vacatie
vacatiegelden
vaceeren
vagabond
vagabondeeren
valetudinair
valideeren
vallent
valuatie
value
variabel
varieeren
varkenstaart
vastehuijt
vehement
vehementie
veijl
veltteijcken
veneratie
venereeren
venia aetatis
veniam aetatis,
ook
de venia aetatis
,
venia aetatis
veniam
venten
ventileeren
veragteren
veragtering
veralieneeren
verbaal
verbaliter
verbesigen
verbolgen
verbotenus
verbrot
vercken
verdeck
verdek,
ook
verdeck
verding
verdoen 1 (s.nw.)
verdoen 2 (ww.)
vereeren
verering
vergaderingh
vergiettest
vergost (verlede tyd van
vergunnen
)
verhandrijken
verhijpotequeeren,
ook
verhipoteceeren
verhipoteceeren
verhoetelen
verificatie
verificeeren
verifieeren,
ook
verificeeren
veritable
verledigen
verleegen
verleemdt
verlet
verligting
verloopen,
ook
verlopen
verlopen
verluijden
vermaagtschap
vermaken
vermangelen
vermeenen
vermetenheid
vermits
vernoemde
verorberen
verpraeijen,
ook
verpreijen
verpreijen
verquicking
verrekken
verschalken
verschansing
verscheen
verscheene
verscheenen
verschieten
verschot
verseeren
verseijlen
versellen,
ook
verzellen
verseren
verslimmeren
verslimmering
versloffen
versproken (verlede tyd van
verspreeken
)
versteeken
verstek
verstelt
verstendigen
verstikt
verstuijven
verstuuwen
verthogende
vertier
vertieren
vertuien
vervaardigen
vervaarlijk
vervoegen
vervorderen
vervuuren
verwilligingh
verwulf,
ook
verwulft
verwulfen,
ook
verwulven
verwulft
verwulven
verzellen
vetler
vexatie
vexeeren,
ook
fexeren
,
vexeren
vexeren
victualie,
ook
victualien
,
victualij
victualieeren
victualien
victualij
victualiseren
vide
vidimeeren
vierschaar
vies
vigeeren
vigelant
vigeleeren
vigeur
vigilant
vigilantie
vigileeren,
ook
vigeleeren
,
viguleeren
viguleeren
vijgetouw
vilain
vilipendeeren
vilipendi
vilipendie,
ook
vilipendi
vilipendiƫn (mv.)
vindicatie
vingerling,
ook
vingerlingh
,
vingerlink
vingerlingh
vingerlink
violeeren
violentie
vis segen,
ook
vis zegen
,
viszeegen
vis zegen
viseerende
visitatie
visiteeren
viskeetel
visser
viszeegen
vivres
vlakken
vleck,
ook
vlek
vlek
vleugel
vleugelhek
vloeren
voedsterheer,
ook
voetsterheer
voet
voetsterheer
voijagie,
ook
vojagie
voiture
vojagie
volatiel
volhandig
volraapen
volumineus
voluminositeit
volvaardig
volveerdigh
voordachtelijck
voorgeallegeerde
voormarszeijl
voorstander
voorsteng
voortuijg
voorwagen
voorzaat
vota
vrack
vrangen
vrivool
vroemoer
vuijl
vulte
vuure,
ook
vuuren
vuurenhout
vuurtang
vuurwerkers