 p:r koussen
1 hoed
2 scheermessen
1 zakspiegeltje
1 paar laarzen
een oude catel waarop
1 oude bultzak
3 kussens
1 wolle deeken
een zakhorologie door den overleedenen in zijn leven by den horologiemaaker Heinrich ter reparatie gegeeven
Lasten
  Rd:s
aan den ondergeteekenden voor begraafnis onkosten verschotten 37:6

Aldus geïnventariseerd op den 21:e September 1813 in presentie van de hier in margine geteekende getuigen.

Als getuigen: J: Wardenaar

H:E: Blanckenberg

MOOC8/30.41

{18140813} 13 Augustus 1814 Petronella Johanna van Heerden

Inventaris van zodanige bestiaal, als er door wylen Petronella Johanna van Heerden wed:e wylen Johannes Steph:s Moller ab intestato met ’er dood ontruimd en nagelaten zyn, en nu in possessie van Jacob van der Merwe G:tzn geweest zynde, zyn heden opgenomen en bevonden te bestaan in

Beestiaal
vyf en dertig beesten

Aldus gedaan en g’inventariseerd op den 13:e Augustus 1814 ter adj:t Drostdy Cradock volgens het op en aangeeven van Jacob van der Merwe G:tzn dewelke betuigde zig in ’t op en aangeeven des voormelden boedels ter goeder trouwe te hebben gedraagen, en niets met weeten verzweegen of agtergehouden verklaarende, zig dus bereid deezen opgaave ten allen tyde des gevorderd wordende met solemneele eede te zullen staaven en verdere beloften zo hy iets nader tot den boedel behoorende mogte ontdekken, deezen inventaris daarmeede te zullen empliëeren, en is zulks geschied door my onderget: Adj:t Landd: ter by weezen van den veldc: Willem van Heerden en den burger Jac:s Marrais Ch:l zn

Voor de opgave: J: v: Merwe

W:v: Heerden Veldcornet, Joahn Marais

A: Stockenstrom, Adj:t Landd:

MOOC8/30.42

{18140303} 3 Maart 1814 Petronella van Heerden

Voor Cogmanskloof den 3 Maart anno 1814

Inventaris van mejuffrouw Petronella van Heerden weduwe van wylen den burger Johannes Stephanus Moller, overleden den 6 Februarij 1814

Wij ondergetekenden bekennen de gantsche nalatenschap der goederen der bovenstaande weduwe te hebben opgenoomen, als volgt

15 paarden
120 schapen
56 bokken
12 osse, bij Jacob van der Merwe Gertszoon
aan de Tarka is nog weijnig aanteel beesten, maar het getal is ons onbekend
1 meelkist defect
een aamsvat defect
een oude wagen en tentzijl
5 jukken in soort
een ploegbeugel
een omslag en dissel
een oude zadel
een schepel
4 rakjes in soort
een kleijne kapstok defect
een lepel rak
drie beddens compleet
twe katels
twe halve kistjes
5 stoelen in soort
twe tafeltjes defect
3 stoven
een kleere kas
een spiegel
een klijn botter vaatje
drie fles kanne
1 peper meulen
4 aarde potten in soort
8 bottels, 2 flesse
twe tee busjes
1 trommel
vijf kommetjes in soort
4 kopjes en pierings
vijf trekpotjes in soort
1 aarde souspotje
4 eetlepels, 1 vork
een mes
2 tinne borde
1 tinne kom
1 aarde schoteltje
1 peper doosje
1 koek spoor
1 schaar en knijptang
een vijseltje, defekt
een aarde souspotje
1 aarde lampetje
drie kandelaars in soort
een vuurtang, defect
1 potlepel
een vleesvork
zes kookpotten
een koekepan
drie ketels in soort
1 rooster
1 ijser komvoor
een ysere drievoet
een partij oude boeke in soort

Aldus gedaan ter woonplaats van den heer Pieter Wilm Moller door ons drie onbesprooken mannen getekent

Jacobus A: van Zyl, Veldcornet

Jacobus Eduward Kok

Cornelis Klaas

MOOC8/30.43

{18141117} 17 November 1814 Alice Rowland

Inventaris van alle zodanige goederen, als er op Maandag den veertiende dag deezer lopende maand November in den jaare onzes Heeren een duijzend acht honderd en veertien ab intestato metter dood zyn ontruijmd ende nagelaten door Alice Rowland huysvrouw van Mr John Gibb, lieut:t in diens van zyn Groot Brittannische Majesteit 93:e Regiment Infanterie, ten voordeele harer onbekende erfgenamen, zodanig als dezelve nalatenschap door ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren na gedane ontzegeling is geinventariseerd en opgenomen, mitsg:s bevonden te bestaan in het volgende, te weeten

Ten huijze van de wed:e Johan Casper Morgendaal alwaar de overleedene is woonachtig geweest

een koffer waarin
neegen hembden
tien rokken
zeeven kabaatjes
twintig tabberts in zoort
vyf jassen in zoort
een mantel
twaalf p:r kousen
vyftien doeken in zoort
een koffer waarin
elf lakens
drie flennelse rokken
neegen kussenslopen
vier borstrokken
twee p:r schoenen
twee chambreelen
vyf mutzen
drie manteltjes
een zwarte kante caros
drie lapjes kamerdoek
een carette kam
een groene sluijer
twee witte schuyfgordynen
vier stroohoeden
een witte ophaalgordyn
een spiegel met vergulde lyst
een rustbank
neegen stoelen
een klaptafel
twee vierkante tafels
twee banken
een vloertapijt
een trommel met een party boeken
een klein koffertje
een klein mandje
twee guitars
een tinne koffiekan
een klyne kopere koffiemachine
een lantaarn
twee plettit kandelaars
twee yzere potten
een waterkeetel
een koekepan
een castrol
een strijkyzer
een drievoet
twaalf schotels in zoort
elf borden
twee souspotjes
vyf kopjes en drie pierings
een trekpot
een melkkannetje
een zuykerpot
een oly en azyn standert
vyf karaffen
een lampet en kom
een nagtspiegel
vyf waterglazen
drie kelkjes
twee zoutvaatjes
een chitze behangzel
een hanglantaarn
een kadel waarop
een bulzak
een mattras
twee kussens en
twee deekens
een voetbankje
vier zilvere theelepeltjes
een papiere doosje met eenige kleinigheeden
een cyfferley
Contanten
  Rd:s
aan koper munt tien stuyvers zegge 0:10
Crediten
  Rd:s
Mr R:W: Ross op een onderhandsch bewys 78

Aldus na gedane ontzegeling geinventariseerd aan de Kaap de Goede Hoop ter huyse voormeld op den 17:e November 1814.

Als gecomm: Weesmeesteren: A:V: Bergh, G:E: Overbeek

Mij present: G:A: Watermeijer, E: C:

MOOC8/30.44

{18141101} 1 November 1814 William Regal

Inventaris van alle zodanige goederen, als er op Zaturdag den neegen en twintigste dag der jongst gepasseerde maand October in den jaare onzes Heeren een duyzend acht honderd en veertien ab intestato metter dood zyn ontruijmd ende nagelaten door den geweezenen kapelmeester William Regal ten voordeele zyner nagelatene wed:w Elizabeth Helman ter eenre, en zyne onbekende uitlandige erfgenamen ter andere zyde, invoegen als het een en ander door de ondergeteekendens ter presentie der meede geteekende getuygen is opgenoomen en in geschrifte gebragt, mitsg:s bevonden te bestaan in het volgende, te weeten

Ten huijze van Joseph Witholt, alwaar den overleedenen is woonachtig geweest en aldaar

In een bovenkamer
een ledikant waarop
een mattras
een peuluw
een kussen
een laken en
een combaars
een tafel
twee stoelen
een schildery
een koffer waarin
een lakense rok
een lakense mannel
een lakense jas
zeeven hembden
dertien broeken
zeeven baatjes
een p:r kousen
drie p:r kammassen
elf doeken in zoort
een lap linnen
een hoed
twee borsels
een memorieboekje
twee gedrukte boekjes
een p:r schoenen
twee p:r laarsen
een beddelaken
een oude tonteldoos
een klein kistje met eenige horologieplaaten en rommeling
Contanten
  Rd:s
aan Kaapsch papiere munt eene somma van vyf en twintig ryksd:s, zegge 25
Last des boedels
aan dr Pallas op een reekening van practyk en geleeverde medicamenten Rd:s 52:6

Aldus na gedane ontzegeling geinventariseerd aan de Kaap de Goede Hoop op den 1 November 1814.

Als getuigen: P: Streir, J: v: Baalen

Voor den opgaaff: J: Wiedholt

Ter onzer presentie: J: Serrurier, J:N: Rorich

MOOC8/30.45

{18141018} 18 October 1814 Hans Larssen

Inventaris van alle zodanige goederen, als er op Vrydag den 14 dezer, ab in testato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den timmerman Hans Larssen, die als knegt bescheiden is geweest by den heer Johannes Gysbertus van Reenen, ten voordeele zyner onbekende uitlandige erfgenamen; invoegen als het een en ander door ons ondergeteekendes, volgens aangeeven van voorm: heere Van Reenen ter presentie de nevensgetekende getuygen zyn opgenomen en in geschrifte gesteld, bestaande alle deeze goederen in het volgende, nam:

In het woonhuis van gez:de heere Van Reenen en aldaar

In een voorvertrek
een koffer waarin
een lakense rok
een lakense jas
drie hembden
agt broeken
tien baaytjes in zoort
een paar koussen
drie doeken
een hoed
een witte deken
twee paren handschoenen
drie scheermessen en een stryk riem
een knip mes
een perspectief
twee glazen
een dominie spel
twee zilvere horologies
een valies
een koffer waarin
een paar schoenen
twee paar laarsen
negen schilderijen in zoort
een aarde beker
een aarde kom
een oly steen
een pyp met een zilvere dopje
voorts een party rommeling
Crediten des boedels
    Rd:s
vold: van den gezegde heer J:G: van Reenen over 3 maanden verdiende gagie a 25 rd:s per maand, gerekend tot primo dezer 75
Last des boedels
    Rd:s
vold: aan voorsz: J:G: van Reekening over begraffenis onkosten etc:a blykens specifique rekening 114:24

Aldus na gedane ontzegeling g’inventariseerd ten huyze van den heer Van Reenen voorm: in de Kaapstad , aan de Kaap de Goede Hoop den 18 October 1814

Als getuygen: H: Maynier, H: Beyleveld

Voor de opgaaf: J:G: v: Reenen

Ter onze presentie: P: Poggenpoel, J:N: Rorich

MOOC8/30.46

{18141026} 26 October 1814 Elisabeth Petronella Smuts

Inventaris der goederen en effecten op den 28:e der jongst gepasseerde maand September ab intestato metter dood ontruijmd ende nagelaten, door de meerderjarige jonge dochter Elisabeth Petronella Smuts, komende dezelve als erfgenamen te succeederen, de overgeblevene en thans in wezen zijnde wettige afstammelingen van haare vooroverledene broeders en zusters, met namen

1) het overgeblevene kind van wijlen Catharina Adriana Smuts in huwelijk verwekt bij wijlen Johannes Dempers, genaamd Hermanus Dempers
2) het overgeblevene kind van wijlen Cornelia Smuts in echt verwekt bij wijlen Jan Roos, genaamd Anna Roos getrouwd met Andries Bruijns
3) de nagelatene kinderen van wijlen Maria Smuts in echt geprocreeerd bij wijlen Barend Pietersen met namen a) Anna Pietersen weduwe Jan Reeders
b) Tobias Pietersen
c) Johanna Pietersen getrouwd met Dirk Verweij
d) Petronella Pietersen weduwe Barbier
4) de nagelatene kinderen en kindskinderen van wijlen Marthinus Smuts met namen a) Nicolaas Smuts
b)Tobias Smuts
c) de overgeblevene kinderen van wijlen Michiel Smuts genaamd a:a) Marthinus Smuts
b:b) Michiel Smuts
c:c) Josias Smuts
d:d) Daniel Smuts onmondig
e:e) Maria Smuts getrouwd met Andries Thomas Stadeler
f:f) Geertruijda Smuts
g:g) Cornelia Smuts, getrouwd met Hendrik Johannes Louw
d) de overgeblevene kinderen van wijlen Marthinus Smuts genaamd a:a) Maria Smuts getrouwd met Jan Jurien
b:b) Marthinus Smuts
c:c) Aletta Smuts onmondig
e) de overgeblevene kinderen van wijlen Hilletje Smuts, in echt verwekt bij wijlen Willem Versveld, genaamd a:a) Willem Versveld
b:b) Marthinus Versveld
c:c) Aletta Versveld, getrouwd met Jacobus Smuts
d:d) Maria Versveld
e:e) Jeannetta Versveld, getrouwd met Tobias Smuts
f:f) Hilletje Versveld, getrouwd met Leonard Wahl
f) de overgeblevene kinderen van wijlen Anna Smuts, in huwelijk verwekt bij wijlen Douwe Prins, genaamd a:a) Johannes Prins
b:b) Marthinus Prins beide onmondig

zo als deselve nalatenschap door ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren is geinventariseert en opgenomen, en bevonden te bestaan in het volgende, te weten

Ten huijze van de heer Hermanus Dempers, alwaar de overledene woonagtig is geweest

een ledikant waarop
een onderbed
een peuluwe
vier kussens en
een combaars
een kist waarin
vijf beddelakens
veertien sloopen
zeven hembden
vijf borstrokken
negen kabaaitjes
drie kaskijntjes
twaalf rokken
vijf tabbaarts
een jas
vier jassen
elf witte doeken
zeven bonte doeken
drie paaren koussen
zes mutsen
een tjaal
twee stroohoeden
twee paaren handschoenen
twee schuijfdoosjes met eenige klijnigheden
Crediten des boedels
    Rd:s
voldaan 18 Maart 1815 een notarieele obligatie ten lasten wijlen Gregorius Pentz, de dato 5 December 1794 - groot aan capitaal 1000:--
  met de intrest ’t zedert 5 December 1813
voldaan met de renten den 27 January 1815 een notarieele obligatie ten lasten wijlen Carl Wilhelm Dieleman de dato 15 December 1794, groot aan capitaal 555:--
  met de intrest ’t zedert 13 December 1812
  een notarieele obligatie ten lasten Johan Ulrich Kibourgh de dato 7:e Januarij 1797, groot aan capitaal 750:--
  met de intrest ’t zedert primo December 1812
vold: den 25 April 1815 een notarieele obligatie ten lasten Cornelis de Kock, de dato 24:e November 1797, groot aan capitaal ƒ4000 ofte 1333:16
  met de intrest ’t zedert 24:e November 1813
  een onderhandsche obligatie ten lasten Hermanus Dempers, de dato 11:e December 1804, groot aan capitaal 1500:--
  met den intrest zeedert 11 December 1813
ingebracht zo veel de heer Andries Brink, senior, als gewesene administreerende curateur der overledene, wegens het zaldo eener op den 24:e deeser ter Weeskamer geformeerde en geslotene administratie rekening, per zaldo, ten voordeele des boedels moet inbrengen 770:34

Aldus geinventariseert ter Weeskamer aan de Kaap de Goede Hoop op den 26 October 1814, ende zulks op het op- en aan-geven van de heeren Andries Brink senior en Hermanus Dempers, als geweesene gerechtelijke curateuren der overledene, dewelke verklaarden hen daarinne ter goeder trouwe gedragen, en willens en wetens niets verzwegen of agtergehouden te hebben van het geene tot den boedel en nalatenschap behoord, onder aanbieding zulks des vereischt wordende, ten allen tijde met plegtigen eede gestand te doen, en verdere belofte zo wanneer indertijd dienaangaande iets nader mogten komen te ontdekken, daarvan getrouwelijk ter Weeskamer opgave te zullen doen, ten einde in zulk geval deezen inventaris, daarmeede naar behoren kan worden geamplieert.

Ten blijke der waarheid is deese door de inventarienten, benevens ons gecommitteerde Weesmeesteren ende mij Eerste Commis der Weeskamer eigenhandig onderteekend

Als gecomm: Weesmeesteren: A: v: Breda, W:J: Klerck

H: Dempers, And:s Brink s:r

Mij present: G:A: Watermeijer, E: C:

MOOC8/30.47

{18131002} 2 October 1813 Albertha Elisabeth Oosthuyzen

Inventaris des boedels van Albertha Elisabeth Oosthuyzen, weduwe van wylen Nicolaas Grobbelaar soo als dezelve sub dato den 7:e April 1806 met er dood ontruymt en naargelaaten syn, synde deselve door ons ondergeteekende getuygen op dato deeses bevonden en getauxeerd

  Rd:s
twee ossen 30
drie koeyen 25
twee kalfers
een party oud beddegoed 10
Somma Rd:s65

Uitenhage den 2:e October 1813

C:W:m Behrens

J:C: Vogel

MOOC8/30.48

{18140725} 25 July 1814 Hannes Pietersen

Inventaris van zoodanige goederen, als er op Woensdag den 20:ste dag der maand July in den jaare een duyzend acht honderd en veertien ab intestato met er dood zyn ontruimd ende nagelaten door den gewesene kuiper Hannes Pietersen ten voordeele zyner onbekende uitlandige erfgenamen, invoegen als het een en ander door my Adj:t Commis in presentie van getuigen is opgenomen en in geschrifte gebragt, bestaande alle deselve in de volgende, namentlyk

Ten huizen van Jan Christoffel Eerlyk alwaar den overleedenen het laatst is woonagtig geweest

een kist waarin
een blauwe rok
negen hembden
vier jekkets
acht baatjes
negen p:r kousen
vier broeken
vier doeken
drie hoeden
een p:r laarsen
een p:r schoenen
een oude jas
een borsel
twee scheermessen
een oude kist waarin
seven snymessen
een fokswans
een hamer
een speerhak
een dissel
een byl
twee balies
een groote schaaf
een ledikant met behangzel
twee stoelen
een hangmat
Crediten des boedels
    Rd:s
  aan contanten in dezelve gevonden aan papiere en koper munt 21:--:--
door d’ edele J: Hoetz op den 18 October 1815 ter Weeskamer een bewijs vertoond dat deeze schuld aan den overl: zelfs zeedert is betaald - J: Faure, Secret:s van Pohl and Comp:y over het saldo eener rekening courant gesloten 11:de October 1813 ten faveure van den overledene groot 583:1:2
Lasten des boedels
  Rd:s
aan voorm: Jan Christoffel Eerlyk voor kamerhuur etc:a blykens reek:g 11:28

Aldus gedaan en geinventariseerd ten huijze voormeld op den 25:ste July 1814, ende zulx op het op en aangeven van de in den hoofde deeses gemelde Jan Christoffel Eerlyk, dewelke verklaarde zig hierinne ter goede trouw gedragen en niets verzwegen of te rug gehouden te hebben, dat tot voorsz: nalatenschap behoord invoegen hy ook getuigde de deugdelykheid zyner opgaave ten allen tyde des vereischt werdende, met eede gestand te doen en belofte wyders zo hier na nog iets tot gem: boedel behorende mogte worden ontdekt daar van nader en getrouwelyk opgaaf te zullen doen, ten einde deesen inventaris daar meede in allen trouwe te kunnen worden g’amplieerd.

In teeken der waarheid is deessen inventaris door dikwyls gemelde Jan Christoffel Eerlyk in presentie van my Adj:t Commis in getuigen behoorlyk onderteekend.

Als getuigen: P: Poggenpoel, J:N: Rorich

Voor den opgaaf: J:C: Eerlich

Mij present: P:E: Faure, Adj:t C:

MOOC8/30.49

{18140726} 26 Julij 1814 Francina Groenewald

Inventaris van zodanige goederen, als er ab intestato met er dood zijn ontruijmd ende nagelaten door Francina Groenewald wed: van wijlen den burger Sijbrand Vermeulen ten voordeele haarer nagelatene kinderen en kindskinderen, te weeten

1) Sijbrand Vermeulen mondig
2) Christoffel Joh:s Vermeulen mondig
3) de kinderen en kindskinderen van wijlen Catharina Francina Vermeulen in twee onderscheidene huwelijken, bij wijlen Willem Petrus van Nieuwkerken en Matthijs van der Westhuijsen verwekt, met namen a) Francina Elizabeth van Nieuwkerken get:d met Hendrik du Plessies
b) de minderjarige kinderen van wijlen Catharina van Nieuwkerken, in huwelyk verwekt bij Jan Stephan:s de Villiers met namen aa) Jan Stephanus
bb) Willem Petrus oud [ ..... ]
cc) David de Villiers oud [ ..... ]
c) Johannes Albertus van Nieuwkerken mondig
d) de minderjarige nag:e kinderen van wijlen Anna van Nieuwkerken in echt verwekt bij Johan Fredrik Voges, met namen dd) Catharina
ee) Pieter
ff) Fredrik
gg) Willem
e) Sijbrand Gerhardus van Nieuwkerken mondig
f) Maria van Nieuwkerken get:d met Dirk Coohaas
g) het nag:e minderjarig dogter van wijlen Willem Petrus van Nieuwkerken in huwelijk verwekt bij Maria Esterhuyzen met name hh) Catharina van Nieuwkerken oud 1 jaar
h) Engela Hugonda van Nieuwkerken get:d met Bartholomeus Henricus Schonken
i) Matthijs Petrus van der Westhuijsen oud 14 jaren

invoegen als het een en ander ingevolge opgaaf van voorm: Sybrand Vermeulen door mij Adj:t Commis is opgenomen en ingeschrifte gebragt, bestaande alle de goederen in de volgende, namentlyk

een defecte thee tavel
twee kadels waar van een meede defect
een oude bed met twee kussens en een peuluw
drie defecte stoelen
een oude kast
twee aarde potten
een defecte tinne ketel
een ijzere pot /oud/
een ijzere rooster /oud/
een defecte soupkom
een cijver leij
een trommeltje
een Bijbel
een parthij boeken
een oude koffij molen
twee oude kisten
een combuijs tavel
een oude bed en 2 kussens
een boter vaatje
een oude tinne trekpot
Inneschuld
  Rd:s
van voorm: Christoffel Joh:s Vermeulen op een onderh: briefje d:d: 11 December 1797 groot 403
zonder beding van renten
Lasten des boedels
  Rd:s
aan voorm: Sijbrand Vermeulen over begravenis ongelden blykens reekening 113:18
aan Jan Heijneke voor beslag tot de doodkist bl:s reek: 16:24
aan de veldcornet C:L: Neethling blykens reekening 5:24
aan de koster A: van Coller voor kerken geregtigheid en bl: reekening 6:12

Aldus g’inventariseerd ter Weeskamer aan de Kaap de Goede Hoop op den 26 Julij 1814 ende zulx op het op en aangeeven van de in den hoofde deeses gem: Sybrand Vermeulen, dewelke verklaarde zig hierinne ter goede trouwe gedragen en niets verzwegen of te rug gehouden te hebben dat tot voorsz: nalatenschap behoord, invoegen hij ook getuigde de deugdelykheid zyner opgave ten allen tyden des vereyscht werdende met eede gestand te doen; en belofte wijders zo hier na nog iets tot gez: boedel behorende mogte worden ontdekt daar van nader en getrouwelyk opgaaf te zullen doen, ten einde deesen inventaris daarmeede in allen trouwe te kunnen worden g’amplieerd.

In teeken der waarheid is deesen inventaris door dikwilsgem: Sybrand Vermeulen in presentie van my Adj:t Commis en getuigen behoorlyk onderteekend

Als getuigen: P: Poggenpoel, A: van Breda

Voor den opgaaf: S: v: Meulen

Mij present: P:E: Faure, Adj:t C:

MOOC8/30.50

{18180920} 20 September 1818 Frans Dikker

Bosberg den 20 Sep:ber 1818 op Bruynieshoote

Dit is de leijs van de weduwe Frans Dikker

5 kleijne spanssagen 2 reijkdaalder
1 vokswans 3 schelling
10 schaaf blokke en 121 beijtels 2 reijkdalder
2 kruijshoute 1 schelling
1 schuyn
1 sneijmes 1 kward
8 beijtels 6 schelling
1 kist 1 reijkdaalder in 4 schelling
1 stoel 3 schelling
1 kleijne hant spieul 4 reijkdaalder
4 borden, 4 vurkes, 4 leepels 1 reijkdaalder 4 sc:
1 schootel 1 reijkdaalder
1 trikpot 6 schelling
1 kleijne ketel 1 schelling
2 potten 3 reijkdaalders
1 vaatie 4 schelling
1 emmer 4 schilling
2 oude schalmen boekken 2 schelling
1 oude wagen 20 reijkdaalder
1 merre peerd out 12 reijkdaalder
5 ossen 50 reijkdaalder
2 honderd 51 schaapen 100 reijkdaalder in 25 in 4 sch:
85 bokken 21 reijkdaalder 2 schilling
in 40 reijksdaalder schuld

Als getuygen: H:C: Bos Proeviesie Veldc:net

C:J: Tregard, Jo:s Klopper

MOOC8/30.51

{18140221} 21 Februarij 1814 Ignatius Petrus du Prée , Anna Catharina Janse van Vuuren

Staat en inventaris van alle zodanige goederen, effecten, baaten en lasten, als tot den boedel van wylen Ignatius Petrus du Preé s:r en nagelaaten weduwe Anna Catharina Janse van Vuuren behooren, en door voorsch: Du Preé s:r sub dato 10 Januarij 1814 ab intestato met de dood ontruimd en nagelaten zyn, zynde dezelve geformeerd en in geschrifte door mij ondergeteekende Secretaris van het district Uitenhage ter presentie van de natenoemene getuigen, mitsgaders ter requisitie van voornoemene weduwe gebragt

Een plaats gen:t De Zuure Anijs geleegen aan de Kromme Rivier
een plaats gen:t Nooitgedagt geleegen aan de Couga
In de voorhuis
twee douzyn borden
vier schotels
achtien vorken
vyfthien leepels
drie tavel messen
vyf koppies en pierings
vier kommetjes
een theepot
een keetel
een boter pot
twee keetels
vier kookpotten
een rak
een rak, klein
drie emmers
twee boter vaten
een karn
een halfaam
twee aarde potten
een tavel
In de kamer ter rechterhand
twee katels
drie tinne schotels
twee beddens met hun toebehooren
twee kisten
drie stoelen
een schryf doosje
een geweer
drie zakken
twee kisten /:defect:/
een kleine trommeltje
drie boeken
een stoof
een ferrekeiker
In de wagen huis
een ossen wagen /:defect:/
ploeggereedschap
twee duimsbooren
een trek zaag
een kraan zaag
een span zaag
een schroef
een hout en hand bijl
een quantiteit beijtels
vier zikkels
drie winger messen
twee moole steenen
wat oud yzer
een slyp steen
drie pikken
een graaf
Beestiaal
zes en twintig ossen
acht en twintig beesten
drie hondert en twaalf schapen
vyftig bokken
twee ryd paarden
Baaten des boedels
  Rd:s
Carel Joseph Dirkk 8
Lasten des boedels
  Rd:s
aan de wed:e Hester Kritzinger 300
aan Ign:s Step: Ferreira Ign:sz 200
aan Dietz 80
aan Herm:s Redelinghuisen 42
aan Michiel Heins 60
aan Pet:s Henr:s du Preè, voor moeders erffenissen 144
aan Hester Jacomina du Preè, meede wegens moeders erffenissen 144
een merry volgens tauxatie der erfgenaamen, aan gem: H:r J:a du Preè 36
een osje 10
een osje 10

Aldus gedaan en geinventariseerd ter woonplaatse van voornoemde wed:e Ignatius Petrus du Pree gen:t Zuure Anys geleegen aan Kromme Rivier in het district van Uitenhage op den een en twintigste Februarij van den jaare 1814, ende zulx op het op en aangeeven van gemelde wed:e dewelke betuigde haar daaromtrend ter goeder trouwe gedraagen en met haar weetens niets versweegen of agter gehouden te hebben tot dien boedel behoorende met presentatie des gerequireerd werdende met solemneele eede te zullen bevestigen, en beloofde zo wanneer iets mogt komen te ontdekken dat tot dien boedel behoord deese inventaris daar meede te zullen amplieren, mitsgaders acte geformeerd ter presentie van de klerke Adriaan de Waal D:z en Cornelis Johannes van Rooijen G:tz als getuijgen

Als getuigen: A: de Waal, C:J: v: Rooijen

A:C: Jansen, weduwe Du Pree

In kennisse van mij: J:C: Bergh, Secret:s

Eerste vrou Chatarina Aletta

J:P: du Prée, And:s du Prée, Alewyn Fichard - moeders bewys ontvangen

P: Hend:k en Hester Jacomina hebben nog niet ontvangen

MOOC8/30.52

{18140420} 20 April 1814 Andries Francois du Toit , Sara Marijna Strijdom

H: Maynier

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als er door wylen Andries Francois du Toit en desselfs huisvrouw meede wijlen Sara Marijna Strijdom in gemeenschap bezeeten, en door eerst genoemde als laast stervende ab intestato met er dood ontruimd en nagelaten, mitsgaders heeden opgenomen en in waaren weezen zijn bevonden geworden, te weeten

een buldzak met vier kussens en een combaars
een schietgeweer
een zadel met toom
een klijne handsambok
een botervat
een stoel
een stoof
een parthij houtwerk
een ligter hout met voet
drie tinne borden
twee vorken
twee tinne leepels
een wagen kist
een handbijl
ses bijtels in zoort
een klyne vyl
een klijne gust
een end blad van een oude zwaayzaag
een zeekoetand
een tinne trekpot
/moeders kleederen/
vyf vrouwen rokken
drie jakjes
een chitze tabbart
vyf doeken in zoort
een witte tjaal
een voorschoot
een borstrok
een ongemaakt kapje
twee paar mouwtjes
een paar koussen
een paar handschoenen
een waaijer
twee en een half elle lint
drie elle zwarte kant
een schaar
een mesje
een naalde koker
een paar goude oorkrabben /:defect:/
een zilvere beugel
wat kindergoed
mans kleederen op versoek van de grootouders aan ’t kind gelaten te weeten
vyf boven baatjes
seven onderbaatjes
vier lange broeken
twee hemden
drie paar koussen
twee hoeden
twee doeken
een scheermes
een memorie boekje
een paar schoene
Beestiaal
vyfthien trekossen
drie en twintig aanteelbeesten
een hondert vyf en vyftig aanteelschapen
drie en vyftig aanteel bokken
Baten des boedels
  Rd:s
van Pet:s Jac:s du Toit over contant geleend geld /edog zonder renten/ 1838
van Gidion Joubert Gid:zn /onder Stellenbosch / blykens handschrift 57
van Died:k Koekemoer D:kz over vier hamels a rd:2 per stuk 8
Schulden des boedels
aan de wed:w Pieter Coenradie aan Breederivier weg:s schapen op helfte van aanteel, waarvan hamels dewelke a rd:s2 omde helfte bedragen en dus haar competeerd
Erfgenaamen
Johannes Petrus Sarinius du Toit geboren den 19 August 1811

Aldus gedaan en geinventariseerd ter plaatze van den burger Petrus Jacobus du Toit genaamd de Rustenburg gelegen in ’t veldcornetschap Buffelshoek op den 20:ste April 1814 volgens ’t op en aangeven van voorgem: P:J: du Toit /vader des overleedenens/ dewelke betuigde zig in ’t op en aangeeven des voormelden boedels ter goeder trouwe te hebben gedragen en niets met weeten versweegen of agter gehouden, verklaarende hem dus bereid deeze opgaave ten allen tyde des gevordert werdende met solemneele eede te zullen staven, met verdere belofte zo iets nader tot den boedel behoorende mogt ontdekken deezen inventaris daarmeede te zullen amplieeren, en is zulks geschied in ’t byweezen van den veldcornet Corn:s Johannes Olivier en den venduafslager Jeremias Auret als getuigen

Als getuigen: C:J: Olivier, J:s Auret

Pet:s Jac:s du Toit

In kennisse van mij: Th:s Muller, Secret:s

MOOC8/30.53

{18140119} 19 Jannuarij 1814 Pieter Schalk van Heerden , Anna Susanna Elsje Petronella van der Merwe

J:N: Stole

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten, mitsgaders contanten en padtentien als door wylen den burger Pieter Schalk van Heerden en desselfs nagelate weduwe Anna Susanna Elsje Petronella van der Merwe in gemeenschap bezeeten en door eerstgem: ab intestato met ’er dood ontruimd en nagelaten, mitsgaders heeden opgenomen en in waaren weezen zijn bevonden geworden, te weeten

Den opstal der leeningplaats genaamd de Groene Valij gelegen aan ’t Doorn Rivier in ’t district agter Sneuwberg
twee osse wagens ieder met hun volle toebehooren
een halfsleete paarde wagen meede met zijn volle toebehooren
vier aams vaten
twee botervaten
een boter karn
een halve legger
vier half aams vaten
twee anker vaatjes
twee klijne vaatjes
twee oude half aams vaaten
twee Noordsche molens
ses zikkels
een klijn botervaatje
een vleesch vaatje
een brandewijns keetel met toebehoor
seven water emmers
thien ijzere potten in zoort
vijf aarde kannen in zoort
drie aarde kannen in zoort, klijnder
vyf rakken in zoort
negen stoelen
twee tafels
ses kisten
twee katels
vier beddens
twee roosters
een vlees vork
een pot leepel
sesthien tinne borden
vijf tinne schotels
een en twintig tinne lepels
seventhien staale vorken
twee kopere schaaltjes zonder balanse
vijf kooper keetels in zoort
een blikke emmer
een aarde stoofpot
een tinne boterpotje
een kopere vijzel /klijn/
twee tinne trekpotjes
een koffij moolen
een kopere koffijkan
een ijzere strijkijzer
vier aarde potten
twee kopere kandelaars
een horlogie
een lantaarn
thien schietgeweers in zoort
ses graaven
twee pikken
een breekijzer
een bankschroef
drie schaaven
vier bijtels
twee zaagen
vier bijlen
een ploeg met zijn toebehoor
twee bilhamers
een dissel
een snijmes
drie booren
seven gezaagde balken en eenig rondhout
twee hondert voet planken in zoort
een verrekijker
een Huisbijbel
eenige klyne boeken
een weinig oud ijzer
Slaven
een mansslaaf gen:d Carolus van de Kaap
een mansslaaf gen:d Adonis van de Kaap
een mansslaaf gen:d Februarij van Mossambicq
een mansslaaf gen:d April van Bengaalen
een slavin gen:d Joumina van Boeggies
een slavin gen:d Amilia van de Kaap
Beestiaal
twee en seventig trekossen
drie hondert drie en dertig aanteelbeesten
vier en veertig zo ryd wagen als ook aanteel paarden
drie duizend een en vyftig aanteelschapen
twee hondert een en seventig aanteel bokken
Contanten
  Rd:s
drie ducaten
negen Spaansche matten
een halve ducaton
vyf roupijen
drie en twintig guldens
achtien halve guldens
elf schellingen
twee dubbeltjes
aan papiere geld 436:6
aan een slagter brief ten lasten van J: Hend:k Broekhuyzen 530:--
aan een slagter brief ten lasten van August Möller 300:--
aan een slagter brief ten lasten van Fred:k Leibbrand 250:--
opgemelde contanten en slagter brieven aan de weduwe gelaten
Baten des boedels
  Rd:s
van Piet:r W:ze van Heerden P:sz ingevolge handtekening sub dato den 1 Sept: 1808 500:--
van Jac:s Merrais Ch:lz ingevolge handtekening sub dato den 31 Aug:s 1813 400:--
van Piet:r Sch:k v: Heerden P:sz 290:--
van Jac:s Erasmus Smit Erasm:sz sub dato den 24 Aug:s 1813 120:--
van Isaac van der Merwe ingevolge handtekening sub dato den 7 Meij 1812 100:--
rente van dien van dato voorm:d tot [ ..... ]
van Alewijn Franc:s van Heerden Piet:rsz over koop van een slaaf genaamd Jas van de Kaap 100:--
van ’s Districts Cassa te Graaff Reinet per rest 70:--
van Willem van Heerden Joh:s zn voor gekogt vaatwerk 100:--
van den Adj:t Landd:t A: Stockenstrom over een aam wijn met het vat 38:--
van Willem Abram de Clercq B:dz over cont:t geleend geld blijkens handteekening 20:--
van Petrus Joh:s van Heerden blykens handteekening van den 8 Junij 1813 9:6
van Nicolaas Grobler C:ts zoon over geleend geld 13:--
van Jacobus Vorster de oude over geleend geld en drank 14:--
van Willem Jonker voor drank 5:2
van Paulus Vorster Joh:s z:n p:r rest over koop van drie ossen 6:--
van Gerrit Meijburg 4:--
van Jan Mulder voor drank en 1 beestevel 5:--
van Gerrit Olivier Ock:ts z:n voor drank 14:4
van Jacobus Vrij voor drank 7:--
van Pieter Willemze v: Heerden H:ks zoon voor een vat 12:--
van Jacob van der Merwe d’ oude over hamelgeld van maatschappij schapen 40:--
van Gerrit Buitendag Fr: z:n een anker azijn 4:--
van Piet Pretorius L:s z:n over koop van wijn en brandewijn 4:--
van ’t Gouvernement wegens de ingetrokke leenings opstal gen:d de Buffelshoek aan ’t Vischrivier agter Sneeuwberg ten dienste voor de Adj:t Drostdij NB 3500:--
Schulden des boedels
  Rd:s
aan de vier minderjarige kinderen bij wijlen Helena Elisabeth Vorster verwekt, voor een ieder hunner hoofd voor hoofd te weeten
aan Alewijn Francois van Heerden voor moedersportie 314:--
aan Carel Nicolaas van Heerden voor moedersportie 314:--
aan Barend Joh:s van Heerden voor moedersportie 314:--
aan Pet:s Joh:s van Heerden voor moedersportie 314:--
aan de twee minderjaarige kinderen bij wijlen Anna Hendrina Krugel geprocrieerd bed:r het moedersportie als
aan Andries Hendrik van Heerden 1958:36
aan Elisabeth Helena van Heerden 1958:36
aan ’s lands comptoir over 13 /m:de recog:tie penn: wegens de plaats gen:d de Doornrivier 32:24
aan ’t lands comptoir over 5 m:de recog:tie penn: weg:s de door het Gouvernement ingetrokke lenings opstal genaamd de Buffelskloof 12:24
Erfgenamen
1) Anna Cecilia van Heerden get:d met Pet:s Grobler deeze zyn kinderen uit het eerste bedde met Elisabeth Helena Vorster
2) Dorothea Maria van Heerden get:d met Nic:s Grobler
3) Sophia van Heerden get:d met Jac:s Marrais C:z
4) Pieter Willemze van Heerden
5) Willem Hendrik van Heerden
6) Pieter Schalk van Heerden
7) Cecilia Gerbregt van Heerden get:d met H:P: v: Heerden W:m Jac:sz
8) Hester Johanna van Heerden get:d met P: Joh:s v: Heerden H:z
9) Isaac Joh:s van Heerden
10) Alewijn Franc:s van Heerden
11) Carel Nicolaas van Heerden
12) Barend Johannes van Heerden
13) Petrus Johannes van Heerden
14) Andries Hendrik van Heerden deeze zyn kinderen uit het tweede huwelijk bij Anna Hendrina Kruger verwekt
15) Elisabeth Helena van Heerden
16) Jacob Jacobus van Heerden dewelke in het derde huwelyk bij Anna Susanna Elsje Petronella van der Merwe zijn geprocrieerd en verklaarde de nagelate weduwe haar van wijlen haaren man nog bevrugt te bevinden
17) Anna Maria van Heerden
18) [ ..... ]

Aldus gedaan en geinventariseerd ter plaatze genaamde ’t Doornrivier gelegen agter Sneeuwberg op den 19:de dag der maand Jannuarij 1814 volgens ’t op en aangeven van voormelde A:S:E:P: van der Merwe, weduwe P:S: van Heerden de oude, dewelke betuigde hierinne ter goeder trouwe te hebben gehandelt en niets met weeten versweegen of agter gehouden, verklaarende haar dus bereid deezen voorenst:de opgave ten allen tijde des vereischt werdende met solemneele eede te zullen bevestigen; met verdere belofte zo iets nader tot den boedel behoorende mogt ontdekken, deezen inventaris daar meede te zullen amplieeren; en is zulks geschied in ’t bijweezen van d’ edele Louis van Wijk en den veldcornet Willem van Heerden als getuigen.

Als getuigen: L: van Wijk, Willem van Heerden

A:S:E:P: van der Merwe

In kennisse van mij: Th:s Muller, Secret:s

MOOC8/30.54

{18140902} 2 September 1814 Fredrik Wilhelm Habicht , Paulina Fredrica Weis

Inventaris van alle zodanige goederen als er in gemeenschap zijn bezeeten geweest bij Fredrik Wilhelm Habicht en zyne huijsvrouw Paulina Fredrica Weis, mitsgaders van de zyde der laatstgenoemde op Maandag den neegen en twintigste dag der maand Augustus in den jaare onzes Heeren een duijzend acht honderd en veertien ab intestato metter dood ontruijmd ende nagelaten, ten voordeele harer ondertemeldene kind en kindskinderen, met namen

1) Hendrik Blesser mondig en uitlandig
2) de kinderen van wylen Clara Blesser in huwelyk verwekt by meede wylen Johan David Pfaff met namen a) Johan Fredrik oud 17
b) Johan George oud 15
c) Hendrina Jacoba Pfaff oud 13 jaren

Zodanig als dezelve nalatenschap door mij ondergeteekende Adjunct Commis der Weeskamer ter presentie der meede geteekende getuijgen is opgenomen en in geschrifte gebragt, mitsg:s bevonden te bestaan in het volgende, te weeten

In een huurhuijs van Franciscus Cleenwerk en aldaar

In het voorhuijs
een spiegel
zes schilderyen in zoort
een kleine hoekrak
drie tafels
een kleine toonbank
een kopere theemachine
een yzere balans met kopere schalen
zes kandelaars in zoort
een verlakte trekpot
In de voorkamer
een spiegel met vergulde lijst
twee kleine ronde spiegeltjes
tien schilderyen
agt stoelen
een glazen kast waarin
twee tabberts
drie kabaatjes
twee rokken
twee hoedjes
een p:r schoenen
een chitze sprey
twee servietten
een laken
neegen kussenslopen
een stel witte bedgordijnen
zes en twintig aarde borden
een soupterrine defect
twee boterpotjes
twee souspotjes defect
vyf schotels
vyf kopjes en twee pierings
een tinne schotel
twee karaffen
drie kelkjes
een kleine tobakskistje
een schrijfkistje
neegen boeken
In de agterkamer
een ledikant waarop
een bulzak
een peuluw
drie kussens en
een wolle deeken
In de combuijs
twee tafels
een watervaatje
twee emmers
twee yzere potten
twee koekepannen
een rooster
een vuurtang
twee drievoeten
een tinne koffiekan
zeeven messen
zes vorken
een soupleepel
een oude koffiemolen
twee blikke castrollen
een blikke keetel
Crediten des boedels
    Rd:s
  aan contanten in dezelve gevonden eene somma van een honderd ryksd:s zegge 100
  van Johannes Geijer op een notarieele obligatie d:d: 2:e Februarij deezes jaars groot aan capitaal ƒ1000 ofte 333:16
  met de renten zeedert den datum der obligatie
voldaan den 3 December 1814 van Jacob Wasserval op een notarieele obligatie d:d: 16 Maart jongst:l aan capitaal ƒ1000 ofte 333:16
  met de renten zeedert medio Maart deeses jaars

Pro memorie word alhier genoteerd dat de contanten hier vorengemeld door den inventarient is g’employeerd tot goedmaking der begravenis onkosten, en andere noodwendige uitgaven, waarvan door hem in reekening verantwoording zal worden gedaan.

Aldus g’inventariseerd aan de Kaap de Goede Hoop ten huijze voorm:d op den 2 September 1814 ende zulks op het op en aangeeven van de in den hoofde deezes gemelde weduwnaar, dewelke verklaarde zig hierinne ter goeder trouwe gedragen en met zyn weeten niets verzweegen of te rug gehouden te hebben van al het geen tot den boedel en nalatenschap behoord, invoegen hy dan ook betuijgde de deugdelykheid zyner opgaave ten allen tyde des vereischt werdende met solemneele eede nader te bevestigen; en verdere belofte zo hierna nog iets tot gesegde nalatenschap behoorende, mogte worden ontdekt daarvan nader en getrouwelyk ter Weeskamer opgaaf te zullen doen, ten einde deesen inventaris daarmeede te amplieeren.

In teeken der waarheid is deeze ter presentie van mij Adj:t Commis en getuygen door den inventarient eigenhandig onderteekend.

Als getuigen: J: Serrurier, J:N: Rorich

Voor den opgaaf: W:m Habigt

Mij present: P:E: Faure, Adj:t C:

S:V: Cloete

Compareerde voor ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren Fredrik Wilhelm Habigt, dewelke ter ampliatie van den inventaris des boedels door hom met zijner overledene huijsvrouw Paulina Fredria Weis in gemeenschap bezeten en op den 2 September j:l: voor gecomm: der Weeskamer geformeerd, opgaf tot den gesegden gemeenschappelijken boedel mogte behooren

  Rd:s
1 zilvere souplepel en 6 zilvere eetlepels gemerkt met de namen van hom comparant en Fredrik Phaff, mitsgaders nog 2 zilvere teelepels, welke in gevolge overeenkomst met zijne overledene huijsvrouw getroffen bestemd zijn om na zijn comp:ts overleiden aan opgem: Fredrik Pfaff in eigendom over te gaan
een onderh: obligatie ten lasten G: Bernard de dato 12 Januarij 1814 groot per rest 77:--
een onderh: obligatie ten lasten Pieter Toussain de dato 7 Januarij 1814 groot 300:--
een onderh: obligatie ten lasten Johannes Franciscus Cleeneverk de dato 26 Augustus 1814 groot 100:--
een rekening ten lasten Hendrik Blesser groot 31:24
een pretensie op de wed:e Hendrik Storm over beschadigde borgtogt groot aan capitaal 150:--

Aldus naar opgegeven ter Weeskamer aan de Kaap de Goede Hoop den 1:e October 1814.

Als gecomm: Weesmeest:n: A:V: Bergh, W:J: Klerck

W: Habigt

Mij present: G:A: Watermeijer

Compareerde voor ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren opgemelde Fredrik Wilhelm Habigt, dewelkens na alvoorens den inventaris des boedels door hem met zijne overledene huijsvrouw Paulina Fredrica Weis in gemeenschap beseten geweest, onder de hierbovenstaande ampliatie van denselven inventaris, nog eens exact te hebben nagesien verklaarde, bij zijne daarbij gedane opgave te blijven persisteeren, als goed wel, deugdelijk en oprecht, begerende dierhalven niet iets daarbij te voegen of daarvan afgedaan te hebben, en sprak ten comparant ter bevestiging een waarheid van dien, de solemneele woorden Zoo waarlijk helpe mij God Almachtig!

Aldus gerecolleert ende beedigd ter Weeskamer aan de Kaap de Goede Hoop datum ut supra

Als gecomm: Weesmeest:n: A:V: Bergh, W:J: Klerck

W:m Habigt

Mij present: G:A: Watermeijer, E: C:

MOOC8/30.55

{18140115} 15 Januarij 1814 Anna Catarina Basson

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als door wijlen Anna Catarina Basson, w: wijlen Christiaan Hatting met er dood ontruijmt en nagelaten, mitsgaders mede door mij ondergetekende Veltcornet en getuijgen opgenoomen op aangaave van de erfgenaamen en zijn de zelve bevonden, te weeten

2 slaven
15 ossen
20 beestiaal
1 rijd paard
2 merries met twee veulens
502 schaapen
1 brandewijns ketel
3 oude leggers
1 halve legger
1 halfaam
1 oude asijn vat
1 botervat
1 trap bali
1 kiaate karntje
1 rijs bali die in duijgen leg
8 aparte hoepels
1 osse wagen
1 kar
4 kisten
2 tavels
4 stoelen
1 katel
1 ledekant
1 sepot
2 klijne potten
3 aarde potten
3 schoorsteen ketens
1 taarte pan
1 broeder pan of stoof pan van koper
1 koekepan
1 rooster
2 tinne schotels
4 porselijne borden
6 tinne borden
2 porzelijne borden
5 tinne lepels
7 staal vorken
1 vijsel
2 geëijkte pintjes
2 trek potten in zoort
2 spoel kommen
1 sout vaatje
3 bottels
1 tinne buijs
1 strijkeijster
1 spiegel
1 sijver lij
1 koffij kan
2 blikke trommels
1 bet compleet
4 kussens apart
1 laken
1 deken of kombaars
1 schuijfdoos
2 rakken
1 lepel rak
1 kook ketel
1 tentzijl
1 dissel
1 hol dissel
1 koevoet
3 avegaars booren
1 bijtel
1 mole spil
1 wijn glas
1 onsel of snese gewigt
1 rimketen devect
1 slangesteen
1 koffij moolen
3 sikkels
1 drievoet
Schuld des boedels
aan Stephanus Bekkers S:z zom 24 ryd:s spruytende uijt een koop van drie ossen
Contante in de boedel
zom van vier en sestig ryxd:s waarvan afgaat voor begraffenis kosten dertig ryxd:s
een konten tot de gasie voor een jaar uijt betaalt zom twaalf ryxd:s
resteerd twee en twintig die onder berusting van Diderik J:s Hatting is gebleven

Inneschulden ingevolge boek van Diderik Johannis Hattingh in ’t jaar 1802 de 19 April heeft dese voorgeschoote penningen plaatsgevonden onder de kinderen, als volgt

    Rd:s
  Johannis Hendrik Hattingh 100:--
  Hans Juri Esterhuijsen 100:--
  Zacharias de Beer 100:--
  Johannis Jacobus Hattingh 336:--
  Diderik J:s Hattingh 100:--
  Jacobus Petrus Patinger 22:--
  Christiaan Hatting C:z 235:--
in ’t jaar 1810 den 6 November voor Johannis Jacobus Hattingh betaald plaats vernieuwt en negosi goederen 86:--
voor Christiaan op die zelde datum plaats vernieuwt en vendu penningen betaald 45:2
aan Joh:s Diderik van der Westhuijsen betaald voor rekening Johannis Jacobus Hattingh 73:--
in ’t jaar 1813 den 23 April aan Christiaan Hattingh voorgeschooten 260:--
  den 20 September des selve jaar weer aan Christiaan Hattingh voor geschooten 155:--
  Zacharias de Beer voor brandewijn debet 147:--
  Jan de Plooij debet voor drank 22:2
  Hans Oosthuijsen debet voor drank 17:2
  Johannis Erasmus debet voor drank 27:2
  Johannis Hendrik Keulder voor drank 69:4
  Jacob Toornhem de oude voor drank 22:--
  Pieter Hendrik Roer debet voor drank 43:2
Erfgenaamen
1) Johannis Hendrik Hattingh
2) Elisabet Margaret Hatting gehuwt met Fransois Retief
3) wijlen Catarina Jacoba Hattingh gehuwt geweest met wijlen Hendrik Christiaan Herhold uijt welke huwlijk zijn gewonnen vier kinderen a) Albrecht Johannis gebooren den [ ..... ]
b) Sophia gebooren den [ .....]
c) Sara N:N:
d) Catarina N:N:
4) Anna Catarina Hattingh gehuwt met Zacharias de Beer
5) wijlen Dewalt Hattingh uijt welke huwlijk 4 kinderen zijn gewonnen a) Christiaan geboren den [ ..... ]
b) Jan
c) Anna gehuwt met Roelof G:s P:s Pretorius
d) Dewald gebooren den [ ..... ]

Zwarteberg ter plaatse gen: Angeliere Bos toe behoorende den oud veltcornet Diderik Joh:s Hattingh op den 15 Januarij 1814

Voor de opgave en inventaris teeken wij: D: Hattingh, Zacharias de Beer

S: de Beer, Veltcornet

MOOC8/30.56

{18140304} 4 Maart 1814 Johannes Jacob Bronkhorst , Cecilia Magdalena Geel

C: Bird

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten, als er door Johannes Jacob Bronkhorst en wijlen desselfs huisvrouw Cecilia Magdalena Geel in gemeenschap bezeeten, en door laatstgemelde ab intestato met ’er dood ontruimd en nagelaten, mitsgaders heeden opgenoomen en in waaren weezen zyn bevonden geworden, te weeten

een vleesch balie
twee emmers
twee geelhoute tavels
twee blikke trommels
een trekpotje
een roodkopere ketel
een ijzere compfoir
een aarde potje
een blikke busje
een koopere kandelaar
een snuijter
seven tinne leepels
ses vorken
een tinne schotel
ses tinne borden
een blikke lantaarn
een schaar
drie stinkhoute stoelen
een atjaar pot
twee ijzere potten, een met een kopere dekzel
een blikke bak
een oude katel
een bultzak, peul en twee kussens
een loop vellings en spaaken
een voortang
twee schamels
een draaijbord
een paar leerboomen
drie smits tangen
ses hamers in zoort
een slijpsteen
drie stukken ijzer
een blaasbalg
een dissel
een ijzere omslag met 5 booren
een handbijl
seven bytels in zoort
twee schaaven
een avega boor
agt vijlen in zoort
een vleeschvork
vier sederhoute planken, klijn
een snijmes
Beestiaal
een hondert vyftig aanteel schaapen
thien zo trek als jonge ossen
vier aanteel beesten
twee rijd paarden
Baten des boedels
  Rd:s
van Barend Jac:s Burger voor ’t maken van een wagen 82
van Jan Broodryk aan zo veel denzelven voor ’t maaken van een wagen voor Pieter W:mze Prinslo heeft aangenomen te voldoen 50
Schulden des boedels
    Rd:s
voldaan den 6 Juny 1815 aan Jacobus Pienaar voor negotie 130
  aan Cornelis Campher over geleend geld 200
  aan rente van dien zedert den 20:ste Dec:br 1811 a 5 pc:to
  aan Zacharias de Beer S:lz over negotie 33
  aan Jan Megel over negotie 40
Erfgenaamen
1) Willem Johannes Bronkhorst geb:n den 30 Oct:br 1799
2) Hendrik Lambert Bronkhorst geb:n den 8 Meij 1804

Aldus gedaan en geinventariseerd ten dorpe Graaff Reinet op den 4:de Maart 1814 volgens op en aangeeven van meerged:te J:J: Bronkhorst, dewelke betuigde hierinne ter goeder trouwe te hebben gehandelt en niets met weeten versweegen of agtergehouden, verklaarende zich dus bereid deeze opgaave ten allen tyde des gevordert werdende, met solemneele eede te zullen staaven; met verdere belofte zo iets nader tot den boedel behoorende mogt ontdekken, deezen inventaris daameede te zullen amplieeren en is zulks geschied in ’t byweezen van d’ edele Carel David Gerotz en den adjunct gerechts bode Jerem:s Auret als getuigen ten overstaan van den weledele heere landd:t J:H: Fischer.

Als getuigen: C:D: Gerotz, J:s Auret

Joh: J: Bronkhorst

In kennisse van mij: Th:s Muller, Secret:s

Ten overstaan van mij: J:H: Fischer, Landd:

MOOC8/30.57

{18140506} 6 Meij 1814 Johan Christ:l Gijer , Johanna Sibilla Lombard

J:N: Stole

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als er door wijlen Johan Christ:l Gijer en desselfs nagelate weduwe Sebilla Johanna Lombard in gemeenschap bezeeten en door eerstgemelde ab intestato met ’er dood ontruimd en nagelaten, mitsgaders heeden opgenomen en in waaren weezen zijn bevonden geworden, te weeten

een oude wagen
twee ijzere potten
twee tinne schotels
vier tinne borden
ses tinne leepels
ses vorken
een kopere ketel
een emmer
een kist
een buldzak
vier kussens
een combaars
Beestiaal
acht ossen
vijf beesten
een hondert en thien schape
acht bokken
twee paarden
Schulden des boedels
  Rd:s
aan Hermanus Potgieter over geleend geld 77
aan Isaac Sezer aan de Kaap over negotie goederen 140
Erfgenamen
1) Anna Elisabeth geboren den 15:de Aug:s 1804
2) Johan Christo: geboren den 15:de Oct:br 1807
3) Hermanus Anthonie geboren den 14 Dec:br 1808
4) Christiaan Ferdinand geboren den 23 July 1810
5) Clara Isabella Johanna geboren den 17 Jann: 1813

Aldus opgegeven en geinventariseerd ten dorpe Graaff Reinet op den 6:de Meij 1814 volgens ’t op en aangeven van voor genoemde Sebilla Johanna Lombard weduwe J:C: Gijer, dewelke betuigde hierinne ter goeder trouwe te hebben gehandelt en niets met weeten versweegen of agter gehouden, verklaarende haar dus bereid deeze opgave ten allen tyde des gevordert werdende met solemneele eede te sullen staven; met verdere belofte zo iets nader tot den boedel specteerende mogt ontdekken deezen inventaris daarmeede te zullen amplieeren, en is zulks geschied in ’t bijweezen van den burger Hend:k Fred:k Papenfus en den adjunct gerechts boode Jeremias Auret als getuigen

Als getuigen: H: Papenfus, J:s Auret

Isabella Johanna Lombard weduwe J:C: Geyer

In kennisse van mij: Th:s Muller, Secret:s

MOOC8/30.58

{YYYY} [ ..... ] Dina Margareta de Beer

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten, als er door den burger Adriaan Johannis van Jaarsveld wedunaar welke door de dood van zijn vrouw Dina Margareta de Beer ontruijmt is na gelaaten, mitsgaders mede door mij ondergetekende Veltcornet en getuijgen opgenoomen ten dispositie van de erfgenaamen en zyn dezelve bevonden, te weeten

1 wage devect
11 ossen
1 wagekist
1 bet
3 schaaven
1 klyne zaag
1 koe met haar kalf
237 schaapen
47 bokken
3 merripaarden met veulens
1 zadel en toom
1 zyver lij
2 emmers
2 klijne boter karns of vlees vaatjes
2 potten
1 ketel
1 rooster
4 borden
1 Keulse kannetje
1 stoel

S: de Beer, V:C:

A:J: van Jaarsveld, M:A: de Beer

Inneschulden aan den boedel
  Rd:s
Matijs Marais voor een rijt paard 50
Jacobus Venter geleent gelt contant 4
Andries van Zijl geleent geld contant 2

A:J: van Jaarsveld

Erfgenamen
1) Albert van Jaarsveld oud agt jaaren
2) Anna van Jaarsveld oud ses jaaren
3) Hester van Jaarsveld oud een [jaaren]

Infentaris en vendurole van wylen Dina Margaretha de Beer en nagelaten man Adriaan Joh:s van Jaarsveld

MOOC8/30.59

{18140603} 3 Junij 1814 Petrus Steenberg , Susanna Catharina Klopper

C: Bird

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten, als ’er door wijlen Petrus Steenberg en desselfs nagelaten huisvrouw Susanna Catharina Klopper in gemeenschap bezeeten, en door eerstgem:de ab intestato met er dood ontruimd en nagelaten, mitsgaders heeden opgenomen en in waaren weezen zijn bevonden geworden, te weeten

Een huisje en stuk drogen erfgrond gelegen ten deezen dorpe op het Kerkplein
een halfsleete osse wagen met toebehoor
een oude wagen katel
een matje
een katel
een rooster
een schietgeweer met kogelvorm en bandelier
twee stoven
een plat vaatje
drie graven /waarvan twee oud/
drie ijzere potten in zoort
twee emmers /waarvan een klijn/
een oude kist
ses vengster raamen
vier jukken
twee meel ziften
een grijnhoute kast
een rijstblok
een balie
een boter vaatje
wat rommelarij
twaalf diepe witte aarde borden
een soepkom
een groote soepkom
een wit kopere soepkom
twee blikke doosjes
twee keldervlessen
twee bottels
een koffij kan
een theepot
drie tinne schotels in zoort
vier tinne borden
derthien tinne leepels
elff vorken
een kandelaar en snuijter
vier kopjes en pierings
een brandglas
een kleerborssel
een goud schaaltje
een tafel
ses stinkhoute stoelen
drie geelhoute stoelen
een veldstoel
een ledige kist
een balanse met ses pond gewigt
een rak
een roodkopere ketel
vyf velle zakken
twee buldzakken
vier kussens
een peul
een combaars
acht boeken in zoort
elff en een half pond gaare in zoort
dertien pakjes gaare in zoort
twee douzijn en vier boslemmer messen en
twee douzijn en acht knipmessen
twaalf vorken
vier en twintig tinne leepels
vier en twintig douzijn knoope in zoort
een witte kommetje met oorkrabben, borstspelden en ringen
een ijzere el
seven en sestig ellen chitz in zoort
seven en dertig ellen nankinet
twee en dertig en een half ellen boelang
veerthien en een half ellen blauwe zaaij
een hondert en vier en twintig ellen geruit
een hondert acht en dertig ellen weerschijn
negen zwarte zeide doeken
seven tjaals
negen en veertig ellen wit linne
derthien ellen fluweel
drie en dertig elle linne baaij
twee en twintig ellen bl: linne
vyf en een half ellen groene baaij
negenthien en een half ellen roode baaij
vyftig ellen cirsaaij
een kast thee van tagtig pond
twee duizend drie hondert naalde in zoort
een hondert seven en tagtig strenge zeide
acht en twintig pond koffij
Slaven
een slaven jongetje met een gebrekkig been gen:d October van de Kaap
Beestiaal
neegen en twintig trek ossen waaronder een qua[ ..... ]
een hondert drie en seventig ooijen en lammers
Contant in den boedel
  Rd:s
aan gereede penningen 1564:3
Baten des boedels
  Rd:s
van Jan Ad:r Botha ingevolge handschrift 48:--
van Jan Hend:k Coetzee ingevolge handschrift 43:--
van Salomon Maritz over ontfange negotie 27:6
van Gerrit Maritz over ontfange negotie 11:--
van Hendrik Potgieter over ontfange negotie 27:2
van Pieter Carel Theron over ontfange negotie 57:3
van Thomas Steenkamp over ontfange negotie 17:7
van Hermanus Potgieter over ontfange negotie 106:7
van Andries Gousch over ontfange negotie 6:6
van Herm:s Grobler over ontfange negotie 11:3
van Jan Jonath:n Booijzen over ontfange negotie 12:6
van Charel Naude over ontfange negotie 7:1
van Herm:s Potgieter Herm:s zoon over ontfange negotie 2:--
van Kobes Potgieter Herm:s zoon over ontfange negotie 4:--
van Jan Kruger over ontfange negotie 2:4
van Pieter Carel Theron over 30 kaasen en elff siambokken /kan nog niet opgegeven worden vermits niet van de Kaap is geretourneerd/
Schulden des boedels
  Rd:s
aan Hend:k Coenr:d Klopper over geleend geld 62:--
aan Jac:s Nicolaas Boshof over koop van twee hoeden 14:--
aan Aletta Catharina Verrijne gesepareerde huisvrouw van Casper Donker per obl: 2000:--
rente van dien zedert den 28 Jann: l:l: a 6 pc:to
aan R:A: Zederberg aan de Kaap p:r obligatie over ontfangen negotie 2203:1
Erfgenamen
1) Aletta Johanna Magdalena geboren den 7 Aug:s 1796 deeze zijn kinderen uit het eerste huwelijk met Maria Johanna Maritz
2) Maria Petronella geboren den 10 Mey 1800
3) Anna Catharina geboren den 3 Julij 1803
4) Susanna Catharina geboren den 23 Maart 1809 deeze kinderen zijn uit het tweede bedde met Susanna Catharina Klopper voormeld
5) Petrus Johannes geboren den 3 Meij 1810
6) Hend:k Coenraad geboren den 29 Sept:br 1811

Aldus gedaan en geinventariseerd ten dorpe Graaff Reinet en wel ten woonhuijze van opgemelde Susanna Catharina Klopper weduwe Pet:s Steenberg op den 3:de Junij 1814, volgens op en aangeven van meerged:te weduwe dewelke betuigde hierinne ter goeder trouwe te hebben gehandelt en niets met weeten versweegen of agter gehouden, verklaarende haar dus bereid deeze opgave ten allen tijde des gevorderd werdende met solemneele eede te zullen staven; met verdere belofte zo iets nader tot den boedel behoorende mogte ontdekken deezen inventaris daarmeede te zullen amplieeren en is zulks geschied in ’t byweezen van d’ edele Carel David Gerotz en den adjunct gerechts boode Jerem:s Auret als getuigen

Als getuigen: C:D: Gerotz, J:s Auret

Susanna Catriena Klopper, wedewe Steijnberg

In kennisse van mij: Th:s Muller, Secret:s

MOOC8/30.60

{18140709} 9 July 1814 Mary Pring Barnes

Inventaris van alle zodanige goederen, als er op Donderdag den zevenden dag deezer lopende maand July in den jaare een duysend achthonderd en veertien ab intestato metter dood zyn ontruymd ende nagelaten door Mary Pring Barnes in leven in huyshoudelike dienst by zyne Excellentie den Heere Gouverneur over deese Colonie, Lord Charles Henry Somerset, zodanig als deselve na gedane ontzegeling door ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren is g’inventariseerd en opgenomen, mitsg:s bevonden te bestaan in het volgende, namentlyk

In ’s gouvernements Thuynhuys in een boven agter vertrek

vier koffers waarin
twee en dertig p:r katoene kousen
twaalf p:r witte zyde kousen
twaalf p:r kousen in zoort
negentien p:r schoenen
drie p:r stevels
twintig hembden
dertig onderrokken
agt en dertig tabberts
een flennelsche kledingmantel
drie gecouleerde onderrokken
twee jassen
elf tabberts
drie onderrokken
agt borstrokken
twaalf lyfjes
een spencer
vier kraagjes
een p:r laarsen
een p:r schoenen
zes en twintig zyde doeken
vier tjaals in zoort
zestien p:r handschoenen
twintig voorschotten
zes en twintig hembden
agt en tagtig servietten
agt servietten
elf servietten
vyf p:r zokken
vyftien zakdoeken
zes en twintig muslin halsdoeken
zes linnense doeken
elf slaapmutzen
veertien ondermutzen
zeeven muslin mutzen
dertig borstjes
veertien kraagjes
zes en twintig halskraagjes
veertien hairbanden
zes borstjes
een party linten, band, koord en gaaren
een p:r zyde kousen
een p:r katoene kousen
een verlakte schryflessenaar
een verrekyker
vier karette doosjes
een klein koffertje met eenige kleinigheeden
tien differte doosjes in zoort
een doosje met een party coraalen
twee blikke doosjes
een medicynkistje met zes vlesjes
negen ledige vlesjes
twee vlesjes met essence
twintig boeken in zoort
een poedermantel
drie portefueilles, en voorts
differente lappen en andere kleinigheeden die niet wel konden worden gesorteerd
een mahony houte theedoos
een toiletdoos
twee schryfkistjes
een kistje met een party kanten
een mahony houte kistje
agttien borstjes
een lakense spencer
zes halskraagjes
twee voorschotten
een kastje waarin
eenige papieren
een klein koffertje waarin
een zilvere zuykertang
een bril
een goud zakhorologie met 3 goud cachetten
een goud zakhorologie met 2 goud cachetten
twee reukvlesjes
twee vlesjes essence
twee zilver potlootpennen
een zilver schaar en foudraal
een zilver foudraal met een leepeltje
een goude tandestoker
drie zilvere vingerhoeden
een zilvere tongschraper
een snoer agaate coraalen
twee zilvere mesjes
een zilvere tandestoker
drie snoeren rode hals coraalen
een [snoeren] zwarte coraalen
eenige zwarte knoopjes
een snoer halscoraalen van boontjes
een snoer staale hals coraalen
een snoer staale hals coraalen
een staale ketting
een goude halsketting en 1 p:r goude brasletten
een vergulde halsketting
een p:r goude brasletten
een yvoire tandestokers doosje
een pennemes
een kleine zilvere doosje
een agate snuyfdoos
een yvoire foudraal met een reukvlesje
een p:r vergulde handslootjes
een amber vlesje
een vlesje
een agate ring
een cachet
twee vergulde doosjes
een speldekussen met een spiegel
een goude borstspeld met een topas en paarlen
een borstspeld met een topas
een goude ketting met een topas hartje
een borstspeld met een purpersteen
een goude borstspeld met hair
een doekslootje
een goude borstspeld met een topas
een goude borstspeld met hair
een agaate hartje
twee yvoire tandestokers
twee goude borstspelden ieder met 3 steentjes
een goude [borstspelden] met 3 groene steentjes
een goude borstspeld
twee vergulde borstspelden
een diamante handslootje
een goude ring met witte steenen
een p:r goude oorkrabben met topas steenen
vyf p:r goude oorkrabben
een p:r goude oorkrabben met coralyne steenen
een p:r goude oorkrabben
een goude hangertje
drie goude borstspelden met topas steentjes
een goude borstspeld met een antique kop
twee goude [borstspeld] met hartjes
een goude borstspeld met een witte steen
een goude ketting ring
een witte agate ring
een stukje coraal steen
vier en twintig goude ringen in zoort
vier goude knopjes
een goude slootje en sleutel
zes steentjes
zeeven p:r vergulde armslootjes, voorts
differte kleinigheeden
een agate borstspeld
een geldbeursje
een yvoire doosje met eenige hartjes
vyf doosjes
drie speldekussens
een klein ouwel cachet
een vergootglas
een party coraalen
drie kleine vlesjes
eenige steentje
twee stroohoedjes
Contanten des boedels
agttien goude guinees
zes halve guinees
twee derde guinees
elf zilvere halve Engelsche kroonen
drie zilvere drie schillings stukken
vyf zilvere agttien stuyvers stukken
zeeven Engelsche schellingen
vyf Spaansche quartjes
vier Engelsche sixpencen
twee en twintig stukken kleyn zilvergeld in zoort
een honderd agt en negentig zilvere Spaansche matten
drie Engelsch bank Spaansche matten
aan papiere munt eene somma van zes honderd twee en dertig ryksd:s en twee en veertig stuyvers
aan koper munt drie ryksd:s
een banknoot gedateerd 30 Dec:br 1813 betaalbaar by de bank van Portsmouth , betaalbaar drie maanden na zigt groot twintig ponden sterling met de intrest van drie percent per annum
Crediten des boedels
een secunde en tertio wissel in dato 12 May j:l: getrokken door the Right Honorable den Lieut: Gouverneur Robert Meade op Mrs Greenwood and Co: te London groot £24:13:6

Aldus g’inventariseerd aan de Kaap de Goede Hoop ter huyse voorm:d op den 9 July 1814.

Als gecomm: Weesm: A:V: Bergh, G:E: Overbeek

Mij present: G:A: Watermeijer, E: C:

MOOC8/30.61

{18140226} 26 Februarij 1814 Susanna Wöllfing

Inventaris van zodanige goederen, als er op Donderdag den drie en twintigste dag deeser lopende maand February in den jaare onzes Heeren een duyzend acht honderd en veertien ’s nademiddags de klokke omtrend twee uuren met er dood zyn ontruijmd ende nagelaten door Susanna Wöllfing, gesepareerde huysvrouw van Johan Heinrich Eijbers, invoegen als het een en ander na gedane ontzegeling door ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren is g’inventariseerd en bevonden te bestaan in het volgende, te weeten

In een huurhuijs van den weledele heere m:r J:A: Truter en aldaar

In het voorvertrek
een kist waarin
agt broeken
drie baatjes
een comptoir met laaden waarin
dertien tabbaarts in zoort
vyftien rokken
twee borstrokken
vyftien hembden
een nagtkabaay
twee mantels
een tjaal
tien doeken in zoort
zes sloopen
agt p:r zyde kousen
vyf p:r handschoenen
drie p:r schoenen
twee hals strooken
een groote witte doek
vier lapjes vloers
een party zyde gaaren, koraalen en eenige kleynigheeden
twee waayers
twee hoedjes
elf boeken
drie zilvere theelepeltjes
een zilvere confituur vorkje
een zilvere zoutleepeltje
een p:r zilvere gespen
een zilvere potlootpen en 1 bril
een kist waarin
een ysere balance met kopere schale
een kleyne kopere schale
een blikke trommel
een blikke castrol
een blikke lepel
twee tinne en een aarde bord
een boterpotje
een kleyne strijkyzer
een ysere vyzel
twee slooten
een hamer
een restant boonen
een kastje met een restant vormtjes
een hoofdstel
een party oud yzer en rommeling
een witte en een blaauwe gordyn
een hoekrakje
een tafel
vier stoelen in zoort
een yzere koffymolen
een rak
een restant kabelgaaren
een mand
een rooster behoorde aan de wed: Storm
een drievoet
een emmer
een baly
een lap zyl
een stooph
een blikke keetel met een restant peper
een tinne bord
een blikke stulp
een kleerborsel
een handbyl
twee stukken loodgewigt
twee kopere slooten
een restant planken
In de kamer
een paviljoentje waarop
een bulzak
een peuluw en
vier kussens
een gordyn
een kist waarin
agt stukken chitz
een [stukken] ongebleekt linnen
twee stukken doeken
zes voerchitze tjaals
een zwarte zyde doek
twaalf witte hembden
twaalf bonte hembden
een lap gekeepert
een stuk Chineesch linnen
vier lappen laken
een overtrekzel
een gebreyde jas
negen baatjes
negen broeken
een lap casimier
een oude laken
een restant tamerinde en
een restant koffyboonen
twee hembden
drie rokken
een tabbaart
een kussensloop
twee handoeken
Op de zolder
agt en zeventig jassen
een lakense rok
zestien baatjes
agt broeken
agt hembden
twee rokken
drie lakens
twee spreyen
zeven kussenslopen
twee overtrekzels
vyf tabbaarts
twee nagtkabaayen
drie servietten
twee handdoeken
een combaars
een zak met koffie
drie [zak] met ryst
een zak met peper
een vat met een restant zout
een mandje met een restant kryt
een restant kabelgaaren
een blikke keetel
een kopere keetel
een strykyser
een ysere pot
een aarde pot
twee mandjes
een verlakte doos met peper
een koolschaaf
een baly
Lyfeigen
een jongen gen:t Jek van Mosambicque
Crediten des boedels
    Rd:s
  aan contanten in dezelve gevonden agttien ryksd:s en zes stuyvers 18:6
voldaan den 31 Maart 1815 van voorm: J:H: Eybers op een onderh: obligatie de dato 17 Jan:y 1814 1215:24
van denzelven Eybers op een onderh: obligatie de dato 27 February 1813 95:--
  van J:H:M: Kock op een onderhandsch briefje 20:--
vold: den 20 January 1815 van S:W: Fisscher op een onderhandsch briefje 8:42

Aldus als in den hoofde deeses gem: g’inventariseerd aan de Kaap de Goede Hoop op den 26:e February 1814

Als gecomm; Weesm: A: v: Breda, W:J: Klerck

My present: P:E: Faure, Adj:t C:

MOOC8/30.62

{18140416} 16 April 1814 Leendert Johannes Louw , Cornelia van der Berg

J:N: Stole

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten, als er door Leendert Johannes Louw en Cornelia van der Berg in gemeenschap bezeeten en door laatstgemelde ab in testato met er dood ontruimd en nagelaten, mitsgaders heeden opgenomen en in waaren weezen zyn bevonden gevonden, te weeten

een oude wagen met sweep en stok
twee vylen
drie raspen
een parthy draayers gereedschap
een oude kist met wat rommelary
twee schaaven
een tabaksmes klyn
een klyne byl
een parthy oud yzer
een zaagblad
een paar zilvere gespen
twee zekels
een koekepan
een dissel
twee moole steenen
een spil en een bilhamer
een yzere pot
een yzere pot klyn
een yzere pot klyn
een yzere pot, klyn met dekzel
een oude zadel
een ketel oud
een water emmer
een rooster
een houdbijl
een zadel met toom oud
een toom oud
drie graven waarvan een defect
een veldstoeltje
een oude stoel
een oude zak
een meelzift
een blikke trommeltje met wat rommelary
een katel
een kelder vlesch
twee bottels
een theepotje
een aarde kannetje
een blikke beker
een Psalmboek
twee oude schoolboeken
een ledige kist
negen vorken
acht lepels
acht tinne borden
twee tinne schotels
een oude zak
een oude schietgeweer
een oude schietgeweer
een oude loop met een slot
een bux
een lekvaatje
een bultzak, 2 kussens en 1 combaars oud
een bultzak, 2 kussens en 1 combaars oud
een oude tentzyl
Beestiaal
acht trekossen
drie jonge ossen
acht aanteel beesten
een hondert en twintig aanteelschapen
derthien bokken
vyf rydpaarden
vier aanteel paarden
Baten des boedels
[ ..... ]
Schulden des boedels
  Rd:s
aan Gerrit van den Berg over contant geleend geld 100:--
rente van dien à 5 pc:to tot den 1:ste November aankomende in afreeke: betaald
aan Jacobus Maartens over gekogte negotiatie 13:4
Erfgenamen
1) Jac:s Joh:s Louw gebooren den 6:de Nov: 1806
2) Gerrit Pet:s Louw gebooren den 6:de Nov: 1808
3) Leend:t Corn:s Louw gebooren den 25:ste July 1811
4) Joh:s Jac:s Louw gebooren den 2:de Juny 1813

Aldus gedaan en geinventariseerd ten dorpe Graaff Reinet op den 16:de April 1814, volgens ’t op en aangeeven van voorgen:de weduwenaar Petrus Johannes Louw, dewelken betuigde hierinne ter goeder trouwe te hebben gehandelt en niets met weeten versweegen of agter gehouden, verklaarende hem dus bereid deeze opgave ten allen tyde des gevordert werdende met solemneele eede te zullen staven; met verdere belofte zo iets nader tot den boedel specteerende mogte ontdekken, deezen inventaris daarmeede te zullen amplieeren, en is zulks geschied in ’t byweezen van den burger Hendrik Fredrik Papenfus en den adjunct gerechts bode Jeremias Auret als getuigen.

Als getuigen: H: Papenfus, J:s Auret

Leendert Johannes Louw

In kennisse van mij: Th:s Muller, Secret:s

MOOC8/30.63

{18111002} 2 October 1811 Adriaan van Zyl

Inventaris van alle zodanige goederen, schapen, contanten en inneschulden, als ’er door den burger Adriaan van Zyl d’ oude in ’t leven zyn bezeeten en met ’er dood ontruimd en nagelaten, mitsgaders heden opgenomen en in waren weezen bevonden zyn geworden, te weeten

Losse goederen
drie schietgeweeren
een oude zadel en toom
een verrekyker
een trommel
Schaapen
vier honderd negen en dertig zo ooyen als lammeren
Contanten
  Rd:s
aan papiere munt 45
Inneschulden
  Rd:s
van Adriaan J:s van Zyl a 5 pc:to zedert 4 Febr: 1810 200
van Jacob van Zyl a 5 pc:to vold: tot 3 Decb:r 1811 200
van Andries van Zyl a 5 pc:to 23 Sep:r 1808 100
van Abel Jac:s Pienaar a 5 pc:to vold: tot 11 Decb:r 1810 200
van Willem Adr:n van Zyl a 5 pc:to vold: tot 23 Sept:r 1807 100
van P:s Joh:s Louw a 5 pc:to vold: tot 1 Decb:r 1810 200
van Joh:s Benj:n van Zyl a 5 pc:to vold: tot 19 Decb:r 1810 200
van Gideon J: v: Zyl a 5 pc:to vold: tot 1 Maart 1805 200
van Petrus van Zyl a pc:to vold: tot 15 Nov:r 1810 200
van Gerrit Jac:s van Rogh a 5 pc:to vold: tot 19 Dec:r 1809 500

Nog word gesustineerd dat de boedel van de heer Jan Andries Horak zoude ze protendeeren hebben een somma van rd:s333:2:4, welke z: Edele aan den overleedenen zoude geremitteerd hebben kort voor zyn te rug komst uit Holland , en dus ook niet by hem is ontvangen met de intressen van dien, ter inligting van dien die hier by gevoegde briefje in notitie Okkert Joh:s van Schalkwyk over cont:t rd:s10

Erfgenaamen
1) Adr: J:s van Zyl
2) Jacob van Zyl
3) Andries van Zyl
4) W:m A:n van Zyl
5) Joh:s Benj:n van Zyl
6) Gidion J: van Zyl
7) Pet:s van Zyl
8) Maria Jacom:a van Zyl getr: met Abel Jac:s Pienaar
9) Hester van Zyl getr: met Pet:s J:s Louw
10) Sara Johan: van Zyl getr: met Gerr: J:s van Wyk
11) Maria Elisabeth van Zyl getr: met Joh:s Jac:s Oberholster
12) vyf kinderen van wylen Marg:a Joh:a van Zyl in huwelyk met Cha:l Jac:s Wyk, te weeten a) Gerrit Joh:s van Wyk, mondig
b) Sarra Johan: van Wyk, is getrouwd
c) Adriaan van Wyk, 24 jaar
d) Maria van Wyk, 19 jaar
e) Margaretha van Wyk, 17 jaar

Aldus gedaan en g’inventariseerd ter plaatse gen:d de Klipfontein gel: aan de Zeekoerivier , op den 2:den October 1811 volgens ’t aan- en op-geeven van den burgers Adriaan J:s van Zyl Adr:zn en Abel Jac:s Pienaar, dewelke betuigde hierinne ter goeder trouwe te hebben gehandelt en niets huns weetens te hebben verzweegen of agtergelaaten, weshalven dezelve hun bereid verklaarden deeze opgaave ten alle tyden des begeerd met solemneele eede te kunnen en te willen bevestigen; met verdere belofte zo als nader tot den boedel specteerende mogten komen te ontdekken, deezen inventaris daarmeede te zullen amplieeren, zynde zulks geschied in ’t byweezen van den veldcornet Nicolaas Tjaard van der Walt en den burger Jan Adriaan Venter als getuigen

/onderstond:/

Voor de opgaave /:was getekend:/ A:n J: van Zyl en Abel J: Pienaar /:ter zyde stond:/ Als getuigen /:was geteekend:/ N:J: v:d: Walt, J: Adriaan Venter /:nog lager:/ My present: A:s Stockenström Landd:t

Accordeert: O:G: Stockenström, Klerk

MOOC8/30.64

{18141216} 16 December 1814 Isaak Johannes de Villiers

Inventaris van alle zodanige goederen, als er op Dingsdag den dertiende dag dezer lopende maand December in den jaare onzes Heeren een duysend acht honderd en veertien metter dood zyn ontruymd ende nagelaten door den burger Izaak Johannes de Villiers Pietersz:n ten voordeele van het eenig kind by zyne vooroverleedene huysvrouw Maria Margaretha Laubscher in echt verwekt, in naame

Pieter Josua de Villiers oud 7 jaren

hebbende de overleedene by testamentaire dispositie op den vyfde der jongst gepasseerde maand November voor den notaris publiek m:r Jacobus Petrus de Wet en getuygen gepasseerd opgem: zynen zoon geroepen tot zynen eenigen en universeelen erfgenaam, mitsg:s heeren Weesmeesteren dezer Colonie verzogt en aangesteld tot executeuren van hetselve testament, mitsg:s voogden over gem: onmondige kind, weshalven den boedel by Heeren Weesmeesteren voormeld ter redderinge aanvaard zijnde, by ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren is g’inventariseerd en opgenomen, en bevonden te bestaan in het volgende, te weeten

Een stuk erfpagt land met de daarop staande gebouwen geleegen in het Kaapsch district omtrend de Diepe Valleij groot zes morgen en dertig quadraat roeden, blykens het transport op den 8 Februarij 1811 aan de overleedene gedaan
een plaats genaamd Industrie geleegen aan de Diepe Rivier blykens notarieel koop contract de dato 15 October 1813 door den overleedenen van Johannes Christoffel van Helsdingen gekogt

Op de eerstgem: plaats in het woonhuijs, en aldaar

In het voorhuijs
een klaptafel
drie klyne tafels
agt stoelen in zoort
een tinne lampet en kom
een tinne beeker
een emmer met zyn bank
een kopere keetel en confoor
een kookkeetel
een stel porcelaine kastpotten
een porcelaine koffiekan
In de kamer ter regterhand
een kadel waarop
een bulzak
een peuluw
vier kussens en
een combaars
een kleederen kast waarin
drie trekpotten
twee zuijkerpotten
twaalf kopjes en pierings
een peperdoos
twee mosterdpotjes
twee zoutvaatjes
neegen schotels in zoort
dertien borden
twee kopere koffiekannen
een kopere vyzel en stamper
vier kandelaars
een tinne keetel
vyf plettit zuykertangen
agt glazen in zoort
twintig tinne leepels
zeeventien messen
twintig vorken
zeeven en twintig ledige bottels
een aarde kan
vier ledige vlessen
een ledige kist
zes spuwbalies
een cyfferley
een verlakte schenkblaadje
een schryflessenaar
een schuyfdoosje
In de kamer ter linkerhand
een schietgeweer door den overleedenen bij testament aan zynen zoon gepraelegateerd
een mattras en deeken
drie oude stoelen
een stelletje
een vat met een restant zout
een wagenkistje
een grote kist
een klyne kouzyn
een glasen makers diamant
twee kopere kandelaars
twee schotels
een verlakte broodmandje
tien borden
een Bijbel
In een buijtenvertrek
een legger
dertien vaten in zoort
twee boterkarns
drie manden
een taartenpan
twee aarde potten
een koekepan
een gieter
een oude koffiemolen
een bakkist
een rystblok en stamper
een hakbord
een groote aarde pot met een mand
een rooster
een meelzeeft
een kafzeeft
een yzere hark
een oude graaf
twee oude pikken
een houte bak
een kelder met eenig gereedschap
zes oude kafzakken
neegen koornzakken, en voorts
eenig rommeling
In de stal
een groote kist
een chais bak
een oude kast
een vischzeegen
een plank
twee zetnetten
een stel jukken
twee rydpaarden
drie wagenpaarden
een stel oude tuygen
een party houtwerk en rommeling
In het kookhuijs
zes yzere potten
een rooster
een ysere lepel
een ysere vork
een drievoet
een byl
twee emmers
een baly
een vaatje
twee hoender korven
twee zadels en toomen
twee schoolbankjes
een schoorsteen ketting
Op de werf
twee paardewagens
een ossenwagen
twee huysladders
Beestiaal
vyf en dertig trekossen
dertien koeien en kalvers
Zilverwerk
een foudraal waarin
twaalf silvere lepels
twaalf silvere vorken
twaalf messen met plettit heften
een zilvere souplepel
drie zilvere theelepeltjes
voorts nog
een klein goud zakhorologie
een zilvere zakhorologie by den horologiemaker Rouvierre
een p:r zilvere kniegespen
een p:r plettit spooren
een p:r goude slootjes by den zilversmit Collinet
welke vyf laatsgem: artikels tot des overleedenens gebruik gediend hebben, en dus aan zyner zoon zyn gepraelegateerd
wyders
by Cornelis Mosterd aan de Kaap
een orgel met zilver beslag
een tafel pendule
een theetafeltje
Lijfeigenen
een mansslaaf gen:d January van de Kaap , zynde een wagenryder
een mansslaaf genaamd Arie van de Kaap omtrent denwelken door den overleedenen by testament is gedisponeerd dat hy nimmer ofte ooit zal mogen worden verkogt, maar zynen zoon zal moeten dienen zo lange hy leeft
een mansslaaf gen:d Hendrik van de Kaap
een mansslaaf gen:d Solon van Mosambicque
een mansslaaf gen:d Maart van Mosambicque
een slavinne gen:d Philida met haare twee kinderen in namen Ezau en Dina van de Kaap die insgelijks by aldien den boedel anderzints toereikende is aan des overleedenes zoon dienstbaar zullen worden, en dus niet werden verkogt
een slavinne genaamd Christina van de Kaap
een slavinne genaamd Lijs van de Kaap
Op de plaats Industrie
zes stoelen
een tafel
een rustbank
een oude lessenaartje
twee platvaatjes
vier graaven
een scheepel
een emmer
twee manden
twee pikken
een kist met eenig gereedschap
een oude kar
twee ploegen
twee eggen
een bankschroef
een oude kadel
twee kouzynen
drie raamen
een koevoet
een oude schaafbank
twee yzere potten
een oude ladder
drie foudralen met messen

Pro memorie word alhier bekend gesteld, dat den overleedene met deszelfs broeder Pieter Jacob de Villiers op des laatstgemelden plaats aan de Tygerbergen haver in maatschappy heeft gezaaid zonder dat de quantiteit daarvan kan worden opgegeeven.

Aldus geinventariseerd aan de Kaap de Goede Hoop ter plaatze voorengemeld op den 16:e December 1814, ende zulks op het op en aangeeven van des overleedenens broeders Jan Daniel en Josua de Villiers, dewelke verklaarden zig hierinne ter goeder trouwe gedrage en met hun weeten niets verzweegen of terug gehouden te hebben van al het geen tot den boedel en nalatenschap behoord, invoegen zy dan ook betuygden de deugdelykheid hunner opgaave ten allen tijde des vereischt werdende met solemneele eede nader te bevestigen, en verdere belofte zo hierna nog iets tot gezegde nalatenschap behoorende, mogte worden ontdekt, daarvan nader en getrouwelyk ter Weeskamer opgaaf te zullen doen ten einde deesen inventaris daarmeede kan worden g’emplieerd.

In teeken der waarheid is deezen ter presentie van ons gecommitteerde Weesmeesteren ende my Eerste Commis der Weeskamer door de inventarienten eigenhandig onderteekend

A: v: Breda, W:J: Klerck

Voor den opgaaff: J:D: de Villiers, J: de Villiers

Mij present: G:A: Watermeijer, E: C:

MOOC8/30.65

{18150218} 18 February 1815 Wilhelm Buissinne

Inventaris van alle zodanige goederen en effecten, als er op Woensdag den vyftienden dag deezer lopende maand ’s avonds de klokke quart voor zeeven uure metter dood ontruymd en nagelaten zijn door den weledelen heer Wilhelm Buissinne in leeven Major Militair van het alhier guarnisoen gehouden hebbende nationaal battallion van de voormalige Nederlandsche Oost Indische Compagnie, en laatst Commissaris Politicq van wegens het Gouvernement by den eerw: kerkenraad der Hervormde Gemeente in de Kaapstad , hebbende den heer overleedene by testamentaire dispositie in dato 24 Maart 1809 voor den notaris publicq Daniel Petrus Haupt en getuygen opgericht, tot zyne eenige en universeele erfgenamen genomineerd ende geinstitueerd, zyne gezamentlijke kinderen, in twee differente huwelijken by wylen mejuffr: Johanna Josina Keeve en des heer overleedenens thands overgebleevene weduwe mejuffr: Susanna Margaretha Smuts in echt verwekt, met namen

1) Petrus Stephanus Buissinne
2) Johanna Christina Buissinne gehuuwd met den collonel melitair en dep:y secretaris van het gouvernement de weledele heer Christopher Bird
3) Susanna Margaretha Buissinne gehuuwd met den lieutenant militair John Blake
4) Charlotta Wilhelmina Buissinne gehuuwd met den capitain militair John James Grinly, uitlandig

en voorts tot executeuren van hetselve testament benoemd en aangesteld het Eerwaarde Collegie van Heeren Weesmeesteren deeser Colonie, weshalven den boedel door ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren na gedane ontzegeling is geinventariseerd en opgenomen, mitsg:s bevonden te bestaan in het volgende, te weeten

Een huys en erf staande ende geleegen in deese Tafelvalley in de Casteel Straat thans genommerd N:o 27 blykens ’t transport op den 25 Sept:br 1801 daarvan aan den heere overleedene gedaan

In het evengemeld huijs en aldaar

In de voorkamer ter regterhand
een ophaal gordyn
een jalousie mat
drie schilderyen
een tafel
vier stoelen
een kabinet waarin
twee hoeden
een zwarte rok
een zwarte broek
een zwarte onderbaatje
twee chitze moorse rokken
twee chitze onderbaatjes
een slaap kabaay
een stel witte bedgordyne
een chitze deeken
twee beddelakens
neegen kussenslopen
vyf tafellakens
negentien servietten
vyf handdoeken
een party couranten en almanakken
zes geel kopere quispedooren
een tokkodilje bord
In de voorkamer ter linkerhand
twee witte gordynen
twee jalousie matten
twee spiegels met vergulde lysten
dertien schilderyen
een pendule
vier tafels in zoort
twaalf stoelen met kussens
twee verlakte ommerdoosjes
een witkopere inktstander
In de gaandery
twee roode ophaal gordynen
een spiegel met vergulde lyst
twee vogelkooyen
een barrometer
een schildery
een staand horologie
een klaptafel
een tafel met een steene blad
een vierkante tafel
tien stoelen
In een muurkast
tien bierglazen
agttien wynkelken in zoorten
drie karaffen
twee verlakte schenkbladen
een witkopere vuurtestje
een kurkentrekker
een tobaks doosje
In de dispens
een kopere koffiekan
een kopere ketel en confoor
vier kopere kandelaars
een snuyter
een koffiemolen
een strykijzer
drie kelders met ledige vlessen
een halfaam met zyn bok
een kleine botervaatje
een blikke tregter
een blikke pomp
twee aarde soupterrine
dertien schotels in zoort
twee en dertig borden
een koffiekan
een melkkan
een zuykerpot
een theebus
twaalf kopjes en pierings
een kom
een handquispedoor
twee glaze zoutvaatjes
vier aarde potten in zoort
een party ledige bottels
In de agterkamer
een witte schuyfgordyn
een ledikant met wit behangzel, waarop
een bultzak
een peuluw
zes kussens en
een wolle deeken
twee vierkante tafels
een Bybel
een Luthersche gezangboek
een Engelsche dictionair
een Fransche dictionair in twee banden
een comptoir waarin
een zilvere vuurtest
een zilvere soepleepel
twaalf zilvere eetleepels
zes zilvere theeleepeltjes
twee zilvere zoutleepeltjes
een zilvere snuyfdoos
een p:r zilvere handknopen
twee p:r zilvere kniegespen
een p:r zilvere halsgespen
een zilvere bandeliergesp
een p:r zilvere spooren
een zilvere ringkraag
twee zilvere zakhorologies
een klyne kykertje
een bril en foudraal
drie foudraals met messen
drie stangen lak
een mandje met een glas
een zydgeweer
een hanger
een pak visiten kaartjes
veertien hembden
vyf broeken
agt p:r kousen
twee flennelse onderbaatjes
vyf p:r stevel kammassen
twaalf zakdoeken
tien slaapmutzen
drie p:r handschoenen
een lap Chineesch linnen
In de combuijs
een tafel
twee waterhalfaamen
twee emmers
een baly
een rystblok
een hakkebord
zes ysere potten
een koekepan
twee roosters
een lepel
een schop
een vuurtang
een schuymspan
een drievoet
twee schoorsteenkettings
een kapmes
een taartenpan
een castrol
een vyzel en stamper
een vergiettest
een hand lantaarn
een ballast mand
Op de agterplaats
twee ladders
een klyne trap
een stelletje
een stamper
een ledige kast
een mandje
Lyfeigenen des boedels
een mansslaaf gen:d Castor van Ceilon , die ingevolge codicillaire dispositie van den heer overleedenen van den 3:e deeser met believen van de hoge overigheid deeser lande zal worden in vrydom gesteld
een mansslaaf gen:d Jephta van Mosambicque , een metzelaar
een mansslaaf gen:d Damon van Madagascar , een metzelaar
een mansslaaf gen:d Fortuyn van Mosambicque
een mansslaaf gen:d Carolus van Mosambicque
Contanten
een zilvere Spaansche mat
aan papier en koper munt twee duyzend vierhonderd zes en twintig ryksd:s en twee en dertig stuyvers
Inneschulden
  Rd:s
Petrus Steph:s Buissinne op een not: oblig: de dato 23 Aug:s 1799 aan capitaal ƒ8000 ofte 2666:32
waarop de renten voldaan zyn tot den 23 Aug:s 1808
gem: Buissinne op een not: obligatie de dato 21 July 1800 aan capitaal 2000:--
de renten betaald tot den 21 July 1808
gem: Buissinne op een not: obligatie de dato primo Juny 1804 aan capitaal ƒ2000 ofte 666:32
de renten voldaan tot primo Juny 1808
voorm: P:S: Buissinne op een not: obligatie d:d: 17 December 1808 aan capitaal 2000:--
waarop nog geen renten betaald
gem: Buisinne op een gecedeerde not: obligatie d:d: 27 July 1803 met de daarop voor 3 j:r 3/m:d 27/d:z tot den 14 Dec:br 1800 verlopene renten 959:30
waarop verder geen renten betaald zyn
gem: Buissinne op een onderh: obligatie d:d: 15 Dec:br 1808 2424:32
nota, sprekende de obligatie van geen renten, dog by de boeken van den overleedenen jaarlyks voor de renten belast
gem: Buissinne volgens des overleedenens schuldboek f:o 17 weegens aan J:D: Alders betaalde borgtogt 1117:17
met de renten zeedert 2 Oct:br 1810
gem: Buissinne op een gecedeerde not: obligatie d:d: 13 Jan:y 1809 met de renten tot den 14 Jan:y 1809 daarop verlopen, en de kosten te zamen 1461:24
waarop verder geen renten betaald zyn
gem: Buissinne volgens des overl: schuldboek f:o 19 wegens betaalde borgtogt aan J:F: Serrurier 782:40
met de renten zeedert 10 July 1810
gem: Buissinne volgens des overl: schuldboek f:o 20 wegens betaalde borgtogt aan G:A: Watermeijer 1307:38
met de renten zeedert 7 Nov:br 1811
hebbende den debiteur gedeclareerd omtrend alle deeze bovenstaande schulden met den heer overl: eene schriftelyke overeenkomst te hebben getroffen, die door hem in originale ter Weeskamer zal worden geproduceerd
juffr: Susanna Marg:a Buissinne huysvrouw van den lieut: John Blake op een onderh: obligatie d:d: 14 Jan:y 1812 aan capitaal 500:--
met den intrest a 1/2 pc:t p:r m:d
juffr: Charlotta Wilhelmina Buissinne thans get:d met John James Grinly op een onderh: obligatie de dato 14 Jan:y 1812 aan capitaal 500:--
met den intrest á 1/2 pc:t p:r m:d
Desperate schulden
    Rd:s
renten betaald tot ultimo Juny 1815 met rd:s259:24 de helfte in zekere pretensie ten lasten Jac:s Paulus Blommaart groot aan capitaal 300:--
  met de zeedert p:mo Feb:y 1801 verlopene renten
Lasten des boedels
    Rd:s
  voor zo verre deselve bekend zyn
den 29 May 1815 betaald aan den eerw: heer J:P: Serrurier op een scheepenenkennis d:d: 28 Feb:y 1812 aan capitaal ƒ24 000 ofte 8000
  met de renten zeedert den 28 Feb:y 1814
  aan de kinderen van Petrus Steph:s Buissinne wegens voor deselve in bewaring hebbende contanten 1800

Aldus geinventariseerd aan de Kaap de Goede Hoop ten huyze voorm:d op den 18 February 1815 ende zulks op het op en aangeeven van de heeren Petrus Steph:s Buissinne en juff:w Susanna Margaretha Buissinne, huysvrouw van John Blake, dewelke verklaarden zig hierinne ter goeder trouwe gedragen en met hun weeten niets verzweegen of te rug gehouden te hebben van al het geen tot den boedel en nalatenschap behoord, invoegen zy dan ook betuygden de deugdelykheid hunner opgaave ten allen tyde des vereischt werdende met solemneele eede nader te bevestigen, en verdere belofte zo hierna nog iets tot gesegde nalatenschap behorende, mogte worden ontdekt, daarvan nader en getrouwelyk ter Weeskamer opgaaf te zullen doen ten einde deezen inventaris daarmeede te amplieeren

In teeken der waarheid is deezen ter presentie van ons gecommitteerde Weesmeesteren ende my Eersten Commis der Weeskamer door de inventarienten eigenhandig onderteekend

Als gecomm: Weesmeesteren: A: v: Breda, F: de Bruyn van Tromp

Voor den opgaaff: P:S: Buissinne, S:M: Blake

My present: G:A: Watermeijer, E: C:

Ampliatie
zynde wyders tot den boedel behoorende
een mansslaaf gen:d Philander van de Kaap
een mansslaaf gen:d Adriaan van de Kaap
een mansslaaf gen:d Jephta van de Kaap
een mansslaaf gen:d Present van Mosambicque
een slavinne gen:d Rachel van de Kaap
alle welke lyfeigenen zig ter woon bevinden by des overleedenens zoon de heer Petrus Steph:s Buissinne ter Drostdye Zwellendam , en door de overleedene by onderhandsche uitterste wil actens de datis 3 January 1810 en 29 Juny 1812 onder zekere voorwaarden zyn gelegeteerd aan alle de natelatene kinderen van gem: heer Petrus Stephanus Buissinne tegens betaling eener somma van thien duyzend guldens Indische valuatie

Actum aan de Kaap de Goede Hoop datum ut supra

Als gecomm: Weesmeesteren: A: v: Breda, F: de Bruyn van Tromp

My present: G:A: Watermeijer, E: C:

MOOC8/30.66

{18141227} 27 December 1814 Onrust van de Kaap

Inventaris van alle zodanige goederen, als er metter dood ontruimd ende nagelaten zijn door den vryswart Onrust van de Kaap bestaande dezelve, in als volgt

een oude jekket
een oude hembd
een oude broek
een oude hoed
een oude matras
een oude zak

Kaapstad den 27:e December 1814

Als getuigen: C: Hoffmann, J:N: Rorich

Voor den opgaaff: W:m Long

MOOC8/30.67

{18150421} 21 April 1815 Samuel Drijersma

Inventaris der nalatenschap van wylen Samuel Drijersma

  Rd:s
1 orlozie 24:--
1 paar zilver hand kop: 1:--
2 Zinas linnen broek 7:4
1 onderbaatie 3:--
3 paar kouzen 3:--
3 hemden 3:--
2 gebreden mutzen 3:--
5 doeken in zoord 2:4
3 afgesleten broeken in baatjes 6:--
1 paar afgesleten kouzen 1:--
3 afgesleten baaties 6:--
3 scheermeszen in zord 6:--
en scheer behoetens 1:4
2 penne dooszen 0:4
3 boekken in zord 5:--
1 oude kast 1:--
1 out kis met romling 0:4
1 out zadel met toom 12:--
1 oude paard 15:--

Geinvantariseerd met getuijgen

  Rd:s
contanten 1:5

J:J: Uijs, V: Corned

Als getuijgen: J:A: Dreijer junior, F: de Villiers

Deze dient tot invantaaris geinvantaarizeerd, daar beij getakzeerd in gewardeert op den 21 April 1815 op de plaats Rozeboom , den nalatenschap van den overleedene Zamuel Dreijsmaa overleeden op den 18 dezer

MOOC8/30.68

{18141221} 21 December 1814 Pieter Hanssen

Inventaris van zodanige goederen, als door Pieter Hanssen op ’s Konings Werf alhier overleden op den 10 dezer, ab intestato zyn nagelaten als

een keldertje waarin
twee zilvere horologies /uit elkanderen en zeer defect/
een zwart lakensche rok
een oude bruine overrok
twee oude hoeden
een p:r oude laarsen
drie grove hembden
twee grove bedlakens
twee grove handdoeken
een grove blaauw baatje met mouwen
twee oude blaauwe broeken
drie wit Nankingsche pantalons
twee witte halsdoeken
twee zwart zyde halsdoeken
vier paaren witte kousen
drie onderbaatjes
een schaaphairige matras, kussen, twee wolle combaarsen en een paarde deken

Residents Bureau, Simonstad , den 21 December 1814

Als getuigen: C: Lind

J: Brand, Resident

MOOC8/30.69

{18150622} 22 Juny 1815 Frans Morian

Inventaris van alle zodanige goederen, als er op Zaturdag den zeeventhienden dag der maand Juny in den jaare onzes Heeren een duijzend acht honderd en vijftien ab intestato metter dood zyn ontruymd ende nagelaten door Frans Morian ten voordeele zyner onbekende uitlandige erfgenamen, zodanig als dezelve nalatenschap door my ondergeteekende Adj:t Commis der Weeskamer ter presentie der meede geteekende getuijgen is opgenomen en in geschrifte gebragt, mitsg:s bevonden te bestaan in het volgende, te weeten

Ten huyze van J:M: Nonnemacher en aldaar

In een buijtenvertrek
een kist waarin
een jekket
drie onderbaatjes
vier broeken
vier hembden
vier p:r kousen
drie doeken
twee lakens
twee kussenslopen
twee oude hoeden
twee p:r schoenen
twee pakken trompen
twee tinne beekers
een ledige koffer
twee mattrassen
drie kussens
een deeken
een halfaam
een vat
vier strengen zylgaren
twee klyne kistjes met rommeling
een kist met ledige bottels
een wynbok
een uithang bord
In een pakhuijs van Jan Rutgers
een toonbank /defect/
een restant touw
een zak met een restant kabelgaaren
een oude stoel
een tafel
een party oud ijzer
een restant gryn
vyftien vorken
zes p:r zwarte handschoenen
twee strengen zylgaaren
een party trompen
een ysere balans met kopere schalen
een stuk koper gewigt
twaalf vlessen
een glazen raam
Contanten
  Rd:s
aan papiere en koper munt eene somma van een honderd en vier ryksd:s segge 104
Lasten des boedels
  Rd:s
aan Cornelis Wipperman voor een maand knegts gagie 16
aan Jacob Heink voor 3 maanden knegts gagie 45
aan Jan Rutgers voor pakhuys huur 45
aan J:M: Nonnemacher voor pakhuys huur 25

Aldus na gedane ontzegeling geinventariseerd en opgenomen aan de Kaap de Goede Hoop op den 22:e Juny 1815.

Als getuigen: J: Serrurier, J:N: Rorich

Voor den opgaaff: C: Wipperman, J: Heink

Mij present: P:E: Faure, Adj:t C:

MOOC8/30.70

{18140914} 14 September 1814 Anthony Lewis

Cape of Good Hope 14 Sep:r 1814

Inventory of goods belonging to Anthony Lewis late seaman on board the brigcoasting vessel viz:

1 pillow
2 bags
2 pairs of trousers
2 coats
2 jackets
1 hat
1 brush
1 basket with utensels
1 sheet
1 pair of breeches

Due to him by owners of the brigfor wages rd:s62.

Witness: Zena Gaje, J:n Courillon

P: Winterberg

To the President and members of the Orphant Camber, Cape of Good Hope